Concept-Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Duurzaam partnerschap mobiliseren in de stadsregio
29 november 2011
2
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................. 4 Hoofdstuk 1: Kader Regioprogramma ............................................................................................ 5 1.1 Een sterk concurrerende regio ................................................................................................ 5 1.2 Visie op 2020: Regionaal Plan 2005-2020 .............................................................................. 6 1.2 Provinciaal kader ..................................................................................................................... 6 1.3 Programmatische aanpak ........................................................................................................ 7 1.4 Provinciale spelregels .............................................................................................................. 7 1.5 Opbouw van het Regioprogramma.......................................................................................... 7 1.7 Besluitvorming Regioprogramma ............................................................................................ 8 Hoofdstuk 2: Programma’s regiocontract .................................................................................... 10 2.1 Uitvraag van thema’s ............................................................................................................. 10 2.2 Analyse op de ingediende thema’s........................................................................................ 10 2.3 Samenstelling programmalijnen ............................................................................................ 11 2.4 Investeren en aanjagen......................................................................................................... 11 2.5 Beschrijving programmalijnen ............................................................................................... 12 2.5.2 Groene economie .......................................................................................................... 13 2.5.3 Vitale kernen en wijken .................................................................................................. 13 2.5.4 Duurzaam wonen........................................................................................................... 14 2.5.5 Bereikbaarheid van voorzieningen ................................................................................ 14 2.5.6 Beschikbaarheid van voorzieningen .............................................................................. 15 2.6 Positie regionale sociale agenda ........................................................................................... 15 2.8 Vervolgproces Regioprogramma ........................................................................................... 17 Hoofdstuk 3: Programma’s stadscontracten Arnhem en Nijmegen......................................... 18 3.1 Proces totstandkoming stadscontracten ............................................................................... 18 3.2 Samenstelling programmalijnen ............................................................................................ 19 3.3 Beschrijving programmalijnen ............................................................................................... 19 3.3.1 Sterke stadscentra ......................................................................................................... 19 3.3.2 Kenniseconomie ............................................................................................................ 20 3.3.3 Vitale kernen en wijken .................................................................................................. 20 3.3.3.1 Ruimtelijk-fysieke herstructurering in de steden .................................................... 21 3.3.3.2 Sociaal-economische structuurversterking van de wijken ..................................... 21 3.3.4 Vlottrekken woningmarkt ............................................................................................... 21 3.3.5 Bereikbaarheid en beschikbaarheid van voorzieningen ................................................ 22 3.3.6 Ontwikkeling van robuuste groenstructuren in en om de stad ...................................... 22 3.4 Onderwerpen voor sectorale provinciale programma’s ......................................................... 23 Hoofdstuk 4: Programma’s stadscontract Doesburg ................................................................. 25 4.1 Proces totstandkoming stadscontracten ............................................................................... 25 4.2 Samenstelling programmalijnen ............................................................................................ 25 4.3 Beschrijving programmalijnen ............................................................................................... 25 4.3.1 Toeristisch-recreatieve infrastructuur en voorzieningen langs de rivieren .................... 25 4.3.2 Cultuurhistorie als drager van toeristische ontwikkeling................................................ 26 4.3.3 Realiseren van een goed woon- en vestigingsklimaat in relatie tot demografische ontwikkelingen. .............................................................................................................. 27 Hoofdstuk 5: Gelderse Sleutelprojecten ........................................................................................... 29 5.1 Rijnboog Arnhem .................................................................................................................. 29 5.2 Waalfront Nijmegen ............................................................................................................... 30
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
3
Hoofdstuk 6: Regionale sociale agenda ....................................................................................... 31 6.1 Regionale sociale agenda subregio Arnhem ......................................................................... 31 6.2 Regionale sociale agenda subregio Nijmegen ...................................................................... 32 Hoofdstuk 7:
Samenvattend financieel overzicht........................................................................ 34
Bijlage 1:
Regioprogramma’s .......................................................................................................... 35
Bijlage 2:
Programma regionale sociale agenda subregio Arnhem ............................................ 46
Bijlage 3:
Programma regionale sociale agenda subregio Nijmegen ......................................... 52
Bijlage 4:
Programma stadscontract en sleutelproject Arnhem.................................................. 60
Bijlage 5:
Programma stadscontract en sleutelproject Nijmegen ............................................... 70
Bijlage 6:
Programma stadscontract Doesburg ............................................................................ 94
Bijlage 7:
Overzicht ingediende formats Regioprogramma ......................................................... 99
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
4
Inleiding Voor u ligt het Regioprogramma 2012-2015 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Hierin wordt in gezamenlijkheid door twintig gemeenten invulling gegeven aan de opgave een nieuw regiocontract en nieuwe stadscontracten af te sluiten met de provincie Gelderland. De Stadsregio Arnhem Nijmegen is een regionaal samenwerkingsverband van de gemeenten Arnhem, Beuningen, Doesburg, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen aan de Rijn, Montferland, Mook en Middelaar, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. De stadsregio is één van de zes Gelderse regio’s waarmee de provincie Gelderland nieuwe contractafspraken in het kader van regio- en stadscontracten wil maken. De gemeente Druten heeft zich in overleg met provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen voor wat betreft de nieuwe contractperiode aangesloten bij de Stadsregio Arnhem Nijmegen, in plaats van bij Regio Rivierenland. De gemeente Mook en Middelaar is een Limburgse grondgebiedgemeente en valt daardoor buiten de contractafspraken met Gelderland. Het voorliggende Regioprogramma is daarmee een gezamenlijk voorstel vanuit twintig gemeenten. Het Regioprogramma van de stadsregio bevat afspraken over het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) voor de grote steden Nijmegen en Arnhem, het Kleine StedenBeleid (KSB) voor Doesburg, de twee Gelderse Sleutelprojecten die zich in de stadsregio bevinden en het regiocontract voor alle twintig betrokken gemeenten. Zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau zijn in de afgelopen periode in de regio de mouwen opgestroopt om in korte tijd tot een regionaal gedragen programma te komen dat een stevige bijdrage levert aan de provinciale ambitie voor de komende jaren. De stadsregio is samen met de gemeenten in de zomer van 2011 van start gegaan met een intensief proces om tot gezamenlijke programmalijnen te komen die op hun beurt de input vormen voor het totale Regioprogramma. Hiervoor hebben diverse bijeenkomsten plaatsgevonden op ambtelijk niveau en de portefeuillewethouders van de regiogemeenten. Uitgangspunt voor het proces binnen de stadsregio is dat de invulling van het regioprogramma voor de nieuwe regiocontractperiode een proces is dat van onderop vorm krijgt. De regiogemeenten hebben in gezamenlijkheid voor oplading van het regioprogramma gezorgd. Samenwerking aan het Regioprogramma heeft de gemeenten en de regio in hun kracht gezet. Het Regionaal Plan 2005-2020 vormt het beleidsmatig kader van de stadsregio. Hierin is een stevige ambitie neergezet voor 2020 die als uitgangspunt wordt gebruikt voor het samen te stellen regioprogramma. Vanuit deze ambitie zijn drie prioriteiten onderscheiden die de paraplu vormen voor de invulling voor het Regioprogramma. Hierin krijgt ook de sociale agenda een plek. Omdat de sociale agenda niet tot de kerntaken van de stadsregio behoort, zorgen de gemeenten Arnhem en Nijmegen samen met gemeenten in hun verzorgingsgebied voor de oplading van deze sociale agenda. Er heeft intensieve afstemming plaatsgevonden tussen de beide gemeenten en de stadsregio over de inpassing van deze agenda in het regioprogramma. Het Regioprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: • • • • • • • •
de beschrijving van het provinciaal en regionaal kader voor totstandkoming van nieuwe contractafspraken voor regio en steden; de beschrijving van het regiocontractgedeelte; de beschrijving van het stadscontractgedeelte van Arnhem en Nijmegen vanuit GSO; de twee Gelderse Sleutelprojecten in Arnhem en Nijmegen; de beschrijving van het stadscontractgedeelte van Doesburg vanuit KSB; de regionale sociale agenda’s van de subregio’s Arnhem en Nijmegen; een samenvattend financieel overzicht; de programmaformats voor het regiocontract, de stadscontracten, en de Gelderse Sleutelprojecten.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
5
Hoofdstuk 1:
Kader Regioprogramma
1.1 Een sterk concurrerende regio De Stadsregio Arnhem Nijmegen is het grootste stedelijke netwerk in Oost-Nederland en bestaat uit twintig regiogemeenten die gezamenlijk streven naar een hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen. De regio heeft anno 2011 in totaal circa 736.000 inwoners en biedt aan ongeveer 325.000 mensen een baan. De Stadsregio Arnhem Nijmegen is een aantrekkelijke en concurrerende regio in Gelderland, Nederland en daarbuiten. Dat komt door de bijzondere uitstraling van de twee elkaar aanvullende economische motoren Arnhem en Nijmegen, door de variatie in wonen en werken en door de diversiteit in steden en dorpen. De regio biedt een afwisselende setting van prachtige landschappen: Veluwe, Betuwe, de rivieren en het Rijk van Nijmegen. Met haar brede palet aan kwaliteiten en de daardoor aanwezige meervoudige identiteit onderscheidt de stadsregio zich van andere stedelijke regio’s. Juist dit geeft de stadsregio een sterke concurrentiepositie binnen het nationaal en internationaal krachtenveld. De stadsregio is de thuisbasis van Health Valley: het medische technologiecluster in Nijmegen en omgeving dat bedrijven, overheden, gezondheidszorg- en kennisinstellingen met elkaar verbindt. Ambitie is uit te groeien tot een toonaangevend Europees cluster op het gebied van health en technologie. Het is een van topsectoren zoals benoemd in de Bedrijfslevenbrief van het Ministerie van EL&I. Het cluster Energieen Milieutechnologie (EMT), dat zich met name in en rondom Arnhem manifesteert, is een belangrijk kennisintensief economisch groeicluster voor de stadsregio. De ambitie is om dit verder te versterken en uit te bouwen. De potenties voor EMT liggen onder andere in de samenwerking en toepassing op het gebied van slimme energiesystemen en duurzaamheid.
Mercator Science Park Nijmegen
Cruciaal voor een economisch sterke regio zijn een goede bereikbaarheid, een aantrekkelijk opleidingsaanbod en werkgelegenheid, ruimte voor bedrijven en aantrekkelijke woon- en werkmilieus. De economische groei en de bevolkingsontwikkeling in de stadsregio bepalen in belangrijke mate de behoefte aan woonlocaties, werklocaties, infrastructuur en openbaar vervoer. De stadsregio heeft in 2009 met het Rijk en de provincie Gelderland afgesproken om op basis van prognoses in de periode 2010-2020 circa 26.000 woningen toe te voegen aan de bestaande woningvoorraad. Ook blijft de stadsregio de komende jaren werken aan een goed economisch en aantrekkelijk vestigingsklimaat voor ondernemers. Desondanks is het niet vanzelfsprekend dat we deze kwaliteiten voor de toekomst kunnen behouden. De economische situatie van de afgelopen jaren laat voelbaar haar sporen achter in Gelderland en ook in onze regio. Zoals het zich nu laat aanzien zal ook in de komende jaren sprake zijn van een sober economisch klimaat, wat een weerslag heeft op alle lagen van de samenleving. Daarom werkt de stadsregio samen met haar partners vanuit overheid, onderwijs, bedrijfsleven én met haar inwoners
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
6
de komende periode stevig door aan een nadrukkelijke versterking van de regio binnen het economisch, ruimtelijk en sociaal krachtenveld. In dat licht is de bereidheid van de provincie Gelderland om nu te investeren in de toekomst van onze regio door een nieuwe tranche voor de regio- en stadscontracten voor te bereiden, een uitzonderlijke kans om in deze tijd kansrijke initiatieven van de grond te krijgen. Een aantal van de regionale en stedelijke investeringsopgaven passen heel goed, qua timing, qua regionale betekenis, qua karakter en voorziene meerwaarde van partnerschap met de provincie in het provinciale programma Stad en Regio. We pakken de mogelijkheid om een Regioprogramma op te stellen met onze twintig gemeenten dan ook graag met beide handen aan. Onze regionale ambitie ligt vanzelfsprekend breder dan de ambities die we in het Regioprogramma vervatten. De provincie heeft opgeroepen om een brede agenda vanuit de regio neer te leggen. Om hier gevolg aan te geven doen wij u een aantal voorstellen voor onderwerpen die via de sectorale provinciale programma’s opgepakt kunnen worden. 1.2 Visie op 2020: Regionaal Plan 2005-2020 Onze twintig regiogemeenten hebben in 2006 het Regionaal Plan 2005-2020 vastgesteld. Het Regionaal Plan maakt bij inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008 deel uit van het provinciaal structuurplan Streekplan Gelderland 2005. Daarmee is het Regionaal Plan een gedeelde visie tussen regiogemeenten en de provincie Gelderland. In het Regionaal Plan zijn de gemeenschappelijke ontwikkelambities vastgelegd voor de stadsregio en de provincie. In het plan is een stevige ambitie neergezet die de stadsregio als uitgangspunt wil gebruiken voor het Regioprogramma 2012-2015. In het Regionaal Plan is deze ambitie als volgt geformuleerd: de regio streeft naar een aantrekkelijk vestigingsklimaat van de regio Arnhem Nijmegen voor haar inwoners, ondernemers en bezoekers. De stadsregio wil burgers en bedrijven aan de regio binden door het verbeteren van condities voor ‘het goede leven’: het bieden van mogelijkheden voor prettig wonen en succesvol werken in een mooi, aantrekkelijk landschap en waar men zich snel en comfortabel kan verplaatsen. De ruimtelijke keuzes die in het Regionaal Plan zijn vastgelegd dienen als uitgangspunt voor de ontwikkeling van onze regio. Uit het Regionaal Plan is een drietal belangrijke prioriteiten gedestilleerd die uitgangspunt zijn voor het Regioprogramma: 1. Versterking van de economische structuur 2. Wonen in stad en land 3. Aanbod van voorzieningen De provincie Gelderland heeft de zes Gelderse Regio’s gevraagd om een visie te presenteren waar de regio in 2020 wil staan, om van daaruit concrete afspraken te maken over resultaten die via Sleutelprojecten, GSO, KSB en regiocontracten gerealiseerd worden met een planhorizon op 2015. Vanuit het Regionaal Plan als beleidsmatig kader voor de stadsregio, vormen de drie bovengenoemde prioriteiten het uitgangspunt voor zowel de regio- als stadscontracten. 1.2 Provinciaal kader De provincie Gelderland heeft aangegeven nieuwe afspraken te willen maken over het Regiocontract, het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO), de Gelderse Sleutelprojecten en het Kleine StedenBeleid (KSB), om zo te komen tot economische structuurversterking in de zes Gelderse regio’s voor de periode 2012 tot 2015. Gelderland wil met behulp van de regio- en stadscontracten projecten in de Gelderse regio’s ondersteunen die voortvloeien uit het Streekplan 2005, en andere omgevingsplannen. Het GSO betreft het Gelders investeringsprogramma voor grote steden, in onze regio de steden Arnhem en Nijmegen. Het KSB is het Gelders investeringsprogramma voor kleine steden, hieronder valt in onze stadsregio de stad Doesburg. Het Regioprogramma voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen bevat in wezen twee contractvormen, zijnde het stadscontact voor de steden Arnhem, Nijmegen en Doesburg (op basis van GSO en KSB) en de regiocontracten voor de overige regiogemeenten. Het Regioprogramma vormt de paraplu, er worden bestuurlijk-juridisch gezien wel separate contracten afgesloten met de regio, de grote en de kleine steden. Procesmatig vestigt de provincie Gelderland in deze nieuwe contractperiode in het bijzonder de aandacht op de aanhaking van gemeenteraden bij de totstandkoming van de verschillende contracten. Hiertoe heeft de provincie onder meer op 9 september 2011 een brede bijeenkomst voor alle Gelderse
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
7
raadsleden georganiseerd. Belangrijk inhoudelijk speerpunt van de provincie is dat zij de regionale samenwerking wil stimuleren. Om dit kracht bij te zetten zal de provincie de mate van cofinanciering laten afhangen van de mate van regionaliteit. Regionale samenwerking zal gericht moeten zijn op structuurversterking, zowel in de stad als in de regio. Ook heeft de provincie duidelijk uitgesproken dat vraagstukken op het gebied van mobiliteit (infrastructuur en openbaar vervoer) niet passen binnen het instrument van regio- en stadscontracten worden beschouwd. Voor investeringen in structuurversterking van stationsomgevingen is wel ruimte. De provincie ziet daarnaast kansen op het terrein van economie, de integrale wijkaanpak, topsport, kunst, cultuur en cultuurhistorie. De thema’s energie en energietransitie worden door de provincie als zeer kansrijk voor regionale structuurversterking genoemd. Specifiek voor het landelijk gebied worden groene en blauwe diensten door de provincie benoemd als kansrijk. De provincie onderstreept dat zij geen financiële bijdragen via het Regioprogramma zal leveren aan het afboeken van tekorten ten aanzien van woningbouw of bedrijventerreinen. 1.3 Programmatische aanpak In de afgelopen contractperiode 2008-2011 zijn door de regio’s projecten bij de gemeenten opgehaald en daaromheen is een programma gedefinieerd. De provincie stelt in haar brief van 7 juli 2011 een nieuwe benadering van de regio- en stadscontracten voor. Zij wil inzetten op structuurversterkende programma’s. Deze aanpak is een belangrijke nieuwe benaderingswijze ten opzichte van het vorige contractperiode. De nieuwe programmatische benadering van het Regioprogramma geeft de stadsregio de mogelijkheid om in samenwerking met de regiogemeenten een aantal programma’s te definiëren, de inzet en doelstelling per programma voor de periode 2012-2015 vast te leggen en taakstellend een cofinanciering te reserveren en op basis hiervan de regiogemeenten te vragen om passende projecten in te dienen. Deze programmatische aanpak zorgt voor draagvlak onder onze regiogemeenten en biedt de ruimte om gedurende de looptijd van het contract projecten binnen de programma’s te wijzigen. 1.4 Provinciale spelregels De provincie heeft in haar brief van 7 juli 2011 een aantal spelregels meegegeven waar de geformuleerde programma’s voor zowel de stads- als regiocontracten, en in latere instantie de projecten die het programma vormen, aan moeten voldoen. • • • • • • • • •
Programma’s moeten uiterlijk zijn afgerond (gerealiseerd en middelen uitgegeven) op 31 december 2015; Programma’s moeten logisch volgen uit regionale opgaven en doelstellingen; Geen financiële bijdrage aan het afboeken van tekorten op gebied van bijvoorbeeld woningbouw en bedrijventerreinen; Structuurversterking: programma's moeten bijdragen aan versterking van ruimtelijke-, economische structuur en/of sociale kwaliteit voor de lange termijn. Budget sociale agenda begrensd tot maximaal 25% van het totale Regioprogramma; Provincie wil geen bezuinigingen van rijk of gemeenten compenseren; Geen infrastructurele programma’s of programma’s openbaar vervoer; Geen programma’s die alleen van belang zijn voor één gemeente/stad: er moet sprake zijn van regionaliteit; Cofinanciering vanuit de gemeente is voorwaarde, deze mag ook afkomstig zijn van derden zoals marktpartijen, corporaties etc.
Deze spelregels zijn in het verder proces voor totstandkoming van het Regioprogramma als randvoorwaarde gehanteerd. 1.5 Opbouw van het Regioprogramma Het concept-Regioprogramma dat voorligt, is tot stand gekomen door een intensief en interactief proces met de twintig gemeenten, onder regie van de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De Stadsregio Arnhem Nijmegen vindt het van het grootste belang om dit proces met de twintig gemeenten gezamenlijk te doorlopen omdat het Regioprogramma een grote mate van regionaliteit en regionale structuurversterking moet bevatten. In dit proces hebben Arnhem, Nijmegen en Doesburg een nadrukkelijke rol gekregen om ervoor te zorgen dat regio- en stadscontracten vanuit eenzelfde regionale visie in het Regioprogramma verankerd worden.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
8
Vanuit de drie bovengenoemde prioriteiten uit het Regionaal Plan is de regio aan de slag gegaan met het formuleren van programmalijnen. De steden Arnhem, Nijmegen en Doesburg hebben voor het stadscontractgedeelte van het regioprogramma aansluiting gezocht bij de drie regionale prioriteiten en hiervoor een aantal programmalijnen geformuleerd (zie hiervoor paragrafen 3.2 en 4.2). Door middel van een interactief proces met alle twintig gemeenten zijn de programmalijnen in het regiocontractgedeelte tot stand gekomen (zie hiervoor paragraaf 5.1). Hiervoor hebben de gemeenten in totaal 167 formats ingediend met daarin thematische voorstellen voor oplading van de programmalijnen. De Gelderse Sleutelprojecten (zie hiervoor hoofdstuk 5) doorlopen een eigen proces buiten de drie prioriteiten, maar zijn wel onderdeel van voorliggend Regioprogramma. In het coalitieakkoord van de provincie Gelderland is opgenomen dat maximaal 25% van het voor de regio- en stadscontracten gereserveerde budget geïnvesteerd mag worden in sociale activiteiten. In het Regionaal Plan zijn geen beleidsuitspraken gedaan voor wat betreft het sociale domein. Het sociale domein maakt echter wel deel uit van het Regioprogramma (zie hiervoor hoofdstuk 6). Voor de regionale sociale agenda is in 2010 een tweetal regioverkenningen uitgevoerd voor de regio Nijmegen en de regio Arnhem. Deze regionale sociale verkenningen zijn opgesteld voor de periode 2012-2015 en leveren de input voor het sociale deel van het Regioprogramma. Om de samenhang tussen stads- en regiocontracten verder te verduidelijken, is het onderstaande figuur opgesteld, het zogenaamde ‘Regioprogrammahuis’. Uit het figuur blijkt dat de contracten vanuit dezelfde visie op 2020 zijn ontstaan en blijkt ook de samenhang tussen stads- en regiocontracten. De regionale sociale agenda van de subregio’s Arnhem en Nijmegen vormen het fundament van de drie prioriteiten en draagt aan iedere prioriteit bij.
Figuur 1: Huis Regioprogramma
1.7 Besluitvorming Regioprogramma Vanuit haar faciliterende rol heeft de stadsregio een aantal overlegvormen opgestart om de totstandkoming van het Regioprogramma zowel ambtelijk als bestuurlijk interactief te laten verlopen. De provincie Gelderland is hier ambtelijk direct op aangehaakt. Zowel ambtelijk als bestuurlijk is een brede overlegvorm tot stand gebracht waarin iedere gemeente is afgevaardigd en haar inbreng levert. De stadsregioraad, waarin iedere gemeente bestuurlijk is vertegenwoordigd, is het besluitvormend orgaan dat op regionaal niveau het Regioprogramma vaststelt. Besluitvorming rondom het Regioprogramma in de afzonderlijke gemeenteraden is hierbij niet nodig, vanwege de besluitvorming
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
9
in de stadsregioraad. Om de aansluiting bestuurlijk voldoende te borgen, heeft iedere gemeente vanuit haar college een portefeuillehouder voor dit proces aangewezen. De portefeuillehouders doen in zowel het college als in de gemeenteraden verslag van het proces en de uitkomsten daarvan. Daarmee is de communicatie richting de afzonderlijke gemeenteraden ook geborgd.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
10
Hoofdstuk 2:
Programma’s regiocontract
Om tot een programmatische invulling van het regiocontractgedeelte binnen het voorliggende Regioprogramma te komen is een intensief en interactief proces doorlopen met de twintig betrokken gemeenten. Kenmerkend voor het proces voor het regiocontractgedeelte is dat de invulling van het regioprogramma voor de nieuwe regiocontractperiode een proces is dat van onderop vorm heeft gekregen. De regiogemeenten hebben in gezamenlijkheid, met de stadsregio als facilitator, voor oplading van het regioprogramma gezorgd. Hiervoor heeft een aantal bestuurlijke en ambtelijk overleggen plaatsgevonden en heeft de stadsregio een thematische uitvraag georganiseerd waarbij gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld om de voor hun van belang zijde onderwerpen in het kader van het regiocontract aan te dragen. 2.1 Uitvraag van thema’s De stadsregio heeft de gemeenten bij brief van 21 september j.l. om input gevraagd voor de programmatische invulling van het Regioprogramma. De stadsregio heeft hiervoor een format ontwikkeld met behulp waarvan de gemeenten de voor hen belangrijkste thema’s hebben aangedragen die zij terug zouden willen zien in het Regioprogramma. Uitgangspunt voor het benoemen van thema’s zijn de drie prioriteiten uit het Regionaal Plan. Binnen deze prioriteiten hebben de gemeenten hun thema’s benoemd. Dit resulteerde op 14 oktober j.l. in een oogst van 167 formats waarin gemeenten hun thema’s inclusief het benodigde investeringsvolume, hebben beschreven. Op basis van de formats die de gemeenten hebben geleverd, zijn per prioriteit twee regionale programmalijnen vastgesteld die de basis vormen voor het regiocontractgedeelte. Voor het destilleren van de programmalijnen is uitgegaan van het totaal van de ingediende formats. Zoals in hoofdstuk 3 en 4 zal worden aangegeven, hebben ook de steden binnen de drie genoemde prioriteiten hun beleidsmatige speerpunten aangedragen. Het figuur in paragraaf 1.6 geeft een beeld van de relatie tussen van drie prioriteiten uit het Regionaal Plan en de programmatische uitwerking daarvan voor het regiocontract- en stadscontractgedeelte. In bijlage 7 is een overzicht opgenomen van ingediende formats die voldoen aan de provinciale spelregels op grond van de brief van Gedeputeerde Staten van 7 juli j.l. Als gevolg van deze schifting, zijn 100 formats overgebleven die worden meegenomen naar de volgende fase, waar vanuit de programma’s richting projecten gewerkt wordt. 2.2 Analyse op de ingediende thema’s Op grond van de oogst van gemeentelijke thema’s kunnen een aantal conclusies getrokken worden die richtinggevend zijn voor de samenstelling van programmalijnen in het regiocontractgedeelte. Het aandeel van de formats dat zich toegespitst op cultuurhistorie en landschapsontwikkeling in toeristisch-recreatief perspectief is met ruim 40% erg groot. Het overgrote deel van de gemeenten is van mening dat dit thema een belangrijke impuls kan geven aan de economische ontwikkeling van de regio, ook op lokaal niveau. De gemeenten in de stadsregio hebben dan ook veel te bieden daar waar het gaat om landschap en cultuurhistorie. Een tweede constatering met betrekking tot de ingediende formats is dat gemeenten nadrukkelijk aandacht willen besteden aan het vitaal en leefbaar houden van kernen en wijken. Een kwart van de ingediende formats richt zich op dit thema. De wens om kernen en wijken vitaal en leefbaar te houden manifesteert zich niet alleen op het vlak van ruimtelijk-fysieke ingrepen zoals herstructurering, maar ook op het vlak van bereikbaar en beschikbaar houden van voorzieningen in de kernen. Als derde is het aandeel voor wat betreft duurzaamheid aanzienlijk. De gemeenten geven aan te willen investeren in de verduurzaming van economie en wonen en een aantal gemeenten stelt hierbij dat het vormgeven daarvan op regionaal schaalniveau het meest geschikte niveau is. Een aantal gemeenten heeft, naast de door de subregio’s Arnhem en Nijmegen ingebrachte regionale sociale agenda’s, nogmaals de daarin benoemde thema’s ingebracht bij de uitvraag naar thema’s in het kader van het regiocontract.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
11
Figuur 2: Ingediende formats naar onderwerp in %
2.3 Samenstelling programmalijnen De drie prioriteiten vanuit het Regionaal Plan zijn leidraad voor de programmalijnen die de twintig gemeenten voor het regiocontractgedeelte zijn vastgesteld. Onder iedere prioriteit is een tweetal programmalijnen opgenomen waar de regio zich de komende tijd in het kader van het Regioprogramma op willen focussen. 1 Versterking economische structuur A. Beleveniseconomie B. Groene economie 2. Wonen in stad en land A. Vitale kernen en wijken B. Duurzaam wonen 3. Aanbod van voorzieningen A. Bereikbaarheid van voorzieningen B. Beschikbaarheid van voorzieningen In de uitvraag voor de gemeentelijke thema’s is gevraagd aan welke prioriteit het ingediende thema een bijdrage levert. Dit is van belang om te bezien op welke prioriteit het zwaartepunt moet komen te liggen bij de budgettering van de programmalijnen die binnen de drie prioriteiten zijn geformuleerd. Ruim 40% van de ingediende formats richten zich op versterking van de economische structuur. Van de formats heeft 33% betrekking op het aanbod van voorzieningen en ruim 26% richt zich op wonen in stad en land. Deze percentages zijn vervolgens gebruikt om tot budgetverdeling over de prioriteiten te komen. Voor de (voorlopige) budgetverdeling wordt verwezen naar hoofdstuk 7. Bij de samenstelling en budgettering van de programmalijnen is de stadsregio uitgegaan van een minimale cofinanciering van 50% door de provincie Gelderland. 2.4 Investeren en aanjagen In de zes geformuleerde programmalijnen wordt een onderscheid gemaakt in programma’s waarmee we willen investeren in de hele regio en in programma’s die vooral een aanjaagfunctie voor processen
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
12
in de regio hebben. De bovengenoemde A-programma’s bieden financiering voor investeringen die passen onder de doelstelling van de betreffende programmalijn. De B-programma’s bieden financieringsmogelijkheden voor initiatieven (pilots, methodiekontwikkeling, ontwikkeling samenwerkingsvormen en financieringsmodellen etc.) met een vliegwielfunctie op regionaal niveau. 2.5 Beschrijving programmalijnen In deze paragraaf worden de zes programmalijnen voor het regiocontractgedeelte beschreven. Belangrijk uitgangspunt voor zowel de stadsregio als de provincie is de mate van regionaliteit en structuurversterking. De in onderstaande geformuleerde programmalijnen zijn ontstaan vanuit de gedachte dat regiobreed gewerkt wordt aan de resultaten die voor de programma’s zijn geformuleerd en dat de programma’s een wezenlijk regionaal effect sorteren, niet alleen op de korte, maar ook op de langere termijn. 2.5.1 Beleveniseconomie Het bijzondere rivierenlandschap in de stadsregio is een van de belangrijkste identiteitsdragers. De ontstaansgeschiedenis van dit deel van Gelderland is onlosmakelijk verbonden met de grote rivieren en dit werkt tot op de dag van vandaag door in de regionale ontwikkeling. Nadat in de IJstijd de hooggelegen stuwwallen zijn ontstaan, hebben de grote rivieren het tussengebied tussen de Arnhemse en Nijmeegse stuwwalcomplexen verder uitgesleten en is een dynamisch rivierenlandschap ontstaan. In combinatie met het sterke reliëf en de bosrijke natuur op de hogere stuwwallen is in de regio een grote variëteit aan natuurwaarden en landschappelijke kwaliteiten ontstaan. Mede door het stuwwallenlandschap en de aanwezige rivieren kent de regio unieke waarden op het gebied van cultuurhistorie. Van oudsher is de regio sterk verbonden met de natuurlijke dynamiek van het rivierenlandschap. De identiteit van de regio kan geduid worden in termen van een wisselende grensregio. De Romeinen trokken de grens van hun Rijk bij de Rijn: de Limes. Grenswijzigingen waren er ook als gevolg van landveroveringen tussen de heren van Gelre versus het hertogdom Kleve. De Reformatie heeft in de eeuwen daarna in het gebied een grillige scheidslijn getrokken tussen katholieken en protestanten. Ook in de Tweede Wereldoorlog lag in de regio de grens tussen bevrijd en bezet gebied na het vastlopen van operatie Market Garden. Door al deze conflicten en gebeurtenissen herbergt de regio in een gevarieerd landschap een schat aan archeologisch en cultuurhistorisch erfgoed. Een prachtig, op veel plaatsen nog verborgen, rijkdom aan cultuur waarmee de regio zich in het kader van het Regioprogramma krachtig wil identificeren en profileren.
Rijndijk bij Driel, Overbetuwe
De stadsregio wil de identiteit van de regio waarborgen en benutten door te voorzien in een regionale structuur waarin we cultuurhistorische patronen, relicten en objecten in het landschap zichtbaar houden, maken of versterken en de verhalen te vertellen die daarbij horen. De stadsregio streeft naar een vorm van erfgoedontwikkeling die onderscheidende kernidentiteiten nieuwe betekenis geeft, waardoor er mogelijkheden ontstaan voor nieuw, uniek en innovatief gebruik. Gebruik dat resulteert in nieuwe economie en dat een boven regionale en mogelijk zelfs internationale aantrekkingskracht genereert: het cultuurhistorisch erfgoed wordt ingezet om een wezenlijke bijdrage te leveren aan ‘branding’, promotie en profilering van de regio.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
13
Om deze reden is een van de belangrijkste onderdelen van het toeristisch beleid van de Stadsregio Arnhem Nijmegen gericht op het stimuleren en faciliteren van de ontwikkeling van het toerisme op en rond de rivieren Maas, Rijn, IJssel en Waal. Aandacht wordt besteed aan de verbetering van de toeristische infrastructuur; toerisme en cultuurhistorie; toerisme en nieuwe media en toerisme en marketing. Binnen het regiocontract willen we focussen op de ontwikkeling van arrangementen die een verbintenis hebben met rivieren en landschappen. Met een arrangement bedoelen we een samenhangend pakket van landschappelijke en/of cultuurhistorische elementen die in toeristischrecreatief perspectief met elkaar verbonden zijn in een goed ontsloten netwerk. Dergelijke arrangementen zullen bestaande toeristische infrastructuur verbinden en versterken. Hierdoor wordt de toeristische aantrekkelijkheid van de regio vergroot waardoor er meer toeristen naar de regio getrokken worden. Voor alle projecten die onder het thema cultuurhistorie vallen, zal bij restauratie uitgegaan worden van de kwaliteitseisen van de provincie Gelderland. 2.5.2 Groene economie Duurzame energie heeft alles te maken met betaalbaar, betrouwbaar, zelfvoorzienend en schoon. De huidige Nederlandse energievoorziening is nog grotendeels afhankelijk van gas, kolen, olie en kernenergie. Deze fossiele brandstoffen kennen een aantal knelpunten die de continuïteit van de energievoorziening in gevaar brengen. Die komen tot uiting in prijsstijgingen, afhankelijkheid van olieproducerende landen en schadelijke emissies. Deze ontwikkeling kan worden omgebogen door het realiseren van regionale duurzame energievoorziening waarbij betaalbaarheid en leveringsgarantie van schone energie centraal staat. Hier ligt ook een intrinsieke link met de economie en EMT. De duurzame energie infrastructuur is bepalend voor ruimtelijke ontwikkelingen en op termijn dé vestigingsfactor voor bedrijven en bewoners. De regionale schaal is groot genoeg om kansen economisch haalbaar te maken en klein genoeg om snel, via de bestaande en vitale netwerken, tot uitvoering te komen. Het samen met overheden, marktpartijen en onderwijsinstellingen verkennen en stimuleren van kansen voor regionale groene energie in economisch perspectief is de uitdaging. Binnen deze programmalijn wil de regio nieuwe vormen van samenwerking met private partijen, netbeheerders, consumenten en overheden stimuleren om energieneutrale en energiebesparende concepten te ontwikkelen en uit te voeren. Daarom ligt de focus binnen deze programmalijn op het creëren van randvoorwaarden hiervoor. 2.5.3
Vitale kernen en wijken
De stadsregio wil in 2020 voorzien in meer kwaliteit en een grotere variatie in woonmilieus in stad en land door consumentgerichte, aantrekkelijke woningen, een groene, duurzame en veilige leefomgeving, een ruim aanbod van voorzieningen en een eigen identiteit. De kwaliteit van de leefomgeving in brede zin is een belangrijke bindingsfactor voor bewoners en bedrijven. Dit legt de basis voor een sociaal-economisch vitaal stedelijk netwerk. De leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit van de kernen in de stadsregio is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
Woningbouw Parachutistenstraat, Groesbeek
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
14
Op lange termijn laten de CBS-prognoses nog een aanzienlijke groei zien voor de stadsregio als geheel. Ongeveer de helft van de groei wordt veroorzaakt door gezinsverdunning, de andere helft door vestigers van buiten de regio. Om deze groei de komende jaren te kunnen accommoderen heeft de stadsregio in 2009 met Rijk en provincie afgesproken om in de periode 2010-2020 circa 26.000 woningen te bouwen. Binnen de regio worden de verschillen tussen groei en krimp echter steeds groter. Zo wordt volop groei verwacht in de steden en in het gebied tussen de Rijn en de Waal, op de corridor tussen Arnhem en Nijmegen. Ook stabiliseren een aantal gemeenten voor wat betreft het inwonertal. Hiernaast komt een aantal krimpers in zicht en dat heeft gevolgen voor de vitaliteit en leefbaarheid van deze kernen. Een aantrekkelijke, veilige en goed functionerende leefomgeving in combinatie met de juiste voorzieningen op de juiste plek zijn van groot belang voor de dynamiek en vitaliteit van de regio als geheel. Echter, de leefbaarheid in delen van de stadsregio staat of komt in de toekomst onder druk te staan als gevolg van verouderde en verpauperde woongebieden of door het ontbreken van de juiste voorzieningen waardoor de aantrekkelijkheid en de samenhang binnen de wijken terugloopt. Om ook in de toekomst een aantrekkelijke leefomgeving in de regio te kunnen garanderen voor onze inwoners, willen we nadrukkelijk aandacht besteden aan de zwakke plekken op wijkniveau, zowel in ruimtelijkfysieke als in sociaal-economische zin. Vanuit dit programma zal ook nadrukkelijk aandacht besteed worden aan regionale kennisuitwisseling ten aanzien van leefbaarheidsvraagstukken. Binnen het GSO programma is in de steden Arnhem en Nijmegen is op het terrein van leefbaarheid veel kennis en ervaring ontwikkeld. Deze kennis en ervaring kan gedeeld worden met de gemeenten in het ommeland. Hierdoor kunnen in de kleinere gemeenten en kernen middelen ten behoeve van leefbaarheidsverbetering op een efficiëntere manier worden ingezet. 2.5.4 Duurzaam wonen In 2020 moet alle nieuwbouw energieneutraal zijn. Er zijn al diverse projecten in Nederland met energieneutrale woningbouw en in de stadsregio zijn ook projecten in ontwikkeling. Het kan dus nu al, maar is nog een langer weg te gaan. De stadsregio wil de komende jaren flinke stappen maken in de realisatie van energieneutrale nieuwbouw. De stadsregio wil dit doen door pilots op dit terrein te ondersteunen, kennis en ervaring te vergroten en te delen, samenwerking te stimuleren en gericht middelen in te gaan zetten door bijvoorbeeld in Brussel concrete projecten in EU-programma’s voor het voetlicht te brengen. De stadsregio wil in het kader van het bevorderen van duurzaamheid gemeenten, corporaties en ontwikkelaars helpen aantrekkelijke woonmilieus te creëren waarin in toenemende mate duurzaamheid een rol speelt. De algemene doelstelling is het verbeteren van de kwaliteit van de nieuwbouw in termen van duurzaamheid tot uiteindelijk energieneutraliteit. Naast de nieuwbouw heeft de verduurzaming van de bestaande voorraad een grote stimulans nodig. De meeste meters zijn immers te maken in de bestaande voorraad, zoals in de bestaande sociale huurvoorraad van de woningcorporaties. De grootste uitdaging ligt echter in het aanzetten van eigenaar-bewoners tot het nemen van maatregelen aan hun woning (isolatie maar ook duurzame energie zoals zonne-energie). Met behulp van inzet van pilots en het delen van kennis en ervaring wil de stadsregio ook voor de bestaande voorraad een slag maken richting energieneutraliteit. 2.5.5 Bereikbaarheid van voorzieningen De stadsregio kenmerkt zich door de aanwezigheid van twee grote steden en de vele dorpen in het ommeland. De leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van de dorpen zijn een belangrijk aandachtspunt. Onder invloed van onze netwerksamenleving wordt de woonfunctie in de dorpen steeds belangrijker: wonen in een landelijke omgeving en werken in de stad. Demografische ontwikkelingen zoals ontgroening en vergrijzing hebben echter een grote invloed op de sociaal-economische vitaliteit van de dorpen. Het bereikbaar houden van voorzieningen zoals scholen, winkel, bibliotheken en winkels zijn daarin belangrijke thema’s. Leefbaarheid op het platteland is niet per definitie een sociaal-economisch vraagstuk, maar hangt sterk samen met de bereikbaarheid en aanwezigheid van voorzieningen voor met name ouderen en jongeren. Dorpse voorzieningen zoals scholen, supermarkten en postkantoren hebben al jaren te maken met schaalvergroting in de regio Arnhem Nijmegen. Nieuwe antwoorden om kernen vitaal te houden vinden we niet in het blijven doorbouwen in en aan de kleine kernen om de laatste voorzieningen in het dorp vast te houden. Het bijbouwen houdt het tempo van gezinsverdunning en vergrijzing niet bij en nieuwe vestigers komen niet in grote aantallen naar de kleinere dorpen toe om voldoende draagvlak voor voorzieningen te blijven houden. Het is belangrijk te accepteren dat een
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
15
aantal dorpen en kernen op lange termijn minder voorzieningen tot hun beschikking hebben. Als de voorzieningen niet meer dichtbij te vinden zijn, dan is het zaak de voorzieningen beter bereikbaar te maken. Condities zoals een goede autobereikbaarheid en bereikbaarheid met openbaar vervoer worden daarmee steeds belangrijker. Naast deze condities is het noodzakelijk om met behulp van innovatieve ICT toepassingen en een verdergaande digitalisering voorzieningen voor ouderen en jongeren bereikbaar te houden. Om de bereikbaarheid van voorzieningen te kunnen garanderen is digitale bereikbaarheid van belang. Glasvezel is een infrastructuur die de enige toekomstvaste basis voor breedband datacommunicatie biedt. De nationale telecommunicatie-infrastructuren worden steeds sneller, maar de verbinding tussen het netwerk en individuele instellingen en gebruikers blijft achter. Juist die aansluiting, door sommigen de 'eerste kilometer' genoemd, kan en moet sneller om nieuwe, breedbandige diensten mogelijk te maken. Het programma wil enerzijds de digitale bereikbaarheid binnen de regio optimaliseren en anderzijds de (digitale ) dienstverlening aan de inwoners optimaliseren. Ter illustratie het volgende voorbeeld: de stedelijke ICT-infrastructuur in Nijmegen schept de voorwaarden voor een scala aan nieuwe toepassingen, zoals camerabewaking van gebouwen, IP- of beeldtelefonie, multimedia of gastlessen op afstand; een glasvezelverbinding maakt het mogelijk röntgenfoto's van hoge kwaliteit snel en gemakkelijk te versturen en te bekijken. 2.5.6 Beschikbaarheid van voorzieningen Voorzieningen op het terrein van zorg, maatschappelijke dienstverlening, sport en cultuur moeten voor alle inwoners binnen de stadsregio beschikbaar en blijven. Als gevolg van demografische ontwikkelingen zijn gemeenten niet altijd meer in staat voorzieningen fysiek in de directe woonomgeving van mensen beschikbaar te stellen. Het zal niet meer in alle gevallen de overheid zijn die verantwoordelijkheid draagt voor het op niveau houden en brengen van voorzieningen. Marktpartijen, corporaties en zorginstellingen hebben een rol in het aanbieden van voorzieningen gebaseerd op de vraag van bewoners. Door het op innovatieve wijze combineren van functies, of door voorzieningen op een bovenlokaal niveau te organiseren, worden er nieuwe mogelijkheden gecreëerd om een kwalitatief niveau van voorzieningen te realiseren, ook in kleine kernen waar het voorzieningenniveau terugloopt. Door het opsporen en stimuleren van nieuwe samenwerkingsvormen tussen diverse partijen en/of tussen diverse gemeenten wordt het mogelijk de kwaliteit van de voorzieningen op een hoger peil te brengen. Inzet in het Regioprogramma is om het opsporen en stimuleren van nieuwe samenwerkingsvormen in de vorm van een aantal pilots vorm te geven. 2.6 Positie regionale sociale agenda De provincie heeft aangegeven dat maximaal 25% van het totale beschikbare budget van 150 miljoen ten gunste van sociale activiteiten mag komen. Dit betekent voor de stadsregio dat ook hier het percentage van 25% aangehouden moet worden op het totaal van stads- en regiocontracten in de uitwerking van het Regioprogramma. Van het Regiocontractgedeelte, met een bandbreedte van 5 tot 15 miljoen, mag dus maximaal 25% voor sociaal gelabeld worden. De subregio Arnhem heeft een totale claim voor de regionale sociale agenda van 3,8 miljoen neergelegd, de claim van de subregio Nijmegen bedraagt 5,7 miljoen. Gelet hierop passen de claims van zowel de subregio Arnhem als van de subregio Nijmegen niet binnen het gemaximeerde deel voor sociaal binnen het regiocontract. Arnhem heeft als stad 25% van haar stadscontract aangewend voor sociale activiteiten. Tezamen met het deel dat vanuit het regiocontract gelabeld is voor de regionale sociale agenda (25% van 15 miljoen: 3,75 miljoen, dus circa 1,9 per subregio) kan de subregio Arnhem invulling geven aan haar regionale sociale agenda. De subregio Nijmegen vliegt de financiering van de regionale sociale agenda op een andere wijze aan en stelt dat sociale thema’s zich met name op (sub)regionaal niveau voordoen waarbij Nijmegen een centrumfunctie heeft. Daarmee is het volgens de subregio Nijmegen plausibel om niet de volledige ruimte binnen het stadscontract voor de sociale agenda te gebruiken, maar deze claim vooral in het regiocontractgedeelte op te laten nemen. Tijdens het bestuurlijk overleg van 23 november j.l. bleek dat de provincie thema’s rondom arbeidsmarkt als economische thema’s in plaats van sociale thema’s beschouwt. Als reactie hierop stelt de subregio Nijmegen voor om het gedeelte rondom aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt à 2 miljoen dat in de regionale sociale agenda van de subregio Nijmegen is opgevoerd, in verband met deze uitspraak van de provincie op te voeren in het regiocontractgedeelte onder de prioriteit
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
16
‘Versterking economische structuur’. Nijmegen heeft daarbij aangegeven dat de gemeenten in de subregio Nijmegen het van belang vinden om het accent op de regionale sociale agenda te leggen ten opzichte van het meer fysieke deel van het Regioprogramma, en dat dit als zodanig ook opgenomen moet worden in het Regioprogramma. Arnhem heeft ambtelijk aangegeven de suggestie van de subregio Nijmegen te willen bespreken met de gemeenten binnen de Arnhemse subregio zodat ook voor de subregio Arnhem bezien kan worden wat de mogelijkheden zijn voor aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Deze bestuurlijke afstemming in de subregio Arnhem en in de regio breed vraagt tijd. Op moment van aanlevering van het voorliggende Regioprogramma op 2 december a.s. is nog geen bestuurlijke uitspraak door de stadsregio als geheel gedaan voor wat betreft positionering van het thema ‘Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt’ en hoe dit afgewogen moet worden ten opzichte van de ingediende thema’s voor het meer fysieke spoor. Hierbij kan de regio ook niet over één nacht ijs gaan. Op 21 december aanstaande vindt een extra bestuurlijk overleg plaats met de provincie, de gemeenten Arnhem, Nijmegen en Doesburg en de stadsregio. Daar wil de regio in gezamenlijkheid een voorstel presenteren met betrekking tot de positionering van de regionale sociale agenda en het thema aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Bij de indiening van het definitieve regioprogramma op 1 maart 2012 zal een wel afgewogen voorstel met betrekking tot positionering van het thema ‘Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt’ worden opgenomen. De periode die daaraan vooraf gaat, wordt gebruikt om tot een definitieve standpuntbepaling ten aanzien van de positie en omvang van de regionale sociale agenda te komen. 2.7 Onderwerpen sectorale provinciale programma’s Gedeputeerde Van Dijk heeft de regio opgeroepen om naast het Regioprogramma ook te kijken naar financieringsmogelijkheden uit de sectorale provinciale programma’s. Uit verschillende ambtelijke overleggen blijkt dat de omvang en de doelstellingen van een aantal sectorale provinciale programma’s nog niet duidelijk is. Vanwege de onduidelijkheid over inzet van sectorale middelen kan op dit moment onvoldoende op de sectorale provinciale programma’s geanticipeerd worden. Dit is ook reeds bestuurlijk bij de provincie Gelderland aangegeven. Het is daarom nog niet mogelijk om de provincie een voorstel met thema’s en projecten voor te leggen waarvan de regio meent dat deze opgenomen moeten worden in de sectorale provinciale programma’s en waarvoor de provincie heeft aangegeven dat deze projecten inderdaad kansrijk zijn om in sectorale programma’s op te nemen. Dit is een proces dat de komende maanden verder, in samenwerking met de verschillende provinciale sectoren, vormgegeven moet worden. De stadsregio vraagt in dat kader bestuurlijke bereidheid van de provincie om de komende maanden met de regio op te trekken om actief te kijken naar financiering vanuit de sectorale provinciale programma’s. Om in ieder geval alvast een doorkijk te geven in de onderwerpen waar de regio aan denkt, volgt hieronder een korte opsomming met onderbouwing. Cultuur en cultuurhistorie De beleidsvelden cultuur en cultuurhistorie zijn belangrijke speerpunten binnen het provinciaal beleid. Met name is veel aandacht voor cultuur en cultuurhistorie als economische drager. Zoals ook in voorgaande is gezegd, hebben onze regiogemeenten sterk ingezet op cultuurhistorie en landschapsontwikkeling in toeristisch-recreatief perspectief. Daarmee zien de gemeenten toerisme en recreatie als een krachtig stuwende economische pijler die zowel lokaal als regionaal een positief effect heeft. Gelet op het ingediende projectvolume voor wat betreft de programmalijn Beleveniseconomie en het feit dat sprake is van een gemaximeerd budget vanuit de provincie daar waar het gaat om het regiocontract, zal een aantal zeer kansrijke initiatieven, zowel in de steden als in de omliggende gemeenten, niet gehonoreerd kunnen worden in binnen het Regioprogramma. De stadsregio ziet dan ook een belangrijke opgave weggelegd om de cultuurhistorische thema’s zo goed mogelijk te accommoderen in het Regioprogramma en in de sectorale provinciale programma’s en verzoekt de provincie hier proactief met de regio in op te trekken. Energietransitie Door onze regiogemeenten zijn veel thema’s aangedragen die het accent hebben op energietransitie. Dit is door de regio verder vormgegeven door het opnemen van twee programmalijnen met de focus op energietransitie, dit zijn groene economie en duurzaam wonen. Mede gelet op de importantie die de provincie toeschrijft aan het verder ontwikkelen van de topsector EMT en het verder beperken van het verbruik van fossiele energie, is het kansrijk om een aantal regionale initiatieven te bezien in het kader van sectorale provinciale programma.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
17
Nieuwe tranche ISV-budget Vernieuwing van woonwijken uit de periode direct na de oorlog staan hoog op de agenda omdat deze vaak niet meer voldoen aan de woonwensen- en eisen van deze tijd. Een aantal voormalige groei- en opvangkernen binnen de stadsregio hebben een kwaliteitsimpuls nodig om sociaal-economisch vitaal te blijven. Hiervoor heeft de provincie Gelderland in de afgelopen jaren het ISV-budget (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) ter beschikking gesteld. Dit ISV-budget is echter komen te vervallen. Uit de thematische uitvraag die de stadsregio heeft gedaan, blijkt dat weinig ingediende thema’s zijn gericht op ISV-achtige onderwerpen. Dit komt omdat het lastig is de regionaliteit van dergelijke herstructureringsprojecten aan te geven. Toch is uit ambtelijke gesprekken met de provincie Gelderland gebleken dat Gelderland wel degelijk inzet wil plegen op de ISV-achtige projecten. Het is niet mogelijk, gezien de fase waarin het Regioprogramma zich thans bevindt, om een dergelijke uitvraag binnen het traject van het Regioprogramma te trekken. Daarom stellen wij voor om een extra reservering buiten het Programma Stad en Regio beschikbaar te stellen voor een volgende tranche om ISV-achtige projecten te kunnen cofinancieren. Naast bovenstaande onderwerpen spelen er diverse verzoeken op het gebied van mobiliteit (bijvoorbeeld Elst-Centraal) en herstructurering bedrijventerreinen verspreid over de hele regio. Deze worden via de daarvoor geijkte kanalen bij de provincie aangedragen. 2.8 Vervolgproces Regioprogramma Uiterlijk op 2 december, na behandeling in de raadscommissies van de stadsregio, moet het Regioprogramma worden toegezonden aan de provincie Gelderland. De provincie zal daarop in de maand december een oordeel vormen over de ingediende programmalijnen en gaat vervolgens met de regio het gesprek aan om te komen tot een definitief Regioprogramma. Definitieve besluitvorming op het Regioprogramma door Gedeputeerde Staten is voorzien op 26 april 2012. In de tussentijd werkt de stadsregio samen met de twintig gemeenten verder aan concretisering van het Regioprogramma. De geformuleerde programmalijnen zijn de basis voor de verder uitwerking. De stadsregio zal actief met de provincie aan de slag gaan om tot concretere afspraken te kunnen komen over de inzet van sectorale provinciale programma’s. Daarnaast start de stadsregio in januari 2012 met de uitvraag van projectplannen op basis van de ingediende formats. In de ingediende projectplannen moet worden beschreven in hoeverre het project een bijdrage levert aan een bepaald programma. De ingediende projectplannen moeten, om investeringsvolume toe te kunnen kennen, getoetst worden. Dit wordt gedaan aan de hand van de per programmalijn vooraf vastgestelde criteria. Deze criteria worden ter besluitvorming op hoofdlijnen voorgelegd aan de stadsregioraad voorgelegd op 15 december 2011. De projectplannen die per programma door gemeenten worden aangedragen, worden door regiobreed samengestelde programmateams beoordeeld aan de hand de door de stadsregioraad vastgestelde criteria. Deze beoordelingsronde wordt in maart 2012 voorzien. Daarmee zijn eind april 2012 zowel een geaccordeerd Regioprogramma als de projectmatige oplading daarvan voor de stadsregio beschikbaar en kunnen de gemeenten voortvarend aan de slag met het ontwikkelen en uitvoeren van de gehonoreerde projecten.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
18
Hoofdstuk 3: Nijmegen
Programma’s stadscontracten Arnhem en
Arnhem en Nijmegen zijn de twee economische motoren van de stadsregio en brandpunten van stedelijke dynamiek, ook in sociale en culturele zin. Arnhem en Nijmegen zijn de dragers bij het vermarkten van de economische kracht van de stadsregio. Bijna 60 procent van alle arbeidsplaatsen in de regio is geconcentreerd in deze steden. De vitaliteit van de bestaande steden op het gebied van wonen en werken wordt vooral vergroot door investeringen in de steden. Daardoor wordt de aantrekkelijkheid van de steden en de omliggende regio als (economische) vestigingsplaats versterkt. Dit is niet alleen van belang voor de stadsregio, maar bijvoorbeeld ook voor de regio Achterhoek. Immers, ook veel mensen uit de Achterhoek zijn bij het vinden van werk gericht op deze steden. Aangezien de economische crisis ook de Achterhoekse economie niet onberoerd heeft gelaten, is het belang hiervan alleen nog maar toegenomen.
Gezicht op Nijmegen vanaf Lent
Doel van de stadscontracten voor Arnhem en Nijmegen is het functioneren van de twee steden en het versterken van de onderlinge verbanden met de omliggende gemeenten blijvend te ondersteunen. Vitale steden in de regio zijn essentieel en dragen bij aan een sterke regio. De wisselwerking en samenhang tussen de centrumsteden en de omliggende gemeenten is van groot belang voor de toekomst van de regio als geheel. Deze biedt kansen om deskundigheid en ervaringen te delen op tal van thema’s en te werken aan vernieuwing met als gevolg dat meer regionale structuurversterking optreedt. Een goed functionerende arbeidsmarkt en een goed opgeleide beroepsbevolking zijn van wezenlijk belang voor een goed functionerend en innoverend bedrijfsleven en vormen aantrekkelijke vestigingsfactoren. Het uitbouwen van de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt én het versterken van de wijkeconomie zijn in het economisch beleid speerpunten die bijdragen aan het versterken van Arnhem en Nijmegen als aantrekkelijke centrumsteden in de regio. 3.1 Proces totstandkoming stadscontracten De provincie Gelderland heeft, naast de uitnodiging aan de Gelderse regio’s in het kader van het regiocontracten, de 8 GSO-steden en de vijf KSB-steden uitdrukkelijk uitgenodigd om subsidieaanvragen in te dienen in het kader van het programma Stad en Regio. Daarmee dienen Arnhem, Nijmegen en Doesburg ieder hun eigen stadscontract-aanvraag bij de provincie in omdat de provincie separaat met de steden dit contract aangaat. De stadscontracten maken beleidsmatig gezien onderdeel uit van het voorliggende Regioprogramma, maar niet in bestuurlijk-juridische zin. Doordat de stadscontracten beleidsmatig wel onderdeel uitmaken van het Regioprogramma, is het mogelijk om als stad en regio een gezamenlijke beleidsmatige richting aan te geven voor de periode 2012-2015 daar waar het gaat om de uitwerking van het provinciale programma Stad en Regio.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
19
Arnhem en Nijmegen hebben (net zoals Doesburg, zie hoofdstuk 4) ieder een eigen traject doorlopen met besluitvorming in zowel college als gemeenteraad voor de vormgeving van de stadscontracten. Voor iedere stad is ruimte voor een eigen accent binnen het stadscontract. Het stadscontract van Nijmegen is vastgesteld in de collegevergadering van B&W van Nijmegen op 28 november. De stadscontracten van Arnhem en Doesburg zijn in de respectievelijke collegevergaderingen van B&W van Arnhem en Doesburg van 29 november vastgesteld. De Gelderse Sleutelprojecten maken onderdeel uit van de stadscontracten van Arnhem en Nijmegen en zijn ook als zodanig in de betreffende collegevergaderingen vastgesteld. 3.2 Samenstelling programmalijnen De drie prioriteiten vanuit het Regionaal Plan zijn leidraad voor de programmalijnen die specifiek door de steden zijn vastgesteld. Onder iedere prioriteit is een tweetal programmalijnen opgenomen waar de steden zich de komende tijd in het kader van het Regioprogramma op willen focussen. 1 • •
Versterking economische structuur Sterke stadscentra Kenniseconomie
2 • •
Wonen in stad en land Vitale kernen en wijken / verankering GSO 3 Vlottrekken woningmarkt
3 • •
Aanbod van voorzieningen Bereikbaarheid van voorzieningen Beschikbaarheid van voorzieningen
3.3 Beschrijving programmalijnen In deze paragraaf worden de zes programmalijnen voor het stadscontractgedeelte van Arnhem en Nijmegen beschreven. Net zoals bij de programmalijnen binnen het regiocontract, zijn regionaliteit en structuurversterking belangrijke uitgangspunten voor de totstandkoming van de stadscontracten. De in onderstaande geformuleerde programmalijnen zijn ontstaan vanuit de gedachte dat de grote steden op tal van vlakken een regionale rol spelen en gewerkt moet worden aan verdere toekomstvaste versterking van de relatie tussen stad en ommeland. 3.3.1 Sterke stadscentra Aantrekkelijke en goed functionerende binnensteden zijn van groot belang voor de centrumsteden en de regio als geheel. Een goed functionerende binnenstad draagt bij aan de aantrekkingskracht voor bedrijven en instellingen. Niet alleen voor de stad zelf , maar ook voor de totale regio. Mede door het afnemend aantal voorzieningen in de regio en het toenemende mobiliteit functioneert de binnenstad steeds sterker als centrum voor de regio.
Terras Korenmarkt, binnenstad Arnhem
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
20
De binnenstad is niet alleen het hart van de stad, maar ook van de stadseconomie. Arnhem en Nijmegen hebben op veel fronten een aantrekkelijke binnenstad, maar kennen ook een aantal zwakke locaties en gebieden. Van groot belang is dat de noodzakelijke transformatie van zwakke plekken in de bestaande binnenstad plaatsvindt in samenhang met de invulling van lopende en beoogde projecten in en aan de rand van de binnenstad. Daarbij hoort, naast het stimuleren van nieuwe structurele ontwikkelingen, ook het toestaan van tijdelijke initiatieven in de openbare ruimte en vastgoed ter voorkoming van verloedering en leegstand. Projecten die de verbinding tussen centrum en regio versterken of regionale functies concentreren in de centrumstad passen bij uitstek binnen het domein van het provinciale programma Stad en Regio. Economisch Offensief Binnenstad Nijmegen 2012-2015 Nijmegen start binnenkort met het Economisch Offensief Binnenstad Nijmegen 2012-2015. Een dynamisch programma voor de aanpak van actuele knelpunten voor wat betreft veiligheid en leegstand) en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen en kansen zoals Het Nieuwe Winkelen en nieuwe winkelformules. 3.3.2 Kenniseconomie Kennis is dé productiefactor van de 21 eeuw en wordt in de stadsregio steeds sterker een drager van de regionale identiteit. Met name de medische en technologische kennisconcentraties rond de universiteit in Nijmegen en het EMT-cluster in Arnhem bieden belangrijke aanknopingspunten voor kennis- en productiviteitsontwikkeling. Onze regio heeft de potentie om voor een aantal (deel)sectoren tot de Europese top te gaan horen. Een intensievere samenwerking tussen deze kennisclusters en het hoogwaardig bedrijfsleven die zich in en rond de steden concentreert is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. De komende periode zal daarom door de grote steden ingezet worden op de ondersteuning van majeure projecten die bijdragen aan de versterking van de stuwende sectoren Health, Semiconductors en Energie en Milieutechnologie. Deze sectoren zijn de dragers en de katalysatoren van nieuwe innovatie en nieuwe werkgelegenheid in de stadsregio. Kenniswerkers zijn essentieel voor de verdere economische ontwikkeling. Om de concurrentiekracht van de regio op peil te houden is het zaak om de juiste voorwaarden te scheppen voor een hoogwaardige in- en uitstroom van studenten, het vasthouden van pas afgestudeerden en voor een aantrekkelijke arbeidsmarkt. De aanwezigheid van attractief internationaal onderwijs in Gelderland is een belangrijke randvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor binnen- en buitenlandse bedrijven, internationale kenniswerkers en expats. Concreet moet daarom gewerkt worden aan verbeteren van de huisvesting en uitstraling van de Internationale School voor voortgezet onderwijs te Arnhem. Dit is ook van belang in relatie tot Food Valley. Hiernaast is het voor het aantrekken van studenten van belang dat er voldoende huisvestingsmogelijkheden voor studenten aanwezig zijn. Het beroepsonderwijs is de betonnen vloer onder de kenniseconomie. Zonder goed opgeleide mensen vanuit het MBO-onderwijs kan de kenniseconomie niet floreren. De regio wil vanuit deze stelling de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren. 3.3.3 Vitale kernen en wijken Er blijft een grote inzet nodig voor herstructurering in de grote steden. Gezonde bruisende steden als motoren van de regio zijn voortdurend bezig zichzelf te vernieuwen en hebben een belangrijke uitstraling naar de regio als geheel. In de afgelopen jaren hebben Arnhem en Nijmegen flinke delen van de stad onder handen genomen, mede met financiële steun vanuit Rijk en provincie. Veel werk is al verzet in Presikhaaf, Malburgen en in de vooroorlogse wijken in Nijmegen. De omvang van herstructurering binnen de steden neemt op lange termijn echter af: niet complete wijken, maar kleinschalige projecten bepalen de manier van herstructureren. De inzet richt zich dan minder op grootschalige sloop en nieuwbouw, maar juist meer op het stimuleren van de kleinschalige wijkeconomie en de sociale samenhang in de wijken. Dit vraagt dan ook om gerichte injecties in herstel en verbouw: het repareren van de stad. Stadsreparatie is dan ook een pure kwaliteitsopgave om de stad zo levendig en duurzaam mogelijk te maken en daarmee de positie van centrumstad te verbeteren. Fysieke en sociale investeringen in wijken dragen – weliswaar meer indirect – bij aan de aantrekkelijkheid van de centrumstad. De herstructurering omvat daarmee zowel een ruimtelijkfysieke, als een sociaal-economische kant.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
21
3.3.3.1 Ruimtelijk-fysieke herstructurering in de steden In zowel het Arnhemse als Nijmeegse stadscontract is een aantal ruimtelijk-fysieke herstructureringen opgenomen. Transformatie Oostelijk Centrumgebied Het op handen zijnde contract rond de ontwikkeling van Rijnwijk en Fluvium vormen het vliegwiel voor een ingrijpende transformatie van het Oostelijk Centrumgebied van Arnhem tot een aantrekkelijk woon-werkgebied, met ontwikkelingsmogelijkheden voor de creatieve sector. Deze transformatie zal niet alleen fysiek maar ook sociaal-economisch zijn. Het Oostelijk Centrumgebied voorziet op termijn ook in een voor de regio relevant centrumstedelijk woonmilieu, waaronder het wonen aan de Rijn. Het gebied moet een stoere, ambachtelijke uitstraling krijgen gecombineerd met een creatieve, individuele invulling. Winkelcentra Malvert/Meijhorst In Nijmegen als totaal zal er in de komende tijd sprake blijven van bevolkingsgroei. In Dukenburg echter is al jaren sprake van krimp. Met het oog op deze krimp is het noodzakelijk de winkelvoorziening in dit stadsdeel toekomstbestendig te maken ; in dit geval betekent dat op termijn een vermindering van het aantal winkelcentra. Er is niet voldoende draagvlak om twee volwaardige winkelcentra naast elkaar te laten bestaan. De door de Nijmeegse gemeenteraad vastgestelde winkelstructuur in Dukenburg gaat uit van een vernieuwing van het centrum in Meijhorst en een herontwikkeling van Malvert tot wonen en kleinschalige voorzieningen. Wanneer onderdelen van deze economische herstructurering precies zullen gaan plaatsvinden is mede afhankelijk van zich aandienende ontwikkelingskansen en van de marktomstandigheden. 3.3.3.2 Sociaal-economische structuurversterking van de wijken Arnhem en Nijmegen willen in de komende periode de integrale wijkaanpak voortzetten en richten zich daarbij meer gedifferentieerd op die gebieden waar concentraties van problemen dreigen te ontstaan of verergeren. De steden staan klaar om de integrale wijkaanpak verder uit te breiden naar andere wijken, waarbij de specifieke situatie van de kracht- en GSOIII-wijken niet uit het oog wordt verloren. Gefocust wordt op buurten of straten waar de investeringen het hardste nodig zijn. Wijkgericht werken is een belangrijk uitgangspunt van het Nijmeegse beleid, waarbij Nijmegen per wijk een basisvoorzieningenpakket en maatwerk willen realiseren. In de afgelopen GSO3-periode zijn met behulp van de provinciale GSO-cofinanciering succesvolle methodieken in de wijkaanpak ontwikkeld. Was deze GSO-aanpak in de afgelopen vier jaar nog beperkt tot de prioritaire GSO-gebieden (in delen van Dukenburg, Lindenholt en Neerbosch), in de periode 2012-2015 willen wij met hulp van de provinciale cofinancieringsgelden dit wijkgericht werken verder verduurzamen en verbreden. Hierbij betrekken we de Brede School , de Centra voor Jeugd en Gezin, de Wijkteams van de multiproblemaanpak en de Kanteling. Dit wil Nijmegen in samenwerking met onderwijsbesturen, zorgverzekeraars, sportaanbieders, woningcorporaties en instellingen opzetten. De thema’s openbare ruimte, leefbaarheid en veiligheid maken eveneens onderdeel uit van de sociale wijkprogramma’s. Ook de provincie heeft al op meerdere momenten het belang van de verankering van de GSO3wijkaanpak naar voren gebracht: juist in de nu komende periode 2012-2015 kan de kennis en ervaring uit de pilots uit de nu bijna afgelopen periode 2008-2011 verder in de stad uitgebreid en geïntensiveerd worden. In vier wijken (Dukenburg, Lindenholt, Hatert en Nijmegen-Noord ) doen we hiervoor pilots in deze GSO-periode 2012-2015, met als doel deze nieuwe vorm van wijkgericht werken op termijn door te kunnen voeren in elke wijk in Nijmegen. Niet alleen Arnhem en Nijmegen hebben als grote stad te maken met sociaal-economische problematiek in wijken, deze problematiek doet zich ook voor in een aantal kernen buiten de grote steden. In Arnhem en Nijmegen is al veel ervaring opgedaan met de integrale wijkaanpak en de steden kunnen daardoor hun kennis delen met gemeenten in de regio. In de komende periode wil de regio dan ook aandacht besteden aan kennisuitwisseling en maatwerk in zowel stad als land daar waar het gaat om sociaal-economische problematiek. 3.3.4 Vlottrekken woningmarkt Door een toenemend gebrek aan consumentenvertrouwen als gevolg van de economische crisis, de aanscherping van voorwaarden om een hypotheek te krijgen en het debat rondom afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, is de woningbouwafzet in Nederland, en daarmee ook in de stadsregio, flink gedaald. Als gevolg van de stagnerende woningmarkt komt de goede concurrentiepositie van de stadsregio als geheel in gevaar. De stagnatie doet zich voor bij zowel woningbouwprojecten in nieuwe
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
22
uitleggebieden als bij herstructureringsprojecten. Het is daarom zaak om beter en slimmer in te spelen op de specifieke kwaliteiten en bevolkingssamenstelling van de gemeenten. Daarom is er vanuit Nijmegen extra aandacht voor het vlottrekken van de woningmarkt. Eén van de projecten die Nijmegen voor het vlottrekken van de woningmarkt wil inzetten is het stimuleren van (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap (CPO): het zelf bouwen van een eigen huis. Het bouwen van een eigen huis is voor de meeste mensen geen gesneden koek. Het is meestal een “once-in-a-lifetime-event”. Dat genereert een grote behoefte aan informatie, ondersteuning, begeleiding en hulp in het bouwproces. De kosten daarvan vormen voor betaalbare zelfbouw vaak een te hoge drempel. Nijmegen richt zich daarbij in eerste instantie gericht zijn op 200 nieuwbouwwoningen in het oude kassengebied “de Vossenpels” in het Waalsprong-gebied. 3.3.5 Bereikbaarheid en beschikbaarheid van voorzieningen Om haar marktpositie te handhaven binnen de veranderen economische context, blijft de stadsregio inzetten op een versterking van de binnensteden van Arnhem en Nijmegen als belangrijkste winkelgebieden en imagodragers van de regio. Het is noodzakelijk dat nog actiever wordt ingezet op versterking van het aanbod, niet alleen in het detailhandelsaanbod en de aanvullende functies zoals horeca en leisure, maar ook in de kwaliteit en uitstraling van de centra voor wat betreft cultuur en cultuurhistorie. Bij het verder versterken van de positie als kennissteden en daarmee van het leef- en vestigingsklimaat is het cultuuraanbod een factor van grote betekenis, zo blijkt uit de Atlas voor Gemeenten 2011. Arnhem en Nijmegen scoren beiden hoog op de cultuurindicatoren van de Atlas en vormen samen een stevige basis voor de regionale culturele infrastructuur. Uitgangspunt van beide gemeenten is om deze basis verder te versterken. Beide steden gaan voor een hoogwaardig cultureel aanbod in gebouwen met aantrekkingskracht die toegerust zijn op de eisen van deze tijd. Kunstencluster Onder de naam Cultuur in Rijnboog gaan negen Arnhemse culturele instellingen samenwerken en 'samenwonen' in Rijnboog. In het hart van Arnhem ontstaat zo een nieuwe publiekstrekker in twee spraakmakende gebouwen: het Kunstencluster en het Kenniscluster. In de omgeving van de Nieuwstraat komt het Kunstencluster. Een centrum voor productie, vertoning en presentatie van theater, film, beeldende kunst en vormgeving. Het Kunstencluster wordt de thuisbasis van de Schouwburg Arnhem, het Museum voor Moderne Kunst, Filmhuis Focus en het Kunstbedrijf (voorheen Het Domein). De schouwburg is er voor theater, dans en lichte muziek. Musis Sacrum blijft apart bestaan als klassieke concertzaal en als thuisbasis van Het Gelders Orkest. Keizer Karel Podia Nijmegen wil uitvoering geven aan de noodzakelijke revitalisering van het Concertgebouw De Vereeniging en de Stadsschouwburg. Dit is een revitalisering op drie aspecten: op het gebied van cultuurhistorie, op het terrein van functionaliteit en op het aspect duurzaamheid. Investeringen in de infrastructuur gaan hand in hand met samenwerking op inhoudelijk gebied : gezamenlijke activiteiten om het publieksbereik te vergroten, het op elkaar afstemmen van de programmering en een verdere samenwerking in de backoffices. Valkhofkwartier In de periode tot 2016 zal er flink gewerkt worden aan de rehabilitatie van het Valkhofkwartier in het centrum van Nijmegen: een verbindende groene schakel tussen enerzijds de entree van de stad met iconen van de rijke geschiedenis van Nijmegen en anderzijds een groene verbinding vanuit de stad naar de Ooijpolder. Onderdelen van dit rehabilitatie-proces zijn o.a. een gerestaureerd Valkhofpark, een nieuwe verbindingsbrug tussen de Waalkade en de Ooijpolder, een herbouwde Donjon als markante herinnering aan de eertijds machtige Valkhofburcht en een geconserveerde en gerestaureerde Stratemakerstoren met een eigentijdse uitbreiding waarin diverse organisaties op het gebied van natuureducatie en cultuurhistorie zullen worden ondergebracht. 3.3.6 Ontwikkeling van robuuste groenstructuren in en om de stad Groenstructuren in en om de stad vervullen een belangrijke regionale functie. Niet alleen voor ecologie en landschap, maar ook voor dagrecreatie. Het gaat hierbij niet alleen om de bestaande bossen van de Veluwe en natuurgebieden zoals de Gelderse Poort, maar vooral ook om nieuw te ontwikkelen groengebieden binnen de stedelijke invloedssfeer. Wandel- en fietspaden die deze gebieden met de stad verbinden zijn daarbij essentieel. Door landschapsontwikkeling hier prioriteit te geven krijgen deze stadsrandgebieden met voorrang een kwaliteitsimpuls en leveren bij
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
23
gereedkoming een belangrijk aandeel aan het creëren van een aantrekkelijke leefomgeving in de steden en in de regio als geheel. Daarnaast kan aansluiting worden gezocht bij het in ontwikkeling zijnde Park Lingezegen. Stadsblokken-Meinerswijk als natuur- en cultuurrijke buffer voor stad en regio Door Arnhem is een gebiedsvisie neergelegd voor de inrichting van Stadsblokken-Meinerswijk. De door Rijkswaterstaat uit te voeren maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier kunnen als vliegwiel worden gebruikt voor de transformatie van het van het gebied. Daadwerkelijke realisatie van de visie vereist een extra investeringsimpuls. Het gebied zal op korte termijn kunnen worden getransformeerd tot een aantrekkelijk natuur- en cultuurrijk uitloopgebied voor stad en regio. De gebiedsvisie, die is tot stand gekomen is in nauwe samenwerking met Rijkswaterstaat, vormt daarvoor het uitgangspunt en ligt begin 2012 ter besluitvorming voor in de gemeenteraad. Voor de uitwerking van de Ruimte voor de Riviermaatregelen, fiets- en voetpaden en cultuurhistorie is een uitwerkingsplan opgesteld. In het kader van verdere verstedelijking van Arnhem en de stadsregio speelt Stadsblokken-Meinerswijk een belangrijke rol als groene natuurrijke buffer. Landschapszone Waalsprong In de periode 2011-2020 wil Nijmegen in het Waalspronggebied fasegewijs de Landschapszone gaan realiseren: een groot groen ( 60 ha) en blauw ( 60 ha) gebied in de zone tussen Arnhem en Nijmegen. Een park dat voor de huidige en toekomstige bewoners van de Waalsprong veel recreatiemogelijkheden biedt en tevens een cruciaal element vormt in het oppervlaktewatersysteem van geheel Nijmegen-Noord ( opslag en natuurlijke zuivering van het verzamelde regenwater). In regionaal perspectief kan de Landschapszone gezien worden als de zuidelijke voortzetting van het regionale park Lingezegen met bovendien een directe verbinding met het - eveneens regionale project Waalweelde. Ondanks de economische recessie is Nijmegen in het voorjaar van 2011 in het toekomstige plassengebied begonnen met de eerste werkzaamheden. Er is een extra kwaliteitsimpuls nodig om de oorspronkelijke doelstellingen waar te kunnen maken, zodat de Landschapszone bijdraagt aan de recreatie in de regio en aan een aantrekkelijk toekomstig woongebied. 3.4 Onderwerpen voor sectorale provinciale programma’s In de brief van Gedeputeerde Staten d.d. 7 juli 2011 wordt aandacht besteed aan de brede intenties van Gedeputeerde Staten met dit subsidie-programma. Het college van GS heeft daarin de ambitie uitgesproken dat er op een ontschotte wijze naar de aangemelde gemeentelijke en regionale programma’s gekeken zal worden. Er is de bereidheid uitgesproken om – daar waar nodig en mogelijk – ook zogenaamde sectorale middelen van de provinciale begroting in te zetten ten behoeve van de uitvoering van ambitievolle stads- en regiocontracten. In het voortgangsoverleg tussen Gedeputeerden Van Dijk en Markink en bestuurders van de gemeenten Arnhem, Nijmegen, Doesburg en de stadsregio op 31 oktober j.l. heeft de provincie zowel de regio als de steden uitgenodigd om in het Regioprogramma eventuele bestaande sectorale wensen uitdrukkelijk op te nemen. Dergelijke sectorale projecten zullen dan weliswaar geen onderdeel uitmaken van de af te sluiten stads- of regiocontracten, maar de provincie zal in elk geval op verzoeken in deze richting een reactie geven. Arnhem wil over de volgende projecten met de provincie in gesprek: • Verbouwing Musis Sacrum; • Huisvesting voor het (speciaal) voortgezet onderwijs. Nijmegen wil over de volgende projecten met de provincie in gesprek: • • •
Natuurmuseum/Stratemakerstoren (in stadscontract-programma “Cultuur en Cultuurhistorie”); Renovatie KKP-panden (in stadscontract-programma “Cultuur en Cultuurhistorie”); Landschapszone Nijmegen-Noord (in stadscontract-programma “Herstructurering”).
Voor de bovengenoemde projecten heeft Nijmegen reeds een bijdrage opgenomen in de conceptaanvraag voor het Nijmeegse stadscontract. Echter, in alle drie projecten is echter nog steeds sprake van een belangrijk resterend financieel tekort. Nijmegen wil met de provincie in overleg gaan om af te tasten of er buiten deze Stad en Regio-middelen nog vanuit andere provinciale bronnen ondersteuning mogelijk is.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
24
Ook wijst Nijmegen op het project voor een museum WOII waarin in de initiële fase zowel de provincie als gemeente betrokken is. Als laatste projecten in dit verband, draagt Nijmegen de projecten “TIP” en “Warmtenet” voor. Het innovatieve karakter van deze projecten sluit goed aan bij de beleidsdoelstellingen van het stadscontractvoorstel , maar ook bij de beleidsambities van de provincie. Gezien de relatief grote financiële volumes van deze projecten zijn deze projecten niet opgenomen in de Nijmeegse stadscontract-aanvraag. Over beide projecten bestaan al gedurende langere tijd zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau contacten tussen Nijmegen en de provincie Gelderland.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
25
Hoofdstuk 4:
Programma’s stadscontract Doesburg
De gemeente Doesburg heeft bij de keuze voor de invulling van het KSB-3 stadscontract het regionale belang nadrukkelijk als uitgangspunt genomen. De inhoud van de programmalijnen van KSB-3 is dan ook geheel in lijn met de programma’s van de Stadsregio Arnhem Nijmegen waar Doesburg deel van uitmaakt. Ook heeft afstemming plaatsgevonden met de regio Achterhoek. Met gemeenten uit beide regio’s wordt op diverse beleidsvelden samengewerkt. Tevens heeft afstemming plaatsgevonden met de gemeente Zutphen (regio Stedendriehoek). Sterke punten van Doesburg zijn de stabiele opbouw van de bevolking en de verbondenheid van de bevolking met de stad; stedelijk en toch niet massaal. Met name de historische kwaliteiten van de binnenstad zijn geliefd. Kansrijk is het uitbouwen van de culturele potenties die in de binnenstad verscholen liggen, maar ook het benutten van de rond de stad gelegen rivieren met toeristisch-recreatieve potenties en mogelijkheden om het vervoer over water te uit te breiden. 4.1 Proces totstandkoming stadscontracten De provincie Gelderland heeft, naast de uitnodiging aan de Gelderse regio’s in het kader van het regiocontracten, de 8 GSO-steden en de vijf KSB-steden uitdrukkelijk uitgenodigd om subsidieaanvragen in te dienen in het kader van het programma Stad en Regio. Daarmee dienen de steden ieder hun eigen stadscontract-aanvraag bij de provincie in, zo ook de gemeente Doesburg op basis van het KSB-beleid. Het stadscontract van Doesburg is in de collegevergadering van 29 november vastgesteld. 4.2 Samenstelling programmalijnen De drie prioriteiten vanuit het Regionaal Plan zijn leidraad voor de programmalijnen die de twintig gemeenten voor het regiocontractgedeelte hebben vastgesteld. De gemeente Doesburg heeft ervoor gekozen om de twee prioriteiten ‘wonen in stad en land’ en ‘aanbod van voorzieningen’ te bundelen in één programmalijn. Dat heeft geleid tot de volgende 2 programmalijnen:
1 • •
Versterking economische structuur Toeristisch-recreatieve infrastructuur en voorzieningen langs de rivieren Cultuurhistorie als drager van toeristische ontwikkeling
2
Realiseren van een goed woon- en vestigingsklimaat in relatie tot demografische ontwikkelingen
4.3 Beschrijving programmalijnen Onder programma 1 vallen twee thema’s met projecten die met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken. Dit zijn thema’s die een belangrijke regionale uitstraling hebben en afgestemd zijn met de buurgemeenten. Het legt een verbinding tussen natuur en landschap, recreatie, cultuurhistorie en industrieel erfgoed in de subregio’s Arnhem Noord, de Liemers en de regio Achterhoek. Doel is toename van cultuurtoerisme, recreatievaart en werkgelegenheid. 4.3.1
Toeristisch-recreatieve infrastructuur en voorzieningen langs de rivieren
Ontwikkeling locatie Turfhaven in Doesburg De herinrichting van locatie Turfhaven maakt onderdeel uit van het nieuwe IJsselfront, waarvan het meest noordelijk gelegen deel in 2006 en 2009 is opgeleverd. In dit noordelijke gedeelte zijn op een voormalig bedrijventerrein ruim 230 woningen (voornamelijk appartementen) en een hotel/grand-café gerealiseerd. In grote lijnen komt het inrichtingsplan erop neer dat aan het gebied een fors aantal parkeerplaatsen wordt toegevoegd, de passantenhaven wordt uitgebreid en gemoderniseerd en de loods van de Geldersche Tramwegen (GTW-loods) uit 1932 wordt gerestaureerd. De loods zal een bestemming voor bedrijfsdoeleinden (waaronder horeca) krijgen . Bij de herinrichting zal zoveel mogelijk worden getracht om de industriële sfeer van weleer te laten herleven. Dit gebeurt niet alleen door de GTW-loods te behouden, maar ook door kraan, kraanbaan en vultrechters in te passen in de nieuw in te richten publieke ruimten. Inzet is om de loods geschikt te maken voor multifunctioneel
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
26
gebruik. Een combinatie van horeca, werkateliers, tentoonstellingen, markten en kantooractiviteiten zou hier heel goed kunnen plaatsvinden. De herontwikkeling van dit bedrijventerrein leent zich voor een gefaseerde uitvoering. Er zijn nog niet voldoende dekkingsmiddelen gevonden voor de ontwikkeling van de Turfhaven in zijn totaliteit. Voor de onderdelen waarvoor middelen beschikbaar zijn, kan de uitvoering op korte termijn worden gestart. Met de ontwikkeling van de Turfhaven wordt aangesloten op het recreatief routenetwerk langs de rivieren. Er komt een nieuw toeristisch opstappunt waar fiets- en wandelroutes starten en eindigen. Tevens vindt een uitbreiding van fiets/wandel/kanoroutes plaats aansluitend op bestaande fiets/wandel/kanoroutes richting Rheden, Zutphen, Zevenaar, Bronckhorst, Doetinchem. De samenwerking tussen de havens/kades in Rheden, Doesburg, Bronkhorst, Brummen en Zutphen zal worden verbeterd. De Gelderse IJssel wordt zo meer benut als toeristisch economische trekker. 4.3.2 Cultuurhistorie als drager van toeristische ontwikkeling Onder dit thema vallen projecten die gericht zijn op behoud en restauratie van historische gebouwen en relicten in de stad Doesburg. Dit is niet alleen van belang voor de stad Doesburg maar heeft een regionale betekenis: •
• •
Een duidelijke identiteit van de subregio in combinatie met een vitale culturele infrastructuur biedt inwoners en bedrijven de mogelijkheid zichzelf te onderscheiden in een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat. De ruimtelijke kwaliteit van de subregio biedt veel kansen op het gebied van toerisme en recreatie. Lokale cultuurhistorie kan nog veel beter verbonden worden. Restauratie van historische elementen in Doesburg levert een bijdrage aan het toeristisch aanbod in de regio, maar ook daarbuiten. Het historische centrum van Doesburg is niet alleen van belang als toeristische trekpleister voor de subregio’s Arnhem Noord en de Liemers, maar is ook de toeristische poort naar de Achterhoek. Een impuls aan de cultuurhistorie van Doesburg zal naar beide kanten uitstralen en kan een bijdrage leveren aan het onderdeel ‘kansrijk platteland’ van de Agenda 2020, waarin de ambitie wordt uitgesproken om een vaste positie binnen de top 10 van toeristische regio’s in Nederland te behalen. Daarvoor zijn projecten nodig die de zichtbaarheid en beleefbaarheid van de rivieren en parels langs de rivieren verbeteren.
De Commanderij Dit gebouw, in 1286 gesticht als commandeurshuis van de Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht, ligt in het centrum van Doesburg. Het is één van de twee laatst overgebleven commanderijen van deze ridderorde in Nederland. Door de eeuwen heen hebben er bouwkundige veranderingen plaatsgevonden, bijvoorbeeld de bouw van een middeleeuwse traptoren. Het pand wordt als rijksmonument gekwalificeerd. De onderhoudstoestand van de Commanderij is zorgwekkend. Na restauratie zal het pand een openbare functie krijgen. De bedoeling is dat hier het Nationaal Lalique museum wordt gevestigd, een museum met internationale uitstraling. De voormalige ridderzaal zal geschikt worden gemaakt voor tentoonstellingen en culturele evenementen. De omgeving van het gebouw zal worden ingericht als een bloeiende tuin, een voorbeeld van de ‘kleine natuur’, die Lalique inspireerde voor zijn glaskunst. De middelen die worden verkregen uit de exploitatie van het Laliquemuseum en de overige functies zullen worden ingezet voor de instandhouding van het pand.
De Commanderij, Doesburg
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
27
De vestingwerken e De vestingwerken van stadsarchitect Menno van Coehoorn zijn aangelegd aan het begin van de 18 eeuw. Deze vestingwerken vormen een onderdeel van de IJssellinie en zijn uniek: geen enkele andere stad heeft zulke uitgebreide vestingwerken volgens het Nieuw Nederlandse vestingstelsel. De vestingwerken kunnen worden opgeknapt en meer zichtbaar worden gemaakt waardoor de geschiedenis van Doesburg beter kan worden verteld. Er is inmiddels een onderzoeksrapport opgesteld door de universiteit van Wageningen waarin diverse scenario’s worden beschreven om de cultuurwaarden van de vestingwerken beter te laten meespelen in het totaal van cultuurwaarden van 1 Doesburg. Kloosterstraat en omgeving Het voornemen is om het aan de Kloosterstraat gelegen seniorencomplex St. Elisabeth vóór 2015 te vervangen door verpleeghuisplaatsen en zorgappartementen (zie programma 2). Aangrenzend aan het terrein van St. Elisabeth bevindt zich het Arsenaal. Dit markante gebouw is rond 1434 gebouwd als onderdeel van het voormalig klooster Mariengrave of het Grote Convent. Dit gebouw is een van de laatste nog niet geheel gerestaureerde middeleeuwse kloostervleugels in Nederland. Na realisatie van het Turfhavengebied zal de Kloosterstraat een belangrijke langzaam verkeersroute gaan vormen voor toeristen en bezoekers van de historische binnenstad. Door voorrang te geven aan het langzame verkeer (komend van en naar locatie Turfhaven) en het straatprofiel hierop aan te passen, ontstaat er een aantrekkelijke wandelroute naar het hart van het kernwinkelgebied.
4.3.3 Realiseren van een goed woon- en vestigingsklimaat in relatie tot demografische ontwikkelingen. Sterke steden met voldoende voorzieningen zijn van belang voor de regio. Binnen de stadsregio wordt veel aandacht geschonken aan de gemeenten die vallen binnen de S-as, maar juist de gemeenten die daar buiten vallen hebben als gevolg van demografische ontwikkelingen veel moeite om hun voorzieningen op peil te houden. Deze voorzieningen zijn vaak van groot belang voor de sociale cohesie en de leefbaarheid. Een goed voorzieningenniveau kan ertoe bijdragen dat jongeren en gezinnen niet wegtrekken, maar zich juist willen vestigen in Doesburg. Zorgvoorzieningen voor ouderen zijn noodzakelijk om goed te kunnen inspelen op de vergrijzing. Moderniseren van sportvoorzieningen: het centraliseren van de accommodaties van voetbalvereniging Sportclub Doesburg (de club heeft nu 2 locaties) en geschikt maken voor multifunctioneel gebruik (buitenschoolse opvang, onderwijs, wijkactiviteiten, seniorensport, gehandicaptensport) In de KSB-2 periode zijn bij Sportclub Doesburg maatregelen getroffen om een aantal problemen op te lossen. Deze maatregelen hebben succes gehad: er is een nieuw bestuur aangetreden dat een toekomstvisie heeft opgesteld, de organisatiestructuur is vernieuwd, het ledenaantal is weer gegroeid (ruim 300 leden) en er is een quickscan opgesteld waarin mogelijkheden voor centralisatie zijn onderzocht, inclusief de financiële consequenties. Op basis hiervan heeft Sportclub Doesburg een voorkeur voor een locatie uitgesproken. Door de gunstige ligging in de wijk zijn er veel mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik. Dit biedt mogelijkheden voor activiteiten in het kader van de ‘Vitale Samenleving’, één van de pijlers van het nieuwe integrale provinciale sportbeleid (Gelderland Sportland). Het organiseren van sportactiviteiten in de wijk, het bevorderen van een gezond leefpatroon, het bestrijden van overgewicht en het realiseren van een goede sportinfrastructuur kunnen zo aan elkaar gekoppeld worden. De gemeente Doesburg heeft hiervoor in de loop der jaren al een goede basis gelegd in samenwerking met de Gelderse Sportfederatie. Uitbreiding van zorgvoorzieningen voor ouderen Plan is om het voormalig seniorencomplex St Elisabeth te vervangen door (32) verpleegplaatsen en (30-35) zorgappartementen. Initiatieven hiertoe worden genomen door Zorgstichting Attent (eigenaar van Elisabeth) en de plaatselijke woningcorporatie, Stichting Woonservice IJsselland. Nieuwbouw op locatie Elisabeth wordt noodzakelijk geacht omdat de huidige appartementen te klein zijn, de sanitaire voorzieningen matig, het gebouw qua akoestiek en klimaatbeheersing te wensen over laat en de appartementen voor mensen met een beperking slecht bereikbaar zijn. De binnenstad van Doesburg 1
Omringd door het verleden, scenario’s voor de toekomst van de Hoge en de Lage Linie van Doesburg, Wageningen UR (University &Research centre, Wetenschapswinkel, mei 2011
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
28
met al zijn voorzieningen is bij uitstek een plaats waar senioren graag wonen. Winkels op loopafstand dragen er toe bij dat men zolang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Wanneer zorg dan toch noodzakelijk is, is deze ook in de directe nabijheid voorhanden. Uitbreiding van de Buurtacademie De Buurtacademie is een voorziening waar cursussen, servicediensten en ontmoetingsactiviteiten worden georganiseerd die ervoor moeten zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Dit kan zowel op De Linie als in de wijken plaatsvinden. In de Buurtacademie worden vrijwilligers georganiseerd en opgeleid voor het verlenen van zorg, ondersteuning en hulp aan oudere en kwetsbare inwoners. Ook werkzoekenden kunnen via de Buurtacademie ingezet worden bij het overeind houden van de kwaliteit van leven van de mensen die het alleen niet redden. Zij kunnen in de Buurtacademie cursussen volgen en vrijwilligerswerk doen. Re-integratie, educatie, inburgering, en Wmo-zorg/welzijn kunnen zo met elkaar verbonden worden. Ook de bibliotheek kan daarin een rol spelen. Onderzocht wordt of er mogelijkheden zijn om de bibliotheek onder te brengen in het gebouw op de Linie. Uitbreiding van de Buurtacademie draagt bij aan de versterking van de sociale structuur en speelt in op demografische ontwikkelingen. Project Bouwen aan je Toekomst Met de middelen van KSB-2 is een botenbouwproject voor voortijdige schoolverlaters gestart. Jongeren zonder startkwalificatie zijn via dit project, waarin een schip van 15 meter is gebouwd, teruggeleid naar scholing of, na het behalen van een diploma, naar werk. Na verkoop van het schip kan met inzet van de opbrengst weer een nieuw project voor voortijdig schoolverlaters gestart worden in KSB-3. Het project zal meer regionaal ingebed worden, in samenwerking met het Platform Onderwijs Arbeidsmarkt in de regio Achterhoek en wordt onderdeel van een omvangrijk programma om het voortijdig schoolverlaten te bestrijden.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
29
Hoofdstuk 5: Gelderse Sleutelprojecten Bij de start van de vorige GSO-periode 2008-2011 zijn voor alle acht grotere steden in Gelderland zogenaamde Sleutelprojecten aangewezen. Deze acht grotere herontwikkelingsprojecten, verspreid over heel Gelderland, konden voor een periode van 10 jaar rekenen op – wat nu is gaan heten – provinciale Stad en Regio-middelen. Looptijd van deze specifieke sleutelproject-subsidie is dus de periode 2008 tot en met 2017. In de stadsregio Arnhem Nijmegen zijn twee Gelderse Sleutelprojecten aangewezen, te weten Rijnboog Arnhem en Waalfront Nijmegen. In onderstaande gaan we in op beide Sleutelprojecten. 5.1 Rijnboog Arnhem Met het sleutelproject Rijnboog gaat het gebied ten zuiden van station Arnhem, aan de rand van de binnenstad en langs de Rijn op meerdere plekken op de schop. Dat is het uitgangspunt van het masterplan Rijnboog. Er komt weer meer samenhang tussen het stationsgebied, de oude binnenstad en de Rijnkade. In het gebied is ruimte voor cultuur en een grote afwisseling tussen wonen en werken. Het project Rijnboog zal daar een bruisend onderdeel van vormen. Het project wordt in fasen uitgevoerd. De eerste fase (tot en met 2015) bestaat uit zes projecten, waaronder het Kenniscluster, Bartok, Paradijs, Haven, Coehoorn-Zuid, Coehoorn-Noordoost. De provincie heeft ervoor gekozen om de ontwikkeling van het Kenniscluster in Rijnboog als belangrijk en concreet onderdeel van het sleutelproject te subsidiëren. Dit cluster versterkt het creatieve karakter van Arnhem en wordt gevestigd in het hart van de stad aan de Oeverstraat. Het Kenniscluster wordt gevormd door de Openbare Bibliotheek, Volksuniversiteit, het Domein, Gelders Archief, Historisch Museum en het Rijn IJssel College. Het Kenniscluster moet in 2013 zijn gerealiseerd. Na de recente start van de bouw van het Kenniscluster gaat het sleutelproject Rijnboog een belangrijke fase in, waaronder de realisatie van het deel Nieuwstraat en omgeving. Met als ruimtelijke kwaliteitsdragers onder andere het bovengronds visualiseren van de Sint Jansbeek en de aansluiting op de hoge en lage Rijnkade. De belangrijkste programmatische drager voor de totale ontwikkeling het Sleutelproject Rijnboog is Cultuur in Rijnboog. Dit wordt vormgegeven door het realiseren van samenwerking van vooraanstaande culturele instellingen en gemeenschappelijke huisvesting in twee markante gebouwen, het Kenniscluster en het Kunstencluster.
Impressie Kunstencluster Arnhem
De inzet van het sleutelprojectcontract richt zich op het realiseren van het Kunstencluster. De realisatie van het Kunstencluster aan de Rijnkade is een belangrijke katalysator voor de gebiedsontwikkeling en vormt een belangrijke pijler voor Arnhem als Cultuurstad. In het Kunstencluster geven Museum voor Moderne Kunst Arnhem, de Schouwburg en Focus Filmtheater Arnhem invulling aan de ambitie om samen met andere partners de culturele ontmoetingsplek van Arnhem en regio te bouwen. Het Kunstencluster voorziet in een noodzakelijke capaciteitsuitbreiding van de betrokken culturele functies, waardoor de regionale centrumfunctie op het gebied van cultuur
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
30
op termijn beter kan worden vervuld. Het Kunstencluster maakt tevens de moderniseringsslag mogelijk, waardoor veranderingen in de vraag en het aanbod van cultuur, respectievelijk bij publiek en makers, adequaat kunnen worden geaccommodeerd. De bouw van het Kunstencluster zal 2014 starten en in 2016 worden afgerond. Voor de voortgang van het sleutelproject Rijnboog is het daarom nodig dat de te maken contractafspraken zich over een langere periode uitstrekken, 2012-2017. 5.2 Waalfront Nijmegen In Nijmegen werd een deelproject van de visie Koers West als sleutelproject aangewezen : het project Waalfront. De andere twee deelprojecten van Koers West zijn de Stadsbrug ( in aanbouw) en de revitalisering van de industriegebieden Noord- en Oostkanaalhavens (gereed medio 2015).
Impressie Waalfront Nijmegen
Het project Waalfront betreft de transformatie van 33 hectare bedrijventerrein langs de zuidelijke Waaloever, ter hoogte van het stadscentrum van Nijmegen. Het gebied wordt getransformeerd van bedrijvenlocatie tot hoogwaardige woonlocatie, met circa 2.600 woningen en 29.800 m2 voorzieningen als horeca, cultuurplaatsen, woon-werkateliers en kleinschalige bedrijvigheid die past bij de woonfunctie van het gebied. Door de transformatie krijgen het leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit in dit deel van Nijmegen een forse impuls. Voor het realiseren van de woningen en de schone bedrijvigheid moet een aanzienlijk aantal milieuhinderlijke bedrijven worden verplaatst. Door op de relatief kleine oppervlakte een grote hoeveelheid woningen te bouwen, ontstaat een gebied met een binnenstedelijke woningdichtheid. In 2008 werd het Masterplan Waalfront door de gemeenteraad vastgesteld, zijn de verwervingen in het plangebied begonnen en zijn de voorbereidingen voor het eerste uitvoerings-onderdeel (Handelskade) ter hand genomen. Begin 2012 zal worden gestart met het bouwrijp maken van deelgebied De Handelskade. Vervolgens zullen in de periode 1 juli 2012 tot 1 juli 2017 in drie fasen circa 550 huur- en koopappartementen , 4000 m2 commerciële voorzieningen (restaurants en bedrijfsruimte) en ongeveer 550 parkeerplaatsen worden gebouwd.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
31
Hoofdstuk 6:
Regionale sociale agenda
De regionale ambities binnen het sociale domein zijn zeer recent vervat in het traject van de Regionale Sociale Agenda. Op initiatief van de provincie Gelderland zijn begin 2011 in de gehele provincie regionale bijeenkomsten gehouden over samenwerking op het terrein van enkele belangrijke sociale kwesties: jeugd, aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, kwetsbare groepen, zelfregie, vrijwilligerswerk, enzovoorts. Zowel ambtelijk als bestuurlijk zijn inmiddels in geheel Gelderland intergemeentelijke samenwerkingsverbanden actief. In de Stadsregio Arnhem Nijmegen zijn dat er twee: in de subregio Arnhem en in de subregio Nijmegen. In de subregio Nijmegen coördineert de gemeente Nijmegen samen met 9 omliggende regiogemeenten (Druten, Millingen aan de Rijn, Ubbergen, Groesbeek, Heumen, Beuningen, Wijchen, Mook en Middelaar en West Maas en Waal) de regionale sociale agenda. In de subregio Arnhem coördineert de gemeente Arnhem de regionale sociale agenda samen met 11 omliggende gemeenten (Renkum, Rheden, Rozendaal, Duiven, Westervoort, Zevenaar, Doesburg, Millingen aan de Rijn, Overbetuwe en Lingewaard) de regionale sociale agenda. 6.1 Regionale sociale agenda subregio Arnhem Samen met de gemeenten in de subregio Arnhem heeft Arnhem in de afgelopen periode de regionale sociale agenda opgesteld met als belangrijke thema’s jeugd, verbeteren keten maatschappelijke opvang, aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Het zijn onderwerpen die qua problematiek gemeentegrens- overschrijdend zijn of die zich qua aanpak bij uitstek lenen voor een regionale samenwerking. Dit is in de afgelopen contractperiode reeds voor een aantal thema’s gebleken (bv. aanval op de uitval, maatschappelijke opvang). De noodzaak om regionaal samen te werken wordt nog verder versterkt door decentralisaties van het Rijk op het gebied van werk en inkomen, jeugdzorg en AWBZ. Aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt Onderwijs en arbeidsmarkt is voor zowel bedrijven als arbeidsaanbod van groot belang. Er wordt op dit onderwerp al jarenlang samengewerkt tussen gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven in de regio. Dit kan de komende tijd nog verder worden verbeterd. Ook de aansluiting van het speciaal onderwijs op de arbeidsmarkt (passende opleiding, startkwalificaties etc). is bij uitstek een regionale opgave. Overigens is ook passende huisvesting speciaal onderwijs een issue. Arnhem bekleedt op het terrein van speciaal onderwijs nadrukkelijk een regionale functie.
Opleiding MBO Autotechniek Nijmegen
Maatschappelijke opvang nieuwe stijl De gemeenten in de subregio Arnhem willen samen met de Kr8 corporaties voldoende woon- werk- en zorgvoorzieningen in de regio realiseren waar mensen uit verschillende kwetsbare groepen die (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen (waaronder tienermoeders, ex-gedetineerden, dubbel diagnose, zeer laag IQ, etc.). De Kr8-corporaties richten zich via het project ‘Keten van Kansen’ op 10
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
32
kwetsbare groepen en streven naar regionale spreiding van huisvesting voor deze groepen. Maatschappelijke opvang Nieuwe stijl sluit hier nauw aan bij initiatief van Kr8 dat zich richt op begeleid wonen van mensen die wel in wijken kunnen functioneren. Inhoudelijke kanteling van vernieuwing van het stelsel voor de jeugd De gemeenten in de subregio Arnhem zien de decentralisatie van de jeugdzorg als een kans om een samenhangend stelsel voor de jeugd te organiseren, waarin het preventieve jeugdbeleid wordt versterkt. De opgave aan de gemeenten is om lokaal nieuwe structuren, werkwijzen en sturingsinstrumenten te organiseren die leiden tot goede ondersteuning van de jongeren en gezinnen. Maar ook moet het groeiend beroep op gespecialiseerde zorg ingeperkt worden; er dient een kanteling plaats te vinden. De jeugdzorg moet anders en beter: meer preventie, dichterbij, meer vraaggericht en focus op eigen kracht, en één gezin/één plan. Om dit resultaat te bereiken worden diverse acties ondernomen met samenwerkingspartners, waaronder: • • • •
Doorontwikkeling CJG en versterken preventieve functie / positief jeugdbeleid Bevorderen kanteling in werkwijzen bij instellingen (o.a. meer vraaggericht werken,versterken eigen kracht, minder bureaucratie) Aansluiting onderwijs (passend onderwijs) en voorschoolse voorzieningen met jeugdzorg Nazorg en aansluiting van zorg voor jongeren van 18+, o.a. op gebied van onderwijs, werk en wonen.
6.2 Regionale sociale agenda subregio Nijmegen Samen met de gemeenten in de subregio Nijmegen heeft Nijmegen in de afgelopen periode de regionale sociale agenda opgesteld met als belangrijke thema’s de regionalisering Wet werken naar vermogen, transitie SW-bedrijf Breed, kwalificatie jongeren voor de arbeidsmarkt, stimuleren van jongeren voor actievere deelname aan de samenleving en huisvesting en ondersteuning kwetsbare groepen. De genoemde onderwerpen zijn qua problematiek gemeentegrensoverschrijdend en lenen zich qua aanpak voor regionale samenwerking. Regionalisering Wet werken naar vermogen De ambitie in de subregio Nijmegen is om de beleidsontwikkeling én de uitvoering van de wet Werken naar vermogen zo veel mogelijk te centraliseren. De portefeuillehouders sociale zaken in de subregio Nijmegen hebben zich al uitgesproken vóór een verdergaande regionalisering. Voor het organiseren van slagkracht om te komen tot regionale besluitvorming en invoering rondom de nieuwe wet vragen de gemeenten in de subregio Nijmegen een bijdrage voor ontwikkeling en implementatie van de toekomstige Wet werken naar vermogen in regionaal verband, versterking van het regionaal arbeidsmarktbeleid en het coördinatiepunt. Transitie SW-bedrijf Breed De huidige uitvoeringsorganisatie van de Wsw in de subregio Nijmegen is Breed. Ook in de toekomst willen de gemeenten in de subregio Nijmegen dat het SW-bedrijf Breed een voorname rol blijft spelen bij de uitvoering van de Wsw en de Wet werken naar vermogen. Hiertoe zal Breed zich meer dan tot nu toe moeten gaan ontwikkelen tot een arbeidsbemiddelingsbedrijf. Anderzijds moet gezorgd worden voor het toegankelijk houden van beschutte werkplekken voor werkzoekenden die op deze arbeid aangewezen zijn. Hierbij legt Nijmegen de focus op ontwikkelen van effectieve en efficiënte instrumenten om de beweging van binnen naar buiten op gang te brengen. Jongeren kwalificeren zich voor de arbeidsmarkt: Regionaal Jongerenloket Nijmegen en omgeving De voortijdige schooluitval in subregio Nijmegen is hoog, ook de jeugdwerkloosheid is hoger dan het landelijk gemiddelde. Om zowel de voortijdig schoolverlaten als jeugdwerkloosheid te bestrijden is er in de subregio Nijmegen een regionaal jongerenloket gestart. Het jongerenloket heeft als taak jongeren te ondersteunen bij hun terugkeer naar school danwel bij hun start op de arbeidsmarkt. Het loket heeft daarnaast een taak om jongeren proactief op te sporen. Vanwege de enorme toeloop van het aantal jeugdwerklozen in de afgelopen periode, is tot op heden deze taak onvoldoende uitgewerkt. Voor de (toekomstige) economische structuur van de subregio is het van belang dat alle jongeren een diploma halen en aan het werk gaan. Alle ketenpartners en regiogemeenten willen ook na 1 januari 2012 door met het Jongerenloket in regionaal verband. Ter uitvoering van dat uitvoeringsplan en voor de kwaliteitsverbetering van het jongerenloket worden extra middelen gevraagd.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
33
Jongeren meer laten participeren door een actieve deelname aan de samenleving Er is bij de groep overbelaste jongeren een groot risico op maatschappelijke uitval: armoede, sociale uitsluiting en hogere maatschappelijke kosten voor jongeren die zich geen duurzame positie weten te verwerven op de arbeidsmarkt. De gemeenten in de subregio Nijmegen wil hen zoveel mogelijk stimuleren de regie over hun eigen leven te nemen, daar waar dat mogelijk is. De gemeenten in de subregio willen binnen dit doel concreet twee zaken oppakken: • Bevorderen van zelfredzaamheid voor ouders en jeugdigen via vrijwilligers-inzet (o.a. buddyinzet). • Het versterken van de zorgstructuur op het onderwijs, met name voor de doelgroep 16 tot 23 jarigen op VMBO, Flexcollege en MBO. Voorkomen van uitval door huisuitzetting of uit instellingen en zorgen voor voldoende passende huisvesting en ondersteuning voor kwetsbare groepen. Beschikbaarheid van geschikte huisvesting in combinatie met ondersteuning en zorg blijkt nog steeds een noodzakelijke voorwaarde om kwetsbare groepen uit de (opvang)instellingen succesvol te laten uitstromen en anderzijds maatschappelijke uitval en een beroep op (zwaardere) vormen van intramurale zorg te voorkomen. De afgelopen jaren zijn in de regio Nijmegen stappen gezet om te komen tot meer diversiteit in woonvormen zoals een domus voor verslaafde en/of psychiatrische daken thuislozen en begeleid wonen voor tienermoeders. Door een combinatie van het aanbieden van wonen en begeleiding kan worden voorkomen dat jongeren uitvallen. Naast de jonge doelgroep zien wij dat er groepen mensen zijn die anders zijn dan anderen en daarom extra ondersteuning of bescherming nodig hebben die zich uit in gedifferentieerde woonvormen. In de subregio Nijmegen streven we naar het bouwen van 15 wooneenheden, verdeeld over 2 locaties. Verder denkt de subregio aan het intensiveren van de uitstroom (en voorkomen van instroom) in de (crisis)opvang voor mensen/gezinnen met met name psychosociale problemen door enerzijds verbeterde en geïntensiveerde screening op mogelijkheden tot directe doorstroom naar zelfstandig wonen met (beperkte) begeleiding (o.a. Housing First). Ook het versterken en vergroten van het aanbod ambulant begeleid wonen kan voorkomen dat een beroep wordt gedaan op duurdere voorzieningen. Tenslotte willen de gemeenten in de subregio aan de voorkant ervoor zorgen dat er minder sprake is van uitval. De aanpak van het voorkomen van huisuitzettingen en uitval uit instellingen moet geïntensiveerd worden. Deze aanpak heeft in Nijmegen haar vruchten afgeworpen, het aantal huisuitzettingen is fors gedaald. Bovengenoemde initiatieven krijgen plaats in een op te stellen regiovisie voor de subregio Nijmegen. In deze regiovisie wordt aangegeven waar de verantwoordelijkheden van de centrumgemeente Nijmegen liggen, wat bovenlokaal wordt georganiseerd en wat iedere gemeente lokaal doet om uitval te voorkomen (preventie). De regiovisie zal op hoofdlijnen duidelijk maken wat in de subregio Nijmegen in de keten preventie, opvang en herstel in gezamenlijkheid gedaan wordt. In de regiovisie worden verder afspraken gemaakt over hoe de gemeenten in de subregio de afstemming tussen wat lokaal wordt gedaan en bovenlokaal wordt georganiseerd, borgen.
ROC Nijmegen
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
34
Hoofdstuk 7:
Samenvattend financieel overzicht
PROGRAMMA’S
2
PROVINCIE
GEMEENTEN EN DERDEN
1. Versterken economische structuur 1.1 Beleveniseconomie 1.2 Groene economie
€ 4.500.000 € 3.500.000 € 1.000.000
€ 4.500.000 € 3.500.000 € 1.000.000
2. Wonen in stad en land 2.1 Vitale kernen en wijken 2.2. Duurzaam bouwen
€ 3.000.000 € 2.700.000 € 300.000
€ 3.000.000 € 2.700.000 € 300.000
3. Aanbod van voorzieningen 3.1 Bereikbaarheid voorzieningen 3.2 Beschikbaarheid voorzieningen
€ 3.750.000 € 3.250.000 € 500.000
€ 3.750.000 € 3.250.000 € 500.000
4. Sociale agenda Arnhem en Nijmegen
€ 3.750.000
€ 3.750.000
Totaal
€ 15.000.000
€ 15.000.000
1. Arnhem 2. Nijmegen 3. Doesburg
€ 8.000.000 € 8.000.000 € 2.280.000
€ 17.000.000 € 15.850.000 € 22.018.224
Totaal
€ 18.280.000
€ 54.868.224
1. Arnhem 2. Nijmegen
€ 16.500.000 € 14.000.000
€ 45.000.000 € 46.648.864
Totaal
€ 30.500.00
€ 91.648.864
Regiocontract 2012-2015
3
Stadscontract 2012-2015
Gelderse Sleutelprojecten
2
Het betreft hier taakstellende co-financiering, waarvoor gemeenten de verantwoording dragen. Hier maakt financiering van derden integraal onderdeel van uit. 3 De onder het Regiocontract genoemde budgetverdeling is voorlopig, in afwachting van definitieve besluitvorming opname thema aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
35
Bijlage 1: Regioprogramma’s Stadsregio Arnhem Nijmegen Programma: Beleveniseconomie Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen a/d Rijn, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
De stadsregio wil met de programmalijn Beleveniseconomie de economische structuur van de regio versterken door het toeristisch aanbod in de regio te vergroten. Hierbij zijn de culturele en landschappelijke waarde van de stadsregio uitgangspunt. Toerisme wordt een meer stuwende economische kracht.
In 2016 zijn 6 regionale arrangementen* in de stadsregio ontwikkeld. Deze arrangementen maken de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de regio zichtbaar en beleefbaar.
•
Context De partners in de stadsregio richten zich op het beter zichtbaar maken van de cultuurhistorische en landschappelijke elementen van de regio. Het cultuurhistorisch en landschappelijke aanbod dat daardoor ontstaat, maakt een prominent onderdeel uit van zowel de toeristische product-/marktcombinaties als de regionale profilering en marketing. Het ‘ervaren’ van de regio staat daarbij centraal en is een stuwende kracht in het de ontwikkeling van cultuurhistorie en landschap tot economische drager. Het realiseren van regionale arrangementen is daarvan de concrete uitwerking. Voorbeeld Uitgangspunt van de diverse arrangementen zijn de rijke historie en/of het gevarieerde landschap van de regio zijn. Deze culturele en landschappelijke waarden geven de regio immers een onderscheidend profiel (en bieden de regio daarmee een economisch perspectief). Publieke en private partijen spelen hierop in door samen projecten te ontwikkelen waarin de beleving centraal staat. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn: ontwikkeling van de Gelderse Arcadie, doorontwikkeling van de Romeinse beleving in Millingen, ontsluiting van het rivieren landschap, beleef baar maken van het landschap in de Liemers. *Regionale arrangementen zijn regionale toeristische product-/marktcombinaties, die het verhaal van de regio zowel samen als afzonderlijk vertellen en de regionale authenticiteit en identiteit versterken. Het kan hierbij gaan om zowel landschappelijke (landgoederen, rivieren) als cultuurhistorische arrangementen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
• • •
Nieuwe samenwerking tussen recreatieve ondernemers, overheden en belangenorganisaties Verhoging van toeristische bestedingen in de regio Nieuwe toeristisch-recreatieve ontsluitingen van het onderscheidende (rivier)landschap Toename van het aantal arbeidsplaatsen.
36
Toelichting De Stadsregio Arnhem Nijmegen wil in 2020 voorzien in een internationaal aantrekkelijke en concurrerende regio, die ruimte geeft aan innovatie en waarbij de potenties van de stuwende werkgelegenheid worden uitgebuit, De Toeristische sector heeft deze potenties. Daarom wil de Stadsregio in samenwerking met het RBTKan de toeristische sector stimuleren
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente(n): (2012-2015)
€ 3.500.000
€ 3.500.000
Derden: (2012-2015)
37
Stadsregio Arnhem Nijmegen Programma: Groene Economie Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen a/d Rijn, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Met de programmalijn Groene Economie wil de stadsregio de economie klimaatbestendig en concurrerend maken. Duurzaamheid en kennisontwikkeling worden daarmee economische dragers.
In 2016 zijn randvoorwaarden met betrekking tot de infrastructuur voor alternatieve energiebronnen in de regio, zowel met betrekking tot productie als distributie, gerealiseerd. We willen binnen deze programmalijn inzetten op projecten waarmee initiatieven binnen de regio m.b.t. alternatieve energie een eerste stadium van realisatie kunnen bereiken. De project financieringen zijn vergelijkbaar met zgn. pre- seed financieringen en start up kapitaal. (Zie ook onderstaand figuur.)
. Binnen deze programmalijn worden daarom initiatieven (pilots, methodiekontwikkeling, ontwikkeling van samenwerkingsvormen, financieringsmodellen etc.) met een vliegwielfunctie op regionaal niveau opgenomen. Context Verschillende regionale initiatieven (samenwerkingsvormen en pilots), zowel als
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten •
• •
Verduurzaming van de regionale energieproductie. Hierdoor worden inwoners en bedrijven binnen de regio minder afhankelijk van fosiele energiebronnen. 2 Vermindering van de CO -uitstoot waardoor leefbaarheid in de regio toeneemt Nieuwe samenwerkingsverbanden tussen (semi-)overheden en marktpartijen.
38
het gaat om duurzame energiesystemen als om -productie, dragen bij dragen bij aan de ‘vergroening’ van de economie Voorbeeld Mogelijke projecten zijn een regionaal warmtedistributienet, waarop diverse lokale warmtebronnen, zoals de afvalcentrale en glastuinbouwbedrijven, kunnen worden aangesloten en diverse warmtenetten kunnen worden gekoppeld. Ook kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de bundeling van de regionale groengasproductie met als doel de vergroting van de regionale productiecapaciteit zodat alle 225 stads- en streekbussen in de OV-concessie 2013-2023 op groengas kunnen rijden. Toelichting De Stadsregio Arnhem Nijmegen wil in 2020 voorzien in een internationaal aantrekkelijke en concurrerende regio, die ruimte geeft aan innovatie en waarbij de potenties van de stuwende werkgelegenheid worden uitgebuit. Een rijke variëteit aan economische activiteiten en een allround economisch profiel is hierbij van essentieel belang. De groene en innovatieve energiesector in Oost-Nederland biedt hiervoor een stevige basis. Waar in de ‘grijze’ economie duurzaamheid was gestoeld op efficiëntie en kostenbesparing, gaat duurzaamheid in de ‘groene’ benadering hand in hand met winst voor mens, milieu en markt. Ofwel samenwerking, innovatie en winst. De groene economie heeft van oudsher een sterke positie in de regio Arnhem Nijmegen, met mondiale boegbeelden als KEMA, Akzo Nobel, BASF, Arcadis, TenneT en Alliander en een sterk vertegenwoordigd MKB. Daar zijn de laatste decennia tal van kleine en grote bedrijven én arrangementen bij gekomen die zich richten op slimme en innovatie energie. Te denken hierbij valt aan de implementatie van aardgasbussen in de huidige busconcessie en de integratie van groengasbussen in de toekomstige busconcessie. Een ander voorbeeld is de productie van elektriciteit uit biomassa door biobrandstoffabriek Topell, waardoor tegen zeer lage kosten een nieuwe, duurzame biobrandstof wordt geproduceerd. Energie- en klimaatdoelstellingen worden daarmee rechtstreeks gekoppeld aan sociaal-economische doelstellingen. Daarmee maakt duurzaamheid een vast onderdeel uit van economische initiatieven.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: Gemeente(n): (2012-2015) (2012-2015) € 1.000.000
€ 1.000.000
Derden: (2012-2015)
39
Stadsregio Arnhem Nijmegen Programma: Vitale Kernen en Wijken Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen a/d Rijn, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
De programmalijn Vitale Kernen en Wijken heeft als doel de aantrekkelijkheid, de veiligheid en de sociale samenhang van de leefomgeving van de inwoners van op peil te brengen en te houden. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de dynamiek en vitaliteit van de regio als geheel.
In 2016 is in xxxx kernen en wijken binnen de stadsregio een verbetering op het gebied van leefbaarheid teweeg gebracht door middel van kleinschalige ingrepen op zwakke plekken. De doelstelling van deze programmalijn hangt nauw samen met de doelstellingen van de programmalijnen beschikbaarheid en bereikbaarheid van voorzieningen. Context Projecten die onder deze programmalijn vallen, hebben betrekking op omvorming van verpauperde gebiedjes, herstructurering en transformatie op kleine schaal, initiatieven voor behoud van vitaliteit in de wijk zoals het realiseren van ontmoetingsplekken, aanpak van de openbare ruimte om de uitstraling en aantrekkelijkheid te verbeteren, initiatieven voor stimulering van de wijkeconomie, aanpak van hangplekken, ontsluiting van geïsoleerde wijken door aanleg van veilige verbindingen en uitbreiding van de duurzame wijkaanpak. Een bregionale aanpak binnen projecten is hierbij van groot belang.de stadsregio zet bij deze regionale aanpak in op de verbinding met de steden Arnhem en Nijmegen om op die manier de kennis die binnen de GSO aanpak is opgedaan ook in kleinere gemeenten in te zetten. Hiermee wordt een efficientere inzet van middelen nagestreefd. Voorbeeld Een voorbeeld van een mogelijk project is de aanpak van na-oorlogse wijken in de voormalige groeikernen. Enkele gemeenten hebben aangegeven een projecten te willen formuleren dat betrekking heeft op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke aanpak voor de subregio of de hele regio. Omdat deze problematiek in meerdere gemeenten speelt biedt dit mogelijkheden om aanpak (sub)regionaal op te pakken via best-practices of kennisuitwisseling. * Onder leefbaarheid wordt zowel de ruimtelijk-fysieke kwaliteit als de sociaal-
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten •
• •
Door ingrepen in openbare ruimte treedt verbetering van leef- en vestigingsklimaat op. Hiermee neemt de aantrekkelijkheid van kernen en wijken toe. Verduurzaming GSO III-aanpak. De opgedane kennis in de voorliggende GSO perioden wordt ook in kleinere gemeenten ingezet. Samenwerking tussen steden en ommeland op het terrein van leefbaarheid door een subregionale aanpak,
40
economische vitaliteit en veiligheid verstaan.
Stadsregio Arnhem Nijmegen Programma: Duurzaam wonen Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen a/d Rijn, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Binnen het programma Duurzaam wonen staat de kennisontwikkeling met betrekking tot de kwaliteit van de nieuwe en bestaande woningvoorraad ten aanzien van duurzaamheid en energieneutraliteit centraal.
In de periode tot en met 2015 stimuleert de stadsregio 3 initiatieven die bijdragen aan duurzame energietoepassing voor de nieuwe en de bestaande woningvoorraad. Hierbij staat het stimuleren van energieneutraal bouwen bij nieuwbouwwoningen en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad centraal. Door de uitvoering van deze pilots stimuleren we kennisontwikkeling op het terrein van duurzame energietoepassingen binnen de bestaande woningvoorraad die regio breed kan worden toegepast. Parallel aan deze pilots deze pilots wordt een Platform ontwikkeld waarin rond duurzaam bouwen en renoveren. Dit platform wordt regionaal georganiseerd en zal bestaan uit marktpartijen coöperaties en gemeente. Het doel van dit platform is kennisverspreiding rond duurzaam bouwen. Het stimuleren van nieuwe samenwerkings- en financieringsvormen rond duurzame bouw Context In de stadsregio wordt door diverse partijen samen gewerkt aan een verduurzamingsslag. Er is dringend behoefte aan een nieuw perspectief dat niet blijft steken in oplossingen van vandaag, maar uitgaat van de uitdagingen van de toekomst. Voorbeeld Binnen de programmalijn gaat het expliciet om pilots. In deze pilots zal nadrukkelijk gekeken worden welke rol de inrichting van de openbare ruimte speelt in het toepassen van energie beperkende maatregelen. Binnen deze programmalijn worden alleen pilotprojecten opgenomen waarbinnen ook aandacht wordt besteed aan de verankering van opgedane kennis. Een
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten •
• •
Een toename van het aantal woningen waar duurzame energie toepassingen in zijn opgenomen. Hierbij ligt een accent op de bestaande woningvoorraad. Afname van het gebruik van fossiele energie. Beperking van de stijging van woonlasten.
41
voorbeeld daarvan zou kunnen zijn het incorporeren van energielasten in beleid of afstemming van betrokken partijen rond duurzaam bouwen en - renoveren.
Toelichting De stadsregio wil in 2020 voorzien in meer kwaliteit en een grotere variatie in woonmilieus in stad en land door consumentgerichte en aantrekkelijke woningen, een groene, duurzame en veilige leefomgeving, een ruim aanbod van voorzieningen en een eigen identiteit. De kwaliteit van de leefomgeving in brede zin is een belangrijke bindingsfactor voor bewoners en bedrijven. Dit legt de basis voor een sociaal-economisch vitaal stedelijk netwerk. De leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit van de kernen in de stadsregio is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
Een duurzame leefomgeving vraagt om fundamentele veranderingen. In de stadsregio staan de aantrekkelijkheid van de leefomgeving, de bereikbaarheid en de milieukwaliteit onder druk. De komende jaren zullen investeringen moeten worden gedaan om onze leefomgeving 'toekomstproof' te maken. Vanuit een fysiek-ruimtelijke invalshoek kunnen innovatieve ideeën voor energiebesparing ontwikkeld worden als basis voor bruikbare en praktische oplossingen die de kwaliteit van de leefomgeving versterken, nu en in de toekomst. Duurzaamheid is daarbij het ankerpunt. Het werken aan een duurzame leefomgeving vraagt om samenwerking tussen verschillende partijen, zowel publiek als privaat.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: Gemeente(n): (2012-2015) (2012-2015) € 300.000
€ 300.000
Derden: (2012-2015)
42
Stadsregio Arnhem Nijmegen Programma: Beschikbaarheid voorzieningen Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen a/d Rijn, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
De stadsregio wil door middel van de programmalijn beschikbaarheid voorzieningen inwoners en bedrijven aan de regio binden door het verbeteren van de condities voor ‘het goede leven’. Bereikbaarheid en kwaliteit van voorzieningen is hierin één van de kwaliteitsfactoren waardoor de leefbaarheid ook van de kleine kernen gegarandeerd blijft.
In 2016 zijn in 6 gemeenten in de stadsregio l nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeenten en marktpartijen ontwikkeld (bijvoorbeeld PPS-constructies) met als doel het aanbod van voorzieningen in wijken en kernen op niveau te houden. Context Door het op innovatieve wijze combineren van functies, of door voorzieningen op een bovenlokaal niveau te organiseren, worden er nieuwe mogelijkheden gecreëerd om een kwalitatief niveau van voorzieningen te realiseren, ook in kleine kernen waar het voorzieningenniveau terugloopt. Door het opsporen en stimuleren van nieuwe samenwerkingsvormen tussen diverse partijen en/of tussen diverse gemeenten wordt het mogelijk de kwaliteit van de voorzieningen op een hoger peil te brengen Binnen deze programmalijn worden expliciet projecten gefinancierd die als doel het ontwikkelen van samenwerkingsvormen tussen diverse (ongelijksoortige) partijen hebben. Daarmee dragen de projecten bij aan toekomstbestendige samenwerking in het kader van voorzieningen. Voorbeeld Investeringen in voorzieningen worden nadrukkelijk uitgesloten van deze programmalijn. Mogelijke projecten hebben betrekking op het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen. Voorbeelden van een dergelijk project is de bovenlokale zorgverlening voor thuiswonende ouderen en gehandicapten, of het initiatief van twee gemeenten om op de gemeente grens de bouw van een nieuw zwembad te realiseren.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten •
Marktpartijen, gemeenten en instellingen gaan structureel samenwerkingen aan het opzetten en in stand houden van diverse voorzieningen binnen de gemeenten. De leefbaarheid van het platteland wordt op deze manier in stand gehouden waardoor kleine kernen zowel voor ouderen als voor jongeren inwoners aantrekkelijk blijven om te wonen .
43
Toelichting Voorzieningen op het terrein van zorg, maatschappelijke dienstverlening, sport en cultuur moeten voor alle inwoners binnen de stadsregio bereikbaar zijn en blijven. Als gevolg van demografische ontwikkelingen zijn gemeenten niet altijd meer in staat voorzieningen fysiek in de directe woonomgeving van mensen beschikbaar te stellen. Door het opsporen en stimuleren van nieuwe samenwerkingsvormen tussen diverse partijen en/of tussen diverse gemeenten wordt het mogelijk de kwaliteit van de voorzieningen op een hoger peil te brengen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente: (2012-2015)
€ 500.000
€ 500.000
Derden: (2012-2015)
44
Stadsregio Arnhem Nijmegen Programma: Bereikbaarheid van voorzieningen Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Lingewaard, Millingen a/d Rijn, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, Wijchen en Zevenaar Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
De stadsregio wil door middel van de programmalijn Bereikbaarheid van voorzieningen inwoners en bedrijven aan de regio binden door het verbeteren van de condities voor ‘het goede leven’. Bereikbaarheid en kwaliteit van voorzieningen is hierin één van de kwaliteitsfactoren waardoor de leefbaarheid ook van de kleine kernen gegarandeerd blijft.
In 2016 zijn binnen de regio vier regionale initiatieven gerealiseerd die gericht zijn op het verbeteren van de digitale bereikbaarheid en de digitalisering van het voorzieningenaanbod in de regio
Binnen de gehele regio is de infrastructuur gerealiseerd om de digitale bereikbaarheid van voorzieningen te verbeteren. Er zijn worden in 2016 meer diensten via deze digitale infrastructuur aangeboden zodat een toenemend aantal inwoners op deze manier van diensten en voorzieningen gebruik kan maken. Het gaat hierbij om zowel zorgvoorzieningen, woonzorgvoorzieningen, maatschappelijke voorzieningen culturele voorzieningen.
Context Om de bereikbaarheid van voorzieningen voor alle inwoners te kunnen blijven garanderen, zet de stadsregio in op het verkennen van de mogelijkheden om nieuwe vormen van communicatietechnologie en het stimuleren van de inzet ervan. Voorbeeld Mogelijke projecten zijn de inrichting van een shared service centrum door diverse gemeenten zodat de dienstverlening aan de burger geoptimaliseerd wordt; de onderlinge verbinding van openbare glasvezelnetwerken zodat de hele regio gebruik kan maken van breedband voorzieningen; de inzet van domotica; digitalisering van het bibliotheekaanbod. Binnen deze programmalijn worden expliciet projecten gefinancierd die betrekking hebben op investeringen.
Toelichting De stadsregio wil in 2020 voorzien in meer kwaliteit en een grotere variatie in woonmilieus, onder andere door het voorzien in een ruim aanbod van voorzieningen. De kwaliteit van de leefomgeving in brede zin is een belangrijke bindingsfactor voor bewoners en bedrijven. Dit legt de basis voor een sociaal en economisch vitaal stedelijk netwerk. De leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit van de kernen in de stadsregio is zodoende een belangrijk aandachtspunt. Door ontgroening en vergrijzing van delen van de regio kan het voorzieningenniveau in kernen niet altijd
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente(n): (2012-2015)
€ 750.000
€ 750.000
Derden: (2012-2015)
45
gehandhaafd worden. De leefbaarheid in delen van de stadsregio staat of komt in de toekomst onder druk te staan als gevolg van door het ontbreken van de juiste voorzieningen waardoor de samenhang en daarmee samenhangend de aantrekkelijkheid binnen de afzonderlijke wijken en de kernen als geheel terugloopt . Voor de provincie Gelderland is digitale bereikbaarheid één van de speerpunten van het provinciale beleid. Projecten die binnen het regioprogramma onder deze programmalijn ontwikkeld worden, kunnen een voorbeeldfunctie hebben voor ontwikkelingen in heel Gelderland.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
46
Bijlage 2: Programma regionale sociale agenda subregio Arnhem Gemeente
Arnhem
Beleidsthema
Uitbouwen samenwerking Onderwijs en Arbeidsmarkt en vergroten kansen voor de jeugd
Onder welke prioriteit valt het thema?
Aanbod van voorzieningen
Wat is het doel?
Voorkomen dat jongeren in het gat van werkloosheid vallen, waarna het moeilijker is hen nog naar de arbeidsmarkt te geleiden. In de transformatieslag die het regionale SW-bedrijf (Sociale werkvoorziening) momenteel doormaakt – de omvorming van productiebedrijf naar een arbeidsontwikkelingsbedrijf - is het onder andere nodig dat het SW-bedrijf betere aansluiting vindt met het onderwijs. De gemeente Arnhem heeft een omvangrijk investeringsprogramma voor o.a. het speciale onderwijs en vervult daarin een regionale functie. Aansluiting bij het speciale onderwijs ligt vanuit de oorspronkelijke doelgroep van het SW-bedrijf voor de hand. Het algemeen bestuur van Presikhaaf Bedrijven heeft aangegeven een dergelijke projectlijn te willen ondersteunen. Aan de provincie wordt gevraagd te investeren in een betere aansluiting van onderwijs met de arbeidsmarkt. Daarnaast omvat het programma van een aantal elkaar onderling versterkende speerpunten: - Werkgeversbenadering via brancheservicepunten, waarin wordt samengewerkt tussen overheden, onderwijsinstellingen en werkgeversvertegenwoordigers uit de zorg, welzijn, detailhandel en horeca, bouw, techniek en milieu. - 'Doorontwikkeling werktoeleiding jongeren, met ondersteuning door Arbeidsbemiddelingscentra Arnhem en team VSV als basis' - Het voorkomen van schooluitval en verbeteren startkwalificatie jongeren. - Doelgroepen: voortijdig schoolverlaters en doelgroep speciaal onderwijs. Ook aandacht voor groepen jonge werkzoekenden die al gewerkt hebben maar onvoldoende kwalificaties hebben om opnieuw aan de slag te komen. - Geschikte leer-werkmogelijkheden en praktijkfaciliteiten (ook voor speciaal onderwijs) - Schulddienstverlening voor jongeren.
Wat is de regionale betekenis?
Arnhem fungeert als centrumstad een belangrijke rol als het gaat om onderwijs en werkgelegenheid. Andersom is het zo dat regionale bedrijven een rol kunnen spelen als het gaat om doorstroming van jongeren uit het onderwijs naar de arbeidsmarkt. De gemeente vervult met het investeringsprogramma voor het speciaal onderwijs een regionale functie.
Wie zijn de samenwerkingspartners?
Presikhaaf bedrijven, onderwijsinstellingen regionale bedrijven, en gemeenten
Welke resultaten zijn er bereikt in 2015?
- Werkgeversbenadering via brancheservicepunten, waarin wordt samengewerkt tussen overheden, onderwijsinstellingen en werkgeversvertegenwoordigers uit de zorg, welzijn, detailhandel en horeca, bouw, techniek en milieu. - 'Doorontwikkeling werktoeleiding jongeren, met ondersteuning door Arbeidsbemiddelingscentra Arnhem en team VSV als basis' - Presikhaaf Bedrijven is getransformeerd tot een regionaal arbeidsontwikkelingsbedrijf. PB zou daarbij ook “kansarme” jongeren kunnen begeleiden naar werk, waaronder de doelgroep van het speciaal onderwijs. - uitbreiding geschikte leer-werkmogelijkheden en praktijkfaciliteiten (ook voor speciaal onderwijs) - Schulddienstverlening voor jongeren.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
47
Is hiervoor reeds een reservering opgenomen in de gemeentelijke (meerjaren)begroting en/of is financiering van derden beschikbaar ?
Gemeentelijke begrotingen, herstructureringsmiddelen SW-bedrijf van het Rijk. Kosten ca. € 2.160.000, waarvan cofinanciering gemeenten en derden 1.080.000. Gevraagde bijdrage € 1.080.000
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
48
Gemeente
Arnhem
KOSTENINDICATIE
Beleidsthema
Uitbouwen samenwerking Onderwijs en Arbeidsmarkt en vergroten kansen voor de jeugd
2.160.000, waarvan cofinanciering gemeenten en derden 1.080.000
Onder welke prioriteit valt het thema?
Aanbod van voorzieningen
Wat is het doel?
Voorkomen dat jongeren in het gat van werkloosheid vallen, waarna het moeilijker is hen nog naar de arbeidsmarkt te geleiden. In de transformatieslag die het regionale SW-bedrijf (Sociale werkvoorziening) momenteel doormaakt – de omvorming van productiebedrijf naar een arbeidsontwikkelingsbedrijf - is het onder andere nodig dat het SW-bedrijf betere aansluiting vindt met het onderwijs. De gemeente Arnhem heeft een omvangrijk investeringsprogramma voor o.a. het speciale onderwijs en vervult daarin een regionale functie. Aansluiting bij het speciale onderwijs ligt vanuit de oorspronkelijke doelgroep van het SW-bedrijf voor de hand. Het algemeen bestuur van Presikhaaf Bedrijven heeft aangegeven een dergelijke projectlijn te willen ondersteunen. Aan de provincie wordt gevraagd te investeren in een betere aansluiting van onderwijs met de arbeidsmarkt.
750.000,-450.000,-350.000,-250.000,-360.000,--
Daarnaast omvat het programma van een aantal elkaar onderling versterkende speerpunten: - Werkgeversbenadering via brancheservicepunten, waarin wordt samengewerkt tussen overheden, onderwijsinstellingen en werkgeversvertegenwoordigers uit de zorg, welzijn, detailhandel en horeca, bouw, techniek en milieu. - 'Doorontwikkeling werktoeleiding jongeren, met ondersteuning door Arbeidsbemiddelingscentra Arnhem en team VSV als basis' - Het voorkomen van schooluitval en verbeteren startkwalificatie jongeren. - Doelgroepen: voortijdig schoolverlaters en doelgroep speciaal onderwijs. Ook aandacht voor groepen jonge werkzoekenden die al gewerkt hebben maar onvoldoende kwalificaties hebben om opnieuw aan de slag te komen. - Geschikte leer-werkmogelijkheden en praktijkfaciliteiten (ook voor speciaal onderwijs) - Schulddienstverlening voor jongeren. NB. Op de achtergrond van het bovenstaande programma speelt het gegeven dat tussen 2014 en 2016 de jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar de gemeenten. De opgave aan de gemeenten is om lokaal, in regionale afstemming, nieuwe structuren, werkwijzen en sturingsinstrumenten te organiseren die leiden tot goede ondersteuning van de jongeren en gezinnen die dit nodig hebben. De gemeenten willen de decentralisatie aangrijpen om een samenhangend stelsel voor de jeugd te organiseren, waarin het preventieve jeugdbeleid kan worden versterkt en de gespecialiseerde vormen van zorg efficiënter kunnen worden ingezet.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
49
Wat is de regionale betekenis?
Arnhem fungeert als centrumstad een belangrijke rol als het gaat om onderwijs en werkgelegenheid. Andersom is het zo dat regionale bedrijven een rol kunnen spelen als het gaat om doorstroming van jongeren uit het onderwijs naar de arbeidsmarkt.. De gemeente vervult met het investeringsprogramma voor het speciaal onderwijs een regionale functie.
Wie zijn de samenwerkingspartners?
Presikhaaf bedrijven, onderwijsinstellingen regionale bedrijven, en gemeenten
Welke resultaten zijn er bereikt in 2015?
- Werkgeversbenadering via brancheservicepunten, waarin wordt samengewerkt tussen overheden, onderwijsinstellingen en werkgeversvertegenwoordigers uit de zorg, welzijn, detailhandel en horeca, bouw, techniek en milieu. - 'Doorontwikkeling werktoeleiding jongeren, met ondersteuning door Arbeidsbemiddelingscentra Arnhem en team VSV als basis' - Presikhaaf Bedrijven is getransformeerd tot een regionaal arbeidsontwikkelingsbedrijf. PB zou daarbij ook “kansarme” jongeren kunnen begeleiden naar werk, waaronder de doelgroep van het speciaal onderwijs. - uitbreiding geschikte leer-werkmogelijkheden en praktijkfaciliteiten (ook voor speciaal onderwijs) - Schulddienstverlening voor jongeren.
Is hiervoor reeds een reservering opgenomen in de gemeentelijke (meerjaren)begroting en/of is financiering van derden beschikbaar ?
Gemeentelijke begrotingen, herstructureringsmiddelen SW-bedrijf van het Rijk
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
50
Gemeente
Arnhem
Beleidsthema
Maatschappelijke opvang nieuwe stijl
Onder welke prioriteit valt het thema?
Aanbod van voorzieningen
Wat is het doel?
Voldoende woon- werk- en zorgvoorzieningen in de regio realiseren waar mensen uit verschillende kwetsbare groepen die (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen (waaronder tienermoeders, ex-gedetineerden, dubbel diagnose, zeer laag IQ, etc.). Hieraan gerelateerde projecten en programma’s: - De Kr8-corporaties richten zich via het project ‘Keten van Kansen’ op 10 kwetsbare groepen en streven naar regionale spreiding van huisvesting voor deze groepen. Maatschappelijke opvang Nieuwe stijl sluit hier nauw aan bij initiatief van Kr8 dat zich richt op begeleid wonen van mensen die wel in wijken kunnen functioneren. - Op basis van het uitvoeringsprogramma Minder Opvang Beter Leven wordt daarnaast ingezet op scheiding tussen opvang van jongeren en volwassenen waarbij voor jongeren geldt dat hen zo kort mogelijk tijdelijk opgevangen wordt en zo snel mogelijk in een begeleid wonen situatie een traject naar zelfstandigheid krijgen aangeboden. Hiermee voorkomen we langdurige dak- en thuisloosheid en een zorgafhankelijk bestaan van jongeren.
Wat is de regionale betekenis?
Door het realiseren van een dergelijke regionale voorzieningen wordt op regioniveau een sluitende keten gerealiseerd.
Wie zijn de samenwerkingspartners?
Regiogemeenten, zorgkantoor Menzis, (jeugd)zorginstellingen, woningcorporaties (Kr8).
Welke resultaten zijn er bereikt in 2015?
- Diverse woon- werk- en zorgvoorzieningen in de regio gerealiseerd en diverse opvangplaatsen geregeld. - doorstromingsvoorziening voor dak- en thuisloze jongeren gerealiseerd.
Is hiervoor reeds een reservering opgenomen in de gemeentelijke (meerjaren)begroting en/of is financiering van derden beschikbaar ?
Financiering uit corporaties, gemeentelijke begrotingen. Exploitatie is Awbz gefinancierd maar investering in voorzieningen vraagt om provinciale bijdrage.
Kosten: doorstroom voorziening en begeleid wonen. ca. 10 mln, waarvan ca € 5 mln cofinanciering beschikbaar.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
51
Gemeente Beleidsthema
Gemeenten regio Arnhem (Arnhem, Renkum, Overbetuwe, Lingewaard, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarde, Westervoort, Duiven, Zevenaar, Doesburg) Inhoudelijke kanteling en vernieuwing van het stelstel
Onder welke prioriteit valt het thema?
Aanbod voorzieningen
Wat is het doel?
De gemeenten in de regio Arnhem zien de decentralisatie van de jeugdzorg als een kans om een samenhangend stelsel voor de jeugd te organiseren, waarin het preventieve jeugdbeleid wordt versterkt. De opgave aan de gemeenten is om lokaal nieuwe structuren, werkwijzen en sturingsinstrumenten te organiseren die leiden tot goede ondersteuning van de jongeren en gezinnen. Maar ook moet het groeiend beroep op gespecialiseerde zorg ingeperkt worden; er dient een kanteling plaats te vinden. De jeugdzorg moet anders en beter: meer preventie, dichterbij, meer vraaggericht en focus op eigen kracht, en één gezin/één plan. Om dit resultaat te bereiken is in de komende periode veel inzet nodig van gemeenten en samenwerkingspartners. In dit kader staan in ieder geval op regionale sociale agenda: Doorontwikkeling CJG en versterken preventieve functie / positief jeugdbeleid Bevorderen kanteling in werkwijzen bij instellingen (o.a. meer vraaggericht werken,versterken eigen kracht, minder bureaucratie) Aansluiting onderwijs (passend onderwijs) en voorschoolse voorzieningen met jeugdzorg Nazorg en aansluiting van zorg voor jongeren van 18+, o.a. op gebied van onderwijs, werk en wonen. Optimalisering en ondersteuning van de regionale samenwerking om bovenstaande projceten te realiseren. Gevraagde bijdrage € 800.000
Wat is de regionale betekenis?
Regionale samenwerking is gewenst omdat met name kleinere gemeenten de inrichting niet op eigen kracht kunnen realiseren. Een regionale aanpak is ook in het belang van de jeugdzorginstellingen omdat deze over het algemeen bovengemeentelijk werken.
Wie zijn de samenwerkingspartners?
Jeugdzorgaanbieders, Bureau Jeugdzorg, onderwijsinstellingen, kernpartners Centrum voor Jeugd en Gezin, provincie, gebruikers.
Welke resultaten zijn er bereikt in 2015?
In 2015 is in de regio Arnhem een inhoudelijke kanteling gerealiseerd en een vernieuwd stelsel van “zorg voor de jeugd” voorbereid en deels al ingevoerd.
Is hiervoor reeds een reservering opgenomen in de gemeentelijke (meerjaren)begroting en/of is financiering van derden beschikbaar ?
Bijdrage gemeenten: minimaal 800.000,- euro (opgenomen in gemeentelijke begroting)
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
52
Bijlage 3: Programma regionale sociale agenda subregio Nijmegen Nijmegen en omgeving Programma Regionale Sociale Agenda Arbeid, Jeugd actief en kansrijk, Steen met steun voor kwetsbare groepen Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
De programmalijn Steen met steun voor kwetsbare groepen is een onderdeel van de regionale sociale agenda van de regio Nijmegen en omgeving.
In 2016 is er een regiovisie opgesteld. Er is minder sprake van uitval als gevolg van huisuitzettingen of uitval uit instellingen en als gevolg daarvan verblijf in de regionale voorzieningen voor maatschappelijke opvang. Er is een meer gedifferentieerd aanbod aan “stenen met steun” ook voor de doelgroep jongeren. Ook hier gaan we voor vernieuwende methoden, gericht op ontkokering en ontschotting en op de mix van professioneel en vrijwillig.
• Het aantal kwetsbare burgers dat uitvalt door uithuiszetting of uit instellingen neemt af. • Er zijn meer kwetsbare jongeren passend gehuisvest.
Het doel van de programmalijn is het voorkomen van uitval door huisuitzetting of uit instellingen en zorgen voor voldoende passende huisvesting en ondersteuning voor kwetsbare groepen.
Context De afgelopen jaren zijn in de regio Nijmegen stappen gezet om te komen tot meer diversiteit in woonvormen zoals een domus voor verslaafde en/of psychiatrische dak- en thuislozen en begeleid wonen voor tienermoeders. Deze lijn van wonen in combinatie met zorg en ondersteuning willen wij graag doorzetten: er is nog steeds een grote behoefte. Beschikbaarheid van geschikte huisvesting in combinatie met ondersteuning en zorg blijkt nog steeds een noodzakelijke voorwaarde om kwetsbare groepen uit de (opvang)instellingen succesvol te laten uitstromen en anderzijds maatschappelijke uitval en een beroep op (zwaardere) vormen van intramurale zorg te voorkomen. Bovengenoemde initiatieven plaatsen we in het kader van een regionaal op te stellen regiovisie. In deze regiovisie geven we aan waar de verantwoordelijkheden van de centrumgemeente Nijmegen liggen, wat bovenlokaal wordt georganiseerd en wat iedere gemeente lokaal doet om uitval te voorkomen (preventie). De regiovisie zal op hoofdlijnen duidelijk maken wat we in de regio Nijmegen in de keten preventie, opvang en herstel in gezamenlijkheid doen. In de regiovisie maken we verder afspraken over hoe we
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
53
als gemeenten in de regio de afstemming tussen wat lokaal wordt gedaan en bovenlokaal wordt georganiseerd borgen. Voorbeelden • In aansluiting op de twee andere programmalijnen in het kader van de Regionale Sociale Agenda Arbeid en Jeugd, actief en kansrijk kunnen we ons specifiek richting op de doelgroep jongeren. Bijvoorbeeld door het opzetten van één tot drie projecten Kamers met Kansen: Voor jongeren die vanwege een instabiele huisvestingssituatie dreigen uit te vallen uit hun arbeidsproces dan wel opleidingstraject. Door een combinatie van het aanbieden van wonen én begeleiding wordt uitval voorkomen. • Er zijn groepen mensen die anders zijn dan anderen en daarom extra ondersteuning of bescherming nodig hebben dat zich uit in gedifferentieerde woonvormen. Bijvoorbeeld het realiseren van een alternatieve woonvorm voor mensen die niet (meer) in staat zijn in een normale woonsetting te functioneren. Zeer eenvoudige zelfstandige woningen, die op rustige plekken (bijvoorbeeld een eindje buiten een woonwijk) worden neergezet. In deze woningen kunnen dak- en thuislozen worden gehuisvest, die door hun psychiatrische of verslavingsproblematiek gebaat zijn bij zo min mogelijk prikkels van buitenaf. Het betreft mensen bij wie eerder is aangetoond dat deze in een reguliere woonsetting te veel overlast veroorzaken. Het zijn mensen die vooral op zichzelf willen zijn, met rust gelaten willen worden. Een zorginstelling voert de begeleiding van de bewoners uit. Een woningcorporatie plaatst en verhuurt de woningen. In de regio Nijmegen streven we naar het bouwen van 15 wooneenheden, verdeeld over 2 locaties. • Verder denken we aan het intensiveren van de uitstroom (en voorkomen van instroom) in de (crisis)opvang voor mensen/gezinnen met m.n. psychosociale problemen door enerzijds verbeterde en geïntensiveerde screening op mogelijkheden tot directe doorstroom naar zelfstandig wonen met (beperkte) begeleiding (o.a. Housing First). Ook het versterken en vergroten van het aanbod ambulant begeleid wonen kan voorkomen dat een beroep wordt gedaan op duurdere voorzieningen. • Tenslotte willen we ook aan de voorkant zorgen dat er minder sprake is van uitval. We willen de aanpak van het voorkomen van huisuitzettingen en uitval uit instellingen intensiveren. Deze aanpak heeft in Nijmegen haar vruchten afgeworpen, het aantal huisuitzettingen is fors gedaald. We denken aan het intensiveren van het beleid begeleide herkansing in de regio en aan het maken van sluitende afspraken met instellingen over nazorgtrajecten, goede overdracht e.d. om uitval te voorkomen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
54
Toelichting
Middeleninzet Provincie:
Gemeente(n):
Derden:
De gevraagde bijdrage voor het programma Regionale Sociale Agenda, met daarin de drie programmalijnen Arbeid, Jeugd actief en kansrijk en Steen met steun voor kwetsbare groepen bedraagt in totaal € 5,7 miljoen.
(2012-2015)
(2012-2015)
(2012-2015)
5,7 mln
5,7 mln
ntb
Bijdrage: De bijdrage voor de programmalijn Steen met steun bedraagt € 1,1 miljoen. De bijdrage voor de programmalijn Jeugd actief en kansrijk bedraagt € 2,3 miljoen. De bijdrage voor programmalijn Arbeid bedraagt € 2,3 miljoen. Cofinanciering / gemeentelijke investering: Welzijnsbudgetten van deelnemende gemeenten, inzet andere partijen als onderwijs en corporaties en re-integratiebudgetten van deelnemende gemeenten. Randvoorwaarde: Hier is uitgegaan van het totale bedrag en volume. Mocht het investeringsbedrag minder worden, dan zal het programma en de daarin te behalen resultaten daarop aangepast moeten worden.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
55
Nijmegen en omgeving Programma Regionale Sociale Agenda: Arbeid, Jeugd actief en kansrijk, Steen met steun voor kwetsbare groepen Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
De programmalijn Arbeid is een onderdeel van de regionale sociale agenda van de regio Nijmegen en omgeving.
In 2016 is er een bovenlokale werkgeversaanpak in de regio Nijmegen en omgeving. De aanpak is gekoppeld aan één re-integratieinstrumentarium in de regio. De werkgeversaanpak wordt gevormd en uitgevoerd door gemeenten, UWV WERKbedrijf en het SW-bedrijf Breed. Ook bovenregionale werkgeversdienstverlening vindt vanuit deze aanpak plaats. De regionale aanpak komt ten goede aan werkzoekenden in de regio, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar jongeren en werkzoekenden met een arbeidsbeperking.
• Er komen meer (leer)werkplekken voor de werkzoekenden in de regio Nijmegen en omgeving beschikbaar. • Er komen meer (leer)werkplekken voor werkzoekende jongeren en werkzoekenden met een arbeidsbeperking in de regio Nijmegen en omgeving beschikbaar. • Het percentage voortijdig schoolverlaters neemt af.
Het doel van de programmalijn is het realiseren van meer (leer)werkplekken voor werkzoekenden in de regio Nijmegen en omgeving. Bijzonderde aandacht gaat uit naar jongeren en werkzoekenden met een arbeidsbeperking.
Context De hoofdlijnen van de nieuwe wet Werken naar vermogen zijn bekend. De ambitie in de regio Nijmegen is om de beleidsontwikkeling én de uitvoering zo veel mogelijk te centraliseren. De portefeuillehouders sociale zaken in de regio Nijmegen hebben zich al uitgesproken vóór een verdergaande regionalisering op het domein werk. Hieronder vallen de volgende werkzaamheden: • Werkgeversbenadering; • Re-integratiedienstverlening; • Instrumentarium; • Ontwikkelen en inkopen. Bijzondere aandacht binnen de regionalisering van de bovenstaande werkzaamheden gaat uit naar de volgende twee doelgroepen: 1. werkzoekenden met een arbeidsbeperking en 2. jongeren tot 27 jaar. Voor beide groepen geldt dat er al regionaal wordt samengewerkt. Hieronder een korte toelichting op beide groepen. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking: De huidige (regionale) uitvoeringsorganisatie van de Wsw is Breed. Ook in de
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
56
toekomst willen we dat het SW-bedrijf Breed een voorname rol blijft spelen bij de uitvoering van de Wsw en de Wet werken naar vermogen. Hiertoe zal Breed zich meer dan tot nu toe moeten gaan ontwikkelen tot een arbeidsbemiddelingsbedrijf. Tegelijkertijd moeten we blijven zorgen voor het toegankelijk houden van beschutte werkplekken voor werkzoekenden die op deze arbeid aangewezen zijn. Jongeren tot 27 jaar: De voortijdige schooluitval in regio Nijmegen is hoog, ook de jeugdwerkloosheid is hoger dan het landelijk gemiddelde. Om zowel de voortijdig schoolverlaten als jeugdwerkloosheid te bestrijden is er in de regio Nijmegen een regionaal jongerenloket. We richten onze inspanningen vooral op de jongeren die ondersteuning het hardst nodig hebben. Voorbeelden Hieronder volgen voorbeelden van activiteiten die binnen deze programmalijn opgepakt kunnen worden: • Voor het organiseren van slagkracht om te komen tot regionale besluitvorming en invoering van de nieuwe wet vrage, zetten we middelen in voor: - Ontwikkeling en implementatie van de toekomstige Wet werken naar vermogen in regionaal verband; - Versterking regionaal arbeidsmarktbeleid en coördinatiepunt; - Betrekken van werkgevers om een kwalitatief sluitend aanbod te hebben voor werkgevers vanaf 1 januari 2013. • Ontwikkelen en uitvoeren van effectieve en efficiënte instrumenten om de beweging van binnen naar buiten op gang te brengen. Ontwikkeling van allianties tussen dagbestedingsinstellingen, SW-bedrijven en gemeenten ten behoeve van de realisering van kwantitatief en kwalitatief voldoende beschutte werkplekken. • De samenwerkingspartners in het regionale jongerenloket willen ook na 1 januari 2012 door met de jognerenaanpak. Wel dient er een kwaliteitsslag geleverd te worden. • De samenwerking tussen het regionale jongerenloket en de bovenlokale zorgstructuur voor het onderwijs aan jongeren van 16 tot 23 jaar wordt gestoomlijnd en geïntensiveerd.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
57
Toelichting
Middeleninzet Provincie:
Gemeente(n):
Derden:
De gevraagde bijdrage voor het programma Regionale Sociale Agenda, met daarin de drie programmalijnen Arbeid, Jeugd actief en kansrijk en Steen en steun voor kwetsbare groepen bedraagt in totaal € 5,7 miljoen.
(2012-2015)
(2012-2015)
(2012-2015)
5,7 mln
5,7 mln
ntb
Bijdrage: De bijdrage voor programmalijn Arbeid bedraagt € 2,3 miljoen. De bijdrage voor programmalijn Jeugd bedraagt € 2,3 miljoen. De bijdrage voor programmalijn Steen met steun bedraagt € 1,1 miljoen. Cofinanciering / gemeentelijke investering: Welzijnsbudgetten van deelnemende gemeenten, inzet andere partijen als onderwijs en corporaties en re-integratiebudgetten van deelnemende gemeenten. Randvoorwaarde: Hier is uitgegaan van het totale bedrag en volume. Mocht het investeringsbedrag minder worden, dan zal het programma en de daarin te behalen resultaten daarop aangepast moeten worden.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
58
Nijmegen en omgeving Programma Regionale Sociale Agenda: Arbeid, Jeugd actief en kansrijk, Steen met steun voor kwetsbare groepen Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
De programmalijn Jeugd actief en kansrijk is een onderdeel van de regionale sociale agenda van de regio Nijmegen en omgeving.
In 2016 bestaat de expertise rondom de inzet voor jongeren uit een mix van professionele en vrijwillige ondersteuning. Er is sprake van een bovenlokale zorgstructuur voor het onderwijs voor de doelgroep 16-23 jarigen. Voor de doelgroep risicojongeren met problemen op meerdere leefgebieden kennen we (bovenlokaal) een intensieve en integrale aanpak.
• Het percentage voortijdig schoolverlaters neemt af. • Het aantal jeugdigen dat instroomt in tweedelijns jeugdzorg neemt af.
Het doel van de programmalijn is de ontwikkeling van een samenhangend en solide aanbod van basisvoorzieningen voor jeugdigen om hun zelfstandigheid, kansen en activering te bevorderen.
Context In de regio maken we de keuze onze inspanningen te richten op oplossingen voor mensen. Hierbij vinden we het essentieel oog te hebben voor alle leefgebieden van mensen (wonen, geld, psychisch welbevinden, opleiding, werk et cetera). Op deze wijze realiseren we een integrale ondersteuning en oplossing. Bij de bepaling van de vorm van inzet gelden principes zoals: • Zelfredzaamheid; • Zo dichtbij en zo licht mogelijk; • Het werken met vrijwilligers; • Het werken met generalisten. Sectoren en instellingen bepalen nu vaak de oplossingsrichting en staan hiermee integrale oplossingen in reguliere voorzieningen in de weg. We gaan op zoek naar verbeterde vormen van samenwerking en vernieuwende methoden. We willen ondersteunen vanuit de integraliteit. De ontwikkeling van een gezamenlijke regionale visie op de transformatie van de Jeugdzorg zal passen in deze context en wordt ook gekenmerkt door vernieuwing, ontkokering en ontschotting. Voorbeelden • Bevorderen van de zelfredzaamheid van ouders en jeugdigen via de inzet van
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
59
vrijwilligers (onder andere buddy-inzet). We investeren in vrijwilligersinzet en werken toe naar een bundeling van expertise over de diverse vrijwilligers- en buddyprojecten. We richten ons op de brede doelgroep 0 tot 23 jaar en hun ouders/verzorgers. • Het versterken van de zorgstructuur op het onderwijs voor de doelgroep 16 tot 23 jarigen op VMBO, Flexcollege en MBO. We willen een jongerencoachaanpak die is ingebed op de scholen, leerplicht én het regionaal jongerenloket. Toelichting
Middeleninzet Provincie:
Gemeente(n):
Derden:
De gevraagde bijdrage voor het programma Regionale Sociale Agenda, met daarin de drie programmalijnen Arbeid, Jeugd actief en kansrijk en Steen en steun voor kwetsbare groepen bedraagt in totaal € 5,7 miljoen.
(2012-2015)
(2012-2015)
(2012-2015)
5,7 mln
5,7 mln
ntb
Bijdrage: De bijdrage voor de programmalijn Jeugd actief en kansrijk bedraagt € 2,3 miljoen. De bijdrage voor programmalijn Arbeid bedraagt € 2,3 miljoen. De bijdrage voor programmalijn Steen met steun bedraagt € 1,1 miljoen. Cofinanciering / gemeentelijke investering: Welzijnsbudgetten van deelnemende gemeenten, inzet andere partijen als onderwijs en corporaties en re-integratiebudgetten van deelnemende gemeenten. Randvoorwaarde: Hier is uitgegaan van het totale bedrag en volume. Mocht het investeringsbedrag minder worden, dan zal het programma en de daarin te behalen resultaten daarop aangepast moeten worden.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
60
Bijlage 4: Programma stadscontract en sleutelproject Arnhem Arnhem Programma: aantrekkelijke binnenstad voor stad en regio Doel(en)
Beoogde resultaten
Versterking van de binnenstad als centrumvoorziening
Nieuwe ontwikkelingsruimte voor bestaand vastgoed is gecreëerd ter voorkoming van structurele leegstand en verpaupering, o.a. in de winkelvoorzieningen rond het Gele Rijdersplein en bij leegstaande kantoren. Tijdelijke initiatieven zijn opgestart in openbare ruimte en vastgoed. Diverse ruimtes boven winkels zijn geschikt gemaakt voor bewoning. Innovatieve en duurzame technologieën op het gebied van energievoorziening zijn in de binnenstad toegepast. De binnenstad is verder vergroend door maatregelen in de openbare ruimte en op gebouwniveau. Studentenhuisvesting in het centrum is uitgebreid. De kwaliteit van de openbare ruimte in en direct rond het centrum is verbeterd. Uitgangspunt daarvoor zijn de vastgestelde visies voor o.a. Rijnkade, SingelWest en het Gele Rijdersplein.
Vergroten aantrekkelijkheid binnenstad voor wonen en werken. Versterken verbinding tussen station AC, binnenstad, het Rijnbooggebied en de Rijnkade Toelichting
Een goed functionerende binnenstad is van belang voor de regio en speelt een belangrijke rol op het gebied van centrumvoorziening, wonen en werken. Door de integrale gebiedsontwikkeling van Rijnboog krijgt het centrum van Arnhem op een aantal plaatsen een forse impuls. De uitvoering van deze projecten alleen is niet voldoende om het centrum van Arnhem vitaal te houden. De investeringen in dit programma richten zich daarom voor een groot deel op structuurversterking van de bestaande gebouwde omgeving. Daarvoor is een integraal pakket aan maatregelen nodig. Door extra kwaliteitsimpulsen in de openbare ruime zal de structuur van de binnenstad verder worden versterkt en wordt de samenhang tussen verschillende deelgebieden verbeterd. Langdurige leegstand en braakliggende terreinen verzwakken de binnenstad. Tijdelijke initiatieven in de openbare ruimte en
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten
- Vergroten waardering van de Arnhemse binnenstad voor bezoekers - Vergroten waardering van de binnenstad door ondernemers en bewoners - Vergroten werkgelegenheid in de binnenstad - Binden van hogere inkomens aan de stad
Middeleninzet Provincie: Gemeente(n): (2012-2015) (2012-2015)
Derden: (2012-2015)
61
in leegstaande gebouwen hebben de afgelopen 2 jaar aangetoond dat kan worden voorkomen dat zich een ongewenste neerwaartse spiraal voordoet. Arnhem wil hier de komende jaren met diverse partners van de stad mee verder.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
62
Arnhem Programma: Transformatie Oostelijk Centrumgebied tot hoogwaardig woon-werkmilieu Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Vergroten aanbod kwalitatief hoogwaardige centrum stedelijke woonmilieus
- Rijnwijk als onderdeel van ’t Broek wordt gesloopt vanaf 2012 en binnen OCG daarvoor andere woningen, - ondersteunend sociaal programma dat aansluit bij de activiteiten in ‘t Broek - Herontwikkeling voormalige monumentale panden van de dienst Stadsbeheer tot woon-werkplaats voor creatieve sector. Start bouw medio 2012. ca. 100 ateliers en woningen incl. woon-werkwoningen - CHW maatregel ontwikkelingsplan aangevraagd. - Verplaatsing hinderlijke bedrijven in Rijnwijk ten behoeve van woningbouw - Start bouw eerste woningen 2014 in Fluvium en Rijnwijk - Milieuhinder voor toekomstige bewoners is verminderd - Pilot voor oprichting privaat collectieve energievoorziening is gestart
Verlengen centrumstedelijk wonen aan de Rijn Cultuurhistorische Waarden behouden door ontwikkeling
Toelichting Ten oosten van de John Frostbrug begint het Oostelijk Centrumgebied (OCG). Het gebied ligt op de Noordelijke Rijnoever en is ingesloten tussen de Rijn, de Binnenstad, het Spijkerkwartier, de Krachtwijk ’t Broek en het Regionaal bedrijventerrein Westervoortsedijk. Het gebied wordt gekenmerkt door de functiemenging van bedrijven en sociale woningbouw. Sinds begin jaren ’70 heeft er voortdurend een uitstroom plaatsgevonden van bedrijven, waaronder het energiebedrijf NUON en de Coberco Zuivelfabriek. Het zwaar verouderde bedrijventerrein met een totale oppervlakte van ca. 25 ha is de afgelopen decennia langzaam verpauperd. Vooral de aanwezigheid van de bodemverontreiniging op het voormalige gasfabrieksterrein (9ha) heeft decennia een negatief effect gehad op het gebied. De transformatie van het OCG van strategische belang voor Arnhem, omdat het een cruciale plek in de stad ligt en een belangrijke bijdrage levert aan de woningbouwopgave van de stad tot 2030. Vanwege de centrale ligging en de behoefte aan hoogwaardige centrum stedelijke woonmilieus heeft Arnhem besloten om het gebied te transformeren van bedrijventerrein tot modern woon- en werkmilieu. Met de in 2012 te starten sanering het voormalige gasfabrieksterrein, die met steun van de provincie Gelderland is mogelijk geworden, is de belangrijkste blokkade voor herontwikkeling weggenomen. De start van de sanering vormt het vliegwiel voor de ontwikkeling van het gebieden Rijnwijk en Fluvium (voormalige
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten
-
Binden huishoudens met hogere inkomens aan de stad Creëren werkgelegenheid Verbeteren woon- en leefomgeving
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012-2015) (2012-2015)
Derden: (2012-2015)
63
gasfabrieksterrein). De meerjarige ontwikkeling van deze twee gebieden, met in totaal 800 woningen, vormen de hoofdopgave van dit programma. Uitgangspunt is een gefaseerde woningbouwproductie die over een periode van 10 jaar zal plaatsvinden. Het programma omvat een mix van duur, middelduur en goedkope woningbouw zowel huur als koop. De herontwikkeling van het terrein van de voormalige Coberco Zuivelfabriek, met een programma van ca. 350 woningen is onderdeel van het OCG, maar deze ontwikkeling maakt geen deel uit van dit stadscontractprogramma. Arnhem zal voor de ontwikkeling van Rijnwijk en Fluvium met corporatie Volkshuisvesting Arnhem een realisatieovereenkomst sluiten. De financiële bijdrage van de provincie vormt hiervoor het vliegwiel. Arnhem en VHV dragen eveneens financieel bij aan de onrendabele top van deze gebiedsontwikkeling.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
64
Arnhem Programma: Stadsblokken-Meinerswijk als natuur- en cultuurrijke stepping stone voor stad en regio Doel(en)
Beoogde resultaten
Versterken hoofdstructuur van Arnhem
Inrichtingen van het gebied tot natuurrijk en cultuurrijk park, door het realiseren van een integraal pakket van maatregelen: - Het gebied is beter toegankelijk door aanleg van nieuwe paden en het verbetering van bestaande paden voor fietsers en voetgangers - Cultuurhistorische waarden, waaronder het Castellum (onderdeel van de Limes) en restanten verdedigingswerken Koude Oorlog zijn gevisualiseerd en toegankelijk voor het publiek - Voor evenementen en andere cultuuruitingen is aantrekkelijke ruimte gecreëerd in het gebied. - Er is een logische verbinding met Park Lingezeegen en regionaal en recreatief fietsnetwerk gerealiseerd. - De basisinrichting van het gebied is gereed in 2015.
Realiseren robuuste uiterwaardennatuur Stimuleren van natuurontwikkeling Behouden en beleefbaar maken van cultuurhistorische waarden
Beoogde maatschappelijke effecten
-
Verbeteren woon- en leefklimaat Binden hogere inkomens aan de stad Vergroten recreatief en toeristisch bezoek aan Arnhem en de regio
Ontwikkeling recreatie Bevorderen van toegankelijkheid naar en in het gebied Toelichting De herontwikkeling van het gebied Stadsblokken-Meinerswijk (SBMW) is al decennia een van de strategische opgaven van Arnhem. In dit 450 ha grote gebied, in het hart van Arnhem, is sinds het vertrek van de baksteenindustrie en scheepsbouw in de jaren ’70 niet meer geïnvesteerd. Het gebied is daardoor voor een deel (Stadsblokken) sterk verloederd. Tegelijk hebben de vele jaren rust geleid tot ontwikkeling van bijzondere natuurwaarden in het gebied Meinerswijk. Lange tijd heeft de herontwikkeling van het gebied in een impasse gezeten. De maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier (RvR) die het Rijk uiterlijk 2014 wil hebben gerealiseerd, vormden de aanleiding tot een fundamentele bezinning op de ontwikkeling van het gebied. Het gebied zal op korte termijn kunnen worden getransformeerd tot een aantrekkelijk natuur- en
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet in € mln Gemeente Provincie
€ 2 mln
Derden
65
cultuurrijk uitloopgebied voor stad en regio. De gebiedsvisie, die is tot stand gekomen is in nauwe samenwerking met RWS, vormt daarvoor het uitgangspunt en zal jan/feb. 2012 door de gemeenteraad worden vastgesteld. Voor de uitwerking van de RvR maatregelen, fiets- en voetpaden en cultuurhistorie is een uitwerkingsplan opgesteld. In het kader van verdere verstedelijking van Arnhem en de stadsregio speelt SBMW een belangrijke rol als groene natuurrijke buffer en aantrekkelijk uitloopgebied voor bewoners in de binnenstad, het Oostelijk Centrumgebied en de wijken Malburgen, Schuytgraaf en Elderveld. van Arnhem-Zuid. Aansluitend op Park Lingezeegen kan het uiterwaardenpark een belangrijke rol spelen in de versterking van de regionale recreatieve infrastructuur. De aanwezige cultuurhistorische waarden , onder andere van de Limes en de IJsselline, kunnen belangrijke ingrediënten vormen voor cultuurtoerisme in de regio. Door met de inrichting van het gebied gelijk op te lopen met de uitvoering van de RvR maatregelen door RWS wordt een win-win situatie gecreëerd en kan in korte tijd de gewenste transformatie worden vormgegeven. RWS neemt naast de uitvoering van RvR maatregelen ook een deel van de kosten voor de concrete inrichting voor haar rekening. De provinciale bijdrage zal samen met de Gemeentelijke bijdrage de transformatie van het gebied mogelijk maken.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
66
Arnhem Programma: sociaal-economische structuurversterking van de wijken Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Vergroting economische activiteit in de wijk. ‘De wijk als bijenkorf.’
-
-
Verminderen overlast en verloedering in wijken, versterking sociale cohesie, terugdringen gevoelens van onveiligheid
-
Toename (sociale) cohesie.
-
Sterkere positionering van de wijk
-
Toename participatie (allochtone) jeugd.
Verbeteren woon en leefomgeving: . Achter de voordeur . Handhaving . Openbare ruimte
-
-
Bieden van ruimte voor startende ondernemers in de wijken Versterking (winkel)voorzieningen in kwetsbare wijken Herinrichting openbare ruimte Herontwikkeling en toestaan tijdelijke initiatieven in bestaand vastgoed ter voorkoming van verloedering Overlast door multiprobleemadressen wordt aangepakt door inzet van overleg Zorg en Overlast (OZO). Multiprobleemgezinnen krijgen hulp Preventief toezicht en handhaving op straat
Versterken positie kwetsbare wijken
-
‘Branding’ voor kwetsbare wijken. Speerpunt: Doorontwikkeling Geitenkamp tot Gildewijk
Versterken positie kwetsbare (allochtone) jeugd
-
Uitbreiding studentenhuisvesting in de wijk Presikhaaf Onorthodox jongerenwerk door inzet van o.a. BVO Vitesse Inzet ambulant (niet locatiegebonden) straathoek/jongerenwerk Inzet combifuncties cultuur en sport
Toelichting De afgelopen jaren zijn met steun van het GSO-beleid van de provincie en de corporaties forse stappen gezet in de sociaal-economische structuurversterking van de wijken. De verbetering in de wijken is echter nog niet ‘af’. Voortgaand moet worden ingezet op de verduurzaming van de structuurversterking. Arnhem wil de integrale wijkenaanpak voortzetten en richt zich daarbij meer gedifferentieerd op die gebieden waar concentraties van problemen dreigen te ontstaan of verergeren. Alle Arnhemse wijken worden bij deze aanpak betrokken, waarbij de specifieke situatie van de kracht- en GSOIII-wijken niet uit het oog wordt verloren. Gefocust wordt op buurten of straten waar de investeringen het hardste nodig zijn. De opgebouwde samenwerking van de gemeente met maatschappelijke partners, ondernemers, bewoners, corporaties, provincie en wijk, biedt daarvoor een goede basis.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente: (2012-2015)
Derden: (2012-2015)
67
Verduurzaming van de wijkenaanpak is mogelijk middels opname in regulier beleid. Dat is echter niet 'zomaar' gerealiseerd. Samenwerking met en ondersteuning door de provincie is in deze periode van transitie nog van eminent belang.De gekozen prioriteiten zijn enerzijds Arnhems maatwerk, maar zijn ook gelieerd aan landelijke (wijkeconomie), regionale (achter de voordeur) dan wel lokale (allochtone jeugd in samenspraak met bijvoorbeeld de woningcorporaties) speerpunten. In de nieuwe GSO-periode wil Arnhem bovendien de successen en expertise die de afgelopen periode heeft opgeleverd benutten door projecten uit te rollen naar andere gemeenten of samen met andere gemeenten verder vorm te geven. bv. OZO (overleg Zorg en Overlast in wijken) en Onorthodox jongerenwerk door inzet van o.a. Betaald Voetbal organisatie VO Vitesse.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
68
Arnhem Sleutelproject: Rijnboog Doel(en)
Beoogde resultaten
Versterking van de binnenstad als centrumvoorziening voor de regio
Nieuwstraat en omgeving: - Vaststelling Stedenbouwkundig Plan en realisatieovereenkomst met marktpartijen: 1e kwartaal 2012 - Vaststelling bestemmingsplan: 2012 - Start sloop bestaande bebouwing Nieuwstraat en omgeving: 2013-2014 - Start bouw parkeergarage 2014 - Bouw winkels/horeca/wonen (na gereedkomen parkeergarage):2015-2017 - Duurzame energietechnologie wordt toegepast in het gebied
-
Resultaten en planning Kunstencluster - Programma van Eisen en selectie architect 2012 - Vaststelling definitief ontwerp 2013 - Aanbesteding en start bouw 2014 - Oplevering 2016
-
Versterken culturele infrastructuur voor de regio Vergroten aantrekkelijkheid binnenstad voor wonen en werken Versterken verbinding van Arnhem Centraal, oude binnenstad en de Rijnkade
Toelichting De ontwikkeling van Rijnboog is gebaseerd op het in 2004 vastgestelde Masterplan Rijnboog. Na de start van de bouw van het Kenniscluster in 2011 (onderdeel Sleutelprojectcontract 2008-2011 en oplevering 2013) gaat het Sleutelproject Rijnboog een belangrijke fase in, waaronder de realisatie van het deelproject Nieuwstraat e.o., en de deelprojecten Bartok en Paradijs. Tevens zullen grote delen van de openbare ruimte worden heringericht. Ruimtelijke kwaliteitsdragers zijn o.a. het bovengronds visualiseren van de Sint Jansbeek, het creëren van diverse pleinen en het realiseren van een hoogwaardige aansluiting van de hoge en lage Rijnkade. Als financiële bijdrage voor de Rijnboog is door de Provincie € 9 mln (RUP) en € 8.85 mln (Sleutelproject) en het Rijk € 11,6 mln BIRK ter beschikking gesteld.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten
-
-
-
Vergroten waardering van de Arnhemse binnenstad voor bezoekers Vergroten waardering van de binnenstad door ondernemers en bewoners Vergroten werkgelegenheid in de binnenstad Binden van huishoudens hogere inkomens aan de stad Stijging van aantal verwachte bezoekers (podia van 85.000 naar 120.000, exposities van 60.000 naar 130.000 en film van 60.000 naar 130.000)
Middeleninzet Provincie: (20122017)
Gemeente: (2012-2017)
69
De programmatische drager die identiteit geeft aan de totale gebiedsontwikkeling is Cultuur in Rijnboog. Dit is het plan van een aantal vooraanstaande Arnhemse culturele instellingen voor gemeenschappelijke huisvesting en samenwerking in Rijnboog. Naast het Kenniscluster tussen de Oude en Nieuwe Oeverstraat en gebeurt dit in het Kunstencluster (KC) op de hoek van de Nieuwstraat en de Rijnkade. Het Kenniscluster is de krachtenbundeling van o.a. Bibliotheek Arnhem, het Erfgoedcentrum, de Volksuniversiteit, het Kunstbedrijf en enkele creatieve opleidingen in de stad. In het kunstencluster (KC) geven Museum voor Moderne Kunst, de Schouwburg en Focus Filmtheater invulling aan de ambitie om samen met andere partners de culturele ontmoetingsplek van Arnhem en regio te bouwen. Op basis van een breed en uitdagend kunstenprogramma (van film tot theater, dans, moderne kunst en alles daar tussenin) wil het KC publiek en makers samenbrengen in een klimaat van grensverleggende creativiteit, kritische reflectie en serieus vermaak. Het KC richt zich op een breed lokaal en regionaal publiek, maar trekt met bijzondere activiteiten ook nationale aandacht. Voor de gebiedsontwikkeling Nieuwstraat/Rijnboog is het KC van belang om meer loop in het gebied te krijgen, daarmee levendigheid en identiteit te genereren. Door de combinatie van diverse publiekstrekkende cultuurfuncties in het KC zal overdag en ’s avonds de levendigheid in het gebied toenemen. Realisatie van het KC is voor de betrokken ontwikkelaars een belangrijke katalysator voor investeringen in het gebied. De realisatie van het KC vormt de inzet van het sleutelprojectcontract. De bijdrage van de provincie wordt gebruikt voor de medefinanciering van de bouw van het KC.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
70
Bijlage 5: Programma stadscontract en sleutelproject Nijmegen
Inhoud : de 7 programmaformats voor het stadscontract Nijmegen
Beleidsprioriteiten Economische structuurversterking
Verbetering Woon- en leefklimaat
Stad&Regio-programma’s 1 2 3 4 5 6
Versterking Kenniseconomie Versterking Stadscentrum Versterking Cultuur en Cultuurhistorie Verankering Wijkaanpak Voortgang Herstructurering Vlottrekken Woningmarkt
Budget-vraag 1.000.000 900.000 2.400.000 1.100.000 2.200.000 400.000
Subtotaal
8.000.000 7 Sleutelproject Waalfront
Totaal
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
14.000.000 22.000.000
71
Nijmegen
Programma 1 : Kenniseconomie
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Aanwas van nieuwe bedrijvigheid, nieuwe productmarktcombinaties en groei van werkgelegenheid in met name de speerpuntsectoren Health & Technology, Semiconductors en Energie en Milieutechnologie.
Het versterken van de kenniseconomie maakt onderdeel uit van de Economische Agenda2020 Nijmegen en is met name toegespitst op de speerpuntsectoren Health & Technology, Semiconductors en Energie en Milieutechnologie. Het Ondernemersfonds Nijmegen ondersteunt projecten van bedrijven in het aangaan van nieuwe verbindingen op de economische speerpunten van Nijmegen. Bij initiatieven op de speerpuntsectoren moet gedacht worden aan: • Valorisatieprojecten vanuit de kennisinstellingen RUN en HAN • Innovatieve broedplaatsen Nijmegen • Expert Centers • Centrum voor Jong Ondernemerschap • Production Services Nijmegen • Ondersteuning kennisintensieve starters en doorstarters • Plug & Design Center Nijmegen • Projecten stimulering scholing techniek • Innoveren in Human Health • Junior Technovium • Kennisclusterregeling
De economische kracht van onze regio krijgt een extra impuls vanuit een duidelijke focus die naadloos aansluit op het Rijks-, en provinciale beleid. Onze concurrentiepositie ten opzichte van andere regio’s zal toenemen. En daarmee borgen we dat Nijmegen ook in de toekomst de werkgelegenheidsfunctie ten opzichte van haar regio kan behouden en versterken. Beoogde resultaat in 2016: Twee duizend banen in met name de de speerpuntsectoren Health & Technology, Semiconductors en Energie en Milieutechnologie door ondersteuning van marktgedreven projecten. Het organiserend vermogen van de ondernemers en bedrijvenverenigingen in Nijmegen krijgt een belangrijke impuls. Vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven zoals VNO/NCW, Economisch Collectief Nijmegen, Huis van de Binnenstad, IKN en KvK worden expliciet bij de projecten betrokken.
In afstemming en samenwerking met externe partners als bedrijven, bedrijvenverenigingen, kennisinstellingen, etc. zullen in de periode tot 2016 minimaal 15 projecten/trajecten in de genoemde speerpuntsectoren gerealiseerd worden. Toelichting Nijmegen heeft zich ontwikkeld tot kennisstad en vormt het epicentrum van één van de nationale kennisclusters. Een positie die ook erkend is in de ‘Bedrijvenbrief’ van minister Verhagen eerder dit jaar en het topsectoren beleid dat daarop volgde. Een ontwikkeling die we moeten koesteren aangezien de toegang tot kennis in toenemende mate een economische factor van betekenis vormt voor het realiseren van economisch rendement. Onze regio heeft de potentie om voor een aantal (deel)sectoren tot de Europese top te gaan behoren. Tegen deze achtergrond en ook het gegeven dat de concurrentie tussen
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012(2012-2015) 2015) 1.000.000 1.000.000
Derden: (2012-2015) 1.000.000 Inspannings-
72
bedrijven en instellingen in toenemende mate op Europese schaal plaatsvindt noodzaakt ons voldoende competitief te blijven. Hier ligt ook de uitdaging voor de komende periode. Ingezet wordt op de ondersteuning van majeure projecten die bijdragen aan de versterking van de stuwende sectoren Health, Semiconductors en Energie en Milieutechnologie. Deze sectoren zijn de dragers en de katalysatoren van nieuwe innovatie en nieuwe werkgelegenheid in onze regio. De strategische koers en behorende projecten zijn onderdeel van de Economische Agenda 2020. De Economische Raad Nijmegen (ERN) zal een belangrijke vervullen bij het opstellen van deze agenda en en de selectie van projecten.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
verplichting
73
Nijmegen
Programma 2 : Stadscentrum
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Verbetering van het verblijfs- en vestigingsklimaat stadscentrum Nijmegen
Fysieke impulsen in het leef- en vestigingsklimaat , waaronder herinrichting openbare ruimte,sfeerelementen, bewegwijzering e.d.; Investeringsregeling bijzondere gebouwen en wederopbouwpanden, incl.gevelaanpak; Versterking Organiserend vermogen , w.o. verdere professionalisering Huis voor de Binnenstad, Ondernemersverenigingen; Aanpak leegstand/acquisitie Promotie & Marketing, w.o. Het Nieuwe Winkelen,vermarkten binnenstad/ringstraten,impuls cultuurhistorische waarden,narrow casting; Crossectorale samenwerking (verbindingen tussen economie en cultuur) Ondernemerschap, w.o.versterken cultureel ondenemerschap ,ondersteuning kansrijke starters; Monitoring
-300 banen in met name de sector Toerisme en Recreatie -meer bezoekers die langer verblijven en meer besteden; -groei toeristische sector, w.o. meer bezoekers cruisevaart -versterking georganiseerd vermogen organisaties binnenstad; -binnenstad schoon, heel en veilig.
Toelichting Naar analogie van het succesvolle ringstratenproject starten we met een Economisch Offensief Binnenstad Nijmegen 2012-2015. Een –dynamisch- programma met concrete projecten dat in nauwe samenspraak met de vertegenwoordigende partijen in het Huis voor de Binnenstad wordt vormgegeven en uitgevoerd. Met dit programma en bijbehorende projecten pakken we actuele knelpunten aan (vb. veiligheid, leegstand) en wordt tevens ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en kansen (vb. nieuwe winkelen, nieuwe winkelformules). Het stadscentrum is de plek die de identiteit en geschiedenis van de stad draagt en vormt de top van het regionale winkel- en uitgaansaanbod. Het is het belangrijkste bezoekdoel in de regio.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012-2015) (2012-2015) 900.000 900.000
Derden: (2012-2015) pm
74
Nijmegen Doel(en)
Programma 3 : Cultuur en Cultuurhistorie Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Culturele en historische identiteit van Nijmegen versterken.
1. Cultuurhistorische projecten in het Valkhofkwartier : • een geconserveerde en gerestaureerde Stratemakerstoren met een eigentijdse uitbreiding waarin diverse organisaties op het gebied van natuureducatie en cultuurhistorie worden ondergebracht., alsmede een beleving van de Stratemakerstoren als onderdeel van de vestingstad Nijmegen. De nieuwe functie sluit perfect aan bij de locatie van de Stratemakerstoren als scharnierpunt tussen, stad, rivier en Ooypolder. • een herbouwde donjon als markante herinnering aan de eertijds machtige Valkhofburcht.
Aantrekkelijkheid van Nijmegen voor toeristen versterken.
2. Cultuurhistorisch project in het stadscentrum : • Een prachtig nieuw Plein 44 waarin een originele toren (onderdeel van e een dubbele stadsmuur uit de 14 eeuw) voor het publiek zichtbaar is ingepast in het ontwerp.
Vergroting variëteit aan culturele producties.
3. Cultuur-projecten in de binnenstad : • Eerste deel van de revitalisering van de Keizer Karel Podia (Concertgebouw De Vereeniging en Stadschouwburg) op 3 aspecten: cultuurhistorie, functionaliteit en duurzaamheid.
Centrumfunctie van Nijmegen versterken.
Toelichting 1. Rehabilitatie van het Valkhofkwartier In de periode tot 2016 zal er flink gewerkt gaan worden aan de rehabilitatie van het Valkhofkwartier in het centrum van stad Nijmegen : een verbindende groene schakel tussen enerzijds de entree van de stad met iconen van de rijke geschiedenis van Nijmegen en anderzijds een groene verbinding vanuit de stad naar de Ooypolder. Een tekening :
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten
Als gevolg van de versterking van het culturele en cultuurhistorische profiel van de stad verwachten wij : • meer bezoekers uit de stad en de regio • meer toeristen uit de regio , uit het land en uit het buitenland ( met name Duitsland) • meer omzet voor binnenstadondernemers • meer financieel draagvlak voor de stedelijke culturele voorzieningen • meer banen in het centrum en in de culturele voorzieningen • grotere variëteit aan producties • hogere waardering van het comfort van de Stadschouwburg en Concertgebouw de Vereeniging • beter cultureel ondernemerschap
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012-2015) (2012-2015)
2.400.000
3.750.000
Derden: (2012-2015)
5.100.000
75
Naast concrete projecten als de opknap van het Valkhofpark met eventuele terugkeer van de Donjon en een bruggetje over het Meertje wordt ook ingezet op de projectie van het Natuurcentrum Rivieren in de Stratenmakerstoren. In dit kader zijn de kansen voor de omgeving verkend. Vanuit de Stratenmakerstoren wordt een groene route richting Ooypolder geprojecteerd, zowel via Lange Baan/onderkant Valkhofpark als langs de Lindenberghaven. De omgeving Lindenberghaven wordt een parklandschap. De Waalkade wordt hierdoor op een aantrekkelijke wijze verbonden met het Meertje en Ooypolder. De Lindenberghaven wordt een historische haven met oude Waalschepen waarvan er één wordt ingericht als een museum. Tijdens de zomermaanden kunnen onder de Waalbrug activiteiten georganiseerd worden.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
76
De Ubbergseweg krijgt een T-aansluiting op de Voerweg. Zo ontstaat een veilige oversteek en er is meer ruimte voor groen. Onder aan de Belvedère kan een groen amphietheater worden aangelegd met een evenementenpark. De relatie met de binnenstad kan verbeterd worden door de Veerpoorttrappen aan te passen en een lift toe te voegen. Uitbreiding van hotel Courage vormt een goede beeindiging van de bebouwing aan de Waalkade. De relatie van het Valkhof met de Romeinse route Nijmegen Oost kan een impuls krijgen door de aanleg van een loopbrug over Traianusplein. In de zone tussen Ubbergseweg en het verlengde van de Waalbrug is ruimte om woningbouw toe te voegen. 2. De ”verloren toren” op Plein’44 Op 14 januari 2011 werd tijdens rioleringswerkzaamheden langs de zuidzijde van Plein’44 zwaar muurwerk aangetroffen. Nadat het muurwerk verder was blootgelegd werd een muurtoren van e baksteen zichtbaar, die (op basis van het baksteenformaat) moest dateren uit vroege de 15 eeuw. Uit nader archeologisch en bouwhistorisch onderzoek blijkt dat deze muurtoren, met de aangrenzende stukken stadsmuur, onderdeel uit heeft gemaakt van een dubbele stadsommuring, iets wat tot op heden onbekend was. De toren werd daarom door de archeologen “de verloren toren” gedoopt . Na diverse artikelen in de krant kwamen vele Nijmegenaren langs om te kijken naar de funderingsresten. Op 21 februari 2011 is de toren en bloc gelicht en opgeslagen op de werf van een aannemer in afwachting van de terugplaatsing op het Plein.
3. Revitalisering van de KKP-panden
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
77
De eerste fase van de revitalisering van de Keizer Karel Podia (Concertgebouw De Vereeniging en Stadschouwburg) is gericht op de aspecten functionaliteit, duurzaamheid en cultuurhistorie en beoogt: - te voldoen aan de eisen van culturele producties anno 2020; - qua uitstraling en klimaat aantrekkelijk te zijn voor een veelheid van regionale activiteiten; - een impuls te geven aan het culturele ondernemerschap; - een stevigere marktpositie te krijgen in de cultuursector; - een groter bedrijfseconomisch draagvlak te ontwikkelen; - bij te dragen aan een versterking van het regionale vestigingsklimaat. Bij het verder versterken van de positie als kennissteden en daarmee van het leef- en vestigingsklimaat is het cultuuraanbod een factor van grote betekenis, zo blijkt uit de Atlas voor Gemeenten 2011. Nijmegen en Arnhem scoren beiden hoog op de cultuurindicatoren van de Atlas en vormen samen een stevige basis voor de regionale culturele infrastructuur. Uitgangspunt van beide gemeenten is om deze basis verder te versterken. Beide steden gaan voor een hoogwaardig cultureel aanbod in gebouwen met aantrekkingskracht die toegerust zijn op de eisen van deze tijd. Investeringen in de infrastructuur gaan hand in hand met samenwerking op inhoudelijk gebied (gezamenlijke activiteiten om het publieksbereik te vergroten, op elkaar afstemmen van de programmering, samenwerking in de backoffices). Fase 1 van de revitalisering van de KKP(beide panden hebben een monumentenstatus) bestaat uit een veelheid aan fysieke ingrepen die enerzijds het meest dringend zijn en anderzijds direct uitvoerbaar. Voor de projecten uit dit programma zullen wij mogelijk ook in de tweede fase GSO een beroep doen op provinciale middelen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
78
Nijmegen
Programma 4 : Wijkaanpak
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Doorontwikkeling wijkgericht werken.
1. Ontwikkelen van een sociaal wijkprogramma: het maatgesneden aanbod voor de wijk. Hiervoor ontwikkelen we een (statistisch) profiel van de pilotwijken en brengen de problematiek die er speelt en de kansen die aanwezig zijn systematisch in kaart. Dit vertalen we in een programma van eisen voor de ruimtelijke en sociale voorzieningen. De thema’s openbare ruimte, leefbaarheid en veiligheid maken eveneens onderdeel uit van het sociaal wijkprogramma.
Sterkere, vitale, toegankelijke wijken in Nijmegen.
2. Opzetten van sociale wijkteams, incl. het ontwikkelen van integrale werkmethodieken en methodieken voor inzet van eigen kracht en sociale omgeving i.s.m. de Hogeschool Arnhem Nijmegen. 3. Ontwikkelen van wijknetwerken als nieuwe vormen van actief burgerschap: meedenken en mee beslissen over het sociaal wijkprogramma en mee uitvoeren. 4. Investeren in toegankelijkheid als onderdeel van het sociaal wijkprogramma. 5. Versterken van preventieve, collectieve voorzieningen, bv, wijkservicediensten en innovatieve vormen zoals domotica. Dit in samenwerking met Werk & Inkomen en zorginstellingen. 6. Kennisuitwisseling met andere Gelderse gemeenten, die ook wijkgerichte pilots gaan doen. Op dit moment hebben we daarover contact met Arnhem, Lingewaard en Zutphen. 7. Ontwikkelen van nieuwe financieringsmodellen voor de wijk, om verduurzaming van de doorontwikkeling mogelijk te maken. Dit willen we doen met inzet van budgetten van verschillende financiers, waaronder in ieder geval het Zorgkantoor. 8. Ontwikkelen van een methodiek om de maatschappelijke effecten van deze doorontwikkeling van het wijkgericht werken te meten.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Bewoners zijn beter in staat zelf en met hun sociale omgeving hun leven vorm te geven. Meer mensen die in de wijk wonen en werken zetten zich actief in voor een sterke, vitale en toegankelijke wijk. Er wordt effectiever en efficiënter gewerkt aan het oplossen van sociale problemen.
79
Toelichting In de wijk is er een passend en compleet aanbod van ruimtelijke en sociale voorzieningen zodat mensen zo goed mogelijk in staat zijn zelf en met hun sociale omgeving de regie op hun leven te voeren: het sociaal wijkprogramma. Zorg- en welzijnwerk worden gebundeld in een sociaal wijkteam dat preventief en integraal werkt. Bewoners, professionals, vrijwilligers, ondernemers e.a. uit de wijk beslissen mee over besteding van middelen en inzet van voorzieningen in de wijk en voeren het sociaal wijkprogramma mee uit. Het gaat hier om een vergaande doorontwikkeling van wijkgericht werken met experimentele elementen. De focus ligt op de wijkgerichte Wmo. Het gaat daarbij vooral om een voor dit domein nieuwe manier van werken, vanuit de vraag en de behoefte van het individu en de wijk. De afgelopen GSO-periode hebben we deze nieuwe manier van werken op onderdelen in het sociale domein ingevoerd en nieuwe methodieken ontwikkeld (o.a. voor regieteams en op jezelf). Deze werkwijze willen we nu verder gaan invoeren en verankeren in de wijken, in eerste instantie gefocust op individuele zorg en hulp vanuit de sociale wijkteams. Deze teams gaan zich verbinden met bestaande netwerken en de dynamiek in de wijk. Die zal zich op zijn beurt weer gaan aanpassen aan de nieuwe ontwikkelingen. In vier wijken: Dukenburg, Lindenholt, Hatert en Noord doen we hiervoor pilots in deze GSO-periode, met als doel deze vorm van wijkgericht werken op termijn door te kunnen voeren in elke wijk in Nijmegen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012(2012-2015) 2015) 1.100.000
890.000
Derden: (20122015) 210.000 + PM
80
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
81
Nijmegen
Programma 5 : Herstructurering
Doel(en)
De ambitie is op termijn van twee winkelcentra (Meijhorst en Malvert ) naar één centrum in Meijhorst te gaan en zorgvoorzieningen toe te voegen. Faciliteren van de ontwikkeling van winkelcentrum Meijhorst tot hét centrale Voorzieningenhart voor Dukenburg. Herontwikkeling van winkelcentrum Malvert voor wonen en zorg en kleinschalige voorzieningen op termijn.
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
1. In winkelcentrum Meijhorst en Malvert worden maatregelen in de fysieke omgeving getroffen om de leefbaarheid en de sociale veiligheid van de openbare ruimte te vergroten. 2. De gemeente faciliteert de ontwikkeling door de ondernemers van een nieuw winkelcentrum ter vervanging van het huidige in Meijhorst, waarbij de gemeente investeert in de openbare ruimte. Economische herstructurering dus. 3. In het plangebied winkelcentrum Meijhorst e.o. worden zorgwoningen toegevoegd. 4. Ten zuiden van winkelcentrum Meijhorst e.o. wordt een gezondheidscentrum gerealiseerd. 5. De gemeente maakt een bredere bestemming dan alleen detailhandel voor de vrijkomende panden in Malvert mogelijk (bv voor kleinschalige bedrijvigheid en culturele functies zoals bv een dansschool) en biedt ruimte voor ondernemerschap. 6. Aankoop van paden in Malvert wanneer zich daar een mogelijkheid voordoet en hergebruik of herontwikkeling
Op de korte termijn de leefbaarheid verbeteren dan wel behouden. Het vormen van een groene buffer tussen het stedelijk lent en het dorpse Oosterhout
Winkelcentrum Malvert
Het verbinden van het
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Plangebied winkelcentrum Meijhorst e.o.
De winkelstructuur is agv de economische herstructurering toekomstvast en biedt een goed voorzieningenniveau voor de omliggende wijken. De leefbaarheid, sociale veiligheid en het verblijfsklimaat van winkelcentrum Meijhorst is verbeterd. De leefbaarheid in en rond het winkelcentrum Malvert wordt in stand gehouden. In Malvert is een aanbod van kleinschalige voorzieningen. In Meijhorst is tegemoet gekomen aan de grote vraag naar zorgwoningen en een gezondheidscentrum.
82
regionale Park Lingezegen met de groene uiterwaarden van de rivier de Waal; Nijmegen heeft inmiddels ook een intentieafspraak gemaakt met DLG om het gebied Oosterhoutse Waarden in te richten Het bieden van veelzijdige recreatiemogelijkheden in de directe woonomgeving, voor de bewoners van de Waalsprong
De gemeente Nijmegen is in 2006 gestart met de voorbereidingen tbv. de realisatie van het parkgebied De Landschapszone. De gemeenteraad van Nijmegen heeft in december 2009 ingestemd met het bestemmingsplan en in juni 2010 is na aanbesteding opdracht gegeven voor zandwinning en terreininrichting. De werkzaamheden tbv de zandwinning, project Realisatie Plassengebied Landschapszone, zijn ook daadwerkelijk in het voorjaar 2011 gestart. De Landschapszone is 120 ha groot en zorgt voor voldoende groene ruimte voor stedelingen; met het project voorkomen we dat het open gebied tussen Nijmegen en Arnhem dichtslibt met bebouwing. De gemeente Nijmegen levert met dit project een integrale bijdrage aan de intenties die ook andere partijen hebben met betrekking tot het gebied tussen Arnhem en Nijmegen. Bijvoorbeeld de provincie Gelderland, de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, gemeenten Arnhem, Overbetuwe, Lingewaard, Waterschap, Staatsbosbeheer en Dienst Landelijke gebied.
Het vormen van een cruciaal element in het oppervlaktewatersysteem van de Waalsprong, door het opslaan en natuurlijk zuiveren van het verzamelde regenwater ( Nijmegen realiseert drie plassen van samen 60 ha groot )
Biedt openbaar groen , natuur, water en recreatievoorzieningenaan de bewoners en gebruikers van het Waalsprong-gebied Verbinding tussen plandelen Waalsprong en omgeving door realisatie van ruim 3 km aan fiets- en wandelpaden Zal een positief effect hebben op de aantrekkelijkheid van Nijmegen-Noord als woongebied voor toekomstge kopers en huurders van woningen Levert een bijdrage aan het duurzaam watersysteem van de Waalsprong; waterberging, waterbeheersing, natuurlijke zuivering Biedt ruimte aan particuliere initiatieven op gebied van vrije tijd en leisure
Het voorzien in hoogwaardige woningbouw (landgoederen, waterwoningen, vrije kavels
Voorziet in maatregelen voor sanering van de voormalige stortplaats Zwarte Weg
Toelichting
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012(2012-2015)
1 Winkelcentra Meijhorst en Malvert
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Derden: (2012-2015)
83
2015) In Nijmegen als totaal is sprake van bevolkingsgroei. In Dukenburg is echter al jaren sprake van krimp. Met het oog op deze krimp is het noodzakelijke de winkelvoorziening in dit stadsdeel toekomstbestendig te maken. En in dit geval betekent dat vermindering van het aantal winkelcentra. Er is niet voldoende draagvlak om twee volwaardige winkelcentra naast elkaar te laten bestaan. De door de raad vastgestelde winkelstructuur gaat uit van een nieuw centrum in Meijhorst en herontwikkeling van Malvert voor wonen en kleinschalige voorzieningen. Wanneer deze economische herstructurering plaatsvindt is afhankelijk van de marktomstandigheden. Voor beide gebieden geldt dat de leefbaarheid van beide gebieden al jaren onder druk staat. Voor zowel de lange termijn herontwikkeling van winkelcentrum Malvert als op de korte termijn voor de leefbaarheid en is het van belang dat de gemeente in deze tijden van krimp de mogelijkheid heeft om strategisch panden aan te kopen op het moment dat zich daarvoor een mogelijkheid voordoet. Door aankoop kan verpaupering voorkomen worden. Voor de korte termijn is dat voor de leefbaarheid van belang. Op lange termijn brengt de aankoop van panden een herontwikkeling dichterbij en kan de gemeente herontwikkeling faciliteren. 2 Landschapszone Bij de planvoorbereiding en bestemmingsplanprocedure van de Landschapszone zijn meerdere organisaties betrokken. Nijmegen heeft intensief overleg gevoerd met het Waterschap Rivierenland in kader van de waterambitie. Met het kwaliteitsteam ontgrondingen van de provincie zijn meerdere gesprekken gevoerd over het inrichtingsplan Landschapszone. Nijmegen heeft ook afstemming gezocht met Rijkswaterstaat om de mogelijkheid van afvoer van het zand per schip te verkennen. Het overleg met bewoners in de Waalsprong gebeurd via de Klankbordgroep Ontgrondingen. Hierin zitten vertegenwoordigers van diverse wijkraden en het Platform Waalsprong. De gehele uitvoeringstermijn van de Landschapszone duurt van 2011 tot 2020. Maar gedurende deze periode zullen steeds deelprojecten gereed zijn. Het regionale karakter ( en daarmee ook het regionale belang ) van dit project is gelegen in het feit dat dit project Landschapszone gezien kan worden als perfecte doorzetting van het grote regionale Park Lingezegen. Een eerste deel van het nu nog resterende tekort van 6 miljoen euro brengen we nu in bij de besteding van de nijmeegse GSO-middelen van het te sluiten stadscontract in het kader van het provinciale Stad&Regioprogramma. Met het dan nog resterende tekort hopen we binnenkort met de provincie een accoord te bereiken over een additionele bijdrage vanuit de “sectorale” middelen van de provincie.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
2.200.000
2.200.000
PM
84
Nijmegen
Programma 6 : Woningmarkt
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Vlottrekken van de woningmarkt met meer particulier opdrachtgeverschap.
Realisatie van woningbouw in de Waalsprong waarbij bewoners in eigen beheer, individueel of samen, hun eigen huis hebben gebouwd. Deels in betaalbare zelfbouw voor lagere inkomens. Een prettig woonklimaat met grote woontevredenheid en betrokkenheid van de bewoners op en bij hun directe woon- en leefomgeving. Concreet gaat het hierbij om 200 woningen in de Vossenpels in de Waalsprong.
•
Vergroting zeggenschap van bewoners over hoe ze willen wonen. Van winstmaximalisatie door de ontwikkelaars naar woonmaximalisatie door bewoners.
•
Betaalbare zelfbouw voor mensen met de smallere beurs.
•
Variatie en levendigheid in woningontwerp, met kansen voor duurzaamheid en combinaties van wonen en werken.
•
Grote betrokkenheid van bewoners bij woonen leefomgeving.
Zeggenschap over hoe je wilt wonen bij de bewoners zelf leggen.
Impressie gebied Vossenpels Toelichting Het vlottrekken van de woningmarkt is nodig, in de eerste plaats om mensen de kans te bieden op een goede woning. Maar ook vanuit economisch perspectief is een impuls in de woningbouw zeer gewenst. Eén van de projecten die we daarvoor inzetten is het stimuleren van (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap. Het zelf bouwen van een eigen huis. Het bouwen van een eigen huis is voor de
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: Gemeente: (2012-2015) (2012-2015) 400.000 800.000
Derden: (2012-2015)
85
meeste mensen geen gesneden koek. Het is meestal een “once-in-a-lifetime-event”. Dat genereert een grote behoefte aan informatie, ondersteuning, begeleiding en hulp in het bouwproces. De kosten daarvan vormen voor betaalbare zelfbouw een te hoge drempel.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
86
Nijmegen
Programma 7 : Sleutelproject Waalfront
Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Recht blijven doen aan de missie van het Waalfront: een nieuw kwalitatief stedelijk woonmilieu ten westen van het centrum, met hoogbouw en in mindere mate grondgebonden woningen , in de sectoren koop en huur. De ontwikkeling van het Waalfront is een belangrijk onderdeel van het overkoepelende project ‘Nijmegen omarmt de Waal’ . Het Waalfront maakt samen met de bouw van de stadsbrug en de revitalisering van NOK deel uit van de gebiedsontwikkeling Koers West.
Procesafspraken: Vaststellen aangepaste ontwikkelingsstrategie en Masterplan 1.2 met bijbehorende GREX 2012 die opnieuw recessieproof zijn ( medio 2012). Met als doel dat er meer organisch en flexibel ontwikkeld gaat worden, in kleinere eenheden. Dit kan consequenties hebben voor de contractafspraken.
Beoogde maatschappelijke effecten Een versterkte relatie tussen stad en rivier
Het creëren van een nieuw stedelijk woonmilieu, met nieuwe woontypologieën Transformatie gaat 15 a 20 jaar duren ipv 14. Hoofdstructuur Masterplan blijft overeind. Strategische ontwikkeling wordt volgtijdelijk bepaald door de kansen die zich voordoen in het gebied . Bij de tussentijdse evaluatie zullen de resultaten hiervan worden toegevoegd aan
Verwerving gronden , ca 15.000 m2 Verwervingstrajecten (circa 15.000 m2 ) zijn vrijwel afgerond. De beschikbaarheid voor een vervolg van het ontwikkelingstraject aan de westzijde van het plan lijkt daarmee een reële optie. Handelskade e e Bouwrijp maken Handelskade ( gepland : 1 en 2 kw 2012) Het vastgoed is inmiddels gesloopt. Thans worden voorbereidingen getroffen voor het saneren van de bodem en het slaan van damwanden . Realisatie circa 300 appartementen Fase 1 (start 2012) : bouw van ruim 180 appartementen en voorzieningen (bedrijfsvoorzieningen en mogelijk een hotel) op de ‘Handelskade’. Begin 2012 start de verkoop Fases 2 en 3 : beoogde start bouw vóór 2015, afhankelijk van de marktsituatie. Hergebruik industrieel erfgoed: onderzoek naar mogelijkheden om de silo van Honig een andere bestemming te geven. Stimuleren tijdelijk gebruik / ordening : zorgdragen dat in de periode waarin het bedrijventerrein wordt getransformeerd naar een woonomgeving in voldoende mate sprake is van een levendige en
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Creëren van een stedelijk hart van Nijmegen aan beide zijden van de Waal Een verbeterde verkeerssituatie voor bestaande wijken Optimaal ruimtegebruik door herstructurering en concentratie van verstedelijking Versterking van de leefbaarheid en vitaliteit van de wijken Waterkwartier en Biezen Problemen met luchtkwaliteit, geluidhinder en stank worden terug gedrongen Bijdragen aan de woningbouwopgaven en accommoderen van een voor de regio onderscheidend woonmilieu Realiseren van een hoge ruimtelijke kwaliteit en duurzame stedelijke ontwikkeling Realiseren van een energiezuinige woonwijk Duurzaamheid: door een integrale aanpak van het gehele gebied wordt de achteruitgang omgebogen naar vooruitgang
87
het contract.
leefbare situatie.
Energiezuinige wijk: EPL 8. Zichtbaar maken van de cultuurhistorische identiteit. Verbeterde kwaliteit leefomgeving omliggende wijken en het wegnemen van hindercirkels om woningbouw te realiseren. Accommoderen nieuwe werkgelegenheid. Toelichting Financieel gemeentelijk tekort die een provinciale bijdrage rechtvaardigt: Voor het Waalfront wordt gewerkt met een planexploitatie met een omvang van € 282 mln (GREX 2011). De belangrijkste opbrengsten komen daarbij uit de grondwaarden. Daarnaast is gerekend met een bedrag aan subsidies en bijdragen van € 104 mln; de gemeente neemt daarvan € 46.250.000,- voor haar rekening (via OZB inkomsten en reguliere stadsbegroting). De rest (dus €58 mln ) dient via externe subsidies te worden verworven. Het Rijk heeft daar met een bijdrage uit het Nota Ruimte budget €25 mln aan bijgedragen. Via de provincie is in de vorige GSO periode € 9 mln ontvangen. Voor de jaren 2012-2017 wordt gehoopt een totale provinciale bijdrage te ontvangen van € 14 mln. Na ontvangst van deze laatstgenoemde bijdrage resteert nog een tekort aan bijdragen van € 9 mln.
Samenwerkingspartner: Belangrijk uitgangspunt voor de haalbaarheid en het risicoprofiel is dat de gemeente Nijmegen voor de uitvoering van de planexploitatie Waalfront op 12 januari 2011 met het Bouwfonds Ontwikkeling B.V. (Bouwfonds) het Ontwikkelingsbedrijf Waalfront Beheer B.V. (OBW Beheer) heeft opgericht. Beide partijen participeren voor de helft in het financiële risico van het Waalfront. OBW Beheer heeft vervolgens samen met de commandieten Waalfront Beheer B.V. en Ontwikkelingsmaatschappij BWB M-O B.V. op 8 februari 2011 Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C.V. (OBW) opgericht. Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C.V. heeft ten doel het voor eigen rekening en risico (doen) uitvoeren van de Gebiedsontwikkeling van het plangebied Waalfront te Nijmegen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet Provincie: (2012-2015)
Gemeente: (2012-2015)
Derden: (2012-2015)
2008-2011: € 9 mln GSO
2008-2011: € 8 mln
2008-2011: € 25 mln Nota Ruimte
( eind 2011: nog € 5,5 mln)
2012-2015 : € 9 mln GSO ( bijdrage voor specifieke onderdelen)
2012-2015 : € 17 mln (bijdrage in totale kosten project)
2016-2017 : € 5 mln GSO
2016-2017 : € 850.000,Binnen de periode 2012-2015 is het
EU: € 173.000,Kraaijenhofpark
88
Infrastructuur: Realiseren van snelfietsroute Nijmegen Beuningen, start 2012 (cofinanciering vanuit bdu (mumgelden stadsregio) en gelden Gelders Fietsnetwerk (MIG gelden, provincie)); - Voetgangerstunnel onder de Hezelpoort, start 2012.
investeringsniveau voor het programma Waalfront ca. € 57 mln. Totaal voor 2006-2029: € 46.648.864
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
89
Bijlage bij aanvraag Sleutelproject Nijmegen omarmt de Waal / Waalfront 1. Projectbeschrijving Vanuit de wateropgave wordt een dijkverlegging bij Lent voorzien (basismaatregel uit de PKB Ruimte voor de Rivier). Hierdoor wordt de ruimtelijke kwaliteit van Nijmegen fors onder druk gezet. Dit stelt Nijmegen voor een ruimtelijke opgave die integraal moet worden aangepakt. Onder de noemer Nijmegen omarmt de Waal werkt Nijmegen toe naar een nieuw stadshart van de stad, aan beide zijden van de rivier. In de Nota Ruimte is de gebiedsontwikkeling van 'Nijmegen omarmt de Waal' aangewezen als kerngebied voor innovatieve economische/stedelijke ontwikkelingen. Een divers scala aan projecten levert bijdragen aan verbetering van de luchtkwaliteit, veiligheid van de rivier, sanering van slechte locaties en verbetering van de stedelijke en regionale bereikbaarheid. Binnen de context van Nijmegen omarmt de Waal zijn de projecten stadsbrug (inmiddels in aanbouw), revitalisering Noord- en Oostkanaalhavens (streefdatum 2015) en Waalfront (streefdatum 2022) gezamenlijk ingebed in een overkoepelende visie die is vastgesteld onder de noemer Koers West. Met de projecten in Koers West werkt Nijmegen aan de transformatie van het stadsdeel Nijmegen West in een mooie en duurzame wijk. Verschillende problemen aan de westzijde van Nijmegen vragen om aandacht: verkeers- en bereikbaarheidsproblemen met toenemende knelpunten op de snelwegen en toegangswegen naar de stad, verouderde bedrijfsterreinen, spanning tussen wonen en werken en een omvangrijke milieuproblematiek. Bedrijven in het gebied, in het bijzonder in het Waalfront, hebben geen expansiemogelijkheden meer op hun huidige locaties. Er vindt al jaren door private partijen geen vernieuwing meer plaats. Koers West is gericht op een integrale aanpak van de omvangrijke problematiek in Nijmegen-West en is een samenhangend geheel van projecten die als totaal de impuls vormen die nodig is om de negatieve spiraal in het gebied te doorbreken. Voor de realisatie van de stadsbrug heeft de provincie reeds haar (financiële) steun toegezegd. Hetzelfde geldt voor de revitalisatie van de NOK. Voor deze GSO periode wordt de financiële bijdrage van de provincie gelabeld aan te behalen prestaties in het Waalfront waarbij het verwerven van de gronden en de start van de Handelskade centraal staan (zie tabel). Procesafspraken worden specifiek voor het Waalfront gemaakt. Het project Waalfront betreft de transformatie van 33 hectare bedrijventerrein langs de zuidelijke Waaloever, ter hoogte van het stadscentrum van Nijmegen. Het gebied wordt getransformeerd van bedrijvenlocatie tot hoogwaardige woonlocatie, met circa 2.600 woningen en 29.800 m2 voorzieningen als horeca, cultuurplaatsen, woon-werkateliers en kleinschalige bedrijvigheid die past bij de woonfunctie van het gebied. Door de transformatie krijgen het leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit in dit deel van Nijmegen een forse impuls. Voor het realiseren van de woningen en de schone bedrijvigheid moet een aanzienlijk aantal milieuhinderlijke bedrijven worden verplaatst. Door op de relatief kleine oppervlakte een grote hoeveelheid woningen te bouwen, ontstaat een gebied met een binnenstedelijke woningdichtheid.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
90
2. Aangepaste koers voor Waalfront Afgelopen maanden zijn de plannen voor het Waalfront opnieuw tegen het licht gehouden. Aanleiding hiervoor is de economische crisis. Eerder zijn ook de plannen voor de Waalsprong al bijgesteld. Belangrijkste adviezen van de externe bureaus Fakton en Ecorys zijn om een aangepaste ontwikkelingsstrategie voor het Waalfront op te stellen en de grondexploitatie opnieuw te bekijken en recessieproof te maken. Het masterplan uit 2008 blijft in hoofdlijnen overeind en wordt op enkele onderdelen aangepast. In het gebied tussen grofweg het spoor, Weurtseweg, de nieuwe stadsbrug De Oversteek en de Waal staan ruim 2600 woningen en voorzieningen gepland. In 2008 werd hiervoor het masterplan Waalfront vastgesteld. Het Waalfront wordt ontwikkeld door Ontwikkelingsbedrijf Waalfront (OBW). Bouwfonds Ontwikkeling en de gemeente Nijmegen nemen hieraan beiden voor vijftig procent deel. Voor de eerste fase, ‘de Handelskade’, gaan Standvast Wonen en Bouwfonds Ontwikkeling in 2012 ruim 500 woningen bouwen. De verkoop hiervan start binnenkort
Masterplan blijft basis Het masterplan Waalfront bevat hoge ambities om het oude industriegebied ten westen van de binnenstad om te vormen in een woon-, werk- en recreatiegebied met nieuwe woonmilieus. Voor het college staan de opgave en missie van het Waalfront recht overeind. Dat betekent dat aan de ambitie van ‘Koers West’ wordt vastgehouden: het centrum van Nijmegen wordt verlengd naar de westzijde van de stad. Het college ziet het Waalfront als dé aantrekkelijke locatie voor Nijmegen om grenzend aan het centrum stedelijke woningbouw in relatief hoge dichtheden en gestapelde bouw te realiseren.
Second Opinion Maar het masterplan is opgesteld in een periode van hoogconjunctuur. Vandaar dat de aandeelhouders, gemeente en Bouwfonds, de Waalfrontplannen opnieuw hebben laten bekijken. Met de huidige economische crisis en veranderde omstandigheden moeten enkele onderdelen van het masterplan bijgesteld worden. Dat blijkt uit de second opinion opgesteld door Fakton en de managementletter met de alternatieve ontwikkelingsstrategie die Ecorys heeft gemaakt. De beide instellingen geven aanbevelingen om de grondexploitatie (GREX) recessieproof te maken.
Veranderingen Belangrijkste veranderingen in de ontwikkelingsstrategie is dat er meer organisch en flexibel ontwikkeld gaat worden, in kleinere eenheden. Dat wil zeggen dat er iedere keer goed afgewogen wordt waar de kansen liggen, zo nodig plannen op worden aangepast en minder in vooraf bepaalde blauwdrukken wordt gewerkt. Daarbij wordt er goed gekeken naar het soort woningen waar behoefte aan is. Op dit moment zijn er bijvoorbeeld teveel woningen gepland in het dure koopsegment. Ook zal er een langere doorlooptijd zijn dan 2024. In de komende periode tot aan de zomer van 2012 wordt onderzocht of er meer huurwoningen moeten komen, waar die in het gebied geplaats kunnen worden en of de totale bouwplanning moet worden aangepast. De relatief dure elementen uit het masterplan (zoals het fort, de kade, de Waalfrontweg, het eiland etc.) worden later uitgevoerd. Voor het stimuleren van de woningverkoop zullen de komende jaren meer marktconforme grondprijzen worden gehanteerd. Op 12 en 19 oktober hebben, vanwege de bedrijfsgevoelige informatie, de besprekingen met de raad in besloten vergadering plaatsgevonden. Nu is het tijd om de raad ook in de openbaarheid te informeren. De planning is om voor de zomer van 2012 de aangepaste ontwikkelingsstrategie en de bijbehorende GREX 2012 vast te stellen.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
91
Dit neemt niet weg dat de gemeente om strategische redenen bovengenoemde 15.000 m2 gronden wenst te verwerven, die in het kader van de WVG aan haar zijn aangeboden. Hiermee behoudt de gemeente de totale regie van het gebied in eigen beheer.
3. Stand van zaken uitvoering tot en met 2015 én doorkijk naar 2017 Handelskade Bouwrijpmaken: e e 2012: Het bouwrijpmaken van de Handelskade, het eerste plandeel van Waalfront Nijmegen, wordt gestart (1 en 2 kwartaal 2012). Het fiscaal bouwrijpmaken van de Handelskade is een kostbare en ingewikkelde aangelegenheid. Het gaat over landaanwinning. Er moet gewerkt worden met hoge en lage kades, dus met dubbele damwanden. Deze kunnen niet met groutankers worden verankerd. Er moet dus een oplossing gevonden worden om stabiliteitsproblemen in de toekomst te vermijden. De damwandconstructie moet vervolgens opgevuld worden met heel veel m3 zand. Voorts moet het voormalige Gelderlanderterrein gesloopt en gesaneerd worden. Onderzoek moet worden gedaan in kader van archeologie en NGE. De aanwezigheid van het spoor werkt kostenverhogend. Ook het feit dat de haven open moet blijven , er waterstandsschommelingen zijn en er een vervuiling aanwezig is in de bodem maakt het project complex en kostbaar. Realisatie appartementen: In totaal komen er naast de ca.550 huur en koopappartementen (voor diverse doelgroepen in verschillende prijsklassen), 4000 m2 commerciële voorzieningen (restaurants en bedrijfsruimte) en ca 550 gebouwde parkeerplaatsen (realisatie 2012/2017) De verkoop van de eerste woningen start begin 2012. Woningen worden in 3 fases opgeleverd. e Op 1 juli 2012 zal worden gestart met de bouw van de parkeergarage en de bouw van de 1 fase van ca 180 appartementen (verkoop start in eerste kwartaal 2012. De start van de bouw begint aan de Waalzijde.) 2013 beoogde start bouw van fase 2, circa 180 appartementen 2014 beoogde start bouw van fase 3, wederom circa 180 appartementen 2015/2016 Doorloop oplevering woningen. Voorzieningen worden gerealiseerd in de plint van het gebouw. De doorkijk naar 2017 hangt af van de strategische ontwikkeling die wordt gekozen en de kansen die zich zullen voordoen. Bij de eerstvolgende evaluatie kan hierover meer duidelijkheid worden gegeven.
4. Programma-onderdelen voor provinciale bijdrage Een mogelijke provinciale GSO bijdrage 2012-2015 zal met name worden ingezet voor de volgende programmaonderdelen:
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
92
Fortlandschap, De Dijkhoven en de Handelskade.
5. Is er sprake van een financieel gemeentelijk tekort die een provinciale bijdrage rechtvaardigt? Ja. Voor het Waalfront wordt gewerkt met een planexploitatie met een omvang van € 282 mln (GREX 2011). De belangrijkste opbrengsten komen daarbij uit de grondwaarden. Daarnaast is gerekend met een bedrag aan subsidies en bijdragen van € 104 mln; de gemeente neemt daarvan € 46.250.000,- voor haar rekening (via OZB inkomsten en reguliere stadsbegroting). De rest (dus €58 mln ) dient via externe subsidies te worden verworven. Het Rijk heeft daar met een bijdrage uit het Nota Ruimte budget €25 mln aan bijgedragen. Via de provincie is in de vorige GSO periode € 9 mln ontvangen. Voor de jaren 2012-2017 wordt gehoopt een totale provinciale bijdrage te ontvangen van € 14 mln. Na ontvangst van deze laatstgenoemde bijdrage resteert nog een tekort aan bijdragen van € 9 mln.
6. Risico ongeoorloofde staatssteun niet aanwezig Samenwerkingsovereenkomst Waalfront, tussen gemeente en Rabo Vastgoed dd 27 november 2007: Bij de aankoop en het bouwrijp maken van de Handelskade is gekozen voor de volgende juridische constructie (zie art 13 en 14 SOK) : - de gemeente verwerft en beheert de gronden in Waalfront; - daarna maakt de gemeente fiscaal bouwrijp; - deze gronden worden geleverd aan de OBW; - vervolgens verricht OBW als grondexploitant de nodige werkzaamheden om het volledig bouwrijp te maken; - daarna worden deze gronden door de OBW verkocht tegen marktconforme condities aan diverse marktpartijen (in dit geval van de Handelskade Ontwikkelingscombinatie Handelskade VOF); - de OBW zal voor haar rekening en risico het exploitatie gebied woonrijp maken; - indien en voorzover de openbare voorzieningen zijn gelegen in onroerende zaken die in eigendom zijn van de gemeente, zal de gemeente hiervoor een vergoeding ontvangen gelijk aan de ontstane kostprijs van die voorzieningen; - pas daarna wordt de verdere opstalontwikkeling aan de marktpartij overgelaten. De externe subsidies worden ingezet niet alleen voor verwervingen, maar ook voor de kosten van het fiscaal bouwrijp maken van bouwpercelen en de woonrijp-maak kosten in het openbaar gebied. Daarom is in dit geval geen sprake van ongeoorloofde staatssteun. Mbt de aanbesteding zal het OBW de gemeentelijke en Europese aanbestedingsregels in acht nemen, zie art 16 SOK.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
93
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
94
Bijlage 6: Programma stadscontract Doesburg KSB-3 Doesburg Programma 1: versterking economische structuur Doel(en) •
Toename van cultuurtoerisme in Doesburg en de subregio’s Arnhem Noord, de Liemers en de regio Achterhoek.
•
Verbinding leggen tussen natuur en landschap, recreatie, cultuurhistorie en industrieel erfgoed in de (sub)regio. Verbinding leggen met het recreatief routenetwerk langs de rivieren en erfgoedrecreatie in het Gelders Arcadie.
•
•
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
Beoogde maatschappelijke effecten
Thema: toeristisch-recreatieve infrastructuur en voorzieningen langs de rivieren Het gebied van de voormalige betoncencentrale in Doesburg is opnieuw ingericht (project Turfhaven) en daaruit voortvloeiend:
•
Versterking van de identiteit van de regio waardoor een betere concurrentiepositie wordt verkregen.
•
Versterking economische structuur.
-De ontwikkeling van circa 2000m2 bedrijfsvloeroppervlak voor nieuwe werkgelegenheid;
•
Beter florerende middenstand in Doesburg en de gemeenten langs de Gelderse IJssel en de Oude IJssel.
•
Zorgen voor een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat waardoor krimp in de subregio wordt tegengegaan.
•
Herstel en betere beleving van historische waarden in het kader van het Hanze-erfgoed.
-Toevoeging van tenminste één horecabedrijf aan de oever van de Gelderse IJssel. -Aanleg van circa 140 parkeerplaatsen in Doesburg, waardoor de historische binnenstad beter bereikbaar wordt.
Betere bekendheid van het landschappelijk gebied langs de Gelderse IJssel en de Oude IJssel, de cultuurhistorische elementen en de toeristische mogelijkheden van Doesburg en omgeving.
-Uitbreiding van de havencapaciteit naar 90 ligplaatsen in Doesburg waardoor toename van de verblijfsrecreatie wordt gerealiseerd.
Beter benutten van de Gelderse IJssel als toeristisch economische trekker in samenwerking met de gemeenten Rheden,
-Een nieuw toeristisch opstappunt waar fiets- en wandelroutes starten en eindigen, in aansluiting op het recreatief routenetwerk langs de rivieren (IJsselkopproject) en een goede aanlooproute van de Turfhaven, langs het Arsenaal e (15 eeuws Mariengraveklooster) naar het historische
-Behoud en restauratie van een karakteristiek bedrijfsgebouw (loods van de Gelderse Tramwegen), alsmede behoud van een stuk industrieel erfgoed langs de Gelderse IJssel in Doesburg.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
95
Brummen, Bronckhorst en Zutphen (“Hanzesteden langs de IJssel”: ook in Zutphen wordt het oude havengebied opnieuw ingericht) •
Toename van recreatievaart en de verblijfsrecreatie.
•
Toename van werkgelegenheid in de subregio’s Arnhem Noord en de Liemers, en de regio Achterhoek.
centrum. -Een centraal gelegen OV-opstappunt met snelle verbindingen naar Station Dieren en Arnhem. -Uitbreiding wandel/fiets/kanoroutes in en om Doesburg (rondje(s) Doesburg), aansluitend op bestaande fiets/wandel/kanoroutes richting Rheden, Zutphen, Zevenaar, Bronckhorst, Doetinchem. -Samenwerking tussen de havens/kades in Rheden, Doesburg, Bronkhorst, Brummen en Zutphen: -Er is een watertaxi tussen de dorpen en de steden langs de Gelderse IJssel, Oude IJssel en de Rijn. Thema: Cultuurhistorie als drager van toeristische ontwikkeling Behoud en restauratie van de Commanderij, een uniek en karakteristiek gebouw uit 1286 (één van de twee overgebleven commanderijen van de Ridderlijke Duitsche Orde in Nederland). Internationaal bekend museum (Laliquemuseum) heeft een goed onderkomen gekregen in de Commanderij. De vestingwerken zijn opgeknapt, beter zichtbaar en vertellen hierdoor beter de geschiedenis van Doesburg. Aantrekkelijke wandelroutes in Doesburg langs historische elementen. Toename van toeristme in/naar de subregio’s (Arnhem Noord en Liemers), regio Achterhoek en Doesburg, resulterend in een toename van vakantieboekingen, overnachtingen en bestedingen.
Toelichting
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Middeleninzet
96
Inhoud: zie de bijbehorende notitie Kleine Stedenbeleid 3 gemeente Doesburg. Financiën: vanwege de regionale betekenis van de Turfhaven en de aansluiting op het recreatief routenetwerk langs de rivieren worden voor dit project, naast KSB-budget ook middelen via het regiocontract van de Stadsregio gevraagd. Deze middelen samen zijn echter nog niet voldoende om de herontwikkeling van de Turfhaven in zijn totaliteit te kunnen uitvoeren. Het project zal daarom gefaseerd uitgevoerd worden. Het bestemmingsplan gaat binnenkort in procedure. Voor de onderdelen waarvoor middelen beschikbaar zijn, kan de uitvoering worden gestart. In de tussentijd zullen de resterende middelen gezocht worden. Met diverse samenwerkingspartners zijn gesprekken gaande over financiële bijdragen voor restauratie van cultuurhistorische elementen. Dat zijn: -stichting tot behoud en restauratie van de Commanderij van Doesburg -stichting Stadsherstel -Staatsbosbeheer -Ridderlijke Duitsche Orde -Gestichten van Weldadigheid.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Provincie: (2012-2015)
Gemeente (2012-2015) (opgenomen in gemeentebegroting):
Derden: (2012-2015)
Turfhaven € 900.000,-
Turfhaven € 3.165.000,-
Turfhaven € 2.600.000,-
Cultuurhistorie € 700.000,-
Cultuurhistorie € 970.000,-
Cultuurhistorie € 1.300.000,-
Totaal: € 1.600.000,-
Totaal: € 4.135.000,-
Totaal: € 3.900.000,-
97
KSB-3 Doesburg Programma 2: woon- en vestigingsklimaat in relatie tot demografische ontwikkelingen Doel(en)
Beoogde resultaten (= voorgenomen uitvoeringsprojecten)
•
De accommodatie van de lokale voetbalvereniging is gecentraliseerd (van 2 naar 1 locatie), opgeknapt en geschikt gemaakt voor multifunctioneel gebruik (buitenschoolse opvang, onderwijs, wijkactiviteiten, seniorensport, gehandicaptensport).
•
•
•
•
Structuurversterking van de stad door het realiseren van een goed woonklimaat met voldoende voorzieningen voor jongeren en gezinnen. Realiseren van een goede sportinfrastructuur (‘Stevige Sportbasis’) en het bevorderen van een gezond (sportief) leefpatroon Inspelen op de vergrijzing: zorgen voor voldoende voorzieningen voor de ouderen in Doesburg. Bevorderen van arbeids- en maatschappelijke participatie en verminderen van schooluitval. Verhoging van de weerbaarheid van de beroepsbevolking.
Toevoeging van zorgappartementen en verpleeghuisplaatsen naar lokale behoefte door nieuwbouw van woonzorgcentrum St. Elisabeth aan de Kloosterstraat. Herinrichting van het plein grenzend aan het nieuwe St. Elisabeth, het Maartenshof, en het Arsenaal, zodat ook het Arsenaal beter zichtbaar wordt. De Buurtacademie is een voorziening waar cursussen, servicediensten en ontmoetingsactiviteiten worden georganiseerd die ervoor moeten zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. In de Buurtacademie worden vrijwilligers georganiseerd en opgeleid voor het verlenen van zorg, ondersteuning en hulp aan oudere en kwetsbare inwoners. Indien mogelijk is de bibliotheek verhuisd naar de Linie en is daarmee een goede combinatie met de Buurtacademie tot stand gebracht. Bijstandsgerechtigden zijn uitgestroomd naar werk of als vrijwilliger actief geworden op diverse plekken, waaronder de zorg. Per jaar hebben 15 jongeren zonder startkwalificatie en/of werklozen deelgenomen aan het project Bouwen aan je Toekomst (botenbouwproject) en zijn uitgestroomd naar een opleiding en/of werk.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
Beoogde maatschappelijke effecten •
Inspelen op demografische ontwikkelingen.
•
Vergroten van leefbaarheid en sociale cohesie in de wijk.
•
Zorgen voor een goed woon- en vestigingsklimaat waardoor jongeren en gezinnen niet wegtrekken, maar zich juist graag willen vestigen in Doesburg.
•
Bijdragen aan een vitale samenleving.
•
Verbindingen leggen tussen re-integratie, educatie, inburgering en de Wmo, waardoor de beschikbare middelen slimmer ingezet worden.
•
Ouderen krijgen de zorg die ze nodig hebben en behouden van kwaliteit van leven.
•
De mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt is verminderd. Er wordt goed ingespeeld op de veranderende vraag van de arbeidsmarkt. Er is minder schooluitval.
98
Toelichting
Middeleninzet
Inhoud: zie de bijbehorende notitie Kleine Stedenbeleid 3 gemeente Doesburg.
Provincie: (20122015)
Gemeente: (2012-2015) (opgenomen in gemeentebegroting):
Derden: (2012-2015)
Centralisatie voetbalvereniging: € 230.000,00
Centralisatie voetbalvereniging: € 230.000,00
Centralisatie voetbalvereniging: PM
Impuls multifunctioneel gebruik voetbalaccommodatie € 50.000,-
Impuls multifunctioneel gebruik voetbalaccommodatie € 50.000,-
Buurtacademie/ decentralisaties € 100.000,-
Buurtacademie/ decentralisaties € 552.000,-
Bouwen aan je Toekomst € 100.000,-
Bouwen aan je Toekomst € 20.000,-
Bouwen aan je Toekomst € 100.000,(verkoop schip door Stichting)
Kloosterstraat e.o. € 200.000,-
Kloosterstraat e.o. € 200.000,-
Kloosterstraat e.o. € 13.100.000,(nieuwbouw)
Totaal € 680.000,-
Totaal € 782.000,-
Totaal € 13.200.000,-
Financiën: Voor de centralisatie van de voetbalvereniging en het geschikt maken van de accommodatie voor multifunctioneel gebruik wordt tevens uitgegaan van cofinanciering van derden: • Gestichten van Weldadigheid; • Ridderlijke Duitsche Orde (gehandicaptensport) • Fondsen/bedrijfsleven.
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen
99
Bijlage 7: Overzicht ingediende formats Regioprogramma
Regioprogramma 2012-2015 Stadsregio Arnhem Nijmegen