Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379
Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Campuskrant erkenning: p303221
1 ma art 2006 | nr 9 | 17de ja argang | w w w.kuleu ven.be/ck/
t ijdschr if t va n de k.u.leu v en
16
12
— bi j l age —
alumnikrant
Leven na Leuven KATHLEEN VAN BREMPT, SOCIOLOGE EN MINISTER
Laureaat VRG-Alumniprijs OUD-PROCUREUR-GENERAAL ANDRÉ VAN OUDENHOVE
pagina’s 10 &11
Virus in het
Vizier
Twee weken geleden zakten reporters en journalisten van over heel Europa af naar het Rega-Instituut om kennis te maken met VIZIER en VIRGIL. Dat zijn twee prestigieuze Europese projecten rond de bestrijding van virussen, die met de vogelgriep in het nieuws, op heel wat belangstelling kunnen rekenen.
(© Rob Stevens)
Britse terrorisme-expert is blikvanger op Leuvense Vredesdag
“Een blik in de ziel van de terrorist” Tim Vuylsteke
O
p 1 maart is het Vredesdag aan de K.U.Leuven, en het organiserende Centrum voor Vredesethiek van de Faculteit Godgeleerdheid heeft voor een controversieel hoofdthema gekozen: terrorisme. Samen met professor Andrew Silke, docent rechtspsychologie aan de University of East London en één van de terrorisme-experten van de VN, gaat men op zoek naar de drijfveren van de hedendaagse terrorist. Andrew Silke zal het in zijn lezing uitdrukkelijk niet over de politieke motieven van terroristen hebben. Als psycholoog is hij vooral geïnteresseerd in het concrete individu, in de elementen in de persoonlijkheid van de terrorist die hem tot dergelijke daden brengen. Silke: “Dat klopt. Nu, één van die elementen is uiteraard religie, maar de rol van de godsdienst wordt vaak overschat. Slechts zelden is religie het hoofdmotief van een ter-
Verschijningsdata Campuskrant 2005–2006 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)
rorist. Eerder is ze een facilitator: als iemand al aan het afstevenen is op een terroristische daad, kan een godsdienstig motief een versnellend effect hebben.” Hard is populair “Veel mensen gaan er al te gemakkelijk van uit dat alle problemen terug te voeren zijn op dezelfde oorzaak: de islam. Voor hen zijn Al Qaeda, jihad en terrorisme quasi-synoniemen. Die redenering houdt echter geen steek. Om tot een terroristische actie over te gaan, hoef je helemaal niet tot een bepaalde godsdienst te behoren. Bovendien kunnen ook hindoes of christenen zich schuldig maken aan terrorisme. Denk maar aan het IRA.” “De échte oorzaken hebben volgens mij veeleer te maken met een gegeven als identiteit, met discriminatie of met het verlangen om het onrecht dat een bepaalde gemeenschap is aangedaan, te
nr. Verschijningsdatum
10 22 maart (PK)
vergelden. Net daarom moeten regeringen voorzichtig zijn als ze reageren op terroristische aanslagen. Een te harde aanpak wakkert het gevoel van discriminatie eerder aan dan dat hij problemen oplost, en zal heel vaak leiden tot tegenreacties.” “Dat geldt overigens niet alleen voor Irak. Ook vroeger hebben verschillende westerse regeringen dit al ondervonden. Helaas blijken de harde maatregelen meestal het populairst te zijn bij
de bevolking in het thuisland, en de machthebbers willen hun kiezers uiteraard niet ontgoochelen…” Lezing door professor Silke, woensdag 1 maart, 11-13u., Promotiezaal Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven. Doctoraatsseminarie ingeleid door professor Silke, woensdag 1 maart 15-17u., Conferentiezaal Pauscollege, MTC, Sint-Michielsstraat 6, Leuven. De toegang voor beide activiteiten is gratis.
Campuskrant sprak met Luc Dardenne (links op foto), samen met zijn broer regisseur van met een Gouden Palm bekroonde films als ‘Rosetta’ en ‘L'Enfant’, en binnenkort in Leuven voor een gespreksavond.
"Misschien hebben mensen door onze films Rosetta's opgemerkt in het echte leven." Interview op pagina 18
11 19 april (AK)
12 10 mei (PK)
(© Christine Plénus)
“Slechts zelden is religie het hoofdmotief van een terrorist. De rol van de godsdienst wordt vaak overschat.” Andrew Silke, terrorisme-expert van de VN, gaat tijdens de Vredesdag in op wat dan wél de hoofdmotieven zijn van terroristen.
13 31 mei (AK)
14 21 juni (PK)
2
Fysiotherapie en geestelijke gezondheid
3
Benefiet voor New Orleans
4
Het oorschrapertje van de Noormannen
5
Expo stelt beeld over Vikings bij
6
Kortrijk en Lille dopen Franel Elektronische taalleeromgeving
Nieuwe stille ruimte Campus Kortrijk
6
Het prijskaartje van de prullenbak
7
Afvalwerking aan de unief
Echtpaar steunt borstkankeronderzoek
7
Fonds Myny-Vanderpoorten
Materiaalonderzoekers bundelen krachten
8
Klimmer Marko Prezelj in Leuven
8
Interview
9
Cardioloog Frans Rademakers nieuwe hoofdgeneesheer UZ
De rouw na ontrouw Bijscholing bemiddelaars
Domus Lovaniensis Brugensis
VRG-Alumniprijs: André Van Oudenhove
Onderzoek à la Osaka Ingenieursstudenten over hun ervaringen in Japan
12 13
Fonds Dillemans: de eerste bursalen
15
Leven na Leuven: Kathleen Van Brempt
16
Beeldige buitenlanders
17
Filmproject SPES: regisseur Luc Dardenne
18
Valvas
19 20
Victor Moshchalkov
aanpak
“Gooi ‘m niet te grabbel na de knabbel.” Onder dat motto roept de stad Leuven op om een front te vormen tegen kauwgom op de grond. Om extra aandacht te vestigen op de campagne zijn her en der broeken, handtassen en schoenen vastgeplakt aan de straatstenen of aan banken. Op sommige plaatsen, zoals hier aan aula Pieter De Somer, gaat het om schoeisel met de proporties van een zevenmijlslaars. En de rijmende raad van de campagne — “met ’t zelfde gemak gooi je ‘m in de afvalbak” — slaat wellicht toch vooral op kleinere plakpropjes…
Makkelijker voor sollicitant, tijdsbesparend voor Personeelsdienst
14
Vragevuur
campuskrant
11
Fonds voor financial engineering
Kunstenares plakt foto’s aan het stadhuis
1.3.2006
Plak-
10
In de ban van de kring
Procureur in de prijzen
nieuws
(© Rob Stevens)
Inhoud
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
Solliciteren kan binnenkort ook elektronisch Een job zoeken aan de universiteit kan binnenkort eenvoudiger verlopen. Vanaf half maart kunnen interne en externe kandidaten namelijk elektronisch solliciteren. De e-sollicitatie biedt zowel sollicitanten als de Personeelsdienst niets dan voordelen. Riet Evers
O
ver enkele weken wordt e-solliciteren mogelijk. Dan kunnen sollicitanten via de website van de universiteit reageren op de aangeboden vacatures, met een — aan te vragen — paswoord en gebruikersnaam. Laatstejaarsstudenten kunnen aansluiten met hun studentenaccount en hoeven dan hun identificatiegegevens, adres- en studiegegevens niet meer in te geven. Ook personeelsleden die naar een andere functie binnen de universiteit zoeken, kunnen aansluiten met hun intranetgebruikersnaam. Makkelijk “Er is ook, binnen K.U.Loket, een toepassing voor diensthoofden ontwikkeld”, zegt Dirk Windal, domeinverantwoordelijke personeel. “Zij kunnen de vacatures waarvoor ze verantwoordelijk zijn en de kandidaten die er op gereageerd hebben nu rechtstreeks opvolgen. Er wordt hen ook de mogelijkheid geboden om de sollicitatiedossiers van hun vacatures af te drukken.” “Het e-solliciteren maakt het voor iedereen makkelijker”, zegt Walter Gijs, hoofd Personeelsbeheer. “In 2005 hebben we 9.600 sollicitaties binnen gekregen. De Personeelsdienst moet van al die dossiers de gegevens invoeren. Voortaan kunnen sollicitanten dat zelf doen, en dat betekent uiteraard een grote tijdsbesparing voor ons. Ook de sollicitant zelf heeft baat bij het nieuwe systeem, hij kan op het
elektronisch sollicitatieformulier bijzonder veel gegevens kwijt. Zo bestaan er voor sommige vacatures specifieke vragenlijsten voor het administratief en technisch personeel. Er wordt ook de mogelijkheid geboden om documenten op te laden zoals bijvoorbeeld een c.v., een sollicitatiebrief, een pasfoto. Wie zich kandidaat wil stellen voor meer dan één job kan natuurlijk zonder problemen op meerdere vacatures solliciteren.” Voorlopig bestaat het elektronische formulier alleen in het Nederlands. Binnen afzienbare tijd komt er ook een Engelstalige versie.
campuskrant
nieuws
1.3.2006
“Meer dan spieren, botten en gewrichten”
Psychische problemen oplossen door fysiotherapie “Een lichaam heeft altijd een betekenis. De klassieke kinesitherapie heeft die te vaak opzij geschoven door vooral oog te hebben voor spieren en botten.” Dat zegt Eddy Neerinckx, docent aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. Samen met zijn collega Michel Probst organiseerde hij het eerste Belgische congres over de positieve invloed van fysiotherapie op de geestelijke gezondheid. “Ik pleit voor een multidisciplinair samenwerkingsverband tussen artsen, kinesitherapeuten en psychologen.” Katrien Steyaert
I
n Scandinavië organiseert men al jaren conferenties over de rol van kinesitherapie in de psychiatrie. Neerinckx: “Onze eerste bijeenkomst in België was meteen een groot succes: 130 deelnemers uit 23 landen zakten af naar Leuven. Zelfs uit Brazilië, Nieuw-Zeeland en Koeweit kwamen ze aangevlogen. Het is dan ook een van de weinige kansen voor gelijkgezinde collega’s om elkaar te ontmoeten. Op bijeenkomsten van kinesitherapeuten zijn zij die begaan zijn met psychiatrie het lelijke eendje en ook op psychologische congressen vallen we uit de boot. Er is nu unaniem beslist om dit initiatief voort te zetten. We hebben een afspraak in 2008 in het Noorse Bergen. Daarnaast willen we een forum creëren waarop we tussen de ontmoetingen door van gedachten kunnen wisselen.” Aan de K.U.Leuven bestaat de specialisatierichting ‘psychomotorische therapie’ ondertussen dertig jaar. Neerinckx ijvert er al ongeveer even lang voor om ook de ‘gewone’ kinesitherapeuten verder te laten kijken dan het technische. “Dat gaat moeizaam; het curriculum van de opleiding past zich geleidelijk aan. Zelf geef ik het vak ‘communicatievaardigheden en psychosociale aspecten in de revalidatie’ maar dat is slechts een introductie. Het is voor mij nochtans evident dat je als kinesist meer dan een lichaam behandelt. Je bouwt een samenwerkingsmodel uit met je patiënt en luistert naar zijn noden. Maar heel wat van mijn collega’s beschouwen werken in de psychosomatische sfeer als een inbreuk op hun professionaliteit. Ze voelen zich onzeker en beperken zich tot de lichamelijke kant van de zaak.” Depressie Toen hij afstudeerde in 1980 ging
Neerinckx aan de slag in de psychiatrie. “Toen waren we lonesome cowboys; onze collega’s bekeken ons meewarig. Tot vandaag blijven de vooroordelen bestaan. Uit onderzoek blijkt dat ‘psychosomatisch’ voor velen een pejoratieve betekenis heeft. Maar wie heeft er nog nooit last gehad van stresssymptomen?” Wat velen niet weten, is dat kinesitherapie door zijn omgang met het lichaam op heel wat geestelijke aandoeningen een positieve invloed kan hebben. “Op het congres werd duidelijk dat je als therapeut zoveel tijd met je patiënt doorbrengt dat je goed geplaatst bent om de betekenis van de
teiten met zichzelf in het reine komen. Op de conferentie leerde het onderzoek van de Duitse Annette Degener dat zelfverminking bij adolescenten veel vaker voorkomt dan we denken. In je polsen krassen of een sigarettenpeuk op je arm uitdrukken, is meestal een manier om stoom af te blazen. Maar dat kan ook op een andere manier, bijvoorbeeld door te bewegen of relaxatieoefeningen te doen.” Bierkaai Ook bij mensen met chronische pijn, vermoeidheid of stressklachten zou veel onheil voorkomen kunnen worden. “Zij komen in de eerstelijnsge-
“Fysieke activiteit heeft een depressie-reducerende werking. Wie één tot twee keer in de week gaat sporten, zal het verschil merken.” symptomen mee te ontdekken. Je moet geen ‘psycholoogje spelen’ maar een goede verbindingspersoon zijn die zijn patiënt de weg wijst naar de psychosociale hulp. Multidisciplinair samenwerken is een must.” Op het congres werd aangetoond dat een fysiotherapeut mensen met een depressie, eetstoornissen of slachtoffers van seksueel misbruik een heel eind op weg kan helpen. “Fysieke activiteit heeft een depressie-reducerende werking. Wie een tot twee keer in de week gaat sporten, zal het verschil merken. Bij eetstoornissen kunnen we mensen beter leren omgaan met hun eigen lichaam. Dankzij verschillende oefeningen leren ze grenzen te stellen en van hun lichaam te genieten. Ook slachtoffers van seksueel misbruik kunnen dankzij aangepaste bewegingsactivi-
zondheidszorg terecht maar de arts vindt geen verklaring voor hun klachten. Ongelukkig genoeg worden ze in het klassieke medische kader geduwd. Maar als de arts beter zou luisteren naar de patiënt, zou hij de stresserende factoren opmerken. Wellicht zijn artsen vaak bang om een somatische diagnose te missen en kampen ze met een gebrek aan opleiding en communicatie. Het is een complex probleem, maar het kan beter dan nu. We moeten naar een evenwichtigere verdeling van somatische en psychosociale vakken. Ik droom ervan om een groot deel van de specialisatieopleiding in het basiscurriculum op te nemen. Het is soms vechten tegen de bierkaai maar we zijn op de goede weg.” Info:
[email protected]
3
“ ” geciteerd
Voorleesmama’s en zwempapa’s De Morgen, 15.2.2006 —
Op sommige scholen is het oudercomité een holle doos die niet meer doet dan eenmaal per jaar mee het schoolfeest organiseren. In andere gevallen is het het kloppende hart van een school. Leen Dom ging voor haar doctoraatsonderzoek twee jaar lang in vier scholen op zoek naar wat nu precies het verschil maakt op het vlak van ouderparticipatie. “In scholen waar de directeur al lang aan het hoofd staat, is de toestand veel stabieler. Dat wil daarom niet zeggen dat ouders per se veel inbreng hebben, maar ze aanvaarden de situatie zoals ze is. Als er plots een nieuwe directeur komt, verandert de zaak. Ouders kunnen dat moment aangrijpen om meer inspraak te krijgen. (…) Het is ook zo dat kleinere scholen vaker genoodzaakt zijn om een beroep te doen op ouders. Ze kunnen het niet redden zonder voorleesmama’s en zwempapa’s. Bovendien beschouwen zij een goed draaiend oudercomité als een vorm van public relations voor de school.”
De hel van de decibeljunk Het Nieu wsbl ad, 17.2.2006 —
Een groot bord met de niet mis te verstane boodschap ‘Stilte’ waarschuwt iedereen die de leeszaal van de universiteitsbibliotheek aan het Ladeuzeplein binnen gaat. Hier hoor je alleen het geschuifel van voeten, gefluister en een blad dat gedraaid wordt. “Het is soms lastig om die stilte te bewaren”, vertelt bibliothecaris Werner Beyens met stille stem. “Mensen zijn het niet gewoon om stil te zijn. Het is raar maar we moeten lawaai maken om de stilte op te leggen. In januari was het een erge periode. Dan zijn het semesterexamens en zit het hier soms vol studenten. De eerstejaarsstudenten zijn het niet gewoon om stil te zijn en dan wordt er wel wat afgegniffeld. Dan moet ik vragen om stilte, als de andere studenten dat dan nog niet gedaan hebben. (…) Stilte is iets raar. Sommige mensen kunnen het niet verdragen. Er zijn studenten die hier zenuwachtig worden omdat het zo stil is en die verdwijnen snel weer.”
Lichtmissen Het L a atste Nieu ws, 23.2.2006 —
Huisartsen en poliklinieken krijgen dezer dagen veel mensen over de vloer met op het eerste gezicht “vage” klachten. Patiënten voelen zich “niet zo goed”. Ze zijn moe, lusteloos, sloom, wat droef ook. Ze eten zich te pletter — vooral de honger naar zoetigheid is groot — en kunnen ‘s ochtends hun bed niet uit. “Typische symptomen van wat tegenwoordig heel plechtig ‘depressie van het seizoensgebonden type’ heet”, zegt de Leuvense professor Koen Demyttenaere. (…) “De behandeling gebeurt hoofdzakelijk met lichttherapie. De patiënt moet ‘s ochtends minstens een half uur onder een lamp van 10.000 Lux zitten. We hebben namelijk vastgesteld dat deze mensen in de winter een verschuiving hebben in hun productie van het hormoon melatonine (normaal maak je dat ‘s avonds aan, je wordt er slaperig van, red.). Dat half uurtje onder die lamp breekt die productie brutaal af.”
4
nieuws
1.3.2006
campuskrant
KORTNIEUWS Nadelige klonteroplosser Als je mensen met een acuut hartinfarct een klonteroplossend geneesmiddel geeft in afwachting van een angioplastiek, ondervinden ze daar vooral nadelen van. Dat blijkt uit een grootschalige studie die gecoördineerd werd aan de K.U.Leuven. De resultaten verschenen in het medische tijdschrift The Lancet. Omdat het een tijd kan duren voor de patiënt behandeld wordt (transport naar het ziekenhuis, oproepen van de nodige cardiologen en verpleegkundigen, bezette catheterisatiezalen, …) leek het logisch om patiënten die op een ingreep moeten wachten alvast een klonteroplossend middel te geven. In het kader van de internationale ASSENT4-PCI-studie ging men na of de combinatie van een klonteroplossend geneesmiddel voorafgaand aan een primaire angioplastiek die pas met een vertraging van één tot drie uur uitgevoerd kon worden, inderdaad betere resultaten geeft. Het tegendeel blijkt waar te zijn: bij patiënten die voorafgaand het klonteroplossend geneesmiddel gekregen hadden, werden meer overlijdens en ernstige complicaties vastgesteld, zoals hartzwakte, shock, hersenbloedingen en recidiefinfarcten. De studie, die in 24 landen liep, werd na de eerste resultaten bij 1.667 van de geplande 4.000 patiënten dan ook stopgezet. De groep gaat nu op zoek naar de oorzaken van de negatieve resultaten. De resultaten van deze studie werden met voorrang gepubliceerd, zodat hartcentra in ziekenhuizen hun dagelijkse klinische praktijk zouden kunnen aanpassen.
CZV grootste zorgnetwerk Het netwerk van het Centrum voor Ziekenhuis- en verplegingswetenschap (CVZ) is uitgegroeid tot het grootste zorgnetwerk in Vlaanderen. De aangesloten ziekenhuizen tellen ruim 28.000 bedden. Daarnaast dekt het CVZ-netwerk meer dan 4.200 plaatsen in woon- en zorgcentra, en is met het Wit-Gele Kruis ook de grootste organsiatie voor thuisverpleging aangesloten. Het CVZ-netwerk is ontstaan aan het eind van de jaren 1990. Daarmee wilden de K.U.Leuven en het CZV kunnen inspelen op een trend die internationaal steeds duidelijker waarneembaar werd: het belang van de kwaliteit in de zorgsector. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen worden niet meer (alleen) beoordeeld op hun kostenbeheersing en rendement, maar vooral op de kwaliteit van de geleverde zorg, en die moet dus zo hoog mogelijk zijn. http://www.czv.kuleuven.be/
(© ingezonden)
Benefiet ten voordele van studenten met functiebeperkingen in New Orleans
“De grootste ramp door de mens zelf veroorzaakt” Volgende week zal er een jazzy sfeertje hangen in Leuven, want dan komt Henry Butler, een blinde jazzpianist die in zijn thuisstad New Orleans tot de top behoort, naar onze universiteit voor een workshop en een benefietoptreden. De opbrengst van dat concert gaat naar TRAC (Training, Resource, and Assistive-Technology Center) van de University of New Orleans, dat sinds de doortocht van orkaan Katrina met veel problemen te kampen heeft. Campuskrant had een gesprek met organisator Gaspar Haenecaert, lid van de Werkgroep Gehandicapte Studenten, en ondernam ook een poging om TRAC-directeur Gayle Gagliano te contacteren. Tim Vuylsteke
D
at laatste bleek — gezien de nog steeds moeilijke leefen werkomstandigheden in New Orleans — niet eenvoudig, maar via mail kon Gayle ons toch te woord staan. “TRAC biedt mensen met alle soorten handicaps verschillende soorten opleidingen aan die hen moeten klaarstomen voor een succesvolle studiecarrière of voor de zoektocht naar een job. Onze gebouwen zijn uitgerust met de modernste technologische snufjes, en zijn uiteraard ook zeer toegankelijk.” “Toen eind augustus orkaan Katrina grote delen van New Orleans blank zette, en doordrenkte met een soort giftige, kleverige modder — de grootste door de mens zelf veroorzaakte ramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten — werd ook TRAC getroffen: onze gelijkvloerse verdieping stond drie weken lang onder water, en moet volledig uitgebroken en daarna opnieuw ingericht worden, en ook onze bovenste verdieping — waar zich aangepaste kamers bevinden — heeft aanzienlijke schade opgelopen, omdat een deel van het dak verdwenen is. Op dit moment kruipt de schimmel nog steeds in alle kleuren over de muren en plafonds. We hopen het gebouw te kunnen renoveren voor het einde van de zomer — als we tenminste genoeg geld bijeen kunnen krijgen. Ondertussen moeten de meeste van onze personeelsleden van thuis uit werken, in de primitiefste omstandigheden.”
Nadruk op diversiteit Gaspar Haenecaert: “Katrina heeft zware klappen uitgedeeld op het einde van de zomer, en ook de universiteit en al haar diensten zijn dus niet gespaard gebleven. Onze Werkgroep Gehandicapte Studenten werkt al jarenlang samen met TRAC — onder meer bij de organisatie van een driejaarlijks wereldwijd
fuif volgen twee dagen later. Tussenin, op 9 maart, geeft Gayle Gagliano in Brussel een lezing op de jaarlijkse studiedag van het VEHHO (Vlaams Expertisecentrum voor Handicap en Hoger Onderwijs). Ik ben wel blij met dit initiatief, waarvoor we samenwerken met Alma en de Dienst Studentenvoorzieningen. Het past ook perfect in het nieuwe beleidsplan van de
“Op dit moment kruipt de schimmel nog steeds in alle kleuren over de muren en plafonds. We hopen het gebouw te renoveren voor het einde van de zomer — als we tenminste genoeg geld bijeen krijgen.” congres in Innsbruck — dus konden we ons niet onbetuigd laten. Vandaar dit benefietconcert.” “Het is natuurlijk wel leuk dat we een aantal activiteiten kunnen combineren. De jazzworkshop voor blinde en slechtziende studenten vindt plaats op 8 maart in het STUK, het concert en de benefiet-
K.U.Leuven, dat sterk de nadruk legt op diversiteit en voorzieningen voor mensen met beperkingen. Het rectoraat staat dan ook volledig achter ons, en daar kunnen we uiteraard alleen maar blij om zijn.” http://www.kuleuven.be/studieadvies/ benefiet.htm
Correctie In het vorige nummer van Campuskrant sloop een fout in de laatste zin uit de bijdrage van prof. Geers in de Topvijf-rubriek (p. 13). De zin “(…) Het ziet er naar uit dat veel consumenten eerder een koe zouden geloven dan een wetenschapper…” moet worden: “(…) Dan pas kunnen bezorgde burgers eerder een koe geloven…”.
campuskrant
nieuws
1.3.2006
Leuvense expo plaatst kanttekeningen bij mythen over ‘woeste Noormannen’
Onze vrienden de Vikingen De Vikingen, waren dat niet die meedogenloze plunderaars, die tien eeuwen geleden met hun drakenschepen en gehoornde helmen onze contreien bestormden? Ja en nee, leert ons de expo ‘De Viking, vriend en vijand’ in de Centrale Bibliotheek op het Ladeuzeplein. Natuurlijk werd er wat afgeplunderd, maar een groot deel van de Noormannen waren gerespecteerde handelaars, die werden bewonderd om hun meesterlijke scheepsbouw, en thuis waren ze heel wat gecultiveerder dan de zeelui die onze kusten teisterden. Samenstellers Tom Coenegrachts, Annelies Coenen en Yvonne de Rue van studentenkring Alfa gidsen ons door de expositie. Wouter Verbeylen
D
e tentoonstelling ‘De Viking, vriend en vijand’ opent, vreemd genoeg, met een maquette van het paleis van Karel de Grote. “Het is een symbolisch startpunt. Het paleis van Karel de Grote was een belangrijk machtscentrum, en hier moeten de eerste berichten van de invallen van de Noormannen aangekomen zijn. In 793 al vielen ze de abdij van Lindisfarne aan, de meest heilige plaats van Engeland. Maar het was pas na de dood van Karel in 814, toen zijn rijk verbrokkelde, dat de Noormannen hier echt voet aan de grond kregen. Hun invallen duurden tot halverwege de elfde eeuw. Toen werden ze gekerstend en waren hun hoogdagen voorbij.” De expo laat weinig heel van het typische beeld van de Viking als gehoornde wildeman die op zijn boot met drakenkop onze kusten bestormt. “Door die gehoornde helmen zien de Vikings er natuurlijk woester uit. Wagner zal ze daarom wel in Die Walküre gebruikt hebben, en tot vandaag worden de Vikings ermee afgebeeld. Maar historisch is het fout — in graven werden half vergane helmen en drinkhoorns gevonden, en daardoor moet men gedacht hebben dat die twee samenhoorden. En de naam van hun schepen, drakkars, was symbolisch. Ze hadden helemaal geen drakenkoppen op hun boegen. Ze hadden trouwens ook geen rood-witte zeilen, maar dat beeld lijkt ook onuitroeibaar.” Maar daarom waren de bezoekjes van de Noormannen nog niet vriendschappelijk. Op de expo lees je: ‘Nooit voordien heerste er in Brittannië zulke terreur als we nu hebben ondergaan vanwege een heidens ras, noch hielden we het voor mogelijk dat men zo snel van overzee kon binnenvallen.’ “Niet
alle Noormannen waren meedogenloze plunderaars, dat waren vooral de Denen. De Noren waren vooral op zoek naar nieuwe gronden. Zij waren de ontdekkingsreizigers, die IJsland, Groenland en de Nieuwe Wereld ontdekten. En de Zweden waren hoofdzakelijk gerespecteerde handelaars, die tot in Byzantium en zelfs Bagdad handel dreven. We hebben voor de expo een maquette gemaakt van Haithabu, een machtige Vikingstad die een draaischijf was voor de handel tussen Noord en Zuid.” “De Vikings werden trouwens bewonderd om hun scheepsbouwkunst. Op de expo hier staat een kleinere replica van het Osebergschip, dat goed hun meesterschap toont. Het is een grafschip, een zeiljacht voor de elite, dat perfect bewaard in de Oseberg werd teruggevonden.” Oorschrapertje Met de lichaamsverzorging van de Noormannen leek het ook best mee te vallen. “Het beeld van de Vikingen in onze streken was gebaseerd op mensen die weken op zee gezeten hebben. Thuis hielden ze het veel verzorgder.” Op de tentoonstelling tref je bijvoorbeeld een oorschrapertje aan, de voorloper van ons wattenstaafje, en een afgeplatte glazen steen die diende om kleren te strijken. Of je kan er het hnefatafl-spel spelen, een bordspel dat nog het meest weg heeft van schaken. Een andere kast toont dan weer een Vikingzwaard. “Ironisch genoeg lieten de Noormannen hun klingen meestal in de Lage Landen vervaardigen en zetten ze er thuis een handvat aan. Vele mensen in onze streken zijn dus gedood door zelfgemaakte zwaarden. Karel de Kale, de kleinzoon van Karel de Grote, heeft op een bepaald moment dan ook
Enkele mythen ontkracht: de schepen van Vikingen hadden geen drakenkoppen op hun boeg, en hun helmen hadden geen hoorns. Onder: een replica van het Osebergschip, een zeiljacht voor de elite. Rechts: een Vikinghelm. (© Rob Stevens)
beslist dat er geen klingen meer mochten worden uitgevoerd.” Een replica van de Jellingsteen (eind 10de eeuw) kondigt het einde van de Vikingperiode aan. “Op die steen staat aangekondigd dat Harald Blauwtand Denemarken en Noorwegen voor zich heeft gewonnen, en dat de Denen gekerstend waren. In werkelijkheid liep het zo’n vaart niet: de overgang naar het christendom voltrok zich langzaam, en de Viking-religie oefende er een grote invloed op uit.” “Die wisselwerking ging trouwens breder dan de religie: op materieel vlak bijvoorbeeld — een aantal vondsten op de expo stammen uit Dorestad, een vroegere Nederlandse handelsstad die druk bezocht werd door de Vikingen. Ze zijn nagenoeg identiek aan de Viking-artefacten. En ook op genetisch vlak blijkt er in Groot-Brittannië en Europa heel wat uitgewisseld te zijn…” “Voor Scandinaven is de Vikingtijd een topperiode uit hun geschiedenis. Door ze te reduceren tot moordende barbaren doe je eigenlijk hetzelfde als wanneer je alle moslims terroristen zou noemen. Misschien wordt het tijd dat er in onze streken ook wat meer genuanceerd tegenaan wordt gekeken.” De tentoonstelling ‘De Viking, vriend en vijand’ loopt nog tot 31 maart in de Centrale Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein. Open ma-do van 9 tot 20u, vrij tot 17u, za tot 12u30. De toegang is gratis. De gelijknamige publicatie verscheen bij Uitgeverij Peeters en is te koop op de expo.
5
KORTNIEUWS Epo-artikel Blood, het tijdschrift van de American Society of Hematology, publiceert deze week het wetenschappelijke artikel over het onderzoek naar vals-positieve resultaten bij de epo-dopingtest. Dat onderzoek kwam vorig jaar op nogal tumultueuze wijze in het nieuws naar aanleiding van de zaak-Rutger Beke en werd het onderwerp van een ja-neenspelletje tussen aanklager en verdediging. De publicatie in Blood is een bekrachtiging van de wetenschappelijke waarde van de studie. In wezen hebben de onderzoekers (Monique Beullens en Mathieu Bollen van K.U.Leuven en Joris Delanghe van UGent) aangetoond dat een bepaald antilichaampje niet monovalent voor epo is, maar ook reageert op eiwitten die hoogst uitzonderlijk in urine kunnen voorkomen. Monovalentie is net het principe waarop de epotest steunt. Een antilichaampje wordt geproduceerd door een witte bloedcel en reageert op een lichaamsvreemde stof, in feite om het lichaam te verdedigen tegen schadelijke invloeden. Je kunt kunstmatig epo, dat gebruikt wordt voor doping, herkennen door er een antilichaampje aan te laten binden. Voorwaarde om dat antilichaampje te gebruiken als ‘verklikker’ voor kunstmatig epo, is dat het dan ook alleen maar daaraan bindt. Het dekseltje mag als het ware maar op één potje passen. Dat principe noemen we monovalentie. In hun onderzoek hebben Beullens, Bollen en Delanghe aangetoond dat het principe van monovalentie in de dopingtest niet opgaat. Met technieken die gangbaar zijn in de moleculaire celbiologie hebben ze bewezen dat er nog andere eiwitten zijn waaraan dat bepaalde antilichaampje bindt. Eiwitten die weliswaar hoogst uitzonderlijk in menselijke urine terechtkomen, maar bij Rutger Beke was dat wel het geval onmiddellijk na hevige inspanningen. Bij hem kon er dus een vals alarm klinken. Beullens, Bollen en Delanghe hebben er altijd op gedrukt dat het hen te doen was om het bevredigen van hun wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Ze vroegen zich af of het inderdaad mogelijk was dat de gebruikte antilichaampjes onvermoed reageerden op andere eiwitten dan epo. En of die eiwitten onder bepaalde omstandigheden in menselijke urine konden opduiken. Het bewijs daarvoor hebben ze uiteindelijk geleverd volgens wetenschappelijk verantwoorde werkmethodes. Het interview met professor Bollen in Campuskrant (jg. 16, nr. 13) kunt u nalezen in ons archief op http:// www.kuleuven.be/ck/
6
nieuws
1.3.2006
campuskrant
Gratis grensverleggend communiceren met Franel
Kortrijk en Lille maken samen elektronische taalleeromgeving ‘Hallo! Mag ik me even voorstellen? Mijn naam is Franel en ik wil je graag uitnodigen om de taal en de gebruiken van je anderstalige buren beter te leren kennen.’ Zo verwelkomt een van oogjes voorzien tekstballonnetje de bezoekers van de Franel-site. Dat is een elektronische taalleeromgeving voor Vlamingen die hun Frans willen opfrissen, en voor Walen en Fransen die het Nederlands onder de knie willen krijgen. Bovendien leren de bezoekers er ook de cultuur van de buur wat beter kennen. Het project is voor iedereen toegankelijk op het internet. Algemeen coördinator is hoogleraar Franse taalkunde en taaldidactiek Piet Desmet. Sara Callens
P
rofessor Desmet: ‘”Franel is eigenlijk het eerste zichtbare resultaat van Lingu@tic, een Europees Interreg III-project tussen de Université Charles-de-Gaulle — ook bekend als Lille 3 — en de Campus Kortrijk van onze universiteit. Interreg is een initiatief van de Europese Unie, dat onder meer als doel heeft de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. Wij willen met Lingu@tic Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk dichter bij elkaar brengen, en tegelijk de onderzoeksexpertise delen die er op het vlak van Computer Assisted Language Learning (CALL) is opgebouwd.” ”Franel is dus een elektronische leeromgeving. Zo zijn er wel meer, maar die van ons heeft toch een aantal troeven die bestaande websites niet onmiddellijk hebben. Ten eerste werken we met authentiek beeldmateriaal over het land of de regio waarvan de taal wordt geleerd. Franel is dus niet enkel een interregionaal, maar ook een intercultureel project. Vanwege de auteursrechten is het in principe een hele klus om echte beelden op een website te kunnen plaatsen, maar omdat we samenwerken met een aantal regionale televisiezenders — WTV in West-Vlaanderen, NoTélé in Henegouwen en C9 in Noord-Frankrijk — kunnen we die nu gemakkelijk aanbieden. Het leerplatform is overigens ook bereikbaar via de websites van deze zenders.” “Een tweede voordeel is dat er kwaliteitsoefeningen, opgebouwd rond de televisiebeelden, worden aangeboden. Zowel kennis als vaardigheden worden ingeoefend, en er zijn ook synthetische fiches met theorie voorzien. Ten slotte schuilt er achter Franel een mooi stukje toptechnologie. Via tracking en logging, bijvoorbeeld, kunnen we alles bijhouden wat de gebruiker doet, en dankzij de aangepaste player kunnen ook de transcriptie en de vertaling van de videofragmenten verkregen worden.” Duizend gebruikers ”We willen met ons project drie soorten ‘publieken’ bereiken. Ten eerste is er het grote publiek: iedereen die geïnteresseerd is, kan zich gratis inschrijven. Na amper één week hebben we trouwens al de kaap van duizend geregistreerde gebruikers bereikt. Daarnaast willen we ook de actieve professionals uit het bedrijfsleven van dienst zijn. Voor hen hebben we een luik zakelijk taalleren voorzien. En ten derde willen we ons richten op het onderwijs: leerkrachten uit het secundair kunnen zich met een hele klas inschrijven.”
“Franel wordt de volgende maanden nog verder uitgebouwd, met onder meer Studio Franel, die zich specifiek tot het onderwijs richt en waarmee leerkrachten zelf materiaal kunnen selecteren en
Bert Wylin, Dirk Vanhegen, professor Piet Desmet, Marleen Verfaellie en Armand Heroguel stelden Franel voor. (© Patrick Holderbeke)
ontwikkelen. Bovendien blijft de hele omgeving volledig gratis. Vanuit ons onderzoekscentrum ALT, Research Center on CALL doen we immers al geruime tijd onderzoek naar elektronische taalleeromgevingen. In een eerste fase hebben we de resultaten van dat onderzoek toegepast in ons eigen onderwijs, maar nu willen we ook iets terugdoen voor de maatschappij. Door het grote budget —
het gaat om meer dan één miljoen euro — blijft naast die dienstverlening gelukkig ook voldoende ruimte om onze onderzoeksexpertise rond CALL verder uit te bouwen.” Toegang tot de leeromgeving: http://www.kuleuven-kortrijk.be/franel Meer info over het project: http://www.kuleuven-kortrijk.be/lingu@tic
Roger Raveel kleedt vernieuwde stille ruimte Campus Kortrijk aan
“Hier kunnen studenten stilvallen zonder dat er vragen worden gesteld” Sinds de oude kapel was omgevormd tot leslokaal, zaten studenten en personeelsleden van de Campus Kortrijk zonder echte bezinningsplaats. Daar komt volgende week verandering in: op 9 maart wordt ’t Ver Diep, de nieuwe stille ruimte, in gebruik genomen. Ere-rector Oosterlinck zorgde mee voor de financiële ondersteuning en kunstenaar Roger Raveel tekende voor de aankleding. Sara Callens
S
tudentenpastor Guido Cooman: “Onze stille ruimte ligt letterlijk op een eigen verdieping in het A-gebouw van de campus, tussen de twee hoofdniveaus. Vandaar dus de naam. De ietwat vreemde schrijfwijze verwijst naar de functie van de ruimte: ’t Ver Diep is een plaats waar je kan nadenken, waar je inspiratie kan opdoen…” “We hebben bewust de term ‘kapel’ niet gebruikt. De jonge mensen van vandaag hebben minder voeling met de katholieke kerk dan vorige generaties, en we wilden een massale a priori afwijzing van ons project vermijden. Na het opdoeken van de oude kapel vroegen we ons af of een nieuwe bezinningsruimte nog wel zinvol was — economisch gezien brengt zoiets uiteraard niets op, en we hebben hier sowieso al een tekort aan lokalen — maar een heus marketingonderzoek, uitgevoerd door de eerstejaarsstudenten TEW van campusrector Vanden Abeele, wees uit dat heel wat mensen wel degelijk nood hebben aan een plaats waar je mag stilvallen zonder dat daar vragen over worden gesteld.” Intiem “De pastoor van Machelen-aan-de-Leie, die ooit had samengewerkt met dorpsgenoot en kunstenaar Roger Raveel bij de inrichting van een kapel, heeft ons in contact gebracht met Raveel, en die stemde ermee in ook onze stille ruimte te helpen opsmukken. Het eigenlijke schilderwerk werd — gezien de hoge leeftijd van Raveel — overgelaten aan een aantal zesdejaars Kunst Secundair Onderwijs van het VTI Kortrijk, die er
meteen ook een afstudeerproject bij hadden. De kroon op het werk is misschien wel de zittende figuur op het dak van de ruimte, die in de verte staart. Dat beeld zorgt voor zichtbaarheid, en geeft mensen — ook buiten de muren van ons lokaal — de gelegenheid om even stil te vallen en na te denken.” “’t Ver Diep staat open voor iedereen, op elk moment. Even werd gedacht aan een polyvalente ruimte in plaats van dit intieme lokaal, maar in zo’n zaal vind je uiteindelijk niet de sfeer die je zoekt als je even wat stilte nodig hebt. Hoewel we van onze stille ruimte zeker geen klassiek kerkgebouw willen maken — onze studenten moeten er zich tenslotte echt
kunnen thuis voelen — zullen we wekelijks toch een kort bezinningsmoment aanbieden, en af en toe ook een echte viering organiseren. Onze studenten worden tijdens hun verblijf op onze campus ‘ingewijd’ op heel wat vlakken, en dankzij ’t Ver Diep gebeurt dit straks ook weer op religieus gebied.” http://www.kulak.be/nl/Studenten/ Studentenparochie/ParochieKapel/Nieuwe/ De academische zitting ter gelegenheid van de opening van ’t Ver Diep vindt plaats op donderdag 9 maart om 19 uur in de Aula Stijn Streuvels (A301) op de Campus Kortrijk, E. Sabbelaan 53, Kortrijk.
Kunstenaar Roger Raveel tekende voor de aankleding van ‘t Ver Diep, maar de uitvoering werd overgelaten aan zesdejaars Kunst Secundair Onderwijs van het VTI Kortrijk. (© Patrick Holderbeke)
campuskrant
nieuws
1.3.2006
7
Meer afval verwerken voor evenveel geld
Afval kost universiteit 500.000 euro per jaar In 2005 betaalde de K.U.Leuven net zoveel voor haar afvalverwerking als in 2002, terwijl het afvalvolume fors steeg. Dat resultaat haalt de universiteit dankzij een verbeterde logistiek en voordeliger contracten met afvalverwerkers. Toch blijft het een erg groot budget: vijfhonderdduizend euro per jaar of gemiddeld meer dan zestig euro per personeelslid. Vooral de bergen papier en restafval groeien snel: in 2005 lag het volume een vijfde hoger dan drie jaar vroeger. Jaak Poot
“
V
oor de wet zijn wij een bedrijf. Wij moeten dus zelf zorgen voor de afvalinzameling. Maar aan een universiteit is het afvalprobleem per definitie anders dan in een bedrijf”, zegt afvalcoördinator Ilse Deconinck. “Wij produceren kennis. Onze afvalstoffen hebben dus niets met ons product te maken. Ze zijn zeer divers en bieden nauwelijks mogelijkheden tot rendabele re-
cyclage of verkoop. Wat hier buitengaat, is echt om weg te gooien en voor die verwerking betaal je vandaag veel geld.” De kosten voor de verwerking van afval door gespecialiseerde bedrijven stijgen voortdurend. Deconinck: “Voor dit jaar verwachten we zelfs een stevige stijging omdat sinds 1 januari een stortverbod van kracht is. Restafval kan niet meer naar stortplaatsen, maar moet naar verbrandingsovens. En dat is per
definitie duurder.” Een belangrijke kostenpost is ook het ophalen en vervoeren van de afvalstoffen. Daar zal de sterke stijging van de brandstofprijzen allicht voor een deel worden doorgerekend. Piepschuim “Het totale afvalvolume liep in 2005 op tot 1.700 ton”, zegt Deconinck. “De grootste afvalposten zijn goed voor meer dan de helft daarvan: papier: 490 ton en
Fonds Myny-Vanderpoorten opgericht
Echtpaar steunt onderzoek doeltreffender bestraling bij borstkanker Het huwelijk is een zegen, en dat lang niet altijd alleen voor de twee samenstellende delen… Toen Jos Myny en Annick Vanderpoorten vorig jaar hun 25ste huwelijksverjaardag wilden vieren met een groots feest, vroegen ze hun gasten om in plaats van geschenken een bijdrage te leveren voor een ‘goed doel’. Om dat doel te definiëren, gingen ze bij het Leuvens Universiteitsfonds aankloppen… en kwamen zo bij professor Caroline Weltens van de Afdeling Radiotherapie terecht.
O
“
nze kinderen hebben eigenlijk de voorzet gegeven”, vertelt Jos Myny. “Een jaar voordien hadden ze voor ons een verrassingsfeest op touw gezet en een bedrag ingezameld dat aan de unief geschonken werd. Voor onze zilveren bruiloft wilden we iets speciaals doen. We namen contact met het Leuvens Universiteitsfonds en kregen een lijst van onderzoeksprogramma’s aangereikt die een steuntje best konden gebruiken. Toen we op die lijst de naam van professor Caroline Weltens van de Afdeling Radiotherapie aantroffen, was onze keuze snel gemaakt. Mijn vrouw is immers bij haar in behandeling geweest.” “Op die manier konden we niet alleen een som geld besteden aan een goed doel, maar ook onze dankbaarheid betonen voor de behandeling die me weer gezond gemaakt heeft”, voegt een gelukkige Annick Vanderpoorten eraan toe. Reken maar dat het een groot feest geworden is in Blanden op 3 september. Jos en Annick glunderen nog na. “Het was een knalfuif. Van bij de eerste tonen van het orkest stond iedereen op de dansvloer. Tot de vroege uurtjes zat de sfeer er in. Dat smaakt naar meer. Eén of twee
Het Fonds Myny-Vanderpoorten steunt onderzoek van professor Caroline Weltens (© Rob Stevens) keer per jaar willen we een dansfeest organiseren om het Fonds verder te spijzen.” De eerste feestavond bracht 7.500 euro in het laatje. De som gaat integraal naar wetenschappelijk onderzoek voor de Afdeling Radiotherapie. Doelgerichter bestralen Professor Caroline Weltens was behoorlijk onder de indruk toen het Fonds Myny-Vanderpoorten op vrijdag 17 februari in de Rectorale Salons ingewijd werd. Het gebeurt ook niet elke dag dat privépersonen, in dit geval een echtpaar, aan de wieg staan van een onderzoeksfonds. “Uiteraard ben ik er heel blij mee”, zegt professor Weltens. “In onze dienst zijn we continu op zoek naar middelen om zowel fundamenteel als klinisch onderzoek te financieren. Het onderzoek dat we mede dankzij het Fonds kunnen opstarten is gericht op het verbeteren van de bestraling van borstkankerpatiënten. Bestraling is een belangrijk onderdeel van de curatieve behandeling van borstkanker. De complexe vorm van het te bestralen lichaamsdeel, bovendien in de directe nabijheid van hart en longen, maken dat een correcte
bestraling niet eenvoudig is. We willen dus gaan naar een betere én meer doelgerichte bestraling.” “Dat onderzoek zal pakweg vier jaar in beslag nemen en maakt deel uit van een project waarin verscheidene onderzoekers voltijds zullen werken. Gezien de hoge techniciteit van de radiotherapie gaat het om een samenwerking tussen clinici en fysici. Mijn dank gaat uit naar het echtpaar dat het Fonds heeft opgericht, ook namens professor Van den Bogaert, diensthoofd radiotherapie, en mijn collega professor Erik Van Limbergen.” (hvn) Wie dit onderzoek naar levensreddende behandelingen wil steunen, kan dat door storting van een bedrag op rekeningnummer: 432-0000011-57, met vermelding ‘Gift Fonds Myny-Vanderpoorten – kredietnr. EPA-FOMYN1-P3610’. Giften vanaf 30 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Inlichtingen over Fondsen: K.U.Leuven Partnership & Academic Development, Minderbroedersstraat 5, 3000 Leuven, (t) 016 32 41 44,
[email protected], http://www.kuleuven.be/mecenaat Lees ook over de Dexia-leerstoel op pagina 14
restafval: bijna 600 ton. Iedereen heeft al jaren de mond vol van het ’papierloze kantoor’ omdat we alles digitaal kunnen verwerken. Maar de naakte cijfers spreken dat tegen: het personeelsbestand groeide tussen 2002 en 2005 met 10 procent, maar wij verwerkten wel 20 procent meer papierafval! Natuurlijk zamelen we dat papier in. Daarvoor investeren we in een duurdere, maar esthetische oplossing: containers die voor een groot deel onder de grond zitten. Ze zijn minder storend voor het oog, maar het kost meer om ze leeg te maken. Gelukkig krijgen we voor papier gemiddeld 40 euro per ton. Al is dat onvoldoende om de hele logistiek te betalen.” De universiteit sorteert waar ze kan. “In 2005 voerden wij zes ton piepschuim af voor recyclage. Per gebouw of groep van gebouwen zorgen wij voor een lokaal waar het personeel afvalstoffen zoals glas, batterijen, KGA — correctorvloeistof, lijm, toners, cd’s, diskettes … gesorteerd kan inleveren. Op de Campus Sociale Wetenschappen experimenteerden we ook met de gescheiden ophaling van PMD in de bekende blauwe zakken. Het personeel reageerde positief op dat proefproject. Maar het is wel een dure aangelegenheid vanwege de transportkosten. Toch blijven we erover denken om het overal in te voeren omdat het helpt om de mensen te sensibiliseren voor gescheiden ophaling.” Verhakselaar De Dienst Veiligheid-Gezondheid-Milieu bespaart veel geld door voordelige contracten af te sluiten met afvalverwerkers. Daarvoor werkt de universiteit ook samen met de UZ. De verwerking van het universitair risicohoudend biologisch afval valt onder het contract van de ziekenhuizen, terwijl die op hun beurt hun chemisch afval doorgeven. “Zo’n honderdtwintig labo’s en diensten sorteren jaarlijks een kleine negentig ton chemisch afval. Een medewerker van onze dienst begeleidt elke week de ophaling door een erkende afvalverwerker.” Groente- en fruitafval van personeelsleden komt bij het restafval. Die hoeveelheden zijn te klein om een gescheiden ophaling zinvol te maken. In de Afdeling Plantenbiotechniek wordt wel elk jaar zeven tot acht ton GFT selectief opgehaald. Ook de honderdzestig ton van de dienst voor parken en plantsoenen volgt een gescheiden weg. “Op dit ogenblik loopt een onderzoek naar de haalbaarheid van een professionele verhakselaar zodat we dat afval zelf kunnen hergebruiken als bodembedekking”, besluit Deconinck. “Het blijft dan ook de eerste zorg van de Dienst VGM om de logistiek te verbeteren: zo optimaal mogelijk inzamelen tegen een minimale kostprijs.” http://www.kuleuven.be/afval http://www.kuleuven.be/milieu/index.htm
8
nieuws
1.3.2006
campuskrant
Twintig onderzoeksgroepen, 65 professoren, 300 onderzoekers
Materiaalonderzoekers bundelen krachten in Leuven-MRC Niet minder dan twintig onderzoeksgroepen uit drie faculteiten en acht departementen buigen zich over de studie van materialen. Echte innovaties in onze hoogtechnologische maatschappij vragen om intense samenwerking tussen verschillende vakgebieden. Daarom werd de nood aan structurele samenwerking tussen de deelgebieden met de dag groter. De K.U.Leuven heeft daar nu een oplossing voor: het Leuven Materials Research Centre dat op 14 maart officieel boven de doopvont wordt gehouden. Jaak Poot
H
“
et Leuven Materials Research Centre vormt een unieke bundeling van competenties en kennis van zaken binnen de universiteit. Nu hebben we één aanspreekpunt voor contacten met bedrijven en overheid. En dat is enorm belangrijk, want vaak hebben bedrijven contact met ons op één domein terwijl de oplossing voor hun vraag vaak ligt in de interactie tussen diverse disciplines”, zegt Karel Van Acker. Hij coördineert de activiteiten van Leuven-MRC. “In het begin van de jaren 90 waren we er al van overtuigd dat we onze krachten moesten bundelen in functie van echt innovatief materiaalonderzoek”, stelt professor Ignaas Verpoest, voorzitter van Leuven-MRC. “Wij kwamen op vrijwillige basis samen en werkten aan gemeenschappelijke projecten. Maar dat stoelde volledig op voluntarisme en zoiets verwatert na een aantal jaren: het enthousiasme kalft af en er zijn zoveel thema’s en activiteiten die de aandacht opeisen. Daarom startten we anderhalf
jaar geleden met het uitbouwen van een blijvende structuur. Elke groep engageert zich financieel in Leuven-MRC. K.U.Leuven R&D ondersteunt het project zowel financieel als met advies.” Intelligent materiaal Hoe zit een vaste stof in elkaar, welke gebruikseigenschappen heeft ze en hoe maak je ze? Dat zijn kernvragen in het onderzoek. “De samenwerking tussen onderzoekers uit verschillende disciplines leidde de voorbije jaren tot heel wat doorbraken in de materiaalkennis”, zegt Verpoest. “Denk maar aan nieuwe vezelversterkende kunststoffen en biomaterialen. De toekomst ligt bij smart materials: functionele materialen die ook intelligente eigenschappen hebben, bijvoorbeeld de mogelijkheid om zichzelf te herstellen. Onze eerste opdracht is dan ook om binnen de universiteit een aantal horizontale thema’s te definiëren en daarrond gestructureerd multidisciplinair onderzoek op te starten. Daarvoor kunnen wij beroep doen op een enorme
Professor Ignaas Verpoest (l) en Karel Van Acker (© Rob Stevens)
kritische massa: vijfenzestig professoren en driehonderd onderzoekers.” “Onze tweede grote doelstelling focust op bedrijven en overheidsinstellingen”, zegt Van Acker. “Daarbij gaat het om tweerichtingsverkeer. Wij willen hun noden beter leren kennen en hen duidelijk maken dat wij over een enorm potentieel beschikken om doelgericht naar oplossingen te zoeken. Tegelijk moet Leuven-MRC ervoor zorgen dat de innovaties niet in het labo blijven steken. Dat kan gebeuren via K.U.Leuven R&D en spin-offs van de K.U.Leuven, maar ook in samenwerkingsverbanden met bedrijven of de overheid.” De derde functie van Leuven-MRC is de — vaak dure — infrastructuur voor materiaalanalyse openstellen voor een breder
onderzoekspotentieel dan de gespecialiseerde groep die ze aankocht. Op 14 maart organiseert Leuven-MRC een lanceringsdag waar de onderzoeksgroepen in postersessies hun projecten voorstellen aan overheid en bedrijven. Frans Spaepen, alumnus en nu professor aan de Harvard universiteit, schetst een beeld van trends in materiaalonderzoek en José-Lorenzo Vallés van de Europese Commissie geeft toelichting bij het nieuwe Europese kaderprogramma. Bedrijfsleiders van Umicore, BASF, Ziscoat en Toyota vertellen over hun ervaringen, visie en verwachtingen. Meer info: Karel Van Acker, (t) 016 32 12 71,
[email protected], http:// www.mtm.kuleuven.be/Research/MRC/
Wereldberoemde alpinist te gast in Leuven
Klimmersbaas toont dia’s die doen duizelen Wie nood heeft aan een flinke dosis gezonde berglucht, en en passant ook graag mooie plaatjes kijkt, moet op 10 maart absoluut zijn wandelschoenen van stal halen en zich met gestrekte pas naar de Pieter De Somer-aula begeven. De wereldberoemde Sloveense alpinist en fotograaf Marko Prezelj komt er dan — op uitnodiging van de Leuvense Universitaire Alpinisten Klub — enkele van zijn mooiste tochten voorstellen.
K
limmers — en zeker klimmers van het niveau-Prezelj — vertoeven vaker boven de wolken dan eronder, dus hooggespannen waren onze verwachtingen niet toen we zijn nummer in Slovenië draaiden. Maar zie, de Alpengoden waren met ons, en we hadden meteen prijs. Marko Prezelj: “Ja, ik ben net terug van een expeditie in Patagonië, en daarvoor zat ik in Japan, waar ik ook een aantal lezingen gaf. Normaal doe ik dat niet zo vaak, maar de laatste maanden is het op dat gebied toch wat
drukker dan anders. Zo was ik onlangs ook in Polen, en nu kom ik dus naar Leuven.” “Mijn presentatie is bedoeld voor alle outdoor-enthousiastelingen, én voor mensen die geïnteresseerd zijn in fotografie. Ik besteed heel voor zorg aan de slideshow, en gebruik ook enkel de originele dia’s, omdat de kwaliteit dan veel beter is. Bovendien is elke presentatie uniek: voor elke lezing stel ik een andere fotoreeks samen. Op 10 maart laat ik onder meer plaatjes zien van expedities in Nepal, Patagonië, Tibet, Alaska en de Andes, en vertel ik ook een beetje over hoe het allemaal begonnen is.” Heeft een wereldreiziger als Marko Prezelj ooit Leuven gezien? “Hoegenaamd niet. Ik ben zelfs nog nooit in België geweest. Ik kijk dus wel uit naar volgende week, en niet enkel omdat ik dan eindelijk jullie bier kan proeven. Tijdens mijn verblijf in Leuven zullen we met de LUAK immers ook een uitstap maken naar Freyr, in de Ardennen, waar we — uiteraard — gaan klimmen.” (tv) Diapresentatie Marko Prezelj, vrijdag 10 maart, Pieter De Somer-aula, Deberiotstraat 24, Leuven. Kaarten kosten 7 euro in voorverkoop, en zijn verkrijgbaar via http://luak.studentenweb.org.
Leuvense Universitaire Alpinisten Klub
Gebeten door de bergen U kijkt er misschien van op, maar onze universiteit heeft dus wel degelijk haar eigen alpinistenclub. Of onze academische klimmers vrede nemen met de Karmelietenberg, of toch liever hoger — en zuidelijker — gelegen oorden opzoeken, dat vroegen we aan doctoraatsstudent en LUAK-voorzitter Hendrik De Winne. “Nee, we zoeken ons heil toch wel in de Ardennen. Elke zondag ontmoeten we elkaar aan De Spuye, en zetten dan samen koers naar de Ardense rotsen.” “Onze club is vooral bedoeld voor studenten en personeelsleden van de K.U.Leuven en de KHLeuven, maar ook oud-studenten en gewone Leuvenaars kunnen zich aansluiten. Omdat we deel uitmaken van het Universitair Sportcentrum, kunnen we rekenen op subsidies, en die gebruiken we vooral voor de aankoop van materiaal. Ondertussen hebben we al een heel arsenaal aan klimbenodigdheden verzameld, en die staan tijdens de
activiteiten gratis ter beschikking van onze leden. Dat is uiteraard zeer handig voor de studenten, aangezien klimmateriaal over het algemeen heel duur is. Daarnaast bieden we ook initiaties aan waar je leert zelfstandig buiten te klimmen, en houden we techniekendagen.” “Elke donderdag drinken we samen een pintje, of houden we een feestje, en dan maken we plannen voor nieuwe klimtrips. Af en toe organiseren we ook dia-avonden, of nodigen we een spreker uit — zoals nu dus Marko Prezelj. Tijdens de vakanties en verlengde weekends trekken we er vaak wat langer op uit, meestal naar de Alpen. Zo gaan we in de winter skiën en ijsklimmen, en in de zomer doen we vooral aan alpien rotsklimmen en zomeralpinisme. In 2004 is een team van acht LUAK-leden naar Peru gereisd, om daar in de Cordillera Blanca enkele vijf- en zesduizenders te bedwingen.”
campuskrant
universitaire ziekenhuizen
1.3.2006
9
Interview met nieuwe hoofdgeneesheer Frank Rademakers
“De eigen cocon verlaten” Op zijn tafel staat een doos Antwerpse Handjes. “Ik ben een geboren en getogen Antwerpenaar,” licht professor Frank Rademakers ten overvloede toe. Hij is sinds december de nieuwe hoofdgeneesheer van onze universitaire ziekenhuizen. Ludo Meyvis
Z
ijn academische wortels liggen inderdaad niet in Leuven, maar in Antwerpen. “Na mijn opleiding geneeskunde heb ik me daar toegelegd op de cardiologie, meer bepaald de mechanica van de hartspier, revalidatie en de niet-invasieve beeldvorming. Van 1987 tot 1990 heb ik me in Baltimore in John Hopkins verder gespecialiseerd in magnetische resonantie. Daarna ben ik teruggekeerd naar Antwerpen. Professor Degeest vroeg me echter of ik in Leuven parttime consulent in beeldvorming, magnetische resonantie, wilde worden. Dat is gaandeweg uitgegroeid, tot ik in 1998 fulltime naar Leuven gekomen ben.” “Nu ik hoofdgeneesheer ben, zal ik noodgedwongen het grootste deel van mijn klinisch werk en onderwijs op een laag pitje moeten zetten. Ik zal nog wel enkele ‘oude’ patiënten blijven opvolgen, en ik blijf nog wel een college fysiologie geven in het 2de bac geneeskunde, maar veel meer is onmogelijk als je ook nog wat wetenschappelijk actief wilt blijven. Hoofdgeneesheer is een functie waar je al je tijd voor nodig hebt, zeker in een grote organisatie als de Leuvense UZ.” Eigen dienst eerst “Het gaat om een functie die wettelijk omschreven is. Als hoofdgeneesheer ben je verantwoordelijk voor de medische activiteit in het ziekenhuis — en als daar wat aan schort, ben je ook persoonlijk aansprakelijk.” “Wat me aanspreekt in mijn nieuwe functie, is dat ze tegelijk weegt op het beleid, en dat ik toch bezig blijf met de core business van het ziekenhuis. Dat beleidsaspect heeft me altijd aangetrokken, al toen ik nog student was. Ik ben jaren preses geweest, ik zetelde als studentenvertegenwoordiger in de Raad van Bestuur in Antwerpen, enzovoort. Eens in Leuven werd ik lid en
uiteindelijk voorzitter van de BeroepsVereniging Geneesheren en Tandartsen, een functie waarin ik me ingespannen heb voor een aanpassing van het beroepsstatuut van de ziekenhuisartsen van de UZ. Blijkbaar heeft dat me een beetje doen opvallen bij ‘het bestuur’, en werd ik uiteindelijk aangesproken om deze nieuwe functie op te nemen.” “Ik wil me vooral bezighouden met het optimaliseren van de patiëntenzorg en de zorgtrajecten. Wat dat laatste betreft, is het duidelijk dat dit een erg interdisciplinaire aanpak veronderstelt. De medische staf, de verpleging, technici enzovoort werken niet geïsoleerd. Zorgverstrekking is een totaalpakket, waarbij heel veel mensen van heel veel diensten op heel veel manieren met elkaar in coördinatie moeten werken. Dat staat haaks op het territoriumgevoel van ‘eigen dienst eerst’. Ik wil dan ook ijveren voor een cultuurwijziging, en samenwerking over de grenzen van de diensten heen sterk bevorderen. Aan een universitair ziekenhuis kan dat
liseerde procedures enzovoort. Het is niet omdat elke patiënt anders is — een terechte vaststelling — dat je niet zou mogen vertrekken van algemene richtlijnen. Meer zelfs: als universiteit hebben we de taak om die richtlijnen niet alleen toe te passen, maar om ze ook mee op te stellen en uit te werken.” Cocon “Als lid van het Directiecomité draag ik medeverantwoordelijkheid voor de financiële gezondheid van onze ziekenhuizen. Uitgangspunt moet àltijd het welzijn van de patiënt blijven. Door nauwkeurig onze zorgtrajecten in kaart te brengen en bij te sturen, kunnen we echter een beleid uitstippelen dat financiën en patiëntenzorg optimaal in balans brengt. In een gezondheidssector die nog grotendeels per prestatie vergoed wordt en waar de kost van nieuwe technologie en kennis pijlsnel oploopt, moet er onderscheid komen tussen wat het nieuwste is en wat het meest verantwoord is voor een
“Er moet onderscheid komen tussen wat het nieuwste is en wat het meest verantwoord is voor een specifiek probleem van een bepaalde patiënt — en dat is niet altijd het nieuwste.” misschien gemakkelijker dan in andere ziekenhuizen: we werken immers met gesalarieerde artsen. Daardoor is het gevaar voor een te beperkte horizon toch aanzienlijk kleiner, hoewel dienstbelang zowel financieel als qua invloed ook hier belangrijk blijft. Hoe dan ook, als je de richting van meer samenwerking uitwil, is een meer uitgesproken overlegcultuur belangrijk.” “Uiteraard wil ik als hoofdgeneesheer een aantal vroegere lijnen ook doortrekken, bijvoorbeeld rond kwaliteitsverbetering, het hanteren van uitgeschreven en voortdurend geoptima-
specifiek probleem van een bepaalde patiënt — en dat is niet altijd het nieuwste. De universitaire ziekenhuizen moeten hierbij het voortouw nemen om correcte en zowel wetenschappelijk als financieel verantwoorde diagnostische en behandelingsschema’s op te stellen en uit te testen. En voor die maatschappelijk belangrijke taak moeten ze financieel ondersteund worden.” “Ik weet ook wel dat zowat alle grote ziekenhuizen eveneens meedoen aan ontwikkeling, maar voor een UZ hoort het tot zijn kerntaak om hier ook een maatschappelijke, deels financiële
(© Rob Stevens)
invulling aan te geven in een poging om wetenschappelijke vooruitgang optimaal af te stemmen op financiële mogelijkheden. Dat leidt vanzelfsprekend ook tot de noodzaak van taakafspraken. Het is niet goed dat iedereen alles wil doen. Dat die afspraken er nog altijd niet in voldoende mate zijn, heeft alles te maken met de financiële en machtsgevolgen die zo’n verregaande reeks afspraken zou hebben. Ik ben er echter van overtuigd dat daar absoluut nood aan is. Als de sector er zelf niet voor zorgt, zal de overheid op de duur niet anders kunnen dan een bepaalde regeling op te leggen, met gevolgen die we niet in de hand hebben en die niet noodzakelijk de beste zijn voor de gezondheid van de burger.” “Zoiets moet natuurlijk gevoed worden. Het zou dan ook niet slecht zijn als artsen in dat verband meer beleidsverantwoordelijkheid zouden opnemen. Dat is geen verwijt hoor, verre van. Het is een menselijke neiging om zich vooral op de eigen activiteit te concentreren en zich daar ten volle voor in te zetten en er alle creativiteit en verantwoordelijkheidszin naartoe te sluizen. Dat is prima, maar het mag er niet toe leiden dat niemand zich nog inzet voor het ruimere perspectief, of dat niemand nog de eigen cocon zou verlaten om zich in te zetten voor beleidsvragen en oog te hebben voor de maatschappelijke implicaties van ons medisch handelen. Ik hoop dat ik die mentaliteit tijdens mijn mandaat mee zal kunnen ombuigen, al besef ik dat dit niet eenvoudig zal zijn.”
Vorst
Van zwevende treinen en hersenscanners tot snellere computers, digitale camera’s en efficiëntere medicamenten: het zijn maar enkele ontwikkelingen die we te danken hebben aan de nanowetenschappen en nanotechnologie. Koning Albert II bracht op woensdag 15 februari een bezoek aan het onderzoekscentrum IMEC en aan het Centrum voor Nanowetenschappen en Nanotechnologie. Uitleg over het onderzoek en de industriële toepassingen van nanowetenschappen in Leuven kreeg de vorst van onder anderen professor Victor Moshchalkov, directeur van dat centrum (rechts op de foto; zie ook Vragevuur op pagina 20).
(© Rob Stevens)
en vorser
10
zeswekelijkse
bijlage voor oud-studenten
1.3.2006
campuskrant
–alumnikrant – Permanente vorming — Bemiddelen bij ontrouw
Een ware explosie binnen een paar Recente studies en cijfers bewijzen het: ontrouw is voor veel mensen geen ver-van-mijn-bed-gebeuren. De pijn en andere emoties die ermee gepaard gaan, gooien meerdere levens overhoop. “Bij de verwerking van ontrouw kun je van een rouwproces spreken. Sommige partners overwinnen de ontrouw en kiezen opnieuw voor elkaar. Anderen gaan uit elkaar en moeten, ieder op zijn manier, de scheiding verwerken”, zegt Maureen Luyens, psycholoog, psychotherapeut en seksuoloog aan de UZ Leuven. Joke Depuydt
L
uyens: “In het boek Ondanks de liefde, dat ik samen met Alfons Vansteenwegen schreef, vinden mensen een houvast in de beschrijving van de verschillende fases die ze kunnen meemaken bij problemen met ontrouw. Diverse tips bieden mogelijkheden om met de complexiteit van de ingrijpende gebeurtenis om te gaan. Velen kunnen openlijk spreken over de relatie met de derde en betrekken hun partner in het proces. Maar anderen hebben enkel een vermoeden van vreemdgaan en botsen op de soms weken- en maandenlange ontkenning.” “De bekentenis of de ontdekking ontketent meestal een ware explosie en ingrijpende crisis binnen het paar, en leidt tot minder kwalitatieve beslissingen. Het beste hier is de mensen even te temporiseren. Want de explosie verglijdt naar een derde fase waarin keuzes moeten worden gemaakt. Gaan we uit elkaar of niet? Vechtscheiding of sereen? De trouwe partner is verdrietig, woedend en wil, desnoods via de kinderen, de ontrouwe partner treffen. Die kan dan vanuit een latent schuldgevoel spijt krijgen of zelfs te meegaand reageren, in de zin van ‘neem jij maar alles, ik zal niet moeilijk doen’.” ”Sommige paren verzeilen in een vierde fase. We spreken over een impasse, waarbij de overspelige relatie blijft bestaan maar de ontrouwe partner niet weggaat. De vijfde fase, de verwerkingsfase, kan de vorige doorbreken. Een bemiddelaar moet bij paren die met de vraag komen om uit elkaar te gaan, erop letten dat ze niet in een volle crisissituatie verkeren. Wanneer de beslissing tot scheiding niet voldoende ontdaan is van hevige onderliggende emoties, zal hij hen doorverwijzen naar partnerthe-
rapie, of samen met hen zoeken naar een serene oplossing, wat trouwens goedkoper is dan een vechtscheiding.” Valkuilen Zijn partners zo rechtlijnig in hun gevoelens? “Uiteraard wisselen gevoelens elkaar af. De ene dag schuld, de andere dag woede of zelfs opluchting. We zoeken wel een rode draad door de emoties zodat de beslissing om uiteen te gaan of om bij elkaar te blijven een rijpingsproces wordt. Verschillende factoren spelen een rol: hoe was de relatie voor de crisis, hoe groot is het verlies? Zal de winst van een nieuwe relatie en leven opwegen tegen dat wat men opgeeft?
Het leed van de kinderen? Scheiden is altijd afstand doen van allerlei bindingen uit het verleden. Niet zelden komt de partner die ontrouw was, terecht in een sociaal isolement. Daar staat dan tegenover dat de verlaten partner het als alleenstaande ouder met kinderen materieel zwaar heeft, maar meer kan rekenen op steun en begrip van de omgeving. Bovendien wordt de relatie die de reden van de echtscheiding vormt, zelden een definitieve relatie. Vaak gaat het om een overgangsrelatie, wat weer kan wijzen op het risico van te snelle beslissingen.” Te snel en ondoordacht beslissen is blijkbaar een gegeven waarmee door
– advertentie –
alle partijen rekening moet worden gehouden. Zijn er nog meer? Luyens: “Een andere ‘valkuil’ waar we op willen wijzen, is dat wanneer de relatie weer hersteld kan worden, je niet mag denken dat ook alle gevoelens meteen hersteld zijn. Daar is zeker twee jaar tijd voor nodig. Daarnaast wil ik erop wijzen dat verliefd zijn niet noodzakelijk gelijkstaat aan ontrouw of dat ontrouw niet noodzakelijk tot een breuk moet leiden. Ook hier is sprake van een keuze. Wanneer partners uit elkaar gaan, zal een bemiddelaar erop toezien dat de gemaakte afspraken niet emotioneel geladen zijn.” Wie zijn die bemiddelaars en hoe word je dat? “Een bemiddelaar moet een basisopleiding hebben. Dat kan een notaris, een advocaat, een psycholoog of een pedagoog zijn. Via permanente vorming worden die dan bemiddelaar. Nieuw is dat de Dienst Permanente Vorming vanaf volgend academiejaar de globale opleiding opsplitst in een eerste jaar algemeen in het kader van bemiddeling en een tweede jaar met specialisatiemodules: bemiddelaar in familiezaken of bemiddelaar in werksituaties. Bemiddelen draait immers om een basismethode waarbij neutraal en zonder positie in te nemen, gezocht wordt naar wat beide betrokken partijen willen.” Bijscholing voor bemiddelaars in familiezaken - psychologische module, 30 maart. Alle info op http://dpv.kuleuven.be/bijscholing/ bemiddelaars.htm Voor informatie over bij- of nascholing: Dienst Permanente Vorming K.U.Leuven, Krakenstraat 3, 3000 Leuven, (t) 016 32 84 84,
[email protected], http://dpv.kuleuven.be
campuskrant
(1)
–alumnikrant –
1.3.2006
11
I N DE BA N VA N DE K R I NG
Domus Lovaniensis Brugensis Sinds twee jaar is in het noordwesten van ons land een alumnikring actief die steeds meer succes heeft. Domus Lovaniensis Brugensis — kortweg DLB — wil het contact tussen de K.U.Leuven-afgestudeerden in West-Vlaanderen bevorderen. Wij spraken met ondervoorzitter Patrick Deruwe.
P
atrick Deruwe: “DLB is ontstaan in de schoot van het Kortrijkse Postuniversitair Centrum — destijds opgericht door monseigneur Maertens, de allereerste rector van de Campus Kortrijk. Huidig campusrector Piet Van den Abeele vroeg me in juli 2003 om de kring nieuw leven in
te blazen.” ”We hebben twee belangrijke doelstellingen. Ten eerste willen we de netwerking tussen de alumni in WestVlaanderen versterken – die alumni zijn trouwens heel blij dat Leuven ook eens een activiteit voor hen organiseert in hun eigen streek. Daarnaast proberen we ook de universiteit zoveel mogelijk te promoten in het noorden van de provincie.” “Elk jaar organiseren we twee activiteiten: een cultureel evenement in het voorjaar — dat meestal plaatsvindt op een bijzondere locatie — en een lezing in het najaar. Zo zijn de bekende professoren Waelkens en Cassiman al bij ons langs geweest. We zorgen er ook telkens voor dat de alumni elkaar achteraf kunnen ontmoeten bij een natje en een droogje. Onze activiteiten vinden al een grote weerklank, maar we willen nóg meer alumni bereiken. Binnenkort hebben we trouwens ook een eigen webpagina verbonden aan de website van Alumni Lovaniensis.” In de lente start DLB het derde werkjaar met een Mozartconcert in het Provinciaal Hof in Brugge. (sc) http://alum.kuleuven.be/dlb.htm
(© Michel Vanneuville)
Wijsgerig Gezelschap Het Wijsgerig Gezelschap Leuven organiseert opnieuw een ‘Open College’ Prof. em. Samuel IJsseling spreekt over ‘Het Ene en het Vele’. 11 maart,11-13u, HIW, Kardinaal Mercierplein 2, lokaal B. Gratis, vooraf inschrijven via chantal.mertens@hiw. kuleuven.be.
VRG-Alumni
lezing over ‘Onze aarde in beweging: over vloedgolven en hun gevolgen’. 10 maart, 20u30, clublokaal, Leopoldstraat 18. NIA organiseert ook een Leivese vertelselkes ovend. 24 maart, 20u30, clublokaal, Leopoldstraat 18. Info: anne-marie.
[email protected], (t) 016 25 11 64 of 016 40 56 05
VRG-Alumni organiseert de 13e VRGAlumnidag, ‘Recht in Beweging’, een studiedag rond recyclage van verschillende rechtstakken. 10 maart, 12u45-18u15, College De Valk, Tiensestraat 41. Info:
[email protected], (t) 016 32 54 81
De Vereniging van Leuvense Romanisten organiseert een wijndegustatie voor alumni vanaf promotie 1999. 25 maart, 19u30, Fakbar Letteren, Blijde Inkomststraat 11 Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 56 69
Ekonomika
Vilv
‘Geluk, plezier, of voldoening? ...Temptation producten’. Aan de hand van recent onderzoek licht Siegfried Dewitte van de onderzoeksgroep Marketing een aantal problemen toe, gevolgd door een discussie. 21 maart, 12-14u, Leuven Inc, Kapeldreef 60, 3001 Heverlee. Info:
[email protected], (t) 02 25 25 718
De Vereniging van de Burgerlijk Ingenieurs van de K.U.Leuven organiseert een forum-avond over bouwkunde in Vlaanderen met professor Yvan Verbakel. 21 maart, 19u, Arenbergkasteel, auditorium, Kasteelpark Arenberg 1 B, 3001 Heverlee.
[email protected], http://www.vilv.be
Nos Iungit Academia
Chemici Leuven
Nos Iungit Academia organiseert een
Chemici Leuven organiseert een lezing
G KRIN S W U E NI
VLR
(© Patrick Holderbeke)
Geldige stemmen Oratoriumkoor Cantores gaf de Lichtmisviering van de Campus Kortrijk op 4 februari vocale glans. Het feest stond dit jaar in het teken van de twaalfduizend alumni van de K.U.Leuven die in de regio Zuid-West-Vlaanderen (subregio’s Ieper, Poperinge, Veurne-Diksmuide, Roeselare-Tielt, Kortrijk-Waregem) wonen en werken. Campusrector Piet Vanden Abeele wil deze oudstudenten dichter bij elkaar brengen door een sterke regionale alumni-werking op te starten. De viering vormde de eerste stap in die richting.
over polyfenolen en wijn (met degustatie). 24 maart, 16u, Departement Chemie, lokaal 01.12, Celestijnenlaan 200F, 3001 Heverlee. Toegang gratis voor leden. Info:
[email protected], (t) 016 32 76 09
Leuvens Alumni Orkest Het Leuvens Alumni Orkest voert Die Schöpfung (J. Haydn) uit. Concertzaal Lemmensinstituut, Herestraat 53, 3000 Leuven Info: Jan De Vilder,
[email protected], (t) 016 22 43 28 http://www.lao.be
Farmaleuven Farmaleuven organiseert een ‘postuniversitaire farmacologische dag’ met lezingen over onder meer het voorkomen of beheersen van een volgende grieppandemie. 15 euro voor leden van Farmaleuven, 20 euro voor niet-leden, te storten op rekening 645-1207282-55 van Farmaleuven. 22 april, 14u, O&N, Auditorium GA2, Gasthuisberg, Herestraat 49 Info: Patricia.VanCriekingen@pharm. kuleuven.be, (t) 016 32 34 56
Politika Alumni Elke eerste vrijdag van de maand zijn alle alumni polcomsoc welkom in de fakbar tijdens Funky Friday. Wil je een reünie van je afstudeerjaar houden? Politika Alumni zorgt voor de uitnodigingen. Politika Kaffee, Tiensestraat 55. Toegang gratis. Disco-special met DJ Las Vegas & Dr. JiveFunk (aka Ambriage d’Amore) 4 maart, vanaf 21u30. Op 25 maart heeft het Politica Alumni Gala 2006 plaats, met de uitreiking van de Prijs voor de beste eindverhandeling. 25 maart, 18u, academische zitting, 19u30 receptie en uitreiking diploma’s, Auditorium Max Weber, Parkstraat. Politica Alumni organiseert een fuif voor alle alumni sociale wetenschappen. 25 maart, Musicafé, Muntstraat, Leuven. Gratis inkom voor Politica Alumnileden; 2 euro i.p.v 5 euro voor wie dit artikel uitknipt en voorlegt aan de kassa.
[email protected]
12
interview
1.3.2006
campuskrant
“Niet pessimistisch over de toekomst van ons rechtssysteem”
VRG-Alumniprijs voor procureur-generaal André Van Oudenhove Op 10 maart ontvangt André Van Oudenhove de VRG-Alumniprijs. De procureur-generaal van het Brusselse Hof van Beroep en deken van het college van procureurs-generaal komt daarmee in het illustere rijtje van Robert Vandeputte, Jef Vermassen en andere befaamde alumni van de Rechtsfaculteit. “Ik was verrast en vereerd.” Ludo Meyvis
W
e zoeken de procureurgeneraal op in zijn rustige woning in Groot-Bijgaarden. Hij heeft sinds enkele maanden het emeritaat bereikt — of dacht u dat alleen professoren met emeritaat gingen? Na zijn studies bracht hij enkele jaren door aan de balie, maar in 1966 trad hij toe tot de staande magistratuur, het Openbaar Ministerie. Hij werd in 1988 procureur-generaal bij het Brusselse Hof van Beroep, het ambt dat hij tot oktober vorig jaar bekleedde. Samen met zijn vier collega’s van de andere Hoven van Beroep heeft hij daardoor bijna twintig jaar vorm gegeven aan het vervolgingsbeleid in ons land. “Tja, er is heel wat gebeurd natuurlijk, in al die jaren. Maar ik wil even heel duidelijk stellen dat een procureur zeker niet alleen verantwoordelijk is voor de vervolging. De kerntaak van het Openbaar Ministerie is de zorg voor het algemeen belang. Het is dus een verkeerde perceptie om een procureur alleen te zien als iemand die strenge straffen eist. Dat beeld bestaat nochtans.” “Nog niet zo lang geleden bleek uit een onderzoek dat procureurs ver onderaan de waarderingsladder staan — nog lager dan belastingsambtenaren… Men houdt niet van ons werk, omdat het verkeerd geïnterpreteerd wordt, en ook omdat er te weinig over geweten is. Le ministère public, ce mal connu, ce méconnu… Als een zaak voor de rechter komt, zal de procureur inderdaad wel vaak een straf vorderen – al gebeurt het dat hij ter zitting de vrijspraak vordert. Men vergeet echter dat het diezelfde procureur is die in veel gevallen beslist om een zaak niét voor de rechtbank te brengen, omdat dit niet goed zou zijn voor het algemeen belang.” “Een eenvoudig voorbeeld. Er is een ruzie tussen echtgenoten, er vallen klappen, en er is een klacht. Dat is strafbaar, en dus zou er een zaak aanhangig gemaakt moeten worden. Maar als uit de gesprekken blijkt dat er intussen weer toenadering gekomen is tussen de partners, zou het erg contraproductief zijn om de rechtszaak en de veroordeling na te streven. In dergelijke gevallen wordt een zaak dan anders benaderd dan door loutere vervolging. En dat gebeurt dus véél vaker dan men denkt. Die filtering moet ook wel: momenteel krijgt het parket van Brussel alleen al jaarlijks zowat driehonderdduizend mogelijke rechtszaken onder ogen. Als die allemaal voor de rechtbank zouden komen, zou dat niet meteen in het algemeen belang zijn…”. Dutroux “Je moet natuurlijk leren wat dat precies is, het algemeen belang. Ik heb ervaren dat het de essentie van ons werk is. Het is ook daarom dat ik mijn werk altijd met volle enthousiasme gedaan heb, ook al gaat het er soms stormachtig aan toe. Ik heb de grote opmars van de politieke en publieke belangstelling voor het gerecht meegemaakt. Bij het begin van mijn loopbaan ging die belangstelling eigenlijk alleen uit naar assisenzaken. Het gerecht werkte erg geïsoleerd, en we stonden ver van de samenleving. Er werd nauwelijks aandacht aan het gerecht geschonken, niet door de me-
is heel evenwichtig geconcipieerd, en het werkt veel onafhankelijker dan in onze buurlanden. Terwijl de minister van justitie zich in Frankrijk wel eens wil bemoeien met de gang van zaken in concrete dossiers, heb ik in mijn hele ambtsperiode nooit ook maar één poging tot beïnvloeding ondervonden – terwijl ik toch betrokken was in een reeks politiek beladen gerechtelijke dossiers. Onze structuren mogen er zijn, en ik ben heel optimistisch voor de toekomst van ons gerecht, op voorwaarde dat wij onze eigen structuren echt gaan verdedigen en eerbiedigen.”
(© Rob Stevens)
“Uit onderzoek is gebleken dat procureurs ver onderaan de waarderingsladder staan — nog lager dan belastingsambtenaren.” dia en niet door de politiek.” “Dat is veranderd in het begin van de jaren 80, en het onderzoek naar de Bende van Nijvel bracht een en ander in een stroomversnelling. Ik heb alle parlementaire onderzoekscommissies sinds het einde van de jaren 80 meegemaakt, van nogal sereen, zoals de Bendecommissie, tot behoorlijk agressief, zoals de Dutroux-commissie. Dat was een van de pijnlijkste periodes uit mijn beroepsleven. Het valt niet mee om voor het oog van de camera’s te moeten aanhoren hoe men ten onrechte brandhout van je maakt, én van je medewerkers, zonder dat je je naar behoren kunt verdedigen. Nu, ik ontken niet dat die commissie ook goed werk geleverd heeft. De openheid van het gerecht is er veel groter door geworden, en dat is prima — al mag het ook niet te ver gaan. De magistratuur is uit de ivoren toren neergedaald en deed ook haar gewetensonderzoek. De communicatie wordt beter verzorgd, en het overleg met de collega’s en de buitenwereld is aanzienlijk toegenomen.” “Nog een rechtstreeks gevolg was dat het college van procureurs-generaal nauwer is gaan samenwerken. Vroeger was het overleg meer informeel, maar door de nieuwe werking is er veel meer stroomlijning gekomen. De wet heeft nu ook aan elke procureur-generaal een bepaald takenpakket toebedeeld. Zo houdt de procureur-generaal van Brussel zich onder meer bezig met de strafrechtelijke aspecten van milieu- en financieel recht. De zaken zelf blijven natuurlijk onder de bevoegdheid van het rechtsgebied waar
ze altijd al thuishoorden, maar het beleid wordt door het college uitgewerkt in zijn maandelijkse vergaderingen, en geimplementeerd door een van de vijf procureurs-generaal, voor het hele land. Dat gebeurt natuurlijk in overleg met de minister. Ongeveer vier keer per jaar vergaderen de procureurs-generaal trouwens samen met de minister. Ook dat overleg zelf is een zeer goede vernieuwing.” Achterstand “Ik heb bijna veertig jaar doorgebracht in de magistratuur. Ik begrijp sommige uitingen van kritiek op de werking van het gerecht daarom heel goed. Maar je moet eerlijk blijven in je kritiek. Wat de veelbesproken gerechtelijke achterstand betreft, bijvoorbeeld, wijs ik erop dat die in strafzaken zeer relatief is. In het Hof van Beroep te Brussel kunnen de meeste zaken binnen een termijn van enkele maanden worden vastgesteld. Dat vind ik heel redelijk. In burgerlijke zaken is de situatie natuurlijk heel anders, en daar tref je inderdaad een achterstand van soms vele jaren aan. Maar daar moet je dan weer aan toevoegen dat het vaak de partijen zelf zijn die de zaak laten aanslepen door voortdurend niet-essentiële procedurele stappen in te bouwen, met vertraging als gevolg. Dat hoort niet. Er moet nagedacht worden om dit in de toekomst te vermijden.” “Dat ik die kritiek begrijp, betekent echter niet dat ik ons systeem niet zou waarderen. Integendeel: we mogen trots zijn op onze gerechtelijke structuren! Ons Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld,
Populair “Ik was erg blij met de VRG-Alumniprijs, vooral dan de motivering, die sprak over de serene aanpak waarmee ik het recht gediend heb. Ik vond dat een mooie verwoording van wat ik inderdaad altijd nagestreefd heb. Ik beschouw de prijs ook als een blijk van erkentelijkheid tegenover de instelling van het openbaar ministerie, een herwaardering. Populair zal mijn ambt wel nooit worden. Dat begrijp ik wel, maar misschien juist daarom doet zo’n prijs echt wel deugd.” “Het is geen eenvoudig beroep, met een heel zware verantwoordelijkheid, maar je groeit er natuurlijk wel in. Ik heb nooit echte ontmoediging ervaren. Je hebt natuurlijk wel een sterke ruggengraat nodig, en je moet gedreven worden door een paar heel fundamentele principes, ten eerste dat het een ambt is waarin je het algemeen belang dient, en ten tweede dat het deel uitmaakt van een systeem waarin iedereen recht op recht heeft. Als je daarvan doordrongen bent, heb je als magistraat een prachtberoep. Ik aarzel dan ook niet om te zeggen dat mijn beroep heeft bijgedragen tot mijn geluk. Het Openbaar Ministerie is voor mij het meest boeiende aspect van ons rechtssysteem.” “En nu ben ik op rust. Maar ik val niet in een zwart gat. Ik blijf bijvoorbeeld nog zetelen in de Raad van Beheer van de K.U.Leuven. Ererector Oosterlinck vroeg me drie jaar geleden om lid te worden. Ik ben daarop ingegaan, omdat ik vind dat een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie eerst en vooral maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft en dus contact moet houden met de samenleving. Ik leer heel veel in de Raad van Beheer, en het is boeiend om van binnenuit mee te maken hoe een grote organisatie als de K.U.Leuven geleid wordt, en daar misschien af en toe ook iets toe te kunnen bijdragen.” “Daarnaast heb ik nog meer dan genoeg andere activiteiten om me bezig te houden. Ik hou nog wat contact met mijn vroegere werkomgeving, en ik hou me op de hoogte van de ontwikkeling van ons recht. Verder sport ik heel veel, en uiteraard is er mijn familie, mijn echtgenote en onze drie dochters, schoonzoons en kleinkinderen. Je beroep mag dan belangrijk zijn voor een gelukkig leven, maar een warme familiale omgeving is nóg belangrijker.” Het programma van de VRG-Alumnidag ‘Recht in beweging’ op 10 maart vindt u op http://www.law.kuleuven.be/alumni/
campuskrant
diversiteit
1.3.2006
13
Opleiding Vrouwelijk spontaan: meer en beter communiceren op de werkvloer
Experimenteren in het loopbaanlabo Leren opkomen voor jezelf, je baas durven vertellen wat er op je lever ligt, omgaan met kritiek, beter met je collega’s communiceren. Als je snel bent, kun je je nog inschrijven voor een cursus persoonlijke ontwikkeling die al die aspecten van dichtbij bekijkt. De opleiding draagt de welluidende naam ‘Vrouwelijk spontaan’ en staat (voorlopig) dan ook alleen open voor vrouwelijke medewerkers, meer bepaald in administratieve en uitvoerende functies (ATP graden 1-2-3). Ines Minten
H
“
et gaat om een samenwerkingsproject van de Katholieke Hogeschool Kempen en de K.U.Leuven”, zegt Elsy Van Roy van het Centrum voor Gelijkekansenbeleid. “Deze reeks organiseren we als onderdeel van een proefproject dat moet uitwijzen hoe de opleiding het doet in de praktijk. Als de reacties even positief zijn als die van de eerste vijftien deelnemers, zal de Personeelsdienst overwegen om ze op te nemen in het vaste opleidingsaanbod.” Het traject bestaat uit tien sessies van drie uur en stelt de werknemer in zijn
loopbaan centraal. “Wat zijn mijn plusen minpunten? Wat kan ik verbeteren en hoe pak ik dat aan? Waar liggen de oorzaken van mijn problemen en welke rol speel ik er zelf in? Dat zijn enkele van de basisvragen van de reeks. De deelnemers krijgen meer inzicht in hun interactie met anderen en denken er ook bewust en kritisch over na. Bovendien leren ze naar anderen te luisteren, op te komen voor hun eigen mening en om te gaan met conflicten. Alle oefeningen zijn ge-
baseerd op de werkcontext van de deelnemers.” In de reeks wordt een soort laboratoriumsfeer opgezet. Je krijgt een aantal nuttige handvatten aangereikt, die je in eerste instantie in de veilige omgeving van de cursus kunt uitproberen. “Vervolgens is het aan de deelnemers om wat ze opgestoken hebben ook daadwerkelijk op hun werkplek toe te passen”, legt Elsy Van Roy uit. “De cursus heet ‘Vrouwelijk spontaan’ omdat hij kadert in een gelijknamig
ers div rs e div rs e div
ESF-project (Europees Sociaal Fonds, red.) dat focust op gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de werkplek. Ondertussen hebben we echter ook al enkele reacties gekregen van mannen die interesse hadden in het onderwerp. Mocht er voldoende vraag komen vanuit die hoek, dan sluiten we uiteraard niet uit dat we ook voor hen een reeks organiseren. Wat ons betreft lijkt het aanbod voor iederéén erg nuttig.” De reeks loopt van half maart tot mei, en is gratis. Inschrijven moet vóór 6 maart. Info: http://www.kuleuven.be/gkg/info.htm
“Ik voel me nu veel beter in mijn vel” Judith Rekoert, Lut Dupont, Kirsten Verhaegen en Viviane De Keyser zijn vier enthousiaste deelnemers van de eerste reeks. Ze betreuren dat hun cursus al is afgelopen, hopen op een vervolg en raden intussen iedereen aan om zich in te schrijven. Ines Minten, foto’s Rob Stevens
Judith Rekoert, magazijnier Centrale Bibliotheek “Op het moment dat ik van de cursus hoorde, had ik problemen met mijn collega’s en mijn baas, en ik wist dat dat voor een stuk aan mezelf lag. Ik nam dingen snel verkeerd op en werd dan kwaad. Ik uitte mijn assertiviteit niet op de goede manier. De cursus kwam dus als geroepen. Het was voor mij één lange, positieve ervaring. Ik heb er geleerd mijn grenzen af te bakenen, ze zelf te herkennen en ze duidelijk te maken aan anderen. Als iemand me nu bijvoorbeeld vraagt om iets te doen wat ik niet als mijn werk beschouw, ben ik in staat dat meteen te zeggen in plaats van het telkens weer te laten gebeuren en daar ontevreden of boos door te worden. Ik heb de sessies dus echt al op mijn werkplek kunnen toepassen. Ik denk ook niet meer zo gauw dat anderen over me heen willen lopen.”
Kirsten Verhaegen, secretaresse Directie Financiële Diensten “Ik vond mezelf niet assertief genoeg en wou al langer mijn communicatievaardigheden verbeteren. De cursus leek me dus meteen erg interessant. Ik heb geleerd om beter naar anderen te luisteren en mijn mening te uiten. Sommige onderdelen brachten een stukje theorie, maar we hebben ook veel opgestoken via samenwerking in de groep, rollenspellen en creatieve sessies. Stilaan leerden we onszelf en de andere deelnemers beter kennen. Ik voel dat ik veranderd ben en ook collega’s, vrienden en familieleden merken het. Als er een vervolgcursus komt, sta ik als eerste in de rij om me in te schrijven. Die eerste reeks leek me een goed begin van een evolutie die nog lang kan doorgaan. Je kunt je persoonlijkheid blijven bijschaven – dat zal je alleen maar ten goede komen.”
Lut Dupont, medewerker Facturenbureau en Help Desk “De cursus heeft me meer gebracht dan verwacht. Ik zie nu beter in hoe je problemen kunt aanpakken. Geregeld lees ik de cursus nog eens na en denk ik er opnieuw over na. Zo blijf je evolueren. Je persoonlijkheid ontwikkelt zich langzaam, maar na een tijdje voel je duidelijk het verschil. Puur voor jezelf is het dus ook al een nuttige ervaring. Veel mensen zijn verleerd om voor zichzelf op te komen. Tijdens de sessies diep je de durf op om de dingen anders — en beter — aan te pakken dan je gewend bent. Ik zou ze dus aan iedereen aanraden, mannen én vrouwen, lagere én hogere functies. Volgens mij kan iedereen er iets aan hebben.”
Viviane De Keyser, secretaresse Centrum voor Preventieve Gezondheidszorg “Ik zocht al lang naar zo’n cursus, omdat ik voelde dat ik in communicatie met anderen vaak machteloos stond. En als ik me in een hoek gedreven voelde, werd ik kwaad — het begon te borrelen en barstte dan plotseling uit. Dat is nu erg verbeterd. Als iets me stoort, krop ik het niet langer op. Ik ben assertiever geworden, en heb tegelijk meer inzicht verworven in het doen en denken van anderen. Vanmorgen heb ik de cursus nog eens herlezen en ik stelde vast dat er ondertussen veel van is binnengesijpeld. Ik merk ook dat andere mensen anders — warmer — op mij beginnen te reageren. Ik heb de cursus bijzonder graag gevolgd. Ik was 100 procent bij elke sessie betrokken en ik putte er enorm veel energie uit. Sindsdien voel ik me veel beter in mijn vel en ga ik ook weer elke ochtend met plezier naar het werk.”
14
studenten
1.3.2006
campuskrant
Twee studenten burgerlijk ingenieur werkten in labo in Osaka
“In Japan zagen we hoe het ook anders kan” “Een Japans labo is als een huis. Je moet je schoenen uittrekken om binnen te gaan, en er staan bedden om te overnachten of om een middagdutje te doen.” In het kader van een uitwisselingsproject verbleven Maarten Liebens en Sem Moors, twee laatstejaarsstudenten burgerlijk ingenieur, de voorbije vijf maanden in Japan. “Een verrijkende ervaring”, zeggen beiden in koor. “In plaats van traditionele hoorcolleges te volgen zoals in Leuven, konden we ons toespitsen op een eigen onderzoek.” Benedict Vanclooster
S
amen met de universiteiten van Delft, Berlijn en Kopenhagen werkt de K.U.Leuven mee aan DeMaMech (Design and manufacturing in mechatronics), een uitwisselingsprogramma met vier Japanse universiteiten, dat de Europese Unie subsidieert. “Aan de oorsprong ervan ligt het delokalisatieprobleem waarmee zowel Europa als Japan te kampen hebben”, verklaart Sem Moors. “Zowel Europese als Japanse bedrijven verhuizen hun productie-eenheden naar China vanwege de lagere loonkosten. Europa en Japan delen hun belangrijkste troef: hun kennis. Via DeMaMech reiken ze elkaar de hand.” Sem Moors werkte met Maarten Liebens aan de universiteit van Osaka, na Tokio en Kioto de meest gerenommeerde van de in totaal zevenhonderd (!) Japanse universiteiten. De masterjaren voor de toegepaste wetenschappen zijn in Japan op een heel andere leest geschoeid dan in Leuven. “De studenten krijgen dan een project toegewezen en bereiden elk jaar een thesis voor. Terwijl in Leuven tot in het laatste jaar een
Sem Moors (links) en Maarten Liebens. algemene vorming wordt aangeboden”, vertelt Maarten. Vrouwentrein De masterstudenten in Japan wérken niet alleen in hun laboratorium. Ze wonen er bijna. “Zo’n labo is als een huis”, aldus Sem. “Je moet je schoenen uittrekken om binnen te gaan. De meesten verlaten het labo pas om elf of twaalf uur ’s nachts. Er staan zelfs bedden om te overnachten of om een middagdutje te doen. Er is een keukentje ingericht en er zijn strips, ballen, video’s en spelcomputers voorhanden om tussendoor te ontspannen.” Sem, die de richting mechanica volgt, concentreerde zijn activiteiten in het labo op een onderdeel van de systeemtheorie. “Als een computer bijvoorbeeld een bestand wil vinden op de harde schijf, dan gaat er een leeskop bewegen. Een controlefunctie meet de positie van die leeskop en geeft een feedback aan
(© Rob Stevens)
het stuursignaal van de leeskop. Dankzij dit signaal wordt de leeskop naar de juiste positie gestuurd. Bij heel wat computertoepassingen duiken echter controleproblemen op. Ik heb geprobeerd een framework te ontwikkelen om die problemen in te dijken.” Maarten specialiseerde zich van zijn kant in videoherkenning. “Ik stelde het design op van een computerprogramma om mensen te kunnen detecteren en volgen en mocht dat programma vervolgens implementeren. Videoherkenning vindt belangrijke toepassingen bij camerabeveiliging in bijvoorbeeld stations, maar kan ook gebruikt worden voor mobiele robotten die bepaalde personen kunnen volgen.” Sem en Maarten werden bij hun verblijf niet geconfronteerd met een cultuurschok. “Alleen de taal vormt een groot probleem. Het Japans maakt gebruik van de ingewikkelde kanji-tekens”, zegt Sem. “Maar anders viel mij
op hoe weinig de mensen wereldwijd van elkaar verschillen. Alleen de maatschappelijke systemen zijn anders. In Japan zagen we hoe het ook anders kan. Zo rijden er treinen enkel voor vrouwen, omdat zij in de piekuren anders wel eens het slachtoffer werden van handtastelijkheden.” Maarten en Sem zouden graag een professioneel verlengstuk willen breien aan hun Japans avontuur. “De mensen zijn er heel behulpzaam”, zegt Maarten. “Japanners zijn als communisten in een kapitalistisch land”, besluit Sem. “Het groepsgevoel primeert.” De Dienst Studieadvies organiseert infosessies rond werken en/of studeren in het buitenland: 6 maart (China); 7 maart (VS); 13 maart (India) en 14 maart (Japan), 19u30, College De Valk, Aula Zeger Van Hee, Tiensestraat 41. http://www.kuleuven.be/student/ buitenland.htm
Academische wereld en industrie dichter bij elkaar brengen
K.U.Leuven en Dexia Bank richten samen ‘Dexia Financial Engineering Fund’ op Op maandag 30 januari werd de samenwerking tussen Dexia Bank België NV en de K.U.Leuven officieel bekrachtigd. Campuskrant had nadien een gesprek met enkele bezielers van het fonds, met name professor Wim Schoutens (Faculteit Wetenschappen) en de heren Alex Van Tuykom en Geert Gielens (Dexia Bank - Financial Markets). Vincent Buyens “Het Dexia Financial Engineering Fund is een samenwerkingsverband tussen de twee partners ter bevordering van het onderwijs en onderzoek in het gebied van de financial engineering. Dat is het ontwerpen van wiskundige modellen met betrekking tot het prijzen, hedgen en analyseren van financiële producten zoals
opties en andere afgeleide producten.” “Wat het fonds bijzonder, zelfs uniek maakt, is dat het in principe gaat om een schenking. Dat wil zeggen dat Dexia Bank in eerste instantie een aanzienlijke som ter beschikking stelt van de K.U.Leuven zonder daarvoor strikt juridisch iets in de plaats te moeten krijgen — de statuten definiëren natuurlijk een bepaalde vorm van samenwerking. Dit garandeert de academische vrijheid van de onderzoekers en mag als illustratief beschouwd worden voor de vertrouwelijke relatie die bestaat tussen de partners.” Prijs ”In de praktijk komt het fonds neer op de formele erkenning van een samenwerking die reeds verschillende jaren bestaat. Zo begeleiden medewerkers van Dexia Bank reeds meerdere jaren eindverhandelingen van Leuvense studenten uit de Master Wiskunde en uit de Master Financial and Actuarial Engi-
neering (MFAE). Verder brachten de studenten een bezoek aan een marktzaal van Dexia Bank en zijn er ook een aantal consultancy-projecten opgestart. Die coöperatie werd door beide kanten als zo’n succes ervaren dat besloten werd tot de oprichting van een echt fonds. De werkingsmiddelen zullen dan ook voor een groot deel ten goede komen aan de studenten. Het fonds is namelijk nauw gelieerd met de opleiding Master in Financial Engineering en voorziet in een aantal concrete activiteiten ter ondersteuning van de opleiding.” “De hoofdschotel is zonder twijfel een workshop waaraan naast de studenten ook medewerkers van het Dexia Modelling team deelnemen. Dit geeft de studenten een unieke gelegenheid om in contact te komen met mensen uit het beroepsleven en om internationale autoriteiten op het vlak van financial engineering aan het werk te zien, zoals de Italiaanse expert Fabio Mercurio. Verder
zal er tijdens de komende maanden weer een bezoek aan een van de Dexia-afdelingen georganiseerd worden en zal het fonds aan het einde van het academiejaar een prijs uitreiken voor de beste eindverhandeling binnen de MFAE-opleiding.” Brug “We willen hier benadrukken dat niet alleen de studenten van het MFAE-programma gebaat zijn bij deze samenwerking, maar ook de opleiding op zich. De opleiding is een mooi voorbeeld van een interfacultaire samenwerking waarbij de afdeling Statistiek — professor Jan Beirlant en professor Wim Schoutens — van de Faculteit Wetenschappen en de actuariële onderzoeksgroep — professor Marc Goovaerts en professor Jan Dhaene — van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen de kern vormen.” pagina 15
campuskrant
studenten
1.3.2006
15
Eerste excellentiebeurzen uitgereikt
De ‘beursgangers’ van het Fonds Dillemans Linsey, Anne en Ellen zijn beloftevol, hebben aan de K.U.Leuven gestudeerd en willen zich hier verder specialiseren. Maar dat is na de Bolognahervorming lang niet altijd zo eenvoudig. Met de steun van het Fonds Dillemans begonnen ze enkele maanden geleden aan hun master-na-master en op 16 maart krijgen ze tijdens een academische zitting hun excellentiebeurs officieel uitgereikt. Joke Depuydt
S
inds de Bolognahervorming worden overheidsbeurzen enkel uitgereikt voor basisopleidingen, en niet langer voor specialisatieopleidingen, die nochtans nuttig of zelfs noodzakelijk zijn als opstap naar een onderzoeksloopbaan of een leidende functie. Om daaraan te verhelpen geeft de K.U.Leuven jaarlijks enkele beloftevolle studenten een duwtje in de rug. Het Fonds Roger Dillemans financiert een tweede masterdiploma voor beloftevolle en gemotiveerde studenten die hun eerste masteropleiding met een studiebeurs van de Vlaamse Gemeenschap én met goede academische resultaten voltooiden. Linsey Bertels volgt na haar studie Germaanse de opleiding Complementary Studies Master in Social and Cultural Anthropology. Anne Knapen, bio-ingenieur in land- en bosbeheer, specialiseert zich via een opleiding milieuwetenschap en -technologie tot milieucoördinator. Ellen Van Stichel is licentiate in de godsdienstwetenschappen en volgt de gespecialiseerde studie in de godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen. Anne: “Ik verbleef voor mijn thesis drie maanden in Ethiopië waar mogelijkheden als staalname-apparatuur, pc’s… heel beperkt zijn. Niet altijd even evident, maar wel enorm verrijkend. Ik had in mijn beursaanvraag aanvankelijk voor een andere richting gekozen dan diegene die ik nu volg. Toen ik de beurs toegewezen kreeg, heb ik gevraagd of ik alsnog voor milieucoördinator kon kiezen. Dat kon... Misschien hebben mijn punten de doorslag gegeven.” Linsey: “Ik denk dat mijn keuze voor antropologie meespeelde, en misschien het feit dat ik mijn studie met de lerarenopleiding combineerde, en dus duidelijk een gemotiveerde studente was. Mijn eindverhandeling ging over Nederlands voor anderstaligen. Ik geef deeltijds les en het lijkt me boeiend om die twee vakgebieden, Nederlands en
antropologie, te verenigen en onderzoek te doen naar de kennis van het Nederlands en de integratie van migranten.” Ellen: “Mijn thesis was een kritische analyse van en vergelijking tussen documenten van zowel de Heilige Stoel, als van bisschoppenconferenties en individuele theologen over globalisering. Dit jaar spitst mijn onderzoek zich toe op de discussie over globale rechtvaardigheid: enkele theorieën over mondiale rechtvaardigheid worden tegenover elkaar geplaatst en bestudeerd vanuit een christelijk ethisch perspectief. Ik hoop dat het resulteert in een doctoraatsonderzoek, een hoop die ik ook naar de leden van de commissie heb uitgesproken.”
pagina 14
de mensen. Bovendien blijft Dexia Bank op die manier ook steeds voeling houden met de nieuwste academische modellen. Zo vormt het fonds een brug tussen het academische onderzoek op lange termijn en de noden van het bedrijfsleven op wat kortere termijn.”
“Al de betrokken professoren zijn het er over eens: Deze samenwerking bevordert ook de relatie met de praktijk en de arbeidsmarkt. De geëngageerde interesse van Dexia Bank, waarvan de workshop en de andere activiteiten de concrete manifestatie zijn, vormt het beste bewijs dat de MFAE-opleiding geen louter academische aangelegenheid is, maar integendeel rechtstreeks aansluit bij het bedrijfsleven. Daarenboven zal het onderzoek op die manier ook gestuurd kunnen worden vanuit de praktijk, wat de relevantie ervan enkel maar ten goede kan komen.” “Voor Dexia Bank betekent het fonds niet alleen een formele erkenning van de coöperatie die reeds langer bestaat, maar vormt het ook een meer geïnstitutionaliseerde manier om in contact te komen met mogelijke toekomstige werknemers. Banken zijn immers op zoek naar sterk kwantitatief geschool-
Droom Linsey: “Dankzij de beurs kan ik een extra jaar studeren en een diploma behalen dat misschien niet zoveel economische waarde heeft, maar wel een grote invloed heeft op mijn persoonlijke ontwikkeling en wereldbeeld. Zonder de beurs zou ik dat niet gedaan hebben en direct voltijds gaan werken zijn. Ik zou graag verder lesgeven, maar een job als onderzoeker zie ik ook wel zitten. Door antropologie te studeren, krijg je een andere visie op de situatie van anderstaligen en hun culturele en sociale achtergrond. Ik wil mijn wereldbeeld verruimen en natuurlijk ook graag écht een beetje van al die boeiende culturen proeven en een stukje van de wereld zien.” Anne: “De beurs is een enorme financiële steun. Zónder zou ik tijdens het academiejaar moeten gaan werken, wat mijn sociale bezigheden zwaar zou beperken omdat deze richting toch wel veel tijd vraagt. Verder bewijst de beurs dat de mensen van het fonds in mij geloven en vormt ze voor mij een grote motivatie om mijn best te blijven doen. Ik koos voor milieucoördinator omdat het mooi aansluit bij mijn vooroplei-
ding en omdat er een vraag bestaat op de arbeidsmarkt naar mensen die voor bio-ingenieur en milieucoördinator hebben gestudeerd.” Ellen: “Voor mij betekent de beurs vooral de mogelijkheid om een gespecialiseerde opleiding te volgen waardoor ik niet alleen mijn onderzoek kan voortzetten, maar ook mijn algemene theologische kennis kan verdiepen. Als een doctoraat niet zou lukken, dan droom ik ervan om bij een ngo aan de slag te kunnen. Enkele maanden vrijwilligerswerk in het Zuiden of werken aan meer rechtvaardigheid binnen onze eigen maatschappij, bijvoorbeeld via de Vierde Wereld-werking, spreken me ook erg aan. Een andere mogelijkheid is vormingswerk met jongeren om via bewustwording van de problemen die hen omringen, hun blik te verruimen. In ieder geval hoop ik me vanuit een christelijke inspiratie op een of andere manier in te zetten, vooral voor de concrete mensen achter deze problematiek.” http://www.kuleuven.be/mecenaat/beurzen/ De andere bursalen van het Fonds Roger Dillemans 2005-2006 zijn Luc Dedeyn, Rein Duyck en Mathieu Magherman. Op 16 maart krijgen zij hun beurs uitgereikt tijdens een academische zitting over ‘Gelijkheid en diversiteit binnen de universiteit’, 20u, Promotiezaal. Kandidaten voor een beurs voor een ManaMa na het behalen van een initiële master met een studiebeurs van de Vlaamse Gemeenschap kunnen contact opnemen met Isabel Penne, K.U.Leuven Partnership & Academic Development, Minderbroedersstraat 5, 3000 Leuven, (t) 016 32 41 44, Isabel.
[email protected]
Van boven naar onder: Linsey Bertels, Anne Knapen en Ellen Van Stichel. (© Rob Stevens)
Twee leerstoelen verlengd Op 22 februari werd de ‘GlaxoSmithKline leerstoel in respiratoire farmacologie’ (titularis professor Geert Verleden, Dienst Pneumologie) verlengd. Op 28 februari werd de ‘Boehringer Ingelheim en Eli Lilly leerstoel in biologische psychiatrie’ verlengd (titularis professor Koen Demyttenaere, Afdeling Psychiatrie).
Op 30 januari werd de samenwerking tussen Dexia Bank en de K.U.Leuven officieel bekrachtigd. Op de foto: Professor Jan Dhaene, professor Wim Schoutens, professor Jan Beirlant, professor Marc Goovaerts en Alex Van Tuykom en Geert Gielens van Dexia Bank. (© Rob Stevens)
16
interview
1.3.2006
Leven na Leuven
campuskrant
Kathleen Van Brempt, arbeidssociologe en Vlaams minister
“ Louis Tobback heeft me erin geluisd” Of Kathleen Van Brempt (36) op 6 maart met de fiets of met de trein naar Leuven komt, kon ze ons tijdens het interview nog niet met zekerheid vertellen. Aan haar studententijd in Leuven houdt de minister in elk geval goede herinneringen over, en haar beschrijving van sociale economie als haar ‘warme’ bevoegdheid laat vermoeden dat ze voor de opening van een initiatief als ‘Sociale economie op de Campus’ wel een extra inspanning over heeft. Interview Els Spaas (© Rob Stevens)
Bij het aantreden van de huidige Vlaamse Regering met Kathleen Van Brempt als minister van gelijke kansen, mobiliteit en sociale economie werd in elk overzicht melding gemaakt van een schijnbare tegenstelling in Van Brempts curriculum. Van Brempts katholieke achtergrond bleek opmerkelijk voor een socialiste. “Vooral de generatie van mijn ouders ziet katholieken en socialisten als tegenpolen. Het was dan ook niet evident om aan mijn ouders te vertellen dat ik bij de SP ging werken. Voor hen waren de socialisten ‘des duivels’. Nu is geloof gelukkig minder relevant geworden: je kiest nu voor een partij op basis van ideeën en overtuigingen.” Bier “Mijn ouders waren geen strenge katholieken: mijn opvoeding was even katholiek als die van de meeste Vlamingen. Dat hield in dat ik naar een katholieke school ging, maar we gingen bijvoorbeeld niet elke zondag naar de kerk. Die katholieke school lag me overigens volstrekt niet. Ik was geen gemakkelijke puber en ik worstelde met de discipline op school. Dat leidde regelmatig tot aanvaringen met leerkrachten en met de schoolleiding. Mijn vierde jaar heb ik uiteindelijk twee keer gedaan.” “Aan het einde van mijn schooltijd kreeg ik het advies een A1-opleiding te gaan studeren, maar ik wilde naar de universiteit. Het bestaan van die mogelijkheid is eigenlijk wél opmerkelijk: ik reken mezelf bij de eerste generatie
waarvan mensen uit ‘gewone’ gezinnen de kans kregen om verder te studeren. Mijn zus was thuis de eerste die die stap zette. Toen ze slaagde in de eerste kandidatuur hebben we dat gevierd met een krat bier. Ik moet mijn broer en zus heel dankbaar zijn: zij hebben echt de weg gebaand voor mij.” Fuifbeest “Politieke actualiteit was ook toen mijn grote interesse: ik ging dus politieke en sociale wetenschappen studeren. En even belangrijk: ik wilde absoluut op kot. Ik heb thuis dan maar verteld dat de richting pol & soc alleen in Leuven bestond.” “Op basis van mijn loopbaan aan de middelbare school gaven veel mensen me maar een klein kansje om te slagen in Leuven. Maar ik ben er vlot doorgewandeld, en mijn studententijd was een fijne periode. Mijn studies combineerde ik met jobs in de horeca: een extra centje was altijd welkom.” “Tijdens mijn studententijd hield ik me ver van elk politiek engagement. Ik was eigenlijk vooral een fuifbeest. De bezielende lessen van professor Dobbelaere zijn er bovendien verantwoordelijk voor dat ik uiteindelijk voor sociologie koos, en niet voor politieke.” Waw! “Mijn eindverhandeling ging over het Europese armoedebeleid, en ik deed een paar casestudies over Antwerpen. Dat heeft een grote indruk op me gemaakt:
het heeft me een stukje gevormd tot socialist. Als socioloog lijkt me dat haast onvermijdelijk. Je bestudeert de kern van het armoedeprobleem. Je moet al een hart van steen hebben om daarbij onbewogen te blijven. Verder herinner ik me ook een lezing van Frank Vandenbroucke tijdens die jaren in Leuven. Dat was een echt waw-moment. Hij imponeerde: ook dat was een van die momenten waarop ik weer iets meer socialist ben geworden.” “Na de universiteit kon ik als onderzoeker aan de slag bij het ABVV, waar Robert
“Mijn studie heeft me mee-gevormd tot socialist. Als je het armoedeprobleem bestudeert, moet je al een hart van steen hebben om daar onbewogen bij te blijven.” Voorhamme algemeen secretaris was. Die maakte wat later de overstap naar de politiek en vroeg of ik meekwam, en ik heb dat gedaan. Zo kwam ik dan eerst op de partijstudiedienst terecht, en later op een aantal kabinetten.” “Op de voorgrond treden is nooit mijn bedoeling geweest. Integendeel: ik wilde achter de schermen blijven werken. Maar het is Louis Tobback die me erin heeft geluisd. Hij vroeg in 1999 of ik het zag
zitten om op een lijst te gaan staan. Dat idee schrikte me erg af: ik had het gevoel dat ik voor de leeuwen werd gegooid. En door mijn job had ik ook een duidelijk zicht op de impact van verkiezingen op het leven van een politicus.” “Louis stelde dan voor het ‘gewoon’ eens te proberen. Ik kwam op als tweede opvolger op de Europese lijst: een volstrekt onverkiesbare plaats. Het campagnevoeren bleek onverwacht heel leuk: samen met Saïd El Khadraoui schuimde ik markten en debatten af. En toen werd ik dus verkozen.” “Ik merk nu dat ik een beetje hetzelfde doe als Louis in die tijd: ik probeer mijn medewerkers ervan te overtuigen actief te worden in de politiek. Er zijn natuurlijk veel manieren om je te engageren: je kan bij een derde- of vierdewereldbeweging gaan werken of bij een NGO of een vakbond. Politiek is volgens mij de hardste maar ook de mooiste manier.” Havenarbeider “Europa was een heel boeiend terrein. Ik zag mijn verkiezing als een opportuniteit: ik wou het keigoed doen, dus ik wierp me met mijn volle gewicht in de strijd. Milieuwetgeving en consumentenzaken waren twee van ‘mijn’ materies. Maar waar ik me nog altijd het meest betrokken bij voel, is het havendossier. Dat was voor mij iets heel persoonlijks. Mijn vader was havenarbeider, en zijn collega’s beschouwen me als een van hen.” pagina 17
– advertentie –
Ontdek jezelf. Begin bij de infodagen K.U.Leuven Zaterdag 11 maart, 18 maart en 25 maart 2006.
campuskrant
studenten
1.3.2006
pagina 16 “Die mannen noemen me niet minister Van Brempt, ze zeggen gewoon Kathleentje — hoewel ik vaak even groot ben als zij. Toen ik verkozen werd hadden ze weinig hoop op een goede afloop: ze vreesden dat ‘die van Brussel’ toch nooit zouden luisteren. Maar dat stimuleerde me nog meer: ik wilde het echt helemaal waarmaken. Eerst stond ik helemaal alleen in het Europees Parlement — alleen mét de macht van de straat achter me. Ik heb er hard voor moeten lobbyen en sensibiliseren, maar mijn inspanningen zijn niet voor niets geweest. Het afwijzen van de richtlijn die de havendiensten moest privatiseren heeft me een enorme boost gegeven, ook zoveel jaar later.” Commentaar “Na enkele maanden in de Federale Regering — dat was niet mijn plan en ik beschouw het eigenlijk als een intermezzo — kwam ik dan in de Vlaamse
Regering terecht. De combinatie van mijn bevoegdheden zie ik als een uitdaging: mobiliteit, gelijke kansen en sociale economie liggen inhoudelijk ver uit elkaar, al zijn er duidelijke links. Het is niet altijd gemakkelijk om het ene moment te vergaderen over sociale economie, daarna vragen te beantwoorden over mobiliteit en even later nog zinvol bezig te zijn met gelijke kansen.” “Mobiliteit beschouw ik als mijn harde bevoegdheid. Over die materie krijg ik het vaakst commentaar. Iedereen is er mee bezig en heeft er een mening over, dat is ook het leuke. In mijn bevoegdheid voor mobiliteit zie ik ook veel ruimte voor heel concrete verwezenlijkingen. Zo ben ik pas nog een nieuwe tramlijn gaan inhuldigen in Antwerpen. Die tramlijn heeft een heel groot effect op het leven van de mensen daar. Mobiliteit is geen puur economische materie: er zijn zeer belangrijke sociale aspecten. Ik streef ernaar een balans te vinden tussen bereikbaarheid
voor zoveel mogelijk mensen, en de ecologische draagkracht. Als ik mijn eigen pakketje bevoegdheden mocht samenstellen zou ik kiezen voor de combinatie van mobiliteit en leefmilieu.” “Gelijke kansen is een morele bevoegdheid. Die biedt ook veel perspectieven: gelijke kansen gaat over quota bij verkiezingen of niet, over allochtonen op de arbeidsmarkt, ... Een antidiscriminatiewet moet dat allemaal concreet maken.” Opwinden “Sociale economie — de reden waarom ik naar Leuven kom — noem ik mijn warme bevoegdheid. Sociale economie heeft het doel om mensen zonder kansen — zoals mensen met een handicap of laaggeschoolden — opnieuw een job te geven. Dat kan in sociale en beschutte werkplaatsen, in kringloopcentra of in invoegbedrijven. Het effect van extra middelen voor die sector is nauwelijks te vatten: mensen krijgen opeens weer een toekomst. De dankbaarheid van die
17
mensen is vaak enorm.” “Ik kan me ongelofelijk opwinden over uitspraken over de ‘onwil’ van langdurig werklozen. Twintig jaar geleden waren die mensen aan het werk: ze zijn gewoon weggesaneerd. Er is dus een economie nodig die die mensen in de samenleving wil betrekken, en daarvoor moet de overheid tussenkomen. Anderzijds: sociale economie staat niet los van het economische systeem. Invoegbedrijven zijn daar een goed voorbeeld van: die krijgen opstartsteun voor de extra inspanningen die ze doen voor zwakkere werknemers. Nadien schakelen die bedrijven zich gewoon in in de reguliere economie.” Kathleen Van Brempt is één van de sprekers op de academische zitting waarmee het project ‘Sociale economie op de campus’ geopend wordt. Dat loopt van 6 t.e.m. 9 maart, met verschillende activiteiten op verschillende locaties. Meer informatie en het volledige programma vindt u op http://www.socialeeconomie.be/
Art and Commemoration-project zet buitenlandse (oud-)studenten in de kijker
“Wie zijn die mensen?” De standbeelden die de façade van het stadhuis sieren — veelal prominente figuren uit de Leuvense geschiedenis — hebben sinds kort het gezelschap gekregen van een kleurrijke groep (oud-)studenten van de K.U.Leuven. De tien levensgrote foto’s die bevestigd werden aan weerskanten van het stadhuis zijn het resultaat van het Art and Commemoration-project van de Argentijnse kunstenares Mariela Limerutti. Vincent Buyens
S
teeds meer buitenlandse studenten vinden hun weg naar de K.U.Leuven. Sommigen pikken gewoon een semester mee in een internationaal uitwisselingsprogramma, anderen kiezen ervoor een volledige opleiding te volgen om dan de verworven kennis toe te passen in het thuisland. Maar sommigen besluiten na hun studies gewoon in of rond Leuven te blijven en er een leven op te bouwen. Die laatste groep vormde het onderwerp van het Art and Commemoration-project en leverde ook de modellen voor de foto’s die nu prijken op de muren van het stadhuis. Met de foto’s wil Limerutti naar eigen zeggen duidelijk maken dat de buitenlandse oud-studenten evenzeer deel uitmaken van de stad, haar mee vorm geven, en op die manier ook een eerbetoon verdienen. Campuskrant had een gesprek met enkele van die ‘buitenlanders’. Ahmed Abdelkhalek (Egypte) “Als onderzoeksassistent bij het ministerie voor water en irrigatie in Caïro zocht ik vier jaar geleden een gepaste masteropleiding in Europa. Uiteindelijk viel mijn oog op Leuven, waar ik een beurs voor twee jaar kreeg om mijn studies te volbrengen. Het was mijn eerste contact met Europa en dat betekende dat ik toch even moest wennen aan een heel andere manier van leven. Vrienden maken bleek makkelijker onder de andere internationale studenten, zowel in mijn klas — waarin vierentwintig studenten van vijftien verschillende nationaliteiten zitten — als in het ontmoetingshuis Pangaea, waar het altijd fijn toeven is. Leuven is een speciale stad waar je met veel verschillende culturen in contact komt in een typisch studentikoze sfeer. Na de master begon ik aan een doctoraatsopleiding die ik voorlopig zelf financier met een studentenjob in Pangaea, dit in afwachting van mijn beursaanvraag. Het project van Limerutti sprak me enorm
aan omdat het de inwoners van de stad probeert duidelijk te maken dat de internationale studenten geen toeristen zijn, maar echt deel uitmaken van de eigenheid van Leuven. Dat het initiatief de steun kreeg van het stadsbestuur is dan ook zeer bemoedigend.” Maria Gonzalez (Spanje) “Ik studeerde rechten in Spanje en kwam naar Leuven in het kader van het Erasmusprogramma. Enkele vrienden van me studeerden in Leuven en via hen kreeg ik een goede indruk van zowel de stad als de universiteit. De eerste week was enorm verwarrend. Het is even zoeken om je draai te vinden in een stad waar je nog nooit geweest bent. Waar is de faculteit, waar het studentenrestaurant en de supermarkt? Maar na die eerste week voelde ik me eigenlijk meteen thuis. Het leuke aan Leuven is dat het eigenlijk een kleine stad is met een relatief grote groep studenten. Dat maakt het makkelijker om mensen te leren kennen. De lessen waren best zwaar, maar ik had toch voldoende de gelegenheid om van het Leuvense studentenleven te proeven. Na dat Erasmusjaar ben ik teruggekeerd naar Spanje om mijn masteropleiding af te ronden. Het jaar daarna was ik echter alweer in België — deze keer in Brussel — om er nog een bijkomende master te volgen. Nu werk ik in Brussel als advocate en probeer ik na de werkuren mijn verkenning van de Belgische cultuur verder te zetten.” Colin Nelsen (Verenigde Staten) “In 2002 was ik nog aan het werk als timmerman in San Francisco. Dat jaar kruiste in Milaan een Belgisch meisje mijn pad en voor ik het wist, volgde ik in Leuven een cursus Nederlands. Momenteel studeer ik godsdienstwetenschappen. Leuven was me vooraf volledig onbekend, maar gelukkig had ik via mijn vriendin meteen een Belgische vriendenkring, zodat ik me nooit
Van links naar rechts: Ahmed Abdelkhalek uit Egypte, Maria Gonzalez uit Spanje en Colin Nelsen uit de Verenigde Staten. (© Rob Stevens)
geïsoleerd gevoeld heb. Later leerde ik via mijn studierichting en Pangaea ook internationale studenten kennen. Intussen volg ik ook nog de aggregaatsopleiding en speel ik met het idee om volgend jaar gewoon in België les te geven. Het enige dat me hier stoort is het onoverzichtelijke bureaucratische systeem. Telkens weer maanden wachten om een verblijfsvergunning te krijgen
om daarmee dan een arbeidskaart te kunnen aanvragen. Het werkt ontmoedigend. Over het Limerutti-project ben ik enorm te spreken. Het is een schitterend concept dat mensen werkelijk aan het denken zet: ‘Waarom hangen die foto’s daar tussen eminente figuren uit het Leuvense verleden? Wie zijn die mensen?’ In die zin bereikt het initiatief zeker zijn doel.”
18
cultuur
1.3.2006
campuskrant
Filmproject SPES heeft regisseur Luc Dardenne te gast
“Je moet bang blijven zoals de eerste keer” Samen met zijn broer Jean-Pierre (54) behoort de Waalse filmmaker Luc Dardenne (51) tot een select clubje van regisseurs die twee keer de prestigieuze Gouden Palm in de wacht sleepten. Slechts vier anderen, waaronder Francis Ford Coppola, deden het hen voor. De Dardennes werken echter onverstoord verder aan hun films die zich afspelen aan de bikkelharde onderkant van de maatschappij. SPES wijdt er een filmcyclus aan, Au dos des images. “Hoe mensen elkaar (her)ontdekken is de rode draad door onze films.” Katrien Steyaert
D
e studenten van SPES, die ijveren voor ‘spiritualiteit in economie en samenleving’, openen hun filmcyclus met La Promesse (1996), de doorbraakfilm van de broers Dardenne over de jonge Igor die zijn vader helpt bij diens handeltje in illegale migrantenwerkers. Daarna volgt Rosetta (1999), het schrijnende portret van een meisje op zoek naar werk waarmee de regisseurs onverwachts hun eerste Gouden Palm grepen. Als afsluiter wordt het beklijvende Le Fils (2002) getoond waarin Olivier Gourmet een vader speelt die de dood van zijn zoon probeert te verwerken. De filmreeks werd voor de gelegenheid Au dos des images gedoopt, naar een boek van Luc Dardenne. “Ik heb het daarin onder meer over film en de filosoof Emmanuel Levinas, die me het meest beïnvloed heeft en die ik nog altijd lees.” Aan het begin van de jaren zeventig studeerde Dardenne aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, waar de lessen toen nog in het Frans gegeven werden. Ondertussen schoolde JeanPierre zich tot acteur. “Hij was assistent van regisseur Armand Gatti, die ons de liefde voor film meegaf. Voor onze eerste projecten verzorgde ik het geluid, mijn broer het beeld. Tweeëndertig jaar later werken we nog steeds samen en daar heb ik geen spijt van.” ‘Tricheurs’ Nog in de jaren zeventig portretteerden de Dardennes honderden Waalse arbeiders. “Bij het maken van onze films denken we vaak aan hen terug. Het zijn niet letterlijk onze personages geworden maar we hebben Rosetta’s ontmoet en met hen gepraat.” De laagste sociale klassen spelen steevast de hoofdrol in de compromisloze prenten van de broers. In een uiterst sobere stijl, vaak zonder een noot muziek, bieden ze een inkijk in het sombere leven van de Igors, Rosetta’s of Bruno’s (hoofdpersonage in ‘L’Enfant’ uit 2005 — red.) van deze wereld. Mogen we hun stijl semi-documentair noemen? “Het woord zegt niet veel, maar waarom niet? We vermijden inderdaad effecten die sommige fictiefilms aanwenden. Je krijgt de indruk dat de camera altijd achterloopt op de daden van de acteur en dat zorgt voor een realiteitseffect dat aanleunt bij dat van de documentaire. Het lijkt alsof we de werkelijkheid niet manipuleren maar dat is fout; een film is een constructie. We zijn echte ‘tricheurs’ (lacht).” De plaats van de actie is bijna altijd Seraing, een mistroostige voorstad van Luik, eens een bruisende stad, nu een grauwe en verlaten plek. “We werken er graag omdat we er opgegroeid zijn. Een economische crisis heeft de stad verwoest. We zagen hoe drugs en armoede hun intrede deden, hoe families kapot
gingen, de huizen bleven leegstaan. Seraing viel uit elkaar en haar inwoners stonden er alleen voor, zonder solidariteit. Het interesseert ons te tonen hoe geisoleerde mensen toch een band met een andere kunnen smeden. Want dat hebben we nodig.” De sombere films eindigen vaak abrupt, maar op een hoopvolle noot. “Mensen ontmoeten anderen in het leven en dat verandert hen.” Karikaturaal De hotsende camera in Rosetta, de schaarse woorden en snijdende spanning in Le Fils, het is vaak doorbijten als je naar ‘een Dardenne’ kijkt. L’Enfant, de nieuwste telg die dit jaar een tweede Gouden Palm opleverde, lijkt toegankelijker. “De cameravoering is rustiger en het kader groter omdat we het leven van twee mensen in beeld brengen. Ik vind overigens niet dat we ontoegankelijk werken. 160.000 Belgen hebben de film gezien, je kan niet zeggen dat we ons publiek niet bereiken. In de zaal heb je variatie nodig. Als jongeren enkel gevormd worden door simplistische, karikaturale films zijn prenten waarin de mens iets complexer wordt voorgesteld meteen ‘moeilijk’. Ik strijd er al jaren voor om de grote klassiekers op school te tonen om zo de jeugd wat filmcultuur bij te brengen.” ‘Style Dardenne’, wars van sentimentaliteit en pompeuze woorden, is geen strategie maar “gewoon onze manier van werken”. In de hoop dat die iets teweegbrengt. “Dat de kijkers de wereld op een andere manier zien, dat ze nadenken, dat ze ontroerd zijn. Of we iets wezenlijks kunnen veranderen? Nee! Alleen daden slagen daarin, geen personen of films. Maar je kan wel het geweten aanspreken. Miljoenen mensen zagen Rosetta op het scherm; misschien helpt dat om Rosetta’s te zien in het echte leven en op hen te letten.” Opstaan met de Gouden Palm In hun kantoor in Luik praten Luc en Jean-Pierre dagelijks over hun ideeën. “Zo komen we tot scènes en een scenario dat we samen een achttal keer herwerken. Tijdens het inblikken van de film verdelen we wel de taken. Op de set zit een van ons stilzwijgend achter de monitor terwijl de andere met de ploeg overlegt. Over elke opname wisselen we van gedachten. Twee praters zou verwarrend kunnen zijn, maar we werken al twaalf jaar met dezelfde crew; ze weten wat ze kunnen verwachten.” Ook met enkele van de acteurs hebben de regisseurs een nauwe band. Zo werkten ze al meermaals samen met Olivier Gourmet en Jérémie Renier. “Het zijn grote acteurs. We hebben ze ontdekt en het zijn goede vrienden geworden. Ze doen meer dan hun rol spelen; samen evolueren we tijdens het draaien. Door
Luc Dardenne (links) met broer Jean-Pierre: “We werken al tweeëndertig jaar samen en daar heb ik nog steeds geen spijt van.” (© Christine Plénus)
alles chronologisch op te nemen (‘in continuity’), groeien de personages en kunnen de acteurs erop inspelen. Zij, of de technici, mogen altijd suggesties doen. In ‘continuity’ werken geeft ons de durf om dingen aan te passen.” Een nieuw geesteskind, bedoeld voor 2008, is al in de maak. “Nee, ik wil er niks over kwijt.” Leggen de vele trofeeën een grotere druk op de schouders van beide heren? “Na de Palm voor Rosetta hadden we er last van, nu niet meer. ‘On s’en fou un peu’. Ik sta niet elke ochtend op met de Gouden Palm, ik ga gewoon aan het werk. Elke film is iets
UUR KULtUUR Muziektheater Frulla Baas & Mozart Frulla Baas brengt het pittigste uit de eigenzinnige brieven van Mozart aan zijn nichtje Fräulein Maria Anna Thekla Mozart, ‘das Bäsle’. De makers kiezen niet voor een live-declamatie van de brieven, maar voor een eigentijds equivalent. Mozart schrijft videobrieven naar zijn nicht en vindt hiermee een uitlaatklep voor zijn verhit, verliefd hoofd, een welgekomen ontspanning voor zijn onophoudelijke werkdruk, een luisterend en medeplichtig oor in zijn kinderlijke humor. Het resultaat is een aanstekelijke videomontage met Michaël Pas als Mozart en Maaike Neuville als ‘das Bäsle’, met live-begeleiding van pianofortespeler Jan Vermeulen en zoon Claus. 8 maart, 22u, STUK, Soetezaal, Naamsestraat 96
nieuws, dat ons opnieuw onderdompelt in dezelfde angsten en vreugdes. De omgeving verdwijnt en je vergeet je successen. De clou is: je moet angstig blijven zoals de eerste keer.” Au dos des images toont La promesse (2 maart), Rosetta (9 maart) en Le Fils (16 maart). Telkens om 20u in Studio 1, Brabançonnestraat 25. De prijs bedraagt 4 euro per film of 10 euro voor de drie. Gespreksavond met Luc Dardenne op 22 maart om 20u in Auditorium Zegher Van Hee, Rechtsfaculteit De Valk, Tiensestraat 41. http//www.spes-forum.be
Rechtzetting Verwisselen is menselijk: in het vorige nummer van Campuskrant plaatsten we bij vergissing de foto van Marijke Huysmans (laureate Wetenschappelijke Prijs McKinsey) bij het interview met Inge Stevens (laureate Prijs Toerisme Vlaanderen), en vice versa. Onze excuses aan beiden, en om het goed te maken hierbij alsnog de juiste namen onder de juiste foto’s. De interviews met beide prijswinnaars kunt u nalezen in ons archief op http://www.kuleuven.be/ck/
Rock: Buurman “Altijd rechtdoor en vol in de bocht”, zingt Geert Verdickt in het nummer Doorgaan, en dat is ook waar Buurman voor staat: vier muzikanten die er volledig voor gaan. Radio 1 is alvast geïnteresseerd: enkele Buurmannummers (o.a. De Protestkabbelsong) kwamen terecht in de Radio 1-playlist. Buurman bouwde ondertussen ook een stevige live-reputatie op. Zo speelde de groep al met veel succes op Boterhammen in het Park en de Gentse Feesten. Beter een goede buur dan een verre vriend? Oordeel zelf! 22 maart, 22u, Grote Aula, MariaTheresiacollege, St.-Michielsstraat 6 Elk UUR KULtUUR is gratis. (t) 016 32 03 40, http://www.kuleuven.be/cultuur
Inge Stevens (© Rob Stevens)
Marijke Huysmans (© Rob Stevens)
campuskrant
19
valvas
1.3.2006
Doctoraten
– advertentie –
Wetenschappen 20 febr., Bram De Rock, The Anosov Relation for the Nielsen Numbers of Maps of Infra-Nilmanifolds. 22 febr., Dominique Similox-Tohon, An Integrated Geological and Archaeoseismological Approach of the Historical Seismicity in the Territory of Sagalassos (SW Turkey). Towards an Assessment of the Seismic Hazard in the Burdur-Isparta Region. Ingenieurswetenschappen 10 febr., Young Chang Kim, A Study of Stray Light in Micro-Lithography: Characterization of Point Spread Function of Scattering and its Impact on Imaging. 14 febr., Hilde Parton, Characterisation of the in-situ Polymerisation Production Process for Continuous Fibre Reinforced Thermoplastics. 15 febr., Jeroen Geens, Mechanisms and Modelling of Nanofiltration in Organic Media. 15 febr., Jan Van Ient, Multigrid Methods for Time-Dependent Partial Differential Equations. 17 febr., Steven Devos, Development of Fast, Stiff and HighResolution Piezoelectric Motors with Integrated Bearing-Driving Functionality. 22 febr., Abel Tablada de la Torre, Shape of New Residential Buildings in the Historical Centre of Old Havana to Favour Natural Ventilation and Thermal Comfort. 27 febr., Thi Hong Minh Nguyen, Automatic Tool Selection and Dimensional Accuracy Verification in Computer Aided Process Planning for Sheet Metal Bending. Geneeskunde 15 febr., Paulina Wakula, Protein Phosphatase-1 Binding Motifs. Bio-Ingenieurswetenschappen 9 febr., Cédric Bravo,
Fungal Disease Detection in Winter Wheat by Remote Sensing. 10 febr., Katleen De Brouwere, Risks of Sewage Sludge Amended Soils in Relation to Crops and Soil Microbial Processes. 15 febr., Karolien Moers, A Contribution to Assessment and Understanding of Substrate Selectivity of Endoxylanases. 20 febr., Tim Belien, Study of Molecular Interactions Between Endoxylanases and Their Inhibitors by Phage Display Technology and Mutagenesis. 1 maart, Ward Huybrechts, Design of ZSM-22 and ZSM-23 Bifunctional Zeolite Catalysts for Application in the Skeletal Isomerization of Long n-Alkanes. 1 maart, Katrien Oorts, Effect of Tillage Systems on Soil Organic Matter Stocks and C and N Fluxes in Cereal Cropping Systems on a Silt Loam Soil in Northern France. Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 10 febr., Kristel Joossens, Robust Discriminant Analysis. 13 febr., Liesbet Vranken, Land Markets and Production Efficiency in Transition Economies. 22 febr., Isabel Vansteenkiste, Essays on Non-Linear Modelling in International Macroeconomics. Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 16 febr., Ann Lavrysen, The Role of Visual Afferences in GoalDirected Upper Limb Movements: Control and Learning Issues.
Charles
Darwin
evolueert
langs de
boekenrekken Als grondlegger van de evolutietheorie is Darwin de eerste om te zeggen dat de evolutie niet stil staat. Voor hem draait alles rond ‘the struggle for life’. Het werk van deze wereldberoemde bioloog zal dan ook niet ontbreken in de grootste wetenschappelijke boekhandel van België. Want na de overname van Fonteyn-Wouters, ontdekt u deze bijzondere collectie medische en wetenschappelijke boeken nu bij Acco. En terecht.
FONTEYN-WOUTERS TERECHT BIJ ACCO
www.acco.be
Naamsestraat 48 • 3000 Leuven • Tel: 016 20 29 44 • Fax: 016 23 77 85 •
[email protected] Openingsuren: maandag tot vrijdag: 10 tot 18 uur • zaterdag: gesloten Tiensestraat 134 • 3000 Leuven • Tel: 016 29 11 00 • Fax: 016 20 73 89 •
[email protected] Openingsuren: maandag tot vrijdag: 9 tot 18 uur • zaterdag: 10 tot 17 uur Celestijnenlaan 200 P • 3001 Heverlee • Tel: 016 32 78 70 • Fax: 016 32 78 71 •
[email protected] Openingsuren: maandag tot vrijdag: 11 tot 15 uur • zaterdag: gesloten
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 24 febr., Salome Owinyo, Caught-In-Between: Exploring the Complexities of School Vandalism. Case Study Research in Kenya. – advertentie –
Benoemd of onderscheiden De heer Maarten Haest, verbonden aan de Afdeling Geologie van de Faculteit Wetenschappen, won op de jaarlijkse winterbijeenkomst van de Mineral Deposits Studies Group in Londen de prijs voor de beste poster. Professor Jacques Vandenbulcke, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, ontving van het Departement Informatiekunde van de Universiteit van Tilburg de Kubbik prijs voor zijn bijdrage tot de ontwikkeling van het vakgebied Informatiekunde.
Doctor An Van Nieuwenhuyse en professor Guido Moens, verbonden aan de Afdeling Arbeids-, Milieu- en Verzekeringsgeneeskunde en aan de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk IDEWE, waren laureaat van de Eerste Prijs ‘Gezondheid en Onderneming’ 2005 van de Europese Club voor de Gezondheid met hun inzending Preventie van rugproblemen op de werkplek: evidentie voor de noodzaak van een integrale benadering, gebaseerd op de doctoraatsverhandeling van An Van Nieuwenhuyse.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van
Wetenschap en Ethiek Het belang van waarheidsgetrouw onderzoek en onderwijs Woensdag 15 maart om 14 uur
Lezing door prof. dr. Christian Joppke (Universiteit Bremen), in de promotiezaal, universiteitshal, Naamsestraat 22 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 33 64
Vrijdag 17 maart van 11.00 uur tot 13.00 uur
‘Public reason’ as gatekeeper to the public sphere: What place for religious contributions to debates in civil society?
Vrijdag 17 maart om 15 uur
International Criminal Tribunals and Truth-Seeking
Maandag 20 maart om 18 uur tot vrijdag 28 april
Lezing door prof. dr. Maureen Junker-Kenny (Associate Professor in Theology at Trinity College, Dublin), in de conferentiezaal van het Pauscollege, Hogeschoolplein 3 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 38 72 of 016 32 38 28 Lezing door prof. dr. William Schabas (National University of Ireland, Galway), in het College De Valk (oud gebouw), aud. 91.54, Tiensestraat 41 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 51 22
Van citaat tot plagiaat, van kopie tot vervalsing Tentoonstelling in de faculteit Letteren, Blijde Inkomststraat 21 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 49 23
Woensdag 22 maart van 14 uur tot 17.30 uur
Ethiek in de jeugdsport: Waarheidsgetrouw engagement
Woensdag 22 maart tussen 15 uur en 18 uur
Dierenwelzijn en Ethiek
Woensdag 22 maart van 17 uur tot 22.30 uur
Waarheidsgetrouwe informatie over wetenschap en techniek voor de mens
Maandag 27 maart om 17 uur
Professor Georges Van Hecke emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid voormalig decaan van de Faculteit Rechtsgeleerdheid geboren op 10 mei 1915 en overleden op 4 februari 2006
Toward a Multicultural Europe? A Social Sciences Perspective
Woensdag 29 maart om 19.30 uur
Donderdag 30 maart van 16 uur tot 18 uur
De heer Leo Gooris
Korte lezingen ivm de Panathlon-verklaring in de Aula van het gebouw De Nayer, Tervuursevest 101 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 90 46 Lezingen door prof. dr. Frans Brom (Universiteit Wageningen en Universiteit Utrecht, Ethics Institute) en prof. dr. Eddy Decuypere (K.U.Leuven) in het Jozef Heutsauditorium van het Landbouwinstituut, Kasteelpark 20, Heverlee Info:
[email protected] Tel.: 016 32 96 65 Lezing door dr. ir. Peter Paul Verbeek (Universiteit Twente) op de Campus Exacte Wetenschappen, Celestijnenlaan 200 M06 en M07 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 10 52
Conflicts of Interest and the Relationship between Academia and Big Pharma Lezing door dr. Richard Smith, former editor of BMJ., op de Campus Gasthuisberg, O & N, aud. GA1 Info:
[email protected] Tel.: 016 34 71 23
The Function of Truthful Research and Education Lezing door prof. dr. Jürgen Mittelstrass (Universiteit Konstanz), in de promotiezaal, universiteitshal, Naamsestraat 22 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 37 96
Knowing and Ethical Behaviour in Economics Lezing door prof. dr. Deirdre McCloskey (University of Illinois at Chicago en Erasmus Universiteit Rotterdam) in aud. J. Vander Eecken (02.28), Naamsestraat 69 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 43 70
Rond deze lezingen worden een aantal andere activiteiten (rondetafelgesprekken, debatten, filmvoorstellingen) georganiseerd.
ere-assistent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 16 januari 1930 en overleden op 4 februari 2006
Voor het volledige programma: ga naar www.wetenschap-en-ethiek.be of bel naar het Overlegcentrum voor Ethiek: 016 32 37 87
20
de buitenkant
1.3.2006
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Professor Victor Moshchalkov (53), directeur van het Instituut voor Nanoschaalfysica en -chemie
“Mijn motto: leven om te werken”
(© Koen Vanmechelen)
Grote Vriendelijke
Reus
Zuster Jeanne Devos helpt een meisje dat een bericht heeft voor de Golem. Die houten constructie van vier meter hoog werd in Bombay gebouwd door de Vlaamse kunstenaar Koen Vanmechelen, met de hulp van kinderen die het slachtoffer werden van kinderarbeid. Zij kunnen nu hun gedachten, onder de vorm van tekeningen of geschriften, toevertrouwen aan de inborst van de houten reus. In 2004 werd al een Golem op het dak van het Leuvense Vertrouwenscentrum geplaatst. Het was de voorzitter van dat centrum, professor Bart Van Daele, die op 17 februari deze Golem overhandigde aan Zuster Devos. Zij is al meer dan veertig jaar de drijvende kracht achter de Domestic Workers Movement in Bombay, een organisatie die ijvert voor de veiligheid en de rechten voor kinderen en vrouwen die actief zijn in de huisarbeid. In 2000 kreeg ze een eredoctoraat van de K.U.Leuven.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Sara Callens, Hedwig Bogaerts, Vincent Buyens, Joke Depuydt, Riet Evers, Ines Minten, Jaak Poot, Els Spaas, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster,
— Wat wilde je worden toen je klein was? ‘Toen al wilde ik wiskundige worden. Mijn vader, die wiskundeleraar was, had gelezen dat de grootste mathematicus aller tijden, Carl Friedrich Gauss, al ongelooflijk goed bleek te zijn toen hij pas vijf jaar oud was. Mijn vader testte uit of ik op mijn vijf jaar — net als Gauss — moeilijke sommen in korte tijd kon oplossen, bijvoorbeeld de getallen van één tot honderd optellen. En ik slaagde voor die test!’ — Wat is het grootste misverstand dat over jouw vakgebied bestaat? ‘Een wetenschapper draagt een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid, net als een politicus, of een journalist… Sommige jobs worden door de media kunstmatig opgeblazen maar beroepen als ingenieur, chirurg, leraar of fysicus krijgen heel wat minder aandacht. Mijn beroep wordt altijd als saai voorgesteld.’ — Wat is echt belangrijk in het leven? ‘Ieder mens wordt geboren met zijn eigen, verborgen talenten. Het is de uitdaging om die bloot te leggen. Vaak maak je de keuze voor een bepaald vak maar op toevallige en intuïtieve wijze. Gelukkig was het bij mij de juiste keuze. Nadien is het natuurlijk fijn om erkenning en waardering te krijgen voor je harde werk. “Leven om te werken” is eigenlijk altijd mijn motto geweest, maar dat kan maar omdat ik gesteund word door mijn vrouw en dochter, met wie ik een heel goede band heb.’ — Wat wil je nog leren in dit leven? ‘Ik zou graag meer talen leren. Ik spreek vloeiend Nederlands en Engels — ik schrijf zelfs verhalen in het Engels — maar ik wil ook Frans leren spreken. Mijn passieve kennis is wel goed, maar ik spreek het niet.’ — Wie of wat betekende de belangrijkste wending in jouw professionele leven? ‘Ik moet vier belangrijke stappen vermelden. Ik kom uit een klein dorpje, maar kon op internaat in de meest prestigieuze wiskundeschool van Moskou, waar ik les kreeg van Kolmogorov, de grootste mathematicus van de twintigste eeuw. Na de middelbare school ging ik naar de staatsuniversiteit in Moskou, de tweede belangrijke stap. Voorts is verhuizen naar België ook een belangrijke wending in mijn loopbaan geweest. Het was niet gemakkelijk om in een ander land opnieuw van nul te beginnen. Maar ik heb hier hard gewerkt en heb er erkenning voor gekregen. Dat is voor mij de vierde wending.’ — Wat zou je doen als je meer tijd had? ‘Het is een natuurkundig effect, uit de relativiteitstheorie, dat wanneer je snel beweegt, de tijd trager loopt en je meer tijd hebt voor andere dingen. Ik zou zeker meer schrijven, een boek bijvoorbeeld, over mijn vakgebied. Schilderen zou ik ook meer doen. Toen ik student was aan de staatsuniversiteit, was ik daarmee bezig. Mijn vrouw vraagt nu soms waarom we die interessante bezigheid niet weer oppikken. Ik zou ook meer tijd vrijmaken om te communiceren met vrienden en collega’s overal in de wereld.’ — Welke rol speelt humor in je leven? ‘Een enorm grote rol. Humor helpt mensen overleven, ook in moeilijke situaties. Ik waardeer collega’s met een goede zin voor humor bijzonder.’ — Wie is volgens jou de grootste Rus aller tijden? ‘Officieel ben ik een Belg, van Russische afkomst weliswaar. Peter De Grote is voor mij de grootste Rus aller tijden, hij heeft van Rusland een echte Europese staat gemaakt. Wetenschappelijk gezien vind ik Mendeléev de grootste Rus. En naar mijn eigen bescheiden mening is Paul Janssen de grootste Belg.’ — Welke vraag wil je schrappen? ‘Welke vraag wil je schrappen?’ Maar dan zit Vragevuur hier strop… ‘Wie is volgens jou de grootste Rus/Belg aller tijden?’ — Welke nieuwe vraag wil je erin? ‘Hoe kun je een hardwerkend persoon het best belonen?’
Henk Van Nieuwenhove, Tim Vuylsteke Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Patrick Holderbeke, Michel Vanneuville Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected]
Oplage 43.500 ex. Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 22 maart. Suggesties zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Hedwig Bogaerts
2
Fysiotherapie en geestelijke gezondheid
3
Benefiet voor New Orleans
4
Het oorschrapertje van de Noormannen
5
Expo stelt beeld over Vikings bij
6
Kortrijk en Lille dopen Franel Elektronische taalleeromgeving
Nieuwe stille ruimte Campus Kortrijk
6
Het prijskaartje van de prullenbak
7
Afvalwerking aan de unief
Echtpaar steunt borstkankeronderzoek
7
Fonds Myny-Vanderpoorten
Materiaalonderzoekers bundelen krachten
8
Klimmer Marko Prezelj in Leuven
8
Interview
9
Cardioloog Frans Rademakers nieuwe hoofdgeneesheer UZ
De rouw na ontrouw Bijscholing bemiddelaars
Domus Lovaniensis Brugensis
VRG-Alumniprijs: André Van Oudenhove
Onderzoek à la Osaka Ingenieursstudenten over hun ervaringen in Japan
12 13
Fonds Dillemans: de eerste bursalen
15
Leven na Leuven: Kathleen Van Brempt
16
Beeldige buitenlanders
17
Filmproject SPES: regisseur Luc Dardenne
18
Valvas
19 20
Victor Moshchalkov
aanpak
“Gooi ‘m niet te grabbel na de knabbel.” Onder dat motto roept de stad Leuven op om een front te vormen tegen kauwgom op de grond. Om extra aandacht te vestigen op de campagne zijn her en der broeken, handtassen en schoenen vastgeplakt aan de straatstenen of aan banken. Op sommige plaatsen, zoals hier aan aula Pieter De Somer, gaat het om schoeisel met de proporties van een zevenmijlslaars. En de rijmende raad van de campagne — “met ’t zelfde gemak gooi je ‘m in de afvalbak” — slaat wellicht toch vooral op kleinere plakpropjes…
Makkelijker voor sollicitant, tijdsbesparend voor Personeelsdienst
14
Vragevuur
campuskrant
11
Fonds voor financial engineering
Kunstenares plakt foto’s aan het stadhuis
1.3.2006
Plak-
10
In de ban van de kring
Procureur in de prijzen
nieuws
(© Rob Stevens)
Inhoud
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
Solliciteren kan binnenkort ook elektronisch Een job zoeken aan de universiteit kan binnenkort eenvoudiger verlopen. Vanaf half maart kunnen interne en externe kandidaten namelijk elektronisch solliciteren. De e-sollicitatie biedt zowel sollicitanten als de Personeelsdienst niets dan voordelen. Riet Evers
O
ver enkele weken wordt e-solliciteren mogelijk. Dan kunnen sollicitanten via de website van de universiteit reageren op de aangeboden vacatures, met een — aan te vragen — paswoord en gebruikersnaam. Laatstejaarsstudenten kunnen aansluiten met hun studentenaccount en hoeven dan hun identificatiegegevens, adres- en studiegegevens niet meer in te geven. Ook personeelsleden die naar een andere functie binnen de universiteit zoeken, kunnen aansluiten met hun intranetgebruikersnaam. Makkelijk “Er is ook, binnen K.U.Loket, een toepassing voor diensthoofden ontwikkeld”, zegt Dirk Windal, domeinverantwoordelijke personeel. “Zij kunnen de vacatures waarvoor ze verantwoordelijk zijn en de kandidaten die er op gereageerd hebben nu rechtstreeks opvolgen. Er wordt hen ook de mogelijkheid geboden om de sollicitatiedossiers van hun vacatures af te drukken.” “Het e-solliciteren maakt het voor iedereen makkelijker”, zegt Walter Gijs, hoofd Personeelsbeheer. “In 2005 hebben we 9.600 sollicitaties binnen gekregen. De Personeelsdienst moet van al die dossiers de gegevens invoeren. Voortaan kunnen sollicitanten dat zelf doen, en dat betekent uiteraard een grote tijdsbesparing voor ons. Ook de sollicitant zelf heeft baat bij het nieuwe systeem, hij kan op het
elektronisch sollicitatieformulier bijzonder veel gegevens kwijt. Zo bestaan er voor sommige vacatures specifieke vragenlijsten voor het administratief en technisch personeel. Er wordt ook de mogelijkheid geboden om documenten op te laden zoals bijvoorbeeld een c.v., een sollicitatiebrief, een pasfoto. Wie zich kandidaat wil stellen voor meer dan één job kan natuurlijk zonder problemen op meerdere vacatures solliciteren.” Voorlopig bestaat het elektronische formulier alleen in het Nederlands. Binnen afzienbare tijd komt er ook een Engelstalige versie.
campuskrant
nieuws
1.3.2006
“Meer dan spieren, botten en gewrichten”
Psychische problemen oplossen door fysiotherapie “Een lichaam heeft altijd een betekenis. De klassieke kinesitherapie heeft die te vaak opzij geschoven door vooral oog te hebben voor spieren en botten.” Dat zegt Eddy Neerinckx, docent aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. Samen met zijn collega Michel Probst organiseerde hij het eerste Belgische congres over de positieve invloed van fysiotherapie op de geestelijke gezondheid. “Ik pleit voor een multidisciplinair samenwerkingsverband tussen artsen, kinesitherapeuten en psychologen.” Katrien Steyaert
I
n Scandinavië organiseert men al jaren conferenties over de rol van kinesitherapie in de psychiatrie. Neerinckx: “Onze eerste bijeenkomst in België was meteen een groot succes: 130 deelnemers uit 23 landen zakten af naar Leuven. Zelfs uit Brazilië, Nieuw-Zeeland en Koeweit kwamen ze aangevlogen. Het is dan ook een van de weinige kansen voor gelijkgezinde collega’s om elkaar te ontmoeten. Op bijeenkomsten van kinesitherapeuten zijn zij die begaan zijn met psychiatrie het lelijke eendje en ook op psychologische congressen vallen we uit de boot. Er is nu unaniem beslist om dit initiatief voort te zetten. We hebben een afspraak in 2008 in het Noorse Bergen. Daarnaast willen we een forum creëren waarop we tussen de ontmoetingen door van gedachten kunnen wisselen.” Aan de K.U.Leuven bestaat de specialisatierichting ‘psychomotorische therapie’ ondertussen dertig jaar. Neerinckx ijvert er al ongeveer even lang voor om ook de ‘gewone’ kinesitherapeuten verder te laten kijken dan het technische. “Dat gaat moeizaam; het curriculum van de opleiding past zich geleidelijk aan. Zelf geef ik het vak ‘communicatievaardigheden en psychosociale aspecten in de revalidatie’ maar dat is slechts een introductie. Het is voor mij nochtans evident dat je als kinesist meer dan een lichaam behandelt. Je bouwt een samenwerkingsmodel uit met je patiënt en luistert naar zijn noden. Maar heel wat van mijn collega’s beschouwen werken in de psychosomatische sfeer als een inbreuk op hun professionaliteit. Ze voelen zich onzeker en beperken zich tot de lichamelijke kant van de zaak.” Depressie Toen hij afstudeerde in 1980 ging
Neerinckx aan de slag in de psychiatrie. “Toen waren we lonesome cowboys; onze collega’s bekeken ons meewarig. Tot vandaag blijven de vooroordelen bestaan. Uit onderzoek blijkt dat ‘psychosomatisch’ voor velen een pejoratieve betekenis heeft. Maar wie heeft er nog nooit last gehad van stresssymptomen?” Wat velen niet weten, is dat kinesitherapie door zijn omgang met het lichaam op heel wat geestelijke aandoeningen een positieve invloed kan hebben. “Op het congres werd duidelijk dat je als therapeut zoveel tijd met je patiënt doorbrengt dat je goed geplaatst bent om de betekenis van de
teiten met zichzelf in het reine komen. Op de conferentie leerde het onderzoek van de Duitse Annette Degener dat zelfverminking bij adolescenten veel vaker voorkomt dan we denken. In je polsen krassen of een sigarettenpeuk op je arm uitdrukken, is meestal een manier om stoom af te blazen. Maar dat kan ook op een andere manier, bijvoorbeeld door te bewegen of relaxatieoefeningen te doen.” Bierkaai Ook bij mensen met chronische pijn, vermoeidheid of stressklachten zou veel onheil voorkomen kunnen worden. “Zij komen in de eerstelijnsge-
“Fysieke activiteit heeft een depressie-reducerende werking. Wie één tot twee keer in de week gaat sporten, zal het verschil merken.” symptomen mee te ontdekken. Je moet geen ‘psycholoogje spelen’ maar een goede verbindingspersoon zijn die zijn patiënt de weg wijst naar de psychosociale hulp. Multidisciplinair samenwerken is een must.” Op het congres werd aangetoond dat een fysiotherapeut mensen met een depressie, eetstoornissen of slachtoffers van seksueel misbruik een heel eind op weg kan helpen. “Fysieke activiteit heeft een depressie-reducerende werking. Wie een tot twee keer in de week gaat sporten, zal het verschil merken. Bij eetstoornissen kunnen we mensen beter leren omgaan met hun eigen lichaam. Dankzij verschillende oefeningen leren ze grenzen te stellen en van hun lichaam te genieten. Ook slachtoffers van seksueel misbruik kunnen dankzij aangepaste bewegingsactivi-
zondheidszorg terecht maar de arts vindt geen verklaring voor hun klachten. Ongelukkig genoeg worden ze in het klassieke medische kader geduwd. Maar als de arts beter zou luisteren naar de patiënt, zou hij de stresserende factoren opmerken. Wellicht zijn artsen vaak bang om een somatische diagnose te missen en kampen ze met een gebrek aan opleiding en communicatie. Het is een complex probleem, maar het kan beter dan nu. We moeten naar een evenwichtigere verdeling van somatische en psychosociale vakken. Ik droom ervan om een groot deel van de specialisatieopleiding in het basiscurriculum op te nemen. Het is soms vechten tegen de bierkaai maar we zijn op de goede weg.” Info:
[email protected]
3
“ ” geciteerd
Voorleesmama’s en zwempapa’s De Morgen, 15.2.2006 —
Op sommige scholen is het oudercomité een holle doos die niet meer doet dan eenmaal per jaar mee het schoolfeest organiseren. In andere gevallen is het het kloppende hart van een school. Leen Dom ging voor haar doctoraatsonderzoek twee jaar lang in vier scholen op zoek naar wat nu precies het verschil maakt op het vlak van ouderparticipatie. “In scholen waar de directeur al lang aan het hoofd staat, is de toestand veel stabieler. Dat wil daarom niet zeggen dat ouders per se veel inbreng hebben, maar ze aanvaarden de situatie zoals ze is. Als er plots een nieuwe directeur komt, verandert de zaak. Ouders kunnen dat moment aangrijpen om meer inspraak te krijgen. (…) Het is ook zo dat kleinere scholen vaker genoodzaakt zijn om een beroep te doen op ouders. Ze kunnen het niet redden zonder voorleesmama’s en zwempapa’s. Bovendien beschouwen zij een goed draaiend oudercomité als een vorm van public relations voor de school.”
De hel van de decibeljunk Het Nieu wsbl ad, 17.2.2006 —
Een groot bord met de niet mis te verstane boodschap ‘Stilte’ waarschuwt iedereen die de leeszaal van de universiteitsbibliotheek aan het Ladeuzeplein binnen gaat. Hier hoor je alleen het geschuifel van voeten, gefluister en een blad dat gedraaid wordt. “Het is soms lastig om die stilte te bewaren”, vertelt bibliothecaris Werner Beyens met stille stem. “Mensen zijn het niet gewoon om stil te zijn. Het is raar maar we moeten lawaai maken om de stilte op te leggen. In januari was het een erge periode. Dan zijn het semesterexamens en zit het hier soms vol studenten. De eerstejaarsstudenten zijn het niet gewoon om stil te zijn en dan wordt er wel wat afgegniffeld. Dan moet ik vragen om stilte, als de andere studenten dat dan nog niet gedaan hebben. (…) Stilte is iets raar. Sommige mensen kunnen het niet verdragen. Er zijn studenten die hier zenuwachtig worden omdat het zo stil is en die verdwijnen snel weer.”
Lichtmissen Het L a atste Nieu ws, 23.2.2006 —
Huisartsen en poliklinieken krijgen dezer dagen veel mensen over de vloer met op het eerste gezicht “vage” klachten. Patiënten voelen zich “niet zo goed”. Ze zijn moe, lusteloos, sloom, wat droef ook. Ze eten zich te pletter — vooral de honger naar zoetigheid is groot — en kunnen ‘s ochtends hun bed niet uit. “Typische symptomen van wat tegenwoordig heel plechtig ‘depressie van het seizoensgebonden type’ heet”, zegt de Leuvense professor Koen Demyttenaere. (…) “De behandeling gebeurt hoofdzakelijk met lichttherapie. De patiënt moet ‘s ochtends minstens een half uur onder een lamp van 10.000 Lux zitten. We hebben namelijk vastgesteld dat deze mensen in de winter een verschuiving hebben in hun productie van het hormoon melatonine (normaal maak je dat ‘s avonds aan, je wordt er slaperig van, red.). Dat half uurtje onder die lamp breekt die productie brutaal af.”
4
nieuws
1.3.2006
campuskrant
KORTNIEUWS Nadelige klonteroplosser Als je mensen met een acuut hartinfarct een klonteroplossend geneesmiddel geeft in afwachting van een angioplastiek, ondervinden ze daar vooral nadelen van. Dat blijkt uit een grootschalige studie die gecoördineerd werd aan de K.U.Leuven. De resultaten verschenen in het medische tijdschrift The Lancet. Omdat het een tijd kan duren voor de patiënt behandeld wordt (transport naar het ziekenhuis, oproepen van de nodige cardiologen en verpleegkundigen, bezette catheterisatiezalen, …) leek het logisch om patiënten die op een ingreep moeten wachten alvast een klonteroplossend middel te geven. In het kader van de internationale ASSENT4-PCI-studie ging men na of de combinatie van een klonteroplossend geneesmiddel voorafgaand aan een primaire angioplastiek die pas met een vertraging van één tot drie uur uitgevoerd kon worden, inderdaad betere resultaten geeft. Het tegendeel blijkt waar te zijn: bij patiënten die voorafgaand het klonteroplossend geneesmiddel gekregen hadden, werden meer overlijdens en ernstige complicaties vastgesteld, zoals hartzwakte, shock, hersenbloedingen en recidiefinfarcten. De studie, die in 24 landen liep, werd na de eerste resultaten bij 1.667 van de geplande 4.000 patiënten dan ook stopgezet. De groep gaat nu op zoek naar de oorzaken van de negatieve resultaten. De resultaten van deze studie werden met voorrang gepubliceerd, zodat hartcentra in ziekenhuizen hun dagelijkse klinische praktijk zouden kunnen aanpassen.
CZV grootste zorgnetwerk Het netwerk van het Centrum voor Ziekenhuis- en verplegingswetenschap (CVZ) is uitgegroeid tot het grootste zorgnetwerk in Vlaanderen. De aangesloten ziekenhuizen tellen ruim 28.000 bedden. Daarnaast dekt het CVZ-netwerk meer dan 4.200 plaatsen in woon- en zorgcentra, en is met het Wit-Gele Kruis ook de grootste organsiatie voor thuisverpleging aangesloten. Het CVZ-netwerk is ontstaan aan het eind van de jaren 1990. Daarmee wilden de K.U.Leuven en het CZV kunnen inspelen op een trend die internationaal steeds duidelijker waarneembaar werd: het belang van de kwaliteit in de zorgsector. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen worden niet meer (alleen) beoordeeld op hun kostenbeheersing en rendement, maar vooral op de kwaliteit van de geleverde zorg, en die moet dus zo hoog mogelijk zijn. http://www.czv.kuleuven.be/
(© ingezonden)
Benefiet ten voordele van studenten met functiebeperkingen in New Orleans
“De grootste ramp door de mens zelf veroorzaakt” Volgende week zal er een jazzy sfeertje hangen in Leuven, want dan komt Henry Butler, een blinde jazzpianist die in zijn thuisstad New Orleans tot de top behoort, naar onze universiteit voor een workshop en een benefietoptreden. De opbrengst van dat concert gaat naar TRAC (Training, Resource, and Assistive-Technology Center) van de University of New Orleans, dat sinds de doortocht van orkaan Katrina met veel problemen te kampen heeft. Campuskrant had een gesprek met organisator Gaspar Haenecaert, lid van de Werkgroep Gehandicapte Studenten, en ondernam ook een poging om TRAC-directeur Gayle Gagliano te contacteren. Tim Vuylsteke
D
at laatste bleek — gezien de nog steeds moeilijke leefen werkomstandigheden in New Orleans — niet eenvoudig, maar via mail kon Gayle ons toch te woord staan. “TRAC biedt mensen met alle soorten handicaps verschillende soorten opleidingen aan die hen moeten klaarstomen voor een succesvolle studiecarrière of voor de zoektocht naar een job. Onze gebouwen zijn uitgerust met de modernste technologische snufjes, en zijn uiteraard ook zeer toegankelijk.” “Toen eind augustus orkaan Katrina grote delen van New Orleans blank zette, en doordrenkte met een soort giftige, kleverige modder — de grootste door de mens zelf veroorzaakte ramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten — werd ook TRAC getroffen: onze gelijkvloerse verdieping stond drie weken lang onder water, en moet volledig uitgebroken en daarna opnieuw ingericht worden, en ook onze bovenste verdieping — waar zich aangepaste kamers bevinden — heeft aanzienlijke schade opgelopen, omdat een deel van het dak verdwenen is. Op dit moment kruipt de schimmel nog steeds in alle kleuren over de muren en plafonds. We hopen het gebouw te kunnen renoveren voor het einde van de zomer — als we tenminste genoeg geld bijeen kunnen krijgen. Ondertussen moeten de meeste van onze personeelsleden van thuis uit werken, in de primitiefste omstandigheden.”
Nadruk op diversiteit Gaspar Haenecaert: “Katrina heeft zware klappen uitgedeeld op het einde van de zomer, en ook de universiteit en al haar diensten zijn dus niet gespaard gebleven. Onze Werkgroep Gehandicapte Studenten werkt al jarenlang samen met TRAC — onder meer bij de organisatie van een driejaarlijks wereldwijd
fuif volgen twee dagen later. Tussenin, op 9 maart, geeft Gayle Gagliano in Brussel een lezing op de jaarlijkse studiedag van het VEHHO (Vlaams Expertisecentrum voor Handicap en Hoger Onderwijs). Ik ben wel blij met dit initiatief, waarvoor we samenwerken met Alma en de Dienst Studentenvoorzieningen. Het past ook perfect in het nieuwe beleidsplan van de
“Op dit moment kruipt de schimmel nog steeds in alle kleuren over de muren en plafonds. We hopen het gebouw te renoveren voor het einde van de zomer — als we tenminste genoeg geld bijeen krijgen.” congres in Innsbruck — dus konden we ons niet onbetuigd laten. Vandaar dit benefietconcert.” “Het is natuurlijk wel leuk dat we een aantal activiteiten kunnen combineren. De jazzworkshop voor blinde en slechtziende studenten vindt plaats op 8 maart in het STUK, het concert en de benefiet-
K.U.Leuven, dat sterk de nadruk legt op diversiteit en voorzieningen voor mensen met beperkingen. Het rectoraat staat dan ook volledig achter ons, en daar kunnen we uiteraard alleen maar blij om zijn.” http://www.kuleuven.be/studieadvies/ benefiet.htm
Correctie In het vorige nummer van Campuskrant sloop een fout in de laatste zin uit de bijdrage van prof. Geers in de Topvijf-rubriek (p. 13). De zin “(…) Het ziet er naar uit dat veel consumenten eerder een koe zouden geloven dan een wetenschapper…” moet worden: “(…) Dan pas kunnen bezorgde burgers eerder een koe geloven…”.
campuskrant
nieuws
1.3.2006
Leuvense expo plaatst kanttekeningen bij mythen over ‘woeste Noormannen’
Onze vrienden de Vikingen De Vikingen, waren dat niet die meedogenloze plunderaars, die tien eeuwen geleden met hun drakenschepen en gehoornde helmen onze contreien bestormden? Ja en nee, leert ons de expo ‘De Viking, vriend en vijand’ in de Centrale Bibliotheek op het Ladeuzeplein. Natuurlijk werd er wat afgeplunderd, maar een groot deel van de Noormannen waren gerespecteerde handelaars, die werden bewonderd om hun meesterlijke scheepsbouw, en thuis waren ze heel wat gecultiveerder dan de zeelui die onze kusten teisterden. Samenstellers Tom Coenegrachts, Annelies Coenen en Yvonne de Rue van studentenkring Alfa gidsen ons door de expositie. Wouter Verbeylen
D
e tentoonstelling ‘De Viking, vriend en vijand’ opent, vreemd genoeg, met een maquette van het paleis van Karel de Grote. “Het is een symbolisch startpunt. Het paleis van Karel de Grote was een belangrijk machtscentrum, en hier moeten de eerste berichten van de invallen van de Noormannen aangekomen zijn. In 793 al vielen ze de abdij van Lindisfarne aan, de meest heilige plaats van Engeland. Maar het was pas na de dood van Karel in 814, toen zijn rijk verbrokkelde, dat de Noormannen hier echt voet aan de grond kregen. Hun invallen duurden tot halverwege de elfde eeuw. Toen werden ze gekerstend en waren hun hoogdagen voorbij.” De expo laat weinig heel van het typische beeld van de Viking als gehoornde wildeman die op zijn boot met drakenkop onze kusten bestormt. “Door die gehoornde helmen zien de Vikings er natuurlijk woester uit. Wagner zal ze daarom wel in Die Walküre gebruikt hebben, en tot vandaag worden de Vikings ermee afgebeeld. Maar historisch is het fout — in graven werden half vergane helmen en drinkhoorns gevonden, en daardoor moet men gedacht hebben dat die twee samenhoorden. En de naam van hun schepen, drakkars, was symbolisch. Ze hadden helemaal geen drakenkoppen op hun boegen. Ze hadden trouwens ook geen rood-witte zeilen, maar dat beeld lijkt ook onuitroeibaar.” Maar daarom waren de bezoekjes van de Noormannen nog niet vriendschappelijk. Op de expo lees je: ‘Nooit voordien heerste er in Brittannië zulke terreur als we nu hebben ondergaan vanwege een heidens ras, noch hielden we het voor mogelijk dat men zo snel van overzee kon binnenvallen.’ “Niet
alle Noormannen waren meedogenloze plunderaars, dat waren vooral de Denen. De Noren waren vooral op zoek naar nieuwe gronden. Zij waren de ontdekkingsreizigers, die IJsland, Groenland en de Nieuwe Wereld ontdekten. En de Zweden waren hoofdzakelijk gerespecteerde handelaars, die tot in Byzantium en zelfs Bagdad handel dreven. We hebben voor de expo een maquette gemaakt van Haithabu, een machtige Vikingstad die een draaischijf was voor de handel tussen Noord en Zuid.” “De Vikings werden trouwens bewonderd om hun scheepsbouwkunst. Op de expo hier staat een kleinere replica van het Osebergschip, dat goed hun meesterschap toont. Het is een grafschip, een zeiljacht voor de elite, dat perfect bewaard in de Oseberg werd teruggevonden.” Oorschrapertje Met de lichaamsverzorging van de Noormannen leek het ook best mee te vallen. “Het beeld van de Vikingen in onze streken was gebaseerd op mensen die weken op zee gezeten hebben. Thuis hielden ze het veel verzorgder.” Op de tentoonstelling tref je bijvoorbeeld een oorschrapertje aan, de voorloper van ons wattenstaafje, en een afgeplatte glazen steen die diende om kleren te strijken. Of je kan er het hnefatafl-spel spelen, een bordspel dat nog het meest weg heeft van schaken. Een andere kast toont dan weer een Vikingzwaard. “Ironisch genoeg lieten de Noormannen hun klingen meestal in de Lage Landen vervaardigen en zetten ze er thuis een handvat aan. Vele mensen in onze streken zijn dus gedood door zelfgemaakte zwaarden. Karel de Kale, de kleinzoon van Karel de Grote, heeft op een bepaald moment dan ook
Enkele mythen ontkracht: de schepen van Vikingen hadden geen drakenkoppen op hun boeg, en hun helmen hadden geen hoorns. Onder: een replica van het Osebergschip, een zeiljacht voor de elite. Rechts: een Vikinghelm. (© Rob Stevens)
beslist dat er geen klingen meer mochten worden uitgevoerd.” Een replica van de Jellingsteen (eind 10de eeuw) kondigt het einde van de Vikingperiode aan. “Op die steen staat aangekondigd dat Harald Blauwtand Denemarken en Noorwegen voor zich heeft gewonnen, en dat de Denen gekerstend waren. In werkelijkheid liep het zo’n vaart niet: de overgang naar het christendom voltrok zich langzaam, en de Viking-religie oefende er een grote invloed op uit.” “Die wisselwerking ging trouwens breder dan de religie: op materieel vlak bijvoorbeeld — een aantal vondsten op de expo stammen uit Dorestad, een vroegere Nederlandse handelsstad die druk bezocht werd door de Vikingen. Ze zijn nagenoeg identiek aan de Viking-artefacten. En ook op genetisch vlak blijkt er in Groot-Brittannië en Europa heel wat uitgewisseld te zijn…” “Voor Scandinaven is de Vikingtijd een topperiode uit hun geschiedenis. Door ze te reduceren tot moordende barbaren doe je eigenlijk hetzelfde als wanneer je alle moslims terroristen zou noemen. Misschien wordt het tijd dat er in onze streken ook wat meer genuanceerd tegenaan wordt gekeken.” De tentoonstelling ‘De Viking, vriend en vijand’ loopt nog tot 31 maart in de Centrale Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein. Open ma-do van 9 tot 20u, vrij tot 17u, za tot 12u30. De toegang is gratis. De gelijknamige publicatie verscheen bij Uitgeverij Peeters en is te koop op de expo.
5
KORTNIEUWS Epo-artikel Blood, het tijdschrift van de American Society of Hematology, publiceert deze week het wetenschappelijke artikel over het onderzoek naar vals-positieve resultaten bij de epo-dopingtest. Dat onderzoek kwam vorig jaar op nogal tumultueuze wijze in het nieuws naar aanleiding van de zaak-Rutger Beke en werd het onderwerp van een ja-neenspelletje tussen aanklager en verdediging. De publicatie in Blood is een bekrachtiging van de wetenschappelijke waarde van de studie. In wezen hebben de onderzoekers (Monique Beullens en Mathieu Bollen van K.U.Leuven en Joris Delanghe van UGent) aangetoond dat een bepaald antilichaampje niet monovalent voor epo is, maar ook reageert op eiwitten die hoogst uitzonderlijk in urine kunnen voorkomen. Monovalentie is net het principe waarop de epotest steunt. Een antilichaampje wordt geproduceerd door een witte bloedcel en reageert op een lichaamsvreemde stof, in feite om het lichaam te verdedigen tegen schadelijke invloeden. Je kunt kunstmatig epo, dat gebruikt wordt voor doping, herkennen door er een antilichaampje aan te laten binden. Voorwaarde om dat antilichaampje te gebruiken als ‘verklikker’ voor kunstmatig epo, is dat het dan ook alleen maar daaraan bindt. Het dekseltje mag als het ware maar op één potje passen. Dat principe noemen we monovalentie. In hun onderzoek hebben Beullens, Bollen en Delanghe aangetoond dat het principe van monovalentie in de dopingtest niet opgaat. Met technieken die gangbaar zijn in de moleculaire celbiologie hebben ze bewezen dat er nog andere eiwitten zijn waaraan dat bepaalde antilichaampje bindt. Eiwitten die weliswaar hoogst uitzonderlijk in menselijke urine terechtkomen, maar bij Rutger Beke was dat wel het geval onmiddellijk na hevige inspanningen. Bij hem kon er dus een vals alarm klinken. Beullens, Bollen en Delanghe hebben er altijd op gedrukt dat het hen te doen was om het bevredigen van hun wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Ze vroegen zich af of het inderdaad mogelijk was dat de gebruikte antilichaampjes onvermoed reageerden op andere eiwitten dan epo. En of die eiwitten onder bepaalde omstandigheden in menselijke urine konden opduiken. Het bewijs daarvoor hebben ze uiteindelijk geleverd volgens wetenschappelijk verantwoorde werkmethodes. Het interview met professor Bollen in Campuskrant (jg. 16, nr. 13) kunt u nalezen in ons archief op http:// www.kuleuven.be/ck/
6
nieuws
1.3.2006
campuskrant
Gratis grensverleggend communiceren met Franel
Kortrijk en Lille maken samen elektronische taalleeromgeving ‘Hallo! Mag ik me even voorstellen? Mijn naam is Franel en ik wil je graag uitnodigen om de taal en de gebruiken van je anderstalige buren beter te leren kennen.’ Zo verwelkomt een van oogjes voorzien tekstballonnetje de bezoekers van de Franel-site. Dat is een elektronische taalleeromgeving voor Vlamingen die hun Frans willen opfrissen, en voor Walen en Fransen die het Nederlands onder de knie willen krijgen. Bovendien leren de bezoekers er ook de cultuur van de buur wat beter kennen. Het project is voor iedereen toegankelijk op het internet. Algemeen coördinator is hoogleraar Franse taalkunde en taaldidactiek Piet Desmet. Sara Callens
P
rofessor Desmet: ‘”Franel is eigenlijk het eerste zichtbare resultaat van Lingu@tic, een Europees Interreg III-project tussen de Université Charles-de-Gaulle — ook bekend als Lille 3 — en de Campus Kortrijk van onze universiteit. Interreg is een initiatief van de Europese Unie, dat onder meer als doel heeft de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen. Wij willen met Lingu@tic Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk dichter bij elkaar brengen, en tegelijk de onderzoeksexpertise delen die er op het vlak van Computer Assisted Language Learning (CALL) is opgebouwd.” ”Franel is dus een elektronische leeromgeving. Zo zijn er wel meer, maar die van ons heeft toch een aantal troeven die bestaande websites niet onmiddellijk hebben. Ten eerste werken we met authentiek beeldmateriaal over het land of de regio waarvan de taal wordt geleerd. Franel is dus niet enkel een interregionaal, maar ook een intercultureel project. Vanwege de auteursrechten is het in principe een hele klus om echte beelden op een website te kunnen plaatsen, maar omdat we samenwerken met een aantal regionale televisiezenders — WTV in West-Vlaanderen, NoTélé in Henegouwen en C9 in Noord-Frankrijk — kunnen we die nu gemakkelijk aanbieden. Het leerplatform is overigens ook bereikbaar via de websites van deze zenders.” “Een tweede voordeel is dat er kwaliteitsoefeningen, opgebouwd rond de televisiebeelden, worden aangeboden. Zowel kennis als vaardigheden worden ingeoefend, en er zijn ook synthetische fiches met theorie voorzien. Ten slotte schuilt er achter Franel een mooi stukje toptechnologie. Via tracking en logging, bijvoorbeeld, kunnen we alles bijhouden wat de gebruiker doet, en dankzij de aangepaste player kunnen ook de transcriptie en de vertaling van de videofragmenten verkregen worden.” Duizend gebruikers ”We willen met ons project drie soorten ‘publieken’ bereiken. Ten eerste is er het grote publiek: iedereen die geïnteresseerd is, kan zich gratis inschrijven. Na amper één week hebben we trouwens al de kaap van duizend geregistreerde gebruikers bereikt. Daarnaast willen we ook de actieve professionals uit het bedrijfsleven van dienst zijn. Voor hen hebben we een luik zakelijk taalleren voorzien. En ten derde willen we ons richten op het onderwijs: leerkrachten uit het secundair kunnen zich met een hele klas inschrijven.”
“Franel wordt de volgende maanden nog verder uitgebouwd, met onder meer Studio Franel, die zich specifiek tot het onderwijs richt en waarmee leerkrachten zelf materiaal kunnen selecteren en
Bert Wylin, Dirk Vanhegen, professor Piet Desmet, Marleen Verfaellie en Armand Heroguel stelden Franel voor. (© Patrick Holderbeke)
ontwikkelen. Bovendien blijft de hele omgeving volledig gratis. Vanuit ons onderzoekscentrum ALT, Research Center on CALL doen we immers al geruime tijd onderzoek naar elektronische taalleeromgevingen. In een eerste fase hebben we de resultaten van dat onderzoek toegepast in ons eigen onderwijs, maar nu willen we ook iets terugdoen voor de maatschappij. Door het grote budget —
het gaat om meer dan één miljoen euro — blijft naast die dienstverlening gelukkig ook voldoende ruimte om onze onderzoeksexpertise rond CALL verder uit te bouwen.” Toegang tot de leeromgeving: http://www.kuleuven-kortrijk.be/franel Meer info over het project: http://www.kuleuven-kortrijk.be/lingu@tic
Roger Raveel kleedt vernieuwde stille ruimte Campus Kortrijk aan
“Hier kunnen studenten stilvallen zonder dat er vragen worden gesteld” Sinds de oude kapel was omgevormd tot leslokaal, zaten studenten en personeelsleden van de Campus Kortrijk zonder echte bezinningsplaats. Daar komt volgende week verandering in: op 9 maart wordt ’t Ver Diep, de nieuwe stille ruimte, in gebruik genomen. Ere-rector Oosterlinck zorgde mee voor de financiële ondersteuning en kunstenaar Roger Raveel tekende voor de aankleding. Sara Callens
S
tudentenpastor Guido Cooman: “Onze stille ruimte ligt letterlijk op een eigen verdieping in het A-gebouw van de campus, tussen de twee hoofdniveaus. Vandaar dus de naam. De ietwat vreemde schrijfwijze verwijst naar de functie van de ruimte: ’t Ver Diep is een plaats waar je kan nadenken, waar je inspiratie kan opdoen…” “We hebben bewust de term ‘kapel’ niet gebruikt. De jonge mensen van vandaag hebben minder voeling met de katholieke kerk dan vorige generaties, en we wilden een massale a priori afwijzing van ons project vermijden. Na het opdoeken van de oude kapel vroegen we ons af of een nieuwe bezinningsruimte nog wel zinvol was — economisch gezien brengt zoiets uiteraard niets op, en we hebben hier sowieso al een tekort aan lokalen — maar een heus marketingonderzoek, uitgevoerd door de eerstejaarsstudenten TEW van campusrector Vanden Abeele, wees uit dat heel wat mensen wel degelijk nood hebben aan een plaats waar je mag stilvallen zonder dat daar vragen over worden gesteld.” Intiem “De pastoor van Machelen-aan-de-Leie, die ooit had samengewerkt met dorpsgenoot en kunstenaar Roger Raveel bij de inrichting van een kapel, heeft ons in contact gebracht met Raveel, en die stemde ermee in ook onze stille ruimte te helpen opsmukken. Het eigenlijke schilderwerk werd — gezien de hoge leeftijd van Raveel — overgelaten aan een aantal zesdejaars Kunst Secundair Onderwijs van het VTI Kortrijk, die er
meteen ook een afstudeerproject bij hadden. De kroon op het werk is misschien wel de zittende figuur op het dak van de ruimte, die in de verte staart. Dat beeld zorgt voor zichtbaarheid, en geeft mensen — ook buiten de muren van ons lokaal — de gelegenheid om even stil te vallen en na te denken.” “’t Ver Diep staat open voor iedereen, op elk moment. Even werd gedacht aan een polyvalente ruimte in plaats van dit intieme lokaal, maar in zo’n zaal vind je uiteindelijk niet de sfeer die je zoekt als je even wat stilte nodig hebt. Hoewel we van onze stille ruimte zeker geen klassiek kerkgebouw willen maken — onze studenten moeten er zich tenslotte echt
kunnen thuis voelen — zullen we wekelijks toch een kort bezinningsmoment aanbieden, en af en toe ook een echte viering organiseren. Onze studenten worden tijdens hun verblijf op onze campus ‘ingewijd’ op heel wat vlakken, en dankzij ’t Ver Diep gebeurt dit straks ook weer op religieus gebied.” http://www.kulak.be/nl/Studenten/ Studentenparochie/ParochieKapel/Nieuwe/ De academische zitting ter gelegenheid van de opening van ’t Ver Diep vindt plaats op donderdag 9 maart om 19 uur in de Aula Stijn Streuvels (A301) op de Campus Kortrijk, E. Sabbelaan 53, Kortrijk.
Kunstenaar Roger Raveel tekende voor de aankleding van ‘t Ver Diep, maar de uitvoering werd overgelaten aan zesdejaars Kunst Secundair Onderwijs van het VTI Kortrijk. (© Patrick Holderbeke)
campuskrant
nieuws
1.3.2006
7
Meer afval verwerken voor evenveel geld
Afval kost universiteit 500.000 euro per jaar In 2005 betaalde de K.U.Leuven net zoveel voor haar afvalverwerking als in 2002, terwijl het afvalvolume fors steeg. Dat resultaat haalt de universiteit dankzij een verbeterde logistiek en voordeliger contracten met afvalverwerkers. Toch blijft het een erg groot budget: vijfhonderdduizend euro per jaar of gemiddeld meer dan zestig euro per personeelslid. Vooral de bergen papier en restafval groeien snel: in 2005 lag het volume een vijfde hoger dan drie jaar vroeger. Jaak Poot
“
V
oor de wet zijn wij een bedrijf. Wij moeten dus zelf zorgen voor de afvalinzameling. Maar aan een universiteit is het afvalprobleem per definitie anders dan in een bedrijf”, zegt afvalcoördinator Ilse Deconinck. “Wij produceren kennis. Onze afvalstoffen hebben dus niets met ons product te maken. Ze zijn zeer divers en bieden nauwelijks mogelijkheden tot rendabele re-
cyclage of verkoop. Wat hier buitengaat, is echt om weg te gooien en voor die verwerking betaal je vandaag veel geld.” De kosten voor de verwerking van afval door gespecialiseerde bedrijven stijgen voortdurend. Deconinck: “Voor dit jaar verwachten we zelfs een stevige stijging omdat sinds 1 januari een stortverbod van kracht is. Restafval kan niet meer naar stortplaatsen, maar moet naar verbrandingsovens. En dat is per
definitie duurder.” Een belangrijke kostenpost is ook het ophalen en vervoeren van de afvalstoffen. Daar zal de sterke stijging van de brandstofprijzen allicht voor een deel worden doorgerekend. Piepschuim “Het totale afvalvolume liep in 2005 op tot 1.700 ton”, zegt Deconinck. “De grootste afvalposten zijn goed voor meer dan de helft daarvan: papier: 490 ton en
Fonds Myny-Vanderpoorten opgericht
Echtpaar steunt onderzoek doeltreffender bestraling bij borstkanker Het huwelijk is een zegen, en dat lang niet altijd alleen voor de twee samenstellende delen… Toen Jos Myny en Annick Vanderpoorten vorig jaar hun 25ste huwelijksverjaardag wilden vieren met een groots feest, vroegen ze hun gasten om in plaats van geschenken een bijdrage te leveren voor een ‘goed doel’. Om dat doel te definiëren, gingen ze bij het Leuvens Universiteitsfonds aankloppen… en kwamen zo bij professor Caroline Weltens van de Afdeling Radiotherapie terecht.
O
“
nze kinderen hebben eigenlijk de voorzet gegeven”, vertelt Jos Myny. “Een jaar voordien hadden ze voor ons een verrassingsfeest op touw gezet en een bedrag ingezameld dat aan de unief geschonken werd. Voor onze zilveren bruiloft wilden we iets speciaals doen. We namen contact met het Leuvens Universiteitsfonds en kregen een lijst van onderzoeksprogramma’s aangereikt die een steuntje best konden gebruiken. Toen we op die lijst de naam van professor Caroline Weltens van de Afdeling Radiotherapie aantroffen, was onze keuze snel gemaakt. Mijn vrouw is immers bij haar in behandeling geweest.” “Op die manier konden we niet alleen een som geld besteden aan een goed doel, maar ook onze dankbaarheid betonen voor de behandeling die me weer gezond gemaakt heeft”, voegt een gelukkige Annick Vanderpoorten eraan toe. Reken maar dat het een groot feest geworden is in Blanden op 3 september. Jos en Annick glunderen nog na. “Het was een knalfuif. Van bij de eerste tonen van het orkest stond iedereen op de dansvloer. Tot de vroege uurtjes zat de sfeer er in. Dat smaakt naar meer. Eén of twee
Het Fonds Myny-Vanderpoorten steunt onderzoek van professor Caroline Weltens (© Rob Stevens) keer per jaar willen we een dansfeest organiseren om het Fonds verder te spijzen.” De eerste feestavond bracht 7.500 euro in het laatje. De som gaat integraal naar wetenschappelijk onderzoek voor de Afdeling Radiotherapie. Doelgerichter bestralen Professor Caroline Weltens was behoorlijk onder de indruk toen het Fonds Myny-Vanderpoorten op vrijdag 17 februari in de Rectorale Salons ingewijd werd. Het gebeurt ook niet elke dag dat privépersonen, in dit geval een echtpaar, aan de wieg staan van een onderzoeksfonds. “Uiteraard ben ik er heel blij mee”, zegt professor Weltens. “In onze dienst zijn we continu op zoek naar middelen om zowel fundamenteel als klinisch onderzoek te financieren. Het onderzoek dat we mede dankzij het Fonds kunnen opstarten is gericht op het verbeteren van de bestraling van borstkankerpatiënten. Bestraling is een belangrijk onderdeel van de curatieve behandeling van borstkanker. De complexe vorm van het te bestralen lichaamsdeel, bovendien in de directe nabijheid van hart en longen, maken dat een correcte
bestraling niet eenvoudig is. We willen dus gaan naar een betere én meer doelgerichte bestraling.” “Dat onderzoek zal pakweg vier jaar in beslag nemen en maakt deel uit van een project waarin verscheidene onderzoekers voltijds zullen werken. Gezien de hoge techniciteit van de radiotherapie gaat het om een samenwerking tussen clinici en fysici. Mijn dank gaat uit naar het echtpaar dat het Fonds heeft opgericht, ook namens professor Van den Bogaert, diensthoofd radiotherapie, en mijn collega professor Erik Van Limbergen.” (hvn) Wie dit onderzoek naar levensreddende behandelingen wil steunen, kan dat door storting van een bedrag op rekeningnummer: 432-0000011-57, met vermelding ‘Gift Fonds Myny-Vanderpoorten – kredietnr. EPA-FOMYN1-P3610’. Giften vanaf 30 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Inlichtingen over Fondsen: K.U.Leuven Partnership & Academic Development, Minderbroedersstraat 5, 3000 Leuven, (t) 016 32 41 44,
[email protected], http://www.kuleuven.be/mecenaat Lees ook over de Dexia-leerstoel op pagina 14
restafval: bijna 600 ton. Iedereen heeft al jaren de mond vol van het ’papierloze kantoor’ omdat we alles digitaal kunnen verwerken. Maar de naakte cijfers spreken dat tegen: het personeelsbestand groeide tussen 2002 en 2005 met 10 procent, maar wij verwerkten wel 20 procent meer papierafval! Natuurlijk zamelen we dat papier in. Daarvoor investeren we in een duurdere, maar esthetische oplossing: containers die voor een groot deel onder de grond zitten. Ze zijn minder storend voor het oog, maar het kost meer om ze leeg te maken. Gelukkig krijgen we voor papier gemiddeld 40 euro per ton. Al is dat onvoldoende om de hele logistiek te betalen.” De universiteit sorteert waar ze kan. “In 2005 voerden wij zes ton piepschuim af voor recyclage. Per gebouw of groep van gebouwen zorgen wij voor een lokaal waar het personeel afvalstoffen zoals glas, batterijen, KGA — correctorvloeistof, lijm, toners, cd’s, diskettes … gesorteerd kan inleveren. Op de Campus Sociale Wetenschappen experimenteerden we ook met de gescheiden ophaling van PMD in de bekende blauwe zakken. Het personeel reageerde positief op dat proefproject. Maar het is wel een dure aangelegenheid vanwege de transportkosten. Toch blijven we erover denken om het overal in te voeren omdat het helpt om de mensen te sensibiliseren voor gescheiden ophaling.” Verhakselaar De Dienst Veiligheid-Gezondheid-Milieu bespaart veel geld door voordelige contracten af te sluiten met afvalverwerkers. Daarvoor werkt de universiteit ook samen met de UZ. De verwerking van het universitair risicohoudend biologisch afval valt onder het contract van de ziekenhuizen, terwijl die op hun beurt hun chemisch afval doorgeven. “Zo’n honderdtwintig labo’s en diensten sorteren jaarlijks een kleine negentig ton chemisch afval. Een medewerker van onze dienst begeleidt elke week de ophaling door een erkende afvalverwerker.” Groente- en fruitafval van personeelsleden komt bij het restafval. Die hoeveelheden zijn te klein om een gescheiden ophaling zinvol te maken. In de Afdeling Plantenbiotechniek wordt wel elk jaar zeven tot acht ton GFT selectief opgehaald. Ook de honderdzestig ton van de dienst voor parken en plantsoenen volgt een gescheiden weg. “Op dit ogenblik loopt een onderzoek naar de haalbaarheid van een professionele verhakselaar zodat we dat afval zelf kunnen hergebruiken als bodembedekking”, besluit Deconinck. “Het blijft dan ook de eerste zorg van de Dienst VGM om de logistiek te verbeteren: zo optimaal mogelijk inzamelen tegen een minimale kostprijs.” http://www.kuleuven.be/afval http://www.kuleuven.be/milieu/index.htm
8
nieuws
1.3.2006
campuskrant
Twintig onderzoeksgroepen, 65 professoren, 300 onderzoekers
Materiaalonderzoekers bundelen krachten in Leuven-MRC Niet minder dan twintig onderzoeksgroepen uit drie faculteiten en acht departementen buigen zich over de studie van materialen. Echte innovaties in onze hoogtechnologische maatschappij vragen om intense samenwerking tussen verschillende vakgebieden. Daarom werd de nood aan structurele samenwerking tussen de deelgebieden met de dag groter. De K.U.Leuven heeft daar nu een oplossing voor: het Leuven Materials Research Centre dat op 14 maart officieel boven de doopvont wordt gehouden. Jaak Poot
H
“
et Leuven Materials Research Centre vormt een unieke bundeling van competenties en kennis van zaken binnen de universiteit. Nu hebben we één aanspreekpunt voor contacten met bedrijven en overheid. En dat is enorm belangrijk, want vaak hebben bedrijven contact met ons op één domein terwijl de oplossing voor hun vraag vaak ligt in de interactie tussen diverse disciplines”, zegt Karel Van Acker. Hij coördineert de activiteiten van Leuven-MRC. “In het begin van de jaren 90 waren we er al van overtuigd dat we onze krachten moesten bundelen in functie van echt innovatief materiaalonderzoek”, stelt professor Ignaas Verpoest, voorzitter van Leuven-MRC. “Wij kwamen op vrijwillige basis samen en werkten aan gemeenschappelijke projecten. Maar dat stoelde volledig op voluntarisme en zoiets verwatert na een aantal jaren: het enthousiasme kalft af en er zijn zoveel thema’s en activiteiten die de aandacht opeisen. Daarom startten we anderhalf
jaar geleden met het uitbouwen van een blijvende structuur. Elke groep engageert zich financieel in Leuven-MRC. K.U.Leuven R&D ondersteunt het project zowel financieel als met advies.” Intelligent materiaal Hoe zit een vaste stof in elkaar, welke gebruikseigenschappen heeft ze en hoe maak je ze? Dat zijn kernvragen in het onderzoek. “De samenwerking tussen onderzoekers uit verschillende disciplines leidde de voorbije jaren tot heel wat doorbraken in de materiaalkennis”, zegt Verpoest. “Denk maar aan nieuwe vezelversterkende kunststoffen en biomaterialen. De toekomst ligt bij smart materials: functionele materialen die ook intelligente eigenschappen hebben, bijvoorbeeld de mogelijkheid om zichzelf te herstellen. Onze eerste opdracht is dan ook om binnen de universiteit een aantal horizontale thema’s te definiëren en daarrond gestructureerd multidisciplinair onderzoek op te starten. Daarvoor kunnen wij beroep doen op een enorme
Professor Ignaas Verpoest (l) en Karel Van Acker (© Rob Stevens)
kritische massa: vijfenzestig professoren en driehonderd onderzoekers.” “Onze tweede grote doelstelling focust op bedrijven en overheidsinstellingen”, zegt Van Acker. “Daarbij gaat het om tweerichtingsverkeer. Wij willen hun noden beter leren kennen en hen duidelijk maken dat wij over een enorm potentieel beschikken om doelgericht naar oplossingen te zoeken. Tegelijk moet Leuven-MRC ervoor zorgen dat de innovaties niet in het labo blijven steken. Dat kan gebeuren via K.U.Leuven R&D en spin-offs van de K.U.Leuven, maar ook in samenwerkingsverbanden met bedrijven of de overheid.” De derde functie van Leuven-MRC is de — vaak dure — infrastructuur voor materiaalanalyse openstellen voor een breder
onderzoekspotentieel dan de gespecialiseerde groep die ze aankocht. Op 14 maart organiseert Leuven-MRC een lanceringsdag waar de onderzoeksgroepen in postersessies hun projecten voorstellen aan overheid en bedrijven. Frans Spaepen, alumnus en nu professor aan de Harvard universiteit, schetst een beeld van trends in materiaalonderzoek en José-Lorenzo Vallés van de Europese Commissie geeft toelichting bij het nieuwe Europese kaderprogramma. Bedrijfsleiders van Umicore, BASF, Ziscoat en Toyota vertellen over hun ervaringen, visie en verwachtingen. Meer info: Karel Van Acker, (t) 016 32 12 71,
[email protected], http:// www.mtm.kuleuven.be/Research/MRC/
Wereldberoemde alpinist te gast in Leuven
Klimmersbaas toont dia’s die doen duizelen Wie nood heeft aan een flinke dosis gezonde berglucht, en en passant ook graag mooie plaatjes kijkt, moet op 10 maart absoluut zijn wandelschoenen van stal halen en zich met gestrekte pas naar de Pieter De Somer-aula begeven. De wereldberoemde Sloveense alpinist en fotograaf Marko Prezelj komt er dan — op uitnodiging van de Leuvense Universitaire Alpinisten Klub — enkele van zijn mooiste tochten voorstellen.
K
limmers — en zeker klimmers van het niveau-Prezelj — vertoeven vaker boven de wolken dan eronder, dus hooggespannen waren onze verwachtingen niet toen we zijn nummer in Slovenië draaiden. Maar zie, de Alpengoden waren met ons, en we hadden meteen prijs. Marko Prezelj: “Ja, ik ben net terug van een expeditie in Patagonië, en daarvoor zat ik in Japan, waar ik ook een aantal lezingen gaf. Normaal doe ik dat niet zo vaak, maar de laatste maanden is het op dat gebied toch wat
drukker dan anders. Zo was ik onlangs ook in Polen, en nu kom ik dus naar Leuven.” “Mijn presentatie is bedoeld voor alle outdoor-enthousiastelingen, én voor mensen die geïnteresseerd zijn in fotografie. Ik besteed heel voor zorg aan de slideshow, en gebruik ook enkel de originele dia’s, omdat de kwaliteit dan veel beter is. Bovendien is elke presentatie uniek: voor elke lezing stel ik een andere fotoreeks samen. Op 10 maart laat ik onder meer plaatjes zien van expedities in Nepal, Patagonië, Tibet, Alaska en de Andes, en vertel ik ook een beetje over hoe het allemaal begonnen is.” Heeft een wereldreiziger als Marko Prezelj ooit Leuven gezien? “Hoegenaamd niet. Ik ben zelfs nog nooit in België geweest. Ik kijk dus wel uit naar volgende week, en niet enkel omdat ik dan eindelijk jullie bier kan proeven. Tijdens mijn verblijf in Leuven zullen we met de LUAK immers ook een uitstap maken naar Freyr, in de Ardennen, waar we — uiteraard — gaan klimmen.” (tv) Diapresentatie Marko Prezelj, vrijdag 10 maart, Pieter De Somer-aula, Deberiotstraat 24, Leuven. Kaarten kosten 7 euro in voorverkoop, en zijn verkrijgbaar via http://luak.studentenweb.org.
Leuvense Universitaire Alpinisten Klub
Gebeten door de bergen U kijkt er misschien van op, maar onze universiteit heeft dus wel degelijk haar eigen alpinistenclub. Of onze academische klimmers vrede nemen met de Karmelietenberg, of toch liever hoger — en zuidelijker — gelegen oorden opzoeken, dat vroegen we aan doctoraatsstudent en LUAK-voorzitter Hendrik De Winne. “Nee, we zoeken ons heil toch wel in de Ardennen. Elke zondag ontmoeten we elkaar aan De Spuye, en zetten dan samen koers naar de Ardense rotsen.” “Onze club is vooral bedoeld voor studenten en personeelsleden van de K.U.Leuven en de KHLeuven, maar ook oud-studenten en gewone Leuvenaars kunnen zich aansluiten. Omdat we deel uitmaken van het Universitair Sportcentrum, kunnen we rekenen op subsidies, en die gebruiken we vooral voor de aankoop van materiaal. Ondertussen hebben we al een heel arsenaal aan klimbenodigdheden verzameld, en die staan tijdens de
activiteiten gratis ter beschikking van onze leden. Dat is uiteraard zeer handig voor de studenten, aangezien klimmateriaal over het algemeen heel duur is. Daarnaast bieden we ook initiaties aan waar je leert zelfstandig buiten te klimmen, en houden we techniekendagen.” “Elke donderdag drinken we samen een pintje, of houden we een feestje, en dan maken we plannen voor nieuwe klimtrips. Af en toe organiseren we ook dia-avonden, of nodigen we een spreker uit — zoals nu dus Marko Prezelj. Tijdens de vakanties en verlengde weekends trekken we er vaak wat langer op uit, meestal naar de Alpen. Zo gaan we in de winter skiën en ijsklimmen, en in de zomer doen we vooral aan alpien rotsklimmen en zomeralpinisme. In 2004 is een team van acht LUAK-leden naar Peru gereisd, om daar in de Cordillera Blanca enkele vijf- en zesduizenders te bedwingen.”
campuskrant
universitaire ziekenhuizen
1.3.2006
9
Interview met nieuwe hoofdgeneesheer Frank Rademakers
“De eigen cocon verlaten” Op zijn tafel staat een doos Antwerpse Handjes. “Ik ben een geboren en getogen Antwerpenaar,” licht professor Frank Rademakers ten overvloede toe. Hij is sinds december de nieuwe hoofdgeneesheer van onze universitaire ziekenhuizen. Ludo Meyvis
Z
ijn academische wortels liggen inderdaad niet in Leuven, maar in Antwerpen. “Na mijn opleiding geneeskunde heb ik me daar toegelegd op de cardiologie, meer bepaald de mechanica van de hartspier, revalidatie en de niet-invasieve beeldvorming. Van 1987 tot 1990 heb ik me in Baltimore in John Hopkins verder gespecialiseerd in magnetische resonantie. Daarna ben ik teruggekeerd naar Antwerpen. Professor Degeest vroeg me echter of ik in Leuven parttime consulent in beeldvorming, magnetische resonantie, wilde worden. Dat is gaandeweg uitgegroeid, tot ik in 1998 fulltime naar Leuven gekomen ben.” “Nu ik hoofdgeneesheer ben, zal ik noodgedwongen het grootste deel van mijn klinisch werk en onderwijs op een laag pitje moeten zetten. Ik zal nog wel enkele ‘oude’ patiënten blijven opvolgen, en ik blijf nog wel een college fysiologie geven in het 2de bac geneeskunde, maar veel meer is onmogelijk als je ook nog wat wetenschappelijk actief wilt blijven. Hoofdgeneesheer is een functie waar je al je tijd voor nodig hebt, zeker in een grote organisatie als de Leuvense UZ.” Eigen dienst eerst “Het gaat om een functie die wettelijk omschreven is. Als hoofdgeneesheer ben je verantwoordelijk voor de medische activiteit in het ziekenhuis — en als daar wat aan schort, ben je ook persoonlijk aansprakelijk.” “Wat me aanspreekt in mijn nieuwe functie, is dat ze tegelijk weegt op het beleid, en dat ik toch bezig blijf met de core business van het ziekenhuis. Dat beleidsaspect heeft me altijd aangetrokken, al toen ik nog student was. Ik ben jaren preses geweest, ik zetelde als studentenvertegenwoordiger in de Raad van Bestuur in Antwerpen, enzovoort. Eens in Leuven werd ik lid en
uiteindelijk voorzitter van de BeroepsVereniging Geneesheren en Tandartsen, een functie waarin ik me ingespannen heb voor een aanpassing van het beroepsstatuut van de ziekenhuisartsen van de UZ. Blijkbaar heeft dat me een beetje doen opvallen bij ‘het bestuur’, en werd ik uiteindelijk aangesproken om deze nieuwe functie op te nemen.” “Ik wil me vooral bezighouden met het optimaliseren van de patiëntenzorg en de zorgtrajecten. Wat dat laatste betreft, is het duidelijk dat dit een erg interdisciplinaire aanpak veronderstelt. De medische staf, de verpleging, technici enzovoort werken niet geïsoleerd. Zorgverstrekking is een totaalpakket, waarbij heel veel mensen van heel veel diensten op heel veel manieren met elkaar in coördinatie moeten werken. Dat staat haaks op het territoriumgevoel van ‘eigen dienst eerst’. Ik wil dan ook ijveren voor een cultuurwijziging, en samenwerking over de grenzen van de diensten heen sterk bevorderen. Aan een universitair ziekenhuis kan dat
liseerde procedures enzovoort. Het is niet omdat elke patiënt anders is — een terechte vaststelling — dat je niet zou mogen vertrekken van algemene richtlijnen. Meer zelfs: als universiteit hebben we de taak om die richtlijnen niet alleen toe te passen, maar om ze ook mee op te stellen en uit te werken.” Cocon “Als lid van het Directiecomité draag ik medeverantwoordelijkheid voor de financiële gezondheid van onze ziekenhuizen. Uitgangspunt moet àltijd het welzijn van de patiënt blijven. Door nauwkeurig onze zorgtrajecten in kaart te brengen en bij te sturen, kunnen we echter een beleid uitstippelen dat financiën en patiëntenzorg optimaal in balans brengt. In een gezondheidssector die nog grotendeels per prestatie vergoed wordt en waar de kost van nieuwe technologie en kennis pijlsnel oploopt, moet er onderscheid komen tussen wat het nieuwste is en wat het meest verantwoord is voor een
“Er moet onderscheid komen tussen wat het nieuwste is en wat het meest verantwoord is voor een specifiek probleem van een bepaalde patiënt — en dat is niet altijd het nieuwste.” misschien gemakkelijker dan in andere ziekenhuizen: we werken immers met gesalarieerde artsen. Daardoor is het gevaar voor een te beperkte horizon toch aanzienlijk kleiner, hoewel dienstbelang zowel financieel als qua invloed ook hier belangrijk blijft. Hoe dan ook, als je de richting van meer samenwerking uitwil, is een meer uitgesproken overlegcultuur belangrijk.” “Uiteraard wil ik als hoofdgeneesheer een aantal vroegere lijnen ook doortrekken, bijvoorbeeld rond kwaliteitsverbetering, het hanteren van uitgeschreven en voortdurend geoptima-
specifiek probleem van een bepaalde patiënt — en dat is niet altijd het nieuwste. De universitaire ziekenhuizen moeten hierbij het voortouw nemen om correcte en zowel wetenschappelijk als financieel verantwoorde diagnostische en behandelingsschema’s op te stellen en uit te testen. En voor die maatschappelijk belangrijke taak moeten ze financieel ondersteund worden.” “Ik weet ook wel dat zowat alle grote ziekenhuizen eveneens meedoen aan ontwikkeling, maar voor een UZ hoort het tot zijn kerntaak om hier ook een maatschappelijke, deels financiële
(© Rob Stevens)
invulling aan te geven in een poging om wetenschappelijke vooruitgang optimaal af te stemmen op financiële mogelijkheden. Dat leidt vanzelfsprekend ook tot de noodzaak van taakafspraken. Het is niet goed dat iedereen alles wil doen. Dat die afspraken er nog altijd niet in voldoende mate zijn, heeft alles te maken met de financiële en machtsgevolgen die zo’n verregaande reeks afspraken zou hebben. Ik ben er echter van overtuigd dat daar absoluut nood aan is. Als de sector er zelf niet voor zorgt, zal de overheid op de duur niet anders kunnen dan een bepaalde regeling op te leggen, met gevolgen die we niet in de hand hebben en die niet noodzakelijk de beste zijn voor de gezondheid van de burger.” “Zoiets moet natuurlijk gevoed worden. Het zou dan ook niet slecht zijn als artsen in dat verband meer beleidsverantwoordelijkheid zouden opnemen. Dat is geen verwijt hoor, verre van. Het is een menselijke neiging om zich vooral op de eigen activiteit te concentreren en zich daar ten volle voor in te zetten en er alle creativiteit en verantwoordelijkheidszin naartoe te sluizen. Dat is prima, maar het mag er niet toe leiden dat niemand zich nog inzet voor het ruimere perspectief, of dat niemand nog de eigen cocon zou verlaten om zich in te zetten voor beleidsvragen en oog te hebben voor de maatschappelijke implicaties van ons medisch handelen. Ik hoop dat ik die mentaliteit tijdens mijn mandaat mee zal kunnen ombuigen, al besef ik dat dit niet eenvoudig zal zijn.”
Vorst
Van zwevende treinen en hersenscanners tot snellere computers, digitale camera’s en efficiëntere medicamenten: het zijn maar enkele ontwikkelingen die we te danken hebben aan de nanowetenschappen en nanotechnologie. Koning Albert II bracht op woensdag 15 februari een bezoek aan het onderzoekscentrum IMEC en aan het Centrum voor Nanowetenschappen en Nanotechnologie. Uitleg over het onderzoek en de industriële toepassingen van nanowetenschappen in Leuven kreeg de vorst van onder anderen professor Victor Moshchalkov, directeur van dat centrum (rechts op de foto; zie ook Vragevuur op pagina 20).
(© Rob Stevens)
en vorser
10
zeswekelijkse
bijlage voor oud-studenten
1.3.2006
campuskrant
–alumnikrant – Permanente vorming — Bemiddelen bij ontrouw
Een ware explosie binnen een paar Recente studies en cijfers bewijzen het: ontrouw is voor veel mensen geen ver-van-mijn-bed-gebeuren. De pijn en andere emoties die ermee gepaard gaan, gooien meerdere levens overhoop. “Bij de verwerking van ontrouw kun je van een rouwproces spreken. Sommige partners overwinnen de ontrouw en kiezen opnieuw voor elkaar. Anderen gaan uit elkaar en moeten, ieder op zijn manier, de scheiding verwerken”, zegt Maureen Luyens, psycholoog, psychotherapeut en seksuoloog aan de UZ Leuven. Joke Depuydt
L
uyens: “In het boek Ondanks de liefde, dat ik samen met Alfons Vansteenwegen schreef, vinden mensen een houvast in de beschrijving van de verschillende fases die ze kunnen meemaken bij problemen met ontrouw. Diverse tips bieden mogelijkheden om met de complexiteit van de ingrijpende gebeurtenis om te gaan. Velen kunnen openlijk spreken over de relatie met de derde en betrekken hun partner in het proces. Maar anderen hebben enkel een vermoeden van vreemdgaan en botsen op de soms weken- en maandenlange ontkenning.” “De bekentenis of de ontdekking ontketent meestal een ware explosie en ingrijpende crisis binnen het paar, en leidt tot minder kwalitatieve beslissingen. Het beste hier is de mensen even te temporiseren. Want de explosie verglijdt naar een derde fase waarin keuzes moeten worden gemaakt. Gaan we uit elkaar of niet? Vechtscheiding of sereen? De trouwe partner is verdrietig, woedend en wil, desnoods via de kinderen, de ontrouwe partner treffen. Die kan dan vanuit een latent schuldgevoel spijt krijgen of zelfs te meegaand reageren, in de zin van ‘neem jij maar alles, ik zal niet moeilijk doen’.” ”Sommige paren verzeilen in een vierde fase. We spreken over een impasse, waarbij de overspelige relatie blijft bestaan maar de ontrouwe partner niet weggaat. De vijfde fase, de verwerkingsfase, kan de vorige doorbreken. Een bemiddelaar moet bij paren die met de vraag komen om uit elkaar te gaan, erop letten dat ze niet in een volle crisissituatie verkeren. Wanneer de beslissing tot scheiding niet voldoende ontdaan is van hevige onderliggende emoties, zal hij hen doorverwijzen naar partnerthe-
rapie, of samen met hen zoeken naar een serene oplossing, wat trouwens goedkoper is dan een vechtscheiding.” Valkuilen Zijn partners zo rechtlijnig in hun gevoelens? “Uiteraard wisselen gevoelens elkaar af. De ene dag schuld, de andere dag woede of zelfs opluchting. We zoeken wel een rode draad door de emoties zodat de beslissing om uiteen te gaan of om bij elkaar te blijven een rijpingsproces wordt. Verschillende factoren spelen een rol: hoe was de relatie voor de crisis, hoe groot is het verlies? Zal de winst van een nieuwe relatie en leven opwegen tegen dat wat men opgeeft?
Het leed van de kinderen? Scheiden is altijd afstand doen van allerlei bindingen uit het verleden. Niet zelden komt de partner die ontrouw was, terecht in een sociaal isolement. Daar staat dan tegenover dat de verlaten partner het als alleenstaande ouder met kinderen materieel zwaar heeft, maar meer kan rekenen op steun en begrip van de omgeving. Bovendien wordt de relatie die de reden van de echtscheiding vormt, zelden een definitieve relatie. Vaak gaat het om een overgangsrelatie, wat weer kan wijzen op het risico van te snelle beslissingen.” Te snel en ondoordacht beslissen is blijkbaar een gegeven waarmee door
– advertentie –
alle partijen rekening moet worden gehouden. Zijn er nog meer? Luyens: “Een andere ‘valkuil’ waar we op willen wijzen, is dat wanneer de relatie weer hersteld kan worden, je niet mag denken dat ook alle gevoelens meteen hersteld zijn. Daar is zeker twee jaar tijd voor nodig. Daarnaast wil ik erop wijzen dat verliefd zijn niet noodzakelijk gelijkstaat aan ontrouw of dat ontrouw niet noodzakelijk tot een breuk moet leiden. Ook hier is sprake van een keuze. Wanneer partners uit elkaar gaan, zal een bemiddelaar erop toezien dat de gemaakte afspraken niet emotioneel geladen zijn.” Wie zijn die bemiddelaars en hoe word je dat? “Een bemiddelaar moet een basisopleiding hebben. Dat kan een notaris, een advocaat, een psycholoog of een pedagoog zijn. Via permanente vorming worden die dan bemiddelaar. Nieuw is dat de Dienst Permanente Vorming vanaf volgend academiejaar de globale opleiding opsplitst in een eerste jaar algemeen in het kader van bemiddeling en een tweede jaar met specialisatiemodules: bemiddelaar in familiezaken of bemiddelaar in werksituaties. Bemiddelen draait immers om een basismethode waarbij neutraal en zonder positie in te nemen, gezocht wordt naar wat beide betrokken partijen willen.” Bijscholing voor bemiddelaars in familiezaken - psychologische module, 30 maart. Alle info op http://dpv.kuleuven.be/bijscholing/ bemiddelaars.htm Voor informatie over bij- of nascholing: Dienst Permanente Vorming K.U.Leuven, Krakenstraat 3, 3000 Leuven, (t) 016 32 84 84,
[email protected], http://dpv.kuleuven.be
campuskrant
(1)
–alumnikrant –
1.3.2006
11
I N DE BA N VA N DE K R I NG
Domus Lovaniensis Brugensis Sinds twee jaar is in het noordwesten van ons land een alumnikring actief die steeds meer succes heeft. Domus Lovaniensis Brugensis — kortweg DLB — wil het contact tussen de K.U.Leuven-afgestudeerden in West-Vlaanderen bevorderen. Wij spraken met ondervoorzitter Patrick Deruwe.
P
atrick Deruwe: “DLB is ontstaan in de schoot van het Kortrijkse Postuniversitair Centrum — destijds opgericht door monseigneur Maertens, de allereerste rector van de Campus Kortrijk. Huidig campusrector Piet Van den Abeele vroeg me in juli 2003 om de kring nieuw leven in
te blazen.” ”We hebben twee belangrijke doelstellingen. Ten eerste willen we de netwerking tussen de alumni in WestVlaanderen versterken – die alumni zijn trouwens heel blij dat Leuven ook eens een activiteit voor hen organiseert in hun eigen streek. Daarnaast proberen we ook de universiteit zoveel mogelijk te promoten in het noorden van de provincie.” “Elk jaar organiseren we twee activiteiten: een cultureel evenement in het voorjaar — dat meestal plaatsvindt op een bijzondere locatie — en een lezing in het najaar. Zo zijn de bekende professoren Waelkens en Cassiman al bij ons langs geweest. We zorgen er ook telkens voor dat de alumni elkaar achteraf kunnen ontmoeten bij een natje en een droogje. Onze activiteiten vinden al een grote weerklank, maar we willen nóg meer alumni bereiken. Binnenkort hebben we trouwens ook een eigen webpagina verbonden aan de website van Alumni Lovaniensis.” In de lente start DLB het derde werkjaar met een Mozartconcert in het Provinciaal Hof in Brugge. (sc) http://alum.kuleuven.be/dlb.htm
(© Michel Vanneuville)
Wijsgerig Gezelschap Het Wijsgerig Gezelschap Leuven organiseert opnieuw een ‘Open College’ Prof. em. Samuel IJsseling spreekt over ‘Het Ene en het Vele’. 11 maart,11-13u, HIW, Kardinaal Mercierplein 2, lokaal B. Gratis, vooraf inschrijven via chantal.mertens@hiw. kuleuven.be.
VRG-Alumni
lezing over ‘Onze aarde in beweging: over vloedgolven en hun gevolgen’. 10 maart, 20u30, clublokaal, Leopoldstraat 18. NIA organiseert ook een Leivese vertelselkes ovend. 24 maart, 20u30, clublokaal, Leopoldstraat 18. Info: anne-marie.
[email protected], (t) 016 25 11 64 of 016 40 56 05
VRG-Alumni organiseert de 13e VRGAlumnidag, ‘Recht in Beweging’, een studiedag rond recyclage van verschillende rechtstakken. 10 maart, 12u45-18u15, College De Valk, Tiensestraat 41. Info:
[email protected], (t) 016 32 54 81
De Vereniging van Leuvense Romanisten organiseert een wijndegustatie voor alumni vanaf promotie 1999. 25 maart, 19u30, Fakbar Letteren, Blijde Inkomststraat 11 Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 56 69
Ekonomika
Vilv
‘Geluk, plezier, of voldoening? ...Temptation producten’. Aan de hand van recent onderzoek licht Siegfried Dewitte van de onderzoeksgroep Marketing een aantal problemen toe, gevolgd door een discussie. 21 maart, 12-14u, Leuven Inc, Kapeldreef 60, 3001 Heverlee. Info:
[email protected], (t) 02 25 25 718
De Vereniging van de Burgerlijk Ingenieurs van de K.U.Leuven organiseert een forum-avond over bouwkunde in Vlaanderen met professor Yvan Verbakel. 21 maart, 19u, Arenbergkasteel, auditorium, Kasteelpark Arenberg 1 B, 3001 Heverlee.
[email protected], http://www.vilv.be
Nos Iungit Academia
Chemici Leuven
Nos Iungit Academia organiseert een
Chemici Leuven organiseert een lezing
G KRIN S W U E NI
VLR
(© Patrick Holderbeke)
Geldige stemmen Oratoriumkoor Cantores gaf de Lichtmisviering van de Campus Kortrijk op 4 februari vocale glans. Het feest stond dit jaar in het teken van de twaalfduizend alumni van de K.U.Leuven die in de regio Zuid-West-Vlaanderen (subregio’s Ieper, Poperinge, Veurne-Diksmuide, Roeselare-Tielt, Kortrijk-Waregem) wonen en werken. Campusrector Piet Vanden Abeele wil deze oudstudenten dichter bij elkaar brengen door een sterke regionale alumni-werking op te starten. De viering vormde de eerste stap in die richting.
over polyfenolen en wijn (met degustatie). 24 maart, 16u, Departement Chemie, lokaal 01.12, Celestijnenlaan 200F, 3001 Heverlee. Toegang gratis voor leden. Info:
[email protected], (t) 016 32 76 09
Leuvens Alumni Orkest Het Leuvens Alumni Orkest voert Die Schöpfung (J. Haydn) uit. Concertzaal Lemmensinstituut, Herestraat 53, 3000 Leuven Info: Jan De Vilder,
[email protected], (t) 016 22 43 28 http://www.lao.be
Farmaleuven Farmaleuven organiseert een ‘postuniversitaire farmacologische dag’ met lezingen over onder meer het voorkomen of beheersen van een volgende grieppandemie. 15 euro voor leden van Farmaleuven, 20 euro voor niet-leden, te storten op rekening 645-1207282-55 van Farmaleuven. 22 april, 14u, O&N, Auditorium GA2, Gasthuisberg, Herestraat 49 Info: Patricia.VanCriekingen@pharm. kuleuven.be, (t) 016 32 34 56
Politika Alumni Elke eerste vrijdag van de maand zijn alle alumni polcomsoc welkom in de fakbar tijdens Funky Friday. Wil je een reünie van je afstudeerjaar houden? Politika Alumni zorgt voor de uitnodigingen. Politika Kaffee, Tiensestraat 55. Toegang gratis. Disco-special met DJ Las Vegas & Dr. JiveFunk (aka Ambriage d’Amore) 4 maart, vanaf 21u30. Op 25 maart heeft het Politica Alumni Gala 2006 plaats, met de uitreiking van de Prijs voor de beste eindverhandeling. 25 maart, 18u, academische zitting, 19u30 receptie en uitreiking diploma’s, Auditorium Max Weber, Parkstraat. Politica Alumni organiseert een fuif voor alle alumni sociale wetenschappen. 25 maart, Musicafé, Muntstraat, Leuven. Gratis inkom voor Politica Alumnileden; 2 euro i.p.v 5 euro voor wie dit artikel uitknipt en voorlegt aan de kassa.
[email protected]
12
interview
1.3.2006
campuskrant
“Niet pessimistisch over de toekomst van ons rechtssysteem”
VRG-Alumniprijs voor procureur-generaal André Van Oudenhove Op 10 maart ontvangt André Van Oudenhove de VRG-Alumniprijs. De procureur-generaal van het Brusselse Hof van Beroep en deken van het college van procureurs-generaal komt daarmee in het illustere rijtje van Robert Vandeputte, Jef Vermassen en andere befaamde alumni van de Rechtsfaculteit. “Ik was verrast en vereerd.” Ludo Meyvis
W
e zoeken de procureurgeneraal op in zijn rustige woning in Groot-Bijgaarden. Hij heeft sinds enkele maanden het emeritaat bereikt — of dacht u dat alleen professoren met emeritaat gingen? Na zijn studies bracht hij enkele jaren door aan de balie, maar in 1966 trad hij toe tot de staande magistratuur, het Openbaar Ministerie. Hij werd in 1988 procureur-generaal bij het Brusselse Hof van Beroep, het ambt dat hij tot oktober vorig jaar bekleedde. Samen met zijn vier collega’s van de andere Hoven van Beroep heeft hij daardoor bijna twintig jaar vorm gegeven aan het vervolgingsbeleid in ons land. “Tja, er is heel wat gebeurd natuurlijk, in al die jaren. Maar ik wil even heel duidelijk stellen dat een procureur zeker niet alleen verantwoordelijk is voor de vervolging. De kerntaak van het Openbaar Ministerie is de zorg voor het algemeen belang. Het is dus een verkeerde perceptie om een procureur alleen te zien als iemand die strenge straffen eist. Dat beeld bestaat nochtans.” “Nog niet zo lang geleden bleek uit een onderzoek dat procureurs ver onderaan de waarderingsladder staan — nog lager dan belastingsambtenaren… Men houdt niet van ons werk, omdat het verkeerd geïnterpreteerd wordt, en ook omdat er te weinig over geweten is. Le ministère public, ce mal connu, ce méconnu… Als een zaak voor de rechter komt, zal de procureur inderdaad wel vaak een straf vorderen – al gebeurt het dat hij ter zitting de vrijspraak vordert. Men vergeet echter dat het diezelfde procureur is die in veel gevallen beslist om een zaak niét voor de rechtbank te brengen, omdat dit niet goed zou zijn voor het algemeen belang.” “Een eenvoudig voorbeeld. Er is een ruzie tussen echtgenoten, er vallen klappen, en er is een klacht. Dat is strafbaar, en dus zou er een zaak aanhangig gemaakt moeten worden. Maar als uit de gesprekken blijkt dat er intussen weer toenadering gekomen is tussen de partners, zou het erg contraproductief zijn om de rechtszaak en de veroordeling na te streven. In dergelijke gevallen wordt een zaak dan anders benaderd dan door loutere vervolging. En dat gebeurt dus véél vaker dan men denkt. Die filtering moet ook wel: momenteel krijgt het parket van Brussel alleen al jaarlijks zowat driehonderdduizend mogelijke rechtszaken onder ogen. Als die allemaal voor de rechtbank zouden komen, zou dat niet meteen in het algemeen belang zijn…”. Dutroux “Je moet natuurlijk leren wat dat precies is, het algemeen belang. Ik heb ervaren dat het de essentie van ons werk is. Het is ook daarom dat ik mijn werk altijd met volle enthousiasme gedaan heb, ook al gaat het er soms stormachtig aan toe. Ik heb de grote opmars van de politieke en publieke belangstelling voor het gerecht meegemaakt. Bij het begin van mijn loopbaan ging die belangstelling eigenlijk alleen uit naar assisenzaken. Het gerecht werkte erg geïsoleerd, en we stonden ver van de samenleving. Er werd nauwelijks aandacht aan het gerecht geschonken, niet door de me-
is heel evenwichtig geconcipieerd, en het werkt veel onafhankelijker dan in onze buurlanden. Terwijl de minister van justitie zich in Frankrijk wel eens wil bemoeien met de gang van zaken in concrete dossiers, heb ik in mijn hele ambtsperiode nooit ook maar één poging tot beïnvloeding ondervonden – terwijl ik toch betrokken was in een reeks politiek beladen gerechtelijke dossiers. Onze structuren mogen er zijn, en ik ben heel optimistisch voor de toekomst van ons gerecht, op voorwaarde dat wij onze eigen structuren echt gaan verdedigen en eerbiedigen.”
(© Rob Stevens)
“Uit onderzoek is gebleken dat procureurs ver onderaan de waarderingsladder staan — nog lager dan belastingsambtenaren.” dia en niet door de politiek.” “Dat is veranderd in het begin van de jaren 80, en het onderzoek naar de Bende van Nijvel bracht een en ander in een stroomversnelling. Ik heb alle parlementaire onderzoekscommissies sinds het einde van de jaren 80 meegemaakt, van nogal sereen, zoals de Bendecommissie, tot behoorlijk agressief, zoals de Dutroux-commissie. Dat was een van de pijnlijkste periodes uit mijn beroepsleven. Het valt niet mee om voor het oog van de camera’s te moeten aanhoren hoe men ten onrechte brandhout van je maakt, én van je medewerkers, zonder dat je je naar behoren kunt verdedigen. Nu, ik ontken niet dat die commissie ook goed werk geleverd heeft. De openheid van het gerecht is er veel groter door geworden, en dat is prima — al mag het ook niet te ver gaan. De magistratuur is uit de ivoren toren neergedaald en deed ook haar gewetensonderzoek. De communicatie wordt beter verzorgd, en het overleg met de collega’s en de buitenwereld is aanzienlijk toegenomen.” “Nog een rechtstreeks gevolg was dat het college van procureurs-generaal nauwer is gaan samenwerken. Vroeger was het overleg meer informeel, maar door de nieuwe werking is er veel meer stroomlijning gekomen. De wet heeft nu ook aan elke procureur-generaal een bepaald takenpakket toebedeeld. Zo houdt de procureur-generaal van Brussel zich onder meer bezig met de strafrechtelijke aspecten van milieu- en financieel recht. De zaken zelf blijven natuurlijk onder de bevoegdheid van het rechtsgebied waar
ze altijd al thuishoorden, maar het beleid wordt door het college uitgewerkt in zijn maandelijkse vergaderingen, en geimplementeerd door een van de vijf procureurs-generaal, voor het hele land. Dat gebeurt natuurlijk in overleg met de minister. Ongeveer vier keer per jaar vergaderen de procureurs-generaal trouwens samen met de minister. Ook dat overleg zelf is een zeer goede vernieuwing.” Achterstand “Ik heb bijna veertig jaar doorgebracht in de magistratuur. Ik begrijp sommige uitingen van kritiek op de werking van het gerecht daarom heel goed. Maar je moet eerlijk blijven in je kritiek. Wat de veelbesproken gerechtelijke achterstand betreft, bijvoorbeeld, wijs ik erop dat die in strafzaken zeer relatief is. In het Hof van Beroep te Brussel kunnen de meeste zaken binnen een termijn van enkele maanden worden vastgesteld. Dat vind ik heel redelijk. In burgerlijke zaken is de situatie natuurlijk heel anders, en daar tref je inderdaad een achterstand van soms vele jaren aan. Maar daar moet je dan weer aan toevoegen dat het vaak de partijen zelf zijn die de zaak laten aanslepen door voortdurend niet-essentiële procedurele stappen in te bouwen, met vertraging als gevolg. Dat hoort niet. Er moet nagedacht worden om dit in de toekomst te vermijden.” “Dat ik die kritiek begrijp, betekent echter niet dat ik ons systeem niet zou waarderen. Integendeel: we mogen trots zijn op onze gerechtelijke structuren! Ons Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld,
Populair “Ik was erg blij met de VRG-Alumniprijs, vooral dan de motivering, die sprak over de serene aanpak waarmee ik het recht gediend heb. Ik vond dat een mooie verwoording van wat ik inderdaad altijd nagestreefd heb. Ik beschouw de prijs ook als een blijk van erkentelijkheid tegenover de instelling van het openbaar ministerie, een herwaardering. Populair zal mijn ambt wel nooit worden. Dat begrijp ik wel, maar misschien juist daarom doet zo’n prijs echt wel deugd.” “Het is geen eenvoudig beroep, met een heel zware verantwoordelijkheid, maar je groeit er natuurlijk wel in. Ik heb nooit echte ontmoediging ervaren. Je hebt natuurlijk wel een sterke ruggengraat nodig, en je moet gedreven worden door een paar heel fundamentele principes, ten eerste dat het een ambt is waarin je het algemeen belang dient, en ten tweede dat het deel uitmaakt van een systeem waarin iedereen recht op recht heeft. Als je daarvan doordrongen bent, heb je als magistraat een prachtberoep. Ik aarzel dan ook niet om te zeggen dat mijn beroep heeft bijgedragen tot mijn geluk. Het Openbaar Ministerie is voor mij het meest boeiende aspect van ons rechtssysteem.” “En nu ben ik op rust. Maar ik val niet in een zwart gat. Ik blijf bijvoorbeeld nog zetelen in de Raad van Beheer van de K.U.Leuven. Ererector Oosterlinck vroeg me drie jaar geleden om lid te worden. Ik ben daarop ingegaan, omdat ik vind dat een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie eerst en vooral maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft en dus contact moet houden met de samenleving. Ik leer heel veel in de Raad van Beheer, en het is boeiend om van binnenuit mee te maken hoe een grote organisatie als de K.U.Leuven geleid wordt, en daar misschien af en toe ook iets toe te kunnen bijdragen.” “Daarnaast heb ik nog meer dan genoeg andere activiteiten om me bezig te houden. Ik hou nog wat contact met mijn vroegere werkomgeving, en ik hou me op de hoogte van de ontwikkeling van ons recht. Verder sport ik heel veel, en uiteraard is er mijn familie, mijn echtgenote en onze drie dochters, schoonzoons en kleinkinderen. Je beroep mag dan belangrijk zijn voor een gelukkig leven, maar een warme familiale omgeving is nóg belangrijker.” Het programma van de VRG-Alumnidag ‘Recht in beweging’ op 10 maart vindt u op http://www.law.kuleuven.be/alumni/
campuskrant
diversiteit
1.3.2006
13
Opleiding Vrouwelijk spontaan: meer en beter communiceren op de werkvloer
Experimenteren in het loopbaanlabo Leren opkomen voor jezelf, je baas durven vertellen wat er op je lever ligt, omgaan met kritiek, beter met je collega’s communiceren. Als je snel bent, kun je je nog inschrijven voor een cursus persoonlijke ontwikkeling die al die aspecten van dichtbij bekijkt. De opleiding draagt de welluidende naam ‘Vrouwelijk spontaan’ en staat (voorlopig) dan ook alleen open voor vrouwelijke medewerkers, meer bepaald in administratieve en uitvoerende functies (ATP graden 1-2-3). Ines Minten
H
“
et gaat om een samenwerkingsproject van de Katholieke Hogeschool Kempen en de K.U.Leuven”, zegt Elsy Van Roy van het Centrum voor Gelijkekansenbeleid. “Deze reeks organiseren we als onderdeel van een proefproject dat moet uitwijzen hoe de opleiding het doet in de praktijk. Als de reacties even positief zijn als die van de eerste vijftien deelnemers, zal de Personeelsdienst overwegen om ze op te nemen in het vaste opleidingsaanbod.” Het traject bestaat uit tien sessies van drie uur en stelt de werknemer in zijn
loopbaan centraal. “Wat zijn mijn plusen minpunten? Wat kan ik verbeteren en hoe pak ik dat aan? Waar liggen de oorzaken van mijn problemen en welke rol speel ik er zelf in? Dat zijn enkele van de basisvragen van de reeks. De deelnemers krijgen meer inzicht in hun interactie met anderen en denken er ook bewust en kritisch over na. Bovendien leren ze naar anderen te luisteren, op te komen voor hun eigen mening en om te gaan met conflicten. Alle oefeningen zijn ge-
baseerd op de werkcontext van de deelnemers.” In de reeks wordt een soort laboratoriumsfeer opgezet. Je krijgt een aantal nuttige handvatten aangereikt, die je in eerste instantie in de veilige omgeving van de cursus kunt uitproberen. “Vervolgens is het aan de deelnemers om wat ze opgestoken hebben ook daadwerkelijk op hun werkplek toe te passen”, legt Elsy Van Roy uit. “De cursus heet ‘Vrouwelijk spontaan’ omdat hij kadert in een gelijknamig
ers div rs e div rs e div
ESF-project (Europees Sociaal Fonds, red.) dat focust op gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de werkplek. Ondertussen hebben we echter ook al enkele reacties gekregen van mannen die interesse hadden in het onderwerp. Mocht er voldoende vraag komen vanuit die hoek, dan sluiten we uiteraard niet uit dat we ook voor hen een reeks organiseren. Wat ons betreft lijkt het aanbod voor iederéén erg nuttig.” De reeks loopt van half maart tot mei, en is gratis. Inschrijven moet vóór 6 maart. Info: http://www.kuleuven.be/gkg/info.htm
“Ik voel me nu veel beter in mijn vel” Judith Rekoert, Lut Dupont, Kirsten Verhaegen en Viviane De Keyser zijn vier enthousiaste deelnemers van de eerste reeks. Ze betreuren dat hun cursus al is afgelopen, hopen op een vervolg en raden intussen iedereen aan om zich in te schrijven. Ines Minten, foto’s Rob Stevens
Judith Rekoert, magazijnier Centrale Bibliotheek “Op het moment dat ik van de cursus hoorde, had ik problemen met mijn collega’s en mijn baas, en ik wist dat dat voor een stuk aan mezelf lag. Ik nam dingen snel verkeerd op en werd dan kwaad. Ik uitte mijn assertiviteit niet op de goede manier. De cursus kwam dus als geroepen. Het was voor mij één lange, positieve ervaring. Ik heb er geleerd mijn grenzen af te bakenen, ze zelf te herkennen en ze duidelijk te maken aan anderen. Als iemand me nu bijvoorbeeld vraagt om iets te doen wat ik niet als mijn werk beschouw, ben ik in staat dat meteen te zeggen in plaats van het telkens weer te laten gebeuren en daar ontevreden of boos door te worden. Ik heb de sessies dus echt al op mijn werkplek kunnen toepassen. Ik denk ook niet meer zo gauw dat anderen over me heen willen lopen.”
Kirsten Verhaegen, secretaresse Directie Financiële Diensten “Ik vond mezelf niet assertief genoeg en wou al langer mijn communicatievaardigheden verbeteren. De cursus leek me dus meteen erg interessant. Ik heb geleerd om beter naar anderen te luisteren en mijn mening te uiten. Sommige onderdelen brachten een stukje theorie, maar we hebben ook veel opgestoken via samenwerking in de groep, rollenspellen en creatieve sessies. Stilaan leerden we onszelf en de andere deelnemers beter kennen. Ik voel dat ik veranderd ben en ook collega’s, vrienden en familieleden merken het. Als er een vervolgcursus komt, sta ik als eerste in de rij om me in te schrijven. Die eerste reeks leek me een goed begin van een evolutie die nog lang kan doorgaan. Je kunt je persoonlijkheid blijven bijschaven – dat zal je alleen maar ten goede komen.”
Lut Dupont, medewerker Facturenbureau en Help Desk “De cursus heeft me meer gebracht dan verwacht. Ik zie nu beter in hoe je problemen kunt aanpakken. Geregeld lees ik de cursus nog eens na en denk ik er opnieuw over na. Zo blijf je evolueren. Je persoonlijkheid ontwikkelt zich langzaam, maar na een tijdje voel je duidelijk het verschil. Puur voor jezelf is het dus ook al een nuttige ervaring. Veel mensen zijn verleerd om voor zichzelf op te komen. Tijdens de sessies diep je de durf op om de dingen anders — en beter — aan te pakken dan je gewend bent. Ik zou ze dus aan iedereen aanraden, mannen én vrouwen, lagere én hogere functies. Volgens mij kan iedereen er iets aan hebben.”
Viviane De Keyser, secretaresse Centrum voor Preventieve Gezondheidszorg “Ik zocht al lang naar zo’n cursus, omdat ik voelde dat ik in communicatie met anderen vaak machteloos stond. En als ik me in een hoek gedreven voelde, werd ik kwaad — het begon te borrelen en barstte dan plotseling uit. Dat is nu erg verbeterd. Als iets me stoort, krop ik het niet langer op. Ik ben assertiever geworden, en heb tegelijk meer inzicht verworven in het doen en denken van anderen. Vanmorgen heb ik de cursus nog eens herlezen en ik stelde vast dat er ondertussen veel van is binnengesijpeld. Ik merk ook dat andere mensen anders — warmer — op mij beginnen te reageren. Ik heb de cursus bijzonder graag gevolgd. Ik was 100 procent bij elke sessie betrokken en ik putte er enorm veel energie uit. Sindsdien voel ik me veel beter in mijn vel en ga ik ook weer elke ochtend met plezier naar het werk.”
14
studenten
1.3.2006
campuskrant
Twee studenten burgerlijk ingenieur werkten in labo in Osaka
“In Japan zagen we hoe het ook anders kan” “Een Japans labo is als een huis. Je moet je schoenen uittrekken om binnen te gaan, en er staan bedden om te overnachten of om een middagdutje te doen.” In het kader van een uitwisselingsproject verbleven Maarten Liebens en Sem Moors, twee laatstejaarsstudenten burgerlijk ingenieur, de voorbije vijf maanden in Japan. “Een verrijkende ervaring”, zeggen beiden in koor. “In plaats van traditionele hoorcolleges te volgen zoals in Leuven, konden we ons toespitsen op een eigen onderzoek.” Benedict Vanclooster
S
amen met de universiteiten van Delft, Berlijn en Kopenhagen werkt de K.U.Leuven mee aan DeMaMech (Design and manufacturing in mechatronics), een uitwisselingsprogramma met vier Japanse universiteiten, dat de Europese Unie subsidieert. “Aan de oorsprong ervan ligt het delokalisatieprobleem waarmee zowel Europa als Japan te kampen hebben”, verklaart Sem Moors. “Zowel Europese als Japanse bedrijven verhuizen hun productie-eenheden naar China vanwege de lagere loonkosten. Europa en Japan delen hun belangrijkste troef: hun kennis. Via DeMaMech reiken ze elkaar de hand.” Sem Moors werkte met Maarten Liebens aan de universiteit van Osaka, na Tokio en Kioto de meest gerenommeerde van de in totaal zevenhonderd (!) Japanse universiteiten. De masterjaren voor de toegepaste wetenschappen zijn in Japan op een heel andere leest geschoeid dan in Leuven. “De studenten krijgen dan een project toegewezen en bereiden elk jaar een thesis voor. Terwijl in Leuven tot in het laatste jaar een
Sem Moors (links) en Maarten Liebens. algemene vorming wordt aangeboden”, vertelt Maarten. Vrouwentrein De masterstudenten in Japan wérken niet alleen in hun laboratorium. Ze wonen er bijna. “Zo’n labo is als een huis”, aldus Sem. “Je moet je schoenen uittrekken om binnen te gaan. De meesten verlaten het labo pas om elf of twaalf uur ’s nachts. Er staan zelfs bedden om te overnachten of om een middagdutje te doen. Er is een keukentje ingericht en er zijn strips, ballen, video’s en spelcomputers voorhanden om tussendoor te ontspannen.” Sem, die de richting mechanica volgt, concentreerde zijn activiteiten in het labo op een onderdeel van de systeemtheorie. “Als een computer bijvoorbeeld een bestand wil vinden op de harde schijf, dan gaat er een leeskop bewegen. Een controlefunctie meet de positie van die leeskop en geeft een feedback aan
(© Rob Stevens)
het stuursignaal van de leeskop. Dankzij dit signaal wordt de leeskop naar de juiste positie gestuurd. Bij heel wat computertoepassingen duiken echter controleproblemen op. Ik heb geprobeerd een framework te ontwikkelen om die problemen in te dijken.” Maarten specialiseerde zich van zijn kant in videoherkenning. “Ik stelde het design op van een computerprogramma om mensen te kunnen detecteren en volgen en mocht dat programma vervolgens implementeren. Videoherkenning vindt belangrijke toepassingen bij camerabeveiliging in bijvoorbeeld stations, maar kan ook gebruikt worden voor mobiele robotten die bepaalde personen kunnen volgen.” Sem en Maarten werden bij hun verblijf niet geconfronteerd met een cultuurschok. “Alleen de taal vormt een groot probleem. Het Japans maakt gebruik van de ingewikkelde kanji-tekens”, zegt Sem. “Maar anders viel mij
op hoe weinig de mensen wereldwijd van elkaar verschillen. Alleen de maatschappelijke systemen zijn anders. In Japan zagen we hoe het ook anders kan. Zo rijden er treinen enkel voor vrouwen, omdat zij in de piekuren anders wel eens het slachtoffer werden van handtastelijkheden.” Maarten en Sem zouden graag een professioneel verlengstuk willen breien aan hun Japans avontuur. “De mensen zijn er heel behulpzaam”, zegt Maarten. “Japanners zijn als communisten in een kapitalistisch land”, besluit Sem. “Het groepsgevoel primeert.” De Dienst Studieadvies organiseert infosessies rond werken en/of studeren in het buitenland: 6 maart (China); 7 maart (VS); 13 maart (India) en 14 maart (Japan), 19u30, College De Valk, Aula Zeger Van Hee, Tiensestraat 41. http://www.kuleuven.be/student/ buitenland.htm
Academische wereld en industrie dichter bij elkaar brengen
K.U.Leuven en Dexia Bank richten samen ‘Dexia Financial Engineering Fund’ op Op maandag 30 januari werd de samenwerking tussen Dexia Bank België NV en de K.U.Leuven officieel bekrachtigd. Campuskrant had nadien een gesprek met enkele bezielers van het fonds, met name professor Wim Schoutens (Faculteit Wetenschappen) en de heren Alex Van Tuykom en Geert Gielens (Dexia Bank - Financial Markets). Vincent Buyens “Het Dexia Financial Engineering Fund is een samenwerkingsverband tussen de twee partners ter bevordering van het onderwijs en onderzoek in het gebied van de financial engineering. Dat is het ontwerpen van wiskundige modellen met betrekking tot het prijzen, hedgen en analyseren van financiële producten zoals
opties en andere afgeleide producten.” “Wat het fonds bijzonder, zelfs uniek maakt, is dat het in principe gaat om een schenking. Dat wil zeggen dat Dexia Bank in eerste instantie een aanzienlijke som ter beschikking stelt van de K.U.Leuven zonder daarvoor strikt juridisch iets in de plaats te moeten krijgen — de statuten definiëren natuurlijk een bepaalde vorm van samenwerking. Dit garandeert de academische vrijheid van de onderzoekers en mag als illustratief beschouwd worden voor de vertrouwelijke relatie die bestaat tussen de partners.” Prijs ”In de praktijk komt het fonds neer op de formele erkenning van een samenwerking die reeds verschillende jaren bestaat. Zo begeleiden medewerkers van Dexia Bank reeds meerdere jaren eindverhandelingen van Leuvense studenten uit de Master Wiskunde en uit de Master Financial and Actuarial Engi-
neering (MFAE). Verder brachten de studenten een bezoek aan een marktzaal van Dexia Bank en zijn er ook een aantal consultancy-projecten opgestart. Die coöperatie werd door beide kanten als zo’n succes ervaren dat besloten werd tot de oprichting van een echt fonds. De werkingsmiddelen zullen dan ook voor een groot deel ten goede komen aan de studenten. Het fonds is namelijk nauw gelieerd met de opleiding Master in Financial Engineering en voorziet in een aantal concrete activiteiten ter ondersteuning van de opleiding.” “De hoofdschotel is zonder twijfel een workshop waaraan naast de studenten ook medewerkers van het Dexia Modelling team deelnemen. Dit geeft de studenten een unieke gelegenheid om in contact te komen met mensen uit het beroepsleven en om internationale autoriteiten op het vlak van financial engineering aan het werk te zien, zoals de Italiaanse expert Fabio Mercurio. Verder
zal er tijdens de komende maanden weer een bezoek aan een van de Dexia-afdelingen georganiseerd worden en zal het fonds aan het einde van het academiejaar een prijs uitreiken voor de beste eindverhandeling binnen de MFAE-opleiding.” Brug “We willen hier benadrukken dat niet alleen de studenten van het MFAE-programma gebaat zijn bij deze samenwerking, maar ook de opleiding op zich. De opleiding is een mooi voorbeeld van een interfacultaire samenwerking waarbij de afdeling Statistiek — professor Jan Beirlant en professor Wim Schoutens — van de Faculteit Wetenschappen en de actuariële onderzoeksgroep — professor Marc Goovaerts en professor Jan Dhaene — van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen de kern vormen.” pagina 15
campuskrant
studenten
1.3.2006
15
Eerste excellentiebeurzen uitgereikt
De ‘beursgangers’ van het Fonds Dillemans Linsey, Anne en Ellen zijn beloftevol, hebben aan de K.U.Leuven gestudeerd en willen zich hier verder specialiseren. Maar dat is na de Bolognahervorming lang niet altijd zo eenvoudig. Met de steun van het Fonds Dillemans begonnen ze enkele maanden geleden aan hun master-na-master en op 16 maart krijgen ze tijdens een academische zitting hun excellentiebeurs officieel uitgereikt. Joke Depuydt
S
inds de Bolognahervorming worden overheidsbeurzen enkel uitgereikt voor basisopleidingen, en niet langer voor specialisatieopleidingen, die nochtans nuttig of zelfs noodzakelijk zijn als opstap naar een onderzoeksloopbaan of een leidende functie. Om daaraan te verhelpen geeft de K.U.Leuven jaarlijks enkele beloftevolle studenten een duwtje in de rug. Het Fonds Roger Dillemans financiert een tweede masterdiploma voor beloftevolle en gemotiveerde studenten die hun eerste masteropleiding met een studiebeurs van de Vlaamse Gemeenschap én met goede academische resultaten voltooiden. Linsey Bertels volgt na haar studie Germaanse de opleiding Complementary Studies Master in Social and Cultural Anthropology. Anne Knapen, bio-ingenieur in land- en bosbeheer, specialiseert zich via een opleiding milieuwetenschap en -technologie tot milieucoördinator. Ellen Van Stichel is licentiate in de godsdienstwetenschappen en volgt de gespecialiseerde studie in de godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen. Anne: “Ik verbleef voor mijn thesis drie maanden in Ethiopië waar mogelijkheden als staalname-apparatuur, pc’s… heel beperkt zijn. Niet altijd even evident, maar wel enorm verrijkend. Ik had in mijn beursaanvraag aanvankelijk voor een andere richting gekozen dan diegene die ik nu volg. Toen ik de beurs toegewezen kreeg, heb ik gevraagd of ik alsnog voor milieucoördinator kon kiezen. Dat kon... Misschien hebben mijn punten de doorslag gegeven.” Linsey: “Ik denk dat mijn keuze voor antropologie meespeelde, en misschien het feit dat ik mijn studie met de lerarenopleiding combineerde, en dus duidelijk een gemotiveerde studente was. Mijn eindverhandeling ging over Nederlands voor anderstaligen. Ik geef deeltijds les en het lijkt me boeiend om die twee vakgebieden, Nederlands en
antropologie, te verenigen en onderzoek te doen naar de kennis van het Nederlands en de integratie van migranten.” Ellen: “Mijn thesis was een kritische analyse van en vergelijking tussen documenten van zowel de Heilige Stoel, als van bisschoppenconferenties en individuele theologen over globalisering. Dit jaar spitst mijn onderzoek zich toe op de discussie over globale rechtvaardigheid: enkele theorieën over mondiale rechtvaardigheid worden tegenover elkaar geplaatst en bestudeerd vanuit een christelijk ethisch perspectief. Ik hoop dat het resulteert in een doctoraatsonderzoek, een hoop die ik ook naar de leden van de commissie heb uitgesproken.”
pagina 14
de mensen. Bovendien blijft Dexia Bank op die manier ook steeds voeling houden met de nieuwste academische modellen. Zo vormt het fonds een brug tussen het academische onderzoek op lange termijn en de noden van het bedrijfsleven op wat kortere termijn.”
“Al de betrokken professoren zijn het er over eens: Deze samenwerking bevordert ook de relatie met de praktijk en de arbeidsmarkt. De geëngageerde interesse van Dexia Bank, waarvan de workshop en de andere activiteiten de concrete manifestatie zijn, vormt het beste bewijs dat de MFAE-opleiding geen louter academische aangelegenheid is, maar integendeel rechtstreeks aansluit bij het bedrijfsleven. Daarenboven zal het onderzoek op die manier ook gestuurd kunnen worden vanuit de praktijk, wat de relevantie ervan enkel maar ten goede kan komen.” “Voor Dexia Bank betekent het fonds niet alleen een formele erkenning van de coöperatie die reeds langer bestaat, maar vormt het ook een meer geïnstitutionaliseerde manier om in contact te komen met mogelijke toekomstige werknemers. Banken zijn immers op zoek naar sterk kwantitatief geschool-
Droom Linsey: “Dankzij de beurs kan ik een extra jaar studeren en een diploma behalen dat misschien niet zoveel economische waarde heeft, maar wel een grote invloed heeft op mijn persoonlijke ontwikkeling en wereldbeeld. Zonder de beurs zou ik dat niet gedaan hebben en direct voltijds gaan werken zijn. Ik zou graag verder lesgeven, maar een job als onderzoeker zie ik ook wel zitten. Door antropologie te studeren, krijg je een andere visie op de situatie van anderstaligen en hun culturele en sociale achtergrond. Ik wil mijn wereldbeeld verruimen en natuurlijk ook graag écht een beetje van al die boeiende culturen proeven en een stukje van de wereld zien.” Anne: “De beurs is een enorme financiële steun. Zónder zou ik tijdens het academiejaar moeten gaan werken, wat mijn sociale bezigheden zwaar zou beperken omdat deze richting toch wel veel tijd vraagt. Verder bewijst de beurs dat de mensen van het fonds in mij geloven en vormt ze voor mij een grote motivatie om mijn best te blijven doen. Ik koos voor milieucoördinator omdat het mooi aansluit bij mijn vooroplei-
ding en omdat er een vraag bestaat op de arbeidsmarkt naar mensen die voor bio-ingenieur en milieucoördinator hebben gestudeerd.” Ellen: “Voor mij betekent de beurs vooral de mogelijkheid om een gespecialiseerde opleiding te volgen waardoor ik niet alleen mijn onderzoek kan voortzetten, maar ook mijn algemene theologische kennis kan verdiepen. Als een doctoraat niet zou lukken, dan droom ik ervan om bij een ngo aan de slag te kunnen. Enkele maanden vrijwilligerswerk in het Zuiden of werken aan meer rechtvaardigheid binnen onze eigen maatschappij, bijvoorbeeld via de Vierde Wereld-werking, spreken me ook erg aan. Een andere mogelijkheid is vormingswerk met jongeren om via bewustwording van de problemen die hen omringen, hun blik te verruimen. In ieder geval hoop ik me vanuit een christelijke inspiratie op een of andere manier in te zetten, vooral voor de concrete mensen achter deze problematiek.” http://www.kuleuven.be/mecenaat/beurzen/ De andere bursalen van het Fonds Roger Dillemans 2005-2006 zijn Luc Dedeyn, Rein Duyck en Mathieu Magherman. Op 16 maart krijgen zij hun beurs uitgereikt tijdens een academische zitting over ‘Gelijkheid en diversiteit binnen de universiteit’, 20u, Promotiezaal. Kandidaten voor een beurs voor een ManaMa na het behalen van een initiële master met een studiebeurs van de Vlaamse Gemeenschap kunnen contact opnemen met Isabel Penne, K.U.Leuven Partnership & Academic Development, Minderbroedersstraat 5, 3000 Leuven, (t) 016 32 41 44, Isabel.
[email protected]
Van boven naar onder: Linsey Bertels, Anne Knapen en Ellen Van Stichel. (© Rob Stevens)
Twee leerstoelen verlengd Op 22 februari werd de ‘GlaxoSmithKline leerstoel in respiratoire farmacologie’ (titularis professor Geert Verleden, Dienst Pneumologie) verlengd. Op 28 februari werd de ‘Boehringer Ingelheim en Eli Lilly leerstoel in biologische psychiatrie’ verlengd (titularis professor Koen Demyttenaere, Afdeling Psychiatrie).
Op 30 januari werd de samenwerking tussen Dexia Bank en de K.U.Leuven officieel bekrachtigd. Op de foto: Professor Jan Dhaene, professor Wim Schoutens, professor Jan Beirlant, professor Marc Goovaerts en Alex Van Tuykom en Geert Gielens van Dexia Bank. (© Rob Stevens)
16
interview
1.3.2006
Leven na Leuven
campuskrant
Kathleen Van Brempt, arbeidssociologe en Vlaams minister
“ Louis Tobback heeft me erin geluisd” Of Kathleen Van Brempt (36) op 6 maart met de fiets of met de trein naar Leuven komt, kon ze ons tijdens het interview nog niet met zekerheid vertellen. Aan haar studententijd in Leuven houdt de minister in elk geval goede herinneringen over, en haar beschrijving van sociale economie als haar ‘warme’ bevoegdheid laat vermoeden dat ze voor de opening van een initiatief als ‘Sociale economie op de Campus’ wel een extra inspanning over heeft. Interview Els Spaas (© Rob Stevens)
Bij het aantreden van de huidige Vlaamse Regering met Kathleen Van Brempt als minister van gelijke kansen, mobiliteit en sociale economie werd in elk overzicht melding gemaakt van een schijnbare tegenstelling in Van Brempts curriculum. Van Brempts katholieke achtergrond bleek opmerkelijk voor een socialiste. “Vooral de generatie van mijn ouders ziet katholieken en socialisten als tegenpolen. Het was dan ook niet evident om aan mijn ouders te vertellen dat ik bij de SP ging werken. Voor hen waren de socialisten ‘des duivels’. Nu is geloof gelukkig minder relevant geworden: je kiest nu voor een partij op basis van ideeën en overtuigingen.” Bier “Mijn ouders waren geen strenge katholieken: mijn opvoeding was even katholiek als die van de meeste Vlamingen. Dat hield in dat ik naar een katholieke school ging, maar we gingen bijvoorbeeld niet elke zondag naar de kerk. Die katholieke school lag me overigens volstrekt niet. Ik was geen gemakkelijke puber en ik worstelde met de discipline op school. Dat leidde regelmatig tot aanvaringen met leerkrachten en met de schoolleiding. Mijn vierde jaar heb ik uiteindelijk twee keer gedaan.” “Aan het einde van mijn schooltijd kreeg ik het advies een A1-opleiding te gaan studeren, maar ik wilde naar de universiteit. Het bestaan van die mogelijkheid is eigenlijk wél opmerkelijk: ik reken mezelf bij de eerste generatie
waarvan mensen uit ‘gewone’ gezinnen de kans kregen om verder te studeren. Mijn zus was thuis de eerste die die stap zette. Toen ze slaagde in de eerste kandidatuur hebben we dat gevierd met een krat bier. Ik moet mijn broer en zus heel dankbaar zijn: zij hebben echt de weg gebaand voor mij.” Fuifbeest “Politieke actualiteit was ook toen mijn grote interesse: ik ging dus politieke en sociale wetenschappen studeren. En even belangrijk: ik wilde absoluut op kot. Ik heb thuis dan maar verteld dat de richting pol & soc alleen in Leuven bestond.” “Op basis van mijn loopbaan aan de middelbare school gaven veel mensen me maar een klein kansje om te slagen in Leuven. Maar ik ben er vlot doorgewandeld, en mijn studententijd was een fijne periode. Mijn studies combineerde ik met jobs in de horeca: een extra centje was altijd welkom.” “Tijdens mijn studententijd hield ik me ver van elk politiek engagement. Ik was eigenlijk vooral een fuifbeest. De bezielende lessen van professor Dobbelaere zijn er bovendien verantwoordelijk voor dat ik uiteindelijk voor sociologie koos, en niet voor politieke.” Waw! “Mijn eindverhandeling ging over het Europese armoedebeleid, en ik deed een paar casestudies over Antwerpen. Dat heeft een grote indruk op me gemaakt:
het heeft me een stukje gevormd tot socialist. Als socioloog lijkt me dat haast onvermijdelijk. Je bestudeert de kern van het armoedeprobleem. Je moet al een hart van steen hebben om daarbij onbewogen te blijven. Verder herinner ik me ook een lezing van Frank Vandenbroucke tijdens die jaren in Leuven. Dat was een echt waw-moment. Hij imponeerde: ook dat was een van die momenten waarop ik weer iets meer socialist ben geworden.” “Na de universiteit kon ik als onderzoeker aan de slag bij het ABVV, waar Robert
“Mijn studie heeft me mee-gevormd tot socialist. Als je het armoedeprobleem bestudeert, moet je al een hart van steen hebben om daar onbewogen bij te blijven.” Voorhamme algemeen secretaris was. Die maakte wat later de overstap naar de politiek en vroeg of ik meekwam, en ik heb dat gedaan. Zo kwam ik dan eerst op de partijstudiedienst terecht, en later op een aantal kabinetten.” “Op de voorgrond treden is nooit mijn bedoeling geweest. Integendeel: ik wilde achter de schermen blijven werken. Maar het is Louis Tobback die me erin heeft geluisd. Hij vroeg in 1999 of ik het zag
zitten om op een lijst te gaan staan. Dat idee schrikte me erg af: ik had het gevoel dat ik voor de leeuwen werd gegooid. En door mijn job had ik ook een duidelijk zicht op de impact van verkiezingen op het leven van een politicus.” “Louis stelde dan voor het ‘gewoon’ eens te proberen. Ik kwam op als tweede opvolger op de Europese lijst: een volstrekt onverkiesbare plaats. Het campagnevoeren bleek onverwacht heel leuk: samen met Saïd El Khadraoui schuimde ik markten en debatten af. En toen werd ik dus verkozen.” “Ik merk nu dat ik een beetje hetzelfde doe als Louis in die tijd: ik probeer mijn medewerkers ervan te overtuigen actief te worden in de politiek. Er zijn natuurlijk veel manieren om je te engageren: je kan bij een derde- of vierdewereldbeweging gaan werken of bij een NGO of een vakbond. Politiek is volgens mij de hardste maar ook de mooiste manier.” Havenarbeider “Europa was een heel boeiend terrein. Ik zag mijn verkiezing als een opportuniteit: ik wou het keigoed doen, dus ik wierp me met mijn volle gewicht in de strijd. Milieuwetgeving en consumentenzaken waren twee van ‘mijn’ materies. Maar waar ik me nog altijd het meest betrokken bij voel, is het havendossier. Dat was voor mij iets heel persoonlijks. Mijn vader was havenarbeider, en zijn collega’s beschouwen me als een van hen.” pagina 17
– advertentie –
Ontdek jezelf. Begin bij de infodagen K.U.Leuven Zaterdag 11 maart, 18 maart en 25 maart 2006.
campuskrant
studenten
1.3.2006
pagina 16 “Die mannen noemen me niet minister Van Brempt, ze zeggen gewoon Kathleentje — hoewel ik vaak even groot ben als zij. Toen ik verkozen werd hadden ze weinig hoop op een goede afloop: ze vreesden dat ‘die van Brussel’ toch nooit zouden luisteren. Maar dat stimuleerde me nog meer: ik wilde het echt helemaal waarmaken. Eerst stond ik helemaal alleen in het Europees Parlement — alleen mét de macht van de straat achter me. Ik heb er hard voor moeten lobbyen en sensibiliseren, maar mijn inspanningen zijn niet voor niets geweest. Het afwijzen van de richtlijn die de havendiensten moest privatiseren heeft me een enorme boost gegeven, ook zoveel jaar later.” Commentaar “Na enkele maanden in de Federale Regering — dat was niet mijn plan en ik beschouw het eigenlijk als een intermezzo — kwam ik dan in de Vlaamse
Regering terecht. De combinatie van mijn bevoegdheden zie ik als een uitdaging: mobiliteit, gelijke kansen en sociale economie liggen inhoudelijk ver uit elkaar, al zijn er duidelijke links. Het is niet altijd gemakkelijk om het ene moment te vergaderen over sociale economie, daarna vragen te beantwoorden over mobiliteit en even later nog zinvol bezig te zijn met gelijke kansen.” “Mobiliteit beschouw ik als mijn harde bevoegdheid. Over die materie krijg ik het vaakst commentaar. Iedereen is er mee bezig en heeft er een mening over, dat is ook het leuke. In mijn bevoegdheid voor mobiliteit zie ik ook veel ruimte voor heel concrete verwezenlijkingen. Zo ben ik pas nog een nieuwe tramlijn gaan inhuldigen in Antwerpen. Die tramlijn heeft een heel groot effect op het leven van de mensen daar. Mobiliteit is geen puur economische materie: er zijn zeer belangrijke sociale aspecten. Ik streef ernaar een balans te vinden tussen bereikbaarheid
voor zoveel mogelijk mensen, en de ecologische draagkracht. Als ik mijn eigen pakketje bevoegdheden mocht samenstellen zou ik kiezen voor de combinatie van mobiliteit en leefmilieu.” “Gelijke kansen is een morele bevoegdheid. Die biedt ook veel perspectieven: gelijke kansen gaat over quota bij verkiezingen of niet, over allochtonen op de arbeidsmarkt, ... Een antidiscriminatiewet moet dat allemaal concreet maken.” Opwinden “Sociale economie — de reden waarom ik naar Leuven kom — noem ik mijn warme bevoegdheid. Sociale economie heeft het doel om mensen zonder kansen — zoals mensen met een handicap of laaggeschoolden — opnieuw een job te geven. Dat kan in sociale en beschutte werkplaatsen, in kringloopcentra of in invoegbedrijven. Het effect van extra middelen voor die sector is nauwelijks te vatten: mensen krijgen opeens weer een toekomst. De dankbaarheid van die
17
mensen is vaak enorm.” “Ik kan me ongelofelijk opwinden over uitspraken over de ‘onwil’ van langdurig werklozen. Twintig jaar geleden waren die mensen aan het werk: ze zijn gewoon weggesaneerd. Er is dus een economie nodig die die mensen in de samenleving wil betrekken, en daarvoor moet de overheid tussenkomen. Anderzijds: sociale economie staat niet los van het economische systeem. Invoegbedrijven zijn daar een goed voorbeeld van: die krijgen opstartsteun voor de extra inspanningen die ze doen voor zwakkere werknemers. Nadien schakelen die bedrijven zich gewoon in in de reguliere economie.” Kathleen Van Brempt is één van de sprekers op de academische zitting waarmee het project ‘Sociale economie op de campus’ geopend wordt. Dat loopt van 6 t.e.m. 9 maart, met verschillende activiteiten op verschillende locaties. Meer informatie en het volledige programma vindt u op http://www.socialeeconomie.be/
Art and Commemoration-project zet buitenlandse (oud-)studenten in de kijker
“Wie zijn die mensen?” De standbeelden die de façade van het stadhuis sieren — veelal prominente figuren uit de Leuvense geschiedenis — hebben sinds kort het gezelschap gekregen van een kleurrijke groep (oud-)studenten van de K.U.Leuven. De tien levensgrote foto’s die bevestigd werden aan weerskanten van het stadhuis zijn het resultaat van het Art and Commemoration-project van de Argentijnse kunstenares Mariela Limerutti. Vincent Buyens
S
teeds meer buitenlandse studenten vinden hun weg naar de K.U.Leuven. Sommigen pikken gewoon een semester mee in een internationaal uitwisselingsprogramma, anderen kiezen ervoor een volledige opleiding te volgen om dan de verworven kennis toe te passen in het thuisland. Maar sommigen besluiten na hun studies gewoon in of rond Leuven te blijven en er een leven op te bouwen. Die laatste groep vormde het onderwerp van het Art and Commemoration-project en leverde ook de modellen voor de foto’s die nu prijken op de muren van het stadhuis. Met de foto’s wil Limerutti naar eigen zeggen duidelijk maken dat de buitenlandse oud-studenten evenzeer deel uitmaken van de stad, haar mee vorm geven, en op die manier ook een eerbetoon verdienen. Campuskrant had een gesprek met enkele van die ‘buitenlanders’. Ahmed Abdelkhalek (Egypte) “Als onderzoeksassistent bij het ministerie voor water en irrigatie in Caïro zocht ik vier jaar geleden een gepaste masteropleiding in Europa. Uiteindelijk viel mijn oog op Leuven, waar ik een beurs voor twee jaar kreeg om mijn studies te volbrengen. Het was mijn eerste contact met Europa en dat betekende dat ik toch even moest wennen aan een heel andere manier van leven. Vrienden maken bleek makkelijker onder de andere internationale studenten, zowel in mijn klas — waarin vierentwintig studenten van vijftien verschillende nationaliteiten zitten — als in het ontmoetingshuis Pangaea, waar het altijd fijn toeven is. Leuven is een speciale stad waar je met veel verschillende culturen in contact komt in een typisch studentikoze sfeer. Na de master begon ik aan een doctoraatsopleiding die ik voorlopig zelf financier met een studentenjob in Pangaea, dit in afwachting van mijn beursaanvraag. Het project van Limerutti sprak me enorm
aan omdat het de inwoners van de stad probeert duidelijk te maken dat de internationale studenten geen toeristen zijn, maar echt deel uitmaken van de eigenheid van Leuven. Dat het initiatief de steun kreeg van het stadsbestuur is dan ook zeer bemoedigend.” Maria Gonzalez (Spanje) “Ik studeerde rechten in Spanje en kwam naar Leuven in het kader van het Erasmusprogramma. Enkele vrienden van me studeerden in Leuven en via hen kreeg ik een goede indruk van zowel de stad als de universiteit. De eerste week was enorm verwarrend. Het is even zoeken om je draai te vinden in een stad waar je nog nooit geweest bent. Waar is de faculteit, waar het studentenrestaurant en de supermarkt? Maar na die eerste week voelde ik me eigenlijk meteen thuis. Het leuke aan Leuven is dat het eigenlijk een kleine stad is met een relatief grote groep studenten. Dat maakt het makkelijker om mensen te leren kennen. De lessen waren best zwaar, maar ik had toch voldoende de gelegenheid om van het Leuvense studentenleven te proeven. Na dat Erasmusjaar ben ik teruggekeerd naar Spanje om mijn masteropleiding af te ronden. Het jaar daarna was ik echter alweer in België — deze keer in Brussel — om er nog een bijkomende master te volgen. Nu werk ik in Brussel als advocate en probeer ik na de werkuren mijn verkenning van de Belgische cultuur verder te zetten.” Colin Nelsen (Verenigde Staten) “In 2002 was ik nog aan het werk als timmerman in San Francisco. Dat jaar kruiste in Milaan een Belgisch meisje mijn pad en voor ik het wist, volgde ik in Leuven een cursus Nederlands. Momenteel studeer ik godsdienstwetenschappen. Leuven was me vooraf volledig onbekend, maar gelukkig had ik via mijn vriendin meteen een Belgische vriendenkring, zodat ik me nooit
Van links naar rechts: Ahmed Abdelkhalek uit Egypte, Maria Gonzalez uit Spanje en Colin Nelsen uit de Verenigde Staten. (© Rob Stevens)
geïsoleerd gevoeld heb. Later leerde ik via mijn studierichting en Pangaea ook internationale studenten kennen. Intussen volg ik ook nog de aggregaatsopleiding en speel ik met het idee om volgend jaar gewoon in België les te geven. Het enige dat me hier stoort is het onoverzichtelijke bureaucratische systeem. Telkens weer maanden wachten om een verblijfsvergunning te krijgen
om daarmee dan een arbeidskaart te kunnen aanvragen. Het werkt ontmoedigend. Over het Limerutti-project ben ik enorm te spreken. Het is een schitterend concept dat mensen werkelijk aan het denken zet: ‘Waarom hangen die foto’s daar tussen eminente figuren uit het Leuvense verleden? Wie zijn die mensen?’ In die zin bereikt het initiatief zeker zijn doel.”
18
cultuur
1.3.2006
campuskrant
Filmproject SPES heeft regisseur Luc Dardenne te gast
“Je moet bang blijven zoals de eerste keer” Samen met zijn broer Jean-Pierre (54) behoort de Waalse filmmaker Luc Dardenne (51) tot een select clubje van regisseurs die twee keer de prestigieuze Gouden Palm in de wacht sleepten. Slechts vier anderen, waaronder Francis Ford Coppola, deden het hen voor. De Dardennes werken echter onverstoord verder aan hun films die zich afspelen aan de bikkelharde onderkant van de maatschappij. SPES wijdt er een filmcyclus aan, Au dos des images. “Hoe mensen elkaar (her)ontdekken is de rode draad door onze films.” Katrien Steyaert
D
e studenten van SPES, die ijveren voor ‘spiritualiteit in economie en samenleving’, openen hun filmcyclus met La Promesse (1996), de doorbraakfilm van de broers Dardenne over de jonge Igor die zijn vader helpt bij diens handeltje in illegale migrantenwerkers. Daarna volgt Rosetta (1999), het schrijnende portret van een meisje op zoek naar werk waarmee de regisseurs onverwachts hun eerste Gouden Palm grepen. Als afsluiter wordt het beklijvende Le Fils (2002) getoond waarin Olivier Gourmet een vader speelt die de dood van zijn zoon probeert te verwerken. De filmreeks werd voor de gelegenheid Au dos des images gedoopt, naar een boek van Luc Dardenne. “Ik heb het daarin onder meer over film en de filosoof Emmanuel Levinas, die me het meest beïnvloed heeft en die ik nog altijd lees.” Aan het begin van de jaren zeventig studeerde Dardenne aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, waar de lessen toen nog in het Frans gegeven werden. Ondertussen schoolde JeanPierre zich tot acteur. “Hij was assistent van regisseur Armand Gatti, die ons de liefde voor film meegaf. Voor onze eerste projecten verzorgde ik het geluid, mijn broer het beeld. Tweeëndertig jaar later werken we nog steeds samen en daar heb ik geen spijt van.” ‘Tricheurs’ Nog in de jaren zeventig portretteerden de Dardennes honderden Waalse arbeiders. “Bij het maken van onze films denken we vaak aan hen terug. Het zijn niet letterlijk onze personages geworden maar we hebben Rosetta’s ontmoet en met hen gepraat.” De laagste sociale klassen spelen steevast de hoofdrol in de compromisloze prenten van de broers. In een uiterst sobere stijl, vaak zonder een noot muziek, bieden ze een inkijk in het sombere leven van de Igors, Rosetta’s of Bruno’s (hoofdpersonage in ‘L’Enfant’ uit 2005 — red.) van deze wereld. Mogen we hun stijl semi-documentair noemen? “Het woord zegt niet veel, maar waarom niet? We vermijden inderdaad effecten die sommige fictiefilms aanwenden. Je krijgt de indruk dat de camera altijd achterloopt op de daden van de acteur en dat zorgt voor een realiteitseffect dat aanleunt bij dat van de documentaire. Het lijkt alsof we de werkelijkheid niet manipuleren maar dat is fout; een film is een constructie. We zijn echte ‘tricheurs’ (lacht).” De plaats van de actie is bijna altijd Seraing, een mistroostige voorstad van Luik, eens een bruisende stad, nu een grauwe en verlaten plek. “We werken er graag omdat we er opgegroeid zijn. Een economische crisis heeft de stad verwoest. We zagen hoe drugs en armoede hun intrede deden, hoe families kapot
gingen, de huizen bleven leegstaan. Seraing viel uit elkaar en haar inwoners stonden er alleen voor, zonder solidariteit. Het interesseert ons te tonen hoe geisoleerde mensen toch een band met een andere kunnen smeden. Want dat hebben we nodig.” De sombere films eindigen vaak abrupt, maar op een hoopvolle noot. “Mensen ontmoeten anderen in het leven en dat verandert hen.” Karikaturaal De hotsende camera in Rosetta, de schaarse woorden en snijdende spanning in Le Fils, het is vaak doorbijten als je naar ‘een Dardenne’ kijkt. L’Enfant, de nieuwste telg die dit jaar een tweede Gouden Palm opleverde, lijkt toegankelijker. “De cameravoering is rustiger en het kader groter omdat we het leven van twee mensen in beeld brengen. Ik vind overigens niet dat we ontoegankelijk werken. 160.000 Belgen hebben de film gezien, je kan niet zeggen dat we ons publiek niet bereiken. In de zaal heb je variatie nodig. Als jongeren enkel gevormd worden door simplistische, karikaturale films zijn prenten waarin de mens iets complexer wordt voorgesteld meteen ‘moeilijk’. Ik strijd er al jaren voor om de grote klassiekers op school te tonen om zo de jeugd wat filmcultuur bij te brengen.” ‘Style Dardenne’, wars van sentimentaliteit en pompeuze woorden, is geen strategie maar “gewoon onze manier van werken”. In de hoop dat die iets teweegbrengt. “Dat de kijkers de wereld op een andere manier zien, dat ze nadenken, dat ze ontroerd zijn. Of we iets wezenlijks kunnen veranderen? Nee! Alleen daden slagen daarin, geen personen of films. Maar je kan wel het geweten aanspreken. Miljoenen mensen zagen Rosetta op het scherm; misschien helpt dat om Rosetta’s te zien in het echte leven en op hen te letten.” Opstaan met de Gouden Palm In hun kantoor in Luik praten Luc en Jean-Pierre dagelijks over hun ideeën. “Zo komen we tot scènes en een scenario dat we samen een achttal keer herwerken. Tijdens het inblikken van de film verdelen we wel de taken. Op de set zit een van ons stilzwijgend achter de monitor terwijl de andere met de ploeg overlegt. Over elke opname wisselen we van gedachten. Twee praters zou verwarrend kunnen zijn, maar we werken al twaalf jaar met dezelfde crew; ze weten wat ze kunnen verwachten.” Ook met enkele van de acteurs hebben de regisseurs een nauwe band. Zo werkten ze al meermaals samen met Olivier Gourmet en Jérémie Renier. “Het zijn grote acteurs. We hebben ze ontdekt en het zijn goede vrienden geworden. Ze doen meer dan hun rol spelen; samen evolueren we tijdens het draaien. Door
Luc Dardenne (links) met broer Jean-Pierre: “We werken al tweeëndertig jaar samen en daar heb ik nog steeds geen spijt van.” (© Christine Plénus)
alles chronologisch op te nemen (‘in continuity’), groeien de personages en kunnen de acteurs erop inspelen. Zij, of de technici, mogen altijd suggesties doen. In ‘continuity’ werken geeft ons de durf om dingen aan te passen.” Een nieuw geesteskind, bedoeld voor 2008, is al in de maak. “Nee, ik wil er niks over kwijt.” Leggen de vele trofeeën een grotere druk op de schouders van beide heren? “Na de Palm voor Rosetta hadden we er last van, nu niet meer. ‘On s’en fou un peu’. Ik sta niet elke ochtend op met de Gouden Palm, ik ga gewoon aan het werk. Elke film is iets
UUR KULtUUR Muziektheater Frulla Baas & Mozart Frulla Baas brengt het pittigste uit de eigenzinnige brieven van Mozart aan zijn nichtje Fräulein Maria Anna Thekla Mozart, ‘das Bäsle’. De makers kiezen niet voor een live-declamatie van de brieven, maar voor een eigentijds equivalent. Mozart schrijft videobrieven naar zijn nicht en vindt hiermee een uitlaatklep voor zijn verhit, verliefd hoofd, een welgekomen ontspanning voor zijn onophoudelijke werkdruk, een luisterend en medeplichtig oor in zijn kinderlijke humor. Het resultaat is een aanstekelijke videomontage met Michaël Pas als Mozart en Maaike Neuville als ‘das Bäsle’, met live-begeleiding van pianofortespeler Jan Vermeulen en zoon Claus. 8 maart, 22u, STUK, Soetezaal, Naamsestraat 96
nieuws, dat ons opnieuw onderdompelt in dezelfde angsten en vreugdes. De omgeving verdwijnt en je vergeet je successen. De clou is: je moet angstig blijven zoals de eerste keer.” Au dos des images toont La promesse (2 maart), Rosetta (9 maart) en Le Fils (16 maart). Telkens om 20u in Studio 1, Brabançonnestraat 25. De prijs bedraagt 4 euro per film of 10 euro voor de drie. Gespreksavond met Luc Dardenne op 22 maart om 20u in Auditorium Zegher Van Hee, Rechtsfaculteit De Valk, Tiensestraat 41. http//www.spes-forum.be
Rechtzetting Verwisselen is menselijk: in het vorige nummer van Campuskrant plaatsten we bij vergissing de foto van Marijke Huysmans (laureate Wetenschappelijke Prijs McKinsey) bij het interview met Inge Stevens (laureate Prijs Toerisme Vlaanderen), en vice versa. Onze excuses aan beiden, en om het goed te maken hierbij alsnog de juiste namen onder de juiste foto’s. De interviews met beide prijswinnaars kunt u nalezen in ons archief op http://www.kuleuven.be/ck/
Rock: Buurman “Altijd rechtdoor en vol in de bocht”, zingt Geert Verdickt in het nummer Doorgaan, en dat is ook waar Buurman voor staat: vier muzikanten die er volledig voor gaan. Radio 1 is alvast geïnteresseerd: enkele Buurmannummers (o.a. De Protestkabbelsong) kwamen terecht in de Radio 1-playlist. Buurman bouwde ondertussen ook een stevige live-reputatie op. Zo speelde de groep al met veel succes op Boterhammen in het Park en de Gentse Feesten. Beter een goede buur dan een verre vriend? Oordeel zelf! 22 maart, 22u, Grote Aula, MariaTheresiacollege, St.-Michielsstraat 6 Elk UUR KULtUUR is gratis. (t) 016 32 03 40, http://www.kuleuven.be/cultuur
Inge Stevens (© Rob Stevens)
Marijke Huysmans (© Rob Stevens)
campuskrant
19
valvas
1.3.2006
Doctoraten
– advertentie –
Wetenschappen 20 febr., Bram De Rock, The Anosov Relation for the Nielsen Numbers of Maps of Infra-Nilmanifolds. 22 febr., Dominique Similox-Tohon, An Integrated Geological and Archaeoseismological Approach of the Historical Seismicity in the Territory of Sagalassos (SW Turkey). Towards an Assessment of the Seismic Hazard in the Burdur-Isparta Region. Ingenieurswetenschappen 10 febr., Young Chang Kim, A Study of Stray Light in Micro-Lithography: Characterization of Point Spread Function of Scattering and its Impact on Imaging. 14 febr., Hilde Parton, Characterisation of the in-situ Polymerisation Production Process for Continuous Fibre Reinforced Thermoplastics. 15 febr., Jeroen Geens, Mechanisms and Modelling of Nanofiltration in Organic Media. 15 febr., Jan Van Ient, Multigrid Methods for Time-Dependent Partial Differential Equations. 17 febr., Steven Devos, Development of Fast, Stiff and HighResolution Piezoelectric Motors with Integrated Bearing-Driving Functionality. 22 febr., Abel Tablada de la Torre, Shape of New Residential Buildings in the Historical Centre of Old Havana to Favour Natural Ventilation and Thermal Comfort. 27 febr., Thi Hong Minh Nguyen, Automatic Tool Selection and Dimensional Accuracy Verification in Computer Aided Process Planning for Sheet Metal Bending. Geneeskunde 15 febr., Paulina Wakula, Protein Phosphatase-1 Binding Motifs. Bio-Ingenieurswetenschappen 9 febr., Cédric Bravo,
Fungal Disease Detection in Winter Wheat by Remote Sensing. 10 febr., Katleen De Brouwere, Risks of Sewage Sludge Amended Soils in Relation to Crops and Soil Microbial Processes. 15 febr., Karolien Moers, A Contribution to Assessment and Understanding of Substrate Selectivity of Endoxylanases. 20 febr., Tim Belien, Study of Molecular Interactions Between Endoxylanases and Their Inhibitors by Phage Display Technology and Mutagenesis. 1 maart, Ward Huybrechts, Design of ZSM-22 and ZSM-23 Bifunctional Zeolite Catalysts for Application in the Skeletal Isomerization of Long n-Alkanes. 1 maart, Katrien Oorts, Effect of Tillage Systems on Soil Organic Matter Stocks and C and N Fluxes in Cereal Cropping Systems on a Silt Loam Soil in Northern France. Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 10 febr., Kristel Joossens, Robust Discriminant Analysis. 13 febr., Liesbet Vranken, Land Markets and Production Efficiency in Transition Economies. 22 febr., Isabel Vansteenkiste, Essays on Non-Linear Modelling in International Macroeconomics. Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 16 febr., Ann Lavrysen, The Role of Visual Afferences in GoalDirected Upper Limb Movements: Control and Learning Issues.
Charles
Darwin
evolueert
langs de
boekenrekken Als grondlegger van de evolutietheorie is Darwin de eerste om te zeggen dat de evolutie niet stil staat. Voor hem draait alles rond ‘the struggle for life’. Het werk van deze wereldberoemde bioloog zal dan ook niet ontbreken in de grootste wetenschappelijke boekhandel van België. Want na de overname van Fonteyn-Wouters, ontdekt u deze bijzondere collectie medische en wetenschappelijke boeken nu bij Acco. En terecht.
FONTEYN-WOUTERS TERECHT BIJ ACCO
www.acco.be
Naamsestraat 48 • 3000 Leuven • Tel: 016 20 29 44 • Fax: 016 23 77 85 •
[email protected] Openingsuren: maandag tot vrijdag: 10 tot 18 uur • zaterdag: gesloten Tiensestraat 134 • 3000 Leuven • Tel: 016 29 11 00 • Fax: 016 20 73 89 •
[email protected] Openingsuren: maandag tot vrijdag: 9 tot 18 uur • zaterdag: 10 tot 17 uur Celestijnenlaan 200 P • 3001 Heverlee • Tel: 016 32 78 70 • Fax: 016 32 78 71 •
[email protected] Openingsuren: maandag tot vrijdag: 11 tot 15 uur • zaterdag: gesloten
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 24 febr., Salome Owinyo, Caught-In-Between: Exploring the Complexities of School Vandalism. Case Study Research in Kenya. – advertentie –
Benoemd of onderscheiden De heer Maarten Haest, verbonden aan de Afdeling Geologie van de Faculteit Wetenschappen, won op de jaarlijkse winterbijeenkomst van de Mineral Deposits Studies Group in Londen de prijs voor de beste poster. Professor Jacques Vandenbulcke, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, ontving van het Departement Informatiekunde van de Universiteit van Tilburg de Kubbik prijs voor zijn bijdrage tot de ontwikkeling van het vakgebied Informatiekunde.
Doctor An Van Nieuwenhuyse en professor Guido Moens, verbonden aan de Afdeling Arbeids-, Milieu- en Verzekeringsgeneeskunde en aan de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk IDEWE, waren laureaat van de Eerste Prijs ‘Gezondheid en Onderneming’ 2005 van de Europese Club voor de Gezondheid met hun inzending Preventie van rugproblemen op de werkplek: evidentie voor de noodzaak van een integrale benadering, gebaseerd op de doctoraatsverhandeling van An Van Nieuwenhuyse.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van
Wetenschap en Ethiek Het belang van waarheidsgetrouw onderzoek en onderwijs Woensdag 15 maart om 14 uur
Lezing door prof. dr. Christian Joppke (Universiteit Bremen), in de promotiezaal, universiteitshal, Naamsestraat 22 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 33 64
Vrijdag 17 maart van 11.00 uur tot 13.00 uur
‘Public reason’ as gatekeeper to the public sphere: What place for religious contributions to debates in civil society?
Vrijdag 17 maart om 15 uur
International Criminal Tribunals and Truth-Seeking
Maandag 20 maart om 18 uur tot vrijdag 28 april
Lezing door prof. dr. Maureen Junker-Kenny (Associate Professor in Theology at Trinity College, Dublin), in de conferentiezaal van het Pauscollege, Hogeschoolplein 3 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 38 72 of 016 32 38 28 Lezing door prof. dr. William Schabas (National University of Ireland, Galway), in het College De Valk (oud gebouw), aud. 91.54, Tiensestraat 41 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 51 22
Van citaat tot plagiaat, van kopie tot vervalsing Tentoonstelling in de faculteit Letteren, Blijde Inkomststraat 21 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 49 23
Woensdag 22 maart van 14 uur tot 17.30 uur
Ethiek in de jeugdsport: Waarheidsgetrouw engagement
Woensdag 22 maart tussen 15 uur en 18 uur
Dierenwelzijn en Ethiek
Woensdag 22 maart van 17 uur tot 22.30 uur
Waarheidsgetrouwe informatie over wetenschap en techniek voor de mens
Maandag 27 maart om 17 uur
Professor Georges Van Hecke emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid voormalig decaan van de Faculteit Rechtsgeleerdheid geboren op 10 mei 1915 en overleden op 4 februari 2006
Toward a Multicultural Europe? A Social Sciences Perspective
Woensdag 29 maart om 19.30 uur
Donderdag 30 maart van 16 uur tot 18 uur
De heer Leo Gooris
Korte lezingen ivm de Panathlon-verklaring in de Aula van het gebouw De Nayer, Tervuursevest 101 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 90 46 Lezingen door prof. dr. Frans Brom (Universiteit Wageningen en Universiteit Utrecht, Ethics Institute) en prof. dr. Eddy Decuypere (K.U.Leuven) in het Jozef Heutsauditorium van het Landbouwinstituut, Kasteelpark 20, Heverlee Info:
[email protected] Tel.: 016 32 96 65 Lezing door dr. ir. Peter Paul Verbeek (Universiteit Twente) op de Campus Exacte Wetenschappen, Celestijnenlaan 200 M06 en M07 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 10 52
Conflicts of Interest and the Relationship between Academia and Big Pharma Lezing door dr. Richard Smith, former editor of BMJ., op de Campus Gasthuisberg, O & N, aud. GA1 Info:
[email protected] Tel.: 016 34 71 23
The Function of Truthful Research and Education Lezing door prof. dr. Jürgen Mittelstrass (Universiteit Konstanz), in de promotiezaal, universiteitshal, Naamsestraat 22 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 37 96
Knowing and Ethical Behaviour in Economics Lezing door prof. dr. Deirdre McCloskey (University of Illinois at Chicago en Erasmus Universiteit Rotterdam) in aud. J. Vander Eecken (02.28), Naamsestraat 69 Info:
[email protected] Tel.: 016 32 43 70
Rond deze lezingen worden een aantal andere activiteiten (rondetafelgesprekken, debatten, filmvoorstellingen) georganiseerd.
ere-assistent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 16 januari 1930 en overleden op 4 februari 2006
Voor het volledige programma: ga naar www.wetenschap-en-ethiek.be of bel naar het Overlegcentrum voor Ethiek: 016 32 37 87
20
de buitenkant
1.3.2006
campuskrant
Vragevuur
in BEELD
Professor Victor Moshchalkov (53), directeur van het Instituut voor Nanoschaalfysica en -chemie
“Mijn motto: leven om te werken”
(© Koen Vanmechelen)
Grote Vriendelijke
Reus
Zuster Jeanne Devos helpt een meisje dat een bericht heeft voor de Golem. Die houten constructie van vier meter hoog werd in Bombay gebouwd door de Vlaamse kunstenaar Koen Vanmechelen, met de hulp van kinderen die het slachtoffer werden van kinderarbeid. Zij kunnen nu hun gedachten, onder de vorm van tekeningen of geschriften, toevertrouwen aan de inborst van de houten reus. In 2004 werd al een Golem op het dak van het Leuvense Vertrouwenscentrum geplaatst. Het was de voorzitter van dat centrum, professor Bart Van Daele, die op 17 februari deze Golem overhandigde aan Zuster Devos. Zij is al meer dan veertig jaar de drijvende kracht achter de Domestic Workers Movement in Bombay, een organisatie die ijvert voor de veiligheid en de rechten voor kinderen en vrouwen die actief zijn in de huisarbeid. In 2000 kreeg ze een eredoctoraat van de K.U.Leuven.
colofon campuskrant C a mpusk r a nt Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven R edactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected]
Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers Sara Callens, Hedwig Bogaerts, Vincent Buyens, Joke Depuydt, Riet Evers, Ines Minten, Jaak Poot, Els Spaas, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster,
— Wat wilde je worden toen je klein was? ‘Toen al wilde ik wiskundige worden. Mijn vader, die wiskundeleraar was, had gelezen dat de grootste mathematicus aller tijden, Carl Friedrich Gauss, al ongelooflijk goed bleek te zijn toen hij pas vijf jaar oud was. Mijn vader testte uit of ik op mijn vijf jaar — net als Gauss — moeilijke sommen in korte tijd kon oplossen, bijvoorbeeld de getallen van één tot honderd optellen. En ik slaagde voor die test!’ — Wat is het grootste misverstand dat over jouw vakgebied bestaat? ‘Een wetenschapper draagt een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid, net als een politicus, of een journalist… Sommige jobs worden door de media kunstmatig opgeblazen maar beroepen als ingenieur, chirurg, leraar of fysicus krijgen heel wat minder aandacht. Mijn beroep wordt altijd als saai voorgesteld.’ — Wat is echt belangrijk in het leven? ‘Ieder mens wordt geboren met zijn eigen, verborgen talenten. Het is de uitdaging om die bloot te leggen. Vaak maak je de keuze voor een bepaald vak maar op toevallige en intuïtieve wijze. Gelukkig was het bij mij de juiste keuze. Nadien is het natuurlijk fijn om erkenning en waardering te krijgen voor je harde werk. “Leven om te werken” is eigenlijk altijd mijn motto geweest, maar dat kan maar omdat ik gesteund word door mijn vrouw en dochter, met wie ik een heel goede band heb.’ — Wat wil je nog leren in dit leven? ‘Ik zou graag meer talen leren. Ik spreek vloeiend Nederlands en Engels — ik schrijf zelfs verhalen in het Engels — maar ik wil ook Frans leren spreken. Mijn passieve kennis is wel goed, maar ik spreek het niet.’ — Wie of wat betekende de belangrijkste wending in jouw professionele leven? ‘Ik moet vier belangrijke stappen vermelden. Ik kom uit een klein dorpje, maar kon op internaat in de meest prestigieuze wiskundeschool van Moskou, waar ik les kreeg van Kolmogorov, de grootste mathematicus van de twintigste eeuw. Na de middelbare school ging ik naar de staatsuniversiteit in Moskou, de tweede belangrijke stap. Voorts is verhuizen naar België ook een belangrijke wending in mijn loopbaan geweest. Het was niet gemakkelijk om in een ander land opnieuw van nul te beginnen. Maar ik heb hier hard gewerkt en heb er erkenning voor gekregen. Dat is voor mij de vierde wending.’ — Wat zou je doen als je meer tijd had? ‘Het is een natuurkundig effect, uit de relativiteitstheorie, dat wanneer je snel beweegt, de tijd trager loopt en je meer tijd hebt voor andere dingen. Ik zou zeker meer schrijven, een boek bijvoorbeeld, over mijn vakgebied. Schilderen zou ik ook meer doen. Toen ik student was aan de staatsuniversiteit, was ik daarmee bezig. Mijn vrouw vraagt nu soms waarom we die interessante bezigheid niet weer oppikken. Ik zou ook meer tijd vrijmaken om te communiceren met vrienden en collega’s overal in de wereld.’ — Welke rol speelt humor in je leven? ‘Een enorm grote rol. Humor helpt mensen overleven, ook in moeilijke situaties. Ik waardeer collega’s met een goede zin voor humor bijzonder.’ — Wie is volgens jou de grootste Rus aller tijden? ‘Officieel ben ik een Belg, van Russische afkomst weliswaar. Peter De Grote is voor mij de grootste Rus aller tijden, hij heeft van Rusland een echte Europese staat gemaakt. Wetenschappelijk gezien vind ik Mendeléev de grootste Rus. En naar mijn eigen bescheiden mening is Paul Janssen de grootste Belg.’ — Welke vraag wil je schrappen? ‘Welke vraag wil je schrappen?’ Maar dan zit Vragevuur hier strop… ‘Wie is volgens jou de grootste Rus/Belg aller tijden?’ — Welke nieuwe vraag wil je erin? ‘Hoe kun je een hardwerkend persoon het best belonen?’
Henk Van Nieuwenhove, Tim Vuylsteke Vormgeving Catapult Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen Fotografie Rob Stevens, Patrick Holderbeke, Michel Vanneuville Cartoons Joris Snaet Reclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected]
Oplage 43.500 ex. Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 22 maart. Suggesties zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
(© Rob Stevens)
Interview Hedwig Bogaerts