CGBrief
19
NUMMER 19, MAART 2004
CGBRI EF IS EEN UITGAVE VAN DE COMMISSI E GELIJKE BEHAN DELI NG EN VERSCH IJNT DRI E MAAL PER JAAR I N EEN OPLAGE VAN CI RCA 3000 EXEMPLAREN Mensen worden nog steeds uitgesloten van werk, opleiding of het verkrijgen van bepaalde goederen of diensten op grond van irrelevante kenmerken. Om deze uitsluiting tegen te gaan, kent Nederland de gelijkebehandelingswetgeving. Deze wetgeving is complex en onderhevig aan verandering. Daarom werd in 1994 de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) ingesteld. Een onafhankelijk, landelijk college dat toeziet op de
naleving van haar oordelen, adviseert en voorlichting geeft over gelijke behandeling. Wilt u meer weten over deze wetgeving of wilt u een oordeel over een specifieke situatie? Neem contact op met het juridisch spreekuur van de CGB: iedere werkdag van 14.00 tot 16.00 uur op T 030 888 38 88. Of breng een bezoek aan onze website: www.cgb.nl
Oordeel of mediation? De Rechterlijke Macht heeft onlangs een experiment met doorverwijzen naar een mediator afgesloten. Hieruit blijkt dat ruim 66% van de mediations op het gebied van de arbeid, eindigen in een overeenkomst waarin alle gevolgen van het conflict voor beide partijen bevredigend worden geregeld.
nog de enige uitweg. Maar met een juridische procedure verdwijnen de voor deze procedure niet relevante elementen (zoals emoties, de manier waarop men communiceert, etc.). Dit werkt escalatie juist verder in de hand. Er wordt namelijk niet gekeken wat tussen partijen gebeurt maar wie er op een onderdeel gelijk heeft volgens de wet. Als de
De CGB wil daarom het doorverwijzen naar een
CGB in dit geval een oordeel geeft, krijgt één van de partij-
mediator – in navolging van de Rechterlijke Macht - toe-
en misschien op een deel van het probleem gelijk. Maar
voegen aan haar mogelijkheden. In 2004 wordt gewerkt
zijn partijen hiermee geholpen? De mogelijkheid dat par-
aan de voorbereiding. Vanaf begin 2005 zal het doorver-
tijen weer met elkaar in gesprek komen over andere pun-
wijzen naar een mediator tot de mogelijkheden van de
ten in het conflict is hiermee mogelijk alleen verkleind.
CGB gaan behoren.Er worden jaarlijks ruim 300 zaken aan de CGB voorgelegd. In het merendeel van deze zaken gaat
Mediation is een specifieke vorm van bemiddeling waarbij
het om vermeende ongelijke behandeling bij de arbeid. Als
de partijen hun eigen conflict oplossen onder leiding van
er in de voorgelegde zaak principiële of nog onbesliste
een onafhankelijke derde, de mediator. Er wordt naar een
vraagpunten worden voorgelegd, is een oordeel een goed
oplossing gezocht waar beide partijen zich in kunnen
instrument om die duidelijkheid te geven. Niet alleen aan
vinden. De mediator zal in de eerste plaats zorgen dat
partijen maar ook aan anderen die met soortgelijke vragen
frustraties worden geuit en dat de communicatie wordt
zitten. Het oordeel verschaft namelijk duidelijkheid of er in
hersteld. Hierdoor komt er ruimte waardoor onderhande-
strijd met de gelijkebehandelingswetgeving wordt gehan-
len weer mogelijk is. De mediator is erin getraind mensen
deld. Maar niet in alle arbeidszaken zijn partijen gediend
te helpen ontdekken waar voor hen de belangrijkste pijn-
met een oordeel.
punten, wensen en behoeften en dus hun belang ligt en om deze vervolgens op een juiste manier aan elkaar ken-
Als de oorzaken van een arbeidsconflict liggen in miscom-
baar te maken. In de onderhandeling moeten partijen hun
municatie en gebrek aan onderling respect kunnen conflic-
eigen oplossingen bedenken. De mediator heeft de rol van
ten enorm escaleren. Een juridische procedure lijkt dan
regisseur. Anders dan in een juridische procedure, komt alle conflictstof op tafel. Het gaat er bij mediation niet om wie gelijk heeft maar om het vinden van een voor beide partijen beste oplossing. Het is niet de bedoeling dat de Commissie zelf als mediator gaat optreden. Zij krijgt slechts een doorverwijsfunctie. Partijen die voor mediation in aanmerking willen komen moeten wel de wens hebben om tot een oplossing te komen. Het streven moet zijn om te komen tot het behoud en herstel van de arbeidsrelatie. Een geslaagde mediation leidt niet altijd tot hervatting van het werk, maar soms juist tot beëindiging van het dienstverband. Door de mediation kan dit echter wel op een waardige en respectvolle wijze gebeuren.
CGBrief | Maart 2004 | Pagina 1
Rechterlijke uitspraken GEDWONGEN ONTSL AGEN Wegens negatieve bedrijfseconomische ontwikkelingen zag een bedrijf zich genoodzaakt tot een herstructurering. Bovendien moest een deel van het personeel ontslagen worden. Een werkneemster met circa 25 dienstjaren voelde zich ongelijk behandeld op grond van geslacht en ras, toen zij moest afvloeien en een andere collega wel een functie kreeg aangeboden. De Commissie oordeelde dat afgezien van een vermoeden van onderscheid op grond van geslacht bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, geen sprake was van onderscheid. De rechtbank in Groningen vond ook dat er geen sprake was van enig onderscheid en kende een vergoeding naar billijkheid toe van € 67.294,69 bruto. (oordeel 2003-123)
ONGELIJ KE BELON I NG I N DE LUCHTVA ART Een luchtvaartmaatschappij maakt onderscheid tussen piloten met een voltijd en een deeltijd contract. Zo ontvangen deeltijd piloten een hoger salaris dan de voltijd piloten en worden voltijd piloten op hun 56e ontslagen, terwijl deeltijd piloten tot hun
58e mogen werken. De Commissie oordeelde dat er sprake was van verboden onderscheid op grond van arbeidsduur dat niet gerechtvaardigd is. Het Gerechtshof te Amsterdam kwam echter tot een andere conclusie. Omdat de piloten vanaf hun 48e jaar een keuze kunnen maken tussen fulltime of parttime werken en zo het aantal uren tot hun pensioen kunnen ‘uitsmeren’ over acht of tien jaar, is volgens het gerechtshof het onderscheid gerechtvaardigd. Derhalve vond hij dat er geen sprake is van ongelijke behandeling. (oordeel 2003-84)
TROUWAMBTENA AR LEEUWARDEN Een trouwambtenaar in Leeuwarden wilde vanwege haar geloofsovertuiging geen huwelijken sluiten tussen personen van gelijk geslacht. De gemeente Leeuwarden besloot daarom de trouwambtenaar niet in aanmerking te laten komen voor herbenoeming. De Commissie oordeelde dat de gemeente Leeuwarden het dienstverband niet kon beëindigen op basis van de geloofsovertuiging van de trouwambtenaar. Zeker omdat de gemeente over meerdere trouw-
ambtenaren beschikt die geen bezwaar hebben tegen het sluiten van dergelijke huwelijken. Inmiddels is de trouwambtenaar weer werkzaam in haar oude functie. De rechtbank te Leeuwarden kwam ook tot de conclusie dat de trouwambtenaar herbenoemd had moeten worden en droeg de gemeente op de proceskosten te voldoen. (oordelen 2002-24 t/m 26)
Vragen tijdens het juridisch spreekuur De CGB heeft iedere werkdag een juridisch spreekuur van 14.00 tot 16.00 uur. Tijdens dit spreekuur wordt iedereen met een vraag over de gelijkebehandelingswetgeving en de (on)mogelijkheden van de Commissie te woord gestaan door een juridisch adviseur. De laatste tijd worden er veel vragen gesteld over de volgende onderwerpen:
BESCH I KBA ARH EI DEISEN Mag een bedrijf van een medewerker eisen dat hij of zij fulltime werkt? Een voorbeeld uit de CGB-praktijk: een secretariaatmedewerkster wilde 32 uur per week gaan werken in verband met zorgtaken. Haar directeur stond er echter op dat zij 40 uur per week bleef werken. De medewerkster weigerde dit en ze kreeg daarom geen vaste aanstelling. Het bedrijf stelde dat de functie alleen door iemand vervuld kon worden die 40 uur per week wilde werken. Natuurlijk is het van belang voor een bedrijf dat een secretariaat
bemand is en dat de werkzaamheden worden uitgevoerd. Maar door de functie alleen open te stellen voor voltijders, wordt onderscheid gemaakt op grond van arbeidsduur. Er kunnen zich feiten en omstandigheden voordoen die het maken van onderscheid naar arbeidsduur rechtvaardigen. In dit geval was de CGB van mening dat het middel om het doel te bereiken niet objectief gerechtvaardigd was. Er zijn namelijk andere alternatieven voorhanden die niet onderscheidend zijn. Het aannemen van twee parttimers die samen 40 uur werken bijvoorbeeld. CGBrief | Maart 2004 | Pagina 2
N I EUWE GRON DEN Natuurlijk krijgt de CGB ook veel vragen over de nieuwe grond handicap / chronische ziekte. De wet handicap is 1 december 2003 van kracht geworden. Vaak spelen de zaken waarover men advies vraagt zich echter af voor de datum van inwerkingtreding of gaat het om zaken zoals eenzijdig overheidshandelen en het aanbieden van goederen en diensten. De Commissie is dan niet bevoegd. De wet leeftijd wordt per 1 mei 2004 van kracht. De vragen met betrekking tot leeftijd gaan vooral over de combinatie met arbeid. Mag je voor een functie een leeftijdgrens stellen? Mag je ontslagen worden op grond van je leeftijd? Veel bedrijven en mensen vanuit de OR bellen naar het spreekuur met vragen over hun arbeidsvoorwaarden en CAO. Meer informatie over de wet en de gronden vindt u op www.cgb.nl
Een selectie uit de oordelen VROUWELIJ KE PROEFPERSON EN
manier worden geïnformeerd. Deze manier
Een onderzoeksinstituut voert in opdracht van derden onderzoek uit ten behoeve van de ont-
van informatie verschaffen is in het bijzonder
wikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Hiervoor stelt zij aan vrouwelijke proefpersonen de
benadelend voor sollicitanten van niet-
eis dat zij - wanneer zij seksueel actief zijn – bepaalde voorbehoedsmiddelen gebruiken,
Nederlandse afkomst, nu deze in het alge-
tenzij hun partner is gesteriliseerd. Deze eis wordt gesteld ter voorkoming van het ontstaan
meen vanwege een minder volledige
van een zwangerschap. Een seksueel actieve lesbische vrouw meldde zich aan voor deelname
beheersing van de Nederlandse taal of
aan het onderzoek. Zij werd echter uitgesloten van deelname omdat zij heeft aangegeven de
vanwege andere culturele achtergronden
voorgeschreven voorbehoedsmiddelen niet te (zullen) gebruiken. Gelet op haar seksuele
minder inzicht hebben in de gebruiken die
gerichtheid is het gebruiken van een voorbehoedsmiddel namelijk niet nodig ter voorkoming
gelden bij sollicitaties.
van zwangerschap. De Commissie oordeelde dat de gestelde eis indirect onderscheidend is op grond van homoseksuele gerichtheid. (oordeel 2003-150)
Hierdoor kan het vermoeden gewekt worden dat de afkomst mede een rol heeft gespeeld. Er werden tijdens de procedure verschillende en deels tegenstrijdige
ONZORGVU LDIGE
duale student is duidelijk op schrift gesteld.
verklaringen gegeven voor de afwijzing.
SOLLICITATI EPROCEDU RE
In dit profiel is omschreven wat de sollicitatie-
Hierdoor is het vermoeden van onderscheid
Een man van Oekraïense afkomst wilde een
procedure, de selectiecriteria en de functie-
niet weerlegd en is er sprake van onder-
duale opleiding volgen bij een organisatie die
eisen zijn. Het profiel is echter niet ter
scheid op grond van ras. (oordeel 2004-03)
zich onder meer richt op het begeleiden en
beschikking gesteld aan sollicitanten. Er werd
coachen van afgestudeerde IT-ers. De aange-
alleen telefonisch informatie gegeven
In de bijgaande Oordelenladder vindt u
boden duale opleiding, houdt in dat één dag
waardoor niet is voldaan aan de eisen die de
samenvattingen van alle oordelen die de
per week een opleiding gevolgd wordt en vier
gelijkebehandelingswetgeving aan een zorg-
CGB in de afgelopen periode heeft uitge-
dagen per week gewerkt wordt bij een
vuldige sollicitatieprocedure stelt. Door geen
bracht. Op de site vindt u alle oordelen van
opdrachtgever. De man werd afgewezen voor
deugdelijke schriftelijke informatie te ver-
de Commissie.
de opleiding en vermoedde dat dit op grond
schaffen, wordt het risico vergroot dat niet
van zijn afkomst was. Het profiel voor de
alle sollicitanten op gelijke of volledige
Reacties op de oordelen SPREI DI NGSBELEI D SCHOLEN
CONTRI BUTI ESYSTEMATI EK
Een scholengemeenschap met vier vestigin-
Een bond voor ouderen bracht alleenstaan-
gen laat op een van haar vestigingen alleen
den een hogere contributie in rekening dan
leerlingen toe die afkomstig zijn van katho-
(echt)paren per persoon verschuldigd waren.
lieke of protestants-christelijke basisscholen.
De CGB oordeelde dat er sprake was van
Het toelatingsbeleid heeft tot gevolg dat in
indirect onderscheid op grond van burgerlijke
overwegende mate niet-christelijke leerlin-
staat. (2002-70) Inmiddels heeft de bond
gen worden geweigerd. Derhalve heeft het
laten weten dat is besloten de contributie-
gehanteerde toelatingsbeleid indirect onder-
systematiek te wijzigen per 2004. De inko-
scheid op grond van godsdienst tot gevolg.
mensafhankelijke contributie is vervangen
Bovendien treft het gehanteerde toelatings-
door een nominaal bedrag per lid, waarbij
beleid vooral allochtone leerlingen. Er is der-
geen partnerkorting meer wordt verleend.
halve ook sprake van indirect onderscheid op
Als het tweede lid op hetzelfde adres woont,
grond van ras. Het gemaakte onderscheid op
betaalt deze 3,50 euro minder omdat het
grond van zowel ras als godsdienst is niet
tweede lid geen eigen blad krijgt toege-
objectief gerechtvaardigd volgens de CGB.
stuurd.
(oordeel 2003-134). De scholengemeenschap heeft laten weten dat zij met ingang van het schooljaar 2004/2005 een open inschrijving hanteert voor de betreffende vestiging. Alle leerlingen met de vereiste vooropleiding worden toegelaten. CGBrief | Maart 2004 | Pagina 3
Pensioenen Pensioenregelingen worden regelmatig aangepast in verband met nieuwe wetgeving. Vaak worden hierbij gelijkebehandelingsaspecten over het hoofd gezien. De CGB komt in de dagelijkse praktijk namelijk met enige regelmaat pensioenregelingen tegen die (indirect) onderscheidend zijn. Werkgevers en pensioenuitvoerders kunnen worden aangesproken door de benadeelde als er sprake is van een (indirect) onderscheidende pensioenregeling.
Direct onderscheid in pensioenregelingen komt steeds minder voor. Een pensioenregeling die alleen mannen laat deelnemen (direct onderscheid op grond van geslacht) komt gelukkig niet meer voor. Van indirect onderscheid is echter nog wel regelmatig sprake. Bij indirect onderscheid sluit een ogenschijnlijk neutrale eis in de praktijk in overwegende mate een bepaalde groep uit. Bijvoorbeeld als alle deeltijders worden uitgesloten van de pensioenregeling. Over het algemeen werken meer vrouwen dan mannen in deeltijd, deze eis zal dus vooral vrouwen treffen. Een ander voorbeeld van indirect onderscheid is de kostwinnersfranchise die sommige pensioenen kennen. Bij toepassing van een franchise wordt bij de opbouw van het pensioen al
rekening gehouden met het feit dat de pensioengerechtigde vanaf zijn 65e jaar een AOW-uitkering zal ontvangen.
KOSTWI N N ERSFRANCH ISE I N DE PRAKTIJ K Als er sprake is van kostwinnersfranchise is het alleen voor een werknemer met een niet werkende partner mogelijk een pensioen op te bouwen van maximaal 70% van het laatstgenoten of gemiddelde salaris. De medewerker moet dan wel over de maximumperiode pensioen (40 jaar) en AOW (van 15 tot 65 jaar in Nederland) hebben opgebouwd. De kostwinnersfranchise is gebaseerd op een AOWuitkering van 100%. Dit is het bedrag dat de kostwinner en niet werkende partner feitelijk aan AOW-uitkering ontvangen, te weten tweemaal een AOW-uitkering van 50%. Tweeverdieners ontvangen ook tweemaal een AOW-uitkering van 50%. Echter als zij beide een pensioenregeling hebben met kostwinnersfranchise, worden zij tweemaal 100% gekort, terwijl zij slechts éénmaal 100 % AOW-uitkering ontvangen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat hierdoor aanzienlijk vaker vrouwen dan mannen worden benadeeld wat indirect onderscheid op grond van geslacht oplevert. Vrouwen krijgen hierdoor procentueel gezien vaker een lager pensioen. Hier komt nog bij dat vrouwen binnen de groep tweeverdieners doorgaans de minst verdiende partner zijn. TOEN EN N U Het huidige pensioensysteem is opgezet met de maatschappij van toen in gedachten. Het is hoofdzakelijk gebaseerd op het kostwinnerschap. Oftewel het traditionele gezin van blanke man met een niet werkende vrouw. In de huidige maatschappij zijn er heel veel andere leefpatronen en arbeidspatronen bijgekomen. Hoewel de CGB hier nog geen oordelen over heeft gegeven, heeft zij sterk het vermoeden dat de pensioenen voor alleenstaanden, allochtonen en vooral allochtone vrouwen hierdoor ook lager uitvallen dan voor de gemiddelde blanke man.
Pensioenopbouw in Nederland Iedereen die in Nederland woont, bouwt tussen het 15e en 65e levensjaar AOW op. Voor ieder jaar dat men in die periode niet in Nederland woont, wordt de AOW met 2% gekort. Eenzijdig overheidshandelen valt niet binnen de bevoegdheden van de CGB. Verzoeken om een oordeel met betrekking tot de AOW kunnen dan ook niet door de CGB in behandeling worden genomen. Naast de AOW bouwt iedereen die werkt in Nederland een pensioen op. Althans als de werkgever een pensioenvoorzie-
ning heeft. Dit is namelijk niet wettelijk verplicht gesteld. Als de pensioenvoorziening aanwezig is, kan men vaak pas toetreden vanaf het 23e levensjaar. Daarnaast komt het ook nog vaak voor dat alleen mensen met een vast contract mogen deelnemen aan de pensioenregeling. Met een volledige AOW en het pensioen dat men met 40 jaar werken opbouwt, krijgt men veelal 70% van het laatstgenoten of gemiddeld verdiende salaris op de pensioengerechtigde leeftijd.
CGBrief | Maart 2004 | Pagina 4
Advies strafbaarstelling discriminatie wegens handicap Op verzoek van de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer heeft de CGB een advies geschreven inzake het Wetsvoorstel strafbaarstelling discriminatie wegens handicap (28 221).
sche verkeer nog niet strafbaar te stellen, maar eerst enige jaren ervaring op te doen met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte die per 1 december 2003 in werking is getreden. Dan kan
De CGB is er voorstander van dat de grond handicap of
worden gekeken in hoeverre deze Wet gelijke behande-
chronische ziekte wordt toegevoegd aan de discrimina-
ling bijdraagt aan gelijke kansen, integratie en toeganke-
tieartikelen in het Wetboek van Strafrecht over onder
lijkheid voor mensen met een handicap of chronische
meer belediging en aanzetten tot haat. De CGB adviseert
ziekte. Essentieel daarbij is dat de CGB een ruime (wette-
discriminatie wegens handicap in het sociaal-economi-
lijk vastgelegde) taak heeft om de naleving van het wettelijk verbod van onderscheid te bevorderen (‘rechtsbescherming’), maar ook om een bijdrage te leveren aan de uitwerking van de gelijkebehandelingsnorm (‘rechtsvorming’), in het bijzonder door middel van het geven van oordelen. Om zicht te krijgen op de mate van opvolging van de oordelen kent de CGB een actief ‘followup’ beleid ten aanzien van oordelen waarin tot onderscheid is geconcludeerd. In de praktijk blijkt dat deze oordelen in ruime meerderheid worden opgevolgd. Eerst nadat ervaring is opgedaan met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte zal meer duidelijkheid bestaan of strafbaarstelling van discriminatie in het sociaal-economische verkeer een effectieve extra bijdrage kan leveren aan het realiseren van gelijke kansen, integratie en toegankelijkheid voor mensen met een handicap of chronische ziekte, aldus de CGB.
De CGB geeft gevraagd en ongevraagd adviezen Hieronder vindt u een selectie van recent uitgebrachte en te verwachten adviezen: WERK, GODSDI ENST(U ITI NGEN) EN GELIJ KE BEHAN DELI NG Vanuit het bedrijfsleven komen er steeds vaker vragen over godsdienstuitingen in relatie met werk. Bijvoorbeeld de vraag of een supermarkt aan de caissière mag vragen om een bepaald soort hoofddoek, qua kleur of formaat te dragen. Moet je personeelsleden vrij geven op religieuze feestdagen? Et cetera. Het Anti Discriminatie Bureau (ADB) Amsterdam kreeg ook vragen over de combinatie godsdienstuitingen en werk en heeft daarom een advies gevraagd aan de CGB. De gelijkebehandelingswetgeving en de oordelen die de CGB in het verleden heeft gegeven over dit onderwerp, vormen de basis voor een ‘leidraad’ voor het ADB en het bedrijfsleven. WET LEEFTIJ D I N DE PRAKTIJ K Per 1 mei 2004 wordt de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGB l) van kracht. Een aantal werkgevers(organisaties) en pensioenverzekeraars hebben de CGB gevraagd om hun reglementen te CGBrief | Maart 2004 | Pagina 5
toetsten aan deze wet. In diverse reglementen staan namelijk bepalingen waarbij de leeftijd van de medewerker een rol speelt. Bijvoorbeeld het recht op extra vakantiedagen vanaf een bepaalde leeftijd, een leeftijdgrens voor deelname aan een collectieve pensioenregeling et cetera. Welke bepalingen mogen wel en welke niet? De CGB komt voor 1 mei met een kosteloos advies voor de werkgevers.
REACTI E EI N DRAPPORT COMMISSI E BLOK Begin 2004 bracht de Commissie Blok haar eindrapport uit ten aanzien van het Nederlandse Integratiebeleid. Een aantal bevindingen en aanbevelingen die de Commissie Blok heeft gedaan, raken het werkterrein van de CGB. Vandaar dat de CGB vanuit haar expertise een reactie geeft op dat deel van het rapport Blok.
Alle adviezen van de CGB zijn of worden gepubliceerd op www.cgb.nl onder Publicaties, Adviezen.
CGB Nieuws Van Geel benoemd Per 8 maart jongstleden is de heer
mr. dr. L.M.M. Mulder en mr. drs.
Mevrouw mr. drs. M.G. Nicolaï
mr. P.H.A. van Geel benoemd tot commissie-
M.G. Nicolaï. Zij hebben zich beiden beschik-
De heer mr. B. Romkes
lid voor een periode van zes jaar. Tot die
baar gesteld voor de functie van plaatsver-
De heer mr. dr. Y. Yesilgöz
datum was hij werkzaam als hoofd van de
vangend commissielid. Tot groot genoegen
afdeling beleid bij de Vereniging
van de CGB die op deze wijze nog lange tijd
Tevens zijn met ingang van 1 februari 2004
VluchtelingenWerk Nederland. In het verle-
gebruik hoopt te mogen maken van hun
de volgende plaatsvervangende commissie-
den was de heer Van Geel coördinator bij de
expertise.
leden herbenoemd:
Wetenschapswinkel Rechten van de
De heer A. Kruyt
Universiteit Utrecht en was hij verbonden
PL A ATSVERVANGEN DE COMMISSI ELEDEN
als onderzoeker bij respectievelijk de
Per 1 februari 2004 zijn de volgende acht
Mevrouw mr. Y. Telenga
Rijksuniversiteit Utrecht, Vakgroep Sociale
plaatsvervangende commissieleden
De CGB wil de plaatsvervangers die afscheid
Pedagogiek en de Landelijke Organisatie
benoemd:
hebben genomen zeer hartelijk danken voor
voor Werkende Jongeren (LOVWJ).
De heer mr. dr. M. de Blois
hun inzet en betrokkenheid in de afgelopen
Mevrouw prof. P. Essed
negen jaar:
EXPERTISE BLIJ FT BEHOU DEN
De heer mr. dr. H.K. Fernandes Mendes
de heer mr. M.M. den Boer
Per 1 februari 2004 liep de benoemings-
De heer mr. dr. L.P.M. Klijn
mevrouw mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst
termijn af van twee van de commissieleden:
Mevrouw mr. dr. L.M.M. Mulder
de heer P.M. van der Sluis.
De heer mr. A.W. Heringa
Slotconferentie Grondrechtenproject Grondrechten zijn geen rustig bezit. Dat
in het openbaar, gewetensbezwaren tegen
blijkt alleen al uit het – soms verhitte –
een huwelijk van personen van hetzelfde
maatschappelijk debat rond thema’s als
geslacht en het ontstaan van zwarte en
integratie van allochtonen en criminaliteits-
witte scholen.
bestrijding. Het is een feit dat de
Veel van deze vragen raken, direct of
Nederlandse samenleving de afgelopen
indirect, aan het gelijkheidsbeginsel. De
jaren op tal van punten ingrijpend is
CGB heeft daarom medio 2003 een project
veranderd. De maatschappelijke, sociale,
gestart in een poging te onderzoeken hoe
demografische en politieke wijzigingen
het gelijkheidsbeginsel en de grondrech-
hebben onder meer geresulteerd in nieuwe
ten zich anno 2004 tot elkaar verhouden.
grondrechtelijke vraagstukken. Gedacht kan
De uitkomsten van dit project worden
worden aan het dragen van een hoofddoek
gebundeld onder eindredactie van professor Rikki Holtmaat. Aan deze bundel hebben diverse gerenommeerde
Castermans voorzitter CGB
COLOFON
wetenschappers uit binnen- en buitenland
Per 15 april 2004 is mr. A.G. Castermans
een bijdrage geleverd. De bundel zal tij-
voorzitter van de CGB. Momenteel is hij nog
Redactie: S. Rollfs of Roelofs.
dens de slotconferentie van het
advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever
Vormgeving: www.raakontwerp.nl.
Grondrechtenproject op 16 juni aanstaan-
Fortuijn, het kantoor van de Landsadvocaat.
Illustraties: Annet Scholten.
de worden aangeboden. Meer informatie
Castermans is als advocaat regelmatig actief
Fotografie: Jack Aarts.
over de conferentie vindt u binnenkort op
geweest in zaken op het terrein van gelijke
Druk: Plantijn Casparie IJsselstein.
www.cgb.nl.
behandeling.
Aan deze nieuwsbrief is de grootst mogelijke zorg besteed. Echter, doordat juridische teksten (bijvoorbeeld oordelen) kort en vereenvoudigd zijn weergegeven, is de nieuwsbrief minder correct dan de teksten waarop hij is gebaseerd. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend.
Commissie Gelijke Behandeling Kleinesingel 1-3 | Postbus 16001 | 3500 DA Utrecht | T 030 888 38 88 | F 030 888 38 83 | E
[email protected] | W www.cgb.nl Telefonisch juridisch spreekuur iedere werkdag van 14.00 uur tot 16.00 uur.