Collectief arbeidsrecht Deel 2 Vakverenigingsvrijheid Het recht op collectief onderhandelen Mededingingsrecht Mr. dr. J. van Drongelen
UITGEVERIJ Zutphen2009
Inhoudsopgave
Afkortingen / 9 Voorwoord /13 1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.5 1.6 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.6 2.7 2.7.1 2.8 2.9 2.10 2.10.1
Inleiding /15 Het vrijheidsideaal /15 Het recht van vergaderen en verenigen aan banden /16 Het recht van vereniging en vergadering /17 Intrekking Wet op de vereniging en vergadering /18 Het coalitieverbod /18 Arbeidsconflicten /19 De bescherming van arbeidswilligen / 20 Naar een collectieve arbeidsvoorwaardenvorming / 21 Internationale waarborgen voor de collectieve arbeidsvoorwaardenvorming / 22 Handhavingsmethodieken / 23 De IAO-verdragen en de Nederlandse loonpolitiek / 24 Fundamentele rechten / 25 Wijze van behandeling / 26 Vrijheid van vakvereniging / 27 Inleiding/27 Geen preventief toezicht van overheidswege / 27 Wel repressief toezicht van overheidswege / 28 Vakverenigingsvrijheid: een grondbeginsel van internationaal arbeidsrecht / 28 IAO-verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht / 28 Het Europees Sociaal Handvest / 30 Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden / 30 Het Handvest van grondrechten van de Europese Unie I 32 Het vergaderrecht / 33 De rechtspersoonlijkheid van een vakvereniging / 33 De interne organisatie van een vakvereniging / 35 Meldingsverplichting / 36 Het lidmaatschap van de (vakvereniging I 37 Het beƫindigen van het lidmaatschap van de (vakjvereniging / 38 Individuele positieve vakverenigingsvrijheid / 40 De keuzevrijheid van de werkgevers / 41
INHOUDSOPGAVE
2.11 2.11.1 2.11.2 2.12 2.13 2.14 3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.4 3.4.1 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.5.8 3.5.9 3.5.10 3.5.11 3.5.12 3.5.13 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3
De individuele zogenoemde 'negatieve' vakverenigingsvrijheid / 42 Het zogenoemde 'verplicht lidmaatschap' of de 'closed shop' / 42 Een variant op de 'closed shop'-constructie op decentraal niveau / 47 De gelijke behandeling van georganiseerde en ongeorganiseerde werknemers / 48 De bevoordeling van georganiseerde werknemers / 49 Contractuele bedingen / 51 Het recht op collectief onderhandelen / 53 Inleiding / 53 De individuele en collectieve contractsvrijheid / 53 Het lidmaatschap van een cao-partij en de binding aan de collectieve arbeidsovereenkomst / 55 De zogenoemde 'art. 14-werknemer' I 55 Het recht op collectief onderhandelen: een grondbeginsel van internationaal arbeidsrecht / 56 IAO-verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht / 56 IAO-verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen / 57 Een steeds terugkerend fenomeen / 59 Het Europees Sociaal Handvest / 63 Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden / 63 Het Handvest van grondrechten van de Europese Unie / 66 Het recht op collectief onderhandelen, geen absoluut recht 166 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs / 67 Is het recht op collectief onderhandelen afdwingbaar? / 69 Tegen wie moet een vordering worden ingesteld? / 70 Vorderingsmogelijkheden voor toelating tot de cao-onderhandelingen / 71 Toelating tot cao-onderhandelingen / 73 Is weigering van toelating rechtmatig? / 75 (Te) veel of nieuwe gesprekspartners / 76 Gebrek aan onderhandelingsruimte / 76 Weglopen van de onderhandelingspartners / 77 Onbetrouwbare gesprekspartner / 77 Onvoldoende kennis en ervaring / 78 Toelating tot onderhandelingen over een lopende collectieve arbeidsovereenkomst / 78 Weigering om een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten / 79 Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden / 79 Het Europees Sociaal Handvest / 82 Representativiteit / 82 Statutaire representativiteit / 83 Numerieke representativiteit / 84 Relatieve representativiteit / 88
INHOUDSOPGAVE
3.6.4 3.6.5 3.6.6 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3 3.7.4 3.7.5 3.7.6 3.7.7 3.7.8 3.7.9 3.7.10 4 4.1 4.2 4.2.1 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.5 4.5.1 4.5.1.1 4.5.1.2 4.5.1.3 4.5.2 4.6 4.6.1
Van 'voldoende' naar 'evidente' representativiteit / 90 Numerieke representativiteit en de 'art. 14-werknemer' / 91 Verkiezingen, een alternatief? / 93 'Yellow unions' I 94 Wat zijn 'yellow unions'? / 94 Categorale bonden / 94 Nauw gelieerd zijn aan de werkgeversorganisaties) / 94 IAO-verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen / 96 Toetsing aan gelijkwaardigheid / 97 Verwatering toetsing van dispensatieverzoeken / 98 De 'payrolT-bedrijven en onafhankelijke werknemersverenigingen / 99 Dispensatieverzoek en een voor beroep en bezwaar vatbare beslissing/ 100 Kan een 'yellow union' een rechtsgeldige collectieve arbeidsovereenkomst afsluiten? /100 Belang onafhankelijkheid, nadere regelgeving(?) /103 Het mededingingsrecht en het recht op collectief onderhandelen /107 Inleiding /107 Het mededingingsrecht /109 Nietigheid/110 Collectieve afspraken en het Europese mededingingsrecht /110 De zaak Albany International B.V. /110 De zaak Van der Woude /112 De zaak Pavlov /113 Mededinging en het algemeen verbindend verklaren van cao-bepalingen /114 De cao-partijen als onderneming of ondernemersvereniging (115 Overeenkomsten tussen ondernemingen /115 Besluiten van ondernemersverenigingen /116 De cao-partijen, onderneming of ondernemersvereniging? /116 Werknemersverenigingen als ondernemingen of ondernemersverenigingen / 117 Het doelredeneren van de Nederlandse Mededingingsautoriteit /118 Het begrip 'werkgelegenheids- en arbeidsvoorwaarden' /120 Art. 1 lid 1 Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst: 'voornamelijk of uitsluitend arbeidsvoorwaarden' /121 Aanduiding arbeidsvoorwaarden /121 'Voornamelijk of uitsluitend' arbeidsvoorwaarden /122 Fonds- en bijdrageregelingen /123 De reikwijdte van het begrip 'werkgelegenheids- en arbeidsvoorwaarden' /124 De collectieve arbeidsovereenkomst en de Mededingingswet / 124 De Nederlandse Mededingingsautoriteit en de betekenis van art. 16 onderdeel a Mededingingswet /126
INHOUDSOPGAVE
4.6.2
Opnieuw doelredeneren van de Nederlandse Mededingingsautoriteit /127
5
Slot /129
Bijlage 1
Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming het vakverenigingsrecht /133
Bijlage 2
Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen /139
Bijlage 3
Verdrag nr. 154 betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen /143
Bijlage 4
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden /147
Bijlage 5
Europees Sociaal Handvest (herzien) /149
Bijlage 6
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie /151 Rechtspraakoverzicht /153 Literatuuroverzicht /157