SCHOOLGIDS
2014 - 2015
Basisschool De Kameleon, locatie Graafseweg Graafseweg 52 5213 AL ‘s-Hertogenbosch
Inhoudsopgave
pagina 1
Woord vooraf
2
1.
De school 1.1 Locaties 1.2 Adresgegevens 1.3 Directie 1.4 Schoolgrootte 1.5 De resultaten van ons onderwijs 1.6 De schooltijden 1.7 Het bestuur en zijn missie
3 4 4 4 4 5 7 7
2.
Waar de school voor staat 2.1 Waar de school voor staat 2.2 Opdracht van de school 2.3 Visie op leren
8 9 1 11
3.
De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van het onderwijs 3.2 De samenstelling van het team 3.3 Onderwijsactiviteiten en -methodes
13 14 14 15
4.
De zorg voor de kinderen 4.1 Peuterspeelzaal en basisschool in één 4.2 Leerlingzorg 4.3 Toetsing van alle leerlingen 4.4 Toetskalender 4.5 Leerling volgsysteem 4.6 Extra zorg binnen de groep 4.7 Extra zorg buiten de groep maar binnen de school 4.8 Extra zorg buiten de school 4.9 Passend onderwijs 4.10 Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief 4.11 Extra zorg (van) buiten de school 4.12 Overgaan/doubleren 4.13 Procedure doubleren 4.14 De doorstroom naar het voortgezet onderwijs
21 22 22 22 23 23 23 24 24 24 26 27 27 28 28
5.
De ouders 5.1 De ouders 5.2 Ouderinformatie 5.3 Groepsouders 5.4 Ouderraad 5.5 Ouderbijdrage 5.6 Medezeggenschapsraad 5.7 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 5.8 Ouderkamer 5.9 Gezonde voeding
29 30 30 30 30 30 31 32 32 32
6.
Diversen 6.1 Schorsen, verwijderen van leerlingen 6.2 Buitenschoolse opvang 6.3 Hoofdluis 6.4 Schoolverzekering 6.5 Klachten 6.6 Nuttige adressen
33 34 34 34 35 35 37 1
Een woord vooraf
’s-Hertogenbosch, juli 2014 Voor u ligt de schoolgids van basisschool De Kameleon. In deze schoolgids geven we een indruk van onze uitgangspunten en het onderwijs aan uw kind. De gids informeert u over onze organisatie en opzet van ons onderwijs, de zorg voor de kinderen en wat u als ouder van onze school mag verwachten. De schoolgids is bedoeld om informatie te verstrekken én om verantwoording af te leggen aan ouders teneinde de betrokkenheid bij de school te versterken. We hopen dat u door de gids een duidelijker beeld krijgt over het “reilen en zeilen” op De Kameleon en het daardoor gemakkelijker voor u zal zijn om mee te denken en met ons samen te werken. Deze gids kan helpen bij het kiezen van een school voor uw kind, maar kan geen antwoord geven op alle vragen. Om een nog betere indruk te krijgen van onze school en antwoord te krijgen op die vragen, nodigen wij u graag uit voor een gesprek. Suggesties ter verbetering met betrekking tot de inhoud van onze schoolgids stellen wij zeer op prijs. De schoolgids is ook na te lezen op www.kbsdekameleon.nl; elk schooljaar kunnen ouders/verzorgers op verzoek een nieuwe schoolgids op school verkrijgen. Bij inschrijving van een leerling ontvangen ouders/verzorgers eveneens een exemplaar. De medezeggenschapsraad heeft ingestemd met de inhoud van de schoolgids. Rini van Erp, directeur
2
1
DE SCHOOL 3
1.1
Locaties
De Kameleon is een basisschool die uit twee hoofdvestigingen bestaat: - Hoofdvestiging Graafseweg - Hoofdvestiging West Als we het in deze schoolgids hebben over De Kameleon, bedoelen we BS De Kameleon, locatie Graafseweg. 1.2
Adresgegevens
BS De Kameleon, Graafseweg Graafseweg 52 5213 AL ’s-Hertogenbosch Tel. nr. 073 – 615.80.50 E-mail:
[email protected] website: www.kbsdekameleon.nl Brinnummer: 15 KA 1.3
Directie
Directeur van de Kameleon is de heer Rini van Erp. Het managementteam bestaat verder uit: Bouwcoördinator onderbouw: Mevr Ank van Vugt Bouwcoördinator bovenbouw: Vacature. 1.4
Schoolgrootte
Op dit moment bezoeken ongeveer 165 leerlingen de basisschool. De leerlingen wonen hoofdzakelijk in de directe nabijheid van school en komen uit de “eigen” wijk. Zij zijn onze directe belanghebbenden en wij stellen alles in het werk om aan hun behoeften optimaal te voldoen. Op de site van de gemeente ’s-Hertogenbosch staat de “sociale kijk op de wijk Graafsepoort” goed omschreven. We verwachten de komende jaren een stabilisering van het aantal leerlingen. Dit betekent dat we met dezelfde inzet kunnen blijven werken aan kwaliteitsverbetering.
Teldatum 1-10-2013
Leerlingen onderbouw 83
Leerlingen bovenbouw 86
Leerlingen totaal 169
1-10-2012
80
86
166
1-10-2011
78
92
170
1-10-2010
70
92
162
1-10-2009
79
73
152
1-10-2008
82
68
150
1-10-2007
80
70
150
1-10-2006
84
66
150
1-10-2005
79
58
137
4
1.5
De resultaten van ons onderwijs
Het vastleggen van leervorderingen gebeurt door toetsen die horen bij de diverse methoden en door landelijk genormeerde niet-methodegebonden toetsen. We controleren hiermee systematisch de voortgang van de kinderen. De uitslag van de toets is de basis voor groeps- en begeleidingsplannen. Op deze manier bewaken we ook de kwaliteit op groeps- en schoolniveau. De kwaliteit van de school valt niet alleen af te lezen aan de uitslag van de Cito-toets. Ieder jaar zijn kinderen anders. Er zijn niet alleen grote verschillen in intelligentie, werkhouding en werktempo, maar ook in aspecten als studiezin en doorzettingsvermogen. Al deze factoren spelen een belangrijke rol bij de advisering naar het voortgezet onderwijs. De Cito-eindtoets geeft het eindresultaat weer in een standaardscore ( tussen 500 en 550). Het landelijk gemiddelde van 2014 is 534.4. De uitslag van onze school is 530.4, met correctie van het leerlinggewicht 533.4. Hiermee voldoen we ruim aan de eisen die de inspectie aan ons stelt. Het streefdoel blijft het landelijk gemiddelde.
Eindopbrengsten CITO
Schooljaar
Landelijk gemiddelde
Uitslag
2008 – 2009 2009 – 2010 2010 – 2011 2011 – 2012 2012 – 2013 2013 - 2014
535.0 534.9 535.1 535.1 534.7 534.4
533.9 533.7 528.3 536.6 532.3 530.4
Uitslag met correctie LG
Uitslag met correctie LG en BL
536.0 532.7 537.0 534.5 533.4
536.4 534.9 536.5 535.4 535.0
Opmerkingen
Overzicht advisering leerlingen groep 8
Jaar:
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
Advies: Praktijkonderwijs VMBO – b VMBO – k VMBO – t VMBO / HAVO HAVO HAVO / VWO VWO NIP
Uitstroom VO
1 3 2 3 3
4 3 4 2 2
2 4 2 10 3 2
2
1
2010-2011
5 4
2
2009-2010
7 3 5
2 13
2011-2012
1 2
2012-2013
1
2013-2014 5
Helicon College Hervion College Ds. Pierson College Van Maerlant College Sancta Maria MAVO Duhamel College St. Janslyceum Herman Broereschool
2 5 2
2 1 1
5 4 1
7
2
7
3
4
1 3
3 5
1 1
2
2 7
2 4 1
Jeroen Bosch College De Rijzert ISK Bossche Vakschool
2 2 1
2
2 2 1
1 7
ST. JANSLYCEUM DUHAMEL COLLEGE
DS. PIERSONCOLLEGE HELICON COLLEGE
VAN MAERLANT COLLEGE
1.6
De schooltijden 6
In het schooljaar 2012-2013 zijn we overgegaan naar een vier gelijke dagen model met een verkorte woensdag. In de praktijk betekent dit vier gelijke dagen van 8.30 – 14.15 uur en een woensdag van 8.30 tot 12.30 uur. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag lunchen alle kinderen op school. 1.7
Het bestuur en zijn missie
Het bevoegd gezag: Stichting SIGNUM ‘s-Hertogenbosch Signum is een stichting voor primair onderwijs op katholieke grondslag. Op 24 basisscholen, verspreid over de gemeente ’s-Hertogenbosch, en 1 school in Zaltbommel wordt les gegeven aan ruim 6400 leerlingen. Dagelijks zijn daarvoor circa 750 personeelsleden actief. Voorzitter van het College van Bestuur is Jan Timmers. Voor uitgebreide informatie: zie onze website www.signumonderwijs.nl Het bestuurskantoor van Signum is gevestigd op landgoed Coudewater te Rosmalen. Postadres: Postbus 104, 5240 AC Rosmalen Tel.: 073 – 8507850 Fax: 073 – 5225771 E-mail:
[email protected] Website: www.signumonderwijs.nl De scholen van Signum: Aventurijn Het Bossche Broek De Haren Den Krommen Hoek De Matrix SBO Het Overpad ’t Schrijverke ’t Ven
De Borch De Duizendpoot Jeroen Bosch De Kruisboelijn Mgr. Bekkers Het Palet Het Sparrenbos ’t Wikveld
‘t Boschveld De Fonkelsteen De Kameleon De Masten Oberon Paus Joannes De Troubadour Wittering.nl
Het Strategisch Beleidsplan van Signum Het Strategisch Beleidsplan voor de periode 2009 – 2013 is lopende. In deze periode krijgen vijf speerpunten speciale aandacht: Arbeidsmarkt schoolleiders en leerkrachten Wijkontwikkeling Doorgaande lijn 0 tot 13 jaar Passend onderwijs Aansluiting primair onderwijs – voortgezet onderwijs Relatie met Kanteel Kinderopvang: Ten behoeve van de voor-, tussen-, na- en buitenschoolse opvang is de Stichting Signum een bestuurlijke samenwerking aangegaan met Kanteel Kinderopvang.
7
2
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1
Waar de school voor staat 8
BS Kameleon toekomstgericht door: Kind centraal Veilige omgeving Opbrengstgericht werken
Context BS De Kameleon BS De Kameleon is participant van BBS De Graaf en staat centraal in de wijk Graafsepoort. Leerlingpopulatie De Kameleon is rijk aan culturen. Een groot deel van onze leerlingen woont in de Graafsewijk. Ongeveer 25 % van onze leerlingen zijn afkomstig uit andere delen van de stad. De diversiteit aan achtergronden van onze leerlingen levert een rijke speelleeromgeving op. De Kameleon maakt duidelijke keuzes in haar onderwijsaanbod om al haar leerlingen een evenwichtige leerontwikkeling aan te bieden: Sociaal emotionele ontwikkeling: Sociaal emotionele vaardigheden ontwikkelen: met behulp van de lesmethode de Vreedzame school stimuleren wij de ontwikkeling van sociaal emotionele vaardigheden Gezonde omgeving: schoolgruiten, samenwerking GGD, 0-meting BMI + gezonde voeding, projecten sport en beweging Veilige omgeving: welbevinden als basis voor iedere leerling Leerrijke omgeving: Opbrengstgericht leren: maximaal leerrendement van iedere leerling staat centraal. Leerdoelen en leerresultaat staan vanaf het peuterarrangement tot en met groep 8 centraal (vanuit de cyclus Opbrengst Gericht Werken waaronder het werken met groepsplannen) Leren vanuit de principes van breinvriendelijk onderwijs (zie visie op leren) Peuterarrangement geïntegreerd in het basisonderwijs. Van 2,5 tot 13 jaar bieden wij onze leerlingen een kwalitatieve doorgaande leerlijn aan. VVE: doelgericht taalaanbod in een doorgaande lijn van peuters naar kleuters Schakelklas: extra aanbod voor groep 1-2 op woordenschat en taal Nieuwkomersgroep: focus op het aanleren van de Nederlandse taal voor nietNederlands sprekende leerlingen Woordenschat: door de gehele school wordt woordenschat aangeboden vanuit de didactiek Met woorden in de weer Leesbevordering: jaarplanning met lees bevorderende activiteiten
2.2
Opdracht van de school (missie): 9
Inleiding Aan het einde van de schoolloopbaan in het basisonderwijs hebben alle leerlingen van De Kameleon de kerndoelen behaald. Hierbij zijn zowel de cognitieve als sociaalemotionele vaardigheden essentieel voor een evenwichtige ontwikkeling. Het educatief partnerschap met de ouders/opvoeders staat voorop. Sociaal-emotioneel De sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen zijn voor De Kameleon een voorwaarde om zich te kunnen ontwikkelen. Het welbevinden van het kind staat hierbij centraal. Het is belangrijk dat kinderen goed in hun vel zitten en zich ontwikkelen in een prettige werksfeer en een veilige leer- speelomgeving. Onderstaande aspecten dienen als leidraad voor alle betrokkenen (ouders, leerlingen, personeel) binnen onze school. De belangrijkste methode die we hierbij gebruiken is De Vreedzame school: Positief zelfbeeld (zelfvertrouwen, zelfwaardering): kinderen voelen zich veilig, gehoord en gezien. Iedereen is bereid zich te verplaatsen in de ander en gaat op een positieve manier met elkaar om (kinderen leren elkaar complimenten te geven dus opstekers in plaats van afbrekers) de eigen kracht van kinderen wordt benut. Zelfreflectie: Kinderen kunnen kritisch naar zichzelf kijken. Vaak reageren kinderen uit een eerste impuls op een situatie. Kinderen leren dat ze eerst nadenken in plaats handelen op basis van eigen emoties. Kinderen leren op te komen voor hun eigen standpunt, te luisteren naar anderen en zich te verplaatsen in het standpunt van de ander. Hierbij is het belangrijk dat kinderen de bereidheid hebben om van standpunt te veranderen, compromissen te sluiten en rekening te houden met een minderheidsstandpunt. Indien nodig bemiddelen de leerlingen van groep 7 en 8 hierbij, zij zijn mediators. Respect: Hieronder verstaan we; tolerantie, aanpassen aan andermans regels en gewoonten, respect voor andere levensopvattingen en stijlen, inleven in de ander - in andere culturen - in andere levensomstandigheden, omgaan met vrijheid van meningsuiting of godsdienst, het maken van onderscheid tussen vooroordeel en oordeel.
Cognitieve vaardigheden 10
Zelfstandig werken: De focus ligt hierbij op het leren van zelfstandig plannen en het maken van keuzes. Leren samenwerken: door interactie tijdens de samenwerking ontstaat er een hogere leeropbrengst. Reflecteren om kritisch te kijken naar je onderwijsleerproces. Analyseren, interpreteren en beoordelen van bronnen Toepassen van strategieën op nieuwe leerstof zodat kennis kan generaliseren en verbanden gelegd worden. Essentie: leren om een onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.
2.3
Visie op leren
Breinvriendelijk leren De Kameleon biedt haar onderwijs aan vanuit de principes van breinvriendelijk onderwijs (zie figuur 1) Figuur 1
Het onderwijs op De Kameleon kenmerkt zich door 11
Instructie wordt aangeboden vanuit het IGDI (Interactief Gedifferentieerd Directe Instructie) model (zie figuur 2) Variatie in instructie en inoefening: Auditieve instructie wordt verrijkt door de inzet van het digibord met o.a. filmpjes, illustraties, mind maps (Begeleide) inoefening wordt gevarieerd door schriftelijke verwerking af te wisselen met liedjes, computerwerk, structureel coöperatief werken. Ervaringsgericht leren: daar waar het praktisch te realiseren is leren leerlingen in alle vakken door te ervaren, te handelen. In de onderbouw wordt gewerkt met thema’s. In de bovenbouw nemen excursies binnen WO een centrale plaats in De leerkracht leidt (modelleert) en begeleidt (coacht) Figuur 2, IGDI model
De beste school voor alle kinderen in de wijk!
12
3
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1
De organisatie van het onderwijs 13
Wij zijn een school voor kinderen van 2.5 t/m 13 jaar. Er is een intensieve samenwerking met het peuterarrangement. In groep 1/2 zijn kinderen bezig met spelend leren door middel van wereld oriënterende activiteiten en ontwikkelings- en verwerkingsmaterialen. Vanaf groep 3 wordt er steeds meer in aparte vakken gewerkt en komt de leerstof steeds centraler te staan. Het grootste deel van het onderwijs vindt plaats in vaste groepen. De kinderen zitten in hun eigen groep met veelal hun eigen juf of meneer. Het komt voor dat kinderen in een andere groep dan hun jaargroep rekenlessen volgen of instructie krijgen, omdat dat beter bij hun niveau past. 3.2
De samenstelling van het team
De directeur is eindverantwoordelijk op onderwijskundig, personeel en financieel gebied. De bouwcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderwijskundig beleid. Zij zijn in eerste instantie aanspreekpunt voor leerkrachten. De specialisten zijn mede verantwoordelijk voor de jaarplanning en activiteiten in het betreffende vakgebied. Zij zijn de schakel tussen groepsleerkracht en directie. De groepsleerkrachten verzorgen het onderwijs in de groep. Zij hebben het meeste contact met uw kinderen. Alle kinderen werken onder begeleiding van één of twee leerkrachten. De peuterleidsters verzorgen het onderwijs in het peuterarrangement. De intern begeleiders (IB-ers) zijn belast met de organisatie van extra hulp aan kinderen. Zij hebben de zorg voor het leerlingvolgsysteem en assisteren de leerkrachten. De IB-ers zijn aanspreekbaar voor ouders met een hulpvraag. De vakleerkracht (lichamelijke oefening) voert lessen uit. De administratief medewerker ondersteunt directie en team met administratieve werkzaamheden. De groepsassistent ondersteunt de leerkracht in de groep en begeleidt kinderen met een begeleidingsplan. De conciërge is voor allerlei onderwijsondersteunende en huishoudelijke taken aan onze school verbonden.
14
3.3
Onderwijsactiviteiten en –methodes
Groep 1 en 2 De leerlingen van groep 1/ 2 zitten bij elkaar in één groep. Deze heterogene samenstelling is een bewuste keuze vanuit de sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind. Er is veel aandacht voor regelmaat en omgaan met elkaar. Kinderen leren van elkaar, leren rekening houden met elkaar en kunnen elkaar helpen. In de groepen 1/ 2 worden alle activiteiten aangeboden vanuit thema’s of projecten, in samenwerking met de peuterspeelzaal. Spel vormt een belangrijk uitgangspunt bij het leren in de kleutergroepen. Spelenderwijs maakt het kind zich een heleboel zaken eigen. “Spel is de meest wezenlijke bezigheid van een kind in een wereld die nog van alles kan blijken te zijn.” Wij spelen daarop in door te zorgen, dat er veel materiaal is en dat er betekenisvolle activiteiten worden aangeboden ter ondersteuning van de ontwikkeling van de kleuters. Soms mag het kind zelf materialen kiezen, een andere keer krijgt het een opdracht. We stellen met de kinderen binnen thema’s veel onderwerpen aan de orde, zodat ze veel waarden/begrippen kunnen opnemen. Dit is belangrijk voor zowel actieve als passieve taalverwerving en als voorbereiding voor het latere lees-, schrijf-, taal- en rekenonderwijs. In de ontwikkeling van onze kleuters wordt veel aandacht besteed aan: Taal- en rekenactiviteiten activiteiten ter bevordering van de ruimtelijke oriëntatie werken met ontwikkelingsmateriaal bewegingsactiviteiten expressieactiviteiten muziek – zang – dans – spel sociaal-emotionele vorming We trachten de kinderen in hun totale ontwikkeling zoveel mogelijk aan te bieden en te prikkelen. Beginnende geletterdheid is hier een voorbeeld van. Letters en woordjes worden (het lijkt haast onbewust) aangeboden. Doet het kind daar in het begin niets mee, dan is dat goed. Geven kinderen aan “ergens aan toe te zijn”, dan zullen wij ze in hun ontwikkeling stimuleren en uitdaging bieden. Voor het onderwijs aan het jonge kind maken wij gebruik van ontwikkelings- en basisgerichte methodieken. Daarnaast volgen wij de schooltv-programma’s en maken ook gebruik van het begeleidend materiaal. Ook het zelfstandig werken krijgt in de kleutergroepen volop aandacht. Hier wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling binnen onze school.
15
Groep 3 t/m 8 Spelen blijft belangrijk, dat geldt net zo voor de hogere groepen, maar toch zal het onderwijs zich meer gaan richten op het verwerven van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden om je die kennis eigen te maken. In de groepen 3t/m 8 wordt alle lessen gestart met het ophalen van voorkennis volgens de principes van IGDI. De lessen hebben een vast opbouw en in de meeste gevallen wordt de klas verdeeld in 3 niveaugroepen (zie figuur 1). Door daarnaast gebruik te maken van verschillende instructie- en werkvormen houden de leerkrachten rekening met de behoeften van de groep en het individuele kind. Figuur 1
In de meeste groepen is een aparte instructietafel aanwezig. Aan deze tafel geeft de leerkracht uitleg aan kleine groepjes of individuele kinderen. Terwijl de kinderen zelfstandig aan het werk zijn, begeleidt de leerkracht een kind of het groepje dat extra ondersteuning nodig heeft. De andere kinderen weten dat zij de leerkracht op dat moment niet mogen storen. Door bevordering van zelfstandigheid, extra leerstof, meer tijd, extra individuele uitleg, herhaling en verdieping wordt tegemoet gekomen aan de individuele behoeften van het kind. Het zal duidelijk zijn dat we op deze manier ook aandacht schenken aan de kinderen die ‘meer aankunnen’ (figuur 2)Het ontdekkend leren, het samenwerken en de digitale leeromgeving (digibord, tablets en computers) vervullen een steeds belangrijkere rol in school. Figuur 2
Hierna wordt beschreven welke methodes gebruikt worden voor de afzonderlijke vakken in de groepen 3 t/m 8. 16
Behalve het lesgeven in deze vakken wordt er dagelijks aandacht besteed aan ‘zelfstandig werken’. Door middel van dagtaken werken kinderen individueel of samen aan opdrachten. De kinderen leren hierdoor prioriteiten te stellen, te plannen, overleg te plegen en strategieën te ontwikkelen. Dit wordt in de loop der jaren opgebouwd. De leerkracht kan tijdens het zelfstandig werken hulp bieden aan de kinderen die extra zorg nodig hebben. Daarnaast observeert de leerkracht en kijkt hoe kinderen leren. Taal Taalonderwijs wordt steeds meer interactief en adaptief. Een goede taalbeheersing is een voorwaarde voor het succesvol doorlopen van het onderwijs en speelt een belangrijke rol bij de deelname aan het maatschappelijk verkeer. Het is belangrijk vanaf de eerste schooldag te zorgen dat de kinderen ervaren “ik kan het”, ”ik kan het zelf” en “ik word gewaardeerd”. Voor de realisatie van deze 3 componenten van adaptief onderwijs is de leerkracht van groot belang. De school is er op gericht om het taal- en spelling aanbod te verbeteren. In groep 3 beginnen we met systematisch taal- en leesonderwijs. In de groepen 4 t/m 8 wordt de methode “Taal Actief 4” gebruikt. De taalmethode Taal Actief is opgebouwd uit drie deelleergangen:1 Spelling, 2 Taal voor de taalvaardigheden (luisteren/spreken/gesprek, stellen, taalbeschouwing) en 3 Informatiemiddelen. Voor leerlingen die uitvallen (meertalig en taalzwak) op woordenschat heeft Taal Actief een aparte leerlijn woordenschat ontwikkeld. Daarnaast gebruiken de leerlingen tablets bij de verwerkingsopdrachten. Ook leren kinderen een gedicht voordragen, een boekbespreking of spreekbeurt houden en hoe ze zich kunnen (en durven) presenteren. De methodiek Zo Leer Je Kinderen Lezen En Spellen wordt ingezet naast de gehanteerde methodes. Dit is een preventieve instructiemethodiek voor lezen en spellen. Bij elke categorie is een lees- of spellingregel, zodat de leerling weet hoe hij moet denken om het woord goed te lezen of te schrijven. De leerkrachten zijn geschoold in het werken volgens de methodiek. (Taal-lees-schrijf-project ’s-Hertogenbosch) Lezen In groep 3 wordt gestart met het aanvankelijk leesonderwijs. We gebruiken de methode Veilig Leren Lezen. Kinderen die in groep 3 komen en al kunnen lezen krijgen aangepaste leesstof (op hun niveau) aangeboden. Het voortgezet technisch lezen wordt met behulp van de methode “Lees Maar Door” en “Estafette” geoefend in groep 4, 5 en 6. Tegelijkertijd krijgt het begrijpend lezen een prominente plaats in het leesonderwijs. Voor de groepen 5 tot en met 8 werken we met de methode “Kidsweek”. Kidsweek is een actuele methode voor begrijpend lezen in het basisonderwijs. De methode verbindt de wereld van de krant en actualiteit met de wereld van het onderwijs. Daarnaast worden studievaardigheden voor kinderen steeds belangrijker. Vandaar dat dit een apart onderdeel is van de Cito-eindtoets en de Cito-entreetoetsen. We werken op school (groep 5 tot en met 8) met de methode “Blits Studievaardigheden”, deze methode sluit naadloos aan bij deze ontwikkelingen. Met Blits leren de kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen: teksten, kaarten, tabellen en grafieken. In alle groepen stimuleren we het lezen van boeken en maakt leesbevordering en leesplezier een belangrijk onderdeel uit van het leesonderwijs. Ieder jaar maakt onze school een activiteitenplan voor leesbevordering. Projecten als de Kinderboekenweek, De Nationale voorleeswedstrijd en De Nationale Voorleesdagen staan (naast vele andere kleine activiteiten) structureel op ons activiteitenplan.
17
Rekenen Bij het rekenen wordt gestart vanuit praktische, voor de kinderen herkenbare, problemen uit het dagelijkse leven. We gebruiken hiervoor de nieuwe methode “Wereld in Getallen”. Het vinden van eigen oplossingen staat centraal. Hierbij maken de leerlingen gebruik van aangeleerde basisvaardigheden. Door deze werkwijze leren kinderen inzicht te krijgen in de handelingen die ze uit moeten voeren bij het oplossen van rekenproblemen. Naast de klassikale basisstof vindt er door middel van extra rekenstof een individuele verdieping en verbreding plaats (dus niet méér van hetzelfde). Kinderen die zich de stof nog niet eigen hebben gemaakt, krijgen deze nogmaals –op een andere wijzeaangeboden. Schrijven We vinden het belangrijk dat het schriftelijk werk er verzorgd uitziet. In de onderbouw is de ontwikkeling van de fijne motoriek daarvoor van wezenlijk belang. Het spreekt voor zich dat daar de nodige aandacht voor is. In de groepen 3 t/m 6 maken we gebruik van de methode “Pennenstreken”. Vanaf groep 6 ontwikkelen kinderen steeds meer een eigen handschrift, waarbij leesbaarheid, tempo en verzorging voorop blijven staan. In de loop van groep 4 gaan de kinderen met vulpen schrijven. Engelse taal In de groepen 7 en 8 krijgen de kinderen Engels. De kinderen oefenen schriftelijk en vooral mondeling de Engelse taal. De kinderen ervaren dat ze eigenlijk al veel Engelse woorden en begrippen kennen; belangrijk is daarom ook dat ze het Engels ‘durven’ te gebruiken. We gebruiken de methode ‘The Team”. Wereldoriënterende vakken Op onze school worden aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkennis en verkeer als afzonderlijke vakken aangeboden, waarbij we de leerlingen wel de samenhang tussen de vakgebieden willen laten ontdekken. Bij aardrijkskunde leren ze Nederland, Europa en de werelddelen kennen en hoe de mensen er leven, wonen en werken. Bij geschiedenis staan we stil bij belangrijke gebeurtenissen en ontwikkelingen die invloed hebben gehad op het ontstaan en bestaan van ons land. Bij natuurkennis besteden we aandacht aan de levende en de dode natuur en onze omgeving, eigen lichaam en natuurkundige verschijnselen. Het is daarbij de bedoeling dat de kinderen vooral onderzoekend en zelfontdekkend bezig zijn. In de bovenbouw maken de kinderen zelfstandig werkstukken; soms zijn dit zelfgekozen onderwerpen, soms vanuit een gerichte opdracht. In groep 7 kunnen alle kinderen het verkeersdiploma behalen van Veilig Verkeer Nederland. We gebruiken de methodes “De Blauwe Planeet” voor aardrijkskunde, voor verkeer “Wijzer door het verkeer” en “Natuurlijk” voor natuur en techniek. De methode “Natuurlijk” dient als bronnenboek. De nadruk ligt op het werken in projecten voor de groepen 1 t/m 8 in samenwerking met de Groene Poort. Groep 6 gaat naar het Bewaarde Land. De lessen uit Nieuws uit de natuur worden als aanvulling structureel ingezet.
18
In de groepen 1 en 2 wordt voor wereldoriëntatie gebruik gemaakt van diverse onderwerpen en thema’s uit bronnenboeken. De onderwerpen sluiten aan bij de belevingswereld van het jonge kind. Expressieactiviteiten Tijdens de vakken tekenen en handvaardigheid willen we bij de kinderen de creativiteit ontwikkelen en ze kennis laten maken met verschillende technieken en beeldelementen. Tijdens de muzieklessen is het doel de kinderen plezier in muziek te laten krijgen. Zowel zelf doen als luisteren wordt ontwikkeld. Groep 8 neemt jaarlijks met een zelfgeschreven (musical-)uitvoering afscheid van de basisschool. Zowel voor de beeldende vakken als muziek maken we gebruik van de methode “Moet je doen!”
Lichamelijke opvoeding De lessen lichamelijke opvoeding voor de groepen 1 en 2 vinden plaats in de speelzaal. Met de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 maken we tweemaal per week gebruik van de gymzaal. Spellessen en ‘toestellessen’ wisselen elkaar af. De lessen worden verzorgd door een vakleerkracht. Project culturele vorming - groep 1 t/m 8 Samen met de overige basisscholen in de gemeente nemen wij deel aan projecten van het SKV. Deze projecten omvatten activiteiten rond drama, dans, film en muziek. Eén of tweemaal per jaar bezoeken alle groepen voorstellingen en/of tentoonstellingen in of buiten de school. Ter voorbereiding, verwerking of ondersteuning kunnen verschillende activiteiten in de groep worden uitgevoerd. Huiswerk Wij hanteren het principe dat de schooltijd echt schóóltijd is. Wij vinden het erg belangrijk dat leerlingen zich ook via “niet-schoolse” activiteiten, zoals sport, spel, lezen of een hobby ontwikkelen en ontspannen. We kiezen er dus voor om kinderen niet te ‘overladen’ met huiswerk. Startgroep peuters De school neemt deel aan een landelijke pilot “startgroep peuters”. De vraag hierbij is of verhoging van kwaliteit, meer onderwijstijd en een leerrijkere omgeving van invloed zijn op de prestaties van kinderen op korte en op langere termijn. In de praktijk betekent dit dat de kinderen 12,5 uur, verdeeld over 4 dagdelen, naar school mogen. Zij worden begeleid door een leerkracht en een pedagogisch medewerker. Deze pilot duurt tot 2015. De kinderen en de school worden hierbij intensief gevolgd door medewerkers van universiteit Utrecht en Twente. Nieuwkomers Aan onze school is een nieuwkomersgroep verbonden. In een nieuwkomersgroep worden kinderen intensief begeleid bij het leren van de Nederlandse taal. Naast de mondelinge taal krijgt ook het leren lezen en schrijven veel aandacht. In de nieuwkomersgroep begeleiden we kinderen tussen de 6 en de 12 jaar die minder dan 6 maanden in Nederland wonen en minder dan 6 maanden aaneengesloten op 19
een basisschool hebben gezeten. Kinderen zitten meestal een jaar in de nieuwkomersgroep. Daarna worden zij aangemeld bij een school nabij hun woonadres.
Bijzondere activiteiten Samen vieren vinden we belangrijk. Naast het lesprogramma binnen de school wordt er nadrukkelijk aandacht geschonken aan verschillende bijzondere activiteiten, zoals:
Feestelijke opening Kinderboekenweek Nationale Voorleesdagen Wijktheater Ontbijt in de klas Sinterklaasfeest Kerstfeest Voorleesontbijt Carnaval Nationale rekendag Paasfeest Avond4daagse Schoolreisje voor de groepen Schoolkamp 8 Diverse excursies Sport- en speldag voor de hele school
20
4
DE ZORG VOOR DE
21
4.1
Peuterspeelzaal en basisschool in één
Op onze locatie bieden wij voorzieningen voor kinderen van 2,5 tot en met 13 jaar, waarbij de peuterspeelzaal en de basisschool volledig geïntegreerd zijn. We zijn er bijzonder trots op dat we dit hebben kunnen realiseren. De doelstelling is “het zorgen voor een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind”. De peuterspeelzaal en de basisschool hebben een gezamenlijke visie op het aanbod van taal, spel en andere ontwikkelingsactiviteiten en sluiten aan op de mogelijkheden en behoeften van elk kind. De natuurlijke verbinding tussen peuterspeelzaal en basisschool wordt zo voor peuters en kleuters vergroot. Er zijn nauwelijks overgangsproblemen meer. Speerpunt in het totale aanbod is steeds de mondelinge taal en spelontwikkeling. De aansturing van het inhoudelijke aanbod en de speciale zorg voor peuters en kleuters vallen onder verantwoording van de coördinator onderbouw en de intern begeleider van de basisschool. 4.2
Leerlingenzorg
Onze school heeft Interne Begeleiders leerlingenzorg met de volgende taken: Houden zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Zijn het aanspreekpunt voor ouders met een hulpvraag over hun kind. Analyseren en interpreteren toetsgegevens met de leerkracht. Voorbereiden van en leiding geven aan besprekingen Toezien op het nakomen van gemaakte afspraken betreffende de leerlingen Ondersteunen van groepsleerkrachten bij het afnemen van didactische toetsen Begeleiden en ondersteunen bij het opstellen van groeps- en handelingsplannen Actualiseren van het leerlingendossier. Eventuele aanwezigheid bij gesprekken met ouders en/of externe deskundigen over de leerlingen die problemen hebben Contacten onderhouden tussen de school en alle externe instanties, betrokken bij leerlingenzorg. Participeren in het zorgteam. Om de ontwikkeling van de leerlingen goed te kunnen blijven volgen bespreken de groepsleerkrachten regelmatig de vorderingen en resultaten van alle leerlingen met de Intern Begeleider.
4.3
Toetsing van alle leerlingen
Vanuit alle methodes die wij op school gebruiken worden er regelmatig toetsen afgenomen. Meestal is dit na een bepaald hoofdstuk of lesblok. Dit geldt niet alleen voor de vakken taal/lezen en rekenen, maar ook voor aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en verkeer. Daarnaast nemen wij ook regelmatig CITO toetsen af. Dit zijn methodeonafhankelijke toetsen met een landelijke normering. Hier kan de school zien op welk niveau een kind presteert in vergelijking met andere leerlingen in het land. Op basis van de uitslagen wordt er een groepsplan opgesteld door de leerkracht. De IB-er ondersteunt hierbij. 22
Voor leerlingen die tijdelijk extra hulp nodig hebben, wordt er een handelingsplan opgesteld. Hierbij wordt in een periode van 6 – 8 weken een specifiek probleem geremedieerd.
4.4
Toetskalender
Op onze school maken we gebruik van een toetskalender. Op deze kalender staat van maand tot maand aangegeven welke Cito-toetsen er in de verschillende groepen afgenomen moeten worden. 4.5
Leerlingvolgsysteem
Om de vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen op onze basisschool goed te kunnen volgen, wordt er gebruik gemaakt van een leerlingendossier. In deze map worden belangrijke persoonlijke gegevens opgenomen, maar ook de toetsresultaten, rapportoverzichten, verslagen van interne en externe onderzoeken, dyslexieverklaringen, handelingsplannen, belangrijke afspraken en gesprekken met ouders. Wanneer het kind naar een andere school gaat wordt toestemming aan ouders gevraagd om de gegevens uit dit dossier door te geven aan de nieuwe school. De toetsuitslagen worden ook in een computerprogramma ingevoerd zodat er voor elke leerling voortdurend een actueel overzicht van alle resultaten gedurende de gehele schoolperiode beschikbaar is. Het dossier is, na afspraak, voor ouders in te zien.
4.6
Extra zorg binnen de groep
De meeste kinderen doorlopen de basisschool zonder problemen. Er zijn echter op elke school kinderen die problemen kunnen hebben of krijgen. Dat kan van allerlei aard zijn, zoals problemen m.b.t. het leren, maar ook op lichamelijk of sociaal-emotioneel gebied. Daarnaast zijn er kinderen, die extra uitdaging in het aanbod van de leerstof nodig hebben. Tijdens de reguliere besprekingen tussen leerkracht en IB-er kan het duidelijk worden dat een leerling bepaalde zorg nodig heeft. Dit kan zijn n.a.v. de observaties en ervaringen van de leerkracht tijdens de lessen of n.a.v. de toetsresultaten. De leerkracht zal zijn zorg eerst met de ouders bespreken. Het kan ook zijn dat de ouders zelf een signaal geven over het probleem. Allereerst probeert de leerkracht zelf of in overleg met de IB-er oplossingen te vinden om die leerling zo goed mogelijk te begeleiden binnen de groep. Er is op school een orthotheek, waarin lesmaterialen te vinden zijn die gebruikt kunnen worden voor deze extra hulp. Een orthotheek is een soort bibliotheek met allerlei hulpmaterialen, toetsen en testen en naslagwerken. Het kan zijn dat de leerling voor een bepaald leerstofonderdeel extra uitleg of uitdaging nodig heeft. Dit extra’s krijgt de leerling dan individueel of wanneer er meer kinderen in de groep dit nodig hebben, in een klein groepje, terwijl de andere leerlingen zelfstandig werken. Deze kortdurende extra zorg wordt in het groepsplan beschreven. Aan het einde van een dergelijke periode wordt bekeken of de doelstellingen bereikt zijn. 23
Als de extra hulp en aandacht binnen de groep niet tot voldoende resultaten heeft geleid, wordt de situatie opnieuw bekeken en besproken met de betrokkenen.
4.7
Extra zorg buiten de groep, maar binnen de school
Als er in de eerst fase van de hulp niet voldoende resultaat is geboekt, kan de leerkracht de leerling bespreken in een voortgangsbespreking of in het zorgteam. In het zorgteam zitten naast de Intern Begeleider ook het schoolmaatschappelijk werk, de sociaal verpleegkundige, een opvoedingsondersteunster en de leerkracht . Er is ook een “vrije” stoel indien er andere vragen zijn. Samen bespreken zij wat nodig is om het probleem duidelijker in beeld te krijgen. Na deze verheldering kan er een plan opgesteld worden voor een nog specifiekere aanpak binnen de klas. In plaats van het reguliere programma te volgen krijgt de leerling dan (tijdelijk) een ander programma, onder leiding van de eigen groepsleerkracht en eventueel een extra leerkracht. Deze periode van intensieve specifieke hulp wordt met de ouders, de leerkracht en de IB-er besproken. De te geven hulp omvat altijd een bepaalde periode, waarna de situatie weer opnieuw wordt bekeken en besproken. Dit alles wordt in een individueel plan of een handelingsplan beschreven. Als de leerling, ondanks extra hulp en inzet, niet op het niveau van de groep kan functioneren wordt er bekeken of het mogelijk is om aanpassingen te treffen. Het streven blijft om die leerling binnen de eigen leeftijdsgroep te laten meedoen maar het kan ook mogelijk zijn om het leerjaar nog een keer over te doen Dit advies krijgt een leerling alleen maar wanneer de vooruitzichten van doublure van het leerjaar gunstig zijn. Het kan ook zo zijn dat er op een of meerdere leerterreinen een eigen leerlijn ( OPP, zie 4.10) uitgezet wordt. Het welbevinden van de leerling staat altijd voorop en besluiten hierover worden pas genomen na overleg met alle betrokkenen. 4.8
Extra zorg (van) buiten de school
Het kan voorkomen, dat de mogelijkheden van de school niet toereikend zijn om de probleemsituatie goed aan te pakken of te begeleiden. We vragen dan, hulp van buitenaf. Meestal schakelen we na overleg met de ouders de hulp in van Passage. Een mogelijk vervolg kan zijn dat er een onderzoek volgt door een psycholoog of een orthopedagoog. Er kan ook ambulante begeleiding vanuit het SBO (speciaal basisonderwijs) ingeschakeld worden. De leerkracht krijgt dan regelmatig adviezen van een deskundige van het speciaal basisonderwijs om de leerling zo optimaal mogelijk te begeleiden. Het kan ook zijn dat na alle extra zorg en hulp het de beste oplossing is om het kind te verwijzen naar een andere basisschool of naar speciaal basisonderwijs. Wij kunnen het kind op onze school niet verder helpen. De ouders zijn in dit traject niet alleen belangrijke gesprekspartner, zij zijn bepalend voor de eindbeslissing. 4.9
Passend onderwijs
Passend onderwijs 24
Op 1 augustus 2014 treedt de wet passend onderwijs in werking. De wet passend onderwijs heeft als doel dat voor alle kinderen, ook de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, een passende onderwijsplek beschikbaar is. Wettelijk geldt de zorgplicht: zodra een leerling bij een school wordt aangemeld, is het schoolbestuur van de betreffende school verantwoordelijk om passend onderwijs te bieden. Indien de school zelf niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van een kind dan organiseert zij die ondersteuning met behulp van de samenwerkingspartners in het samenwerkingsverband.
Samenwerkingsverband Primair Onderwijs de Meierij Voor passend onderwijs zijn samenwerkingsverbanden opgericht. Onze school behoort tot het Samenwerkingsverband PO de Meierij. Dit samenwerkingsverband beslaat de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Schijndel, Vught, Haren, Sint-Michielsgestel, Zaltbommel en Maasdriel. In dit verband zitten alle basisscholen (111), de scholen voor speciaal basisonderwijs (5) en de scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) (7). Ons samenwerkingsverband heeft als missie: We bieden thuisnabij onderwijs en ondersteuning aan alle kinderen van 2-14 jaar zodat zij zich optimaal en ononderbroken kunnen ontwikkelen. Daarbij streven we actief naar de realisering van een doorgaande ontwikkelingslijn 0-14 jaar. Het samenwerkingsverband werkt met een diversiteit aan arrangementen uitgaande van de mogelijkheden en talenten van een kind. We werken met professionals en stemmen af met ouders en andere betrokkenen. Uitgebreide informatie vind u op de website www.demeierij-po.nl. Ondersteuningseenheden ‘s-Hertogenbosch Het SWV PO de Meierij wil snel, flexibel en effectief werken waarbij het belangrijk is dat ouders, kind en school een netwerk hebben wat dichtbij is. Omdat het verband groot is, is de beslissing genomen om het te verdelen in 10 deelgebieden. Dit worden ondersteuningseenheden genoemd. Op deze manier kan er daadkrachtig en snel gehandeld worden. In een ondersteuningseenheid werken de scholen, professionals, gemeenten en jeugdzorg intensief samen en wordt zo een goede, passende, ondersteuning gegeven. De gemeente ‘s-Hertogenbosch is verdeeld in 6 ondersteuningseenheden. Onze school valt onder de ondersteuningseenheid CentrumZuid. De zes Bossche ondersteuningseenheden worden aangestuurd door één ondersteuningsmanager. Indien voor een kind speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs nodig is beslist de manager van de ondersteuningseenheid hierover, in samenspraak met specialisten, de school en de ouders. Er wordt dan een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. De ondersteuning De ondersteuning die scholen kunnen bieden aan hun leerlingen bestaat uit drie onderdelen: 1. Basiskwaliteit Dit is de norm die de onderwijsinspectie stelt. 2. Basisondersteuning De basisondersteuning is de ondersteuning die iedere basisschool, binnen ons samenwerkingsverband, moet kunnen bieden. Naast de eisen van de inspectie en het vaste aanbod van de school gaat dit ook over handelingsgericht werken, werken met dyslexieprotocol, inzicht in de leerlijnen, doelgericht werken, gedifferentieerd werken, signaleren van problematieken en samenwerking met voorschoolse instellingen en voortgezet onderwijs. 3. Extra ondersteuning 25
Dit is de ondersteuning die boven de basisondersteuning uit gaat. Dit kan om individuele kinderen gaan die meer aanbod nodig hebben dan de basisondersteuning. Zij krijgen dan een arrangement waarin beschreven staat welke ondersteuning nodig is om goed onderwijs te kunnen geven. Dit arrangement wordt in overleg samengesteld door de school en het kernteam van de ondersteuningseenheid. Een school die extra ondersteuning geeft krijgt vanuit het samenwerkingsverband ondersteuning met mensen of middelen. De ondersteuningseenheid beslist welke middelen worden toegekend en voor welke periode. Indien er extra ondersteuning nodig is wordt er een ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin staat wat exact het plan is rondom een kind. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld van de extra ondersteuning en hebben inspraak in het handelingsgedeelte van het ontwikkelingsperspectief. De mogelijkheid bestaat dat jeugdzorg of maatschappelijk werk een onderdeel zijn van de ondersteuning. Een arrangement kan ook betekenen dat een kind op een andere basisschool beter op zijn of haar plek is of dat SBO of SO een (tijdelijke) oplossing is. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Het samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsplan gemaakt waarin exact staat beschreven wat de missie is, het beleid en de financiële inrichting. Dit zijn de kaders waarin wordt gewerkt. Iedere school is wettelijk verplicht een schoolondersteuningsprofiel te maken. In dit profiel staat beschreven hoe de basiskwaliteit en de basisondersteuning vorm wordt gegeven en een analyse van de mogelijkheden van de school. Daarnaast staat beschreven welke extra ondersteuning een school kan bieden, hoe de zorgstructuur is van de school en wat de grenzen zijn van de school. Als laatste wordt uitgelegd wat de doelen en ambities zijn voor de komende jaren. Een ouder kan zo snel inzicht krijgen wat een school kan bieden voor een kind. Schoolondersteuningsprofiel Ook onze school heeft een schoolondersteuningsprofiel. U kunt dit opvragen bij de directie als u dit wilt lezen. Hieronder staan de belangrijkste conclusies van het profiel. We willen benadrukken dat we altijd per leerling bekijken of wij de goede ondersteuning kunnen bieden. De omstandigheden kunnen variëren.
[email protected] www.demeierij-po.nl 4.10
Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief (OPP)
Een onderwijsperspectief is een hulpmiddel om ons onderwijs goed af te kunnen stemmen in een doorgaande leerlijn, zodat ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich ontwikkelen naar hun mogelijkheden (zoals past in onze ambitie: onderwijs op maat voor iedereen). Ouders krijgen beter inzicht in eind- en tussendoelen van hun kind. Leerlingen die in aanmerking komen Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte die voortkomt uit een stoornis(taal, visueel, auditief, verstandelijk beperkt of gedragsstoornis) en die daardoor een leerachterstand hebben. Leerlingen die voor één of meerdere vakken, maximaal het eindniveau van groep 7 zullen halen en voor dat vak niet de leerstof van groep 8 aangeboden zullen krijgen. Leerlingen met een verwachtte uitstroom praktijkonderwijs of LWOO. Tijdstip waarop het ontwikkelingsperspectief opgesteld moet gaan worden Vanaf eind groep 4 ( dus na minimaal drie CITO-meetmomenten) wordt gesignaleerd voor welke kinderen het opstellen van een OPP zou kunnen gaan gelden, door 26
leerlingbespreking en analyse van CITO-resultaten. Er volgt een dossieronderzoek door de intern begeleider. Uitgebreidere informatie kunt u lezen in ons zorgplan.
4.11 Externe voorzieningen WSNS: Weer Samen Naar School: De scholen van ‘s-Hertogenbosch vormen een samenwerkingsverband (basisscholen en een school voor speciaal basisonderwijs) Deze samenwerking beoogt de leerlingen die speciale aandacht en zorg nodig hebben zolang mogelijk op de eigen basisschool te houden, door o.a. het inzetten van de extra deskundigheid. Passage: Passage is het loket voor het primair onderwijs en de voorschoolse voorzieningen in ’s-Hertogenbosch en levert diensten ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen en de schoolorganisatie. Als de school en het zorgteam alle voor hen beschikbare middelen en kennis hebben ingezet en behoefte hebben aan extra advies en ondersteuning, komt het trajectmanagement van Passage in beeld. Bij expertisecentrum Passage werken leerkrachten, trainers, maatschappelijk werkers, orthopedagogen, etc. Passage heeft dus deskundigheid in huis om samen met ouders en school de juiste vervolgstappen te zetten. Daarbij kan gedacht worden aan onderzoek, training of ambulante begeleiding. De begeleiding kan zich zowel op het individuele kind als op de hele groep en/of de leerkracht richten. Voor zeer complexe situaties wordt het trajectmanagement van Passage ondersteund door een multidisciplinair team vanuit de jeugdzorginstellingen. Voor aanmelding van een individuele leerling bij het trajectmanagement van expertisecentrum Passage is altijd toestemming van de ouders nodig. Daarnaast werkt Passage aan preventie door professionalisering van scholen en leerkrachten. Passage verzorgt studie- en netwerkbijeenkomsten en leidt leerkrachten op voor het verzorgen van sociale vaardigheidstrainingen. Passage werkt nauw samen met o.a. het SBO, de REC’s en de jeugdzorginstellingen. Voor meer informatie: www.wsns-hertogenbosch.nl of mail naar:
[email protected] Schoolarts - GGD: De schoolarts kan door ouders en school gevraagd worden voor onderzoek of advies. Sociaalverpleegkundige – GGD: De sociaalverpleegkundige van de GGD kan u ondersteunen bij vragen op lichamelijk en opvoedkundig gebied. U kunt een afspraak maken bij de IB-er of bij het afsprakenbureau van de GGD. Logopedist - GGD: Logopedisch onderzoek kan alleen op verzoek van de leerkracht en/of de ouders Schoolmaatschappelijk werk Juvans: Elke maandag is er op school een schoolmaatschappelijke werker aanwezig. Ouders, leerkrachten en leerlingen kunnen een afspraak maken. 4.12
Overgaan/doubleren
Om door te kunnen gaan naar een volgend leerjaar hebben we afspraken gemaakt. 27
Wanneer de resultaten van de leerling voldoende zijn gaat een leerling elk jaar een leerjaar verder. In de diverse leerjaren kijken we specifiek naar bepaalde leer/ontwikkelingsgebieden. Zo zijn bij een kleuter voor het doorgaan van groep 1 naar groep 2 de taalontwikkeling, de woordenschat en de sociaal-emotionele ontwikkeling van groot belang. Voor de overgang van groep 2 naar 3 zijn de sociaal-emotionele ontwikkeling, de zelfstandigheid, de werkhouding en de cognitieve ontwikkeling een belangrijk aandachtspunt. In de groepen 3 en 4 is het leesniveau van groot belang. Een kind moet eind groep 3 AVI –E3 scoren met technisch lezen om het programma van groep 4 goed te kunnen volgen. Wanneer er sprake is van zorg betreffende de ontwikkeling/vorderingen van een kind kan er in de zorgprocedure ook gekeken worden of het kind in aanmerking komt om het leerjaar nog een keer te doorlopen. Criteria die we hier volgen zijn: Doubleren moet zinvol zijn. Het moet bijna zeker zijn dat er voldoende groeimogelijkheden aanwezig zijn, indien de belemmerende factoren worden weggenomen. De verwachting moet zijn dat de leerling na doubleren zonder noemenswaardige strubbelingen de eindtermen van het basisonderwijs moet kunnen halen. De schoolvorderingen blijven op een aantal ontwikkelingsgebieden achter bij de capaciteiten van de leerling. De leerling moet aantoonbaar een onderpresteerder zijn. De leerling gaat verder op het niveau van zijn prestaties/vorderingen op dat moment. Dus: geen herhalen van leerstof die al beheerst wordt. 4.13
Procedure doubleren
De school adviseert de ouders de leerling te laten doubleren. De beslissing van doubleren ligt bij de ouders. Wanneer de ouders akkoord gaan met het advies van de school om te doubleren wordt dit ook in een verklaring vastgelegd. Wanneer de ouders het advies van de school niet overnemen zal de leerling doorstromen naar het volgende schooljaar. In dat geval zal de school de ouders vragen een verklaring te ondertekenen waarin staat dat zij tegen het advies van de school ingaan. Er zal dan een begeleidingsplan of een OPP voor de leerling opgesteld worden op basis van een onderzoek, waarbij de leerling een eigen leerlijn gaat volgen. Indien de school moet concluderen dat het onverantwoord is een kind door te laten gaan en de school geen kans ziet het kind adequaat te helpen, adviseert de school de ouders een andere school te kiezen. 4.14
De doorstroom naar het vervolgonderwijs
Na de basisschool maken de leerlingen de overstap naar het vervolgonderwijs. Zij hebben de keuze uit vele scholen en diverse soorten onderwijs. De school ondersteunt hen bij die keuze. De vervolgschool bepaalt uiteindelijk of uw kind wordt toegelaten. De vervolgschool baseert de beslissing om een leerling toe te laten op twee zaken: het schooladvies, dat aangeeft voor welke school het kind in aanmerking komt. De uitslag van het drempelonderzoek en/of de eindtoets CITO die de leervorderingen van het kind aangeeft. 28
Het schooladvies wordt, zoals de naam al zegt, door de school opgesteld. Het is gebaseerd op de prestaties van het kind tijdens de schoolloopbaan. De school gaat bij het opstellen van het advies uit van rapporten, toetsen en testen. Er wordt ook gekeken naar inzet, motivatie en gedrag. Dit advies komt tot stand in overleg met de leerkrachten en de IB-er. Het wordt opgesteld door de leerkracht van groep 8 en ondertekend door de directeur. Hebt u de indruk dat de uitslag van het drempelonderzoek of de CITO geen goed beeld geeft van de leerprestaties van uw kind, dan is het altijd mogelijk om zelf een psychologische test af te laten nemen bij uw kind. De verantwoordelijkheid van de schoolkeuze ligt bij de ouders, de basisschool adviseert. Op onze school wordt er gedurende het gehele schooljaar speciale zorg besteed aan de overstap naar het vervolgonderwijs.
5
29
DE OUDERS 5.1
De ouders
Een geregeld contact met de ouders is voor ons van essentieel belang. Zonder uw inbreng, hulp en betrokkenheid kan onze school niet de kwaliteit leveren die we voor ogen hebben. We informeren u niet alleen over de belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het welbevinden van uw kind. Wij vragen u ook om ons op de hoogte te houden van belangrijke gebeurtenissen bij u thuis. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind. De groepsleerkracht van uw kind komt minimaal één keer op huisbezoek om wat uitgebreider met u kennis te maken. Daarnaast worden de ouders van peuters en groepen 1, 2 en 3 ook uitgenodigd om een ochtend in de groep mee te kijken. 5.2
Ouderinformatie
Aan het begin van het schooljaar ontvangen alle ouders een informatiekalender. Naast algemene informatie staan hierin alle belangrijke data voor het komende schooljaar vermeld. Daarnaast ontvangen alle ouders maandelijks een nieuwsbrief. In deze nieuwsbrief geven we een toelichting op of een verslag van bepaalde activiteiten in die maand. 5.3
Groepsouders
Op onze school spelen ouders een belangrijke rol. Wij zijn als school erg blij dat we bij allerlei activiteiten de hulp van ouders mogen en kunnen inroepen. Elke groep heeft één of twee groepsouders. Zij nemen zitting in de OR. 5.4
Ouderraad (OR)
De belangrijkste taken van de OR zijn: het behartigen van de belangen van de ouders; de ouderraad kan fungeren als een brug tussen de ouders onderling, leerkracht en ouders, en school en ouders; het deelnemen aan werkgroepen om samen met de teamleden activiteiten voor de kinderen te organiseren zoals Sint, Kerst en Carnaval; het mede vaststellen, innen en beheren van de ouderbijdrage. 5.5
De ouderbijdrage
Het basisonderwijs in Nederland is gratis. De scholen van de Stichting Signum vragen dan ook geen schoolgeld. Wij kennen wel een ouderbijdrage. Van dit geld wordt op de 30
eerste plaats schoolgruiten betaald. De kinderen krijgen 2x per week een stuk fruit. Verder zijn er traktaties en activiteiten tijdens de kinderboekenweek, sint, kerst, carnaval, pasen, sportdag, avond4daagse en musicals. Tot slot wordt van dit geld het schoolreisje en voor groep 8 een gedeelte van het schoolkamp betaald. Voor dit schooljaar is de ouderbijdrage vastgesteld op € 45.= per kind. Ouders die dit niet kunnen betalen kunnen een beroep doen op Stichting Leergeld. Het is niet mogelijk voor een paar activiteiten te betalen.
5.6
Medezeggenschapsraad (MR)
Een medezeggenschapsraad, kortweg M.R. genoemd, is voor elke (basis)school verplicht. De M.R. bestaat qua aantal uit minimaal vier leden. De geleding ouders en de geleding personeel hebben een gelijk aantal leden. Een M.R.-lid heeft een zittingsperiode van 3 jaar en is daarna weer herkiesbaar. Doelstelling van de M.R. De belangrijkste taak van de M.R. is de directie/het schoolbestuur te adviseren in allerlei zaken, die van belang zijn voor onze school. Voor een aantal besluiten, die de directie/het schoolbestuur wil nemen, moet zij vooraf advies of soms zelfs instemming vragen aan de M.R. Deze rechten en plichten en het functioneren van de raad zijn geregeld in het M.R.-reglement. Verder mag de M.R. alle zaken betreffende de school bespreken en daarover voorstellen doen aan de directie/het schoolbestuur. De directeur adviseert de medezeggenschapsraad. Werkwijze van de M.R. Voor de M.R. is een reglement vastgesteld waarin de samenstelling van de raad, de verkiezingen van de leden, de werkwijze en de bevoegdheden zijn vastgelegd. In het reglement is bepaald voor welke besluiten de instemming of het advies van de M.R. nodig is. De M.R. kan ook ongevraagd advies geven en voorstellen doen. Het vergaderrooster is vastgesteld op één keer per zes weken. Omdat de MR bestaat uit leden van zowel Kameleon-West als Kameleon-Graafseweg zijn er afwisselend deelraad- en plenaire vergaderingen gepland. De vergaderingen van de MR zijn toegankelijk voor het personeel en de ouders van de school. Een samenvatting van de besproken zaken worden in de nieuwsbrief vermeld. Verder staan de goedgekeurde notulen op onze website. De M.R. behartigt de belangen van de leerlingen, de ouders en de leerkrachten van de school. Zij bevordert de openheid, het onderling overleg en de gelijke behandeling (vergelijkbaar met de ondernemingsraad in het bedrijfsleven) binnen de school. Voor elk schooljaar maakt de M.R. een jaarplan. De communicatie met de directie is open en daar waar nodig woont deze de vergaderingen bij. De directie voert namens het College van Bestuur van Signum het overleg met de M.R. Op verzoek van de directie of op verzoek van de M.R. kan het College van Bestuur de directie ontheffen van de taak om een bespreking namens het College van Bestuur te voeren. Op verzoek van de M.R. voert het College van Bestuur in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de M.R. Samenstelling van de M.R. 31
De M.R. bestaat uit de volgende leden: Oudergeleding: De heer Erik van Heijst Mevrouw Nadia Fonteijn De heer Jeffrey Ceelen Bram de Bot De heer Arjan Blok De heer Berend Meijerink Personeelsgeleding:
5.7
Mevrouw Marleen Bouwmans ( voorzitter ) Mevrouw Laila Majaiti - Lamjaata Mevrouw Ank van Vugt Mevrouw Linda Steffen Mevrouw Laura Idoe Mevrouw Tessa de Wilde Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (G.M.R.)
Binnen de Stichting Signum functioneert een G.M.R. (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Vertegenwoordigers van zowel ouders als leerkrachten van de scholen die tot Signum behoren, nemen deel in de bovenschoolse medezeggenschap. De taken van de G.M.R. zijn dezelfde als die van de M.R. maar dan op bestuursniveau. De leden van de G.M.R. worden gekozen uit en door vertegenwoordigers van de M.R.-en, die zijn gekozen in de verkiezingsplatforms voor personeel en ouders. Namens de oudergeleding vertegenwoordigt de heer Erik van Heijst onze MR in de GMR. Namens de personeelsgeleding is dat mevrouw Gerda Hans.
5.8
Ouderkamer
De ouderkamer is een ontmoetingsplaats voor alle ouders. De bedoeling is om ouders meer bij de school te betrekken om de kansen van kinderen te vergroten. Daarnaast mag het natuurlijk ook leuk zijn. De thema’s worden steeds samen met u vastgesteld. De data van de bijeenkomsten staan in de schoolkalender. De onderwerpen staan op de affiches die op school en in de wijk komen te hangen.
O U D E R K A M E R 5.9
Kerstontbijt
Gezonde voeding
Alle kinderen blijven over op basisschool De Kameleon en eten onder begeleiding van de leerkracht. Hiervoor neemt het kind een lunchpakket mee naar school evenals het drinken voor tussen de middag. Voor het nuttigen van de lunch krijgt uw kind voldoende tijd. Landelijk gezien hebben steeds meer kinderen op basisscholen overgewicht. Dit geeft bij kinderen meer kans op gezondheidsproblemen. 32
Daarom vinden wij het belangrijk dat de kinderen van onze basisschool gezond eten en drinken waardoor ze goed kunnen groeien, spelen, sporten en leren. Bij gezond eten hoort: ’s ochtends thuis ontbijten (daardoor kunnen kinderen zich beter concentreren) om tien uur een gezond tussendoortje, twee keer per week krijgen de kinderen schoolfruit tussen de middag een gezonde lunch Verder is voldoende beweging en genoeg slaap belangrijk om fit te blijven.
6
33
DIVERSEN 6.1
Schorsen en verwijderen van leerlingen
Leerlingen kunnen van school worden gestuurd: schorsing (voor een tijdje) of verwijdering (voorgoed). Meestal gebeurt zoiets alleen als er sprake is van wangedrag. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het schoolbestuur ( Signum). Op school is het protocol ‘Time out, schorsing en verwijdering’ aanwezig. Verwijdering (voorgoed) Voordat een besluit tot verwijdering kan worden genomen, worden de groepsleraar en de ouders gehoord. Als het besluit eenmaal is genomen, mag een schoolbestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen om een andere school te vinden voor de leerling. Alleen als dat niet lukt –en daar moet het schoolbestuur tenminste acht weken zijn best voor doen– mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. Als het schoolbestuur een leerling wil schorsen of verwijderen, dan moet het bestuur daarover met de ouders overleggen. Levert dat overleg niets op, dan kunnen de ouders aan de onderwijsinspectie vragen om te bemiddelen. Blijft het schoolbestuur bij zijn besluit, dan kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het schoolbestuur binnen vier weken eveneens schriftelijk op dat bezwaarschrift reageren. Als het schoolbestuur dan nog vasthoudt aan het besluit om de leerling te verwijderen, dan kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. Rol Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De G.M.R. heeft adviesbevoegdheid als het gaat om de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating en verwijdering van leerlingen.
6.2
Buitenschoolse opvang
De school is wettelijk verplicht om te zorgen voor de voor- en naschoolse opvang. Het bestuur van Signum heeft daarom een overeenkomst gesloten met Klub Kongzi, Kanteel Kinderopvang. De directie heeft informatie en inschrijfformulieren.
34
6.3
Hoofdluis
Wij streven er naar dat de school vrij is van hoofdluis. Er worden daarom luizencontroles uitgevoerd na elke vakantie. Elk kind wordt op hoofdluis gecontroleerd; bij constatering van luizen en/of neten worden de ouders discreet op de hoogte gesteld met daarbij het verzoek de haren van hun kind te behandelen. Er volgt daarna nogmaals een controle. Als bij deze controle blijkt dat het kind nog steeds luizen heeft, worden er met de ouders afspraken gemaakt om tot een oplossing te komen. De controle wordt uitgevoerd door ouders die een korte opleiding via de GGD hebben gevolgd.
6.4
Schoolverzekering
Via de Rabobank ’s-Hertogenbosch e.o. heeft de Stichting Signum een verzekeringenpakket afgesloten, bestaande uit een aansprakelijkheidsverzekering, een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering, een uitgebreide brandverzekering en een schoolongevallenverzekering. De aansprakelijkheidsverzekering geeft dekking voor schades die niet elders verzekerd zijn. De schoolongevallenverzekering is voor leerlingen uitsluitend van kracht gedurende de schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede tijdens het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Schades en ongevallen dienen zo snel mogelijk telefonisch gemeld te worden bij het Service Centrum voor schademeldingen (088-7226728). Op de aansprakelijkheidsverzekering geldt een eigen risico van € 100.=. 6.5
Klachten
Klachten en problemen: de weg naar een oplossing Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Indien u klachten of problemen heeft met zaken die de school betreffen, vragen wij u vriendelijk om deze kenbaar te maken. We gaan ervan uit dat we de meeste zaken in onderling overleg kunnen oplossen. Blijf er niet mee rondlopen, maar geeft u ons de kans er iets aan te doen. In het klachtrecht binnen het onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen klachten en problemen op het gebied van ongewenste omgangsvormen en overige klachten en problemen. 1. Klachten en problemen op het gebied van ongewenste omgangsvormen Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders/verzorgers en medewerkers de directie van de school benaderen of een beroep doen op ondersteuning door de contactpersonen van de school. De contactpersonen, juffrouw Judith en mijnheer Erik, zijn opgeleid voor dit werk. Zij luisteren naar u, geven u informatie over mogelijke vervolgstappen en brengen u, indien nodig, in contact met een externe vertrouwenspersoon voor verdere ondersteuning. Het College van Bestuur van Signum kent ook externe vertrouwenspersonen. U kunt de externe vertrouwenspersonen zien als objectieve deskundigen van buiten de school. De externe vertrouwenspersoon begeleidt en adviseert u in de stappen naar de door u gekozen oplossing. Stichting Signum Mevrouw Mabel van der Laag ( voor ouders ) Mevrouw lilian van Amelsvoort ( voor medewerkers ) 35
Tel.: 073 850 7 800 GGD Hart voor Brabant Tel.: 073 640 40 90 Internet: www.ggdhvb.nl Meldplicht seksueel geweld Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders/verzorgers en leerlingen over een schoolsituatie waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de politie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is.
2. Overige klachten en problemen Hebt u klachten of problemen over organisatorische zaken, beoordelingen, zaken die het schoolgebouw aangaan en dergelijke, dan kunt u zich richten tot de groepsleerkracht van uw kind of de directie. Wanneer het gesprek met de leerkracht en de schoolleiding niet tot de gewenste oplossing leidt, kunt u de klacht voorleggen aan het College van Bestuur: Stichting Signum De heer H.J.T.L. Timmers MSM ( voorzitter ) Postbus 104, 5240 AC Rosmalen Tel.: 073 850 7 800 3. Onafhankelijke klachtencommissie Als de hierboven bij punt 1 en 2 genoemde personen uw klacht of probleem niet op een bevredigende manier kunnen oplossen, kunt u voor een objectief onderzoek terecht bij onze klachtencommissie: Stichting KOMM Mevrouw G. van Rangelrooij Postbus 32, 5328 ZG Rossum Tel.: 06 53 10 77 31 Stichting KOMM is een regionale klachtencommissie. Zij onderzoeken uw klacht en adviseren het bestuur van de school over de te nemen maatregelen. De leden van de klachtencommissie hebben onder andere deskundigheid op het gebied van arbeidsrecht, seksueel geweld en onderwijs. De volledige klachtenregeling, waarin de procedure klachtbehandeling beschreven staat, kunt u downloaden op de website van Stichting KOMM: www.komm.nl
36
37
6.6
Nuttige adressen
Basisschool De Kameleon Graafseweg 52 5213 AL ’s-Hertogenbosch Tel. nr: 073 – 615.80.50 E-mail adres:
[email protected] Website: www.kbsdekameleon.nl Peuter Arrangement De Kameleon Graafseweg 52 5213 AL ’s-Hertogenbosch Tel: 073 – 615.80.50 Stichting Signum Postbus 104, 5240 AC Rosmalen Tel. nr: 073 – 850.78.00 Website: www.signumonderwijs.nl GGD (Sociaal verpleegkundige, Logopedie, Schoolarts) Orthenseweg 2, 5212 XA ’s-Hertogenbosch Tel. nr: 0900 – 463.64.43 Jeugdtandverzorging Eekbrouwersweg 4 5233 VG ’s-Hertogenbosch, Tel. nr: 073 – 641.65.65 Stichting Divers Rogier van de Weydenstraat 2 5213 CA ’s-Hertogenbosch, Tel. nr: 073 – 612.44.88 Stadsbibliotheek Hinthamerstraat 72 5211 MG ’s-Hertogenbosch, Tel. nr: 073 – 612.30.33
Leerplichtconsulent Gemeente ’s-Hertogenbosch Postbus 12345, 5200 GZ ’s-Hertogenbosch. Tel. nr: 073 – 715.93.64 Inspectiekantoor van het Onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: Tel. nr: 0800 – 80.51 vertrouwensinspecteur: Tel. nr: 0900 – 111.31.11 Muzerije Hinthamerstraat 74 5211 MR ‘s-Hertogenbosch Tel. nr: 073 – 614.10.84 Juvans Orthenseweg 2-D 5212 XA ’s-Hertogenbosch 073 – 644.42.44 Klub Kongzi/ Kanteel Kinderopvang Berlicumseweg 8g Postbus 334 5240 AH Rosmalen 073 – 850.78.50 Stichting Leergeld Stichting Leergeld 's-Hertogenbosch Postbus 1077 5200 BC 's-Hertogenbosch 073 – 614.94.72
37