CONCEPT
ONDERSTEUNINGSPLAN SWV Utrecht PO 2014-2018
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 - INLEIDING5 1.1 Status, kenmerken en functie van het ondersteuningsplan 1.2 Wettelijk kader Dekkend netwerk voor alle leerlingen Goed onderwijs op de scholen Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) Passend (handelingsgericht) arrangeren naar( specifieke) onderwijsvoorzieningen 1.3 Planperiode
HOOFDSTUK 2 - VISIE
5 6 6 6 7 7 8
9
2.1 Bestuurlijke visie op passend onderwijs 9 Scheiding bestuur en toezicht 10 Besluitvorming 10 2.2 Visie op passend onderwijs en onderwijsondersteuning 11 Sterke basis: 12 Steun waar nodig:12 Speciaal als het moet: 12
HOOFDSTUK 3 – PASSEND ONDERWIJS 3.1 Schoolondersteuningsprofielen 3.2 Vormgeving zorgplicht 3.3 Sterke basis Basisondersteuning 3.4 Steun waar nodig Advisering en ondersteuning Ondersteuning/advies bij de arrangeerroute Arrangementen Arrangeerroute Toedeling onderwijsondersteuning en middelen 3.5 Speciaal als het moet 3.6 Meldpunt Passend Onderwijs 3.7 Team Passend Onderwijs 3.8 De toelaatbaarheidscommissie 3.9 De adviescommissie bezwaren 3.10 Expertiseteam Advisering en ondersteuning Hulp bij het aanvragen van een arrangement / toelaatbaarheid speciale onderwijsvoorzieningen. Leerlingen met epilepsie Leerlingen cluster 2 Leerlingen cluster 1 Zieke leerlingen 3.9 Zorgplatform 2-4 jarigen
13 13 13 14 14 15 16 16 16 18 19 20 20 21 21 21 21 22 23 23 23 24 24 24
2
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
HOOFDSTUK 4 – BEOOGDE RESULTATEN
4.1 Doelstellingen en actieplannen ‘Goed voor elkaar’
HOOFDSTUK 5 – ORGANISATIE SAMENWERKINGSVERBAND
5.1 Inrichting organisatie Samenwerkingsverband. 5.3 Ondersteuningsplanraad 5.4 Samenwerking ketenpartners
HOOFDSTUK 6 – PROCESSEN
6.1 Inrichten systeem en cyclus van kwaliteitsondersteuning 6.2 Evaluatiegegevens
HOOFDSTUK 7 – KWALITEITSZORG
7.1 Monitoring en evaluatie Ondersteuningsplan Activiteitenplan en evaluatie Systeem voor monitoring Evaluatie van het SWV door de scholen Activiteitenplan en evaluatie Bestuursverslag Functioneren medewerkers SWV Inspectie van het onderwijs
HOOFDSTUK 8 – OUDERS
8.1 8.2 8.3 8.4
Sterke positie van ouders in het SWV Ouders als educatieve partner Samenwerking tussen ouders en school Meldpunt passend onderwijs voor ouders
HOOFDSTUK 9 – FINANCIËN 9.1 Veranderingen in financiering 9.2 Financieel beleid 9.3 Kengetallen 9.4 Inkomsten 9.5 Uitgaven 9.6 Meerjarenbegroting Gebruikte termen Gegevens
25 25
27 27 29 29
30 30 31
32 32 32 32 32 32 33 33 33 33
34 34 35 35 35
36 36 36 38 38 39 40 41 42
3
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
4
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
1.1 Status, kenmerken en functie van het ondersteuningsplan Ieder samenwerkingsverband is verplicht een ondersteuningsplan op te stellen. In het ondersteuningsplan staat hoe het samenwerkingsverband passend onderwijs gaat realiseren. De inhoud van het ondersteuningsplan bestaat onder andere uit:
HOOFDSTUK 1 - INLEIDING Op 1 augustus 2014 treedt de wetswijziging Passend Onderwijs in werking. Alle scholen voor primair onderwijs in de gemeente Utrecht maken dan deel uit van het Samenwerkingsverband Utrecht Primair Onderwijs (SWV Utrecht PO) (uitgezonderd de scholen van cluster 1 en 2). De regiogrens van het SWV is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de gemeentegrens van Utrecht. Het samenwerkingsverband met het nummer 26.01 heeft als officiële naam Stichting Samenwerkingsverband Utrecht Primair Onderwijs. Het SWV Utrecht PO krijgt geleidelijk de beschikking over alle middelen voor de lichte ondersteuning (voorheen WSNS) en de middelen voor de zware ondersteuning (voorheen SObekostiging en LGF).
• De wijze waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning wordt georganiseerd met als doel dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. • De procedure en de criteria voor de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting. • De procedure en criteria voor de toelaatbaarheid en plaatsing van leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal onderwijs, met inbegrip van de advisering daaromtrent. • De procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing en overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen van scholen voor speciaal onderwijs. • De wijze van inrichting van een adviescommissie inzake de behandeling van bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband. • De wijze waarop is voorzien in informatieverstrekking aan ouders, met inbegrip van informatie over ondersteuningsvoorzieningen, de wijze waarop persoonsgegevens mogen worden gebruikt en worden verwerkt en beschermd. Het ondersteuningsplan wordt eerst besproken in een op overeenstemming gericht overleg tussen het bestuur van het samenwerkingsverband en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Tevens heeft er overleg over het concept-ondersteuningsplan plaatsgevonden met het samenwerkingsverband van het Voortgezet
5
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Onderwijs. Daarna wordt het ondersteuningsplan ter instemming voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad (OPR). De ondersteuningsplanraad bestaat uit ouders en personeel van de Medezeggenschapsraad (MR) van scholen. Daarna stemt het Algemeen Bestuur in met het ondersteuningsplan.
organiseert op een andere school. De scholen ontwikkelen een schoolondersteuningsprofiel (SOP), zodat er zicht is op de mogelijkheden van andere basisscholen dan wel van scholen voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs (S(B) O). De specifieke onderwijsvoorzieningen in de gemeente Utrecht zullen apart in kaart worden gebracht, zodat iedereen snel zicht heeft op alle mogelijkheden. Daarnaast is er een sociale kaart en een nauwe samenwerking met het Buurtteam Jeugd en Gezin om de arrangementen van de scholen te versterken met de benodigde ondersteuning. Het is de taak van alle professionals om thuiszittende leerlingen, of waar thuiszitten dreigt, direct te melden bij het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband kan ofwel door bemiddeling ofwel door tijdelijke extra ondersteuning- in samenwerking met de participerende besturen - het thuiszitten voorkomen. Het samenwerkingsverband organiseert waar nodig de samenwerking met specifieke onderwijsvoorzieningen, leerplicht en de zorgpartners. Het samenwerkingsverband primair onderwijs heeft momenteel, voor de invoering van passend onderwijs, slechts incidenteel en voor een korte periode te maken met thuiszittende leerlingen. Dit illustreert dat er in de gemeente Utrecht al een dekkend onderwijscontinuüm is voor onze huidige leerlingenpopulatie. De grootste uitdaging in het dekkend netwerk is niet het creëren van nieuwe voorzieningen, maar het sneller kunnen schakelen tussen voorzieningen. Het is nodig dat de basisvoorzieningen (basiskwaliteit) goed zijn en wanneer er toch handelingsverlegenheid ontstaat op een school er snel extra ondersteuning voor handen is.
1.2 Wettelijk kader Het samenwerkingsverband1 beoogt dat scholen in de gemeente Utrecht een onderwijsaanbod verzorgen dat is afgestemd op de leerlingen van de school en populatie uit de eigen wijk/buurt. Het samenwerkingsverband wil dat leerlingen zoveel mogelijk thuisnabij naar school kunnen gaan. In dit verband dient opgemerkt te worden dat ouders een vrije schoolkeuze hebben en thuisnabij ook kan betekenen dat er nog sprake kan zijn van langere reistijd door de stedelijke of regionale functie van een ‘thuis’ nabije school. Het samenwerkingsverband streeft naar een optimale samenwerking tussen de verschillende scholen om zo een sluitend onderwijscontinuüm te realiseren waarin voor iedere leerling een passende plek is. Het samenwerkingsverband realiseert de volgende doelstellingen: • Dekkend netwerk voor alle leerlingen. • Goed onderwijs op de scholen. • Passend handelingsgericht arrangeren naar specifieke onderwijsvoorzieningen. • Handelingsgericht werken. • Budgettaire beheersbaarheid en transparantie. • Afstemming met andere sectoren.
Goed onderwijs op de scholen Het bestuur van het samenwerkingsverband vindt de kwaliteit van onderwijs de belangrijkste pijler van passend onderwijs. Alle leerlingen profiteren van een goede kwaliteit, maar leerlingen met een ondersteuningsbehoefte zijn nog sterker afhankelijk van goed onderwijs. Passend onderwijs vraagt een continue investering in goede didactische kwaliteiten van leerkrachten, een pedagogisch klimaat met hoge verwachtingen en een schoolcultuur waarin resultaten op alle niveaus zichtbaar worden gemaakt (referentiekader, 2011)2. De leerkracht speelt dus een grote rol in het aanbieden van
Dekkend netwerk voor alle leerlingen De wetswijziging verplicht het samenwerkingsverband om per 1 augustus 2014 voor alle leerlingen een passende onderwijsplek te organiseren. Deze plicht is verankerd in de wet, waarin staat dat het bevoegd gezag van de school verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zorgplicht. Zorgplicht betekent dat een school de aangemelde leerling met extra ondersteuningsvragen zelf een passend onderwijsaanbod biedt of een onderwijsaanbod 1 Daar waar samenwerkingsverband (of SWV) staat vermeld in de tekst wordt bedoeld het bestuur van het SWV of de organisatie van het SWV (‘het bureau’) die in opdracht van het bestuur werkzaamheden uitvoert. Daar waar dat in de tekst anders wordt bedoeld of onduidelijkheid kan geven wordt dit aangegeven.
2
PO raad
6
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
een passend onderwijsaanbod. De mate van onderwijsbehoeften en hoe zichtbaar de behoeften worden in een klas heeft mede te maken met de capaciteit van de leerkracht. Het schoolbestuur en de directeur van de school zijn verantwoordelijk voor deze kwaliteit van het primair proces. De organisatie van samenwerkingsverband (‘het bureau’) ondersteunt de verschillende besturen door kennisuitwisseling over goed onderwijs. Een van
de instrumenten van het samenwerkingsverband is de verplichting van iedere basisschool om een schoolondersteuningsprofiel zichtbaar te maken. In het onderwijsprofiel expliceert de school o.a. de aanpak in de klas en het bekwaamheidsniveau van leerkrachten. Daarbij wordt in het onderwijsprofiel gebruik gemaakt van inspectie-eisen. Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) Het schoolondersteuningsprofiel is gericht op het onderwijs in de klas op het gebied van het onderwijsaanbod, de leertijd, het didactisch handelen, het pedagogisch handelen en het klassenmanagement. In het SOP staat ook de planmatige aanpak
van schoolontwikkeling beschreven. Het expliciteren van deze kennis geeft inzicht voor de school zelf, maar ook inzicht voor de scholen in de buurt. Het transparant maken van de schoolondersteuningsprofielen op het niveau van het samenwerkingsverband maakt leren van elkaar mogelijk. Het samenwerkingsverband geeft door middel van projecten, netwerken, intervisies en de schoolnabije begeleiding van het team Passend Onderwijs (zie 3.5), ondersteuning aan het continue aanscherpen van het onderwijsaanbod dat is afgestemd op de leerlingen van deze school en de leerlingen uit hun wijk. Het huidige niveau van expertiseontwikkeling en deling kan verder uitgebreid worden nu het speciaal onderwijs ook een onderdeel wordt van het samenwerkingsverband. De collega’s van de S(B)O-scholen kunnen de basisscholen ondersteunen als het gaat om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De nauwere samenwerking is ook belangrijk in de gekozen werkwijze bij het passend arrangeren.
Passend (handelingsgericht) arrangeren naar( specifieke) onderwijsvoorzieningen De focus van het bestuur het samenwerkingsverband is dat iedere basisschool een goed onderwijsaanbod heeft voor de leerlingen van hun school en populatie uit de eigen wijk. Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij naar school kunnen gaan. In sommige situaties is extra ondersteuning echter noodzakelijk. Het kan daarbij gaan om extra ondersteuning op de basisschool of een (tijdelijke) plaatsing op het S(B)O. In het eerste geval ondersteunt het SWV, middels arrangementen, de basisschool. De scholen zijn autonoom om deze ondersteuning op maat in te zetten. In het tweede geval is er sprake van een schoolwisseling. Bij een schoolwisseling naar een speciale onderwijsvoorziening (SBO/SO) controleert het samenwerkingsverband of alle partijen in de gekozen oplossing gehoord zijn. Het samenwerkingsverband geeft in het geval van een gezamenlijke oplossing toestemming om de ondersteuning in te zetten middels het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring. Aangezien alle betrokken partijen in het plan een rol spelen, kan veel sneller dan in het huidige systeem tot uitvoering worden over gegaan. Bij een tijdelijke plaatsing kunnen de scholen in korte lijnen afspraken met elkaar maken en die informatie uitwisselen die voor de inzet van de extra ondersteuning nodig is. In
7
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
de afspraken is bij de start ook het (mogelijke) moment van terugplaatsing vastgelegd. Het samenwerkingsverband maakt samen met de scholen een procedure om het traject van tijdelijke plaatsing soepel te laten verlopen. Passend handelingsgericht arrangeren is een verdeelmodel voor de ondersteuningsmiddelen voor samenwerkingsverbanden. Het passend arrangeren ondersteunt de inhoudelijke wens van het samenwerkingsverband om scholen te stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te bieden. Passend arrangeren gaat er vanuit dat een deel van het totale beschikbare ondersteuningsbudget van het samenwerkingsverband verdeeld wordt over de besturen. De besturen krijgen daarmee zeggenschap over deze ondersteuningsmiddelen om de Utrechtse standaard voor basisondersteuning te realiseren.
1.3 Planperiode Het ondersteuningsplan wordt gemaakt voor een periode van vier jaar en heeft derhalve een looptijd tot 1 mei 2018. Het ondersteuningsplan wordt ieder jaar voor 1 mei geëvalueerd, geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. Derhalve zal het eerste ondersteuningsplan worden geëvalueerd voor 1 mei 2015. Nieuwe ontwikkelingen worden direct opgenomen in het ondersteuningsplan, waardoor het ondersteuningsplan altijd de actuele informatie bevat. De genoemde doelstellingen en het activiteitenplan schuiven mee, waardoor er altijd sprake is van een lange termijn beleid met een concreet uitgewerkt eerste jaar. Na iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijke kader.
8
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
2.1 Bestuurlijke visie op passend onderwijs In juni 2013 heeft het bestuur van het samenwerkingsverband SWV Utrecht PO de volgende visie geformuleerd:
HOOFDSTUK 2 - VISIE In het hoofdstuk visie wordt de visie van het SWV Utrecht PO nader beschreven. In paragraaf 2.1 wordt de bestuurlijke visie op passend onderwijs verwoord. In paragraaf 2.2 zal de bestuurlijke visie worden vertaald naar de onderwijsinhoudelijke uitgangspunten. In de laatste paragraaf wordt het motto van het SWV Utrecht PO “goed voor elkaar” nader toegelicht.
Bestuurlijke verantwoordelijkheid De schoolbesturen in het SWV PO Utrecht hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om goed onderwijs te realiseren en ondersteuningsbehoeften voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dat zijn niet alleen leerlingen die op de (speciale) basisscholen zitten maar ook de leerlingen van het speciaal onderwijs (na verwijzing maar ook via een rechtstreekse instroom). Regulier versus Speciaal Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat leerlingen de extra ondersteuning krijgen die bij hen past. Het speciaal (basis)onderwijs is geen doel op zichzelf maar bedoeld voor die leerlingen waarvan het SWV (middels de toelaatbaarheidscommissie) vaststelt dat voor hen deze plaatsing het meest passend is. Ook het bieden van de extra ondersteuning in het regulier onderwijs is geen doel op zich. Regulier onderwijs is niet altijd voor alle leerlingen de beste plek. Kwaliteit basisonderwijs Het is van groot belang om te blijven investeren in de kwaliteit van leerkrachten, zodat het handelingsrepertoire van regulier onderwijspersoneel zich blijft ontwikkelen. De schoolbesturen zijn ieder voor zich hiervoor ver antwoordelijk en zijn binnen het bestuur van het samenwerkingsverband aanspreekbaar op het realiseren van de basisondersteuning volgens de Utrechtse standaard. Focus samenwerkingsverband Binnen het samenwerkingsverband is de focus met name gericht op het vergroten van de handelingsbekwaamheid van leerkrachten in het regulier onderwijs in de omgang met leerlingen. Voorkomen moet worden dat leerlingen te laat worden verwezen naar speciaal (basis)onderwijs. Kwaliteit speciaal onderwijs De schoolbesturen die ook speciaal (basis) onderwijs in stand houden zijn verantwoordelijk
9
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
voor de kwaliteit van dit onderwijs. De ambitie is om leerlingen uit Utrecht ook binnen Utrecht passend onderwijs binnen cluster 3 en 4 te geven. Vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een dekkend aanbod is het SWV ook betrokken bij dit proces. Om deze visie in de praktijk vorm te geven, worden de volgende gemeenschappelijke (schoolbesturen, bestuur van het SWV en gemeente) uitgangspunten gehanteerd: • De ontwikkelings- en onderwijsbehoeften van het kind staan centraal. We stellen ons de vraag: wat heeft een positief effect op het kind? • Het SWV richt zich op de wisselwerking en afstemming tussen kind, gezin en school. Vanuit zowel zorg voor de jeugd als passend onderwijs wordt gekeken naar het kind en zijn/haar context en de onderlinge interacties. Maatwerk is standaard. • De aangesloten besturen van het SWV sluiten aan bij het primaire proces van opvoeding en onderwijs: ouder(s) en leerkracht(en) doen ertoe. Wat hebben zij nodig om het kind te kunnen bieden wat het nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen? • Er wordt integraal samengewerkt tussen zorg en onderwijs. Outreachend, preventief en curatief. Voor zover mogelijk dichtbij en generalistisch. • Er wordt systematisch, doelgericht en transparant gewerkt. Opbrengsten worden systematisch geëvalueerd. • Binnen het SWV wordt niet òver maar mèt kind en ouders gesproken. Samen met de ouders worden afspraken gemaakt over de ondersteuning die aansluit bij vragen en
mogelijkheden van kinderen, gezinnen en hun omgeving. Scheiding bestuur en toezicht De wet Goed Bestuur, met name de scheiding van bestuur en intern toezicht, is met de inwerkingtreding van de wet passend onderwijs ook van toepassing op het bestuur van het SWV. Het bestuur van het SWV heeft gekozen voor een bestuur/directie model. Dit is een vorm van functionele scheiding. In de akte van oprichting is bepaald dat het SWV is opgericht als een stichting. De deelnemende besturen hebben een aansluitingsovereenkomst getekend. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de instandhouding van het SWV en heeft de rol van intern toezichthouder. Er is vanuit het bestuur van het SWV gekozen voor het model van een toezichthoudend bestuur en een directeur met een ruim mandaat waarbij de meeste bestuursbevoegdheden worden gemandateerd of gedelegeerd aan de directeur van het SWV. Het bestuur keurt de begroting, het ondersteuningsplan en het jaarverslag goed en bewaakt daarbij de koers van het SWV. Het bestuur ontwikkelt samen met de directeur het toezichtkader en volgt als toezichthouder de vorderingen en de resultaten. De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het bestuursbeleid en doet dit in overleg met de directeuren van de scholen. De organisatie van het SWV heeft een signaleringsen adviesfunctie naar de schoolbesturen en de scholen. Het bestuur van het SWV beschikt over een inhoudelijk toezichtkader waarin is vastgelegd wie toezicht houdt waarop en wanneer men tevreden is over het gevoerde beleid. Besluitvorming Het bestuur van het SWV streeft naar consensus in
10
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
de besluitvorming. In de statuten (artikel 10 lid 7) is opgenomen dat consensus het uitgangspunt is. Voor zover de statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten van het bestuur genomen met een meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Het aantal stemmen dat een bestuurslid kan uitbrengen wordt bepaald op basis van de leerlingaantallen van het bestuur waarbij de in de statuten opgenomen staffel geldt. Met het in werking treden van de Wet passend onderwijs is ook een geschillenregeling verplicht. Er wordt aangesloten bij de Landelijke Arbitrage Commissie Passend Onderwijs voor schoolbesturen die het niet eens zijn met de besluitvorming in het SWV. In de statuten is dit opgenomen onder artikel 12. De uitspraak van de arbitrage commissie is bindend. Het bestuur van het SWV heeft gekozen voor mediation als ‘voorportaal’.
2.2 Visie op passend onderwijs en onderwijsondersteuning Passend onderwijs betekent dat iedere leerling het onderwijs en de ondersteuning krijgt waar hij of zij recht op heeft. Centraal staat de vraag: wat heeft een leerling nodig, hoe kan dat worden georganiseerd en wie zijn daarvoor nodig? Kwalitatief goed onderwijs is de basis voor passende ondersteuning. Dat betekent goede prestaties (opbrengsten), aandacht voor talentontwikkeling, handelingsgericht werken, kunnen omgaan met verschillen, doorgaande
schoolloopbanen en een professionele, lerende cultuur. De invoering van passend onderwijs hangt nauw samen met de decentralisatie van de jeugdzorg en de AWBZ naar gemeenten en de invoering van de Participatiewet. Het gaat in deze veranderopgaven om kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen die extra begeleiding nodig hebben, thuis, op school of bij werk. Het belang van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten wordt daarmee nog eens onderstreept. Daarom wordt samen met de gemeente Utrecht opgetrokken in de voorbereiding op passend onderwijs. Kernbegrippen in passend onderwijs en zorg voor de jeugd zijn positief opvoeden, uitgaan van eigen kracht en ondersteuning in de directe omgeving van kind en gezin. Het SWV Utrecht PO heeft in samenspraak met het voortgezet onderwijs en de gemeente Utrecht onderstaande modellen ontwikkeld om de visie op passend onderwijs en zorg voor de jeugd weer te geven. Deze visie gaat voor het onderwijs uit van een sterke basis op school, extra ondersteuning die samen met kernpartners (leerplicht, jeugdgezondheidszorg, buurtteam jeugd en gezin/schoolmaatschappelijk werk en het samenwerkingsverband) wordt geboden en specialistische ondersteuning vanuit speciale voorzieningen. Ondersteuning wordt altijd ingezet volgens het principe van één kind, één gezin, één plan en ouders worden altijd betrokken.
11
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
De omslag die met beide verandertrajecten wordt beoogd, komt inhoudelijk sterk overeen: Sterke basis: Goed onderwijs en positief opvoeden. Steun waar nodig: • Bij specifieke ondersteuningsvragen in het onderwijs en bij de groei en ontwikkeling van het kind: handelingsgerichte begeleiding door de leerkracht(en) en intern begeleider(s). • Adequate hulp in het gezin, gericht op het versterken van de eigen kracht. • Door intensieve ondersteuning en/of hulp bij meervoudige problematiek, zoveel mogelijk door één (generalistische) ondersteuner. Speciaal als het moet: Inzetten van specialistische onderwijsbegeleiding en/of specialistische zorg vanuit een afgestemd onderwijszorgarrangement.
reclassering/ justitie
d en ss ijs pa rw e am d te on
b jeu uur gd ttea en m ge zin
GGZ
school leerkracht/IB-er kind/gezin
leerplicht
(jeugd) zorg
De overgangen tussen de drie niveaus zijn geen statische overgangen. Het is de bedoeling dat er soepele overgangen zijn, snel en goed communicerende generalisten, die de regie nemen met het gezin, maar als dat nodig is, ook meer gespecialiseerde werkers kunnen raadplegen en betrekken.
JGZ speciaal onderwijs
Figuur 1 – Ondersteuning van kind, gezin en onderwijs verbonden
2.3 Motto SWV In Samenwerkingsverband Utrecht PO werken 92 basisscholen, 7 SO-scholen en 4 SBO-scholen samen aan Passend Onderwijs in de gemeente Utrecht. Bij SWV Utrecht PO zijn we goed voor elkaar, bestuur medewerkers, ouders en kinderen. We hebben het goed voor elkaar, onze financiën zijn op orde, de procedures zijn helder en de uitvoering verloopt goed. Dan is het goed voor elkaar. SWV Utrecht PO wil voor ieder kind een passende onderwijsplek, bij voorkeur in de buurt. Om dit te realiseren is het allereerst nodig dat de scholen goede kwaliteit leveren. Als het dan niet lukt met een leerling is een snelle toegang tot onderwijsondersteunende middelen en weinig bureaucratie van belang. De nadruk ligt hierbij op wat het kind nodig heeft.
12
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
3.1 Schoolondersteuningsprofielen Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is gericht op het onderwijs in de klas op het gebied van onderwijsaanbod, leertijd, didactisch handelen, pedagogisch handelen en klassenmanagement. Het expliciteren van deze informatie geeft inzicht voor de school zelf. Door de SOP’s openbaar te maken op het niveau van het samenwerkingsverband maakt dit het leren van elkaar mogelijk. De onderdelen sluiten aan bij het waarderingskader van de inspectie. Het ondersteuningsprofiel hangt sterk samen met het onderwijskundig deel van het schoolplan en de onderdelen uit het kwaliteitssysteem van de school.
HOOFDSTUK 3 – PASSEND ONDERWIJS In dit derde hoofdstuk wordt ingegaan op de schoolondersteuningsprofielen (hoofdstuk 3.1) en de vormgeving van de zorgplicht (paragraaf 3.2). In de paragrafen 3.3 t/m 3.5 wordt de ondersteuningsstructuur vanuit het SWV weergegeven. De laatste hoofdstukken gaan over het meldpunt passend onderwijs, de toelaatbaarheidscommissie en de expertise vanuit het SWV.
Een ondersteuningsprofiel van de school bestaat uit: • De basisondersteuning gebaseerd op de Utrechtse standaard voor basiskwaliteit op de domeinonderdelen onderwijs, ondersteuning, beleid, organisatie en resultaten. • De deskundigheid in en van buiten de school. • De ondersteuningsvoorzieningen. De ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen zijn qua vorm vergelijkbaar en binnen het SWV ‘stapelbaar’ om te komen tot uitspraken over een dekkend netwerk aan voorzieningen. Op basis daarvan bepaalt het samenwerkingsverband of een continuüm van ondersteuning wordt aangeboden en aan de plicht wordt voldaan om voor iedere leerling passend onderwijs te bieden. 3.2 Vormgeving zorgplicht Schoolbesturen hebben na 1 augustus 2014, in het kader van de Wet Passend Onderwijs, zorgplicht voor leerlingen waarvan is vastgesteld dat er sprake is van extra onderwijsondersteuning. Vastgesteld is dat zorgplicht voor schoolbesturen in gaat nadat is voldaan aan de minimale aanmeldingsvoorwaarden (er is plaatsruimte op de school, ouders respecteren de grondslag, de aanmelding vindt plaats vanaf de leeftijd van 3 jaar3, de leerling heeft extra ondersteuning nodig, ouders moeten aangeven bij de aanmelding dat 3 Wettelijke leeftijd van aanmelding voor het primair onderwijs is drie jaar. Kinderen die jonger zijn dan drie jaar kunnen op een wachtlijst (lijst van vooraanmeldingen) worden geplaatst. Zorgplicht gaat in nadat hun ouders hun kind schriftelijk hebben aangemeld (dus bij minimaal drie jarigen) en voldaan is aan de overige voorwaarden.
13
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
zij een vermoeden hebben dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft en bij aanmelding op meerdere scholen dienen de ouders aan te geven welke school hun voorkeur heeft). Als er sprake is van zorgplicht dient het schoolbestuur allereerst na te gaan of de extra ondersteuning door de school van aanmelding zelf geboden kan worden. In dat geval kan de leerling worden geplaatst en kan de desbetreffende school mogelijk extra ondersteuningsmiddelen aanvragen bij het SWV. Als plaatsing op de aanmeldschool niet mogelijk is heeft het schoolbestuur, na invulling van het aanmeldingsformulier zes (werk) weken de tijd om een passende plek te vinden. Deze termijn kan eventueel worden verlengd met vier weken. Desgewenst kan bemiddeling bij schoolplaatsing worden gevraagd bij het meldpunt passend onderwijs van het SWV. Het SWV speelt ook, in overleg met de schoolbesturen en gemeente, een rol bij het zoeken van een passende onderwijsvoorziening voor thuiszitters. 3.3 Sterke basis Het SWV Utrecht PO heeft, samen met het voortgezet onderwijs en de gemeente Utrecht een werkmodel ontwikkeld om de visie op passend onderwijs en zorg voor jeugd weer te geven. Deze visie gaat uit van een sterke basis op school, extra ondersteuning die samen met de kernpartners (leerplicht, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk) wordt geboden en specialistische ondersteuning vanuit speciale voorzieningen. Ondersteuning wordt geboden vanuit het principe één kind, één plan, één contactpersoon en ouders worden altijd bij het proces betrokken. Grafisch wordt dit weergegeven in de piramide waarin zichtbaar de drie lagen zijn vertegenwoordigd: een sterke basis, steun waar nodig en speciaal als het moet. In de hoofdstukken 3.3, 3.4 en 3.5 worden deze drie begrippen nader besproken.
Uitgangspunten • Alle scholen voldoen op 1 augustus 2014 aan de standaard voor de basisondersteuning hetgeen de verantwoordelijkheid is van het individuele schoolbestuur.1 • Handelingsgericht werken, -begeleiden en -arrangeren is cultuur. • Scholen zijn (onderling) transparant in alle gegevens die inzicht geven in de wijze waarop zij hun basisondersteuning en extra ondersteuning hebben georganiseerd en wie daarop aanspreekbaar zijn voor ouders en jeugdpartners.
Als voorwaarde voor passend onderwijs wordt kwalitatief goed onderwijs in samenhang met een goed functionerende ondersteuningsstructuur in en om de school gezien. De leerkracht, de intern begeleider en de schoolleider vormen de verbinding tussen leerling, ouders en schoolteam. De intern begeleiders spelen een belangrijke rol bij alle ondersteuningsvragen van leerlingen en leerkrachten die uitstijgen boven het niveau van de Utrechtse standaard voor basisondersteuning. Basisondersteuning De Utrechtse standaard voor basisondersteuning beschrijft de kwaliteit die van alle scholen in het samenwerkingsverband verwacht wordt. Waar nodig zorgen de individuele schoolbesturen voor het versterken van de basis op de scholen. Basisondersteuning is een breder begrip dan basiskwaliteit op basis van de inspectienormen. Het begrip basisondersteuning staat niet in de wet. In het referentiekader van de Utrechtse standaard voor basisondersteuning is vastgesteld uit welke zeven onderdelen de basisondersteuning is opgebouwd. Op basis van de Utrechtse standaard maakt het SWV met de schoolbesturen afspraken over het geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau worden uitgevoerd. Dit is uitgewerkt in de advisering en ondersteuning.
14
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
De notitie ‘Utrechtse standaard voor de basisondersteuning’ markeert dat alle Utrechtse schoolbesturen zich zullen inspannen om in hun schoolbeleid dit streefniveau duurzaam zo hoog te houden.
Referenties basisondersteuning primair onderwijs • De school voert een helder beleid op het terrein van leerlingondersteuning dat gebaseerd is op de zeven uitgangspunten van afstemming en de cyclus van handelingsgericht werken. • De school heeft in haar schoolondersteuningsprofiel vastgesteld hoe zij tegemoet komt aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. • De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur. • De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal gezien veilig. • De school hanteert effectieve (ortho)pedagogische en (ortho) didactische methoden en aanpakken. Het team werkt gericht aan haar handelingsbekwaamheid en competenties. • De school heeft een intern ondersteuningsteam en een effectieve samenwerking met ketenpartners en speciaal (basis) onderwijs. • De school zet in op een goede samenwerking met ouders conform de visie afstemming en handelingsgericht werken.
De afspraken van het bestuur van het SWV met de schoolbesturen gaan over de volgende onderwerpen: • Realisatie van de basisondersteuning in relatie tot de basiskwaliteit en het schoolondersteuningsprofiel. • Inzet van expertise vanuit het SWV in relatie tot het niveau van basisondersteuning.
• Inzet van expertise en advies vanuit het SWV in relatie tot handelingsgericht arrangeren. • Verantwoording van de schoolbesturen over de doelmatigheid en de kwaliteit van de ingekochte expertise vanuit de toegekende arrangementen. • Inventarisatie van een bovenbestuurlijke scholingsbehoefte van leerkrachten/intern begeleiders/directeuren en teams op het niveau van het SWV.
Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het voldoen van de scholen aan de standaard voor basisondersteuning. Door omstandigheden kan het voorkomen dat een school niet voldoet aan de standaard voor basisondersteuning. In die gevallen kiest het SWV (middels de toelaatbaarheidscommissie) de insteek, door middel van het beschrijven van een situatie van kennelijke hardheid dat een goed ondersteuningsaanbod voor de leerling voor op dient te staan en treedt het SWV in overleg met het bestuur van de school. De toekenning van arrangementen is gebaseerd op de afgesproken kaders voor de basisondersteuning. Daarmee kan ook worden vastgesteld welke scholen meer kunnen bieden dan de basisondersteuning en welke scholen op onderdelen nog het afgesproken niveau van de basisondersteuning moeten bereiken. Ook kan helder worden gemaakt welke ondersteuning vanuit het SWV moet worden geregeld zodat scholen hun extra ondersteuning aan kinderen kunnen geven. 3.4 Steun waar nodig Naast hun rol in de basisondersteuning ondersteunen ketenpartners de school ook als de ondersteuningsvraag van de leerling uitstijgt boven het niveau van de basisondersteuning en de school dit in haar SOP heeft aangegeven. In dat geval kan de school in het kader van zorgplicht zoeken naar een andere school die dit extra aanbod wel kan leveren. Als die school niet voorhanden is kan de school een beroep doen op middelen om extra onderwijsondersteuning (arrangementen) te regelen via het SWV. Uitgangspunten bestuur SWV Utrecht PO
15
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Uitgangspunten: • Het SWV organiseert ondersteuningstoewijzing volgens een goede en transparante systematiek • Het SWV kent ondersteuningsarrangementen toe
Steun waar nodig bestaat uit alle maatregelen die de basisondersteuning overstijgen. Deze maatregelen vallen uiteen in een drietal categorieën: • (Deels) Advisering en ondersteuning • Hulp/advies bij de arrangeerroute • Arrangementen Advisering en ondersteuning Om de aanwezige kennis en expertise van de SWV WSNS en de REC’s te behouden en te bundelen heeft het SWV besloten een groot deel van deze expertise te bundelen in het Team Passend Onderwijs (TPO). De advisering en ondersteuning (A&O) van het TPO ondersteunt leerlingen, scholen en leerkrachten. Zij doen dat bijv. door deel te nemen aan overleggen, advies te geven gericht op de leerling, de leerkracht en de intern begeleider en ondersteuning te bieden. Het gaat hierbij om advisering en ondersteuning binnen benoemde expertisevelden met in eerste instantie als doel een arrangementaanvraag te voorkomen. Als blijkt dat de aangeboden advisering en ondersteuning onvoldoende is gebleken kan vanuit ‘A&O’ worden doorgeschakeld naar ondersteuning in de arrangeerroute. In tweede instantie kan advisering en ondersteuning als overgangsmaatregel worden ingezet om scholen te adviseren/ondersteunen bij het op orde krijgen van de basisondersteuning. Tot 2016 wordt de advisering en ondersteuning voor een deel geleverd uit de inzet van Ambulante Begeleiding. Daarbij wordt de kanttekening gemaakt dat dit niet hoeft te betekenen dat er een vraag ligt op het terrein van Ambulante Begeleiding. Met de scholen die Ambulante Begeleiding verzorgen worden hier afspraken over gemaakt. Een ander deel wordt ingevuld vanuit de expertisevelden. Deze expertisevelden komen voort uit een analyse van aanvragen advisering en ondersteuning bij de Zorgplatforms afgezet tegen de standaard voor Utrechtse basisondersteuning. Alle vormen van advisering en ondersteuning en expertise worden vanuit het SWV, op basis van dienstverleningsovereenkomsten, ingehuurd bij
derden. Met de partners zijn afspraken gemaakt over de omvang, kosten en tijdsduur van de inzet. Het SWV geeft functioneel leiding aan deze medewerkers. Eind 2015 zal deze vorm van advisering en ondersteuning worden geëvalueerd en zullen er kaders worden gesteld voor de uitwerking van advisering en ondersteuning na 2016. Na augustus 2016 vervallen de gelden voor de Ambulante Begeleiding en zal de advisering en ondersteuning volledig vanuit de expertise van het SWV worden vormgegeven. Ondersteuning/advies bij de arrangeerroute Op 1 augustus 2014 bestaat de ondersteuning/ advies bij de arrangeerroute uit een tweetal vormen: • Ondersteuning/advies binnen de pilot handelingsgericht arrangeren. • Ondersteuning/advies door middel van trajectbegeleiders. Vanaf 2013 tot eind 2014 wordt de pilot handelingsgericht arrangeren uitgevoerd. Deze pilot heeft als voornaamste doel informatie te genereren op welke wijze scholen welke ondersteuning nodig hebben bij de arrangeerroute. De pilot wordt uitgevoerd op 13 basisscholen. Dit traject wordt eind 2014 geëvalueerd. Voor de scholen in Utrecht die geen deel uit maken van de pilot is op 1 augustus 2014 trajectbegeleiding beschikbaar. Het verschil met de pilot handelingsgericht arrangeren is dat trajectbegeleiding zich vooral richt op de procedurele kant van de arrangeerroute, daar waar de pilot zich ook meer richt op de inhoudelijke aspecten en expertise overdracht. Een tweede verschil met de pilot is dat trajectbegeleiding alleen plaats vindt op aanvraag van de scholen. Arrangementen Als een school tot de conclusie komt dat de basisondersteuning ten aanzien van een ondersteuningsvraag van een leerling niet afdoende is (na al dan niet verleende advisering en ondersteuning) dan kan de school besluiten een onderwijsondersteunings arrangement (OOA) aan te vragen. Het aanvragen van een OOA gebeurt bij de toelaatbaarheidscommissie (TLC) van het SWV middels een vastgestelde procedure en relevante documenten. De TLC besluit over de toekenning
16
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
In de toewijzing OOA is opgenomen:
van het arrangement. Onderwijsondersteuningsarrangementen onderscheiden zich in tijdsduur en type van elkaar. OOA´s worden uitsluitend toegekend op aanvraag van de school. In de aanvraag is opgenomen: • Een handelingsgerichte beschrijving van de ondersteuningsvraag van de leerling. • Een overzicht van acties die de school heeft ondernomen om de ondersteuningsvraag van de leerling binnen het huidige schoolondersteuningsprofiel en de basisondersteuning (opgenomen in het groeidocument). • Een voorstel en prijsindicatie van de gevraagde acties.
Advisering en ondersteuning
Extra arrangement
• De middelen die de school krijgt toegewezen om het arrangement vorm te geven. • De evaluatiemomenten gedurende de looptijd en na afloop van het arrangement. • De tijdsduur van het arrangement. Scholen zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van een arrangement. De aanvraag verloopt via het insturen van een verzoek met de daarbij vastgestelde documenten. OOA’s zijn gericht op a) Leer- en ontwikkelingsondersteuning. b) Fysiek medische ondersteuning. c) Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning. d) Ondersteuning in de thuissituatie. e) Overige en combinaties van a, b, c en d.
Advisering en ondersteuning
Tijdelijk
Expertise inzet
Arrangement 1
Tijdelijk
Geld
Arrangement 2
Tijdelijk
Geld
Arrangement 3
Tijdelijk
Geld
Tijdelijk / Langdurig
Geld
Plaatsing SBO/SO
Advisering en ondersteuning vindt plaats op verzoek van de school als zich in aanvang een probleem voordoet op een school waarbij extra expertise is vereist maar waarbij de handelingsverlegenheid nog niet zodanig is dat al een arrangement overwogen wordt. Arrangement 1 t/m 3 kan bestaan uit extra ondersteuning richting de school waar de handelingsverlegenheid manifest is en kent in aanvang drie variaties in oplopende mate van ondersteuning. Plaatsing van de leerling op een school voor speciaal (basis)onderwijs gaat via het bepalen van de toelaatbaarheid. Deze plaatsing kan tijdelijk maar ook langdurig worden toegekend. Bij de toekenning van alle arrangementen geldt dat een school hierop pas een geoorloofd beroep kan doen indien sprake is van handelingsverlegenheid van de school en de gevraagde ondersteuning aantoonbaar de basisondersteuning overstijgt. Het bestuur
van het SWV ziet erop toe dat toewijzing van ondersteuningsarrangementen en toelaatbaarheidsverklaringen objectief en onafhankelijk plaats vindt. Onafhankelijk wil zeggen: los van de bestuurlijke- en schoolbelangen. Criteria die voor het toekennen van arrangementen die vanuit het bestuur van het SWV van belang zijn: • Handelingsgerichte aanpak (wat is er al gedaan, wat heeft school nodig om handelingsverlegenheid op te lossen, etc.). Dit blijft maatwerk en betekent dus in verschillende gevallen, verschillende beslissingen. • Het moet betaalbaar blijven. • Het is flexibel ingericht (in duur, omvang, etc.).
17
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
en SO (langdurig en tijdelijk). Op grond van ervaringsgegevens (verkregen op basis van monitoring en good-practise) zal elk jaar de afweging worden gemaakt of en waar er een verdere verfijning zal moeten plaatsvinden.
• Het arrangement moet effectief en doelmatig zijn (bijdragen aan doel, tegen zo min mogelijke kosten). • Het arrangement moet gemonitord en geëvalueerd worden (welke effecten zijn opgetreden, heeft het aan het doel beantwoord). • Waar nodig wordt specialistische expertise binnen SWV flexibel ingezet.
Arrangeerroute De stippellijn in het blok advisering en ondersteuning geeft aan dat scholen kunnen worden ondersteund binnen de basisondersteuning. Naast advisering en ondersteuning zal ook worden gewerkt aan de versterking van de basisstandaard (kwaliteitsbeleid van de participerende schoolbesturen) zodat voor een aantal vormen van advisering en ondersteuning er afbouw plaats gaat vinden in relatie tot de ontwikkeling en concretisering van de standaard basisondersteuning.
De aanvraag van de school wordt onafhankelijk getoetst: • Valt aanvraag onder extra ondersteuning en niet onder basisondersteuning? • Is de aanvraag ondersteuning voldoende duidelijk omschreven? • Is aangegeven welke maatregelen nodig worden geacht, welke kosten daar aan verbonden zijn? • Is aangegeven welk doel met de maatregelen wordt beoogd; hoe wordt dat gemeten?
De stippellijn in het blok arrangementen geeft aan dat er geen strikte scheidslijn is tussen basisondersteuning en extra ondersteuning in de zin dat elk kind uniek is evenals elke context. Dat betekent dat aanvragen onderwijsondersteuning als uitgangspunt hebben dat de basisondersteuning op school op orde hebben maar dat wordt erkend dat daarop uitzonderingen mogelijk zijn.
In het schooljaar 2014-2015 bestaan er een aantal ondersteuningsmogelijkheden: advisering en ondersteuning, arrangement 1, 2 of 3, toelaatbaarheid SBO (langdurig en tijdelijk)
Toelaatbaarheid
Arrangement
Arrangement
Arrangement
1
2
3
Advisering
arrangement - toelaatbaarheid
en ondersteuning
aanvragen
basisondersteuning scholen
18
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Toedeling onderwijsondersteuning en middelen Ondersteunings/arrangeerroute
Contact/betrokkenen wie?
Te gebruiken documenten/Instrumenten
Stap 7
Leerkracht, ouders, i.b.er, onderwijs-adviseur, meldpunt Passend Onderwijs, trajectbegeleider, jeugdhulp
Doelrealisatie
Volgen/monitoren/evalueren
Opbrengsten Inzet personeel
Speciaal als het moet
Inzet middelen
Stap 6
Bieden van extra ondersteuning
Stap 5
Leerkracht, in-, externe expert, jeugdhulp
Beschrijving onderwijsarrangement volgens format
Meldpunt Passend Onderwijs
Toekenning arrangement, toelaatbaarheidsverklaring
Leerkracht, ouders, i.b.-er, onderwijsadviseur, kernpartners
Groeidocument aanvullen bij aanmelding, kindkans, deskundigenadvies, zienswijze ouders, aanvraag toelaatbaarheid
Leerkracht, ouders, i.b.-er, evt. onderwijs-adviseur, externen, kernpartners
Groeidocument met bijlagen
Leerkracht, ouders, i.b.-er, kernpartners, externen
Observatie, toetsen, lvs, rapport, informatie van ouders, evt. verwijsindex, Parnassys
Leerkracht
Utrechtse standaard voor de basisondersteuning
Leerkracht, evt.i.b.-er
Overdracht gegevens, start groeidocument
Toewijzing van extra ondersteuning
Steun waar nodig
Stap 4
Bepalen van noodzakelijke extra ondersteuning
Sterke basis
Stap 3
Vaststellen van ondersteunings-behoeften
Stap 2
Signalering van ondersteuningsen handelingsvragen
Stap 1
Basisondersteuning bieden Stap 0
(warme) overdracht
19
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
3.5 Speciaal als het moet
toekenning van een arrangement. Het gaat hierbij om toelaatbaarheidsverklaringen voor SBO en SO. De toelaatbaarheidsverklaringen worden afgegeven door de toelaatbaarheidscommissie (TLC). Toelaatbaarheidsbeschikkingen kunnen voor een tijdelijke en ook voor een langdurige periode worden afgegeven.
Als de onderwijsondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school overtreft en dit ook niet met behulp van ketenpartners of een arrangement kan worden opgelost is andersoortige, specialistische expertise nodig. Elke partner zorgt ervoor dat deze expertise snel kan worden ingezet.
Ten aanzien van de speciale onderwijsvoorzieningen is afgesproken dat het volume SBO en SO de komende jaren procentueel niet mag stijgen. Ten aanzien van de speciale onderwijsvoorzieningen is afgesproken dat zij behalve lesplaats ook beschikken over specifieke expertise.
In de top van de ‘ondersteuningspiramide’ bevinden zich de aanvragen waarvan is vastgesteld dat de onderwijsondersteuningsvraag de basisondersteuning overstijgt en ook niet aan de ondersteuning kan worden voldaan door
Schooljaar
2010-2011
5
2011-2012
2012-2013
Aantal lLN
Aantal lln
Aantal lln
Totaal
SBO (%)
SO (%)
26277/27063
406
380
312
22
46
(1,50%)
(1,40%)
(1,15%)
(0,08%)
(0,16%)
422
380
307
27
46
(1,52%)
(1,36%)
(1,11%)
(0,10%)
(0,17%)
443
404
322
27
55
(1,55%)
(1,41%)
(1,13%)
(0,09%)
(0,19%)
488
411
334
26
51
(1,66%)
(1,40%)
(1,14%)
(0,09%)
(0,17%)
480
446
356
28
58
26967/27739
27767/28614
2013-2014
28907/29318
2014-2015
/ 30997
Vetgedrukt is de afgesproken norm op basis van de teldatum 1 oktober 2012
2
(%)
Cat II 3
Cat III
(%)
4
(%)
Passend Onderwijs ingericht. Het meldpunt wordt aangestuurd door de beleidsmedewerker Onderwijs. Binnen dit meldpunt is een aantal zaken gebundeld:
Ten aanzien van de leerlingen die op 1 augustus 2013 een ‘Rugzak’ hebben is een overgangsregeling afgesproken. Scholen behouden het schooldeel van de rugzak tot het eind van de indicatieperiode (maximaal tot 1 augustus 2016). Leerlingen die een rugzak toegewezen hebben gekregen na 1 augustus 2013 moeten voor 1 augustus 2014 een arrangement aanvragen bij het SWV Utrecht PO.
3.6 Meldpunt Passend Onderwijs
Cat I
• Het team Passend Onderwijs (zie 3.5) • De toelaatbaarheidscommissie (zie 3.6) • De adviescommissie bezwaren (zie 3.7) • Het expertise team (zie 3.8) • Het zorgplatform 2-4 jarigen (zie 3.9) • Vraagbaak voor ouders (hoofdstuk 8) Cluster 4, LZK, ZMLK LG 7 MG 8 Gebaseerd op de teldatum van 1 oktober 5
6
Om de wettelijke taken en de doelstellingen van het SWV te realiseren is het meldpunt
20
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
3.7 Team Passend Onderwijs Het Team Passend Onderwijs (TPO) bestaat uit diverse geledingen: • Onderwijsadviseurs (voor de duur van de pilot). Een onderwijsadviseur (OA) heeft kennis m.b.t. (ortho)didactische, (ortho)pedagogische, psychosociale en ontwikkelingsaspecten en (specifieke) ondersteunings-arrangementen en maakt deel uit van het team passend onderwijs dat scholen ondersteunt bij kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. • Trajectbegeleiders (in elk geval voor de duur van de pilot handelingsgericht arrangeren). Trajectbegeleiders zien toe op de procedurele gang van zaken met betrekking tot het aanvragen van een onderwijsondersteuningsarrangement en een toelaatbaarheid SBO/SO • Medewerkers A&O vanuit de verschillende expertisevelden en speciale (basis) scholen. • De voorzitter van de toelaatbaarheidscommissie. Het TPO komt met enige regelmaat bij elkaar onder voorzitterschap van de beleidsmedewerker Onderwijs. Binnen het TPO vindt afstemming, informatiedeling, intervisie en evaluatie plaats. 3.8 De toelaatbaarheidscommissie De toelaatbaarheidscommissie (TLC) kent binnen het SWV Utrecht PO een drietal taken: • Het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring SBO of SO categorie I (ZML, LZK, epilepsie, cluster 4), categorie II (LG) en categorie III (MG). • Het toekennen van een onderwijsondersteuningsarrangement (OOA). • Verslaglegging aan het bestuur van het SWV waarin opgenomen de kengetallen inzake toelaatbaarheidsverklaringen, toekenning van arrangementen een aanbevelingen/advisering aangaande te bieden ondersteuning en wenselijke ontwikkelingen binnen het SWV.
een deskundige primair onderwijs. Zij oordelen over het aangeleverde dossier (groeidocument) en de twee bijgevoegde deskundigenverklaringen (in geval van toelaatbaarheidsaanvraag). De leden van TLC verrichten geen werkzaamheden binnen het SWV of bij één van de ketenpartners waarmee wordt samengewerkt. De TLC is daarmee een onafhankelijke commissie bekostigd door het SWV. Administratief/secretarieel wordt de TLC bijgestaan door een medewerker van het SWV.
3.9 De adviescommissie bezwaren Het samenwerkingsverband gaat bij geschillen, als eerste stap, een mediation mogelijkheid aanbieden. Het gaat bij mediation niet om ‘gelijk krijgen’ en ‘winnen’, zoals bij een juridische procedure of bij een geschillencommissie het geval is. De mediator spant zich in om ieders belangen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen door het toepassen van hoor en wederhoor. De mediator doet geen uitspraak over het geschil of conflict, maar begeleidt de betrokkenen in hun overleg en onderhandelingen. Mocht mediation niet leiden tot een oplossing dan bestaat de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen bij de adviescommissie bezwaren. Deze commissie wordt samengesteld vanuit deskundigen vanuit een ander samenwerkingsverband om te toetsen tot welke uitspraak dit samenwerkingsverband zou zijn gekomen. Als ook deze stap niet leidt tot een oplossing dan bestaat de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen het besluit van de TLC bij de landelijke geschillencommissie, de bestuursrechter en de commissie gelijke behandeling. De commissie hoort dan de partijen en toetst of het besluit en/of handeling in redelijkheid en na afweging van de betrokken belangen is genomen en/of uitgevoerd kon worden. De commissie doet een bindende uitspraak. De commissie bezwaren (zowel van het SWV alsook landelijk) behandelt alleen zaken die de toelaatbaarheid tot een speciale onderwijsvoorziening of toekenning van een arrangement betreffen. Alle andere zaken die de toelating tot een school betreffen zijn zaken tussen ouders en het betreffende schoolbestuur.
3.10 Expertiseteam De toelaatbaarheidscommissie bestaat uit drie verschillende experts. Onder deze experts zijn minimaal een geregistreerde orthopedagoog en
De organisatie SWV Utrecht PO heeft de beschikking over een expertiseteam. Binnen
21
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
standaard is ook de scheidslijn tussen wat een school geacht wordt zelf te kunnen opvangen binnen de basisondersteuning en dat waarvoor de school een beroep kan doen op extra ondersteuning (arrangementen) dan wel plaatsing op een speciale onderwijsvoorziening. Om te voorkomen dat er op 1 augustus een scherpe breuk ontstaat met de huidige praktijk is besloten om een aantal expertisevelden met ingang van 1 augustus 2014 wel aan te bieden maar in de looptijd van het ondersteuningsplan te laten expireren:
dit team zijn deskundigen op een aantal uiteenlopende expertisegebieden werkzaam. De belangrijkste werkzaamheden van de deskundigen beslaat een tweetal werkterreinen: • Advisering en ondersteuning • Hulp bij het aanvragen van een arrangement/toelaatbaarheid Advisering en ondersteuning Op 1 augustus 2014 geldt voor de Utrechtse scholen de standaard basisondersteuning. Deze Expertise veld
Taak
Omvang
Expiratiedatum
SBO deskundigheid
Beoordeling toelaatbaarheid
Nvt
SO deskundigheid
Beoordeling toelaatbaarheid
Nvt
Beoordeling toelaatbaarheid
Nvt
Beoordeling toelaatbaarheid
Nvt
categorie I SO deskundigheid categorie II SO deskundigheid categorie III Jonge risicokinderen
Beoordeling arrangement/toelaatbaarheid
0,2 fte
Nvt
Dyslexie
Beoordeling arrangement/advisering en ondersteuning
0,1 fte
1 augustus 20156
Dyscalculie
Beoordeling arrangement/advisering en ondersteuning
0,1 fte
1 augustus 2015
Leesexpertise
Beoordeling arrangement/advisering en ondersteuning
0,2 fte
1 augustus 2016
Rekenexpertise
Beoordeling arrangement/advisering en ondersteuning
0,1 fte
1 augustus 2016
Cluster 1/27
CvO beoordeling/advisering en ondersteuning/ uitvoering arrangement
Nvt
Nvt
Autisme
Advisering en ondersteuning
0,2 fte
Nvt
Meer- en hoogbegaafdheid
Advisering en ondersteuning
0,2 fte
Nvt
Expertise Epilepsie
Advisering en ondersteuning/beoordeling toelaatbaarheid
Nvt
Nvt
Advisering en ondersteuning
0,5 fte
1 augustus 2017
8
Soc-emotionele vaardigheden ZIEZON
Advisering en ondersteuning/arrangement
Gedragsvaardigheden
Beoordeling arrangement/advisering en ondersteuning
1,5 fte
Nvt
Opstellen OPP
Advisering en ondersteuning
0,1 fte
1 augustus 2016
Expertise ZML
Advisering en ondersteuning/beoordeling toelaatbaarheid
0,2 fte
Nvt
Expertise psychiatrie
Advisering en ondersteuning/beoordeling toelaatbaarheid
0,1 fte
Nvt
Expertise LG
Advisering en ondersteuning/beoordeling toelaatbaarheid
0,1 fte
Nvt
Expertise MG
Advisering en ondersteuning/beoordeling toelaatbaarheid
0,1 fte
Nvt
Nvt
22
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Binnen het SWV wordt gestreefd naar combinaties van taken en expertisegebieden op de terreinen: onderwijs- adviseur, trajectbegeleider, specialist. Dit om te voorkomen dat de school te maken met veel verschillende deskundigen.
onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de betreffende leerling vastgesteld.
Hulp bij het aanvragen van een arrangement / toelaatbaarheid speciale onderwijsvoorzieningen. Naast het aanbieden van advisering en ondersteuning is ook ondersteuning mogelijk bij het aanvragen van een arrangement of toelaatbaarheid speciale onderwijsvoorzieningen. In de praktijk zal een combinatie van beide voorkomen.
Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is handelingsgericht en langer durend van aard. In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg adviseren om een leerling toe te laten tot het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs.
Het SWV heeft expertise (zie expertisevelden) beschikbaar die scholen kunnen aanvragen, met als doel een scherp beeld te krijgen welke ondersteuning noodzakelijk is om de leerling op school verder te helpen (wat moet worden aangevraagd?). Ook kan de uitkomst van een dergelijke ondersteuning zijn dat school en deskundige tot de conclusie komen dat geen van de arrangementen toereikend zal zijn om deze leerling hulp te bieden en toelaatbaarheid SBO of SO overwogen moet worden. De expert kan dan ondersteunen bij het doen van de aanvraag. In veel gevallen zal de expert die advisering en ondersteuning aangeboden heeft ook degene zijn die de school verder ondersteunt bij de aanvraag voor een arrangement of toelaatbaarheid. De school blijft te allen tijde de verantwoordelijke actor hierin. Leerlingen met epilepsie Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van schoolproblemen, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen ‘De Berkenschutse’ in Heeze en ‘De Waterlelie’ in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis) voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en SEIN. Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een
Ter toerusting van leerkrachten en docenten biedt het LWOE een signaleringslijst aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag. Voor meer informatie zie www.lwoe.nl Leerlingen cluster 2 Onderwijs en Ambulante Begeleiding voor leerlingen in cluster 2 wordt binnen het samenwerkingsverband verzorgd door een tweetal instellingen: Auris en Kentalis. Onderling hebben zij het werkgebied in Utrecht verdeeld. Na de herinrichting onderscheidt cluster 2 verschillende vormen van onderwijs en ondersteuning aan auditief en/of communicatief beperkte leerlingen. Deze vormen zijn onderverdeeld in drie hoofdvormen: • Intensief: De leerling is ingeschreven bij de cluster 2 instelling en ontvangt onderwijs in een (V)SO setting of in een groep (met overeenkomstige onderwijsbehoeften) in het regulier onderwijs. • Medium: De leerling is ingeschreven bij het regulier onderwijs. Deze tussenvorm is bedoeld voor die leerlingen voor wie het intensief arrangement binnen een speciale onderwijssetting niet noodzakelijk is maar die te weinig baat hebben bij de lichte vorm van ambulante ondersteuning. • Licht: De leerling is ingeschreven bij het reguliere onderwijs en ontvangt een vorm van ambulante ondersteuning afgestemd op zijn onderwijsbehoefte. Binnen de arrangementen wordt maatwerk geboden, afhankelijk van de mate waarin
23
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
de leerling, de leerkracht en de school ondersteuning van cluster 2 nodig heeft. Het onderwijsarrangement wordt gekoppeld aan kwaliteitsindicatoren die door cluster 2 zijn geformuleerd, geborgd en gemonitord op landelijk niveau. De onderwijsarrangementen worden op hoofdlijnen vastgesteld door cluster 2. Binnen de landelijk vastgestelde arrangementen heeft de Commissie van Onderzoek ruimte om de daadwerkelijke inzet van cluster 2 af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling en, daarmee samenhangend, de ondersteuning aan de leerkracht en de reguliere school waar de leerling staat ingeschreven. Leerlingen cluster 1 Binnen cluster 1 geldt het streven dat zoveel mogelijk leerlingen met een visuele beperking op reguliere scholen onderwijs volgen. Om dat te realiseren wordt aan reguliere scholen onderwijsondersteuning op maat gegeven: ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Daarnaast worden er nieuwe eigentijdse vormen van onderwijstoepassing geïntroduceerd (bijvoorbeeld het combineren van regulier en speciaal onderwijs). Ouders en scholen die een vermoeden hebben dat hun kind/leerling een visuele beperking heeft kunnen hun kind aanmelden bij Bartiméus of Visio. Op grond van de resultaten van onderzoek beoordeelt een Commissie van Onderzoek of de leerling, op basis van landelijke toelatingscriteria, recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. Zieke leerlingen Veel zieke leerlingen hebben tijdelijk of langdurig extra ondersteuning nodig. In alle gevallen blijft de school waar de zieke leerling staat ingeschreven verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod (vastgelegd in Wet Ondersteuning Onderwijs Zieke Leerlingen – WOOZ). De voorziening Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen (OZL) is er voor leerlingen binnen het SWV. Consulenten verzorgen de onderwijsondersteuning. De consulent OZL zorgt of ondersteunt bij:
• Voorlichting en advies aan leraren over onderwijs aan zieke kinderen; • Informatie voor leerkrachten, ouders, (zorg) professionals en klasgenoten over het omgaan met de zieke leerling; • Onderwijs en begeleiding van de zieke leerling thuis, in het ziekenhuis en op school; • (organiseren van) lessen aan huis of in het ziekenhuis samen met de school; • Informatie over ziekten en de mogelijke gevolgen voor de schoolprestaties; • Het maken van een plan van aanpak voor de zieke leerling samen met de school; • Afstemming en samenwerking met ketenpartners; • Inzet van communicatiemiddelen. Het SWV heeft afspraken gemaakt met de consulenten OZL.
3.9 Zorgplatform 2-4 jarigen De drie samenwerkingsverbanden WSNS zijn met de gemeente Utrecht een relatie aangegaan om te komen tot een zorgplatform 2-4 jarigen met als doel om jonge risico kinderen snel in beeld te krijgen (bij de voorschool en peuterspeelzalen) en middels begeleiding van consulenten de betreffende kinderen van een betere startpositie in het onderwijs te voorzien. Het zorgplatform verkrijgt haar middelen vanuit een gemeentelijke subsidie. Het SWV Utrecht PO is voornemens om het zorgplatform inhoudelijk in te bedden in de organisatie van het SWV. Doordat de potentiële leerlingen vroegtijdig in beeld zijn kan in het kader van zorgplicht voor besturen een betere inschatting worden gemaakt met welke ondersteuning deze kinderen kunnen worden geholpen. Daartoe is het van belang dat er een beter zicht wordt verkregen op alle kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar (waaronder leerlingen uit het peuter plus traject en vanuit de consultatie bureau’s).
• Contact tussen school, ziekenhuis, leerling en ouders;
24
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
HOOFDSTUK 4 – BEOOGDE RESULTATEN In het hoofdstuk beoogde resultaten wordt nader verkend welke resultaten het SWV Utrecht PO aan het einde van de planperiode (in 2018) bereikt heeft. Daartoe worden in hoofdstuk 6.1 de doelstellingen benoemd per thema. Vervolgens worden deze per thema nader uitgewerkt en voorzien van indicatoren.
4.1 Doelstellingen en actieplannen ‘Goed voor elkaar’ Om de visie van het SWV Utrecht PO uit te dragen, namelijk ‘Goed voor elkaar’ zijn voor de planperiode van het ondersteuningsplan vier actieplannen samengesteld. Voor deze vier actieplannen ‘arrangeren’(1), ‘expertise’ (2), ‘toelaatbaarheid’(3) en ‘organisatie SWV’(4) zijn doelstellingen vastgesteld. Deze doelstellingen worden in aparte actieplannen nader geconcretiseerd en geoperationaliseerd.
1. Arrangeren Sterke basis / Basisondersteuning
1.1
Jaarlijkse monitoring ondersteuningsmiddelen basisondersteuning
SWV
2014-2018
1.2
Concretisering van de Utrechtse standaard voor basisondersteuning is gereed
SWV
2017
1.3
SOP is in 2018 herzien, aangescherpt en geijkt door de schoolbesturen
Schoolbesturen
2018
1.4
Monitoring van aanvragen arrangement die vallen binnen de basisondersteuning
SWV
Halfjaarlijks tot 2017
1.5
Het aantal aanvragen advisering en ondersteuning is gemonitord
SWV
2015
1.6
De voortgang van leerlingen met extra ondersteuning is gemonitord
SWV
2014/2018
1.7
Jaarlijkse monitoring ondersteuningsmiddelen van arrangementen
SWV
1.8
De toekenning van arrangementen vindt ‘lager’ in de organisatie plaats (dichter bij school)
SWV/bestuur SWV
2017
1.9
Scholen kunnen gebruik maken van ´op maat ´ondersteuning bij de arrangeerroute
SWV/bestuur SWV
2016
1.10
Pilot handelingsgericht arrangeren is geëvalueerd
SWV/bestuur SWV
2015
1.11
Vorm van ondersteuning scholen t.a.v. arrangeren n.a.v. de uitkomsten van de pilot is geïmplementeerd
SWV
2016
1.12
De aanmelding van leerlingen voor het SBO en SO is gemonitord
SWV
2014-2018
1.13
In 2018 zijn 5% van de plaatsingen in het SBO een tijdelijke plaatsingen met terugplaatsing naar het regulier onderwijs
SWV/SBO/TLC
2018
Steun waar nodig
Speciaal als het moet
25
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
2. Expertise 2.1
De gewenste levering van expertise is aangescherpt middels contracten
SWV
2014
Expertise inzet is passend bij de basisondersteuning
SWV / schoolbesturen
2014/2018
2.2
2014-2018
3. Toelaatbaarheid 3.1
TLC is van brede taakstelling teruggebracht naar smalle taakstelling omdat toewijzing dichter bij de school plaats vindt.
SWV-TLC
2017
3.2
95% van de aanvragen arrangement/ toekenning toelaatbaarheid vindt binnen vier school weken plaats na ontvangst van de complete aanvraag.
SWV-TLC
2016
4. Doelstellingen en actieplan organisatie SWV 4.1
Het SWV kent geen thuiszitters verwijtbaar aan het SWV
SWV/gemeente/ ketenpartners
2014-2018
4.2
Per kwartaal is er een evaluatie met de ketenpartners van thuiszitters of leerlingen die dreigen thuis te zitten
SWV/gemeente leerplicht
2014
4.3
Er is een protocol thuiszitters opgesteld SWV/gemeente en wordt uitgevoerd leerplicht
2014
4.4
Meldpunt passend onderwijs voor ouders functioneert
SWV
2014-2018
4.5
Website is up-to-date
SWV
2014-2018
4.6
Scholen hebben beleid ontwikkeld en opgenomen in het schoolplan hoe zij omgaan met ouders
SWV/scholen
2014-2018
4.6
Samenwerking met de buurtteams geoptimaliseerd
SWV/buurtteam
2014-2018
4.7
Transparante organisatie
SWV
2014-2018
4.8
Het SWV heeft in minimaal vijf pilots geparticipeerd ter bevordering van passend onderwijs binnen de gemeente Utrecht
SWV
2014-2018
4.9
Kwaliteitshandboek van de processen in het SWV
SWV
2015
26
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
5.1 Inrichting organisatie Samenwerkingsverband. Om de taken van SWV uit te kunnen voeren beschikt de organisatie van het SWV over een kernformatie. De organisatiestructuur van het SWV is opgebouwd rond een tweetal pijlers: een onderwijskundige- en een bedrijfsmatige pijler. Deze tweedeling is in de organisatie van het SWV terug te vinden. In het taakgebied van de beleidsmedewerker Onderwijs vallen de taken die te maken hebben met de onderwijskundige kant van het SWV uitgezonderd de toelaatbaarheidscommissie.
HOOFDSTUK 5 – ORGANISATIE SAMENWERKINGSVERBAND In hoofdstuk 5 wordt de organisatie van het SWV Utrecht PO uitgewerkt. Er zal een schets worden gegeven van de inrichting van het SWV, de taakvelden en de overlegstructuren.
Het bestuur neemt, conform de statuten, besluiten over het beleid van SWV. De directeur is gemandateerd om op benoemde terreinen in de statuten en het mandaat zelfstandig besluiten te nemen binnen de reikwijdte van het mandaat. De directeur initieert een beleidsgroep SWV. Deze beleidsgroep is, conform de statuten, samengesteld uit directieleden en beleidsmedewerkers van de afzonderlijke besturen, brengt advies uit aan de directeur gericht op de ontwikkeling en uitvoering van het inhoudelijke beleid (waaronder het ondersteuningsplan en de concept (meerjaren) begroting. De beleidsgroep fungeert tevens als een ontmoetingsplaats voor wederzijdse informatie- en gedachtenuitwisseling. Concrete taken van de beleidsgroep: • Het formuleren van voorstellen voor de inhoud van het algemeen beleid, de (meerjaren)begroting en het ondersteuningsplan. • Het periodiek bespreken van de voortgang van de uitvoering van het ondersteuningsplan. • Het op uitvoeringsniveau mede uitvoering geven aan het uitvoeren van het ondersteuningsplan. • Verschaffen van informatie aan de directeur ten behoeve van het opstellen van managementsrapportages over de voortgang en uitvoering van het ondersteuningsplan en de gang van zaken binnen het samenwerkingsverband. • Het instellen van werkgroepen ter uitvoering van haar taken.
27
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
De directeur heeft de algemene leiding van het SWV en heeft als aandachtsvelden: • Contacten met externe (keten) partners. • De TLC. • Communicatie. Algemeen Bestuur
directeur 1,0 fte
TLC
opr
advisering en ondersteuning
beleidsgroep administratie 1,6 fte
beleidsmedewerker onderwijs 1,0 fte
MELDPUNT PASSEND onderwijs
BELEIDSMEDEWERKER FINANCIën 0,5 fte
Expertise team
AMBULANT BEGELEIDERS
Pilot handelgericht arrangeren
ZPF 2-4 JARIGEN
netwerken ib, SBO/so
ONDERWIJSADVISEURS TRAJECTBEGELEIDERS
Vanuit het SWV wordt een aantal overleggen geïnitieerd: • Het netwerk intern begeleider. Dit netwerk, samengesteld uit de intern begeleiders van de participerende scholen, is bedoeld voor wederzijdse informatie- en gedachtenuitwisseling op het terrein van Interne Begeleiding. Daarnaast staat het netwerk IB in het teken van intervisie. Aanwezigheid van intern begeleiders wordt verwacht. Het netwerk wordt minimaal vier keer jaar georganiseerd waarbij éénmaal het netwerk samenvalt met de studiedag voor directeuren van het SWV. • Het SBO/SO overleg (3 x per jaar). In dit overleg vindt wederzijdse informatieen gedachtenuitwisseling plaats op het
terrein van ontwikkelingen binnen SBO/SO, toelaatbaarheid en Ambulante Begeleiding. • Overleg directeuren basisscholen, SO, SBO. Eénmaal per jaar organiseert het SWV een studiedag bedoeld voor de schooldirecteuren en de intern begeleiders van het SWV. Op deze dag komen in elk geval de actuele ontwikkelingen binnen het SWV aan de orde naast kennisdeling en een inhoudelijk thema. • Een overleg Team Passend Onderwijs (TPO) (maandelijks). Hier ontmoeten alle experts (advisering en ondersteuning, onderwijsadviseurs, trajectbegeleiders) elkaar in intervisie bijeenkomsten en wederzijdse informatie en gedachtenuitwisseling.
28
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
De beleidsmedewerker Onderwijs is verantwoordelijk voor alle onderwijsinhoudelijke zaken het SWV betreffende. Daaronder wordt verstaan: • Aansturing van het Team Passend Onderwijs. • Pilot handelingsgericht arrangeren. • Initiëren netwerk IB, SBO/SO en TPO. • Oudercontacten. De beleidsmedewerker Financiën is verantwoordelijk voor het financiële beleid (inkomsten/uitgaven) en monitoring van de uitgegeven arrangementen met betrekking tot doelmatige besteding. Tevens is de beleidsmedewerker verantwoordelijk voor de financiële rapportages ten behoeve van het bestuur. De medewerkers administratieve en secretariële ondersteuning zijn verantwoordelijk voor: • Administratieve ondersteuning TLC. • Verzorgen van de administratieve afhandeling van de besluiten van de TLC. • Administratieve ondersteuning van de OPR. • Administratie en secretariaat van het SWV. Omdat het SWV Utrecht PO personeel in dienst heeft is zij gehouden een MR in te richten. De MR SWV Utrecht kent alleen personeelsvertegenwoordigers. Voor de MR is een statuut beschikbaar.
en 3 kwaliteitszetels. De taak het de OPR is al dan niet instemming geven aan het ondersteuningsplan van het SWV. De OPR werkt aan de hand van een reglement en een statuut.
5.4 Samenwerking ketenpartners De primaire taak van het onderwijs is het geven van goed onderwijs. Deze taak zorgt ervoor dat de meeste aandacht gaat naar het ontwikkelen en organiseren van een goed onderwijsaanbod. Het realiseren van een goed onderwijsaanbod vraagt in sommige gevallen ook om de expertise van externe ketenpartners. Het gaat soms om ondersteuning in de klassensituatie zelf (onderwijsondersteuning), soms om ondersteuning van de leerling of het gezin (ontwikkeling buurtteams) maar het regelen van voorzieningen (leerlingenvervoer) en preventie en handhaving (leerplicht). In dat kader is de gemeente Utrecht een belangrijke partner. De gemeente Utrecht bereidt momenteel de transitie zorg voor de jeugd voor die in 2015 plaatsvindt. In de notitie Transformatie Zorg voor jeugd schetst de gemeente de uitgangspunten: • Gewoon opvoeden in plaats van problematiseren. • Het gezin in het dagelijks leven is uitgangspunt. • De inhoud staat centraal, niet het systeem. • De veiligheid van het kind vormt altijd de ondergrens.
5.3 Ondersteuningsplanraad Het SWV heeft verplicht een ondersteuningsplanraad (OPR). De Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) is hierop van toepassing. De ondersteuningsplanraad bestaat uit personeelsleden en ouders van leerlingen van scholen die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband. De leden van de ondersteuningsplanraad worden afgevaardigd door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en wel zo dat het aantal leden, gekozen uit het personeel onderscheidenlijk uit ouders, elk de helft van het aantal leden van de raad bedraagt. In het samenwerkingsverband is gekozen voor een ondersteuningsplanraad van 22 leden. 19 leden vanuit de participerende besturen
Ook binnen de gemeente wordt gewerkt vanuit de ordening zoals weergeven in de ondersteuningspiramide: ‘sterke basis’, ‘steun waar nodig’ en ‘speciaal als het moet’. Het samenwerkingsverband besteedt met de gemeente veel aandacht aan een effectieve samenwerking tussen school en het buurtteam. De samenwerking tussen de school en het buurtteam moet zorgen dat kinderen zowel op school als thuis een goede ontwikkeling kunnen doormaken. Deze domeinen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
29
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
6.1 Inrichten systeem en cyclus van kwaliteitsondersteuning
HOOFDSTUK 6 – PROCESSEN Om de doelstellingen van het SWV Utrecht PO te realiseren moet een aantal taken worden uitgevoerd. Belangrijke vragen die een professionele organisatie zichzelf dan dient te stellen zijn: wat is er gedaan? Is het goed gedaan? Wat kan er beter? Om de antwoorden op deze vragen goed in beeld te krijgen moet er een werkbaar planning & control systeem zijn. Het gaat hierbij om de monitoring van zowel de bedrijfsmatige als ook de inhoudelijke processen van het SWV.
Processen dienen te worden gemonitord aan de hand van vooraf vastgestelde resultaten/ opbrengsten. Het uitvoeren van kwaliteitsbeleid is een cyclisch proces. Daarom wordt de PDCA-cyclus gehanteerd waarin de volgende processtappen zichtbaar zijn: PLAN – het nadenken over wat de organisatie wil, en dit beschrijven in het ondersteuningsplan DO – het uitvoeren van de voorgenomen actie CHECK – controleren of de beoogde resultaten zijn behaald en op welke wijze dit is gebeurd ACT – het borgen van het goede, het vaststellen van de verbeteringen die de basis vormen van het volgende plan. Deze vier stappen worden ondersteund door vier attitudebegrippen die tezamen de cultuur van de organisatie bepalen: inspireren, mobiliseren, waarderen en reflecteren. Een derde aspect aan de cyclus van kwaliteitszorg is het SMARTI formuleren van doelstellingen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgeboden en Inspirerend. Primair is het doel van de kwaliteitszorg in het SWV het zichtbaar maken van de kwaliteit van de ondersteuning vanuit het SWV. Daaronder valt het in kaart brengen van ontwikkelpunten op het terrein van: • De stand van zaken met betrekking tot de basisondersteuning. • De snelheid van toekenning van advisering en ondersteuning. • De snelheid van toekenning van arrangementen en toelaatbaarheid. • De onderbouwing en motivering van de aanvraag. In de cyclus van kwaliteitszorg is een aantal items van belang. Deze worden hieronder beschreven: Kwaliteitsbeschrijving: • De beschrijving van de kwaliteit van de school in het SOP in relatie tot de basisondersteuning.
30
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
• De beschrijving van de mate waarin er sprake is van een dekkend netwerk aan voorzieningen in de regio. • Een omschrijving van de kwaliteit in een kwaliteitshandboek van het SWV met betrekking op de organisatie SWV Utrecht PO. Kwaliteitsborging: • Elke school binnen het SWV heeft in het SOP beschreven hoe zij de kwaliteit van de ondersteuning kan en wil ontwikkelen en handhaven. • Elke school heeft beschreven hoe de school in relatie tot het SOP wil (blijven) voldoen aan de standaard voor basisondersteuning. • In het ondersteuningsplan van het SWV staat beschreven hoe het SWV haar kwaliteit borgt. Kwaliteitsmeting: • Elke school van het SWV beschrijft middels zelfevaluatie de stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit van de ondersteuning (zorg en begeleiding), de afgesproken kengetallen. Het is de wens van het SWV om, met betrekking tot de standaard, in samenspraak met de schoolbesturen audits uit te voeren. • Het SWV beschrijft in het jaarverslag de resultaten van het SWV.
éénvormige lijsten zodat de resultaten onderling vergelijkbaar zijn. Tevredenheid is niet altijd een indicator voor goede geleverde kwaliteit. Thuiszitters: Middels een overleg met de afdeling leerplicht worden thuiszitters of potentiële thuiszitters gemeld aan het SWV en aan de schoolbesturen. Het SWV onderneemt, in overleg met de schoolbesturen, actie voor zover de thuiszitters te wijten zijn aan nalatigheid van het SWV. Spreiding en doorstroom van het onderwijs: Middels rapportages geven de scholen informatie door omtrent leerlingenaantallen, leerlingenprognoses, leerlingenspreiding, leeftijdsopbouw, gewichtenverdeling. Ook de leerlingenstromen SBO en SO worden geanalyseerd. Nuttige en doelmatige besteding arrangementen: Tijdens en na elk uitgegeven arrangement zal worden gevraagd naar de doelmatigheid van de besteding van de arrangementsgelden: is het doel bereikt? Welke organisatie is ingezet? Hoe is de procesgang om een arrangement te verkrijgen verlopen?
Kwaliteitsontwikkeling: • Elke school beschrijft in het SOP hoe zij de kwaliteit van de ondersteuning (zorg en begeleiding) verder gaat ontwikkelen/ of borgen in relatie tot de Utrechtse standaard.
6.2 Evaluatiegegevens Om voldoende gegevens te verkrijgen richt het SWV een aantal databestanden in: Tevredenheidsonderzoeken: Middels een tevredenheidsonderzoek wordt de tevredenheid van een bepaalde doelgroep over een organisatie of een dienst vastgelegd. Deze informatie wordt geanalyseerd en binnen het systeem van kwaliteitszorg gebruikt voor verbeterplannen. Gestreefd wordt naar
31
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
7.1 Monitoring en evaluatie Ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan wordt jaarlijks geëvalueerd. Nieuwe ontwikkelingen worden direct meegenomen in het ondersteuningsplan, waardoor het plan actueel blijft. De doelstellingen, geformuleerd voor vier jaar, schuiven mee. Iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijke kader. Activiteitenplan en evaluatie Het SWV stelt voor elk schooljaar een activiteitenplan op. Dit plan is in juni beschikbaar. Het activiteitenplan en de evaluatie vormen een vast agendapunt op de laatste Algemene Bestuursvergadering van het schooljaar. In het activiteitenplan staat beschreven wat het SWV in dit schooljaar wil realiseren. Systeem voor monitoring Voor het SWV wordt op onderdelen een systeem voor monitoring ontwikkeld. Daarbij moet gedacht worden aan:
HOOFDSTUK 7 – KWALITEITSZORG Het SWV Utrecht streeft naar dienstverlening met een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau. In het hoofdstuk zullen de terreinen worden beschrijven waarop monitoring van de taken van het SWV plaats vindt.
• Monitoring van kengetallen. • Monitoring van leerlingen met arrangementen. • Monitoring van de Utrechtse standaard voor basiskwaliteit. Bij het monitoringssyteem wordt uitgegaan van de drie kwaliteitsaspecten vanuit de inspectie: • Resultaten: een passende plek voor iedere leerling door een samenhangend geheel van ondersteuning (analyse van thuiszitters, doorstroomgegevens, resultaten samenwerking jeugdzorg, resultaten samenwerking VVE) • Management en organisatie: een duidelijke visie op passend onderwijs, slagvaardige aansturing, communicatie, doelmatige en inzichtelijke organisatie • Kwaliteitszorg: zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie vanuit het SWV, planmatige kwaliteitsverbetering, jaarlijkse verantwoording en borging van behaalde resultaten. Evaluatie van het SWV door de scholen Het SWV heeft een evaluatieformulier waarop de scholen hun oordeel over het SWV kunnen geven. Dit formulier wordt jaarlijks ingevuld
32
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
door alle scholen binnen het SWV. Het betreft hier de beoordeling van de onderwijsadviseur, trajectbegeleider, het meldpunt Passend Onderwijs, de toelaatbaarheidscommissie en de activiteiten van het SWV.
• De deskundigheid van de leraar op het gebied van het bieden van extra ondersteuning.
Activiteitenplan en evaluatie Naast het ondersteuningsplan maakt het SWV voor ieder schooljaar een activiteitenplan. Dit activiteitenplan is in juni van elk schooljaar beschikbaar. Het activiteitenplan en de evaluatie vormen een vast agendapunt op de laatste Algemene Bestuursvergadering van het schooljaar. De plannen en de resultaten zijn voor iedere betrokkene via de website4 beschikbaar. Bestuursverslag De directeur van het SWV maakt voor het bestuur een bestuursverslag met daarin de belangrijkste inhoudelijke en financiële ontwikkelingen. Kengetallen, zowel op inhoud alsook financieel, maken onderdeel uit van het bestuursverslag. Functioneren medewerkers SWV De directeur voert met alle medewerkers in dienst van het SWV jaarlijks een functionerings- en beoordelingsgesprek. De evaluatie van de scholen en het bereiken van de doelstellingen staan daarin centraal. Twee leden van het bestuur voeren jaarlijks een functionerings- en beoordelingsgesprek met de directeur. Met alle medewerkers die middels detachering, inhuur aan het SWV zijn verbonden wordt minimaal éénmaal per jaar een gesprek gevoerd. Inspectie van het onderwijs Jaarlijks voert de inspectie een risicoanalyse uit. Voor deze analyse hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op zes parameters: • Thuiszitters (niet deelnemers aan onderwijs). • Spreiding en doorstroom in het onderwijs m.n. van leerling met extra ondersteuning. • (Eerder) afgegeven inspectieoordelen op scholen en instellingen. • Signalen die wijzen op tekortkomingen (bijv. klachten). • Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. 4 www.swvutrechtpo.nl
33
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
8.1 Sterke positie van ouders in het SWV
HOOFDSTUK 8 – OUDERS Het bestuur van het SWV hecht grote waarde aan een goede samenwerking met ouders om haar doelstellingen te verwezenlijken. Formeel is die positie geborgd in de ondersteuningsplanraad waar de ouders de helft van de 22 zetels bezetten. Binnen deze vorm van medezeggenschap zullen ouders nauw betrokken worden bij het beleid van het SWV. Daarnaast is ook het meer informele karakter binnen de samenwerking van groot belang. Juist het meer betrekken van ouders binnen het informele traject vereist van het SWV een flinke inspanning. Hoofdstuk 8.1 beschrijft hoe het SWV de positie van ouders formeel wil versterken. Hoofdstuk 8.2 gaat nader in op de communicatie richting ouders die niet verbonden zijn aan de OPR.
Scholen, ieder met een eigen verantwoordelijkheid en/of aanpak, en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. Betrokkenheid van ouders levert een bijdrage aan het succes op school. Het samenwerkingsverband ziet ouders als gelijkwaardige partners in het gezamenlijk zoeken (school en ouders) naar een passende onderwijsvoorziening. Dat kan als ouders actief betrokken worden bij de totstandkoming van oplossingen. Daartoe moeten scholen in een vroegtijdig stadium in gesprek gaan met ouders over de ontwikkelingen van hun kind(eren) en de ideeën van ouders voldoende aandacht geven. Daarbij dient aandacht te zijn voor het feit dat de oplossingsrichting van ouder en school niet altijd overeenstemt. De dialoog is daarbij een belangrijk middel om te komen tot een oplossing. Het Meldpunt Passend Onderwijs (MPO) heeft als taak ouders onafhankelijk voor te lichten. Ouders kunnen worden geïnformeerd over de mogelijkheden van begeleiding op de basisschool en over hoe de route naar het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs verloopt. Het MPO onderhoudt contact met de scholen en andere instanties die specifieke zorg of deskundigheid kunnen bieden. Het bestuur van het SWV wil de positie van ouders versterken. Om ouders te kunnen zien als gelijkwaardige partner in het zoeken naar een passende onderwijs oplossing dienen de ouders goed op de hoogte te zijn van regels, mogelijkheden en procedures. Deze informatie dient dan ook op begrijpelijke wijze voor ouders beschikbaar te zijn. Schoolondersteuningsprofielen zijn daarbij een belangrijk middel in het zichtbaar maken van en het bepalen of een school het juiste aanbod voor een leerling heeft. Onderwijsadviseurs kunnen ouders hierbij begeleiden. Betrokkenheid van ouders is van groot belang. Niet alleen in de overgangsfase tussen de WSNS verbanden en het nieuwe SWV passend onderwijs maar ook daarna. In eerste instantie ligt de belangrijkste taak ten aanzien van de ouders bij de afzonderlijke scholen door ouders goed en tijdig op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen van hun kind (inhoud, voortgang en effect). Maar ook ouders hebben hierin een actieve rol door tijdig informatie ten behoeve van begeleiding aan de school kenbaar te maken. Als de ontwikkeling van een leerling dusdanig
34
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
verloopt dat extra ondersteuning gewenst is zal de school een inspanning moeten leveren om dit samen met de ouders vorm te geven. Binnen het handelingsgericht werken wordt dit gezien als één van de speerpunten. Bij het aanvragen van arrangementen en toelaatbaarheid is het formulier waarop ouders hun mening mogen geven over het te lopen traject voorwaardelijk voor toekenning. Sommige ondersteuningsvragen zijn dermate complex dat meerdere ondersteuners betrokken zijn (school, opvoedingsondersteuning, schoolmaatschappelijk werk). Juist in die situaties is het wenselijk om, naar draagkracht en draaglast van de ouders gezamenlijk op te trekken. Vanuit het SWV wordt grote waarde gehecht aan het school maatschappelijk werk (SWM). Juist de laagdrempelige toegang tot deze voorziening maakt dat veel vragen betreffende opvoeding en ontwikkeling op deze manier een ingang vinden. Binnen de vorming van de OPR is door middel van pariteit de vertegenwoordiging van ouders geregeld. Ouders bezetten elf van de 22 zetels. Daarnaast is er door het SWV een bezwaar en beroepsprocedure waarbinnen ouders bezwaar en beroep kunnen aantekenen tegen besluiten van het SWV.
• Partners doen moeite elkaars perspectief op opvoeding te leren kennen, gaan de dialoog aan en investeren in een vertrouwensrelatie. • Partners hebben verschillende eindverantwoordelijkheden. • Partnerschap impliceert wederzijdse betrokkenheid. • De partnerrelatie is asymmetrisch: de school is eindverantwoordelijk, neemt het voortouw en zet de toon. 8.3 Samenwerking tussen ouders en school Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De betrokkenheid van ouders levert een bijdrage aan het succes op school. Dit is alleen mogelijk als ouders actief worden betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. Door vroegtijdig met ouders in gesprek te gaan over de ontwikkeling van hun kind is een dialoog mogelijk waarbij zowel ouders, leerling en leerkracht ideeën mogen aandragen. Daarbij moeten de partners van elkaar accepteren dat de oplossingsrichting van school en ouders niet altijd gelijk is. In de dialoog wordt gezocht naar oplossingen en toepassingen die in het belang zijn van de verdere ontwikkeling van het kind.
8.2 Ouders als educatieve partner School en ouders worden gezien als wederzijds betrokken partners omdat beiden een rol spelen in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Daarbij kunnen ze samen meer betekenen dan elk voor zich. Vanuit het SWV zal actief worden ingezet om ouders te zien als educatieve partner, hetgeen betekent dat scholen zaken goed met ouders afstemmen en hun activiteiten richting ouders doelgericht opzetten. Daarnaast dient er duidelijkheid te ontstaan over elkaars rollen en verantwoordelijkheden. Educatief partnerschap van ouders maakt een goede zeggenschap en verantwoording mogelijk. Ouders (als vertegenwoordiger van hun kinderen) worden door het SWV gezien als de belangrijkste groep belanghebbenden van de school. Vanuit het SWV is een zestal uitgangspunten geformuleerd: • Scholen binnen het SWV zijn leef- en leergemeenschappen waar ouders deel van uitmaken. • Partners zijn gelijkwaardig, niet gelijk.
8.4 Meldpunt passend onderwijs voor ouders Het meldpunt passend onderwijs van het SWV Utrecht PO is een specifieke voorziening. Ouders kunnen bij het meldpunt onafhankelijke voorlichting krijgen. Ouders worden geïnformeerd over de mogelijkheden van begeleiding op de basisschool en hoe de route naar het speciaal (basis)onderwijs verloopt. Het meldpunt onderhoudt contacten met scholen en andere instellingen (waaronder buurtteams jeugd en gezin) die specifieke zorg of deskundigheid bieden. Door middel van het meldpunt wil het SWV de positie van ouders versterken. Ouders die goed op de hoogte zijn van hun rechten en plichten kunnen gezien worden als gelijkwaardige partners en kunnen een goede gesprekspartner zijn voor school. Het meldpunt zorgt voor informatie over regels, mogelijkheden en procedures. Naast het meldpunt beschikt het SWV over een website waar informatie, die van belang kan zijn voor ouders, wordt gedeeld.
35
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
9.1 Veranderingen in financiering Met de invoering van Passend Onderwijs verandert de huidige financieringssystematiek ingrijpend. Geldstromen verschuiven van schoolbesturen en REC’s naar het SWV. Naast nieuwe financiering krijgt het SWV ook nieuwe taken. De belangrijkste veranderingen op een rij:
HOOFDSTUK 9 – FINANCIËN Het hoofdstuk financiën gaat in op de veranderingen in de financiering van het SWV gevolgd door het financieel beleid van het SWV en een overzicht van de (verwachte) uitgaven. Het hoofdstuk wordt afgerond met een meerjaren begroting.
• Het SWV gaat de toelaatbaarheid tot een SO school (cluster 3 en 4) bepalen en gaat meebetalen aan leerlingen die worden verwezen naar deze scholen. Het SWV betaalt ook voor leerlingen die wonen binnen het gebied van het SWV maar buiten het gebied van het SWV naar school gaan. • Het SWV gaat de ondersteuning van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte organiseren en (eventueel) bekostigen. Deze middelen worden aan het SWV toegekend als onderdeel van het budget ‘zware’ ondersteuning. • Het SWV ontvangt middelen om ‘zware’ ondersteuning te bekostigen. De nieuwe inkomsten worden toegekend in een bedrag per leerling.
In de notitie Financiën en beleid is aangegeven hoe het SWV zich op de nieuwe financiering voorbereidt en hoe het SWV (middels processen, systemen, werkwijzen en menskracht) de financiën inzet. Het SWV heeft een gering eigen vermogen. Omdat het nieuwe SWV grotere verantwoordelijkheden heeft, waaronder die voor personeel (en daarmee meer risico’s) moet meer weerstandvermogen worden opgebouwd.
9.2 Financieel beleid Het SWV Utrecht PO voert een transparant financieel beleid met als doelstelling de middelen zoveel mogelijk in te zetten ten behoeve van het ontwikkelen van een continuüm van ondersteuning binnen en tussen de aangesloten scholen van het SWV. In 2014 werkt het SWV Utrecht PO met een implementatiebegroting tot 1 augustus 2014 en vanaf 1 augustus wordt gewerkt met een begroting tot eind 2014. In de daarop volgende jaren wordt
36
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
gewerkt met kalenderjaarbegrotingen. Het SWV voorziet in een algemene reserve om financiële tegenslagen op te vangen. In 2014 heeft het SWV nog nauwelijks middelen in de algemene reserve staan. De stichting SWV Utrecht PO hanteert een treasurybeleid waarin staat dat er geen beleggingen plaatsvinden met middelen uit het eigen vermogen.
37
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
9.3 Kengetallen
Kengetallen Okt 2011
Leerlingenaantallen
Regulier bao gemeente Utrecht
Okt 2012
26976
Okt 2013
27775
Aantal leerlingen SBO
422
1,5%
444
1,55%
1,55%
Aantal leerlingen SO
380
1,36%
414
1,44%
1,44%
Totaal aantal
27769
28633
30997
Aantal leerlingen categorie I
307
27
46
Aantal leerlingen categorie II
332
27
55
Aantal leerlingen categorie III
356
28
58
Formatie SWV Utrecht PO In dienst SWV
Inhuur/
Kosten
detachering
SWV Utrecht PO Directeur
1,0 fte
X
€
100.000
Beleidsmedewerker Onderwijs
0,8 – 1,0 fte
X
€
93.000
Beleidsmedewerker Financiën
0,5 fte
X
€
46.500
Administratie/secretariaat
1,6 fte
X
€
67.000
Team Passend Onderwijs Onderwijsadviseurs Trajectbegeleiders Advisering en ondersteuning
1,5 fte
X
€
112.000
3 fte
X
€
3,5 fte
X
€
201.000 283.500
Toelaatbaarheidscommissie
X
€
121.000
Ambulante Begeleiding
X
€
PM
Formatie SWV 2014-2015
9.4 Inkomsten Het SWV kent drie hoofdbronnen van inkomsten: • Bedrag per leerling voor de realisatie van lichte ondersteuning (voorheen WSNS gelden).
• Bedrag per leerling voor de realisatie van zware ondersteuning (voorheen SO bekostiging en LGF). • Subsidies van de gemeente Utrecht en Rijk. Daarnaast ontvangt het SWV nog gelden vanuit de aanpalende samenwerkingsverbanden met betrekking tot grensverkeer en ontvangt het SWV bekostiging van het SBO zijnde het verschil tussen 2% en de werkelijke zorg bekostiging SBO binnen het SWV (1,55%).
38
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
9.5 Uitgaven Met ingang van 1 augustus 2014 worden de middelen voor Passend Onderwijs gebundeld en integraal ingezet. De schoolbesturen binnen het SWV realiseren hun zorgplicht met financiële ondersteuning van het SWV. Het SWV: • Faciliteert scholen ten behoeve van de versterking van de basisondersteuning (Utrechtse standaard voor basiskwaliteit). • Faciliteert scholen die extra ondersteuning bieden met de inzet van onderwijsadviseurs en het Team Passend Onderwijs. • Faciliteert inzet van expertise. • Zorgt voor ondersteuning van de onderwijsadviseurs en trajectbegeleiders.
39
9.6 Meerjarenbegroting
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Gebruikte termen
AB
Ambulante Begeleiding
Arrangeerroute
Traject dat moet worden afgelegd om een arrangement (onderwijs ondersteuning) aan te vragen
Arrangement
Onderwijsondersteuning
Categorie I leerlingen
Leerlingen (zeer moeilijk lerende, langdurige zieke kinderen, kinderen met gedrags- en psychiatrische problematiek)
Categorie II leerlingen
Leerlingen met een lichamelijke handicap
Categorie III leerlingen
Leerlingen met een meervoudige handicap
Cluster 3
Speciale onderwijsvoorzieningen gericht op Zeer Moeilijk Lerende Kinderen, kinderen met lichamelijke beperkingen en/of meervoudige beperkingen en Langdurig Zieke Kinderen
Cluster 4
Speciale onderwijsvoorzieningen gericht op kinderen met ernstige gedrags- en psychiatrische problemen
CvI
Commissie voor Indicatiestelling
GMR
Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad
IB
Intern Begeleider
Jonge risico kinderen
Jonge kinderen die in een ontwikkelingsachterstand op dreigen te lopen
LG
Lichamelijke handicap
LGF
Leerling Gebonden Financiering
LWOE
Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie
LZK
Langdurig Zieke Kinderen
MG
Meervoudig Gehandicapt
MR
Medezeggenschapsraad
Ondersteuningsplan
Plan van het SWV waarin het beleid voor de komende vier jaar wordt vastgelegd
OOA
Onderwijs Ondersteunings Arrangement
OOGO
Op Overeenstemming Gericht Overleg
OPR
Ondersteuningsplanraad
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg
PO
Primair Onderwijs
REC
Regionaal Expertise Centrum
SBO
Speciaal basisonderwijs
SMW
School Maatschappelijk Werk
SO
Speciaal onderwijs
SOP
Schoolondersteuningsprofiel
SWV
Samenwerkingsverband. Een door de minister vastgestelde regio waarbinnen de doelstellingen van Passend Onderwijs gerealiseerd dienen te worden.
TLC
Toelaatbaarheidscommissie
TLV
Toelaatbaarheidsverklaring
TPO
Team Passend Onderwijs. Binnen het samenwerkingsverband het team waarin experts, onderwijs adviseurs en trajectbegeleiders samenwerken.
VVE
Vroeg/ en voorschoolse educatie
WMS
Wet Medezeggenschap
WSNS
Weer Samen naar School
ZML
Zeer Moeilijk Lerend
41
SWV Utrecht PO
goed voor elkaar
Gegevens (Footnotes) 1 Zie nadere uitwerking in paragraaf basisondersteuning. 2 Cluster 4, LZK, ZMLK 3 LG 4 MG 5 Gebaseerd op de teldatum van 1 oktober 6 Datum afhankelijk van evaluatie 7 Zie hoofdstukken cluster 1 en cluster 2 8 Zie hoofdstuk leerlingen en epilepsie.
Stichting Samenwerkingsverband Utrecht Primair Onderwijs (SWV Utrecht PO) www.swvutrechtpo.nl email:
[email protected] bank: NL97 SNS B0866 3004 65
42