Meerjarenbeleidplan Kuria 2015-2017
Betrokken, Deskundig, Toekomstgericht
1
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Situatie analyse / Historie
4
Plaats van Kuria in het geheel
7
Ontwikkelingen in de Palliatieve Zorg in Nederland
9
Waar willen we heen / ambitie
11
Wat is er nodig
15
2
Inleiding Dit beleidsplan voor Kuria is tot stand gekomen na input van de vele medewerkers binnen de organisatie. Zij hebben de bouwstenen aangedragen. Eind 2014 binnen het stafoverleg is er een SWOT analyse gemaakt van de organisatie die mede richtinggevend is voor de opzet van dit meerjarenbeleidplan. Dit meerjarenbeleidplan is verder ontwikkeld en is daarna in concept besproken binnen het stafoverleg. Op de vergadering van de Raad van Toezicht op 20 april 2015 is het aan de orde geweest en vervolgens is het besproken in het teamoverleg. Het is een ambitieus plan voor drie jaar. In een tijd van veel veranderingen in de zorg, zowel qua organisatie als financiering, is het wenselijk om een meerjarenbeleidplan voor maximaal drie jaren te maken. We zijn trots op dit plan en hopen dankbaar en trots over drie jaren terug te kunnen kijken op de behaalde resultaten.
3
Situatie analyse / Historie De oorsprong van stichting Kuria (1991) ligt allereerst in bewogenheid, vanuit de christelijke identiteit, met terminaal zieke Amsterdammers. Deze stichting heeft zich indertijd ingezet om geld bijeen te krijgen zodat een hospice opgericht zou kunnen worden, waar palliatieve zorg geboden werd door een breed professioneel multidisciplinair team, ondersteund met inzet van veel vrijwilligers. De start van hospice Kuria is in 1992 gerealiseerd. Dit was mogelijk door financiële steun van vele particulieren, kerken en fondsen. Kuria heeft zich steeds tot taak gesteld en als missie uitgesproken om naast de dagelijkse zorg in het hospice, de palliatieve zorg uit te willen dragen en in het brede veld mee te werken aan continue ontwikkeling en verbetering van de palliatieve zorg. Hoewel Stichting Kuria vanaf de start steeds als steunstichting heeft gefunctioneerd is er per 1 januari 2014 een bestuurlijke wijziging opgetreden. Dit is mede ingegeven vanwege de ANBI status die Kuria graag wil behouden en slechts toegekend kan worden aan een “vriendenstichting” die geen directe banden heeft met de “werkstichtingen”. Daardoor is er vanaf die datum een apart bestuur van stichting Kuria, die zich specifiek richt op zowel fondswerving alsook eigenaar en beheerder is van het pand Valeriusplein 6. Daarnaast zijn er 2 werkstichtingen, Stichting Kuria Zorg en Stichting Vrijwilligers Kuria, die een eigen bestuur hebben (tevens directie) met een Raad van Toezicht. De activiteiten van het hospice zijn ondergebracht in Stichting Kuria Zorg, de vrijwilligers en buddyzorg in Stichting Vrijwilligers Kuria. Kuria heeft landelijk een toonaangevende positie. Dat komt door een intensieve betrokkenheid van velen en bij vele ontwikkelingen, zoals: Bezoek van koningin Beatrix en diverse ministers, staatssecretarissen, politici en burgemeesters aan Kuria Ondersteuning bij oprichting van hospices Bestuurlijke participatie in (en betrokken bij de oprichting) van landelijke organisaties zoals Palliactief (voorheen NPTN), de Associatie Hospicezorg (voorheen de AHCH) Participatie in projectgroepen van VWS en ZonMw Mede organiseren van (inter)nationale congressen Betrokkenheid bij de ontwikkeling en het auditeren van kwaliteitskeurmerken palliatieve zorg Ontwikkeling van nieuwe initiatieven zoals buddyzorg en dagzorg Betrokkenheid bij ontwikkeling van Richtlijnen palliatieve Zorg Mede initiatief nemer en participatie in regionale consultatie (IKNL) en consultatie in VUmc
Al deze factoren maken dat het hospice, de buddyzorg en alle andere activiteiten van Kuria, onderscheidend zijn ten opzichte van andere zorgaanbieders in het palliatieve veld.
4
Missie, Visie Definitie palliatieve zorg (WHO 2002) De palliatieve zorg die in Kuria wordt geboden is gebaseerd op de definitie van de WHO uit 2002 die zegt: “Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, d.m.v. vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.”
In het kerndocument van Kuria wordt de zorgvisie als volgt omschreven: “Niet de ziekte staat voorop, maar de zieke. Genezing is niet langer doel, maar verzachten en dragelijk maken. Niet de dood is bepalend, maar het leven is uitgangspunt: menswaardig en volwaardig leven tot het einde. Gastvrijheid is ons huismerk. Dat betreft een vriendelijke bejegening van ieder die om wat voor reden ook in huis is, maar ook een hartelijke openheid naar medewerkers, bewoners en bezoekers. Iedereen wordt als uniek mens benaderd.” De zorg die Kuria wil bieden is vier dimensioneel: een integrale benadering van ieder mens. Er is aandacht voor het fysieke, psychologische, sociale en spirituele vlak. Kenmerkend is de continue beschikbaarheid van verpleegkundigen (en allen die zij daarbij kunnen inroepen) en de interdisciplinaire samenwerking. Die totaalvisie is er op de zorg voor de zieke, maar ook voor zijn omgeving. Er is ruimte voor begeleiding van hen gedurende de ziekte, maar ook na het overlijden is er zorg voor nabestaanden. Het werk in Kuria is zonder vrijwilligers niet alleen onmogelijk, maar ook anders. Hun werk in huis wordt daarmee als wezenlijk gewaardeerd: naast de concrete ondersteuning aan verpleegkundigen zorgen vrijwilligers ook voor een eigen sfeer en dynamiek in Kuria. Vanuit het besef dat leven en sterven in Gods hand is, werkt Kuria niet actief mee aan euthanasie, maar wordt eveneens het stervensproces niet onnodig opgerekt. Ook in de onderlinge verhoudingen als personeel werkt de holistische visie door: in zorg voor de zorgenden. Er is aandacht voor elkaar, respect voor de eigenheid van ieder en in de onderlinge communicatie wordt gestreefd naar ondersteuning en opbouwend zijn, naar openheid en fijnzinnigheid. Jarenlang was er direct onderscheid tussen curatief handelen en palliatief terminaal handelen. Nu wordt steeds meer gekeken naar een palliatieve fase met onderscheid tussen ziektegerichte palliatie, symptoomgerichte palliatie en palliatie in de stervensfase. Onderstaand model (gebaseerd op het model van Lynn en Adamson) wordt in Nederland de laatste jaren gehanteerd om de palliatieve zorg met zijn verschillende aandachtsgebieden te visualiseren.
5
In het hospice worden mensen opgenomen met een levensverwachting van maximaal drie maanden. Daarbij ligt de focus voor het werken voor een klein deel op ziektegerichte palliatie, en het meest op de symptoomgerichte palliatie en de palliatie in de stervensfase en de nazorg. De buddyzorg biedt begeleiding en ondersteuning voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn, waarbij de levensverwachting veel langer kan zijn. De buddyzorg kan dus ook veel eerder starten in het model van Lynn en Adamson.
6
Plaats van Kuria in het geheel Kuria heeft een goede naam en sterke positie in de stad met verbindingen naar een aantal sterke partners. Kuria staat bekend als een betrouwbare partner, waar men graag mee samen werkt en “zaken” mee doet.
Plaats in de stad Hospice Voor het VUmc is Kuria preferente samenwerkingspartner en is Kuria de academische werkplaats. De samenwerking uit zich in de drie pijlers patiëntenzorg (consultatie), onderzoek en onderwijs. Met de andere ziekenhuizen in Amsterdam, de thuiszorgorganisaties en de huisartsen is een goed contact en vinden er doorverwijzingen plaats voor zowel het hospice, het adviesteam en de buddyzorg. Kuria is partner in het Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen en is vertegenwoordigd in het bestuur. De doelstellingen van het Netwerk zullen daar waar mogelijk door Kuria actief worden ondersteund. De samenwerking met de vaste huisarts van Kuria (Koos Jongebreur) verloopt soepel, flexibel en plezierig. Op verzoek van Kuria heeft hij de kaderopleiding Palliatieve Zorg voor huisartsen gevolgd. De opgedane extra kennis en vaardigheden voor de palliatieve zorg zet hij met enthousiasme in. In samenspraak met de medisch directeur en hoofdbehandelaar (prof. dr. W.W.A. Zuurmond) bezoekt hij minimaal twee maal per week de bewoners in het hospice. Daarnaast kan hij betrokken worden bij diverse lopende projecten in en vanuit Kuria op het gebied van onderwijs of onderzoek. Voor de financiering van de zorg is Kuria onderaannemer van Stichting Particura. Deze thuiszorgorganisatie doet de zorginkoop bij het zorgkantoor en maakt contractafspraken over de geleverde zorg in het hospice met Kuria .
Buddyzorg Vanuit haar maatschappelijke positie in de wijk en de stad is Kuria Buddyzorg actief om verbinding te maken met buurtactiviteiten, stadsdelen, leden van de Manifestgroep, informele zorgaanbieders en formele zorgaanbieders, zowel in de 1e als 2e lijn. Deze actieve verbinding uit zich in de samenwerking met diverse organisaties. De stedelijke ontwikkelingen zijn dat er steeds meer wijkgericht gewerkt zal worden. De samenwerking binnen de wijk wordt steeds belangrijker. Kuria heeft een langdurige relatie met het Leger des Heils. Samen wordt buddyzorg ingezet bij (ex-) cliënten uit de maatschappelijke opvang van de Goodwillcentra Amsterdam. Het doel is om terugval van deze cliënten in de professionele zorg te voorkomen.
7
In de samenwerking van Buddyzorg Kuria met het Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen wordt gekeken naar het aanbod van Buddyzorg in de context van het totale aanbod van palliatieve zorg. Met het Ingeborg Douwes Centrum (centrum voor psychosociale hulpverlening aan kankerpatiënten) wordt gewerkt aan de verbinding tussen professionele en informele zorg. Deze samenwerking is gericht op een beter bereik van cliënten en bundeling van activiteiten en uitwisseling waar mogelijk, bijvoorbeeld op het gebied van scholing. Buddyzorg Kuria maakt onderdeel uit van de kwaliteitswerkgroep van de Vrijwilligers Academie en onderhoudt een samenwerkingsverband met hen ten aanzien van de scholing van buddy’s en vrijwilligers. Hierbij wordt er zowel trainingsaanbod afgenomen als verzorgd vanuit Kuria. Met de gemeente Amsterdam is een goede relatie. Zij waarderen het werk van de buddyzorg en de wijze waarop daarin aandacht wordt besteed aan kwaliteit en deskundigheid. Voor de financiering van de buddyzorg via de WMO wordt jaarlijks subsidie aangevraagd.
Plaats in de regio In het kader van de start van het Nationaal Programma Palliatieve Zorg 2014-2020 (NPPZ) “Palliantie. Meer dan zorg” hebben de Expertise centra Palliatieve Zorg (EPZ) de opdracht gekregen om te komen tot consortiumvorming. Bestuurlijk participeert Kuria in het EPZ Amsterdam en neemt zo actief deel aan de ingezette ontwikkelingen. Vanuit de bestuursfunctie participeert Kuria in het landelijk overleg met alle 8 EPZ-en. Binnen het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is de verpleegkundig specialist i.o. van Kuria lid van het consultatieteam en is zij voor het IKNL verpleegkundig coördinator voor de hele regio.
Plaats in het land De Associatie van zelfstandige High Care Hospices (AHCH) heeft sinds november 2014 een nieuwe naam: Associatie Hospicezorg Nederland. De Associatie is branchevertegenwoordiger naar VWS en een belangrijke speler in het politieke en strategische veld. Kuria is lid van deze organisatie en hierin ook bestuurlijk vertegenwoordigd. Samen met Stichting Perspekt wordt een nieuw kwaliteitssysteem en keurmerk ontwikkeld voor hospices, units in verpleeghuizen en palliatieve thuiszorgteams op basis van PREZO voor de palliatieve zorg. Kuria is bij de totstandkoming van het Nationaal Programma Palliatieve Zorg Palliantie. Meer dan zorg (NPPZ) 2014-2020 betrokken geweest. Binnen dit programma zal aandacht worden besteed aan zowel onderzoek, onderwijs en zorg, waarbij patiëntenparticipatie en publieksvoorlichting belangrijke pijlers lijken te worden.
8
Ontwikkelingen in de Palliatieve Zorg in Nederland De laatste jaren zijn de veranderingen in de zorg groot. Wie had vijf jaren geleden kunnen bedenken dat in 2015 vele verpleeghuizen en verzorgingshuizen hun deuren zouden moeten sluiten en dat de AWBZ zou worden afgebouwd, terwijl de mensen steeds ouder worden en er een grote toename zal zijn van de babyboomers die meer en meer zorg nodig zullen hebben. Ook binnen de Palliatieve zorg zijn er vele nieuwe ontwikkelingen die invloed zullen hebben in de komende jaren. De Zorgmodule 1.0 is eind 2013 verschenen en wordt in 2014-2015 via proefimplementaties geëvalueerd en mogelijk aangepast naar een versie 2.0
Expliciete aandachtspunten Zorgmodule • • • • • • • • • •
Beperking werking zorgmodule tot max 1 jaar Overgangen tussen stadia binnen palliatieve zorg Expliciete markering na positief antwoord ‘surprise-question’ Onderscheid hoofdbehandelaar versus centrale zorgverlener Centrale zorgverlener als eerste aanspreekpunt Rol patiënt/naasten bij op- en bijstellen individueel zorgplan (IZP)… NB nu in aanspraak wijkverpleging Multidimensionaliteit en multidisciplinariteit Noodzaak van advance care planning Netwerkvorming voor advies en ondersteuning Rouwverwerking en evaluatie
Eind 2014 is het Nationaal Programma Palliatieve Zorg gepresenteerd: Palliantie. Meer dan zorg 2014-2020. De basisvisie van dit programma is dat palliatieve zorg uitgaat van de wensen en behoeften van de patiënt en zijn naasten, deel uit maakt van de reguliere zorgverlening en zo dicht mogelijk bij huis wordt georganiseerd. Dit ZonMw programma heeft als doel de palliatieve zorg in de komende jaren merkbaar te verbeteren voor de patiënt en naasten. Het aanbod van palliatieve zorg wordt gezien als goed, maar geeft ruimte voor verbetering; de zorg is nog te veel aanbodsgericht, te versnipperd, met wisselende kwaliteit en toegankelijkheid. In de komende jaren zal het programma zich richten op de volgende thema’s en pijlers:
9
NPPZ ZONMW: 4 thema’s en 3 pijlers Onderwijs
Onderzoek
Implementatie
Bewustwording en Cultuur Organisatie en Continuïteit van Zorg Zorginnovaties en kwaliteit Patiënten/naasten Participatie
De drie pijlers: Onderzoek, Onderwijs en Implementatie zullen gebruikt en ingezet worden voor de vier thema’s: Bewustwording en Cultuur, Organisatie en Continuïteit van Zorg, Zorginnovaties en kwaliteit en Participatie van Patiënten / Naasten.
De consortiumvorming Binnen het NPPZ vindt ook regionale consortiumvorming plaats. In Noord-Holland en Flevoland bundelen de regionale netwerken palliatieve zorg (Noord-Kennemerland, Kop van Noord-Holland, West-Friesland, Zaanstreek/Waterland, Midden- en Zuid-Kennemerland, Amstelland/Meerlanden, Amsterdam/Diemen, Gooi en Vechtstreek, Almere en Noord- en Oost-Friesland), het IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland) en de Expertisecentra Palliatieve Zorg van het VUmc en het AMC de krachten. Het consortium faciliteert zorgverleners en organisaties bij het optimaliseren van palliatieve zorg.
10
Waar willen we heen / ambitie Vanuit de SWOT analyse die in het najaar van 2014 is gemaakt, kan worden gezegd dat er in Kuria een grote deskundigheid is, dat ambitie en participatie belangrijk worden gevonden, maar ook dat er veel gedaan moet worden door weinig mensen en dat de financiering een onzekere factor is. Kuria wil een kennis- en ontwikkelcentrum zijn en blijven op het gebied van de palliatieve zorg. Waarbij in het verleden bij palliatieve zorg met name gedacht werd aan de laatste 3 maanden van het leven ziet Kuria een plaats om actief te zijn voor de hele palliatieve fase (zie model van Lynn en Adamson). Hospice Kuria heeft zich ook lange tijd gericht met name op de laatste drie maanden, mede gezien de financiering die op die periode is gericht. Echter, naast de activiteiten van het hospice bestaat al vele jaren de succesvolle en gewaardeerde buddyzorg, die zich veel meer richt op de langere palliatieve periode. Daarnaast is door de participatie in de consultatiefuncties van zowel het IKNL en het VUmc de focus gericht op een palliatieve periode van 1 jaar. Ook de ontwikkeling van de Palliatieve Dagzorg in Kuria, die overigens in die vorm niet succesvol is gebleken, past in die ontwikkeling. Naar een nieuwe vorm van dagzorg, passend bij de huidige ontwikkelingen, zal in 2016 nader onderzoek worden gedaan. In 2015 worden grote veranderingen ingevoerd in de zorg. Het beleid van de overheid is er op gericht dat mensen veel langer thuis blijven. Opnames in instellingen en ook hospices dienen alleen plaats te vinden als het ook echt nodig is. De kans bestaat dat het aantal palliatieve bedden, net zo als de verpleeghuis- en verzorgingshuisbedden, in de toekomst zal afnemen. De verwachting is dat er hospices zullen blijven die een specifieke functie hebben vanwege hun expertise en als kenniscentrum zullen functioneren. In onderstaand schema is dat weergegeven.
Het multifunctionele hospice • Primaire opdracht: optimaal verlenen palliatief terminale zorg • Secundaire positionering: respijtzorg en crisisinterventie • Tertiaire functies vanwege 24x7 positie – Consultatie – Deskundigheidsbevordering – ´Structuur ondersteuner´, bv. back up zorg thuis – Werkplaats voor ontwikkeling
11
Intern Binnen Kuria is kwaliteit een belangrijk aspect. Goed is niet goed genoeg, het kan ook beter. Daartoe wordt er gewerkt aan kwaliteitsverbeteringprojecten zoals continue deskundigheidsbevordering van de medewerkers en vrijwilligers. Daarnaast wil Kuria in 2015 het nieuwe kwaliteitskeurmerk PREZO Hospicezorg behalen. Voor versterking van de kwaliteit binnen de zorg zal in Kuria in 2015 de voorbereidingen worden getroffen zodat in 2016 gewerkt kan gaan worden met een EPD waarbij ook de mogelijkheden voor het elektronisch voorschrijven van medicatie een rol kan krijgen. De hoofdbehandelaar van Kuria (prof. dr. W.W.A. Zuurmond) zal mogelijk in de komende jaren afscheid gaan nemen als behandelaar. Daartoe zullen de gesprekken en contacten met de afdeling anesthesiologie worden versterkt en gewerkt worden aan opvolging. In 2015 zal de taakinvulling van de beide verpleegkundig specialisten verder worden uitgewerkt en geïnstitutionaliseerd. De verpleegkundig specialisten kunnen taken van de artsen overnemen en zelfstandig uitvoeren.
Stedelijk In deze periode van stelselherziening en de nieuwe indicaties en vergoedingen vanuit de Zorgverzekeringswet wil Kuria zich met de partners sterk maken voor een financiering van de palliatieve zorg die een langere periode bestrijkt dan de huidige drie maanden. Daardoor kunnen ook andere functies verder ontwikkeld en gefinancierd worden zoals bijvoorbeeld crisisinterventie en respijtzorg. Een crisisinterventie is er op gericht om de crisis, als die zich voordoet bij de patiënt in de palliatieve zorg, op te lossen door een tijdelijke opname in het hospice. De crisis kan zowel fysiek, psychosociaal als spiritueel van aard zijn; vaak zal het een combinatie van deze dimensies zijn. Respijtzorg is een volledige overname van zorg met als doel de mantelzorger een adempauze te geven. Zowel de crisisinterventie als de respijtzorg is van tijdelijke aard, met als doel dat de patiënt weer terugkeert naar zijn eigen woonomgeving. Het doel is om in 2015-2016 zowel de crisisinterventie als de respijtzorg binnen Kuria verder te ontwikkelen, de financiering hiervoor toekomstbestendig te maken en deze zorg breder bekend te maken als onderdeel van de totale zorg die Kuria biedt. De verwachting is dat in 2017 25 % van het aantal patiënten die in Kuria worden opgenomen, gebruik zullen maken van de crisisinterventie en respijtzorg. Kuria is als expertise centrum op het gebied van palliatieve zorg klaar voor deze stap en dat biedt nieuwe kansen en uitdagingen. In de samenwerking met de huisarts van Kuria (Koos Jongebreur) zal in 2015 worden ingezet op het ontwikkelen van een spreekuur palliatieve zorg voor de wijk (dus ook voor patiënten van andere huisartsen). Deze ontwikkeling past bij de grotere rol van de 1e lijn en het beleid dat mensen langer thuis blijven. Een verpleegkundig specialist van Kuria zal dit spreekuur in samenwerking met de huisarts verzorgen. Dit biedt kansen voor het adviesteam van Kuria om mensen in een eerder stadium in beeld te krijgen, advies te geven en hen bekend te maken met onder andere hospice Kuria en buddyzorg Kuria. De voorbereidingen zullen hiervoor in 2015 aanvangen zodat in 2016 hiermee van start gegaan kan worden. 12
De communicatie naar buiten toe zal extra aandacht krijgen. Daartoe zal het foldermateriaal worden vernieuwd. Daarnaast zullen er nieuwe korte promotiefilms worden gemaakt over het werk van Kuria. Hiervan zal een versie komen voor mensen die nu of in de toekomst mogelijk gebruik zullen maken van de mogelijkheden van het hospice of de buddyzorg en een versie om nieuwe vrijwilligers en buddy’s te werven. Kuria participeert al jaren in de consultatie, zowel in de regio via de consultatie van het IKNL als binnen het consultatieteam van het VUmc. Daarnaast geeft de verpleegkundige van het palliatief adviesteam van Kuria advies en ondersteuning aan mensen in de thuissituatie, (advance care planning) door middel van continuïteit huisbezoeken en gefinancierd uit AIV (advies instructie en voorlichting) gelden. Een specifieke rol heeft Kuria in de palliatieve zorg voor dak- en thuislozen in Amsterdam. In samenwerking met HVO Querido en het Leger des Heils wordt vanuit Kuria ondersteuning, advies en begeleiding geboden aan mensen die palliatieve zorg nodig hebben die bekend zijn bij deze organisaties. Hierdoor kunnen zij langer in hun eigen omgeving blijven, maar zijn zij tegelijk bekend bij Kuria, zodat zij als het écht nodig is snel opgenomen kunnen worden in het hospice. De kennis en ervaring voor de dak- en thuislozen die in de afgelopen jaren is opgedaan, zal in 2015 worden ingediend als een project voor het NPPZ Palliantie in samenspraak met het Consortium Amsterdam en het EMGO instituut van het VUmc zodat het ook landelijk kan worden ingezet. In het najaar van 2015 zal duidelijk zijn of dit project gehonoreerd zal worden.
Regionaal / Landelijk Naast bovengenoemd project zal Kuria ook in de komende jaren participeren in onderzoeksprojecten op het gebed van palliatieve zorg in samenwerking met dr. R.S.G.M. Perez, onderzoekscoördinator pijn en palliatieve zorg van het VUmc. Ook binnen de leerstoel Hospicezorg van prof. dr. S.C.C.M. Teunissen zal aan onderzoeksprojecten worden deelgenomen. Steeds de afweging worden gemaakt of een onderzoeksvoorstel bijdraagt aan de verbetering van de zorg voor mensen die palliatieve zorg nodig hebben. Dit is een van de voorwaardes voor onderzoek binnen Kuria. Aansluiting van de onderzoeken bij het Consortium / EPZ en Associatie Hospicezorg zijn daarin mede bepalend. Het geven van onderwijs aan zowel professionals als vrijwilligers blijft een belangrijke taak van Kuria. De kennis en ervaring die Kuria heeft moet niet exclusief voor Kuria beschikbaar zijn. Dus participeert Kuria ook in de komende jaren in onderwijsprogramma’s in samenspraak met het Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam en Diemen, het VUmc, het EPZ, het IKNL en anderen.
Vrijwilligers / Buddyzorg De overheid richt zich meer en meer op de participatiemaatschappij. Dit zal zijn gevolgen kunnen hebben voor de inzet van vrijwilligers in zowel het hospice als de buddyzorg. Aan de ene kant vindt de overheid het belangrijk dat er meer aandacht en inzet is door vrijwilligers, aan de andere kant zullen mensen meer taken op zich moeten nemen als mantelzorger. Daarnaast is de landelijke trend dat veel vrijwilligers niet meer voor een langere tijd vrijwilligerswerk doen maar dat men er voor kiest om dat op projectbasis te doen, voor een bepaalde periode. Dat vraagt van de coördinatoren vrijwilligerswerk van het hospice en de buddyzorg extra inzet en flexibiliteit.
13
De rol van de buddyzorg zal binnen het huidige overheidsbeleid steeds belangrijker gaan worden. De buddyzorg van Kuria (die wordt gefinancierd vanuit de WMO ) richt zich al veel langer op de langere palliatieve periode. Versterking van de plaats van de buddyzorg van Kuria in de wijk en in de stad is daarbij van groot belang. Diverse activiteiten zullen daarom in de komende jaren extra aandacht krijgen. Te denken valt hierbij aan het bekend maken van buddyzorg bij bijvoorbeeld het palliatief spreekuur, het organiseren van een “open huis”, participatie bij laagdrempelige activiteiten zoals buurtactiviteiten met voorlichting over palliatieve zorg en vragen rondom het levenseinde, een nabestaandencafé enz. Kuria zal daar waar mogelijk aansluiten op bestaande activiteiten in de wijk en de stad dan wel hierin zelf initiatieven te ontplooien. De inzet van buddy’s van buddyzorg Kuria bij cliënten van het Leger des Heils, een samenwerkingsproject van deze beide organisaties zal worden gecontinueerd. Van de gemeente Amsterdam is voor dit project een innovatiesubsidie toegekend. Dit zal worden gebruikt om de huidige praktijk van buddyzorg bij het Leger des Heils verder te formaliseren en om een goede projectbeschrijving te maken zodat de gevolgde werkwijze ook voor andere partners in de stad beschikbaar is.
Tenslotte Kuria hoopt in 2017 haar 25 jaar bestaan te vieren. Uiteraard willen wij dit niet ongemerkt voorbij laten gaan. In 2016 zal een start gemaakt worden om de viering van dit jubileum voor te bereiden. Bij de vieringen zal zowel aandacht worden besteed aan feestelijke activiteiten voor de medewerkers en vrijwilligers als ook een externe profilering voor belangstellenden en professionals zowel stedelijk als landelijk.
14
Wat is er nodig? In dit meerjarenbeleidplan van Kuria 2015 – 2017 wordt naast de historie, de huidige situatie van Kuria en een schets van de landelijke ontwikkelingen een ambitieuze toekomstvisie gepresenteerd. Wij denken dat binnen de veranderende samenleving ook Kuria mee moet ontwikkelen en zien daar veel kansen voor. Om de ambities te realiseren is er commitment nodig van de hele organisatie. Van Raad van Toezicht tot vrijwilligers en buddy’s. Ieder zal op zijn eigen wijze en met eigen verantwoordelijkheden hier deel van zijn. Gezamenlijk hierin optrekken is een voorwaarde voor resultaat. Tegelijk zal het veel van de organisatie vragen. Er zullen nieuwe zaken ontwikkeld moeten worden en er zullen veranderingen komen. Dat vraagt een goede communicatie. De ontwikkelingen op het gebied van de palliatieve zorg stedelijk en landelijk zullen op de voet worden gevolgd. Kuria wil ook in de toekomst proactief zijn en zijn expertise gebruiken. Maar Kuria is ook een kleine organisatie. Er moet veel worden gedaan door weinig mensen. De financiële toekomst van het hospice door de stelselherziening is onzeker. Kuria zal zelf en met haar partners zich blijven inzetten om te komen tot een verantwoorde en evenwichtige financiering van de geleverde zorg via de Zorgverzekeringswet. Voor de buddyzorg blijft ook de financiering via de WMO bij de gemeente Amsterdam onzeker. Jaarlijks zal opnieuw subsidie worden aangevraagd. Wij zijn dankbaar dat de gemeente Amsterdam de buddyzorg van Kuria waardeert en verwachten dan ook geen einde van de subsidie. Om de ambities zoals genoemd in dit meerjarenbeleidplan uit te voeren zal Kuria steeds proberen binnen de vastgestelde begrotingen te blijven en externe gelden te genereren door de inzet van Kuria bij projecten. Hierbij kan gedacht worden aan de participatie in onderwijsactiviteiten, onderzoeksprojecten en consultatie. Daarnaast zal voor innovatieve projecten een beroep gedaan worden op Stichting Kuria, de steunstichting. Kuria, het hospice en de buddyzorg, wil er ook in de komende jaren zijn als organisatie: betrokken, deskundig en toekomstgericht!
15