Beknopt marktoverzicht voor biologische zuivel in Vlaanderen en Europa
Paul Verbeke BioForum Vlaanderen Oktober 2011
Met steun van de Vlaamse Overheid
Voorwoord .....................................................................................................................2 1. Algemene kenmerken van de biomarkt .....................................................................3 1.1. Internationale markt ........................................................................................3 1.2. Cyclische markt ..............................................................................................3 1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag ..........................................................3 1.4. Kleine markt....................................................................................................3 2. De biomarkt in België en Europa...............................................................................4 2.1. Algemeen ........................................................................................................4 2.2. België ..............................................................................................................5 2.3. Duitsland .........................................................................................................5 2.4. Verenigd Koninkrijk .......................................................................................5 2.5. Frankrijk..........................................................................................................6 2.6. Denemarken ....................................................................................................7 2.7. Nederland........................................................................................................7 2.8. Italië ................................................................................................................7 3. Internationale markt voor biologische zuivel ............................................................8 3.1. Algemeen ............................................................................................................8 3.2. Productie in Europa.............................................................................................8 3.2.1. Algemene cijfers ..........................................................................................8 3.2.2. Duitsland ....................................................................................................10 3.2.3. Denemarken ...............................................................................................12 3.2.4. Verenigd Koninkrijk ..................................................................................12 3.2.5. Oostenrijk...................................................................................................14 3.2.6. Frankrijk.....................................................................................................14 3.2.7. Zweden.......................................................................................................16 3.2.8. Zwitserland ................................................................................................16 3.2.9. Nederland...................................................................................................17 3.2.10. Noorwegen...............................................................................................17 3.2.11. Polen ........................................................................................................18 3.2.12 Omschakeling in Europa...........................................................................18 4. Belgische markt voor biologische melk...................................................................18 4.1. Productie in Vlaanderen en België ...................................................................18 4.2. Ophaling van biomelk in België .......................................................................19 4.3. Industriële verwerking van biologische zuivel in België..................................19 4.3.1. Consumptiemelk ........................................................................................19 4.3.2. Kaas............................................................................................................20 4.3.3. Room en boter............................................................................................20 4.3.4. Yoghurt ......................................................................................................20 4.3.5. Roomijs .....................................................................................................20 4.3.6. Melkpoeder ................................................................................................21 4.4. Import en export van biologische zuivel...........................................................21 4.5. Vraag naar biologisch zuivel in België.............................................................21 5. Markt voor geitenzuivel...........................................................................................24 6. Afzetkanalen ............................................................................................................25 7. Prijsvorming.............................................................................................................26 8. Marktkansen.............................................................................................................28 9. Bronnen....................................................................................................................30
1
Voorwoord De markt voor biologische melk is constant in beweging. Perioden van aanbodtekort wisselen af met perioden van melkoverschotten. In de verschillende landen van Europa evolueert de markt zeer verschillend. Zo is er een sterk toenemende vraag naar biomelk in Frankrijk en wordt er ook massaal omgeschakeld. Om het tekort aan biomelk in te vullen, wordt melk geïmporteerd uit het Verenigd Koninkrijk. Daar is de situatie omgekeerd. Na jaren de motor van de Europese biologische melkmarkt te zijn geweest is de vraag er stilgevallen en moet melk geëxporteerd worden naar het continent. En daar voelen de Vlaamse biologische melkveehouders dan weer de gevolgen van. Door het overschot aan Britse melk blijven ook hier de prijzen op een laag niveau. Toch zijn er heel wat kansen op de biologische zuivelmarkt. Het is echter niet steeds eenvoudig om deze kansen concreet in te vullen. Het lijkt ons belangrijk om een goed inzicht te hebben op de marktevoluties teneinde vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Dit rapport wil hier een bijdrage toe leveren.
Paul Verbeke Verantwoordelijke ketenontwikkeling BioForum Vlaanderen
2
1. Algemene kenmerken van de biomarkt 1.1. Internationale markt De markt voor biologische producten is een internationale markt. Wat op de Vlaamse of Belgische markt gebeurt, wordt rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloed door de markttendensen in de ons omringende landen. Onze inlandse biomarkt is vele malen kleiner dan in die landen en ondergaat zeer sterk de marktschommelingen in landen met een grotere biologische markt. Het is wel zo dat sommige Belgische marktdeelnemers een principiële voorkeur geven aan Belgische producten voor zover deze marktconform worden aangeboden.
1.2. Cyclische markt Een tweede belangrijk kenmerk van de biomarkt is dat deze zéér cyclisch is. De meeste landbouwgerelateerde markten kennen een zogenaamde “aardappelcyclus”. Perioden van aanbodkrapte en hoge prijzen wisselen af met perioden met productoverschotten en lage prijzen.
1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag In de biomarkt wordt deze zogenaamde “aardappelcyclus” versterkt door de wachtperiode die omschakelende boeren moeten respecteren vooraleer ze hun producten op de biomarkt kunnen verkopen. Deze omschakelperiode bedraagt 2 jaar voor melkvee. Door deze relatief lange omschakelperiode is het behoorlijk moeilijk om soepel in te spelen op wijzigende marktomstandigheden. Bovendien wordt in de praktijk de omschakelperiode verlengd door de tijd die de landbouwondernemer nodig heeft om informatie in te winnen en beslissingen te nemen. In de praktijk worden tekorten of overschotten aan biologische melk opgevangen door import en export van melk vanuit regio’s met een productieoverschot naar regio’s met een productietekort.
1.4. Kleine markt Ondanks de zeer goede groeicijfers van de voorbije jaren is de biomarkt nog steeds zeer klein in verhouding tot de reguliere markt. Hierdoor is het evenwicht tussen vraag en aanbod zeer broos. Het toetreden tot de markt van enkele grote producenten kan tijdelijk een overaanbod veroorzaken. Ook het omgekeerde is mogelijk.
3
2. De biomarkt in België en Europa 2.1. Algemeen De markt voor biologische producten in de EU wordt op 18,4 miljard Euro geschat (2009), zijnde een groei van +2,7% in verhouding tot 2008. In 2008 groeide de markt in de meeste landen verder, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Uit onderstaande tabel leiden we af dat Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de grootste biomarkten zijn in Europa. Vooral Frankrijk doet een zeer sterke inhaalbeweging, terwijl het Verenigd Koninkrijk omzet verliest. Opvallend zijn ook de zeer sterke groeicijfers. Omzet van biologische levensmiddelen in Europa (miljoen Euro) 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
2009 2010
In algemene termen kende de biologische sector een sterke groei in de periode 1993 tot 2001. Door de steeds toenemende vraag naar bioproducten begon ook het aanbod aan biologische voedingsmiddelen steeds verder te groeien. De voedselcrisissen rond de millenniumwissel zorgden zelfs voor een ongekende toename van de vraag naar biologische producten. Deze sterke groei zorgde uiteindelijk in 2001 voor een oververhitting van de markt. Einde 2001 werd een evenwicht tussen vraag en aanbod bereikt. Omdat het aanbod aan bioproducten sneller toenam dan de vraag kwam zelfs gauw een overschot aan producten. Vrij snel nam ook de motivatie voor reguliere telers om om te schakelen af. Gelukkig bleef de vraag wel steeds verder stijgen en na de noodzakelijke herstructureringen begon de nationale en internationale markt voor biologische zuivel medio 2005 weer aan te trekken. Van begin 2006 tot einde 2008 kende de biologische markt opnieuw een periode van een relatief tekort aan producten en een goede prijsvorming. In 2009 kende de internationale biomarkt een eerder beperkte groei. In het licht van de wereldwijde krediet- en economische crisis in het najaar 2008 en 2009, en in vergelijking tot de gangbare voedinsgsector, is dit een behoorlijk resultaat. In 2010 en 2011 stellen we vast dat de biomarkt verder groeit in de meeste EU-landen. Vooral Frankrijk en Duitsland zijn de locomotieven van de Europese biomarkt geworden. Het Verenigd Koninkrijk doet het niet goed en verliest marktaandeel.
4
2.2. België De particuliere bestedingen van biologische producten in België, opgemeten door GfK Panelservices Benelux in opdracht van VLAM, bedroeg in 2010 421 miljoen euro of +20% ten opzichte van 2009. Deze bestedingsstijging wordt verklaard door een organische groei van zowel het aantal biokopers, het besteedde berag per gezin als de aankoopfrequentie. 89,6% van de Belgische gezinnen kocht in 2010 wel eens een bioproduct. 18% van de gezinnen zijn frequent biokopers die instaan voor 78% van alle biobestedingen. De meeste biokopers vinden we in de groenterayon. De groentecategorie wist, zoals alle andere biocategorieën, ook in 2010 meer kopers aan te trekken. Het absolute aantal kopers steeg in deze categorie van 50 naar 58 op 100. De groei was het sterkst bij de welgestelde gezinnen met kinderen. De gezinnen met kinderen en gepensioneerden met een beperkt inkomen schroefden vorig jaar echter hun biobestedingen terug. Het marktaandeel van bio (selectie van vooral versproducten voor VLAM) steeg van 1,5% in 2009 naar 1,8%* vorig jaar. Het marktaandeel van biozuivel ligt met 1,7% rond het gemiddelde. Het grootste marktaandeel hebben de biologische vleesvervangers (21%). Het kleinste marktaandeel hebben de biovleeswaren (0,6%) maar dit aandeel is wel stijgend. De plantaardige bioproducten met de biogroenten (4,8% marktaandeel) op kop blijven het zeer goed doen. Biologische producten zijn gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten. Het grootste verschil is er bij bio-eieren en braadkip (+75%) en het kleinste bij biogroenteburgers (+2%). Het aandeel van ‘speciaalzaak, natuurvoedingswinkel en overige’ groeide de voorbij jaren maar lijkt nu te stabiliseren op bijna 31%. De klassieke supermarkt (DIS 1) blijft het grootste kanaal met 45,8% maar verliest wel de laatste twee jaar wat marktaandeel aan hard discount.
2.3. Duitsland Algemeen kende de Duitse biosector een gemiddelde omzetstijging van 10% per jaar in de periode 2000-2008. In 2010 nam de omzet van biologische levensmiddelen verder toe tot 2% tot een bedrag van ca. 5,9 miljard Euro.Vooral het natuurvoedingskanaal kende een bovengemiddelde groei van 8%, terwijl het supermarktkanaal slechts een licht positieve groei kende. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het versmallen van het bio-assortiment bij een aantal supermarkten.
2.4. Verenigd Koninkrijk Het Verenigd Koninkrijk is lange tijd, samen met Duitsland, de motor geweest van de biomarkt in Europa. Sedert de financiële crisis in 2008 merken we echter een stilstand van de markt in het V.K. gevolgd door een achteruitgang vanaf 2009. Dit wordt treffend geïllustreerd in onderstaande grafiek.
5
Grafiek: omzet van biologische producten in de belangrijkste EU-markten Bron: Omsco – UK In 2010 zakte de bio-omzet in het V.K. verder weg tot 1,94 miljard Euro (-5,9% tov 2009). Informele bronnen wijzen er op dat ook in 2011 dezelfde tendens wordt aangehouden. De oorzaak voor deze achteruitgang kan ongetwijfeld toegeschreven worden aan de financiële en economische crisis van 2008 en 2009 die uitermate hard toesloeg in het Verenigd Koninkrijk met een daling van het BNP en een stijgende werkloosheid als gevolg. In dezelfde periode gingen ook de supermarkten elkaar meer beconcurreren op prijs wat er toe geleid heeft dat de opname en doorstroom van bio achtergebleven is. Meer info: www.soilassociation.org
2.5. Frankrijk Frankrijk is de voorbije jaren ongetwijfeld dé motor van de Europese biomarkt geworden. De omzet van de Franse biologische voedingsmarkt was €3,38 miljard waard in 2010 (1,6 miljard in 2005 - €2,6 miljard in 2008) (Agence Bio 2011). Het marktaandeel in de totale voedingsmarkt bedraagt 2% (1,1% in 2005 – 1,7% in 2008). Tussen 1999 en 2005 nam de markt jaarlijks met gemiddeld 10% toe. Vanaf 2006 is zelfs een groeiversnelling opgetreden. Tussen 2008 en 2010 groeide de markt met 32%. Zeer opvallend is de toegenomen omschakeling van het landbouwareaal van +25% in 2010 t.o.v. 2009 (+36,4% in 2008 t.o.v. 2007). Het totale areaal onder biocontrole bedraagt 845.440ha (3,09% van het totale landbouwoppervlak), waarvan 273.626ha in omschakeling. Dit wordt gerealiseerd door +25% meer landbouwers (in vgl. met 2009). In de eerste jaarhelft van 2011 schakelden nog eens 1.990 landbouwers om, wat het totaal van bio gecontroleerde landbedrijven op 22.594 bracht eind juni 2011. Ook het aantal verwerkers nam sterk toe in de voorbije jaren: 7.427 bereiders (+32% in 2 jaar) en 2.819 distributeurs (+59% in 2 jaar) einde 2010. 6
Opmerkelijk is de overheidsdoelstelling om 20% van de aankopen van de openbare catering (ziekenhuizen, scholen, ...) te besteden aan biologische producten tegen 2012. Begin 2011 verklaarden 57% van de openbare en 32% van de private catering dat ze biologische producten aanbieden aan hun klanten. Gemiddeld 11% van het aankoopcijfer van deze restaurants wordt aan bio besteed. Toch blijft het totale aankoopbedrag van openbare catering beperkt tot 1,8% van de totale aankopen (130 miljoen Euro) Meer info: www.agencebio.org
2.6. Denemarken Denemarken is het land in Europa met de hoogste biologische consumptie per inwoner. Ongeveer 8% van de totale voedingsmiddelenmarkt is biologisch. In 2009 kwam dit overeen met 765 miljoen Euro omzet. Vooral verse producten domineren de biologische markt. 80% van de distributie verloopt via supermarkten. 7% van het landbouwareaal is biologisch. De overheid heeft als doelstelling om het bio-areaal te doen groeien tot 15% tegen 2020.
2.7. Nederland De consumptie van biologische voeding in Nederland is goed voor een omzet van 752 miljoen Euro. Dit is een groei van 13,1% in vergelijking met 2009. Daarmee heeft bio een groeiend marktaandeel van 1,7%. Voor versproducten bedraagt het marktaandeel 2,7%. De belangrijkste afzetkanalen zijn de supermarkten (45,3%) en de speciaalzaken (35,3%). Opvallend is het marktaandeel in de cateringsector (12,3%). Een belangrijke stimulans voor deze groei is ongetwijfeld de eis voor duurzaamheid als onderdeel van de aanbestedingscriteria van de overheid. Het areaal is in 2010 toegenomen met 3,9% tot 53.948ha. Dit is 2,9% van het totale landbouwoppervlak. Het aantal biologische landbouwbedrijven bedroeg 1.462 in 2010, een groei van 3,5%. Het totaal aantal landbouwbedrijven (gangbaar + bio) nam in 2010 met 0,9% af.
2.8. Italië De Italiaanse markt is in 2010 zo’n 11,6% in omzet gestegen in vergelijking met 2009. Dit brengt de totale omzet op 1.670 miljoen Euro. Italië is een belangrijk doorvoerland voor bioproducten uit Israël en Egypte naar andere EU-landen. Ook granen worden in belangrijke mate via Italïe verhandeld. Naast doorvoerland is Italië eveneens het land met het 2e grootste bio-areaal in de EU (na Spanje) en belangrijke producent van groenten en olijven. Meer info: www.sinab.it
7
3. Internationale markt voor biologische zuivel
3.1. Algemeen Door een relatief tekort aan biologische zuivel in de eerste jaarhelft van 2008 stegen de prijzen. In de 2e jaarhelft van 2008 werd de markt dan weer gekenmerkt door een stabiel aanbod maar een afgenomen consumentenvertrouwen als gevolg van de wereldwijde krediet- en economische crisis. Hierdoor begonnen de prijzen op het einde van 2008 langzaam maar zeker te zakken. Ook in 2009 zakten de prijzen steeds verder met een dieptepunt in de zomermaanden. In de 2e jaarhelft van 2009 zijn de prijzen opnieuw aangetrokken. Over het algemeen is er sedert 2010 een tekort aan biologische melk op de Europese markt. Landen als Frankrijk, België en Nederland importeren zelfs melk uit het Verenigd Koninkrijk. Duitsland importeert eveneens uit Denemarken en Oostenrijk, terwijl Italië een afzetmarkt is voor Oostenrijkse melk. In België wordt de markt verstoord door import van melk uit het Verenigd Koninkrijk.
3.2. Productie in Europa 3.2.1. Algemene cijfers De productie van biologische melk in Europa is voornamelijk in 8 landen gelocaliseerd: Duitsland, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Frankrijk, Zweden, Zwitserland en Nederland. In Oostenrijk en Denemarken heeft de biologische melkproductie het opmerkelijke niveau van respectievelijk 14% en 9,8% van de totale nationale productie bereikt in 2010. Hiertegenover is België het kleine broertje. De biologische zuivelmarkt is dan ook een internationale zuivelmarkt die in Europa bepaald wordt door de grote Europese spelers. België is bijgevolg genoodzaakt om de markttendensen te volgen, eerder dan deze te kunnen bepalen.
8
DE
595
DK
440
UK
470
AT
425
FR
266 180
SE
205
CH NL
140
RO
52
LV
38
BE
31
NO
46
PL
26 13
CZ 0
100
200
300
400
500
600
700
Aanlevering biomelk aan melkerijen in verschillende Europese landen (2010 – miljoen kg melk) Bron: NEOMP
9
3.2.2. Duitsland Duitsland is de grootste producent van biologische melk in Europa. In 2010 werd er ca 640 miljoen liter bio-melk geproduceerd (2,2% van de totale nationale productie), waarvan 2/3 in het zuiden van het land. Daarvan wordt ca 595 miljoen liter verwerkt door zo’n 50 verwerkers van bio-melk. Dit is 9,1% groei in vergelijking tot 2009. Het overige deel is omschakelmelk of wordt rechtstreeks van de boerderij verkocht aan consumenten. Ook in 2011 blijft de biomelkproductie verder toenemen met zo’n 12% (januari t/m juli 2011). In 2010 was er een licht overschot aan biologische melk. Het dioxine schandaal rond de jaarwisseling in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen (begin 2011), heeft de verkoop van biozuivel echter weer sterk aangewakkerd. Mede hierdoor is er een licht tekort in 2011. De productie van biomelk in Duitsland is eerder beperkt in verhouding tot de Duitse consumptie aan biologische zuivel. Voor biologische melk en yoghurt bijvoorbeeld vertegenwoordigt deze respectievelijk 11% en 9% van de nationale consumptie (2010). Volgens Duitse GfK-cijfers voor het eerste semester van 2011 nam de verkoop van kaas toe met 11,1% (+5,9% in 2010), en deze van yoghurt met 7% en drinkmelk met +12% (10% in 2010). Zuiveldranken namen evenwel af in omzet (-4,4%). Vooral de assortimentsuitbreiding bij Aldi verklaart de sterke toename van de afzet.
Er wordt geschat dat 20% van de geconsumeerde zuivel geïmporteerd wordt, voornamelijk uit Denemarken en Oostenrijk. De belangrijkste ingevoerde producten zijn rauwe melk, kaas en consumptiemelk. Ook Belgische bedrijven vinden een belangrijke afzet van biologische kaas (eigen schatting van 33% van de kaasproductie) en boter in Duitsland. Het toenemende belang van de Deense zuivelindustrie op de Duitse biomarkt wordt geïllustreerd door de recente overname van de Zuidduitse melkerij Allgäuland met 200 biomelkleveranciers.
10
De biologische melkveehouders zijn er verenigd in een 40 à 50 leveranciersverenigingen, elk met een verschillende organisatiegraad. Om deze versnippering tegen te gaan, werden in 2008 twee melkpools opgericht, één voor Zuid-Duitsland en één voor Noord-Duitsland. Deze pools onderhandelen met melkveehouders en melkerijen over levervoorwaarden. Ondanks het behoorlijk versnipperde Duitse afzetlandschap, was er tot voor kort heel wat marktinformatie beschikbaar. Bioland registreerde reeds meerdere jaren de melkprijzen van een 30-tal biologische melkerijen. Deze werden gepubliceerd op www.biomilchpreise.de samen met andere relevante nationale en internatonale marktinformatie. Door de Duitse mededingingsautoriteiten werd echter beperkingen opgelegd aan dit informatiesysteem. In de toekomst zullen enkel gemiddelden per regio meegedeeld kunnen worden, of specifieke prijzen per melkerij met 6 maanden vertraging. De gangbare melkprijs was in 2010 gemiddeld 31 Eurocent/L (4,2% vet en 3,4% eiwit). De prijs voor biomelk lag gemiddeld tussen 39 en 43 Eurocent/L. Dit is gemiddeld 9,6 Eurocent hoger dan de gangbare melkprijs. Over het algemeen bestaat de producentenprijs van de melk uit een basisbedrag, dat meestal overeenkomt met de gangbare melkprijs, aangevuld met een biopremie tussen 4 en 14 Eurocent/L, afhankelijk van de melkerij waarbij de producent aangesloten is. In de herfst 2011 wordt een prijsstijging verwacht.
Maandelijkse melkprijzen in Duitsland 2006-2011 (incl. toeslagen en kortingen zonder nabetalingen; Eurocent/kg af melkveebedrijf bij 4,2% vet en 3,4% eiwit)
11
Een mooi initiatief in Duitsland is de fair trade actie van de Uplander Molkerei. Natuurvoedingswinkeliers kunnen bij de Molkerei stickers van 5 cent kopen en die op de melkprodukten plakken. Consumenten betalen dan 5 cent extra en dat geld gaat rechtstreeks naar de biologische producenten. Ook Naturland heeft een lastenboek opgemaakt voor Faire biologische ‘noord’ producten. Overeenkomstig dit lastenboek brengt de Molkerei Berchtesgadener Land een ‘Faire’ melk op de markt. Deze melk wordt eveneens op de Belgische markt verkocht (natuurvoedingskanaal). Vreemd is dat deze ‘faire’ melk in sommige Belgische winkels aan lagere consumentenprijzen wordt aangeboden dan concurrerende bioconsumptiemelk die geen ‘Fair’ claim maken. Duitsland is tevens een belangrijke leverancier van biologische smeltkaas op de Belgische markt. Meer info: www.bmelv.de ; www.ami-informiert.de ; www.biomilchpreise.de
3.2.3. Denemarken In Denemarken wordt jaarlijks ca. 475 miljoen liter biologische melk geproduceerd door ca 700 melkveehouders. Dit is 9,8% van de totale inlandse melkproductie. De grootste hoeveelheid biomelk wordt verwerkt door slechts één enkele grote verwerker, de coöperatie Arla Foods. Deze omvat zo’n 80% van de volledige zuivelindustrie. Arla Foods sluit contracten af met biomelkveehouders voor 13 maanden. Individuele melkveebedrijven zijn omvangrijk met een gemiddeld quotum van 780.000kg melk. In Denemarken is 33% van de inlandse consumptie van drinkmelk biologisch. Voor yoghurt is dat 15 à 20%. Schoolmelk is voor 50% biologisch. Diverse discounters bieden steeds vaker ook biologische producten aan, waaronder biomelk. Ze doen dit om hun imago te verbeteren en zo hun marktaandeel te verruimen of te behouden. De prijs aan de veehouders volgt de gangbare prijs met een biopremie. Bij Arla bedroeg deze biopremie 6 Eurocent in het eerste semester van 2008 en 9 Eurocent in de 2e jaarhelft van 2008. In september 2009 lagen de melkprijzen op 35 à 37 Eurocent/kg. Er zijn ons geen prijzen gekend na deze periode. Ook andere melkerijen, kleiner dan Arla, zijn zeer dynamisch en besteden vooral aandacht aan kwaliteitsproducten. Thiese is één van hen en verwerkt 100 miljoen kg melk op jaarbasis. Daarnaast verwerken ook Naturmælk en Ællingegård biologische melk. De Deense biomelkproductie wordt in belangrijke mate (30%) geëxporteerd. Vooral Duitsland is een belangrijke afnemer en met name de discounter Lidl.
3.2.4. Verenigd Koninkrijk In het Verenigd Koninkrijk wordt jaarlijks ca. 450 miljoen liter biologische melk geproduceerd door 500 biologische melkveehouders. Dit is ongeveer 4% van de totale inlandse melkproductie. De voorbije 2 jaar is de bio-productie lichtjes afgenomen met 9 miljoen kg. Reden voor dit verlies is de o.a. de relatieve prijsstijging van gangbare melk, waardoor het minder aantrekkelijk is om te schakelen en natuurlijke afvloeiing niet gecompenseerd wordt. Reeds enkele jaren kent het Verenigd Koninkrijk een overschot aan biomelk. Dit overschot (70 miljoen liter op jaarbasis) wordt 12
geëxporteerd naar o.a. Frankrijk, België en Nederland. Vooral in Frankrijk maar ook in Nederland is er een tekort aan biologische melk. Export naar het vasteland is bovendien attractief geworden door de waardevermindering van het Britse Pond. Het overschot wordt deels verklaard door de stilstand van de Britse biomarkt sedert het uitbreken van de economische crisis in 2008. Voor 2011 wordt verwacht dat zo’n 40 miljoen kg biomelk minder zal worden geproduceerd door het stopzetten van de activiteit op een aantal melkveebedrijven. Deze situatie staat in schril contrast met de voortrekkersrol die het Verenigd Koninkrijk had Europa van 2005 tot 2008, met een zeer sterke groei van de biologische (zuivel-)markt. In het Verenigd Koninkrijk was er van begin 2006 tot en met 2007 een tekort aan biologische melk. Heel wat biologische melk werd vanuit het continent ingevoerd om aan de vraag te kunnen voldoen. Het is de verwachting dat de Britse biologische zuivelmarkt in 2012 opnieuw tot een evenwicht zal komen tussen vraag en aanbod. Zuivel is met 33% omzetaandeel in de biomarkt de grootste productgroep.
De Organic Milk Suppliers Coöperative (Omsco) haalt jaarlijks ongeveer 320 miljoen kg melk op bij haar 300 leden en onderhandelt rechtstreeks met grote afnemers van bio-melk. Deze wordt verkocht aan grote afnemers, waarvan Yeo Valley en Arla de belangrijkste zijn. Opvallend is het belangrijke budget van 1,7 miljoen Euro (cijfer 2011) dat Omsco spendeert aan promotionele acties om de vraag naar biologische zuivel aan te zwengelen. Dit gebeurt o.a. door reclame op televisie en in magazines. Ook in het verleden investeerde Omsco met succes in de promotie van biologische zuivel. Naast Omsco bestaan 4 levergroepen voor rechstreekse levering aan de melkerij. De belangijkste consumptie van biologische melk in het Verenigd Koninkrijk is onder de vorm van gepasteuriseerde drinkmelk (7% marktaandeel, 300 miljoen liter). Deze productcategorie kende in 2010 een lichte groei van 1 à 2%. Yoghurt heeft een marktaandeel van 10% (65 miljoen liter). Dit marktaandeel nam in 2010 toe met +8%. Biokaas heeft een marktaandeel van slechts 1,5% (40 miljoen liter melk) en kende in 2010 een negatieve groei van -10% (+18% in 2008). De overige melk wordt vermarkt onder de vorm van voedingsingrediënten, melkpoeder en boter. 70 miljoen liter/jaar wordt geëxporteerd. Hiervan wordt een deel in België verkocht of verwerkt (melkpoederproductie bij Limelco). 13
De biomelkprijs lag in 2010 op 40 à 44 Eurocent/L (4,2% vet en 3,4% eiwit) en in de eerste jaarhelft van 2009 op ongeveer 35 Euro/100 liter. Op dit ogenblik is er geen bijkomende omschakeling van melkveehouders en experten verwachten geen extra productie door omschakeling in de komende 3 jaar. Op dit ogenblik neemt Omsco geen extra omschakelaars meer aan.
3.2.5. Oostenrijk In Oostenrijk heeft de biologische melkproductie het opmerkelijke niveau van 14% van de totale nationale melkproductie bereikt. In totaal wordt 476 miljoen liter biomelk geproduceerd door zo’n 18% van de melkveehouders (9.192 bedrijven – 94.638 koeien). 459 miljoen liter wordt aangeleverd aan melkerijen, het overige deel betreft rechtstreekse verkoop aan consumenten. Voor het voorjaar en het begin van de zomer 2011 blijkt een achteruitgang van de biologische melkaanleveringen vastgesteld. Dit is in tegenstelling tot de oorspronkelijke verwachtingen van productietoename en wordt verklaard door het slechte voorjaar waardoor er een tijdelijk voedertekort is ontstaan. Het is niet duidelijk of de zomerproductie de achterstand voor 2011 zal kunnen goedmaken. Men verwacht een licht tekort aan biomelk in 2011. Ongeveer 50% van de Oostenrijkse biomelk wordt geëxporteerd naar Italië. Zo’n 30% wordt naar Duitsland geëxporteerd. De gemiddelde prijs voor biomelk bedroeg 39 Eurocent/L in 2010 (4,2% vet en 3,4% eiwit). Dit is gemiddeld 7 Eurocent/L meer dan de gangbare melkprijs. Er is sprake van een toenemende neerwaartse druk op de prijs. Zo’n 60 melkerijen zijn actief met biologische zuivel. Slechts een 15 hiervan verwerken zo’n 80% van het totale volume. De belangrijkste biologische zuivelproducten zijn verse melk (16,7%) en ESL-melk (13,8%). Een 100-tal kaasmakerijen verwerken biomelk. Ongeveer 50 miljoen kg melk wordt rechtstreeks door melkveehouders aan consumenten verkocht. Vooral in de cateringsector groeit het marktaandeel zienderogen. In Wenen bv. zijn zo goed als alle zuivelproducten in bejaardentehuizen, hospitalen, scholen en crèches, van biologische herkomst. Experten zijn optimistisch voor wat de toekomst betreft. Enerzijds wordt de omschakeling naar biologische melkveehouderij gestimuleerd vanuit de overheid en maar ook vanuit het bedrijfsleven. Zo ontwikkelde de distributieketen Hofer, Oostenrijks filiaal van Aldi, het programma “Zurück zum Ursprung” (terug naar de oorsprong). Producenten krijgen in dit programma een meerprijs van 9,5 Eurocent/L biomelk tot einde 2013. Tijdens de omschakelperiode is er een meerprijs van 1,5 Eurocent/kg. Meer info: www.ama.at
3.2.6. Frankrijk Frankrijk is een belangrijke importeur van biologische melk. Het grote tekort aan biomelk is een gevolg van de sterk groeiende markt (zie ook hoger). De voorbije jaren werd echter tegelijk ook sterk omgeschakeld, zodat men kan verwachten dat er op langere termijn een evenwicht zal ontstaan tussen vraag en aanbod of zelfs een overschot aan biomelk. In Frankrijk wordt ongeveer 274 miljoen kg biomelk aangeleverd aan melkerijen (+7,5% tov 2009; 1,1% van de nationale productie; 1320 producenten). In de eerste helft van 2011 werd 19% meer biomelk aangeleverd in vergelijking tot dezelfde periode in 2010. 14
Grafiek: Evolutie van de opgehaalde biomelk in Frankrijk (miljoen liter) (bron: CNIEL) Uit bovenstaande grafiek blijkt duidelijk dat er in Frankrijk zeer sterk wordt omgeschakeld, waardoor heel wat extra biomelk verwacht wordt in 2012 en 2013. Het is wel nog onduidelijk of dit toegenomen aanbod voldoende zal zijn om de steeds toenemende vraag naar biozuivel volledig in te vullen.
Kaas; 15% Consumptiemelk ; 45%
Boter; 28%
Verse zuivel; 9%
Gecond. Room; 3%
Diagramma: gebruiksbestemming van biologische melk (bron: CNIEL) Ongeveer 80% van de biomelk wordt opgehaald door grote melkerijen zoals Entremont, Sodiaal en Lactalis. Een andere belangrijke speler is BioLait. Dit is coöperatie van 500 biologische melkveehouders actief op 310 melkveebedrijven. Ze heeft als motto “Bio, overal en voor iedereen”. In dat kader wordt ook de biomelk van meer afgelegen melkveebedrijven opgehaald. Dit resulteert in een vrij hoge ophaalkost voor de melk. In sommige afgelegen gebieden met weinig biologische melkveebedrijven wordt daarom de melk soms door een gangbare melkerij opgehaald, maar wel als biologische melk uitbetaald door BioLait.
15
Naast BioLait zijn er nog andere biologische melkveehoudercoöperaties zoals bv. BioGam (6,5 miljoen kg melk; actief in het noordoosten) en Lait bio du Maine. Ongeveer 50% van de biologische melk wordt verwerkt tot UHT-drinkmelk. Om aan de inlandse vraag tegemoet te komen wordt ongeveer 20 à 25% van de benodigde melk ingevoerd o.a. uit het Verenigd Koninkrijk. Ook uit België wordt biologische melk ingevoerd. De melkerij van Walhorn, die deel uitmaakt van de Franse zuivelgigant Lactalis is een belangrijke leverancier van UHT-melk. De afzet van UHT-melk nam in 2010 met 8% toe in vergelijking tot 2009. Ook in de eerste jaarhelft van 2011 gaat de groei gestaag verder. Bij yoghurt en boter werd zelfs een groei genoteerd van respectievelijk +25% en +14%. Biologische kaas (groei van 62% (!) in 2010) wordt in belangrijke mate geëxporteerd. Opvallend is de toegenomen afzet van room (+10% in 2010) door de introductie van UHT-room in kleinverpakking in het supermarktkanaal. Voor room en kaas dient te worden opgemerkt dat het kleinere volumes betreft. Een beperkte wijziging in volume kan een grote variatie in percentage veroorzaken. De melk wordt uitbetaald aan ongeveer 43 à 45 Eurocent/L (4,2% vet en 3,4% eiwit). De consumentenprijs voor biologische consumptiemelk blijkt sedert 2008 te dalen en stabiliseert sedert het begin van 2011. Dit is wellicht een gevolg van de toegenomen concurrentie tussen verkooppunten en tevens een gevolg van schaalvoordelen door het toegenomen volume. Meer info: www.agencebio.org ; www.cniel.com ; www.franceagrimer.fr
3.2.7. Zweden In Denemarken en Zweden is er één grote verwerker, de coöperatie Arla Foods, die 80% van de zuivelindustrie omvat. Er wordt door ca 700 melkveehouders in Denemarken en 330 in Zweden respectievelijk 475 miljoen en 154 kg bio-melk per jaar geproduceerd. In 2010 werd ongeveer 30 miljoen kg melk omgeschakeld naar bio!
3.2.8. Zwitserland Ongeveer 2000 Zwitserse biologische melkveehouders produceren jaarlijks 210 miljoen liter melk (5% van de totale nationale melkproductie). Terwijl de vraag naar biologische melk toeneemt (30% groei tussen 2005 en 2010), is er sedert begin 2011 voor het eerst sprake van een productietekort. Dit is een rechtstreeks gevolg van de overproductie van ongeveer 5% in de voorbije jaren, met navenante slechte prijsvorming. Om overproductie te vermijden werd omschakeling de voorbije jaren ontmoedigd. Sedert begin 2011 is er van overproductie geen sprake meer en dreigt eerder een tekort. In die mate zelfs dat biomelk geïmporteerd zal moeten worden. Vijf coöperaties van biologische melkveehouders richtten in 1999 BioMilchPool op. Deze handelsonderneming haalt ongeveer 65 miljoen kg biomelk op bij zo’n 800 leveranciers. Daarnaast is er ook de ZMP met 20 miljoen kg biomelk. De melkprijs ligt op 60 à 66 Euro/kg (4,2% vet en 3,4% vet) (BLW). Omschakeling is er nauwelijks en werd in het recente verleden door enkele melkerijen bemoeilijkt door een lange wachttijd van 4 jaar vooraleer de melk als biologisch kan worden aangeleverd.
16
Ongeveer 10 à 15% van de Zwitserse biozuivel wordt geëxporteerd, voornamelijk onder de vorm van enkele typische kaassoorten. Om de Noord-Amerikaanse markt te kunnen bespelen (kaas en melkchocolade) zijn talrijke bedrijven ook NOPgecertifieerd. Dit houdt o.a. een antibiotica-vrije productie in. Sedert 1 mei 2009 is de Zwitserse zuivelmarkt geliberaliseerd. Het quotumsysteem werd er afgeschaft. Meer info: www.blw.admin.ch
3.2.9. Nederland Nederland produceert met 320 biologische melkveehouders ongeveer 140 miljoen kg biomelk op jaarbasis. Belangrijke spelers zijn Friesland Campina (40%), EkoHolland (40%) en Rouveen (10%). EkoHolland is een coöperatie van 99 uitsluitend biologische melkveehouders die de melk van haar leden verhandelt. Vecozuivel en Arla zijn belangrijke klanten van EkoHolland. Nederland kende in 2010 een sterke groei van de vraag (AMI rapporteert +17% in het eerste semester van 2010). Verschillende supermarktketens startten in 2010 met biozuivel of breiden het asortiment uit. Het gangbare merk “Boerenland” werd omgevormd naar een merk “bereid met biologische melk”. Volgens insiders gaf dit een sterke boost aan de verkoop van het merk. In 2011 is er een tekort aan biologische melk. Om dit op te vangen wordt melk ingevoerd uit ondermeer het Verenigd Koninkrijk (20 miljoen liter/jaar). Ook Belgische rauwe melk wordt naar Nederland geëxporteerd. Bij EkoHolland wordt een biopremie betaald van 0,14 Euro/L bovenop de huidige gangbare melkprijs. EkoHolland betaalt haar leden momenteel 47,5 Euro/L. Opvallend is de bijzonder lage ophaalkost van EkoHolland (2 Eurocent/L). Op dit ogenblik is er nauwelijks omschakeling naar biologische melkveehouderij. Nochtans moedigt EkoHolland de omschakeling aan van 40 melkveehouders. Omschakelende melkveehouders komen op een wachtlijst te staan en mogen pas biologisch leveren als de markt dit toelaat, maar dit is op dit ogenblik het geval. De markt voor biologische zuivel is de voorbije 10 jaren verdubbeld. Belangrijk element in deze groei is dat er veel reclame wordt gemaakt voor biologische melk. In juni 2011 werd in Nederland ook gestart met de productie van biologische koffiemelk in cupjes van 10g. Deze worden ook in België vermarkt. Meer info: www.bionext.nl
3.2.10. Noorwegen Noorwegen maakt geen deel uit van de EU en hanteert een eigen koers op het vlak van zuivelproductie. Er wordt zo’n 46,5 miljoen liter biomelk opgehaald bij 343 producenten. Dit is 2,7% van de totale Noorse melkproductie. Slechts 38% van de geproduceerde biomelk wordt ook als bio vermarkt. Eén grote coöperatie (Tine – 95% marktaandeel) en 4 kleinere melkerijen zijn er actief. De melkprijs in Noorwegen wordt jaarlijks vastgelegd tijdens onderhandelingen tussen de overheid en de landbouworganisaties. In 2010 bedroeg die 55 Eurocent/L (4,2% vet en 3,4% eiwit) voor gangbare melk. Alle biomelk (dus ook deze die gangbaar verkocht wordt; i.e. 46,5 miljoen liter) krijgt een biopremie van 10 Eurocent/L melk uitbetaald bovenop de gangbare prijs. In 2010 is ook de supermarktketen Coop met een eigen biomelk-merk gestart: Änglamark. Biologische zuivel wordt nauwelijks geïmporteerd of geëxporteerd. 17
Biokaas wordt in beperkte mate geïmporteerd. Er zijn belangrijke belemmeringen (quota) om kaas in Noorwegen te importeren.
3.2.11. Polen In Polen zijn ongeveer 200 biologische melkveehouders actief die samen 27 miljoen kg biomelk produceren. Algemeen is de vraag groter dan het aanbod. Maar wellicht omwille van de gebrekkige (transport-)infrastructuur wordt slechts 20% van de biomelk als ook als bio opgehaald. De overige melk wordt gangbaar verkocht. Er zijn 7 melkerijen die biomelk verwerken. Men schat dat een beperkte hoeveelheid melk (1,8 mio liter) wordt geëxporteerd tegenover een geschatte import van 1 mio liter. Het geringe prijsverschil tussen gangbare en biologische melk is te beperkt (0,06 Euro/kg 4,2% vet en 3,4% eiwit) om omschakeling aan te moedigen (Bron: Tomasz Sakowski).
3.2.12 Omschakeling in Europa Met uitzondering van Frankrijk en in mindere mate Duitsland is er nauwelijks omschakeling naar biologische melkveehouderij in Europa. Het is de verwachting dat de extra melk die in de komende 2 jaar in Frankrijk zal worden geproduceerd integraal op de Franse markt zal worden afgezet.
4. Belgische markt voor biologische melk 4.1. Productie in Vlaanderen en België Overeenkomstig een bevraging bij de belangrijkste ophalers van biologische melk en de belangrijkste kaasmakerijen wordt in België ongeveer 32 miljoen liter biologische melk geproduceerd, waarvan 6 miljoen liter in Vlaanderen. Dit is ongeveer 1,1% van de totale melkproductie in België. De netto-productie is in Vlaanderen nagenoeg stabiel gebleven in de voorbije jaren. Een groot deel van de melk wordt aan industriële afnemers verkocht. In 2009 zijn heel wat Waalse melkbedrijven omgeschakeld. De verwachting is dat in de loop van 2011 en 2012 zo’n 5 miljoen liter biologische melk extra zal worden geproduceerd door deze nieuwe leveranciers. In Vlaanderen is de interesse voor omschakeling eerder beperkt, maar niet onbestaande. In Wallonië is ongeveer een kwart van de bioproducenten melkveehouder, hetzij 209 bedrijven. Naast de productie van koemelk (180 bedrijven) wordt in Wallonië ook geitenmelk geproduceerd (19 bedrijven), paardenmelk (4 bedrijven) en schapenmelk (6 bedrijven). De melk van schapen, geiten en paarden wordt in belangrijke mate rechtstreeks aan de consument verkocht. De productie situeert zich voornamelijk in de provincies Luik en Luxemburg, en in mindere mate ook in de provincies Namen en Henegouwen.
18
4.2. Ophaling van biomelk in België In België zijn 5 grootschalige ophalers van biologische melk actief: - BioMelk Vlaanderen / BioLait Wallonie haalt zo’n 12 miljoen liter biomelk op bij zo’n 50 leden verspreid over heel België. - De melkerij van Walhorn (Lactalis) haalt biomelk op in Wallonië, Nederland en Duitsland. 39 miljoen liter biomelk wordt jaarlijks verwerkt (op een totaal van 589 miljoen liter). Er worden in hoofdzaak 3 producten vervaardigd: consumptiemelk (UHT), poedermelk voor de voedingsindustrie en room voor de boterproductie. - De melkerij Lac+/Chéoux haalt biologische melk op in Wallonië. Belangrijkste productie is consumptiemelk (UHT). - Milch Union Hocheifel (MUH) is een Duitse melkerij, die tevens biologische melk ophaalt in de Oostkantons. - Sedert kort haalt ook Mik – Pur Natur biologische melk op in België. Deze firma is pionier en Belgisch marktleider op het vlak van de productie van biologische yoghurt en platte kaas. Na de overname in 2010 van de firma Vermeersch (producent van o.a. room en verse consumptiemelk (ESL)) is Pur Natur nu ook gestart met een eigen ophaalronde. Voorheen werd echter uitsluitend gewerkt met externe aanvoer van biomelk. Daarnaast zijn er enkele kleinere ophalers van biologische melk. Het gaat om ambachtelijke kaasmakers die hun melk zelf ophalen bij één of meerdere producenten. BioMelk Vlaanderen cvba is de enige Belgische coöperatie die uitsluitend biologische melk ophaalt en verhandelt.
4.3. Industriële verwerking van biologische zuivel in België Biologische melk wordt tot een breed assortiment aan zuivelproducten verwerkt, zoals consumptiemelk, kaas, boter, yoghurt, platte kaas, room enz...
4.3.1. Consumptiemelk Biologische UHT-melk wordt in België geproduceerd door de melkerijen van Walhorn (20 miljoen liter/jaar), Friesland Campina (Aalter en Sleidinge) en Laiterie des Ardennes (voormalig Lac+ Chéoux). Belangrijke afzetkanalen zijn de Belgische grootdistributie en de Franse markt (o.a. onder het merk Lactel). Daarnaast wordt nog UHT-aardbeidrink en chocodrink geproduceerd door Inza (Milcobel-groep), vnl. voor de internationale markt. Inex produceert een biologische gesteriliseerde chocomelk voor Delhaize. Limelco in Zonhoven is in 2011 eveneens begonnen met de productie van UHT-consumptiemelk in ½ liter verpakking. Het betreft een samenwerking met BioSano en BioMelk Vlaanderen om een ‘Faire’ melk op de markt te brengen, gecommercialiseerd onder de merknaam Bionido. De melkgrondstof van melkverwerkende bedrijven wordt deels in België en deels in het buitenland aangekocht. Hierbij is het Verenigd Koninkrijk een belangrijke leverancier.
19
4.3.2. Kaas - Er zijn talrijke biologische kaasmakerijen in België met een zéér breed assortiment aan kaassoorten. De belangrijkste vind je terug op www.fromagesbiodewallonie.be of op www.belgischekazen.be - De meeste biologische kaasmakers werken ambachtelijk en vaak met rauwe melk. Voorbeelden zijn “Het Hinkelspel” (rauwmelkse kaas, o.a. een blauwschimmelkaas), de “Damse kaasmakerij” (o.a. Damse Brie), de “Fromagerie des Ardennes” (o.a. Le Wavreumont; 80 Ton kaas), “Het Molenhof” en “Het Dischhof” (o.a. rauwmelkse camembert). De “Fromagerie de la Vallée de la Salm” is een enigszins grotere kaasmakerij (240 Ton kaas). Opvallend is dat sedert een 3-tal jaar 3 belangrijke biokaasmakerijen gestart zijn met de productie van biologische geitenkaas. - De Kaasmakerij van Chimay en Herve Société zijn in de loop van 2009 gestart met de productie van biologische kazen in opdracht van BioMelk Vlaanderen. Deze laatste commercialiseert de kaas. - De Duitse markt is de belangrijke afzetmarkt voor de Belgische biologische kaasmakers. Volgens een eigen schatting gaat 1/3 van de Belgische biologisch geproduceerde kaas naar Duitsland. Daarnaast wordt ook geëxporteerd naar Frankrijk, Nederland en de Verenigde Staten.
4.3.3. Room en boter Friesland Campina (Aalter) is een belangrijke afvuller van UHT-room in 20ml TetraPack voor Colruyt, Carrefour en Delhaize. Interessant is ook de mogelijkheid van Walhorn en Vermeersch om consumptie en room in hoeveelheden tot 1000L aseptisch te verpakken. Die verpakkingsvormen zijn bruikbaar voor gaan naar kleine ondernemingen die de melk ambachtelijk verder verwerken. In oktober 2011 introduceert Pur Natur enkele (voor hen nieuwe) roomproducten: verse room 38% en zure room 30%. Een belangrijke fabrikant van biologische boter is de Büllinger Butterei. Deze is internationaal actief en prijzen volgen de Europese markt. Daarnaast zijn er diverse hoevezuivelaars die biologische boter produceren. Vooral voor rauwmelkse boter is de vraag permanent hoger dan het aanbod! Probleem hierbij is echter de afzet van de magere melk.
4.3.4. Yoghurt Pur Natur is de grootste Belgische producent van biologische yoghurt en platte kaas. Een kleinere, maar niet onbelangrijke speler is de Fromagerie des Ardennes. Sedert kort is Pur Natur ook gestart met een lijn magere yoghurtproducten.
4.3.5. Roomijs Twee industriële (Ysco Langemark – Milcobel; Galana) en drie ambachtelijke bedrijven (Valimaco, De Trommelhoeve, Ijsbar René) produceren biologisch roomijs. De firma Galana is pas recent met de productie van biologisch roomijs gestart. Ysco produceert biologisch roomijs onder private label. Ijsbar René werd recent overgenomen door BNIP (Belgian Natural Ice Cream).
20
Er lijken marktkansen te bestaan voor ambachtelijke biologische frisco (roomijs op een stokje met een chocolademantel). Dit is op dit ogenblik slechts in beperkte mate beschikbaar.
4.3.6. Melkpoeder Biologisch melkpoeder wordt geproduceerd bij Walhorn en bij Limelco (o.a. op basis van Britse biomelk). Het verpoederen van melk gebeurt meestal in perioden met overaanbod aan melk in verhouding tot de vraag. Typisch zijn dat de vakantieperiodes (bv. Kerst) als de andere melkerijen lagere producties draaien. Poedermelk heeft als voordeel dat het lang houdbaar is en relatief makkelijk te transporteren en op te slaan. Het is dus een alternatief om productie overschotten over een langere periode te vermarkten. Melkpoeder wordt o.a. gebruikt in de productie van chocoladeproducten en yoghurt. Een ander facet van het verpoederen van melk is dat de installaties in die mate groot zijn dat de aangeleverde hoeveelheden ook overeenkomstig groot moeten zijn. Om dit te ondervangen is samenwerking op Europese schaal belangrijk om samen voldoende grote hoeveelheden tegelijk te laten verpoederen.
4.4. Import en export van biologische zuivel Officiële cijfers met betrekking tot import en export van biologische zuivel zijn niet beschikbaar. Volgens eigen schattingen wordt 23 miljoen liter rauwe melk geïmporteerd. Importhoeveelheden van verwerkte zuivelproducten zijn ongekend. Daarnaast wordt volgens eigen schattingen 8 miljoen liter rauwe melk geëxporteerd. We schatten dat meer dan 10 miljoen liter melk geëxporteerd wordt onder vorm van verwerkte zuivelproducten.
4.5. Vraag naar biologisch zuivel in België We baseren ons hier op cijfers van GfK die in opdracht van VLAM werden opgemeten. Hieruit blijkt dat de particuliere bestedingen van biologische producten in 2010, 421 miljoen Euro bedroegen (+20% t.o.v. 2009). Het marktaandeel nam toe tot 1,8% in 2010 (1,5% in 2009). Zo’n 18% van de Belgische bevolking zijn frequente biokopers. De frequente biokoper koopt minstens éénmaal om de 10 dagen bio. Deze groep staat in voor 78% van alle biobestedingen en is groeiend. In Vlaanderen ligt het aantal biokopers met 90,3% hoger dan het nationale gemiddelde. Binnen de productgroepen zijn er grote verschillen in kopersaantallen. De kopersgroep van biogroenten is met 58% veruit de belangrijkste en kende vorig jaar ook een enorme groei. Meer dan de helft van de Belgen koopt dus wel eens biogroenten.De tweede belangrijkste kopersgroep is fruit met 36% die, vorig jaar, zuivel met 33% heeft voorbij gestoken. De besteding aan biologische zuivel bedraagt 51 miljoen Euro in 2010. Alle biocategorieën trokken vorig jaar meer kopers aan.
21
Potentieel bij de welgestelde gezinnen met kinderen In absolute cijfers zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden de belangrijkste groep biokopers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor ruim de helft van de biobesteding terwijl zij zo’n 41% van de bevolking uitmaken. Hun aandeel in de biobesteding en in de bevolking is wel groeiend. Er is evenwel bij de welgestelde gezinnen met kinderen nog potentieel omdat deze groep met een marktaandeel van 1,6% onder het gemiddelde van 1,8% zit. Huishoudens met kinderen met een beperkt inkomen haken verder af en scoren met een marktaandeel van 0,9% ver onder het gemiddelde. Wellicht is de prijs voor hen een te grote drempel om bio te (blijven) kopen. Deze groep heeft, door de crisis, zijn biobestedingen gevoelig teruggeschroefd. Jonge alleenstaanden (<40j) zijn wat ondervertegenwoordigd bij het totaal aantal biokopers maar éénmaal overtuigd zijn het wel intensieve biokopers. Zij halen met 2,4% zelfs het hoogste marktaandeel. Ook de oudere alleenstaanden (>40j) scoren qua bio-aandeel boven het gemiddelde. Marktaandeel bio varieert sterk van product tot product De biologische producten haalden in 2010 een marktaandeel van 1,8% binnen de totale gezinsbestedingen aan voedingsproducten in België. In 2009 bedroeg dit slechts 1,5%. Het marktaandeel van bio verschilt wel sterk van product tot product. De producten met het hoogste bio-aandeel zijn vleesvervangers met bijna 21%, eieren (8,3%), groenten (4,8%) en brood (3%). De vleeswaren staan op de laatste plaats met 0,6%.
22
De bioklant houdt van gespecialiseerde kanalen en het persoonlijk contact met de verkoper Bijna één op twee bioaankopen gebeurt in de klassieke supermarkt (DIS 1: Carrefour Hyper/Market/GB, Delhaize Supermarkt, Colruyt, Cora, Match, Makro, Champion) en de hard discount (Aldi en Lidl). DIS 1 is met bijna 46% van de markt het belangrijkste biokanaal maar verloor vorig jaar wel terrein aan harddiscount en buurtsupermarkt. De andere helft van de biobestedingen gebeurt in de gespecialiseerde kanalen en de kanalen met rechtstreeks contact tussen klant en verkoper namelijk de speciaalzaak, de hoeve, de openbare markt en de buurtsupermarkt (o.a. Delhaize AD/City/Proxi, Carrefour Express, Okay, Smatch, Spar, Cash Fresh...). De speciaalzaak/natuurvoedingswinkels/overige algemene voeding (inclusief bioplanet) zijn met 30,8% het tweede belangrijkste kanaal en de grootste groeier, al lijkt deze groei te stagneren. Een verschil met de gangbare producten is het lage aandeel van hard discount. Dit kanaal betekent voor bio minder dan 4% tegenover 17% voor de gangbare voeding. De rechtstreekse verkoop zag zijn aandeel vorig jaar stagneren op 3,4%. De openbare markt daalde lichtjes naar 4,3% marktaandeel.
Prijsverschil bio versus gangbaar Bio is gemiddeld een derde duurder dan niet-bio. Over de jaren heen is dit prijsverschil quasi stabiel. Er zijn wel grote prijsverschillen tussen bio en gangbaar afhankelijk van het product. Het grootste verschil is er bij bio-eieren en braadkip (+75%) en het kleinste bij biogroenteburgers (+2%). Ook de evolutie van het prijsverschil verschilt van product tot product. Bij bioaardappelen werd het verschil kleiner over de jaren heen. Bij biotomaten werd het verschil groter.
23
Voor halfvolle melk schommelde het prijsverschil de laatste jaren wel wat maar gemiddeld is bio hier twee derde duurder. Voor yoghurt en geitenkaas is de meerprijs quasi stabiel gebleven op respectievelijk 29% en 38%. Biobrood is zo’n 30% duurder dan de gangbare variant. Bij varkenskotelet werd het verschil tussen bio en niet-bio groter. De surplus steeg in drie jaar tijd van 35 naar 59%.
5. Markt voor geitenzuivel In Vlaanderen is er eveneens een niet onbelangrijke productie van biologische geitenmelk. In totaal zijn er een 6 professionele biologische geitenhouders. Binnenkort komen er twee bij: een gangbare boer die in omschakeling is en een nieuw bedrijf dat meteen biologisch opstart. Eén bedrijf verwerkt zelf alle melk tot kaas. De meeste geitenhouders leveren hun melk aan de Organic Goatmilk Coöperatie (OGC). De coöperatie OGC werd in 2009 opgericht en telt ongeveer 20 Nederlandse en Vlaamse leden. OGC haalt de biologische geitenmelk van haar leden op en verhandelt deze aan zowel nationale als internationale melkverwerkers. Het is de verwachting dat OGC zo’n 8 miljoen kg biogeitenmelk zal ophalen en verhandelen in 2011. Na twee jaren van lage prijzen is de geitenmelkprijs nu opnieuw op het aanvaardbare niveau. De afzetperspectieven zijn goed, vooral dan voor export richting Frankrijk. Het is echter een uitdaging om in de toekomst ook de Belgische markt voor biogeitenzuivelproducten te ontwikkelen, om minder afhankelijk te zijn van export. Opvallend is alvast het initiatief van Nederlandse geitenhouders om ook het geitenvlees te vermarkten (www.geitenvlees.com). Een belangrijk deel van de Vlaamse geitenmelk wordt verwerkt tot kaas. Belgische producenten van geitenkaas zijn Le Larry, Capra, Het Hinkelspel, Fromagerie des Ardennes, De Volle Maan en ’t Reigershof. Damse Kaasmakerij heeft plannen om in
24
de nabije toekomst te starten met de productie biologische geitenkaas. Men kan stellen dat de vraag naar biologische geitenkaas over het algemeen groter is dan het aanbod.
6. Afzetkanalen In de belangrijkste Belgische supermarkten Carrefour, Colruyt en Delhaize wordt een volledig assortiment biologische zuivelproducten aangeboden. Meestal onder het eigen huismerk, al wordt de yoghurt en platte kaas van Pur Natur en enkel typische kazen (Damse Mokke bij Colruyt – Herbie bij Delhaize – Wavreumont bij Delhaize) ook onder de nationale merknaam verkocht. De herkomst van de melk voor de productie van consumptiemelk is vaak moeilijk te achterhalen. In sommige gevallen gaat het om buitenlandse melk die wel in België wordt afgevuld, bv. door Campina, Walhorn of Chéoux (UHT). Het Nederlandse Ecomel (onderdeel van Friesland Campina) is vaste leverancier bij Delhaize met gepasteuriseerde melk. Candia (Fr) is leverancier van biologische babymelk. Pur Natur heeft de voorbije 2 jaar zijn assortiment uitgebreid met magere zuivelproducten en met gepasteuriseerde melk (ESL) in een EloPack-verpakking. Recent werden ook enkele roomproducten op de markt gebracht. Bij de natuurvoedingswinkels worden nogal wat buitenlandse zuivelproducten verkocht. Zo zijn Heirler (D, vnl. yoghurt), Andechser (D, vnl. yoghurt), Parmalat (D, melk), Zuiver Zuivel (Nl, vnl. melk, yoghurt en kaas) Dinkelland (Nl, melk) en Waddenzuivel (Nl, kwark) belangrijke leveranciers. De keuze voor buitenlandse zuivelproducten is hier vaak geïnspireerd door het streven naar onderscheidend vermogen t.o.v. het supermarktkanaal. Belangrijke groothandels actief in de biologische zuivel zijn BioFresh (breed assortiment), Ecodis (gespecialiseerd in biologische zuivel, vooral actief in Brussel en Wallonië), Real (specialist in kaas) en Kaasimport Jan Dupont (specialist in kaas). Belangrijke groothandels actief in de Duitse biologische kaasmarkt zijn Weiling, Bartke, Vallée Verte en Jürgen Würth.
25
7. Prijsvorming In de onderstaande figuur wordt de evolutie van de gangbare en de biologische melkprijs weergegeven. Van juli 2002 tot juli 2007 volgt de melkprijs een vrij constante seizoensgebonden beweging, waarbij de biologische melkprijs steeds ongeveer 5 Euro/100L extra bedraagt in verhouding tot de gangbare prijs. Vanaf de zomer van 2007 begint de melkprijs echter aan een forse klim en komt de gangbare prijs in het najaar 2007 zelfs boven de bioprijs. De reden hiervan is dat de bioprijs op dat ogenblik in grote mate vastlag via contractuele verbintenissen, terwijl de gangbare melkprijs de wereldwijd sterk toegenomen vraag reflecteert. Zodra de contracten voor biomelk verlopen waren, kon de prijs verder stijgen door de toegenomen vraag en de relatieve aanbodskrapte. Door deze hoge melkprijzen zijn industriële voedingsbedrijven echter dra overgeschakeld naar alternatieve ingrediënten. Dit resulteerde uiteindelijk in een nieuwe prijsdaling, die versterkt werd door de wereldwijde financiële en economische crisis. Vanaf augustus 2009 trekt de melkprijs opnieuw aan. Voor gangbare melk gebeurt dit echter op een meer continue wijze dan voor biomelk. Ook de seizoensschommelingen zijn meer uitgesproken voor bio. Het prijsverschil tussen gangbaar en bio lijkt opnieuw af te nemen.
26
jul-‐02 Dec.02 mei-‐03 okt./03 maart 04 augustus04 jan. 05 juni 05 november 05 april 06 september 06 februari 07 juli 07 dec.07 mei 08 oktober 08 maart 09 augustus 2009 januari 2010 juni 2010 november april 2011
Euro/100L (38g vet/L - 33,5g eiwit/ L)
Melkprijs aan producent (België)
50,00 45,00 40,00 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00
Gangbaar Bio
27
8. Marktkansen Het aangeven van marktkansen is een delicate zaak. Niemand kan met zekerheid de toekomst voorspellen. Zeker in een kleine, internationale markt zijn er talrijke factoren die moeilijk te beheersen zijn. De omschakelperiode van 2 jaar voor biologisch melkvee bemoeilijkt bovendien het soepel inspelen op wisselende marktsituaties. Dit alles maakt het biologisch ondernemen risicovol. Kaas Er zijn ongetwijfeld marktkansen voor biologische kaas. Vooral Duitsland vormt een belangrijke afzetmarkt voor Belgische biologische kaas, en is nog steeds vragende partij naar nieuwe producten. Ook de Belgische F1 en F2 retail en de Franse markt bieden ongetwijfeld kansen. Ook groothandels uit de Verenigde Staten zijn vragend naar Belgische kaasspecialiteiten. In het najaar 2011 blijkt er een tekort aan biologische geitenkazen. Algemeen is het belangrijk is om unieke producten met toegevoegde waarde te kunnen aanbieden. Toegang tot het F1-retailkanaal vereist in toenemende mate een intern kwaliteitsopvolgingssysteem zoals bv. BRC of FEDIS-light. Melkpoeder Er is een toenemende vraag naar biologisch melkpoeder voor gebruik als voeding bij biologische kalveren en lammeren. Omschakeling We stellen vast dat in de meeste Europese landen de vraag naar biologische zuivel verder toeneemt, zij het minder sterk dan in de voorgaande jaren. Omgekeerd blijkt het aanbod te stagneren. Frankrijk en Duitsland zijn hierbij een uitzondering, maar gezien de sterke vraaggroei en het huidige tekort, gaan we er van uit dat de extra Franse productie in de komende 2 jaar volledig in eigen land zal worden afgenomen. We kunnen dus concluderen dat de er in de komende jaren een licht tekort zal ontstaan aan biologische melk op de Europese markt. Dit biedt kansen voor Vlaamse melkveehouders die wensen om te schakelen. Bedrijscatering en schoolmelk De vraag naar biologische zuivel in de cateringsector groeit internationaal en vormt een duidelijke trend. Ook in België merken we een toenemende interesse. Als voorbeeld hiervan is er de vraag van de Vlaamse Overheid naar biologische koffieroom of van een keten van koffieshops naar biologische melk. Buitenlandse zuivelbedrijven bieden steeds vaker verpakkingen aan, die aangepast zijn aan deze specifieke markt. Ook het aanbieden van biologische schoolmelk hoort tot de mogelijkheden. Stad Gent gaf onlangs aan hier interesse voor te hebben. Desserts Er bestaan reële marktkansen voor biologische zuiveldesserts zoals chocomousse en vanillepudding. Deze moeten wel van zeer goede kwaliteit zijn en voldoende houdbaar zijn. Boter Er is een permanent tekort aan biologische rauwmelkse boter. 28
Roomijs Er lijken marktkansen te bestaan voor ambachtelijke biologische frisco (roomijs op een stokje met een chocolademantel). Dit is op dit ogenblik slechts in beperkte mate beschikbaar terwijl er wel vraag naar is. Harddiscount We zien dat in het buitenland ook biologische zuivel verkocht wordt in de harddiscount (Plus, Aldi, Lidl, Höfer ...). Telkens betekende de opname van biozuivel in het assortiment een enorme boost voor de internationale biologische zuivelmarkt. Ook de Belgische harddiscount experimenteerde reeds met biologische melk in een aantal regio’s. De intentie bestaat om biologische producten op meer permanente basis op te nemen in het assortiment. Belangrijk is dat de producten passen in de marketingstrategie van dit afzetkanaal. Geitenmelk Op dit ogenblik is er een relatief tekort aan biologische geitenmelk. Dit laat zich vooral in de wintermaanden merken. Er lijkt ruimte te zijn voor omschakeling. Om de markt niet te verstoren gebeurt dit het best geleidelijk aan en in overleg met de bestaande biologische geitenhouders.
29
9. Bronnen Dit marktoverzicht is opgemaakt op basis van diverse interviews met binnen- en buitenlandse spelers op de markt van de biologische zuivel. Ook onderstaande literatuur werd geraadpleegd. - ‘Initiatives d'éleveurs laitiers bio dans un secteur en pleine mutation’ – Claire Touret 2011, Paris - Itinéraires BIO – BioForum Wallonië – Namen diverse nummers uit 2011 - ‘Lait biologique en France’ – CNIEL 2011, Paris - Monitor duurzaam voedsel 2010 – Ministerie van EL&I - Les chiffres 2010 de la Bio –Agence Bio, Paris - Öko-Landbau 2011 Markt Bilanz - AMI, Bonn - Organic market report 2011 - Soil Association, Bristol - Samborski V. en Van Belleghem L.: De biologische landbouw in 2010 – Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie, Brussel, 2011 - L’agriculture biologique – Chiffres Clés – Edition 2011, Agence Bio, Paris - Plan de développement de la filière lait biologique en Région wallonne, Gembloux, 2004 - La Voix Biolactée, Revue d’informations sur la production laitière biologique, diverse nummers uit 2010 en 2011 - BioLand, Fachmagazin für den ökologischen Landbau, diverse nummers uit 2011 www.tine.no www.agencebio.org www.bionetz.ch www.biojournaal.nl www.biomilchpool.ch www.nieuweoogst.nu www.ble.de www.ama.at www.omsco.co.uk www.franceagrimer.fr www.vlam.be www.agricultureandfood.dk www.blw.admin.ch www.cniel.com www.ami-informiert.de/
30