Colofon Uitgave Bomenplan 2012 "Bomen verdienen Ruimte" Gemeente Oost Gelre Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Vastgesteld gemeenteraad: Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Probleem 1.3 Doel 1.4 Status/ positie/ duur 1.5 Werkwijze 1.6 Leeswijzer 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Analyse Het algemeen belang van bomen Bestaande visies en regelgeving SWOT analyse Maatschappelijke ontwikkelingen Samenvatting, knelpunten en kansen
3 3.1 3.2
Visie en strategie Bomen verdienen ruimte Oplossingsrichtingen
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Aanbevelingen Beleid ruimtelijke ontwikkeling Kosten en baten Compensatie en verevening Overzicht aanbevelingen
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Bomen in Oost Gelre zijn vanzelfsprekend aanwezig. Zo zeer dat ee boom als pictogram in het gemeentesymbool van Oost Gelre is opgenomen. De boom staat in Oost Gelre dus prominent ‘in the picture’. Bomen vormen de basis en het raamwerk van het openbaar groen en het oude cultuurlandschap. Bomen dragen bij aan het welzijn van inwoners. Bomen zijn ecologisch en economisch van belang. De omvang en kwaliteit van ons bomenbestand staan echter onder druk. De afgelopen 10 jaar zijn vele beeldbepalende bomen in onze gemeente verdwenen. Belangrijke boomstructuren raken in verval en staan onder druk door claims op ruimte rond bomen. Een goede analyse van de huidige situatie met een vertaling in een visie en een uitvoeringsplan is noodzakelijk. Definitie bomen en context: Deze visie handelt over bomen. Hier onder vallen naast de individuele solitaire bomen ook de lanen en landschapselementen waar bomen in voorkomen zoals singels en houtwallen. Als het gaat om bomen en landschapselementen brengen we dat in dit bomenplan veelal in verband met ruimtelijke - en landschappelijke kwaliteit. We adviseren u om de termen en begrippen in die context te lezen.
In 2011 is door de raad de Groenvisie vastgesteld. Hierin wordt onder het deelthema ‘duurzaamheid’ de belangrijke rol van bomen als basis van het openbaar groen en het landschap beschreven. Dit bomenplan is een uitwerking van de groenvisie voor het thema ‘bomen’ en boomstructuren. 1.2 Probleem Bomen hebben ruimte nodig, zowel boven- als ondergronds. Veel bomen in het buitengebied staan in smalle bermstroken ingeklemd tussen wegen, sloten en landbouwpercelen. Voor veel bomen is de ondergrondse ruimte onvoldoende. De beschikbare bewortelbare ruimte wordt steeds meer en vaker geclaimd voor kabels en leidingen. Veel bomen hebben het om die reden al zwaar. Groeiplaatsen worden verder aangetast ten behoeve van verbreding van wegen of stabilisatie van bermen met grasbetonklinkers. Dit heeft direct tot gevolg dat de vitaliteit van bomen wordt aangetast en dat vervanging van bomen in veel gevallen niet meer mogelijk is (veilig verkeer vraagt obstakelvrije bermen). Dit is ernstig en schadelijk voor de kwaliteit van ons landschap. Natuurlijke omstandigheden van bomen: Bomen zijn levende wezens die van nature in bossen leven. Hier staan ze zo dicht op elkaar dat het klimaat wordt getemperd en er een bosmilieu ontstaat. In het bos is een bosbodem ontstaan door verterend blad en het bodemleven. Deze bodem heeft een losse structuur; water en lucht kunnen goed in de grond dringen. Doordat de bomen met elkaar concurreren om licht, groeien ze omhoog en vormen ze stammen. Ze ontwikkelen een wortelstelsel dat net zo groot is als hun kroon. De wortels dienen voor de opname van voedingsstoffen, zuurstof en water en zorgen voor de verankering van de boom. Bomen in bebouwd gebied hebben hun specifieke problemen. Ook hier zien we weinig boven- en ondergrondse groeiruimte wat resulteert in een gebrek aan vocht, zuurstof en voedsel. Als gevolg hiervan ontstaan schades door wortelopdruk en overlast door
parasiterende wortels etc. Vanwege de slechte groeiplaatsomstandigheden vertonen veel bomen gebreken. Slechts weinig bomen halen hun maximale leeftijd. Dit heeft tot gevolg dat de kosten van beheer relatief hoog zijn aangezien beheerkosten afnemen in de loop van de levenscyclus. Bomen staan vaak “in de weg” bij nieuwbouw en herinrichtingswerkzaamheden. Praktisch alle pogingen om bomen in te passen mislukken. De ruimte die een boom nodig heeft wordt geclaimd voor andere functies. Verder is er de factor tijd. Om tot volle wasdom te komen hebben bomen vele tientallen jaren nodig en een stabiele omgeving. In bebouwd gebied wordt echter continu gewerkt, gebouwd en gerenoveerd. Dit is voor bomen schadelijk. We kennen dan ook relatief weinig bomen in de volgroeide fase. Tenslotte sneuvelen bomen na afweging tussen de kosten die gemaakt moeten worden om bomen te handhaven of nieuwe aan te planten, waarbij vaak voor de 2e optie wordt gekozen. Kortom, er is gebrek aan ruimte voor bomen in brede zin: fysiek, organisatorisch en financieel. 1.3 Doel Het is tijd voor een integraal bomenplan. Doel is het versterken van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand van de openbare ruimte. Als referentie hanteren we voor de bebouwde kernen de, door de raad in 2008 vastgestelde, hoofdgroenstructuur en voor het buitengebied het historisch kaartbeeld van 1900. Daarmee leggen we de lat hoog en maken we duidelijk dat we serieus inzetten op de ruimtelijke kwaliteit en ons groene imago. 1.4 Wat staat er in het Bomenplan Het Bomenplan omvat het beleidskader voor de instandhouding en versterking van de boomstructuur in Oost Gelre. Het bomenplan bestaat uit de volgende 3 documenten: - Visie en strategie - Het uitvoeringsplan waarin projecten staan omschreven - Het handboek waar in afspraken en uitgangspunten m.b.t. aanleg en beheer zijn opgenomen De visie wordt vastgesteld voor 50 jaar, een periode waarin de doelen kunnen worden gerealiseerd. Voor deze, relatief lange periode is gekozen omdat hierbinnen veel afschrijvingen plaats vinden van riolering en infrastructurele werken. Dit biedt normaliter mogelijkheden om de openbare ruimte opnieuw in te richten en om gewenste boomstructuren aan te brengen. Uitvoeringsplan en handboek zijn dynamische documenten die, vanwege toekomstige ontwikkelingen, tussentijds aangepast kunnen worden. 1.5 Werkwijze Het Bomenplan is tot stand gekomen in samenwerking met een werkgroep samengesteld uit: - Afgevaardigden van alle georganiseerde belangenverenigingen uit de kleine kernen - Afgevaardigde van de Bomenstichting Achterhoek - Afgevaardigde van de Imkersvereniging ABTB afdeling Lichtenvoorde - Afgevaardigde van onderwijsinstelling AOC Oost - Medewerkers van de afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer, Publiek en Bestuur, Bouwen en Milieu en Bedrijfsvoering en Economische Ontwikkeling van Oost Gelre. Tijdens een workshop op 13 juni 2012 is een SWOT analyse voor de bomen in Oost Gelre gemaakt. De resultaten zijn in dit plan verwerkt.
Het Bomenplan ontleent zijn integrale karakter aan het Groenbeleidsplan 2011. Dit kader stellend plan is op 17 januari 2011 door de Raad vastgesteld. Het college heeft in het voorjaar van 2012 opdracht verleend om een bomenplan op te stellen. Door de integrale benadering zijn alle disciplines binnen de organisatie en afgevaardigden van inwoners en organisaties betrokken. 1.6 Leeswijzer Het Bomenplan bestaat uit 3 documenten; Visie en strategie, het uitvoeringsplan en het handboek. Visie en strategie is opgebouwd in 4 hoofdstukken: Na de Inleiding (hoofdstuk 1) wordt in hoofdstuk 2 de bestaande situatie geanalyseerd. In hoofdstuk 3 wordt de analyse vertaald naar een visie met een strategische aanpak. In hoofdstuk 4 staan de aanbevelingen. Het uitvoeringsplan en het handboek zijn aparte documenten die door het college worden vastgesteld.
2 Analyse 2.1 Het algemeen belang van bomen Bomen hebben als levende organismen een grote maatschappelijke, ecologische en economische waarde, afhankelijk van de schaal, mate en wijze waarop ze benut worden. In de tabel staan de belangrijkste waarden van bomen samengevat. Ecologisch belang
Economisch belang
Herkenbaarheid en structuur binnen de kernen, identiteit en oriëntatie Gezonde leefomgeving
Cultuurhistorie
Esthetische kwaliteit
In ecologisch opzicht spelen bomen een grote rol die toeneemt met de leeftijd van de boom. Bomen dragen bij aan de biodiversiteit, zij herbergen kleine zoogdieren, vogels en insecten en zijn een oriëntatiepunt voor vleermuizen. Bomen geven aan hun omgeving een kwaliteitsimpuls, verhogen de aantrekkelijkheid en verhogen daarmee de economische waarde van die omgeving. Woningen in een groene omgeving hebben een verkoopprijs die gemiddeld 7 % hoger ligt. Een aantrekkelijke, groene gemeente heeft een grote aantrekkingskracht op dagjesmensen, winkelend publiek, recreanten en toeristen. Bomen vormen een onderdeel van het groene raamwerk en het groene aanzicht van de gemeente. In rijen of groepen aangeplant worden ruimten onderverdeeld, wordt aan de stad, dorp of het landschap structuur gegeven. Bomen bepalen de identiteit binnen een wijk en het imago van stad en dorp. Bomen dragen bij aan een gezond leefmilieu in de kernen en dus het welzijn van de mens. Ze zorgen voor een eigen micro klimaat: Ze breken de wind, vangen fijn stof op en matigen temperatuurextremen. Uit onderzoek is al gebleken dat jeugd die opgroeit in een groene omgeving minder crimineel - en gezonder is. Bomen hebben een cultuurhistorische waarde als ze een betekenis hebben in de geschiedenis van hun omgeving. Voorbeelden zijn de herdenkingsbomen voor het koninklijk huis, bomen bij statige huizen en oude bomen op boeren erven. De landschappen van Oost Gelre zijn onder meer herkenbaar door het patroon van lanen, houtwallen en singels. In Oost Gelre liggen belangrijke boomstructuren op lang bewoonde en door de historie beroerde gronden. Bomen zijn door hun vorm, kleur en omvang belangrijke beeldbepalende elementen in de bebouwde omgeving. Voor deze esthetische functie is voldoende ruimte essentieel.
In de workshop werden de maatschappelijke belangen door alle deelnemers benadrukt. Daarbij werd gewaarschuwd voor genoegzaamheid en vanzelfsprekendheid ten aanzien van de aanwezigheid van bomen. De bestaande knelpunten en achteruitgang van het totale bomenbestand maken duidelijk dat helder beleid en een strakke koers noodzakelijk zijn. 2.2 Bestaande visies en lokale regelgeving Bomen en boomstructuren zijn, meestal in het kader van landschapskwaliteit, benoemd in verschillende gemeentelijke visies en plannen. Toekomstvisie Oost Gelre 2020: Deze gemeente brede visie is door de raad vastgesteld op … Vele karakteristieke pictogrammen uit het gemeentelogo verwijzen naar de groene ruimte. De boom is als apart pictogram opgenomen in het logo. Oost Gelre profileert zich in deze visie als een groene en duurzame gemeente. Hierover staat vermeld: “Centraal staat ook het begrip ‘duurzaamheid’. De gemeente stimuleert duurzame ontwikkeling van het landschap (bijvoorbeeld door mogelijk te maken dat nieuwe
landgoederen worden gerealiseerd). Daarnaast bevordert de gemeente onderwijs over natuur en zorgt ze er voor dat mensen zich meer bewust worden van de kwetsbaarheid van ons landschap. Enerzijds om het ‘groen’ op de langere termijn te behouden, en anderzijds om blijvende aandacht te houden voor het opraken van bestaande fossiele brandstoffen en de waarde van het groen. De gemeente als geheel is CO2-neutraal, onder andere door intensief gebruik van zonne- en windenergie en biomassa-installaties.” Het herstellen en versterken van de bomenstructuur passen volledig in de doelstellingen en ambities van het bestuur zoals verwoord in de toekomstvisie. Landschapsontwikkelingsplan: Het LOP is in 2007 door de raad vastgesteld als kader stellend document. In het LOP zijn de kenmerken van de landschappen en cultuurhistorische ensembles omschreven. Voor uitvoering van landschapsversterkende projecten is het bestuurlijk standpunt ‘voor wat hoort wat’ geïntroduceerd. Initiatiefnemers en ondernemers die willen ontwikkelen, investeren ook in het landschap. Uiteraard hebben we als gemeente ook een eigen verantwoordelijkheid. Voor uitvoering van het LOP heeft het bestuur daarvoor de Gebiedscommissie ingesteld. Deze commissie initieert concrete projecten. Het herstellen en versterken van de bomenstructuur sluit aan bij de doelstellingen en ambities uit het Landschapsontwikkelingsplan. Groenbeleidsplan: Het Groenbeleidsplan is door de raad vastgesteld in 2011. Onder het thema duurzaamheid en ‘bomen’ staat’: Bomen vormen de structurele basis van het openbaar groen en het landschap. De aanplant en herplant van bomen en boomstructuren op ruime standplaatsen verzekeren een solide basis voor de toekomst. Hiervoor zijn investeringen noodzakelijk. Dit houdt ook in dat we langs wegen nieuwe ruimte moeten creëren voor bomen, ook in het buitengebied. Met name in het buitengebied staat de ruimte voor laanstructuren onder druk door intensief weggebruik, wegverbredingen, aanleg van kabels en leidingen. Het bomenplan geeft invulling aan het thema duurzaamheid en bomen uit het Groenbeleidsplan. Hoofdgroenstructuur: In 2008 is de hoofdgroenstructuur door de raad vastgesteld als onderdeel van het gemeentelijk kapbeleid. In deze structuur staan de belangrijkste groenzones en verbindingen opgenomen. Het totale netwerk vormt het fundament van de groenstructuur. De hoofdgroenstructuur is van essentieel belang voor de herkenbaarheid en leefbaarheid van de kernen. Bomen leveren daaraan de hoogste bijdrage. Binnen de hoofdgroenstructuur ontbreken nog schakels; met name laanbeplantingen aan de invalswegen. Het streven is om de gehele hoofdgroenstructuur op termijn te realiseren. 2.3 Interne SWOT analyse In de werkgroep is een SWOT analyse gemaakt. Sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen m.b.t. bomen en boomstructuren in Oost Gelre zijn hierbij geïnventariseerd. De volgende situaties en omstandigheden hebben direct of indirect tot achteruitgang van het bomenbestand geleid. - Op veel locaties in de openbare ruimte waar in het verleden bomen hebben gestaan zijn geen bomen terug geplant. Dit gaat deels om bomen die uit een laanstructuur weggevallen zijn, deels om lanen en solitaire bomen die volledig verdwenen zijn. - Oost Gelre kent een sterke agrarische structuur waar ondernemers perspectief hebben. Schaalvergroting in de landbouw zet door. Dit gaat tot nog toe ten koste van bomen en boomstructuren. Er bestaat weerstand bij grondeigenaren voor (het aanplanten van) bomen langs percelen vanwege opbrengstenderving van de grond.
-
-
-
-
De meeste boomstructuren in het buitengebied hebben een cultuurhistorische achtergrond; hout vormde een belangrijke bouw- en brandstof en werd voor vele doeleinden benut. Hout vormde een economische factor van belang. Dit belang is praktisch volledig verdwenen. Bomen in kernen staan veelal te dicht op gevels in te kleine plantvakken, erfenissen uit het verleden. Bomen veroorzaken schade en overlast op diverse locaties, meestal veroorzaakt door ruimtegebrek. Dit zijn vaak redenen om bomen te vellen. Ontwerp en beheer zijn onvoldoende op duurzame instandhouding afgestemd. De waarde van bomen, boomstructuren en een rijk landschap worden algemeen onderkend. De waarde van bomen en boomstructuren is echter niet geldelijk ‘gewaardeerd’. Hiermee vormen bomen een zwakke factor in de afweging van belangen. Een visie op bomen en boomstructuren ontbreekt. Het succes van een duurzame sterke groenstructuur vergt bestuurlijke visie, standvastigheid en continuïteit in beheer.
Oost Gelre heeft een aantal sterke onderscheidende punten met betrekking tot bomen, boomstructuren en groene ruimte. - Groenlo kent een krachtige groene grachtengordel met veel monumentale bomen. - Lichtenvoorde kent sterke groene open assen met veel groene ruimte en een verscheidenheid aan bomen - De kleine kernen liggen allen in oude cultuurlandschappen met herkenbare landschapsstructuren; bomen en groen binnen handbereik. - Wijken en buurten kennen een relatief hoge ruimtelijke kwaliteit mede door de aanwezigheid van bomen. Maatschappelijke ontwikkelingen kunnen omstandigheden in een ander perspectief plaatsen. Dit kunnen bedreigingen en kansen opleveren. Ten aanzien van een groene omgeving noemen we de volgende ontwikkelingen. - De verkeersveiligheid vereist obstakelvrije zones langs praktisch alle wegen. In veel gevallen zijn dit de locaties waar, van oudsher, laanbomen stonden. De ruimte in het profiel van de wegen is dermate beperkt dat, uitgaande van de normering, geen bomen kunnen worden terug geplant. Het systematisch toepassen van de CROW normering voor obstakelvrije zones veroorzaakt daarmee onherstelbare schade aan de oude cultuurlandschappen. - Oost Gelre ligt in een krimpregio. Demografisch betekent dit dat de bevolking vergrijsd. Meer inwoners, recreanten en toeristen zullen woningen, rust en ruimte zoeken in een kwalitatief hoogwaardige omgeving met veel groen. Oost Gelre ligt ingeklemd en maakt onderdeel uit van de nationale landschappen Winterswijk en De Graafschap. Deze landschappen hebben een grote groene uitstraling, onder meer door de fraaie laanstructuren en kleinschaligheid van het landschap. Oost Gelre kan daarvan mogelijk nog meer profiteren door haar landschap zelf te versterken. - Er is veel maatschappelijke aandacht voor gezondheid. Steeds meer mensen zoeken ruimte voor recreatie, sport en ontspanning in een groene ruimte. - Om vele redenen zullen ondernemers blijven investeren in Oost Gelre, zowel op aangewezen industrie terreinen als in het buitengebied. Deze ondernemers profiteren mede van een groen imago en een gemeente die investeert in duurzaamheid. Te denken valt aan (horeca)ondernemers, zorginstellingen en voedselproducenten. - Energie is een belangrijk maatschappelijk thema. ‘Streekhout’ kan mogelijk bijdragen aan de energiebehoefte. Hout wordt daarmee direct een economische factor. Nieuwe marktpartijen kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan beheer en exploitatie van het gemeentelijk bomenbestand.
2.4
Samenvatting SWOT
De knelpunten ten aanzien van bomen en boomstructuren kunnen we kort als volgt samenvatten: - Belangrijke boomlocaties en landschapsstructuren worden in hun voortbestaan bedreigd door de toenemende claim op de beschikbare ruimte. Er is te weinig ruimte voor bestaande en nieuwe bomen in de openbare ruimte. De ruimtelijke kwaliteit staat daarmee ernstig onder druk. - De baten van bomen, boomstructuren en een rijk landschap worden niet in geld of verdiencapaciteit uitgedrukt. Kansen voor bomen en een kwalitatief hoogwaardige groene omgeving zijn er ook. Als belangrijkste worden genoemd: - Maatschappelijk worden thema’s die zijn gerelateerd aan een kwalitatief hoogwaardige groene omgeving steeds belangrijker. We noemen concreet: recreatie, toerisme, gezondheid, voedselproductie, energie en klimaatregulering. De gemeente kan hier op inspelen met projecten die de groenstructuur herstellen en versterken. - Percelen van grondeigenaren binnen de gemeente bieden mogelijk ruimte om bomen en boomstructuren aan te planten. - Bomen kunnen geld opleveren. In een aantal gebieden binnen de gemeente liggen in de openbare ruimte mogelijkheden om bomen en boomstructuren economisch te exploiteren ten behoeve van de houtopbrengst. Snelgroeiende soorten als wilg, populier, els en berk in een korte cyclus van aanplant tot velling kunnen geld opbrengen. De mogelijkheden liggen met name in de jonge ontginningslandschappen. Marktpartijen zijn mogelijk geïnteresseerd om in een lange termijn relatie met de gemeente een eigen business case op te stellen. Uitgangspunt is dat ze een toegevoegde waarde hebben voor het landschap; de exploitatie is geen doel maar een middel om het landschap te versterken. Exploitatie past overigens ook in de cultuurhistorie waarbij bomen een duidelijke economische waarde, nut en noodzaak kenden.
3 Visie 3.1 Oost Gelre: Bomen verdienen ruimte Bomen zijn beeldbepalend, geven kernen en landschap identiteit, geven structuren massa en status. Bomen dragen in belangrijke mate bij aan het welzijn van mensen. In onze toekomstvisie 2020 vormen de groene ruimte en duurzaamheid belangrijke pijlers. Voorwaarde daarvoor is dat wordt onderkend dat hiervoor ruimte moet worden gecreëerd. Niet alleen fysieke ruimte, maar vooral ook mentaal en financieel. Tenslotte wordt steeds duidelijker dat de baten van een groene omgeving opwegen tegen de kosten. De visie is daarom kernachtig te omschrijven: ‘Bomen verdienen ruimte’. 3.2 Oplossingsrichtingen De achteruitgang van het bomenbestand is niet eenvoudig op te lossen. Uit de analyse blijkt dat er meerdere oorzaken zijn aan te wijzen die de achteruitgang heeft veroorzaakt. Om de bestaande knelpunten voor bomen en boomstructuren op te heffen zullen we simpelweg afspraken moeten maken tussen ontwerpers, beheerders en gebruikers van de openbare ruimte. Dit vereist helder beleid en het stellen van voorwaarden voor inrichting, beheer en gebruik. Voorgesteld wordt om hier een handboek met regels voor bomen voor op te stellen. Als voorbeeld noemen we de voorwaarden waar onder kabels en leidingen kunnen worden aangelegd en worden beheerd. Ook de optimale afstanden van bomen ten opzichte van gevels en de inrichting van plantlocaties staan beschreven. Om het dilemma van ruimtegebrek op te heffen zullen we structurele oplossingen moeten zoeken. Het ligt daarbij voor de hand dat we aansluiten bij gemeentelijke doelstellingen ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. De hele menselijke beschaving heeft ruimtelijke kwaliteit een rol gespeeld. Nooit is dit een autonome grootheid geweest, maar is altijd verbonden met andere kwaliteiten. Zo is volgens Vitruvius kwaliteit een samenspel tussen utilitas (functionaliteit), firmitas (degelijkheid) en venustas (schoonheid). Het is dat gegeven dat ruimtelijke kwaliteit geen optelsom is van variabelen, ofwel iets moet mooi, nuttig én degelijk zijn. Simpeler kan het niet gezegd worden. Dan is er sprake van duurzaamheid. Uit: ‘Duurzaamheid en Ruimtelijke kwaliteit’ door Martin Liebregts en Sandra Arts, 11 mei 2010
Als we enerzijds de doelstellingen voort komend uit de gemeentelijke visie 2020 en andere genoemde visies en de maatschappelijke ontwikkelingen koppelen aan de zoektocht naar ruimte voor bomen en boomstructuren dan komen we tot de volgende opgaven en oplossingsrichtingen: 1. Een sterke visie en krachtig beleid voor ontwerp en beheer voor een lange periode zijn noodzakelijk. 2. Elke ruimtelijke ontwikkeling met bouwactiviteit of aantasting van bestaande landschappelijke waarde kan worden gekoppeld aan compensatie en versterking van de groene ruimte. 3. Bomen en structuren die verdwijnen vanwege noodzakelijke aanpassingen van wegen of verkeersveiligheid worden in de directe omgeving gecompenseerd. 4. De baten van bomen en een groene omgeving worden algemeen onderkend maar zijn moeilijk in concrete munt uit te drukken. Duurzame langlopende financieringsconstructies met marktpartijen voor exploitatie van bomen in, met name, jonge ontginningslandschappen bieden mogelijk perspectief. 5. Het beschermen van waardevolle bomen is belangrijk; nog belangrijker is het beschermen en creëren van goede boomlocaties.
6. Herstel en versterking van boomstructuren en landschap kan worden gekoppeld aan agrarische versterking. Dit vereist een nieuw landschappelijk concept op te nemen in een landschappelijke structuurvisie.
4. Aanbevelingen 4.1 Beleid/ ruimtelijke ontwikkeling Ruimtegebrek in de openbare ruimte valt niet eenvoudig op te heffen. We moeten daarbij onderscheid maken tussen de bebouwde kom en het buitengebied. Buitengebied: Er worden 3 sporen omschreven die leiden tot herstel en versterking van het bomenbestand (en het landschap). De processen van de 3 sporen kennen een eigen aanpak en dynamiek en verlopen van relatief eenvoudig tot complex. Het eenvoudigst is om de nog beschikbare openbare ruimte optimaal te benutten, dus bomen planten waar mogelijk en wenselijk is. Dit kan echter op verschillende locaties conflicteren met belangen van aangrenzende grondeigenaren (opbrengstderving o.a. vanwege schaduwwerking). Communicatie vormt een belangrijk instrument om hiervoor draagvlak te creëren. Ten aanzien van de claim voor obstakelvrije bermen in verband met verkeersveiligheid kan overwogen worden om buitenwegen, zonder doorstroomfunctie, waar laanbeplanting voorkomt af te waarderen tot ….., vergelijkbaar met zandwegen. Om te bepalen of wegen afgewaardeerd kunnen worden kan een beslisboom worden opgesteld. Voor wegen waar afwaardering niet mogelijk is en waarbij onvoldoende ruimte resteert voor bomen zullen deze in de naastliggende stroken gecompenseerd moeten worden, indien mogelijk in het slootprofiel en anders op particulier terrein. Daarvoor zullen aanvullende middelen moeten worden toegekend. Een optie is grondeigenaren te interesseren om op private grond bomen aan te planten. Vooraf kunnen de gebieden en stroken grond die nodig zijn in beeld worden gebracht. Overwogen kan worden om de aanplant van fruitbomen in stroken langs wegen op particuliere grond te stimuleren en zo het landschap op innovatieve wijze te verfraaien. Het ligt in de rede dat er een vergoeding wordt geboden voor deze diensten. Mogelijk dat de erfdienstbaarheidsregeling een oplossing biedt. Binnen deze optie liggen ook mogelijkheden om aansprakelijkheid en beheer op een andere wijze te regelen. Grondeigenaren kunnen mogelijk taken van de gemeente overnemen. Dit past in de bestuurlijke wens om inwoners meer te betrekken bij overheidstaken. Ook het Waterschap Rijn en IJssel wordt hier nadrukkelijk genoemd als eigenaar van gronden waar mogelijk bomen kunnen worden aangeplant. Bij het waterschap zijn de mogelijkheden daarvoor verruimd vanwege de herprofilering van diverse watergangen. De meest complexe en uitdagendste oplossing ligt in het uitvoeren van een nieuw ruimtelijk concept. We noemen daarbij ‘Grootschalig boeren in een kleinschalig landschap’ en het concept ‘Knooperven’. Grootschalig boeren in een kleinschalig landschap: Gezien het grote belang van een gezonde en sterke landbouw met perspectief in onze gemeente, biedt het concept ‘Grootschalig boeren in een kleinschalig landschap’ mogelijkheden om uitbreidingen en schaalvergroting in de landbouw toe te staan in bepaalde gebieden mits daar schaalverkleining en bescherming van waardevolle structuren elders tegenover staan. Zo kan er voor worden gekozen om in het jonge ontginningslandschap elementen te verwijderen die de bedrijfsvoering in de weg staan en elementen in het oude cultuurlandschap aan te brengen. Hiervan kunnen bomen en boomstructuren in de meest waardevolle landschappen mede profiteren. Per saldo zal het landschap aan kwaliteit en functionaliteit winnen. Grootschalig boeren in een kleinschalig landschap: Het project ‘Grootschalig Boeren in Kleinschalig Landschap’(GBKL) zoekt oplossingsrichtingen voor een maatschappelijk verantwoorde en toekomstgerichte melkveehouderij in het kleinschalige landschap. Dit project is een initiatief van LTO Noord en de provincie Overijssel. In dit project zijn de economische ontwikkelingsmogelijkheden van de melkveehouderij in het Nationaal Landschap Noordoost-Twente verkend. Daarnaast is er een geïntegreerde kaart met de vastgestelde (ruimtelijke) doelen voor landbouw, natuur, landschap en water in 2020 gemaakt. Deze producten vormen de basis bij het zoeken naar oplossingsrichtingen voor het combineren van landbouw en landschap in de toekomst.
Knooperven: In dit concept wordt geïnvesteerd in nieuwe structuren; wegen, paden en landschapselementen. Knooperven zijn voormalig boerenerven die door middel van paden en beplanting met elkaar zijn verbonden. Het Knooperf ordent als het ware het landschap, dankzij zijn tentakels van routes en beplantingen. De uitdaging is om agrarische bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken in een kleinschalig landschap, en tegelijkertijd burgers kansen te bieden om op grotere Knooperven te wonen. Deze nieuwe bewoners nemen verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de karakteristieke beplanting die de Knooperven met elkaar en met het dorp verbindt.
Binnen de genoemde concepten kan ruimte worden gecreëerd voor ruime duurzame groenstructuren en boomlocaties. Ook ten aanzien van eigendom, exploitatie en beheer bieden deze concepten nieuw perspectief voor bomen en boomstructuren. De ruimtelijke vertaling van deze concepten vindt plaats in een (landschap)structuurvisie. Gestart kan worden met het opzetten van een of meerdere pilots. Binnen de bebouwde kom: De hoofdgroenstructuur vormt het uitgangspunt voor herstel en versterking van de bomenstructuur. In/uitvalswegen: Binnen de hoofdgroenstructuur zijn onder andere de belangrijke in/uitvalswegen van de kernen opgenomen. Deze vormen de geleiders en overgangen van het buitengebied naar de kernen. Het zijn ook de visitekaartjes van onze kernen voor recreanten en bezoekers. Langs diverse in/uitvalswegen is, binnen de bestaande inrichting en functie van de wegen, onvoldoende ruimte om bomen aan te planten en de hoofdgroenstructuur vorm te geven. De wegen zijn primair ingericht voor de snelle afwikkeling van verkeer. De profielen en grondposities liggen binnen dit stedelijk gebied grotendeels vast. In 2010 is de Winterswijkseweg in Groenlo heringericht. Daarbij is gekozen om de verkeersfunctie te wijzigen van doorstroming naar verblijfsgebied. Daarmee ontstond ruimte om bomen aan te planten en is de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit sterk verbeterd. Op dergelijke wijze kunnen meer invalswegen worden ingericht. Dat betekent dat binnen de bestaande profielen ruimte gecreëerd kan worden om bomen aan te kunnen planten. Verder dienen groeiplaatsvoorzieningen onder de verhardingen toegepast te worden om bomen duurzaam in stand te kunnen houden. Boomlocaties: De dynamiek in bebouwd gebied is hoog. Met name in de zones van gebouwen en infrastructuur. Graafwerkzaamheden en bronnering veroorzaken schades aan bomen. Om schades te voorkomen moeten afspraken worden gemaakt met ontwikkelaars en aannemers. In het handboek worden hiervoor regels opgenomen. Belangrijk is om in de hoog dynamische zone boomlocaties veilig te stellen. Bomen op locaties die voor de ruimtelijke kwaliteit van belang zijn moeten worden beschermd zodat hier duurzaam bomen gehandhaafd kunnen worden. Bomen op deze locaties dragen krachtig bij aan de beeldkwaliteit van de locatie. Deze locaties kunnen in het bestemmingsplan worden opgenomen met voorwaarden die waarborgen dat de omstandigheden niet worden aangetast binnen de invloedsfeer van de bomen. De boomlocaties kunnen zowel binnen als buiten de bestaande hoofdgroenstructuur voorkomen. Parken: De grote parken in Lichtenvoorde en Groenlo, waar onder de grachtengordel, bieden ruimte voor veel bomen. Bomen kunnen hier ongestoord oud worden. Hierbij kan onder andere aandacht worden besteed aan de cultuurhistorie en diversiteit. De grachtengordel van Groenlo verdient hierbij bijzondere aandacht. Veel bomen in deze gordel bevinden zich in de aftakelingsfase of zijn al geveld. In overleg met lokale partijen zal een plan uitgewerkt
moeten worden. Ook op termijn willen we een hoogwaardige groenzone met bomen rond de gracht en andere parken. 4.2 Kosten en baten De kosten van aanleg en beheer van bomen en boomstructuren zijn fors. De baten kunnen nog niet worden uitgedrukt in euro’s. Bij keuzes over de inrichting van de openbare ruimte ontbreken vergelijkbare gegevens voor het openbaar groen in tegenstelling tot de berekenbare opbrengsten van grond en onroerend goed. Bomen en groen worden daarom slechts als investering en kostenpost meegeteld. We kunnen een betere afweging maken als we ook duidelijk in beeld brengen wat de baten zijn over de levensduur van bomen. Er zijn instrumenten ontwikkeld die de baten in termen van waarde van onroerend goed, microklimaatregulatie, fijnstof- en CO2 opname en dergelijke uitdrukken. Ook zijn de kosten over de levensduur van bomen en boomstructuren redelijk exact te bepalen waarmee de waarde van bomen kan worden gekapitaliseerd. Er zijn echter nog geen betrouwbare instrumenten bekend die juist de economische baten in geldopbrengst kunnen vertalen. Dit heeft te maken met het feit dat bomen in de openbare ruimte niet ten behoeve van economisch gewin worden aangeplant. Zoals gezegd bemoeilijkt dat een juiste economische afweging van belangen. Het verdient nader onderzoek om juist de economische waarde van bomen beter in beeld te brengen. Daarnaast zijn er vele belangengroepen die profijt hebben van de aanwezigheid van bomen. Te denken valt aan inwoners, recreanten, toeristen, (horeca)ondernemers, zorginstellingen voedselproducenten en anderen. Als profijt kan worden berekend is het eenvoudiger om belangengroepen aan te slaan voor een bijdrage voor investeringen in- en beheer van bomen. Ondanks de mogelijkheden en de opgedane ervaring, worden groenbaten niet vanzelfsprekend meegenomen in belangrijke gemeentelijke planinstrumenten zoals de structuurvisie en bestemmingplan met de grond- en vastgoedexploitatie. Voor concrete budgetbeslissingen over groenaanleg en -onderhoud geldt hetzelfde. Bij stadsontwikkeling worden maatregelen niet gekozen op grond van groenbaten. Hooguit wordt achteraf gecheckt of het betreffende ruimtelijk ontwerp meer baten heeft dan kosten. Dit voorkomt weliswaar dat er geld aan maatschappelijk onrendabele projecten wordt besteed, maar zorgt niet voor ontwerpen met een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde. Om dit voor elkaar te krijgen is het nodig om te ontwerpen vanuit baten.
4.3 Compensatie en verevening: In het kader van het VAB beleid, bestemmingsplanwijzigingen en de uitgangspunten van het Landschapsontwikkelingsplan worden inpassingsplannen vereist bij ruimtelijke ontwikkelingen. In gevallen die buiten de regelgeving vallen kan medewerking worden verleend indien er verevening plaats vindt. Het instrument om de winst van de initiatiefnemer (gedeeltelijk) in te zetten voor versterking van het landschap wordt nog nader uitgewerkt. Verder is het van belang dat alle ontwikkelingen met betrekking tot bouwwerken, civieltechnische werkzaamheden en beheersmaatregelen in het buitengebied of aantasting van landschappelijke waarden volledig worden gecompenseerd. Voor zover de werkzaamheden door de gemeente worden geïnitieerd zullen hiervoor voldoende middelen beschikbaar moeten worden gesteld.
4.4 Overzicht aanbevelingen: In de tabel staan de aanbevelingen op thema kort samengevat 1
Thema
Onderwerp
Aanbeveling
Ontwikkeling en beheer
Regels voor omgang met bomen
Opstellen handboek. In het handboek zijn de regels die gelden voor de aanleg en omgang met bomen verzameld. Ook is er een kaart opgenomen met locaties waar bomen aangeplant en vervangen moeten worden. Locaties waar ruimte voor bomen ontbreekt zijn eveneens geïnventariseerd. De locaties waar boomstructuren en landschap beschermd, hersteld en ontwikkeld moeten worden en de wijze waarop, zullen concreet in beeld gebracht moeten worden. Stel binnen de kernen boomlocaties vast (de locaties kunnen zowel in als buiten de hoofdgroenstructuur vallen en zijn aanvullend). Deze locaties in bebouwd gebied dragen in hoge mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit. De locaties zijn van voldoende omvang waardoor de bomen oud en beeldbepalend kunnen worden. De status van de locaties en de bescherming van de bomen krijgen een hoge prioriteit. Voor parken worden plannen gemaakt om het thema bomen op lokaal niveau richting te geven. Dit geldt primair voor de grachtengordel van Groenlo en de omgeving van ’t Hof in Lichtenvoorde. Benut bestaande ruimte optimaal. Inventariseer de ruimte die geschikt is voor bomen en begin daar met nieuwe aanplant, rekening houdend met de landschappelijke kwaliteit. Er dient een keus te worden gemaakt tussen ’obstakelvrije ruimtes’ ten behoeve van de verkeersveiligheid of laanbeplanting ten behoeve van natuur en landschap. Hiervoor kan een ‘beslisboom’ worden ontwikkeld. Een functionele ‘afwaardering’ van invalswegen in de kernen en rustige buitenwegen ten behoeve van de bermruimte zal ruimte creëren voor bomen. Ontwikkel instrumenten om de concrete bijdrage te bepalen van ondernemers en ontwikkelaars in geval van bouwactiviteiten, bestemmingsplanwijzigingen of landschappelijke aantasting in het buitengebied. Door compensatie en verevening dragen ze bij aan herstel en versterking van het landschap. Zorg voor compenserende maatregelen en zo mogelijk voor versterking van de boomstructuur bij werkzaamheden die door de gemeente worden uitgevoerd en waarbij bomen worden bedreigd of verdwijnen. Zo nodig ruimte verwerven op grond van particulieren.
2
inventarisatie
3
Bijzondere boomlocaties
4
Beschikbare ruimte algemeen
5
Beschikbare ruimte langs wegen
6
7
Ruimtelijk beleid
Compensatie bij ontwikkeling en beheer; instrumenten
Compensatie bij ontwikkeling en beheer
8
Kosten en baten
9
Grond van particulieren
10
Landschappelijk concept
Breng de kosten en baten van een groene omgeving duidelijker en concreet in beeld. Vertaal de baten voor zover mogelijk in concrete opbrengsten en geef ook aan welke partijen profiteren. Bij ruimtelijke ontwikkelingen en renovaties worden de uitkomsten in exploitatieopzet en projectkosten tot uitdrukking gebracht. Onderzoek mogelijkheden voor exploitatie van boomstructuren en financieringsconstructies met ondernemers en marktpartijen Onderzoek of bomen en structuren kunnen worden aangeplant op particulier terrein. Onderzoek onder welke juridische condities dit kan plaats vinden. Probeer marktpartijen, grondeigenaren en ondernemers te interesseren voor langlopende exploitatiecontracten. Ook de rolverdeling van grondeigenaar en de gemeente ten aanzien van aanleg, onderhoud, risico en aansprakelijkheid dient onderzocht te worden. De exploitatie van fruit, biomassa e.d. zijn bespreekbaar. Onderzoek de mogelijkheden voor het opzetten van een of meerdere pilots voor de concepten ‘Grootschalig boeren in een kleinschalig landschap’ en ‘Knooperven’. Het gaat in beide gevallen om een ingrijpend landschappelijk proces met perspectief voor ondernemers, natuur en landschap. Binnen deze landschappelijke concepten kan ruimte worden aangewezen voor robuuste nieuwe boom- en landschapsstructuren.