Elk project of programma op het gebied van ruimte, water en mobiliteit is uniek en vraagt om een eigen aanpak. Maar als het om complexe opgaven gaat met meerdere bestuurlijke én omgevingspartijen, ziet Infram groot voordeel van co-creatie boven het gangbare omgevingsmanagement. Als betrokkene bij de organisatie van de landelijke omgevingsmanagementdag op 18 juni doet Inframmedewerker Petra van den Brand een boekje open over de pluspunten van co-creatie.
Co-creatie,
een zoektocht naar de ultieme samenwerking in een projectomgeving
Co-creatie is een aanpak die goed bij Infram past, want het is bij elk project onze ambitie om mensen en hun mogelijkheden, energie, kennis en belangen met elkaar te verbinden. En dat is wat er feitelijk gebeurt wanneer je zoekt naar de optimale vorm om de verschillende partijen rond een project betekenisvol met elkaar te laten samenwerken. Samenwerken impliceert dat belangen of ambities wederzijds zijn, of op elkaar aansluiten. Dat moet je dus eerst onderzoeken. Als je al in dit stadium merkt dat die klik er niet of onvoldoende is, dan is er weinig kans op co-creatie en moet je op een meer gangbare manier alle partijen goed informeren en bij de plannen betrekken. Maar trek niet te snel de conclusie dat uiteenlopende belangen onverenigbaar zijn. Als je met een open mind gaat zoeken naar wat de partijen willen en wat hen echt drijft, blijkt verrassend vaak dat je wél verschillende belangen met elkaar kunt verbinden.
PM Plaatje?
Stap verder
Als sprake is van wederzijdse belangen en de partijen die ook onderkennen, kun je de stap zetten van omgevingsmanagement naar co-creatie, ofwel: samenwerking op alle niveaus. Die stap is niet helemaal nieuw. We kenden al de mutual gains approach die een sterke impuls gaf aan het onderkennen van wederzijdse belangen. Bij co-creatie pas je die kennis toe door een aanpak op basis van samenwerking in te bouwen in de vormgeving van je project of programma. De samenwerking beperkt zich dan niet tot overleg of onderhandeling tussen project en omgeving, maar je gaat samen iets creëren. Investeren en vruchten plukken Dan ontstaat het perspectief dat verschillende betrokken overheden en belanghebbende partijen in de omgeving zich mede-eigenaar gaan voelen van de doelen en resultaten van een project. Zo’n stap vraagt van alle partijen een investering van extra tijd en energie, maar daarvan pluk je later de vruchten. Door het genereren van commitment, energie en creativiteit kun je meer samenhang en kwaliteit krijgen in producten zoals bestuurlijke notities. De vervolgfases in de planvorming verlopen vlotter en je krijgt dikwijls ook inhoudelijk betere en breder gedragen oplossingen. Co-creatie brengt ook een positieve dynamiek in het project of programma. Werken vanuit de betrokkenheid en inspiratie van mensen die gezamenlijke doelen en ambities delen, maakt een proces veel leuker dan wanneer individuen vooral op elkaar en op stukken reageren. En het mooie is, dat deze pluspunten van co-creatie prima kunnen samengaan met een strakke projectsturing op tijd en budget. Infram past daarom zo’n aanpak van projectmatig en programmatisch creëren regelmatig toe in complexe projecten.
Co-creatie in pilot meerlaagsveiligheid Marken De pilot meerlaagsveiligheid op het eiland Marken is een goed voorbeeld van een co-creatieproces. Infram geeft als lid van het projectteam van Rijkswaterstaat vorm aan het bestuurlijke en omgevingsproces en aan het technisch management. De primaire waterkering op Marken voldoet niet meer. Dijkverhoging en -verbreding stuitten op grote weerstanden bij de bevolking. In samenhang met het nieuwe waterveiligheidsbeleid was dat aanleiding om in een MIRT-onderzoek te verkennen welke mogelijkheden meerlaagsveiligheid zou kunnen bieden. Dat betekent dus een zoekproces naar veiligheid voor overstroming door de inzet van niet alleen dijken maar ook ruimtelijke inrichting en crisisbeheersing. In deze aanpak hebben verschillende overheden een rol met verantwoordelijkheden. Initiatiefnemer Rijkswaterstaat besefte de noodzaak tot samenwerken en vroeg Infram dit co-creatieproces vorm te geven en te begeleiden. Rijkswaterstaat stelde zich vanaf het begin echt open voor samenwerking met álle partijen, dus zowel met de verschillende overheden als met belangengroepen en bewoners. Bewoners kregen volledige projectinformatie, ze deden mee in ontwerpateliers, en bij de kwalitatieve beoordeling van oplossingen op criteria zoals ‘landschap’ waren zij medebepalend. Ook kregen ze concept-stukken voor het bestuurlijk overleg.
Betekenisvol meedoen Door deze transparantie waren bewoners in staat om hun visie en mening goed te onderbouwen en op het juiste moment in te brengen. Het alternatief dat de bewoners opstelden is serieus meegenomen in het planvormingstraject en maakt deel uit van de te onderzoeken oplossingsrichtingen. Het enige waaraan bewoners niet meededen, was de besluitvorming. Die is immers al op een andere manier democratisch geregeld. Rijk (DG Ruimte en Water en RWS), provincie, gemeente, waterschap en veiligheidsregio hebben in het overleg en in concrete werksituaties op alle niveaus samengewerkt. Zo stonden tijdens informatieavonden de bestuurders gezamenlijk op het podium en werkten de verschillende partijen mee aan projectbrede activiteiten zoals de aanbesteding. Het inclusief denken binnen het samenwerkingsverband kreeg ook een impuls door tijdens werkbezoeken en leersessies te kijken hoe in andere gebieden het concept meerlaagsveiligheid werd ingevuld. Tastbare resultaten Deze aanpak bood tastbare resultaten die er anders niet waren geweest. Zo is het besluit genomen om in de MIRT-verkenning een ruimtelijk kwaliteitskader op te stellen dat uitgaat van het specifieke karakter van het eiland en de kansen om dit nog te accentueren. Bij alle oplossingen wordt met dit kader rekening gehouden. Door de gebiedsgerichte benadering van waterveiligheid zijn oplossingsrichtingen ontwikkeld die passen bij Marken en uitzicht bieden op draagvlak. Daar kwam ook het besluit bij om voor de langere termijn te onderzoeken hoe de ruimtelijke inrichting moet worden aangepast en welke communicatieve maatregelen nodig zijn voor het risicobewustzijn.
Een strakke planning bleek realistisch, doordat dankzij de bereikte gezamenlijkheid in het voortraject relatief weinig proceduretijd nodig was voor de voorbereiding van al het bestuurlijk overleg. Met co-creatie meer kwaliteit ‘Meer kwaliteit’ is de noemer waaronder je de voordelen van co-creatie zou kunnen vatten. Je krijgt een beter proces en tussen de verschillende partijen ontstaat meer begrip. En dan gaat het niet zozeer om standpunten, maar vooral om onderliggende belangen en ambities. In de beoordeling van mogelijkheden kijk je niet alleen naar de alternatieven op zich, maar ook naar de argumenten op achtergrond. Die kunnen van waarde zijn of van belang om rekening mee te houden. Dit grote voordeel van co-creatie kwam in de pilot op Marken goed uit de verf. De bewoners waren met een eigen alternatief gekomen dat werd gevoed door hun zorg over de zetting van de dijk. Het traditionele ontwerp van een dijk op veen is extra hoog omdat het gewicht van de dijk het veenpakket samendrukt waardoor de dijk zakt. Door deze zorg serieus te nemen is in de pilot ook een andere oplossingsrichting ontstaan, waarbij de dijk niet in één keer wordt versterkt, maar met regelmatige tussenstappen. Bovendien zal het fenomeen ‘zetting van de dijk’ bij het ontwerp van alle alternatieven aandacht krijgen. Een ander kwaliteitsaspect is dat in een co-creatieproces veel kennis beschikbaar komt. Zo hebben we in ons zoekproces naar de beste oplossing voor een meerlaagsveiligheid op Marken een atlas gemaakt van de kenmerken van het gebied. Wie kunnen daar met meer recht van spreken een mening over hebben dan de bewoners zelf? Door die kennis serieus te nemen investeer je in kwaliteit van alle alternatieven die uiteindelijk voor besluitvorming worden voorgedragen.
Co-creatie vergt maatwerk
Voor co-creatie bestaat geen blauwdruk. Het is geen kunstje dat je zomaar even kunt toepassen. Op de eerste plaats moet het in de context van een project zinvol zijn. Ligt er bijvoorbeeld in de sfeer van groot maatschappelijk belang al veel vast en is er weinig speelruimte voor alternatieven, dan is er niets mis mee om te volstaan met een zorgvuldig omgevingsmanagement waarin ieders rol duidelijk is. Maar biedt een project het perspectief op een echt partnerschap van alle overheden en andere omgevingspartijen, dan kan een initiatiefnemer de anderen daartoe uitnodigen. In dat geval moeten bij aanvang de kaders samen worden gedeeld: wat zijn de randvoorwaarden en waar zit de ruimte? Van de totale context van variabelen hangt het dan af hoever je kunt komen.
Aandacht voor het hele krachtenveld blijft geboden Je kunt met een co-creatietraject ver komen.
Voorwaarden zijn: het besef dat je zowel de harde zakelijke aspecten (zoals een strakke planning) als de menselijke kanten nodig hebt, dat je gezamenlijk een visie en koers ontwikkelt, dat je daarbij mensen en hun ambities en belangen verbindt en dat inhoud en proces samengaan. Maar bij dat alles moet je wel opletten dat je niet alleen oog hebt voor de positieve, constructieve deelnemers, maar ook aandacht blijft besteden aan partijen met andere belangen of werkwijzen. Investeer dus ook in de partijen die in eerste instantie
moeite hebben met het project. Boek je op dat front winst, dan werkt dat gunstig door in het hele werkproces.
www.infram.nl Amersfoortseweg 9 3951 LA Maarn Tel: + 31 343 - 745 600