Datum: 22 maart 2012 Versie: 2.9
Samenwerkingsovereenkomst Donderberg
‘PARTIJEN’:
1. Gemeente Roermond, krachtens artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de wnd. burgemeester, de heer H.M.J.M. van Beers, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond van 7 september 2010, hierna te noemen “de Gemeente”; 2. Stichting Wonen Zuid, gevestigd te 6041 LA Roermond, Buitenop 9, ten deze vertegenwoordigd door de heer R.Vissers, directeur; 3. Stichting Wonen Limburg, gevestigd te 6041 GW Roermond, Begijnhofstraat 37-39, ten deze vertegenwoordigd door gevolmachtigd directeur - bestuurder, de heer W.Hazeu, volgens zijn verklaring op grond van de inhoud van zijn volmacht bevoegd tot het aangaan van de in deze Overeenkomst opgenomen rechtshandelingen; ’Partijen’ 2 en 3 hierna gezamenlijk te noemen: “Corporaties”; 4. Provincie Limburg, dan wel voor zover het betreft haar publiekrechtelijke bevoegdheden, het college van Gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door de heer A. Janssen, gedeputeerde, handelende ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg van ………..2012 (nader bepalen), hierna te noemen “de Provincie”.
gezamenlijk hierna te noemen: ’Partijen’ of individueel ‘Partij’ Overwegende dat: 1. Uit een eerste probleem- en oorzaakanalyse van de gemeente en de corporaties blijkt dat de wijk Donderberg, bestaande uit de Componistenbuurt, Sterrenberg, Vliegeniersbuurt en Kastelenbuurt, kampt met een aantal samenhangende problemen op fysiek, sociaal en economisch gebied die de leefbaarheid onder druk zetten, zoals: leefomgeving en woningvoorraad, sociaal- maatschappelijke voorzieningen, veiligheid en participatie. 2. ’Partijen’ zich ten doel stellen de wijk Donderberg zodanig duurzaam her in te richten en te transformeren door middel van een integraal Wijkontwikkelingsplan, dat: ‐ de leefbaarheid en veiligheid duurzaam verbeterd wordt; ‐ ingespeeld kan worden op de demografische en maatschappelijke ontwikkelingen en effecten van de bevolkingskrimp op wonen, welzijn, zorg, onderwijs en economie. 3. ’Partijen’ op 5 januari 2011 een intentieovereenkomst hebben ondertekend ten behoeve van het opstellen van een Wijkontwikkelingsplan voor de wijk Donderberg Roermond. 4. De Stuurgroep Wijkontwikkelingsplan Donderberg heeft op 22 juni 2011 een Wijkvisie vastgesteld vanuit de gedachte de sterke en bestaande kwaliteiten in de wijk Donderberg te behouden en de zwakke punten te verbeteren of te laten verdwijnen, alles met het oogmerk om de woonkwaliteit en de leefbaarheid in de wijk te verbeteren. ’Partijen’ stellen zich hierbij ten doel dat een actief participatieproces van bewoners, ondernemers en de bij en in de wijk Donderberg betrokken (maatschappelijke) organisaties en instellingen een grote rol speelt bij het realiseren van de (hoofd)doelstellingen van het Wijkontwikkelingsplan Donderberg. 5. De Wijkvisie Donderberg onderkent dat een toekomstbestendige wijk Donderberg alleen gerealiseerd kan worden door te kiezen voor een integrale aanpak, met een goede mix en balans van investeren in de “high five”; wonen en duurzaamheid, voorzieningen, veiligheid en leefbaarheid, welzijn en participatie en identiteit en dus om voor die investeringen te kiezen die per geïnvesteerde euro nu en op termijn zoveel mogelijk waarde weten te creëren. 2
6. Voor de regio Midden Limburg een regiovisie “Oog voor Midden-Limburg” is vastgesteld waarbinnen vier strategische opgaven zijn gedefinieerd. 7. De herstructurering stedelijk gebied als zodanig deel uitmaakt van de strategische opgave (voorheen BBO Herstructurering Woonwijken/Limburgse Wijkenaanpak) via de programmalijn Wonen van de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML). 8. De gemeenten in Midden-Limburg en de Provincie ter uitvoering en ter financiering van de vier strategische opgaven een overkoepelende samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend en daarbij een regiofonds hebben ingesteld. 9. Als vervolg op de intentieovereenkomst van 5 januari 2011 en de op 22 juni 2011 door de Stuurgroep vastgestelde Wijkvisie Donderberg hebben ’Partijen’ nader overleg gevoerd teneinde met elkaar de voorwaarden te kunnen bepalen op basis waarvan een langdurige en effectieve samenwerking tussen ’Partijen’ ter zake de wijk Donderberg gestalte zou moeten krijgen, mede indachtig de behoefte tot blijvende afstemming van de ontwikkeling van de wijk Donderberg en met betrokkenen in de wijken, zoals bewoners en ondernemers. 10. ’Partijen’ wensen thans hun samenwerking contractueel overeen te komen. ’Partijen’ komen hierbij nader overeen:
1.
Definities
In deze Overeenkomst zijn woorden die met een hoofdletter aanvangen veelal gedefinieerde termen, nader gedefinieerd als volgt:
- Contractdatum:
de datum waarop de Overeenkomst is getekend door ’Partijen’
- Deelexploitatie:
een door ’Partijen’ per Deelproject op te stellen voorcalculatorische kosten- en opbrengstenraming voor alle kosten- en opbrengsten ter zake dat Deelproject
- Deelprojecten:
(ieder van) de in de ontwikkeling van de wijk Donderberg ingevolge artikel 3.1 te onderscheiden deelprojecten
- Intentieovereenkomst:
de intentieovereenkomst tussen ’Partijen’ van 5 januari 2011
- Overeenkomst:
de onderhavige overeenkomst
- Partij:
een ‘Partij’ bij deze overeenkomst
- ‘Partijen’:
de vier ’Partijen’ die de Overeenkomst aangaan
- Plangebied:
het gebied dat is aangegeven op de kaart die onderdeel uitmaakt van het Wijkontwikkelingsplan
- Planning:
de masterplanning en -fasering behorende bij de Overeenkomst; de Planning is een dynamische planning die gedurende de uitvoering van de Overeenkomst van tijd tot tijd herijkt zal worden op de dan geldende feitelijke situatie en per Deelproject nader uitgewerkt zal worden in een voor het Deelproject geldende geconcretiseerde planning.
- Programmamanager
een door de vier ’Partijen’ aan te stellen manager voor de Projectorganisatie als bedoeld in artikel 9
3
- Project:
het project als nader omschreven in artikel 3.1. van de Overeenkomst;
- Projectdoelen:
de door ’Partijen’ vastgelegde taakstellende doelen waaraan het Project moet (blijven) voldoen, zoals opgenomen in het Wijkontwikkelingsplan; bijlage 3
- Projectorganisatie:
de projectorganisatie als bedoeld in artikel 9
- Provincie:
de ondergetekende onder 4
- Roermond:
de ondergetekende onder 1
- Sociaal Programma:
het in de Wijkvisie Donderberg en Wijkontwikkelingsplan Donderberg opgenomen sociaal programma
- SROI
een meetmethodiek die het rendement van maatschappelijke investeringen meet
- Stuurgroep:
de stuurgroep Wijkontwikkelingsplan Donderberg, bestaande uit: ‐
de door het college van burgemeester en wethouders van Roermond gemandateerde wethouder
‐
de directeur-bestuurder van Wonen Limburg
‐
de directeur van Wonen Zuid
‐
de door het college van gedeputeerde staten van Limburg gemandateerde gedeputeerde
- Realiseringsovereenkomsten:
(ieder van) de ingevolge artikel 6 te sluiten realiseringsovereenkomsten
- Uitvoeringsprogramma:
het voor de wijk Donderberg, als onderdeel van het Wijkontwikkelingsplan, opgestelde uitvoeringsprogramma
- Wonen Limburg:
de ondergetekende onder 3
- Wonen Zuid:
de ondergetekende onder 2
- Wijkontwikkelingsplan:
het voor de wijk Donderberg opgestelde wijkontwikkelingsplan Donderberg, inclusief Wijkvisie en Uitvoeringsprogramma
- Wijkvisie Donderberg
de visie voor de wijk Donderberg, zoals vastgesteld door de Stuurgroep Donderberg op 22 juni 2011
2.
Samenwerking en Projectdoelen
2.1
Het doel van de samenwerking is om door middel van realisatie van de Deelprojecten, de Wijkvisie en het Wijkontwikkelingsplan voor de wijk Donderberg uit te voeren en daarmee de Projectdoelen te realiseren. Door ondertekening van de Overeenkomst onderschrijven ’Partijen’ het Wijkontwikkelingsplan Donderberg.
2.2
4
2.3
2.4
2.5
3. 3.1
3.2
De Projectdoelen zijn taakstellend voor ‘Partijen’. Teneinde de (voortgang in de realisering van de) Projectdoelen en de effecten van de maatregelen beter te kunnen monitoren en meten, zullen ’Partijen’ de Projectdoelen in de eerste fase van hun samenwerking nader concretiseren. De nader geconcretiseerde versie van de Projectdoelen zal door de Stuurgroep worden vastgesteld en na vaststelling zal deze versie van de Projectdoelen maatgevend zijn. ’Partijen’ zullen bij de verdere (door)ontwikkeling en uitvoering van het Wijkontwikkelingsplan Donderberg blijven aansturen op participatie en inbreng van belanghebbenden zoals onder meer de bewoners, ondernemers, verenigingen, maatschappelijke organisaties, onderwijs en (zorg)instellingengrondeigenaren. Social Return On Investment wordt toegepast in de Donderberg op zowel (ver)bouwprojecten en infrastructurele werken als levering van diensten. Toekenning van een opdracht door 1 van de ‘Partijen’ gebeurt onder voorwaarde dat de aannemende onderneming 5% van de bruto aanneemsom of 7,5% van de loonsom aanwendt voor de inzet van SROI - doelgroepen.
Project en Deelprojecten Het Project behelst het door middel van een integrale aanpak, via de Deelprojecten, realiseren van de Projectdoelen in het Plangebied. ’Partijen’ zullen daartoe het Wijkontwikkelingsplan (inclusief Wijkvisie) met inachtneming van het Uitvoeringsprogramma en de Planning en Fasering en met inachtneming van artikel 6 (Realiseringsovereenkomsten) nader uitwerken in Deelprojecten voor de Donderberg. Daarbij is per Deelproject tevens aangegeven wie van de ’Partijen’ voor welk Deelproject als trekker zal opereren. De trekker zal voorbereidende inspanningen plegen die nodig zijn om voor een Deelproject tot een Realiseringsovereenkomst te komen en zal een projectleider benoemen. ’Partijen’ beschouwen het Uitvoeringsprogramma op de Contractdatum als de (vooralsnog) beste manier om invulling te geven aan de Projectdoelen. ’Partijen’ realiseren zich niettemin dat het Project een zeer lange looptijd heeft (tot en met 2024) en er gerede kans is dat wijzigende omstandigheden en inzichten op termijn tot een andere en betere invulling van de Projectdoelen kan leiden dan die welke in het Uitvoeringsprogramma is vastgelegd. ’Partijen’ zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om te bezien of het Uitvoeringsprogramma aanpassing behoeft.
4.
Exploitaties en kosten
4.1
’Partijen’ hebben voor het Wijkontwikkelingsplan Donderberg de Gebiedsexploitatie Donderberg opgesteld, die als bijlage 2 bij deze Overeenkomst is gevoegd. Voor de Gebiedsexploitatie geldt dat de kosten en risico’s, met inachtneming van artikel 4.3, zullen worden gedragen door de Partij(en) aan wie de respectievelijke exploitatieonderdelen toebedeeld zijn. Deze toedeling is als volgt: ‐ De Grondexploitatie: Voor rekening en risico van de Gemeente, Wonen Zuid en Wonen Limburg. Gemeente zal de in de Grondexploitatie opgenomen Openbare Ruimte na realisatie in beheer en onderhoud nemen. ‐ De Vastgoedexploitatie Wijkgebouw (Donderie), Jeugd- en Jongerencluster en Regionaal Expertisecentrum: Voor rekening en risico van de Gemeente die de genoemde bebouwing na realisatie in beheer, onderhoud en exploitatie zal nemen c.q. in eigendom zal overdragen.
5
‐
4.2
4.3
4.4.
4.5 4.6
4.7
4.8
4.9
4.10
De Vastgoedexploitatie Woningen, Winkelcentrum fase 2, Wonen-Werken, Wonen-Zorg: Voor rekening en risico van de corporaties, die de bebouwing na realisatie van de koopopstallen zullen verkopen en de huuropstallen in beheer, onderhoud en exploitatie zullen nemen. Voor alle kostenposten geldt dat in geval van overschrijding dan wel onderschrijding van de begrote kosten ’Partijen’ naar bevind van zaken zullen handelen en nadere maatregelen zullen treffen. Bij een tekort in de exploitatie, dat ontstaat door het extra sociaal programma, het fonds particuliere woningverbetering, de noodzakelijke aankoop van particulier bezit en/of de projectorganisatie zullen partijen naar bevind van zaken handelen en nadere maatregelen treffen. Voor ieder van de Deelprojecten zullen ‘Partijen’, op initiatief van de Trekkers als bedoeld in artikel 3.1 van de Overeenkomst, op basis van de Wijkvisie en het Wijkontwikkelingsplan Donderberg een Deelexploitatie opmaken en een Realiseringsovereenkomst sluiten. Voorwaarde is dat het Wijkontwikkelingsplan ex artikel 2.2 door de gemeenteraad is vastgesteld c.q. na wijziging ervan door ‘Partijen’ hernieuwd is vastgesteld. Voor de Deelexploitatie geldt dat ‘Partijen’ per Deelproject afspraken maken over de risicoverdeling conform de uitgangspunten zoals geformuleerd in artikel 4.1. ‘Partijen’ zullen zich inspannen voor het verwerven van subsidies en andere inkomsten. Indien en voor zover ‘Partijen’ in dat verband verzoeken indienen bij subsidie verlenende instanties, investeringsfondsen of andere uitkerend organen waar één of meerdere van de ‘Partijen’ zitting in hebben of invloed op kunnen uitoefenen, geldt dat het aangaan van de Overeenkomst niet geldt (noch geheel noch gedeeltelijk) als enige vorm van toezegging vanuit vorenbedoelde instanties, fondsen of organen op de verzochte uitkeringen. Het is niet uitgesloten dat inspanningen van ‘Partijen’ zullen leiden tot verwerving van extra middelen. ‘Partijen’ informeren elkaar indien subsidieaanvragen of mogelijkheden om andere inkomsten te verwerven worden ondernomen. De informatie omvat het doel van de aanvraag, het proces, het resultaat en de bestemming daarvan. De extra middelen worden, tenzij anders beslist door de Stuurgroep, ingebracht in de totale exploitatie. In geval de Gemeente en/of de Corporaties te maken krijgen met een (dreigende) overschrijding van de kosten op een van hun exploitaties als genoemd in artikel 4.1, dient de Gemeente en/of de betreffende corporatie voor eigen rekening en risico dekking te vinden voor deze extra kosten, al dan niet door voor het betreffende onderdeel op zoek te gaan naar optimalisaties in de aanpak en de Planning dan wel tot het nemen van maatregelen tot versobering. Het treffen van dergelijke maatregelen is de discretionaire bevoegdheid van de betreffende ‘Partij’ zelf, zolang maar voldaan wordt aan het Wijkontwikkelingsplan Donderberg. De Stuurgroep zal, in het geval van een (dreigende) overschrijding van de kosten op een van de exploitaties als genoemd in artikel 4.1 en waarvan gebleken is dat deze door Gemeente en/of de betreffende Corporatie (afhankelijk om wiens exploitatie het gaat) niet kan worden voorkomen via toepassing van het in artikel 4.8 bepaalde, in gezamenlijk overleg bepalen hoe verder te handelen. Uitgangspunt bij dat overleg is en blijft de risicoverdeling als vastgelegd in artikel 4.1. Niettemin zal de Stuurgroep alsdan beslissen over het mogelijk aanpassen van het Uitvoeringsprogramma Donderberg en/of de mogelijke inzet van eventueel beschikbare vereveningsmiddelen als bedoeld in artikel 4.10, zodat de Projectdoelen voor het Wijkontwikkelingsplan Donderberg zoveel als mogelijk binnen de begroting van de Gebiedsexploitatie kunnen worden gerealiseerd. In geval van onderschrijding van de kosten van een onderdeel dat voor gezamenlijke rekening en risico komt, zal de meevaller ten behoeve van het Wijkontwikkelingsplan gereserveerd blijven teneinde eventuele tegenvallers op andere onderdelen te kunnen verevenen, een en ander te bepalen door de Stuurgroep. Het bepaalde in de vorige zin is niet van toepassing op het onderdeel Sociaal Programma Donderberg, zodat een meevaller ten aanzien van dit onderdeel van de Gebiedsexploitatie niet voor verevening met andere onderdelen in aanmerking komt. 6
4.11
4.12
4.13
Iedere ‘Partij’ zal zelf de apparaatskosten dragen van haar eigen lijnorganisatie ter realisering van haar publiekrechtelijke c.q. gebruikelijke taken en voor haar eigen bewaking van het Project, tenzij ‘Partijen’ in relatie tot een Deelproject en bijbehorende Deelexploitatie anders beslissen en dit geëxpliciteerd is in de Realiseringsovereenkomst van dat Deelproject. Iedere ‘Partij’ zal zelf de kosten dragen van de rol als kwartiermaker van een Deelproject als bedoeld in artikel 3.1. Indien voor het betreffende Deelproject een Realiseringsovereenkomst wordt gesloten zullen de door de kwartiermaker gemaakte kosten in de Deelexploitatie als kosten worden opgevoerd, tenzij deze kosten hebben te gelden als niet voor vergoeding komende apparaatskosten als bedoeld in artikel 4.11. Indien voor het betreffende Deelproject geen Realiseringsovereenkomst tot stand komt, blijven de kwartiermakerskosten voor rekening van de desbetreffende kwartiermaker. Iedere ‘Partij’ verzorgt zijn eigen administratie inzake de diverse onderdelen van het Project. De Stuurgroep en de Programmamanager krijgen inzage in deze partijadministraties en daarvan kopie te ontvangen. De Programmamanager zal zorgdragen voor de gezamenlijke totaaladministratie. Iedere ‘Partij’ krijgt inzage in deze totaaladministratie en zal daarvan kopie ontvangen.
5.
Planning en Fasering
5.1
‘Partijen’ spannen zich maximaal in om de Planning en Fasering te realiseren. In het geval de Planning en Fasering ondanks de inspanning van ‘Partijen’ niet gerealiseerd kan worden, zullen ‘Partijen’ nader overleg voeren over bijstelling van de Planning en Fasering en de eventuele consequenties van die bijstelling. Per Deelproject zal een projectplanning worden opgesteld.
6.
Realiseringsovereenkomsten
6.1
‘Partijen’ zullen voor de Deelprojecten en eventueel opvolgende projecten binnen het Plangebied Realiseringsovereenkomsten sluiten, waarbij met inachtneming van de Projectdoelen en de Overeenkomst aanvullende afspraken zullen worden gemaakt over: ‐ risicodeling conform artikel 4.1 van deze Overeenkomst ‐ een plan van aanpak en de projectplanning ‐ grondleveringen en eventuele grondverwerving ‐ het planologisch proces en eventueel exploitatieplan ingevolge de Wro ‐ vergunningen ‐ eventuele aanbesteding(en) ‐ bewonersparticipatie ‐ communicatie ‐ het vermijden van staatssteun ‐ SROI (artikel 2.5) ‐ de inzetbaarheid van de aanwezige kennis en kunde van de (uitvoerings)organisatie van ‘Partijen’ zelve ‐ de mandatering van de Programmamanager en andere in een Realiseringsovereenkomst voor een Deelproject noodzakelijk te behandelen onderwerpen. ‘Partijen’ realiseren zich dat bij een gescheiden risicoverdeling en taakverdeling tussen ‘Partijen’ (bijvoorbeeld een scheiding van grond- en opstalexploitatie), de integraliteit van het Wijkontwikkelingsplan Donderberg met zich meebrengt dat hetgeen de ene ‘Partij’ uitvoert zowel financieel als kwalitatief van invloed kan zijn op hetgeen de andere ‘Partij’ uitvoert. Met het oog op deze integraliteit zal in de Realiseringsovereenkomsten door middel van nadere
6.2
7
afspraken gewaarborgd worden dat ‘Partijen’ ook ten aanzien van de aan elkaar toebedeelde taken gezamenlijke afstemming hebben.
7.
Onroerende zaken
7.1
‘Partijen’ zullen er voor zorgdragen dat de grond, nodig voor de realisatie van een Deelproject, tijdig ter beschikking zal komen voor de uitvoering van het Deelproject en dat de onbezwaarde eigendom van de grond binnen dat Deelproject uiterlijk bij voltooiing van het Deelproject zal berusten bij één van de ‘Partijen’, een en ander zoals nader uit te werken in de in artikel 6 bedoelde Realiseringsovereenkomsten. Zo nodig wordt deze verdeling bereikt door herindeling van de percelen. De waarde waartegen ‘Partijen’ de gronden zullen inbrengen in een Deelproject en de waarde waartegen de verkavelde percelen zullen worden geleverd, zullen nader bepaald worden in de bij een Deelproject behorende Deelexploitatie en Realiseringsovereenkomst.
7.2
8.
Wettelijke bevoegdheden
8.1
Ieder der ‘Partijen’ blijft zelfstandig verantwoordelijk voor de besluitvorming waarvoor zij op grond van de wet verantwoordelijk is. ‘Partijen’ zullen ter zake van de ten behoeve van het Project door ‘Partijen’ genomen en te nemen publiekrechtelijke besluiten geen rechtsmiddelen aanwenden, noch bevorderen dat deze worden aangewend. Als blijkt dat het Project door een rechterlijke uitspraak niet ongewijzigd kan worden uitgevoerd, treden ‘Partijen’ met elkaar in overleg om te komen tot gewijzigde afspraken die zoveel mogelijk aansluiten bij deze overeenkomst. Indien een ‘Partij’ een verplichting uit deze Overeenkomst niet kan nakomen omdat een daarvoor benodigd publiekrechtelijk besluit inzake de ruimtelijke ordening niet tot stand is gekomen dan wel niet onherroepelijk is geworden, levert dit geen tekortkoming op met uitzondering van grove onzorgvuldigheid dan wel nalatigheid van een der ‘Partijen’. In dat geval zijn de financiële consequenties voor de veroorzakende ‘Partij’.
8.2
8.3
9.
Organisatie en besluitvorming
9.1
‘Partijen’ nemen alle besluiten in het kader van deze Overeenkomst op basis van unanimiteit. De organisatie zal bestaan uit een Stuurgroep, regiegroep, Programmamanager en (deel)projectleiders. Onverminderd de besluitvormingsbevoegdheid van ‘Partijen’, zal de sturing van het Project als samenwerkingsproject primair geschieden door de Stuurgroep die de uitvoering in handen zal leggen van de Projectorganisatie. ‘Partijen’ wijzen een der leden van de Stuurgroep als voorzitter aan. De Regiegroep zorgt voor de coördinatie van de processen in het programma onder aansturing van de Programmamanager. ‘Partijen’ zullen zo snel mogelijk nadere afspraken maken omtrent de vorm en inrichting van de Projectorganisatie welke geleid zal worden door een Programmamanager die met een nog nader te bepalen mandaat van ‘Partijen’ zal worden voorzien dat dit complexe Project slagvaardig, resultaatgericht, doelmatig en goed beheersbaar door de Projectorganisatie kan worden uitgevoerd. De Programmamanager is verantwoordelijk voor het coördineren en leiden van het Uitvoeringsprogramma. Daarnaast geldt dat voor elk project een (deel)projectleider wordt benoemd, die verantwoordelijk is voor het opstarten, uitvoeren, participatieproces, bewaken,
9.2 9.3
9.4 9.5
9.6
8
9.7 9.8 9.9
9.10
9.11
9.12
samenwerken, rapporteren en evalueren van het betreffende project. De samenhang en voortgang in de projecten wordt bewaakt door de Programmamanager. De Programmamanager legt verantwoording af jegens de Stuurgroep. In de communicatie is de voorzitter van de Stuurgroep het aanspreekpunt voor de Programmamanager. De Stuurgroep ziet er samen met de Programmamanager op toe dat door middel van de realisatie van het Project de Projectdoelen worden gerealiseerd. In de uitvoering van de Deelprojecten zal de Programmamanager op nader met Stuurgroep overeen te komen wijze zoveel mogelijk gebruik maken van de inzetbaarheid en de aanwezige kennis en kunde van de (uitvoerings-)organisatie van ‘Partijen’ zelve. Daaromtrent zullen na verkregen goedkeuring van de Stuurgroep, vervolgens tussen de Projectorganisatie en de organisaties van ‘Partijen’ nadere werkafspraken gemaakt worden in de in artikel 6 van de Overeenkomst bedoelde Realiseringsovereenkomsten. In de Projectorganisatie zal de Provincie alleen vertegenwoordigd zijn en deelnemen op het niveau van de Stuurgroep. Dit laat onverlet dat de Provincie een rol kan hebben in de uitvoering van een Deelproject of als kwartiermaker. De taakstellingen van de Stuurgroep zijn op hoofdlijnen als volgt: ‐ het accorderen van de Realiseringsovereenkomsten per Deelproject inclusief Deelexploitatie, het plan van aanpak en de projectplanning ‐ het bewaken van de integrale voortgang van het Uitvoeringsprogramma per Deelproject aan de hand van een kwartaalrapportage die door de Programmamanager dient te worden ingediend ‐ het beslissen over het indienen van subsidieverzoeken als bedoeld in artikel 4.6 van de Overeenkomst ‐ het besluiten over de nadere concretisering van de Projectdoelen als bedoeld in artikel 2.3 van de Overeenkomst. De taakstellingen van de Programmamanager zijn op hoofdlijnen als volgt: ‐ overall programmamanagement ‐ voorbereiding regie/stuurgroepvergaderingen ‐ coördinatie tussen planonderdelen ‐ bewaken tijdslijnen tussen projecten ‐ toetsen projectuitkomsten aan uitgangspunten/afspraken
9
10.
Communicatie en geheimhouding
10.1
‘Partijen’ treden afzonderlijk en gezamenlijk in het kader van het Project op als één geheel. Alleen indien het wettelijk noodzakelijk is in het kader van formele procedures wordt, in de externe communicatie een onderscheid gemaakt tussen "Provinciale delen", "Gemeentelijke delen" en "Corporatie delen" van het Project, waarbij ‘Partijen’ steeds vooraf onderling afstemmen. De Programmamanager is verantwoordelijk voor de overall-regie van alle externe communicatie van alle ‘Partijen’ over het Project, met inbegrip van publieksvoorlichting, ‘Partijen’ zullen alle informatie met betrekking tot de inhoud van documenten die nog niet zijn vastgesteld, geheimhouden, tenzij zij op grond van de wet tot openbaarmaking gehouden zijn. Zodra één der ‘Partijen’ gehouden is tot openbaarmaking zal deze de andere ‘Partijen’ hiervan tevoren in kennis stellen. ‘Partijen’ leggen de geheimhoudingsplicht op aan door hen ingezette hulppersonen.
10.2 10.3
11.
Algemeen
Project en risicobeheersing 11.1 ‘Partijen’ verzorgen de randvoorwaarden om professioneel co(beheer)management binnen het Project mogelijk te maken.
project-
en
risi-
Wijzigingen 11.2 Deze Overeenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd of aangevuld. Volledige overeenkomst 11.3 Deze overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen, omvat de gehele Overeenkomst en alle rechtens bindende afspraken tussen de ‘Partijen’ aangaande het Project. Bijlagen 11.4 De bijlagen bij deze Overeenkomst vormen daarvan een integraal onderdeel. Ingeval van strijdigheid tussen het bepaalde in een bijlage en de Overeenkomst prevaleert de overeenkomst. Van de Overeenkomst maken de volgende bijlagen deel uit: Bijlage 1: Wijkontwikkelingsplan Donderberg Bijlage 2: Gebiedsexploitatie
Ongeldigheid 11.5 Indien een bepaling van deze Overeenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins ais niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, uit deze Overeenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de Overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.
10
Onvoorziene omstandigheden 11.6 ‘Partijen’ treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze Overeenkomst niet mag worden verwacht. Zij zullen bezien voor wiens rekening de onvoorziene omstandigheden behoren te komen en zullen zo nodig komen tot gewijzigde afspraken die zoveel mogelijk aansluiten bij deze overeenkomst. Geen personen vennootschap 11.7 Met deze Overeenkomst beogen ‘Partijen’ niet een vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap aan te gaan. Toepasselijkheid van de desbetreffende wettelijke bepalingen wordt zoveel als rechtens mogelijk uitgesloten. Looptijd van deze overeenkomst 11.8 De looptijd van deze Overeenkomst is tot oplevering van het Project. Gelet op de termijn van de Wijkvisie, die tot 2024 loopt, realiseren ‘Partijen’ zich dat met de Overeenkomst een zeer langlopende samenwerking wordt aangegaan. 11.9 Indien een ‘Partij’, na door tenminste een andere ‘Partij’, met inachtneming van een redelijke termijn schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, een of meer van haar verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst niet nakomt, zijn de andere ‘Partijen’ ieder afzonderlijk bevoegd tot ontbinding van onderhavige overeenkomst, zulks onverminderd het recht op schadevergoeding (inclusief wettelijke rente). 11.10 Geen van ‘Partijen’ is gehouden tot het nakomen van enige verplichting, indien zij daartoe verhinderd is als gevolg van een omstandigheid die niet te wijten is aan haar schuld, en die noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt. 11.11 ‘Partijen’ zullen tijdens de looptijd van deze overeenkomst geen overeenkomst(en) met derden aangaan inzake de ontwikkeling van de Donderberg zoals geformuleerd in het Wijkontwikkelingsplan, die gevolgen kan hebben voor de ‘Partijen’ in deze overeenkomst, zonder voorafgaand overleg met en overeenstemming van alle ‘Partijen’. Geen derdenbeding 11.12 Derden kunnen geen rechten aan de Overeenkomst ontlenen. Geen van de in de Overeenkomst vervatte afspraken is als een derdenbeding bedoeld. Verbod overdracht rechten en plichten 11.13 Voor zover niet uitdrukkelijk anders uit onderhavige overeenkomst voortvloeit, is het de Partijen niet toegestaan haar rechten en plichten uit deze overeenkomst over te dragen aan een derde, tenzij alle ‘Partijen’ hiermee instemmen. Een ‘Partij’ kan enkel op redelijke gronden instemming weigeren. Geschillen en Bevoegde rechter 11.14 ’Partijen’ zullen geschillen elkaar terstond melden en eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing voor het geschil kan worden gevonden. 11.15 Ingeval het overleg in het vorige lid niet binnen 3 maanden tot een oplossing leidt, dan kunnen ’Partijen’ geschillen naar aanleiding van deze Overeenkomst voorleggen aan uitsluitend de bevoegde rechter, tenzij ‘Partijen’ alsdan arbitrage of bindend advies overeen zullen komen. 11.16 ’Partijen’ stemmen hun gerechtelijke vertegenwoordiging bij geschillen vooraf af.
11
Deze Overeenkomst is in viervoud ondertekend te Roermond op …………………. 2012 Naam Voor Gemeente Roermond
de heer H.M.J.M. van Beers wnd. Burgemeester,
Voor Wonen Zuid
de heer R.Vissers Directeur
Voor Wonen Limburg
de heer W.Hazeu Directeur - bestuurder,
Voor Provincie Limburg
Handtekening
de heer A. Janssen, Gedeputeerde
12