Beknopt marktoverzicht voor biologisch vlees in Vlaanderen en Europa
Paul Verbeke BioForum Vlaanderen November 2012
Met steun van de Vlaamse Overheid
Inhoudstafel Inhoudstafel ............................................................................................2 Voorwoord...............................................................................................4 1. Algemene kenmerken van de biomarkt ....................................................5 1.1. Internationale markt ....................................................................5 1.2. Cyclische markt ...........................................................................5 1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag ..........................................5 1.4. Kleine markt ...............................................................................5 2. De biomarkt in België en Europa .............................................................6 2.1. Algemeen ...................................................................................6 2.2. België.........................................................................................8 2.3. Duitsland ....................................................................................9 2.4. Verenigd Koninkrijk ......................................................................9 2.5. Frankrijk ................................................................................... 10 2.6. Denemarken ............................................................................. 10 2.7. Nederland ................................................................................. 11 2.8. Italië ........................................................................................ 11 2.9. Spanje...................................................................................... 11 2.10. Zweden .................................................................................. 12 2.11. Oostenrijk ............................................................................... 12 3. Internationale markt voor biologisch vlees ............................................. 13 3.1. Algemeen ..................................................................................... 13 3.2. Europa ......................................................................................... 13 3.2.1. Italië ..................................................................................... 13 3.2.2. Verenigd Koninkrijk ................................................................. 13 3.2.3. Duitsland ............................................................................... 14 3.2.4. Frankrijk ................................................................................ 15 3.2.5. Nederland .............................................................................. 17 3.2.6. Denemarken........................................................................... 18 4. Belgische markt voor biologisch vlees .................................................... 19 4.1. De productie van biologische dieren in Vlaanderen.............................. 19 4.1.1. Varkens ................................................................................. 20 4.1.2. Vleeskippen ............................................................................ 22 4.1.3. Ander gevogelte ...................................................................... 24 4.1.4. Runderen ............................................................................... 24 4.1.5. Kalfsvlees............................................................................... 26 4.1.6. Konijn.................................................................................... 26 4.1.7. Schapen................................................................................. 26 4.2. Verwerking van biologische dieren in Vlaanderen................................ 27 4.3. Distributie van biologisch vlees in Vlaanderen .................................... 27 4.3.1. Groothandel ........................................................................... 27 4.3.2. Korte Keten ............................................................................ 28 4.4. Vraag naar biologisch vlees in België ................................................ 28 4.4.1. Algemeen............................................................................... 28 4.4.2. Potentieel bij welgestelde gezinnen met kinderen ........................ 29 2
4.4.3. Biobestedingen per capita ........................................................ 30 4.4.4. Marktaandeel bio verschillend per product .................................. 31 4.4.5. Supermarkt belangrijkste biokanaal ........................................... 32 4.4.6. Prijsverschil bio versus gangbaar............................................... 32 5. Marktkansen ...................................................................................... 34 5.1. Vleeskippen................................................................................... 34 5.2. Varkensvlees ................................................................................. 34 5.3. Konijnen ....................................................................................... 34 5.4. Rundvlees ..................................................................................... 34 6. Bronnen ............................................................................................ 35 7. Belangrijke adressen ........................................................................... 36
3
Voorwoord De biologische markt is een kleine markt met relatief weinig spelers en met strikte productieregels. Om deze redenen is deze markt erg gevoelig voor ernstige schommelingen van vraag en aanbod. Afnemers worden te vaak geconfronteerd in discontinuïteit in het aanbod, terwijl landbouwers regelmatig met ondermaatse prijsvorming te kampen hebben. Eén van de sleutels om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen is het verhogen van de markttransparantie. Deze marktstudie wil hier alvast een bijdrage toe leveren.
Paul Verbeke Verantwoordelijke ketenontwikkeling BioForum Vlaanderen
4
1. Algemene kenmerken van de biomarkt 1.1. Internationale markt De markt voor biologische producten is een internationale markt. Wat op de Vlaamse of Belgische markt gebeurt, wordt rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloed door de markttendensen in de ons omringende landen. Onze inlandse biomarkt is vele malen kleiner dan in die landen en ondergaat sterk de marktschommelingen in landen met een grotere biologische markt. Het is wel zo dat sommige Belgische marktdeelnemers een principiële voorkeur geven aan Belgische producten voor zover deze marktconform worden aangeboden.
1.2. Cyclische markt Een tweede belangrijk kenmerk van de biomarkt is dat deze zéér cyclisch is. De meeste landbouwgerelateerde markten kennen een zogenaamde “aardappelcyclus”. Perioden van aanbodkrapte en hoge prijzen wisselen af met perioden met productoverschotten en lage prijzen.
1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag In de biomarkt wordt deze zogenaamde “aardappelcyclus” versterkt door de wachtperiode die omschakelende boeren moeten respecteren vooraleer ze hun producten op de biomarkt kunnen verkopen. Deze omschakelperiode bedraagt typisch 2 jaar voor vleesvee (korter voor pluimvee en varkens). Door deze relatief lange omschakelperiode is het behoorlijk moeilijk om soepel in te spelen op wijzigende marktomstandigheden. Bovendien wordt in de praktijk de omschakelperiode verlengd door de tijd die de landbouwondernemer nodig heeft om informatie in te winnen en beslissingen te nemen. In de praktijk worden tekorten of overschotten van producten opgevangen door import en export van melk vanuit regio’s met een productieoverschot naar regio’s met een productietekort.
1.4. Kleine markt Ondanks de sterke groeicijfers van de voorbije jaren is de biomarkt nog steeds klein in verhouding tot de reguliere markt. Hierdoor is het evenwicht tussen vraag en aanbod erg broos. Het toetreden tot de markt van enkele grote producenten kan tijdelijk een overaanbod veroorzaken. Ook het omgekeerde is mogelijk.
5
2. De biomarkt in België en Europa 2.1. Algemeen De markt voor biologische producten in de EU wordt in 2011 op 20,5 miljard euro geschat, zijnde een groei van +4% in verhouding tot 2010. De grootste markt voor biologische producten in 2011 was Duitsland met een omzet van 6,5 miljard euro, gevolgd door Frankrijk (3,7 miljard euro) en het Verenigd Koninkrijk (1,9 miljard euro). Opvallend is de sterke omzetgroei in Nederland (+16% t.o.v. 2009), Frankrijk en Zweden (+11% t.o.v. 2010). Het Verenigd Koninkrijk is het enige land met een terugloop van de omzet (-4% t.o.v. 2010). Gebaseerd op de cijfers voor de eerste kwartalen van 2012, wordt voor 2012 in Europa een verdere omzetgroei verwacht, zij het minder sterk dan de voorbije jaren. Mogelijks is de economische crisis de verklaring voor deze groeivertraging. Algemeen zien we over heel Europa een gezonde groei van de markt maar een verhoudingsgewijs beperktere groei van het biologische landbouwareaal.
Omzet
biologische
levensmiddelen
in
Europa
(mio
€)
7000
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
Omzet
2009
Omzet
2010
Omzet
2011
6
Noorwegen
14,16
België
3,33
15,83
Nederland
Denemarken
6,7
Zweden
10,95
Oostenrijk
8,01
Zwitserland
18,87
12,9
Italië
Verenigd
Koninkrijk
‐3,7
Frankrijk
10,93
9,47
Duitsland
‐5
0
5
10
15
20
Omzetwijziging voor biovoeding in een aantal Europese landen (% wijziging in 2011 t.o.v. 2010)
Het hoogste bio-aandeel in 2010 in de totale nationale levensmiddelenmarkt is 7,2% in Denemarken (7,6% in 2011), gevolgd door Oostenrijk (6%) en Zwitserland (5,7%). Het totale biologische landbouwareaal in de EU was 9,5 miljoen hectare in 2011. Dit is 5,2% van het totale landbouwareaal. Het grootste bio-areaal vinden we terug in Italië en Spanje. 1800
1625
1600
1400
1097
1200
1016
975
1000
718
800
609
543
480
460
600
310
400
230
211
185
184
174
162
55
55
200
0
Bio-areaal in Europa (x1000 ha) Bron: Agence Bio, AMI
In algemene termen kende de biosector een sterke groei in de periode 1993 tot 2001. Door de toenemende vraag naar bioproducten begon ook het aanbod aan biologische voedingsmiddelen steeds verder te groeien. De voedselcrisissen 7
rond de millenniumwissel zorgden zelfs voor een ongekende toename van de vraag naar bioproducten. Deze sterke groei zorgde uiteindelijk in 2001 voor een oververhitting van de markt. Einde 2001 werd een evenwicht tussen vraag en aanbod bereikt. Omdat het aanbod aan bioproducten sneller toenam dan de vraag kwam er zelfs al snel een overschot aan producten. De motivatie voor omschakeling van reguliere telers nam ook vrij snel af. Gelukkig bleef de vraag wel steeds verder stijgen en na de noodzakelijke herstructureringen begon de nationale en internationale markt voor biologische producten aan te trekken. Van begin 2006 tot einde 2008 kende de biomarkt opnieuw een periode van een relatief tekort aan producten en een goede prijsvorming. In 2009 kende de internationale biomarkt een eerder beperkte groei. In het licht van de wereldwijde krediet- en economische crisis in het najaar 2008 en 2009, en in vergelijking tot de gangbare voedingsector, is dit een behoorlijk resultaat. Van 2009 tot 2012 zien we de biosector verder groeien. In 2012 stagneert de groei, wellicht als gevolg van de economische crisis.
2.2. België De totale bestedingen van bioproducten in België, opgemeten door GfK Panelservices Benelux in opdracht van VLAM, bedroegen in 2011 435 miljoen euro. De groei van de bestedingen van verse bioproducten verminderde in de eerste drie kwartalen van 2011. In het vierde kwartaal daalden de bestedingen zelfs door een gedaald kopersaantal bij vlees en een lager gekocht volume bij plantaardige producten. Op jaarbasis was er in 2011 nog wel een groei van 3%. Het marktaandeel van bio (selectie van voornamelijk verswaren voor VLAM) stagneerde in 2011 op 1,8%. Het grootste marktaandeel hebben de biologische vleesvervangers. Bijna één op de vijf gekochte vleesvervangers is biologisch. Het kleinste marktaandeel hebben de biovleeswaren (0,6% in 2011). De plantaardige bioproducten, met biogroenten (5% marktaandeel in 2011) op kop, hebben een hoger marktaandeel dan gemiddeld. Ook eieren hebben een marktaandeel dat hoger is dan gemiddeld. Dit marktaandeel groeit richting de 9%. Zuivel heeft een gemiddeld marktaandeel van 1,8%. De alleenstaanden ouder dan 40 jaar, de tweeverdieners en de welgestelde gepensioneerden hebben een groeiende belangstelling voor bio en kennen een stijgend marktaandeel. 89% van de Belgische gezinnen kocht vorig jaar wel eens een bioproduct. 18% van de gezinnen zijn frequent biokopers die instaan voor 77% van alle biobestedingen. De meeste biokopers vinden we in de groenterayon. Bioproducten zijn gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten. Het grootste verschil is er bij bio-eieren en braadkip. Een bio-eitje is bijna dubbel zo duur als een scharrelei. Een biobraadkip is drie kwart duurder dan een standaardkip. Het kleinste prijsverschil is er bij biogroenteburgers (+7%).
8
Het aandeel van ‘speciaalzaak, natuurvoedingswinkel en overige’ groeide de voorbij jaren maar lijkt nu te stabiliseren rond de 30%. De klassieke supermarkt blijft het grootste kanaal met 47% en won, na een dip in 2010, terug marktaandeel in 2011. De kleinere kanalen zoals hard discount en de rechtstreekse verkoop groeiden vorig jaar en hebben elk zo’n 5% van de bioverkoop in handen.
2.3. Duitsland Algemeen kende de Duitse biosector een gemiddelde omzetstijging van 10% per jaar sedert 2000. Door een aanbodtekort en bijhorende hoge prijzen in het eerste semester van 2008 vertraagde de omzetgroei voor het eerst in jaren. In de 2e jaarhelft van 2008 trok de markt echter opnieuw aan, ondanks de zeer slechte economische tijdingen. Uiteindelijk blijkt de omzet in 2008 toch nog met 10% gestegen te zijn tot € 5,8 miljard. De omzetgroei was voornamelijk toe te schrijven aan zuivelproducten en vleeswaren. In 2009 trad een stagnatie op van de gerealiseerde omzet. Deze was vooral te wijten aan een algemene prijsverlaging, weliswaar bij een stijgend verkoopsvolume. Kenmerkend is de toename van gespecialiseerde biologische supermarkten (+83 nieuwe vestigingen groter dan 200m2). Dit ging wel ten koste van de kleinere natuurvoedingswinkels (147 sluitingen van winkels <100m2). Bioproducten zijn ook opvallend aanwezig bij de typische discounters als Plus, Aldi en Lidl. In de loop van 2009 werd het bio-assortiment bij de discounters wel enigszins versmald. (BioHandel)
2.4. Verenigd Koninkrijk Merkbaar meer dan in de meeste andere Europese landen drukt de economische crisis op de omzet van de bioproducten. Met een omzet van 1,92 miljard Euro, zakte de bio-omzet in 2011 met 3,7% in vergelijking met 2010. Dit is echter minder dan de omzetafname van 5% voor de totale voedingsmarkt. Ook het biolandbouwareaal is in 2011 afgenomen tot 718.000 ha (-2,8% t.o.v. 2010). Grote supermarktketens zijn verantwoordelijk voor 71% van de bio-omzet in het Verenigd Koninkrijk. In hun onderlinge strijd om steeds goedkoper te zijn dan hun concurrenten, schroeven zij het relatief duurdere bio-assortiment terug, waardoor een neerwaartse spiraal ontstaat in de verkoop van bioproducten. Dit blijkt evenwel kansen te bieden voor andere verkoopskanalen (groei van 7,2%) zoals pakkettenverkoop, boerderijwinkels en gespecialiseerde biowinkels. Ook verkoop aan huis en internetverkoop blijkt groeiend (bv. OCado groeide 5,5% in 2011). Ondanks de afnemende totale omzet voor bioproducten, kenden enkele producten een omzetgroei in 2011 (t.o.v. 2010): lamsvlees (+16%), kip (+5,8%), babyvoeding (+6,6%) en cosmetica en biologisch textiel.
9
2.5. Frankrijk De Franse biomarkt kende de voorbije jaren een forse groei. De omzet van de biologische voedingsmarkt was €3,75 miljard waard in 2011 (10,9% meer dan in 2010) met een marktaandeel van 2,3%. Belangrijk is de toegenomen omschakeling van het landbouwareaal. In 2011 werd 975.000 ha land biologisch bewerkt (+15% t.o.v. 2010). In het eerste semester van 2012 werd de kaap van 1 miljoen hectare overschreden. Door de sterkere groei van de inlandse productie in verhouding tot de groei van de inlandse consumptie, vergroot ook de zelfvoorzieningsgraad. Om aan de inlandse vraag te voldoen werd in 2011 ongeveer 32% van de bioproducten ingevoerd. In 2009 was dit nog 38%. Meer info: www.agencebio.org
2.6. Denemarken Denemarken is het land met de hoogste biologische consumptie van Europa. 7,6% (2011) van de totale voedingsmiddelenmarkt is bio. In 2011 werd een totale omzet van 844 miljoen euro gerealiseerd in biologische voedingsmiddelen (791 mio € in 2010). Voor 2012 wordt een verdere omzetgroei van 5 à 10 % verwacht. Vooral verse producten domineren de biomarkt. Voor enkele producten is het marktaandeel erg hoog: 41% van de verkochte havervlokken, 29% van de verkochte melk en 23% van de eieren zijn biologisch. Biologisch rundvlees, varkensvlees en vleeswaren hebben een marktaandeel van resp. 3,1%, 1,3% en 1,6%. 80% van de distributie verloopt via supermarkten zoals (in volgorde van biomarktaandeel) Netto, Fakta, Kiwi, Rema 1000, Aldi, Lidl, Alta, Irma, SuperBugsen, Superbest, Lovbjerg, Kvickly, en Fotex. Berekend volgens het aandeel bio voor de respectievelijke distributieketens, zien we een ander beeld: Irma is hier de belangrijkste supermarkt met 23,5% omzetaandeel voor bio, gevolgd door SuperBrugsen, Fakta en Netto met een omzetaandeel van ongeveer 10%. Ondanks het hoge marktaandeel is het biologisch landbouwareaal licht teruggelopen tot 162.000 ha (6,2% van het totale areaal; op 2670 biolandbouwbedrijven). Denemarken zet ook steeds meer in op export van bioproducten. Zo wordt vanaf 2013 biologische melk(-producten) geëxporteerd naar China. De belangrijkste exportproducten zijn groenten en fruit, vlees en melk(-producten). Meer info: www.organicdenmark.dk - Organic Market Memo 2012
10
2.7. Nederland De consumptie van biologische voeding in Nederland is in 2011 goed voor een omzet van 880 miljoen euro. Dit is een groei van 17,1% in vergelijking met 2010 en een marktaandeel van 2%. Ondanks deze sterke groei van de consumptie, lijkt de productie veel minder te groeien. In 2011 groeide het areaal met 2,3% (t.o.v. 2010) tot 55.182 ha (3% van het totale landbouwareaal).
2.8. Italië De Italiaanse markt groeide in 2011 zo’n 12,9% in vergelijking met 2010 en bereikte een omzet van 1,75 miljard euro. Al negen jaar groeit de Italiaanse biobranche ononderbroken. Ook in het eerste semester van 2012 werd een verdere groei van 6,1% in het supermarktkanaal genoteerd. Het biologische landbouwareaal is het tweede grootste van Europa (1,09 miljoen ha) en vooral gericht op de productie van groenten, fruit en graan. Een belangrijk deel, ter waarde van 1,13 miljard Euro wordt geëxporteerd naar vooral Noordwest-Europa en Noord-Amerika. Vooral groenten en fruit, olijfolie, pasta, wijn, balsamico-azijn, kaas en talrijke andere verwerkte specialiteiten worden geëxporteerd. Opvallend is dat het gespecialiseerde natuurvoedingskanaal een duidelijk hogere bio-omzet realiseert (895 miljoen euro) in vergelijking met het klassieke supermarktkanaal (545 miljoen euro). NaturaSì is een gespecialiseerde biologische supermarktketen met 100 vestigingen. De moederfirma Ecor NaturaSì werkt bovendien nauw samen met zo’n 300 onafhankelijke winkels onder de naam Cuore Bio. Een andere belangrijke groothandel in bioproducten is Ki Group met zo’n 250 aangesloten winkels. Ook de cateringsector is een niet onbelangrijk afzetkanaal voor Italiaanse bioproducten. Meer dan 1 miljoen Italiaanse kinderen krijgen dagelijks een biologische schoolmaaltijd. Meer info: www.ismea.it - www.kigroup.com - www.sinab.it
2.9. Spanje Spanje heeft het grootste bio-areaal in Europa (1,62 miljoen ha) maar heeft slechts een beperkt marktaandeel in eigen land (1%). We kunnen hieruit concluderen dat de Spaanse biosector vooral afhankelijk is van de export. Vooral de productie van biologische wijn en olijfolie zijn belangrijk. Veel groenten en fruit (o.a. citrus) worden geëxporteerd naar Noord-Europese landen. De inlandse afzet van bioproducten verloopt voornamelijk via natuurvoedingswinkels. Meer info: www.elmercadoecologico.com
11
2.10. Zweden Zweden kende in 2011 een toename van de bio-omzet van 11% (t.o.v. 2010) wat resulteerde in een omzet van 892 miljoen euro. Hiermee wordt een marktaandeel van 3,5% bereikt. Het bio-areaal is met 9% toegenomen tot 481.000ha. Meer info: www.krav.se
2.11. Oostenrijk Met een groei van 8% (t.o.v. 2010) bereikte de bio-omzet in Oostenrijk in 2011 voor het eerst de kaap van 1 miljard euro. Het aandeel op de biomarkt is, na Denemarken, het hoogste van Europa, met 6%. Ondanks deze groei van de consumptie is het biologisch landbouwareaal licht afgenomen tot 543.000 ha (incl. bergweiden; 20% van het totale landbouwareaal) . Deze worden bewerkt door 22.000 bioboeren (16% van het totaal aantal boeren in Oostenrijk). Meer info: www.ama.at
12
3. Internationale markt voor biologisch vlees 3.1. Algemeen In het algemeen was 2011 een eerder stabiel jaar met weinig verschuivingen in vergelijking met het jaar voordien. Ondanks de financiële en economische crisis lijkt de verkoop van bioproducten vrij goed stand te houden. Hiervoor zijn wellicht twee mogelijke verklaringen. Enerzijds blijkt de typische bioconsument een bewuste en overtuigde consument die trouw blijft aan bio. Een tweede mogelijke verklaring is dat de bioconsument minder te lijden heeft onder moeilijke economische omstandigheden.
3.2. Europa 3.2.1. Italië De markt voor biologisch vlees en vleeswaren in de Italiaanse supermarkten daalde in 2011 t.o.v. 2010 met -8,2%. Dit in tegenstelling tot de algemene markttrend voor bio die positief is (+9,2%). Een duidelijke reden is ons niet gekend. In het eerste semester van 2012 werd een nieuwe toename gerealiseerd van 3,2%. Biovlees en vleeswaren maken slechts 2,1% uit van de totale bio-omzet in supermarkten. Wellicht is dit te verklaren door de hoge kwaliteit en geografische herkomstbenamingen van gangbare Italiaanse vleeswaren.
Runderen Schapen Geiten Varkens Kippen Paarden Bijenkorven Andere
2007
2008
2009
2010
2011
244.156 859.980 93.876 26.898 1.339.415 8325 112.812 1926
216.476 1.007.605 83.411 34.014 2.157.201 9903 102.280 2501
185.513 658.709 74.500 25.961 2.399.885 8597 103.216 2948
207.015 676.510 71.363 29.411 2.518.830 9563 113.932 2089
193.675 705.785 72.344 32.436 2.813.852 9548 99.260 1751
Var. ‘11/’10 -6% +4% +1% +10% +12% 0% -13% -16%
Productiegegevens biologische dieren in Italië 2011 Bron: Sinab
3.2.2. Verenigd Koninkrijk In onderstaande tabel merken we een duidelijke daling van de productie van biologisch gevogelte in het Verenigd Koninkrijk sinds 2007. De productie van biologische runderen neemt lichtjes af in 2011, terwijl de productie van biologische varkens eerder stabiel blijft.
13
Runderen Schapen Varkens Gevogelte Andere
2007 250 ? 50 4441 4
2008 320 ? 71 4363 5
2009 331 885 49 3959 3
2010 350 981 47 3871 5
2011 335 1162 53 2838 5
2011/2010 -4,4% +18,4% +11,1% -26,7% +10,5%
Productie biologische dieren in het Verenigd Koninkrijk incl. in omschakeling (duizend stuks) Bron: Defra
Ondanks de algemene terugval van de voedingsmarkt (-5%), inclusief de biovoedingsmarkt (-3,7%), kende de verkoop van biovlees een stijgende verkoop van lamsvlees (+16%), kip (+5,8%) en kalkoen (+56%) in 2011 t.o.v. 2010. De verkoop van rundvlees stagneerde.
3.2.3. Duitsland In 2011 werd ongeveer 1000 ton biologisch rundvlees geproduceerd, net zoals in 2010. Hierbij ging het vooral om vlees van reforme melkkoeien. Dit vlees wordt vooral gebruikt voor de productie van gemalen vleesproducten. De productie van vleesrunderen ging in 2011 licht achteruit. Dit is te verklaren door de gestegen voederkosten en de beperkte stijging van de verkoopsprijzen voor vlees. Als gevolg hiervan staat de rendabiliteit van de biologische zoogkoeienhouderij al enkele jaren onder druk. De toegenomen vraag naar biomelk verklaart de toegenomen omschakeling en productie naar/van biologische melkkoeien. Door de gestegen verkoopsprijzen steeg de omzet van biologisch rundvlees in 2011 met 7% t.o.v. 2010. De vraag naar biologisch varkensvlees is al enkele jaren groter dan het aanbod. De lage rendabiliteit door gestegen voederkosten, die maar beperkt gecompenseerd worden door stijgende vleesprijzen, zijn hier een verklaring voor. Ook stopten enkele kleinere bedrijven in Beieren omwille van strengere productieregels. Tot slot is er een tekort aan biobiggen om af te mesten. Door de gestegen verkoopsprijzen steeg de omzet van biologisch varkensvlees in 2011 met 7% t.o.v. 2010. Aangezien biologische schapen maar een beperkte meerprijs hebben in vergelijking tot gangbare schapen, is het aanbod eerder beperkt en wordt zelfs teruggeschakeld naar gangbaar. Veel biologische schapen worden in het gangbare verkoopskanaal verkocht. Biologisch pluimveevlees is gegeerd door de consument. Vooral vleeskippen worden steeds meer geproduceerd. De duurdere kalkoen kende in 2011 wel een terugval.
14
Rundvlees (ton) Zoogkoeien (st.) Melkkoeien (st.) Varkensvlees (ton) Zeugen (st.) Vleesvarkens incl. biggen (st.) Schaap- en geitenvlees (ton) Moederschapen en melkschapen (st.) Gevogelte (ton) Vleeskippen (st.) Kalkoenen (st.)
2008
2009
2010
2011
35.800 128.800 117.000 21.900
37.100 123.000 120.000 22.900
39.500 130.000 133.000 22.900
40.500 127.000 139.000 23.300
% totale veehouderij 3,6% 5,5% 3,3% 0,4%
15.800 115.000
16.400 120.000
16.400 120.000
15.800 122.000
0,7% 0,7%
3530
3480
3450
3250
7,7%
141.000
139.000
138.000
130.000
11,1%
10.170 380.000 210.000
13.550 490.000 305.000
13.510 550.000 265.000
13.460 580.000 222.000
0,8% 0,8% 2,1%
Biologische dierlijke productie in Duitsland (incl. omschakeling) (Bron: AMI) Opgelet: deze gegevens zijn het resultaat van een momentopname in het respectievelijke jaar. Bij vergelijking met statistieken in andere landen, stellen we een vertekening vast voor diersoorten die in meerdere ‘rondes’ per jaar worden gehouden. Dit is het geval voor vleespluimvee en vleesvarkens. Cijfers in andere landen geven meestal het totaal aantal geproduceerde dieren in dat jaar.
Runderen Kalveren Varkens Gevogelte Andere dieren Paarden Schapen Totaal
2010 124,2 5,2 63,7 30,2 3,8 0,1 19,7 246,9
2011 133,3 9,6 68,7 28,6 3,8 0,1 18,2 262,3
Omzet in de dierlijke biologische productie (in miljoen euro) Bron: AMI
3.2.4. Frankrijk De Franse biologische vleessector heeft zich in de voorbije jaren sterk ontwikkeld. Het aantal biobedrijven met runderen, varkens of schapen nam in 2011 toe tot 5123 (+18% t.o.v. 2010). In dit cijfer werd rekening gehouden dat sommige bedrijven meerdere diersoorten houden. Tegelijk werden 1212 bedrijven met runderen, varkens of schapen in omschakeling geteld in 2011.
15
Zoogkoeien Melkkoeien Totaal koeien Melkschapen Vleesschapen Totaal schapen Geiten Zeugen Vleeskippen Legkippen Bijenkorven
Aantal bedrijv en 2261 1831 3833 238 1032 1264 597 323 634
Groei t.o.v. 2010 15% 23% 18% 30% 10% 15% 20% 11% 8%
1179
28%
414
16%
Aantal dieren bio 76.318 79.388 155.706 55.620 113.135 168.755 34.795 6962 7.692.32 4 2.991.55 7 81.005
Groei t.o.v. 2010 15% 22% 19% 22% 8% 13% 26% 10% 9%
% bio t.o.v. nationaal totaal 2,4% 2,9% 2,6% 4,1% 3,3% 3,5% 4,2% 0,6% 1,0%
31%
6,9%
17%
8,2%
Productiegegevens biologische dieren in Frankrijk 2011 (excl. omschakeling) Bron: Agence Bio
Er zijn ons geen cijfers gekend voor ander gevogelte dan vleeskippen. Nochtans importeren Belgische bedrijven o.a. kalkoen uit Frankrijk. In Frankrijk zijn er 550 vleesverwerkers bio gecertificeerd en 166 gecertificeerde slachthuizen. Naar schatting 12% van het biovlees wordt rechtsreeks van veehouder aan consument verkocht.
Reformkoeien Vleesrunderen Kalveren Lammeren Varkens Totaal Evolutie/2010
Supermarkten
Slagerijen
Natuurvoedings winkel
Catering
3479 4082 151 295 3751 11.758 +17%
176 1596 426 298 926 3422 +19%
183 744 105 86 1.755 2873 +18%
806 678 187 87 519 2277 +12%
Totaal (excl. korte keten) 4644 7100 869 766 6951 20.330 +17%
Verkoop van biologisch vlees in diverse kanalen in Frankrijk (in Ton) in 2011 Bron: Agence Bio
Opvallend is de niet onbelangrijke vraag naar biovlees in de cateringsector. De marktwaarde voor biologisch pluimveevlees bedroeg (119 miljoen euro in 2011 (+9% t.o.v. 2010, 79 miljoen euro in 2008). Meer info www.interbev.fr - www.agencebio.fr 16
3.2.5. Nederland De productie en afzet van biovlees tonen een stijgende trend in Nederland. De omzet van biologisch vlees en vleeswaren steeg met 16,6 procent, van 97,3 miljoen euro in 2010 naar 113,5 miljoen euro in 2011. De groei was gelijkmatig verdeeld over de diverse productgroepen. Vleeswaren groeiden bovengemiddeld en varkensvlees presteerde ondergemiddeld, vermoedelijk als gevolg van de grootschalige introductie van andere diervriendelijke concepten. 2010 Koeien Schapen Geiten Varkens Kippen Eenden en kalkoenen Totaal dieren
2011
50.504 15.934 26.483 125.516 2.397.678 2.616.115
52.780 14.780 26.109 290.519 2.364.517 20.000 2.768.705
Aantal biologische gecertificeerde dieren in Nederland Bron: Monitor duurzaam voedsel 2011
Zo’n 62,3% van het vlees in Nederland kende zijn afzet in 2011 via het supermarktkanaal, 29,7% via gespecialiseerde winkels, 6,2% via cateraars en 1,8% via andere kanalen. De speciaalzaken verloren marktaandeel aan de supermarkten. 2007
Varkensvlees Rundvlees Kip en gevogelte Overig vlees Totaal vlees Vleeswaren Totaal vlees en vleeswaren
2008
2010
2011
9,0 20,2 9,4
10,4 23,3 12,6
13,5 40,6 15,7
14,9 47,3 16,8
Ontwikkeling (2011 t.o.v. 2010) 10,4% 16,5% 7,0%
10,3 48,9 10,8 59,7
11,4 57,6 14,3 71,9
3,6 73,4 23,9 97,3
4,1 83,1 30,4 113,5
13,9% 13,2% 27,2% 16,6%
Omzet biologisch vlees en vleeswaren (x miljoen Euro) Bron: Bio-Monitor Jaarrapport ’08; Monitor duurzaam voedsel 2011
Het biologische rundvlees verkocht in Nederland, is deels afkomstig uit het buitenland o.a. omwille van de kwaliteit en de prijs. Ook België exporteert rundvlees naar Nederland. Nederlands biologisch varkensvlees wordt geëxporteerd naar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Tegelijk importeert Nederland ook varkensvlees uit Duitsland en België.
17
Een belangrijk deel van het biologische pluimveevlees wordt geïmporteerd, o.a. uit België. De groei is vooral toe te schrijven aan een goede verkoop via de supermarktketen Albert Heijn. Hierbij is de coöperatie For Farmers een belangrijke leverancier en ketenorganisator. De Groene Weg verzorgt voor Vion Food het segment van biologisch vlees. De Groene Weg is sinds 1981 Nederlands marktleider op het gebied van inkopen, produceren en verwaarden van biologisch rund- en varkensvlees. Als ketenregisseur en totaalleverancier draagt De Groene Weg bij aan de ontwikkeling van de biologische vleesketen. Toch is maar 1% van het varkensvlees bij Vion van biologische kwaliteit. De Groene Weg is tevens leverancier voor het merk “Bio+”. “De Groene Weg” is ook een goed uitgebouwde franchiseketen van dertien bioslagers. In totaal zijn zo’n negenentwintig zelfstandige bioslagers actief in Nederland. Het assortiment biovlees maakt een belangrijke ontwikkeling door naar meer gemaksproducten. Gehakt is hierbij een belangrijk product. Voorverpakt vlees onder beschermde atmosfeer laat ook toe om vlees in de natuurvoedingswinkels te verkopen zonder dat deze hierbij moeten voldoen aan de strenge eisen voor een reguliere slagerij. Bovendien is de houdbaarheid van het vlees langer onder beschermende atmosfeer. In Nederland wordt ook aandacht besteed aan de vermarkting van biovlees van geitenlammeren van 5 tot 7 maanden. Dit vlees scoort goed in proeverijen en er lijkt een beperkte afzet te zijn in sommige restaurants. Consumenten zijn echter niet vertrouwd met geitenvlees en bijgevolg moet de marktintroductie erg zorgvuldig gebeuren. De kostprijs voor biologisch geitenvlees ligt momenteel op 17 euro/kg. Karkassen worden verkocht aan 12 euro/kg. Meer info: www.bionext.nl - www.geitenvlees.com
3.2.6. Denemarken Biologisch rundvlees, varkensvlees en vleeswaren hebben een marktaandeel van resp. 3,1%, 1,3% en 1,6%. Dit komt overeen met een omzet van resp. 18,5 miljoen euro, 16 miljoen euro en 6,5 miljoen euro. Een belangrijke speler is Friland, deel van de Danish Crowne coöperatie. Friland is één van de belangrijkste Europese spelers in biologisch varkensvlees en heeft een inlands marktaandeel van 80%.
18
4. Belgische markt voor biologisch vlees 4.1. De productie van biologische dieren in Vlaanderen De markt voor biovlees is een kleine gespecialiseerde markt. In België zijn het vooral Waalse producenten die hier een rol van betekenis spelen omwille van de hoge eisen op vlak van grondgebonden productie en noodzakelijke uitloop. De reden hiervoor is het extensieve karakter van de biologische veehouderij in Wallonië. Hierbij is veel land nodig om enerzijds de mest af te zetten aan een rato van twee GVE (grootvee-eenheden) per hectare biologische grond en om de uitloop te kunnen organiseren. Dit land is in Vlaanderen vaak niet aanwezig en bovendien relatief duur. Cijfers over het aantal biologisch gekweekte dieren zijn slechts beperkt beschikbaar. Hieronder geven we de cijfers voor Wallonië en Vlaanderen. Evolutie van het aantal dieren per diercategorie in Vlaanderen, periode 2003-2008 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Runderen 2384 2043 1931 2090 2533 2554 2676 3014 Waarvan 987 897 989 978 1157 1132 1191 1224 melkkoeien Varkens 1994 1576 2810 2002 2217 2098 1672 1908 Pluimvee 172.97 175.8 188.3 202.1 205.2 233.8 264.37 357.63 6 54 40 97 24 04 6 1 Waarvan 48.742 61.16 97.76 104.0 80.23 133.8 140.16 230.46 legkippen 4 8 77 4 85 1 4 Schapen en 3418 5543 7045 7121 7724 4780 4151 8010 geiten Paarden en 112 143 136 185 238 231 153 196 hertachtige n Andere 0 78 0 17 50 24 20 30 TOTAAL (in 180.88 185.2 200.2 213.6 217.9 243.4 273.74 370.78 aantallen) 4 43 62 12 86 91 8 9 TOTAAL (in 3915 3853 4549 4517 4874 4923 4864 5898 GVE) Bron: afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling op basis van Integra en Certisys
19
Evolutie van het aantal dieren per diercategorie in Wallonië 2008 2009 2010 2011 Runderen (totaal) 40.467 51.522 61.333 66.062 Waarvan melkkoeien 8330 9538 7863 11.745 Waarvan zoogkoeien 14.226 17.171 20.776 22.897 Schapen 7312 7172 7647 8799 Geiten 340 318 460 380 Varkens 9593 8250 13.618 10.365 Waarvan zeugen 733 580 1.005 748 Legkippen 33.596 33.427 50.362 69.644 Vleeskippen 910.683 965.317 1.100.624 1.281.020 Andere diersoorten 1642 1638 1771 2025 Bron: DG Agriculture, Ressources naturelles et Environnement - Wallonie
4.1.1. Varkens Biovarkens worden vooral in Wallonië gekweekt. Deze keten is sterk verticaal georganiseerd. Belangrijke spelers hierbij zijn Porcs Qualité Ardenne (PQA) en Stemo (i.s.m. het slachthuis in Aubel, in eigendom van Lovenfosse/Westvlees). Sinds augustus 2011 is ook slachthuis Noordvlees Van Gool actief in de handel van biovarkens. Deze drie bedrijven organiseren het grootste deel van de productie van biggen tot en met aanlevering van versneden en verpakt vlees aan groothandels en supermarktketens. De meeste varkensbedrijven zijn gesloten, wat betekent dat de vleesvarkens op het eigen bedrijf zijn geboren. Er bestaat enige concurrentie van biovarkens uit Duitsland, Nederland (Vion) en Denemarken. Maar omwille van een algemeen Europees tekort aan biologisch varkensvlees is deze concurrentie niet bepalend. Een belangrijke troef voor de Belgische varkenshouders is bovendien de betere kwaliteit van het Belgische varkensvlees. Frans varkensvlees wordt nauwelijks in België geïmporteerd. Al enkele jaren is er een algemeen tekort aan biologisch varkensvlees in Europa. Mogelijk komen vraag en aanbod echter in evenwicht rond de jaarwisseling 2012-2013. Op dit ogenblik is er nauwelijks omschakeling van varkenshouders. Wellicht is de beperkte rendabiliteit een verklaring hiervoor. Hoge en toenemende voederprijzen worden onvoldoende gecompenseerd door toegenomen verkoopsprijzen van de varkens. Daarnaast is ook de grondgebonden productie een moeilijk te overbruggen voor Vlaamse varkenshouders. Deze beschikken vaak over onvoldoende grond om de varkensmest te verspreiden of om een conforme uitloop te voorzien. De belangrijkste afzetkanalen bevinden zich in België zelf (supermarkten, biologische groothandel en slagers). In beperkte mate is er ook export naar Nederland, Frankrijk (vers vlees), het Verenigd Koninkrijk en Duitsland (verwerkte producten). Een aantal spelers zijn gespecialiseerd in de verwerking van het vlees tot bv. paté of gerookte hesp (bv. Ganda-ham). Sinds een tweetal jaar worden biologische beren die geslacht worden bij Noordvlees Van Gool niet meer gecastreerd. In Wallonië en bij de leveranciers
20
aan Waalse slachthuizen (PQA en Aubel) wordt wel nog castratie toegepast, hoewel hier veel controverse over is. Ook in Nederland wordt de castratie steeds minder toegepast. Een belangrijk element voor de Nederlandse varkenshouder blijkt de hogere rendabiliteit van niet gecastreerde beren. De biologische veehouderij in het Verenigd Koninkrijk heeft al vele jaren ervaring met noncastratie, maar de varkens worden daar jonger en bij een lichter gewicht geslacht. Hier geldt dat biologisch importvlees afkomstig van gecastreerde dieren tot afzetproblemen kan leiden indien consumenten hiervan op de hoogte zouden zijn. Op de Duitse markt lijken de afzetrisico’s van biologisch berenvlees op dit moment dusdanig groot dat eerst meer draagvlak gecreëerd moet worden in de keten en bij wetenschappers en politici in Duitsland, voordat een volledige castratiestop haalbaar is. De karkasprijs in België voor biologisch varkensvlees aan producent varieert tussen 3 en 3,6 euro/kg. Ter vergelijking: gangbaar is ongeveer 1,4 euro/kg (Westvlees). Gemiddelde prijs voor vleesvarkens klasse E in Duitsland (Euro/kg – afgeleverd aan het slachthuis – excl. BTW) 3,3
3,25
3,2
3,15
3,1
3,05
3
2,95
2,9
Bron: BÖLW
21
Gemiddelde prijs voor vleesvarkens klasse E in Duitsland (Euro/kg – afgeleverd aan het slachthuis – excl. BTW) 3,3
3,2
3,1
3
2,9
2,8
2,7
aug‐08
jun‐08
apr‐08
feb‐08
dec‐07
okt‐07
aug‐07
jun‐07
apr‐07
feb‐07
dec‐06
okt‐06
jun‐06
aug‐06
apr‐06
feb‐06
okt‐05
dec‐05
aug‐05
jun‐05
feb‐05
apr‐05
dec‐04
2,6
Bron: BÖLW
4.1.2. Vleeskippen De sector van biologische slachtkippen is bij uitstek een goed georganiseerde keten. Verschillende ketenschakels werken er erg nauw samen om een continue aanvoer van biologisch kippenvlees te verzekeren. De schakels zijn het moederdierenbedrijf, de broeierij voor de productie van eendagskuikens, veertien pluimveehouders, de voederleverancier en het slachthuis. Moederdieren
Broeierij
Min. 13 pluimveehouders
Slachthuis
Distributie
Voederleverancier
In België zijn er twee belangrijke ketenspelers op het vlak van biologische pluimveehouderij: Belki en For Farmers Hendrix (vroegere Nutreco). Het moederdierenbedrijf werkt met speciaal geselecteerde rassen die aangepast zijn aan de biologische productie. Het gaat om rassen die traag groeien en dus op de leeftijd van 70 dagen slachtrijp zijn, conform aan het biologische lastenboek. In Vlaanderen worden vijf rassen erkend als traag groeiend, in Wallonië gaat het om het ras Sasso. Indien andere rassen gekozen worden, mogen de kippen pas op 81 dagen geslacht worden volgens de voorschriften van het biolastenboek. Het probleem met snelgroeiende rassen die op 81 dagen geslacht worden is echter dat deze dieren erg zwaar worden (ca. 4kg). Bij de pluimveehouder 22
worden de dieren 70 dagen aangehouden waarna ze geslacht worden in de slachterij. De slachterij organiseert vervolgens de verkoop, hoofdzakelijk via supermarktketens. Een vaste voederleverancier moet een constante voederkwaliteit kunnen garanderen en is nuttig om betere afnamecondities te kunnen bedingen. De telers werken op basis van een contract met de ketenorganisator. Dit moet ook wel, gezien de specifieke randvoorwaarden bij de productie van biologische vleeskippen. Vooreerst mogen de kippen ten vroegste op leeftijd van 70 dagen worden geslacht, indien het om een traag groeiend ras gaat. Bovendien moet de stal na elke ronde minimaal drie weken leeg blijven om de aanwezigheid van eventuele ziektekiemen te drukken. Deze productiecyclus van dertien weken zorgt er in de praktijk voor dat de ketenorganisator samenwerkt met minimaal een dertiental producenten die om beurt met een tussentijd van één week een productiecyclus opstarten. Per stal worden maximaal 4800 vleeskippen gehuisvest, wat ook het maximaal toegelaten aantal is volgens de biologische productieregels. In de praktijk werkt Belki samen met 29 telers die samen meer dan 29 stallen van variabele grootte in gebruik hebben. Belki organiseert de productie bij de verschillende kwekers zodanig dat een gelijkmatige aanvoer van kippen gegarandeerd is. Biologisch pluimvee wordt hoofdzakelijk via de grootdistributie afgezet en in mindere mate via de gespecialiseerde natuurvoedingswinkels. Naast eigen Belgische productie wordt ook heel wat pluimveevlees ingevoerd uit Frankrijk. Een probleem is wel dat de vraag naar kipfilet merkelijk hoger is dan de vraag naar vleugels, benen en ruggen. Deze laatste worden soms gedeeltelijk in het gangbare circuit verkocht. Dit wordt opgevangen door een relatief hogere prijszetting voor kipfilet. Er wordt ook kippenvlees verwerkt tot worst en gehakt. De vleeskippenprijs aan de boer is contractueel vastgelegd en gekoppeld aan de voederprijs. Deze was einde 2012 ± 2,25 euro/kg levend gewicht (einde 2009 ± 2 euro/kg levend gewicht). Ter vergelijking: de prijs voor gangbare braadkippen was in 2012 gemiddeld 0,96 euro/kg levend gewicht (vrije marktprijzen Deinze) (in juni 2009 0,82 euro/kg levend gewicht). De winkelprijs voor biokip is ongeveer 9 à 10 euro/kg geslacht gewicht (6 à 7 euro/kg geslacht gewicht in 2009). De voederprijzen zijn de voorbije jaren drastisch toegenomen. In 2001 werd er 340 euro/ton voer betaald, terwijl dat einde 2012 al 530 euro/ton is. De vraag naar biologisch pluimveevlees is al lang toenemend. In die mate zelfs dat er ruimte is voor ongeveer zeven bijkomende pluimveehouders met telkens een stal tot 4800 dieren. Zowel Belki als For Farmers Hendrix zoeken nog producenten van biologische braadkippen. Belangrijke factoren die bij een eventuele omschakeling moeten overwogen worden is dat het bedrijf grondgebonden moet werken en dat een uitloop mogelijk moet zijn. Ook voor oude leghennen bestaan er (beperkte) mogelijkheden voor afzet. Een Belgisch bedrijf verwerkt het vlees tot vol-au-vent (B145) en een Nederlandse
23
pluimveehandelaar maakt er kippenburgers, schnitzels en nuggets van (www.meerwaardekip.nl).
4.1.3. Ander gevogelte De productie van ander biologisch gevogelte dan vleeskippen is beperkt. Het gaat om kalkoen, eend, parelhoen, ganzen, ... De vraag naar gevogelte zoals eend, parelhoen en gans is eerder beperkt. De vraag naar biologische kalkoen is daarentegen reëel. Het gaat om volledige kalkoenen voor verkoop rond de Kerstperiode en om kalkoenfilet die o.a. gekookt en versneden wordt aangeboden. Toch is de productie ervan in Vlaanderen bijzonder beperkt. Hiervoor zijn verschillende redenen. Eerst en vooral zijn kalkoenen bijzonder gevoelig voor de zwartkoppenziekte (Blackhead disease). Deze infectieziekte is enkel door preventieve hygiënemaatregelen te voorkomen. Bestaande preventieve geneesmiddelen zijn enerzijds uit de markt gehaald en anderzijds druist het gebruik van preventieve geneesmiddelen in tegen de basisprincipes van de biologische landbouw. Een ander belangrijk probleem voor een economisch rendabele productie van biologische kalkoen is de noodzaak van 10 m2 uitloopoppervlak per kalkoen. Gezien de dure grondprijzen in Vlaanderen is dit economisch een zeer moeilijke zaak. Het hoeft dan niet te verwonderen dat biologisch kalkoenvlees voornamelijk uit Frankrijk en Duitsland afkomstig is en met name uit regio’s met een lagere grondprijs. In Vlaanderen zijn er twee bedrijven die biologische kalkoenen kweken op beperkte schaal. Hun afzet is voornamelijk via thuisverkoop.
4.1.4. Runderen Bij runderen is er een onderscheid tussen reforme (of oudmelkte) koeien en echte vleesrunderen. Reforme koeien worden in eerste instantie gehouden voor de productie van melk en pas in tweede instantie voor de vleesproductie. Aangezien het vaak om typische melkrassen gaat, is de vleesaanzet eerder beperkt. Deze dieren worden in belangrijk mate gangbaar afgezet. Toch is er op dit ogenblik een toegenomen vraag naar reforme koeien voor biologische verwerking. Een belangrijk deel van dit vlees wordt gebruikt voor worst en vleesbereidingen. Een belangrijke speler in dit segment is BEA, een coöperatie van voornamelijk rundveehouders in de Oostkantons.
24
Bij de vleesrunderen betreft het hoofdzakelijk de Franse rassen Blonde d’Aquitaine en Limousin. Vlaamse biologische vleesveehouders werken vaak via een systeem van directe afzet. Hierbij worden de dieren geslacht in een slachthuis naar keuze. Enkele gecertificeerde beenhouwers hebben een systeem waarbij het vlees centraal versneden wordt en in porties verpakt. Consumenten kunnen dan een vleespakket op een vooraf afgesproken tijdstip afhalen bij de vleesveehouder. Abattoirs et Marché de Bastogne (AMB) is een belangrijke speler op het vlak van de biologische rundvlees. In tegenstelling tot de ketens voor vleeskippen en varkens is de markt voor rundvlees weinig gestructureerd. Runderen worden door handelaars voor een groot deel op de vrije markt aangekocht. De “Groupement de Viande Biologique d’Origine Belge” (GVBOB) is een Waalse coöperatie van biologische rundveehouders die zich verenigd hebben om de afzet van biologisch rundvlees te verbeteren. In samenspraak met een grootwinkelbedrijf wordt een prijs vastgelegd voor de geleverde runderen die voldoen aan de specifieke eisen van het lastenboek van het grootwinkelbedrijf. Een aantal rundveehouders die lid zijn van de coöperatie houden zich bezig met de organisatie van de verkoop. De ene hebben een actieve functie zoals organisatie van de levering van het vee, het administratief en financieel beheer terwijl andere vooral op het niveau van de onderhandelingen met de grootdistributie tussenbeide komen.
25
4.1.5. Kalfsvlees Biologisch kalfsvlees zoals gangbaar gekend, wordt nauwelijks bio geproduceerd. Eén van de redenen hiervoor is dat de productievereisten moeilijk te verwezenlijken zijn. Zo is het niet eenvoudig om jonge kalfjes een uitloop te geven. Dit heeft enerzijds te maken met de ziektegevoeligheid van de jonge dieren, maar ook met de aanwezigheid van ijzer in de bodem van de uitloop die het vlees een rode kleur geeft. Kalfsvlees wordt door de consument echter geassocieerd met rooskleurig vlees. Wellicht is een mentaliteitswijziging bij de consument noodzakelijk om deze sector toch van de grond te krijgen. Op dit ogenblik wordt het grootste deel van de biologische kalfjes van melkkoeien gangbaar afgezet en vetgemest. In Nederland worden biologische kalfjes wel vetgemest bij bv. Ecofields (www.ecofields.nl).
4.1.6. Konijn Uit een rondvraag in 2012 blijkt dat er een relatief zekere afzetmogelijkheid is binnen België van zo’n 100 vleeskonijnen per week. De geslachte konijnen kunnen naar alle waarschijnlijkheid heel verkocht worden. Eventuele overschotten kunnen ongetwijfeld dienen voor paté. Op dit ogenblik is er echter nauwelijks aanbod. Het lijkt niet eenvoudig om biologische konijnen te kweken. Konijnen zijn bijzonder ziektegevoelig en hebben een zeer gevarieerde stalomgeving in liefst drie dimensies nodig om zich diereigen te kunnen gedragen. Het aanbieden van een uitloop is niet eenvoudig omdat konijnen diepe holen graven en op die manier kunnen ontsnappen. Het aantal biologische konijnenhouders is dan ook erg beperkt. Ook in het buitenland zijn er nauwelijks biologische konijnenhouders. Er zijn enkele voorbeelden in Zwitserland, Duitsland en Frankrijk.
4.1.7. Schapen Uit een navraag bij enkele handelaars blijkt er een goede vraag te zijn naar bioschapen. De vraag naar biologisch lamsvlees neemt toe en het (internationale) aanbod lijkt te stagneren. Dit is in ieder geval zo in belangrijke productielanden als Schotland en Nederland. In Vlaanderen werden er in 2011 zo’n 3900 biologische vleesschapen gekweekt. In Wallonië waren dat er zo’n 7600. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk werden vorig jaar 166.000 biologische vleesschapen geslacht. Een belangrijke groothandel in biologisch schapenvlees is de firma Delemeat uit Gullegem. Op vraag van hun klanten kopen ze bij voorkeur Belgische slachtlammeren. Maar om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen worden ook schapen ingekocht uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Nederland. Volgens Delemeat zijn er zeker marktkansen voor biologische schapenhouders in Vlaanderen. Om de transport- en slachtkosten rendabel te houden, moeten evenwel loten van minimaal vijftien dieren aangeleverd worden. De slachtlammeren worden voornamelijk op de Belgische markt afgezet bij supermarktketens en biologische slagers. De prijs aan veehouder voor een biologisch lam is ongeveer 5,50 euro/kg geslacht gewicht voor een goede 26
karkaskwaliteit. Het is de verwachting dat de Belgische markt voor biologisch schapenvlees nog kan verruimen als er een groter kwalitatief aanbod gegarandeerd is. Naast verkoop aan supermarktketens en bioslagers, wordt ook heel wat schapenvlees rechtstreeks van veehouder aan consumenten verkocht in pakketvorm. In Wallonië zijn er twee coöperatieve structuren voor de commercialisatie van biologisch schapenvlees: Coprosain en Ovidis. Ovidis neemt schapen af van dertig veehouders, waarvan zes biologisch gecertificeerd zijn. Sinds 2000 worden alle bioschapen geleverd aan een grote distributieketen. Enkel van januari tot begin april wordt niet geleverd wegens onvoldoende aanbod. Algemeen neemt de vraag naar bioschapen verder toe. In die mate dat Ovidis bijkomende professionele leveranciers zoekt, met meer dan vijftig ooien. De prijzen van Ovidis voor bioschapen is vrij constant doorheen het jaar. Coprosain verwerkt jaarlijks zo’n tweehonderd lammeren en zeventig ooien tot diverse vleesproducten, inclusief paté en gedroogde worst op basis van schapenvlees. Coprobio zoekt een beperkte toename van de aanvoer van biologische lammeren.
4.2. Verwerking van biologische dieren in Vlaanderen In Vlaanderen zijn enkele verwerkers van biologisch vlees actief. Naast een aantal slachthuizen, vleesgroothandels en slagers, zijn er ook bedrijven gespecialiseerd in de productie van bereide vleeswaren. Voorbeelden zijn Ivan (salami van rund), Charcuterie Scherrens (salami van varken en van kalkoen, Ardeens gebraad), Dobbelaere (bereide maaltijden), Guina (spek en versneden en voorverpakte vleeswaren zoals salami), Ganda (gerookte ham) en Brackenier (gekookte vleeswaren zoals ham, hespeworst, paté, kalkoen, kip, spek).
4.3. Distributie van biologisch vlees in Vlaanderen 4.3.1. Groothandel Enkele Vlaamse bedrijven, zoals Delemeat en CTO, leggen zich toe op de groothandelsactiviteit in biologisch vlees. Andere bedrijven zijn zowel slagerij als groothandel in biologisch vlees (bv. De Boom en Natuurvlees Dobbelaere). De groothandelsactiviteit omvat het ontvangen van karkassen en het uitsnijden en/of verwerken en verpakken ervan tot verkoopsklare delen. Het verhandelde vlees dient zowel voor verdere verwerking als voor verkoop aan consumenten. Deze groothandelsbedrijven zijn meestal actief in zowel gangbaar als biovlees.
27
4.3.2. Korte Keten Een aantal veehouders verkopen het vlees van hun dieren in de korte keten, d.w.z. rechtstreeks aan de consument. Hiervoor werken ze samen met een lokale biologisch erkende slagerij die het karkas versnijdt, verwerkt en verpakt. Meestal brengen ze hun klanten vooraf op de hoogte van het slachten en versnijden van een dier en kunnen de consumenten een vleespakket vooraf bestellen. Het vlees wordt dan op een afgesproken tijdstip vers aangeleverd op het bedrijf en meteen verdeeld aan de consumenten die een vleespakket bestelden. In de praktijk zien we dat deze vorm van verkoop vlot blijkt te werken.
4.4. Vraag naar biologisch vlees in België 4.4.1. Algemeen De bestedingen van de Belgische gezinnen aan bio producten, opgemeten door GfK Panelservices Benelux, bedroegen in 2011 jaar ruim 435 miljoen euro. Dit vertegenwoordigd 1,8% marktaandeel. De biobestedingen kwamen hiermee 3% hoger dan het jaar ervoor. Deze stijging wordt verklaard door meer aankoopakten waardoor het bestede bedrag per gezin toenam. De biomarkt tekent na drie jaar van stevige groei nu een kleinere groei op. VLAM volgt binnen de overeenkomst met GfK Panelservices Benelux de verse voeding (inclusief diepvries en enkele kruidenierswaren zoals ontbijtgranen, rijst, droge deegwaren en koekjes) op. De cijfers verder in deze tekst hebben enkel betrekking op deze uitgebreide verscategorie. De groei van de verscategorieën vertraagde in de eerste drie kwartalen van 2011. In het vierde kwartaal daalden de biobestedingen zelfs met 5%. Op jaarbasis was er nog wel een groei van 3%. De daling in het vierde kwartaal was vooral te wijten aan een dalend kopersaantal bij vlees en een lager gekocht volume bij plantaardige producten. De besteding van biologisch vlees en andere dierlijke voeding stabiliseerde op 84 miljoen euro. De biobesteding bestaat voor ruim 62% uit plantaardige producten. Zuivel neemt 13,4% voor zijn rekening en andere dierlijke producten iets meer dan 24%. Deze aandelen blijven over de jaren heen vrij stabiel. Bij de gangbare producten zijn dierlijke producten relatief belangrijker dan bij bio. Bij het gangbare hebben de plantaardige en de dierlijke voeding bijna een gelijk aandeel in de gezinsbestedingen namelijk respectievelijk 44% en 41%.
28
Het aantal kopers dat op jaarbasis minstens eenmaal een bioproduct kocht, bedroeg vorig jaar 89% van de Belgische bevolking. Dit is een stabilisatie ten opzichte van 2010. Zo’n 18% van de Belgische bevolking zijn frequente biokopers. De frequente biokoper koopt minstens één keer om de tien dagen bio. Deze groep staat in voor 77% van alle biobestedingen en bleef vorig jaar stabiel. Binnen de productgroepen zijn er grote verschillen in kopersaantallen. De kopersgroep van biogroenten is met bijna 60% veruit de belangrijkste en kende vorig jaar nog een groei. De tweede belangrijkste kopersgroep is fruit met 39%. Op de derde plaats komt zuivel met 32 kopers op honderd. Dit aantal stagneert de laatste jaren. De biobroodkopers komen met 22% op de vierde plaats. De biovleeskopers waren samen met de vleeswaren en de aardappelen de sterkste groeiers. Hun aantal verdubbelde sinds 2005. Vorig jaar stabiliseerden de kopersaantallen voor deze categorieën. Een stabiele kopersgroep is deze van bio-eieren op de zevende plaats met 13 à 14%. De kopers van biogevogelte zijn met 9% een kleinere kopersgroep. Het rijtje wordt gesloten door de biovleesvervangers met zo’n 5%.
4.4.2. Potentieel bij welgestelde gezinnen met kinderen In absolute cijfers zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden de belangrijkste groep biokopers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor ruim de helft van de biobesteding terwijl zij zo’n 43% van de bevolking uitmaken.
29
Er is evenwel bij de welgestelde gezinnen met kinderen zeker potentieel omdat deze groep met een marktaandeel van 1,4% onder het gemiddelde van 1,8% zit. Huishoudens met kinderen met een beperkt inkomen hebben een laag marktaandeel maar zijn aan een inhaalbeweging bezig. De grootste stijging qua marktaandeel vinden we bij de alleenstaanden ouder dan 40 jaar, de welgestelde gepensioneerden en de tweeverdieners. De jonge alleenstaanden (<40j) zijn wat ondervertegenwoordigd maar het zijn wel intensieve biokopers. Het marktaandeel bij deze groep piekte in 2008 boven de 3,5% maar viel daarna sterk terug.
4.4.3. Biobestedingen per capita Analoog met het aantal kopers is biogroente qua besteding per capita koploper en een groeier tot 2010. Vorig jaar viel de besteding per capita terug van 6,60 euro naar 6,35 euro. Zuivel komt met vijf euro per capita op de tweede plaats. Verder volgt fruit (4,70 euro) en brood (3,50 euro).
30
Aan biovlees wordt 3,20 euro per Belg besteed op jaarbasis. Biogevogelte en bio-eieren volgen met elk 1,40 euro. Biovleeswaren, bioaardappelen en biovleesvervangers sluiten de rij met respectievelijk 1,10 euro, 80 cent en 50 cent per capita.
4.4.4. Marktaandeel bio verschillend per product Het marktaandeel van de biologische producten stabiliseerde in 2011, na enkele jaren van groei, op 1,8%. Het marktaandeel van bio verschilt wel sterk van product tot product. De vleesvervangers hebben met 19% het hoogste marktaandeel maar verliezen de laatste twee jaar wel terrein. De categorieën met een hoog bio-aandeel zijn o.a. eieren (8,7%), groenten (5%) en brood (3%). De vleeswaren staan op de laatste plaats met 0,6%.
31
4.4.5. Supermarkt belangrijkste biokanaal Het aandeel van ‘speciaalzaak, natuurvoedingswinkel en overige’ groeide de voorbij jaren maar lijkt nu te stabiliseren rond de 30%. De klassieke supermarkt (DIS 1) blijft het grootste kanaal met 47% en won, na een dip in 2010, vorig jaar terug marktaandeel. Een verschil met de gangbare producten is het lage aandeel van hard discount. Dit kanaal betekent voor bio minder dan 5% tegenover 17,5% voor de gangbare voeding. De rechtstreekse verkoop, op de hoeve en de boerenmarkt, werd in 2011, na twee mindere jaren, terug belangrijker en is goed voor 4,6% marktaandeel. De openbare markt daalde van 4,3% naar 3,4% marktaandeel.
4.4.6. Prijsverschil bio versus gangbaar Bioproducten zijn gemiddeld een derde duurder dan gangbare producten. Het grootste verschil is er bij bio-eieren en braadkip. Een bio-eitje is bijna dubbel zo duur als een scharrelei. Een biobraadkip is drie kwart duurder dan een standaardkip. Het kleinste prijsverschil is er bij biogroenteburgers (+7%). Ook de evolutie van het prijsverschil verschilt van product tot product. Bij halfvolle melk, kaas, tomaten, groenteburger, varkenskotelet en brood werd het prijsverschil kleiner over de jaren heen. Bij braadkip en eieren werd de prijskloof groter. Biobrood is 25% duurder dan de gangbare variant en dit prijsverschil blijft quasi stabiel.
32
33
5. Marktkansen Het aangeven van marktkansen is een delicate zaak. Niemand kan met zekerheid de toekomst voorspellen. Zeker in een kleine, internationale markt zijn er talrijke factoren die moeilijk te beheersen zijn. De omschakelperiode voor biologisch bemoeilijkt bovendien het soepel inspelen op wisselende marktsituaties. Dit alles maakt het biologisch ondernemen risicovol. Voor biologisch vlees zijn er wel een aantal reële vragen in de huidige marktsituatie.
5.1. Vleeskippen Er is een reële vraag naar meer biologische vleeskippenhouders. Belki en For Farmers Hendrix zijn actief op zoek naar meer pluimveehouders die met hen willen samenwerken. Er is ruimte voor zeven bijkomende stallen van 4800 vleeskippen.
5.2. Varkensvlees Tot het najaar 2012 was er een tekort aan biologisch varkensvlees. Het lijkt erop dat vraag en aanbod stilaan opnieuw naar elkaar toegroeien en dat het tekort ingevuld geraakt.
5.3. Konijnen Uit een rondvraag blijkt dat er een relatief zekere afzetmogelijkheid is binnen België van zo’n 100 vleeskonijnen per week. Wellicht zijn er gelijkaardige afzetmogelijkheden in de ons omringende landen.
5.4. Rundvlees Het is de verwachting dat er in de komende jaren een licht tekort zal zijn van biologische vleesrunderen. De reden hiervoor is dat enkele telers onlangs stopten met de biologische vleesrunderen of de productie verminderden als gevolg van een verlaagde rendabiliteit. Diverse groothandels zoeken biologische vleesrunderen. In de loop van 2012 kwam Jedan als nieuwe handelaar op de markt, met afnamemogelijkheid van vleesrunderen en reforme koeien.
34
6. Bronnen Dit marktoverzicht is opgemaakt op basis van diverse interviews met binnen- en buitenlandse spelers op de markt van het biologisch vlees. Ook de literatuur werd geraadpleegd. - Les chiffres 2011 de la Bio – Agence Bio, Paris - Zahlen, Daten, Fakten: Die Bio-Branche 2012 – Bund Ökologische Lebensmittelwirtschaft, Berlin, februari 2012 - Organic market report 2012 - Soil Association, Bristol - Samborski V. en Van Belleghem L.: De biologische landbouw in 2011 – Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie, Brussel, 2012 - BioLand, Fachmagazin für den ökologischen Landbau, diverse nummers uit 2012 - Gabnor - Biologische marktdeelnemers in België en Nederland - VLAM persberichten - Biologische Landwirtschaft in Österreich – Bundesministerium für Landwirtschaft, Wien, 2012 - Organic Statistics 2011, United Kingdom, Department for Environment, Food and Rural Affairs, London, juli 2012 - Monitor Duurzaam Voedsel 2011, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Den Haag, mei 2012 - ISMEA - News mercati - Prodotti biologici – Diverse nummers uit 2011 en 2012 - Sinab – Sistema d’Informazione Nazionale sull’Agricoltura Biologica, Bio in Cifre 2011, Ministerio delle Politiche Agricole Alimentari e Forestali, september 2012 - Krav - Organic Market Report 2012 - Ricke, S. C., Van Loo, E. J., Johnson, M. G. & O'Bryan, C. A., editors. Organic Meat Production and Processing. Oxford, UK: Wiley-Blackwell. 464 p. - AMI – Strukturdaten im ökologischen Landbau in Deutschland 2011, Bodennutzung, Tierhaltung und Verkaufserlöse, in opdracht van Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE), september 2012, Bonn - Organic Denmark: “Organic Market Memo - July 2012”, 2012 -
www.organic-europe.net/ http://www.organicresearchcentre.com/ www.organicdenmark.dk www.ismea.it www.krav.se www.interbev.fr www.franceagrimer.fr www.organic-europe.net www.defra.gov.uk www.agencebio.org www.marktundpreis.de www.lepicoreur.fr www.ama.at www.dgwbiobusiness.com
35
7. Belangrijke adressen Hier vind je belangrijke adressen in de markt voor biologisch vlees. Het voorkomen van een bedrijf in deze lijst is geen garantie voor de biologische kwaliteit van haar producten. Enkel een geldig certificaat van een erkende controle-organisatie kan deze garantie bieden. Surf naar www.biobedrijvengids. be voor meer adressen.
Biologische veevoeders Molens Dedobbeleer Graankaai z/n 1500 HALLE 02 356 50 12 02 356 93 55 info@dedobbeleermills. be www.dedobbeleermills. be biologische veevoeders Aveve veevoeding E. Meeusstraat 6 2170 MERKSEM 03 641 05 18 03 641 05 60 pvl.veevoeding@aveve. be www.aveve.be Moulin G. Schyns SA Xheneumont, 4 4651 BATTICE 087 67 40 28 087 67 90 69
Reudink Biologische voeders PB 1 NL - 5830 MA BOXMEER 00 31 4 85 49 07 37 00 31 485 49 07 38
[email protected] Van Gorp Diervoeders BV Zomerdijkweg 2 NL - 5145 PK WAALWIJK 00 31 416 31 57 70 00 31 416 31 57 79
[email protected] www.van-gorp.com
014 50 07 91
[email protected] CSRVA 14, rue de Quesniau 7870 MONTIGNIESLEZ-LENS 065 59 00 00 065 59 00 01 Orffa Belgium Rijksweg 10 G 2880 BORNEM 03 369 02 10 03 369 02 28
[email protected] www.orffa.com
Ekova Koningsweg 17b NL - 6816 0031 577 462 148 0031 577 461 372
[email protected]
Inve België NV Oeverstraat 7 9200 BAASRODE 052 33 13 20 052 33 79 86
[email protected]
Bio-Core PB 293 , NL - 8200 AG LELYSTAD 00 31 320 29 00 29 00 31 320 29 00 21
[email protected] www.biocore.nl
Orcovet BVBA Stationsstraat 112/B 3570 ALKEN 011 31 34 60
[email protected]
Grasdrogerij Ruinerwold Dr. Larijweg 81 a - PB 8, NL - 7960 AA RUINERWOLD 0522 481 326 0522 482 088 New De Stier NV Vaartstraat 32 8630 VEURNE 058 31 77 50 058 31 77 49 Voeders Van Den Berghe NV Leopoldstraat 112 2280 GROBBENDONK 014 50 70 80
Scar Rue des Martyrs 23 4650 HERVE 087 69 20 40 087 69 20 45
[email protected] CZAV Postbus 402 NL - 4460 AU GOES 0031 113 62 90 00 0031 113 62 92 01
[email protected] www.czav.nl Bio’or Vlamertingseweg 33 8970 RENINGELST 057 22 67 22
[email protected] www.bio-or.be 36
Biologische slagers De Boom Groenlaan 66 9550 HERZELE 053 62 20 68 053 62 20 68
[email protected] Bioslagerij Meert Sterrestraat 240 9160 LOKEREN 09 348 15 93 09 348 15 93
bioslagerij.meert@euph onynet.be De Groene Boerderij Akkerveken 3 2990 WUUSTWEZEL 03 667 16 36 03 667 16 36 raf@degroeneboerderij. be www.degroeneboerderij .be
Michel Goessens Schoonderhage 11 9550 HERZELE 054 34 28 90 Bielen Frank BVBA Boschelstraat, 68 3724 KORTESSEM 012 39 47 56 012 39 47 56 Slagerij in loondienst, traiteurdienst
Biologisch pluimvee Belki NV Wijngaardveld 50 9300 AALST 053 77 13 36 053 78 60 85
[email protected]
For Farmers Belgium Zuidkaai 6 8770 INGELMUNSTER www.hendrixbroilers.nl
Gallinero Kelinaartstraat 32 3832 ULBEEK 0497 43 08 96
Gecertificeerde slachthuizen Eeg Slachthuis Mechelen Slachthuislaan, 1 2800 MECHELEN 015 28 00 95 runderen en varkens Abattoir communal d’Aubel Halleux Victor Route de Merckhof, 111 4880 AUBEL 087 68 71 77 Runderen, varkens Abattoir et Marché de Bastogne Verbist Lodewijk Zoning Industriel 43
6600 BASTOGNE 061 21 76 38 runderen Detry S.A. Detry Jean-Pierre Route de Merckhof, 110 4880 AUBEL 087 68 06 01 varkens Eeg Slachthuis Verbist Izegem Gentse heerweg 78 8870 IZEGEM 051 31 19 33 runderen
8530 HARELBEKE 056 22 21 77 runderen, schapen, geiten en paarden Poulet Hesbaye S.C.R.L. (volailles) Rue Harduémont 59 4537 VERLAINE 04 259 50 56 pluimvee Wamma Beef Z.I. d’Achêne 10 5590 CINEY 083 21 72 17 runderen, schapen, paarden
Slachtgroep Leieland Slachthuis Spoorwegstraat 61
37
Belki N.V. Wijngaardveld 50 9300 AALST 053 77 13 36 pluimvee Slachterij Vaes Donkweg 34 3520 ZONHOVEN 011 81 3321 pluimvee Pegri GmbH Aachener Straße 15 4780 SANKT-VITH 080 28 04 80 runderen
Slachthuis De Meersman Broekstraat 10 9310 HERDERSEM 053 78 34 47 pluimvee Slachthuis R.U.G. (bovins, porcins, ovins) Proefhoevestraat 10 9090 MELLE 09 264 90 12 Slachthuis en Veemarktbedrijf Speelhoflaan 2 3800 SINT-TRUIDEN 011 70 16 16 rund, varken
Abattoirs Lionor Quartier de la Gare F-59189 STEENBECQUE 33 (0)3 28 43 60 55 33 (0)3 28 43 68 15
[email protected] www.lionor.com pluimvee, konijn Slachthuis Genk Europalaan 11 3600 GENK 089 35 39 01
[email protected] www.slachtgenk.be varken, rund
Andere Continental Trade Organization Villerslei 226 2900 SCHOTEN 03 789 93 66 www.cto-food.be Groothandel in vlees Delemeat Nijverheidslaan 57 8560 WEVELGEM 056 71 97 21 056 71 07 76
[email protected] e Groothandel in vlees Brackenier LBC Scheurbroek 20 9860 Oosterzele 09 362 50 78 09 362 54 57
[email protected] www.brackenierlbc.be Vleeswarenproducent
Guina Leuvensesteenweg 194 1830 MACHELEN 02 751 81 67 02 751 62 21
[email protected] www.guina.be Vleeswarenproducent Vleeswaren Ivan BVBA Oudenaardsesteenweg 550 8581 KERKHOVE 055 39 01 30 055 39 01 35
[email protected] www.ivan.be Producent van salami Charcuterie Scherrens Wingenestraat 62c 9880 AALTER 09 375 47 53 09 374 70 51 Producent van salami
BEA coopérative Eiterbach, 51 4780 ST VITH Handel in runderen Coprosain / Coprobio SCRL Chemin des Peupliers, 24 7800 ATH 068 26 93 80 068 26 93 81
[email protected] www.coprosain.be Slagerij Corma Vleeswaren NV Haenhoutstraat 210 9070 DESTELBERGEN 09 353 74 10 09 353 74 25
[email protected] www.ganda.be Vleeswarenproducent
38
Lovenfosse/ Westvlees Route de Merckhof, 110 4880 AUBEL 087 68 06 01 087 68 06 11 Stemo/Ferme Mossoux SC Brisy, 23 6673 GOUVY 080 51 73 01 080 51 70 09 Handel in varkens en varkensvlees First Selection Belgium Haenhoutstraat, 210 9070 DESTELBERGEN 09/326.90.40 09/326.90.45 Handel in vleeswaren Porcs Qualité Ardenne SCRL Avenue de Norvège, 14 4960 MALMEDY 080 77 03 72 080 77 03 23
[email protected] www.pqa.be Slachthuis van varkens en handel in varkens en varkensvlees Vandenbogaerde Lar Blok P 32 8930 MENEN-REKKEM 056 51 57 55 056 41 66 64
[email protected] www.vandenbogaerdenv.be Slachthuis van runderen en handel in rundvlees Verachtert Rene Steenovens 4 2440 GEEL 014 58 53 07
014 58 53 07 areneverachtert@hotm ail.com Producent varkens De Groene Boerderij Akkerveken 3 2990 WUUSTWEZEL 03 667 16 36 03 667 16 36 raf@degroeneboerderij. be www.degroeneboerderij .be Producent varkens Natlandhoeve Stokstraat 2 3800 ST-TRUIDEN 011 69 24 63 011 69 24 63 natlandhoeve@skynet. be Groothandel in (rund)vlees, producent Jedan bvba Veehandel Import & Export Heukelommerweg 59 3770 Riemst Arille Daenen 0478 47 17 90 Fax 012 45 11 41 Handel in vleesrunderen en reforme koeien Natuurvlees Dobbelaere Tarwerentestraat 2 8340 Moerkerke 050 50 05 42 Groothandel in vlees, diverse bereide maaltijden Easy Fresh Logistics sa (Viangros) Rue de la bienvenue 10 1070 BRUSSEL 02 558 32 47
diverse vleesbereidingen Vadebo nv Lierseweg 326 2200 HERENTALS 014 21 67 91
[email protected] www.vadebo.be diverse vleesversnijdingen, diepvriesvlees Fresh & Saucy Foods nv (Culin'Arte) Welvaartstraat 18 2200 HERENTALS 014 24 84 00 01424 84 01
[email protected] www.culinarte.eu diverse vleessalades FPNI Belgium Leemkuilstraat 5 3630 MAASMECHELEN www.ariakeeurope.com bouillons, extracten, gedroogd vlees Joka Monnikenwerve 194 8000 Brugge www.jokajoka.com Groothandel in vleeswaren Klavertjeshof Eeksken 4 9920 Lovendegem 09 357 40 16
[email protected] e www.klavertjeshof.be producent, hoeveslachterij en verkooppunt rundvlees Het Land van Ny Chateau Ferme de Ny B – 6990 Ny 084 46 76 22 39
[email protected] www.natuurvlees.be
leveringen van vleespakketten
40