Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam In dit nummer: - MER procedure Rotterdam Airport en Commissie 21 - Verlenging certificering Rotterdam Airport tot 2012 maart 2009
nieuwsbrief
13
- Werkbezoek aan Hamburg Airport - Wetsvoorstel RBML aangenomen - Werken aan de nieuwe werkwijze voor de Commissie
Mer procedure Rotterdam Airport en Commissie 21
De commissie Milieuhygiëne luchtvaartterrein Rotterdam is op grond van art. 28 luchtvaartwet door de minister van Verkeer en Waterstaat ingesteld. Het provinciale lid van de commissie is gekozen tot voorzitter en het secretariaat wordt gevoerd door de provincie.
Voorgeschiedenis De exploitant van de luchthaven heeft het rijk verzocht de geluidszone die hoort bij de aanwijzing van Rotterdam Airport te actuali seren, zoals al was te lezen in nieuwsbrief nr. 12 van de Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam Airport (CMLR). De geluidszone bepaalt de hoeveelheid geluidsruimte die een luchthaven tot haar beschikking heeft. Bij de berekening van deze zone voor Rotterdam Airport is gebruik gemaakt van gegevens met betrekking tot vloot en routes die inmiddels achterhaald blijken te zijn. Ook is na het vaststellen van de geluidszone in 2001 een fout in het berekeningsmodel geconstateerd. Inmiddels is ook het berekeningsvoorschrift voor het vaststellen van een geluidszone gewijzigd en is een extra Instrument Landingssystem (ILS) in gebruik genomen. Tenslotte was bij het vaststellen van de geluidszone in 2001 niet voorzien dat Rotterdam Airport (RA) door de sluiting van het Marinevliegkamp Valkenburg extra overheidsvluchten te ver werken zou krijgen (zie ook nieuwsbrief 9). Op verzoek van het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft RA december 2005 een startnotitie Milieueffectrapportage (MER)
ingediend. Doel: het starten van de procedure om de huidige geluidszone te repareren. In september 2006 hebben de Ministers van Verkeer en Waterstaat (VenW) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) – samen het bevoegd gezag in de procedure – het MER aanvaard en het voornemen van een nieuwe aanwijzing (voorontwerp) vastgesteld. In april 2007 heeft met de provincie en de drie aangrenzende gemeenten bestuurlijk overleg plaats gehad over deze voorontwerp aanwijzing Rotterdam Airport. Tijdens dat bestuurlijk overleg kwam naar voren dat het voorontwerp van de aanwijzing niet kon rekenen op voldoende draagvlak in de om geving. De Minister heeft Van Heijningen (gedeputeerde Zuid-Holland en voorzitter van de CMLR) gevraagd te verkennen welke oplossingen bij kunnen dragen aan een breder draagvlak in de omgeving. Centraal daarbij staat het terugdringen van de hinder in de nacht. Daaruit komen immers de meeste klachten voort. Van Heijningen rondde de eerste verkenning in september 2007 af. In samenwerking met de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Lansingerland heeft gedeputeerde Van Heijningen in oktober
2008 een tweede, verder uitgewerkt advies uitgebracht waarin uiteenlopende oplossingsrichtingen worden voorgesteld om hinder te beperken. Ook heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat de exploitant verzocht het Milieueffectrapport (MER) te herzien. Rotterdam Airport is verzocht een extra alternatief aan het MER toe te voegen waarin geen toename van het aantal nachtvluchten optreedt ondanks de extra overheidsvluchten door de sluiting van Valkenburg. Op 22 december 2008 hebben de Ministers van VenW en VROM het herziene MER aanvaard. Hoe nu verder met het MER voor Rotterdam Airport? Volgens artikel 19 van de Luchtvaartwet moet nu overleg plaatsvinden over het aangepast voorontwerp van de aanwijzing (de gebruiksvergunning van RA) met Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de gemeente raden van de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Lansingerland.
Na dat overleg stellen de Ministers van VenW en VROM het Ontwerp besluit van de aanwijzing vast en worden dat Ontwerp en het MER zes weken ter visie gelegd voor inspraak. In die inspraakperiode kan iedereen reageren op het voornemen en zal ook een informatieavond met een formele zitting worden georganiseerd. Op basis van de inspraakreacties brengt een door de provincie inge stelde commissie 21 (verplichte commissie op basis van artikel 21 van de Luchtvaartwet) advies uit aan de Ministers. In deze commissie 21 zitten vertegenwoordi gers van bewoners, gemeenten, provincie en rijk. Binnen drie maanden na het einde van de inspraaktermijn stelt de commissie 21 haar advies vast en biedt zij dit aan aan de Ministers van VenW en VROM. Naar verwachting zal dit in het najaar van 2009 plaatsvinden. Voor meer informatie hierover kunt u bellen met telefoonnummer 070 441 65 39. Naar verwachting zal de gewijzigde aanwijzing voor 2010 van kracht worden.
Verlenging certificering Rotterdam Airport tot 2012 In 2005 werd Rotterdam Airport als eerste regionale luchthaven in Nederland gecertificeerd door het ministerie van Verkeer en Water staat.
In 2008 heeft de Inspectie van VenW de luchthaven weer grondig doorge licht. Het onderzoek richtte zich vooral op vliegveiligheid, beveiliging
en veiligheid op het luchthaventerrein, bedrijfsprocessen, procedure boeken en opleidingen. De Inspectie concludeerde dat men op Rotterdam Airport op professionele wijze vorm en inhoud geeft aan de operationele bedrijfsvoering. Daarmee voldoet RA aan (inter)nationale wet- en regel geving voor een zorgvuldige en veili ge luchthavenexploitatie. Op 14 janu ari 2009 heeft minister Eurlings tij dens een feestelijke bijeenkomst het vernieuwde certificaat uitgereikt. Dit is geldig tot 2012.
Werkbezoek aan Hamburg Airport In december 2008 brachten de leden van de CMLR een werkbezoek aan een luchthaven elders, om onder andere te weten te komen hoe men daar omgaat met geluidklachten en het milieu. Na geruime voorberei ding en onderzoek koos de Commissie voor de luchthaven van Hamburg, vanwege zijn omvangrijke programma op het gebied van milieu. Hamburg Airport wekt zijn eigen elektriciteit op.
’s Nachts benut men de overcapaci teit van de elektriciteitscentrale om waterstof te produceren, waarop een deel van het voertuigenpark rijdt. De andere voertuigen en aggregaten gebruiken LPG. Verder controleert men de waterhuishouding continu op afvalstoffen en heeft men een overdekte proefdraaiplaats voor vliegtuigen. Een aantal milieuprojec ten voert de luchthaven uit in
samenwerking met de universiteit van Hamburg. Buiten het luchtha venterrein draagt men bij aan woningisolatie in bepaalde gedeeltes van de geluidszone. Het werd een leerzame, interessante en intensieve dag, waaraan de leden veel informa tie overhielden. Met dank aan de zeer enthousiaste gastheer Axel Schmidt, de directeur van de milieuafdeling van Hamburg Airport.
Wetsvoorstel RBML aangenomen In december 2008 heeft de Eerste Kamer het wetsvoor stel Regelgeving voor Burger- en Militaire Luchthavens (RBML) aangenomen. Onder meer worden met deze wet de provincies bevoegd gezag voor kleine luchthavens, de zogenoemde luchthavens van regionale betekenis. Deze overdracht van bevoegdheid van rijk naar provincie geldt niet voor de luchthavens van Rotterdam, Groningen, Maastricht en Lelystad. Deze luchthavens worden aange merkt als luchthavens van nationale betekenis en blijven vallen onder het gezag van het rijk. In het wetsvoorstel decentraliseert de wetgever een aan tal luchtvaarttaken voor de kleine luchthavens (bijvoor beeld de toekomstige helihavens bij Rotterdam en Den Haag) van het rijk (ministerie van Verkeer & Waterstaat)
naar de provincie. De provincie wordt met name bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen voor luchtvaartactiviteiten op een terrein, het vaststellen van de milieugebruiksruimte van een luchthaven, de ruimte lijke gevolgen daarvan en de handhaving. Met de nieuwe bevoegdheden beslist de provincie in de toekomst over grootte, ligging, opening en sluiting van luchthavens op haar grondgebied. Verder krijgt ze zeggenschap over de normen voor geluid, regels voor gebruik, openingstijden e.a., eisen aan informatie- en rapportageplicht door de exploitant en het instellen van een Commissie Regionaal Overleg (CRO). Het is nog niet helemaal duidelijk per wanneer de wet wordt ingevoerd. De vermoedelijke datum is 1 juli 2009.
Werken aan de nieuwe werkwijze voor de commissie Vooruitlopend op de Regeling Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML) heeft de CMLR zich gebogen over de vraag hoe de commissie er onder de nieuwe wetgeving uit moet komen te zien, wat de gewenste samenstelling kan zijn en welke taken er liggen. De CMLR vroeg Awareness, het Haagse advies bureau voor beleidsmarketing, om met aanbevelingen en adviezen te komen. Gert van der Meer, projectleider vanuit Awareness vertelt: “We hebben ervoor gekozen om de huidige Commissie als vertrekpunt te nemen. Wat zijn de sterke en de zwakke punten van de huidige CMLR en wat kunnen we daarvan leren voor de toe komst? We hebben daarover veel gesproken met leden van de Commissie. Maar ook met mensen buiten de Commissie die op de een of andere manier betrokken zijn bij de luchthaven: omwonenden, ondernemers, ver tegenwoordigers van de overheid”. Het blijkt – onder meer uit internationaal onderzoek van Adecs Airinfra – dat communicatie het allerbelangrijkste is: communica tie met de omgeving en communicatie binnen de Commissie. Transparantie en communicatie in het algemeen vormen de basis voor het vertrouwen dat nodig is voor de Commissie om haar werk goed te doen: het adviseren van de minister. De aanbevelingen over samenstelling en werkwijze zijn verwerkt in het rapport ‘Rotterdam Airport, een nieuwe Belevenis’. Inmiddels ligt de uitwerking van de aanbevelingen op de vergader tafel van de Commissie.
Eén van de aanbevelingen is om voor een integrale bena dering te kiezen. In de toekomst adviseert de Commissie (dan CRO geheten: Commissie Regionaal Overleg) niet alleen over milieuaspecten, maar ook over ruimtelijke en economische onderwerpen. Milieu en economie lij ken soms tegenstrijdige belangen te zijn, en dat vraagt om een afweging. Eric Vink van Awareness heeft tijdens een workshop voor de CMLR verschillende modellen gepresenteerd. “Er bleek een duidelijke voorkeur voor een model waarin alle belangen integraal worden afgewogen,” aldus Vink. “Dat biedt een goede basis voor een eenduidige advisering aan de minister”. Een belangrijke voorwaarde voor succes van deze integrale werkwijze is het versterken van het onderling vertrouwen. Communicatie is daarvoor het belangrijkste instrument. Het uitwerken van een communicatieplan maakt daarom deel uit van de opdracht van Awareness. Gert van der Meer geeft aan trots te zijn op de resultaten tot nu toe. De samenwerking tussen de Commissieleden is steeds beter geworden en het onderlinge vertrouwen is gegroeid. “De Commissieleden moeten het uiteindelijk zelf doen. Wij faciliteren slechts en geven tips,” zegt Van der Meer. De rapporten met de aanbevelingen voor de nieuwe CRO worden tijdens de volgende vergadering besproken in de CMLR.
Veelgestelde vragen De CMLR heeft een aantal vragen binnengekregen van onze lezers. Hieronder geven we antwoord op de meest gestelde vraag. Vraag 1 Wanneer is mijn klacht afgehandeld? Antwoord: Bij meldingen die de DCMR ontvangt met betrekking tot verkeersbewegingen van vliegtuigen wordt bij de verwerking ervan onderscheid gemaakt naar het type mel ding. Er zijn grofweg 3 type meldingen te onderscheiden, namelijk: 1. Alleen registreren van een melding 2. Verzoek om informatie (al dan niet met registratie) 3. Registratie melding met verzoek om terugkoppeling van de bevindingen van het bevoegd gezag. Ad 1. Bij de DCMR worden veel meldingen ont vangen van burgers die willen kenbaar maken overlast te hebben ervaren van een bepaalde vlucht. Zij zijn bekend met de plaatselijke situatie en zijn niet op zoek naar informatie. Voor dit type melding vol staat het om de melding te registreren, bij voorkeur met specifieke informatie over de locatie en het tijdstip waarop. Daarmee is dit type melding afgehandeld. Als een melding is geregistreerd en het emailadres van de betreffende burger bekend is, wordt automatisch per email een terugkoppeling verzorgd, waarbij de vluchtgegevens zijn weergegeven van de meest waarschijnlijke veroorzaker van de overlast. Ad 2. Er worden ook meldingen ontvangen waar bij een burger op zoek is naar informatie. Op de meldkamer van de DCMR beschikt men over online gegevens. Als er heel snel wordt gebeld, staat een vlucht nog op het beeldscherm en kan er direct informatie worden verstrekt over een bepaalde vlucht. Bijvoorbeeld of het een vlucht betreft die plaats vindt vanwege maatschappelijke doeleinden (denk aan de Traumaheli) of dat het een klein zakentoestel betreft of een groot verkeersvliegtuig van of naar Rotterdam Airport of juist een overvlieger. In veel gevallen is de wens van de burger
101920
om de melding te registreren (conform wat onder het eerste punt is vermeld), in een enkel geval volstaat het om alleen de infor matie te verstrekken over wat er aan de hand is geweest. Ad 3. Soms is een burger op zoek naar specifieke informatie over een bepaalde situatie waar van overlast is ervaren. Indien die informa tie bij de meldkamer niet voorhanden is of indien daarvoor meer onderzoek nodig is, wordt de klacht of melding aan de klach tenbehandelaar vliegtuiggeluid bij de DCMR doorgegeven. De betreffende burger wordt in dat geval teruggebeld. Resultaat van het onderzoek kan bijvoorbeeld zijn dat een vliegtuig waar de klacht zich vermoedelijk op richt volgens onze (DCMR) informatie teveel naar links, teveel naar rechts of te laag heeft gevlogen ten opzichte van het gekozen vliegpad. Indien dit wordt ver zocht kan de betreffende vlucht dan door de DCMR ter beoordeling aan het bevoegd gezag worden voorgelegd. Onderzoek hierna neemt over het algemeen flink wat tijd in beslag. Desgewenst zal de DCMR de bevindingen van het bevoegd gezag, zodra beschikbaar, aan de burger terugkoppelen. Op dat moment is de klacht afgerond. Ook vragen van meer procedurele aard worden door de klachtenbehandelaar beantwoord. Klachten melden Heeft u last van vliegverkeer? Dan kunt u dit 24 uur per dag doorgeven aan de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond, op telefoonnummer 010 473 33 33 of via www.dcmr.nl. Het is belangrijk dat u daarbij de datum en het tijdstip van uw waarneming vermeldt. U kunt uw klacht ook schriftelijk melden bij het secretariaat van de CMLR. Zie voor het adres en telefoonnummers elders in deze nieuwsbrief. Heeft u vragen over vliegtuigklachten of andere vragen over de luchthaven? Geef deze dan door aan de redactie. In een vol gende nieuwsbrief vindt u de antwoorden.
Belangrijke adressen en telefoonnummers: Secretariaat Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam (CMLR) Contactpersoon: Nirmala Ramadhin Postbus 90602 2509 AA Den Haag Telefoonnummer: 070 441 64 54 E-mail:
[email protected] www.cmlr.nl Voor al uw klachten belt of mailt u met de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond Telefoonnummer: 010 473 33 33 (24 uur per dag bereikbaar) Internet: www.dcmr.nl Publicaties De volgende uitgaven zijn te bestellen bij het secretariaat van de CMLR en de DCMR: • jaarverslagen vliegtuigklachten 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007(DCMR) • nieuwsbrief nr. 1 (2002) (CMLR) • nieuwsbrieven nrs. 2 en 3 (2003) (CMLR) • nieuwsbrief nr. 5 (2004) (CMLR) • nieuwsbrief nr. 6 en 7 (2005) (CMLR) • nieuwsbrief nr. 8 en 9 (2006) (CMLR) • nieuwsbrief nr. 10 en 11 (2007) • nieuwsbrief nr. 12 (2008) • kwartaal klachtenrapportages tot en met 2008 (DCMR) • verslag studiedag 27 mei 2004 (CMLR) • startnotitie MER zoneaanpassing Rotterdam Airport 2005 (Rotterdam Airport) Colofon Deze nieuwsbrief wordt toegezonden aan belangstellenden en iedereen die in de afgelopen periode contact hebben opgenomen met het informatie- en klachtenbureau (DCMR) en het secretariaat van CMLR. Uitgave: Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam Postbus 90602, 2509 LP Den Haag Zuid-Hollandplein 1, 2509 LP Den Haag Teksten: Nirmala Ramadhin Druk: OBT Eindredactie: Groenvoer Journalistiek & Communicatie, Utrecht/Nirmala Ramadhin Foto’s: Frank de Koster Deze nieuwsbrief verschijnt minimaal 2 keer per jaar. Suggesties kunt u aanleveren bij de redactie. De redactie bedankt alle lezers voor hun reacties.