luizenprotocol
Versie 29 maart 2009
www.bijenveld.com
luizenprotocol ’t Bijenveld
Luizenprotocol Dit protocol is gemaakt om de kans op luizenbesmetting op ‘t Bijenveld zo klein mogelijk te maken. De aanpak van een luizenbesmetting bij een kind vergt voor ouders/ verzorgers veel moeite en inspanning. Door als school en ouders samen te werken wordt het probleem zo klein mogelijk gehouden. Iedereen heeft hierin zijn eigen verantwoordelijkheid. Dit protocol bevat de aanpak in hoofdlijnen. Naast dit protocol zijn er standaard-brieven voor ouders ter informatie over luizenbesmetting. Ook is er een achtergrondinformatie voor leerkrachten en luizenpluisouders (ouders die verantwoordelijk zijn voor een groep om daarin te controleren op aanwezigheid van luis) met daarin algemene informatie en tips voor controles. Alle brieven, achtergrond informatie, controlelijsten worden bewaard op ‘t Bijenveld in de lerarenkamer. Ouders/verzorgers In het kader van de luizenpreventie worden alle ouders/verzorgers gevraagd: • om hun kinderen 1 keer per week te controleren op luizen; • om besmettingen met luizen / neten zo snel en goed mogelijk te behandelen en te melden aan de leerkrachten en/of luizenpluisouders; ook indien de leerling al behandeld is. Dit kan eventuele misverstanden tijdens de controles voorkomen (ook dode neten blijven nl zichtbaar in haren zitten); • om hun kind waar luizen /neten zijn geconstateerd nog dezelfde dag te beginnen met de behandeling; • om luizencapes of een grote dichte tas (kan ook bijenveldtas zijn) aan te schaffen en het gebruik daarvan door hun kind te stimuleren; • om hun kind (groepen 3 t/m 8) een grote dichte gym/zwemtas te laten gebruiken, waarin tijdens de gym/zwemles de kleren kunnen worden gedaan; • om hun kinderen geen gel of lak in hun haar te laten doen op de dag van controle; • om hun kinderen geen ingewikkelde staarten of vlechtwerken in hun haar te doen op de dag van controle.
‘t Bijenveld • De leerkrachten stimuleren het gebruik van de luizencape in geval van luizenbesmetting in de groep; • De leerkrachten vragen aan het begin van het schooljaar in hun groep twee luizenpluisouders. Deze ouders dienen iedere woensdag na elke schoolvakantie de groep te controleren op luizen. De namen van de luizenpluisouders worden doorgegeven aan de luizenpluis-coördinator; • De leerkrachten geven hun medewerking aan het uitvoeren van luizencontroles door de luizen pluisouders; • De leerkrachten zullen hun best doen om het hebben van luizen uit de taboe sfeer te halen en indien nodig daar tijd en aandacht aan te besteden in de klas.
luizenprotocol ’t Bijenveld
De oudervereniging • De oudervereniging stelt voor de luizencontroles middelen beschikbaar. Dit is in ieder geval voor elk kind een luizenkammen (luizenkammen blijven in bezit van de oudervereniging) • De oudervereniging zorgt dat er een coördinator luizenpluizen aangesteld is, die schriftelijke informatie voor de luizenpluisouders en leerkrachten beschikbaar stelt, een actueel overzicht van alle luizenpluisouders bijhoudt en zorgt dat de hoeveelheid hulpmiddelen bij de controles voldoende is. Controles • De standaard- controles vinden plaats op de woensdag direct na iedere schoolvakantie. Kinderen die tijdens de controle afwezig waren worden bij terugkeer op school alsnog door luizenpluisouder gecontroleerd; • De kinderen krijgen een briefje mee naar huis met daarop de datum van controle; • De controle wordt gedaan met een luizenkam (richtlijnen van de G.G.D.) • Bij het constateren van een besmetting in een klas wordt er twee weken later een extra controle ingelast. • De controles vinden buiten de klas plaats; • De bevindingen worden op een leerlingenlijst genoteerd. Communicatie Indien er bij een kind luizen /neten worden geconstateerd worden de volgende acties ondernomen: • Alle leerlingen van de betreffende klas krijgen een standaard briefje mee dat er luizen geconstateerd zijn in de klas. De ouders van de kinderen waarbij luizen/neten zijn gevonden krijgen via school ook een mail. Hierin het verzoek aan de ouders om de kinderen thuis dagelijks te controleren gedurende twee weken en om te stimuleren bij de kinderen dat de luizencape of dichte tas per direct in gebruik genomen wordt. • Na twee weken vindt er nogmaals een luizencontrole plaats. Langdurige hardnekkige luizenbesmetting Onder hardnekkige luizenbesmetting wordt verstaan dat bij elke (volgende) controle gedurende een langere tijd bij hetzelfde kind luizen / neten worden geconstateerd. Bij dergelijke hardnekkige besmettingsgevallen schakelt de leerkracht, in overleg met directie de hulp van de GGD in, die hulp kan geven aan de ouder/ verzorger bij de aanpak van het probleem. Daarbij is het uitgangspunt dat behandeling van luizenbesmetting verplicht is.
luizenprotocol ’t Bijenveld
Standaardbrief ouders/verzorgers Beste ouders/verzorgers, Bij een aantal leerlingen op de school of in de klas van uw zoon/dochter is hoofdluis aangetroffen. Het hebben van hoofdluis is niet ernstig, maar het is wel verstandig er iets aan te doen. In deze brief leest u wat u kunt doen om hoofdluis te voorkomen en, zo nodig, te behandelen. Ook kunt u voor informatie terecht op de website: www.ggd-nijmegen.nl Hoe krijgt uw zoon/dochter hoofdluis? Hoofdluis krijgen heeft niets te maken met wel of niet schoon zijn. Het kan iedereen overkomen. Luizen zijn overlopers. Ze wandelen van hoofd naar hoofd. Of ze gaan via jassen, kammen of haarborstels op zoek naar bloed om zich te voeden. De hoofdluis zoekt graag een warm plekje op: achter de oren, in de nek of onder een pony bijvoorbeeld. Hoe herkent u hoofdluis? Hoofdluis veroorzaakt meestal jeuk, maar niet altijd. Als u het haar met een netenkam of luizenkam doorkamt boven een vel wit papier, kunt u zien of er luizen uit vallen. Het zijn grijsblauwe of – na het bloed zuigen – roodbruine beestjes van een paar millimeter groot. Hun eitjes (neten) zijn witte stipjes die op roos lijken. Alleen zit roos los terwijl neten juist aan het haar vastkleven, dicht bij de hoofdhuid. Neten groeien met het haar mee. Zodra ze meer dan twee centimeter van de hoofdhuid af zitten, kunnen er geen luizen meer uitkomen. Wat kunt u doen? Als u hoofdluis ontdekt hoeft u niet naar de huisarts, maar het is wel belangrijk de luizen meteen te bestrijden. Want zolang er in het haar luizen aanwezig zijn of er neten dicht bij de hoofdhuid zitten, is hoofdluis besmettelijk. De behandeling van hoofdluis bestaat uit het bestrijden ervan en het voorkomen dat anderen besmet worden. Op de volgende bladzijde vindt u een stappenplan.
luizenprotocol ’t Bijenveld
Stappenplan behandeling hoofdluis 1. Bestrijden Kam gedurende 14 dagen het haar elke dag met een metalen netenkam. Dit uitkammen is de belangrijkste stap! Doe dit als volgt: • Maak het haar door en door nat en bedek de ogen met een washandje. • Doe crèmespoeling in het haar en kam eerst met een gewone kam de klitten weg. • Pak dan de netenkam en kam al het hoofdhaar, pluk voor pluk, vanaf de haarwortel. Begin bij het ene oor en pak na elke kambeweging een pluk in de richting van het ander oor. • Vastgeplakte neten kunt u eventueel losweken door te deppen met azijn. • Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een papieren servet of zakdoek. • Spoel de crèmespoeling uit en maak de kammen schoon. U kunt ze 5 minuten uitkoken of ontsmetten met alcohol (70%). • Als na 14 dagen de hoofdluis niet verdwenen is kunt u het kammen eventueel met een anti hoofdluismiddel combineren. Herhaal de gecombineerde behandeling na 7 dagen (volg de tekst in de bijsluiter van het anti hoofdluismiddel). Bij de tweede keer kammen na de behandeling kunt u een luizenkam gebruiken in plaats van een netenkam. De luizenkam is vriendelijker voor de hoofdhuid.
2. Voorkom besmetting Pak ook de omgeving aan. Zorg ervoor dat de hoofdluis niet alleen weg is, maar ook weg blijft. Neem de volgende maatregelen op de eerste dag van de behandeling en 7 dagen later nog een keer: Was kleding, beddengoed, jassen, dassen, mutsen etc. minimaal 10 minuten op ten minste 600C. Het gaat om spullen die tot 48 uur voor de behandeling gebruikt zijn. In plaats van wassen kunt u de spullen stomen of 48 uur buiten luchten. Een andere mogelijkheid is om ze 24 uur in de diepvries te leggen of 48 uur te bewaren in een afgesloten zak bij kamertemperatuur. Vergeet ook niet om borstels en kammen goed schoon te maken. Stofzuig (auto)stoelen, banken, matrassen en kussens grondig en gooi de stofzuigerzak weg. Bovendien moet u alle gezinsleden controleren. Antihoofdluismiddelen Er bestaan shampoos, crèmes, lotions en sprays tegen hoofdluis. In geregistreerde anti hoofdluismiddelen zit malathion, permetrine of bioalletrine (piperonylbutoxide). Als u na de behandeling nog steeds hoofdluis aantreft, kan het zijn dat de luis resistent is tegen het gebruikte middel. Kies dan een product op basis van n van de andere stoffen. Een product op basis van malathion heeft de voorkeur, want tegen dit middel heeft de hoofdluis nog weinig weerstand opgebouwd. Er bestaan ook middelen waar de stof dimeticon in zit. Daar kan de hoofdluis niet resistent tegen worden. De hoofdluis stikt bij gebruik van dit middel. Let op: • Gebruik geen anti hoofdluismiddel als u niet zeker weet of uw zoon/dochter luis heeft. Een anti hoofdluismiddel kan besmetting met hoofdluis niet voorkomen. • Malathion is brandbaar. Kom tijdens de behandeling met een middel waarin malathion zit niet bij
luizenprotocol ’t Bijenveld
open vuur en föhn het haar niet. • Chloor tast de werking van malathion aan, dus zwemmen in chloorhoudend water wordt afgeraden op de dag van behandeling. • Zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen jonger dan zes maanden kunnen beter geen anti hoofdluismiddelen gebruiken.