COMMISSIE MILIEUHYGIENE LUCHTVAARTTERREIN EELDE CMLE 14 maart 2012. Agendapunt 3. Onderwerp:
Aanwezig: De leden:
Voorzitter: Secretaris: Klachtenbureau: Deskundigen:
Verslag van de vergadering van de Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Eelde, gehouden op woensdag 25 januari 2012, om 9.30 uur, in het gemeentehuis te Tynaarlo. De heren O.G. de Jong (Groningen Airport Eelde), H.R. Roelofs (provincie Groningen), F. van der Groep (Luchtverkeersleiding), R. Morsink (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) en P. Brocades-Zaalberg (Natuur en Milieufederatie Drenthe) en mevrouw G. Akkerman (provincie Drenthe). Drs. E. Drenth (Noord-Nederlandse Aero Club). De heer T. Toxopeus. Mevrouw A. Leeuwenkuijl-Toxopeus (notulen). Mevrouw D.D. van Iterson (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Luchthavenontwikkeling en Milieu) en de heer J.W. Bossenbroek (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Inspectie Leefomgeving en Transport).
Afwezig met kennisgeving: De leden: De heren R. Kouwenhoven (gemeente Haren) en H.H. Assies (gemeente Tynaarlo). 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De heer Brocades-Zaalberg vervangt de heer Teule (beide Natuur en Milieufederatie Drenthe). Als deskundigen bij de agendapunten 5 en 6 zijn aanwezig mevrouw Van Iterson en de heer Bossenbroek. 2. Spreekrecht. Mevrouw W. Jonker-ter Veld geeft aan dat zij liever had gezien dat duidelijk uit de agenda kan worden gelezen dat punt 5 gaat over militair medegebruik. De voorzitter is het hier mee eens. De heer J. Wittenberg plaatst namens de Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde (VOLE) een opmerking over de reactie adviesaanvraag GAE: de samenstelling van de Commissie is nog steeds niet conform het instellingsbesluit. De heer Roelofs vraagt in welk kader de heer Wittenberg deze opmerking plaatst over de samenstelling. De heer J. Wittenberg geeft aan dat dit in het kader van bijlage 3 bij agendapunt 5 is. De heer Roelofs verbaast zich hierover. 1
3. Verslag van de Commissievergadering van 21 december 2011. Het verslag van de vergadering van 21 december 2011 wordt overeenkomstig het concept vastgesteld. 4. Ingekomen stukken en mededelingen. Ingekomen stukken Nr. Afzender en onderwerp. a. Adviesaanvraag GAE d.d. 29 november 2011 b. Beëindiging voortbestaan CMLE d.d. 30 november 2011
Besluit. Voor kennisgeving aangenomen. Voor kennisgeving aangenomen.
5. Concept reactie adviesaanvraag GAE. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dat de Natuur en Milieufederatie Drenthe hetzelfde standpunt inneemt als bij het vorige advies. En dus niet akkoord gaat met militair gebruik van de luchthaven van 400 vliegbewegingen. Het aantal vliegbewegingen moet tot een minimum beperkt worden, wel de vluchten t.b.v. nationaal belang (zoals voor het koninklijkhuis en medischevluchten), maar niet de vluchten t.b.v. operationeel belang. Dit moet opgenomen worden in de brief ‘reactie adviesaanvraag GAE’. De voorzitter geeft aan dat de invloed op het milieu nihil zal zijn en de geluidsruimte niet vergroot wordt. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dat de militaire toestellen vrij veel geluid maken en dat dit tot extra overlast kan gaan leiden. Dat het geen geluidsruimte opneemt betekent niet dat er geen overlast is. De heer de Jong merkt op dat de opmerking over dat militaire vliegtuigen meer geluid maken zijns inziens geen juiste conclusie is. De toestellen zijn allemaal ingedeeld in geluidscategorieën. Een helikopter van Defensie is bijvoorbeeld in dezelfde categorie ingedeeld als de traumahelikopter. Het gaat om 400 vliegbewegingen en dus 200 vluchten. Er zullen geen militaire oefeningen plaatsvinden boven de luchthaven. Het gaat om vluchten welke operationeel noodzakelijk zijn, het maken van een tankstop of bijvoorbeeld als faciliteiten op andere luchthavens niet toereikend zijn. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dat het toch om lesvluchten gaat. De heer de Jong geeft aan dat er een aantal oefeningen in zitten. De heer Bossenbroek geeft aan dat waar het oefenvluchten betreft het om route training gaat, bekendheid met veld en omgeving. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dat het dan om 85 trainingsvluchten van operationeel belang gaat.
2
De heer Bossenbroek merkt op dat de toestellen welke in de buurt van de luchthaven komen de mogelijkheid hebben om uit te wijken naar de luchthaven. Hierop moet geoefend worden, als dit niet gedaan wordt geeft dit een stukje onveiligheid wat we niet toestaan. De heer Brocades-Zaalberg zegt dat incidenten geen probleem vormen. De heer Bossenbroek geeft aan dat je nooit weet welke gezagvoerder het overkomt. De pool met gezagvoerders, welke met enige regelmaat in de omgeving komen, zullen moeten oefenen. Het zijn geen ‘pretvluchten’. Route training is een gegeven. Het is puur op veiligheid geënt. De heer Morsink merkt op dat het geluid niet toeneemt. Het betreft een nationaal belang en het dient de veiligheid. De voorzitter merkt op dat de 400 vliegbewegingen lang niet altijd gehaald worden. De heer Brocades-Zaalberg vraagt zich af waarom het aantal vliegbewegingen dan zo ruim genomen wordt. De voorzitter geeft aan dat dit een gering aantal is op het totaal aantal vliegbewegingen op GAE. De heer Bossenbroek wil de volgende kanttekening plaatsen: een essentieel gedeelte van de luchtmacht werd in het buitenland gefaciliteerd, dit is nu tot een minimum gebracht waardoor er meer in Nederland plaats vind. De heer Morsink geeft aan dat militaire vluchten altijd in plaats van burgerluchtverkeer komt. Het gaat om de veiligheid te waarborgen, is van nationaal belang. Het operationele belang is dienstig aan het nationaal belang. De heer Bossenbroek geeft aan dat Defensie dit nodig acht en dat ze zich door Defensie hebben laten overtuigen en staan voor hetgeen ze zeggen. De heer Brocades-Zaalberg geeftnogmaals aan dat het in het kader van nationaal belang prima is. De voorzitter merkt op dat de Natuur en Milieufederatie dus niet tegen het aantal vliegbewegingen van nationaal belang is, maar dat dit niet ruimer gemaakt moet worden met operationele vliegbewegingen. Mevrouw van Iterson geeft aan dat het om de training van de mogelijke incidenten gaat. De heer Bossenbroek geeft aan dat het niet 400 vliegbewegingen zijn, maar maximaal 100 vluchten, welke volgens u (de heer Brocades-Zaalberg) niet noodzakelijk zijn. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dat er geen trainingsvluchten gemaakt moeten worden en principieel tegen het gebruik van een burgerluchthaven door militair luchtverkeer te zijn. 3
De heer Bossenbroek vraagt of het standpunt van de Natuur en Milieufederatie Drenthe is dat er niet geoefend mag worden. Hoe moeten we dan uitleggen dat er niet geoefend mag worden. De voorzitter stelt de volgende wijzigingen in de brief voor: in de 2e alinea eerste zin aanpassen in ‘..vragen gerezen zijn over het door haar gegeven advies..’, in de tweede zin aanpassen ‘..wordt bestreden zonder dat daarover ter zitten of anderszins de Commissie gehoord is.’ Op bladzijde 2 de 2e alinea aanpassen in: ‘Een meerderheid van de Commissie geeft een positief advies met betrekking tot het verlenen van de ontheffing. De vertegenwoordiger van de Natuur en Milieufederatie Drenthe vindt het aantal van 400 vliegbewegingen te hoog. De federatie kan zich vinden in 230 bewegingen omdat deze van nationaal belang zijn (trauma, koninklijk huis e.d). Dus niet over vluchten nationaal belang maar de overige (routetraining) bewegingen die noodzakelijk zijn voor piloten om bekend te geraken met het vliegveld en zijn omgeving.’ De heer Bossenbroek vraagt de heer Brocades-Zaalberg of hij informatie heeft waaruit blijkt dat deze vliegtuigen meer geluid maken en wil daar graag een onderbouwing van. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dat zo’n toestel meer geluid maakt. De heer Bossenbroek geeft aan dat het Ministerie dan incorrecte informatie heeft en vraagt of de heer Brocades-Zaalberg zijn opmerking cijfermatig kan onderbouwen. De heer Brocades-Zaalberg geeft aan dit te kunnen. De heer Roelofs zegt dat uit de bijlage van Adecs blijkt dat de toestellen in bepaalde geluidscategorieën zijn ingedeeld, zoals de heer de Jong ook aangaf. Als er incorrecte informatie gebruikt is zitten er dus onjuistheden in de verschillende gebruiksplannen e.d.. Ik kan mij echter iets anders voorstellen, dat het voor de beeldvorming meer geluid maakt. Hier wil ik graag helderheid over. Mevrouw Akkerman ondersteunt de opmerking van de heer Roelofs en geeft aan dat ze er inderdaad wel van op aan moeten kunnen gaan dat het geluid juist is. De heer Roelofs merkt op dat als het evident in onjuiste geluidscategorieën geplaatst is we een probleem hebben. Dan wil ik het wel op papier hebben. Daarnaast wil hij opmerken dat de ontheffing niet geschorst is. De heer de Jong vraagt of de Natuur en Milieufederatie Drenthe hiervoor bewijs heeft, of dat het gevoel is. De voorzitter stelt voor dat de Natuur en Milieufederatie Drenthe binnen 1 week de onderbouwing aanlevert. De heer Brocades-Zaalberg zegt dit toe. De heer Morsink onthoudt zich van stemming over het onderwerp. Hij vraagt daarnaast waarom er in de concept reactie staat dat er vacatures vacant staan voor de vertegenwoordigers van de gebruikers. 4
De heer Toxopeus geeft aan dat dit gecorrigeerd moet worden. De voorzitter is vertegenwoordiger van de gebruikers. Er zijn vacatures vacant voor de omwonenden van de gemeente Tynaarlo en Haren. Het secretariaat past de brief conform de gemaakte opmerkingen aan. De heer Brocades-Zaalberg levert binnen 1 week de gevraagde informatie. Het secretariaat verzendt de aangepaste brief aan de Commissieleden ter goedkeuring, waarna de brief aan het Ministerie verzonden zal worden. 6. Concept reactie beëindiging voortbestaan CMLE. De heer Morsink is verwondert over de concept reactie. De brief is slechts bedoeld om een aantal feitelijke dingen op een rij te zetten. De gemeentes zijn gevraagd om na te denken over een voorzitter. Dat 1 april 2012 juridisch gezien alles ophoudt, hoeft dan ook volgens hem geen negatieve consequenties te hebben. Er is dan ook tot 1 juli 2012 subsidie gefaciliteerd. De voorzitter geeft aan dat de Commissie er met deze brief op wil wijzen dat er geborgt dient te worden dat de werkzaamheden van de Commissie naadloos in de CRO overgaan en dat er op 1 april geen gat ontstaat in de werkzaamheden van ondermeer de klachtenafhandeling. Als er vanuit het ministerie een reactie komt waaruit blijkt dat er geen gat in de uitvoering van de werkzaamheden ontstaat dan zijn we als Commissie tevreden. Mevrouw van Iterson merkt op dat de huidige CMLE een waarnemende functie kan hebben en er geen gat hoeft te ontstaan. De voorzitter geeft aan dat het niet langer hoeft te duren, maar dat we er niet geloven dat er per 1 april 2012 een CRO is. We vinden dat de werkzaamheden netjes moeten worden overgedragen aan de nieuwe CRO. De heer Morsink geeft aan dat het Ministerie dit voorstaat: een zorgvuldig proces naar de CRO. De heer Roelofs geeft aan dat we wellicht meer achter de brief van het ministerie gezocht hebben. Grote zorg van de Commissie is er over de voortgang van de klachtenbehandeling van de SKLE. Dit mag niet in het gedrang komen. Laten we vaststellen dat 1 april 2012 niet haalbaar is, de SKLE is tot stand gekomen vanuit werkgeverschap en bij wijzigen van de statuten zullen we opnieuw richting de raden en staten moeten. Ook over het financiële kader zijn de laatste woorden nog niet gezegd. Ik denk dat we zelfs tot het eind van dit jaar subsidie nodig zijn. De heer Brocades-Zaalberg merkt op alleen bezwaren en problemen te horen. Is hier geen draaiboek voor te bedenken dat het allemaal wat sneller gaat?
5
De voorzitter geeft aan dat er een draaiboek ligt. Zodra het ministerie een nieuwe voorzitter aanstelt kan deze een CRO samenstellen. Hier is tijd voor nodig. Voor de financiering van de CRO denkt het Ministerie anders dan de regio. De regio geeft aan dat het rijk moet financieren en het Ministerie geeft aan dat de regio mee moet betalen. In 2009 hebben we al een advies gezonden aan het Ministerie over onze visie op de nieuwe CRO. Maak hier gebruik van en zorg nu voor een zodanige overgangssituatie dat er geen gat in de werkzaamheden ontstaat. De heer Morsink geeft aan dat de regio in overleg moet. Er is een kader neergelegd met minimale eisen, wilt u meer dan moet u weten dat wij dit niet financieren. Mevrouw Akkerman geeft aan dat er aanstaande maandag een overleg plaatsvindt. Mevrouw van Iterson geeft aan dat we samen naar de knelpunten moeten kijken. Het juridische kader staat vastgelegd in de wet. Een zorgvuldige overgang staat voorop. De voorzitter geeft aan dat de brief akkoord is en dat we het in beginsel eens zijn met het mondelinge antwoord van het Ministerie waarin de werkzaamheden van de Commissie en de klachtenafhandeling zijn geborgd. De brief wordt conform concept gezonden aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. 7. Rondvraag. Hier wordt geen gebruik van gemaakt. 8. Sluiting. De heer Morsink bedankt de voorzitter voor het op korte termijn inlassen van deze vergadering. De voorzitter sluit de vergadering. Vastgesteld in de vergadering van de Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Eelde, gehouden op 14 maart 2012. Secretaris,
Voorzitter,
(T. Toxopeus)
(drs. E. Drenth)
6