Colofon Hoofdredactie Angelique Weisscher (RSM Niehe Lancée) Eindredactie Marcel Hoenderdos (HenK Communicatie, Bloemendaal) Medewerkers aan dit nummer Cora van Dijk (RSM Kooij + Partners), Peter Janssen (RSM Wehrens, Mennen & de Vries), Roy Demas (RSM Wehrens, Mennen & de Vries), Chris Ketelaars (RSM Wehrens, Mennen & de Vries), Maarten Mennen (RSM Nederland) Vormgeving Studio Naskin, Haarlem Drukkerij LenoirSchuring, Amstelveen Fotografie Marleen Huijsen Overige fotografie stock materiaal Verschijningsdata 2008 maart, juni, september, december. ‘Openbaarmaking is toegestaan bij bronvermelding en volledige publicatie. Hoewel wij de uiterste zorgvuldigheid betrachten, kan voor de inhoud van deze nieuwsbrief geen aansprakelijkheid worden aanvaard.’
RSM Niehe Lancée Accountants & Belastingadviseurs Robijnstraat 3, Postbus 366, 1800 AJ Alkmaar T 072–541 11 11 F 072-540 50 40 Burgemeester Haspelslaan 131, 1181 NC Amstelveen T 020-347 90 30 F 020-643 95 26 Hilversumstraat 324, Postbus 36310, 1020 MH Amsterdam T 020-635 20 00 F 020-635 20 30 Diakenhuisweg 11, Postbus 5037, 2000 CA Haarlem T 023-530 04 00 F 023-536 75 74 E
[email protected]
I www.rsmniehelancee.nl
RSM Niehe Lancée werkt samen met Brouwer & Oudhof Administratieconsulenten, The NL Trust, THW Accountants & Adviseurs en Pesman Advocaten en is aangesloten bij RSM International, het 7de netwerk van de wereld van zelfstandige accountants- en advieskantoren met vestigingen in 64 landen. Landelijk werkt RSM Niehe Lancée samen met RSM Kooij + Partners te Utrecht en RSM Wehrens, Mennen & de Vries met vestigingen in Eindhoven, Heerlen, Maastricht, Roermond en Venlo.
ReSuMé
Voor u ligt de vijfde editie van ReSuMé, de gezamenlijke nieuwsbrief van RSM Niehe Lancée, RSM Wehrens, Mennen & de Vries en RSM Kooij + Partners. Heeft u naar aanleiding van de inhoud nog vragen, dan kunt u altijd contact opnemen met uw contactpersoon binnen onze organisatie. Wij wensen u veel leesplezier! Directie en medewerkers RSM Niehe Lancée
2
4 7
Onbekend maakt niet altijd onbemind!
Sportieve dag medewerkers RSM-kantoren! ‘Zonne-energie ís de toekomst’
2
Bezoek van de AFM
Algemeen Nut Beogende Instelling onder de loep
9
RSM Academy
3
4
Maandelijkse loonadministratie komt te vervallen
Cora van Dijk staat stil bij anderhalf jaar RSM Nederland
11
6
THW Accountants & Adviseurs welkome aanvulling RSM Niehe Lancée
Over kwaliteit gesproken...
De belastinginspecteur kan een aanslag opleggen als u in uw aangifte bewust inkomsten verzwijgt of te veel kosten aftrekt. Deze aanslag kan worden verhoogd met een vergrijpboete van 25 tot 100% van de verschuldigde belasting. De inspecteur moet dan wel kunnen bewijzen dat de onjuiste aangifte aan uw grove schuld of opzet is te wijten. Dit laatste is een belangrijke verandering.
De Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) is sinds oktober 2006 van kracht en stelt een aantal concrete eisen aan accountantsorganisaties om de kwaliteit van de accountantscontrole te waarborgen. Deze wet schrijft onder meer voor dat een accountantsorganisatie een vergunning moet hebben om wettelijke controles te mogen uitvoeren. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is de instantie waar de vergunning moet worden aangevraagd. Daarnaast is verder geïnvesteerd in de skills van onze professionals vanuit onze academies. Een korte update van beide.
Tot 1 december 2006 werd de kennis van uw fiscale adviseur en alle andere handelingen die uw adviseur voor u verrichtte aan u toegerekend. Hierdoor kon de inspecteur makkelijk aantonen dat u had moeten weten dat de aangifte niet juist was. De inspecteur had daarmee eenvoudig aan zijn bewijslast voldaan en u had de boete maar te betalen, zelfs als u helemaal van niks wist omdat het bijvoorbeeld een fout van uw adviseur betrof. U werd dan gestraft en moest eventueel maar zelf de boete op uw adviseur verhalen.
Verrassende uitspraak Door een verrassende uitspraak van de Hoge Raad is het echter vanaf 1 december 2006 voor de belastinginspecteur een stuk moeilijker geworden om aan u een boete op te leggen. De Hoge Raad heeft haar uitspraak gebaseerd op de Europese regelgeving. Uit die regels blijkt dat toerekening van de kennis van uw adviseur aan u niet zonder meer mogelijk is. De inspecteur krijgt het dus een stuk moeilijker. Hij moet voortaan bewijzen dat met het indienen van de verkeerde aangifte bij u als belastingplichtige opzet in het spel was. Dat is daarmee nu niet meteen onmogelijk geworden, maar wel veel lastiger. De inspecteur slaagt alleen in zijn bewijs als hij aannemelijk kan maken dat u had kunnen weten dat de aangifte foutief was. Hiervan is sprake omdat u één en ander heeft besproken met uw adviseur of als u weet dat deze adviseur niet terzake kundig is. De inspecteur zal niet snel aan dit bewijs kunnen voldoen. Temeer omdat fiscale adviezen en besprekingsverslagen doorgaans niet aan de Belastingdienst ter beschikking worden gesteld. Kortom, het wordt voor de Belastingdienst een lastige kluif om dit te bewijzen. Ons advies: houd u van de domme en blijft u gebruik maken van een deskundige belastingadviseur. In het onwaarschijnlijke geval dat deze een fout maakt blijft u gevrijwaard.
2
AFM & Academies
Onbekend maakt niet altijd onbemind!
AFM bezoek De organisaties van het RSM Nederland netwerk vallen onder de bovengenoemde Wta regeling. RSM Niehe Lancée, RSM Kooij + Partners en RSM Wehrens, Mennen & de Vries hebben daarom met succes werk gemaakt van het verkrijgen van een vergunning. Naar verwachting vindt de formele verstrekking van de vergunning voor alle aanvragers in oktober van dit jaar plaats omdat dan de formele AFM procedure van review ingaat. De wet stelt dat het bestuur van een accountantsorganisatie verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de uitgevoerde controle en de door de externe accountant af te geven verklaring. In de periode januari tot december 2007 heeft de AFM onderzoek gedaan bij accountantsorganisaties die controles uitvoeren, vanaf april van dat jaar ook bij organisaties van openbaar belang (beursgenoteerde ondernemingen, kredietinstellingen en verzekeraars). De AFM heeft begin 2007 onderzoek verricht bij RSM Niehe Lancée met haar zogenoemde onderzoek ter plaatse (OTP). De onderzoeken bij RSM Wehrens, Mennen & de Vries en RSM Kooij + Partners hebben respectievelijk plaatsgehad in oktober en november 2007. Omdat elke organisatie haar eigen vergunning aanvraagt, was een gelijkmatige onderzoeksspreiding over het jaar 2007 zichtbaar. Bij elke visitatie is onderzoek verricht naar de kwaliteit van het stelsel van kwaliteitsbeheersing, dat onder coördinatie van de centrale afdeling Vaktechniek (Professional Practices) tot stand is gekomen. Het accent van de
onderzoeken lag enerzijds bij de opzet en bestaan van ons kwaliteitssysteem QUARTS, de wijze van toepassing daarvan in de controlepraktijk, en anderzijds op de kwaliteit van onze controledossiers. Ook is gekeken naar de noodzakelijke infrastructuur om dit mogelijk te maken.
De AFM heeft voor het RSM Nederland netwerk een positieve beoordeling afgegeven waarmee is aangetoond dat wij op de goede kwaliteitsweg zitten en waarbij wij konden profiteren van bruikbare aanwijzingen voor een nog verdere kwaliteitsverbetering.
Academies….
Accountancy Academy: Het RSM Nederland netwerk heeft in 2007 een omvangrijk cursusprogramma voor accountancy opgezet. Hiervoor is het instituut Accountancy Academy opgericht en sinds april 2007 operationeel en geaccrediteerd door een van onze beroepsverenigingen, het Koninklijk NIVRA, voor het verstrekken van PE punten. Ook is werk gemaakt van het opzetten van een kennisdatabase voor direct en indirecte kennisdienstoverdracht binnen het RSM Nederland netwerk. Belangrijk is daarbij de verbondenheid van ons netwerk aan RSM International, waardoor de kennisontsluiting zich niet beperkt tot onze landsgrenzen.
Academy RSM International: Een belangrijke plaats in het internationale RSM netwerk, waarmee het RSM Nederland netwerk verbonden is, neemt de RSM Academy in. Het is een initiatief om de professionals van RSM collega bedrijven over de gehele wereld in de gelegenheid te stellen om het RSM netwerk verder uit te bouwen. Vorig jaar werd de eerste bijeenkomst van de RSM Academy gehouden, en wel in Nederland (Veldhoven). Onderwerpen die onder andere aan de orde kwamen waren: ‘Quality’, ‘Delivering value to clients’, ‘International Awareness’, ‘Sharing of best practices’ en ‘Networking’. Een belangrijk doel van de Academy is om klanten optimaal te kunnen bedienen, ook als deze multidisciplinair of multicultureel zijn. Het bij elkaar komen van de RSM-professionals levert daar een goede bijdrage aan. Voor 2008 zit het RSM (Nederland) netwerk bepaald ook niet stil. Verdere professionalisering door onder andere de invoering van elektronische dossiervorming zijn topics.
3
Algemeen Nut Beogende Instelling onder de loep
De medewerkers van RSM Niehe Lancée, RSM Wehrens, Mennen & de Vries en RSM Kooij+Partners hebben in september jl. hun sportieve beentjes voorgezet. Na de plenaire sessie met een presentatie over het eerste jaar RSM Nederland netwerk, een indrukwekkende film én een voortreffelijke lunch, ging het hele gezelschap naar het strand van Den Haag voor een beachvolleybaltoernooi en pétanque. Uiteraard werd de avond afgesloten met een knallend strandfeest met live band. Dat het een succes was blijkt wel uit de foto’s!
Op 1 januari 2008 is er weer het nodige in de fiscale wetgeving veranderd. Zo ook voor de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De belastingregels voor ANBI’s op het gebied van schenking, successie en aftrek van giften (inkomsten- en vennootschapsbelasting) zijn aangepast. Alleen de instellingen die de Belastingdienst aanmerkt als een ANBI kunnen gebruikmaken van de fiscale voordelen. Om als ANBI te worden aangemerkt, moet een beschikking worden aangevraagd bij de Belastingdienst, ook als de ANBI eerder al gerangschikt is bij de Belastingdienst.
Algemeen Nut Beogende Instelling
Sportieve dag medewerkers RSM-kantoren!
Een ANBI is een kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of algemeen nut beogende instelling die als zodanig door de Belastingdienst is aangemerkt. Belastingtechnisch heeft een ANBI een aantal voordelen: Een ANBI hoeft geen successierecht of schenkingsrecht te betalen over erfenissen en schenkingen; Uitkeringen die een ANBI doet in het algemene belang zijn vrijgesteld voor het recht van schenking; Als een instelling door de Belastingdienst is aangemerkt als een ANBI, kan een donateur giften van inkomsten- of vennootschapsbelasting aftrekken (uiteraard binnen de daarvoor geldende regels).
Eisen ANBI In het ANBI-besluit staat beschreven aan welke eisen een ANBI per 1 januari 2008 moet voldoen. De eisen die in het besluit gesteld zijn, lijken op de eisen waaraan moet worden voldaan om het CBF-keurmerk te krijgen. De Belastingdienst zal bij het aanvragen van de beschikking controleren of aan de daaraan gestelde voorwaarden wordt voldaan. Een eenmaal afgegeven beschikking kan worden ingetrokken indien niet meer aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan.
Feitelijke werkzaamheden Om aangemerkt te kunnen worden als ANBI moeten het doel en de feitelijke werkzaamheden van de instelling een algemeen belang dienen. Verder mag een ANBI geen winstoogmerk hebben. Een instelling mag dus geen particulier of individueel belang dienen. Onder andere sportverenigingen, 4
personeelsverenigingen en commerciële instellingen zijn niet aan te merken als een ANBI.
van de instelling een positief saldo is, dat moet worden besteed aan een soortgelijk doel als dat van de opgeheven instelling.
Afgescheiden vermogen Ook moet de instelling een afgescheiden vermogen hebben. Een natuurlijk persoon of een rechtspersoon in de functie als bestuurder en/of beleidsbepaler mag namelijk niet over het vermogen van de instelling beschikken als ware het zijn eigen vermogen. Dit heet het ‘beschikkingsmachtcriterium’. Dit criterium verzekert (onder andere) dat de instelling onafhankelijk is ten opzichte van donateurs en begunstigden. Een natuurlijk persoon of een rechtspersoon in de functie als bestuurder en/of beleidsbepaler mag daarom geen meerderheid van de zeggenschap hebben over het vermogen van de instelling.
Een ANBI moet een actueel beleidsplan hebben. Dit is een document dat inzicht geeft in de manier waarop de doelstelling van de ANBI wordt uitgevoerd. Dit mag ook een meerjarig beleidsplan zijn. Ook heeft de ANBI administratieve verplichtingen.
Bekendmaking door de Belastingdienst Om als ANBI te worden aangemerkt, moet de instelling een beschikking aanvragen. Op de site van de Belastingdienst staat welke instellingen zijn aangemerkt als ANBI. Als een instelling niet meer als ANBI wordt aangemerkt, maakt de Belastingdienst dat ook bekend.
Eigen vermogen Een ANBI mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de instelling. Dit heet het ‘bestedingscriterium’. Het doel van het bestedingscriterium is het voorkomen van nietredelijke vermogensvorming (oppotten van vermogen). In bepaalde situaties mag de ANBI wel eigen vermogen aanhouden.
Overige regels Beleidsbepalers (de bestuurders of leden van de raad van toezicht) mogen geen andere beloning ontvangen dan een vergoeding voor gemaakte onkosten. Ook mogen ze, als ze daarvoor in aanmerking komen, een vacatiegeld ontvangen dat niet bovenmatig is. Daarbij kan worden gedacht aan een vergoeding tussen de e 68 en e 102, afhankelijk van de omvang van de taak. De kosten van het werven van geld en de beheerkosten moeten in redelijke verhouding staan tot de bestedingen. Kosten voor propaganda, publiciteit en public relations zijn voorbeelden van kosten van het werven van geld. Dat geldt ook voor de kosten om opbrengsten uit collecten, mailingacties, giften, nalatenschappen, loterijen en subsidies te krijgen. Een voorbeeld van beheerskosten zijn administratiekosten. Uit de regelgeving (de statuten) moet blijken dat als er bij opheffing 5
Cora van Dijk staat stil bij anderhalf jaar RSM Nederland
‘Samenwerking in alle opzichten geslaagd’
Het is ruim anderhalf jaar geleden dat RSM Niehe Lancée, RSM Kooij + Partners en RSM Wehrens, Mennen & de Vries intensief zijn gaan samenwerken. Cora van Dijk, bestuurslid van RSM Nederland, staat stil bij het eerste jaar. “Het fundament staat. We kunnen nu verder bouwen.”
Wat is het algemene gevoel na een jaar samenwerking? "Ik heb een heel goed gevoel na het eerste jaar. De samenwerking voelt prettig aan, en belangrijker is dat we naar mijn gevoel al het nodige hebben bereikt. Vooral als het gaat om kennisuitdeling en vergunningen hebben we samen opgetrokken. Natuurlijk ontkom je er in de beginfase van een dergelijke samenwerking niet aan om de communicatie en overlegstructuren op te zetten. Daar gaat veel tijd in zitten, maar is noodzakelijk om een duidelijke en heldere structuur te hebben. Ik zie het zo dat de organisatie nu goed staat en we verder kunnen bouwen. Dat geldt in eerste instantie natuurlijk voor onze klanten. Waar we kunnen gaan zij – nog meer dan nu al het geval is – de voordelen van de samenwerking zien. Dat kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van ons kenniscentrum en onze specialisten op bepaalde vlakken.”
Met de samenwerking kennen de drie kantoren de voordelen van een grote organisatie en de voordelen van een zelfstandige lokale speler. Is dat in de praktijk ook te merken? “Ja, absoluut. Als organisatie behoren we niet bij de ‘big four’, we hebben bewust gekozen voor een lokale benadering met een daarbij horende tarievenstructuur. Met de samenwerking hebben we wel in een klap ons netwerk aanzienlijk vergroot en hebben onze klanten ook daadwerkelijk baat bij de specialistische kennis die we in huis hebben. We hebben er overigens bewust voor gekozen om cliënten niet uit te wisselen, ook al zijn ze in het gebied van een ander kantoor gevestigd. De gezichten blijven dus vertrouwd, dat vinden we belangrijk. Daarnaast is het zo dat we als RSM Nederlandkantoren onze controlevergunningen, verplicht 6
gesteld door de Wta, zullen verkrijgen waardoor we de status als professionele organisatie hebben kunnen bestendigen en ook onze werkzaamheden op dat vlak kunnen blijven uitoefenen. Voor de status van onze kantoren is dat een belangrijke en ook goede stap.”
Sluit de kwaliteit van de medewerkers van de drie kantoren goed op elkaar aan? “Ja. We denken daar allemaal vrijwel hetzelfde over. We hebben kwalitatief uitstekende medewerkers in dienst, die we als ons belangrijkste bezit zien. En waar we ook in willen en durven investeren. Dat doen we bijvoorbeeld op het gebied van scholing. Er bestaat inmiddels een aantal gemeenschappelijke cursussen en we hebben de zogeheten accountancy academy opgericht. De ontwikkeling van onze medewerkers staat hoog in het vaandel. Daar hebben niet alleen zij baat bij, maar natuurlijk ook onze cliënten. Daarnaast besteden we binnen RSM Nederland veel aandacht aan de arbeidsmarkt en het werven van nieuwe medewerkers. Gezien de krapte valt dat ook voor ons niet mee, maar in de praktijk merken we dat we door de schaalvergroting wel interessanter zijn geworden als werkgever. Dat heeft niet alleen te maken met onze scholingsmogelijkheden, maar ook door de mogelijke uitwisseling door kantoren en ook door het internationale netwerk waar we aan zijn verbonden.”
Over het internationale netwerk gesproken. Wat is de toegevoegde waarde van RSM International in de praktijk? “Er bestaan strenge criteria om tot het netwerk te worden toegelaten. Een RSM-kantoor in Nederland moet over dezelfde kwalificaties beschikken als een RSM-kantoor in de Verenigde Staten. Dat betekent een strenge controle en een uitermate strenge
selectie om in het netwerk te komen. Niet alleen dient het kantoor qua organisatie op orde te zijn, maar ook de kwaliteit van de dienstverlening speelt een belangrijke rol. Het feit dat de drie kantoren nu lid zijn van het netwerk, zegt dat we die kwaliteit in huis hebben.
garanderen heb je wel een bepaalde massa nodig. Daarnaast zien we met name op de gebieden van corporate finance en risk assurance veel ontwikkelingen. Op die vlakken zal de komende jaren het een en ander gebeuren.”
Daarnaast kunnen we ook profiteren van de kennis en kunde die RSM International in huis heeft. Zo is er onlangs een bijeenkomst geweest van de RSM Academy (zie elders in deze ReSuMé) en een congres over het onderwerp Merger & Acquisition.”
Hoe ziet u de toekomst?
Gosse Boxhoorn van Solland Solar
“De samenwerking zal de komende jaren verder worden geïntensiveerd. Waar we kunnen samenwerken en de zaken uniform kunnen aanpakken zullen we dat doen. Het moet echter niet als een keurslijf aanvoelen. De drie kantoren moeten flexibel kunnen blijven en de dingen tot op zekere hoogte naar eigen wensen en behoeften invullen. Ik denk dat we een belangrijke speler op ons vakgebied blijven. Groei op zich is daarbij niet ons streven. Maar we staan voor een hoge kwaliteit, en om dat te
Locaties RSM Nederland
‘Zonne-energie ís de toekomst’
De landsgrens loopt midden door het pand. Met een rode streep is aangegeven waar de scheidslijn is tussen Nederland en Duitsland. Solland Solar – producent van zonnecellen - is gevestigd in het Limburgse Heerlen én in het Duitse Aken. Een bijzondere situatie. Directeur van Solland Solar is de aimabele Amsterdammer Gosse Boxhoorn (54). “Straks kan niemand meer om zonne-energie heen.” Gosse Boxhoorn beschikt over een opmerkelijke combinatie van eigenschappen. Zeer communicatief aan de ene kant, daarnaast bijna een uitvinder en uitstekend in staat ‘gaten in de markt’ te ontdekken en die ook te vullen. Boxhoorn heeft opmerkelijke keuzes gemaakt in zijn leven. Hij ging scheikunde studeren ‘omdat het verreweg mijn slechtste vak was op school, ik vond het logisch om me daar dan in te
verdiepen’. Rondde zijn studie af en promoveerde in 1980 op het onderwerp fotochemie. Studeerde ook nog tijdelijk economie, en ging na zijn promotie bij Shell in Amsterdam werken. Daar vond hij onder meer een oplossing voor de ‘bruine pluimen’ die in de jaren zeventig bij bedrijven als DSM veelvuldig te zien waren. Een vinding waarmee hij de Europese milieuprijs won. 7
Over Solland Solar
Geen nadelige emissies Boxhoorn zou tot het begin van dit decennium bij Shell blijven werken. Hij liep al jaren met het idee in zijn hoofd zich aan zonne-energie te wijden. Wat hem betreft de absolute nummer één brandstof van de toekomst. Boxhoorn: “Zonne-energie is de ideale oplossing, daarover zijn alle deskundigen het eens. De zon genereert dagelijks circa 3.000 keer ons wereldwijde energieverbruik. Het is gratis en veroorzaakt op aarde geen nadelige emissies. Voldoende energie voor 500.000 jaar. De natuur geeft eigenlijk het goede voorbeeld, want een blad groeit vanzelf en heeft geen hulpstoffen nodig.” Maar waarom, zo vraagt Boxhoorn zich af, breekt zonne-energie nog altijd niet door, terwijl de voordelen zo groot zijn? Het antwoord is in zijn optiek duidelijk. “De belangen van de fossiele brandstoffen zijn zeer groot. Amerika is verslaafd aan olie en Nederland aan het gas. Er wordt veel te weinig geïnvesteerd in zonne-energie. De budgetten voor onderzoeken naar kernenergie, schoon fossiel, groen gas zijn vele malen groter dan voor zonne-energie. De subsidies, rechtstreeks of indirect, zijn vele malen groter voor deze oude oplossingen. Er is geen eerlijk speelveld en het wordt tijd dat we dit gaan veranderen.” Tegelijkertijd realiseert Boxhoorn zich dat er in Nederland momenteel helaas weinig hoop op verandering is ‘gezien de samenstelling en stroperigheid van de verschillende adviesorganen van de Overheid’. “Maar elders zien we een omslag in het denken. Nederland laat met deze aanpak enorme kansen voor het bedrijfsleven liggen in de grootste groeimarkt ter wereld. Vanuit een toppositie zijn we afgezakt naar onderste regionen, in Europa staan we op de 23e plaats wat betreft de toepassing van duurzame energie. We lopen hopeloos achter.”
Groeimarkt Deze ontwikkeling neemt niet weg dat Boxhoorn er vol voor gaat om zijn bedrijf verder te ontwikkelen. Dat gaat hem bijzonder goed af (zie kader). Tot 2019 zijn er contracten getekend, Solland Solar kan de productie van zonnecellen bijna niet aan. “Onze halffabrikaten zijn 100% voor de export bestemd. En inderdaad, het is een enorme groeimarkt. 8
Solland Solar is een Nederlands-Duitse fabrikant van zonnecellen (fotovoltaïsche cellen). Bij de start van de productie eind 2005 bedroeg de capaciteit van Solland Solar 20MWp/j. Na een recente uitbreiding is de capaciteit opgevoerd tot 60MWp/j, om vanaf medio 2008 het niveau van 170 MWp/j te bereiken. Solland Solar zet in op aanhoudende groei. De onderneming streeft naar een productiecapaciteit van 500 MWp/j in 2010 met een bijbehorende omzet van 1 miljard euro. Het aantal werknemers zal dan zijn opgelopen van 160 (2007) tot 400 in 2008 en 1.000 in 2010. De prestaties van Solland Solar blijven niet onopgemerkt. Zo won het in 2006 ‘The Rising Star Award’ van Deloitte/FEM Business. Dit jaar kreeg Solland Solar de ‘Euregion Meuse-Rhine Investment Award’ toebedeeld.
Naar verwachting bedraagt de omzet van de totale markt in 2010 tussen de 60 en 100 miljard euro. Als wij het goed blijven doen, zal die groei vanzelf ook op ons afstralen.” Zo goed als het nu gaat en volgens verwachting zal blijven gaan, zo moeilijk was het in de startfase van het bedrijf. Boxhoorn had voor zijn bedrijf een startinvestering nodig van enkele miljoenen euro’s. Mede om die reden is hij uiteindelijk gevestigd op de grens van Nederland en Duitsland, aangezien hij van beide kanten een subsidie kreeg. “Het is maar de vraag of we anders überhaupt van start hadden kunnen gaan. Wat dat betreft was het een goede oplossing.” Dat neemt niet weg dat er ook minder aangename kanten aan de bijzondere vestigingslocatie zitten. “Duitsland en Nederland kennen 264 verschillende wetten. Ga daar maar eens aan staan. Verder hebben we te maken met Nederlandse en Duitse regels. Bijvoorbeeld op het gebeid van veiligheid. Wat dat betreft hebben we zowel het Nederlandse als Duitse model moeten aanhouden. En zie je in het pand ook tweetalige voorschriften bij brandblussers, etc. In ieder geval hebben we ons onder meer moeten laten adviseren en voorlichten door RSM Wehrens, Mennen & de Vries. Zij hebben ons veel werk uit handen genomen en waar dat kon de juiste adviezen en tips gegeven.”
Wijzigingen inhoudingsplicht loonheffingen DGA
Maandelijkse loonadministratie komt te vervallen
Eenmans-BV’s hoeven in de toekomst geen loonadministratie meer te voeren. In het kader van de administratieve lastenverlichting komt de inhoudingsplicht loonheffingen te vervallen voor vennootschappen waarbij alleen directeur grootaandeelhouders in dienst zijn. Oorspronkelijk was ervoor gekozen deze wijzigingen per 1 januari 2008 te laten ingaan. Om uitvoeringstechnische redenen heeft het ministerie ervoor gekozen deze ingangsdatum uit te stellen naar 1 januari 2009. Deze wijziging is van toepassing op vennootschappen die: • een of meerdere DGA’s in dienst hebben; • allen niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen; • daarnaast geen ‘gewone’ werknemers in dienst hebben; • en tevens - al dan niet tezamen met hun echtgenote en/of bloed- of aanverwanten in de rechte linie - meer dan 5% van de aandelen in die vennootschap bezitten. Per 1 januari van elk jaar dient te worden beoordeeld of er aan deze voorwaarden wordt voldaan. Zodra bijvoorbeeld ander personeel in dienst van de vennootschap komt, zal de vrijstelling weer komen te vervallen.
Partner op loonlijst? In de praktijk staat ook vaak de partner van de DGA op de loonlijst van de vennootschap. Hierbij komt de vraag aan de orde of dan toch de inhoudingsvrijstelling voor de vennootschap geldt, zodat geen loonadministratie hoeft te worden gevoerd. Naar de mening van de Belastingdienst geldt de vrijstelling echter alleen indien de echtgenote statutair directeur van de vennootschap is, maar niet als zij als een ‘gewone’ werknemer werkzaamheden verricht. De inhoudingsvrijstelling houdt in dat er vanaf 1 januari 2009 geen loonheffingen meer hoeven te worden ingehouden en/of afgedragen over het salaris of pensioen. Tevens hoeft er geen maandelijkse aangifte loonheffingen meer te worden gedaan.
Jaarlijkse aangifte Voor de DGA (van een kwalificerende vennootschap) heeft dit tot gevolg dat het loon wordt belast via de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. Aangezien op het maandloon geen loonheffingen meer worden ingehouden kan deze DGA het brutoloon, zonder inhoudingen, ontvangen. De Belastingdienst zal wel voorlopige aanslagen inkomstenbelasting gaan opleggen, die in maandelijkse termijnen kunnen worden betaald. Doordat het loon niet meer onder de loonheffingen valt, zal de controle door de Belastingdienst worden gedaan bij de DGA (in privé) en niet meer bij de vennootschap. Onbelaste kostenvergoedingen blijven gewoon mogelijk, maar dienen door de DGA wél voldoende naar aard en veronderstelde omvang te kunnen worden onderbouwd. De verplichting om kostenvergoedingen schriftelijk te onderbouwen blijft dus bestaan, maar wordt verlegd van de vennootschap naar de aandeelhouder. Daarnaast zal een eventueel voordeel wegens privégebruik van de auto van de zaak weer via de inkomstenbelasting worden belast en zullen discussies omtrent de vaststelling van een gebruikelijk loon in de inkomstenbelastingsfeer worden afgehandeld.
Nadelen De inhoudingsvrijstelling leidt tot een administratieve lastenverlichting, maar kan ook een paar nadelen hebben. Zo kan er bijvoorbeeld geen gebruik meer worden gemaakt van de mogelijkheden van eindheffing en kan er geen gebruik worden gemaakt van de afdrachtverminderingen, zoals de afdracht speur- en ontwikkelingswerk. De Belastingdienst heeft inmiddels een “opgaaf beëindiging inhoudingsplicht” verzonden aan de vennootschappen die mogelijk voor de inhoudingsvrijstelling in aanmerking komen. Aangezien de wijziging is uitgesteld tot 1 januari 2009 hoeft dit formulier in principe niet te worden teruggestuurd.
9
Geen keuzemogelijkheid Deze regeling betreft geen keuzemogelijkheid. Iedere vennootschap die aan de voorwaarden voldoet mag geen loonheffingen meer inhouden en moet het formulier “opgaaf beëindiging inhoudingsplicht” volledig invullen en terugsturen. De enige mogelijkheid voor kwalificerende vennootschappen om onder de bestaande inhoudingsplicht loonheffingen te blijven vallen, is in voornoemde opgaaf aan te geven dat de verwachting bestaat dat er vóór aanvang van het jaar 2009 nog ‘gewoon’ personeel in dienst van de vennootschap komt. In dat geval voldoet de vennootschap per 1 januari 2009 niet aan de voorwaarden en blijft de inhoudingsplicht voor het jaar 2009 bestaan.
Gevolgen gewijzigde invoeringsdatum (voor de vennootschap) De inhoudingsplicht voor de loonheffingen blijft voor het jaar 2008 gewoon bestaan. Indien het formulier opgaaf beëindiging inhoudingsplicht reeds is ingestuurd, zal dit door de Belastingdienst niet in behandeling worden genomen. Deze vennootschappen zullen gewoon weer een uitnodiging ontvangen voor het doen van aangifte loonheffingen 2008.
Gevolgen van de gewijzigde invoeringsdatum (voor DGA’s) De vennootschap waarbij de DGA in dienst is, houdt over het jaar 2008 gewoon loonheffingen in over het loon van de DGA. De uitgereikte schattingsformulieren voor DGA’s hoeven niet te worden ingeleverd. Indien dit formulier wél reeds is ingediend, adviseren wij u de eventueel te hoog vastgestelde voorlopige aanslag inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen 2008 goed te (laten) controleren.
10
Even voorstellen…
THW Accountants & Adviseurs welkome aanvulling RSM Niehe Lancée
THW Accountants & Adviseurs uit Amstelveen maakt sinds 1 januari 2007 officieel deel uit van RSM Niehe Lancée. THW is in 1988 opgericht door Bert Weber en John ten Hoope, beiden afkomstig van KPMG. Na een fusie met een AA-kantoor in de jaren negentig is THW uitgegroeid tot een organisatie met 25 medewerkers, en hebben we een uitstekende naamsbekendheid. Onder de toegenomen druk van alle nieuwe regelgeving (WTA, BTA, VGC, vergunningenstelsel, AFM, COS) is het voor accountantskantoren van relatief beperkte omvang bijna onmogelijk geworden om op een economisch verantwoorde wijze een kwalitatief hoogwaardig product te blijven bieden. Met name vanwege deze noodzaak tot schaalvergroting is THW op zoek gegaan naar een geschikt kantoor om zich bij aan te sluiten. Uiteindelijk is het contact met RSM Niehe Lancée tot stand gekomen. Bert Weber: “Het eerste gesprek met Rudolf Winkenius en Ronald Kleine voelde meteen goed aan. Door de vele positieve ontmoetingen die hierop volgden groeide al snel de overtuiging dat RSM Niehe Lancée voor THW de juiste partij was om zich bij aan te sluiten.” In verband met de vergunningaanvraag bij de AFM is de controlepraktijk van THW reeds per 1 november 2006 ingebracht bij RSM Niehe Lancée, en sinds 1 januari 2007 is de opname in de groep een feit. Overigens wordt voor alle werkzaamheden waarbij geen zekerheid wordt gegeven (zoals samenstelopdrachten) nog steeds gebruik gemaakt van de naam THW.
Bank. De internationale expansiedrift van onze cliënt IJS Global heeft eind vorig jaar onze samenwerking met RSM Niehe Lancée in een stroomversnelling gebracht. Eén en ander heeft er inmiddels toe geleid dat RSM in de VS groepsaccountant van deze luchtvaarttransportonderneming is geworden.” Ondertussen krijgt de samenwerking met RSM Niehe Lancée op allerlei niveaus gestalte. Zo is er een gezellige middag/avond op het strand in Bloemendaal geweest met kantoor Amsterdam en vindt er met enige regelmaat over en weer uitwisseling van mensen plaats. Bert Weber: “Deel uitmaken van RSM Niehe Lancée voelt daarmee voor ons als een warm bad.”
Laagdrempelig De samenstelpraktijk maakt het leeuwendeel uit van de werkzaamheden. John ten Hoope: “Onze focus is dan ook vooral gericht op het MKB. Onze organisatie is laagdrempelig en bestaat voor een groot deel uit jonge mensen die studeren voor accountant. Tot onze klantenkring behoren onder meer de Schouwburg Amstelveen, de Koninklijke Nederlandse Zeil- en Roeivereniging te Muiden, Cabaretgroep Purper, gewichtsbeheersingskliniek New Figure en het Cobra Museum Amstelveen. Daarnaast voeren wij opdrachten uit voor diverse banken. Zo is THW betrokken geweest bij de afsplitsing van de Regiobank van ING naar SNS en vervullen wij nu op interimbasis de interne auditfunctie bij de Triodos 11