Leiding geven aan IKC Over welke competenties moet een directeur van een IKC beschikken….
“Ingedikte” kwaliteiten / competenties… Pionier/ondernemer Conceptdrager [“zijn”] Pendelen/in – en uitzoomen Doelgericht/bedrijfsvoering [management] Leergierig/sturen op en van leren Teamspeler/motivator[verbinder] Moedig/lef [Dienstverlenend] Onderwijskundige/didactische kennis
Een leider van toen, nu en de toekomst… De omgeving van een school is in de afgelopen 20 jaar flink veranderd. Dat vraagt ook om ander type leiderschap. Hadden we in het 1980 nog over het ‘hoofd van de school ‘ (dit was iemand die vaak ook zelf nog voor de klas stond). In 201o spreken we over directeur van de school. Iemand die is vrijgesteld om leiding te geven aan het onderwijskundig proces, maar waar we ook ondernemerschap van verwachten, managementkwaliteiten van vragen etc. In dit artikel zetten we dat uiteen. En na lezen van deze twee werelden: hoe ziet de omgeving van een directeur van een IKC er in 2025 uit. Een directeur die verantwoordelijk is voor zowel opvang als onderwijs en wellicht nog een heel aantal doelen ?? /…artikel..) wellicht moeten we net als wim derks heeft gedaan in boek ikc perspectief, zelf een fictief verhaal schrijven over een Directeur IKC in het jaar 2025 (of zoiets).
De Schoolleider uit 1979: ‘We waren vooral met onderwijs bezig’ Karel van de Putte is eind jaren ’70 hoofd van de openbare school De Bouwsteen. De school staat in een nieuwbouwwijk in Leiderdorp, waar vooral vertegenwoordigers van de ‘witte middenklasse’ wonen. In een paar jaar groeit het aantal leerlingen van 25 tot 300. Karel is hoofd van de school in een tijd dat een auto, een televisie en vakanties in het buitenland voor veel mensen bereikbaar zijn geworden. De eerste stappen naar de verzorgingsstaat en de multiculturele samenleving zijn gezet. Het is de tijd van de zitzakken en de woonerven. Nieuwbouwwijken schieten uit de grond. Moeders zijn meestal nog thuis. Kinderen spelen veel buiten, er zijn nog niet de hele dag kinderprogramma’s op televisie. Karel staat eerst nog drie dagen voor de klas en werkt 2 dagen als hoofd van de school. Maar dat worden er steeds meer. In die dagen is hij druk met de administratie, het magazijn en overleg met collega's. Bijna iedere maand neemt hij een nieuwe leerkracht aan. In de avonduren studeert hij Onderwijskunde aan de universiteit. De basisschool is dan nog niet ingevoerd, maar de plannen daartoe zijn al bekend. Karel geeft alvast vorm aan de samenwerking met de kleuterschool, die om de hoek zit. Zo organiseren ze bijvoorbeeld de vieringen gezamenlijk. Die leveren ook discussies op. Zo pleiten sommige leerkrachten voor volkorenbrood bij het Paasontbijt en een Kerst zonder kerstboom. Dat gaat hem nu weer wat te ver. De meeste tijd gaat zitten in de ontwikkeling van vernieuwend onderwijs. Karel en zijn teamleden hebben veel idealen. Ze willen aandacht voor sociale vorming en voor verschillen tussen kinderen. Er komen stamgroepen en ze geven concreet vorm aan het werken op meerdere niveaus in een klas. Leerlingen kunnen zelfstandiger gaan werken. Er komen verschuifbare wanden tussen de lokalen zodat iedereen makkelijk naar andere ruimtes kan gaan. Wekelijks is er een ‘werkavond’ waarop Karel met de leerkrachten wereldoriëntatie lessen ontwikkelt of een nieuw ‘woordrapport’. Ze vinden het belangrijk dat de school huiselijk is. De klassen staan vol met planten en er liggen tapijtjes op de vloer. In de hal van de school staat een oude Volkswagen kever waar de kinderen in mogen spelen. Leerlingen doen dictee in een speciaal lokaal. Daar krijgen ze koptelefoontjes op. Tussen de gedicteerde zinnen door, horen ze muziek. Leren moet leuk zijn. Burgemeester en wethouders vormen het bestuur van de school. De gemeente zorgt voor de financiële huishouding, de kleine reparaties en het onderhoud. Eén keer in de maand is er overleg met de wethouder, die ook alternatief onderwijs nastreeft. Hij vindt het, net als Karel, belangrijk dat iedereen naar zijn of haar eigen buurtschool kan, en in principe niet naar het speciaal onderwijs moet worden verwezen. Het zijn bevlogen gesprekken. Karel heeft meer contacten. Zo komt af en toe de medewerker van de schoolbegeleidingsdienst. Zij is iemand tegen wie hij zijn verhaal kwijt kan. Soms zegt ze: ‘Karel, doe het eens rustig aan. Maak een planning. Je kunt niet alles tegelijk als je aan het vernieuwen bent.’ Maar Karel heeft veel te veel plezier in zijn werk... Ook als de inspecteur er is, wordt het altijd een gezellige dag. Hij fungeert als een gesprekspartner met wie Karel van alles door kan nemen.
Één keer in de maand heeft hij schoolhoofden-overleg. Daarin worden zaken constructief afgestemd. Bijvoorbeeld de aubade bij het bordes voor Koninginnedag. Of ze maken afspraken over het wel of niet overnemen van elkaars leerlingen als ouders hun kind van een school af willen halen. Ze wandelen ook regelmatig bij elkaar binnen, om een lesboekje te lenen bijvoorbeeld. Dan is er nog de oudercommissie. Zij zijn heel betrokken en praten mee over de onderwijsinhoudelijke vormgeving van de school. Het is de tijd van consensus zoeken. Eerst overlegt Karel met leerkrachten en de ouders en daarna hakt hij de knopen pas door. Wekelijks organiseert Karel een open avond, om ouders te informeren over deze nieuwe vorm van onderwijs en ze gerust te stellen dat er genoeg geleerd wordt. Dat doet hij ook via brieven aan ouders. Die maakt hij op zijn Commodore ’64. Dat is een van de eerste computers, die teksten op slaat op cassettebandjes. Een hele luxe dat dat niet meer op de typemachine hoeft. Ouders komen ook weleens individueel met vragen. Het gaat dan bijvoorbeeld over een kind met een leesprobleem. Dan bedenkt Karel samen met de leerkracht een plan. Het kind krijgt dan bijvoorbeeld bepaalde leesspelletjes of mag sommige lesjes overslaan. Bij dat soort gesprekken is er duidelijk vertrouwen in hem en de leerkrachten. Gedragsproblemen zijn er op deze school niet zoveel. In bijzondere gevallen raadpleegt Karel de schoolbegeleider of belt hij zijn hoogleraar Onderwijskunde. Die komt dan even langs om tips te geven. Maar meestal komen ze er zelf wel uit. Neem Johan, een jongetje dat bijna niet te handhaven is. Hij is heel erg beweeglijk en gaat er telkens vandoor. Dan vinden ze hem uren later weer ergens in de gordijnen. Er is weleens overleg met de ouders en de leerkracht, maar uiteindelijk bedenkt het jongetje zelf een soort oplossing. Hij staat ‘s ochtends om 6 uur op, eet een bak chocoladevla en rent daarna een paar rondjes om een voetbalveld. Dan is hij op school wat rustiger. De meeste moeders hebben geen baan buitenshuis en zijn erg actief op school. Wil iemand eens met de klas op excursie naar een bouwplaats, dan zijn er meer dan genoeg vrijwilligers die mee willen. Ook runnen de moeders de bibliotheek, het documentatiecentrum en ze lezen wekelijks met de kinderen. Iedere week komen ze bij de weeksluiting. De meeste kinderen eten tussen de middag thuis. Een paar blijven over, die eten gewoon mee met Karel en zijn team. Na school spelen de kinderen meestal buiten. De schoolleider anno nu: ‘Het is veel en complex’ Karin de Zwart is schoolleider van Het Palet, een brede school in Rotterdam met bijna 400 leerlingen. Zestig procent van de leerlingen is van allochtone afkomst. De school heeft de beschikking over twee panden. Onder Het Palet valt een voorschool en er is naast de school nog een peuterspeelzaal en een bso gevestigd. De school kent een continurooster en een wijkarrangement: na schooltijd worden aan zoveel mogelijk kinderen activiteiten aangeboden. In de periode dat Karin schoolleider is, blijkt de multiculturele samenleving minder eenvoudig vorm te geven dan gedacht. Discussies hierover zijn de laatste jaren grimmiger geworden. De economische glorietijden van daarvoor zijn mogelijk voorbij: de kredietcrisis heeft toegeslagen. De arbeidsparticipatie van vrouwen is sterk gestegen. Tweeverdieners worden de norm. Het percentage scheidingen is toegenomen tot 30 %. Kinderen spelen steeds minder buiten, kijken vaker televisie of doen computerspelletjes.
Karin werkt vier dagen per week als schoolleider. Ze weet soms niet waar ze de tijd vandaan moet halen. Neem alleen al de interne kwesties. Iedere dag is ze wel in gesprek met één van de leerkrachten. Het zijn gedreven mensen maar ze hebben het soms zwaar. Relatief veel leerlingen hebben een problematische thuissituatie. Regelmatig moet ze vervangers zoeken. Nu is één leerkracht overspannen en drie gaan er binnenkort met zwangerschapsverlof. Naast het wekelijkse overleg met teamleden en bouwcoördinatoren spreekt Karin regelmatig de Brede school medewerker, die de naschoolse activiteiten coördineert. Ook met de ouderconsulent heeft ze vaak contact. Deze consulent wordt betaald door de gemeente en fungeert als vraagbaak en tussenpersoon voor ouders. Zij probeert ouders te werven voor activiteiten. Dat gaat, zeker met de allochtone ouders, niet altijd makkelijk. Onlangs heeft de ouderconsulent met Karin een Vaderweek georganiseerd. Karin is toen de klassen ingegaan om de vaders te leren kennen en ze heeft meegedaan aan het Vader Volleybal toernooi. Dat zijn typisch de momenten dat zij als schoolleider haar gezicht moet laten zien. De school valt onder een katholieke vereniging. Met het bestuur heeft ze alleen indirect te maken. De bovenschoolse manager van de vereniging stuurt Karin aan. Ze heeft veel contact met verschillende geledingen van de gemeente. Met de financiële afdeling, als ze subsidie aanvraagt voor een speciaal project, met de cultuurmakelaar van de gemeente omdat ze een brede school zijn, of met de dienst educatie. Met hen heeft ze bijvoorbeeld gesproken over de uitbreiding van het aantal uren dat ze de gymzaal mogen gebruiken (de gymzalen zijn eigendom van de gemeente). Karin wilde er iets aan doen dat (ook haar) leerlingen te weinig bewegen en soms met overgewicht kampen. Dat heeft ze voortvarend aangepakt: Het Palet is een ‘Lekker fit-school’, een schoolsportvereniging en een ‘Gezonde school’. Dat betekent onder meer dat leerlingen na school 6 weken lang een sport kunnen uitproberen. Ook is er na overleg met de GGD een schooldiëtist bijgekomen. Karin ziet er op toe dat de afstemming tussen gemeente, school, vakleerkracht gymnastiek, diëtist, sportverenigingen, brede school medewerker en intern begeleider, goed verloopt. Daarnaast heeft ze contact met drie instellingen die buitenschoolse opvang bieden op haar school, twee welzijnsinstellingen, de Onderwijsbegeleidingsdienst, een onderzoeksbureau van de Universiteit, het schoonmaakbedrijf en met collega’s uit den lande die weleens komen kijken hoe zij het bij Het Palet allemaal doen. En dan is er nog de Inspectie. Vorige maand liep er dagenlang een Inspecteur rond en hij had heel veel vragen. Het heeft wat spanning gegeven maar gelukkig was hij uiteindelijk positief. Taart dus! Vaak komen er dingen onverwachts tussendoor. Zo vaak zelfs, dat het er maar niet van komt om het nieuwe schoolplan uit te werken. Dat gaat ze thuis doen. Neem gisteren. De vakleerkracht muziek kwam met de klacht dat er geen toiletpapier te vinden is. Dat moest Karin zelf oplossen want de conciërge was ziek. Toen stond de ‘pleinenleverancier’ opeens voor haar neus. Hij was door de manager gestuurd met een aantal voorstellen voor de nieuwe aankleding van een van de schoolpleinen. Daarna belde het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in verband met twee meldingen. Hier moest ze de betreffende leerkrachten over in lichten. Een vader klopte aan om te vertellen dat zijn dochter, na heftige discussie daarover, toch niet mee mag op het kamp van de bovenbouw. Omdat er ook jongens mee gaan. Dat vormt vaker een
probleem. Daar moet ze toch eens iets mee. Een andere ouder viel meteen met de deur in huis: ‘ik kom er melding maken van dat mijn dochter is uitgescholden door juf S.’ Bekend is dat dit meisje nogal wat fantaseert. Maar er was geen gesprek mogelijk. Achteraf bleek dat de juf niet eens werkte op de betreffende dag. Naar aanleiding van dit soort voorvallen heeft Karin voor het hele team en de vakleerkrachten een cursus geregeld over het omgaan met weerstand van ouders. Leer- en gedragproblemen van leerlingen worden ook regelmatig gesignaleerd. Vaak volgt er onderzoek. De school krijgt dan advies voor een handelingsplan en soms een verwijzing naar het speciaal onderwijs. Er zijn heel wat diagnoses langsgekomen de afgelopen jaren: ADHD, PPD NOS, autisme, dyslexie, NLD en dyscalculie. Vandaar dat Karin regelmatig contact heeft met de schoolmaatschappelijk werker en de jeugdzorg. Anne-Marie de Ruiter
De schoolleider van de toekomst: ‘We zijn met kinderen bezig’ Meas Adimi is directeur van De Eenheid, een Integraal Kindcentrum in een buitenwijk van Arnhem. Gemiddeld zijn er zo’n 400 kinderen tussen 8 en 18.30 uur aanwezig, de hele week en het hele jaar door. Alle kinderen zijn welkom…..(etc) Het is het jaar 2025. Het jaar waarin … Vul aan: Wie maakt het verhaal af……!