Beknopt marktoverzicht voor biologisch inheems fruit in Vlaanderen en Europa
Paul Verbeke BioForum Vlaanderen Oktober 2011
Met steun van de Vlaamse Overheid
Inhoudstafel Inhoudstafel....................................................................................................................1 Voorwoord .....................................................................................................................2 1. Algemene kenmerken van de biomarkt .....................................................................3 1.1. Internationale markt ........................................................................................3 1.2. Cyclische markt ..............................................................................................3 1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag ..........................................................3 1.3. Kleine markt....................................................................................................3 2. De biomarkt in België en Europa...............................................................................4 2.1. Algemeen ........................................................................................................4 2.2. België ..............................................................................................................5 2.3. Duitsland .........................................................................................................5 2.4. Verenigd Koninkrijk .......................................................................................5 2.5. Frankrijk..........................................................................................................6 2.6. Denemarken ....................................................................................................7 2.7. Nederland........................................................................................................7 2.8. Italië ................................................................................................................7 3. Internationale markt voor biologische appel en peer.................................................8 3.1. Productie in Europa.............................................................................................8 3.1.1. Europese uitwisseling van marktinformatie.................................................8 3.1.2. Algemene cijfers ..........................................................................................9 3.1.3. Duitsland ....................................................................................................10 3.1.4. Frankrijk.....................................................................................................10 3.1.5. Nederland...................................................................................................10 3.1.6. Italië ...........................................................................................................11 3.1.7. Polen ..........................................................................................................11 3.1.8. Zwitserland ................................................................................................12 3.1.9. Oostenrijk...................................................................................................12 3.2. Productie in het zuidelijk halfrond en de USA .................................................12 4. Belgische markt voor biologisch fruit......................................................................12 4.1. Productie in Vlaanderen en België ...................................................................12 4.2. Industriële verwerking van biologisch fruit in België ......................................14 4.3. Vraag naar biologisch fruit in België................................................................14 5. Afzetkanalen ............................................................................................................18 6. Prijsvorming.............................................................................................................20 7. Marktkansen.............................................................................................................23 8. Omschakelingsfruit ..................................................................................................23 9. Aardbeien en ander kleinfruit ..................................................................................24 10. Belangrijke adressen ..............................................................................................25 11. Bronnen..................................................................................................................27
1
Voorwoord Biologisch geproduceerd voedsel wint wereldwijd steeds meer aan belangstelling. De vraag naar biologische fruit is de voorbije jaren wereldwijd sterk toegenomen. In die mate zelfs dat er een toenemend tekort is op de internationale markt. Toch zijn slechts weinig tuinbouwers of fruittelers geneigd om te schakelen naar de biologische teelt. Hoe liggen de kansen voor de fruitteelt om op deze trend in te spelen? Welke mogelijkheden biedt de markt voor biologische fruitteelt en welke knelpunten moeten opgelost worden? Dit verslag biedt een antwoord op deze vragen vanuit het perspectief van de Belgische fruitteler. We gaan dan ook enkel in op inheemse fruitsoorten. Het rapport wil de markt voor biologische fruitteelt transparanter maken voor alle belanghebbenden. We hopen op deze wijze een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van deze sector.
Paul Verbeke Verantwoordelijke ketenontwikkeling BioForum Vlaanderen
2
1. Algemene kenmerken van de biomarkt 1.1. Internationale markt De markt voor biologische producten is een internationale markt. Wat op de Vlaamse of Belgische markt gebeurt, wordt rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloed door de markttendensen in de ons omringende landen. Onze inlandse biomarkt is vele malen kleiner dan in die landen en ondergaat zeer sterk de marktschommelingen in landen met een grotere biologische markt. Het is wel zo dat sommige marktdeelnemers een principiële voorkeur geven aan Belgische producten voor zover deze marktconform worden aangeboden.
1.2. Cyclische markt Een tweede belangrijk kenmerk van de biomarkt is dat deze zéér cyclisch is. De meeste landbouwgerelateerde markten kennen een zogenaamde “aardappelcyclus”. Perioden van aanbodkrapte en hoge prijzen wisselen af met perioden met productoverschotten en lage prijzen.
1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag In de biomarkt wordt deze zogenaamde “aardappelcyclus” versterkt door de wachtperiode die omschakelende boeren moeten respecteren vooraleer ze hun producten op de biomarkt kunnen verkopen. Deze omschakelperiode bedraagt 3 jaar voor meerjarige gewassen (de meeste fruitsoorten). Door deze relatief lange omschakelperiode is het behoorlijk moeilijk om soepel in te spelen op wijzigende marktomstandigheden. Bovendien wordt in de praktijk de omschakelperiode verlengd door de tijd die de landbouwondernemer nodig heeft om informatie in te winnen en beslissingen te nemen.
1.3. Kleine markt Ondanks de zeer goede groeicijfers van de voorbije jaren is de biomarkt nog steeds zeer klein in verhouding tot de reguliere markt. Hierdoor is het evenwicht tussen vraag en aanbod zeer broos. Het toetreden tot de markt van één grote producent kan tijdelijk een overaanbod veroorzaken. Ook het omgekeerde is mogelijk.
3
2. De biomarkt in België en Europa 2.1. Algemeen De markt voor biologische producten in de EU wordt op 18,4 miljard Euro geschat (2009), zijnde een groei van +2,7% in verhouding tot 2008. In 2008 groeide de markt in de meeste landen verder, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Uit onderstaande tabel leiden we af dat Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de grootste biomarkten zijn in Europa. Vooral Frankrijk doet een zeer sterke inhaalbeweging, terwijl het Verenigd Koninkrijk omzet verliest. Opvallend zijn ook de zeer sterke groeicijfers.
In algemene termen kende de biologische sector een sterke groei in de periode 1993 tot 2001. Door de steeds toenemende vraag naar bioproducten begon ook het aanbod aan biologische voedingsmiddelen steeds verder te groeien. De voedselcrisissen rond de millenniumwissel zorgden zelfs voor een ongekende toename van de vraag naar biologische producten. Deze sterke groei zorgde uiteindelijk in 2001 voor een oververhitting van de markt. Einde 2001 werd een evenwicht tussen vraag en aanbod bereikt. Omdat het aanbod aan bioproducten sneller toenam dan de vraag kwam zelfs gauw een overschot aan producten. Vrij snel nam ook de motivatie voor reguliere telers om om te schakelen af. Gelukkig bleef de vraag wel steeds verder stijgen en na de noodzakelijke herstructureringen begon de nationale en internationale markt voor biologische zuivel medio 2005 weer aan te trekken. Van begin 2006 tot einde 2008 kende de biologische markt opnieuw een periode van een relatief tekort aan producten en een goede prijsvorming. In 2009 kende de internationale biomarkt een eerder beperkte groei. In het licht van de wereldwijde krediet- en economische crisis in het najaar 2008 en 2009, en in vergelijking tot de gangbare voedinsgsector, is dit een behoorlijk resultaat. In 2010 en 2011 stellen we vast dat de biomarkt verder groeit in de meeste EU-landen. Vooral Frankrijk en Duitsland zijn de locomotieven van de Europese biomarkt geworden. Het Verenigd Koninkrijk doet het niet goed en verliest marktaandeel.
4
2.2. België De particuliere bestedingen van biologische producten in België, opgemeten door GfK Panelservices Benelux in opdracht van VLAM, bedroeg in 2010 421 miljoen euro of +20% ten opzichte van 2009. Deze bestedingsstijging wordt verklaard door een organische groei van zowel het aantal biokopers, het besteedde berag per gezin als de aankoopfrequentie. 89,6% van de Belgische gezinnen kocht in 2010 wel eens een bioproduct. 18% van de gezinnen zijn frequent biokopers die instaan voor 78% van alle biobestedingen. De meeste biokopers vinden we in de groenterayon. De groentecategorie wist, zoals alle andere biocategorieën, ook in 2010 meer kopers aan te trekken. Het absolute aantal kopers steeg in deze categorie van 50 naar 58 op 100. De groei was het sterkst bij de welgestelde gezinnen met kinderen. De gezinnen met kinderen en gepensioneerden met een beperkt inkomen schroefden vorig jaar echter hun biobestedingen terug. Het marktaandeel van bio (selectie van vooral versproducten voor VLAM) steeg van 1,5% in 2009 naar 1,8%* vorig jaar. Het marktaandeel van biozuivel ligt met 1,7% rond het gemiddelde. Het grootste marktaandeel hebben de biologische vleesvervangers (21%). Het kleinste marktaandeel hebben de biovleeswaren (0,6%) maar dit aandeel is wel stijgend. De plantaardige bioproducten met de biogroenten (4,8% marktaandeel) op kop blijven het zeer goed doen. Biologische producten zijn gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten. Het grootste verschil is er bij bio-eieren en braadkip (+75%) en het kleinste bij biogroenteburgers (+2%). Het aandeel van ‘speciaalzaak, natuurvoedingswinkel en overige’ groeide de voorbij jaren maar lijkt nu te stabiliseren op bijna 31%. De klassieke supermarkt (DIS 1) blijft het grootste kanaal met 45,8% maar verliest wel de laatste twee jaar wat marktaandeel aan hard discount.
2.3. Duitsland Algemeen kende de Duitse biosector een gemiddelde omzetstijging van 10% per jaar in de periode 2000-2008. In 2010 nam de omzet van biologische levensmiddelen verder toe tot 2% tot een bedrag van ca. 5,9 miljard Euro.Vooral het natuurvoedingskanaal kende een bovengemiddelde groei van 8%, terwijl het supermarktkanaal slechts een licht positieve groei kende. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het versmallen van het bio-assortiment bij een aantal supermarkten.
2.4. Verenigd Koninkrijk Het Verenigd Koninkrijk is lange tijd, samen met Duitsland, de motor geweest van de biomarkt in Europa. Sedert de financiële crisis in 2008 merken we echter een stilstand van de markt in het V.K. gevolgd door een achteruitgang vanaf 2009. Dit wordt treffend geïllustreerd in onderstaande grafiek.
5
Grafiek: omzet van biologische producten in de belangrijkste EU-markten Bron: Omsco – UK In 2010 zakte de bio-omzet in het V.K. verder weg tot 1,94 miljard Euro (-5,9% tov 2009). Informele bronnen wijzen er op dat ook in 2011 dezelfde tendens wordt aangehouden. De oorzaak voor deze achteruitgang kan ongetwijfeld toegeschreven worden aan de financiële en economische crisis van 2008 en 2009 die uitermate hard toesloeg in het Verenigd Koninkrijk met een daling van het BNP en een stijgende werkloosheid als gevolg. In dezelfde periode gingen ook de supermarkten elkaar meer beconcurreren op prijs wat er toe geleid heeft dat de opname en doorstroom van bio achtergebleven is. Meer info: www.soilassociation.org
2.5. Frankrijk Frankrijk is de voorbije jaren ongetwijfeld dé motor van de Europese biomarkt geworden. De omzet van de Franse biologische voedingsmarkt was €3,38 miljard waard in 2010 (1,6 miljard in 2005 - €2,6 miljard in 2008) (Agence Bio 2011). Het marktaandeel in de totale voedingsmarkt bedraagt 2% (1,1% in 2005 – 1,7% in 2008). Tussen 1999 en 2005 nam de markt jaarlijks met gemiddeld 10% toe. Vanaf 2006 is zelfs een groeiversnelling opgetreden. Tussen 2008 en 2010 groeide de markt met 32%. Zeer opvallend is de toegenomen omschakeling van het landbouwareaal van +25% in 2010 t.o.v. 2009 (+36,4% in 2008 t.o.v. 2007). Het totale areaal onder biocontrole bedraagt 845.440ha (3,09% van het totale landbouwoppervlak), waarvan 273.626ha in omschakeling. Dit wordt gerealiseerd door +25% meer landbouwers (in vgl. met 2009). In de eerste jaarhelft van 2011 schakelden nog eens 1.990 landbouwers om, wat het totaal van bio gecontroleerde landbedrijven op 22.594 bracht eind juni 2011. Ook het aantal verwerkers nam sterk toe in de voorbije jaren: 7.427 bereiders (+32% in 2 jaar) en 2.819 distributeurs (+59% in 2 jaar) einde 2010. 6
Opmerkelijk is de overheidsdoelstelling om 20% van de aankopen van de openbare catering (ziekenhuizen, scholen, ...) te besteden aan biologische producten tegen 2012. Begin 2011 verklaarden 57% van de openbare en 32% van de private catering dat ze biologische producten aanbieden aan hun klanten. Gemiddeld 11% van het aankoopcijfer van deze restaurants wordt aan bio besteed. Toch blijft het totale aankoopbedrag van openbare catering beperkt tot 1,8% van de totale aankopen (130 miljoen Euro) Meer info: www.agencebio.org
2.6. Denemarken Denemarken is het land in Europa met de hoogste biologische consumptie per inwoner. Ongeveer 8% van de totale voedingsmiddelenmarkt is biologisch. In 2009 kwam dit overeen met 765 miljoen Euro omzet. Vooral verse producten domineren de biologische markt. 80% van de distributie verloopt via supermarkten. 7% van het landbouwareaal is biologisch. De overheid heeft als doelstelling om het bio-areaal te doen groeien tot 15% tegen 2020.
2.7. Nederland De consumptie van biologische voeding in Nederland is goed voor een omzet van 752 miljoen Euro. Dit is een groei van 13,1% in vergelijking met 2009. Daarmee heeft bio een groeiend marktaandeel van 1,7%. Voor versproducten bedraagt het marktaandeel 2,7%. De belangrijkste afzetkanalen zijn de supermarkten (45,3%) en de speciaalzaken (35,3%). Opvallend is het marktaandeel in de cateringsector (12,3%). Een belangrijke stimulans voor deze groei is ongetwijfeld de eis voor duurzaamheid als onderdeel van de aanbestedingscriteria van de overheid. Het areaal is in 2010 toegenomen met 3,9% tot 53.948ha. Dit is 2,9% van het totale landbouwoppervlak. Het aantal biologische landbouwbedrijven bedroeg 1.462 in 2010, een groei van 3,5%. Het totaal aantal landbouwbedrijven (gangbaar + bio) nam in 2010 met 0,9% af.
2.8. Italië De Italiaanse markt is in 2010 zo’n 11,6% in omzet gestegen in vergelijking met 2009. Dit brengt de totale omzet op 1.670 miljoen Euro. Italië is een belangrijk doorvoerland voor bioproducten uit Israël en Egypte naar andere EU-landen. Ook granen worden in belangrijke mate via Italïe verhandeld. Naast doorvoerland is Italië eveneens het land met het 2e grootste bio-areaal in de EU (na Spanje) en belangrijke producent van groenten en olijven. Meer info: www.sinab.it
7
3. Internationale markt voor biologische appel en peer 3.1. Productie in Europa 3.1.1. Europese uitwisseling van marktinformatie De Vakgroep Biologische Fruitteelt en de Belgische verkoopsorganisaties voor biologisch fruit nemen reeds meerdere jaren deel aan een Europees platform van biologische fruittelers en handelsbedrijven. Dit platform, Bio-ObstForum geheten, heeft als doelstellingen om de belangen van de biologische fruitteelt te verdedigen en informatie-uitwisseling tussen de leden te bevorderen. De leden van Bio-ObstForum komen een 3-tal maal per jaar bijeen en wisselen maandelijks informatie uit over oogstprognoses en voorraadgegevens. Dit laatste gebeurt met de actieve ondersteuning van het Duitse AMI (Agrarmarkt Informations Gesellschaft mbH). Op basis van deze informatie-uitwisseling kunnen individuele leden hun commerciële strategie uitstippelen. Onderstaande informatie is voornamelijk gebaseerd op de rapporten van Bio-ObstForum en AMI.
Bovenstaande grafiek geeft het areaal voor biologisch fruit in Europa in 2007. Er werden geen recentere cijfers gevonden. In dit areaal zijn alle fruitsoorten inbegrepen waaronder ook citrusvruchten en olijven. In het vervolg van dit document leggen we de nadruk op appel en peer, de belangrijkste biologische fruitteelten in Vlaanderen.
8
Bron: AMI
3.1.2. Algemene cijfers Appel De Europese oogst voor biologische appels werd in 2011 geschat op 123.677 Ton. De belangrijkste productiegebieden zijn Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Zuid-Tirol. Het klimaat in deze regio is zeer geschikt voor de biologische fruitteelt. Om beter aan de toenemende vraag beter te kunnen voldoen wordt ook in deze regio’s steeds meer geïnvesteerd in bewaring in zuurstofarme bewaarcellen. Op die manier tracht men het verkoopsseizoen te verlengen. Belangrijkste rassen op Europees niveau zijn Gala (16.040 Ton), Golden Delicious (13.894 Ton), Elstar (11.994 Ton) en Topaz (11.784 Ton). Van Jonagold en Jonagored, 2 belangrijke rassen in België, worden in Europees verband respectievelijk 8.509 Ton en 5.293 Ton geproduceerd. Peer De totale Europese productie van biologische peren was ongeveer 3.823 Ton in 2011 (3.200 Ton in 2007). België (650 Ton) is dus verhoudingsgewijs een belangrijke producent van biologische peren. De vraag ernaar is zo groot in verhouding tot de productie, dat de verkoop ervan weinig problemen oplevert.
9
Tabel: Oogsthoeveelheden in de belangrijkste productiegebieden van Europa* (in Ton) Appel Peer Omschakeling Bio Totaal Omschakeling Bio Totaal 2006 55.000 1.680 2007 14.500 60.500 75.000 285 2.900 3.185 2008 22.000 59.300 81.300 500 1.600 2.100 2009 9.640 85.033 94.673 685 3.138 3.823 2010 4.066 89.303 93.369 511 3.117 3.628 2011 7.814 115.863 123.677 641 4.406 5.047 * Europa: cijfers zijn beperkt tot Duitsland, Zuid-Tirol, Oostenrijk, Nederland, België, Zwitserland en West-Frankrijk. Bron: BioObstForum
3.1.3. Duitsland De belangrijkste Duitse regio’s voor biologische appelteelt bevinden zich in ZuidDuitsland rondom Stuttgart en aan het Bodenmeer, en in Noord-Duitsland in NederSaksen en in Noordrijn-Westfalen. In totaal werd in 2009 op 2.700 ha biologische appel geteeld. In 2011 werd 47.000 Ton appel geoogst, waarvan 5.400 Ton in omschakeling. Het belangsrijkste ras is Elstar (18%). De structuur van biologische fruitbebedrijven is zeer divers: er zijn zowel veel kleine bedrijven (vaak in bijberoep) van niet meer dan enkele hectaren, als veel grote bedrijven van meer dan 10ha. De gemiddelde bedrijfsomvang is groter in de regio van het Bodenmeer en vooral in Noordwest Duitsland (20ha). Het in Duitsland geproduceerde biologische fruit is hoofdzakelijk voor de thuismarkt bestemd. Daarnaast wordt ook ingevoerd uit Nederland, Zuid-Tirol en het zuidelijk halfrond. Appel maakt 24% uit van de biologische fruitomzet in Duitsland, gevolgd door bananen en appelsienen met resp. 16,9% en 11,3%.
3.1.4. Frankrijk In Frankrijk werd in 2010 op 18.741 ha biologisch fruit geteeld. Dit is een toename van 43% (!) in vergelijking met 2009. Het komt overeen met 9,6% van het totale fruitareaal in Frankrijk. 8.675 ha van de 18.741 ha wordt in omschakeling beteeld. 20% zijn appelen (9% voor cider en sap, 9% voor divers gebruik en 2% voor tafelconsumptie), 16% van het oppervlak zijn olijven, 17% noten en 13% kastanje. Door de sterk toegenomen productie lijkt het er op dat biologische groenten fruit in de nabije toekomst steeds meer inheems zullen worden aangevoerd.
3.1.5. Nederland De omzet voor biologisch fruit in Nederland bedroeg € 26,6 miljoen in 2010 (+11,8% tov 2009). 58,6% wordt verkocht via de grootdistributie en 25,1% via de natuurvoedingswinkels.
10
In totaal werd in 2011 6.253 Ton geoogst. Elstar is veruit het belangrijkste ras (45%). Naast afzet in eigen land, wordt ook veel geëxporteerd naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië.
Areaal biologisch fruit (ha) 2007 2008 2009 Appels 248 261 244 Peren 93 104 94 Zacht fruit (frambozen, bessen, bramen en druiven) 80 83 114 Steenfruit en pitvruchten (kersen en pruimen) 14 14 8 Overig fruit 40 84 84 Totaal fruit 474 546 544 Bron: Stichting Skal, bewerking LEI, onderdeel van Wageningen UR, 2011
2010 250 103 120 8 100 581
Het vochtige klimaat veroorzaakt een hoge druk aan schimmelziektes. Vooral schurft en vruchtboomkanker vormen hier een probleem. Hierdoor blijven productiehoeveelheid en kwaliteit achter in vergelijking met andere teeltgebieden. Prisma is een belangrijke coöperatieve vereniging van biologische fruittelers in Nederland. Daarnaast is ook Smilefruit een belangrijke groepering van biodynamische fruittelers uit Flevoland. BioFruit is een samenwerkingsverband van 6 biologische fruittelers uit de regio Gelderland, Brabant, Utrecht en Limburg. Zij zijn in 1998 gaan samenwerken om tot de noodzakelijke professionalisering en afzetbundeling te komen die nodig is om aan supermarkten te kunnen verkopen.
3.1.6. Italië Het Italiaanse Zuid-Tirol is het belangrijkste gebied in Europa voor de productie van biologische appels. Het klimaat in deze regio is zeer geschikt voor de biologische fruitteelt. In de hoger gelegen delen is het klimaat droger en komt minder schurft voor, maar is er meer schade door insecten en meeldauw. In de dalen kan schurft succesvol worden bestreden. In 2011 bedroeg de productie 50.356 Ton waarvan slechts 8 Ton in omschakeling. De belangrijkste rassen zijn Golden Delicious (24%) en Gala (22%). De meeste bedrijven zijn slechts 3 tot 4 ha groot en worden naast een andere bedrijfstak gevoerd. De extreem hoge grondprijs belemmert een verbetering van de bedrijfsstructuur. De afzetketen voor fruit is goed georganiseerd en gericht op uitvoer naar Duitsland, Scandinavië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Om aan de toenemende vraag beter te kunnen voldoen wordt ook in deze regio’s steeds meer geïnvesteerd in bewaring in zuurstofarme bewaarcellen. Op die manier tracht men het verkoopsseizoen te verlengen.
3.1.7. Polen Polen heeft het tweede grootste areaal aan biologisch fruit in Europa (48.500 ha in 2008). Een groot deel ervan gaat echter over zeer extensieve fruitteelt dat biologische beheerd wordt omwille van subsidies. Verder zijn er belangrijke oppervlakten walnoten, aardbeien en frambozen. Een belangrijk aandeel van het geproduceerde
11
fruit is bestemd voor industriële verwerking (o.a. diepvries en sapproductie). De productie van consumptiefruit is beperkt maar zou in de toekomst belangrijker kunnen worden. Gedetailleerde cijfers zijn ons niet gekend.
3.1.8. Zwitserland De productie van biologische appels in Zwitserland wordt op 2.900 Ton geschat voor 2011. Voor peren gaat het om 200 Ton. De oogst van 2011 was kleiner dan gemiddeld. Bij normale oogst wordt een volume van 3.700 Ton appel gehaald en 500 Ton peer. Omschakeling is zeer gering.
3.1.9. Oostenrijk De voorbije jaren werd volop omgeschakeld. Dit resulteerde in een sterke productietoename. In totaal werd in 2011 13.982 Ton biologische appel waarvan 450 Ton omschakeling-appel geoogst. Voor peer gaat het om respectievelijk 715 Ton en 1 Ton. De belangrijkste appelvariëteit betreft Topaz (27%).
3.2. Productie in het zuidelijk halfrond en de USA De wereldproductie voor biologische appel werd in 2009 op 165.000Ton geschat. Daarvan werd 80.000Ton in Europa geproduceerd. Andere belangrijke productiegebieden zijn Argentinië (2100 ha – 10.000 Ton), Chili (geen cijfers gekend) en Nieuw-Zeeland (1.100 ha – 25.000 Ton). Buiten het bewaarseizoen voor Europese appelen worden appelen uit deze landen geïmporteerd. Vooral Royal Gala, Red Delicous, Granny Smith en Braeburn worden ingevoerd. Enkele bedrijven leggen zich speciaal toe op de import van biologisch fruit uit het zuidelijk halfrond: OTC, Eosta en Pronatura Belgium. Ter informatie geven we mee dat in de USA ongeveer 5.200 ha biologische appel wordt geteeld met een oogst van zo’n 54.000 Ton (cijfers dateren van 2005).
4. Belgische markt voor biologisch fruit 4.1. Productie in Vlaanderen en België Na een sterke groei rond de eeuwwisseling, zijn er tot 2009 nauwelijks biologische fruittelers bijgekomen in Vlaanderen. Tussen 2009 en 2011 zijn een beperkt aantal fruittelers omgeschakeld. Daarnaast hebben bestaande biologische fruitbedrijven hun areaal uitgebreid. Evolutie van het areaal biologische fruitteelt (incl. noten) in Vlaanderen (2002-2010, hectares) Jaartal 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Gem. Groei Areaal 191 201 216 196 234 246 270 389 431 +15,7% Bron: AMS (2011) 12
aantal hectare OMS BIO
Fruitproductie in Vlaanderen in 2011 OPPERVLAKTES (hectare) Aardbeien Meerjarige fruitteelten Appelen Peren Kersen Noten Kleinfruit Bessen Druiven Rabarber Totaal
2,79 27,72 45,88 11,95 2,28 0,00 0,53 55,01 0,17 0,00 146,33
totaal
5,01 22,04 174,99 37,64 19,80 0,08 6,65 16,07 0,77 1,62 284,81
7,89 49,76 220,87 49,59 22,08 0,08 7,18 71,08 0,94 1,62 431,14
Bron: AMS (2011) In 2010 werd in Vlaanderen zo’n 431 ha biologisch fruit geteeld, waarvan 146 ha in omschakeling. In 2008 was zo’n 187 ha laagstamfruit en 58 ha hoogstamfruit. De belangrijkste soort is appel. In 2008 waren er 30 biologische telers van pitfruit waarvan 15 met laagboomstam. Daarnaast zijn waren er 28 telers van biologisch kleinfruit. Opvallend is dat de meeste biologische pitfruitteeltbedrijven vooral in Vlaams Brabant gelegen zijn en veel minder in Limburg. In Wallonië is de professionele biologische fruitteelt zeer beperkt. In 2004 waren er 32ha laagstam en 83ha hoogstam. Slechts een 5-tal bedrijven halen een belangrijk deel van hun inkomen uit de fruitteelt. De overige biologische fruitteelt is meestal een neventak op het bedrijf of een activiteit in bijberoep. De Belgische oogst in 2011 voor pitfruit van laagstam boomgaarden bedraagt ongeveer 2.428 ton appel en 650 ton peer. De belangrijkste appelsoorten, op vlak van oogsthoeveelheid, zijn Jonagold (955 ton) en Jonagored (375 ton) (samen 55%). Elstar is het 3e belangrijkste ras met 374 ton oogst in 2011. Opvallend zijn de nieuwe appelrassen Topaz (222 ton) en Santana (105 ton). Beide zijn schurftresistent, wat een belangrijke eigenschap is in de biologische teelt. Santana is tevens weinig vatbaar voor vruchtboomkanker. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op de percelen ‘in omschakeling’ juist deze rassen worden aangeplant. Uit onderzoek is bovendien gebleken dat Santana ook geschikt is voor mensen die allergisch reageren op appels. De variëteit Greenstar lijkt moeilijker in de markt te liggen. Bij de peren is Conférence de belangrijkste variëteit (568 ton - 87%). Durendeau (45 ton - 6%) en Doyenné (8,5 ton – 1,3%) zijn andere belangrijke perenvariëteiten.
13
4.2. Industriële verwerking van biologisch fruit in België Voor appel zijn de belangrijkste verwerkte eindproducten appelmoes en appelsap. De belangrijkste spelers voor appelmoes zijn Scana Noliko en Materne Confilux. Appelsap wordt door talrijke bedrijven aangeboden. Pajottenlander en De 3 Wilgen zijn hierbij belangrijke spelers. Talrijke fruitproducenten brengen bovendien een eigen appelsap op de markt, op basis van eigen vruchten. Enkele bedrijven leggen zich toe op persen en afvullen van sap in loondienst (Konings, Lombarts-Calville, ...). Bij industriële verwerking wordt gedeeltelijk met inlandse appelen gewerkt maar is import vaak noodzakelijk om het gewenste volume en de juiste variëteiten aan te kunnen leveren. De variëteit heeft namelijk een grote invloed op de smaak en de overige eigenschappen (kleur e.a.) van het eindproduct. Natuurlijk speelt ook de prijs van het aangeboden product een rol. De kost van grond en arbeid zijn hierbij een belangrijk bepalend element. Sommige boomgaarden worden bovendien specifiek voor appelproductie voor industriële verwerking aangelegd (rassenkeuze en mechanische pluk). De verwerking van kleinfruit is zeer divers. Allerlei producten zoals sap, diksap, fruitpuree, confituur, ingelegd fruit, likeur, compote enz... worden op zeer diverse schaal geproduceerd. Sommige bedrijven werken op ambachtelijke wijze met eigen vruchten (bv. ’t Bioschuurke), terwijl andere bedrijven op grote schaal werken met aangekocht fruit. Enkele Belgische bedrijven leggen zich toe op de productie van kleinfruit voor de versmarkt, maar investeren ook in de verwerking van fruit dat niet verkocht kon worden of dat kwalitatief niet voldoet aan de strenge eisen van de versmarkt. Een interessant initiatief is Bio van bij Ons (www.biovanbijons.be) dat oogstoverschotten of fruit van 2e keus verwerkt tot diverse producten met meerwaarde en lange(re) houdbaarheid. Opvallend ook is de omschakeling van zo’n 56ha land voor de teelt van biologisch kleinfruit door het bedrijf O’Bio. Een belangrijk deel van dit fruit is bestemd voor de exportmarkt en voor verdere verwerking. In de bijlage vind u adressen van bedrijven die zich toeleggen op de verwerking van biologisch fruit
4.3. Vraag naar biologisch fruit in België We baseren ons hier op cijfers van GfK die in opdracht van VLAM werden opgemeten. Hieruit blijkt dat de particuliere bestedingen van biologische producten in 2010, 421 miljoen Euro bedroegen (+20% t.o.v. 2009). Het marktaandeel nam toe tot 1,8% in 2010 (1,5% in 2009). Zo’n 18% van de Belgische bevolking zijn frequente biokopers. De frequente biokoper koopt minstens éénmaal om de 10 dagen bio. Deze groep staat in voor 78% van alle biobestedingen en is groeiend. In Vlaanderen ligt het aantal biokopers met 90,3% hoger dan het nationale gemiddelde. Binnen de productgroepen zijn er grote verschillen in kopersaantallen. De kopersgroep van biogroenten is met 58% veruit de belangrijkste en kende vorig jaar ook een enorme groei. Meer dan de helft van de Belgen koopt dus wel eens
14
biogroenten.De tweede belangrijkste kopersgroep is fruit met 36% die, in 2010, zuivel met 33% heeft voorbij gestoken. Alle biocategorieën trokken in 2010 meer kopers aan.
Potentieel bij de welgestelde gezinnen met kinderen In absolute cijfers zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden de belangrijkste groep biokopers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor ruim de helft van de biobesteding terwijl zij zo’n 41% van de bevolking uitmaken. Hun aandeel in de biobesteding en in de bevolking is wel groeiend. Er is evenwel bij de welgestelde gezinnen met kinderen nog potentieel omdat deze groep met een marktaandeel van 1,6% onder het gemiddelde van 1,8% zit. Huishoudens met kinderen met een beperkt inkomen haken verder af en scoren met een marktaandeel van 0,9% ver onder het gemiddelde. Wellicht is de prijs voor hen een te grote drempel om bio te (blijven) kopen. Deze groep heeft, door de crisis, zijn biobestedingen gevoelig teruggeschroefd. Jonge alleenstaanden (<40j) zijn wat ondervertegenwoordigd bij het totaal aantal biokopers maar éénmaal overtuigd zijn het wel intensieve biokopers. Zij halen met 2,4% zelfs het hoogste marktaandeel. Ook de oudere alleenstaanden (>40j) scoren qua bio-aandeel boven het gemiddelde. De besteding per capita van de Belgische bevolking voor biologisch fruit bedraagt 4,40 Euro in 2010.
Marktaandeel bio varieert sterk van product tot product De biologische producten haalden in 2010 een marktaandeel van 1,8% binnen de totale gezinsbestedingen aan voedingsproducten in België. In 2009 bedroeg dit slechts 1,5%. Het marktaandeel van bio verschilt wel sterk van product tot product. De producten met het hoogste bioaandeel zijn vleesvervangers met bijna 21%, eieren (8,3%), groenten (4,8%) en brood (3%). De vleeswaren staan op de laatste plaats met 0,6%.
15
De bioklant houdt van gespecialiseerde kanalen en het persoonlijk contact met de verkoper Bijna één op twee bioaankopen gebeurt in de klassieke supermarkt (DIS 1: Carrefour Hyper/Market/GB, Delhaize Supermarkt, Colruyt, Cora, Match, Makro, Champion) en de hard discount (Aldi en Lidl). DIS 1 is met bijna 46% van de markt het belangrijkste biokanaal maar verloor vorig jaar wel terrein aan harddiscount en buurtsupermarkt. De andere helft van de biobestedingen gebeurt in de gespecialiseerde kanalen en de kanalen met rechtstreeks contact tussen klant en verkoper namelijk de speciaalzaak, de hoeve, de openbare markt en de buurtsupermarkt (o.a. Delhaize AD/City/Proxi, Carrefour Express, Okay, Smatch, Spar, Cash Fresh...). De speciaalzaak/natuurvoedingswinkels/overige algemene voeding (inclusief bioplanet) zijn met 30,8% het tweede belangrijkste kanaal en de grootste groeier, al lijkt deze groei te stagneren. Een verschil met de gangbare producten is het lage aandeel van hard discount. Dit kanaal betekent voor bio minder dan 4% tegenover 17% voor de gangbare voeding. De rechtstreekse verkoop zag zijn aandeel vorig jaar stagneren op 3,4%. De openbare markt daalde lichtjes naar 4,3% marktaandeel.
16
Prijsverschil bio versus gangbaar Bio is gemiddeld een derde duurder dan niet-bio. Over de jaren heen is dit prijsverschil quasi stabiel. Er zijn wel grote prijsverschillen tussen bio en gangbaar afhankelijk van het product. Het grootste verschil is er bij bio-eieren en braadkip (+75%) en het kleinste bij biogroenteburgers (+2%). Ook de evolutie van het prijsverschil verschilt van product tot product. Bij bio-aardappelen werd het verschil kleiner over de jaren heen. Bij biotomaten werd het verschil groter.
17
5. Afzetkanalen Op het schema hieronder worden de diverse afzetkanalen voor biologische appel schematisch weergegeven. Per kanaal wordt een geschat verkoopsvolume aangegeven voor het jaar 2008. Voor andere inheemse fruitsoorten zijn de kanalen gelijklopend maar zijn de hoeveelheden onvoldoende gekend.
De afzet van biologische pitfruit in België verloopt voor het grootste deel via twee coöperatieve afzetorganisaties: de Belgische Fruit Veiling (BFV) en Coöbra. Zij verhandelen uitsluitend inlandse appel gedurende het bewaarseizoen. Hun klanten zijn voornamelijk Belgische groothandelsbedrijven, supermarktketens en industrie. Ongeveer 1/3 van de Belgische productie is bestemd voor export, hoewel dit van jaar tot jaar sterk kan variëren.
Bij BFV aangeleverde volumes (ton) biologische appel (grafiek links) en peer (grafiek rechts) in de periode 2002 t/m 2010 (Bron: BFV)
18
Bij de verkoop van biologisch fruit wordt typisch via bemiddeling gewerkt. De klassieke klokverkoop wordt niet toegepast omdat zowel de verhandelde volumes als het aantal kopers beperkt zijn. De verkoop via bemiddeling vereist wel dat er goede afspraken worden gemaakt op het gebied van productie- en verkoopsplanning. Nadeel van de verkoop via bemiddeling, in tegenstelling tot de verkoop via de klok, is dat de markt weinig transparant is. Zowel de prijsvorming als de aangeboden en verkochte volumes waren tot voor kort behoorlijk ondoorzichtig. Nochtans is een goed inzicht in de markt belangrijk om nieuwe investeringen te verantwoorden. Pitfruit is een typisch bewaarproduct waarvan de verkoop zich afspeelt van einde augustus tot ongeveer april/mei. Elke variëteit wordt gekenmerkt door een verschillende bewaarduur. Om de verkoop zo goed mogelijk te kunnen organiseren worden op verschillende tijdstippen van het oogst- en verkoopseizoen de aanwezige voorraden per variëteit geïnventariseerd. De resultaten van deze inventarisatie worden uitgewisseld op het niveau van de individuele verkoopsorganisatie, op Belgisch niveau en tot slot ook op Europees niveau. Op die manier wordt het mogelijk om de verkoop te baseren op de verwachte evoluties in aanbod en vraag. Andere organisaties zoals Eosta en OTC voeren ook appel in uit andere Europese landen en uit Argentinië, Nieuw-Zeeland en Chili. Exacte hoeveelheden hiervan voor de Belgische markt zijn niet gekend. Hun klanten zijn voornamelijk groothandelsbedrijven en grootdistributie in Europa. Groothandelsbedrijven als BioFresh, BioLogistic, Cleyland e.a. leggen zich voornamelijk toe op de bevoorrading van gespecialiseerde natuurvoedingswinkels (al dan niet als onderdeel van een landbouwbedrijf) en abonnementsystemen. De verwerkende industrie koopt zijn grondstof deels in België en deels in het buitenland (Europa). Import is nodig om voldoende volume en specifieke variëteiten aan te kunnen leveren. In enkele scholen wordt ook biologisch fruit aangeboden aan de leerlingen. Meestal gaat het om één stuk fruit per week, waarbij diverse fruitsoorten afgewisseld worden.
19
6. Prijsvorming De prijsvorming is relatief stabiel en situeert zich tussen 1,00 en 1,25 Euro/kg voor Jonagold en rond de 1,50 Euro/kg voor Conférence (bron: VBT prijspublicaties in Proeftuinnieuws). Dit zijn prijzen voor het fruit van de beste kwaliteit. Middenprijzen liggen iets lager. De prijs komt tot stand door bemiddeling bij ontmoeting tussen vraag en aanbod (de dagverkoop). De prijsinformatie geeft dus een betrouwbaar beeld van verse groenteen fruitprijzen. Bij de groenten werden de prijzen voor prei, witloof en wortelen in kaart gebracht. De beperkte omvang van de bio-markt voor groenten en fruit zorgen ervoor dat de landbouwers een goede productie- en verkoopsplanning kunnen opstellen op lange termijn. Dit heeft stabiele prijzen tot gevolg, terwijl dezelfde gangbare prijzen een grilliger verloop kennen. Omschakelingsproducten zijn erg moeilijk te vermarkten en krijgen nog geen meerprijs. Bij het fruit worden de Jonagold appelen en de Conférence-peren opgevolgd. De prijs voor gangbare Jonagold bleef op een vrij laag peil terwijl de bio-variant stabiel bleef op 1,1 euro per kg. De Conférence vertoonde wat schommelingen, maar ging in 2010 niet onder 1,4 euro per kg. Evolutie van de prijzen van Jonagold appelen en Conférence peren gangbaar (gb) en biologisch (bio) geteeld, 2006-2010
Bron: AMS, VBT, Brava
20
Consumentenprijzen voor biologische en gangbare appel in Duitsland van 2007 t/m 2011 (Bron: AMI). In onderstaande grafiek wordt de prijsevolutie voor producenten in Duitsland weergegeven voor biologische Elstar, Topaz, Jonagold en Jonagored. Over het algemeen waren de Duitse prijzen in 2008 iets lager dan gemiddeld. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de cijfers ook omschakelingsfruit omvatten en gepaard gaan met een recordoogst.
21
22
7. Marktkansen Het aangeven van marktkansen is een delicate zaak. Niemand kan met zekerheid de toekomst voorspellen. Zeker in een kleine, internationale markt zijn er talrijke factoren die moeilijk te beheersen zijn. De omschakelperiode van 3 jaar voor meerjarige gewassen bemoeilijkt bovendien het soepel inspelen op wisselende marktsituaties. Dit alles maakt het biologisch ondernemen risicovol. Toch menen we uit de gesprekken die we voerden met diverse marktdeelnemers dat er marktkansen zijn voor de biologische fruitteelt. Vooral dan bij de appelteelt bestemd voor de verwerking tot sappen. Eén belangrijk bedrijf actief in de productie van biologisch fruitsap, wil voort inzetten op de regionale herkomst van het fruit dat ze verwerken. Het bedrijf, Pajottenlander, is op zoek naar telers die wensen te investeren in biologische plantages. Wegens de doorgedreven mechanisatie bedraagt de oppervlakte per plantage bij voorkeur tussen de 15 à 25 ha. Bij de rassenkeuze wordt geöpteerd voor specifieke rassen die relatief makkelijk biologisch te telen zijn. Het bedrijf biedt de mogelijkheid van een gegarandeerde afzet en prijs. Ook voor biologische consumptiefruit lijkt er ruimte te zijn voor meer aanbod. Sedert 2002 is het Vlaamse areaal aan biologisch fruit toegenomen met gemiddeld zo’n 15,7% per jaar (zie hoger). De sterke groei werd vooral in de laatste jaren gerealiseerd en in mindere mate ook in de jaren daarvoor. We merken dat een te snelle groei tijdens de voorbije jaren zorgt voor meer spanning op de afzetmarkten. In de periode daarvoor met een mindere gemiddelde groei (7% tussen 2002 en 2008) leken de groei van vraag en van aanbod beter op elkaar afgestemd. We stellen dat een verdere uitbreiding van het areaal met zo’n 7% per jaar mogelijk moet zijn zonder verstoring van de markt. Een snellere groei houdt risico in voor overproductie en een moeilijkere afzet. Om marktverstoring door overproductie te vermijden is het wenselijk dat bijkomende productie wordt afgestemd met de afzetorganisaties en de Vakgroep Biologisch Fruit.
8. Omschakelingsfruit Vooraleer fruit als biologisch kan verkocht worden, moet de plantage een omschakelperiode van 3 jaar voor de oogst ondergaan. In het eerste omschakeljaar moet de oogst gangbaar verkocht worden. In de 2 jaren die daarop volgen, kan het fruit met het keurmerk “in omschakeling” worden verkocht. In de praktijk wordt de omschakeling voor appel meestal in augustus gestart. De oogst van september wordt dan gangbaar verkocht. De 2 daarop volgende oogsten worden als “in omschakeling” verkocht. De 4e oogst na de omschakeling is volwaardig biologisch.
Tijdens de omschakelperiode moet volledig volgens de biologische productieregels worden gewerkt. Hierdoor neemt de productiekost toe en daalt de opbrengst en de 23
productkwaliteit. Het is dan ook belangrijk om voldoende aandacht te schenken aan de vermarkting van het omschakelfruit. In het verleden hebben sommige supermarkten zich geëngageerd om omschakelfruit in hun assortiment op te nemen. Er bestaan ook mogelijkheden bij verwerkers van “residu-vrij” fruit. De sector van de gangbare babyvoeding is hier vaak vragende partij. Ook bij abonnementsformules wordt wel eens omschakelfruit opgenomen. Hoe dan ook is het belangrijk om voor de omschakeling te overleggen met mogelijke afnemers van het omschakelfruit. De afzetcoöperaties hebben hier vaak ervaring mee en kunnen individuele telers helpen.
9. Aardbeien en ander kleinfruit In Vlaanderen werden in 2010 ongeveer 86 ha kleinfruit geteeld. Opvallend is het grote areaal bessen dat in omschakeling is. Een belangrijk deel hiervan is toe te schrijven aan het bedrijf O’Bio. Het gaat onder meer om rode bessen, witte bessen, zwarte bessen, frambozen en bramen. Aardbeien worden op 5,10 ha geteeld. In mei 2008 werden veilingprijzen genoteerd van 6 tot 7,5 Euro/kg. Biologisch kleinfruit werd tot nu toe weinig of niet in het supermarktkanaal verkocht. Hiervoor zijn het volume en de leverzekerheid onvoldoende. Het is de verwachting dat dit in de toekomst wijzigt door de belangrijke omschakeling bij het bedrijf O’Bio. Het grootste deel wordt tot op heden via de groothandel en het natuurvoedingskanaal verkocht. Ook daar is continuïteit in de leveringen van groot belang maar zijn de benodigde volumes kleiner. Om levercontinuïteit na te streven wordt getracht om het plukseizoen te verlengen door met vroege en late variëteiten te werken. Er wordt tevens naar gestreefd om de geoogste producten zolang als mogelijk in de meest optimale omstandigheden te bewaren. Enkele bedrijven leggen zich bovendien toe op de verwerking van het kleinfruit dat ofwel van mindere kwaliteit is ofwel niet verkocht kon worden op de versmarkt. Dit resulteert in producten als sap, diksap, confituur, vruchtenpuree of diepgevroren vruchten. Deze aanpak vergt natuurlijk wel een grote investering.
24
10. Belangrijke adressen In bijlage vind u enkele adressen van leveranciers van materiaal dat typisch is voor de biologische fruitteelt (mechanische onkruidbestrijding), organische meststoffen, handelaars in biologische fruit, telersverenigingen, teeltadviseurs enz...
25
26
11. Bronnen - Bio-Apfelernte, diverse verslagen van bijeenkomsten en informatie-uitwisseling van 2006 tot heden van het Europaïsche BioObstForum - Aertsens J. et al.: Samenwerking binnen bio ketens een noodzaak? Met voorbeelden uit de bio sector – Ugent, Gent, 2007 - Blickpunkt Bio-Beeren - BioLand, Fachmagazin für den ökologischen Landbau, Mainz, 2009 - de Buck A.J. et al.: Concurrentiepositie van de Nederlandse biologische fruitteelt in de EU – Praktijkonderzoek Plant en Omgeving, Randwijk, 2001 - Etude de la filière des fruits et légumes biologiques – BioForum Wallonie, Gembloux, 2005 - Les chiffres 2010 de la Bio –Agence Bio, Paris - Öko-Landbau 2011 Markt Bilanz - AMI, Bonn - Organic market report 2011 - Soil Association, Bristol - Samborski V. en Van Belleghem L.: De biologische landbouw in 2010 – Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie, Brussel, 2011 - L’agriculture biologique – Chiffres Clés – Edition 2011, Agence Bio, Paris - http://www.ami-informiert.de/ - BioLand, Fachmagazin für den ökologischen Landbau, diverse nummers uit 2011 - Estadisticas 2010 – Agricultura Ecologica España, Ministerio de medio ambiente y medio rural y marino. www.agf.nl www.agencebio.org www.biojournaal.nl www.nieuweoogst.nu www.ble.de www.ama.at www.franceagrimer.fr www.vlam.be
27