Inhoud Inleiding.............................................................................................................................................3 Competenties.....................................................................................................................................4 1.
Interpersoonlijk competent......................................................................................................5
2.
Pedagogisch competent...........................................................................................................5
3.
Vakinhoudelijk en didactisch competent ...................................................................................6
4.
Organisatorisch competent ......................................................................................................6
5.
Competent in samenwerking met collega’s ...............................................................................7
6.
Competent in samenwerking met de omgeving .........................................................................7
7.
Competent in reflectie en ontwikkeling.....................................................................................7
Conclusie ...........................................................................................................................................8
Inleiding
In het kader van mijn studie tot leerkracht aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren, moet ik voor de module Verdiepingstage een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) schrijven. Een POP is een plan waarin men aangeeft hoe men vorm wilt geven aan ons eigen ontwikkeling. In een POP beschrijft men wat de huidige competenties zijn (wat ken ik al), wat onze persoonlijke leerdoelen zijn (wat wil ik bereiken) en hoe men het wilt bereiken (Hoe ga ik dat bereiken)
3
Competenties Een competentie of bekwaamheid betreft het vermogen om op basis van aanwezige kennis, vaardigheden en houding adequaat te handelen in complexe beroepssituaties en het vermogen om keuzes en beslissingen die tijdens dat handelen gemaakt worden te kunnen verantwoorden en er op te kunnen reflecteren. Voor het beroeps van leraar zijn er 7 belangrijke competenties waar zichzelf op kunnen evalueren en waar zij door anderen op beoordeeld kunnen worden. De beschrijvingen van de 7 competenties : 1. Interpersoonlijk competent Luisteren en communiceren met een open houding Zowel leiden als begeleiden Leerlingen feedback geven op hun gedrag 2. Pedagogisch competent Een veilige en open sfeer creёren Stimuleren van respect voor elkaar Interesse in leerlingen hebben 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Overzicht over het schoolvak hebben Informatie overdragen Leerlingen motiveren en ondersteunen bij het leren Gebruik maken van de belevingswereld van de leerlingen 4. Organisatorisch competent Zorgen voor een structuur in lesopbouw Ordelijk omgaan met voorbereiding, lesmateriaal, afspraken enz. Het eigen werk effectief organiseren 5. Competent in samenwerking met collega’s Actief deelnemen aan verschillende vormen van overleg binnen de school Afstemmen plegen met collega’s 6. Competent in samenwerking met de omgeving Relatie opbouwen met ouders Overleg met mensen/instellingen buiten de school De school naar buiten presenteren 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Het eigen handelen evalueren Zichzelf blijven ontwikkelen en professionaliseren
4
1. Interpersoonlijk competent Wat kan ik al? Het luisteren en communiceren doe ik vaker met de leerlingen tijdens inval lessen en ook als ik een les moet behandelen of sommen moet verbeteren met de leerlingen. De leerlingen worden geleidt tot het begrijpen van de stof en voor het halen van een voldoende. Vanaf de eerste dag heb ik gedrag van de leerlingen georiёnteerd, en er zijn enkele leerlingen ertussen wiens gedrag niet gewenst zijn normaal in een klas (zoals ongewenst lawaai maken) Wat wil ik nog meer? Ik wil het luisteren en communiceren met een open houding verder bevorderen Ik wil beter worden in het leiden en begeleiden Ik wil goed gedrag van de leerlingen stimuleren en minder goed gedrag zoveel mogelijk te verbeteren Wat heb ik daarvoor nodig? Ik ga vaker met de leerlingen in communicatie blijven door bv. vaker in te vallen Voor leiden en begeleiden ga ik meer doel gericht lessen geven en de leerlingen zoveel proberen bij te betrekken middels demonstraties, want daardoor kan de stof sneller en beter worden begrepen. Voor het gedrag zou ik al in het begin de leerlingen van het ongewenste gedragen op de hoogte stellen. En altijd corrigerend optreden als een ongewenst gedrag wordt vertoond 2. Pedagogisch competent Wat kan ik al? Een veilig en open sfeer is al aanwezig in grote mate, en het is bij mij nog niet voorgekomen dat de sfeer verstoord geworden is. Er is een redelijk goede communicatie band met de leerlingen, waaronder de leerlingen zich vrij voelen bij het stellen van vragen en een goed gedrag in de klas te vertonen De leerlingen hebben de kennis die ik heb, nog niet, en ik sta gereed om het te delen met hun en toon ik dan wel veel interesse in de leerlingen, zowel op en buiten het vakgebied. Wat wil ik nog meer? Altijd een veilig en open sfeer behouden Altijd respect voor elkaar hebben Altijd interesse in de leerlingen hebben Wat heb ik daarvoor nodig? Veilig en open sfeer behouden door altijd ongewenste gedragen te verbeter en altijd open zijn voor vragen te beantwoorden of uit te leggen. Respect hebben door op fouten niet uit te lachen maar gewoon fouten op rustig wijze te reflecteren. Het kan beter gebeuren als de leerlingen in groepen samenwerken. 5
Meer overdragen van kennis aan leerlingen, zowel op het vakgebied als op algemeen gebied en iedereen bij te betrekken eraan 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Wat kan ik al? Een overzicht heb ik gekregen, wat er behandeld zal worden. De informatie overdracht vind zwak plaatst bij een klein gedeelte van de leerlingen in bepaalde klassen, dit komt doordat ik in de klas niet exact de stuctuur volgorde van de lesvoorbereiding volg. En de leerlingen te motiveren gebruik nog nauwelijks tot gering materialen, waardoor het komt dat het vak hun niet veel interesseerd. Wat wil ik nog meer? Ik wil meer overzicht over moeilijkheidsgraad van de hoofdstukken, zodat ik beter m´n nodige tijd kan plannen. Informatieoverdracht wil ik gestructureerd doen De leerlingen meer motiveren voor het vak Wat heb ik daarvoor nodig? Ik moet gesprekken voeren met de vakleerkracht t.b.v. de moeilijkheidsgraad van de hoofdstukken Meer richten op volgen van de structuur van de lesvoorbereiding. Meer aanschouwlijk materialen en voorbeelden gebruiken en vooral welke de leerlingen vaker tegen komen. 4. Organisatorisch competent Wat kan ik al? Ik kan de structuur van de lesopbouw redelijk goed constueren in de lesvoorbereidingen. Het lukt nog niet perfect om de lesvoorbereiding te volgen in volgorde. Het gebruiken van externe leermiddelen is nauwelijks gedaan. De planning voor lesgeven wordt met de vakleerkracht een week voor de lesgeving gemaakt Wat wil ik nog meer? Meer gestuctureerd werken Meer materialen gebruiken voor de overdracht Een verre uitzicht hebben op de lessen en planningen Wat heb ik daarvoor nodig? Meer aandacht voor de prioriteiten van de onderdelen van de les, zodat de lesvoorbereiding een opbouwen structuur heeft voor de les, zodat de leerlingen een verband kunnen leggen met de voorgaande onerdelen dat behandeld worden.
6
Een ruimere planning is nodig en kan door gesprekken met de vakleerkracht worden in elkaar gezet, alhoewel ze niet de gehele planning hebben voor de te behandelen lessen voor het 2 de kwartaal. 5. Competent in samenwerking met collega’s Wat kan ik al? In verschillende vormen van overleg binnen de school heb ik nog niet echt meegedaan, wel heb ik soms m’n ideeën meegedeeld. Er zijn wel vaker afstemmingen met de vakleerkracht over de kennisoverdracht aan de leerlingen. Verder ben ik nog niet uitgenodigd om deel te mogen nemen in een vergadering en ik hou me wel binnen de regels van de school. Wat wil ik nog meer? Ik wil meer actief deelnemen aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren
Wat heb ik daarvoor nodig? Ik moet meer m’n ideeën met de collega’s delen en eventueel afstemmen met de direkteur en de onder direkteur om mee te mogen doen aan vergaderingen, als het mag. 6. Competent in samenwerking met de omgeving Wat kan ik al? De ouders van de leerlingen ken ik nog niet, waarschijnlijk omdat ik ze niet ontmoet. Overleggen met mensen buiten de school gebeurd wel soms, met me begeleiders, vrienden en vriendinnen. Er wordt daarbij soms afspraken gemaakt over de school en meestal gewoon gesporken over positieve punten en verbeterpunten. Wat wil ik nog meer? Zoveel mogelijk verbeterpunten aanpakken Wat heb ik daarvoor nodig? Zoveel mogelijk ook met mensen van buiten de school op te schieten 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Wat kan ik al? Ik kan al wel voor de klas lesgeven, maar het gaat een beetje ongestuctureerd. Het komt ook door dat ik waarschijnlijk snel praat en m’n taalgebruik wat zwak is. De leerlingen in de klas zijn van rustige typen en zijn gehoorzaam, waardoor een orde te hanteren in de klas veel makkelijk gaat. Maar het gaat niet perfect. M’n stemgebruik heb ik wel kunnen verbeteren (wat luider praten betreft) maar heb nog problemen met stotteren. Sowieso komt het een beetje doordat ik wat zenuwachtig ben in de klas, maar in m’n normale leven buiten de school stotter ik ook beetje.
7
Wat wil ik nog meer? Mijn problemen die ik tijdens het lesgeven heb z.a. stotteren, bordgebruik, taalgebruik en het volgen van de structuur van de lesvoorbereiding wil ik verbeteren en wil ik op zodanig wijze les geven dat de leerlingen zich aangetrokken voelen om de les te volgen en dat ze het in puntjes begrijpen Wat heb ik daarvoor nodig? Ik moet tijdens lesgeven wat rustig, duidelijk en korte zinnen proberen gebruiken om de les uit te leggen. En heel strak houden en volgen aan de lesvoorbereiding van me.
Conclusie
8