Transitie Begeleiding naar Wmo
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
MO-zaak 02 februari 2012
Pagina 1/29
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
pag. 2
Inleiding
pag. 3
Begeleiding en Psychiatrie Algemeen Profiel: Depressie Profiel: Schizofrenie Profiel: Autisme algemeen Profiel: ADHD/ADD
pag. pag. pag. pag. pag.
Begeleiding en Verstandelijke handicap: volwassen Algemeen Profiel: Zwak begaafd volwassene Profiel: Licht verstandelijk gehandicapt volwassene
pag. 11 pag. 14 pag. 15
Begeleiding en Verstandelijke handicap: kinderen Algemeen Profiel: Zwak begaafd (ook wel laagbegaafd) kind Profiel: Licht verstandelijk gehandicapt kind Profiel: Matig verstandelijk gehandicapt kind Profiel: Ernstig en zeer ernstig verstandelijk gehandicapt kind
pag. pag. pag. pag. pag.
Begeleiding en Somatiek Profiel: Somatiek: 0 t/m 64 jaar Profiel: Somatiek: 65 jaar en ouder
pag. 25 pag. 26
Begeleiding en Psychogeriatrie Profiel: Psychogeriatrie 65 jaar en ouder
pag. 27
Begeleiding en Zintuigelijke handicap Profiel: Zintuiglijk gehandicapten
pag. 28
Begeleiding en Lichamelijke handicap Profiel: Lichamelijk gehandicapten
pag. 29
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 2/29
5 7 8 9 10
16 18 19 21 23
Inleiding Onderstaand document is opgebouwd uit zeven onderdelen. 1. Begeleiding en Psychiatrie 2. Begeleiding en Verstandelijke handicap volwassenen 3. Begeleiding en Verstandelijke handicap kinderen 4. Begeleiding en Somatiek 5. Begeleiding en Psychogeriatrie 6. Begeleiding en Zintuigelijke handicap 7. Begeleiding en Lichamelijke handicap Elk onderdeel start met algemene informatie over de desbetreffende doelgroep. Hierna volgen de cliëntprofielen per doelgroep welke als volgt onderverdeeld zijn: - naam cliëntprofiel - kenmerken - vorm van ondersteuning op activiteitenniveau - indicatie: in omvang en soms ook in welke productvorm - vorm van dagbesteding: werk en/of onderwijs - wonen: zelfstandig of met ondersteuning - aanvullingen op het profiel De cliëntprofielen zijn beschreven om meer inzicht te geven in de problematiek en achtergrond van de ondersteuning bij cliëntgroepen zoals deze nu geboden wordt vanuit de AWBZ. Meerdere profielen kunnen van toepassing zijn bij een cliënt. Voornamelijk wordt de extramurale doelgroep beschreven, waar het een intramurale doelgroep betreft wordt dit specifiek aangegeven. In de profielen worden klassen genoemd, hieronder het overzicht van uren per klasse: Begeleiding-individueel (BG-individueel): Klasse 1: 0 – 1.9 uur per week Klasse 2: 2 – 3.9 uur per week Klasse 3: 4 – 6.9 uur per week Klasse 4: 7 – 9.9 uur per week Klasse 5: 10 – 12.9 uur per week Klasse 6: 13 – 15.9 uur per week Klasse 7: 16 – 19.9 uur per week Klasse 8: 20 – 24.9 uur per week
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 3/29
Begeleiding-groep (BG-groep): Klasse 1: één dagdeel per week Klasse 2: twee dagdelen per week Klasse 3: drie dagdelen per week Klasse 4: vier dagdelen per week Klasse 5: vijf dagdelen per week Klasse 6: zes dagdelen per week Klasse 7: zeven dagdelen per week Klasse 8: acht dagdelen per week Klasse 9: negen dagdelen per week
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 4/29
Begeleiding en Psychiatrie Algemeen Deze cliëntprofielen betreft de groep psychiatrische cliënten met matig tot zware beperkingen in de sociale redzaamheid, het aangaan van sociale contacten en werk/onderwijs. Afhankelijk van de aandoening zijn de te behalen resultaten beperkt. Afhankelijk van de leerbaarheid van de cliënt worden door de hulpverlener samen met de cliënt doelen gesteld om te komen tot zoveel mogelijk zelfstandig wonen/leven met behulp van een indicatie voor Begeleiding-individueel (BG-individueel). Angststoornissen komen veelvuldig voor maar zijn niet benoemd als apart cliëntprofiel omdat deze vrijwel altijd gekoppeld zijn aan een andere psychiatrische aandoening. Collectieve voorzieningen Bestaande collectieve vormen van voorzieningen voor begeleiding voor bepaalde cliëntgroepen zijn: - Inloophuizen; Maatschappelijke Opvang gericht op daklozen met of zonder psychiatrische problematiek. - Buurtcentra; ook voor mensen die hun kennissenkring uit willen breiden of een maaltijd willen gebruiken. Betreft psychosociale problematiek: lichte beperkingen. - Activiteitencentra: dagbesteding, inclusief maaltijdverzorging middels vergoeding. Ook wel DAC genoemd: dagactiviteitencentra. Soms kan dit gekoppeld zijn aan een vorm van behandeling. - Vrijwilligerscentrale; werft vrijwilligers voor cliënten om activiteiten met hen te ondernemen. Binnen psychiatrie: vriendendienst; vaak beperkte periode van 1 a 1 ½ jaar in het kader van maatschappelijke participatie. Alle voorzieningen zijn gericht op doorbreken van isolement of het bieden van een zinvolle dagbesteding. Dagactiviteiten Zorgboerderij: GGZ, V&V en GZ op alle cliënten individueel aangepast naar mogelijkheden en wensen cliënt. Gericht op: toename vitaliteit, leefstijlverandering en welzijnsverhoging. Voor mensen met een psychiatrische aandoening of met een verstandelijk beperking die geen mogelijkheid hebben door hun beperkingen om een zinvolle dagbesteding via betaald werk te doen (met AWBZ-indicatie).
Dagactiviteit en werk De mate van beperkingen bepaalt de vorm van daginvulling. De opbouw gaat als volgt: 1. Regulier werk (zo nodig aanpassingen in werkzaamheden) 2. Regulier werk in combinatie met WSW 3. WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) 4. Begeleiding Groep eventueel met behandeling (vanuit AWBZ of ZorgverzekeringsWet). Ten aanzien van regulier werk, zal er veelal in samenspraak met cliënt en werkgever, sprake zijn van aangepaste werkzaamheden. Daarbij dient wel benoemd te worden dat ondanks psychiatrische problematiek cliënten/burgers regulier niet aangepast werk kunnen hebben. Deze groep zal dan ook geen aanspraak maken op ondersteuning. GGZ instellingen kunnen BG-groep of BG-groep met BH (Behandeling) geven.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 5/29
Uitwerking ziektebeeld PTSS (Posttraumatisch stressstoornis) Omdat dit ziektebeeld frequent voorkomt maar niet als apart cliëntprofiel wordt omschreven, wordt deze hieronder kort toegelicht.
Kenmerken PTSS wordt vaak in verband gebracht met oorlogservaringen maar kan ook het gevolg zijn van andere trauma’s zoals natuurgeweld, vliegtuigongelukken, toeristische aanslagen, aanranding, verkrachting, rouw. Een onderscheid met de andere angststoornissen is dat iemand met PTSS probeert niet de gebeurtenis zelf maar de herinnering aan het trauma te vermijden. Extreme angsten voor het gevoel rondom deze gebeurtenis zijn het gevolg. Dit uit zich in: - chronische stres initiatiefloosheid vermijden van situaties die met de angst te maken hebben slecht functioneren in dagelijks leven: overzichtsverlies, overmatige waakzaamheid. ontwrichting: vertrouwen en zekerheid is verloren. energetische beperkingen allerlei lichamelijke klachten kunnen het gevolg zijn. PTSS komt vaak voor in combinatie met andere psychiatrische aandoening waarbij een voortdurende herbeleving (herinneringen, dromen) van de traumatische gebeurtenis het gevolg is.
Vorm van ondersteuning Over het algemeen is PTSS goed te behandelen met therapie. De inzet van ondersteuning vanuit de AWBZ bestaat veelal uit een combinatie van BG-individueel en BG-groep met als doel: Het aanbrengen van structuur. Ondersteuning bij aangaan contacten met buitenwereld. Het realiseren van een zinvolle dagbesteding. Achterstallige administratie op orde brengen.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 6/29
Profiel Depressie Kenmerken De depressie is langdurig. Betreft een grote groep: behandeling bestaat veelal uit medicatie en therapie. Bij een duidelijk grondslag is cliënt veelal in behandeling of uitbehandeld door specialistische hulpverlening. Veelal combinatie met verslavingsproblematiek. Somatisatie klachten (vaak gewrichtsklachten). Energetische beperkingen, inactiviteit. Overzichtsverlies. Schulden. Problemen met zakelijk beheer. Verminderde zelfzorg met mogelijk uiteindelijk verwaarlozing. Verstoord dag en nachtritme. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau BG Individueel helpen bij regievoering dagelijks leven aanbrengen structuur in dag, leven en in huishouden doorbreken isolement helpen bij contacten aangaan met buitenwereld ondersteunen bij administratie, veelal sprake van schuldenproblematiek realiseren zinvolle dagbesteding sturing bij de zelfzorg (zelfhygiëne) Hulp bij huishouden: huishoudelijke taken overnemen of samen uitvoeren ondersteuning bij regievoering huishouden Indicatie BG-individueel klasse 1 tot 2. Hulp bij het huishouden met overname/ hulp bij regievoering (HH2). Vorm van dagbesteding In de vorm van een indicatie voor BG-groep: vooral voor langdurige situaties maar ook afhankelijk van de mate van beperkingen: DAC (dagactiviteitencentrum), zorgboerderij. Werk: veelal een combinatie van WSW en betaald werk. Wonen Zelfstandig. Zelfstandig in Maatschappelijke Opvang. Uitzonderingen Maatschappelijke opvang van dag -en thuislozen waarbij veelal sprake is van verslaving en psychiatrische klachten (maar ook verstandelijk gehandicapt (VG) problematiek). Deze vorm van ondersteuning wordt al gefinancierd door gemeente.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 7/29
Profiel Schizofrenie Kenmerken Vaak langdurige behandeling ondergaan. Schade vanuit ziektebeeld: cognitief in de vorm concentratie -en regieverlies. Neiging tot verwaarlozing. Dag- en nachtritme is verstoord: geeft vaak overlast in omgeving. Initiatiefloosheid en inactiviteit. Onttrekken aan groepen: ‘zonderling’. Beperkingen in zelfregulerend vermogen: overzichtsverlies, schulden, problemen met zakelijk beheer. Veel in combinatie met verslavingsproblematiek. Energetische beperkingen. Verminderde zelfzorg met mogelijk uiteindelijk verwaarlozing. Beperkt ziekte inzicht. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau BG Individueel/BG Groep helpen bij regievoering dagelijks leven aanbrengen structuur in dag, leven en in huishouden doorbreken isolement helpen bij contacten aangaan met buitenwereld ondersteunen bij administratie, veelal sprake van schuldenproblematiek realiseren zinvolle dagbesteding sturing bij de zelfzorg (zelfhygiëne) Hulp bij huishouden: huishoudelijke taken overnemen of samen uitvoeren ondersteuning bij regievoering huishouden Indicatie Combinatie van BG-individueel en BG-groep. BG-individueel: klasse 1 tot 3. BG-groep: 3 tot 9 dagdelen per week. Hulp bij het huishouden met overname/ hulp bij regievoering (HH2). Vorm van dagbesteding Dagactiviteit: in de vorm van dagactiviteitencentrum of een zorgboerderij. Werk: soms betaalde baan, soms in WSW. Een combinatie is ook mogelijk. Wonen Zelfstandig. Zelfstandig in Maatschappelijke Opvang.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 8/29
Profiel Autisme algemeen Kenmerken Afwijkend gedrag, kan niet snel denken, kan moeilijk contacten maken, kan niet abstract denken, heeft moeite met veranderingen en begrijpt gevoelens en emoties niet goed. Dag- en nachtritme is verstoord: geeft vaak overlast in omgeving Beperkingen in zelfregulerend vermogen: overzichtsverlies, schulden, problemen met zakelijk beheer. Veel in combinatie met verslavingsproblematiek. Energetische beperkingen. Verminderde zelfzorg met mogelijk uiteindelijk verwaarlozing. Veelal sprake van dubbele diagnose: vaak in combinatie met lichte VG (verstandelijk gehandicapt). Bij de groep ouder dan 55 jaar, is er vaak een toename van aanvragen. Dit ten gevolge van life-events zoals het wegvallen van werk of partner, waardoor de strakke structuur wegvalt en problemen/beperkingen zich manifesteren. Bij jonge mensen is er behandeling vanuit eerstelijnszorg om sociaal wenselijk gedrag aan te leren met als doel: administratie beheren, een huishouden kunnen voeren en het behouden van ritme/structuur. Daarop volgend wordt veelal woonbegeleiding ingezet. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau BG Individueel/BG Groep helpen bij regievoering dagelijks leven aanbrengen structuur in dag, leven en in huishouden doorbreken isolement helpen bij contacten met officiële instanties ondersteunen bij administratie, veelal sprake van schuldenproblematiek. realiseren zinvolle dagbesteding sturing bij de zelfzorg (zelfhygiëne) Hulp bij huishouden: huishoudelijke taken overnemen of samen uitvoeren ondersteuning bij regievoering huishouden: coachen, maken van schema’s, stimuleren tot verrichten huishoudelijk werk. Indicatie BG individueel: klasse 1 tot 2: afhankelijk van de mate van de beperkingen en of er sprake is van een dubbele diagnostiek met VG (Verstandelijk Gehandicapt). Hulp bij het huishouden met overname/ hulp bij regievoering (HH2). Vorm van dagbesteding betaald werk en/of WSW zorgboerderij DAC (Dagactiviteiten centrum) Wonen Zelfstandig (kinderen bij ouders of verzorgers) of zelfstandig in maatschappelijke opvang. Woonvormen welke georganiseerd zijn door ouders middels ZZP-indicatie (ZorgZwaartePakket). Uitzonderingen Meest voorkomende aandoeningen op het autistisch spectrum: MCDD (ontwikkelingsstoornis), Asperger, Pdd-nos, Syndroom van Rett.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 9/29
Profiel ADHD / ADD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder en Attention Deficit Disorder) Kenmerken Beperkte sociale redzaamheid. Problemen met omgaan met sociale activiteiten en aangaan van sociale relaties. Problemen bij administratie, veelal sprake van schulden of achterstallige administratie. Problemen bij het voeren van het huishouden: verwaarlozen van het huishouden (gemis regievoering). Regelmatig combinatie met verslavingsproblematiek. Overzichtsverlies, zich uitend in bijvoorbeeld niets afmaken. Verstoord dag en nachtritme. Vorm van ondersteuning BG Individueel (thuisbegeleiding) helpen bij regievoering dagelijks leven aanbrengen structuur in dag, leven en in huishouden doorbreken isolement: ondersteunen en stimuleren aangaan sociale contacten helpen bij contacten met officiële instanties ondersteunen bij administratie, veelal sprake van schuldenproblematiek. realiseren zinvolle dagbesteding sturing bij de zelfzorg (zelfhygiëne) Hulp bij huishouden: huishoudelijke taken overnemen of samen uitvoeren. ondersteuning bij regievoering huishouden: coachen, maken van schema’s, stimuleren tot verrichten huishoudelijk werk. Indicatie BG-individueel: klasse 1 of 2. Bij aanwezigheid van kinderen hogere klassen. BG-groep komt weinig voor. Hulp bij het huishouden met overname/ hulp bij regievoering (HH2). Vorm van dagbesteding Werk via betaald werk WSW DAC (Dagactiviteitencentra) Zorgboerderij Wonen Zelfstandig. Zelfstandig in Maatschappelijke Opvang.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 10/29
Begeleiding en Verstandelijke Handicap volwassenen Algemeen Onderstaande tabel geeft de indeling en classificaties als achtergrond informatie Indeling en classificatie voor IQ scores (bron: Resing & Blok 2002) >130
Zeer begaafd
121 – 130
Begaafd
111 – 120
Bovengemiddeld
90 – 110
Gemiddeld
80 – 89
Beneden gemiddeld
70 – 79
Laagbegaafd/moeilijk lerend*
50 – 69
Licht verstandelijk gehandicapt
35 – 49
Matig verstandelijk gehandicapt
20 – 34
Ernstig verstandelijk gehandicapt
<20
Zeer ernstig verstandelijk gehandicapt
*Laagbegaafd is gelijk aan zwakbegaafd. Meest voorkomende groepen bij volwassenen met verstandelijke handicap: licht verstandelijk gehandicapt met psychiatrische problematiek zwakbegaafd (=laagbegaafd) zwak begaafd met psychiatrische problematiek licht verstandelijk gehandicapt verstandelijk gehandicapt met somatische problematiek. Veel voorkomend: epilepsie. De beperkingen voortkomend uit somatisch grondslag is dan AWBZ (Persoonlijke verzorging/Verpleging: PV/VP). De groep verstandelijk gehandicapt met zintuigelijke problematiek betreft een kleine groep. Reden aanvraag BG vanuit de AWBZ: - Oriëntatiestoornissen in tijd, plaats, ruimte en persoon. Voorbeeld: bij leerproblemen geen begrip van tijd (hoe laat het is, welke dag van de week) Psychosociale functiestoornissen: geheugen, perceptie, denken, motivatie en concentratie. (perceptie van de omgeving, vertekend beeld komt meer voor bij psychiatrie) Gedragsproblematiek (bijvoorbeeld ten gevolge van verslaving). Psychosociaal welbevinden: gemis aan sociale relaties: voor kinderen: aansluiten bij leeftijdsgenoten, gemis van sociale contacten waardoor mogelijk psychische klachten zoals een depressie.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 11/29
Hierdoor ontstaan beperkingen op het gebied van: sociale relaties en maatschappelijk leven sociale redzaamheid deelname aan onderwijs deelname aan werk opvoedingsproblematiek Indien combinatie van verstandelijke handicap met lichamelijke problematiek dan is er ook sprake van beperkingen in het bewegen en verplaatsen. WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) Binnen een beschermde werkomgeving worden werkzaamheden verricht. Doelgroep bestaat uit o.a. de groep zwakbegaafd met een psychiatrische problematiek. Echter, deelname aan WSW is mede afhankelijk van de ernst en vorm van psychiatrische problematiek. WSW aanvraag is op vrijwillige basis maar wel voorliggend aan de inzet van AWBZ-dagbesteding.
WSW-criteria: (bron www.werk.nl) Burgers kunnen alleen werken in de WSW met een zogenoemde indicatie Wet sociale werkvoorziening (WSW). De indicatie wordt alleen verstrekt indien burger aan de volgende voorwaarden voldoet: - Burger heeft een handicap waardoor men niet in een gewone baan kan werken. - Burger kan wel werken in een aangepaste omgeving. - Burger is in staat om regelmatig te werken. - Burger wil zelf graag een baan. - Burger staat ingeschreven bij UWV WERK-bedrijf. - Het WERK-bedrijf onderzoekt of de voorwaarden voor de burger gelden (arbeidsdeskundig onderzoek). Bij WSW dient een bepaalde productienorm behaald te worden. Informatie uit arbeidsdeskundig onderzoek geeft aan of WSW passend is. Onderstaande zaken worden onderzocht: 1. Instrueerbaarheid Geheugen/concentratie - beste manier van het geven van instructies 2. Arbeidsmotivatie Omgaan met werktijden – continuïteit tijdens werk – invloed werksoort 3. Arbeidsvoorkeur Voorkeur kandidaat – meest passende arbeid 4. Persoonlijkheid Gedrag in een groep – gedrag naar leiding – gedrag t.o.v. collegae
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 12/29
Dagbesteding Dagbesteding is voor zowel de intramurale als zelfstandig wonende cliënten. Waarbij ook cliënten die opgenomen zijn, werkend kunnen zijn binnen WSW verband.
Vormen van dagbesteding Doel: arbeidsmatige activiteiten zoals: houtbewerken handwerken cadeautjes maken voor cadeauwinkel werken in winkel/lunchroom kaarsen maken werken in de instelling zelf: afwas/post/keuken etc. Het betreft eenvoudige en voorspelbare werkzaamheden (routinematig). Zelfstandig wonen De combinatie van het IQ, de bijkomende problematiek (comorbiditeit) en de mate van regievoering geeft een beeld over de mogelijkheid tot zelfstandig wonen. Indien volwassen cliënten continu toezicht nodig hebben, wordt een verblijfsindicatie afgegeven in de vorm van een ZZP (Zorg Zwaarte Pakket). Indicatie door CIZ of Bureau Jeugdzorg Het CIZ behandelt de aanvraag voor een indicatie indien er sprake is van een dubbele diagnose (combinatie van psychiatrisch met VG). Hierbij is veelal sprake van leerproblemen. Bureau Jeugd Zorg behandelt aanvragen van kinderen tot 18 jaar indien er enkel sprake is van psychiatrische problematiek. Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg biedt AWBZ gefinancierde zorg, in de vorm van Begeleiding, bij kinderen met beperkingen ten gevolge van psychiatrische problematiek, bijvoorbeeld ADHD. Jeugdhulp (onderdeel van Bureau Jeugdzorg) geeft ondersteuning bij opvoed/opgroeiproblemen zonder AWBZindicatie. Dat kan bij ook bij gezinnen waarbij ouders of kinderen beperkingen hebben. Deze hulp kan verplicht en/of dwingend zijn bijvoorbeeld indien er sprake is van een dreigende OTS (ondertoezichtstelling).
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 13/29
Profiel Zwakbegaafd volwassene Kenmerken - IQ 70-84. Makkelijk beïnvloedbaar. Deze groep wordt snel overvraagd en kan en zal dit niet vanuit eigen initiatief aangeven. Bejegening in eenvoudig taal: ‘Jip en Janneke-taal’. Regelmatig psychosociale problematiek. Vorm van ondersteuning Ambulante ondersteuning: Doorgaans één contactmoment per week: problemen oplossen (‘vinger aan de pols, preventief’). Veelal ondersteuning bij administratie. Ventileren: bijvoorbeeld sluimerende conflicten bespreken. Kan zelf contact opnemen om hulp te vragen. Zelfstandig in regievoering met lichte ondersteuning. Inzet van MEE is voorliggend. MEE geeft echter tijdelijke ondersteuning. Bewindvoering is voorliggend. Indicatie BG-individueel: klasse 1 of 2. Klasse 1: meer lichte beperkingen dan matig. Klasse 2: meer matige beperkingen dan licht. Hulp bij huishouden:| huishoudelijke taken overnemen of samen uitvoeren. ondersteuning bij regievoering huishouden: coachen, maken van schema’s, stimuleren tot verrichten huishoudelijk werk. Vorm van dagbesteding Veelal werkend bij WSW. Binnen WSW wordt (huidige situatie) dusdanige ondersteuning geboden dat ongeveer 10% van deze groep geen beroep doet op andere ondersteuning. Ook werkend binnen ‘vrije bedrijf’: betaald werk, mits dit eenvoudige werkzaamheden betreft. Wonen Wonen veelal zelfstandig met ambulante begeleiding. Uitzonderingen Indien een combinatie van VG (Verstandelijke Handicap) met psychiatrische problematiek dan is zelfstandig wonen vaak problematisch.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 14/29
Profiel Licht verstandelijk gehandicapt: volwassene Kenmerken - IQ 50 – 69 - Alle lichte VG-ers doen een beroep op zorg. Meer intramuraal dan zelfstandig wonend (extramuraal). Beperkte leerbaarheid. Vorm van ondersteuning - structuur aanbrengen in de dag: bijvoorbeeld ’s morgens de dag doornemen, dit kan aan de hand van pictogrammen, dagstructuur doornemen. helpen bij het nemen van beslissingen. Overname van administratie en regievoering. Ondersteuning bij het voeren van het huishouden en overname van huishoudelijke taken. Bewindvoering is voorliggend. Indicatie Scoren op sociale redzaamheid: matig tot ernstige beperkingen afhankelijk van activiteit. BG-individueel klasse 3, soms ook klasse 4. Hulp bij huishouden: huishoudelijke taken overnemen of samen uitvoeren. overname regievoering en op basis van gerichte instructie beperkt zelfstandig huishoudelijke taken uitvoeren. Vorm van dagbesteding Intramuraal: veelal dagbesteding via instelling of werken binnen WSW. Extramuraal: veelal WSW, vaak een volledige werkweek of arbeidsmatige activiteiten binnen een AWBZ instelling, bijvoorbeeld werken in de keuken van de AWBZ-instelling. Wonen Kleine groep woont zelfstandig. Voorwaarde: cliënt krijgt ondersteuning (op vast tijdstip) en kan indien nodig zelf hulp inroepen. Veelal wonen bij of in de omgeving van een instelling: ‘zelfstandig wonen’ met toezicht op afstand met een indicatie voor ZZP (indicatie voor ‘steunpunt’) wonen binnen een instelling (intramuraal) Uitzonderingen Indien een combinatie van VG met psychiatrische problematiek dan is zelfstandig wonen vaak problematisch.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 15/29
Begeleiding en Verstandelijke Handicap kinderen Algemeen Meest voorkomende groepen bij kinderen met VG: - Zwakbegaafd en psychiatrische problematiek. - Licht verstandelijk gehandicapt. - Matig verstandelijk gehandicapt (soms met psychiatrische problematiek). - SGLVG: Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt (jongeren met lichte VG en ernstige gedragsproblematiek). - Volwassen SGLVG: intramurale woonsetting. - Kinderen SGLVG: veelal thuiswonend bij ouders/verzorgers. Binnen de AWBZ wordt bij deze groep vaak enige ondoelmatigheid toegepast. Dat wil zeggen een hogere indicatie dan 18 dagdelen zorg omdat het anders voor ouders niet vol te houden is. Bij deze groep gaat het veelal om een licht verstandelijk beperking met bijkomende ernstige psychiatrische problematiek (bijvoorbeeld klassiek autisme). - LVG: licht verstandelijk gehandicapt met gedragsproblematiek. Hierbij de mogelijkheid tot een behandelingstraject, intramuraal tot aan 23-ste jaar voor de duur van maximaal 3 jaar. Indicatie voor Zorg Zwaarte Pakket Indien ouders toezicht kunnen en willen bieden voor kinderen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijke handicap met gedragsproblematiek wordt geen ZZP afgegeven. Het niet willen bieden van toezicht geeft een indicatie voor een ZZP. Bij het niet kunnen bieden van toezicht betreft het veelal opvoed-opgroeiproblemen in een dusdanige vorm dat de veiligheid van het kind in het geding raakt of het kind ondergestimuleerd wordt waardoor het zich niet kan ontwikkelen. Indien binnen de AWBZ meer dan 18 dagdelen AWBZ-zorg nodig is, wordt een Zorg Zwaarte Pakket afgegeven. Deze 18 dagdelen staat voor 3 dagen volledige zorg; dit is het omslagpunt naar verblijf. Als er sprake is van ernstige stoornissen en ernstige beperkingen, dan mag enige ondoelmatigheid bij kinderen toegepast worden. De AWBZ mag niet meer dan 18 dagdelen indiceren. Voor school staat 7 dagdelen per week en voor kortdurend verblijf 6 dagdelen. Voor deze groep wordt een uitzondering gemaakt, hier kan bijvoorbeeld extra toezicht in de vorm van BG-groep geïndiceerd worden ten behoeve van bovengebruikelijk permanent toezicht of 2 etmalen kortdurend verblijf ten behoeve van bovengebruikelijk permanent toezicht. Speciaal basisonderwijs (SBO) Vormen van speciaal onderwijs in Nederland zijn: - Cluster 1: Scholen voor blinde of slechtziende kinderen (visueel gehandicapte kinderen), mogelijk in combinatie met en andere handicap. - Cluster 2: Scholen voor dove kinderen, slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden en kinderen met communicatieve problemen zoals bepaalde vormen van autisme, eventueel in combinatie met een andere handicap. - Cluster 3: Scholen voor kinderen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, kinderen met epilepsie en meervoudig gehandicapte kinderen die zeer moeilijk leren, in combinatie met een andere handicap.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 16/29
-
Cluster 4: Scholen voor kinderen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen en voor kinderen verbonden aan pedologische instituten (PI). Pedologische instituten doen onderzoek naar kinderen met ingewikkelde leerproblemen, gedragsproblemen of emotionele problemen. De kinderen krijgen ook behandeling en begeleiding van het instituut.
Kinderen met een clusterindicatie kunnen naar het reguliere onderwijs met behulp van extra gelden in de vorm van een ‘rugzakje’ (cluster begeleiding). ZMLK-onderwijs (cluster 3) is een onderwijsvorm gericht op zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen met een verstandelijke handicap of ernstige leerproblemen. Kinderdagcentrum (KDC) Een kinderdagcentrum biedt dagopvang aan kinderen van 3 tot 18 jaar met een verstandelijke of meervoudige beperking. Deze kinderen kunnen niet naar de Reguliere opvang, basisschool of speciaal onderwijs is gezien de beperkingen niet mogelijk. Binnen het KDC wordt naast opvang ook ontwikkelingsgericht gewerkt. Voor kinderen die naar een KDC gaan is een AWBZ indicatie nodig. Vóórdat leerplicht van kracht is: BH-groep (Behandeling-groep). Indicatie bij de start van de leerplicht indien er sprake is van een leerplichtontheffing: BH-groep of BG-groep. Met name kinderen met een meervoudige handicap zijn aangewezen op BH-groep in verband met CSLM-zorg. Deze zorg is opgenomen binnen een ZorgZwaartePakket (ZZP). | De groep meervoudig ernstig gehandicapten blijven aangewezen op BH-groep vanuit de AWBZ in verband met CSLM zorg (continue, systematisch, langdurig, multidisciplinair). Mocht een kind nog thuis wonen en de gevraagde zorg komt niet boven de 18 dagdelen uit, dan kan BH-individueel (Behandeling Individueel) geïndiceerd worden. In hoge uitzonderingsgevallen wordt thuis een vorm van dagbesteding geboden. Dit gebeurt zelden aangezien er dan sprake moet zijn van een contra-indicatie op medische gronden (infectiegevaar, ernstige energetische beperkingen). Leerplicht Als een kind 5 jaar wordt is het leerplichtig. Als een kind niet naar een basisschool of een (Z)MLK-school kan, moet voor het kind vrijstelling van de leerplicht (leerplichtontheffing) worden aangevraagd. Voor kinderen op kinderdagcentra moet vanaf 5 jaar leerplichtontheffing worden aangevraagd. Deze leerplichtontheffing dient te worden aangevraagd bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. De vrijstelling geldt in principe voor de duur van één jaar.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 17/29
Profiel Zwak begaafd kind (ook wel laagbegaafd) al dan niet in combinatie met een psychiatrische grondslag (dubbele diagnose) Kenmerken - Zwakbegaafd is een ander woord voor laagbegaafd/moeilijk lerend: IQ van 70 -79. Zwakbegaafd en licht verstandelijk gehandicapt vormen de grootste groep bij kinderen met VG. Ontwikkelingsleeftijd laagbegaafd/moeilijk lerend: 11- 16 jaar. Is er sprake van een psychiatrische grondslag dan betreft dit veelal de diagnosen: ADHD, ADD, ODD, PDD-NOS. Bij dubbeldiagnose veelal sprake van (ernstige) gedragsproblematiek. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau - Hulp en aansturing nodig op het gebied van de sociale redzaamheid en maatschappelijke participatie. Matig leerbaar waardoor er getraind kan worden op specifieke vaardigheden. Leeftijd gerelateerde ondersteuning. Indicatie Soms in combinatie met PV (Persoonlijke Verzorging). Zwakbegaafd: BG-individueel klasse 1 of 2, afhankelijk van de mate en de ernst van de stoornissen/beperkingen. Zwakbegaafd met psychiatrisch ziektebeeld: BG-individueel klasse 2 of 3, afhankelijk van de mate en de ernst van de stoornissen/beperkingen (extra in verband met de gedragsproblematiek). Uitzonderingen: Bij ernstig gedragsgestoord - kan ook bij de groep zwakbegaafd, tegen ondergrens licht verstandelijk gehandicapt aan-, dan vallen zwakbegaafde kinderen onder SGLVG. Dit geeft een indicatie voor klasse 3, 4, 5 of 6 BG-individueel, in combinatie met permanent toezicht, BG-groep en kortdurend verblijf (AWBZ). Deze groep heeft vaak hulp en overname nodig op het gebied van de PV (AWBZ). Vorm van dagbesteding Doorgaans aangewezen op speciaal onderwijs: clusteronderwijs met REC-indicatie (REC: Regionaal Expertise Centrum). Maar kan ook VMBO met LWOO (Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs met LeerWegOndersteuning Onderwijs) of MBO niveau 1. Wonen Wonen doorgaans tot de leeftijd van 18 tot 23 jaar bij (pleeg)ouders.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 18/29
Profiel Licht verstandelijk gehandicapt kind| al dan niet in combinatie met een psychiatrische grondslag (dubbele diagnose) Kenmerken| Zwakbegaafd en licht verstandelijk gehandicapt vormen de grootste groep bij kinderen met VG.| IQ 50-69 (globaal functioneren op ontwikkelingsleeftijd 7-11 jaar). Meer dan de helft van de mensen met een verstandelijke beperking functioneert op licht verstandelijk gehandicapt niveau. Gedeelte hiervan woont later zelfstandig. Velen aangewezen op begeleiding zoals semimuraal wonen (voorheen: GVT: gezinsvervangend tehuis. Dit is een intramuraal steunpunt met verblijfsindicatie) of een vorm van (intensief) begeleid zelfstandig wonen (IBZW, BZW). (bron: van Gemert 2003) Waarnemingen zijn vaak van beperkte omvang. Overzicht is minder. Er wordt te weinig gecombineerd. Ingewikkelde situaties waarbij een beroep wordt gedaan op overzicht en enig abstractievermogen, leiden niet tot adequaat gedrag. De gedachtenwereld is concreet, oppervlakkig en gebonden aan de waarneembare realiteit. De oordeelmogelijkheden zijn beperkt en er is zelfs sprake van een verhoogde beïnvloeding van buitenaf of binnenuit. Angsten, wensen, stemmingen en identificaties met personen en situaties hebben invloed op de mening. Bijkomende psychische stoornis/psychiatrische aandoening, kan soms tot ernstige gedragsproblematiek leiden, waardoor opname intramuraal noodzakelijk is. Een aantal instellingen heeft als taak gekregen de behandeling van deze groep sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten (SGLVG) te verzorgen. - Meestal bewust van hun onvermogen, hebben in de gaten dat ze anders zijn dan anderen. Aparte groep: Als een kind matig verstandelijk beperkt is en bevindt zich aan de bovengrens, dus tegen grens licht verstandelijk gehandicapt aan, dan spreekt men over SGLVG (Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt). Hiervoor zijn vaak mogelijkheden voor behandeling van de gedragsproblematiek (psychiatrisch) middels de functie Behandeling uit de AWBZ. Is er sprake van ondergrens, dus tegen ernstig verstandelijk gehandicapt, dan spreekt men over SGEVG. (sterk gedrag gestoord ernstig verstandig gehandicapt). Er is geen benaming voor kinderen met een matig verstandelijke beperking en ernstige gedragsgestoord gedrag. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau - Aansturing, veel hulp en soms overname nodig op het gebied van de sociale redzaamheid en maatschappelijke participatie. Soms leerbaar: training op vaardigheden. Leeftijd gerelateerde ondersteuning. IBZW: intensief begeleid zelfstandig wonen (BG zonder indicatie voor ZZP). BZW: begeleid zelfstandig wonen (BG zonder indicatie voor ZZP).
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 19/29
Indicatie Ondersteuning vaak in combinatie met persoonlijke verzorging (AWBZ: PV). Indicatie: - Lichte VG: begeleiding individueel klasse 2 of 3, afhankelijk van de mate van de ernst van de stoornissen/beperkingen, Veelal in combinatie met de functie begeleiding groep (klasse 2.3), omdat er sprake is van bovengebruikelijk toezicht. Afweging hierbij is of het kind later aangewezen is op langdurig verblijf. Lichte VG met psychiatrisch ziektebeeld: BG-individueel 3 of 4, afhankelijk van de mate van de ernst van de stoornissen/beperkingen (extra in verband met de gedragsproblematiek). Uitzonderingen is de groep ernstig gedragsgestoord. Dit kan zijn een indicatie voor klasse 4, 5, 6, 7 BG-individueel in combinatie met permanent toezicht, BG-groep (klasse 4, 5, 6, .e.v. (denk hierbij aan enige ondoelmatigheid) en kortdurend verblijf (AWBZ). Deze groep heeft vaak hulp en overname nodig op het gebied van de PV (AWBZ). Vorm van dagbesteding Doorgaans aangewezen op een vorm van speciaal onderwijs (clusteronderwijs) door middel van een RECindicatie (REC: Regionaal Expertise Centrum). De groep lichte VG met psychiatrische problematiek volgt, ondanks het IQ, vaak het ZMLK. Licht en zwak begaafd: veelal SBO (Speciaal basisonderwijs) of praktijkonderwijs. Wonen Wonen doorgaans tot de leeftijd van 18 tot 23 jaar bij (pleeg)ouders.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 20/29
Profiel Matig verstandelijk gehandicapt kind al dan niet in combinatie met een psychiatrische grondslag (dubbel diagnose) Kenmerken IQ 35-49 (globaal functioneren op ontwikkelingsleeftijd 4 - 7 jaar) Variatie in motorisch functioneren is groot: soms alleen iets kunnen vastpakken, anderen leren zelfs fijn motorische vaardigheden zoals schrijven, knippen, koffie inschenken. Stereotiep en automatisch gedrag komt veel voor: bijvoorbeeld voortdurend heen en weer bewegen, schudden met het hoofd. Waarneming: (over het algemeen) redelijk. Uit ervaringen kunnen conclusies getrokken worden. Herkenning en leren van ervaringen. Herkennen van personen, zaken en processen. Gebruik taal: varieert, van één-woordzinnen tot het spreken van meer-woordzinnen. Communicatie: blijvend aandachtspunt. Contact is meestal goed mogelijk, ook verbaal. Denken: vergelijkbaar met dat van peuter/kleuter. Oordeelsvorming: meestal niet mogelijk. Denken blijft stereotiep: zwart is zwart en niet wit, grijstinten zijn niet mogelijk. Gevoelig voor veranderingen. Praktische vaardigheden (vaak) aan te leren. Zelfredzaamheid: redelijk. De meeste mensen met het syndroom van Down behoren tot deze groep. Vorm van ondersteuning Veel hulp en vaak overname nodig op het gebied van sociale redzaamheid en maatschappelijke participatie. Indicatie Ondersteuning vaak in combinatie met PV (AWBZ): hulp bij zelfzorg. Indien deelname aan onderwijs niet mogelijk (leerplichtontheffing): dan BG-groep (met vervoer) of BH-groep (Behandeling-groep, AWBZ) binnen een Kinderdagcentrum (KDC). Keuze Behandeling of Begeleiding vanuit de AWBZ is afhankelijk van de noodzaak in verband met CSLM problematiek (inzet fysiotherapie, logopedie en dergelijke behandelaars). Na 18de levensjaar aangewezen op dagbesteding: BG-groep (met vervoer) ter vervanging van arbeid. Ondersteuning is afhankelijk van leeftijd. Indicatie: Matig VG: begeleiding individueel klasse 3 of 4, afhankelijk van de mate van de ernst van de stoornissen/beperkingen, Veelal in combinatie met de functie BG-groep (klasse 3.4) vanwege bovengebruikelijk toezicht (wanneer een verstandelijk gehandicapt kind toezicht behoeft op momenten waarop en bij handelingen waarbij gezonde kinderen van dezelfde leeftijd zonder toezicht kunnen) Matig VG met psychiatrisch ziektebeeld: BG-individueel klasse 4 of 5. Gedragsproblematiek geeft een hogere indicatie. Uitzonderingen: ernstig gedragsgestoord (SGLVG of SGEVG). Kan indicatie BG-individueel klasse 4, 5, 6, 7 geven, in combinatie met permanent toezicht, BG-groep (klasse 4 of meer) en kortdurend verblijf (AWBZ).
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 21/29
Vorm van dagbesteding Indien deelname aan het onderwijs niet mogelijk is, volgt een leerlichtontheffing. Dagbesteding in de vorm van Kinderdagcentrum (KDC): met indicatie voor BG-groep. Indien onderwijs wel mogelijk is, dan speciaal onderwijs: clusteronderwijs met REC-indicatie (REC: Regionaal Expertise Centrum): met name ZMLK (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen). Vorm van dagbesteding is afhankelijk van verstandelijk ontwikkelingsniveau en mogelijk bijkomende beperkingen. Wonen Zelfstandig wonen meestal niet mogelijk, begeleiding is het leven lang noodzakelijk. Zorg van (pleeg)ouders of intramuraal in AWBZ-instelling.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 22/29
Profiel Ernstig en zeer ernstig verstandelijk gehandicapt kind vaak Multi Complex Gehandicapt (lichamelijk) Kenmerken - Gemiddeld intelligentie niveau niet hoger dan een kind van ongeveer 1-2 jaar. Nadruk op gemiddeld: motorische ontwikkeling kan horen bij een “oudere” leeftijd, terwijl er geen interactie is met anderen. Contact alleen door op schoot nemen en bijvoorbeeld aaien over de wang (zoals bij zuigeling). - In alle gevallen sprake van een “grote” verstandelijke en vaak ook lichamelijke beperkingen. - Gedragspatroon is uiterst primitief en beperkt. In sommige gevallen is er zelf sprake van een “plantachtige situatie” (van Gemert 2003). Sprake van waarneming (horen, zien, voelen, ruiken). Problemen met het leggen van verbanden tussen deze waarnemingen en gelijktijdige of vroegere ervaringen. Dikwijls sprake van meervoudig beperkt zijn: vaak neurologische problemen (epilepsie, spasticiteit), een groot aantal is bedlegerig of aangewezen op hulp bij voortbewegen. In contact weinig wederkerigheid. Sprake van eenzelvigheid: waardoor reactie met frustratie, passiviteit of overvloedige activiteit (Van Gemert 2003). Denken is te vergelijken met jonge zuigelingen: sprake van lichaamsgebonden beleven van ervaringen, bijvoorbeeld duimzuigen, alles naar de mond brengen (D. Timmers-Huigens 2005). Moeilijk (hanteerbaar) gedrag komt vaak voor: zoals zelfverwonding, ongeremdheid en onvoorspelbare agressie (SGEVG). Beïnvloeden hiervan is moeilijk door de ernst van de beperking en het (daardoor) niet kunnen ontdekken van de oorzaak. Op alle levensgebieden begeleiding en ondersteuning noodzakelijk, zelfredzaamheid is erg beperkt. Enkele vaardigheden kunnen soms door herhaling worden geleerd: bijvoorbeeld in en uit bed stappen, stukjes brood pakken en in de mond stoppen. Vaak sprake van ernstig complex gehandicapt, vaak ook lichamelijke en zintuiglijke beperkingen (dubbele problematiek) met gedragsproblematiek/psychische problematiek. Dit is niet te diagnosticeren vanwege ernstige verstandelijke handicap. SGEVG: Sterk Gedragsgestoord, Ernstig Verstandelijk Gehandicapt: gedragsproblematiek heeft organische oorzaak (lichamelijk). Gevolg: noodzaak voor zeer intensieve begeleiding. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau Wat betreft sociale redzaamheid en maatschappelijke participatie volledig aangewezen op derden. altijd sprake van ernstige stoornissen en beperkingen. veelal ook beperkingen met bewegen en verplaatsen (motorische beperkingen) waarvoor ook begeleiding. volledige overname PV (AWBZ, waardoor ook de noodzakelijk structuur wordt gewaarborgd, zit anders in de functie begeleiding individueel). permanent toezicht is noodzakelijk, waarvoor een hoge klasse begeleiding groep. Indien sprake van SGLVG, dan een hoge klasse BG-individueel. Bij deze groep kan altijd enige ondoelmatigheid toegepast worden. Bij deze groep vaak: ouders kunnen de zorg niet meer aan vanwege overbelasting. Hierdoor vaak al op jeugdige leeftijd een verblijfsindicatie (ZZP). Bij volwassenen: BG-groep omdat er geen ontwikkelingsmogelijkheden meer zijn.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 23/29
Indicatie Ondersteuning altijd in combinatie met een AWBZ indicatie voor PV. KDC: Ondersteuning altijd in combinatie met een AWBZ indicatie voor PV. KDC: BH-groep i.v.m. CSLM zorg: met vervoer tot de leeftijd van 18 jaar (CSLM: continue, systematisch, langdurig, multidisciplinair). Op leeftijd vanaf 18 jaar altijd aangewezen op dagbesteding: BG-groep. BG-groep met vervoer tot de leeftijd van 18 jaar. Hierna dagbesteding: BG-groep met vervoer. Leeftijd gerelateerde ondersteuning. Vorm van dagbesteding Kunnen niet deelnemen aan het onderwijs (leerlichtontheffing) en bezoeken het Kinderdagcentrum (KDC). Wonen Wonen doorgaans bij (pleeg)ouders, anders intramurale zorg.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 24/29
Somatiek Profiel Somatiek: van 0 t/m 64 jaar Kenmerken Onderscheid met lichamelijke handicap: er is nog functionele verbetering mogelijk (vastgesteld door behandelend arts). Bij de grondslag lichamelijk handicap is sprake van een stoornis in het zenuwstelsel en/of bewegingsapparaat (botspierstelsel en bindweefsel). (Bron: CIZ indicatiewijzer) Voorbeeld: hartfalen, longproblematiek. Veelal combinatie met VP en/of PV vanuit AWBZ. Verhoogde kans op eenzaamheidsproblematiek Vorm van ondersteuning Toezicht voor kinderen/volwassen met bijvoorbeeld ernstige ontregelde diabetes of epilepsie waarbij continue aanwezigheid en toezicht nodig is. Creatieve activiteiten, maatschappelijke betrokkenheid zoals krant lezen. Indicatie Uit CIZ gegevens: ‘Begeleiding in Beeld’ Nederland. Peildatum 01/01/2010 01/01/2011 01/07/2011 BG-individueel 9.0 9.0 9.7 in uren per week BG-groep 5.0 5.0 4.9 in dagdelen per week Alleen eenzaamheidsproblematiek geeft nog geen toegang tot een AWBZ-indicatie. Er dient een grondslag aanwezig te zijn. Vorm van dagbesteding Dagbesteding in plaats van betaald werk (indien WSW niet mogelijk is). Alleen mogelijk indien burger deels is afgekeurd voor de WSW. Dagbestedingsprojecten aangepast aan fysieke beperkingen. Mogelijk ook dagbesteding tezamen met LG-patiënten. Soortgelijke lichamelijke problematiek en beperkingen en fysieke mogelijkheden. Wonen Zelfstandig of wonen in een aangepaste woonvorm. Uitzonderingen Mogelijkheid om hierin een nieuw aanbod te ontwikkelen, denk aan maatjesprojecten, wijkprojecten in verband met vereenzaming waarbij rekening gehouden wordt met de fysieke beperkingen.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 25/29
Profiel Somatiek: 65 jaar en ouder Kenmerken Onderscheid met lichamelijke handicap: er is nog functionele verbetering mogelijk (vastgesteld door behandelend arts). Bij de grondslag lichamelijk handicap is sprake van een stoornis in het zenuwstelsel en/of bewegingsapparaat (botspierstelsel en bindweefsel). (Bron: CIZ indicatiewijzer) Voorbeeld: hartfalen, longproblematiek. Veelal combinatie met VP en/of PV vanuit AWBZ. Verhoogde kans op eenzaamheidsproblematiek. Wegvallen van arbeid, einde arbeidsleven. Vorm van ondersteuning Voorkomen/beperken van eenzaamheidsproblematiek (altijd in combinatie met andere problematiek én grondslag somatiek). Structuur aanbrengen en behouden (wegvallen arbeid). Aanleren van vaardigheden bij bijvoorbeeld wegvallen van partner. Omgaan met rouw/ontmoeten lotgenoten Geheugentraining. Creatieve activiteiten, maatschappelijke betrokkenheid zoals krant lezen. Doel is geen revalidatie, maar fysieke training met daarbij de mogelijkheid om activiteit af te wisselen met rust. Indicatie Somatiek: 65 tot 75 jaar: uit CIZ gegevens: ‘Begeleiding in Beeld’ Nederland. Peildatum 01/01/2010 01/01/2011 BG-individueel 14.0 14.1 in uren per week BG-groep 4.9 4.8 in dagdelen per week Somatiek: 75 jaar en ouder: uit CIZ gegevens: ‘Begeleiding in Beeld’ Nederland. Peildatum 01/01/2010 01/01/2011 BG-individueel 13.2 13.8 in uren per week BG-groep 4.7 4.7 in dagdelen per week
01/07/2011 15.2 4.8
01/07/2011 14.9 4.7
Vorm van dagbesteding Geen WSW immers, boven de 65 jaar. Geen sprake van vervanging van betaald werk. BG-groep met participatiedoel: vanwege matige tot ernstige beperkingen en het niet kunnen regelen van dagbesteding, in de vorm van AWBZ-indicatie. Wonen Zelfstandig. Aanleunwoningen, serviceflats. Uitzonderingen Mogelijkheid om hierin een nieuw aanbod te ontwikkelen, denk aan maatjesprojecten, wijkprojecten in verband met voorkomen/beperken van vereenzaming. Er dient rekening gehouden te worden met de fysieke beperkingen.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 26/29
Psychogeriatrie Profiel Psychogeriatrie 65 jaar en ouder Kenmerken Alleenstaand of met partner (en/of mantelzorg) heeft een grote invloed op de hoogte van de indicatie maar ook de ondersteuning/ontlasting van de mantelzorg. BG-groep: ter ontlasting van mantelzorg. Onderscheid maken in beginnende en vergevorderde PG klachten. Vergevorderd dan mantelzorg noodzakelijk anders opname in AWBZ-instelling. Vorm van ondersteuning op activiteitenniveau BG-groep Geheugentraining, behouden van vaardigheden middels creatieve activiteiten. Behouden maatschappelijke betrokkenheid zoals krant lezen. Activering. Interactieve communicatie. Ondersteuning/ontlasting van mantelzorg. BG-individueel Planning maken en overname van regievoering. Toezicht: indien BG-groep geen mogelijkheid is in verband met gedragsproblematiek, wordt BGindividueel geïndiceerd in de vorm toezicht. Indicatie Uit CIZ gegevens: ‘Begeleiding in Beeld’ Nederland. Peildatum 01/01/2010 BG-individueel 3.0 in uren per week BG-groep 5.7 in dagdelen per week
01/01/2011 2.9
01/07/2011 2.8
5.7
5.6
Vorm van dagbesteding Gericht op behoud van dagelijkse vaardigheden: onder andere huishoudelijk taken. Interactie, communicatie en behouden van sociale vaardigheden (niet aangaan van sociale contacten). Wonen Zelfstandig, aanleunwoningen, serviceflats. Uitzonderingen Mantelzorgondersteuning erg belangrijk. Groot gedeelte van de zorg/ondersteuning zal geboden worden door mantelzorg, voorkomen van een opname.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 27/29
Zintuigelijk gehandicapt Profiel Zintuigelijk gehandicapten Kenmerken Auditief, visueel, spraak-taal of een combinatie. Beperkte groep maar met specialistische ondersteuningsvraag. Regelmatig combinatie met andere problematiek (somatiek, psychiatrisch of psychosociaal). Vorm van ondersteuning Vaardigheden tijdens behandeling verder oefenen in thuissituatie: zoals koken. Gebruik hulpmiddelen: communicatiemiddelen, geleidestok. Indicatie Uit CIZ gegevens: ‘Begeleiding in Beeld’ Nederland. Peildatum 01/01/2010 BG-individueel 2.9 in uren per week BG-groep 3.8 in dagdelen per week
01/01/2011 2.8
01/07/2011 2.8
3.7
3.7
Vorm van dagbesteding Dagbesteding geboden door instellingen voor cliënten met zintuigelijke beperkingen zoals VISIO. Wonen Zelfstandig. Mogelijk ook in beschermde woonvorm.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 28/29
Lichamelijk gehandicapt Lichamelijk gehandicapten Kenmerken Vergelijkbaar met somatiek waarbij er geen functionele verbetering mogelijk is en sprake is van een ziekte of aandoening van het zenuwstelsel en bewegingsapparaat. Voorbeeld: CVA, MS. Vorm van ondersteuning Gelijk aan somatiek met daarbij omgaan met de beperkingen, oefenen van vaardigheden ter bevordering van de zelfredzaamheid. Plannen van maatschappelijke participatie: aangaan van sociale contacten. Indicatie Uit CIZ gegevens: ‘Begeleiding in Beeld’ Nederland. Peildatum 01/01/2010 BG-individueel 3.6 in uren per week BG-groep 4.9 in dagdelen per week
01/01/2011 3.6
01/07/2011 3.5
4.9
4.9
Vorm van dagbesteding Vergelijkbaar met somatiek. Wonen Zelfstandig of in een vorm van beschermd wonen: bijvoorbeeld Fokuswoningen.
Cliëntprofielen AWBZ Begeleiding
Pagina 29/29