Links Vlaams-nationaal maandblad
CATALONIË • BASKENLAND SCHOTLAND • VLAANDEREN (?) Staten in Europa ? 22ste jaargang nr. 193 - januari 2014. Afgiftekantoor: Brussel 1 / € 3 v.u. Christian Dutoit , Drukpersstraat 20, 1000 Brussel
COLOFON
Inhoud
MEERVOUD is een uitgave van Meervoud v.z.w. De ondertekende artikels vallen onder verantwoordelijkheid van de auteur(s).
Ten geleide Redactioneel
Redactie-adres: Drukpersstraat 20, 1000 Brussel. Tel.: 0475/27 46 22 Internet:
[email protected]
Hoofdredacteur: Christian Dutoit. Voorzitter Raad van Bestuur vzw Meervoud: Bernard Daelemanst. Erevoorzitter: G. Orbie Medewerkers: Ludo Abicht, Jan Cauwenberghs, Rudi Coel, Bernard Daelemans, Dirk De Haes, Kevin De Laet, Jari Demeulemeester, Johan Denys, Miel Dullaert, Frederik Durant, Christian Dutoit, Onno P. Falkena, Derwich M. Ferho, Mireille Leduc, Frans Maes, André Monteyne, Maxime Nys, Geert Orbie, Peter Plas, Jef Turf, Roel Van Booitshoecke, Pol Van Caeneghem, Nico Van Campenhout, Luc Van den Weygaert, Jan Van Ormelingen, Joost Vandommele, Roeland Van Walleghem.
Administratie en abonnementendienst: Peter Plas, tel. 02/466 72 68. Een jaarabonnement (10 nummers) kost ! 30. Steunabonnement of buitenland: ! 50, te storten op rekening nr 001-2384501-26. Buitenlanders kunnen hun abonneegeld gratis naar onze rekening overschrijven via een IBAN- nummer: BIC GEBABEBB/IBAN BE59 0012 3845 0126
Links en Vlaams-nationaal
2 3
BINNENLAND Europees begrotingspact Mireille Leduc Economie Euro-Brussel kroniek Kort genoteerd Overpeinzingen
4 7 8 10 12 17
BUITENLAND Mark Grammens Catalonië Schotland Baskenland Volkeren in beweging Europese Unie
19 20 22 26 28 30
DIVERSE Dialoog Mark Grammens: Jef Turf Willy Kuijpers Jef Nyssen Boekenrubriek Aan tafel Het Goede Leven Brieven
32 33 34 35 37 40 42
Vandaag wordt vaak beweerd dat de links-rechts tegenstelling niet meer relevant is. En dat terwijl hele landen en volkeren de gevolgen van de financiële crisis aan den lijve ondervinden. De financiële mondialisering en deregulering heeft geleid tot onverantwoorde speculatie met het spaargeld van de burgers. Achtereenvolgens hebben de zogenaamde ZuidOost-Aziatische ‘tijgers’, Mexico, Argentinië en Rusland de verwoestende gevolgen mogen ondervinden van de ‘nieuwe wereldorde’ die is ontstaan sinds men het kapitalisme de vrije teugels heeft gegeven op de internationale geldmarkten. De jongste jaren zijn WestEuropa en ook ons land (Vlaanderen/België) aan de beurt. De welvaartstaat staat onder grote druk en de bange vraag rijst of die nog te redden valt. Voor Meervoud is het duidelijk dat ons sociaal stelsel, dat overal in Europa opgebouwd werd binnen het kader van de natiestaat, alleen kan gered worden door de soevereiniteit van de staten te herstellen. Herregulering is enkel mogelijk op de schaal van de natiestaat. Op dat niveau is een democratie werkbaar. De Europese samenwerking, voor zover die al ooit is bedoeld geweest voor iets anders dan het dienen van de belangen van de grootindustrie, is doorgeschoten sinds het verdrag van Maastricht, waar het onzalige idee van de euro is doorgedrukt. Hoe meer het politiek establishment zich verzet tegen de heropstanding van de naties, hoe gevaarlijker de spanningen dreigen op te lopen. Het is overduidelijk dat een waarlijk linkse - dit is antikapitalistische - agenda, samenvalt met de beweging voor herstel van de nationale soevereiniteit. Voor Vlaanderen betekent dit vanzelfsprekend niet de terugkeer naar een ‘Belgique de papa’, maar de steeds verdere emancipatie van Vlaanderen en de voleinding van het proces van Vlaamse natievorming. Ook de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, het energieprobleem en andere ecologische vraagstukken smeken om een antwoord. Dat begrippen als ‘links’ en ‘rechts’ vandaag voor sommigen irrelevant lijken, heeft ermee te maken dat de traditionele linkerzijde met zowel de sociaaldemocratie als de christendemocratie én de respectieve vakbonden zich in belangrijke mate hebben ingeschreven in de kapitalistische agenda, in naam van een verkeerd begrepen ‘internationalisme’ dan wel in functie van partijdige belangen. Een niet onbelangrijk nevengevolg van de ‘internationalisering’ is de haast ongecontroleerde migratie die is op gang gekomen en nog steeds blijft aanhouden. Grote cohortes ongeschoolde immigranten uit vreemde culturen vestigen zich ten onzent. Zij geraken niet aan de bak in onze geavanceerde diensten- en kenniseconomie en nestelen zich dan maar in het sociaal vangnet dat daar niet op berekend noch voor bedoeld is. Zij brengen ook een militante godsdienst binnen die wars is van de seculariseringsgedachte. De samenlevingsproblemen die daaruit voortvloeien waren dan ook onvermijdelijk. Meervoud is twee decennia geleden gestart onder het gesternte van ‘Vlaanderen tegen racisme’, maar is nooit deelachtig geweest aan de zogeheten multiculturele ideologie. Racistische gevoelens kunnen nooit een antwoord bieden op de problemen die er zijn, maar men kan begrijpen dat de bevolking zijn heil zoekt bij politieke stromingen die de vinger op de wonde leggen. Intussen begint de bevolking ook het bredere plaatje te zien van de ontsporingen van het kapitalistische systeem. Het idee begint te rijpen dat we alleen weer greep kunnen krijgen op de gebeurtenissen door het herstel van de soevereiniteit, dat wil zeggen van onze democratie op het niveau van de natie. Meervoud wil zijn steentje bijdragen tot deze bewustwording.
2 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
REDACTIONEEL
0ver Catalonië, Schotland en Vlaanderen… We moeten hier een kleine bekentenis afleggen omtrent de naam van ons blad, Meervoud. Die vormt in zekere zin een anachronisme, want is ontleend uit de slogan “voor het meervoud der volkeren, tegen het enkelvoud der staten”, die in de jaren 1970 in zwang was bij zij die droomden van een ‘Europa der volkeren’. Onze lezers weten wel dat Meervoud vandaag niet gaat voor het statuut van regio in een federaal Europa. Dat station zijn we al heel lang gepasseerd. We claimen voor Vlaanderen de soevereiniteit die hoort bij een nationale staat. En de Europese constructie vormt thans de grootste bedreiging voor die nationale soevereiniteit. Meervoud blijft wel een grote belangstelling koesteren voor die andere volkeren in West-Europa die worstelen met de beperkingen van hun autonomiestatuut, en waarvan er een aantal verder staan dan Vlaanderen in het opbouwen van een draagvlak voor secessie. In Catalonië heeft een coalitie van vier partijen, die samen 66% van de zetels in het Catalaanse parlement bezetten, de euvele moed gehad om een referendum aan te kondigen over onafhankelijkheid dat moet plaats vinden op 9 november en minister-president Artur Mas (CiU) heeft zijn politieke lot verbonden aan het soevereiniteitsproces dat hij hiermee op gang heeft gebracht . Of het er echt van komt is lang niet zeker, want de Spaanse staatspartijen in Madrid zullen alle middelen aanwenden om het te beletten. Maar als het er komt is de kans groot dat de Catalanen ‘ja’ zullen zeggen. In Schotland komt er in ieder geval een referendum, in volledige samenspraak overigens met de Britse regering, over Schotse onafhankelijkheid. Dat zal plaatsvinden op 18 september. De Schotse premier, Alex Salmond (SNP), publiceerde een ‘witboek voor Schotse onafhankelijkheid’, een knaap van een werkstuk van 670 bladzijden, vol onderbouwende teksten en beleidsvoornemens, inclusief een draaiboek voor de soevereiniteitsoverdracht die binnen de twee jaar haar beslag zou moeten krijgen. Als de Schotten ja stemmen, zal de onafhankelijkheid een feit zijn op 24 maart 2016! Hoever staan we in Vlaanderen? De congresteksten over confederalisme die N-VA eind deze maand zal goedkeuren komen inderdaad neer op het overdragen van de soevereiniteit, maar of, hoe en wanneer die confederale omslag er zal komen, is lang niet duidelijk. De verkiezingsuitslag van 24 mei zal daarin een grote rol spelen. Een groot verschil tussen Vlaanderen en de twee andere landen is dat wij de steun ontberen van de pers, de culturele wereld en vakbonden, die in Schotland en Catalonië wel degelijk mee aan de kar trekken. Hoe het ook zij, 2014 wordt een belangrijk jaar voor de staatkundige aspiraties van de drie naties, misschien een doorslaggevend jaar. De Vlaamse Volksbeweging heeft dat ook zo begrepen en nam het voortouw in de organisatie van een gemeenschappelijk evenement van Vlamingen, Schotten en Catalanen dat in het Brusselse Jubelpark zal plaatsvinden op zondag 30 maart. De vereniging wil aan Europees Raadsvoorzitter Herman Van Rompuy één miljoen handtekeningen overhandigen van Europese burgers vóór zelfbeschikkingsrecht. In Madrid heeft Van Rompuy aan de zijde van de Spaans-nationalistische eerste minister Mariano Rajoy al zeer duidelijk gemaakt dat hij tégen de splitsing van staten is en dat eventuele nieuwe onafhankelijke staten zich buiten de Europese Unie plaatsen. Maar misschien moet de Europese ‘president’ zich meer zorgen maken over de houdbaarheidsdatum van zijn eigen Unie, die met de Europese verkiezingen zonder twijfel zwaar weer tegemoet gaat. Bernard DAELEMANS
Wegens een enkele weken durende reis in drie Latijns-Amerikaanse landen is dit nummer van Meervoud er iets later dan gewoonlijk. Vanaf volgende maand zijn we weer op tijd. Met onze excuses aan de trouwe abonnees.
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 3
ACTUEEL
Het Europees begrotingspact en Transatlantisch verdrag: het einde van democratie in Europa ____________________________________________ Op 19 december verzamelden meer dan 2000 mensen waaronder leden van ngo's, burgerverenigingen, vakbonden en landbouworganisaties in de straten van Brussel om vijf grote kruispunten te bezetten in de hoop de Europese Top te blokkeren of te vertragen. Ze gaven gevolg aan de oproep van de Alliantie D19-20, een niet-partijgebonden organisatie die voor het eerst zoveel leden van uiteenlopende verenigingen en organisaties bij elkaar bracht met een gemeenschappelijk doel: voor een ander Europa, voor een Europese Top die rekening houdt met directe inspraak van de bevolking, tegen de Europese bezuinigingsdrift, het begrotingspact en het Transatlantisch verdrag. Op voorstel van een openbare vergadering stuurden de organisatoren een open brief naar Herman Van Rompuy, Elio Di Rupo en Karel De Gucht waarin ze een ontmoeting vroegen en respect voor de Europese burgers eisten. Hierop kwam nooit een antwoord, waarna besloten werd de geplande acties op 19 december verder te zetten. De burgerbevolking werd zo veel mogelijk gespaard doordat de betogers het openbaar vervoer niet blokkeerden. Het grootste deel van de blokkering werd trouwens zelf door de politiediensten verzekerd, die een grote ruimte rond de betogers blokkeerden.
versterken door een aantal regels vast te stellen ter bevordering van de begrotingsdiscipline door middel van een begrotingspact, ter versterking van de coördinatie van hun economisch beleid en ter verbetering van het bestuur van de eurozone, waardoor wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Unie inzake duurzame groei, werkgelegenheid, concurrentievermogen en sociale samenhang.” Kortom, het zou de ondertekenende lidstaten toelaten om hun economische beleid beter onderling te coördineren om zo de groei in de eurozone te bevorderen en te ontwikkelen.
Doodsteek 1: het soberheidsverdrag
In praktijk komt het erop neer dat het verdrag de staten zal verplichten om in hun grondwet het streven vast te leggen naar een begrotingstekort van ten hoogste 0,5% van het BBP, in plaats van de huidige 3% (dit wordt de 'gulden regel' genoemd). Deze limiet wordt op 1% vastgelegd als de overheidsschuld kleiner is dan 60% van het BBP. De staten
Er stond dan ook veel op het spel. Zo moest België, onder druk van de Europese ministers, tegen 31 december 2013 als enige Europese land nog het Europees begrotingspact (ook het soberheidsverdrag genoemd) goedkeuren. Het verdrag zal een enorme impact hebben op alle Europese staten en de regeringen tot eindeloze besparingen veroordelen. Het doel van van dit 'Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur'1 bestaat er volgens zijn artikel 1 in “de economische pijler van de economische en monetaire unie te 1
Voluit het 'Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie tussen het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden'. Vrij consulteerbaar op het internet.
4 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
waarvan de overheidsschuld meer dan 60% van het BBP bedraagt, zullen het nodige moeten doen om de schuld jaarlijks met 1/20 te verminderen. Voor België komt dit al gauw neer op het vrijmaken van een bijkomend budget van 7 miljard euro en dit 20 jaar lang. Dus twee decennia bijkomende besparingen in een periode van recessie. De gevolgen op ons sociaal model, de economie en de openbare diensten laten zich al raden. De landen verliezen hiermee bovendien economische bewegingsruimte om investeringen uit te voeren, gebaseerd op hun eigen specifieke economische klimaat. Elke staat zal ook een 'automatisch correctiemechanisme' moeten instellen dat in werking zal treden wanneer de budgettaire doelstellingen in het gevaar komen. Indien een staat er desondanks niet in zou slagen om orde op zaken te stellen, kan een andere lidstaat of de Europese Commissie deze voor het Europese Hof van Justitie dagen dat over de passende financiële sancties zal beslissen in de vorm van een forfai-
taire som of dwangsom die maximaal 0,1% van het BBP kan bedragen2. Hoe een dergelijke dwangsom een land dat het financieel reeds enorm moeilijk heeft ertoe kan aanzetten een begroting in evenwicht te krijgen, is me een raadsel. Het hoeft niet gezegd te worden dat het begrotingspact amper in de traditionele media ter sprake komt en dat het merendeel van de inwoners hier niet van op de hoogte is, laat staan dat zij hierover hebben kunnen beslissen bij referendum of na een maatschappelijk debat. Laat het ook duidelijk zijn dat wij als kiezer na goedkeuring van het verdrag niets meer aan het beleid zullen kunnen veranderen. Het zal vastliggen op Europees niveau, en een nieuwe reeks verkozenen in onze parlementen zullen hier niets meer aan kunnen veranderen3. De nationale begroting zal in praktijk volledig onder toezicht staan van de Europese Commissie, die er haar goedkeuring voor zal geven voorafgaand aan het parlement. Niet onze verkozenen, maar een nietverkozen technocratische instantie zal dus het eerste en laatste woord hebben over onze begroting.
België heeft geluisterd naar de eis van de Europese ministers: op 20 en 21 december werd het pact probleemloos goedgekeurd door het Waals Parlement en het Parlement van de Franse Gemeenschap, nadat dit voordien reeds goedgekeurd werd door het Vlaams en het Duitstalig Parlement, de Kamer en de Senaat. Het soberheidsverdrag is dus van kracht, met alle gevolgen van dien.
pees niveau waar de burgers en zelfs de nationale politici geen controle meer over hebben, met (al dan niet stilzwijgende) goedkeuring van zo goed als alle regeringspartijen, inclusief zij die zich 'progressief' noemen. Hiermee is de overwinning van een bende technocratische oligarchen een feit. Met dank aan 'onze' democratisch verkozen politici...
In het Europese project voor de ontmanteling van de soevereiniteit en democratie van de lidstaten is dit het belangrijkste verdrag na het Verdrag van Rome (1957), de Europese Akte (1986), dat van Maastricht (1992) en Lissabon (2007). De nationale bevoegdheden worden als maar meer overgedragen naar een Euro-
Doodsteek 2: het Transatlantisch vrijhandelsverdrag De gesprekken omtrent het begrotingspact waren nog volop aan de gang, of de Europese autoriteiten voerden achter gesloten deuren zeer discrete onderhandelingen over het
Een democratie onwaardig, mét goedkeuring van de progressieve partijen (in het bijzonder de PS) in de parlementen, die het - op enkele individuele parlementairen na die zich wellicht de woede van hun partijtop op de hals halen omdat zij tegen stemmen of zich onthouden (maar zij zijn op één hand te tellen) - nalaten om hiertegen te ageren. Partijbelangen primeren dan ook op de belangen van de burgers. Van enige strategische hypocrisie zijn een aantal progressieve partijen ook niet gespeend. Ecolo bijvoorbeeld, dat tegen heeft gestemd in het federale parlement (waar de partij in de oppositie zit) en - twee individuele stemmen uitgezonderd - voor heeft gestemd in het Brussels Parlement (waar ze deel uitmaakt van de meerderheid). Nochtans had het volstaan mocht één van de vele Belgische parlementen tegen het verdrag gestemd hebben om het volledig af te voeren. Had, want
2 Een meerderheid van de staten kan zich hier
3
in principe tegen verzetten, maar binnen de eurozone bezitten Duitsland en Frankrijk alleen al deze meerderheid. Tenzij uiteraard de staatsstructuur volledig veranderd en zich de vraag stelt of Vlaanderen/België nog deel moet blijven uitmaken van de Europese Unie. Hiervoor moet Vlaanderen alvast niet op de N-VA rekenen die 100% voorstander is van het verdrag.
Karel De Gucht: gelooft in zijn eigen leugens
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 5
organisatoren van de manifestatie over een ontvangstbewijs van zijn administratie, als bewijs dat zij hun brief wel degelijk ontvangen heeft... Aan de burgers om uit te maken wat zij van dit verdrag denken. Maar één ding is zeker: het merendeel is hier niet van op de hoogte, ondanks de beweringen van dhr. De Gucht. Om die reden is het dringend nodig dat hierover, net zoals dit het geval had moeten zijn voor het Europees begrotingspact, een openbaar debat gevoerd wordt en dat de inwoners van ons land er hun zeg over kunnen doen. Als dit verdrag toch geen enkele impact heeft op onze nationale wetgeving en de verkregen Europese rechten hoeft dhr. De Gucht een openbaar debat en de democratie toch niet te vrezen, niet? Een succesvolle burgeralliantie Transatlantisch vrijhandelsverdrag, dat tegen 2015 een grote vrijhandelszone tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie zou moeten creëren. Dit voorziet dat de wetgevingen van beide continenten zich onderwerpen aan de normen van vrijhandel die opgesteld zijn en bepaald worden door de grote (Multinationale) ondernemingen. Het land dat zich hier niet naar schikt, loopt het risico om economische en financiële sancties op te lopen. Ook zullen multinationals staten kunnen aanklagen indien deze laatsten beslissingen nemen die de economische maatregelen van de ondernemingen zouden kunnen hinderen. In Europa komt dit in praktijk bv. neer op reglementeringen die genomen zijn in het belang van de consumenten en het dierenwelzijn. Zo is de Amerikaanse vleesindustrie inmiddels intensief aan het lobbyen om de Europese regelgeving te beïnvloeden, en indien nodig aan te vechten, dat kippenvlees enkel met water en stoom ontsmet mag worden en niet met chloor (wat in Amerika wel toegelaten is). Of wat te denken van het in 160 landen, waaronder alle Europese, verboden medicijn 'ractopamine' dat door de Amerikaanse vleesindustrie gebruikt wordt als groeibevorderaar bij varkens en runderen? Regels die de Amerikaanse industrie van plan is om aan te vechten omdat zij de verkoop en commercialisering van hun producten op de Europese markt aanzienlijk zullen bemoeilijken. Hetzelfde geldt voor de massale import van ggo's en goedkope Amerikaanse landbouwproducten uit de agro-industrie die enorme gevolgen zullen hebben voor onze Europese landbouwers die vaak kleinschalige en kwaliteitsvolle producten leveren. Voedselveiligheid, milieu- en consumentenbescherming, intellectuele eigendomsrechten, privacywetgeving, ... Slechts een handvol voorbeelden waarbij publieke belangen ondergeschikt zullen worden aan dat van multinationals en vrijhandel. Europees commissaris Karel De Gucht speelt
6 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
goed zijn rol wanneer hij beweert dat er in praktijk niets aan onze bestaande wetgeving zal veranderen en dat er daarover niet onderhandeld zal worden.“Als er een akkoord komt met de VS, zullen er vrijwel zeker quota zijn voor de handel in rundvlees. (...) Er is Europese wetgeving over genetisch gemanipuleerde organismen. Sommige producten zijn verboden. Die wetgeving blijft van kracht. Het is niet zo dat de Amerikaanse boeren plots om het even wat naar Europa zullen mogen verschepen. (...) De bestaande wetgeving wordt niet gewijzigd.” Of nog: “Er zijn nog nooit onderhandelingen over een handelsverdrag met zoveel openheid gevoerd als deze.”4 De Gucht gelooft in zijn eigen leugens wanneer hij beweert dat deze onderhandelingen met zo'n grote openheid gevoerd worden. Hoeveel burgers zijn hier immers van op de hoogte en weten waar dit verdrag over gaat? Ook moet je uiterst naïef zijn om zijn andere beweringen te geloven. Wat hij daarbij overigens niet vermeldt is dat, analoog aan de Europese regelgeving, onze wetgeving ondergeschikt zal zijn aan het verdrag, met alle mogelijke gevolgen van dien. Nog meer concurrentie tussen de Europese lidstaten, meer handel, privatiseringen, uitholling van de openbare diensten, inbreuken op de sociale zekerheid, en multinationale ondernemingen die overheden voor de rechtbank kunnen dagen om schadevergoedingen te eisen als hun winsten bedreigd worden... Hoe kan iemand beweren dat dit geen impact gaat hebben op de Europese bevolking? Indien hij zo zeker is van zijn stuk, had hij misschien een vertegenwoordiging van de Alliantie kunnen ontvangen, zoals zij in hun brief vroegen? “Hoezo, de betogers willen mij spreken? Ik weet van niets”, beweert hij alsnog in het interview. Nochtans beschikken de 4
'Onze groei moet van export komen', interview met Karel De Gucht door Kris Van Haver en Bart Haeck in De Tijd (21-22 december 2013).
De Alliantie kan in elk geval een succes genoemd worden, ondanks het plaatsvinden van de Europese Top. Het is de eerste keer dat een brede burgerbeweging in die mate samenwerkt met landbouwers en verschillende vakbondscentrales (van de ACOD en het ACV) om een openbaar debat te eisen omtrent bovenstaande dossiers, een volledige transparantie van de gesprekken die tijdens de Top plaatsvinden, voor directe inspraak van de burgers en voor een Europa van de mensen, niet van het geld. Het zou mooi zijn mocht er in de toekomst geen nood meer zijn aan deze Alliantie, maar ze is er om te blijven en zal ongetwijfeld nog van zich laten horen. Jef NYSSEN
STANDPUNT
Poète national ____________________________________________ De tweede vorst van de Belgische staat was een opmerkelijk figuur. Niet zonder reden was hij het idool van de inwoners van een bepaalde kuststad. En van hun Keizer. Volgens de Baas van de Keizer. Die apologie van de tweede Saksen-Coburg van onze contreien zal wel het Charter van Quaregnon vervangen. Je moet meegaan met je tijd nietwaar? Als je monarchist bent, ben je het beter goed. Misschien kunnen onze ultra-monarchisten nog een historisch congres over deze weldoener houden. Met Marolliens en Congolezen. Misschien kunnen onze socialistische historici een verslag van de begrafenis van de majesteit. Weten ze dadelijk hoe populair hij was. Koning Baardmans (niet Keizer Baard, die zwaait nu de plak… en draait met windmolens.) had immers een dik probleem. Vader had immers een land cadeau gekregen, maar niemand wist goed wat er in zat. Professor Pirenne liep nog niet rond. Niemand besefte al dat hij een Belg was. Behalve de hogere kaste dan. Die verdienden er dan ook een hoop centen mee. Maar dat was niet genoeg. Er moest veel meer volk in het bad. En daarvoor was een spoorlijn naar Oostende niet genoeg. Die diende toch maar om zo vlug mogelijk bij de koninklijke harem te raken. En onze Congo hielp ook al niet veel. Want het was Zijn Congo. Speeltuin van Baardmans. Waar een zootje ongeregeld van heel Europa zich mocht uitleven. Een ander plan dus. Een nationaal gevoel, dat was er nodig. De Brabançonne en de tricolore waren er al, maar veel hadden die nu ook niet uitgehaald. Toch niet bij Jan met de 19e-eeuwse Pet. De Franse buur was al lang niet meer zo een leuke beschermer, en meer dan eens keek hij wat te begerig noordwaarts. Misschien was het niet zo dom om te tonen dat de bewoners van deze staat iets anders waren. Baardmans zou een natie uitvinden voor de staat. Een Vlaamse mythe en enkele Vlaamse helden konden geen kwaad. Een boek dus. En een standbeeld op de markt van Brugge. Le Roi kwam dat zelf plechtig inhuldigen. Blijkbaar vonden ze dat in Brugge bijzonder leuk, een standbeeld inhuldigen. Ze hebben het beeld drie keer plechtig ingehuldigd. Kwatongen beweren dat het daar anders toch maar een wreed dode bedoening was. Alleen goed voor mistige mystici. Maar dat Vlaams gedoe was misschien leuk, en goed voor wat couleur locale. Maar echt van harte was dat toch niet. Die Brugse Metten waren misschien veel leuker, maar daar kon je toch moeilijk mee naar buiten komen. Een franstalige opperklasse wat manieren leren, dat was nu toch van het goede teveel. Die Guldensporenslag, dat ging nog, dat was een vreemd leger. De opvolger heeft trouwens deftig zijn les geleerd.
Nog een paar symbolen erbovenop konden geen kwaad. En daar daagt het Belgisch Trekpaard op. Tot dan toe hadden boeren er geen idee van welk paard hun ploeg of hun kar trok (als ze de franken ervoor hadden). Maar daar moest verandering in komen. In 1886 zag de sociëteit ‘het Belgische Trekpaard’ het licht. Of liever ‘Société le cheval de Trait belge’. Heftig gesubsidieerd door de provincie Brabant. Provincies zijn altijd Belgische vehikels geweest. Het moest maar gedaan zijn met die Vlaamse landpaard, Condroz-paarden, Ardense paarden. Een Belgisch eenheidspaard moest er komen. Die knol zou trouwens Belgische karaktertrekken tonen: werkkrachtig, rustig, stevig. Slechte karaktertrekken moeten we maar vergeten. Daarvoor zoeken we maar een ander rasbeest. Een Belgische schapershond bijvoorbeeld. Zo, daarmee waren de rijke boeren er ook van overtuigd dat ze Belgen waren. Wat culturelers mocht ook. Een nationale Poëet. De laatste was Emile Verhaeren. In 1899. Hij zou wel de Belgische natie vorm geven. De geschiedenis van de twintigste eeuw toont ons welk overweldigend succes dit was. Meer dan een eeuw later pogen enkele poëtenverenigingen het eens opnieuw. Gelukkig krijgen ze centen van de Vermaledijde Vlaamse Gemeenschap. We wensen de poète national even veel succes als zijn voorganger. Mireille LEDUC
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 7
ECONOMIE
Bankhervorming, de berg die een muis baarde ____________________________________________ In december jl. pakte de regering Di Rupo uit met een bankhervorming die volgens de eerste minister “de belangrijkste is sinds twintig jaar”. De nieuwe bankenwet kan niet los gezien worden van de verregaande gevolgen van de financiële crisis van 2008. Krijgen we nu veilige banken met serieuze bankiers? Zijn de spaarders gediend met de bankhervorming van de tandem Elio Di Rupo- Koen Geens (Cd&V- Financiën)? Of is het een hervorming met schijnbewegingen waarbij de elites die de brand aangestoken hebben nu voor brandweer spelen? Na de grote bankencrisis van 2008 was het alle hens aan dek. Politici, economen, journalisten hadden niks zien aankomen, maar ze wisten het nadien beter. Ze liepen elkaar in de weg om analyses te maken en dure eden te zweren. Het ‘kapitalisme moest gered worden van de kapitalisten’ zegde zelfs een professor economie. De bankiers zouden voortaan niet meer stout kunnen zijn: speculeren met het spaargeld van de mensen zou niet meer kunnen, de banken zouden in het gareel gedwongen worden door ze te splitsen tussen een deposito- of spaarbank enerzijds en een zakenbank anderzijds. De financiële crisis werd voorgesteld als een soort natuurramp. De politieke klasse zat mee aan de stuurknuppel toen het instrumentarium dat deze crisis voorbereidde in wetten werd gegoten. De Europese Unie (EU) speelde daarin een cruciale rol met de “Coördinatierichtlijn voor de financiële sector”(1989). Er ontstond een vloedgolf
Di Rupo: mee ASLK naar het einde geleid
8 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
van nieuwe financiële wetgeving waarin de regulering van de financiële sector, na de zware crisis van de jaren dertig van vorige eeuw, werd opgeheven. Tussen 1991 en 1993 verschenen in het Belgisch Staatsblad 2.250 bladzijden wetteksten om de financiële instellingen te dereguleren. Om de staatscontrole verder te ontmantelen werden financiële overheidsinstellingen geprivatiseerd. Dat was niet alleen het werk van de liberale en conservatieve partijen. Ook de partijen en organisaties van klassiek links liepen voorop in de neoliberale consensus. Elio Di Rupo was in 1998 vice- premier in een zogenaamde ‘centrumlinkse’ regering Dehaene II (waarin Johan Vande Lanotte toen ook vice premier was) toen de ASLK werd geprivatiseerd en nadien voor een appel en een ei werd overgenomen door Fortis. Het ACW speelde met zijn spaarbank Bacob een voortrekkersrol in het opdoeken van de splitsing van spaar- en commer-
ciële banken. Dat de nieuwe bankenwet er nu komt heeft ook veel te maken met de komende verkiezingen van mei 2014. Van de Vlaamse beweging hoorden we weinig i.v.m. met de bankhervorming. Zeker nu de grootste partij N-VA, alle dagen “een akte van geloof, hoop en liefde opzegt voor het neoliberale bankenmodel” dat zoveel Vlaamse spaarders ( niet alleen de “gewone man”, maar ook de traditioneel gefortuneerden) miljoenen euro’s gekost heeft (Ethias, Fortis, Dexia, KBC, Arco,…). Met de nieuwe Bankenwet lijken de traditionele politici als brandstichters die zich vandaag verkleed hebben brandblussers. Het is dan ook met de nodige scepsis dat deze bankenwet moet bekeken worden. Wat valt op in deze bankenwet? Natuurlijk de klassieke maatregelen van het beschermen van het spaargeld (spaarders worden na de werknemers bevoorrechte schuldeisers), de bonussen aan bankiers en toplui worden onmogelijk als de bank aan het overheidsinfuus ligt, bonussen moeten verbonden zijn met het realiseren van middellange termijndoelstellingen, zodat ze geen risico’s stimuleren. Onder dit laagje bepalingen, vooral naar de brede opinie toe geschreven, kan men de harde kern van de nieuwe bankenwet vinden. Namelijk, daar waar het gaat over het onderscheid dat wordt gemaakt tussen handelsactiviteiten van de bank voor eigen rekening en deze voor rekening van de klanten. De logica van deze wet is dat de handel- lees vnl. speculatie – voor eigen rekening aan de basis lag van de crisis van 2008 en dat de handel in opdracht van klanten een steun betekenen voor de ontwikkeling van de economie. Het besluit dat regering hieruit trekt is dat speculeren voor eigen rekening wordt verboden. Indien de bankiers dat wel willen doen dan moet die activiteit in een aparte, afgescheiden entiteit worden ondergebracht (een zusteronderneming…). Uit deze maatregel blijkt dat er geen muur loopt tussen de klassieke bankactiviteiten en het zaken bankieren van één bank vermits beide onder dezelfde koepel, in een zus-
teronderneming bijv. mogen gebeuren. De tweede maatregel, de handel voor rekening van klanten mag wel, maar met een maximumplafond dat vastgelegd wordt op 15% van het balanstotaal. Boven dit plafond moet elke euro voorzien zijn van een euro eigen middelen. De regering gaat hierbij uit van het feit dat de bankiers zo goed zullen zijn niet te speculeren, maar dat handel dient als steun aan de export, de garantie van wisselrisico’s. Maken deze maatregelen de banken immuun voor nieuwe crisissen? De meeste deskundigen menen dat deze wet te veel gaten vertoont om nieuwe crisissen genre 2008 te voorkomen. De banken opereren in een wereld waar de concurrentielogica speelt waarin de hoogste rendementen behaald worden met speculeren. Er is in deze wet geen enkele maatregel om speculeren te verbieden, om de schaduwbanken of de belastingsparadijzen aan te pakken. In de marge van de wet moet gesteld worden dat schaduwbanken die buiten elke regelgeving vallen, nauw verstrengeld zijn met het legaal banksysteem. Banken spelen als doorgeefluik naar schaduwbanken of hebben fondsen voor hun rijkste klanten in belastingsparadijzen. Banken investeren ook voor eigen rekening in financiële producten die op de markt worden gebracht via schaduwbanken. * Er zijn een aantal argumenten die de bankiers opwerpen tegen de splitsing van deposito-, spaarbanken en zakenbanken. Vooreerst zeggen ze, zijn financiële transacties goed voor de economische ontwikkeling. Inderdaad de zakenactiviteiten van de banken zijn geëxplodeerd maar deze dragen amper bij tot de ontwikkeling van de echte economie. Slechts een klein deel van de financiële transacties (7%) dient om risico’s in te dekken die voortkomen uit economische transacties. De rest van de financiële transacties (93%) is louter speculatief. Twee. Een splitsing van banken zou jobs kosten. De banken hebben niet gewacht tot een splitsing om banen te schrappen en de financiële crisis, uitgelokt door “niet gesplitste banken”, heeft nu al duizenden banen gekost. In gemengde banken dient het spaargeld als waarborg om goedkoop geld te lenen voor het ondersteunen van speculatieve activiteiten. Tot slot wordt door bankiers, bevriende media en politici gezegd dat het splitsen van banken niet rendabel is. Dat klopt niet. Inkomsten van spaarbanken zijn stabiel. Veel verlichte bankiers erkennen dat de dynamiek van de financiële markten totaal anders is dan de relatie met een stabiel cliënteel van spaarders. “Die verschillende logica’s met elkaar combineren levert een onmogelijke evenwichtsoefening op”, dixit Jérome Cazes, algemeen directeur van de investeringsbank Coface. Deposito (spaar-)banken zijn zeker rendabel. Op korte termijn zijn ze minder winstgevend dan investeringsbanken, maar
ze zijn stabieler en hebben een lager risicoprofiel. “De marges zijn veel kleiner en het eigen kapitaal veel groter. In dat matig model ligt de toekomst van het bankieren”, zegt Jean Peyrelevade, oud voorzitter van UAP, Crédit Lyonnais en huidig voorzitter van Banco Leonarde en France). * De wet werd in het Belgische parlement goedgekeurd. De oppositiepartij van de Groenen! stemde terecht tegen. Bij monde van Kamerlid Meyrem Almaci werd deze tegenstem toegelicht: “ De regering Di Rupo legt de conclusies van afgelopen jaren naast zich neer. Het Kamerbreed gedragen rapport van 2009 en de mening van internationale topeconomen zoals Stiglitz, Roubini, Shiller en De Grauwe zijn heel duidelijk. Een zuivere splitsing van spaarbanken en zakenbanken is noodzakelijk. Onze banken mogen niet langer speculeren met spaargeld. Banken moeten terug kiezen voor duurzame activiteiten, het eigen vermogen vergroten, en transparante en ethische normen hanteren”. Het triomfalisme van de regering is misplaatst als je deze Bankwet toetst aan wat gebeurde in de jaren dertig van vorige eeuw en ze in de internationale context van vandaag plaatst. De eis tot splitsing van zakenbanken en depositobanken is niet nieuw. In de jaren dertig leidde een reusachtige speculatiegolf tot de beurscrash van 1929. De gevolgen waren catastrofaal, miljoenen kleine ondernemingen gingen failliet, miljoenen mensen werden werkloos,…Mede onder druk van een sterke arbeidersbeweging werden de regeringen gedwongen tot radicale maatregelen teneinde de herhaling van dergelijke ramp te voorkomen. De voornaamste maatregel bestond erin de scheiding op te leggen tussen banken en holdings. De eerste wet kwam vanuit de VSA o.l.v. president Franklin D. Roosevelt. In 1933 werd de beruchte Glass-Stealgall Act afgekondigd waarin de Amerikaanse banken verplicht werden de investeringsactiviteiten en
de depositoactiviteiten te scheiden. De Belgische regering P. Van Zeeland nam ook drastische maatregelen. Zo werden depositobanken verplicht zich tot korte termijnkrediet te beperken. Daarenboven, en deze maatregel werd uitsluitend in België genomen, werd het formeel verboden aandelen in industriële ondernemingen te bezitten. Het Wetsbesluit zou van 1934 tot 1993 gelden. België was toen koploper. De Bankenwet van de regering Di Rupo is veel zwakker dan deze wet die indertijd door de regering Van Zeeland werd afgekondigd. Er is ook een merkwaardige paradox in het verhaal. Terwijl iedereen aanvaardt dat in de Angelsaksische wereld het wilde kapitalisme het meest doorgeschoten is, zien we vandaag dat (naast de lange gevangenisstraffen voor speculanten zoals bijv. Bernard Madoff, 150 jaar) de reglementering van het bankwezen daar strenger is na 2008 dan wat men in doorgaans de West-Europese landen het “Rijnlandmodel” noemt. Zo zal in GrootBrittannië het zgn. Vickers-reglement worden ingevoerd. Het gaat hier niet om een splitsing, maar binnen de bank worden deposito- en zakenactiviteiten afgescheiden via een zgn. “ringfencing” met specifieke reglementeringen waardoor het failliet van een zakenfiliaal van een bank niet de depositoactiviteiten kan besmetten. In de VSA werd in 2010 de zgn. Dodd-Franck-wetgeving ingevoerd waardoor het depositobanken verboden wordt risicovolle transacties aan te gaan en investeringen in speculatieve fondsen begrensd worden (= Volcker-rule). In West-Europa werd in Frankrijk in 2013 een wet ingevoerd die bepaalt dat speculatieve onderdelen in een specifiek filiaal moeten worden ondergebracht met een aparte kapitalisatie. De wet verplicht om activiteiten die “niet nuttig zijn voor de economie in een apart filiaal onder te brengen”. Maar de Franse bankiers (BNP-Paribas-Fortis) zeggen dat die activiteiten maar 0,5% tot 1% van hun balanstotaal uitmaken. Bijgevolg dreigen 99% van de bankactiviteiten buiten de wetgeving te vallen. ( cfr. ook www.bankensplitsen.be) De Bankenwet van Di Rupo sluit vooral aan bij de Franse aanpak. De nieuwe bankenwet is de berg die een muis baarde en die spoedig zal worden vertrappeld door de grootbankenlobby met de hulp van de traditionele partijen. Nog altijd kan het spaargeld meegesleurd worden door speculatieve operaties met alle gevolgen vandien voor de overheid en de belastingbetaler. Miel DULLAERT
Bernard Mardoff: naar de nor verwezen
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 9
NIEUWS UIT HET DERDE GEWEST EN ZIJN RIANTE OMGEVING
(Euro-) Brussel kroniek ____________________________________________ Onderwijzeres Karlien Tiebout ontvangt erepenning Eind vorig jaar reikte het Vlaams Komitee voor Brussel naar traditie zijn erepenning Albert De Cuyper uit. Voor een keer viel de eer niet te beurt aan een eminent academicus, aan een minister of aan een grootheid uit de culturele sfeer. Geen magistraat of dokter met een respectabel aantal jaren dienst deze keer, maar niettemin toch iemand die zijn sporen al verdiende in het ‘Vlaams opbouwwerk’ in de hoofdstad, en meer bepaald in de meest indrukwekkende instelling die Vlaanderen er in Brussel op nahoudt: het onderwijs. De laureate was de jonge leerkracht Karlien Tiebout, die in Molenbeek gewoon voor de vijfde klas staat. Nou ja ‘gewoon’… Om met Geert van Istendael te spreken, die de laudatio verzorgde: “Gewone sterveling is eigenlijk een onjuiste benaming. Het moet zijn: buitengewone sterveling. Want in deze school, in de moeilijkste stad van het land, in wat wellicht de moeilijkste gemeente van die moeilijkste stad is, zijn onderbetaalde juffen en meesters (…) elke dag de regenboog van Mandela aan het oprekken. Nu is Karlien Tiebout van alle buitengewone juffen en meesters de buitengewoonste.” Na de sportschool volgde zij de lerarenopleiding aan de Arteveldehogeschool in Gent. In haar scriptie behandelde zij de problematiek van taalvaardigheid in concentratiescholen. Ze liep stage in verschillende scholen in Gent, in voorsteden van Madrid en vervolgens in Kuregem. Ze behaalde dan nog een diploma sociaal-cultureel werk en koos er bewust voor om in Molenbeek te gaan werken in een zeer multiculturele en meertalige omgeving. Om in zo’n school les in het Nederlands les te geven is een ongelofelijke krachttoer, meent Geert van Istendael, die zich mateloos ergert aan de recente pleidooien voor meertalige scholen en onderdompelingsonderwijs.
Karlien Tibout (rechts op de foto)
“De mensen die al dat moois aanprijzen doen nogal neerbuigend, zelfs smalend over de resultaten van de Nederlandstalige scholen in Brussel. Ik vind dat walgelijk. (…) Zulk volk kijkt neer op de dagelijkse, heroïsche inspanningen van doodgewone, pardon, buitengewone, juffen en meesters in de Nederlandstalige scholen van Brussel. En op de inspanningen die al de vorige generaties toegewijde juffen en meesters tientallen jaren geleverd hebben om Vlaamse Brusselse ketten tweetalig te maken. Zij zijn daarin geslaagd. Zij hebben jaar na jaar tweetalige jongeren afgeleverd, ten minste, sinds in deze stad Nederlandstalige scholen bestaan. (…) Denken die lieden soms dat Karlien Tiebout en haar collega’s niet weten wat meertaligheid in de klas betekent? Ze hebben er iedere dag mee te maken. Mee te worstelen.” Tiebout richtte mee de groep Spaak op, want inderdaad, ook zij is van mening dat er een en ander ‘spaakloopt’ in het Nederlandstalig onderwijs. Een van de grote problemen is dat de vacatures in het Brussels onderwijs nauwelijks ingevuld raken, zodat de kinderen niet het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. De expertise die men in Brussel opdoet, verlaat de stad, maar kinderen hebben recht op die expertise. Extra ondersteuning voor Brusselse leerkrachten is nodig. In het Nederlandstalig onderwijs is een grote doorlichting op til, waar ze ook bij Spaak een beetje bang maar ook benieuwd naar uitkijken. Het Brussels onderwijs heeft zeer talentvolle leerkrachten nodig, liefst ook nog Brusselse leerkrachten. Vandaag komen de meeste leraars uit de rand of van ver daarbuiten. Het beleid zou de talenten in Brussel moeten opsporen en naar de lerarenopleiding toe leiden en extra in hen investeren, vinden Tiebout en haar medestanders. De leerkrachten die van buiten Brussel komen zijn dan weer onvoldoende voorbereid op de meertalige en multiculturele context waar ze in terecht komen. Ook daar moet aan gewerkt worden. En het onderwijsverhaal in Brussel is er niet alleen een van leerinhouden en lesmethodes, maar ook van
Onderwijs in Molenbeek: geen lachertje!
10 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
ouderbetrokkenheid, participatie en gelijke onderwijskansen, kortom het verhaal van de ‘Brede School’. Maar Karlien Tiebout blijft met Spaak geloven in de Brusselse ketjes en wil hun recht op onderwijs waarmaken. Vandaar dat ze de erepenning van het VKB dubbel en dik verdient.
Onkelinx verplicht Vlaamse huisartsen tot fusie met Franstaligen In Brussel bestaat er sinds 35 jaar een Vlaamse en een Franstalige huisartsenkring, die elk onder meer verantwoordelijk zijn voor het organiseren van een wachtdienst. De Vlaamse Wachtdienst is er indertijd gekomen uit ongenoegen over het feit dat de toenmalige ‘unitaire’ huisartsenkring weliswaar formeel tweetalig was maar in de praktijk eentalig Frans. Vlaamse patiënten kregen meer dan eens te horen “Vous ne parlez pas français?” Sinds de oprichting van de Vlaamse Wachtdienst was dit probleem van de baan. Naast die oproepcentrale is er inmiddels ook nog een Nederlandstalige Huisartsenwachtpost opgericht, Terra Nova. Maar vandaag wil minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx de beide kringen laten fusioneren. Ze wil over heel België een eenvormig oproepnummer voor patiënten instellen (het nummer 1733). Speciaal opgeleide telefonisten zouden die oproepen beantwoorden en ze ofwel doorverwijzen naar de vaste Huisartsenwachtposten of een huisarts per taxi ter plekke sturen. Tijdens de nachtelijke uren zouden de patiënten naar de spoeddienst van een van de Brusselse ziekenhuizen worden gestuurd. Een aantal Brusselse huisartsen (Jan Matthys, Joost Rampelberg, Walter Renier en Erika Vandermeersch) maakt zich grote zorgen over de plannen. Het zou inhouden dat de Nederlandstalige Huisartsenkring moet fuseren met de Franstalige evenknie, maar de eerste
een glunderende Dirk Bosmans
contactvergaderingen die daaromtrent werden gehouden, verliepen volledig in het Frans, en de rapporten die al werden opgemaakt over de toekomstige werking zijn ook uitsluitend in het Frans verkrijgbaar. De verontruste Vlaamse artsen vrezen dat slechts een kleine minderheid van hun Franstalige collegae enigszins behoorlijk Nederlands spreken en hebben er ook geen vertrouwen in dat de telefonisten degelijk tweetalig zullen zijn. Ook de nachtelijke doorverwijzing naar de spoeddiensten van de ziekenhuizen is geen goed idee, want alleen aan het UZ Brussel kan een correcte medische ondervraging gebeuren en verstaanbare aanbevelingen voor de Nederlandstalgie patiënten worden meegegeven. Toch zijn een aantal Nederlandstalige artsen geneigd in te gaan op de fusieplannen van de minister. Die zouden immers moeten leiden tot een vermindering van het aantal wachtdiensten. En het klopt dat de Vlaamse artsen nu veel diensten moeten kloppen. Het aantal Nederlandstalige artsen ligt immers rond de honderd, wat krap weinig is voor een stad als Brussel.
Molenbekenaar wint groot dictee der Nederlandse taal De 36-jarige Molenbekenaar Dirk Bosmans heeft het 24ste ‘Groot Dictee der Nederlandse Taal’ gewonnen, met slechts dertien taalfouten. Daarop heeft burgemeester Françoise Schepmans (MR) de taalkampioen een eremedaille van de gemeente uitgereikt op een plechtige zitting in aanwezigheid van de Nederlandstalige schepen Annalisa Gadaleta (Groen), schepen Karim Majoros (Ecolo), gemeenteraadsvoorzitter Michel Eylenbosch en oppositieraadslid Dirk Berckmans (N-VA). Deze laatste was het enige aanwezige Nederlandstalige gemeenteraadslid. Bernard DAELEMANS
Onckelinx wil fusie, in het Frans welteverstaan
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 11
“Het is een hard leven, maar ook een schoon en een fascinerend”
Kort genoteerd ____________________________________________ Nieuw! Althans (voorlopig) in Aalst Voor de zoveelste keer heeft Sp.a, wat dat ook moge betekenen, in eigen voet geschoten. Door met name de meerderheid van de Aalsterse afdeling op een ‘warme’ manier aan de deur te zetten. Omdat dit foliant geen stads- noch dorpspolitiek volgt, hebben wij tot dusver weinig aandacht besteed aan die troeblante historie. Echter, er is wel degelijk iets aan de hand. De partij die pretendeert opvolger te zijn van het socialisme in onze contreien neemt het, als het haar goed uitkomt, niet zo nauw met de democratie. Zeker niet op lokaal of regionaal vlak, want het ‘internationalisme’ staat bovenaan in de sloganistiek, dat weet menigeen. Maar er is meer aan de hand. Plots wordt het ‘ondenkbaar’ dat sociaaldemocraten in een coalitie blijken te zitten met verfoeilijke N-VA’ers, bovendien besmet door de storende aanwezigheid van een Karim Van Overmeire die het Vlaams Blok/Belang als kweekschool had. Dat terwijl het duidelijk is dat het gemeentelijk coalitieakkoord al in juli 2012 ‘geformaliseerd’ was, en iedereen binnen de partij er van op de hoogte was. “De staat verdrukt, de wet is logen” is een oude socialistische slogan, maar de ‘logen’, thans in AN ‘leugen’, is geen zaak waar sociaaldemocraten zich anno 1914 om malen. En een retro-actief ‘cordon sanitair’ is voor wie Aalst kent natuurlijk een weinig lachwekkend, want toen er in volle Koude Oorlogsperiode iets dergelijks bestond tegenover de communisten
was dat niet het minste probleem om communistisch Volksvertegenwoordiger Bert Van Hoorick in de armen te sluiten (die daarenboven nog een amnestievoorstel ingediend had in de Kamer, en dat voor 1950!). Of een Louis Paul Boon, medewerker van het communistische blad De Rode Vaan. In Aalst is er dus een zekere traditie van politieke verdraagzaamheid, maar die kan moeilijk kenmerkend genoemd worden voor de socialistische partijsecretariaten waar vandaag vooral benoemingen en promoties geregeld worden, ten bate van de boterham van de kleine man. De hypocrisie van de huidige sociaaldemocratie heeft er nu toe geleid dat er in Aalst een nieuwe ‘beweging’ ontstaan is, die zich SD&P noemt (‘Sociaal Democraten en Progressieven’) en haar logo en embryonaal programma voorgesteld heeft op 20 janurai jl. Voorlopig lijkt het nog een vooral Aalsters alternatief, maar de toekomst ligt uiteraard open. En uit de beginselverklaring, die een tamelijk ‘Bond Zonder Naam’-gehalte heeft, blijkt toch dat er wellicht perspectieven mogelijk zijn. De verklaring zit natuurlijk vol gemeenplaatsen als ‘streven naar een samenleving waar gelijkwaardigheid, vrijheid, solidariteit en gewenste verantwoordelijkheid basisbeginselen zijn’, of ‘ieder mens heeft recht op de beleving van zijn eigenheid’, maar hoopvol is toch dat ‘SD&P geen angst heeft op ongecomplexeerd, maar tegelijk ook niet bekrompen te verwijzen naar onze
Dylan Casaer, bête noire voor de partijtop
12 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Senator Swinnen: moet Aalsterse militanten ‘tuchtigen’
Vlaamse eigenheid”. Het is zeker voorbarig om nu al een oordeel te vellen over dit nieuw politiek project, maar het weze duidelijk dat wij met meer dan gewone belangstelling kijken naar de toekomst in en buiten Aalst van een linkse groepering die zich ‘progressief’ noemt (of is het omgekeerd?). En we hopen vooral dat die beweging of wat dan ook niet een vroegtijdige dood sterft zoals die van vorige dissidente Sp.a’ers.
Toch zou het unfair zijn het geval Aalst te isoleren van wat er in het algemeen misloopt in de sociaaldemocratie in Vlaanderen. Het gaat immers om meer dan een toevallige samenwerking met N-VA, en in vele steden en gemeenten zetelt SP.a wel degelijk met de Vlaamse nationalisten in een meerderheid: in Sint-Niklaas (Freddy Willocx dan nog wel!), in Bilzen (senator Guy Swennen, voorzitter van de tuchtcommissie die de Aalsterse afdeling opdoekt ‘dient’ er onder burgemeester Frieda Brepoels!),
in Vilvoorde… en ga zo maar door. De stap die schepen Dylan Casaer (Welzijn) nam, is dus verre van geïsoleerd. Wordt vervolgd… Guy Verhofstadt gezien door een Nederlandse journalistieke bril Nu Guy Verhofstadt officieel kandidaat is van de Europese Liberale Fractie voor het voorzitterschap van de EU, is het misschien wel nuttig om even na te gaan welke reputatie hij heeft in een naburig
land, dat mee door liberalen bestuurd wordt. In het gezaghebbend en laat ons zeggen libraalvriendelijke weekblad Elsevier (18 jan.) is men nogal mild over zijn figuur. Wij citeren even buitenlandspecialist Arend Jan Boekestijn: ‘Verhofstadt is een fenomeen (…) In het begin van zijn carrière liep hij over van bewondering voor de Britse premier Margaret Thatcher, wat hem de bijnaam ‘Baby Thatcher’ opleverde. Het legde hem en zijn partij geen windeieren.’ Daarna werd hij een trouwe fan van Tony
de sympathieke Viviane Reding
Blair en zijn befaamde ‘Derde Weg’. ‘Wat de Derde Weg precies was, is mij nooit helemaal duidelijk geworden. Het leek een beetje op het monster van Loch Ness, iedereen sprak erover maar niemand had het beest gezien. Het was vooral duidelijk wat het niet was’. Maar, nog steeds volgens Elsevier, geen nood: ‘Het was misschien wel een teken dat zijn ambitie om de macht te veroveren groter was dan zijn intellectuele consistentie’. En tenslotte: ‘Het enige wat Guy nog in uitvoering brengt, is de verwerving van het voorzitterschap van de Europese Commissie en zijn wijngaard in Toscane, Italië’. Tja, wij zijn toch wel heer erg braaf in ons eigen commentaar… ‘Te sociaal’ Eurocommissaris Viviane Reding (Justitie) maakte zich eind januari onsterfelijk door in een interview te zeggen dat EU-lidstaten die last hebben van arbeidsmigratie er te royale sociale voorzieningen op nahouden. Burgerforum EU Onverwacht kreeg het Nederlandse ‘Burgerforum EU’ de steun van de Nederlandse Tweede Kamer. Het initiatief dat uitgaat van o.m. Thierry Baudet die waarschuwt voor ‘de sluipende overdracht van Nederlandse bevoegdheden aan Brussel’ en 63.000 handtekeningen werden verzameld. Met de eis om
een referendum te organiseren. Aanvankelijk schaarde enkel de PVV van Geert Wilders zich achter het initiatief, maar tijdens een debat kreeg het burgerforum een meerderheid achter zich. Merkwaardig is dat de ‘referendumpartij’ D66 tegen was, vermits te eurofiel. Het wetsvoorstel voor een raadgevend referendum gaat nu naar de senaat, maar daar zijn wel 300 duizend handtekeningen voor nodig. Wie weet?
oppositie zetten de regerende moslimpartij Ennahda met massabetogingen en stakingen onder druk. Deze partij had de grondwetgevende verkiezingen van oktober 2011 gewonnen, negen maanden nadat de dictatuur was gevallen door een volksopstand. Nu is het wel zo dat Ennahda algemeen wordt beschouwd als de meest vooruitstrevende religieuze partij in de Arabische wereld en dat zij evenmin gediend is met het gekonkel van fundamentalistische tirannieën om en rond Saoedi-Arabië, Qatar... De gesprekken over de nieuwe grondwet liepen niet van een leien dakje omdat de kloof tussen islamisten en seculieren nog te groot was. Na de moorden werden de bijeenkomsten van de Grondwetgevende Vergadering wegens de massale betogingen een tijdje opgeschort. In elk geval bleek na de moorden toen dat er in Tunesië een seculiere maatschappij is die
partij uitte doodsbedreigingen ten aanzien van een aantal seculiere parlementsleden die hij beschuldigde als “vijanden van de islam”. Na deze bedreigingen werd de stemming even opgeschort. Als de nieuwe grondwet is goedgekeurd, neemt de tijdelijke regering ontslag en worden er dit jaar nieuwe verkiezingen uitgeschreven. De “troika”: doodseskader in maatpak? De neoliberale besparingsprogramma’s hebben in deze wereld al duizenden doden veroorzaakt. Merkwaardig is hoe de elites en de van hen afhankelijke media in staat zijn het dodelijk karakter van deze besparingsprogramma’s te maskeren. Soms springt er al eens een schaap uit de kudde. Zo bijvoorbeeld de reportage van het VRTTerzake-programma begin januari jl. over de i neenstorting van de ge-
Tunesie: nieuwe grondwet zonder sharia Terwijl het ontwerp Grondwet in Egypte grotendeels op maat van het leger zal worden geschreven staat in Tunesië, waar de Arabische revoltes begonnen drie jaar geleden, een andere grondwet op stapel. Er waren natuurlijk heel wat politieke en maatschappelijke spanningen na de omverwerping van de dictatuur. Hoe zou het anders kunnen? Sommigen hebben er een zware prijs voor betaald en hun leven verloren. Zoals de moorden op de leiders van de links, seculiere oppositie. We verwijzen naar de moord op Chokri Belaïd, de linkse Tunesische oppositieleider van de Mouvement des Patriotes et Democrates (MDP) en in juli 2013 de moord op Mohamed Brahmi voorzitter van de links nationalistische oppositiebeweging “Echaab”,(“Volksbeweging”). Na deze moorden stond het land op zijn kop. Vakbonden en seculiere
Tunesische betoogsters
weerbaar is. Ook vele gematigde islamitische Tunesiërs zien meer en meer in dat het islamfundamentalisme dood en verderf zaait in andere Arabische landen en de ontwikkeling van de maatschappij blokkeert. Het resultaat is dat de ontwerpteksten van de nieuwe Grondwet die door de Tunesische parlementsleden met minstens tweederde meerderheid werden goedgekeurd heel wat democratische elementen bevat. Zo wordt de gelijkheid tussen alle burgers van de Tunesië ingevoerd, zonder enige discriminatie. Zelfs het onderscheid tussen ‘man’ en ‘vrouw’ (dat ten nadele van de vrouw speelt in de patriarchale islamitische wereld) is eruit verdwenen. Nog belangrijker is dat de Grondwetgevende Vergadering heeft beslist dat de “sharia” niet in de Grondwet wordt opgenomen. Dat ging niet zonder slag of stoot. Een fundamentalist van de Ennahda-
zondheidszorg in Griekenland als gevolg van de besparingsprogramma’s van de troika (samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het IMF en de Europese Centrale Bank, ECB). De Grieken zijn zo beschaamd over de wantoestanden in hun ziekenhuizen dat ze systematisch weigeren tv-ploegen binnen te laten. De VRT-ploeg nam dan maar zijn toevlucht tot de verborgen camera om één en ander vast te leggen. Een moedige dokter durfde toch voor de camera de dodelijke gevolgen van de tussenkomsten van de troïka concretiseren. De bewuste dokter verklaarde dat door de besparingenprogramma’s in Griekenland er momenteel 20.000 mensen aan verplegend personeel te kort zijn en dat er in Griekenland jaarlijks 2000 mensen voortijdig overlijden als gevolg van de inleveringen. De troïka, gesteund door een regering van conservatieven
Thierry Baudet: goed gescoord!
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 13
en sociaaldemocraten, is dan ook een doodseskader in maatpak geworden voor vele Grieken. De dokter stelde dat hij soms pijnlijke keuzes moet maken over wie er in een ‘intensive care’ afdeling moet opgenomen worden met als gevolg voortijdige sterfte van zij die niet weerhouden worden. Het zijn medische beslissingen die in oorlogsgebieden op het slagveld of bij grote natuurrampen moeten genomen worden. Vandaag gebeuren ze in de “waardengemeenschap” van de EU. Nu ‘het kalf verdronken’ is, is het in het EU-Parlement tijd om rapporten te maken over het optreden van de troika. Beter laat dan nooit. In dit rapport wordt de troïka aan de schandpaal genageld. Terecht. Er blijkt dat het optreden van de heren niet veel meer was dan nattevingerwerk, op basis van verkeerde rekenkunde. In feite worden de Grieken en alle democratisch verkozenen geconfronteerd met een permanente staatsgreep van de technocraten van de troika, die aan niets of niemand verantwoording verschuldigd zijn, behalve wellicht aan de kleine toplaag van de happy few van bankiers en Griekse superrijken en corrupte politici. Zij zijn schatrijk geworden met leningen van vnl. Duitse en Franse banken waarvan de Grieken nu de schulden ‘mogen’ afbetalen..De EU en de troïka zijn een ramp voor de Europese volkeren.
14 - Meervoud nr. 186 - april 2013
De postbusfirma in Oost-Europa van een Vlaamse transporteur Eén van de grootste sociale rampen die de EU en de politieke klasse veroorzaakt is het wettelijk kader dat zij opgebouwd hebben voor sociale dumping in en tussen de lidstaten van de Europese Unie. Ondernemers profiteren ervan, ten koste van de welvaart en het welzijn van zowel onze Vlaamse chauffeurs als de Oost-Europese! Het transportbedrijf ‘Gilbert De Clercq’ (Sint-Niklaas), wordt er door de vakbonden van beschuldigd via frauduleuze postbusconstructies in Oost- Europa, chauffeurs vervoersopdrachten te laten uitvoeren voor multinationals tegen sociale dumpingprijzen. De Clercq
heeft een postbusfirma in Bratislava. Die huurt via interim-contracten chauffeurs uit Slowakije en Bulgarije en zenden die naar Vlaanderen om er lokaal transport te doen. Dat betekent dat ze officieel de loonen arbeidsvoorwaarden van Vlaanderen moeten respecteren, maar dat doen ze niet. Per maand verdient zo’n trucker een maandloon van 1.400 à 1.500 euro. Daarvan moeten ze leven in hun vrachtwagens, werken tijdens het weekend en ’s nachts. Een transportbedrijf uit Vlaanderen kan daar niet tegenop. Een Belgische chauffeur zou in hetzelfde regime ! 2.500 à 3.000 netto moeten verdienen. Volgens onderzoek van de Transportarbeidersbond van het ABVV, de BTB, heeft De Clercq 200 vrachtwagens.
Er werken nog zo’n 10 Vlaamse chauffeurs, 20 Slovaken en 70 Bulgaren. De laatste jaarrekening meldt per eind 2012 alles samen 130 werknemers. Er was een omzet van ! 44 miljoen – een derde meer dan in 2007- en een nettowinst van ! 0,6 miljoen. De EU biedt een kader aan dat toelaat frauderende bedrijven de uitbuiting van de Europese werknemers te maximaliseren ten koste van het welzijn en de welvaart van de chauffeurs. Er wordt weinig informatie uitgewisseld tussen de lidstaten. Wie een internationale transportvergunning heeft, mag bijvoorbeeld een buitenlandse chauffeur in het kader van een internationaal vervoer tot drie ritten in één land tussendoor laten doen. Omdat België een klein land is en de grenscontroles door de EU zijn afgeschaft, is het niet moeilijk een chauffeur even over de grens te doen rijden en te laten terugkeren. De sociale fraude gaat van onwettige bedrijfsconstructies (bijv. Het opzetten van postbusfirma’s die plaatselijk geen activiteiten hebben zoals De Clercq ongestraft doet) tot ware uitbuiting. Vooral de multinationals zoals de Zweedse Ikea en de Brits-Nederlandse Unilever liggen in het vizier van de vakbonden. In een samenwerking tussen de ABVV en de Nederlandse vakbond FNV werd Ikea en Unilever aangeklaagd. Begin december 2013 kwamen de EU-ministers van Werk bijeen over dit probleem en ze beloofden een betere samenwerking tussen nationale inspectiediensten. Meer dan een rookgordijn is dit niet. Een anonieme transportondernemer, concurrent van De Clercq, ziet het zo: “Het probleem van sociale dumping zit bij de patroonsorganisaties van
het transport én de overheden. De federaties hadden al jaren geleden veel meer controles moeten eisen. Maar ze spreken niet uit één mond omdat in deze federatie heel wat bestuurders van bedrijven zetelen die zelf met buitenlandse vrachtwagenchauffeurs werken. De intenties van de EU-ministers van Werk komen te laat omdat reeds heel wat bedrijven door sociale dumping en fraude over kop zijn gegaan.” Dit dossier is niet alleen een zaak van vakbonden en bedreigde Vlaamse transportondernemers, maar ook is er een flinke kluif weggelegd voor het Unizo dat van de media wel een toeter heeft gemaakt om te zagen over de te hoge loonkosten hier, en met de te lage loonkosten voor Oost-Europeanen blijkbaar geen problemen heeft. De Vlaamse Beweging zou ook een tandje kunnen bijsteken om op te komen voor de welvaart en welzijn van de Vlaamse werkende bevolking in het transport (wat baat een onafhankelijk Vlaanderen als dit een parochie van miserie wordt)? Wij hopen dat de partijen die deze praktijken mogelijk maken in mei e.k. in het stemhokje voor de Europese verkiezingen worden afgestraft.
Niet voor publicatie vatbaar In deze rubriek signaleren we wansmakelijkheden die volgens ons niet de minste aandacht verdienen. Afrodisering van de macht. Sinds kort is de status van de tot voor kort première dame van de Franse Republiek, de 48-jarige mevrouw Valérie Trierweiler (vorig jaar on-
De nieuwe vriendin van Hollande, hier op de kaft van een themamagazine
kan het behoorlijk warm zijn en dat is bijzaak, want in populariteitspeilingen deed Hollande het tot voor kort bar slecht (17% van de Fransen stonden nog achter hem), nu gaat het weer wat beter. *
Hollande en Trierweiler toen alles koek en ei was
eerbiedig, dat geven we toe, per abuus Rothweiler genoemd in dit foliant) serieus aan het wankelen. Op een persconferentie die uiteraard over politiek en economie ging, en waarin president François Hollande afstand nam van het socialisme, wou hij hét thema dat de republiek beroert niet aansnijden, maar liet wel verstaan dat zijn vriendin op het Elysée niet langer welkom was en tijdelijk verbannen naar het buitenhuis La Lanterne in de buurt van Versailles. De deerne is pas ontslagen uit het ziekenhuis waar zij acht dagen opgenomen was na een instorting bij het vernemen van een relatie van haar beminde met de charmante maar niet onbesproken actrice Julie Gayet (41). Kwatongen beweren dat zij zelfmoordneigingen had (het blad Le Point had het enkel over een kalmeringspilletje te veel), maar dat wordt ten stelligste en in alle toonaarden ontkend: zij moest enkel even overdenken over de amoureuze escapades van de socialistische president en de toekomst van haar vijf man personeel. Inmiddels regent het ook roddels over de rol die zijn vorige ex, Ségolène Royal, moeder van vier Hollandekinderen, in deze zaak al dan niet zou gespeeld hebben, aldus de gereputeerde Nederlandse journaliste Eveline Bijlsma. Maar volgens haar al even erudiete collega Wilma Nanninga (De Telegraaf), vindt bijna 90% van de Fransen dat president François zijn onofficiële echtgenote gewoon zat is, en wat hen betreft blijft Hollande
gewoon zijn ‘passie’ uitoefenen. De boulevardpers wijst er ook op dat Trierweiler op kosten van de Franse Republiek allerlei accommodaties huurt en zich graag laat vervoeren met privéjets en limousines. Men is in socialistische kringen ook niet vergeten dat Hollande destijds Valérie als minnares overnam van een politiek rivaal, Patrick Devedjian, vertrouweling van zijn voorganger Sarkozy die haar drie kinderen schonk. En vergeten we niet, tot voor kort werd Hollande door veel Fransen als een ‘grijze muis’ beschouwd en als dusdanig ook niet echt au sérieux genomen. Daar is nu ietwat verandering in gekomen. * Afrodisering van de macht (2). Het lijkt op het eerste zicht triviaal dat een gereputeerd blad als Meervoud zich met dit soort zaken inlaat, maar we doen het enkel om een en ander te duiden in verband met de politieke zeden van een bevriend buurland. Uiteindelijk is de nieuwe presidentiële verovering van de Franse president niet de eerste de beste. Zij komt uit een literair milieu want was getrouwd met de Argentijnse schrijver Santiago Amigorena (51) tussen 2003 en 2006, en heeft samen met hem twee tienerzoons. Zij is bovendien een kunstenares want actrice sinds haar 21ste, en speelde al in meer dan 50 rolprenten, hoewel ze zich nooit schroomde om uit de kleren te gaan. Maar goed, in Argentinië
Afriodisering van de macht (3). Nu het onvermijdelijke toch is gebeurd, is ook de wetenschap zich met de zaak gaan bemoeien. Want wie kon zich voorstellen dat heel wat vrouwen voor Hollande, met zijn wijkende haarlijn en brilletje, plots in katzwijm vallen? Sociaal psycholoog Joris Lammers deed wetenschappelijk onderzoek naar waarom macht ontrouw maakt. ‘Mannen met macht hebben minder aandacht voor gevaar, nemen meer risico’s en zijn zelfverzekerder. Ze zien meer kansen en grijpen die ook. Als het aankomt op reproductie vinden veel vrouwen zo’n man aantrekkelijk’, aldus de gerenommeerde wetenschapper. Bioloog Frans De Waal: “Voor vrouwen is de macht enorm aantrekkelijk. Dat is altijd zo geweest, ook bij primaten (apen).’ En: ‘Voor een vrouw maakt het aantal partners niet uit voor haar nakomelingschap. Dominantie biedt dus verschillende voordelen. Dat zie je bij de chimpansee, de gorilla (waar mannetjes een hele harem voor zich hebben) en dus ook in de menselijke politiek”. Logisch dus. Hoogleraar psychologie Roos Vonk is zo mogelijk nog overtuigender: ‘Machtige mannen hebben meer testosteron. Dat geeft zelfvertrouwen en dat vinden vrouwen charismatisch. Bij zo’n Hollande zie je dat misschien niet op tv, maar als je met hem in een ruimte bent, kun je dat wel merken. Dat werkt voor veel vrouwen betoverend’. *
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 15
sekssymbool Hollande, zonder helm
Afrodisering van de macht (4). Toch is de houding van een dergelijke presidentiële fallocraat niet altijd een eenvoudige zaak in protocollaire aangelegenheden. Het toeval wou nu dat eind januari de Franse president in Nederland te gast was voor een ‘inkomend officieel bezoek’ – geen ‘staatsbezoek’ want anders moest hij een krans leggen bij het Monument op de Dam -, maar hij moest er wel aanzitten op een eenvoudige maar voedzame maaltijd op paleis Noordeinde. Enfin, dat viel nogal mee: volgens de Volkskrant kreeg hij er Salade de homard et de pamplemousse als voorgerecht en perdreau rouge, sauce au calvados als hoofdgerecht. Toch maar geen Gelderse rookworst met boerenkool dus bij het genot van een limonadeglaasje Heineken. Maar omdat het geen ‘staatsbezoek’ was hoefde hij niet aan te zitten met zijn partner, wat een hele verluchting was voor het Nederlandse protocollaire korps. In Nederland zelf is men nogal terughoudend als het over stoeipartijtjes van bewindvoerders gaat, al was het maar om het poldermodel niet te kijk te stellen. De vroegere minister-president Ruud Lubbers
werd wel eens de hengst van Kralingen genoemd, en het opvoeren van de echtgenote van PvdA-voorman Diederik Samsom tijdens de voorbije verkiezingsstrijd werd niet gesmaakt toen achteraf bleek dat hij een scheve schaats reed. Of op lager echelon het wel en wee van de burgemeester van Maastricht die de Limburgse goede zeden geweld aan deed via een homopornowebstek. Over vrijgezel Mark Rutte duiken wel eens verhalen op – zo werd hij met een blonde vriendin gesignaleerd in een Brussels hotel en zou een goede vriend hebben in New York die meer dan platonisch zou zijn, maar dat werd nooit écht uitgesmeerd in de kranten. Voor de goede orde: het werd steeds ontkend en harde bewijzen zijn er niet. * Afrodisering van de macht (5). Een oplossing voor het probleem van de afrodisering van de macht in Frankrijk heeft een historica aan de Universiteit Utrecht bedacht. De wetenschapster in kwestie, Anne Marieke van der Wal-Rémy is er van overtuigd dat alles niet had hoeven te gebeuren wanneer Martine Aubry president van de Republiek was geworden. Thans zou Hollande er goed aan doen haar te benoemen als nieuw eerste minister, aldus Anne Marieke (in De Volkskrant, 22 jan.). Aubry is burgemeester van Rijsel en een harde tante binnen de partij. Volgens DV slaagde zij erin succesvol het Front National op afstand te houden in haar regio. Dat klopt niet helemaal, en ze stelde zich vaak dubbelzinnig op tegenover Roma-zigeuners en voegde islamitische dagen in voor vrouwen in stedelijke zwembaden, zeer tot ongenoegen van de laïcisten. Maar ze werd ‘om seksistische redenen’ aan de kant gezet, aldus de historica. Die schijnt niet te weten dat mevrouw Aubry een voorakkoord gesloten had in Marakech met de allerminst als seksist bekendstaande Dominique Strauss-Kahn, en met
kwam eerder al in opspraak door pogingen om ! 20 miljoen van Italië naar Zwitserland te smokkelen. Nu zou hij via de bank van het Vaticaan enorme bedragen nepdonaties hebben doorgesluisd naar organisaties die banden met hem hadden. *
Martine Aubry, mogelijk alternatief?
hem als kandidaat kon Frankrijk toch nooit soort bunga-bungarepubliek worden, aldus menig waarnemer. * Een avondje Brussel. In de Nederlandse pers werd breed uitgesmeerd wat een noorderbuurlinge overkwam in de hoofdstad van Europa. Dominique Brirette (57) zat in een buitenwijk van Brussel in haar wagen te wachten op haar echtgenoot toen zij werd overvallen door drie jonge boefjes. Ze kreeg klappen met een boksbeugel, terwijl glas in het rond vloog. Haar handtas werd ontvreemd. Pas een half uur later kwam de politie opdagen, waarna haar meteen weer een dreun werd uitgedeeld: die gaven haar een donderpreek. “Ze vroegen zich af wat we daar kwamen doen”, aldus de geslagen en meteen ook aangeslagen dame. “Deze buurt is de ruggengraat van de criminaliteit in Brussel”, schreeuwden ze.” Meteen werden ze beschuldigd van uitlokking, omdat ze zich verplaatsten in een Mercedes. Ze moest onwillekeurig denken aan het boek ‘Eurabia’ van Arthur van Amerongen, waarin deze waarschuwde: “Ik had niet bevroed dat het zo droevig was gesteld met de hoofdstad van Europa”. Conclusie: op steeds meer plekken in Brussel regeert niet de staat, maar de straat. * Vaticaan in opspraak. De Italiaanse katholieke geestelijke Nunzio Scarano wordt verdacht van het witwassen van miljoenen euro’s. Hij
christendemocratisch politicus Ruud Lubbers. Let op zijn geile blik!
16 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
VN-ambassadrice in opspraak
Viagra gestolen. Dat apotheken nogal eens bezocht worden door inbrekers is alom gekend. Minder geweten is dat het Brits leger kampt met enorme diefstallen. Op woensdag 15 januari werden bijvoorbeeld viagrapillen gestolen voor een waarde van bijna £ zesduizend. De pillen lagen op luchtmachtbasis Marham in Norfolk. Echter, volgens het ministerie van defensie werden de pillen niet gebruikt wegens hun potentieverhogende werking, maar om lage bloeddruk en misselijkheid tijdens het vliegen tegen te gaan. Naast viagrapillen werden ook nog gestolen: 100 bajonetgeweren, duizenden kogels, een verzilverd standbeeld en zilveren bestekken. In 2012 werden veertig antitankmijnen verdonkeremaand, maar die werden uiteindelijk getraceerd.
OVERPEINZINGEN
Maarten ____________________________________________ Naar aanleiding van zijn 70ste verjaardag stelden de journalisten Frénk Van der Linden (°1957) en Pieter Webeling (°1956) een boek samen over de Nederlandse historicus Maarten Van Rossem (°1943), dat zij in hun voorwoord omschrijven als “geen uitvoerige biografie, maar een kleurrijke karakterschets” (blz. 7). Zij baseerden zich daarvoor op uitvoerige gesprekken met het onderwerp van hun boek zelf én met 25 personen uit zijn (onmiddellijke) omgeving. De twee grootvaders van Maarten Van Rossem (°1943), emeritushoogleraar geschiedenis van de Utrechtse universiteit, waren beiden eveneens professor, de ene in rubbertechnologie en de andere in sterkstroomtechniek. Zij waren daarnaast allebei nogal afstandelijke, victoriaanse ‘heren van stand’, dominant en autoritair ook, maar – althans toen hun kleinzoon met hen omging - niet onaangenaam. Van Rossems ouders volgden aanvankelijk de klassieke humaniora, maar schakelden na enkele jaren over naar een andere studierichting, die intellectueel en maatschappelijk minder hoog in aanzien stond: zijn vader ging naar de handelsschool, behaalde vervolgens een diploma aan een Hogere Tuinbouwschool en werkte daarna zijn hele leven bij de Plantenziektenkundige Dienst van de toenmalige Landbouwhogeschool Wageningen; zijn moeder stapte over naar de huishoudschool en runde na haar huwelijk het gezin, dat - naast Maarten - nog een één jaar jongere dochter Sis (kunsthistorica) telde en een zeven jaar jongere broer Vincent (hoogleraar monumentenzorg en stedenbouwkunde). Alle twee hebben Maarten Van Rossems ouders levenslang geworsteld met het feit dat zij, in tegenstelling tot hun vaders, geen universitaire studies deden; in de woorden van hun zoon Maarten: “Hij heeft een leven lang een complex overgehouden aan het feit dat hij niet gestudeerd heeft” (blz. 16); “Dat heeft haar óók een leven lang dwarsgezeten” (blz. 21). Het politiek-maatschappelijk liberaal georïenteerde en ongelovige gezin Van Rossem, “onconventioneel en vrijzinnig” (blz. 12), had enerzijds “behoorlijk ruimdenkende opvattingen” (blz. 12) en was anderzijds niet echt op knuffelen gesteld (blz. 13). Maarten Van Rossems vader, een niet onverdienstelijke kunstschilder (van vooral vrouwelijk naakt) en een intelligente ‘beau garçon-à-la- Richard Gere’, “was een prater“, die “eindeloos kon oreren” (blz. 14): “Dat eindeloze gehouwehoer heeft Maarten beslist van zijn vader” (blz. 14). Maartens “ouders hadden vaak ruzie” (blz. 29) en “waren twee totaal verschillende temperamenten” (blz. 29): in 1959 volgde er - nadat vader Van Rossem al meerdere
vriendinnen had gehad - een scheiding, die vooral door zijn moeder, die alleen achterbleef en bij wie de kinderen bleven inwonen, pijnlijk was. Zowel deze scheiding als het overlijden van zijn vader (1990) en zijn moeder (2010), respectievelijk op 71- en 91-jarige leeftijd en voor wie hij telkens de begrafenisrede uitsprak, raakten Van Rossem volgens eigen zeggen niet echt diepgaand en brachten hem (emotioneel) niet uit balans: “Op het moment dat mijn vader en moeder uit elkaar gingen, heb ik mij van hen losgemaakt. Van allebei. Ik moest mijn eigen boontjes doppen, dat was duidelijk. Dat voelde ik toen ook. Ik was vrij. Het leven lag voor me. ‘Ik red mezelf wel’” (blz. 37). Nadat hij in 1962 met succes eindexamen had afgelegd voor de middelbare school, begon Maarten van Rossem farmacie te studeren, maar al in januari 1963 schakelde hij over naar geschiedenis. De (studenten)rebellie van de jaren 1960 beleefde hij - ondanks “een diffuus, linksig gevoel” (blz. 146) - vrijwel uitsluitend passief. Hij maakte een eindverhandeling over het begin van de Koude Oorlog onder de leiding van professor Hermann Von der Dunk (°1928) en werd - als “briljante ‘coming man’” (blz. 43) - vanaf 1971 diens wetenschappelijk medewerker. Na veel tribulaties promoveerde Van Rossem in 1983 cum laude - opnieuw met Von der Dunk als promotor - met de dissertatie “De dubbele politiek van bekering van een generatie Amerikaanse intellectuelen (1934-1953)”, waarbij hij zich in de eerste plaats baseerde op de exhaustieve lectuur van het radicale en progressieve tijdschrift “Partisan Review” (1934-2003), dat oorspronkelijk was opgericht door de Amerikaanse communistische partij. Op basis van dit proefschrift schreef Van Rossem op verzoek van een uitgever een jaar later ook het boek “De Verenigde Staten van Amerika in de twintigste eeuw”, waarmee hij zijn naam vestigde als Amerikanist. Als universitair docent stond hij er - ondanks (soms vergaande) uitweidingen en terzijdes - om bekend dat hij aan zijn gehoor een boeiend en samenhangend verhaal kon presenteren. Maarten Van Rossem, “die geschiedschrijving” als “een literair genre” (blz. 57) beschouwt, betreurt hogelijk “dat er maar weing historici zijn” zoals hijzelf - “die deelnemen aan het actuele maatschappelijk debat” (blz. 56) en zich opwerpen als ‘publieke intellectueel’. Aan woorden, humor, ironie en argumenten ontbreekt het hem nooit, maar dat was ooit anders. Als kind werd Maarten Van Rossem door zijn leeftijdgenoten namelijk aanzien als een “een gek ventje” (blz. 22) of “een sociaal kneusje” (blz. 24) en werd hij bijgevolg ook geregeld gepest. Dat veranderde echter rond zijn 13de-14de jaar, toen hij met zijn intellectuele capaciteiten en zijn verbale talenten op de middelbare school excelleerde en imponeerde. Zijn hoor- en werkcolleges, die hij vanaf 1978 doceerde aan de Utrechtse universiteit, vormden voor Van Rossem een leerschool voor wat zijn eigenlijke roeping zou blijken te zijn: “’s lands eerste echte televisiehistoricus” (blz. 7) te zijn, zoals zijn historische leermeester Von der Dunk hem lovend karakteriseert, maar tegelijk met kritische bedenkingen omtrent de (historische) simplificaties die zijn poulain zich al te vaak permitteert in zijn publieke optredens. Vanaf 1984, toen hij voor de Nederlandse televisie een verkiezingsdebat in de Verenigde Staten van Amerika becommentariëerde, ontwikkelde Van Rossem zich tot een veel gevraagde televisiepersoonlijkheid, aanvankelijk alleen voor nieuwsprogramma’s, maar later geleidelijk ook meer en meer voor ‘infotainment’ en kwissen. Nadat hij de aanslag op de Twin Towers op 11 september 2001 met enige distantie, nogal nuchter en ietwat relative-
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 17
staat. In de afgelopen vijftien jaar is die met enige regelmaat op de schop gegaan, steeds volgens neoliberale principes van een terugtredende overheid” (blz. 158). Dat de socio-economische en politiek-maatschappelijke crisis (in Europa) daarnaast leidt tot allerhande vormen van populisme, vormt volgens Van Rossem een ernstige bedreiging voor de democratie, zoals hij onder meer betoogde in zijn boek uit 2010 Waarom is de burger boos? Maarten Van Rossem over hedendaags populisme. Een aanrader trouwens, dat boek, zoals ik persoonlijk ook bijzonder heb genoten van zijn essaybundel Heeft geschiedenis nut? uit 2003 en ik zijn historische monografie Drie oorlogen. Een kleine geschiedenis van de 20e eeuw uit 2007 sterk heb geapprecieerd. Maarten Van Rossem is gehuwd en vader van een zoon Niels (°1974), consultant en projectmanager en een dochter Ottelien (°1977), communicatieadviseur. Zijn beide kinderen zijn dol op hun vader, hoewel de praktische kant van het gezinsleven toen zij jong waren goeddeels terecht kwam op de schouders van hun moeder, ondanks haar drukke baan in de (geschreven) media. Met één van zijn inmiddels bekende, badinerende ‘overstatements’ stelde Van Rossem het zelf als volgt: “Laat het maar gezegd zijn: zonder Winnie (zijn vrouw; °1945) zou ik als een zwerver in een versleten regenjas rondscharrelen in het park met twee plastic Albert Heijn-tassen” (blz. 132)... Op andere momenten flirt Van Rossem met zijn ironische opmerkingen minder onschuldig met wat welvoeglijkheidshalve kàn: “Maar de holocaust kun je toch niet ophangen aan de gehele Westerse cultuur? Het is gewoon heel jammer dat de Duitsers de boel georganiseerd hebben. Waren het de Italianen geweest, dan had dat al enorm gescheeld. Waarschijnlijk waren de treinen dan uit de rails gelopen” (blz. 151)... Over hoe lang de Van Rossem-hype nog zal duren en over hoever hij kan gaan in zijn (televisie)performances, heeft met name ook zijn echtgenote, met wie hij sinds 1969 getrouwd is, een uitgesproken mening: “Soms denk ik: pas op dat je geen televisiehoer wordt” (blz. 139). En Van Rossem zelf formuleert het aldus: “Het is de vraag wanneer de Nederlandse televisie zijn laatste adem uitblaast vanwege een overdosis Maarten Van Rossem. Veel mensen denken dat dat spoedig het geval zal zijn. Eerlijk gezegd vind ik het soms ook wat veel” (blz. 69)... rend had geduid op het televisiescherm, werd hij tijdelijk van het populaire medium verwijderd. Ondertussen is dat al lang verleden tijd en schittert zijn ster op het televisieforum meer dan ooit. Bovendien heeft hij sinds enkele jaren een eigen, tweemaandelijks tijdschrift, Maarten!, en hield hij in 2012 een eindejaarsconférence in het gerenommeerde Amsterdamse theater Carré. Zijn oud-student en oud-collega aan de Utrechtse universiteit Maarten Prak (°1955) verklaart een en ander als volgt: “Dat is zijn rol in de media: populariseren. Hij kan ingewikkelde materie zo bondig en geestig samenvatten dat mensen in het land denken: aha, nu snap ik hoe het zit!” (blz. 66). Maarten Van Rossem, die er naar eigen zeggen eerder traditionele of klassieke smaken of voorkeuren op nahoudt inzake kunst en cultuur, is sinds 1967 onafgebroken lid van de sociaaldemocratische Partij van de Arbeid, waarvoor hij in 2010 het lijsttrekkersschap voor de Europese verkiezingen weigerde, maar in 2012 wel lijstduwer was bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Zelf typeert hij zich als “links liberaal” (blz. 148) of als een “conservatieve sociaaldemocraat” (blz. 149). Zijn analyse van het huidige tijdsgewricht is, voor een man die engagement nooit echt als een prioriteit zag, overigens vlijmscherp en correct en - zoals bij hem vrijwel altijd - ietwat provocerend: “Jarenlang hebben ‘we’ ons opgewonden over over de dreigende islam en Osama Bin Laden. Ondertussen waren het onze eigen bankdirecteuren die als de ware schurken te midden van ons leefden. De janboel en de slepende problemen van nu zijn het directe gevolg van de kortzichtigheid, de speculatiedrift en de totale onverantwoordelijkheid van de financiële sector. In feite is deze crisis het failliet van het neoliberale denken: essentiële ‘cheks and balances’ zijn overboord gegooid om die lui hun gang te laten gaan. Leve de markt! En hebben we daar iets van opgestoken? (...) Als premier zou ik mij ten eerste richten op de verzorgings-
Nico VAN CAMPENHOUT Frénk VAN DER LINDEN en Pieter WEBELING, Maarten zonder masker, Amsterdam, Uitgeverij Veen Media, 2013, 167 blz.
In ’t hooggebergte Ik bestudeer mijn Berg en zijn ligging op mijn atlas en op de aardkorst. Spring over een klaterende bronrivier en begin langzaam hoger en hoger te gaan. Glijd en roetsj over een gletsjer en val in de vallei der verzuchtingen. Klim en klauter en beland in het steenharde dal der plichten. Met bevroren wimpers en wenkbrauwen kan ik niet meer stijgen tot bij de zwaar bewolkte top want ook mijn laatste sherpa heeft mij al verlaten. Ik moet dalen zonder koorden en kameraden en zoek redding in een grote koude grot. Daar steek ik een knetterend vuurtje aan en staar naar de verschrikkelijke sneeuwman.
Hendrik Carette
18 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
DIPLOMATIEK COMMENTAAR
Niet kiezen voor Frans model Het gaat bergaf met Frankrijk. Op dit moment zit 10,3 procent van de beroepsbevolking zonder baan. De handelsbalans vertoont elke maand een nieuw tekort. De staatsschuld blijft groeien en staat nu op 91 procent van het bruto binnenlands product. De begroting van de Franse staat heeft sinds 1974 elk jaar in het rood gestaan. En al die cijfers worden elk trimester erger. Vorig jaar is bijvoorbeeld het aantal werklozen met 5,6 procent toegenomen, maar het aantal mensen dat al sinds drie jaar werkloos is (waarna het steungeld niet meer automatisch wordt uitgekeerd) steeg met liefst 17,4 procent. (Cijfers volgens Le Monde, 28 december 2013). De emigratie neemt toe, en bovenal: de hoogopgeleiden die Frankrijk vaarwel zeggen en naar Londen of de Verenigde Staten vertrekken, keren niet meer terug. Aan de onderzijde van de samenleving gaat het helemaal mis. Ruim een kwart van de Fransen heeft geen enkel einddiploma, behalve lagere school (Knack, 8 januari). Tot die semi-geletterden behoren de meesten van de ruim vijf miljoen Noord-Afrikanen die legaal in Frankrijk verblijven (acht procent van de totale bevolking), en ervoor zorgen dat de islam de tweede godsdienst van het land is. Kortom, met de woorden van Johan van Overtveldt in Trends (25 april 2013): “Met Frankrijk gaat het sociaal, economisch en financieel van kwaad naar erger”. Wat betekent dit nu voor 1) Frankrijk, 2) Europa, 3) Vlaanderen? In zijn nieuwjaarstoespraak en in zijn persconferentie van 14 januari, heeft president Hollande aangekondigd dat zijn socialisme voortaan zal worden getemperd door en aangepast aan een “bedrijfsvriendelijk” beleid inzake belastingen zowel als via steunmaatregelen. Deze ommekeer dreigt de radicale linkerzijde te vervreemden van de socialistische president, van wie spottend wordt gezegd dat hij even gemakkelijk van politiek verandert als van vrouw. De goede vaste Parijse correspondent van Le Soir, Joëlle Meskens, schrijft in een commentaar op de nieuwjaarstoespraak van Hollande (7 januari) dat dit zelfs geen “progressieve” taal meer is. In een paginalange analyse komt Le Monde (9 januari) tot hetzelfde besluit en noemt Hollande slechts een “sociaal-liberaal”. Het blad citeert ondermeer prof. Gerard Grunberg, eminent kenner van het Franse socialisme, die meent dat Hollande en zijn omgeving zich neergelegd hebben bij de consequenties van de globalisering. Dit betekent dat de staat, ook onder socialistische leiding, in de eerste plaats het herstel van de economie moet nastreven en zodoende de werkverschaffing vergroten, voordat kan worden gedacht aan de sociale herverdeling van de welvaart naar socialistisch recept. De politicoloog Michel Winock herinnert er in Le Monde aan dat het Franse socialisme, in tegenstelling tot het (West-)Duitse, theoretisch nooit het anti-kapitalisme heeft afgezworen. Mitterrand had daar destijds zijn veto tegen gesteld, en onder Hollande blijft dat zo. Hierdoor ontstaat er een permanente tegenstelling tussen het doctrinaire discours en de politieke praktijk van het Franse socialisme, tussen verkiezingsprogramma en politieke praktijk. In Europa probeert Frankrijk een tanende economische macht te compenseren door politieke arrogantie, naar het motto van Flaubert: Frankrijk, “le premier peuple de l'univers”. Meer en meer blijkt dat Frankrijk Europa nodig heeft om zijn macht te handhaven. Frankrijk bezit op zichzelf onvoldoende “grootheid” om zijn aanspraken op een eersterangsrol in de wereld waar te maken. Meer dan ooit wordt een nog steeds verslagen geacht Duitsland gebruikt om de Franse pretenties te rechtvaardigen. Maar hoe lang zal Duitsland nog een dienende rol is Europa willen spelen? Hoe lang nog zal zijn naoorlogse zwakheid meespelen in de Europese machtsverhoudingen, als de economische werkelijkheid een andere richting uitgaat? Het overheidsbeslag op de economie beloopt in Frankrijk 56 procent van het bruto binnenlands product, in Duitsland slechts 45 procent. In Duitsland is 73 procent van de bevolking economisch actief, in Frankrijk 64 procent. Dat zijn onverbiddelijke cijfers, die aantonen dat Frankrijk ver boven zijn stand leeft, terwijl in Duitsland het structurele
begrotingstekort bijna onbestaande is. (Gegevens volgens Johan van Overtveldt, in Knack, 20 juni 2012.) De wereld in het algemeen, maar ook Frankrijk zelf, voelt aan dat er naast een economische ook een feitelijke politieke machtsverschuiving van Frankrijk naar Duitsland plaatsvindt. In Frankrijk lokt dit een nieuwe golf van germanofobie uit en wordt er opnieuw gezinspeeld op Duitsland als “l'ennemi héréditaire”(Le Monde, 22 september 2013), want onthoud goed dat vòòr Adenauer na de oorlog, de laatste Duitse regeringsleider die een officieel bezoek bracht aan Frankrijk keizer Karel IV was, die in 1378 de Franse koning Charles V opzocht. In De Tijd (4 januari) merkt Stefaan Michielsen op dat “de industriële barometer voor Duitsland op het hoogste peil in ruim drie jaar staat, in Frankrijk zakt die naar een dieptepunt”. Dat gegeven alleen reeds bedreigt het voortbestaan van de Europese Unie, om te beginnen dat van de euro. Het is opvallend dat de eminente historicus Christopher Clark (recent verscheen van hem in Nederlandse vertaling “Slaapwandelaars”, een vuistdik meesterwerk over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog, uitg. De Bezige Bij) in een interview met De Groene Amsterdammer (9 januari) zegt dat wegens de grote economische verschillen tussen Frankrijk en Duitsland “iedereen voelt dat een scheuring dreigt” in Europa over het voortbestaan van de euro in zijn huidige vorm. Hierin dient de betekenis van het Franse economische afglijden voor Vlaanderen worden gezocht. Want, en hiermee citeren we opnieuw Michielsen in De Tijd, “economisch zijn we meer op Duitsland gericht, maar het beleid kopiëren we van Frankrijk.” Onder Franse druk of uit Belgisch francofoon verlangen om Frankrijk te volgen en gunstig te stemmen, voeren we een beleid waardoor we, hoe gelijksoortig de economieën van Duitsland en Vlaanderen ook mogen zijn, toch niet dezelfde groei kennen als Duitsland en de werkloosheid bij ons hoger ligt dan in dat land. “Het economische zwaartepunt ligt in het noorden van België, dat op Duitsland is gericht, maar het beleid wordt bepaald in Brussel, waar de Franstalige stem zwaar doorweegt,” en waar, aldus Michielsen, “het Franse model, hoewel niet succesvol, klakkeloos wordt gekopieerd”. Tot slot: “Mocht België het Duitse model volgen, dan zou de economische groei hoger zijn en de werkloosheid lager”. Het is niet goed voor Vlaanderen dat de Vlaamse collaboratiepartijen die thans in België aan de macht zijn, bij de samenstelling van de regering zowel het ambt van eerste minister als dat van minister van Buitenlandse Zaken hebben afgestaan aan Walen die, zoals zeer vele Belgische Franstaligen, aan de leiband lopen van het Elysée (Hollande) en van de Quai d'Orsay (ministerie van Buitenlandse Zaken, Fabius). Zelfs Béatrice Delvaux erkent in Le Soir (21 december 2013) dat dit ook niet goed is voor België. Het zijn deze Belgische politici, waartoe ook de opportunist behoort die CD&V tot minister van Financiën heeft aangesteld, Koen Geens, die de Belgische economie in Franse handen hebben gespeeld, en het politieke beleid op Frankrijk hebben afgestemd. Electrabel wordt vanuit Parijs bestuurd, een zowat uniek feit in de wereld van de industriële landen. BNP Paribas is door Geens verlapt aan Frankrijk. Het laatste restje dat de bank, die in Brussel was gevestigd, nog had, is verkwanseld, en vergeet niet dat BNP Paribas de scepter zwaait in het Belgische bedrijfsleven (cfr analyse in De Tijd, 11 december 2013). België werd door dit alles “een echo van het behoorlijk catastrofale Franse model” (Trends, hoofdartikel, 28 november 2013), en wijst, uit verbondenheid met Frankrijk, het Duitse model af. Vlaanderen is “economisch een Duitse deelstaat, maar wordt bestuurd als een Frans departement,” aldus Trends. Wij snijden in eigen vlees. We kiezen wetens en willens voor een België dat ons uitlevert aan Frankrijk. Mark GRAMMENS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 19
CATALONIË
Getouwtrek rond onafhankelijkheidsreferendum Tussen Spanje en Catalonië zit het er meer dan bovenarms op. Op 12 december kondigde de Catalaanse regeringsleider Artur Mas aan om een volksraadpleging uit te schrijven op 9 november, waarbij de Catalaanse bevolking twee vragen worden voorgelegd: “Wil u dat Catalonië een staat wordt, ja of neen?” En zo ja: “Wil u dat die staat onafhankelijk is, ja of neen?” Quasi ogenblikkelijk reageerde de Spaanse Eerste Minister Mariano Rajoy al met de melding dat een dergelijk refendum nooit zal plaatsvinden, want ongrondwettelijk. Op een persconferentie, met Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad aan zijn zijde poneerde hij: “De soevereiniteit van Spanje berust bij alle Spanjaarden, daarover kan niet worden overhandeld”. Ook de PSOE liet onmiddellijk weten dat er in geen geval een dergelijk referendum komt. De partij wil wel zijn schouders zetten onder een grondwettelijke hervorming die het mogelijk maakt om Catalonië meer bevoegdheden te geven. Van Rompuy stelde zeer ondubbelzinnig dat Catalonië zich uitsluit uit de Europese Unie als het zich onafhankelijk verklaart. Dat de zucht naar onafhankelijkheid er diep in zit bij de Catalanen bewezen ze al op 11 september (la Diada, de nationale feestdag), toen zowat een miljoen Catalanen een menselijke ketting vormden langs de Catalaanse kust om hun onafhankelijkheidseis kracht bij te zetten. Catalaanse opiniepeilingsinstituten geven aan dat zowat 55% van de Catalanen de onafhankelijkheid wil, Spaanse instituten geven aan dat het ‘slechts’ 31% zou zijn, indien een ‘derde optie’ wordt aangeboden tussen onafhankelijkheid en status quo met ‘meer autonomie’. Hoe dan ook, een ruime meerderheid is voorstander van het referendum dat de Spaanse staat niet wil toelaten. De steeds toenemende zucht naar onafhankelijkheid maakt ook dat de meest independentistische partijen in de lift zitten: Esquerra Republicana de Catalunya (‘Republikeins links van Catalonië’) zou kunnen rekenen op een verdubbeling van zijn zetels. En de nóg linksere en radicalere CUP, die nog maar pas
met drie zetels in het Catalaanse parlement zit, scoort ook behoorlijk. Toch komt het referendumvoorstel van de meer gematigde regerende kartelpartij CiU (Convergéncia i Unió), waarbij vooral de christendemocratische Unió nog op de rem staat (vandaar de dubbele vraagstelling naar een staat dan wel een onafhankelijke staat). De uitbouw van de Catalaanse autonomie verkeert al jaren in een sukkelstraatje. Nochtans zag het oorspronkelijk parcours er veelbelovend uit. In 2003 al deed de socialistische Spaanse eerste minister Zapatero toezeggingen voor een verregaande hervorming van het Catalaanse autonomiestatuut. Dat nieuwe statuut legde een lange weg af: het Catalaanse parlement formuleerde de eerste voorstellen, die met 90% van de stemmen in het Catalaanse parlement werden goedgekeurd. Daarna werden die voorstellen besproken in de Spaanse Cortes, die met een ietwat gemilderde versie kon instemmen. Vervol-
gens werd het nieuwe statuut in 2006 bij referendum goedgekeurd (bij een opkomst van 49% der stemgerechtigden, met 60% ja-stemmen. Men neemt aan dat het statuut voor vele Catalanen eigenlijk niet ver genoeg ging). Maar dan werd het statuut door de Partido Popular voor het Grondwettelijk Hof gesleept. Dat Hof deed er vier tergende lange jaren over om tot een uitspraak te komen die uiteindelijk van het nieuwe statuut niet veel heel liet. Na tien jaar had de berg een muis gebaard, zodat de frustratie in Catalonië huizenhoog werd. De opinie radicaliseerde en het independentisme werd mainstream. Daardoor kon Artur Mas zich opwerpen als het gematigde boegbeeld van het soevereinisme. Zijn partij won glansrijk de verkiezingen (maar zonder absolute meerderheid). Vandaag leidt Mas een minderheidskabinet, dat afhankelijk is van de steun van de harde independentisten om te kunnen functioneren. Maar met name de republikeinen van ERC voerden de druk op om een referendum uit te schrijven. Dat is nu dus gebeurd en daarmee verzekert Mas zich van een zeker comfort voor het voortzetten van zijn regeringstaken. Hij verlangt trouwens dat ERC nu ook formeel met hem in coalitie zal treden. Dat de spanningen tussen Madrid en Barcelona hoog oplopen bewees ook een scherpe polemiek die losbarstte toen de Catalaanse regering de organisatie aankondigde van een driedaags geschiedkundig symposium met als titel “Spanje tegen Catalonië”, ter herdenking van 300 jaar afschaffing van Catalaanse vrijheden (na de val van Barcelona in 1714 door de troepen van Filip V van Bourbon). Spaanse kranten en politieke partijen (de regeringspartij Partido Popular niet in het minst) vielen over elkaar in verontwaardiging over zoveel ‘misbruik van de geschiedenis’.
20 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
blieke optredens heeft Mas ook nog uitgelegd dat Catalonië, eenmaal een onafhankelijke staat, zich wil opwerpen als een bondgenoot van Spanje.
En dat terwijl de Spaanse regering nog maar net zelf een nieuwe geschiedkundige kanon heeft opgelegd aan de autonome regio’s die worden verboden om examens af te nemen over andere leerstof dan die over de ‘nationale Spaanse geschiedenis’. Het geschiedenisonderwijs vanuit regionaal perspectief wil men op die manier quasi onmogelijk maken. De Partido Popular heeft tegen het symposium een klacht ingediend bij het parket omdat de partij van mening is dat het symposium zou aanzetten tot rassenhaat. Het parket heeft laten weten de zaak ernstig te onderzoeken en desgevallend stappen te ondernemen. Op de openingszitting stelde historicus Josep Fontana “Mij kunnen ze niet bang maken. Iemand die zoals ik de repressie van het Francoregime heeft meegemaakt, is niet bang voor dreigementen om klacht neer te leggen bij het parket.” Tijdens het symposium ging grote aandacht naar de ‘fiscale plundering’ van Catalonië door de Spaanse staat sinds 1714, die volgens menigeen tot de dag van vandaag doorgaat. Professor Nuria Bosch becijferde dat het ‘fiscaal deficit’ van Catalonië in de afgelopen 25 jaar is opgelopen tot zowat 300 miljard euro. Hoe dan ook, op de dag van de aftrap van het symposium deed Artur Mas ook zijn aankondiging om een referendum te organiseren op 9 november. Zoals gezegd reageerde de Spaanse premier meteen tijdens een persconferentie in aanwezigheid van Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad. “Ik garandeer dat het referendum niet zal plaatsvinden”, aldus Rajoy, “Het is ongrondwettelijk. Het botst met het fundament van de Grondwet, met name de onverbrekelijke eenheid van Spanje. De regering kan niet onderhandelen over de soevereiniteit die alle Spanjaarden toebehoort”. Ook Van Rompuy deed scherpe uitspraken: “Als een deel van een EU-lidstaat zich afscheidt, dan houdt dit landsdeel vanaf de dag van zijn onafhankelijkheid op een deel van de Unie te zijn. Het zou opnieuw zijn aansluiting bij de Unie moeten aanvragen, en dat is iets waarover alle, ik herhaal, alle lidstaten van de Unie moeten beslissen. Ik hoop dat Spanje één land blijft. In heel mijn politieke loopbaan ben ik tegen de splitsing van landen geweest.” De Spaanse krant El País tekende op dat verschillende Spaanse parlementsleden (van PP-strekking) al opperden dat het artikel 155 van de Grondwet kan aangewend worden om de hele Catalaanse autonomie op te heffen, maar zo’n vaart zal het volgens Rajoy niet lopen. Een eenvoudig beroep bij het Grondwettelijk Hof tegen de beslissing van de Catalaanse regering zou volstaan om het referendum af te voeren. De Spaanse regering rekent er op dat Mas het niet zal aandurven om tegen het Grondwettelijk Hof in te gaan en een wederrechtelijk referendum te organiseren.
Van Rompuy: niet het minste begrip
Mas heeft ook nooit anders gezegd dan dat hij een legaal referendum wil houden. De eerste stap in de organisatie van het referendum is inmiddels trouwens ook al gezet: het Catalaanse parlement keurde op 15 januari een resolutie goed om aan de Spaanse overheid de bevoegdheidsoverdracht in verband met het organiseren van referenda te vragen. Dat verzoek zou moeten worden behandeld in het Spaanse parlement. Aangezien zowel de PP als de PSOE ertegen zijn, zou het verzoek daar dan stranden, net als eerder is gebeurd met het verzoek van de Baskische lehendakari (minister-president) Ibarretxe jaren geleden. De stemming in het Spaanse parlement wordt verwacht half september, omstreeks dezelfde tijdstip dat in Schotland ook het referendum over onafhankelijkheid plaatsvindt, dat wél in akkoord met de Britse regering in Londen zal plaatsvinden. De krant El País verwacht dat op dat moment, als de Spaanse staatspartijen het referendum onmogelijk maken, Mas vervroegde verkiezingen zal uitschrijven die dan meteen zullen worden uitgelegd als een plebisciet voor Catalaanse soevereiniteit. Mas zelf heeft ook al op een dergelijk scenario gezinspeeld. Dat de Catalanen het niet zover zullen laten komen dat een wederrechtelijk referendum zou worden georganiseerd in de straten met de Guardia Civil in staat van paraatheid om het te beletten, bleek ook al uit de stemming van 15 januari. Een voorstel van de kleine linksradicale CUP (met 3 zetels in het parlement), om een unilateraal referendum uit te schrijven, zonder de toestemming van Madrid af te wachten, werd weggestemd door CiU samen met de Spaansgezinde partijen. Het voorstel werd wel bijgetreden door de ERC, wiens leider Oriol Junqueras het wél ziet zitten om een verbod vanuit Madrid te trotseren. Mas laat zich voorlopig niet uit het lood slaan door de houding van Madrid. Hij dringt aan op een gesprek met Rajoy om te komen tot een referendum in samenspraak. Bij recente pu-
Mas schreef intussen alle Europese staatshoofden aan alsook Europees Commissievoorzitter Barroso met een bede om steun voor het Catalaanse referendum. Geen enkel land reageerde, alleen Barroso antwoordde met een zeer korte brief om te zeggen dat dit, wat de Europese Commissie betreft een ‘binnenlandse kwestie’ is van Spanje. Ook Barroso verwees in zijn schrijven naar eerdere uitspraken over de ‘gevolgen’ voor het afscheidende land in kwestie (met betrekking tot het EU-lidmaatschap). Maar ook de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken José Manuel García-Margallo, schreef alle ambassades aan met een nota van 210 bladzijden over Catalonië. In een interview met de Italiaanse krant La República erkent Mas dat de onafhankelijkheid van Catalonië inderdaad in eerste instantie tot de uitsluiting uit de Europese Unie zou leiden. Maar hij maakt zich sterk dat het economisch gewicht van Catalonië van die aard is dat de Unie zich dit op termijn eigenlijk niet kan permitteren en vertrouwt erop dat Catalonië hoe dan ook een partner van de Unie zal blijven, zelfs al vervallen de Europese verdragen. De euro zou in elk geval de gangbare munt blijven. Van zijn kant heeft de voorman van de PSOE (Spaanse socialisten), Alfredo Pérez Rubalcaba, in het Spaanse parlement verklaard zich geheel achter de zienswijze van de regering-Rajoy te scharen wat betreft het het afblokken van het Catalaanse referendum. Maar de partij wil wel een uitweg zoeken voor de gefrustreerde Catalaanse gevoeligheden. Daarvoor is een grondwetswijziging nodig in federalistische zin, en de PSOE wil daar zijn schouders onder zetten. Rajoy heeft de steun van Rubalcaba in dank aanvaard, maar is niet ingegaan op diens voorstellen om de grondwet te herzien. Anderzijds heeft de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken Margallo, op uitnodiging van de Catalaanse krant La Vanguardia in Barcelona een kleine opening gemaakt: dat Catalonië eenzijdig een referendum uitschrijft kan niet door de beugel, en Catalonië kan ook geen soevereiniteitsclaim leggen. Maar in dialoog met Madrid is veel mogelijk, aldus Margallo, die pleit voor een verruiming van de Catalaanse fiscale autonomie. Die zou dan ook weer niet de vorm mogen aannemen van het Baskische systeem (Baskenland int zelf al zijn belastingen en draagt een deel daarvan af aan de Spaanse staat). Of de Catalanen daarmee te paaien zijn, is nog maar de vraag. Hoe dan ook gaat Catalonië een hete herfst tegemoet. Bernard DAELEMANS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 21
SCHOTLAND
Witboek voor Schotse onafhankelijkheid ____________________________________________ 18 september 2014 wordt een beslissende dag voor Schotland: dan zullen alle inwoners zich in referendum kunnen uitspreken over de vraag 'Zou Schotland een onafhankelijk land moeten zijn?'. Het antwoord zal de koers bepalen die Schotland in de toekomst zal volgen: blijft het een onderdeel van het Verenigd Koninkrijk (VK), dat vooral haar eigen algemene belangen behartigt en die van Engeland, of kiest het ervoor om het heft in eigen handen te nemen en de toekomst tegemoet te gaan als onafhankelijk land dat op voet van gelijkheid nauwe vriendschappelijke en economische banden onderhoudt met de nabije buren (Engeland, Wales, Cornwall, Ierland en het Eiland Man)? Een ja-stem zou betekenen dat Schotland zich onttrekt aan de Acts of Union uit 1707, die de Engelse en Schotse koninkrijken met elkaar verenigden, en dat Westminster (de zetel van het Britse Parlement) alle bevoegdheden overdraagt aan het Schotse Parlement. De regering zal vervolgens op 24 maart 2016 de onafhankelijkheid uitroepen, dag op dag 413 jaar na de Union of the Crowns van 24 maart 1603, toen James VI van Schotland de titel van James I van Engeland en Ierland kreeg. Aangezien tot voor kort maar een kleine helft van de Schotten overtuigd was van het onafhankelijkheidsscenario publiceerde de Schotse Regering eind november haar witboek 'Scotland's Future: your guide to an independent Scotland', een gratis document van maar liefst 670 bladzijden om de onbeslisten te overtuigen. Volgens de Scottish National Party (SNP), die eveneens de Schotse premier Alex Salmond levert, vormt het document de meest gedetailleerde blauwdruk voor een onafhankelijk land die ooit gepubliceerd werd. “Geen enkele natie was ooit zo goed voorbereid of verrichte zo'n grondig onderzoek
Alex Salmon geeft van katoen
naar onafhankelijkheid”, aldus Salmond. Anderen beschouwen dit als het belangrijkste Schotse document sinds de Verklaring van Arbroath uit 1320, waarin de Schotten aan Paus Johannes XXII vroegen om hun land als een soevereine en onafhankelijke staat te erkennen. De Schotse Regering leverde hoe dan ook een groot, modern ogend, goed opgebouwd en beargumenteerd werk af dat de resterende nodige stemmen mogelijk zal overtuigen. Aangezien het onmogelijk is om het witboek - dat bestaat uit vijf delen, tien hoofdstukken en de nodige bijlagen - op een aantal pagina's gedetailleerd te bespreken, wagen wij alsnog een poging om er de grote lijnen en een aantal hoofdpunten uit te distilleren.
landse zaken, welzijn, financiën, de inning van belastingen of het economisch beleid blijven onder controle van de Britse Regering. 85% van de Schotse belastingopbrengst vloeit rechtstreeks naar Westminster, die er nadien een deel van terugstort aan de Schotten. Fundamentele economische beslissingen worden in Westminster genomen door een regering die vaak geen mandaat heeft bij de meerderheid van de Schotten en in het belang van een grondgebied dat economisch anders opgebouwd is dan het Schotse. Hiermee wenst de Schotse Regering komaf te maken: zij wilt controle krijgen over alle bevoegdheden om zo een eigen beleid te kunnen voeren met alle beschikbare middelen, op maat van de Schotse economie en de noden van de eigen inwoners.
Pleidooi voor onafhankelijkheid In het eerste deel geeft de Schotse Regering een overzicht van waarom onafhankelijkheid zou leiden tot een goed en beter bestuur in het voordeel van alle inwoners van het land. Zelf bezit de regering al een aantal bevoegdheden die Westminster aan haar heeft overgedragen, zoals onder meer de Nationale Gezondheidsdienst (NHS), onderwijs, justitie, leefmilieu, transport, landbouw en visserij. Sleutelbevoegdheden zoals defensie, buitenpaus Johannes XXII
22 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Ook de democratie zou er wel bij varen: van de 650 parlementsleden die lid zijn van het Lagerhuis is amper 9% in Schotland verkozen. De leden van het Hogerhuis zijn zoals gekend onverkozen. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog werd Schotland gedurende 34 jaar bestuurd door Britse regeringen die geen meerderheid kenden in Schotland. Zo kregen de Schotten verschillende beslissingen opgelegd waar zij zelf niet achter stonden, zoals de privatisering van de Koninklijke
een eigen economie zou dit kunnen behelpen. In geval van onafhankelijkheid zal er een overgangsperiode plaatsvinden tussen september 2014 en maart 2016 waarin de regering onderhandelingen zal aanvatten met Westminster en verschillende internationale partners, in het bijzonder de Europese Unie. Schotland zal deel blijven uitmaken van de EU en de VN op gelijkwaardige hoogte met het VK. Het nieuwe land zal ook kernwapenvrij worden en het non-proliferatieverdrag ondertekenen. Opvallend is ook dat het witboek ervoor opteert om Her Majesty The Queen als staatshoofd te behouden en het land als een grondwettelijke monarchie te beschouwen, zolang de Schotten dit wensen. Bij de allereerste parlementsverkiezingen van het onafhankelijke Schotland, voorgesteld om op 5 mei 2016 plaats te vinden, zullen de Schotten zelf de mogelijkheid hebben om bijkomende zaken te veranderen. In de daaropvolgende delen gaat het witboek dieper in op deze voorstellen. Economie en financiën Op financieel vlak reikt het voorstel grondig onderbouwde argumenten aan om te bewijzen dat Schotland een financieel leefbare staat zou kunnen worden met een sterke economie. De openbare financiën zijn gezonder en een stuk sterker dan die van het VK, wat een stevige basis biedt voor de uitbouw van een betrouwbaar economisch stelsel. Ramingen tonen aan dat deze financiën de komende jaren nog zullen aansterken. De Schotse Regering baseert zich voor het financiële luik onder meer op officiële gegevens die opgenomen worden in haar jaarlijkse verslag Government Expenditure and revenue Scotland (GERS), waarin de openbare financiën van Schotland belicht worden.
David Cameron stelt zich al bij al beminnelijk op
Post, de bedroom tax (een belasting op vrijstaande kamers als een woning deel uitmaakt van een organisatie die sociale woningen aanbiedt), diverse economische sancties of het Britse kernwapenprogramma. Na onafhankelijkheid zouden het democratisch verkozen Schotse Parlement (met 129 leden, zoals nu reeds het geval is) en de regering controle verwerven over alle bevoegdheden en in tegenstelling tot Westminster geen beslissingen nemen die ingaan tegen de wil van een meerderheid van de bevolking. De vervanging van een verafgelegen Britse regering met haar verschillende kamers zou de Schotse belastingbetalers bovendien jaarlijks £ 50 miljoen besparen. In haar pleidooi verwijst de Schotse Regering onder meer naar OESO-gegevens die aangeven dat naties die qua inwonersaantal vergelijkbaar zijn met Schotland (zoals Finland,
Noorwegen, Denemarken en Zweden) aan de top staan voor wat betreft rijkdom en welzijn in Europa. Dit zou dus ook mogelijk moeten zijn voor Schotland, dat nu gebukt gaat onder de druk van het Britse economische beleid dat niet aangepast is aan de Schotse noden. Zelfs David Cameron, eerste minister van het VK, gaf eerder al te kennen dat het perfect mogelijk zou zijn voor Schotland om de welvaart van de eerder genoemde staten te evenaren. Ook genereert het VK minder rijkdom per hoofd van de bevolking dan Schotland. Mocht Schotland zich geen onafhankelijkheid kunnen veroorloven, zou dit ook voor het VK onmogelijk moeten zijn. Tot slot wenst de Schotse regering onder meer komaf te maken met de groeiende inkomensongelijkheid tussen de bevolking. Zo bezit de helft van de Britten slechts 9,9% van de rijkdom, daar waar de rijkste 10% van de inwoners er 43,8% van bezitten. Een nieuwe staat met
Statistieken wijzen onder meer uit dat het fiscale tekort van een onafhankelijke Schotse staat, die een deel van de staatsschuld van het VK zal overnemen, tegen 2016/2017 zou dalen tussen 2,5 en 3,2% van het BBP (voor het VK zou dit al 3,4% bedragen in 2014). Volgens de Werkgroep Fiscale Commissie van de regering heeft Schotland bovendien sinds 1980-1981 een jaarlijks fiscaal surplus van gemiddeld 0,2% van het BBP tegenover een jaarlijks deficit van gemiddeld 3% van het BBP in het VK. Ook op het vlak van belastingopbrengst scoort Schotland veel beter dan het VK, dat een aanzienlijk deel van zijn opbrengst incasseert. Voor verdere details verwijzen wij graag naar de publicatie zelf, waar alles gedetailleerd opgenomen wordt. De algemene teneur is dat officiële gegevens uitwijzen dat Schotland benadeeld wordt door niet onafhankelijk te zijn. Zelfs voor de verantwoordelijkheden waar het land reeds voor bevoegd is, kan het niet autonoom over de middelen beslissen. Zo past de
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 23
Britse Regering bv. budgetverhogingen of – verlagingen toe in materies als gezondheidszorg of onderwijs door gebruik te maken van een bepaalde berekening (de Barnett Formula) op basis van het aantal inwoners van Schotland vergeleken met de andere delen van het VK. Het vrijgemaakte budget houdt dus in geen enkele mate rekening met de noden van de Schotse huishoudens of bedrijven. Na de eventuele onafhankelijkheid belooft de Schotse Regering sterk toezicht te houden op de openbare financiën door extra middelen te injecteren in de domeinen die er nood aan hebben en een doeltreffende fiscale structuur op poten te zetten, onder meer door de creatie van een onafhankelijke Schotse Fiscale Commissie, fiscale regels en een Energiefonds om de grote opbrengsten uit olie te beheren. Door het VK niet meer mee te financieren verwacht de regering een bijkomende jaarlijkse opbrengst van £ 600 miljoen. Het Schotse Parlement is momenteel verantwoordelijk voor amper 7% van de belastingen in Schotland. Na onafhankelijkheid zal Schotland instaan voor 100% van de eigen inkomsten. Een efficiënt belastingsysteem en een daadwerkelijke aanpak van belastingontduiking en fraude zou jaarlijks nog £ 250 miljoen kunnen opleveren. Daarnaast plant ze de afschaffing van onder meer bepaalde belastingen, een verhoging van de pensioenen, een vermindering van energiekosten, een verhoging van de uren kinderhulp aan de gezinnen of te voldoen aan de internationale belofte om 0,7% van het BNP te besteden aan internationale ontwikkelingshulp. Dergelijke maatregelen zouden jaarlijks tussen de £ 500 en £ 600 miljoen kosten. Mogelijkheden genoeg, aldus de Schotse Regering, om het na de onafhankelijkheid financieel beter te doen dan het VK en om een beleid te voeren op maat van de Schotse burger en de plaatselijke noden. Ook op economisch vlak boert Schotland goed genoeg om op zelfstandige basis verder
te gaan. Zelfs zonder de ontginning van noordzeeolie en -gas is het Schotse BBP per hoofd van de bevolking quasi even groot dan dat van het ganse VK. De Werkgroep Fiscale Commissie oordeelde vorig jaar dat “Schotland (...) naar internationale normen een rijk en productief land [is]. Het lijdt geen twijfel dat Schotland de mogelijkheid heeft om een succesvolle onafhankelijke natie te zijn.” Westminster beschouwt Schotland als een regionale economie binnen het VK, dat volgens OESO-gegevens op de 28e plaats (van 34 landen) inzake inkomensongelijkheid staat. Hier lijdt Schotland ook onder. Er is immers geen economisch evenwicht tussen de verschillende delen van het VK, dat zich vooral toelegt op de creatie van jobs en investeringen in de buurt van Londen en het Zuid-Oosten van Engeland. De andere regio's van het VK krijgen veel minder economische stimulansen.
Gezondheid en welvaart Onafhankelijkheid moet dit onevenwicht wegwerken en de Schotse Regering volledige controle geven over de economische maatregelen op eigen grondgebied waardoor het volledige potentieel van het land zich zal kunnen ontwikkelen door een beleid op eigen maat. Bovendien wenst de regering een Commissie voor Rechtvaardig werk op te richten die erop zal toezien dat het minimumloon op z'n minst parallel met de inflatie zal stijgen en die advies zal geven omtrent rechtvaardigheid op het werk en bedrijfscompetitiviteit. Er zal eveneens een Nationale Conferentie voor Werkgelegenheid en Arbeidsrelaties opgericht worden dat een forum zou moeten worden voor reguleringen op de arbeidsmarkt en maatregelen die een impact zouden kunnen hebben op de werkgelegenheid. Verdere details omtrent de werking van deze conferentie zijn niet gekend. In tegenstelling tot de regering van het VK is de Schotse voorstander van een geschreven grondwet waarin de basisrechten van alle Schotten officieel opgenomen zullen worden. Eén van deze basisrechten zou onder meer de Jeugdgarantie moeten zijn, die het recht op onderwijs, opleiding, vorming en tewerkstelling moet garanderen tot en met de leeftijd van 24 jaar. Hiermee wil de regering ook alle kansen bieden aan de jeugd wat op middellange termijn ongetwijfeld een positieve impact zal hebben op de economie. De Schotse Fiscale Commissie heeft zich eveneens gebogen op de vraag wat de meest ideale munteenheid zou zijn: een verder gebruik van de Sterling pond, een eigen Schotse munt of de euro? Zij concludeerde dat een verder behoud van de pond de beste optie zou zijn. De regering wenst dus de huidige munteenheid te behouden, wat economisch nuttig zou zijn voor haar relaties met de rest van het VK. Uiteraard belet dit niet dat de kiezer er ooit anders over beslist, weliswaar na onafhankelijkheid.
troon van de Queen wankelt nog niet in Schotland
24 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Salmond nog met een voet in de EU
De regering belooft er alles aan te doen om de welvaart van de Schotten te verzekeren en te verbeteren. Officiële gegevens wijzen uit dat tussen 2011 en 2012 710.000 Schotten (14% van de bevolking) in aanzienlijke armoede leefden. Indien deze trend zich doorzet, zal tegen het jaar 2020 de kinderarmoede stijgen tot 22,7%. Ook is de levensverwachting op 65 jaar in Schotland 1,2 jaar lager dan in de rest van het VK. Een nieuwe aanpak dringt zich dus op. In tegenstelling tot het VK zal de Schotse NHS in elk geval in openbare handen blijven zodat de meest kwaliteitsvolle diensten verleend kunnen worden aan de burgers en zodat het niet blootgesteld zal worden aan een concurrerende markt met privéspelers. In geval van onafhankelijkheid hoeven de Schotten zich geen zorgen te maken over hun pensioen: dit zal zoals momenteel het geval is volledig uitbetaald worden. Daar waar Westminster de pensioenleeftijd tot 67 jaar wenst op te trekken, wilt de Schotse regering gaan tot 66 jaar. De regering zal een Commissie van het Staatspensioen creëren die een correcte pensioenleeftijd op lange termijn zal bepalen. Er zal ook een spaarfonds opgericht worden voor mensen met een lager inkomen dat zal voorzien in hun pensioen. Daarnaast zullen de staatspensioenen parallel met de inflatie stijgen. Voor private pensioenen stelt de regering voor om een Schotse Pensioensregulator op te richten die nauw zou samenwerken met die van het VK en haar financiële diensten om een gelijke aanpak te verzekeren. Onderwijs en tewerkstelling Als de Schotten dit wensen, zou het recht op onderwijs en tewerkstelling vastgelegd kunnen worden in de geschreven grondwet. De regering wil blijven investeren in het Schotse onderwijs en in universitair onderzoek. Er zullen initiatieven genomen worden om jongeren een zo goed mogelijke scholing en opleiding
Wat na een ja-stem?
Schotland heeft meer te bieden dan enkel gas, zo blijkt
aan te bieden in samenwerking met de minister van jeugdtewerkstelling, die op dit moment al een unicum is in Europa. De regering verbindt zich er eveneens toe om een baan, leercontract of opleiding te verzekeren aan jongeren van 16 tot 19 jaar. Daarnaast zullen studenten die in Schotland wonen gratis toegang blijven hebben tot het hoger onderwijs, wat hen jaarlijks zowat £ 9000 zal besparen vergeleken met wat het hen zou kosten mochten ze in Engeland gaan studeren. Internationaal Op internationaal vlak stelt het witboek weinig nieuws voor: Schotland zal deel blijven uitmaken van de EU en een stem hebben in de Europese Raad om zo zijn eigen belangen te kunnen verdedigen, op gelijke hoogte met en als partner van het VK dat steeds een naaste buur zal zijn. Het zal evenwel niet toetreden tot de Schengenzone. Daarnaast zal Schotland deelnemen aan de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Wereldhandelsorganisatie (WHO) en de Commonwealth. Tot slot zal het land kernwapenvrij worden, waarmee het tegen 2016-2017 £ 500 miljoen hoopt te besparen. Hierdoor zal Schotland een niet-nucleaire NAVO-lidstaat worden. Immigratie Op het vlak van immigratie zetten de Schotten zich af tegen de agressieve Britse aanpak van immigranten, asielzoekers en vluchtelingen. Aangezien immigratie een bevoegdheid is van Westminster kunnen de Schotten geen eigen beleid voeren gebaseerd op de sociaal-economische noden van het grondgebied. De bevolkingsgroei neemt in Schotland immers minder snel toe dan in de rest van het VK, wat een andere aanpak vraagt. De regering hoopt dan ook met een eigen immigratiebeleid mensen aan te trekken die hun leven en loopbaan in Schotland willen uitbouwen en de samenleving mee willen helpen opbouwen.
Met het Edinburgakkoord van 15 oktober 2012 verklaarden de Schotse en de Britse Regeringen om constructief samen te werken in aanloop naar en na afloop van het referendum. Als een meerderheid van de Schotten een ja-stem uitbrengt, zal de Schotse Regering een platform oprichten dat de onafhankelijkheid in praktijk zal moeten omzetten en dat de gesprekken zal voeren om de resterende bevoegdheden van het VK aan Schotland over te dragen. De tijd tussen het referendum en de voorgestelde datum van onafhankelijkheid zou realistisch genoeg moeten zijn om alle gesprekken in een constructieve sfeer te laten verlopen en organisatorisch het nodige te doen om op 24 maart 2016 een eigen onafhankelijke Schotse staat te hebben. Vervolgens zal het nieuwe Schotse Parlement, dat na de eerste eigen verkiezingen op 5 mei 2016 verkozen zal worden, de taak hebben om een grondwettelijk congres op te richten dat een geschreven grondwet zal moeten uitwerken.
Werk' van de Internationale Arbeidsorganisatie opnemen? Of het stakingsrecht? Een kernwapenvrij gebied kan aanlokkelijk klinken, maar is dit verzoenbaar met een lidmaatschap van de NAVO, dat zelf kernwapens onderbrengt binnen andere staten die deel uitmaken van de alliantie? Ook voor wat betreft vele andere voorstellen blijft het voorstel louter beschrijvend zonder meer in detail te treden. Maar zoals de regering terecht aanhaalt, zijn deze voorstellen ook niet definitief. Zo zal de Schotse kiezer bij de eerste parlementsverkiezingen na onafhankelijkheid zijn zeg kunnen doen over de verdere opbouw van de nieuwe staat, waarna er ongetwijfeld nog veel zal veranderen. Het laatste deel van het project bestaat uit een overzicht van 650 vragen en antwoorden over alle mogelijke onderwerpen. Nieuwe vragen kunnen steeds gesteld worden via het internet en de regering belooft hierop te antwoorden. Ook dit laatste deel is zeer interessant en geeft een algemeen overzicht van de meest praktische vragen met een omstandig antwoord.
Op weg naar onafhankelijkheid? Eén ding is zeker: met dit werkstuk toont de Schotse Regering dat het haar menens is en dat onafhankelijkheid geen hoop of wens is, maar een absolute noodzaak wil het land een goede toekomst kunnen bieden aan zijn inwoners. Wat bij het doornemen meteen opvalt is dat het zeer goed gedocumenteerd en beargumenteerd is, op basis van officiële statistieken en zowel nationale als internationale gegevens. Ook is het voorstel niet progressief of conservatief, maar opvallend voorzichtig, wellicht in de hoop van een zo breed mogelijk publiek aan te spreken: een Schotse staat zal lid zijn van de EU en de NAVO, de Britse koningin blijft het officiële staatshoofd en er wordt niet geraakt aan de pond als munteenheid. In het licht van de tegenvallende peilingen, waar nog geen 50% van de Schotten te kennen heeft gegeven 'ja' te zullen stemmen, kan de regering immers het gewicht van de conservatieve of minder radicale stemmen niet negeren. Op sommige vlakken is het voorstel dan weer vooruitstrevend: er zal zo snel mogelijk werk gemaakt worden van een verwijdering van alle kernwapens die zich op het grondgebied bevinden en het voorstel van een geschreven grondwet, waarin onder meer het recht op onderwijs, tewerkstelling, een jeugdgarantie voor werk of opleiding, milieubescherming en mensenrechten in opgenomen zal worden, is in het VK zonder meer uitzonderlijk te noemen.
In Schotland is inmiddels een brede volksbeweging op gang gekomen om de onafhankelijkheid te promoten. Getuige hiervan zijn de vele burgerinitiatieven uit alle lagen van de bevolking die de YES-campagne mee helpen promoten: immigranten, vakbondsleden, leden van verschillende partijen, ouders, supporters van sportclubs, jongeren, studenten, architecten, holebi's en transgenders, enz. In Vlaanderen kunnen we er momenteel enkel maar van dromen om een dergelijke volksbeweging op gang te brengen, laat staan dat de Vlaamse Regering een werkstuk opstelt om de Vlaamse staat voor te bereiden. Dit jaar zou voor de Europese naties een cruciaal jaar kunnen worden. Naast Schotland heeft ook de Catalaanse Regering beloofd een referendum voor onafhankelijkheid te houden op 9 november, ongeveer twee maanden na het Schotse. De uitkomst van deze referenda kan ongetwijfeld meer naties ertoe aanzetten hetzelfde te doen. Wanneer volgt Vlaanderen? Jef NYSSEN Scotland's Future: your guide to an independent Scotland is gratis beschikbaar via www.scotreferendum.com.
Het witboek blijft op vele vlakken evenwel vaag, al dan niet bewust. Zal de goedkeuring van de koningin als staatshoofd nodig zijn om de Schotse grondwet goed te keuren? Zal zij officieel ministers blijven aanduiden, of zal zij een politieke rol hebben? Als er gesproken wordt over geschreven grondwettelijke rechten, waarom ook niet de 'Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 25
BASKENLAND
Nieuwe stappen richting ontmanteling van ETA ____________________________________________ Terwijl het zelfbeschikkingsrecht in Catalonië hoog op de agenda staat nu over die kwestie een referendum is uitgeschreven, wordt de actualiteit in Baskenland beheerst door de moeizame afwikkeling van het ETAverleden. De dynamiek komt geheel voort uit het kamp van de linkse abertzales. De botte houding van Madrid maakt ook de in Baskenland regerende PNV ongedurig. De kwestie van de politieke gevangen beroert de hele Baskische samenleving en een oplossing voor deze kwestie behoort tot de voornaamste voorwaarden voor een verdere politieke ‘normalisering’. Twee jaar na de afkondiging van ETA om de gewapende strijd definitief te stoppen, zette het collectief van de 527 ETA-gevangenen rond de jaarwisseling zelf opmerkelijke nieuwe stappen in het wel erg eenzijdige vredesproces dat Baskenland kent. Zij erkennen het leed dat ze hebben berokkend, zweren het geweld af als politiek actiemiddel en vooral erkennen ze de Spaanse rechtstaat. Ze aanvaarden ook dat gevangenen op individuele basis naar hun sociale reclassering toewerken. In feite betekent dit dat ze aanvaarden dat er geen onderhandelingen zullen komen omtrent een collectieve regeling, en dat ze tegelijk ook alle politieke eisen omtrent Baskische zelfbeschikking overlaten aan de politieke partijen en het sociale middenveld. In
Baskenland wordt het initiatief algemeen gezien als een belangrijke stap in de richting van de uiteindelijke ontmanteling van ETA, maar de Spaanse regering toonde zich ijselijk onverschillig en weigert ook maar iets te wijzigen aan het gevangenisregime van de Baskische ‘terroristen’. Integendeel, het Spaanse gerecht liet acht advocaten arresteren die een bemiddelende rol hebben gespeeld in de totstandkoming van de collectieve verklaring (de 527 zitten immers verspreid over een tachtigtal gevangenissen in Spanje en Frankrijk) en verbood een betoging voor mensenrechten en vrede die traditioneel in januari door de straten van Bilbao stapt. Volgens de Baskische minister-president Inigo Urkullo dreigt de regering-Rajoy het grootste obstakel te wor-
Meer dan 100.000 betogers in Bilbao, voor mensenrechten en vrede
26 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
den voor de definitieve ontmanteling van ETA. Ook volgens de Spaanse krant El Pais heeft de conservatieve regering kennelijk niet begrepen dat de democratie het gehaald heeft van het terrorisme in Baskenland. Het discours van de gevangenen en ex-gevangenen “is lichtjaren verwijderd van de traditionele ETA-eisen”, zoals amnestie, zelfbeschikking en de ‘territorialiteit’ (hereniging van Baskenland met de provincie Navarra). Ze hebben de hoop opgegeven dat er ooit nog een ‘onderhandeling’ of zelfs een dialoog zou komen waar ETA als dusdanig bij betrokken zou worden en laten het politieke initiatief volledig over aan de links-nationalistische partij Sortu. Het is duidelijk dat de links-nationalistische beweging de leiding heeft in het vredesproces
en in deze kringen leeft de gedachte dat de ontbinding van ETA niet meer veraf is. Al deze ontwikkelingen werden tot voor kort nog voor onmogelijk gehouden. Maar de Spaanse regering laat zich gijzelen door een harde kern van de conservatieve partij die geen oog heeft voor de feitelijke ontwikkelingen en gedreven lijkt door puur revanchisme. Vandaag zitten nog 527 Basken, veroordeeld wegens ETA-terrorisme, in gevangenissen in Spanje en Frankrijk. Door het spreidingsbeleid dat door beide staten wordt gevoerd, zitten zij hun straf uit in gevangenissen ver van Baskenland, met alle moeilijkheden van dien in verband met familiebezoek en sociale reïntegratie. In Spanje is dit spreidingsbeleid in strijd met de wet, maar volgens de Spaanse regering is de uitzonderingsmaatregel gewettigd door het terroristisch karakter van het ETA-geweld. Onlangs werd de Spaanse regering door het Europees Hof van de Rechten van de Mens verplicht om 63 gevangenen vrij te laten omdat het Hof de zogenaamde ‘Parot-doctrine’ in strijd acht met de mensenrechten. Door de toepassing van die doctrine werd voor tientallen veroordeelden die al jaren hun straf uitzaten, de strafmaat plots met een tiental jaar verlengd. De grote meerderheid van de ETA-aanhang zit vandaag in de nor. Naast de 527 gevangenen zijn er dus een honderdtal ex-gedetineerden die nog tot ETA kunnen gerekend worden plus een vijftigtal ondergedoken strijders. Het initiatief van de gemeenschappelijke verklaring is er gekomen op verzoek van het Sociaal Forum, dat bestaat uit de Baskische vredesbeweging Lokarri en internationale organisaties met expertise in conflictbemiddeling. Het Sociaal Forum drong zeven maanden geleden al aan op een erkenning door de gevangenen van hun gerechtigde strafsituatie om de bestaande patstelling te doorbreken. 22 ETA-gevangenen hebben in de afgelopen jaren met hun verleden gebroken en hebben daardoor een gunstiger gevangenisregime gekregen. Zij zijn overgebracht naar de strafinrichting van Nanclares, dichtbij Baskenland. Formeel zijn ze door het ETA-collectief uitgesloten maar verder werden ze door hun exmedestanders ongemoeid gelaten. Ooit is het wel anders geweest. In 1986 werd één van de ETA-leidsters, Yoyes (Maria Dolores Gonzalez Katarain), met twee pistoolschoten geëxecuteerd nadat ze als spijt-optant haar ETA-verleden had afgezworen en de weg van de sociale reïntegratie wilde bewandelen. Dit ‘hoogverraad’ bekocht ze met haar leven. De verklaring van het ETA-collectief zet nu dus de deur volledig open voor de zogenaamde ‘Nanclares-optie’ Enkele dagen na de verklaring van het collectief der ETA-gevangenen vond in Durango
nog een spectaculaire gebeurtenis plaats: een honderdtal ex-gevangenen, onder meer de 63 etarra’s die door de uitspraak van het Europees Hof waren vrijgekomen verklaarden zich op een uitzonderlijke persconferentie solidair met de nog zittende gevangenen. Ze sluiten zich aan bij de nieuwe geweldloze, politieke weg naar zelfbeschikking. In Spaansgezinde kringen heeft deze vertoning kwaad bloed gezet, omdat het verzamelde gezelschap verantwoordelijk is geweest voor zowat 300 doden. Op de persconferentie werd het woord gevoerd door José Antonio Lopez Ruiz, Kubati, die tekent voor 14 doden, en onder meer ook voor de executie van Yoyes… Het Spaanse gerecht was wel verplicht deze persconferentie te laten doorgaan, aangezien alle betrokkenen hun straf hebben uitgezeten en dus vrije burgers zijn. Minister-president Mariano Rajoy wil wel laten onderzoeken of er een wet kan worden uitgevaardigd die deze gewezen veroordeelden voor terrorisme zou verhinderen zich kandidaat te stellen bij verkiezingen. Hij wil het niet zien gebeuren dat ex-terroristen straks her en der een burgemeesterssjerp zouden omgorden. Anderzijds heeft de Audiencia Nacional (speciale Madrileense rechtbank bevoegd voor het berechten van Baskische terroristen) wel de betoging verboden die het comité Tantaz Tanta (druppel voor druppel) had willen samenroepen om de terugkeer van de gevangenen naar Baskenland te bepleiten. De rechtbank argumenteert dat Tantaz Tanta de voortzetting is van het inmiddels verboden Herrira (‘Naar Huis’), dat als een mantelorganisatie van ETA werd beschouwd. Het verbod op deze betoging, die traditioneel in januari door de straten van Bilbao opmarcheert, was voor de PNV de druppel die de emmer deed overlopen. De partijvoorzitter van de Baskische christendemocraten, Andoni Ortuzar, vond de arrestatie van de acht advocaten van de politieke gevangenen enkele dagen voordien al een ‘slecht signaal’, maar het verbod om te betogen slaat alles: “Tegenover de mensenrechtenschendingen en de opeenvolgende negatieve uitzonderingsmaatregelen willen wij onze vaste wil uiten om het proces te ondersteunen dat ons volk zal toelaten een nieuwe weg in te slaan. Deze nieuwe weg willen we te allen prijze consolideren”, verklaarde hij. De toenadering van PNV tot de linkse abertzales is ongezien. “Een uitzonderlijk gerechtelijke maatregel wettigt ook een uitzonderlijk optreden”. Alle nationalistische krachten ondersteunen de betoging: Naast PNV en het links-nationalistische Sortu ook de kleinere partijen EA en Alternatiba en de twee grote vakbonden ELA en LAB. De manifestatie werd een groot succes en ruim 110.000 betogers (volgens de politie) stapten op voor ‘mensenrechten en vrede’. Er werden echter ook leuzen gescandeerd voor de terugkeer van de gevangenen en voor de
Baskisch minister-president Urkullo
onafhankelijkheid, wat niet helemaal naar de zin was van een aantal PNV-kopstukken en militanten. Er stapten geen Baskische regeringsleden op met de betoging, maar de Baskische ministerpresident Inigo Urkullo hoopt dat Rajoy zal willen begrijpen dat men het in Baskenland beu is. Hij zal de grieven van de Baskische samenleving aankaarten op het eerst komend overleg met de Spaanse regeringsleider. Hij wil dat er werk gemaakt wordt van een mildering van het gevangenisregime en van individuele reclassering. In Madrid is men not amused met de ‘vergissing’ van de PNV, maar dat zal het gebruikelijke institutionele overleg niet in de weg staan. Urkullo wil zich in Madrid garant stellen voor de ontmanteling van ETA en het verzoeningsproces waar de Baskische samenleving door moet. De toenadering van PNV en Sortu wordt door de krant El Pais gezien als een streep door de rekening van Rajoy, die na de Catalaanse kwestie nu ook een Baskisch front ziet tot stand komen. Maar het was toch niet de eerste keer dat PNV en Sortu min of meer op een lijn komen te staan. Onlangs nog steunde de PNV in het Baskische parlement een resolutie van Sortu die de Spaanse Regeringsdelegatie in Baskenland wil afschaffen en meer bijzonder de huidige Gedelegeerde, Carlos Urquijo tot persona non grata verklaart. Urquijo maakt er onder andere een zaak van om alle gemeenten in Baskenland te vervolgen die de Spaanse vlag niet uithangen (en dat zijn er nogal wat). De facto regeert de PNV in Baskenland met een minderheidskabinet bij de gratie van parlementaire gedoogsteun die ‘dossier per dossier’ bij de verschillende fracties wordt gesprokkeld. Zo kon de begroting 2014 worden goedgekeurd doordat conservatieven (PP) en socialisten (PSE) zich onthielden in ruil voor punctueel onderhandelde begrotingsaanpassingen. Maar een echt nationalistisch ‘front’ is nog niet in de maak. Het water tussen PNV en SORTU blijft diep. Bernard DAELEMANS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 27
VOLKEREN IN BEWEGING ____________________________________________ Rechtzetting Vorige maand kroop de zetduivel in het artikel 'Wanneer komt de Koerdische lente?' (Meervoud nr. 192, blz. 21). De afkorting van de Koerdische Democratische Partij, met Massoud Barzani als voorzitter, is 'KDP' en niet 'BDP' (die staat voor de Partij voor Vrede en Democratie, een Koerische partij op Turks grondgebied). Overgangsregering in West-Koerdistan in de maak Bijna drie jaar na het begin van het bloedige conflict in Syrië heeft de grootste en belangrijkste Koerdische partij van het land, de Democratische Eenheidspartij (PYD), aangekondigd om een overgangsregering in Rojava (het noordelijke gebied van het land waar voornamelijk Koerden wonen, ook bekend als West-Koerdistan) op te richten. Dit getuigt van een alsmaar groter wordende controle van de partij op het grondgebied. De PYD hoopt binnen een viertal maanden een parlement samen te roepen met 82 democratisch verkozen leden die de regio vertegenwoordigen, met steun van de Koerdische Autonome Regio in Irak. Als de West-Koerden erin slagen om een overgangsregering op te richten, ziet het ernaar uit dat ze hun controle op het gebied zullen consolideren. De PYD heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zij een koele minnares is van zowel het Assad-regime als van de islamitische rebellenstrijd, die beiden een bedreiging vormen door de inwoners van Rojava. Samen met de Volksverdedigingseenheden (YPG), de grootste Koerdische gewapende groep, heeft de PYD bijna volledige controle over het grondgebied verworven op de troepen van Assad en de jihadistische
rebellentroepen, waaronder de beruchte milities Jabhat al-Nusra en Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIS). Als de Koerden slagen in hun opzet, zetten ze hiermee een grote stap in de richting van een eigen autonome en democratische West-Koerdische regio. Koerdische lofbetuigingen aan Nelson Mandela Het verscheiden van Nelson Mandela op 5 december is ook in Koerdistan niet onopgemerkt voorbijgegaan. Vele Koerden zullen hem herinneren omwille van zijn standvastig optreden tegen de Turkse staat. Zo weigerde hij in 1992 de Atatürk vredesprijs die Turkije hem wou uitreiken voor zijn levenslange strijd voor vrijheid als protest tegen de behandeling van de Koerdische bevolking en de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK). Dit leverde hem bij Turkse nationalisten prompt het etiket op van 'terrorist'. Toen het nieuws van zijn overlijden bekend raakte, loofde Abdullah Öcalan hem voor de vrijheidsstrijd die hij jarenlang geleverd heeft en voor het democratische Zuid-Afrikaanse staatsmodel. Öcalan liet dan ook een bloemstuk leveren om de anti-apartheidsstrijder te gedenken. Voor vele Koerden blijft Mandela een bron van inspiratie: net als zij werd hij jarenlang door een onderdrukkende en moordende macht als terrorist beschouwd en slaagde hij er uiteindelijk in een vredesproces op gang te brengen en een nieuwe democratische staat te stichten. Executie van Koerdische activisten in Parijs, één jaar later Een jaar geleden, op 9 januari 2013, werden de drie Koerdische activisten Sakine Cansiz, Leyla
Sölemez en Fidan Do!an vermoord in het Centre d'information kurde in Parijs. De drie vrouwen waren geen willekeurige slachtoffers: Sölemez en Do!an waren actieve leden binnen de Koerdische vrijheidsbeweging en Cansiz was medeoprichtster van de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) en genoot nauwe contacten met Abdullah Öcalan. Na de moord slaagde de Franse politie er al snel in de dertigjarige Turk Ömer Güney vatten, die bekend heeft de moorden gepleegd te hebben. Een jaar na de feiten blijft het gissen naar de motieven van de dader. Meteen na de feiten kwam in de media ter sprake dat het om een afrekening binnen het Koerdische milieu zou kunnen gaan. Anderen beweerden dat het om een goed geplande politieke moord ging die in het milieu van de Turkse staat gezocht moest worden. Het staat in elk geval vast dat Güney uit een Turks nationalistisch milieu stamt en dat hij, aldus een recent verschenen persbericht van het Koerdisch Instituut te Brussel, een Turkse ultranationalist was en een ring met drie halve manen droeg, symbool van de Turkse extreem-rechtse partij MHP (Partij voor een Nationalistische Beweging). Güney zou zich binnengewerkt hebben in de Koerdische beweging en langzaam maar zeker haar vertrouwen gewonnen hebben om uiteindelijk toe te kunnen slaan. Na zijn arrestatie beweerde hij dat de moorden in opdracht waren van iemand binnen de PKK, wiens naam hij volledig vergeten is. De moorden werden gepleegd in politiek gevoelige tijden: de Turkse regering had vredesonderhandelingen met Öcalan aangevat, zeer tegen de zin van nationalistische Turken. Een politieke moord door de Turkse staat of uit het Turkse nationalistische milieu valt dus niet per definitie uit te sluiten. Volgens de advocaat van de families van de slachtoffers zouden er gegevens in het onderzoek naar de betrokkenheid van de Turkse staat verwijzen. Meer is hierover nog niet gekend. Een jaar na de feiten is het in elk geval nog niet duidelijk wie de opdrachtgever van de moorden was. De nabestaanden blijven intussen hopen op gerechtigheid en op een antwoord op hun vele vragen. Wordt ongetwijfeld vervolgd. Nieuwe Occitaanse burgerbeweging ziet het licht Onlangs verenigden zich in Occitanië meer dan 100 kandidaten die opkomen voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart in de burgerbeweging Bastir! (Bouwen!), die ijvert voor de promotie van het Occitaans in het openbare leven. Hoewel de beweging benadrukt dat het een burgerinitiatief is en geen partij, zijn kandidaten van alle politieke lijsten met uitzondering van extreem-rechts welkom om zich onder de gemeenschappelijke doelstellingen te verenigen en het burgerplatform in hun propaganda te promoten. De leden van Bastir! verbinden zich ertoe om pro-Occitaanse standpunten in te nemen en on-
bloemenhulde voor Mandela
28 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
De officiële reden luidt dat medewerkers het werk neerlegden om te protesteren tegen de bezuinigingen bij de Catalaanse omroep. In zijn toespraak had Juan Carlos het onder meer over de schandalen binnen de Spaanse conservatieve regering en het koningshuis, net als het belang van een Spaanse eenheid, een duidelijke sneer naar de Catalaanse regering die vorige maand aankondigde dat ze op 9 november 2014 een onafhankelijkheidsreferendum wilt organiseren. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat anderen niet in de officiële reden geloven en denken dat deze goed getimede actie niet zomaar toeval is. Nieuwe Waalse oproep voor onafhankelijkheid Naar aanleiding van het recentelijk verschenen boek Histoire de Wallonie, le point du vue wallon, bij de Bretoense uitgever Yoran Embanner (waar voordien ook al Histoire de Flandre, le point du vue flamand verscheen) publiceerde Le Vif/L'express begin dit jaar een interview met de twee auteurs, Arnaud Pirotte en Yannick Bauthière, beide leraar en regionalist. Doel van
uitstappen en de sportieve prestaties leiden de mensen af van de uitdagingen van het moment. En uiteindelijk blijft België alleen bestaan omwille van kunstgrepen. We houden vast aan het verleden zoals aan een ijsblok die aan het smelten is. En wat gaan we daarna doen, als de ijsblok gesmolten is? We hebben niets meer in ons handen. De 'belgitude' is de vijand, het Belgisch nationalisme verbergt de werkelijkheid voor de Walen. (...) Het Belgisch nationalisme brengt perverse effecten met zich mee. Het werd lang gevoed door de ontkenning van de deelstaten van de Belgische staat, of ze nu Vlaams of Waals zijn, ten gunste van een Franstalige bourgeoisie. De democratische verlangens van de volkeren werden lang tegengewerkt door die Franstalige elite. Dat nationalisme werkt als een rookgordijn tussen de Walen en hun regio door ze af te leiden met een geïdealiseerd België.” We zouden het zelf niet beter kunnen zeggen... Friezen krijgen taalwet en Orgaan voor de Friese taal Vanaf 1 januari 2014 beschikken de Friezen over een eigen taalwet. De 'Wet gebruik Friese
der meer te ijveren voor de creatie van tweetalige Calandretascholen (Occitaans-Frans), taalonderwijs voor volwassenen, een openbare aanwezigheid van de Occitaanse taal (in de bewegwijzering, toeristische folders, gemeenteberichten, enz.) of tweetalige kinderdagverblijven. Naast een algemene promotie ijvert de beweging ook voor een programma dat verbonden is met de gekende leuze 'víver e tribalhar au país', die onder meer verwijst naar de nood om op zoek te gaan naar nieuwe en alternatieve economische modellen met oog voor het milieu: een verbetering van het woon-werkverkeer, promotie van het verenigingsleven, het gebruik van de fiets of van een milieubewust recyclageprogramma. Ook duurzaamheid, bewust omgaan met energie en ruimte en de promotie van plaatselijk gekweekte producten horen hierbij. Haaks op dit alles staat het Franse centralisme: “Wij beschouwen (...) [dit] meer dan ooit als een blokkerend element, zowel op economisch, sociaal, cultureel als taalkundig gebied. Een werkelijke decentralisatie zal toelaten om oplossingen te vinden voor de huidige crisis die aangepast zijn aan de verschillende grondgebieden. (...) De standaardisatie van talen, culturen en gedragingen is niet onvermijdelijk. Het is het gevolg van een maatschappelijke keuze. Er is een andere keuze mogelijk en deze maken we.” Het is de eerste keer dat de Occitaanse beweging voor een plaatselijke verkiezing op een dergelijke wijze en in verschillende partijen vertegenwoordigd zal zijn, met een kritische kijk op de samenleving en de economie. Na de verkiezingen zullen de Bastir!-verkozenen zich verenigen om gemeenschappelijke acties te voeren en ideeën uit te wisselen. Een waardevol project dat meer dan de moeite waard is om op te volgen! Kerstboodschap Juan Carlos in Catalonië afgevoerd De traditionele kerstboodschap van de Spaanse koning Juan Carlos werd vorig jaar niet uitgezonden door de Catalaanse openbare omroep.
Juan Carlos niet welkom op Catalaanse beeldbuis
het boek, aldus artikel, is de Belgische staat te ontmantelen en “aan de Walen hun te vaak bespotte fierheid teruggeven”. Veel goede woorden hebben de leraars dan ook niet over voor de Belgische staat. Ze hebben het onder meer over het overbodig geworden Belgische kader en de politieke frustraties in beide landsdelen die de staat zelf met de jaren gegenereerd heeft. De enige manier om deze jarenlange onvrede op te lossen is om het land te splitsen en op eigen benen te staan. Een onafhankelijk Wallonië zal het niet gemakkelijk hebben maar zal wel levensvatbaar zijn, aldus de auteurs. Ze verwijzen eveneens naar de toenemende belgitude en het Belgische nationalisme die de onafhankelijkheid van de twee deelstaten in de weg staan: “De 'belgitude' is een artificieel product dat voornamelijk wordt uitgedragen door de Brusselse Waalse mediakringen door middel van een afstompende Brusselse centralisatie. De 'celebritysfeer' rond de koninklijke en prinselijke
taal' regelt dat het Fries en het Nederlands de officiële talen zijn in de provincie Fryslân. Voortaan hebben Friezen de keuze om in het contact met bestuursorganen en in de rechtszaal één van beide talen te gebruiken. De wet voorziet eveneens de oprichting van een Orgaan voor de Friese taal dat tot taak zal hebben de gelijke positie van de Friese en de Nederlandse taal in Fryslân te bevorderen. Hiervoor zal het de nodige adviezen en rapporten overmaken aan de bevoegde bestuursorganen (gemeentebesturen, provincies en ministeries) en rechterlijke instanties. Het Orgaan zal eveneens toezien op een correcte toepassing van het Kaderverdrag voor Nationale Minderheden en op het Europees Handvest voor regionale talen. Bestuursorganen in Fryslân zullen voortaan ook een beleidsplan moeten opstellen voor het gebruik van de Friese taal. Jef NYSSEN
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 29
EUROPA
Staatsnationalistisch Bruinkool Smeult ____________________________________________ De Morgen van 15 november pakte uit met een schreeuwerige sensatiekop: “Extreem Rechts Sluit Geheim Akkoord”. Dat is niet meer dan geilen op zelfgenoegzame, politiek correcte belering. Wie de moeite had gedaan de verslaggeving over de oktoberzitting van het Europees Parlement in Straatsburg op te volgen, langs Belga en de VRT Radio om, wist beter. En meer. Niet de vergadering in Oostenrijk was nieuws, niet de ontmoeting tussen Marine Le Pen (FN) en Geert Wilders (PVV), maar de allesbehalve geheime, openbare persconferentie van de Europese Alliantie voor de Vrijheid (EAF), die sinds 2011 in het EP erkend is. Het gaat om een stug nationalistisch, uiterst rechts, en Europa-afkerig samenwerkingsverband binnen de Unie met zetel in Malta. De Oostenrijkse voorzitter, Franz Obermayr van de FPÖ, werd op de persconferentie al na enkele minuten volledig overstemd door ondervoorzitster Marine Le Pen (de andere ondervoorzitter, Philip Claeys van het Vlaams Belang, was de persconferentie “vergeten”, en pas na een goed kwartier “opgebeld”). Logisch dat Le Pen de show stal. Ze had net de leiding genomen in de race naar het Franse presidentschap met 23 % van de kiesintenties (half november kwam er nog een procentje bij en dat blijft stabiel), en de week daarvoor een symbolische overwinning gehaald in het stadje Brignoles. Niet zonder trots, maar ook niet zonder rancune, ontvouwde ze plannen voor een nieuwe “patriottische en soevereinistische”, “eurokritische” groep, die steunt op zelfstandige, nationaal gerichte partijen bij de verkiezingen van mei volgend jaar. Ik zeg “niet zonder rancune”, want ze schoot uit haar sloffen toen ik haar vroeg wat de zin was van, en het verschil met de stichting van de uiterst rechtse partij ITS. Eerst trachtte Le Pen weg te moffelen dat er een weinig verheffend precedent is geweest, de kortstondige werking van ITS (Identiteit, Traditie, Soevereiniteit) die
al na enkele maanden eind 2007 uiteenviel door onderlinge vetes. Ook toen was er daarna, in januari 2008, overleg geweest in Wenen om te komen tot een gemeenschappelijk platform, maar een nieuwe partij, dat ging niet door, onder meer door de onwillige houding van toenmalig Vlaams Belang kopstuk Frank Vanhecke. Marine Le Pen hield zich van den domme. O ja, Bruno Gollnich (FN), ja, die leidde de groep. Heb ik weinig mee te maken. De reden was duidelijk: Gollnich en vader Jean-Marie Le Pen zijn beiden hun onschendbaarheid ooit kwijtgespeeld en veroordeeld voor racistische uitspraken, en daar neemt Marine Le Pen afstand van, want ze mikt voluit op het Franse centrum, en vooral op de UMP van Sarkozy (rechtsliberaal en neogaullistisch), waar de meeste groeikansen liggen voor het FN. Aangepord wou ze uitein-
delijk kwijt dat haar vader en Gollnich wel ontslag moesten nemen uit de rivaliserende beweging, de Alliantie voor een Europa van Natiestaten, als ze verkozen wilden worden in mei. Woedend begon ze te stotteren toen ik doorvroeg over haar uiterst rechtse standpunten, want – niet vergeten – ook Marine Le Pen is begin juli haar EP-onschendbaarheid kwijtgespeeld. Ze had op straat biddende moslims vergeleken met de nazi-bezetting. Om die reden had het Franse gerecht een vervolging opgestart in 2011. “Ik wil niet gecatalogeerd worden als iemand die rechts van rechts staat”, fulmineerde ze, “Wij zijn geen racisten of moslimhaters. Wij stellen alleen de ongezonde overdracht van teveel bevoegdheden aan Europa in vraag, en hameren op de eigenheid van elke natie”. Of daarmee ook een “Vlaamse”, “Schotse” of “Catalaanse” natie bedoeld werd, daarop moest ze het antwoord schuldig blijven. Want helaas zijn die ontwikkelingen daar eerder van inhoudelijk vooruitstrevende en pluralistische signatuur, en zijn het juist de meest rabiaat-rechtse regeringen (Spanje, Verenigd Koninkrijk, Hongarije) die met jakobijnse hooghartigheid elke aantasting van de oude natiestaat verwerpen. Dus ook in Frankrijk. Maar dat wordt onder de mat geveegd, net als het vermoeden van vreemdelingenhaat. “Wij weigeren gewelddadige bewegingen als Chryssi Avgi in Griekenland, Jobbik uit Hongarije of Ataka uit Bulgarije op te nemen”, bevestigde Philip Claeys. “Met andere partijen kijken we de kat uit de boom. Is Alternative für Deutschland meer dan een één-thema-partij ? Hoort de Lega Nord wel bijons ?” Zeker is dat de regels voor de vorming van een Europese groep makkelijk gehaald zullen worden: ten minste 27 zetels in zeven lid-
Philip Claeys: persconferentie ‘vergeten’.
30 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
laten wordt aan de Unie. Maar in het eigen land waait de wind onmiskenbaar naar ultiem centralisme, evengoed in Frankrijk als in België of Spanje of Hongarije. Populistisch teruggrijpen naar afgeleefde formules (die trouwens het failliet van het oude Europa in wereldoorlogen en koloniseringsopbod deden ontaarden), het wijst op enorme onzekerheid, twijfel aan eigen kunnen, gebrek aan ambitieuze projecten. Nostalgie is een slechte raadgever, wat UKIP nastreeft in het VK, doet alleen uiterst rechts watertanden – al houdt Nigel Farage nog even de boot af, Le Penadepten zijn in zijn ogen te moslimvijandelijk. Maar als hij echt een groot succes boekt in mei 2014, kan hij wel de onbetwiste leider worden van die grote, eurosceptische fraktie, en mag Le Pen de tweede viool spelen.
Frits Bolkestein, niet de beste vriend van Verhofstadt
staten. Rechts zit in de lift, de afkeer van Europa groeit met de dag, de aanslepende gevolgen van de bankencrisis blijven kwaad bloed zetten, de afkeurenswaardige invloed van de lobbies zet kwaad bloed, privacyschendingen en de verharding van de samenleving drijven emotioneel reagerende burgers in handen van autoritaire partijen. Hoe atavistisch ze ook zijn. Want hun engnationalisme en weinig solidair maatschappijmodel stamt al uit de 18e eeuw, en is niet meteen aangesneden op de globaliserende tendenzen die de huidige samenleving bepalen.
De twijfel slaat in alle partijen toe. Bij de EVP toont de CSU zich nukkig, of Fidesz in Hongarije, of nogal wat Baltische behoudsgezinde christelijke partijen. Bij de socialisten doet de dramatische populariteitsinstorting van president Hollande het geloof in Europa weinig goed. Militair ingrijpen in Mali en de CentraalAftrikaanse Republiek vijzelt wel zijn internationaal imago op, maar de lijkkisten van gesneuvelde soldaten doen in eigen land het gemor nog toenemen. Bij de liberalen is met ontsteltenis vast te stellen hoe commissaris Olli Rehn de volkstribuun Verhofstadt naar de kroon wil – euh – steken, en oud-commissaris
Frits Bolkestein een philippica houdt tegen de EP-fraktieleider. Niet dat het verbaast: zijn oudmedewerker Derk-Jan Eppink (LDD) heeft geregeld uitgehaald naar het voluntarisme van Verhofstadt, zijn pleidooi voor euroobligaties, meer integratie, en meer democratische macht voor het parlement. De angst voor binnenlandse druk zorgt voor paniek bij de VVD: Wilders snaait ettelijke zetels weg, de Europese parlementsfractie valt uiteen, nu ook Twan Manders eruit trekt en de lijst van de Ouderen gaat trekken. D’66 doet bovendien stemmen verglijden, Of dat met anti-Europese uitvallen (en dus slecht verhuld ultranationalisme) te pleisteren valt, is even bedenkelijk als betwistbaar. “De Europese droom van Verhofstadt” (de Verenigde Staten van Europa) “ontbladert met de dag”, verzuchtte Hugo Camps. Misschien biedt Charlemagne in The Economist toch wat tastbare hoop. De herdenkingen van de Groote Oorlog in 2014 kunnen de misleiden van de poujadisten de schellen van de ogen doen vallen. Met een al te lang uitgesteld diepgaand sociaal project erbij, kan de Unie dan zijn tweede adem vinden. Hoop doet leven. Lukas DE VOS
Het uiterst rechtse clubje deint uit: behalve FN, Vlaams Belang, FPÖ en PVV, leunen ook de Ware Finnen, de Zweedse Demokraterna, de Deense Folkeparti en het Poolse Recht en Rechtvaardigheid (PiS) nauw aan bij het geschetste, ultraconservatieve gedachtegoed. Voorlopig Niet-Ingeschrevenen (die zich “tweederangsverkozenen” voelen in het EP, omdat zij, eigenlijk onverantwoord, niet kunnen genieten van allerhande voordelen als betoelaging, agenda-inspraak, mandaten of plenaire vragen) uit kleinere landen (Litouwen, Bulgarije, Slowakije, Kroatië, Malta) of uit minderheidsgroepen (Italië – wat met de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo?; Roemenië – de Groot-Roemeense Partij van Tudor) kunnen de groep snel doen aangroeien. Het platform dat in Wenen is uitgewerkt is in overeenstemming met de rechtsregels van het EP, niet, zoals bij ITS, een samenraapsel van individuele belangen. Het valt dus te vrezen dat er een stevige ruk naar (uiterst) rechts zal plaatsvinden in de Europese verkiezingen van 2014. Er zit evenwel een dramatisch paradoksaal element in die zwenking. De nieuwe rechtse fractie, maar ook de conservatieve fractie (ECP), denkt uitgesproken confederalistisch, alle macht aan de “deelstaat” behalve wat unaniem overge-
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 31
DIALOOG (1)
De keuze van Mark ____________________________________________ Nu het ‘Journaal’ van Mark Grammens verdwenen is uit onze post, beseffen we maar al te goed het hiaat dat hij nalaat. Ik beken ootmoedig dat de lectuur van ‘Journaal’ voor mij een bron van inspiratie en volharding was. Bedankt, Mark! Gelukkig bestaat er nog ‘Meervoud’. Zowat het enige mij bekende tijdschrift dat en Vlaamsgezind en progressief tracht te zijn. De rest, gans de officiële , weldenkende periodieke en dagelijkse pers, is met lijf en leden verkocht aan het systeem waartegen wij strijden. Mark zou Mark niet zijn, moest hij, bij wijze van afscheid (?) een paar kanonschoten gelost hebben van uit de honderdjarige IJzervlakte. Een eerste kanonschot was zijn voorstel –eerder een eis- om tijdens de herdenking van de eerste wereldoorlog de nodige aandacht te besteden aan de herdenking van het feit dat in 1917, in het toenmalige bezette Vlaanderen, de bestuurlijke scheiding werd afgekondigd en vervolgens de onafhankelijkheid van de deelstaat Vlaanderen werd uitgeroepen. Ik ben het daarmee niet eens. De lovende herinnering aan 1917 zou munitie geven aan al wie zich vandaag verzet tegen het project van confederalisme. Ik verklaar mij nader: In 1917 leefde ons land onder een gruwelijke bezetting, nadat het Duitse leger dorpen en steden had verwoest en talloze landgenoten had vermoord. Aan de IJzer stierven vele landgenoten, veel Vlamingen, onder het vuur van de Duitse vijand. Wie hierover meer details wil, kan te rade gaan bij historici zoals Sophie De Schaepdrijver in haar recente boek “De Grote Oorlog”, of bij mensen die het allemaal zelf hebben meegemaakt, zoals beschreven in “Oorlog en Terpentijn” van Stefan Hertmans. Het zal bij deze honderdjarige herdenking niet aan lectuur ontbreken. Welk kan de betekenis zijn van een zelfstandigheid in een land dat onder de knoet leeft van een vreemde bezetter? De verbinding van het huidige streven naar confederalisme met de collaboratie-zelfstandigheid geeft wapens in de handen van al wie vandaag de strijd aanbindt tegen het confederalisme. Het confederalistisch project vandaag heeft alles te maken met het huidige recht op nationale zelfstandigheid en met de huidige politieke
32 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
toestand in dit land. Laat ons het niet verbinden met wat in het verleden fout gelopen is in de Vlaamse beweging. Mark Grammens is een verstandig man. Hij beseft ook dat de collaboratie met de Duitse bezetter niet goed overkomt in de openbare opinie. Vandaar zijn tweede kanonschot: collaboratie met wie kan helpen in een plicht voor nationalisten. In heel de geschiedenis is het zo geweest, overal waar gestreden werd voor nationale onafhankelijkheid, tegen kolonialisme en onderdrukking. Zo wordt de collaboratie tijdens de wereldoorlog omgetoverd tot een bevrijdende plicht: “…dan leert de wereldwijde geschiedenis van het anti-kolonialisme, de geschiedenis van de strijd der volkeren voor hun vrijheid, voor hun democratische rechten en hun bestuurlijke zelfstandigheid, dat onderworpen volkeren die naar bevrijding hunkeren, zich steeds alliëren met buitenlandse mogendheden, en dat moeten ze ook doen als ze in hun opzet willen slagen. Collaboratie van Vlaams-nationalisten met de buitenlandse vijanden van de Belgische Staat is bijgevolg NIET FOUT,maar de natuurlijke en meest zelfsprekende zaak ter wereld. Collaboreerden Vlaams-nationalisten niet met de vijanden van België, dan zouden zij aan hun plicht tekortkomen.” Straffe taal, die inhoudt dat wie zich verzette tegen de Duitse bezetter tekort kwam in zijn plicht tegenover Vlaanderen!
Zijn poging tot veralgemening van beroep op buitenlandse inmenging in de wereldgeschiedenis klopt van geen kanten. Waar hebben de volkeren in de koloniale gebieden ooit beroep gedaan op hun onderdrukkers om hun vrijheid te bekomen? Hebben de Vietnamezen beroep gedaan op de Amerikaanse bezettingsmacht? Of hebben de Chilenen de hulp ingeroepen van de V.S., de natie die Pinochet steunde? Idem Cuba, enz. Internationale solidariteit is geen solidariteit vanwege de onderdrukker, de bezetter. Wel vanwege de volkieren en de naties die het tegenovergestelde doel hebben: de autonomie om de bezetter en de onderdrukker te verdrijven. Naast die solidariteit bestaat er ook solidariteit tussen de onderdrukkers: heeft een stuk van de Vlaamse beweging niet actief de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek gesteund? De solidariteit tussen de onderdrukkers heeft het uiteindelijk moeten afleggen tegen de internationale solidariteit met de onderdrukten, maar die overwinning was in de eerste plaats het werk van het ANC en van Nelson Mandela, tegen de blanke dictatuur. Geen collaboratie met de blanke onderdrukker dus, wel strijd ertegen. Ik heb ten volle begrip voor de oorsprong van Grammens verdediging van de collaboratie met de Duitsers : wat hij heeft meegemaakt, samen met vele anderen, tijdens de septemberdagen van 1944en later, waarbij weerstanders de onmenselijke methodes van de bezetter naäapten, moet traumatiserend werken. Bovendien is er in dit land nooit enig begin gemaakt van verzoening. Wij hebben niet het verstand gehad van het Zuid-Afrikaanse ANC en van de blanke Nasionale Partij (NP) om verdrukkers en onderdrukkers bijeen te brengen om ook de vreselijkste gebeurtenissen uit te praten in de verzoenings- en waarheidscommissies. Wij hebben de verdeeldheid laten verstarren, zodat de verschillende standpunten eerder van elkaar verwijderd werden dan nader bijeen gebracht. Het resultaat is de wederzijdse rancune, en het teruggrijpen naar posities die de tweespalt alleen maar kunnen verdiepen. Daarom: laat de bestuurlijke scheiding van 1917 rusten in het graf van de historische vergissingen, en bezwaar er de huidige trend naar confederalisme niet mee. Die is zo al moeilijk genoeg. Jef TURF
Grammens bij zijn afscheid van ‘Journaal’
DIALOOG (2)
De keuze van Mark – bis ____________________________________________ 1. De Raad van Vlaanderen, dat zal niemand meer betwisten, 'regeerde' gedwongen onder de volledige pinhelm-voogdij van de keizerlijke bezetter. Was dat zelfbestuur ? Het zal hoe dan ook de Duitse Goeverneur-Generaal Moritz von Bissing zijn die op 21 oktober 1916 de vernederlandste unief in Gent 'overdraagt' en op 21 maart 1917 de 'bestuurlijke scheiding' voor België afkondigt. Geef toe dat de activisten (die dachten dat het Duitse Keizerrijk de oorlog zou winnen) erg gegokt hebben. Zij hebben daardoor het erfgoed van generaties vlaamsgezinde verantwoordelijken die gestaag en vredevol ijverden voor zelfbestuur, zeer zwaar belast. Het patriottische België heeft deze gok (herhaald tijdens de 2e.w.o.) met het grotendeels zwijgende katholieke middenveld - Mercier! - zwaar uitgebuit olv de zogenaamde Koning-Ridder In onze ontvoogdingsgeschiedenis zijn er alleen omwille van deze naïeve collaboratiegok genoeg en betere data te vinden om onze zelfstandigheidseis aan 'op te hangen'. (De uitmuntende jaarkalender "Roots" van het DF biedt inspiratie!) De onmenselijke repressie die vooral na de 2e.w.o. volgde is langs geen kanten goed te praten. Maar een collabodatum mag geen 'gefundenes Fressen' bieden aan hen die steeds en met alle middelen onze rechtvaardigheidseis voor zelfbestuur verdacht willen maken. En vergeten we het niet: oorlogsleed, tweemaal veroorzaakt door eenzelfde brutale overvaller, was ook het lot van velen in Wallonië en vooral in de Luxemburgse dorpen. De Vlaamse Beweging heeft zich moeizaam losgeweekt uit deze 'kwade jaren'. Het moedige "Algemeen Pardon", sereen uitgesproken door Frans-Jos Verdoodt aan de IJzertoren, blijft een merkteken om de kwade trouw van halve en hele patriotten op dat vlak te ontmaskeren ! 2. Mark citeert Leo Tindemans' internationale kreet : "Er had een revolutie moeten komen rond de 1e.w.o." (voor zelfbestuur). Ja, ja … maar dan mag men op dat vlak de salon-stellingnames van deze gewezen minister van buitenlandse zaken enz. … niet voor ogen krijgen. En zeker die niet als minister voor institutionele hervorming! Bang (?) geworden klonk het toen : "De (Belgische) grondwet is geen vodje papier!" Wat een revolutionaire taal ! Welke 'Belg' had hem die ingefluisterd? Deze Edegemnaar, nu 91 jaar, doet me nog steeds denken aan die oeroude uitvlucht in
immers weinig of niet dat er steeds een structuur -dus overleg én politieke leiding- nodig zijn om 'verder' te leven in welzijn en volledige ontplooiïng. Bovendien: de redenen om geweld te gebruiken liggen toch wel erg ethisch gebonden. Zelfs de fameuze 'Heilige Oorlogen' waren niets anders dan een mooie verpakking voor: gebiedsuitbreiding; economische- en geostrategische macht verlengstukken veelal van het kolonialisme.
Mark Grammens: polemiek
vele situaties: "Hou me vast, of ik doe ongelukken!" En ook aan onze huidige defensieminister, Pieter de Crem, die omwille van zijn NAVO-ambities zelfs de enkele kernwapens in Kleine Brogel niet weet liggen. Hij wil ze zelfs actualiseren'… En voor de Syrische scheikundige wapens (ook geleverd door de NAVO-partners!) oordeelt Pieter dat er geen plaats is in het NAVO-gebied. Revolutionaire taal, hé? Nochtans is er een simpele Colruytoplossing. Zamel in Syrië het verpakkingsmateriaal in de boekhouding. Elk leveringsland MOET daarna 'zijn moorddadige boel' (verkocht in overtreding van zovele internationale akkoorden ..) terug nemen én zelf vernietigen. Of er in Poelkapelle zwaar voor betalen. Goed om de federale schulden te helpen dekken… én een formidabel(!) internationaal herdenkingsvoorbeeld rond de 1e.w.o. Wat moeilijker natuurlijk... dan (duur!) zakjes begrafenisplaatsengrond uit West-Vlaanderen over te vliegen naar Londen! Die West-Vlamingen toch; men zal hen (zonder betalen) ' geen morzel gronds ontwringen'! Geef in alle ernst toe, dat er betere referentiepunten te vinden zijn voor 'revoluties' ... zelfs in ons zwak Belgisch buitenlands beleid… Bovendien … revoluties? Zeg me eens: onder welke vorm? Gewelddadig? Tellen we de gedoden? Van nabij maakte ik jarenlang in Ierland, Baskenland, Eritrea, Koerdistan, Latijns Amerika, Kosova en elders revoltes mee. Het grote leed dat daarbij hoort is onmenselijk. Je moet het als ouders maar meemaken onder welke heroïsche taal de zonen 'optrekken' Simplistisch en zeer onervaren willen zij hun leven 'geven' En dat kan maar één keer. Wat daarna ? Nog meer geweld? Zij beseffen
3."Nooit meer oorlog!" Geef mij maar die simpele zin van de Fronters om verder te bouwen aan vrede met de Vlaamse Beweging. Utopisch? En wat met de enorme oorlogsschade die generaties later de samenleving nog verziekt? Samen rechtlijnig zoeken zonder blokkades. Dat kan. De in vrede uitgedoofde Nelson Mandela (niettegenstaande 27 jaar gevangenschap!) heeft met Frederik-Willem Deklerk wereldwijd een voorbeeld gegeven van christelijk bevrijdingsdenken. Romero en Gandhi wezen ons ook de radicaal-anders 'trage' weg. Onze grote leermeester-denker Maurits van Haegendoren schreef in 1983 een zeer merkwaardig DF- 'handboek' : "Van taalstrijd tot staatsvorming." Het is het herlezen waard. Zeker zijn bemerkingen ivm de Heer Leo Tindemans, rond 1971 de minister voor institutionele hervormingen … De grendelgrondwet was toen pas geboren. De helft van de minderheid in deze toevalligheidsstaat moet sedertdien 'meedoen' voor onze zelfstandigheid … En ook de alle-centen-wegmedemensen ! En wat met Brussel-19, Mark. ’n Vergetelheid? 4. De Europese Gemeenschap rendeert. Ook voor het volkerenrecht. Na drie jaren voorbereiding kon ik in het EP mijn "Verslag over de talen en culturen van regionale en etnische minderheden in de Europese Gemeenschap" goedgekeurd krijgen (28 sept. 1987). Meer dan een kwarteeuw later zie ik hoeveel opbouw er sedertdien gerealiseerd werd bij de vele volkeren-zonder-staat. Dit met Europese solidariteitstoelagen. Intussen werkt op haar beurt de Europese Vrije Alliantie, in 1979 in gang gelopen door de Volksunie. Traag maar zeker bouwt ze verder aan een Europa der volkeren en regio's. Nu zijn naast de N-VA voor Vlaanderen, de Baskische, Catalaanse, Schotse e.a. zusterpartijen dé solidaire trekkers van 'die zelfstandigheidskar'! Hopelijk zonder één geweerschot te lossen ... Willy KUIJPERS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 33
DIALOOG (3)
De keuze van Mark – ter ____________________________________________ Goed beseffend dat elke mens een kind van zijn tijd is, kan ik niet anders dan de uitspraken van dhr. Grammens in het vorige Meervoudnummer betreuren wanneer hij zegt dat de “collaboratie (...) met de buitenlandse vijanden van de Belgische staat (...) niet fout [is], maar de natuurlijke en meest vanzelfsprekende zaak ter wereld”. Ik hoef niet nader in te gaan op de gruwelijke daden die beide kanten van de strijd verricht hebben en ik ga er zonder meer mee akkoord dat een monument ter ere van de slachtoffers van de Belgische repressie zeker op zijn plaats zou zijn in een land dat democratisch beweert te zijn en het verleden achter zich gelaten zou (moeten) hebben. Desalniettemin zie ik een verschil tussen de Vlaamse collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Duitsland als imperialistische mogendheid Vlaanderen een duidelijk perspectief op vooruitgang bood (oprichting van een Vlaamse Raad, vernederlandsing van de Gentse universiteit, e.d.), en die twintig jaar later waar Vlaanderen actief en politiek deelnam aan de verspreiding van het nazistische gedachtegoed. Laten we niet vergeten dat nazi-Duitsland Vlaanderen geen enkele garantie op enige vorm van soevereiniteit gaf, aangezien Hitler dit 'dossier' tot na de oorlog uitstelde. De kans dat wij, in geval van een eventuele overwinning, nu allemaal zouden deel uitmaken van een groot Duits Rijk waarin Vlaanderen
slechts een provincie zou zijn en zonder zekerheid dat het Nederlands de eerste taal zou zijn, is zo goed als zeker. De jongens die aan het Oostfront gingen strijden, streden niet alleen tegen België, maar evenzeer tegen Vlaanderen. Hierover kan uiteraard eindeloos gedebatteerd worden, maar het staat vast dat de Duitse bezetter Vlaanderen geen enkele garantie gaf over de toekomst. Vlamingen waren enkel goed om eerst hun bloed te geven, in de hoop op wat lekkers nadien. Waarom zou het dan de “meest vanzelfsprekende zaak ter wereld” zijn om met dit regime te collaboreren? Alsof collaboratie Vlaanderens enige hoop was... Laten we altijd een verschil maken tussen 'begrijpen' en 'goedkeuren'. De Vlaamse collaboratie mocht dan omwille van verschillende redenen misschien begrijpelijk zijn op menselijk vlak, dit was allerminst het geval op moreel en strategisch gebied. Wat dan te denken van Vlaamsgezinde verzetslieden en progressieven die ijverden voor een onafhankelijk Vlaanderen, maar tegen het extreem-rechtse dictatoriale regime vochten? Dit hield een Jef Van Extergem niet tegen om activist te zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog en antifascist tijdens de Tweede. Hetzelfde geldt voor Bert Van Hoorick en vele anderen. Hun antifascistisch verzet eindigde in Duitse concentratiekampen. De ene is er nooit meer levend uit teruggekomen, de andere wel. En zij waren lang niet de enigen
die volledig voor een democratische Vlaamse staat wilden gaan, maar weigerden te collaboreren. Zolang Vlaamsgezinden dergelijke aberraties blijven uiten, zal de Vlaamse Beweging nooit de donkerbruine smet van zich kunnen wassen en zichzelf blijven hypothekeren ten opzichte van de partijen die geen aansluiting vinden bij haar. Men kan gerust zeggen dat dit een hypothese is, maar ik durf te zeggen dat de collaboratie net dé reden is waarom Vlaanderen nog steeds niet onafhankelijk is of in elk geval serieus achterop hinkt vergeleken met verschillende andere naties die overtuigd opkomen voor hun identiteit en waar zelfs een groot deel van de bevolking voorstander is van soevereiniteit (Catalonië, Schotland of Baskenland bv.). Neen, de collaboratie met de buitenlandse vijanden van de Belgische staat was een absolute vergissing, en Vlaanderen betaalt de prijs tot op vandaag nog steeds. Jef NYSSEN
34 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Op de Meervoud-boekenplank ____________________________________________ Nederland en de EU Op initiatief van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Rijks Universiteit Groningen en het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen hebben een aantal deskundigen het Nederlandse parlementairpolitieke debat beschreven dat tussen 1945 en 2013 gevoerd werd over Europa. De titel van het boek “Verloren Consensus” liegt er niet om. Bij ons mag Fientje Moerman dan nog klagen dat er geen respect meer wordt opgebracht voor politici, ze vergat er wel aan toe te voegen dat de politici helemaal geen respect opbrengen voor hun kiezers. De Nederlanders weten er van mee te spreken: bij de politici op het Binnenhof was 85 % positief over de Europese Grondwet, maar slechts 39 % van de opgekomen kiezers waren dat ook. Van een discrepantie gesproken! In Vlaanderen (in heel België?) riskeerde men allicht dezelfde toestand maar onze politici durfden niet eens een bevraging van de bevolking aan. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2012 kozen de traditionele partijen in Nederland nog steeds voor Europa terwijl de Partij voor de Vrijheid gewoon stelde dat Nederland moet uitstappen: “Europa is een aantasting van onze democratie. Op de Europese instellingen is er geen democratische controle: het is gewoon Eussr!”, aldus de PVV. Vastgesteld moet worden dat in Nederland Europa gedragen wordt door het midden van het partijencentrum (PVDA, VVD) met de christelijke par-
tijen daartussen in. Enkel aan de randen van het politieke landschap onttrekt men zich aan het gemeenschappelijke Euro-ideaal, zowel links (CPN, PSP) als rechts (SGP,GP, BP en centrumdemocraten van Janmaat). Van bij het begin tot aan het nieuwe millennium bestond er bij de Nederlandse bevolking een “permissieve consensus” tegenover Europa. Tegenstand was er wel, maar het bleef binnen de perken. Frits Bolkestein van de VVD verzette zich tegen de federalistische eindbestemming van Europa en tegen een verdere uitbreiding (“Europa is af”) maar daar “werd een mouw aan gepast” door hem te laten benoemen tot Eurocommissaris. Bij de invoering van de euro en het opkomend gevaar van wereldwijd terrorisme en de vaststelling dat Nederland de grootste nettobetaler per hoofd geworden is, wordt de bevolking kritischer. De politici moeten wel gaan luisteren bij de verdieping van de bevoegdheden van de Europese Unie en de versnelling daarvan sinds de banken- en schuldencrisis. De linker- en rechterzijde pleiten voor een terughalen van bevoegdheden naar het nationaal niveau en zelfs voor het uittreden van Nederland. Het gaat van eurofilie naar euroscepsis al blijven sommige politici tegen beter weten in de gang van zaken in de EU verdedigen. Zo stelt VVD-er Ter Brocke dat de jongste uitbreiding de Nederlandse belastingbetaler “ongeveer twee kopjes koffie” heeft gekost. Anderzijds neemt de Kamer met algemeenheid van stemmen een motie aan om op geen enkele wijze Nederlands belastinggeld te besteden aan een bail out van Griekenland. De regering Balkenende IV valt. In 2011 wordt opnieuw een motie aangenomen tegen meer politieke unie. Nederland moet zeggenschap blijven houden op lonen, belastingen en pensioenen. De regering moet zich inzetten voor een strikte naleving van het stabiliteits- en groeipakt met passende sancties voor landen die de gemaakte afspraken niet nakomen. De motie wordt door de meeste partijen aangenomen, het CDA en de VVD stemden tegen. Door de voortdurende toename van de interdependentie zitten de lidstaten vast aan de Europese kaders. Dit verklaart allicht waarom politici de burgers minder Europa beloven maar in de praktijk de richting uitgaan van “meer Europa” en dit niet alleen in Nederland. De kloof tussen retoriek en werkelijkheid is wellicht de treffendste ontwikkeling in het actuele Europadebat. “Verloren Consensus – Europa in het Nederlandse parlementair-politieke debat. 19452013” brengt een gedetailleerde beschrijving van de houding van de Nederlandse partijen tegenover Europa. Het boek werd geschreven
door een groep deskundigen en uitgegeven in een redactie van Anjo G. Harryvan en Jan Van Der Harst. Het telt 304 bladzijden plus 53 pagina’s noten, een literatuurlijst van zes pagina’s, een personenregister van vijf pagina’s, een zakenregister van vier pagina’s en een lijst van afkortingen en acroniemen. Er is ook een kort chronologisch overzicht opgenomen over de Europese integratie en een toelichting over de auteurs. Het boek werd in 2013 uitgegeven door de Nederlandse Uitgeverij Boom. Frans MAES
De Corsicaanse monsters (°1935 Wim Zaal) is geen gewoon auteur. Hij is journalist, letterkundige, essayist en recensent. Jarenlang was hij literair redacteur van Elsevier, maar in 2001 verleende koningin Beatrix hem het Erekruis in de Huisorde van Oranje, omdat hij jarenlang toespraken geschreven had voor Prins Bernhard. Zaal had een bijzondere relatie met allerlei vreemde onderwerpen: ooit verzorgde hij een bloemlezing van de slechtste gedichten in de Nederlandse taal (‘Bar en boos’), maar ook essays over het Vaticaan, de pauselijke zouaven, Nederlandstalige dierenpoëzie en hij vertaalde de Gedenkschriften van de Hollandse Koning Lodewijk Napoleon. Over Napoleon Bonaparte en zijn familie schreef hij nu een leesavontuur dat er best mag wezen. Het gaat over Napoleons loopbaan die het decor vormt van een tragikomedie waarin de spelers onder al hun kronen en hermelijnen mantels eeuwige scharrelaars blijven Het boek verhaalt de opkomst en successen van de jonge Buonaparte, zoals zijn echte naam klinkt. Zijn greep naar het Consulschap, zijn geklungel in Egypte en zijn avonturen in Santo Domingo worden breed uitgesmeerd. Naar dit laatste land stuurde hij zijn zusje, de mooie Pauline, met een generaal en een troepenmacht van 25.000 man. Daar organiseerde zij een eigen hofhouding en voerde de Parijse mode in. Haar generaal, Leclerc, voerde een vuile oorlog maar uiteindelijk werden zijn troepen overvallen door tropenkoorts waaraan ook hijzelf bezweek. Pauline wou haar generaal niet in vreemde aarde laten rusten en ging schier ontroostbaar aan boord met de kist van haar gemaal over de oceaan. Haar diepe rouw hield zij echter niet
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 35
van heilzame baden (bijvoorbeeld in Bourgogne, rum of kippenbouillon) en het inhuren en installeren van grootstalmeesters, hofmaarschalken, ceremoniemeesters enz. De bruiden de zij opgelegd kregen werden eerst door de koning getest. Een ander zusje, Caroline, trad in de echt met Joachim Murat, die opperbevelhebber werd in Italië en onbezwaard de kas leegplunderde. Maar inmiddels was Napoleon alleenheerser geworden en kroonde zichzelf tot keizer. Meteen kwam er ook een noblesse impériale: 32 prinsen en hertogen, 452 graven en 1500 baronnen, allemaal met een jaarlijkse uitkering.
De heer Bonaparte
lang vol en toen ze de Seine opvoer was ze alweer in troostbare toestand. Als herinnering aan haar avontuur liet ze zich voor de rest van haar leven per draagstoel door zwarten vervoeren en tilde een neger haar ’s morgens in haar bad van melk en warm water En ze liet zich omgeven door uniformen met een pittige vleesvulling. Op aanraden van Napoleon sloeg Pauline daarna, in 1803, een Italiaanse prins aan de haak, ene Camillo Borghese, erfgenaam van een beroemde juwelenschat. Nu kon ze pronken met snoeren,broches, medaillons, breloques, bajadères, bracelets… een vracht van goud en gefonkel. Napoleons broer Jérôme maakte het al even bont en trouwde buiten het weten van zijn broer met een rijke Amerikaanse bankiersdochter, maar was verplicht van haar te scheiden. Hij zou het later brengen tot koning van Westfalen en kreeg alras de bijnaam König Lustig. Behalve pret maken was zijn eerste liefhebberij het nemen
De keizerskroning op 2 december 1804 was een prachtfeest. De avond ervoor moest Napoleon met tegenzin zijn relatie met Joséphine de Beauharnais kerkelijk laten inzegenen
Zusje Caroline, meegaand in de omgang
Joachim Murat in vol ornaat
gezelschap kooplieden, niets op aan te merken, maar geen natie, slechts de bewoners van het aanslibsel van Franse rivieren.” Echter, Lodewijk zag de dingen anders en ging in de mate van het mogelijke steeds meer afstand nemen van zijn broer. Lodewijk luisterde naar de Nederlanders, probeerde Nederlands te leren (“Ik ben konijn van Holland”) en hield hun belangen in het oog. En hij deed zijn werk met toewijding, wellicht beter dan de eerste Oranjevorsten. Dat was zeer tegen de zin van Napoleon. Na heel wat wrijvingen nam hij op 1 juli 1810 zelf afstand van de troon en trok naar Bad Teplitz in Bohemen, Oostenrijks bezit, tegen de zin van zijn broer, die hem een ‘verrader’ vond. Op 9 juli annexeerde het Keizerrijk Nederland. Inmiddels maakten zijn zusjes, vooral Caroline en Pauline, het erg bont op het amoureuze vlak. Het roddelcircuit draaide dan ook op volle toeren. Caroline deed het met Metternich, en Pauline prinses Borghese Bo-
om de paus niet tegen het hoofd te stoten. Erger nog was het gure vriesweer op de dag van de kroning in de Notre Dame. De koetsen konden niet tot het portaal reiden en dus moesten de dames in hun gedecolleteerde, ragdunne mousseline-japonnen de kou trotseren om dan in een ijskoude kerk plaats te nemen, voor een vijftal uur nogwel. Omdat er geen aangepast sanitair was gebruikten de eregasten de zijkapellen als latrine of werd tegen pilaren gepist. Na allerlei al dan niet geslaagde avonturen in Italië en Spanje liet Napoleon zijn oog vallen op Nederland (de Zuidelijke Nederlanden waren al Franse departementen geworden). Zijn broer Louis of Lodewijk mocht koning worden, maar moest zich gedragen als een buitengaatse prefect. “Holland een natie?” vroeg Napoleon. “Kom nou! Een achtenswaardig Zusje Pauline, beetje wulps
36 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Koning Lodewijk van Holland, korte carrière als vorst
naparte had een zoveelste minnaar, ene Auguste Forbin, die haar echter in het ziekenbed bracht. Volgens de keizerlijke artsen was dit het gevolg van zijn boosaardig geslachtsdeel, dat zij behept zagen met ‘gigantisme’. Het boek verhaalt over veel meer dan het losbandige leven van de ‘Corsicaanse monsters’, en niet in het minst over het roemloze einde van het Napoleontijdperk en het instorten van het familie-imperium. Voor Napoleonfans is het echter geen aanrader. Christian DUTOIT Wim Zaal. De Corsicaanse monsters. Napoleon Bonaparte en zijn familie. Uitgeverij ASPEKt, Soesterdijk, Nederland, 277 p.
Speculaties over de moord op Kennedy ten einde! In 1966 verscheen het boek “Inquest” van Edward Epstein over een complottheorie bij de moord op de Amerikaanse president Kennedy. Die werd in Dallas Texas gedood door meer dan één schutter zodat er volgens de auteur nog minstens één van de moordenaars van de president “nog vrij rondloopt”. De geheime diensten FBI en CIA en de Warren Commissie hebben altijd ontkend dat er op 22 november 1963 in Dallas meer dan één schutter was en dat tegen de president een complot gesmeed werd. In de jaren 1978-79 kwam het Unites States House Select Committee on Assassinations tot de conclusie dat er wel een complot was. Dat kon echter niet op het conto geschreven worden van de CIA, de Sovjet Unie noch van de maffia. De conclusie was tevens dat er allicht meer dan één schutter aan het werk was geweest. In zijn “Kennedy en de Fatale Kogel”veegt Alex Maschke alle conclusies van de jongste vijftig jaar de vuilmand in. Zijn goed geschreven boek is overtuigend genoeg, het spijtige eraan is dat het slechts gaat om een literaire thriller in de categorie fictie, hoeveel opzoekwerk de auteur er ook voor verricht heeft. De man die de dodelijke vijfde kogel op Kennedy afvuurde heet Jake Troy Rettstatt, een in Fort Bragg getrainde scherpschutter die “nergens bestaat”, een verbeterde versie van Rambo. Hij had in Moskou al een Amerikaan doodgeschoten, een spion die zijn land had verraden. En nu stond hij in een rioolbuis, door de brede inlaatgleuf van de stoepput te turen naar een man die hem het sein moest geven. “Ik doe het voor Amerika en het heeft niets te maken met politieke belangen maar alles met verantwoordelijkheid jegens de Amerikaanse staatsburger”, zo ging het door zijn hoofd. Tot hij van de man met de camera groen licht kreeg, hij de trekker van zijn Remington Fireball XP 100 overhaalde. Eerst hoorde hij drie of vier schoten en dan was het
aan hem. Hij was er zeker van dat hij zijn slachtoffer met zijn ene kogel fataal had geraakt. En dan verdween hij zonder aarzelen door de rioolbuis naar de rivier, een kano in en peddelde hij zo snel mogelijk van de moordsite vandaan. Jake was op de vlucht, voor de politie, voor zijn opdrachtgevers en voor zijn oversten; een vlucht die zo’n vijftig jaar zou duren en die de meeste pagina’s van het boek in beslag neemt. Hij ruïneert er uiteraard zijn hele privéleven mee, verliest zijn geliefde en zijn kind van wie hij niet eens het bestaan afweet. Zo’n 50 jaar later belandt de vluchteling in een krot op het Schotse platteland. Daar krijgt hij tijdens zijn afwezigheid bezoek van een paar scouts die alles doorzoeken en een brief vinden. In de brief wordt beschreven waarom en hoe hij president Kennedy vermoordde. De twee jongens doen de brief op You Tube en brengen zo heel de wereld op de hoogte…Niemand heeft ooit nog iets van Jake Troy Rettstatt gehoord.(1)
Kennedy blijft blijkbaar tot de verbeelding spreken
Van een heel andere orde zijn de “Honderd en één vragen over Kennedy” van Vincent Dumas. Heel diepgaand is het werkje niet maar het heeft alvast het voordeel geen fictie te zijn. Over de honderd en een vragen kunnen we kort zijn; het is niet meer dan wat anekdotiek. Enkele regels per bladzijde met vragen en antwoorden. “Wie was Shannon?” De cockerspaniël van de Kennedy’s. “Wie was Charlie?” De andere cockerspaniël van de Kennedy’s. “Wie was Clipper?” De Duitse herdershond van Jacqueline Kennedy! Alle gekheid op een stokje. Er werden ook vragen opgenomen als “Nam Kennedy een voorbeeld aan de Sovjet Unie?” Kennedy zegde in 1960 alleen dat de inwoners van de USA bereid moeten zijn het heden aan de toekomst te offeren net als de Russen deden. Over de relatie van Kennedy met 007 wordt gezegd dat de president van de Ieren hield en dat hij een bijzondere waardering had voor Ian Fleming en diens creatie van geheimagent 007. En een aanslag op de Russische president Chroestsjov pleegde Kennedy al helemaal
niet. Toen hij een sigaar opstak en de brandende lucifer rondzwaaide om hem te doven ontglipte die hem en belandde achter Chroestsjov. “Probeert u mij in brand te steken vroeg deze?”. Handelde Kennedy daadkrachtig toen de Berlijnse muur werd opgetrokken? Helemaal niet. Heel Washington was net als de president met stomheid geslagen. Ook de generaals hadden geen plan en de Duitsers wisten het zelf ook niet. Vraag 101 of Kennedy een vredesduif was moet beantwoord worden met een beslist neen. In de inleiding van zijn boek stelt de auteur dat de nog steeds bestaande aantrekkingskracht voor Kennedy haaks staat op het “succes” als president. Zijn “New Frontier” was een pakket politieke wensen en doelen waarbij de lat zeer hoog werd gelegd. De minimumlonen moesten worden verhoogd; de ziekteverzekering veralgemeend; de sociale woningbouw gesteund; het openbaar onderwijs gesubsidieerd, de belastingen verlaagd en de burgerrechten verbeterd. De president beet er zijn tanden op stuk. Hij werd geen nieuwe regering Roosevelt maar een derde regering Eisenhower. Het congres wou duidelijk niet meestappen in de richting van Kennedy maar de president maakte ook teveel tactische fouten. Hij liet de Afro-Amerikanen vallen voor de democratische aanhang in het Zuiden; door het overmatig steunen van het openbaar onderwijs werd hij door de bisschoppen in de ban gedaan en hij trachtte de mars op Washington van dominee King te voorkomen al keerde hij later zijn jas door King te telefoneren met gelukwensen. Tegen hem speelde ook dat zijn huwelijk een façade was en dat hij leed aan tal van ziekten. Zijn buitenlands beleid bracht ook niet veel positiefs. Er was niet alleen het fiasco van de Varkensbaai maar vooral de Amerikaanse interventie in Vietnam. Ook moest hij het stellen met een status quo tegenover het communisme. Allicht is het zo dat “de gemaakte indruk belangrijker is dan de werkelijkheid” zoals de filosoof Christopher Lash beweert.(2) “Kennedy en de Fatale Kogel” – Het andere verhaal over de moord op JFK en hoe door You Tube de mysterieuze schutter in het vizier kwam” van Alex Maschke (1) telt 274 bladzijden en werd in 2013 uitgegeven door Uitgeverij Aspekt in het Nederlandse Soesterberg. Dezelfde uitgeverij zorgde in 2013 ook voor “101 vragen over Kennedy” (2). Dit boek telt 101 pagina’s. Frans MAES
Onthutsende biografie van Piaf? De in 1935 geboren Nederlander Wim Zaal, auteur van boeken over literatuur en geschiedenis en gewezen literair redacteur bij het tijdschrift Elsevier heeft een biografie geschreven over de Franse zangeres Edith Piaf. Op
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 37
de kaft van het boek wordt gesteld dat het gaat over een “onthutsende” biografie waarbij komaf gemaakt wordt met tal van leugens en legenden over het musje van Parijs dat zo’n 50 jaar geleden overleed. En omdat tegenwoordig minder mensen Frans kennen dan in Edith’s tijd, worden enkele van haar chansons in het Nederlands samengevat. Vader Louis Gassion werkte als acrobaat in circusjes, in variététheaters en zelfs op straat. Moeder Anita Maillard verkocht snoep op straat, assisteerde artiesten en zong ook op straat waar zij zich Line Line Marsa liet noemen. Louis en Anita woonden al samen toen hij in 1914 naar het leger moest. Om een weekje vrijaf te krijgen trouwden de twee dan maar, hij 33, zij 19 jaar oud. Op 19 december 1915 wordt Edith geboren. Dat gebeurt niet op straat onder een straatlantaarn op de trappen van een herenhuis zoals een gedenksteen in de gevel van nummer 72 aan de rue de Belleville laat vermoeden. Anita kreeg wel weeën op straat maar twee politiemannen brachten haar naar het Tenon-ziekenhuis waar zij volgens de aangifte van de geboorte rond 5 uur ’s ochtends beviel. Moeder kon niet deftig voor het kind zorgen en de zuigeling werd dan maar bij haar grootmoeder om de hoek gestald. Nadat vader Louis uit militaire dienst was ontslagen en er een zoontje was geboren, bracht Louis Edith naar zijn ouders die in het Normandische Bernay een bordeel runden. Daar ging Edith naar school, kreeg er een oogziekte (blind werd zij helemaal niet) en genas dankzij een bedevaart naar de heilige Theresia van Lisieux! Wanneer ze zes was mocht Edith van de pastoor niet langer in een oord van zonde verblijven en dus ging ze weer naar haar vader. Die wou van haar een acrobate maken maar dat lukte niet. Dus ging zij na het optreden van vader met een bakje de centen ophalen en mocht zij tussendoor ook even zingen, al kende ze alleen de Marseillaise. Veel geld viel er daarmee niet te verdienen maar het ging wat beter toen ze als zestienjarige verliefd werd op een werkloze bouwvakker die zowat alles bijeenstal wat nodig was om te leven op de gehuurde kamer. In 1933 kreeg ze dochtertje dat bij de moeder van haar lief werd achtergelaten en overleed aan hersenvliesontsteking toen het kind nog geen 30 maanden oud was. De bouwvakker liet in alle stilte zijn lief liet zitten. Edith wordt op straat ontdekt door Louis Leplée van Gerny’s Club. Die leert haar zingen, doet haar wat betere kleren aantrekken (voor haar 1,47 meter is alleen een zwarte rok en een zwarte pull goed) en bedenkt haar artiestennaam “La môme piaf”. Haar eerste optredens worden een succes en zij krijgt een platencontract bij Polydor zodat ze kan verhuizen naar een hotelletje in de rue Pigalle. In april 1936 werd Leplée, die zich in verdachte kringen bewoog, vermoord en ging zijn cabaret dicht. Piaf stond op straat. Musicus Raymond Asso ontfermde zich over haar, schreef voor
38 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
haar een repertoire bijeen en veranderde haar zangeressennaam in Edith Piaf. Haar eerste grote succes, in 1937, “Mon légionaire” had Asso wel voor een andere zangeres geschreven maar gaf het lied toch aan Piaf. Trad zij aanvankelijk op als tweede ster, dan mocht zij in de ABC, de grootste Music-hall van Parijs, na de tweede avond reeds als eerste ster optreden met twaalf liedjes. Asso wilde wel een verhouding met Piaf maar Edith viel eerder op stoere bonken en bovendien werd de componist in 1939 opgeroepen door het leger. Edith miste hem niet en zij maakte kennis met acteur en zanger Paul Meurisse, met schrijver Jean Cocteau en met componist en tekstdichter Michel Emer (eigenlijk Rosenstein) die heel zijn leven lang voor Piaf bleef schrijven en componeren, o.m. “ L’Accordéoniste”. Tijdens de oorlog mocht Piaf van de bezetter twee maanden niet optreden omdat zij een lied zong van een jood. Emer zelf moest onderduiken. Ze ging tijdens de oorlog weer in een bordeel wonen, een van het betere type ditmaal waar ze zich kon verwarmen en ook te eten kreeg. Occasioneel entertainde zij de klanten en af en toe verdween ze zelf met een van de mannen naar boven. Pas in 1944 ging zij op zichzelf wonen. Tegen het eind van de oorlog zong zij in de vernieuwde Moulin Rouge waar Yves Montand in het voorprogramma optrad. De twee werden minnaars maar na een tijdje wou zij hem al niet meer zien. Dan volgt het tijdperk van de door haar geschreven schlager “La vie en rose” waarvoor zij nooit één franc auteursrechten kreeg en van de optredens met de Compagnons de la chanson waarbij het wereldberoemde “Les trois cloches” furore maakte. In Oktober 1947 maken zij een concertreis door Amerika en na een optreden in de “Versailles” in New York ontmoet Piaf er Marcel Cerdan, een bokser uit Tunesië, gehuwd en vader van drie kinderen. Het wordt het grote liefdesavontuur dat in 1949 de “Hymne à l’amour” oplevert. Datzelfde jaar vliegt Cerdan naar Amerika waar Piaf rondtoert maar hij komt er nooit aan; het toestel van Air France vliegt op de Azoren tegen een berg aan. Na de dood van Cerdan werd Edith onrustig en onevenwichtig, begaf zich aan de drank (waar zij niet tegen kon), aan drugs en aan buitensporige uitgaven. Later slaagde zij er wel in die demonen te overwinnen ook al omdat zij verliefd werd op Eddie Constantine
met wie zij de eerste Franse musical “La p’tite Lilli” creëerde. Toen Constantine overstapte naar de film als acteur was het uit met Piaf die echter spoedig een nieuwe vriend had en nog een, en nog een… tot zij in 1952 in New York trouwt met charmezanger Jacques Pills. De houdbaarheid van haar mannen was gemiddeld twee jaar; met Pills brak zij met vier en een half jaar het record. Tijdens het optreden krijgt Piaf nu af en toe flauwtes maar dat belette haar niet verliefd te worden op de in Egypte geboren Georges Moustaki die voor haar in 1958 “Milord” schreef. In 1959 maakte het paar het in Amerika uit. De zangeres moet een aalvleesklieroperatie ondergaan en keerde pas in oktober 1960 na vier maanden terug naar huis. Tijdens een bezoek speelt en zingt Charles Dumont haar “Non je ne regrette rien” voor en zij neemt het onmiddellijk aan, brengt het plaat uit en zorgt voor een snel succes. Toen Piaf 46 jaar werd was zij een oude vrouw. De tijd van de minnaars was voorbij… tot aan de kennismaking in 1962 met de 25jarige Griekse kapper Theophanis Lamboukas. Die kwam in het ziekenhuis haar kapsel doen…en haar ten huwelijk vragen. Edith meende dat hij maar zanger moest worden, studeert met hem “A quoi ça sert l’amour?” in en geeft hem de artiestennaam Theo Sarapo. Theo’s optreden in het voorprogramma van Edith wordt een flop maar Piaf geeft niet op. In oktober trouwen de twee, Edith wordt weer ziek en gaat rusten in een villa in Plascassier. Op 10 oktober 1963 in de vroege nachtelijke uren sterft zij er. Een ster als Edith Piaf kon niet in Plascassier gestorven zijn; dat moest in Parijs gebeurd zijn. Nog dezelfde nacht brengt een ambulance het lijk van Edith naar de boulevard Lannes in Parijs en wordt het stoffelijk overschot daar op een bed gelegd. Pas dan worden de persbureaus gebeld: “Edith Piaf was hedenmorgen vroeg, 11 oktober op 47-jarige leeftijd in haar woning te Parijs overleden”. De gedenksteen aan de Boulevard Lannes is dus ook al niet betrouwbaar. Wanneer het stoffelijk overschot van Edith naar het kerkhof van Père Lachaise wordt gereden, staan zeker 400.000 Parijzenaars langs de weg, hangen uit de ramen, spelen op een accordeon haar schlagers, applaudisseerden of lieten hun tranen de vrije loop. De weduwnaar aanvaardde de nalatenschap en… betaalde nog jaren aan de schulden teneinde een openbare verkoop van haar eigendommen te voorkomen… “Edith Piaf” van Wim Zaal brengt het echte verhaal van een van de laatste “grote” Franse zangeressen (na haar kwamen Elvis, Hahahaliday enz.) waardoor een pak leugens en legenden uit de wereld worden geholpen. Het boek telt 160 pagina’s en één pagina literatuur en werd in 2013 uitgegeven door Uitgeverij Aspekt in het Nederlandse Soesterberg. Frans MAES
‘Waar de smaak en de kleur hand in hand gaan’! Voor wie aan een bescheiden prijs degelijk Italiaans wil eten, is ‘Artipasta Restogalerie’ aan het gezellige Vrijheidsplein te Brussel zeker aan te raden. Er zijn heel wat Italiaanse restaurants in de parlementswijk, maar qua originaliteit is Artipasto zeker één van de betere. Geen sterrenkeuken, dat niet, wel degelijke goed klaargemaakte en smaakvolle gerechten. Het restaurant is alle weekdagen open van 11u tot 15u en ook vanaf 18u, wanneer er activiteiten in het Koninklijk Circus plaatsvinden. Men zit nooit alleen in Artipasta, meer zelfs, het zit altijd stampvol. De democratische prijzen zullen daar voor veel tussen zitten. Het succes van het restaurant zorgt er wel voor dat men er nogal ‘benepen’ bij zit en het er ook vrij rumoerig is, wat voor sommigen als gezellig kan ervaren worden, voor anderen dan weer storend!
De gemiddelde prijs voor een hoofdschotel bedraagt ongeveer ! 12,50 en met honger van tafel gaan zit er zeker niet in. Voor een ‘Saltimbocca alla Romana’, een pastagerecht met kip, een karaf (4 glazen) rode wijn, een fles bruisend bronwater San Benedetto (1/2 liter) en twee espresso’s betaalden we ! 49,00. In Artipasta kan men ook terecht voor een uitgebreid en gevarieerd buffet aan ! 12 (! 15 met vleesgerechten), salades, pasta’s en desserten, alles ter plaatse te gebruiken of om mee te nemen. De pastagerechten zijn in alle kleuren en vormen verkrijgbaar. Al die kleuren treft men ook op de muren aan. Er is immers een permanente tentoonstelling van afwisselende jonge (en minder jonge) kunstenaars, van wie alle tentoongestelde schilderijen te koop zijn. Het is eigenlijk de uitgelezen plek om een kleinigheid te nuttigen na (of voor) een concert of voorstelling in het Koninklijk Circus. Men zal u niet scheef bekijken wanneer u slechts één schotel bestelt. Enfin, een pretentieloos, maar degelijk restaurantje, waar uw portefeuille wel bij vaart. RVW! Keuken: Prijs/kwaliteit Kader: Comfort: Bediening: Nederlands:
MMMMMMMMMM MMMMMMMMMM MMMMMMMMMM MMMMMMMMMM MMMMMMMMMM MMMMMMMMMM
!""!#$%&%'$($%()**#( !""#$#%&'(#)*+$,--,(+'.'%+$.'+$/#01'2#%&3$/#)*+$"-$/''4$ 5'2'&'%$,,%$1'$6''1#07$+'$8"3+'%1'$9!,(#,7'(7':$ ;'($<''7$9=$>?@:4$.#1<''7$9=$A@@:$"B$<''7'%1$9=A@@:$ C%2#)*+#%&'%D$@EFFGHHIE@I?A$
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 39
HET GOEDE LEVEN
‘De buik van Parijs”, Rungis (en Les Halles)! ! Gelukkig heeft Georges Eugéne Hausmann het niet moeten meemaken dat zijn Parijse Hallen eind de jaren zestig van vorige eeuw werden afgebroken. Hausmann verwierf ook bekendheid voor wat de Parijzenaars ‘Les Grands Boulevards’ noemen.! Hausmann liet die lanen als een ster aanleggen met de ‘Arc de Triomphe’ op de ‘Place de l’Etoile’ als middelpunt. Het bezige bijtje, dat Hausmann was, ontwierp ook ‘le Bois de Boulogne’, verbeterde de tuinen van ‘le Palais du Luxembourg en was tussendoor ook nog prefect en senator. Zoals zo vaak - ook Brussel weet daarover mee te spreken - werden voor die megalomane projecten talrijke volkswijken met de grond gelijk gemaakt. Maar bon, terug naar Les Halles.! ‘Onze Georges’ liet tussen 1854 en 1866 tien overdekte markthallen bouwen op de linkeroever van de Seine. Architect Victor Baltard stond in voor het ontwerpen van de gietijzeren boogconstructies met glazen daken. Les Halles waren een feit.! Sfeer, bedrijvigheid, werklust en humor waren altijd aanwezig in dat stukje Parijs met een rijke guitige geschiedenis, zodat zelfs toeristen afzakten naar die drukke voedingsmarkt. Bekende straat uit die tijd was bijvoorbeeld de Rue Saint-Denis met zijn cafeetjes en bistro’s, waar men van ver kwam voor een hete uiensoep, geserveerd met gegratineerde toast met kaas, een ei en een scheut Cognac. De film ‘Irma La Douce’ (1963), met Jack Lemmon en Shirley Maclaine in de hoofdrollen, werd in Les Halles opgenomen.!
catessen, bloemen en accessoires voor de voedingssector. Daarvoor zorgen 1.200 bedrijven met 12.000 personeelsleden die de dagelijkse 20.000 bezoekers verwelkomen en ten dienste zijn.!
Rungis staat voor ‘vers’
Maar succes heeft altijd een keerzijde. Eind de jaren ’60 van vorige eeuw, toen de drukke Parijse binnenstad – waar Les Halles gevestigd waren - de groeiende stroom vrachtwagens niet meer kon verwerken, ging het prachtige bouwwerk - oh gruwel - zonder pardon tegen de vlakte. De urbanistische barbaren hadden toegeslagen, wijlen de heren Charly De Pauw en VDB, konden er nog van leren. Tegenwoordig is op de plaats van Les Halles een nietszeggend, karakterloos, grotendeels ondergronds modern winkelcentrum gebouwd, Forum des Halles, met de bekende Mc Do, Zara’s, HM’s en tutti quanti. Origineel is anders!! Maar goed, gedane zaken nemen geen keer en alle vroegmarktactiviteiten van Les Halles verhuisden naar Rungis. Eerlijkheidshalve moeten we eraan toevoegen dat de hygiëne in de Hallen niet meer aan de normen voldeed.! Rungis Zo’n 6 kilometer ten zuiden van de Lichtstad ligt Rungis, de grootste versmarkt van Europa en zonder twijfel van de wereld. De opbouw van het complex nam zes jaar in beslag en opende in 1969. De bevolking van Rungis een stadje in het departement Val-de-Marne (94) - verdubbelde sinds het ontstaan van het voedingscomplex van 2686 naar 6500 inwoners.! Het is niet niks, de bedrijvigheid in Rungis. Op een oppervlakte van in totaal 232 hectare uitbreiding is nog voorzien - wordt jaarlijks 1,5 miljoen ton voeding verhandeld. Alles is er verkrijgbaar: vlees, vis en schaaldieren, groenten en fruit, zuivel, alle mogelijke deli-
Hausmann
40 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
De jaarlijkse omzet van Rungis ligt rond de ! 8,2 miljard. De versmarkt van Rungis zorgt ervoor dat maar liefst 18 miljoen Europese consumenten vanuit de hallen van verse voedingsproducten worden voorzien. Eén vijfde van onze zuiderburen laat zich bevoorraden uit Rungis, de rest gaat naar alle delen van de wereld, zelfs per luchtvracht. Elke nacht bezoeken restaurateurs en topchefs uit verschillende Europese landen de hallen in de Marnevallei. Dagelijks komen er twee treinen met groenten en fruit aan in Rungis, en zorgen 30 vliegtuigen (vertrekkend van Roissy) dat de delicatessen en producten alle delen van de wereld bereiken. De oesters, ganzenlevers (of wat dan ook), vandaag besteld, liggen morgen op een bord in Singapore, Dubai of Aalbeke. ! Wat alle producten van Rungis met elkaar gemeen hebben is, behalve hun versheid, het hoge kwaliteitsniveau. Klasse B-producten zijn op de Rungis markt niet te bespeuren, alleen het beste is goed genoeg. Alle vrouwen en mannen, van arbeider tot PDG, beschouwen dat als hun plicht, hun fierheid. De groente- en fruithandel op Rungis start ’s ochtends om 5 à 6 uur en loopt om 11 uur ten einde. De prijzen van de goederen kunnen gedurende die korte periode sterk variëren,
zo’n beetje zoals op de beurs. Voorbeeld: abrikozen die om 5 uur nog ! 1 per kilo kosten, kunnen rond 11 uur voor ! 0,40 verkregen worden. Deze goederen gaan dan vooral naar winkeliers uit de volkse wijken van Parijs. Het groente- en fruitaanbod op de groothandelsmarkt is grotendeels van Franse origine, de meer ‘noordelijke’ groenten (spruiten, kolen) komen vaak van onze commerciële Nederlandse buren. Eén van de bekendste groenteboeren van Rungis, Cohen, in een vorig leven nog filmacteur naast Michel Simon en architect, beschikt over een gamma van maar liefst 4000 soorten groenten- en fruit. Hij is onder andere leverancier van het befaamde George V, luxe hotel-restaurant in het 8ste arrondissement en van ‘La Présidence de la République’.! Ook de vishandel is diep in de nacht al in volle gang, met zowel zout- als zoetwatervis afkomstig uit alle werelddelen. Men kan er kiezen uit 2000 soorten vis en zeevruchten. De vissector van Rungis, en dat is uniek in de wereld, beschikt zelfs over een eigen ‘Lycée’ waar jongeren de ‘stiel’ kunnen aanleren. Zij die slagen, krijgen dan hun ‘Bac pro poissonnier-écailler-traiteur’.! Vanwege de strenge hygiënevoorschriften met betrekking tot vlees en organen zijn de diverse bedrijfjes die deze producten verhandelen, gehuisvest in een eigen eenheid. Het is een streling voor het oog hoe de ‘mannen’ van de orgaanafdeling een kalfskop volledig ontbenen, opkuisen en verkoopsklaar maken in een tijdspanne van 2 minuten, geen mens doet het hen na! Bovendien is er geen dierlijk stuk, wat men niet in Rungis kan vinden. De verhandelde
runderen zijn uitgestald met naam van kweker, slachthuis en foto van het dier! Michel, de specialist van ganzenlever - eendenlever is van mindere kwaliteit - verkoopt elke nacht zo’n 60 à 70 kilo van zijn producten. Geen adertje, zenuw of oneffenheid, of hij gaat onverbiddelijk de terrine in. Een lever die niet terugkomt (revient) wanneer men hem lichtjes indrukt, is hetzelfde lot beschoren. Alleen de egale, ivoorkleurige, exemplaren komen in aanmerking. Die levers komen dan ook van uitzonderlijke kwekers uit de Landes, ook de prijzen zijn iets uitzonderlijker.! Le Delas, een delicatessenzaak, is 24/24 geopend, van maandag 04uur tot zaterdag 09 uur. Alleen de beste en uitzonderlijke producten gaan er over de toonbank. Wekelijks wordt er aangeschoven om nieuwe producten voor te stellen, weinigen komen echter in aanmerking. Het loont de moeite het uitgebreid gamma te bekijken: http://www.ledelas.fr! Naast groenten en fruit, vis en vlees worden in de hallen bovendien ook kaas, zuivelproducten, kruiden, bloemen en beroepskledij verhandeld.! Horeca!
gezwind over de toog!! In een andere bistro worden er elke nacht 2000 espresso’s verkocht, wellicht een wereldrecord waarvan vele horeca-uitbaters alleen maar kunnen dromen. Ze werken hard, de mensen van Rungis, maar ze leven goed, en dat kunnen wij, aanhangers van het 'Goede Leven’, alleen maar toejuichen.! Mede door de vele kook- en eetprogramma’s - weinig goede overigens - is gastronomie een hype geworden. Dat is ook enkele gladde jongens uit de toerismesector niet ontgaan. Momenteel worden er reizen naar Rungis georganiseerd. Deze worden gegidst in het Frans, Engels, Duits, Spaans, Nederlands, Noors, Hebreeuws en Italiaans. Het bezoek: transfer van Parijs naar Rungis, het vervoer in het complex, de gids, ingangsticket, verzekeringen, hygiënisch pak en een ontbijt ‘Rungis’ (! 80,00). Pas donné, zo zouden we zeggen, het mag dan al een uitgebreid ontbijt zijn.! Het recept voor een goede uiensoep willen we u nog meegegeven.! Smakelijk! Roeland VAN WALLEGHEM!
Om hen het leven wat aangenamer te maken werden er binnen het complex een 40-tal horecazaken geïnstalleerd. In één van die restaurants, Le Saint-Hubert – met de bijnaam ‘La Maison Blanche’ (verwijzende naar de witte kielen van de vleessector en een knipoog naar Washington) - ziet men ‘s morgens vroeg al stoere bonken die zich aan een kalfstong, een andouillette, kalfskop of een entrecote van 500gr tegoed doen. Men moet het zien om te geloven, vreemde taferelen die vegetariërs en veganisten waarschijnlijk doen kokhalzen. Ook de flessen witte wijn gaan er President Hollande lust ook wel een brokje vlees
Gegratineerde uiensoep ‘Les Halles’! Ingredienten voor 8 personen! 1,5 kg uien, 1,5 liter stevige vlees- of kipbouillon, 50cl droge witte wijn, 200gr hoeveboter, 2 sl arachideolie, 8 eieren, 500gr gemalen gruyèrekaas, geroosterd stokbrood, cognac, twee teentjes look en peper&zout.! Snij de uien in fijne ringen en laat ze gedurende 45 kleuren en compoteren in de boter en olie. Voeg de wijn toe en laat een kwartier sudderen. Doe er de bouillon bij en laat nog 15 min doorkoken. Rooster het stokbrood en wrijf het in met teentje look. Doe de soep in een boltas, doe er een scheutje cognac bij en ten slotte een rauw ei. Leg de toast, met een volle greep gemalen kaas, er bovenop en gratineer in de oven. Ideaal tegen een kater, of beter, om een kater te vermijden!!
in een restaurant wordt getoond hoe smaakvol geserveerd wordt
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 41
De postbode belt altijd 2 keer !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!"
Dit “geheugen-falen” weerspiegelt een bepaalde Franstalige ingesteldheid t.o.v. de rol van Brussel, inzonderheid diens functie in de institutionele toekomst van België. Franstalig Brussel én België vertrekken niet meer van de verbindende rol van Brussel als federale hoofdstad, maar wel als een Brussel dat dient geïntegreerd in WalloBrux, zoals door de Franstalige partijvoorzitters gesteld werd in het Sainte-Emilie-akkoord.
Groote Oorlog Je moet geen pacifist zijn om gedegouteerd te zijn door de publiciteit van Randstad na “In Vlaamse Velden”: “Om alles weer op te bouwen, zoekt Randstad de geschikte projectingenieur”. Wat voor onbenullen maken zo’n reclame, en wat voor volstrekte idioten bij Randstad laten dat door en betalen daar ook nog eens voor? Na een bier dat paginagrote advertenties plaatst en gedurende het opdrinken van de fles even stilte vraagt “uit respect” voor de gesneuvelden, nu dit. Als we op die manier de Groote Oorlog herdenken, dan zit er echt meer dan één schroef los. Onnozelaars ! Word ik echt kwaad van. Wilfried Vandaele, Vlaams parlementslid en gemeenschapssenator Sainte Emilie In “Les enjeux des élections de 2014 pour Bruxelles” pas uitgege-
Sainte Emilie
ven door het CRISP wordt wél aandacht besteed aan de internationale rol van Brussel, maar wordt volledig voorbijgegaan aan de grondwettelijke tweetaligheid en de grondwettelijke hoofdstedelijkheid van het Brussels Gewest.
Dit mentale proces werd reeds ingezet in 1963 waar voorgenomen werd de taalwetgeving in Brussel nooit correct toe te passen, wat vandaag resulteert in een Brusselse burger die tweetalig moet zijn terwijl de gemeentelijke ambtenaar, ocmw-verpleegster, politieagent e.a. het mogen houden bij de eentaligheid. Trouwens typerend dat de Brusselse taalwetgeving geboycot wordt, maar dat diezelfde Franstaligen een krachtige toepassing van de federale taalwetgeving eisen omwille van een overtal aan Vlaamse generaals. Over het overtal aan honderden Franstalige soldaten
moet dan wel zedig gezwegen worden. Het Belgisch model was gebaseerd op de gelijkheid van de gemeenschappen zowel in Brussel als in België. Franstalig België verlaat dit model. De Brusselse Vlaming/Vlaamse Brusselaar kan maar hopen dat er voor 25 mei niets meer getransfereerd wordt naar de regionale bicommunautaire instellingen. Dit zou een institutionele zelfmoord kunnen worden. De kwade trouw die het SainteEmilie-mandement uitstraalt, moet nu maar als argument gebruikt worden om niet meer te bewegen tot na de moeder van alle verkiezingen. Voor wanneer een gemeenschappelijk project van de Vlaamse partijvoorzitters als tegengewicht voor la Sainte-Emilie ? Guido Ghekiere, Brussel.
! !
!""#$%&'()%'*+,(&(+#--+(&*,(%.("")(/#&)01( 2.(3%)'-+(45(6"/#&-#*7($-)-6(88(&(59(
:%%;,(<-)'%==">"( %$"#(1",(#"6"#")'&=(*)(
?@A2BCDEF( G)(1",(<>--=;(A&*;7(F#&H."#;;,#--,(49(,"(8999(I#&;;">J( <%%#-6(*);01#*K$")()%%'3-H">*KHJ( !
42 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
!"#$%&$'()*+&,)-,#..&/0) 1-,#..&/)%2)3/''2$&,&24)3/''2$&,&2)%2)-,#..&/1) 5'"&,$'()67)8&9,#',%):;6<)*=)>#?;) 3,%@&)A2%+&,.%"&%")-,#..&/)B3A-)C)/*D''/)E4;4;FGH)I/&%2/''2):)C)6;7;)-,#..&/) Het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) en het Vlaams Komitee Brussel (VKB) nodigen u graag uit tot het bijwonen van een studiedag over Brussel op zaterdag 15 februari e.k. vanaf 9u30. Plaats: Vrije Universiteit Brussel (VUB - Lokaal D.0.07), Pleinlaan 2 - 1050 Brussel U kan ter plaatse een broodjeslunch gebruiken.* We vragen een bescheiden bijdrage in de onkosten: 15 ! over te schrijven op rekening IBAN: BE67 4366 2021 1187 van Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen of eventueel ter plaatse te betalen. Graag vooraf inschrijven via
[email protected] of op het adres Passendalestraat 1 A, 2600 Berchem. De Campus van de VUB te Etterbeek is zowel met de wagen als met het openbaar vervoer gemakkelijk bereikbaar. Op www.vub.be vindt u zowel een plattegrond als verwijzingen naar trein, tram, autobus en metro. Het treinstation Etterbeek ligt naast de campus.
Programma 9u30: onthaal 10u00: welkomstwoord Referaten in plenaire zitting: * Taal, taalrechten, taalwetgeving door Frank Judo Brussel in relatie met Vlaanderen. De samenwerkingsakkoorden tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaamse Gewest door Jan Van Doren * Nederlandstalig onderwijs door Bernard Daelemans * Demografie en diversiteit door Hans Vandecandelaere Lunchpauze van 12u00 tot 13u00 Namiddagsessie in werkgroepen Iedere deelnemer kan aan twee werkgroepen deelnemen. * Taal, taalrechten, taalwetgeving o.l.v. Joost Rampelberg * Brussel in relatie met Vlaanderen o.l.v. Edwin Truyens * Nederlandstalig onderwijs o.l.v. Bernard Daelemans - inleiding door Karlien Tiebout * Demografie en diversiteit: o.l.v. Jef Cassimons m.m.v. Brussels Onthaalbureau voor Inburgering (BON) Nadien brengen de voorzitters van de werkgroepen plenair verslag uit en formuleren conclusies. * Slotttoespraak door voorzitter Robrecht Vermeulen
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 43