COMPETENTIES VAN DE 21E EEUW
Een aantal megatrends zullen een grote impact hebben op toekomstige jobs en op competenties die van werknemers worden verwacht. Soft skills stijgen in belang. Navraag bij innovatieprofessionals bevestigt het belang van het trainen van juist die competenties van de 21e eeuw.
1
MEGATRENDS DIE JOBS VAN MORGEN BEÏNVLOEDEN? Het Institute for the Future (IFTF) maakt al meer dan 40 jaar prognoses over toekomstbeelden. Het brengt hiervoor de belangrijkste drijvende veranderfactoren in kaart, de zogenaamde disruptieve krachten. Ook Lynda Gratton maakt soortgelijke analyses in haar boek “De werkrevolutie”. De voornaamste veranderkrachten die ons professionele leven in de toekomst sterk zullen beïnvloeden zijn samengevat de volgende: Demografische ontwikkelingen In de nabije toekomst zal Vlaanderen een demografische evolutie ondergaan die zich zal laten voelen op de arbeidsmarkt. We hebben het uiteraard over de daling van de bevolkingsaangroei en het groeiend aantal ouderen. In het licht van deze evolutie worden ouderen nog te vaak gezien als een kostenfactor, als een rem op de economische groei en een bedreiging van de thuiseconomie. Anderzijds blijven de jongeren een kwetsbare doelgroep in een omgeving waar organisaties en bedrijven in elke vacature vragen naar arbeidskrachten met een aantal jaren relevante ervaring. Doorgezette digitalisering De enorme toename van geavanceerde waarneemapparatuur, enorme databestanden en grote rekenkracht zullen tot nieuwe mogelijkheden leiden. Ook zullen de nieuwe media en communicatiemiddelen nieuwe mediavaardigheden vereisen die verder gaan dan ooit tevoren. Nieuwe structuren van organisaties en samenleving. Sociale technologieën zorgen voor nieuwe productiemethoden en nieuwe vormen van waardecreatie. Dit vereist andere businessmodellen, aangepast leiderschap (zoals “persoonlijk leiderschap”) en nieuwe talenten. We zullen minder gestructureerde organisaties zien en het werken in losse netwerken zal zich verder blijven ontwikkelen. Er ontstaan fenomenen zoals het nieuwe werken, het samen delen (sharing economie) of ook een groeiend belang van social entrepreneurship. Zoals ook Gunter Pauli beschrijft in zijn boek “De Blauwe economie”, zullen organisaties ook meer en meer streven naar nieuwe manieren van duurzaam produceren en consumeren. Globalisering, de verbonden aarde. Het onderzoek “Urban world: The shifting global business landscape” van McKinsey Global Institute stelt dat bedrijven en organisaties wereldwijd actiever zullen zijn en dat de verschuiving steeds meer richting de niet-Westerse landen gaat. De snelheid van de operaties blijft toenemen, samen met de mobiliteit van informatie, goederen en mensen. Ondernemen en beslissingen nemen zal dus meer en meer gebeuren in omgevingen die permanent in beweging zijn. Deze wijzigingen vragen om een nieuw soort competenties. De focus zal komen te liggen op competenties die nog meer dan vandaag waarde scheppen voor organisaties.
2
COMPETENTIES VAN DE 21E EEUW Nieuwe uitdagingen vragen dus om aangepaste competenties. Het IFTF heeft tien competenties beschreven die cruciaal zijn voor het succes van medewerkers in 2020. 1. Betekenis geven. Het vermogen om de diepere betekenis of het belang te begrijpen van hetgeen wordt bedoeld en het talent dit te kunnen uitdrukken in woorden, beelden, een verhaal. 2. Sociale intelligentie. Het vermogen om op een intensieve en directe manier contact te maken met anderen, en om reacties van anderen en de gewenste interacties aan te voelen en te stimuleren. 3. Vernieuwend en adaptief denken. Bekwaamheid in het bedenken van oplossingen en antwoorden die verder gaan dan de geleerde regels en oplossingen. 4. Cross-culturele competentie. Het vermogen om in verschillende culturele omgevingen te werken en samen te werken. 5. Rekenkundig denken. De vaardigheid om grote hoeveelheden data te analyseren en te interpreteren. Het is de computer die de analyses maakt maar het is een kunst om uit de resultaten de essentie te halen. 6. Nieuwe mediageletterdheid. Het vermogen om de content van nieuwe media kritisch te benaderen, content te ontwikkelen die gebruik maakt van vormen van nieuwe media en om nieuwe media te gebruiken voor een overtuigende communicatie. 7. Transdisciplinair denken. Bekwaamheid in en het vermogen om concepten vanuit verschillende disciplines (binnen organisaties en daarbuiten) te begrijpen en deze met elkaar te kunnen verbinden. 8. Ontwerpmentaliteit. Het vermogen om taken en werkprocessen te ontwerpen/herdenken, om tot betere resultaten te komen 9. Management van cognitieve vermogens. De vaardigheid om informatie te onderscheiden en te filteren op mate van belangrijkheid en te begrijpen hoe cognitieve vermogens optimaal kunnen worden benut, door gebruik te maken van diverse methoden en technieken. 10. Virtuele samenwerking. Het vermogen om productief te kunnen zijn, betrokkenheid aan te kunnen wakkeren en zich aanwezig te tonen in een virtueel team.
3
COMPETENTIES VOOR INNOVATIEPROFESSIONALS Wanneer het specifiek gaat over professionals die vernieuwing en innovatie aansturen, worden de toekomstvaardigheden nog duidelijker. Zowel Tony Wagner en Robert Compton in “Creating Innovators: The Making of Young People Who Will Change the World “ als Hal B. Gregersen en Clayton M. Christensen in “The innovators DNA” beschrijven uitgebreid de vaardigheden waarover innovators en ondernemers dienen te beschikken. Deze zijn samengevat: 1. De juiste vraag stellen. Peter Drucker drukte reeds de kracht van provocerende vragen uit. ‘De belangrijkste en moeilijke opgave is nooit om de juiste antwoorden te vinden maar om de juiste vraag te vinden”. Innovators stellen constant vragen die algemene wijsheden in twijfel trekken. Die hebben vaak de strekking van ‘waarom’, ‘waarom niet’ en ‘wat als’. 2. Informatie verzamelen. Het vinden en analyseren van informatie, het kritisch en probleemoplossend denken door nieuwsgierigheid en verbeelding. Het voortbrengen van ongewone businessideeën door alledaagse verschijnselen, in het bijzonder het gedrag van potentiële klanten, grondig te onderzoeken. Ze stellen vragen als ‘waarom doen ze dat? en ‘waar worstelen ze mee?”. 3. Nieuwe verbindingen maken en experimenteren. Het vermogen om schijnbaar ongerelateerde vragen, problemen en ideeën uit verschillende gebieden op geslaagde wijze met elkaar in verband te brengen, te associëren en nieuwe verbindingen te maken. Alle innovatieve ondernemers doen ook aan een of andere vorm van actief experimenteren of het nu gaat om intellectuele verkenning, fysiek geknutsel of onderdompeling in nieuwe omgevingen. Experimenteren staat in het middelpunt van alles wat ze doen. Door tijd en energie te besteden aan het vinden en uittesten van ideeën via een netwerk van uiteenlopende mensen, verkrijgen innovators totaal andere perspectieven. 4. Dynamiek ontwikkelen. Innovatoren beschikken over een grote beweeglijkheid en aanpassingsvermogen. Ze tonen initiatief en zijn sterk in mondelinge en schriftelijke communicatie, het brengen van hun verhaal.
4
HET STIJGEND BELANG VAN SOFT SKILLS BIJ WERKGEVERS Soft skills is een verzamelnaam voor de persoonlijke eigenschappen die kleur geven aan de relaties met anderen, zoals sociale vaardigheden, communicatieve vaardigheden, taalvaardigheid, persoonlijke gewoonten, vriendelijkheid en optimisme. Soft skills zijn een aanvulling op de "hard skills", vaak kennisgerelateerde vaardigheden die voor een beroep noodzakelijk zijn. Uit een Amerikaans onderzoek van het Bryan & Stratton College en Wakefield Research onder werkzoekenden tussen de 18 en 34 jaar onderschatten sollicitanten het belang van deze soft skills. De onderzoekers stelden vast dat slechts zestien procent van hen van mening is dat zachte vaardigheden een vereiste zijn voor een succesvolle carrière. Van de werkgevers daarentegen zegt 93 procent dat deze vaardigheden zwaarder wegen dan academische prestaties. In een enquête van 2135 bedrijven uitgevoerd door de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie, worden soft skills gezien als cruciaal voor sollicitanten. Deze omvatten volgens dit onderzoek bijvoorbeeld creativiteit, kritisch denken, een ondernemende ingesteldheid en teamwerk. Maar ook bij evaluaties blijken soft skills cruciaal. In een studie van American Expres vond meer dan 60 procent van managers dat zachte vaardigheden het belangrijkste waren bij de evaluatie van de prestaties van een werknemer, pas daarna kwamen de harde vaardigheden (32 procent). De zachte vaardigheden uit dit onderzoek die het belangrijkst bleken te zijn, waren o.a. een positieve houding, teamworkvaardigheden, aandacht voor duurzaam denken en handelen, zichzelf en anderen engageren en het tonen van passie en respect. De “Skills for the future-enquête” van Agoria legt eenzelfde realiteit bloot. Uit de analyse blijkt dat 12 van de 15 competenties die men vraagt soft skills zijn. Kortom, soft skills worden met reden vaardigheden van de 21ste eeuw genoemd.
5
HET ANTWOORD VAN IDEA & INNOVATION MANAGEMENT OP DEZE EVOLUTIES In landen zoals Australië en Singapore zijn deze soft skills al opgenomen in de academische leerplannen. In België staan we nog niet zo ver, maar we mogen ook niet meer wachten. Daarom wil Idea & Innovation Management hierin een voortrekkersrol opnemen. Naast de focus op ‘innovatie’ en ‘ondernemerschap’, waarbij studenten trainen op kennis en hard skills, gaat 25% van het programma over het ontwikkelen van creativiteit en people skills . We zullen de studenten 3 jaar lang opleiden om een coachende attitude aan te nemen. We geven ze inzicht in hun talenten en in deze van anderen, leren ze om in hechte teams innovatieprocessen te begeleiden en om te gaan met weerstand. Daarnaast trainen we ze om fris creatief te denken, bijvoorbeeld via visual thinking, maar we tonen ook hoe ze bruggen kunnen slaan tussen mensen en organisaties, hoe ze goed kunnen netwerken. Zo zullen we de facilitators voor innovatie- en changeprocessen klaarstomen die organisaties van morgen nodig hebben.
6
BIJLAGE: HET BEGRIP “INNOVATIE”: EEN NIEUWE DEFINITIE EN INVULLING Het tweede rapport Soete, waarin het Vlaamse innovatie-instrumentarium onder de loep genomen wordt, geeft aan dat het begrip ‘innovatie’ verbreed is: “De verbreding van innovatie houdt in dat tegenwoordig zowat elke sector, maar ook elke beleidsbevoegdheid, geconfronteerd wordt met innovatie. (Soete, 2012:43) “[O]ok de verbreding van innovatie naar nieuwe vormen zoals sociale innovatie, creativiteit, diensteninnovatie, [is] een belangrijk element in het valorisatiedebat: dit dient volgens de Expertgroep best sectorspecifiek ingebed te worden in de strategieën van de bevoegde actoren.” (Soete, 2012: 3) In alle sectoren – en dus niet langer enkel in de technologie – wordt innovatie als waardevol beschouwd. Maar met de verbreding van innovatie bedoelen we ook dat niet enkel nieuwe producten en diensten gecreëerd worden, maar dat innovatie ook betrekking kan hebben op de volledige organisatie. In het rapport staat te lezen: “De visie op innovatie is […] sinds de jaren ’90 bijgesteld: innovatie gaat nu verder dan louter een product- of diensteninnovatie: heel wat industriële omwentelingen vertrekken niet van een nieuw product of nieuwe dienst, maar van een totaal nieuw businessmodel. Innovatie kan elk onderdeel van de waardeketen als aangrijpingspunt nemen, bijvoorbeeld door zich te richten op organisatorische aspecten of op de manier waarop de markt benaderd wordt. Kortom, de O&O-afdelingen in bedrijven kunnen geen monopolie meer claimen op het creëren van innovatie” (Soete, 2012:43) Een en ander sluit ook aan bij het onderzoek van prof. dr. H.W. Volberda. Hij onderzocht samen met collega’s Frans van den Bosch en Justin Jansen de succesfactoren van 9 000 Nederlandse innovatieve ondernemingen. 25 procent van het succes van deze organisaties bleek afhankelijk van investeringen in technologie en onderzoek & ontwikkeling, de rest kwam voort uit slim managen en flexibel organiseren. Bovendien zijn beleidsmakers ervan overtuigd dat innovatie het economische overstijgt en ook (en vooral) het hoofd moet bieden aan maatschappelijke uitdagingen (= sociale innovatie). Dat blijkt onder andere uit de zes innovatieknooppunten waarin ViA (Vlaanderen in Actie) de wetenschappelijke en innovatieve sterktes in Vlaanderen koppelt aan de uitdagingen waar we voor staan. Deze zes innovatieknooppunten zijn: -
transformatie door innovatie; zorginnovatie; duurzame mobiliteit en logistiek; sociale innovatie; eco-innovatie;
7
-
groene energie.
Er leeft dus een sterk geloof dat innovatie een antwoord kan bieden op een aantal maatschappelijke uitdagingen waarmee we vandaag geconfronteerd worden. In een context van crisis en globalisering is het ook een kwestie van innovatie toe te passen: “Experts zijn het erover eens dat innovatie, en niet stimuleringsmaatregelen of subsidies, de snelste weg is uit de huidige economische crisis. Maar de toepassing van innovatie biedt meer kansen dan de nieuwe (technologische) innovatie zelf.” NRC Handelsblad, 20 januari 2013.
8
BIJLAGE: BRONNEN
Dyer, J., Gregersen H., Christensen C.M. & M. Foster (2011): The innovator’s DNA. Mastering the Five Skills of Disruptive Innovators. Harvard Business Press. European Commission. Communication from the commission. Europe 2020 – A strategy for smart, sustainable and inclusive growth. Online geraadpleegd op 4 februari 2012 via http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri= COM:2010:2020:FIN:EN:PDF http://executiveeducation.wharton.upenn.edu// http://www.exed.hbs.edu/programs/bv/Pages/default.aspx http://www.serv.be/stichting/publicatie/themadossier-innovatie-en-arbeid-microondernemingen-en-instellingen Van Damme, (2012). OECD. Shortage of Skills in Innovation Management Le guide des nouveaux métiers 2010, Michel Pge International, De werknemer in de toekomst, Bestuurszaken, Afdeling Hr- en Organisatiebeleid Werknemer in de toekomst, Presentatie, Maxime Loose, Bestuurszaken Vlaanderen Future skills supply and demand in Europe, European Centre for the Development of Vocational Training Working for our future: trade unions on the move for people, planet & prosperity, International trade union confederation Werknemer van toekomst wil flexibiliteit op eigen maat kunnen invullen, De Tijd Inzet van jong en oud, tools voor leeftijdbewust personeelsbeleid & getuigenissen van gebruikers, Europees Sociaal Fonds Agentschap Vlaanderen VZW De werkbarometer, Europees Sociaal Fonds Manpower global employmente outlook survey, Manpower Trends op de markt van talent en competenties, IDEA Consult De werkrevolutie, Lynda Gratton Future work skill report, Institute for the future Het element, Sir Ken Robinson Creating Innovators: The Making of Young People Who Will Change the World, Tony Wagner en Robert Compton Het succes van vergrijzing, Het Den Haag centrum voor strategische studies (HCSS) en TNO Megatrends, The trends shaping work and working lives, Chartered Institute of Personnel and Development Urban world: The shifting global business landscape, McKinsey Global Institute Blauwe economie, Gunter Pauli Leading from the emerging future, Otto Scharmer Skills for the future enquête, Competentieagenda 2015, Agoria
9