Basisschool DE KAMELEON groep 1 en 2
Kleuters Op dit moment is er in de onderbouw van DE KAMELEON een kleutergroep 1 / 2 , een groep 2 / 3 en een groep 3 / 4. Marjanna van Andel staat voor groep 1/2 , Miranda Pieters voor groep 2 / 3 en Marion Vlot geeft les in groep 3 /4. Miranda volgt de opleiding voor schoolleider en zal af en toe vervangen worden i.v.m. cursusdagen. Marjanna wordt ongeveer 1x in de 2 weken vervangen i.v.m. het opnemen van vrije dagen. In de kleutergroepen werken we o.a. met thema’s uit de methode Kleuterplein . Tijdens die thema’s worden allerlei activiteiten aangeboden en komen diverse ontwikkelingsgebieden aan bod. Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Er wordt dan ook veel materiaal aangeboden waarmee gericht gewerkt kan worden. Zo zijn er allerlei hoeken bijv. de huishoek, bouwhoek, zand/watertafel, plaktafel, verfbord, themahoek, schrijf- en letterhoek en een aantal kasten met ontwikkelingsmateriaal voor voorbereidende taal- en rekenoefeningen. Ook puzzels, kralen, gezelschapsspelen, klei en mozaïek zijn materialen die dagelijks door de kinderen worden gebruikt. Om vroegtijdig eventuele stagnaties in de ontwikkeling te kunnen signaleren, worden regelmatig observaties uitgevoerd. Die observaties worden vastgelegd in het registratie programma KIJK ( zie rapportage). Deze observaties worden met de ouders besproken. Als verder onderzoek of handelen nodig is, dan wordt de Intern Begeleider ingeschakeld. Intern Begeleider op DE KAMELEON is Annelies Heersema. In oktober gaat zij met zwangerschapsverlof en zal zij vervangen worden door Karolien Arendse. Intake formulier Als uw kind op school komt, dan zal de leerkracht u vragen om een entreeformulier in te vullen. Dit formulier geeft de leerkracht inzicht in een stukje (medische) voorgeschiedenis van uw kind en van dingen die van belang zijn om te weten. N.a.v. het formulier volgt er een gesprek. Bibliotheekbezoek Ook dit schooljaar brengen de kinderen een aantal bezoekjes aan de bibliotheek. Er wordt dan een prentenboek voorgelezen en daarna zoeken de kinderen zelf een prentenboek uit om mee te nemen naar school.
Algemene gang van zaken Bij binnenkomst gaan de kinderen zitten op hun eigen plek in de kring. Elke dag zijn er 2 hulpkinderen die een aantal vaste taken van die dag mogen uitvoeren. Zij zitten naast de leerkracht. Op een namenlijst op het magneetbord wordt duidelijk aangegeven wie er die dag aan de beurt zijn. Elke dag zijn er bepaalde activiteiten. De rustige en meer inspannende momenten worden met elkaar afgewisseld. De dag-ritme-kaarten zorgen ervoor dat de kinderen precies kunnen zien wat we die dag gaan doen. Het geeft kinderen zekerheid, duidelijkheid en zelfstandigheid. Er zijn klassikale activiteiten zoals bijv. vertellen/voorlezen, muziek, het aanbieden van woordclusters, spelletjes en groepsactiviteiten zoals knutselen en knippen/plakken. Ook zijn er momenten dat de leerkracht kinderen individueel begeleidt tijdens het werken met ontwikkelingsmateriaal. In de kleine kring worden er voorbereidende taal- en rekenactiviteiten aangeboden. Ook kan er extra instructie gegeven worden voor een bepaalde opdracht. Alle activiteiten staan in het teken van bepaalde thema’s. Naast de gebruikelijke thema’s zoals Sinterklaas, Kerst en Pasen besteden we dit schooljaar ook aandacht aan de volgende onderwerpen: familie, het weer, gezondheid, op de boerderij, alles groeit en winkel. De indeling van de dag ziet er doorgaans als volgt uit: -
Binnenkomst en begroeting
-
Kring/trefwoord/ taal- en rekenactiviteit
-
Werken met ontwikkeling – of expressiemateriaal
-
Pauze
-
Buitenspel/ gym
-
Kringactiviteit: muziek/ spelactiviteit /drama/poppenkast/sociale vorming
-
Lunch
-
Buitenspel/ gym
-
Werken met ontwikkeling – of expressiemateriaal
-
kringactiviteit
Een dag bij de kleuters Kring De kinderen komen binnen en gaan op hun stoel zitten. Ze pakken een boekje of een spelletje uit de bak. Om 8.30 uur geeft de juf het sein om op te ruimen en de les gaat beginnen. Het liedje van de dag wordt gezongen met daarop volgend, het versje over de dagen van de week. Een hulpkind mag de knijper op de goede dag zetten. De dag-ritmekaarten worden bekeken. Kringactiviteiten Trefwoord. Dit is de methode Godsdienst en levensbeschouwing waar we elke dag uit werken. Er wordt een Bijbel - of spiegelverhaal verteld, liedjes gezongen, gebeden of een versje voorgelezen. Voorbereidende taal – en rekenactiviteiten. We werken met de thema’s uit KLEUTERPLEIN. In de themamapjes staan taal- en rekenactiviteiten beschreven van verschillende ontwikkelingsgebieden. In de map “KIJK en doe!” staan bij elk ontwikkelingsgebied talloze lesjes en ideeën. Voor voorbereidende rekenactiviteiten worden o.a. uit de map “De Wereld in Getallen” de reken katernen gebruikt. Er wordt veel aandacht besteed aan voorlezen, prentenboeken, vertellen, kringgesprek, uitbreiden van de woordenschat d.m.v. woordclusters, rijmen, uitbeelden, woorden hakken en plakken, cijfers, letters en begrippen, telspelletjes en ook eenvoudige experimenten met water, lucht, magneten en andere materialen komen aan de orde. Dit alles wordt aangeboden in een betekenisvolle context.
Werken met ontwikkeling- of expressiemateriaal De kinderen kunnen vrij kiezen. Om de beurt hangen de kinderen hun sleutelhanger bij de gekozen activiteit. Dit kan zijn in een hoek of een spelletje/opdracht uit de kast. De kinderen krijgen een opdracht. Dit kan een knutselwerkje zijn of een opdracht met ontwikkelingsmateriaal. De kinderen van groep 2 krijgen per week gerichte opdrachten m.b.t taal en ordenen (rekenen). Ook wordt er aandacht besteed aan een goede potloodgreep en motorische vaardigheden. Deze weektaken maken de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig. Ook jongere kinderen kunnen met de weektaken werken als daar behoefte toe is.
Opruimen De leerkracht staat op de ankerplaats. ( Op deze vaste plaats in de klas vraagt de leerkracht aan de kinderen om even stil te zijn.) Ze geeft het sein om op te ruimen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de time-timer, dit is een klok die aangeeft hoelang een activiteit nog duurt. De kinderen ruimen op en gaan in de kring zitten. Als iedereen zit, wordt er geëvalueerd. De leerkracht vraagt aan kinderen om iets te laten zien of te vertellen wat ze hebben gedaan. Ook wordt besproken wat er goed is gegaan en wat er nog verbeterd kan worden. Pauze De hulpkinderen delen het eten en drinken uit. We zingen een liedje en in alle rust wordt er gegeten en gedronken. Meestal wordt er een verhaaltje of prentenboek voorgelezen of we luisteren naar liedjes. Buitenspelen en gymmen De hulpkinderen mogen die dag als eerste, materiaal uit de schuur kiezen. Daarna volgen de anderen. Ook worden er spelletjes op het plein gedaan zoals: tikkertje, schipper mag ik overvaren enz. Bij slecht weer maken we gebruik van het speellokaal in de hal. We doen dan tik- en zangspelletjes of er wordt gymmateriaal klaargezet. Ook dit schooljaar zullen de gymlessen voor kleuters op maandagmiddag zijn. Groep 1 en 2 (ook de kinderen uit groep 2 van juf Miranda) krijgen deze middag gymles van juf Marjanna. Kringactiviteiten Muziek Liedjes die aangeleerd worden komen uit Trefwoord, map muziekmethode, allerlei liedjesboeken of uit de methode Kleuterplein. Ook wordt er gebruik gemaakt van de muziekinstrumenten om een liedje te ondersteunen of ritmeoefeningen te doen. Spelactiviteit taal/ordenen In de kring worden elke dag voorbereidende taal – en rekenspelletjes gedaan. Tellen tot 20 en terug. Tellen tot 100. Tellen in een andere taal. Spelletjes met hoeveelheden en begrippen. Plattegronden maken, meten en wegen en het aanleren van de cijfersymbolen. Bij elk thema worden en een aantal letters aangeboden. We doen rijmspelletjes, woorden hakken en plakken, stiltespelletjes en spelletjes om de nieuwe woorden van de woordclusters in te oefenen.
Drama/poppenkast Kinderen vinden het leuk om iets te laten zien aan andere kinderen, een dansje of een toneelstukje. In de kring wordt aandacht besteed aan bepaalde manieren van iets tonen en bewustwording van je houding en gezichtsuitdrukkingen. Ook het presenteren van gemaakt werk komt aan de orde. Poppenkast spelen voor en door kinderen gebeurt regelmatig. Sociale vorming Dit schooljaar starten wij in alle groepen met De Vreedzame School, een programma voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Dit houdt o.a. in dat wij in alle groepen dezelfde regels en afspraken gaan hanteren. Tevens willen wij er voor zorgdragen dat de kinderen zich gehoord en gezien voelen en kunnen meedenken over omgaan met elkaar. Elke week wordt er een les uit de map De Vreedzame School gegeven, maar ook zal er natuurlijk ingespeeld worden op situaties die zich voordoen tijdens het klassengebeuren. Lunch Om 12.00 uur gaan we lunchen. De kinderen pakken hun tas van de kapstok en gaan op een vaste plaats aan een tafel zitten. Na het opzeggen van een gebedje gaan de kinderen lunchen. Als ze klaar zijn mogen ze een boekje gaan lezen in de kring. Om 12.30 uur mogen de kinderen gaan spelen in de klas. Er wordt ’s middags meestal gewerkt met ontwikkelingsmateriaal of aan een opdracht in de kleine kring. Na het spelen en werken wordt er opgeruimd en een korte kringactiviteit gedaan. Daarna spelen we buiten en gaan de kinderen om 14.30 uur nar huis. Wat handig is om te weten Het eten en drinken voor de pauze van 10.00 uur wordt in de groene bakken op de tafel naast de deur neer gezet. Schrijf de naam van uw kind op het drinkpakje/beker, trommel/ zakje of fruit. Kinderen weten niet altijd wat ze mee hebben en dan is een naam op het eten en drinken erg handig. Ook komt het regelmatig voor dat kinderen 1 of meer dezelfde pakjes drinken of hetzelfde fruit mee hebben. De naam van uw kind erop voorkomt verwarring. Het eten en drinken voor de lunch blijft in de tas en wordt op de kapstok gezet. Er is gelegenheid om eten en drinken voor de lunch in de koelkast te zetten. Op de tafel in de klas staat een “koelkast bak”. Ook hier geldt, graag de naam van uw kind op beker en trommel. Vrijdag is fruitdag. De kinderen nemen iets van fruit mee voor de pauze van 10.00 uur. De tas met daarin de lunch wordt op de kapstok bij hun naamkaartje gezet. Is het bijna 12.00 uur dan pakken de kinderen zelf de tas.
de gymkleding van uw kind kan zijn: korte broek, T-shirt of gympakje en gymschoenen. Af en toe even checken of de maat van de gymschoenen nog klopt, want kindervoeten kunnen hard groeien. De gymkleding wordt in de rode gymtas gedaan, die aan de kapstok hangt. U wast zelf de gymkleding, de gymtassen blijven op school en worden gezamenlijk gewassen.
Af en toe mogen de kinderen speelgoed van thuis mee naar school nemen. U wordt hier via een nieuwsbrief over bericht. Houdt u rekening met het volgende: -
Geef uw kind geen duur speelgoed mee. ( er kan altijd wat mee gebeuren)
-
Speelgoed met veel kleine dingetjes is niet handig. ( kan gauw kwijtraken)
- Vechtspeelgoed mag thuisblijven. -
Geef het speelgoed mee in een plastic zak voorzien van naam.
De blauwe zak aan de kapstok is ter bescherming tegen luizen. Deze “luizenzak” wordt eenmalig verstrekt. Mocht deze kapot gaan dan kunt u bij de leerkracht tegen betaling van € 1,- een nieuwe ontvangen. ’s Morgens is de inlooptijd voor de kleuters van 8.20 – 8.30 uur. U kunt het eten en drinken en de tas op de daarvoor bestemde plek neerzetten. Natuurlijk is er gelegenheid om uw kind naar zijn of haar plek te brengen maar het is aan te raden niet te lang te blijven. Voor kinderen die nog binnen moeten komen kan het wat te veel worden als er veel ouders bij de deur staan. Om 8.30 uur geeft de juf het sein van opruimen en gaan we beginnen met de les. Af en toe hebben kinderen het nog nodig om een knuffeltje mee naar school te nemen. Probeer echter te voorkomen dat er allerlei speelgoedjes van thuis meegenomen worden. Regelmatig worden alle kinderen van de school gecontroleerd op hoofdluis. Als dit bij uw kind is vastgesteld dat wordt u daar door de leerkracht van uw kind van op de hoogte gebracht.
Rapportage en toets momenten U wordt in november en in februari uitgenodigd voor een gesprek over de vorderingen en het welzijn van uw kind. In juni zijn de gesprekken facultatief, dat wil zeggen dat u door de leerkracht wordt uitgenodigd, indien dat nodig is.
In januari en in juni wordt door de leerkracht van ieder kind de observatielijst KIJK ingevuld. KIJK is een individuele observatielijst van de ontwikkelingsgebieden van het kind. In november en mei wordt de observatielijst SCOL ingevuld. SCOL is een lijst met vragen over de sociale emotionele ontwikkeling van het kind. In de loop van het schooljaar worden kinderen van een bepaald geboortejaar door de schoolarts op school onderzocht. U wordt hier tijdig over ingelicht.
KIJK leerlingvolg- en hulp systeem Hoe volgen we de kinderen oftewel: ons leerlingvolgsysteem in groep 1 en 2 Niet alle kinderen ontwikkelen zich hetzelfde. Sommige kinderen hebben moeite om goed te luisteren, andere kinderen hebben een zeer grote woordenschat, weer andere kinderen kunnen nauwelijks zelf spelen, terwijl er ook kinderen zijn die veel interesse voor cijfers, getallen en letters hebben. Dat betekent dat het nodig is de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen. In het KIJK leerlingvolgsysteem komen de volgende ontwikkelingsgebieden aan bod:
Basisgegevens - basiskenmerken Willen kinderen zich optimaal ontwikkelen dat moeten ze: vrij zijn van emotionele belemmeringen, nieuwsgierig, ondernemend en onderzoekend zijn, vertrouwen hebben en over een stabiel, gezond zelfbeeld beschikken. - betrokkenheid De aandacht voor concentratie, energie, creativiteit, mimiek en houding, nauwkeurigheid, reactietijd en verwoording. - risicofactoren Deze factoren bestaan uit: impulsiviteit, passiviteit, slechte selectieve aandacht, gebrekkige analyse en structurering, gerichte wendbaarheid en grote vermoeidheid.
Ontwikkelingslijnen -
Sociale- en emotionele ontwikkeling Er wordt gekeken naar het zelfbeeld van het kind, het weet hebben van eigen uiterlijk, capaciteiten, persoonlijkheidskenmerken en motieven, de relatie met volwassenen en de relatie met andere kinderen.
-
Speel- en werkgedrag Er wordt gelet op het oefenspel, ( handelend bezig zijn) het symbolisch spel, ( rollenspel) constructiespel, (iets maken van toevallige materialen) regelspel (zich houden aan regels en afspraken ) en dat alles in combinatie met het samenspel met anderen.
-
Motoriek De grove motoriek zijn bewegingen van het hele lichaam zoals: lopen, springen, kruipen, klimmen enz. De fijne motoriek verwijst naar activiteiten met de vingers, handen, armen en ogen zoals die een rol spelen bij: het hanteren van voorwerpen, tekenen en schrijven.
-
zintuiglijke waarneming De observatie van de ontwikkeling van de visuele waarneming zijn er eigenlijk continu. Bij de visuele discriminatie zien de kinderen het verschil in kleine details en lettervormen, bij de visuele analyse zien ze dat bijv. het woord pop is samengesteld uit de tekens en dat de eerste letter een p is, evenals de laatste letter. De observatie van de ontwikkeling van de auditieve ontwikkeling is gebaseerd op een mix van inprenting en het om kunnen gaan met klanken en klankcombinaties.
-
mondelinge taalontwikkeling Bij de mondelinge taalontwikkeling vormt de leerkracht een beeld van de actieve woordenschat van het kind, de soorten zinnen met werkwoorden, zelfstandig naamwoorden en de complexiteit van de zinnen.
-
Lichaamsoriëntatie Hierbij wordt gekeken of het kind kennis heeft van het eigen lichaam. Het gaat om kennis van de lichaamsdelen, verhoudingen en bewegingen.
-
ruimtelijke oriëntatie De basis voor de ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie wordt gevormd door de ervaringen van het eigen lichaam. Het wordt zich bewust van de verschillende onderdelen en verhoudingen, van de overeenkomsten en de verschillen tussen zichzelf en de ander. De kennis van het eigen lichaam is een voorwaarde om de eigen plaats in de ruimte te kunnen bepalen. Het benoemen van ruimtelijke posities van voorwerpen ten opzichte van elkaar is een ruimtelijk inzicht. Bijv. een kind weet de betekenis van: “het boek ligt op de stoel”.
-
tijdsoriëntatie In groep 1 en 2 leren kinderen allerlei tijdsaanduidingen begrijpen en gebruiken. Door het aanschouwelijk waarneembaar maken van tijdsbegrippen wordt kinderen ordening in de tijd aangereikt. Bijv. de dagritme kaarten en de time-timer.
-
Symboolverkenning Een onderdeel van de symboolverkenning is de beginnende geletterdheid. Hierbij wordt gekeken naar de belangstelling voor verschillende lees- en taalactiviteiten zoals: interesse in verhaaltjes, letters, schrijven en naschrijven. Het andere onderdeel is de ontwikkeling van het inzicht in cijfers en getallen. Heeft een kind belangstelling voor getallen, kan het tot een bepaald cijfer tellen, kent het de hoeveelheden bij het cijfers, heeft het kennis van de rangtelwoorden zoals: eerste, tweede…
-
logisch denken Als we praten over de ontwikkeling van het logisch denken dan doelen we op drie ontwikkelingen die nauw met elkaar samenhangen. De ontwikkeling van het denken in hoeveelheden, de ontwikkeling in het denken in overeenkomsten en de ontwikkeling in het denken in verschillen. Doorziet een kind dat een eigenschap onveranderd blijft ondanks dat deze er anders is uit komen te zien. Kan het kind materiaal ordenen op basis van overeenkomsten, kan het rangschikken bijv. van groot naar klein en kan het bijv. verschillen horen in muziekgeluiden.
Hoe gaat dat bij ons op school? Een kind heeft tijd nodig om te wennen en vertrouwd te raken met de leerkracht en de kinderen. Al gauw heb je in de gaten of een kind zich prettig voelt, contact maakt en hoe het omgaat met taal. Kinderen op die leeftijd ontwikkelen zich spontaan. Mochten er zich op bepaalde gebieden problemen voordoen, dan wordt dat besproken met de ouders en kan de Intern begeleider geraadpleegd worden. Ouders kunnen natuurlijk ook een gesprek met de leerkracht aanvragen als daar behoefte aan is. Wat doen we er op school aan? Als er bij uw kind sprake is van ontwikkelingsproblemen of een ontwikkelingsvoorsprong, dan volgt er, na gesprekken met de Intern Begeleider en eventueel het Zorgteam, een handelingsplan. Daarin staat vermeld hoe in de komende weken het probleem wordt aangepakt. Dit kan zijn door extra oefening in de klas, extra begeleiding buiten de groep, thuis oefenen of het inschakelen van een deskundige. Na een afgesproken periode, wordt het handelingsplan geëvalueerd. Mocht het nodig zijn, dan krijgt het handelingsplan een vervolg maar het kan ook zo zijn dat extra oefening of behandeling niet meer nodig is.
Mochten er na het lezen van deze informatie nog vragen zijn dan kunt u altijd een afspraak maken voor nadere uitleg.
Miranda Pieters en Marjanna van Andel Leerkrachten groep 1 en 2
