CONCEPT MEERJARENBELEIDPLAN
2011 – 2014
Inhoudsopgave 1. 2.
3.
4.
5.
6.
Inleiding ......................................................................................................................................... 3 Algemeen ....................................................................................................................................... 4 2.1.
Missie FlevoMeer Bibliotheek ................................................................................................ 4
2.2.
Visie FlevoMeer Bibliotheek................................................................................................... 4
2.3.
Kernwaarden .......................................................................................................................... 4
De Ambitie ..................................................................................................................................... 5 3.1.
Warenhuis van kennis en informatie ...................................................................................... 5
3.2.
Centrum voor ontwikkeling en educatie ................................................................................. 6
3.3.
Inspiratiebron van lezen en literatuur ..................................................................................... 7
3.4.
Encyclopedie van kunst en cultuur ........................................................................................ 8
3.5.
Podium voor ontmoeting en debat ......................................................................................... 8
Middelenstrategie ....................................................................................................................... 10 4.1.
Financiën.............................................................................................................................. 10
4.2.
Ombuigingen ........................................................................................................................ 10
4.2.1.
Verhogen van de eigen opbrengsten .............................................................................. 11
4.2.2.
Verbeteren van de bedrijfsvoering................................................................................... 11
4.2.3.
Verlagen van de personeelskosten ................................................................................. 12
4.2.4.
Invoeren van een nieuw collectiebeleid ........................................................................... 12
4.2.5.
Exploitatie van het bibliotheekgebouw en combineren van publieksfuncties .................. 13
4.2.6.
Sneller ontwikkelen van digitale (gemaks)diensten......................................................... 13
4.3.
Medewerkers........................................................................................................................ 14
4.4.
Gebouwen ............................................................................................................................ 14
Programmalijnen......................................................................................................................... 16 5.1.
De fysieke bibliotheek: nog steeds de achterdeur dicht ...................................................... 16
5.2.
Taal- en leesbevordering ..................................................................................................... 17
5.3.
Cultuureducatie .................................................................................................................... 17
5.4.
Digitale dienstverlening ........................................................................................................ 17
5.5.
Mediawijsheid....................................................................................................................... 17
5.6.
Cultureel ondernemerschap................................................................................................. 18
Organisatie .................................................................................................................................. 19 6.1.
Toezicht en besturing........................................................................................................... 19
6.2.
Organisatie en communicatie............................................................................................... 19
6.3.
Planning ............................................................................................................................... 20
6.4.
Evaluatie beleid .................................................................................................................... 20
Bijlage
Organigram
Beleidplan 2011 – 2014
2
1. Inleiding FlevoMeer Bibliotheek (FMB) kijkt vooruit en formuleert haar strategie en beleid voor de periode 2011 – 2014. Daarbij wordt rekening gehouden met de landelijke Agenda voor de Toekomst die door de bibliotheken is opgesteld. Kenmerken zijn dat meer landelijke regie op innovatie wordt uitgeoefend. De herstructurering van de bibliotheeksector in 2009/2010 heeft geleid tot de oprichting van een Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB). Het SIOB coördineert in opdracht van het ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschappen (OCW) alle plannen die erop gericht zijn de bibliotheeksector te vernieuwen en te versterken. De landelijke digitale bibliotheek wordt ontwikkeld door de stichting Bibliotheek.nl. En dan is er nog het door alle overheden opgestelde bibliotheekcharter, waarin een aantal thema’s is benoemd waarover gezamenlijke afspraken zijn gemaakt. Essentie is dat landelijke programma’s en ontwikkelde diensten moeten leiden tot versterking van het bibliotheeknetwerk en vernieuwing van de dienstverlening. Op provinciaal niveau is sprake van nauwe samenwerking tussen de Nieuwe Bibliotheek Almere, FlevoMeer Bibliotheek en het Servicecentrum Flevolandse bibliotheken (SFB). De samenwerking is beschreven in het Provinciaal Bibliotheekplan 2010 – 2012 en een gezamenlijk projectenprogramma. Op lokaal niveau is sprake van een convenant tussen de gemeenten en FMB over de subsidierelatie en kernfuncties van de bibliotheek. Een uniforme uitvoeringsovereenkomst volgt. Van grote betekenis voor de continuïteit van de dienstverlening en voor de innovatie is wat er gaat gebeuren met de gemeentelijke subsidies. Rekening moet worden gehouden met minder subsidie, maar wat is het antwoord daarop van de bibliotheek en waar leidt dat toe? De bibliotheek is een landelijke zaak die zich lokaal manifesteert. Landelijke programmalijnen leiden tot lokaal te leveren diensten. Landelijk ontwikkelde diensten worden lokaal afgenomen (vb. digitale bibliotheek, marketing, huisstijl). Levert FMB zich uit aan collectieve afspraken die op landelijk niveau worden gemaakt? Nee, daaraan wordt alleen meegedaan als sprake is van toegevoegde waarde en voldoende relevantie voor de eigen praktijk. FMB onderschrijft wel de Agenda voor de Toekomst en de noodzaak om meer regie, focus en tempo inzake noodzakelijke vernieuwingen en aanpassingen, vooral in het digitale domein, maar zal zich vooral inzetten om haar positie in de lokale samenleving te versterken.
Beleidplan 2011 – 2014
3
2. Algemeen Het management bepaalt op basis van externe en interne informatie zijn ambities, draagt deze uit, inspireert, motiveert, waardeert en reflecteert. Zij houdt de belangen en waardering van de verschillende groepen belanghebbenden in balans: klanten & partners, medewerkers, bestuur & financiers en van de maatschappij in het algemeen. Resultaten worden gemeten en systematisch vergeleken met de doelen die van de missie en visie zijn afgeleid. 2.1. Missie FlevoMeer Bibliotheek FlevoMeer Bibliotheek is: •
een erkende en laagdrempelige leverancier van informatie zowel fysiek als digitaal
•
een betrouwbare partner in educatie en leesbevordering
•
een aantrekkelijk podium voor cultuur, ontmoeting en maatschappelijk debat.
2.2. Visie FlevoMeer Bibliotheek De activiteiten van FlevoMeer Bibliotheek zijn er op gericht dat alle inwoners van het verzorgingsgebied, maar ook instellingen en organisaties, FlevoMeer Bibliotheek kennen en erkennen als: •
betrouwbare en laagdrempelige leverancier van informatie
•
steunpunt voor educatie en ontwikkeling
•
bron van inspiratie voor lezen en literatuur
•
aantrekkelijk podium voor cultuur, ontmoeting en maatschappelijk debat
•
inspirerende samenwerkingspartner
en dat minimaal de helft van bovengenoemde doelgroepen als zodanig van FlevoMeer Bibliotheek gebruik maakt. FlevoMeer Bibliotheek heeft daarbij bijzondere aandacht voor kinderen, jongeren en groepen die een belemmering ondervinden in het gebruik van de bibliotheek.
2.3. Kernwaarden Centrale waarden voor FlevoMeer Bibliotheek zijn; Innovatief, toegankelijk, transparant, professioneel en dienstbaar.
Samenvattend: FlevoMeer Bibliotheek, daar word je wijzer van.
Beleidplan 2011 – 2014
4
3. De Ambitie Dit hoofdstuk beschrijft FlevoMeer Bibliotheek anno 2014 en verwoordt daarmee onze ambities. Kiezen voor de toekomst is kiezen voor vernieuwing. In het beeld van 2014 is FlevoMeer Bibliotheek het regionaal en lokaal centrum van kennis, informatie, cultuur en educatie. Vanzelfsprekend als onderdeel van een netwerk van maatschappelijke organisaties, scholen en andere instellingen. De bibliotheek is succesvol wanneer ze er in is geslaagd minimaal 50% van de inwoners van het verzorgingsgebied gebruik te laten maken van de dienstverlening en met een substantieel aantal organisaties en instellingen inspirerende en constructieve samenwerkingsrelaties is aangegaan. Per vestiging zal sprake zijn van een op het verzorgingsgebied van die vestiging afgestemd aanbod van diensten. Een afstemming die o.a. bepaald wordt op grond van het opdrachtgeverschap van de gemeenten, markt- en klantonderzoeken. Om deze ambitie te realiseren richt FlevoMeer Bibliotheek zich op vijf kernfuncties die zijn vastgelegd in de Richtlijn voor Basisbibliotheken van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en deze zijn herhaald in het bibliotheekconvenant 2011 – 2014 dat in december 2010 tussen de gemeenten en FlevoMeer Bibliotheek is ondertekend: 1. Warenhuis van kennis en informatie 2. Centrum voor ontwikkeling en educatie 3. Inspiratiebron van lezen en literatuur 4. Encyclopedie van kunst en cultuur 5. Podium voor ontmoeting en debat 3.1. Warenhuis van kennis en informatie Burgers met beperkte informatievaardigheden zijn kwetsbare burgers, omdat zij zich niet goed kunnen redden in een samenleving die meer dan ooit een maatschappij van kennis en informatie is. De verdergaande technische ontwikkelingen zorgen voor een kennisintensivering van de samenleving. Digitale vaardigheden beperken zich niet alleen tot instrumentele vaardigheden, mensen dienen informatie ook te kunnen interpreteren en op waarde te schatten. Deze vaardigheden hebben te maken met het zoeken, vinden en begrijpen van informatie. Burgers moeten ‘mediawijs’ worden. In het warenhuis van kennis en informatie is de drempel tot informatie laag en staat een overzichtelijke presentatie ervan centraal. De bibliotheek richt zich op zelfservice waardoor bezoekers, zowel thuis als in de bibliotheek, in staat zijn zelf keuzes te maken en de daaruit voortvloeiende handelingen zelf te verrichten. Het vergroten van informatievaardigheden voor hen die zich minder goed zelf kunnen redden, heeft prioriteit. Het reguliere assortiment speelt in op de trends. De presentatie van het aanbod, fysiek en digitaal, is modern en vraaggericht. Exposities, presentaties en lezingen, aansluitend bij de actualiteit en de lokale en regionale agenda, maken het aanbod toegankelijker. De technologie zorgt voor toegang tot landelijke collecties. De mediavorm (schriftelijk of digitaal) is niet meer van belang, wat telt is de inhoud. Een proactieve benadering van de klant vormt een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van de bibliotheekmedewerker. Het personeel is goed op de hoogte van het assortiment en is de intermediair tussen vraag en aanbod. Naast de traditionele informatiebemiddeling heeft het (digitaal)
Beleidplan 2011 – 2014
5
verstrekken van informatie op maat, gericht op de individuele vraag, de hoogste prioriteit en daarvoor is de bibliotheek 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar. Voor de (lokale) overheid is FlevoMeer Bibliotheek de natuurlijke partner voor de verdere versterking van de democratische samenleving, doordat de bibliotheek een toegangspoort is tot lokale informatie en als mede uitvoerder van gemeentelijk beleid op het gebied van voorlichting. Als het warenhuis van kennis en informatie onderhoudt FlevoMeer Bibliotheek contacten met lokale partners die het aanbod van de bibliotheek versterken. Strategische doelen ‘kennis- en informatievoorziening’: FlevoMeer Bibliotheek is in 2014 nog steeds een laagdrempelige, betrouwbare en actuele informatiebron waar klantgericht en professioneel informatie wordt aangeboden. In 2014 heeft zij haar positie als digitale informatieverstrekker, in samenhang met de ontwikkelingen in de branche, aanzienlijk uitgebreid en verbeterd. Het resultaat moet zijn dat burgers in het verzorgingsgebied van FlevoMeer Bibliotheek, de bibliotheek kennen en erkennen als betrouwbare en laagdrempelige leverancier van informatie. 3.2. Centrum voor ontwikkeling en educatie FlevoMeer Bibliotheek is met haar gedifferentieerde collecties, wijdvertakte netwerken en professionele medewerkers van grote waarde voor de lerende mens en verrijkend voor alle vormen van onderwijs. Een leven lang leren, begint al vroeg en houdt nooit meer op. Je kunt niet meer je hele leven lang teren op de inzichten en vaardigheden die je vroeger hebt opgedaan. Wie niet ‘mediawijs’ is, raakt sneller maatschappelijk buitengesloten. In de huidige samenleving is zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid steeds belangrijker. Lezen en vaardigheden om met informatie om te gaan zijn daarbij belangrijke voorwaarden om te kunnen deelnemen aan de maatschappij. Laaggeletterdheid moet zo vroeg mogelijk voorkomen en/of bestreden worden. Bibliotheken presenteren zich steeds nadrukkelijker als informatiecentrum in een stimulerende leeromgeving. FlevoMeer Bibliotheek is en blijft ook een bron voor persoonlijke ontwikkeling. De collectie, het debat, lezingen, kortom alle activiteiten die in de bibliotheek plaatsvinden, dragen bij aan een persoonlijke ontplooiing en verrijking. FlevoMeer Bibliotheek ondersteunt burgers bij het ontwikkelen van informatievaardigheden om aan de samenleving te kunnen deelnemen. Daarbij behoren cursussen om mediawijs te worden. Ook activiteiten ten behoeve van achterstandgroepen rond thema’s als sociale activering, taalontwikkeling, leesbevordering en inburgering maken deel uit van het aanbod. Als centrum voor ontwikkeling en educatie heeft de bibliotheek een hechte en intensieve relatie met alle onderwijsinstellingen in haar verzorgingsgebied. FlevoMeer Bibliotheek investeert deze beleidperiode in een gestructureerde samenwerking met consultatiebureaus, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, het basis- en het voortgezet onderwijs. Ten aanzien van de producten, diensten en activiteiten focust FlevoMeer Bibliotheek zich op taalontwikkeling c.q. leesbevordering, media-educatie en literaire vorming. Media-educatie gaat verder in mediawijsheid, dat is “de kennis en vaardigheden waarmee burgers zich bewust kunnen bewegen in een gemedialiseerde samenleving” (Raad voor de Cultuur).
Deze kerntaken zijn samen te vatten onder de noemer ‘cultuureducatie’.
Beleidplan 2011 – 2014
6
Aansluitend bij de onderwijsontwikkelingen en in samenspraak met het onderwijs investeert de bibliotheek in een doorgaande lijn met educatieve producten. Hiermee draagt FlevoMeer Bibliotheek bij aan de groei van zelfredzame burgers. Strategische doelen ‘ontwikkeling en educatie’ FlevoMeer Bibliotheek is in 2014 voor een substantieel deel van de onderwijsinstellingen binnen haar verzorgingsgebied, de natuurlijke partner. Daarnaast zijn (een aantal) vestigingen van FlevoMeer Bibliotheek centra waarin, in eigen beheer of binnen de branche ontwikkelde, educatieve activiteiten o.a. op het gebied van mediawijsheid en cultuureducatie plaatsvinden en waar studieplekken beschikbaar zijn voor studerenden. Resultaat moet zijn dat de zelfredzaamheid van burgers is toegenomen, functioneel analfabetisme is teruggedrongen en kennis van cultuurhistorisch aspecten van de samenleving integratie heeft bevorderd. 3.3. Inspiratiebron van lezen en literatuur Leesplezier is de belangrijkste factor die het leesgedrag bepaalt. Leesplezier ontstaat als boeken aansluiten bij de belevingswereld en het niveau van de lezer. Als inspiratiebron van lezen en literatuur biedt FlevoMeer Bibliotheek een breed samengestelde collectie kinder- en jeugdliteratuur en een groot assortiment aan fictie (en de daarbij horende achtergrondinformatie) in velerlei genres. Deze worden zodanig gepresenteerd, dat bezoekers makkelijk een keuze kunnen maken die aansluit bij hun wens. Daarnaast ontplooit en ondersteunt de bibliotheek activiteiten die onderdelen van de collectie extra onder de aandacht brengen waardoor lezers geïnspireerd raken. Voor leeskringen is de bibliotheek de thuishaven waar niet alleen inspiratie en informatie gevonden wordt, maar waar men ook daadwerkelijk het plezier in lezen met elkaar deelt. De bibliothecaris treedt vooral op als de adviseur, die met gebruik van geavanceerde hulpmiddelen, het leesplezier van de klant stimuleert. Samenwerking met plaatselijke literaire organisaties en boekhandels versterken de positie van de bibliotheek als inspiratiebron. Ten aanzien van leesbevordering is FlevoMeer Bibliotheek binnen haar verzorgingsgebied de centrale maatschappelijke organisatie voor het coördineren en mee helpen uitvoeren van gemeentelijk beleid en de belangrijkste partner van het onderwijs. Samen met de onderwijsinstellingen ontwikkelt de bibliotheek een programma waarmee de doorgaande leeslijn wordt ondersteund en die de taal- en leesvaardigheid vergroten. Strategische doelen ‘lezen en literatuur’: FlevoMeer Bibliotheek is in 2014, in samenspraak met gemeenten, voorschoolse instellingen, het onderwijs e.a., structureel onderdeel van de infrastructuur voor lokaal beleid gericht op leesbevordering. FlevoMeer Bibliotheek geeft daarin prioriteit aan de doelgroep 0 tot 12 jaar met als doel het voorkomen van achterstanden op het gebied van taalontwikkeling en leesvaardigheid, in het bijzonder op het gebied van literair lezen. Maar in de doorgaande lijn is ook aandacht voor het voorkomen van functioneel analfabetisme en het ondersteunen van inburgeringtrajecten met behulp van leesbevordering. Het resultaat moet zijn een doorlopende leeslijn en maatschappelijke verankering van de leesbevordering in het verzorgingsgebied van FlevoMeer Bibliotheek.
Beleidplan 2011 – 2014
7
3.4. Encyclopedie van kunst en cultuur Het werkterrein van kunst en cultuur bestrijkt vele vormen waaronder literatuur, beeldende kunst, theater, muziek, dans en alle facetten van het cultureel- en historisch erfgoed. Het scala strekt zich uit van klassiek tot zeer modern, van westerse tot niet-westerse kunst en cultuur en betreft zowel professionele kunstbeoefening als kunstuitingen van amateurs. FlevoMeer Bibliotheek is een laagdrempelige voorziening en maakt daardoor cultuur toegankelijk voor bevolkingsgroepen die niet of nauwelijks in aanraking komen met culturele activiteiten. Als cultureel ondernemer geeft FlevoMeer Bibliotheek toegang tot informatie over kunst- en cultuur onder andere door een actuele collectie, lezingen, exposities en cursussen en is daarmee de encyclopedie van kunst en cultuur. Culturele evenementen en activiteiten, zoals literaire lezingen en literair cabaret, jeugdtheater, concerten van lokale muziekensembles of koren en exposities van (lokale) beeldende kunstenaars maken een bezoek aan FlevoMeer Bibliotheek voor velen tot een bijzondere ontdekkingsreis. Het accent ligt bij deze activiteiten op de beleving van lezen en taal. De centrale en vertrouwde positie van FlevoMeer Bibliotheek, deskundig personeel, inspirerende ambiance en aansluiting op het landelijke digitale bibliothecaire netwerk dragen ertoe bij dat FlevoMeer Bibliotheek een vooraanstaand aanbieder en deelnemer is aan het plaatselijke culturele leven. Samenwerking met lokale, culturele instanties is hierbij vanzelfsprekend. Strategische doelen ‘kunst en cultuur’ FlevoMeer Bibliotheek participeert in 2014 in alle lokale cultuurnetwerken met als doel kennis over kunst en cultuur op een toegankelijke manier onder de aandacht van het publiek te brengen. Met als resultaat een bredere belangstelling voor cultureel erfgoed, verrijking van de geest, integratie en sociale cohesie in de lokale gemeenschappen. 3.5. Podium voor ontmoeting en debat Het feit dat bibliotheken openbare instellingen zijn, creëert legio mogelijkheden voor ontmoetingen tussen individuen en groepen. Uit activiteiten die de bibliotheek aanbiedt, in het kader de hiervoor genoemde kernfuncties, vloeien deze contactmogelijkheden automatisch voort. Het bieden van mogelijkheden voor ontmoeting wordt ook door andere instanties gedaan. FlevoMeer Bibliotheek wil graag samenwerken met deze organisaties om het ontmoeten van diverse individuen en bevolkingsgroepen te bevorderen. Met de toegenomen welvaart en technische mogelijkheden groeit ook de individualisering. De bibliotheek is een promotor van nieuwsgierigheid en moedigt mensen aan verder te kijken dan hun eigen leefwereld. De bibliotheek stimuleert het stellen van vragen en bevordert de dialoog om begrip te kweken voor andere ideeën en meningen. Als zodanig nodigt de bibliotheek uit tot betrokkenheid bij de omgeving, verdieping en onderlinge solidariteit. De bibliotheek is een neutrale en laagdrempelige plaats om lezingen en debatten en andere activiteiten te organiseren. FlevoMeer Bibliotheek staat midden in de samenleving. Als podium voor ontmoeting en debat is de bibliotheek een plek waar mensen bij elkaar komen om van gedachten te wisselen over culturele, sociale en politieke kwesties, een plek waar het debat kan plaatsvinden. In een sfeervolle en inspirerende omgeving vinden ontmoetingen tussen mensen en culturen plaats. Alle vestigingen hebben ruimten voor het organiseren van activiteiten als lezingen, tentoonstellingen, debatten en workshops.
Beleidplan 2011 – 2014
8
Strategische doelen ‘ontmoeting en debat’. FlevoMeer Bibliotheek wil in 2014 een veel gebruikt podium zijn voor alle burgers in haar verzorgingsgebied om meningen en standpunten publiekelijk te maken. Dit als bijdrage aan het versterken van de sociale cohesie met als resultaat dat de leefbaarheid in de gemeenschappen verbetert.
Beleidplan 2011 – 2014
9
4. Middelenstrategie 4.1. Financiën Om de continuïteit van de organisatie te borgen werkt FlevoMeer Bibliotheek verder aan verbetering van haar financiële positie en een duurzaam onderhoud en vervanging van de inrichting en inventaris en van de ICT-hardware. Dit is in tijden met krimpende budgetten en aangekondigde bezuinigingen door gemeenten een zware opgave, laat staan om aan de bezuinigingen het hoofd te bieden. Toch zal geanticipeerd moeten worden op lagere budgetten, loon- en prijsstijgingen zullen niet gecompenseerd worden en dan dreigen er nog aanvullende forse kortingen op de subsidies. De traditionele manier van bezuinigen is niet voldoende. Er zijn andere, onconventionele maatregelen nodig. De organisatie zal zich moeten aanpassen aan een nieuwe manier van werken. Bestaande werkwijzen worden kritisch bekeken, heroverwogen en er zal sprake zijn van ombuigingen. De exploitatie van FlevoMeer Bibliotheek bedraagt, exclusief projecten, € 7.500.000,--. De komende jaren zal hard gewerkt moeten worden om de eigen opbrengsten te verhogen. Het streven is om de opbrengsten in 2014 met € 150.000,-- te verhogen (+ 13,6%). Daarnaast zal een forse kostenverlaging doorgevoerd moeten worden, afhankelijk van de uitkomst van de bezuinigingstaakstelling, die in het voorjaar 2011 definitief bekend wordt. 4.2. Ombuigingen De noodzakelijke ombuigingen worden gerealiseerd door een pakket aan maatregelen: •
verhogen van de eigen opbrengsten
•
verbeteren van de bedrijfsvoering
•
verlagen van de personeelskosten
•
invoeren van een nieuw collectiebeleid
•
exploitatie van het bibliotheekgebouw
•
combineren van publieksfuncties
•
sneller ontwikkelen van digitale (gemaks)diensten.
De maatregelen hebben nauwe aansluiting bij de ontwikkelingen en trends in de samenleving: •
mensen zijn steeds meer ingesteld op beeld en geluid
•
toenemend gebruik van online diensten en sociale media
•
mensen willen vermaakt worden, bibliotheekbezoek moet een belevenis worden of een ‘uitje’
•
de verpakking wordt belangrijker
•
de burger stelt eisen en wordt kwaliteitbewuster.
FlevoMeer Bibliotheek wil haar relevantie voor de belangrijkste opdrachtgever (de gemeente) én voor de bibliotheekbezoeker extra benadrukken door met hen in gesprek te gaan over de toekomst en vormgeving van de dienstverlening. De bibliotheek is voor de gemeente – nog meer dan nu – een logische partner om eigen beleidsdoelen te realiseren, bijvoorbeeld als het gaat om het bestrijden van taalachterstanden en maatschappelijke integratie en participatie. De individuele en potentiële bibliotheekbezoeker zullen nauwer bij de bibliotheekdiensten worden betrokken. Door sterker uit te gaan van wat de klant wil en eigentijdse communicatie en marketingstrategieën in te zetten, wil de bibliotheek ook voor de burger een relevante en betrouwbare partij en dienstverlener blijven.
Beleidplan 2011 – 2014
10
De bibliotheek manifesteert zich op fysieke wijze en in de digitale wereld. De fysieke bibliotheek zal zich steeds meer als culturele en maatschappelijke ontmoetingsplaats manifesteren (het huiskamerconcept). In het digitale domein is de bibliotheek aanwezig als wegwijzer en leverancier van betrouwbare (digitale) informatie en is het brede palet van diensten bereikbaar via alle nieuwe sociale media. De fysieke bibliotheek ontwikkelt zich tot de huiskamer van de stad en het dorp. Kenmerken daarvan zijn ontmoeten en verbinden. Het is een centraal ontmoetingspunt waar men informatie haalt en uitwisselt. Het brengt mensen en publieksfuncties bij elkaar. De bibliotheek gaat er allianties aan met partijen die eveneens aan de lokale markt zijn gebonden en zich richten op dezelfde doelgroep. Wat bindt is dienstverlening – maatschappelijk, cultureel en zakelijk. De functieverbreding sluit aan bij thema’s die de bibliotheek in huis heeft. De bibliotheek geeft betekenis aan informatie, zorgt voor beleving, houdt ‘traffic’ op gang. De digitale diensten en aanwezigheid van de bibliotheek op het internet worden verbeterd. FlevoMeer Bibliotheek sluit aan op de landelijke ICT-infrastructuur en zal verder investeren om de bibliotheekdiensten in het digitale domein bij de tijd te houden. Het gaat om webpresentie, toegankelijkheid, gemaksdiensten voor de klant, content, communicatie via sociale media, gebruik van widgets, apps etc. Door sterker in te zetten op de digitale diensten is de kans groter om aansluiting te blijven houden bij het mediagebruik van de jongeren en het bereik in het algemeen zelfs te vergroten. 4.2.1. Verhogen van de eigen opbrengsten Tarieven De oplossing is niet om de contributies te verdubbelen of contributie in te voeren voor kinderen en jongeren tot 18 jaar. Ervaringen wijzen uit dat daarmee grote afbreuk wordt gedaan aan het bereik en de toegang tot cultuur. Onderzocht zal worden of er mogelijkheden zijn om de gebruikersopbrengsten, vooral de contributies, te optimaliseren. De tarieven zullen minimaal en trendmatig worden verhoogd, met aandacht voor de toegankelijkheid van de bibliotheek voor kwetsbare groepen. Diensten op maat De dienstverlening aan het onderwijs en andere doelgroepen wordt verder geprofessionaliseerd en vermarkt. Tegen een redelijke vergoeding worden diensten van een hogere kwaliteit op maat uitgeleverd en ondersteund vanuit de plaatselijke bibliotheek. Fondswerving en inkomsten uit verhuur De mogelijkheden van creatieve fondswerving worden onderzocht. In combinatie met nieuwe functies van het bibliotheekgebouw zullen de mogelijkheden voor permanente of tijdelijke verhuur van ruimten worden benut. 4.2.2. Verbeteren van de bedrijfsvoering FlevoMeer Bibliotheek is er in de afgelopen twee jaar in geslaagd de kosten van de algemene organisatie fors terug te dringen. De begrote kosten bedragen in 2011 € 6,50 per inwoner. Ter vergelijk: bij de start van de nieuwe organisatie in 2007 is afgesproken dat deze kosten in 2010 zijn teruggebracht naar € 7,30 per inwoner en dat elke bibliotheekvestiging (lees: gemeente) daaraan naar rato van het inwonertal bijdraagt.
Beleidplan 2011 – 2014
11
Hoewel de kosten in 2011 lager uitvallen dan bij de start van FlevoMeer Bibliotheek is voorzien, blijven we streven naar een gemiddelde bijdrage van € 7,00 per inwoner. Dat is reëel, omdat het lager is dan het richtbedrag uit 2007 én omdat daarmee tegemoet kan worden gekomen aan de verdere ontwikkeling van FlevoMeer Bibliotheek. Er is behoefte aan meer expertise in eigen huis op het terrein van HRM, marketing en fondswerving, digitalisering en ICT. Een bijdrage van € 7,00 per inwoner voor de Algemene Organisatie geeft een extra budget van € 100.000,-- om hieraan tegemoet te komen. Waar nog mogelijk zullen efficiencymaatregelen worden doorgevoerd. Daarbij moet gedacht worden aan het verder doorvoeren van centrale regie en budgetbeheer op het niveau van de ondersteunende diensten. FlevoMeer Bibliotheek spant zich verder in om met lokale en regionale organisaties inkoopkortingen te bedingen door collectieve afspraken met leveranciers te maken. In Lelystad krijgt dit al gestalte door de nauwe samenwerking met tien andere organisaties. 4.2.3. Verlagen van de personeelskosten De personeelskosten bedragen totaal 45% van de gehele exploitatie. Deze kosten moeten substantieel teruggebracht worden om de kortingen op de subsidies op te kunnen vangen. Dat zal zeker consequenties hebben voor de dienstverlening. Maar we willen ook op zoek naar onconventionele aanpakken om de dienstverlening zoveel mogelijk overeind te houden. Het streven is om de personeelskosten terug te brengen en structurele besparingen te realiseren en om de loonstijgingen binnen de kostensoort personeel op te vangen. Voor de vaststelling van de personeelsformatie is in 2010 een rekenregel opgesteld. Daarin is de opbouw van de formatie in totaliteit en per functiegroep berekend op basis van de ‘omzet’ en verdeling van de publieksruimten (vloeroppervlakte en niveaus). Het instrument van de rekenregel kan ook worden gebruikt om de effecten van de kortingen op de formatie in termen van dienstverlening te duiden. Maatregelen om de kortingen op te vangen zijn: •
tijdens daluren uitsluitend leen- en klantenservice bieden
•
meer additionele arbeidskrachten inzetten, waaronder toezichthouders
•
onderzoeken of medewerkers tot en met functiegroep 3 (leenservice) ingehuurd kunnen worden
•
flexibel roosteren.
4.2.4. Invoeren van een nieuw collectiebeleid Hoe ziet de bibliotheek er over 10 jaar uit? In de meest sombere scenario’s vind je er geen boeken meer. Bestaat de bibliotheek dan nog? Ja, daarover geen twijfel, met boeken. Maar we steken de kop niet in het zand. Er zijn nu al grote veranderingen waarneembaar in het mediagebruik. Hoewel het aantal uitleningen in 2010 met 3% is gestegen t.o.v. 2009, is merkbaar dat de digitale informatieconsumptie fors toeneemt en het gebruik van de informatieve collectie terugloopt. Dat betekent dat extra geïnvesteerd wordt in de digitale bibliotheek onder regie van de opgerichte landelijk opererende stichting Bibliotheek.nl en dat de fysieke collectie kan inkrimpen. Het nieuwe collectiebeleid gaat uit van: •
kleinere collecties. Er wordt een ontwikkeling ingezet waarbij het bezit van een collectie niet heilig is, maar de toegang tot (grotere) collecties voorop staat. Dat impliceert dat de
Beleidplan 2011 – 2014
12
collectieomvang naar beneden kan, vooral op onderdelen waar de vraag gering is. Zo komt er fysieke ruimte vrij voor andere doeleinden (zie ook ‘functies combineren’). •
de collectie Nederland: bibliotheken maken deel uit van een landelijk dekkend netwerk.
•
De landelijke collecties komen via de Nationale Bibliotheekcatalogus op eenvoudige wijze beschikbaar voor lokale klanten. De toegang wordt mogelijk gemaakt door inzet van slimme zoekmachines.
•
zwervende collecties binnen de vestigingen van FlevoMeer Bibliotheek. Vooraf wordt bepaald welke onderdelen van de collecties een zwervend bestaan leiden. Exemplaren die afkomstig zijn uit een andere vestiging gaan niet terug, maar blijven onderdeel van de collectie in de vestiging waar ze zijn ingenomen. Bibliotheken krijgen hierdoor een afwisselender en verrassender collectie die de vraag van de gebruikers weerspiegelt.
Door deze andere benadering van de collecties is het mogelijk een besparing te realiseren op het mediabudget en de bibliotheekruimte op een andere functionele wijze te benutten. In 2014 heeft FlevoMeer Bibliotheek collectiebeleid geformuleerd en in uitvoering, gerelateerd aan landelijk en provinciaal collectiebeleid, waardoor het rendement van de eigen collecties aanzienlijk zal verbeteren. Het collectieaanbod (fysiek en/of digitaal) voor mensen die een belemmering ondervinden in het gebruik van de bibliotheek krijgt daarin specifiek aandacht en zal worden verbeterd. 4.2.5. Exploitatie van het bibliotheekgebouw en combineren van publieksfuncties De vestigingen van FlevoMeer Bibliotheek nemen als grootste publieksvoorziening een belangrijke centrale plaats in de lokale gemeenschap in en zijn bijna overal op A-locaties te vinden. De bezoekersaantallen zijn in 2010 met 3,5% gestegen. De bezettingsgraad van de accommodaties is echter buiten openingsuren gering. Daar liggen mogelijkheden voor nauwere samenwerking met andere maatschappelijke en zakelijke dienstverleners. De bibliotheek wil de komende jaren op zoek naar allianties met derden om enerzijds de openingsuren in stand te houden en waar mogelijk uit te breiden en anderzijds inkomsten te verwerven uit verhuur van ruimten. De bibliotheek als het centrale ontmoetingspunt van stad en dorp, als huiskamer waar je vrij toegang hebt en gebruik kunt maken van een breed dienstenpakket. Een voorbeeld is de bibliotheek annex wijkwinkel in Deventer, die de frontoffice verzorgt voor alle vragen rond de WMO. De culturele en inhoudelijke programmering van de bibliotheek zal zich ook meer richten op de lokale agenda en betekenis voor de lokale gemeenschap. Daarbij wordt uit oogpunt van kostenbesparing en maatschappelijke relevantie meer samengewerkt met andere culturele en maatschappelijke organisaties. De andere benadering van het bibliotheekgebouw met aandacht voor functieverbreding, brengt met zich mee dat aanpassingen aan het gebouw en interieur nodig kunnen zijn. 4.2.6. Sneller ontwikkelen van digitale (gemaks)diensten Deze ontwikkeling heeft de hoogste prioriteit. FlevoMeer Bibliotheek kiest niet voor een eigen ontwikkeling, maar zal in nauwe samenwerking met de partners in Flevoland (Bibliotheek Almere en het Servicecentrum Flevolandse Bibliotheken) zo snel mogelijk aansluiten op de landelijke ICTinfrastructuur en het aantal digitale diensten uitbreiden. Dat vergt investeringen in tijd en geld, maar daar staat tegenover dat FlevoMeer Bibliotheek haar positie in het digitale domein kan versterken. In 2014 heeft FlevoMeer Bibliotheek de bedrijfsvoering vernieuwd en de financiële basis van de organisatie versterkt.
Beleidplan 2011 – 2014
13
4.3. Medewerkers Medewerkers van FlevoMeer Bibliotheek zijn proactieve, klantgerichte dienstverleners. Zij combineren verschillende bronnen tot op maat gesneden informatie voor diverse gebruikers, zijn nieuwsgierig met een bovengemiddeld maatschappelijk bewustzijn en zijn trots op wat ze doen. Persoonlijke begeleiding van klanten, ook digitaal, vormt een sleutelbegrip voor de toekomst. Medewerkers hanteren in hun werk de voor en door FlevoMeer Bibliotheek opgestelde richtlijnen en protocollen voor de uitvoering van de dienstverlening en het onderhouden van de klantcontacten. Medewerkers werken op basis van resultaatgerichte functieprofielen waarbij per functie de vereiste competenties zijn benoemd. Functieprofielen en competenties zijn afgestemd op de maatschappelijke en beroepsmatige ontwikkelingen. Het personeelsbeleid is er op gericht de medewerkers tot verdere ontwikkeling te stimuleren die past binnen de competenties van de functie en de ontwikkeling van de organisatie. Medewerkers worden gestimuleerd om innovatieve oplossingen aan te dragen en kennis uit te wisselen. Management en medewerkers werken op een professionele manier samen, waarbij persoonlijke en organisatiedoelen op elkaar zijn afgestemd. Verbeteren en vernieuwen is de basis van het denken binnen de bibliotheek. De resultaten van het medewerker tevredenheidonderzoek (2009) laten zien dat de ondervraagden overwegend graag bij FlevoMeer Bibliotheek willen werken. De mobiliteit in de vaste formatie is hierdoor gering. Verder is de gemiddelde leeftijd van medewerkers in vaste dienst hoog. Om nieuwe kennis en specifieke ervaring in te brengen is extra aandacht voor interne en externe mobiliteit nodig. FlevoMeer Bibliotheek streeft naar een evenwichtige leeftijdsopbouw van het personeel door instroom van pas afgestudeerde jonge mensen. In de komende beleidperiode zal FlevoMeer Bibliotheek de vastgestelde rekenregel voor de publieksdiensten invoeren, waarmee objectief de formatie wordt vastgesteld die nodig is voor het realiseren van de in hoofdstuk 3 beschreven strategische doelen. HRM beleid is in separate notities vastgelegd.
4.4. Gebouwen FlevoMeer Bibliotheek werkt vanuit één hoofdkantoor, zeven vaste vestigingen en één bibliobus. Binnen het netwerk van bibliotheken is sprake van een gelaagde opbouw van formuletypen: •
uitleenpunt
•
servicepunt
•
servicebibliotheek
•
informatiebibliotheek
De vestigingen in Urk, Emmeloord, Dronten en Zeewolde zijn servicebibliotheken. De vestiging in Lelystad groeit door tot informatiebibliotheek. De vestigingen in Biddinghuizen en Swifterbant en de mobiele vestiging zijn servicepunten. Een uitleenpunt is bijvoorbeeld de dienstverlening in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, woonzorgcentra of in het ziekenhuis. Het huisvestingsbeleid is ondergeschikt aan het dienstverleningsbeleid. De service- en informatiebibliotheken en de service- en uitleenpunten zijn vaste voorzieningen in dorp en stad. Dat zijn de fysieke dragers van het bibliotheeknetwerk in de regio. De ontwikkelingen in de samenleving, de digitalisering en het veranderende consumentengedrag leiden er toe dat andere serviceconcepten ontstaan. FlevoMeer Bibliotheek zoekt met partners op het terrein van zorg, welzijn en educatie naar meer multifunctionele accommodaties om de diensten dichter bij de mensen te brengen of om de dienstverlening in stand te houden. Voorbeelden zijn de
Beleidplan 2011 – 2014
14
ontwikkeling van een Educatief Centrum in Biddinghuizen en een multifunctionele accommodatie in de Atolwijk in Lelystad. De maatschappelijke waarde en positie van de vaste voorzieningen in het netwerk wordt verder uitgebouwd door in samenwerking met andere publieksfuncties te zoeken naar verbindingen en integratie van functies. Voor FlevoMeer Bibliotheek is van belang dat de gebouwen en de inrichting blijven voldoen aan de wensen van de gebruikers. De bibliotheek zal meer aandacht aan het verblijfsklimaat moeten besteden en retailtechnieken moeten toepassen om de klanten te blijven binden. Van belang is dat voldoende middelen beschikbaar zijn om daaraan tegemoet te komen. Dat vereist adequate budgetten en bestemmingsfondsen. In deze beleidperiode wordt daaraan gewerkt.
Beleidplan 2011 – 2014
15
5.
Programmalijnen
Uit de interne evaluatie van het beleid op 4 juni 2009 is naar voren gekomen dat het aantal speerpunten teruggebracht moet worden tot een aantal duidelijke programmalijnen. Programmalijnen zijn, naast het structurele aanbod van producten en diensten in alle vestigingen, ook gericht op inhoudelijke vernieuwing en accenten van beleid. Vernieuwing en accentuering van beleid is mogelijk met inzet van projectsubsidies, scholing en bijscholing van eigen medewerkers en (een beperkte hoeveelheid) daarvoor gereserveerde middelen op de eigen begroting. Er wordt samengewerkt met partners in het bibliotheeknetwerk Flevoland. Deze werkwijze en de keuze van de programmalijnen sluit aan bij het provinciaal bibliotheekplan dat onder regie van het Provinciaal Directieoverleg wordt opgesteld. FlevoMeer Bibliotheek kiest, naast de programmalijn ‘Fysieke bibliotheek’ voor vier thematische programmalijnen: •
taal- en leesbevordering
•
cultuureducatie
•
digitale dienstverlening
•
mediawijsheid
en voor cultureel ondernemerschap. 5.1. De fysieke bibliotheek: nog steeds de achterdeur dicht De fysieke bibliotheek blijft de belangrijkste pijler van het bibliotheeknetwerk. Daar worden de meeste mensen bereikt en wordt de meeste omzet gegenereerd. Behoud van leners (publieksbereik) moet daar worden gerealiseerd. Het motto van 2010 blijft de komende jaren van kracht: ‘de achterdeur dicht’. Het beleid in de fysieke bibliotheek is gericht op de kwaliteit van de ruimte (sfeer, comfort), van het aanbod (actualiteit, beschikbaarheid en presentatie) en de persoonlijke service (klantgericht). Doel is dat de klanten voor langere tijd aan de bibliotheek worden gebonden. Voor de publieksdiensten betekent ‘de achterdeur dicht’ dat: •
het aantal afhakers wordt gereduceerd van 15% naar 10%.
•
meer nieuwe leners worden ingeschreven dan uitgeschreven
•
het aantal leners en bezoekers in 2014 relatief tenminste gelijk is aan het niveau van 2010.
In de vestigingsplannen worden concrete maatregelen genomen die zijn gericht op de succesfactoren van deze normdoelstelling. Deze maatregelen hebben een positief effect op de klanttevredenheid. In de vestigingen wordt gestuurd op prestaties waarover met de gemeenten afspraken zijn gemaakt. Het dienstverleningsbeleid krijgt een impuls door de volgende maatregelen: •
aandacht voor de bibliotheek als ‘winkel’ met toepassing van nieuwe presentatietechnieken
•
actieve klantbenadering op basis van databasemanagement
•
aanbrengen van meer samenhang tussen de collecties van FlevoMeer Bibliotheek met als resultaat betere aansluiting bij de wensen van de klanten
•
collectieaccenten richten zich op lezen, informeren en leren
Beleidplan 2011 – 2014
16
•
eigentijdse invulling van de ontmoetingsfunctie en de bibliotheekaccommodatie inzetten ten behoeve van andere maatschappelijke publieksfuncties (functieverbreding en combineren van publieksfuncties).
5.2. Taal- en leesbevordering Een goede taal- en leesvaardigheid is mede bepalend voor persoonlijke ontwikkeling en om je staande te kunnen houden in de samenleving. Leesbevordering begint bij de jongste kinderen en strekt zich uit naar groepen volwassenen om de functionele geletterdheid te bevorderen. De bibliotheek is hét instrument en de partner om het lezen te stimuleren. In 2014 is gerealiseerd: •
lokale en regionale netwerken leesbevordering
•
aantoonbare bevordering van leesplezier en taalontwikkeling voor de doelgroep ouders met
•
bevordering van het leesplezier voor kinderen, jongeren en volwassenen door deelname aan
hun baby (project Boekstart) en jonge kinderen (Boekenpret/-bas) landelijke acties o.a. Nationale Voorleesdagen, Boekenweek, Kinderboekenweek en Nederland Leest •
deelname aan programma’s bestrijden laaggeletterdheid bij volwassenen
•
een aanbod op maat voor kinderen en volwassenen die moeite hebben met lezen (bijv. Makkelijk Lezen Plein)
5.3. Cultuureducatie Binnen FlevoMeer Bibliotheek wordt cultuureducatie gebruikt als verzamelbegrip voor kunsteducatie, erfgoededucatie, media-educatie en literatuureducatie. Aansluitend bij de onderwijsontwikkelingen en in samenspraak met het onderwijs gaat de bibliotheek op zoek naar een doorgaande lijn educatieve producten op deze terreinen. 5.4. Digitale dienstverlening De bibliotheek sluit aan bij de gedigitaliseerde samenleving. De digitale bibliotheek is geen alternatief voor internet, maar “moet gezien worden in de context van het boekenbestand van de bibliotheek. Het unieke van de bibliotheek is dat zij dat boekenaanbod hebben” (toenmalig minister Plasterk). Met de digitale dienstverlening sluit de bibliotheek aan bij het veranderende mediagebruik bij tal van groepen, met name de jeugd en het onderwijs, of kunnen nieuwe groepen worden bereikt. Initiatieven zijn: •
provinciale doorontwikkeling van Biebsearch (pilotproject op het Ichthuscollege in Dronten)
•
ontwikkeling van Biebsearch junior voor het basisonderwijs
•
verder ontwikkelen van digitale informatiepunten o.b.v. de database De G!DS
•
de ontwikkeling onder landelijke regie van de digitale bibliotheek (bibliotheek.nl).
5.5. Mediawijsheid De bibliotheek wil voortrekker zijn in het bijbrengen van mediawijsheid. Mediawijsheid is volgens de Raad voor Cultuur “alle kennis en vaardigheden en de mentaliteit die mensen nodig hebben om bewust, kritisch en actief mee te doen in de wereld van vandaag en morgen, waarin media een bepalende hoofdrol spelen”. In diverse leerprogramma’s wordt mediawijsheid opgenomen als een essentiële vaardigheid voor persoonlijke ontwikkeling. Ingezet wordt op het:
Beleidplan 2011 – 2014
17
•
verder ontwikkelen van de competenties en uitbreiden van het team van mediacoaches
•
uitvoeren van programma’s mediawijsheid voor het reguliere onderwijs en volwasseneneducatie. Deze programma’s zijn meest ingebed in projecten zoals Biebsearch en Biebsearch junior of trajecten die met Regionale Opleidingscentra (ROC’s) worden opgezet.
5.6. Cultureel ondernemerschap Het cultureel ondernemerschap wordt gestimuleerd. Resultaten zijn dat de bibliotheek participeert in projecten die aansluiten bij de strategische doelen. Waar mogelijk worden kansen benut om de bibliotheekfuncties te presenteren en daardoor nieuwe gebruikersgroepen te bedienen. Dit kan leiden tot meer structurele vormen van dienstverlening buiten de fysieke bibliotheek. Samenwerking met partners is hierbij voorwaarde. Er worden win-win situaties gecreëerd. De bibliotheek onderscheidt zich door haar onafhankelijke en laagdrempelige voorziening. Dat maakt dat zij een belangrijke rol kan spelen in het bereiken van diverse doelgroepen en de realisatie van lokale uitvoeringsprogramma’s gericht op bijv. educatie (mediawijsheid, lees- en taalbevordering) en maatschappelijke participatie.
Beleidplan 2011 – 2014
18
6.
Organisatie
Het organisatieprincipe van front- en backoffice is leidend voor de inrichting van de organisatie. De frontoffice is verenigd in de sector Publieksdiensten, de backoffice is verdeeld in Bedrijfsdiensten (facilitaire backoffice) en de sector Innovatie, Ontwikkeling & Ondersteuning (I,O&O, inhoudelijke backoffice). 6.1. Toezicht en besturing Het toezicht op de organisatie wordt uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Aan de directeur zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden toegewezen die niet statutair bij de Raad van Toezicht liggen. De toezichthouders blijven op afstand en de directeur treedt op als bestuurder in de zin van de wet. Hij is bevoegd de rechtspersoon te vertegenwoordigen. De directeur stelt het beleid op hoofdlijnen vast. De aansturing van de organisatie ligt bij de directeurbestuurder en de sectormanagers. Samen met de teamleiders vormen zij het managementteam. In het besturen van de organisatie delegeert de directeur aan beide sectormanagers een aantal bevoegdheden op het eigen competentiegebied. De directeur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. 6.2. Organisatie en communicatie De indeling van de organisatie (zie voor organigram bijlage 1) blijft in de planperiode ongewijzigd. De manier van werken wordt wel ingrijpend gewijzigd. De verandering is gericht op: • •
een integrale aanpak van programmalijnen en ondersteuning van het primaire proces betere afstemming over inhoudelijke ontwikkelingen tussen de sectoren Publieksdiensten en IO&O
•
meer horizontale samenwerking tussen de sectoren Publieksdiensten en IO&O
•
samenwerken in ontwikkelteams die multidisciplinair zijn samengesteld
•
coördinatie van de gewenste en noodzakelijke ontwikkelingen binnen de programmalijnen.
Dit moet leiden tot: •
meer regie en aansturing op gewenste resultaten
•
meer samenhang tussen de diverse disciplines, met name Publieksdiensten en IO&O, maar ook tussen vakspecialismen onderling
•
het beter benutten van aanwezige kennis.
Voor een uitgebreide beschrijving van de nieuwe organisatie- en interne communicatiestructuur verwijzen wij naar een aparte interne notitie.
Beleidplan 2011 – 2014
19
6.3. Planning De beleidcyclus herhaalt zich jaarlijks in een vast patroon: Fase
Onderdeel
Periode
Wie
Plan
Inspiratie: verkenning strategische koers voor de
Januari – Maart
MT en
(middel)lange termijn.
vakspecialisten
Wijziging van beleid en innovatie wordt vóór de voorjaarsnota bij de gemeenten kenbaar gemaakt. Check
Financiële en inhoudelijke verslaglegging aan
Maart – Mei
gemeenten voor 1 juni.
MT en vakspecialisten
Bijsturing van beleid en bedrijfsvoering indien nodig. Act
Vaststellen externe begroting volgend jaar, voor
Mei
Directeurbestuurder
September
MT en
1 juni bij gemeenten Plan
Beleid, jaarwerkplan en interne begroting
vakspecialisten Plan Check
Jaarwerkplan per vestiging / afdeling Beleid lopende jaar t/m september
Oktober –
MT en
November
vakspecialisten
Oktober
MT en vakspecialisten
Act
Meerjarenbeleidplan – wordt elke twee jaar voor
November
MT
de komende drie jaren bijgesteld.
6.4. Evaluatie beleid Tenminste twee keer per jaar vindt een beleidsoverleg plaats tussen gemeenten en FlevoMeer Bibliotheek om na te gaan of de basisbibliotheek op koers blijft bij de uitvoering van haar beleid. Daarnaast geeft FlevoMeer Bibliotheek jaarlijks in een korte rapportage aan in hoeverre de doelstellingen behaald zijn. Bij de jaarlijkse vaststelling van de subsidies wordt per gemeente nagegaan of de concrete afspraken voor het betreffende jaar gerealiseerd zijn. In het convenant bibliotheekwerk 2011 – 2014 dat in december 2010 tussen FlevoMeer Bibliotheek en de gemeenten is gesloten, zijn nadere algemene regels gesteld ten aanzien van de subsidierelatie en de samenwerking tussen gemeenten en bibliotheek, als opdrachtgever en opdrachtnemer. Dit convenant, alsmede dit meerjarenbeleidplan vormen voor FlevoMeer Bibliotheek de beleidskaders voor de uitoefening van de bibliotheektaken.
Beleidplan 2011 – 2014
20
Bijlage 1 Organigram
Raad van Toezicht
OR Directeur bestuurder
Bedrijfsdiensten
Directeur
Sectormanager
Publieksdiensten
Innovatie, ontwikkeling & ondersteuning
Uitvoering systeembeheer
Innovatie en ontwikkeling
Lelystad
Afdeling ondersteuning
Noordoostpolder
Externe dienstverlening
Dronten
Zeewolde
Urk
Beleidplan 2011 – 2014
21