ONDERSTEUNINGSPLAN BASISSCHOOL DE KAMELEON 2014-2015
(concept)
c/zorgteam/ondersteuningsplan2012/2013
Inhoudsopgave
Visie op zorg
2
De onderwijsbehoeften van onze leerlingen
2
Vroegtijdige signalering
3
Het aanbieden van zorg in de dagelijkse praktijk
3
Het maken van groepsanalyses
5
Het planmatig uitvoeren van de zorg
5
Foutenanalyse! En dan…
6
Plan van aanpak (groep 6,7,8)
6
Groepsbesprekingen op schoolniveau
7
Extra hulp op sociaal emotioneel en medisch gebied
7
Instroom -Doorstroom – Uitstroom
8
Instroom
8
Doorstroom
11
Uitstroom
11
Grenzen van zorg
12
Toetsbeleid
13
Zorgprotocol basisschool de Kameleon
15
Overdracht binnen de Kameleon
20
Lijst met afkortingen
22
1
Visie op zorg We streven naar een school waarin we zorg hebben voor de totale ontwikkeling van het kind. We proberen de kinderen in hun geestelijke, intellectuele, emotionele en sociale groei voor te bereiden op weg naar volwassenheid en naar een plaats in een complexe maatschappij. De onderwijsbehoeften van de leerling staan centraal op de Kameleon. Ook de onder- en bovenpresterende kinderen hebben onderwijsbehoeften. Daar dient dus extra aandacht aan besteed te worden. Zo bouwen we aan een school waar leerkrachten – in samenwerking met ouders – ervoor zorgen dat ieder kind zich geborgen en thuis kan voelen. Waar kinderen zich ontwikkelen en opgroeien in positieve omgang, met respect voor elkaar. Deze visie op leerlingenzorg wordt gedragen door het gehele team van de Kameleon. De procedures en afspraken over de leerlingenzorg dienen voor iedere leerkracht duidelijk te zijn. Ze worden beschreven in dit ondersteuningsprofiel. De onderwijsbehoeften van onze leerlingen Een onderwijsbehoefte is datgene wat een leerling nodig heeft om een bepaald doel te bereiken. (zie ook bijlage 1: verzamellijst onderwijsbehoeften) We spreken hierbij over didactisch behoeften (behoeften t.a.v. de omgang met de leerstof) en de pedagogische behoeften (behoeften t.a.v. de pedagogische omgang). De didactische behoeften zijn gericht op het cognitieve leerproces:
Instructie (visueel-auditief) Uitdaging Leertijd Structuur gedurende de dag Structuur van de taak
De pedagogische behoeften zijn gericht op de pedagogische omgang:
Het geven van feedback Het aanbrengen van verantwoordelijkheid Het aanbrengen van zelfstandigheid Sociale structuur en omgangsvormen
Aan alle bovengenoemde behoeften wordt door de leerkrachten van de Kameleon aandacht besteed. Ook de hoogpresterende leerlingen (A en A+) hebben onderwijsbehoeften. Zij moeten extra uitdagend lesmateriaal krijgen zodat ze gemotiveerd blijven. Deze leerlingen krijgen uitdagend verwerkingsmateriaal en opzoekopdrachten. Indien mogelijk werken deze leerlingen ook in groepsverband (bijv. coöperatieve werkvormen) De meeste leerlingen van de Kameleon zijn taalarme of taalzwakke leerlingen. Alhoewel er in het voorschoolse traject al aandacht aan wordt besteed, constateren we dat er ook in de hogere leerjaren nog taalachterstand voorkomt. Vooral het onderdeel “woordenschat” behoeft extra aandacht. Dat merken we voornamelijk aan de uitslagen van de toetsen voor Begrijpend lezen, woordenschat en tijdens de wereldoriënterende vakken en tijdens de lessen Studievaardigheden. Maar ook bij andere vakken kunnen taalachterstanden belemmerend werken. 2
Vroegtijdige signalering Intellectuele ontwikkeling Tijdens het dagelijks werken met een kind ziet de leerkracht hoe de intellectuele ontwikkeling verloopt. De leerkracht ziet aan het verwerken van aangeboden stof of het kind intellectueel voor- of achterloopt. Werkt een kind in hoog tempo en zelfstandig of heeft het vaak hulp, ondersteuning en stimulering nodig van de leerkracht? Aan de hand van observaties, methodegebonden en methodeongebonden toetsen (LOVS) krijgt de leerkracht hier een duidelijk beeld van. Ons streven is niet af te wachten, preventief ingrijpen verdient de voorkeur boven curatief ingrijpen. Rekening houdend met de onderwijsbehoeften van het kind zorgt de leerkracht ervoor dat het kind het aangeboden groepsniveau kan blijven volgen. Belangrijk is hierbij de informatie die we krijgen tijdens de overdracht vanuit de voorschoolse situatie. Kinderen die vanuit het consultatiebureau geïndiceerd worden en kinderen die als risicovol worden genoemd, verdienen onze extra aandacht. Sociaal-emotionele ontwikkeling Door dagelijkse observaties in en buiten de klas krijgt de leerkracht een beeld van de sociaal emotionele ontwikkeling. Kennis van de voorgeschiedenis en de thuissituatie van het kind spelen hierbij een belangrijke rol. Het kan voorkomen dat bij een leerling de sociaal emotionele ontwikkeling niet goed verloopt. Dit kan tot gevolg hebben dat er gedrags- en/of didactische problemen ontstaan. De school maakt gebruik van de SCOL. De leerkrachten vullen de vragenlijst voor elk individueel kind in. Wij vinden het van belang dat kinderen ook zelf kunnen aangeven hoe zij zichzelf op sociaal-emotioneel terrein zien. De kinderen van de groepen 6, 7 en 8 vullen de vragenlijst zelf in waardoor er een nog duidelijker beeld ontstaat. Daarnaast wordt in de groepen 6, 7 en 8 ook gebruik gemaakt van de SAQI. Bij deze schoolvragenlijst worden ook suggesties aangegeven hoe individuele- en/of groepsuitval aangepakt kan worden. Daarnaast zijn er op onze school drie mensen gecertificeerd voor "School Video Interactie Begeleiding". SVIB is een methode van leraarbegeleiding waarbij aan de hand van video-opnamen in de klas interacties tussen leerkrachten en leerlingen worden geanalyseerd. De uitslagen van de SCOL en SAQI worden in de groepen 4, 6 en 8 besproken in combinatie met de in die groepen afgenomen NSCCT ( groepen 4 en 6) en NIO (groep 8.) In de overige groepen worden de uitslagen besproken in de tweede groepsbespreking (halverwege het schooljaar). Zie ook Groepsbesprekingen op schoolniveau Het aanbieden van zorg in de dagelijkse praktijk De zorgniveaus De zorg aan kinderen is verdeeld in 5 niveaus: Niveau 1: de zorg op groepsniveau De leerkracht geeft instructie volgens de methode en past het model directe instructie toe. (zie bijlage) De leerlingen worden op sociaal emotioneel gebied gevolgd en de leerkracht werkt aan het pedagogisch klimaat.
3
Niveau 2 : extra zorg op groepsniveau Voor leerlingen die niet voldoende hebben aan de instructie van niveau 1 zorgt de leerkracht voor extra instructie aan de instructietafel. Deze extra hulp kan ook bestaan uit het toepassen van differentiatiemodellen uit de methode. Wat deze kinderen nodig hebben, is te vinden in het didactisch groepsoverzicht. In het groepsplan zijn deze kinderen te vinden onder “subgroep 1”, De A en A+ leerlingen die zelfstandig en zorgvuldig werken en hoge leerrendementen halen, gaan sneller door de aangeboden stof van die dag en werken met methodisch en niet methodisch verrijkingsmateriaal. Deze leerlingen zijn te vinden in het didactisch groepsoverzicht. In het groepsplan zijn deze kinderen te vinden onder “subgroep 2”. In iedere groep hangt een werkrooster waarop vermeld staat welke leerling op welk moment voor welk vak extra aandacht krijgt. De kinderen die extra zorg nodig hebben op niveau 2 worden in praktisch alle gevallen in de groep begeleid door de eigen leerkracht(en). Op het moment dat de leerkracht hulpvragen heeft, biedt het zorgprotocol richtlijnen hoe te handelen. Het zorgprotocol is als laatste hoofdstuk aan dit zorgplan toegevoegd en wordt jaarlijks aangepast en – na goedkeuring door het team - vastgelegd. Niveau 3: extra zorg m.b.v. interne deskundigen Als de leerling moeite heeft met het volgen van de extra aangeboden instructie in niveau 2 (subgroep 1) en niet meer kan aansluiten bij het niveau van de klas, dan overlegt de leerkracht met het zorgteam over de te volgen aanpak. Deze aanpak wordt vastgelegd in het groepsplan. Als deze omschrijving te complex is, dan wordt hier een plan van aanpak voor geschreven. Dit plan dient altijd (ook tussentijds) geëvalueerd te worden. (zie bijlage “Plannen”) In het schooljaar 2009-2010 is op SKPO niveau gestart met het opzetten van een procedure die leidt tot een eigen leerlijn en/ of ontwikkelingsperspectief. Leerlingen van de Kameleon doen in principe met de basisstof en/of minimumstof mee t/m eind groep 5. Vanaf groep 6 kan bekeken worden of het voor een leerling reëler is over te gaan op een eigen leerlijn en/ of een ontwikkelingsperspectief te bepalen. Hieraan gaan minstens 3 toetsmomenten vooraf op basis waarvan het verwachte uitstroomniveau in groep 8 bepaald wordt. Deze keuze gaat altijd in overleg met ouders, orthopedagoog, directie en interne begeleiding en wordt halfjaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Dit geldt zowel voor de meerbegaafde leerling als voor de minder begaafde leerling en kan zich voordoen op één of meerdere vakgebieden Niveau 4: extra zorg door externe deskundigen Als er na raadpleging van het zorgteam nog vragen overblijven, wordt de adviseur leerlingenzorg van de schoolbegeleidingsdienst ingeschakeld. Ook kan doorverwijzing hebben plaatsgevonden naar externe hulpverleningsinstanties (bijv. BJZ, GGzE). Hiervoor wordt altijd vooraf overlegd met de ouders van de leerling. Zij moeten toestemming geven voor een onderzoek. Als er sprake is van een onderzoek, dan wordt de uitslag hiervan altijd doorgesproken met de ouders en volgt er met alle betrokken partijen overleg over de onderwijskundige toekomst van het kind. Een Handelings Gerichte Proces Diagnostiek wordt gehouden met een groepsleerkracht, een interne begeleider en de orthopedagoge. Hierin wordt niet alleen de (problematiek van de) 4
leerling besproken, maar het gehele “systeem waarin de leerling leeft. Doel van een HGPD is de leerkracht een beter en completer beeld van de leerling te geven zodat hij/zij het kind optimaal kan begeleiden. Niveau 5: speciale bovenschoolse zorg Wanneer er bij het kind geen of nagenoeg geen ontwikkeling meer plaatsvindt of het onderwijsaanbod niet meer toereikend is voor de hulpvraag van de leerling, zal in overleg met de ouders een keuze worden gemaakt binnen zorgniveau 5: Leerling wordt verwezen naar het Speciaal Basis Onderwijs (SBO) Leerling wordt verwezen naar het Speciaal Onderwijs (SO) Het maken van groepsanalyses Vanuit ParnasSys krijgen we toetsuitslagen in een groepsoverzicht (groepskaart) die 3 x per jaar met de leerkrachten wordt besproken en geanalyseerd. Tweemaal met het zorgteam en de directie, éénmaal met het zorgteam. Ook wordt er een analyse gemaakt van de methodegebonden toetsen. Op deze manier worden de zorgleerlingen snel opgespoord. Met deze gegevens wordt een didactisch groepsoverzicht gemaakt. Aan de hand van het didactisch groepsoverzicht wordt een groepsplan gemaakt. In het groepsplan staat per hoofdvak de “koers” voor het komende halfjaar beschreven. In november en april worden tussentijdse evaluaties gemaakt. Daarnaast maken we groepsanalyses aan de hand van de uitslagen van de NSCCT (groepen 4 en 6) en de NIO (groep 8). Deze worden door het zorgteam en de orthopedagoge besproken met de leerkrachten. Het planmatig uitvoeren van de zorg Vóór de zomervakantie vindt de overdracht van de leerlingen naar het volgende leerjaar plaats. Dat betekent dat de leerkracht op de eerste schooldag al weet welke leerlingen extra zorg nodig hebben en welke leerlingen behoefte hebben aan verrijkingsstof. De namen van deze leerlingen worden genoteerd op het werkrooster en het groepsplan kan worden gemaakt. Het groepsplan beschrijft per hoofdvak welke doelen er het op de helft van het schooljaar gehaald moeten zijn. Ook hierin staan de kinderen genoteerd die speciale onderwijsbehoeftes hebben. (niveau 2, 3 en 4 leerlingen) Deze kinderen worden zoveel mogelijk geclusterd naar hun onderwijsbehoefte. Op sociaal emotioneel gebied maken we gebruik van de bij de SCOL behorende methode “kinderen en hun sociale talenten”. In de meeste gevallen wordt dit op groepsniveau (of incidenteel in kleine groepen) behandeld. Ook is een individueel aanbod mogelijk met het methodeonderdeel “Mijn portfolio”. Als de sociaal emotionele problematiek groter is, dan maken we gebruik van de jeugd- en gezinswerkster (JGW). De verslaglegging en correspondentie ( JGW-ouders-leerkracht) wordt besproken in het zorgteam en vastgelegd in ParnasSys.
5
Foutenanalyse! En dan…. Na een methodegebonden toets maakt de leerkracht een foutenanalyse om te zien of de aangeboden stof op een goede manier is aangeboden of op een goede manier is verwerkt. Aan de hand van deze analyse ziet de leerkracht welke kinderen behoefte hebben aan een herhaalde of extra instructie. Hij zal dit inplannen in zijn werkrooster. Dit werkrooster hangt zichtbaar in de klas met daarop vermeld de namen van de kinderen die extra zorg nodig hebben of extra verrijkingstof aankunnen. In het activiteitenplan is te zien om welke stof dit gaat. Van de leerkracht wordt gevraagd dit organisatorisch goed te regelen. Er wordt gewerkt in verschillende niveaugroepen waarbij van de kinderen wordt verwacht dat zij in staat zijn zelfstandig te kunnen werken. 2x per week staat “zelfstandig werken” op het rooster. Tijdens deze activiteit bepaalt de leerkracht aan welk onderdeel een leerling moet werken. Op deze manier heeft de leerkracht de mogelijkheid om met instructiegroepen of individuele kinderen te werken. De school biedt mogelijkheden voor differentiatie d.m.v. het personeelsbeleid (meer fte’s; dus regelmatige dubbele bezetting) en de aanschaf van hiervoor bestemde methodes en/of materialen. Verder biedt de school mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering . Dit biedt de school voornamelijk aan in de vorm van presentaties en workshops voor het hele team of delen daarvan. Ook kunnen leerkrachten deelnemen aan cursussen en workshops die een relatie hebben met de schoolontwikkeling. Plan van aanpak ( groep 6, 7 en 8) Een plan van aanpak wordt geschreven voor leerlingen waarvan verwacht wordt dat het potentiële LWOO leerlingen zijn. Er wordt uitgegaan van de M en de E toetsen in groep 6 en groep 7 van de volgende onderdelen: Rekenen en wiskunde Begrijpend lezen Technisch lezen Spelling De individuele scores worden bekeken en besproken met het zorgteam en de leerkracht(en). Indien een leerling een achterstand van 25%-50% heeft op 2 of meer vakgebieden- waarbij zeker rekenen en wiskunde en begrijpend lezen horen- dan komt hij/zij in aanmerking voor LWOO onderwijs. Indien een leerling een leerrendement <50% heeft op 2 of meer vakgebieden- waarbij zeker rekenen en wiskunde en begrijpend lezen horen- dan komt hij/zij in aanmerking voor VMBO BB met LWOO eventueel met een vangnetconstructie voor het Praktijkonderwijs. Hierbij wordt altijd gekeken naar leerlingkenmerken. De ouders worden door de leerkracht van de “oude en de nieuwe” groep op de hoogte gebracht en zij ondertekenen ook het plan van aanpak. Zie voor de verschillende handelingen het Tijdpad PO-VO Vooraanmelding LWOO (groep 8) De leerkrachten van groep 8 leveren volgens het tijdschema de CITO toetsresultaten aan binnen het DOD (Digitaal Overdrachtsdossier). Daar worden de LWOO leerlingen geselecteerd. Daarna volgen oudergesprekken en kunnen de ouders hun kind voor de officiële inschrijfdatum aan gaan melden bij een school voor VO. Jaarlijks ontvangen we hiervoor een tijdlijn waar we ons aan houden.
6
Groepbesprekingen op schoolniveau Per schooljaar zijn er 3 groepsbesprekingen voor alle groepen van de school. Groepsbespreking 1 Deze bespreking vindt plaats in week 2, 3 of 4 van het nieuwe schooljaar. Aanwezig zijn de groepsleerkracht(en), de interne begeleiders en de directie. Aan de hand van de groepskaart en overige beschikbare gegevens van het voorgaande jaar (overgangsgegevens) wordt de groep in kaart gebracht. Er wordt bekeken welke vakken extra aandacht vragen en hoe de leerkracht dit denkt aan te pakken. De grens van het groepsniveau leggen we– als indicator - voor onze school vast op 2.7. Als het groepsgemiddelde lager is gaan we bekijken, wat hiervan de oorzaak is. Welke mogelijkheden zien de leerkrachten met hun nieuwe groep? Ook wordt besproken welke kinderen risicoleerlingen of echte zorgleerlingen zijn en of de leerkracht voldoende mogelijkheden ziet om de extra zorg aan deze kinderen te bieden. Dit wordt vastgelegd in het groepsplan. Groepsbespreking 2 Deze bespreking vindt plaats eind februari/begin maart. Aanwezig zijn de leerkrachten en de interne begeleiders. Aan de hand van de LOVS uitslagen van januari/februari van de hoofdvakken wordt bekeken hoe de groep er momenteel voorstaat. Is er vooruitgang geboekt of is er een terugval te constateren? Er wordt een analyse gemaakt op groeps- of individueel kindniveau en besproken wat de leerkrachthandelingen voor de komende periode zullen zijn. Het eerste groepsplan wordt geëvalueerd en aan de hand van de nieuwe gegevens wordt een nieuw groepsplan opgesteld. Groepsbespreking 3 Deze bespreking vindt plaats op het einde van het schooljaar. Tevens is dit de overdracht. Aanwezig zijn de groepsleerkracht(en) van de huidige en de toekomstige groep, een directielid en een interne begeleider. We kijken hoe het dit schooljaar met de groep is gegaan, we vergelijken de resultaten met de resultaten van de eerste en de tweede groepsbespreking en bespreken welke leerlingen in het nieuwe jaar welke vorm van zorg en/of begeleiding nodig hebben. Daarnaast zijn er eind november/begin december extra groepsbesprekingen met de groepen 4, 6 en 8. Aanwezig zijn de groepsleerkracht(en), de interne begeleiders, de orthopedagoge en een directielid. Hierin bespreken we de uitslag van de NSCCT ( groepen 4- 6), de NIO (groep 8), de SCOL (groepen 4, 6 en 8) de leerlingenSCOL ( groepen 6-8) De SAQI (groepen 6- 8) wordt in maart afgenomen, ook deze uitslag wordt met de leerkrachten besproken. Bovengenoemde cyclus wordt jaarlijks gevolgd. N.B.: de kinderen die in groep 3 zijn gedoubleerd, maken ook de NSCCT en worden meegenomen in de nabespreking. Extra hulp op sociaal emotioneel en medisch gebied In het zorgteam komt ook de sociaal emotionele problematiek ter sprake. Uitgangspunt is dat de leerkracht – eventueel ondersteund door een interne begeleider – het probleem zelf oplost. In veel gevallen zal de leerkracht de ouders hierbij betrekken. Mochten er sprake zijn van medische aspecten, dan wordt de verpleegkundige van de GGD ingeschakeld. Zij is 6 x per jaar aanwezig bij het zorgteam, samen met de jeugd- en gezinswerker. Ook zijn er rechtstreekse contacten met de schoolarts van de GGD. 7
Mochten de problemen op sociaal emotioneel gebied erg groot worden, dan moet externe hulp worden ingeschakeld. Allereerst moet onderzocht worden waar de problemen door zijn ontstaan. Zijn het externe factoren ( thuissituatie) of zitten de problemen in het kind zelf (o.a. medisch).Aan het Spilcentrum is een jeugd- en gezinswerker verbonden. Zij maakt deel uit van het zorgteam. Zij werkt zowel preventief als curatief. Deze medewerkster behandelt zowel de lichte problemen m.b.t. de opvoeding als de meer complexere problemen. Aanmelding door de leerkracht of de ouder(s) vindt rechtstreeks plaats bij het zorgteam of bij de jeugd- en gezinswerker. Bij zwaardere problematiek kan de leerling worden aangemeld bij het wijkkernteam. Van daaruit wordt bekeken welke externe instellingen eventueel moeten worden ingeschakeld. Het wijkkernteam komt 1 x per twee weken bij elkaar. Het eerste deel van deze bijeenkomsten worden gezinnen of een ouder zonder kinderen besproken. In het tweede gedeelte worden de gezinnen of een ouder met kinderen besproken. Namens het Spilcentrum is bij het tweede gedeelte een interne begeleider/directielid en de jeugd- en gezinswerker aanwezig. Naast deze 2 personen zijn hierbij zijn de volgende partners aanwezig: Algemeen maatschappelijk werk Bureau Jeugdzorg Vertegenwoordigers van 3 woningcoöperaties De wijkagent Medewerker consultatiebureau Medewerker Zuidzorg Werkcasemanager gemeente Eindhoven Professionals op afroep Tijdens de bijeenkomsten wordt informatie uitgewisseld en worden werkafspraken gemaakt. Er wordt een verslag gemaakt en daarin wordt aangegeven op welke datum de casus besproken wordt zodat iedereen zich daarop kan voorbereiden. Instroom – Doorstroom – Uitstroom
Instroom: a.Kinderen vanuit Korein Bennekel b.Kinderen afkomstig van andere peuterspeelzalen c.Kinderen, die anders instromen a Kinderen vanuit Korein Bennekel Kinderen worden door de directie van de school ingeschreven. De directie zal na de afspraak voor de aanmelding contact opnemen met de teamcoach om te bekijken of er problemen zijn m.b.t. de ontwikkeling van het kind. Omdat de inschrijving vaak erg laat gedaan wordt, is het van belang uit te gaan van de procedure c.q. tijdslijn “Rol Korein Bennekel en basisschool m.b.t. de overdracht.” De tijd dat de peuter 3 jaar / 3 jr en 3 mnd. wordt/is, geeft Korein aan de basisschool het formulier door van aanmelding en tegen de ouders wordt gezegd dat het kind ingeschreven kan worden op de basisschool òf nog niet òf helemaal niet.
8
Na de inschrijving wordt een kopie daarvan doorgegeven aan: 1. Contactpersoon onderbouw ( leerkracht groep 1) 2. Directielid ( dossier) 3. Korein 4. VVE-coördinator De directie behoudt het origineel zonder handtekening. Tegen de tijd dat de peuter 3 jaar / 3 jr en 3 mnd. wordt geeft Korein d.m.v. formulier door welke leerlingen op school gaan komen. Daarbij wordt aangegeven of er onderzoeken lopen en/of het hier gaat om signaalkinderen/ kindbesprekingen. Liefst tenminste 3 weken voordat het kind op de basisschool begint, vindt een “warme”overdracht plaats met daarbij alle relevante gegeven, zoals: (initiatief pm-er Korein)
Gegevens Cito-peutertoetsen ( P1+P2) Observaties ( m.b.t. motorische ontwikkeling; sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling) Signaleringslijsten m.b.t. protocol dyslexie. Relevante medische gegevens Kindvolgsysteem Spel aan huis/Op Stap/VVE-thuis; en de reden van de aanmelding Verslagen kindbesprekingen/signaleringsbesprekingen. Onderzoeken en uitslagen van de onderzoeken die plaats hebben gevonden gedurende de PSZ- en /of Korein periode VVE indicatie Woordenschatlijsten
Voor het vervolg zie instroomschema In de periode 3 weken vooraf aan de plaatsing op school kunnen leerkrachten/leidsters afspreken om het kind te bekijken op de voorschool of tijdens een dag waarop de peuter ter oriëntering in groep 1 is. De leerkracht zet de (toets-)gegevens in Parnassys. De leerkracht doet de toetsuitslagen P1 + P2 (en de observatielijsten) in de dossierhangmap (hangmap is inmiddels door directielid aangemaakt) van het betreffende kind. De ouders worden in de eerste reglementaire schoolweek door de groepsleerkracht gevraagd om het originele formulier te ondertekenen. Deze worden door administratieve kracht (balie) aan de desbetreffende leerkracht gegeven. b. Kinderen afkomstig van andere peuterspeelzalen Kinderen worden door de schooldirectie ingeschreven. Na de inschrijving wordt een kopie daarvan doorgegeven aan: 1. Leerkracht groep 1 2. Directielid ( dossier) Directie behoudt het origineel zónder handtekening. De VVE-coördinator neemt contact op met de PSZ van het kind. (Informatie van deze PSZ wordt doorgegeven aan de leerkracht waar het kind komt) Indien er geen gegevens aanwezig zijn, wordt in de eerste schoolweek de P2 toets afgenomen. Ouders van kinderen die noodzakelijkerwijs eerst in groep 1 nog moet laten zien of ze in kunnen stromen (observaties; toetsen;etc) krijgen via de leerkracht te horen wanneer ze het originele inschrijfformulier kunnen komen tekenen. 9
Instroomschema: Contact Zuidzorg
Peuter 2 jaar en 3 tot 6 maanden
Niet geïndiceerd
Voorschool
Wel geïndiceerd Wij-Eindhoven (zorgleerling)
Kindbespreking: Pedagogisch medewerker; VVEcoördinator; IB-er; Wij-Eindhoven; Teamcoach
eventueel verstrekking VVE-indicatie
Terugkoppeling Zuidzorg m.b.t. aanwezigheid van het kind aan VVElocatie
Peuter 3 jaar tot 3 jaar en 3 maanden
Kindbespreking: Pedagogisch medewerker; VVE-coördinator; IB-er; Wij-Eindhoven; Teamcoach
koppeling tussen VVE-coördinator en directie d.m.v. standaard formulier met NAW-gegevens en notatie wel – wel; mits – niet inschrijven Directie maakt geen afspraak als het formulier nog niet in bezit is; maar kan wel zeggen terug te bellen naar de ouders zodra het formulier binnen is
Inschrijving basisschool door directie. Afschrift kennis van inschrijving naar VVE-coördinator en leerkracht groep 1.
Peuter 3 jaar en 3 maanden tot 4 jaar
De leerkracht groep 1 bespreekt met de teamcoach de algemene kenmerken van het kind m.b.t. plaatsing in welke groep 1
Warme overdracht: initiatief PM-er met groepsleerkracht
Peuter 4 jaar 10
c. Kinderen, die anders instromen Kinderen worden door schooldirectie ingeschreven. Na de inschrijving wordt een kopie daarvan doorgegeven aan: 1. De VVE-coördinator (indien < 4 jaar), 2 directielid (dossier directie behoudt het origineel zónder handtekening. Heeft het kind geen voorschoolse instelling bezocht, dan wordt er door de VVE-coördinator contact met ouders en eventuele instanties opgenomen. Indien er geen gegevens aanwezig zijn, wordt in de eerste schoolweek de P2 toets afgenomen. Ouders van kinderen die noodzakelijkerwijs nog moeten laten zien of ze in kunnen stromen (observaties; toetsen;etc) krijgen via de leerkracht te horen wanneer ze het originele inschrijfformulier kunnen komen tekenen. Peuters die op een andere manier instromen ( bijv. via MKD, observatiedagverblijf, PDO etc.) worden per individueel geval besproken. Overige instroom: (4+) Kinderen die – vanwege verhuizing – bij ons op school komen. Voordat het kind ingeschreven wordt, nemen we eerst contact op met de basisschool waar het kind op zit. Als er geen bezwaren zijn dan wordt het kind ingeschreven. Kinderen die om verschillende redenen op een andere basisschool niet op de juiste plek zitten. De directeur van deze school doet een officieel verzoek om de leerling op een andere school te plaatsen. Hiervoor is op school een protocol aanwezig. Terugplaatsen: Kinderen die op verzoek van de ouder(s) naar een andere basisschool zijn gegaan, worden niet zonder meer teruggeplaatst. De keuze is immers in goed onderling overleg gemaakt. Als de “ nieuwe” school van het kind ons adviseert om een terugplaatsing te overwegen in het belang van het kind, dan gaan we met de betrokken partijen in gesprek. Overgang Korein naar basisschool de Kameleon 1. In principe starten kinderen die in een maand 4 jaar worden tussen de 1e en de 15e op de eerste schooldag van die maand. De kinderen die in een maand 4 jaar worden tussen de 16e en de 31e starten op de eerste schooldag van de volgende maand. 2. In overleg tussen Korein en basisschool kan hiervan afgeweken worden. 3. In de periode 3 weken voor aanvang groep 1 kan het aangemelde kind 1 dag in groep 1 komen. De PM-er kan het kind in groep 1 komen bekijken of de leerkracht van groep 1 kan naar de PSZ gaan voor een observatie. 4. In overleg wordt bekeken wanneer (ca. 1 maand voor de zomervakantie) een leerlingenstop in groep 1 plaatsvindt (uitzonderingen bijv. verhuizing daargelaten) 5. Bij de overgang kan aan de ouders gemeld worden dat in de eerste periode op de basisschool in overleg met de groepsleerkracht het kind soms even thuisgehouden kan worden. 6. Teamcoach VVE geeft tijdig aan ouders door, wanneer hun kind eerder dan gepland naar school kan . (i.v.m. 2 maanden opzegtermijn) Criteria Korein naar basisschool de Kameleon Wanneer blijkt dat een kind op de Peutergroep achterblijft in zijn/haar ontwikkeling wordt dit zo spoedig mogelijk doorgegeven aan het zorgteam. Eventuele onderzoeken, observaties 11
en/of externe expertise worden in samenspraak met de ouders zo vroeg mogelijk opgestart, zodat ruim van tevoren (4 jaar – basisschool) een diagnose gesteld kan worden of het kind conform het aanbod van de basisschool geplaatst kan worden op de Kameleon. I.v.m.. de aanwezigheid van de IB-er en/of VVE-coördinator bij de kindbespreking komt deze info eerder binnen op school. Doorstroom: Overgaan en zittenblijven Normaal gesproken gaat een kind op het einde van een schooljaar naar het volgende leerjaar. Het kan echter voorkomen dat het voor een kind beter is om een schooljaar nog eens over te doen. Dit kan zijn omdat het kind de leerstof nog niet voldoende beheerst of dat het kind er sociaal emotioneel nog niet aan toe is om naar het volgende leerjaar te gaan. Uiteraard kijken we naar de leeftijd van een kind. Wel moeten we ervan overtuigd zijn dat de kans groot is dat de doublure zin heeft en een positieve bijdrage heeft aan de ontwikkeling van een kind. Als een kind een leerjaar moet overdoen wordt dat altijd op tijd met de ouders besproken. Voor zo’n leerling wordt ook een plan van aanpak geschreven dat met de ouders besproken en ondertekend wordt. In het groepsplan is per vak te zien in welk niveau deze leerling zit. Tussentijdse evaluatie is noodzakelijk omdat juist deze leerlingen snel in een andere niveaugroep terecht kunnen komen. Leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 zullen in principe niet meer doubleren. Als deze kinderen moeite hebben met de leerstof - en er is de voorafgaande jaren veel aandacht aan besteed - dan worden deze leerlingen op een individuele leerlijn gezet. Dit wordt beschreven in een ontwikkelingsperspectief (OPP) dat met de ouders besproken en ondertekend wordt. Een groep overslaan. Indien een kind zeer goed presteert en de methodes onvoldoende extra leerstof bieden is er de mogelijkheid om deze leerling, na overleg met de ouders, een groep te laten overslaan. Dit is echter niet alleen afhankelijk van de leerprestaties. Zeker zo belangrijk is het om de gevolgen op sociaal-emotioneel gebied goed in te schatten en afhankelijk daarvan een keuze te maken. Uitstroom: 1. Normaal gesproken verlaten de kinderen na 8 jaar onderwijs de basisschool en gaan naar het Voortgezet onderwijs. Daarbij hanteren we de procedure aansluiting PO-VO: Deze procedure geldt voor de groepen 6, 7 en 8. Hiervoor is een tijdpad ontwikkeld dat door ons gevolgd wordt. Hiervoor worden uitslagen van de CITO toetsen gebruikt. De NSCCT wordt afgenomen in groep 4 en 6 door een medewerker van Fontys Fydes of de externe dienst van de SKPO. De uitslagen gaan rechtstreeks naar bovengenoemde afnemer en worden daar ook verwerkt. De NIO in groep 8 wordt afgenomen door OCGH. De verwerking en de terugkoppeling wordt verzorgd door een IB’er. De SAQI (School Attitude Questionnaire Internet) wordt afgenomen in de groepen 6,7 en 8. Deze SAQI wordt onder begeleiding van een teamlid, niet zijnde de eigen groepsleerkracht, op de computer ingevuld door de leerlingen. De verwerking vindt plaats via de computer met geluidsondersteuning. Bij de bespreking van de NSCCT, de NIO en de SAQI zijn aanwezig: leerkracht medewerker Fontys Fydes of externe dienst SKPO directielid zorgteamlid 12
De ouders van deze kinderen worden jaarlijks op de informatieavond op de hoogte gesteld van de procedure. 2. Van kinderen die vanwege een verhuizing naar een andere basisschool gaan wordt altijd een onderwijskundig rapport gemaakt en dit wordt opgestuurd naar de betreffende basisschool. 3. Ook kunnen kinderen tussentijds uitstromen. Voor een uitstroom naar een andere basisschool is op school een protocol aanwezig. Bao-Bao plaatsing conform zorgplan WSNS . 4. Ook kan het voorkomen dat –na verschillende inspanningen van school en ouder(s) – het kind het onderwijs op een reguliere basisschool niet (meer) kan volgen. Het zou in dat geval voor het kind beter zijn om naar het Speciaal Basis Onderwijs(SBO) of naar het Speciaal Onderwijs (SO) te gaan. Dit gaat echter niet zo maar. De basisschool moet aantonen dat zij alles in het werk heeft gesteld om het kind vooruit te helpen. Als dat na al deze inspanningen niet is gelukt, dan volgt een capaciteitenonderzoek bij een onafhankelijke instelling. Vaak heeft dit onderzoek al in een eerder stadium plaatsgevonden. Als uit dit onderzoek blijkt dat de leerling meer gebaat is bij het SBO dan wordt het kind aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Deze commissie beslist op grond van alle verkregen informatie of het kind naar het SBO kan. Het is dan aan de ouder(s) om het kind daar dan aan te melden. De ouders of verzorgers worden bij het hele proces betrokken. De PCL kan ook SO adviseren. In dat geval moeten de ouders bij de commissie van indicatie aanmelden van het desbetreffende R.E.C. 5. Leerlingen die op het einde van groep 7 acht jaar basisonderwijs hebben gehad en waarvan leerkrachten, ZT en ouders het beter vinden dat ze naar het VO/PrO gaan. Dit zijn de eerder genoemde OPP leerlingen. Grenzen van zorg Het is erg moeilijk aan te geven wanneer de grenzen van de zorg bereikt zijn. Iedere casus zal individueel bekeken en besproken dienen te worden. Toch hebben we – samen met de leerkrachten – enkele richtlijnen opgesteld:
Effect op de groep Veiligheid van leerkracht en andere leerlingen Belang van het kind voorop Medewerking ouders Te “behappen” door leerkracht + opeenvolgende leerkrachten. (team)
Na plaatsing: Als na een tevoren afgesproken periode blijkt dat er nauwelijks of geen betekenisvolle meerwaarde te zien is vanuit de problematiek bij binnenkomst van de leerling, dan wordt volgens afspraak met de ouders het kind alsnog aangemeld bij de school voor speciaal (basis)onderwijs die wel tegemoet kan komen aan de hulpvraag van de leerling.
13
Toetsbeleid Op de Kameleon hanteren we een toetskalender waarop per maand en per groep staat aangegeven welke toetsen er moeten worden afgenomen. We zijn hierbij uitgegaan van de CITO-normen; dat betekent dat de toets wordt afgenomen in de maand dat dit door CITO wordt aangegeven. Naast de CITO toetsen hanteren we nog een landelijk genormeerde toets, namelijk de AVI leestoets en een schoolvragenlijst, namelijk de SAQI. AVI, DMT en SAQI worden afgenomen door een extern persoon (personen) zijnde wel een teamlid. In de groepen 4 en 6 worden jaarlijks de NSCCT afgenomen. De zittenblijvers van de groepen 3 maken deze NSCCT ook, de zittenblijvers van groep 4 maken deze toets niet! In groep 8 wordt de NIO afgenomen. De NSCCT wordt afgenomen door een medewerker van de externe dienst van de SKPO, de NIO wordt afgenomen door een medewerker van OCGH. In individuele gevallen wordt ook nog gebruik gemaakt van de SCOBL-r , de CBSK (sociaal emotioneel) , de TAK (taalzwakke kinderen), de UGT-R (afgenomen bij de lln die een onvoldoende scoren op de Cito M2 en E2 ) en de TRF/CBCL. Dit is een gedragsvragenlijst, in te vullen door leerkracht (groen) en ouders (blauw) die gebruikt wordt bij aanvraag REC scholen, voor kinderartsen en speciale zorgleerlingen. Procedure m.b.t. het afnemen van methodeafhankelijke toetsen: Deze toetsen worden afgenomen volgens de gemaakte jaarplanning. De jaarplanning en de toetsuitslagen worden ingeleverd bij het zorgteam (Judith) Procedure m.b.t. het afnemen van CITO-toetsen De toetsen (m.u.v. DMT, AVI, en de SAQI) worden afgenomen door de eigen leerkracht. Hiervoor heeft iedere leerkracht een toetsmap met handleiding. Voor het afnemen van de toetsen hanteren we de volgende afspraken:
De toetsen worden afgenomen volgens de handleiding. De resultaten worden door de leerkracht verwerkt in ParnasSys. Voor de afname wordt een geschikt moment gekozen.* Een stagiaire neemt geen toetsen af. ( m.u.v. een Lio’er , evt. samen met de mentor) De kinderen zitten in de z.g. toetsopstelling; d.w.z. dat de kinderen zodanig zitten, dat ze niet bij elkaar kunnen kijken. De leerkracht zorgt ervoor dat de kinderen in alle rust kunnen werken. De leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen een klaaropdracht hebben. Deze mag niet zo aantrekkelijk zijn dat de leerlingen hun toets daardoor te snel gaan afmaken. Kinderen die op de toetsdag ziek zijn, krijgen de kans de toets op een later moment te maken. Als er volgens de leerkracht door bijzondere omstandigheden – bijv. voor een kind emotionele gebeurtenissen – "vreemde" toetsuitslagen worden gehaald, is hertoetsing mogelijk. CITO toetsen worden voorgelezen aan leeszwakke of dyslectische leerlingen (leesachterstand > 1,5 jaar) vanaf groep 4 in overleg met het zorgteam. Op het groepsrapport wordt vermeld dat de betreffende toets is voorgelezen. *Minder geschikte momenten zijn: vrijdagmiddag één dag voor of meteen na een vakantie één dag voor of meteen na een buitenschoolse activiteit (bijv. schoolreisje) de laatste 2 weken van het schooljaar worden geen Cito-toetsen meer afgenomen Onderzoek geeft aan dat de dinsdag- en donderdagochtenden geschikte toetsmomenten zijn. 14
Toetsen op niveau Als een leerling voor Rekenen / Wiskunde, Spelling en Begrijpend Lezen een leerachterstand heeft van minimaal anderhalf jaar wordt de Cito toets “speciale leerlingen” afgenomen. Op het einde van groep 8 maken deze leerlingen de Cito niveau eindtoets. Op het rapport komt een aantekening dat zij voor die vakken andere toetsen maken dan de rest van de groep. Bij leerlingen die dyslectisch zijn, wordt tijdens het afnemen van de toetsen rekening gehouden met de volgende zaken: Toetsen worden voorgelezen Cito eindtoets met ingesproken tekst Dit wordt altijd bij de uitslag genoteerd.
15
ZORGPROTOCOL VAN BASISCHOOL DE KAMELEON PROTOCOL ZORGTEAM
met zorgteam wordt bedoeld het zorgteam van de basisschool van de in het protocol genoemde afspraken is een beredeneerde afwijking denkbaar. Dit gaat altijd in overleg met de betrokkenen.
DOELSTELLING
Het zorgteam volgt de ontwikkeling van alle leerlingen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. Subdoelstellingen Leerkrachten, waarbij kinderen op een bepaald gebied uitvallen, krijgen van het zorgteam ondersteuning in de vorm van een analyse, diagnose en een uitwerking daarvan. Het zorgteam ondersteunt leerkrachten bij het opstellen en evalueren van didactische groepsoverzichten, groepsplannen, plannen van aanpak en OPP’s. Het zorgteam zorgt voor bijlagen bij het onderwijskundig rapport van tussentijdse schoolverlaters. In overleg met de groepsleerkracht zorgt het zorgteam voor de administratieve afwikkeling bij aanmelding bij de PCL en alle vormen van speciaal onderwijs. Het zorgteam bewaakt de doorgaande lijn op vakinhoudelijk gebied. Het zorgteam is het overlegorgaan tussen de school en externe instellingen op het gebied van leerlingenzorg. Het zorgteam organiseert groepsbesprekingen m.b.t. de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling. Het zorgteam geeft en coördineert coaching en begeleiding m.b.t. leerlingenzorg. Het zorgteam evalueert haar werkzaamheden met de directie en toetst deze aan het gevoerde beleid binnen de schoolontwikkeling. Het zorgteam onderhoudt contacten met en vraagt adviezen aan de aangesloten partners. Het zorgteam is onderdeel van het Wijkkernteam. Regelmatig overleg met de leerkrachten van de Plusklas. Het zorgteam initieert in overleg en samenwerking met de directie onderwijsvernieuwingen.
16
TAAKVERDELING ZORGTEAM Leerlingen
Groepsbespreking (3x per schooljaar) 1 t/m 8
Harry/Judith/Jean/Niek
Consultatieve Leerling Bespreking (met orthopedagoge) Plannen van aanpak voor LWOO + PrO Individuele hulp aan kinderen Afnemen AVI –DMT Afnemen SAQI Zorgoverleg / Doorspreken van leerlingen Afhandeling procedure bij verwijzing SBO/SO Contacten Jeugd- en gezinswerker Coaching en begeleiding (video-interactie) Methodegebonden begeleiding Externe contacten zorginstellingen Netwerk Jeugdhulpverlening Gestel
Harry/Jean/Judith + leerkracht(en) Judith Judith/Jean Harry/Jean/Judith/ Jean/Judith Harry Harry/Jean/ Judith Harry Harry
Administratieve handelingen
Leerlingvolgsysteem opzetten toetskalender methode onafhankelijke toetsen verwerken van gegevens zorg voor toetsmateriaal contactpersoon met Cito verwerking PO-VO- gegevens beschikkingen SBO + overigen archivering leerlingendossiers doorgeven elektronisch leerlingdossier aan betreffende leerkracht ortotheek en literatuur contactpersoon logopedie Plannen van aanpak
Jean evt. samen met Judith of Harry
Harry Harry
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg vakinhoudelijk procesbewaking i.v.m invoering en implementatie van nieuwe methodes aanschaf van remediërende materialen en hulpmiddelen (in overleg met zorgteam) nascholing op teamniveau (of delen van het team) m.b.t. onderwijskundige ontwikkelingen binnen de school overleg met onderwijsbegeleiding (Fontys Fydes/Coaches SKPO/Uitgeverijen/etc. klassenbezoeken computerondersteunend onderwijs(incl. klassenbezoeken ICT)
17
Judith
ZT+directie Jean
Wie kan signaleren?
Wat is de actie?
de groepsleerkracht
contact opnemen met ZT en evt. invullen formulier "aanmelding zorgteam". Zorgteam met groepsleerkracht bespreken (verslaglegging) ouder(s) kort verslag maken van "melding", (waar melding is gedaan) indien nodig bespreken met zorgteam kind persoon bij wie gemeld is neemt contact met betrokkenen extern (bijv KNAP, GGD) signalering doorgeven aan groepsleerkracht signalering doorgeven aan zorgteam Na ontvangst van het ingevulde formulier reageert het zorgteam binnen twee werkweken. In een gesprek wordt de schriftelijke reactie besproken en toegelicht. Indien nodig kan de hulpverlening dan starten. N.B 1. Een leerkracht mag nooit een uitspraak doen richting ouder(s) over een (vermeende) stoornis bij een leerling. Er moet altijd eerst een diagnose gesteld worden door een daartoe bevoegd persoon (arts, psycholoog, psychiater) N.B.2. Studentes en stagiaires die leerlinggegevens nodig hebben voor hun studie krijgen de opdracht deze gegevens anoniem te gebruiken. Procedures bij hulpverleningstraject Aanmelden leerling bij het zorgteam hulpvorm door wie taak leerkracht aanmelding *leerkracht *formulier *derden "aanmelding zorgteam" invullen *ouders informeren
Hulp in de klas hulpvorm door wie observatie (van *extern indiv. leerling) *lid zorgteam *maatjeswerk S.V.I.B. S.V.I.B. er
klassenbezoek (op groepsniveau) Préteaching réteaching Buitenschoolse hulpverlening: P.A.B. A.B.
*lid zorgteam/directie *extern *tutor/leerkracht *tutor/leerkracht) *leerkracht SBO/SO
taak zorgteam *behandeling formulier in ZT vergadering. *reactie d.m.v. gesprek met leerkracht binnen twee werkweken. *synchroniseren informatie ZT en leerkracht
taak leerkracht taak zorgteam *activiteit volgens *verslag maken afspraak *bespreken verslag
opmerkingen *bij melding door derden wordt de leerkracht altijd geïnformeerd *idem bij doorverwijzing kernteam
opmerkingen
*activiteit volgens *filmen afspraak *nabespreken *activiteit volgens *observeren afspraak *nabespreken * groepsinstructie Volgens DI model *overleg met (P) AB er *kopie naar ZT
18
*afspraak over materiaal *overleg met leerkracht *advisering
*Plan van aanpak maken Leerkracht SBO/SO maakt verslag
Groepsoverstijgende hulp hulpvorm plaatsing in andere groep:
door wie
taak leerkracht
taak zorgteam
opmerkingen
1. individueel (tijdelijk)
*leerkracht in overleg met ZT
*informatieoverdracht *verantwoordelijk *noteren in lln map voor hulpgebied
2. permanent
*leerkrachten *zorgteam *ouder(s) *directie *evt. extern
*informatieoverdracht *begeleiden van het *noteren in lln. map proces *administratieve *materiaaloverdracht handelingen
*Plan van aanpak maken (indien nodig)
Plan van aanpak maken ( zie bijlage “Plannen”) hulpvorm door wie taak leerkracht taak zorgteam opmerkingen Plan van aanpak *o.b.v. zorgteam *ouders infor*begeleiding *data aanhouden volgens vanaf groep 6 meren schema LWOO+PrO (1) plan schrijven *met ouders doorspreken (1) Eventueel samen met tutor / lio 'er; leerkracht blijft verantwoordelijk voor opstellen en uitvoeren.
19
Externe hulpverlening hulpvorm Aanmelden JGW (Jeugd en gezinswerker)
aanmelden CLB
HGPD
door wie *leerkracht in overleg met ZT *leerkracht *ouder *ZT na overleg met leerkracht Zorgteam (in overleg)
onderzoeksaanvraag *ZT na overleg met leerkracht en ouders
aanmelden PCL
*ZT na overleg met leerkracht en ouders
aanmelden Praktijkschool/VSO
*ZT na overleg met leerkracht en ouders *ZT na overleg met leerkracht en ouders *ouders *leerkracht (via GGD) *logopediste GGD/huisarts
aanmelden REC scholen aanmelden logopedie
aanmelden GGD
*Zorgteam
taak leerkracht *aanmelden bij JGW *noteren in Parnassys
taak zorgteam *volgen van de casus
opmerkingen *evt. doorverwijzing naar overige instanties
*bij voorkeur aanwezig bij CLB
*agenderen voor CLB
Gegevens verzamelen Aanwezig zijn *ouders informeren *invullen ouderformulier (met ouders) *landelijk OR *datum onderzoek doorgeven (ouders) *doornemen van aanvraaggegevens *landelijk O.R invullen *doornemen van aanvraaggegevens *O.R. invullen *doornemen van aanvraaggegevens *O.R invullen *signalering *afstemming met ouders *schriftelijk reageren op verslagen * aandacht in de klas aan besteden (in overleg ) *melden bij ZT en evt. aandragen gegevens
Orthopedagoog benaderen Verslag maken *data plannen *coördineren *bijlages aanleveren
*na overleg is leerkracht aanwezig bij CLB Maximaal 3 keer per kind *gebruik hiervoor ouderformulier (via ZT)
*aanvraag in orde maken, noteren chronologische hulpverlening *aanvraag in orde maken
gebruik hiervoor: *ouderformulier PCL * landelijk O.R
*aanvraag in orde maken
*ouders moeten zelf aanmelden
*coördinatie met logopediste
*noteren dat kind logopedie volgt *vorderingen volgen *bij problemen in de taalontwikkeling aanpak verwerken in GP in overleg met logopediste *let op: melding altijd na toestemming van ouders
*melden bij GGD *informeren leerkracht
*ouders moeten zelf aanmelden
Opmerking: Formulieren die voor derden worden ingevuld en opgestuurd: altijd eerst kopiëren (voor in dossier)
20
Overdracht binnen de Kameleon Op het einde van het schooljaar worden de gegevens van de leerlingen doorgegeven aan en doorgesproken met de nieuwe groepsleerkracht + iemand van het ZT. Het initiatief om leerlingen door te spreken wordt genomen door de leerkracht waarvan de kinderen vertrekken naar de nieuwe groep. Hierbij hoort ook het samen opstellen van de niveaugroepen (1, 2 en/of 3) eventuele plannen van aanpak afsluiten of doorgeven, zodat meteen in het nieuwe schooljaar gestart kan worden. De gegevens die aan de volgende groep worden doorgegeven zijn onder te verdelen in 2 groepen: Algemene gegevens en gegevens per leerling. Hieronder staan per categorie de gegevens die moeten worden doorgegeven. Aan de hand van de overdrachtgegevens worden in de laatste 3 weken de groepsplannen gemaakt door beide leerkrachten. Afspraken hierover worden onderling gemaakt. Algemene gegevens: Formulier groepsbespreking.(zorgniveaus=kruisjesformulier) + groepsbesprekingsformulier voor individuele leerlingen Werkrooster meegeven en activiteitenplan doorspreken op inhoud. Individueel leerlingen doorspreken op prestatieniveau Groepsplan(-nen)> Geëvalueerde groepsplannen 2e helft Didactische groepsoverzichten Onderbouw: lijst met leerlingen die mee hebben gedaan aan Opstap. ( + 1 kopie aan zorgteam) + observatielijsten > motoriek en interactief voorlezen. Gegevens per leerling: Externe verslagen (bijv: Fontys Fydes, Bureau Jeugdzorg, SOVA etc.). Plannen van aanpak Aanmeldingsformulieren zorgteam. Kopie rapporten (groepen 1 en 2). Schaduwrapporten (groepen 3 t/m 8). Overige relevante informatie. (bijv: HGPD; belangrijke zaken uit het kinderdagboek) N.B. Gegevens die niet meer direct voor de nieuwe groep van toepassing zijn in het leerlingendossier (hangmap) van de betreffende leerling doen. Invullen van de formulieren Noteer op de formulieren bij de datagegevens altijd de dag, de maand en het jaar. Noteer altijd de voor- en achternaam van een kind.
21
Registratieformulieren Aanwezig bij zorgteam
Aanwezig in kinddossier
-inschrijfformulier -kopieën externe onderzoeken -(eind)verslagen externe instellingen ( JGW-BJZ-artsen etc)
-toetsuitslagen LVS-SCOL-AVI -methodegebonden toetsen laatste jaar -groepsbesprekingen laatste 5 jaar -formulier zorgniveau laatste 5 jaar -aanmeldformulier zorgteam laatste 5 jaar -verslagen logopedie + reacties leerkracht -uitslagen NSCCT-SAQI-NIO laatste 5 jaar -uitstroomgegevens SBO-SO-VO
Digitaal aanwezig -werkroosters vanaf 2011 -groepsplannen vanaf 2012
Na overleg met team vastgelegd in november 2013 Ter kennisgeving opgestuurd aan de MR van b.s. de Kameleon Dit ondersteuningsplan is onderdeel van het schoolplan en de schoolgids. In september/oktober 2014 wordt dit plan aangepast voor het schooljaar 2014-2015.
22
Gebruikte afkortingen: (op alfabetische volgorde) AVI CBSK CITO CLB DOD HGPD HP JGW KNAP LOVS LWOO NIO NSCCT OR (P)AB PCL PO-VO PrO SAQI SBO SCOBL SO SOVA SVIB SVL TAK TRF ZT
Analyse Van Individualiseringsnormen Competentie Belevings Schaal voor Kinderen Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling Consultatieve Leerlingen Begeleiding Digitaal Overdrachts Dossier Handelings Gerichte Proces Diagnostiek Handelingsplan Jeugd- en Gezins Werker Kort Naschools Aktiviteiten Programma Leerling Volg Systeem LeerWeg Ondersteunend Onderwijs Nederlandse Intelligentietoets voor het Onderwijs Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Toets Onderwijskundig Rapport (Preventieve) Ambulante Begeleiding Permanente Commissie Leerlingenzorg Primair Onderwijs – Voortgezet Onderwijs Praktijk Onderwijs School Attitude Questionnaire Internet Speciaal Basis Onderwijs Schoolgedrag BevorderingsLijst Speciaal Onderwijs Sociale Vaardigheid School Video Interactie Begeleiding SchoolVragenLijst Toets Alle Kinderen Teachers Report Form Zorgteam
23