Casusbeschrijving 5 Provincie Zuid-Holland en IPO
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO ONDERZOEK OPEN DATA EN HET GEBRUIK VAN STANDAARDEN
Versie: 1.0 Datum: 26 maart 2012
Concept
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
Inhoud 1
Inleiding
3
2
Kenmerken organisatie
4
2.1
Ontwikkeling Provinciaal GeoRegister tot 2011
4
2.2
Omvang data
5
3
Herbruikbaarheid
6
3.1
Wat zijn de verschillende soorten van formaat waarin data kan worden gepubliceerd?
6
3.2
Wat is het beste format waarin data kunnen worden gepubliceerd?
6
3.3
Zouden er ten behoeve van Open data nieuwe standaarden op de ‘pas toe leg uit’- lijst moeten worden opgenomen?
6
4
Vindbaarheid
7
4.1
Wat zijn de verschillende mogelijkheden om data te vinden?
7
4.2
Op welke wijze i.c. organisatorisch, technisch en procedureel wordt gewaarborgd dat data gevonden worden?
7
4.3
Welke systematiek wordt gehanteerd om data te publiceren?
8
4.4
Met welke systematiek wordt data op een effectieve en efficiënte wijze gepubliceerd?
8
5
Relevante ontwikkelingen binnen de EU-beleidskaders
9
5.1
Wat zijn de relevante ontwikkelingen binnen de EU-beleidskaders?
9
5.2
Wat betekent dit voor de huidige praktijk?
9
5.3
Wat zijn de effecten hiervan op het publiceren, vinden en te hanteren systematiek op korte en langere termijn?
9
6
Lessons learned webrichtlijnen
10
6.1
Zijn de ontwikkeling op het gebied van webrichtlijnen vergelijkbaar met de ontwikkeling bij opendata en standaarden?
10
6.2
Welke lessen kunnen worden meegenomen vanuit webrichtlijnen?
10
Bijlage beantwoording Factfindingsvragen
Versie 1.0
11
Pagina: 2
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
1
Inleiding In december 2011 is Logica Business Consulting gestart met het onderzoek ‘Open data en gebruik standaarden’ in opdracht van het Forum Standaardisatie. Het onderzoek wordt uitgevoerd in een viertal fasen. Het voorliggende document heeft betrekking op de eerste fase van het onderzoek waarin de feitelijke gegevensverzameling heeft plaatsgevonden op basis van de factfindingsvragen, een documentenanalyse en het uitvoeren van een internationale benchmark. Op basis hiervan zijn per deelnemende organisatie aan het onderzoek casusbeschrijvingen gemaakt. Doel van de casusbeschrijving is het vastleggen van de feitelijke situatie per fase. Op basis van de verschillende casusbeschrijvingen wordt gekomen tot een synthese in termen van best practices en aanbevelingen. Op basis hiervan wordt de centrale onderzoeksvraag beantwoord. In deze casusbeschrijving wordt ingegaan op de provincie Zuid-Holland en het IPO. De opzet van de casus beschrijving is als volgt: Hoofdstuk 2 beschrijft op hoofdlijnen de kenmerken van de betreffende organisatie/ casus Hoofdstuk 3 t/m 7 behandelen achtereenvolgens de verschillende aandachtsgebieden: herbruikbaarheid (3), vindbaarheid (4), wijze waarop de ontsluiting plaatsvindt (5), de toekomstige ontwikkelingen binnen de EUbeleidskaders (6) en tenslotte de lessons learned uit de webrichtlijnen (7). In de bijlage van deze casusbeschrijving zijn de antwoorden van de factfindingsvragen opgenomen.
Versie 1.0
Pagina: 3
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
2
Kenmerken organisatie In deze casusbeschrijving wordt ingezoomd op een Provinciaal Georegister en het Nationaal Georegister.
2.1
Ontwikkeling Provinciaal GeoRegister tot 2011 Vrije toegang tot informatie is in een democratie onmisbaar en informatie is uiteindelijk gebaseerd op gegevens. De provincies beschikken over een schatkamer met gegevens over uiteenlopende onderwerpen, waaronder water, natuur en ruimtelijke ordening. Het is technisch gemakkelijker dan ooit om deze gegevens te verzamelen, te delen, te verbinden en te (her)gebruiken. Om de provinciale gegevens centraal toegankelijk te maken, gingen in 2007 vier provincies aan de slag om minimaal 10 thema’s via één interprovinciaal register gestandaardiseerd te ontsluiten. Na positieve reacties daarop van zowel binnen als buiten de eigen organisatie, is in 2008 door alle twaalf provincies besloten tot een gezamenlijke aanpak. Daarna is er elk jaar, onder de vlag van ProGideon, in diverse projecten gewerkt aan de totstandkoming van de organisatie en de toepassing die in 2011 volwassen is en in beheer bij de Gemeenschappelijke Beheerorganisatie van de provincies, GBO-Provincies. Het Provinciaal GeoRegister is de centrale voorziening waarin provincies hun metadata van geodatasets aanbieden voor hergebruik door zowel interne als externe gebruikers. Klantgericht, professioneel en duurzaam zijn daarin sleutelbegrippen. Het PGR is beschikbaar en toegankelijk voor iedereen, maar richt zich vooral op de professionele gebruiker.
Het PGR is als register een basisonderdeel van de INSPIRE-infrastructuur en in heeft in dit opzicht een verplichtend karakter voor provincies.
Versie 1.0
Pagina: 4
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
Het Provinciaal GeoRegister bevat de meta-informatie van de datasets. De inhoud van het PGR staat onder regie van de Redactieraad. Daarmee sturen de provincies op de inhoud en kwaliteit van het register en proberen daarbij zoveel mogelijk het aanbod af te stemmen op de vraag. De gegevens zijn ingedeeld in drie categorieën:
Categorie
Mate van harmonisatie
Voorbeeld
Locatie
Locatie metadata
gegevens Klasse 1
Klasse 2
Geharmoniseerde metadata
INSPIRE-bestanden, Risicokaart, RO-
en data
online, Natuurbeheerplannen
Geharmoniseerde metadata
Grondwater-beschermings-gebieden,
Staat centraal
Staat centraal en wordt centraal gemaakt
Staat decentraal
Staat centraal (harvest)
Staat decentraal
Staat centraal (harvest)
Bodemverontreiniging Klasse 3
Niet-geharmoniseerd
Diverse provinciale, lokale gegevensbestanden
Met het PGR wordt provinciale geo-informatie beter vindbaar en toepasbaar gemaakt, terwijl het beheer van de bestanden bij de bron blijft. Kortom, het PGR is een metadataregister. De data zelf kunnen worden gedownload of de services kunnen worden gebruikt. De geoinformatie van de provincies is gekenmerkt met de Creative Commons Public Domain Mark. Dat betekent dat iedereen zonder toestemming mag kopiëren, wijzigen, verspreiden en gebruiken, ook voor commerciële doeleinden. De provincies staan ervoor in dat: In het Provinciaal GeoRegister minimaal de metadata van alle klasse 1 en klasse 2 datasets staan. Dat is inclusief: o de metadata van alle geharmoniseerde Klasse I data die zijn opgeslagen in de Centrale Data- en Serviceomgeving van de provincies. Deze data is voorzien van een service waarmee download mogelijk is. o de metadata van data die via andere registers en portalen is ontsloten (denk aan RO-online). Dit betekent dat alle geharmoniseerde metadata die provinciale geo-informatie beschrijft, vanuit welke bron die geo-informatie dan ook wordt beheerd, worden gepubliceerd in het PGR.
2.2
Omvang data In 2011 is ervaring opgedaan met de inrichting van de laatste versie van het Provinciaal GeoRegister (PGR). Het aanbod aan bestanden is sterk gegroeid tot ruim 350 metadatabestanden. Een groot deel daarvan is het resultaat van autonome groei, doordat provincies hun eigen provinciale, niet geharmoniseerde geo-informatie in meer of mindere mate via het PGR aanbieden. Een kleiner deel van de groei is het resultaat van de uitvoering van de Publicatiekalender die de provincies gebruiken om het aanbod gestructureerd en zoveel mogelijk vraaggericht te laten groeien. Op deze metadata is regie op de kwaliteit aanwezig, het streven is zoveel mogelijk landsdekkende en op metadata geharmoniseerde bestanden aan te bieden. Ook zijn via het PGR de geharmoniseerde INSPIRE-bestanden, Natuurbeheerplannen en de Risicokaartgegevens te vinden.
Versie 1.0
Pagina: 5
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
3 3.1
Herbruikbaarheid Wat zijn de verschillende soorten van formaat waarin data kan worden gepubliceerd? Dit hebben we binnen het PGR gestandaardiseerd. Zie hiertoe onze website met richtlijnen.
3.2
Wat is het beste format waarin data kunnen worden gepubliceerd? Voor niet GISsers is het vaak niet direct duidelijk wat je met de eenmaal gedownloade data kunt. Met niet GISsers gedoeld op personen zonder specifieke kennis en ervaring met GIS. Deze personen werken dan in:
PDF, Acrobat 9 SVG, Perl command line tool Google Sketchup, Ruby
De geo-informatie van de provincies is gekenmerkt met de Creative Commons Public Domain Mark. Dat betekent dat iedereen het zonder toestemming mag kopiëren, wijzigen, verspreiden en gebruiken – ook voor commerciële doeleinden.
3.3
Zouden er ten behoeve van Open data nieuwe standaarden op de ‘pas toe leg uit’- lijst moeten worden opgenomen? Op deze lijst zijn de Geo standaarden opgenomen als verzameling. Op zich niet erg, want ze staan op onze website. Wel zouden bijvoorbeeld Google maps standaarden aan de lijst moeten worden toegevoegd. De lijst ziet er nu erg onoverzichtelijk uit. Wellicht dat je per services, beleidsterrein of overheidsproces een aparte lijst zou moeten maken. Dat maakt de lijst veel toegankelijker en bruikbaarder.
Versie 1.0
Pagina: 6
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
4 4.1
Vindbaarheid Wat zijn de verschillende mogelijkheden om data te vinden? Het Provinciaal GeoRegister (PGR) is een digitaal register, waarin provincies hun provinciale geo-informatie op een duidelijke en gestructureerde wijze vindbaar maken. Gebruikers kunnen geo-informatie zoeken en de gevonden informatie gebruiken in de vorm van services of deze downloaden. Dit betekent een centrale landelijke portaal. Via google komt men hier terecht. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van YouTube instructie video's en RSS Feed en Twitter om op de hoogte te blijven van al het nieuws over het PGR.
4.2
Op welke wijze i.c. organisatorisch, technisch en procedureel wordt gewaarborgd dat data gevonden worden? Hierbij wordt onderscheid gemaakt in een organisatorische aanpak en een technische en procedurele aanpak. Organisatorisch is rondom het PGR een stelsel van gremia opgericht die voor ieder op zijn niveau met een specifieke focus coördinerend en richtinggevend werkt. Met dit organisatorische stelsel wordt zorggedragen voor regie, uniformiteit, eenduidig, kaders, etc. voor het PGR. In het PGR kan elke provincie haar metadata publiceren. Op dit publiceren is een aantal voorwaarden van toepassing, zowel technisch als procedureel.
De belangrijkste hiervan is dat we binnen het PGR het Nederlands profiel op ISO 19115 voor geografie 1.2 hanteren, daar waar het gaat om het vastleggen van metadata voor datasets. Andere voorwaarden komen voort uit eisen die het PGR stelt aan de metadata voor een goede werking van het PGR zelf.
Het geheel van organisatorische, technische en procedurele maatregelen rondom het
Versie 1.0
Pagina: 7
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
PGR draagt zorg voor een hoge standaard met betrekking tot de portaal en bijbehorende Open data. Dit is de uitdaging. De uitdaging zit niet in de techniek. 4.3
Welke systematiek wordt gehanteerd om data te publiceren? Er is een invulinstructie ontwikkeld als handreiking naar de provincies om op een eenvoudige manier te kunnen voldoen aan de voorwaarden die aan de metadata worden gesteld. Als deze invulinstructie wordt gevolgd bij het vastleggen van de metadata, dan wordt voldaan aan alle eisen die door het Nederlands profiel en PGR aan metadata worden gesteld. Deze invulinstructie gaat nog een stap verder dan het puur voldoen aan het Nederlands profiel en de eisen van het PGR. Het volgen van de invulinstructie leidt ook tot meer afstemming van de inhoud van verschillende elementen tussen de provincies. Algemene invulinstructie: Invulinstructie_PGR_metadata_voor_datasets_v1.0.2.xls Status Definitief Versie 1.0.2 Datum 3 mei 2011 Auteur Provinciaal GeoRegister, werkgroep Standaarden
4.4
Met welke systematiek wordt data op een effectieve en efficiënte wijze gepubliceerd? Door Esri is het Nederlandse profiel gebruikt als basis voor GeoSticker. De huidige versie GeoSticker 3.1 legt metadata vast volgens het Nederlandse metadata profiel op ISO19115 voor datasets versie 1.2. Aangezien de meeste provincies GeoSticker gebruiken om hun metadata te beheren is de algemene invulinstructie herschreven in de vorm van een GeoSticker handleiding. Gebruikers van GeoSticker volstaan dus om de invulinstructie voor GeoSticker te gebruiken i.p.v. de algemene invulinstructie bij de wijze waarop de ontsluiting / infrastructuur wordt ingericht.
Versie 1.0
Pagina: 8
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
5 5.1
Relevante ontwikkelingen binnen de EU-beleidskaders Wat zijn de relevante ontwikkelingen binnen de EU-beleidskaders? De ambities vanuit de EU liggen hoger dan de ambities in Nederland en gaan ook verder dan in Nederland. INSPIRE wordt gevoeld als een verplichting vanuit Europa, dus wordt er minimale inspanning verricht. Tot nu toe zijn gemeenten uit de wind gehouden. Gemeenten hebben ook Geo-data. Hierover gaat INSPIRE ook. Dan hebben het nog niet eens gehad over Ziekenhuizen, Koepelorganisaties (kortom alle organisaties) die voor meer dan 70% worden gefinancierd door de overheid.
5.2
Wat betekent dit voor de huidige praktijk? Zie 5.1.
5.3
Wat zijn de effecten hiervan op het publiceren, vinden en te hanteren systematiek op korte en langere termijn? Met INSPIRE hebben we het publiceren van data aardig in de vingers (gekregen). De toekomstige ontwikkelingen hebben geen grote uitdagingen wat betreft de techniek. Het gaat meer om de vraag hoe organisaties hun processen inrichten om te komen tot Open data. Concreet gaat het vooral om de inspanning van de beleidsmedewerkers t.a.v. het bijhouden van de metadata. Daarnaast zit er nog veel werk in om de harmonisatie tot stand te brengen binnen specifieke toepassing gebieden, over toepassingsgebieden heen en in een Europese context.
Versie 1.0
Pagina: 9
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
6 6.1
Lessons learned webrichtlijnen Zijn de ontwikkeling op het gebied van webrichtlijnen vergelijkbaar met de ontwikkeling bij opendata en standaarden? Het proces om te komen tot richtlijnen en standaarden is gelijksoortig. Is hetzelfde principe als pdf, png, wfs, wms.
6.2
Welke lessen kunnen worden meegenomen vanuit webrichtlijnen? Google maps als een soort defacto standaard. Dit wordt vaker gevraagd en de burger weet hoe dat werkt. Dublin core model werkt natuurlijk ook wel goed. Dit is een les vanuit de webrichtlijnen. De 15 elementen is een mooie basis om op metadata niveau de elektronische informatie te beschrijven.
Versie 1.0
Pagina: 10
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
Bijlage beantwoording Factfindingsvragen Nr. A.
Factfindingsvragen Herbruikbaarheid
A01.
Op welke wijze ziet u de vraag- en aanbodketen van Open data?
Antwoord
De vraag- en aanbod keten van opendata kent een voorkant en een achterkant. De voorkant is heel belangrijk omdat daar het proces ligt om tot Open data te komen. Het is niet eens zo zeer technisch een uitdaging maar procesmatig. De voorkant kent verschillende lagen c.q. schakels. De eerste schakel in de keten zijn de beleidsdirecties waar gegevens worden verzameld en in een context worden geplaatst i.c. de provincies. De tweede schakel is de beheerorganisatie c.q. de technische organisatie die de bestanden vrij moet geven. Aan de achterkant heb je verschillende afnemers. Je hebt de professionele gebruikers, onderzoekers en burgers. Wie welke data afneemt hangt af van het soort data. Ze ziet dat bijvoorbeeld terug bij de digitale keten natuur en risico kaart. Nu maakt vooral de onderzoekswereld gebruik van Open data, bedrijven niet, tenzij ze de opdracht daartoe krijgen. Voor burgers is het moeilijk om met geo-data om te gaan. De standaarden zijn wellicht nog onvoldoende ingeburgerd (KML)?
Procesmatig gezien zou er niet teveel werk c.q. meerwerk moeten zitten in Open data: 1. Het is intern beschikbaar binnen de Provincie Zuid-Holland bij de verschillende beleidsafdelingen 2.
Technisch gezien is het dan niet moeilijk om deze data als Open beschikbaar te stellen. Het extern beschikbaar stellen van die data zou een kopie moeten zijn.
Op basis hiervan hebben we binnen de Provincie Zuid Holland het proces dan ook ingericht: 1.
De input komt uit de beleidsafdelingen. De afdelingen c.q. beleidsmedewerkers onderhouden de data en de actualiteit ervan en zijn verantwoordelijk voor de metadata
2.
Er is een centrale ICT club databeheer, die gaat over het beheer en ontsluiting van data.
Het kritieke pad van Open data zit bij de beleidsafdelingen. Beleidsmedewerkers hebben een andere focus dan het voorzien in Open data. Het Georegister is in 3 jaar opgebouwd, maar mondjesmaat aangepast. Je moet nu veel zoeken naar urls van services, vindbaarheid kan veel beter. A02.
Welke beleid hanteert u met betrekking tot Open data en Standaarden?
Antwoord
Binnen het PGR hanteren we het volgende beleid. 1. Alle Geo-data is Open data. 2.
Versie 1.0
We hanteren een organisatorische structuur waarin we werken met verschillende gremia’s ieder met zijn eigen rol en functie. Stuurgroep PGR, Programmaraad ProGIDEON, PGR coordinatoren, Provinciaal functioneel beheerders, PGR-redactieraad, Werkgroep
Pagina: 11
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
Standaarden, Gebruikersraad PGR en GBO provincies 3.
Er wordt voor Geo-data onderscheid gemaakt in 3 klassen. Klasse 1 zijn Inspire bestanden. Hier zijn eisen aan gesteld voor beschikbaarheid (24 uur per dag, 7 dagen per week) en er zijn technische eisen aan gesteld. Klasse 2 bevat data waar afspraken over gemaakt zijn met afnemers, zoals de Gebruikersraad van Georegister. Klasse 3 bevat ruwe data met minimale vereisten. Verder worden de OGC standaarden gehanteerd.
Als je kijkt naar alle Open data van de Provincie dan moet je concluderen dat 80% van de Open data Geodata betreft. De overige 20% zijn verschillend van aard. Zoals een molenkaart. Met andere woorden die 20% stelt inhoudelijk. Een echt integraal provinciaal beleid hoe we omgaan met Open data en wat allemaal Open data is hebben we binnen de provincie nog niet. Wel een definitie : Open data betekent dat de gegevens vrij beschikbaar en publiek toegankelijk zijn voor iedereen, zonder restricties van copyright of patenten. De inhoud van die gegevens kan gaan van ruimtelijke plannen tot een evenementenkalender, kan geografische informatie zijn, maar ook een document. De toegang tot die gegevens moet zo eenvoudig mogelijk zijn, bij voorkeur via internet ontsloten. De vorm waarin de gegevens worden aangeboden stelt geen bijzondere eisen aan de manier van gebruik, bij voorkeur dus in een Open dataformaat. Dus niet in een exotisch gesloten formaat dat alleen met specifieke software te openen is. A03.
Wat zijn de toekomstige uitdagingen voor de vraag- en aanbodketen van Open data?
Antwoord
1.
Harmonisatie van datasets
2.
Zoveel mogelijk landelijke dekking en KML services maken.
3.
Landelijk dekkende en harmoniserende sets. Dde provincies werken samen, maar er zijn geen verdere afspraken vastgelegd met ministeries. Veel data moeten de provincies zelf aan elkaar breien, bewerkingsslagen zijn nodig.
4.
Daarnaast de discussie: hoe ver ga je als aanbieder met bewerken van datasets? Waar stop je? Wanneer geef je het over aan de markt? Voorkeur in de geowereld is ruwe data over de schutting gooien. Andere (commerciële) partijen kunnen de bewerking doen, maar deze partijen zien dat verdienmodel nog niet zo.
A04. Antwoord
Wat kan naar u mening een classificatiemodel, zoals het 5 sterrenniveau model van TBL in de praktijk voor de overheid betekenen voor formaatkeuze en groei naar verbeterde interoperabiliteit? Het 5 sterrenmodel is goed. Het wordt op dit moment binnen het PGR niet gehanteerd. Het is bruikbaar en legt de lat hoog (ambitie). Wij hanteren een drie klasse model.
A05.
Wat zijn de alternatieven voor het 5 sterrenniveau model en/of op welke punten is aanscherping nodig.
Antwoord
Geen echt ander model bekend. Wellicht dat dit er wel is. Misschien zijn aanknopingspunten te vinden bij de ProGIDEON evaluatie of KML. In de discussie van Open data wordt er misschien nog wel te veel uit de overheid gedacht en niet zozeer als in dit model.
A06.
Welke voor overheden relevante standaarden zijn te onderkennen? Is dit een subset van de wettelijke, gangbare en pas toe leg uit standaarden of zijn er nog standaarden belangrijk buiten deze set? Geodata is één cluster op genomen op de lijst. Hierin zit een hele wereld achter. Gek dat dit niet is opgenomen op de lijst. De lijst is misschien wel te algemeen. Er zouden misschien meer lijsten moeten worden gehanteerd afhankelijk per toepassingsgebied en binnen een toepassingsgebied voor een services. Of misschien wel een lijst per overheidsproces, administratief, beleid en wetgeving. Een ander insteek zou zijn per beleidsterrein. Er zijn zo’n 14 beleidsterreinen. Binnen het PGR wordt een framework Geostandaarden gehanteerd. Het framework benoemt de geostandaarden die voor Nederland binnen het geo-domein en van toepassing zijn voor aansluiting met andere domeinen. In de praktijk kan het gebruik van deze standaarden alleen dringend worden aanbevolen bij gebrek aan een wet of andere verplichtende maatregel, die het gebruik afdwingt. Je ziet dat deze standaarden in de tijd ook veranderen. Er zijn nu google standaarden gewenst. Wat vaak gedoe geeft met de lijst is versies van standaarden. Dit geeft dilemma´s op operationeel niveau.
Antwoord
A07.
Versie 1.0
Wat is het huidig niveau (“ist”), hoe zou een volgende stap (“soll”) eruit zien, en hoe kan deze stap worden gezet?
Pagina: 12
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
Antwoord
A08.
Antwoord
We hanteren op dit moment 3 klassen in ter van Open data. 20% hiervan is klasse 1. Het zou mooi zijn als we de vanuit klasse 3 meer richting klasse 1 gaan. Het Daarnaast meer afstemming krijgen tussen verschillende portalen. Georegister, de risicokaart en Ro online portalen hanteren soms hun eigen standaarden. Er wordt anders met meta informatie omgegaan. Er is een oplossing nodig om versnippering tegen te gaan: 1. ProGIDEON i.c. overeenkomstig de Europese INSPIRE-richtlijnen geharmoniseerd qua structuur en begrippenkader moet nog meer gecommuniceerd worden 2.
Geonovum moet een meer sturende rol van vervullen
3.
EU validators geo informatie meer communiceren.
Wanneer is welke standaard geschikt (niveaus en bepalende factoren/criteria in keuzemodel)? Bijvoorbeeld: Welke standaard van de bovengenoemde set is het meest geschikt voor een bepaald domein ook in relatie tot de hergebruikers. Standaarden moeten algemeen toepasbaar en gangbaar zijn. Die hanteren we nu. Vanuit de EU worden hiervoor richtlijnen gegeven. Die nemen we op als Geo standaard en die komen dan in de lijst van BFS. Aan de standaarden zitten nog wel operationele kwesties: 1. Versies maken het lastig, door software die achterloopt. 2.
INSPIRE er is niet altijd eenduidigheid in validators.
Voor wat betreft specifieke doelgroepen van hergebruikers kan dit verschillen. De Geo-standaarden zijn specifiek voor hergebruikers die met geo-informatie werken. Hergebruikers van adminstratieve processen hebben wellicht andere standaarden. Je zou daar een onderschied in moeten maken door te denken in services. A09. Antwoord
Wat betekenen deze niveaus (en bijbehorende standaarden) voor aanbieders en voor afnemers qua A10. voordelen/nadelen? We gebruiken niet echt andere technische standaarden in de door ons onderscheiden klassen. Technisch gezien maakt het niks uit voor overheidsaanbieders of je klasse 1, 2 of 3 data hebt. Het probleem c.q. het meerwerk zit hem in werkzaamheden voor de beleidsdirecties. Die hebben er meer onderhoud aan. Technisch kan het natuurlijk wel per toepassingsgebied verschillen. Dat wil zeggen de in te zetten techniek. Voor wat betreft de overheidsdataaabieders levert dit geen problemen om op deze organisaties in hun primaire processen ook met de betreffende technische ondersteuning werken. Met andere woorden een organisatie gaat niet in specifiek voor het publiceren van Open data met een andere techniek werken. De toepassinggebieden hebben wel gevolgen voor de afnemers zoals bepaald een specifieke computercapaciteit voor geografische kaarten, te draaien software pakketen. Met andere woorden een bepaald toepassing gebied kan wel technische vereisten stellen bij de afnemers.
A10.
Welke praktijkvoorbeelden zijn er in Nederland van deze niveaus?
Antwoord
1.
De hierboven genoemde 3 klassen.
2.
Alle provincies met geo informatie.
3.
Waterschappen en gemeenten. Provincies zijn hier wel verder mee.
A11.
Moeten bepaalde standaarden nog worden gelokaliseerd of is de ‘pas toe leg uit’ -lijst adequaat? Welke suggesties zijn mogelijk?
Antwoord
1.
Het op xml gebaseerde Keyhole Markup Language als standaard accepteren. De openheid van het formaat voor de weergave van geografische informatie wordt daarmee gegarandeerd.De standaardisatie van KML maakt het voor iedereen mogelijk om geografische informatie te delen en te publiceren in een open formaat. Een kml-bestand koppelt afbeeldingen, beschrijvingen en andere informatie aan geografische coördinaten, zodat ze weergegeven kunnen worden in een zogenaamde geobrowser als Google Earth.
2.
Ook conformeren aan de Aquo standaard. Aquo is een semantische standaard(= beschrijving van informatie en de onderlinge relatie tussen informatieelementen/modellen)
Versie 1.0
Pagina: 13
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
3.
Versie 1.0
Webrichtlijnen zijn er nog te weinig.
Pagina: 14
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
B.
Vindbaarheid (hoe zorg ik dat mijn data gevonden wordt?)
B12.
Antwoord
Welke toekomstvaste velden (metadata) kunnen gebruikt worden om duurzame vindbaarheid te bevorderen, zodat aanbieders van data deze metadata kunnen leveren bij de dataset en het opendataregister (http://data.overheid.nl/) deze kan gebruiken? De meeste metadata per servicelijn vastgesteld. Wat je ziet is dat de verwijzing naar data deze materie complex maakt. Dit geldt ook voor de vulling van velden om vindbaarheid te vergroten. De vraagstukken zijn hierbij: 1. Hoe classificeren we informatie? 2.
Welke Trefwoordenlijst gebruiken we?
3.
Hoe sluiten we aan op INSPIRE.
Als je gezamenlijk overeenstemming hebt op deze punten dan zijn metadata niet echt moeilijk. Dit ook de uitdaging waarvoor Data.overheid.nl staat. Hoe ga je dat aanpakken, als wil komen tot een landelijk protaal voor Open data. Technisch gezien zijn er allerlei oplossingen om dit portaal vorm te geven. Belangrijkste aspect om te komen tot deze centrale portaal zijn: een goede zoekfunctie/register, actualiteit, metadata en verwijzing naar de bron. Het maakt niet uit of de datasets er daadwerkelijk staan of dat er alleen maar een verwijsfunctie is naar de echte dataset. B13. Antwoord
Welke toekomstvaste velden (metadata) zijn in combinatie met andere registers relevant, zodat ook data behorend bij andere registers kunnen worden gevonden? We zijn daar nu mee bezig. Met de Atlas Leefomgeving wil het ministerie van Infrastructuur en Milieu landelijke, regionale en lokale milieu- en gezondheidsinformatie geografisch ontsluiten (bij voorkeur op postcode). De Atlas Leefomgeving is nog in ontwikkeling. De atlas is bedoeld voor gemeenten, provincies, milieudiensten en burgers. De te hanteren metadatavelden moeten nog worden afgestemd. Wat ons betreft zou Geonovum voor wat betreft linked data moeten komen met een beleidslijn waarin een minimale set is opgenomen.
B14.
Welke rol kunnen bestaande metadata-standaarden (zoals OWMS) hierbij spelen?
Antwoord
OWMS kan een grote rol spelen. Het voordeel hiervan is dat iedereen dezelfde metadata gebruikt. We hanteren dit nu bij de unieke objectnummers. Wat wel op valt is dat de gebruikers heeft veel vragen heeft hoe het moet worden ingevuld.
B15.
Via welke methodiek/proces kan een aanbieder de velden in het register up to date houden?
Antwoord
1.
Organisatorische maatregelen. In 2013 bevat het PGR metadata van alle genoemde data en services. Dubbel werk wordt zoveel mogelijk voorkomen door bestanden robuust op te bouwen en eenmalig te beschrijven. Bestanden met minieme verschillen blijven dus niet naast elkaar bestaan. Het PGR groeit in aanbod en profileert zich in 2013 met geharmoniseerde en landsdekkende datasets. Hiermee wordt het gebruiksgemak van de data vergroot en tonen de provincies hun meerwaarde in de collectiviteit. Om zover te komen stuurt de Redactieraad met beleidssectoren en afnemers op de vraag en de kwaliteit van het aanbod in het PGR en geeft daaraan vorm in de Publicatiekalender. Er wordt meer en meer gewerkt aan sluiting van de informatiseringsketen. SLA’s of een andere vorm van overeenkomsten zijn daarbij een middel om afspraken vast te leggen en om zo wederzijds verwachtingen tastbaar te maken en zekerheid te bieden.
2.
Af en toe een audit doen.
3.
Het nationale georegister opschonen. Redactieraad af en toe de kwaliteit bekijken. Klasse 3 opschalen naar klasse 2 als verschillende partijen bij elkaar geveegd kunnen worden. Technische methodiek geregistreerd in register. Uiteindelijk harvesting. Handmatige handelingen maken het complex.
B16.
Welke (meta)informatie heeft een potentiële afnemer nodig om te weten of zij de data kan hergebruiken.
Antwoord
Dit is de lijn van INSPIRE:
Versie 1.0
Pagina: 15
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
Licenties Licentiekader: inspire. Public domain mark licentie. Met andere woorden : Wat is de inhoud? Wat heb ik eraan? Is het actueel? Wat is de bron? Dublin core model werkt natuurlijk ook wel goed. Dit is een les vanuit de webrichtlijnen. De 15 elementen is een mooi basis op de om op metadata niveau de elektronische informatie te beschrijven. B17.
Op welke wijze kunnen afnemers automatisch gesignaleerd worden over wijzigingen in de (metadata) velden en in de achterliggende Open data?
Antwoord
Binnen het PGR hebben we voor wat betreft de micro data daar verschillende instrumenten voor:
De belangrijkste is dat je het kan zien in de metadata. Dit geeft duidelijkheid wat de laatste versie is. Geodata nieuwsrubriek, hier wordt verslag gedaan over de ontwikkelingen die gaan komen
Via Gebruikersraad daarin wordt besproken en afgestemd welke ontwikkelingen er gaan komen
Communicatie via de website in werkgroepen, etc..
Wellicht dat een RSS feed handig zou zijn.
Maar al met al is het toch uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Die is verantwoordelijk dat hij beschikt over de data. Met betrekking tot metadata is het een ander verhaal. We gebruiken de zelfde instrumenten maar om een wijziging door te voeren in de metadata is het traject veel langer. Dit omdat in metadata ook definities zijn opgenomen en die veranderen je niet zomaar. Bij de way als de gebruiker een verkeerde versie van de dataset pakt dan kan hij daar geen rechten aan ontlenen. Dat is de verantwoordelijkheid van de gebruikers.
B18.
Hoe zorg ik dat uit te faseren datasets worden gecommuniceerd?
Antwoord
Op zo’n zelfde manier als beschreven bij vorige vraag. Maar dat zal niet zomaar in eens gebeuren. Daar gaat in ons toepassingsgebied een lange tijd overheen met intensief contact.
B19.
Welke ideeën heeft u nog meer ?
Antwoord
Aansluiting op andere portaalregisters en zoveel mogelijk promoveren van klasse 3 tot klasse 1.
Versie 1.0
Pagina: 16
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
C.
De wijze waarop de ontsluiting / infrastructuur wordt ingericht (via welke Systematiek publiceer ik mijn data?
C20.
Welke technische randvoorwaarden/criteria zijn er voor de systematiek voor datapublicatie vanuit een overheidspartij?
Antwoord
De pure techniek is niet zo belangrijk het gaat er omdat je afspraken maakt over: 1.
Webservices
2.
Informatiemodellen
3.
Schaal
4.
het gebruik van basisregistraties
Anders is het afhankelijk van ieders eigen interpretatie en krijg je wildgroei. Waardoor het technisch niet meer mogelijk is om datasets op elkaar aan te sluiten, metadatering gelijksoortig is, etc. C21. Antwoord
C22. Antwoord
Versie 1.0
Welke rol zou cloud-technologie hierbij kunnen spelen? Wat precies met deze vraag bedoeld? Wat breng je in de Cloud? Zijn dat de originele datasets of heb je het over het fysiek uitbesteden van het technisch beheer dat iedereen op zijn werkplek via een intranet applicatie bij kan (we hebben al geodome)? Of gaat dit over schaalbaarheid? Deze discussie moet je niet in de discussie van het aanbieden en publiceren van Open data vermengen. Zit volgens ons geen relatie tussen. Als nabrander. Datasets in de cloud zetten en iedereen toegang ertoe geven gaan we niet doen. De originele datasets liggen bij de overheid. Onder welke voorwaarden kan cloud-technologie een rol spelen? Beschikbaarheid, dat je alles neerlegt bij een externe leveranciers voor wat betreft het technische beheer en dat je via een SLA (stremmingsgegevens, afspraken over verstrekking) voor continuïteit kan zorgen van de dataset.
Pagina: 17
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
D.
EU-beleidskaders
D23. Antwoord
D24. Antwoord
D25.
Antwoord
Versie 1.0
Wat zijn de relevante ontwikkelingen binnen de EU-beleidskaders? INSPIRE om mee te beginnen. Annex 2 en 3. Wat ziet is dat op Europees niveau wordt gedrukt om alle datasets richting klasse 1 te krijgen. Dat is toch wel een uitdaging. Dit omdat daarnaast in de INSPYRE werkgroep is gezegd dat Nederland zich qua Geo-informatie niet bij de kopgroep in Europa heeft genesteld. Eerder een plaats 5 of 6 met een gat richting koplopers. Europa wil de lidstaten op een gelijk niveau krijgen zodat datasets over de lidstaten heen gecombineerd kunnen worden. Wat zijn de toekomstige EU-ontwikkelingen en hiermee verwachte beleidskaders? De ambities vanuit de EU liggen hoger dan de ambities in Nederland en gaan ook verder dan in Nederland. INSPYRE wordt gevoeld als een verplichting vanuit Europa, dus wordt er minimale inspanning verricht. Tot nu toe zijn gemeenten uit de wind gehouden. Gemeenten hebben ook Geo-data. Hierover gaat INSPYRE ook. Dan hebben het nog niet eens gehad over Ziekenhuizen, Koepelorganisaties (kortom alle organisaties) die voor meer dan 70% worden gefinancierd door de overheid. Wat zijn de effecten hiervan op het publiceren, vinden en te hanteren systematiek op korte en langere termijn? Of op andere gebieden zoals bijvoorbeeld de realiseerbaarheid van de implementatie van deze richtlijnen binnen een organisatie? Met INSPYRE hebben we het publiceren van data aardig in de vingers (gekregen). De toekomstige ontwikkelingen hebben geen grote uitdagingen wat betreft de techniek. Het gaat meer om de vraag hoe organisaties hun processen inrichten om te komen tot Open data. In concerto het gaat vooral om de inspanning van de beleidsmedewerkers t.a.v. het bijhouden van de metadata. Daarnaast zit er nog veel werk in om de harmonisatie tot stand te brengen binnen specifieke toepassing gebieden, over toepassingsgebieden heen en in een Europese context.
Pagina: 18
Casusbeschrijving Provincie Zuid-Holland en IPO
E.
Lessons learned webrichtlijnen
E26. Antwoord
E27. Antwoord
Versie 1.0
Zijn de ontwikkeling op het gebied van webrichtlijnen vergelijkbaar met de ontwikkeling bij opendata en standaarden? Het proces om te komen tot richtlijnen en standaarden is gelijksoortig. Is hetzelfde principe als pdf, png, wfs, wms. Welke lessen kunnen worden meegenomen vanuit webrichtlijnen? Google maps als een soort defacto standaard. Dit wordt vaker gevraagd en de burger weet hoe dat werkt. Dublin core model werkt natuurlijk ook wel goed. Dit is een les vanuit de webrichtlijnen. De 15 elementen is een mooi basis op de om op metadata niveau de elektronische informatie te beschrijven.
Pagina: 19