CONCEPT Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 in het Hoofdkantoor van de vennootschap te Heerlen
Agendapunt 1: Opening De Voorzitter, de heer Herkströter, opent om 14.00 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Een speciaal woord van welkom richt hij tot de heren Spijker en Pluymakers van het accountantskantoor Ernst & Young. Zij kunnen eventueel toelichting geven over de getrouwheid van de jaarrekening. Hij informeert de vergadering, dat hun aanwezigheid in lijn is met de Code Tabaksblat. Voorts heet hij degenen welkom die via het internet de aandeelhoudersvergadering volgen. Voor de goede orde vermeldt hij, dat de vergadering ten behoeve van de notulen op geluidsband wordt opgenomen. De heer Fuchs, Secretaris van de vennootschap, zal de notulen van deze vergadering houden. Conversatie in de Engelse of Duitse taal zal simultaan worden vertaald. Hij constateert verder, dat aan de wettelijke en statutaire bepalingen is voldaan en dat deze jaarvergadering mitsdien bevoegd is rechtsgeldige besluiten te nemen over alle aan de orde gestelde onderwerpen. 1 Blijkens de presentielijst zijn ter vergadering aanwezig of rechtsgeldig vertegenwoordigd: 278 houders van aandelen die op de registratiedatum in totaal 101.735.810 aandelen van nominaal € 1,50 hebben aangemeld. Dit komt overeen met een stemmenaantal van 50 maal het voornoemde aantal aandelen. Aldus is aanwezig of rechtsgeldig vertegenwoordigd 48,22% van het stemgerechtigd geplaatst kapitaal. Voor de diverse besluiten die op deze vergadering moeten worden genomen, heeft DSM een aantal volmachten alsmede steminstructies ontvangen voor een totaal van 39,5 miljoen aandelen. Agendapunt 2: Jaarverslag van de Raad van Bestuur over 2007 De Voorzitter geeft het woord aan de heer Sijbesma, Voorzitter van de Raad van Bestuur, voor de toelichting op het Jaarverslag en de Jaarrekening over 20072. Na deze toelichting stelt de Voorzitter voor om, omwille van de vergaderefficiency, steeds enkele aandeelhouders na elkaar aan het woord te laten, met ieder maximaal drie vragen, voordat van ondernemingszijde wordt gereageerd. Hij geeft allereerst het woord aan de heer Stevense van de Stichting Rechtsbescherming Beleggers. Tegen de achtergrond van de huidige hoge olieprijzen vraagt de heer Stevense of DSM voornemens is steenkolen te gaan winnen vanuit de Beatrixmijn. Hij zegt van mening te zijn, dat het onverstandig is daar nu veel geld in te investeren. Hij ziet liever, dat DSM zich 1
Deze mededeling werd in de loop van de vergadering gedaan nadat de registratie-gegevens waren verwerkt 2 Deze toelichting is na de vergadering via www.dsm.com ter beschikking gesteld Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 1 van 16
blijft richten op innovatie en hoogwaardige technologie in life- en material sciences en acquisities. Voor wat betreft de aangekondigde desinvesteringen van DSM, vraagt hij zich af, of een later desinvesteringsmoment niet meer profijtelijk voor de onderneming kan zijn. Een andere vraag betreft het rendement op het eigen vermogen. De heer Stevense stelt, dat er meer mogelijkheden zijn dit rendement te verhogen. Verder wijst hij op het samenwerkingsverband, dat DSM op het gebied van voeding onlangs is aangegaan met de Landbouwuniversiteit van Wageningen. Nu DSM ook samenwerkt met de Universiteiten van Maastricht en Groningen vraagt hij zich af, of hier geen sprake is van versnippering. De heer Sijbesma legt uit, dat DSM een onderneming is die zich richt op life science producten en hoogwaardige materialen. DSM heeft geen strategie die erop gericht is om de winning van steenkool aan het productenportfolio toe te voegen. Echter, de recente prijsstijgingen van steenkool tot 150 US dollar per ton geven DSM aanleiding te bezien of het mogelijk zou kunnen zijn om op economisch verantwoorde wijze deze kolen te gaan delven. De concessierechten van DSM om steenkool te winnen worden momenteel op nul gewaardeerd, gelet op het gegeven dat er tot nu toe geen economische waarde aan kon worden toegekend. Hij benadrukt, dat het geen zin heeft zich hier nu rijk te gaan rekenen. Aangaande de vraag over de aangekondigde desinvesteringen, zegt de heer Sijbesma, dat de eerste helft van 2008 door DSM gebruikt zal worden om de te verkopen bedrijfsonderdelen uit de DSM-organisatie te halen en apart te zetten. Hierna zal het verkoopproces worden gestart. Mede omdat zich inmiddels al veel geïnteresseerde partijen bij DSM hebben gemeld, is er geen reden om te veronderstellen dat deze bedrijfsonderdelen niet goed zouden kunnen worden verkocht. Overigens benadrukt hij, dat indien niet de juiste prijs wordt betaald, DSM zich niet gedwongen voelt om snel tot verkoop over te gaan. Voor wat betreft de samenwerkingsverbanden met universiteiten merkt de heer Sijbesma op, dat DSM op deelgebieden met meerdere universiteiten wenst samen te werken, hetgeen past in een zgn. “open innovatiemodel”. De heer Schwalb licht toe, dat de CFROI (Cashflow Return on Investment) een van de belangrijkste financiële criteria voor DSM vormt. Het is zaak rendementen te realiseren die kapitaalkosten overtreffen. Met betrekking tot cashbenutting kijkt DSM in de eerste plaats naar groei-investeringen en uitkering van dividend. Daarna bekijkt de onderneming of er financiële ruimte is voor eventuele acquisities en aandelenterugkoopprogramma’s. De heer Van Weteren (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO)) complimenteert DSM voor de kwaliteit van het Triple P-verslag en de wijze waarop DSM met duurzaamheid omgaat. Hij beschouwt DSM als schoolvoorbeeld voor vele andere ondernemingen. Hij zegt, dat de onderneming als een van de weinige duidelijk maakt, dat de uitdagingen die deze wereld kent, in kansen kunnen en moeten worden omgezet. Deze kansen kunnen alleen worden benut door duurzaamheid integraal in de bedrijfsvoering van een onderneming op te nemen. Vervolgens vraagt hij hoe DSM denkt de gestelde energiebesparingsdoelstelling te halen. Verder wijst hij op de ketenbenadering van DSM om de CO2-problematiek aan te pakken. DSM wil daarbij eerst en vooral de zwakke schakels aanpakken. Hij vraagt om een nadere toelichting. Voor wat betreft de witte biotechnologie wijst hij op het gegeven, dat deze veel landbouwgrond, kunstmest en water vergt voor de productie van de benodigde Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 2 van 16
grondstoffen. Zorg bestaat dat hierdoor de wereldvoedselvoorziening in gevaar kan komen. DSM pleit in dit verband voor wereldwijde criteria voor een verantwoorde productie van biomassa. De heer van Weteren vraagt naar de stand van zaken in het formuleren van die wereldwijde criteria. Voorts vraagt hij in hoeverre genoemde restricties een beperking zijn voor de ontwikkeling van deze hoopgevende technologie. De heer Sijbesma dankt de VBDO voor de gegeven complimenten. Hij merkt vervolgens op, dat veel mensen zich zorgen maken over het gebruik van landbouwgewassen en landbouwgrondstoffen voor met name biobrandstoffen. Gesteld wordt, dat deze landbouwgewassen daardoor duurder worden. De heer Sijbesma benadrukt, dat dit maar ten dele waar is. Ook andere factoren spelen hierbij een rol, zoals bijvoorbeeld de extra vraag uit China en India, een toenemend vleesgebruik en klimaatveranderingen, maar ook de beperktere investeringen in landbouw(gronden) en speculaties. DSM richt zich met name op de zogenaamde tweede-generatie biobrandstoffen. Dat zijn brandstoffen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van het voedingswaardedeel van de plant, zoals bijvoorbeeld maïs korrels, maar van delen van de plant die geen voedingswaarde hebben en worden weggegooid of verbrand, met milieubelasting als gevolg. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld wortels en stengels van een plant. Dit betekent wel, dat andere technologieën moet worden ontwikkeld. DSM ziet daar toekomst in. De heer Zuidam licht toe, dat DSM de afgelopen 20 à 25 jaar elk jaar 1% energieefficiency verbetering behaald heeft. Deze besparingen zijn gerealiseerd door innovatie en de inzet van nieuwe technologieën. De energie-efficiency verbeteringsdoelstelling is verhoogd van 1% naar 2% per jaar, mede omdat DSM denkt in de fabrieken in de ontwikkelingslanden nog veel energie te kunnen besparen. Voor wat betreft de duurzaamheidsstrategie van DSM, merkt de heer Zuidam op, dat de onderneming een belangrijke rol kan spelen in de aanpak van klimaatproblemen, waaronder het broeikasprobleem. Zo levert DSM bijvoorbeeld een scala aan nieuwere en lichtere materialen, milieuvriendelijke verven en ingrediënten voor een betere voeding. DSM ziet veel mogelijkheden die in nauwe samenwerking met klanten kunnen worden ontwikkeld. Aangaande de witte biotechnologie vraagt de heer Zuidam aandacht voor het begrip duurzame biomassa. Het kan in de opvatting van DSM niet de bedoeling zijn, dat er een soort strijd gaat ontstaan tussen biomassa voor voedsel en biomassa die een andere toepassing kent, waaronder brandstof. DSM acht het van belang, dat er op het gebied van duurzame biomassa wereldwijd afspraken worden gemaakt tussen overheden en de industrie. Inmiddels zijn eerste verkennende gesprekken hierover gestart. De heer de Vrieze vraagt een nadere toelichting op het samenwerkingsverband tussen Crucell en DSM. Meer in het bijzonder vraagt hij of het de bedoeling is, dat beide bedrijven productiecapaciteit gaan verdelen, dan wel DSM enkel en alleen een licentie op de gebruikte technologie blijft behouden. De heer Sijbesma kenschetst de samenwerking tussen DSM en Crucell als een alliantie. Crucell heeft met de PER.C6®-technologie een cellijn ontwikkeld om nieuwe biotechnologische pharmaceutica te maken. DSM heeft veel kennis en ervaring op het gebied van micro-organismen en het ontwikkelen van cellijnen. DSM heeft zich ingekocht in de technologie die Crucell ontwikkeld heeft. Deze technologie wordt gezamenlijk verder ontwikkeld, ondermeer in een gezamenlijk laboratorium in Boston (USA), Percivia genaamd. Alle uit de samenwerking voortvloeiende ontwikkelingskosten en opbrengsten Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 3 van 16
uit licenties worden evenredig tussen DSM en Crucell verdeeld. Hij merkt vervolgens op, dat de verdere ontwikkeling van de cellijn voorspoedig verloopt. Inmiddels kan 15 gram per liter aan product gewonnen worden. De heer Dekker (Vereniging van Effectenbezitters (VEB)) complimenteert DSM met de transparante strategie en de effectieve wijze waarop deze wordt uitgevoerd. Hij vraagt zich af, wat de beperkende factoren kunnen zijn die een versnelde groei van de onderneming kunnen tegenhouden. Voorts vraagt hij zich af, of DSM van plan is de onderneming National Starch te kopen. Verder wil hij weten wie de concurrenten van DSM zijn, in de business clusters waar DSM wereldmarktleider is, dan wel een tweede plaats inneemt. Tenslotte spreekt hij zijn zorg uit over de concurrentie vanuit China op het gebied van de productie van bulk vitamines. De heer Sijbesma zegt dat DSM, met de aanscherping van de strategie in september 2007 een duidelijke strategische keuze heeft gemaakt gericht op Life Sciences en Material Sciences en een kruisbestuiving tussen beide clusters. DSM heeft de afgelopen jaren de nodige veranderingen ondergaan. Een limiterende factor zou gelegen kunnen zijn in de bedrijfsorganisatie en personeelsbezetting. Zo wil DSM bijvoorbeeld de top van het bedrijf verder internationaliseren en meer vrouwen in dienst nemen. Voor wat betreft de vraag of DSM van plan is National Starch te kopen, zegt de heer Sijbesma, dat over mogelijke acquisities voorshands nooit mededelingen worden gedaan. De heer Dekker (VEB) licht toe, dat de vraag gesteld is om te kunnen begrijpen welke strategie DSM volgt met betrekking tot de voedingsmiddeleningrediënten. De heer Sijbesma benadrukt, dat DSM in de strategie rondom voeding stevig heeft ingezet op de trend rondom gezondheid. Daarbij is vooral de nutritionele waarde van voeding van belang. Tevens zijn smaak en textuur belangrijk, waarvoor DSM bepaalde enzymen heeft ontwikkeld. De heer Gerardu geeft aan, dat DSM met een product als bijvoorbeeld Dyneema® een redelijk unieke positie inneemt in de wereld van de Performance Materials. Concurrenten zijn DuPont en Teijin. Bij DSM Engineering Plastics is er concurrentie van DuPont, Ticona en BASF. Voor DSM Resins is er concurrentie van o.a. Cytec en Reichholt. De heer Sijbesma vult aan, dat op het gebied van de voeding Danisco, Novozymes en de Kerry Group bekende namen van concurrenten van DSM zijn. De heer Zuidam vermeldt, dat de Zwitserse onderneming Lonza een belangrijke concurrent is in de custom manufacturing van pharmaceutische producten. Bij DSM Anti Infectives wordt met name concurrentie ondervonden vanuit China. In dat land zijn vier grote producenten van anti-biotica actief, waaronder NCPC. Met dit bedrijf probeert DSM een joint-venture op te zetten om daarmee een low-costpositie en hoogwaardige technologiepositie te combineren. Hij schetst vervolgens de veranderende concurrentieverhoudingen in China. Zo stijgen ook in China de (grondstof)kosten voor anti-biotica en vitamines en ook door strengere eisen inzake veiligheid en milieu bij de productie. Dat alles resulteert erin, dat de afzetprijzen niet meer zo laag zijn als in het verleden. Door productdifferentiatie en zekerheid te geven rond de voedselveiligheid weet DSM prijsdifferentiatie met betrekking tot vitamines te realiseren. De heer Zukunft complimenteert DSM met de wijze waarop de onderneming de beleggers informeert. Hij vraagt onder welke balanspost de waardering van de steenkoolvoorraden is te vinden. Verder vraagt hij hoeveel tijd gemoeid zal zijn met de Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 4 van 16
eerste winning van deze steenkolen en wanneer naar verwachting hierop winst gemaakt zal worden. Een andere vraag betreft een nadere verklaring voor de vermindering van het eigen vermogen met €470 miljoen ten opzichte van het vorige verslagjaar. Verder vraagt hij, waarom de heer Elverding is teruggetreden als voorzitter van de Raad van Bestuur. Tenslotte vraagt hij of er nog uitzonderlijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden na de opmaking van de balans en hoe momenteel het opdrachtenboek van DSM eruit ziet. De heer Herkströter zegt, dat de heer Elverding is teruggetreden geheel uit eigen wil en volledig in overeenstemming met de Raad van Commissarissen en nodigt de heer van Dijk, Directeur Corporate Human Resources, uit hierop een nadere toelichting te geven. De heer Van Dijk licht toe, dat de heer Elverding is geboren vóór 1950, waardoor hij nog gebruik kon maken van een “oude” pensioenregeling waardoor actuarieel voor hem te pensioenleeftijd lag op 62 jaar. Met behulp van eigen getroffen financiële voorzieningen en een pre-pensioenregeling is hij vóór zijn 62ste levensjaar kunnen terugtreden als voorzitter en lid van de Raad van Bestuur. De heer Sijbesma merkt op, dat als DSM ooit mocht besluiten tot kolenwinning over te gaan er zeker aanzienlijke aanloopkosten zullen zijn. Hij vindt het niet verstandig daar verder over te speculeren. Daartoe uitgenodigd door de heer Schwalb, geeft de heer Sampers (Senior Accounting Officer Corporate Control) aan, dat de concessierechten die DSM heeft om steenkool te mogen winnen op nul zijn gewaardeerd. Deze zijn in de balans begrepen in de post immateriële bedrijfsactiva. De heer Schwalb geeft aan, dat de mutatie van het eigen vermogen met name te maken heeft met de terugkoop van eigen aandelen. Mevrouw Van Lamoen informeert de vergadering te spreken namens vijf grote Nederlandse institutionele beleggers, te weten Robeco, ABP, PGGM, Mn Services en de Grafische Bedrijfsfondsen. Zij zegt in totaal ruim 2 miljoen aandelen te vertegenwoordigen. Vervolgens spreekt zij haar waardering uit voor de goede resultaten die DSM de afgelopen jaren heeft behaald alsmede de gekozen strategische focussering op Life Sciences en Material Sciences. Ook is er tevredenheid over het gegeven, dat DSM koploper is op het gebied van duurzaamheid. Verder prijst zij DSM, dat een tweetal verzoeken is ingewilligd die leiden tot verbetering van de Corporate Governance. Het betreft de introductie van een registratietermijn van ruim twintig dagen, waardoor het voor aandeelhouders laagdrempeliger wordt om te stemmen en de aandelen bij stemming niet meer geblokkeerd zijn. Voorts zijn alle agendapunten voor het eerst ongebundeld. Verder pleit zij voor een verbetering van de rapportage over het risicomanagement. Zij geeft aan, dat de huidige rapportage nog te weinig inzicht geeft in de risico’s die DSM in de bedrijfsvoering daadwerkelijk loopt. Zij geeft DSM in overweging om in het jaarverslag een overzicht op te nemen met de belangrijkste risico’s, de bijbehorende beheersmaatregelen en een kwantificering van deze risico’s. Zij geeft aan, dat indien DSM dit wenst zij graag met de onderneming hierover van gedachten wil wisselen. De heer Sijbesma dankt spreker voor de complimenten. Hij bevestigt, dat het voor een onderneming van groot belang is inzicht te hebben in mogelijke risico’s. Binnen DSM wordt gebruik gemaakt van een uitgebreid risico-inventarisatiesysteem. Alle bedrijfsonderdelen dienen over risico’s periodiek aan de Raad van Bestuur te rapporteren Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 5 van 16
die een en ander ook bespreekt met de Raad van Commissarissen. DSM heeft in het jaarverslag zo goed mogelijk inzicht proberen te geven in deze risico’s. Hij waarschuwt, dat een betere kwantificering van de risico’s niet automatisch behoeft te leiden tot een beter inzicht. Hij zegt voor verder overleg open te staan. De heer Van Wassenaer herinnert de vergadering aan het arrest van de Ondernemingskamer van Amsterdam van 28 maart 2007, waarbij DSM het voorstel tot invoering van een loyaliteitsdividend niet in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2007 in stemming mocht brengen. Hij geeft aan, dat de AdvocaatGeneraal tegen dit arrest in cassatie is gegaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. Hij vraagt zich af, waarom DSM geen cassatieberoep heeft aangetekend. Nu het arrest van de Hoge Raad er ligt, hetgeen positief voor DSM is, vraagt hij zich af waarom DSM er nu niets mee doet. De Voorzitter geeft aan, dat de Advocaat-Generaal geheel op eigen initiatief cassatieberoep heeft aangetekend. De heer Henrich vraagt naar de verwachte koersontwikkeling van het DSM-aandeel en de dividendverwachting. Voorts merkt hij op, dat er zes aandeelhouders zijn die een pakket DSM-aandelen bezitten van tussen de 5% en 10% van het totaal aandelenkapitaal. Hij vraagt hoe groot dit gezamenlijk aandelenkapitaal precies is ten opzichte van het totaal. Meer concreet wil hij weten of dit aandelenkapitaal een meerderheid in deze vergadering vertegenwoordigt. De Voorzitter zegt, dat het dividendbeleid later op de agenda aan de orde komt. Voor wat betreft de verwachte koersontwikkeling zegt hij, dat elke indicatie pure speculatie is en er derhalve geen zinnig woord over gezegd kan worden. De heer Dekker (VEB) zegt de opvatting van mevrouw Lamoen met betrekking tot de informatieverstrekking over het risicomanagement te delen. Verder vraagt hij, of DSM inzicht kan geven in wat de drie belangrijkste risicogebieden de onderneming de afgelopen jaren gekost hebben. Voorts vraagt hij wat het eigen risico is in geval klanten een beroep doen op productaansprakelijkheid. Een andere vraag betreft of het bedrijfsresultaat van de diverse clusters kan worden weergegeven onder toepassing van vaste wisselkoersen. Weliswaar worden in het jaarverslag de effecten van koerswijzigingen op de omzetten weergegeven, maar niet op de EBIT-ratio’s (Earnings Before Interest and Tax). Ook vraagt hij of DSM in het jaarverslag de omzet- en productieverdeling per regio kan weergeven. Een laatste vraag betreft een nadere toelichting op een contract waarop DSM € 44 miljoen heeft afgeschreven. De heer Sijbesma wijst erop, dat in het jaarverslag wel inzicht is gegeven in de omzet- en productieverdeling per regio. Hij verwijst naar pagina 18 van het Jaarverslag (Nederlandse versie), waarin meer inzicht gegeven wordt in waar DSM productiecapaciteit heeft. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat DSM nog steeds veel productiecapaciteit in Europa heeft, hetgeen de dollargevoeligheid van de onderneming voor een groot deel verklaart. Het door de heer Dekker bedoelde contract betreft een overeenkomst met de firma Cargill in Amerika. Omdat sprake was van een niet-renderend contract, dat voortkwam uit de acquisitie van de vitamine- en fijnchemieactiviteiten van Roche, is het contract afgekocht, hetgeen €44 miljoen heeft gekost. De heer Schwalb informeert de vergadering, dat DSM een verzekeringspolis heeft op het gebied van risico-aansprakelijkheid voor producten. Voor een paar miljoen Euro per jaar Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 6 van 16
aan premie is een financiële dekking gerealiseerd van enkele honderden miljoenen Euro’s. Verder legt hij uit het weinig zinvol te vinden om de EBIT te berekenen op basis van vaste wisselkoersen. Het risico van de valutakoersen is immers verdisconteerd in de transacties. De heer De Boer pleit ervoor, dat de onderneming alle mogelijke technieken moet gaan onderzoeken om op economisch verantwoorde wijze steenkool te winnen. Daarnaast wijst hij op het gegeven, dat ook benzine uit steenkool is te winnen.
Agendapunt 3: Vaststelling van de Jaarrekening 2007 De Voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van de Jaarrekening 2007. Hij wijst erop, dat de Jaarrekening ingevolge het bepaalde in artikel 31, lid 2 van de Statuten ter vaststelling moet worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De Jaarrekening 2007 is op 12 februari 2008 goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. De Jaarrekening is gecontroleerd door de externe accountant en zijn verklaring terzake is opgenomen op bladzijde 158 (Nederlandse versie) van het jaarverslag. Hij stelt de aandeelhouders in de gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Stevense (Stichting Rechtsbescherming Beleggers) vraagt om een nadere toelichting op de waardering van de emissierechten van DSM. Verder vraagt hij naar de huidige afdekkingswaarde van de koersverschillen alsmede om een nadere toelichting op de vrijval van de post financiële voorzieningen. De heer Schwalb legt uit, dat de post voorzieningen in 2007 significant is gedaald in vergelijking met 2006. De daling heeft te maken met het gegeven, dat een groter bedrag aan voorzieningen is gebruikt dan toegevoegd. De wisselkoersen vermeld in de verlies- en winstrekening van het jaarverslag zijn gebaseerd op een jaargemiddelde. Dat is niet het geval in de balans, waar de wisselkoersen genoteerd zijn, zoals die ultimo van dat jaar het geval zijn. Dat kan leiden tot een verschil, zoals bijvoorbeeld met de US Dollar het geval is. Het jaargemiddelde van de US Dollar ten opzichte van de Euro bedroeg in 2007 1,37, terwijl de huidige wisselkoers al rond de 1,55 à 1,56 ligt. De wisselkoers is niet te voorspellen. Door middel van hedging wordt 70% tot 75% van het reële risico afgedekt. Zo heeft DSM bijvoorbeeld voor 2008 voor ongeveer 700 miljoen US Dollar een koersverhouding van ca. 1,39 vooruitgeboekt. Met de huidige valutakoers van de US Dollar ten opzichte van de Euro, wordt daarmee groot voordeel behaald. De heer Zuidam benadrukt, dat DSM met betrekking tot de emissierechten een belangrijke rol speelt. DSM is voorstander en promotor van een systeem van toekenning van emissierechten op basis van benchmarking, zowel in Nederland als in Europa. Dat komt de bevordering van innovatie ten goede en leidt tot minder uitstoot van broeikasgassen. In 2007 is de waarde van CO2 emissierechten relatief laag geworden. Er waren veel rechten op de markt beschikbaar, hetgeen lage prijzen tot gevolg had. Derhalve zijn deze rechten over 2007 slechts op € 1 miljoen gewaardeerd, tegenover € 6 miljoen in het verslagjaar 2006. Door de heer Zukunft wordt gevraagd of DSM winst of verlies maakt met de handel in derivaten. Daarnaast vraagt hij naar de grootte van de orderportfolio per ultimo 2007 en of er na de balansdatum bijzondere gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Verder vraagt hij welke strategie DSM voor Rusland heeft. Voorts onderkent hij, dat veel activiteiten van Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 7 van 16
westerse bedrijven geoutsourced worden naar India. Hij wijst in dit verband, dat ook Afrika een continent is van economische mogelijkheden. De heer Sijbesma bevestigt, dat voor outsourcing India een potentieel land is, zeker voor IT-diensten. DSM besteedt op dit moment maar beperkt uit, omdat de onderneming bezig is met een wereldwijd standaardisatieproces voor alle IT-services voor heel DSM. De heer Gerardu zegt, dat de groeistrategie van DSM o.a. gebaseerd is op uitbreiding in opkomende economieën. Dit betreft China, Brazilië, India en Rusland. DSM onderkent de marktmogelijkheden in Rusland, maar heeft nog geen vast omlijnde plannen zoals dat voor de Chinese markt wel het geval is. Aangaande de vraag over de orderportfolio geeft de heer Gerardu aan, dat inzicht daarin alleen bestaat per cluster. Het is lastig om dat voor het gehele concern inzichtelijk te maken. De heer Schwalb stelt, dat DSM niet als doelstelling heeft om te handelen in derivaten. Het handelen in derivaten geschiedt in principe alleen ter vermindering van risico’s op onderliggende transacties. DSM handelt met name in derivaten gericht op valuta. Op vaste basis worden door DSM posities ingenomen, zonder te speculeren in geval van koersschommelingen. Verder geeft de heer Schwalb aan, dat er na het eind van 2007 geen nieuwe bijzondere gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. DSM heeft vandaag een persbericht uitgebracht waarin de goede ontwikkelingen van het eerste kwartaal 2008 zijn aangegeven. Naar verwachting zal de winst van het eerste kwartaal van 2008 ongeveer 20% hoger zijn in vergelijking met de winst over het eerste kwartaal 2007. De winstverwachting voor geheel 2008 is door DSM verhoogd. De heer Schweimanns vraagt naar het personeelsverloop in India en China. Hij vraagt zich daarbij af, op welke wijze DSM medewerkers in deze landen aan de onderneming kan binden. De heer Sijbesma zegt, dat het personeelsverloop in China hoger is dan in andere delen van de wereld. De heer Gerardu voegt daaraan toe, dat het personeelsverloop van DSM in China tussen de 5% en 10% per jaar ligt. Dat is een lager gemiddelde dan het gemiddelde personeelsverloop in China. DSM weet medewerkers meer aan de onderneming te binden, door het aanbieden van goede arbeidsvoorwaarden, een heldere strategie en aandacht te besteden aan aspecten als veiligheid, gezondheid en milieu. Daarmee is DSM in China een aantrekkelijke werkgever. Met inachtneming van het vorenstaande wordt de Jaarrekening 2007 vervolgens door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld (93.068.724 aandelen voor, 34.745 aandelen tegen en 8.432.333 aandelen een onthouding van stem). Agendapunt 4a: Reserverings- en dividendbeleid De Voorzitter stelt in lijn met de Corporate Governance code het reserverings- en dividendbeleid als separaat agendapunt aan de orde. Het reserveringsbeleid, dat nauw samenhangt met het dividendbeleid, is sinds vorig jaar ongewijzigd gebleven. De hoogte van het dividend is afhankelijk van bedrijfsomstandigheden, de financiële prestaties van de onderneming en andere relevante factoren. Het dividendbeleid is wel gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. DSM heeft de bepaling laten vervallen, dat het dividend Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 8 van 16
gebaseerd is op een percentage van de kasstroom. Het aangepaste dividendbeleid weerspiegelt daarmee de transformatie van DSM’s portfolio en de als gevolg daarvan verhoogde winststabiliteit. DSM streeft naar een stabiel en bij voorkeur stijgend dividend. Het dividend wordt geheel in contanten uitgekeerd. Hij constateert, dat vanuit de vergadering geen vragen worden gesteld. Agendapunt 4b: Vaststelling dividenduitkering over 2007 De Voorzitter stelt aan de orde de vaststelling van de dividenduitkering over 2007. Uit de vastgestelde Jaarrekening blijkt, dat de nettowinst over 2007 € 429 miljoen bedraagt. Volgens artikel 32 van de Statuten wordt door de Raad van Bestuur onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen vastgesteld welk deel van de winst wordt gereserveerd. Deze reservering is bepaald op € 215 miljoen. Uit de winst na deze reservering wordt vervolgens eerst een dividend uitgekeerd op de cumulatief preferente aandelen. Het daarna overblijvende deel van de winst wordt als dividend op de gewone aandelen uitgekeerd. De uitkering op de cumulatief preferente aandelen bedraagt over 2007 € 10 miljoen. Met goedkeuring van de Raad van Commissarissen stelt de Raad van Bestuur de Algemene Vergadering ter vaststelling voor, om over 2007 een bedrag van € 1,20 per gewoon aandeel als dividend uit te keren. Dit bedrag is 20% hoger dan dat van vorig jaar. Rekening houdend met het in augustus 2007 uitgekeerde interim-dividend van € 0,33 per gewoon aandeel, zal het slotdividend € 0,87 per gewoon aandeel bedragen. De datum waarop het slotdividend betaalbaar wordt gesteld, is 24 april 2008; deze datum is zodanig bepaald, dat uitvoering kan worden gegeven aan de in 2007 ingevoerde DRIP-regeling (Dividend Re-Investment Program). Hij stelt de vergadering in de gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Broenink vraagt of het dividend niet verhoogd kan worden. Hij geeft aan dat een aandeelhouder loyaal naar DSM zal zijn als daar een rendement bij hoort dat hoger is dan de rente op geld dat bij een bank wordt gestald. De heer Sijbesma benadrukt, dat DSM ernaar streeft een stabiel en bij voorkeur stijgend dividend uit te keren. Over de afgelopen jaren heeft DSM daadwerkelijk een stabiel of stijgend dividend uitgekeerd. DSM heeft nu het dividend met 20% verhoogd, hetgeen een forse verhoging genoemd mag worden. Dat DSM het dividend niet meer als percentage van de kasstroom definieert, geeft weer dat de onderneming geen cyclisch bedrijf meer is. De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel in stemming (101.187.764 aandelen voor, 6.013 aandelen tegen en 263.463 aandelen een onthouding van stem) en constateert, dat de vergadering de dividenduitkering over 2007 op gewone aandelen heeft vastgesteld. Agendapunt 5a: Kwijting van de leden van de Raad van Bestuur Agendapunt 5b: Kwijting van de leden van de Raad van Commissarissen De Voorzitter informeert de vergadering, dat volgens artikel 31, lid 3 van de Statuten de aanwezigen zich afzonderlijk over deze onderwerpen kunnen uitspreken. Vanuit de vergadering wordt voor beide onderwerpen geen gebruik gemaakt van de gegeven gelegenheid tot het stellen van vragen.
Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 9 van 16
Hij brengt achtereenvolgens het voorstel kwijting van de leden van de Raad van Bestuur en kwijting leden van de Raad van Commissarissen in stemming (agendapunt 5a: 101.218.132 aandelen voor, 105.428 aandelen tegen en 334.256 aandelen een stemonthouding; agendapunt 5b:101.193.276 aandelen voor, 21.840 aandelen tegen en 443.963 aandelen een stemonthouding). Hij constateert, dat de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen kwijting is verleend voor het gevoerde beleid respectievelijk hun toezicht.
Agendapunt 6 (Her)benoeming van de leden van de Raad van Commissarissen De Voorzitter informeert de vergadering, dat volgens artikel 24 van de Statuten de leden van de Raad van Commissarissen benoemd worden door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De voorstellen voor herbenoeming en benoeming van nieuwe leden van de Raad van Commissarissen zullen afzonderlijk aan de orde worden gesteld. Volgens rooster zijn de heren Bodt, Kist en hijzelf aan de beurt om af te treden. De heer Bodt zal aan het einde van deze jaarvergadering terugtreden, omdat hij gedurende de maximale termijn van twaalf jaar lid is geweest van de Raad van Commissarissen. De overige twee commissarissen hebben zich herkiesbaar gesteld. Hij geeft vervolgens het woord aan de heer Bodt als plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Commissarissen die de behandeling van agendapunt 6a voor zijn rekening zal nemen. Agendapunt 6a: Herbenoeming van de heer C. Herkströter De heer Bodt zegt, dat de Raad van Commissarissen de heer Herkströter voordraagt voor herbenoeming als lid van de Raad van Commissarissen. Dit gebeurt conform artikel 24, lid 4 van de Statuten. Hij verwijst voor personalia en terzake relevante gegevens naar de toelichting op de agenda. Voorgesteld wordt om overeenkomstig deze voordracht de heer Herkströter te benoemen als lid van de Raad van Commissarissen. De heer Ten Klooster spreekt zijn lof uit voor de heer Herkströter als persoon en voorzitter. Hij geeft aan niettemin tegen het voorstel te gaan stemmen, omdat hij van mening is, dat de heer Herkströter te oud is om nog aan een nieuwe termijn van vier jaar te beginnen. De heer De Boer vraagt of DSM een leeftijdsgrens gesteld heeft om lid te zijn van de Raad van Commissarissen. De heer Bodt merkt op, dat deze leeftijdsgrens er niet is. Conform de Code Tabaksblat hanteert DSM wel de maximale termijn van twaalf jaar, dat een lid van de Raad van Commissarissen aan de onderneming verbonden mag zijn. Hij brengt vervolgens het voorstel in stemming (101.159.501 aandelen voor, 231.495 aandelen tegen en 265.211 aandelen een stemonthouding) en stelt vast dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de heer Herkströter heeft herbenoemd als lid van de Raad van Commissarissen. De heer Bodt geeft de voorzittersrol terug aan de heer Herkströter.
Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 10 van 16
Agendapunt 6b: Herbenoeming van de heer E. Kist De heer Voorzitter zegt, dat de Raad van Commissarissen de heer Kist voordraagt voor herbenoeming als lid van de Raad van Commissarissen. Voor personalia en terzake relevante gegevens verwijst hij naar de toelichting op de agenda. Er zijn vanuit de vergadering geen vragen over het herbenoemingsvoorstel van de heer Kist. De voorzitter brengt vervolgens het voorstel in stemming (101.324.725 aandelen voor, 62.956 aandelen tegen en 266.082 aandelen een stemonthouding) en stelt vast dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de heer Kist heeft herbenoemd als lid van de Raad van Commissarissen. Agendapunt 6c: Benoeming van mevrouw L. Gunning-Schepers De Voorzitter zegt, dat de Raad van Commissarissen mevrouw L. Gunning-Schepers als nieuw lid voordraagt. Voor personalia en terzake relevante gegevens verwijst hij naar de toelichting op de agenda. Vanwege andere verplichtingen kon zij vandaag helaas niet aanwezig zijn. Er zijn vanuit de vergadering geen vragen over het benoemingsvoorstel. Hij brengt vervolgens het voorstel in stemming (101.344.531 aandelen voor, 41.439 aandelen tegen en 268.921 aandelen een stemonthouding) en stelt vast dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders mevrouw Gunning-Schepers heeft benoemd als lid van de Raad van Commissarissen. Agendapunt 7: Aanpassing van het beloningsbeleid voor de leden van de Raad van Bestuur De Voorzitter memoreert, dat over het beloningsbeleid van de leden van de Raad van Bestuur verleden jaar in deze vergaderingen opmerkingen zijn gemaakt over de financiële targets van de Short-Term Incentive-regeling. Er werd toen met name gewezen op de overlappingen en correlaties tussen de financiële targets en het complexe CFROI-(Cash Flow Return On Investments) mechanisme als Short-Term Incentive target. Hij verwijst naar de toelichting op de agenda waarin is vermeld, dat de Raad van Commissarissen de financiële targets van de Short-Term Incentive-regeling heeft bezien en als gevolg hiervan het de intentie is om deze regeling aan te passen. Voor de inhoud van het voorstel verwijst hij naar de toelichting op de agenda. De Voorzitter vervolgt door te melden, dat de tweede aanpassing de referentiegroep betreft voor de Nederlandse arbeidsmarkt met betrekking tot de beloning van de Raad van Bestuur. Het is noodzakelijk om deze referentiegroep aan te passen, omdat enkele van de tien Nederlandse concerns die in deze groep zaten niet langer beursgenoteerd zijn. Het voorstel is om de referentiegroep aan te passen, zoals in de toelichting vermeld. In dit voorstel is rekening gehouden met de wens van Eumedion, dat een arbeidsmarktreferentiegroep uit tenminste twaalf ondernemingen moet bestaan. Vanwege de recente veranderingen in de samenstelling van de AEX/AMX-Index van de Euronext Amsterdam Beurs zijn de keuzemogelijkheden beperkt. Daarom zijn in de voorgestelde referentiegroep ook enkele Specialty Chemicals bedrijven uit andere Europese landen opgenomen. Hij geeft verder aan, dat in de loop van 2008 het beloningsbeleid opnieuw zal Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 11 van 16
worden bekeken. Een voorstel zal worden voorbereid om de beloning van de leden van de Raad van Bestuur en andere executives van DSM meer in lijn te brengen met de lange-termijn strategie van de onderneming door in het totale beloningspakket de LongTerm Incentive nog meer gewicht te geven dan de Short-Term Incentive. Om tegemoet te komen aan de verleden jaar gemaakte opmerkingen is gemeend om nu reeds de voorstellen te doen zoals op de agenda vermeld. Hij stelt de vergadering voor, conform artikel 18, lid 1 van de Statuten, om het beloningsbeleid voor de leden van de Raad van Bestuur vast te stellen overeenkomstig het voorstel. De heer Hoogenhout verwijst naar de recente overname van ABN AMRO, waardoor de voorzitter van deze bank de nodige extra inkomsten heeft verkregen. Hij vraagt welke extra inkomsten de leden van de Raad van Bestuur van DSM krijgen in geval DSM zal worden overgenomen. De Voorzitter zegt, dat toegekende rechten gehonoreerd zullen worden. De heer Hoogenhout wijst op de maatschappelijke onrust die kan ontstaan indien een bestuurder van een onderneming vele miljoenen Euro’s extra verkrijgt enkel en alleen omdat zijn onderneming wordt overgenomen. Hij pleit vervolgens voor het nemen van maatregelen. De Voorzitter zegt, dat de overheid momenteel nadenkt over een mogelijk wetsontwerp op dit gebied. De heer Swinkels pleit voor een rechtvaardige beloning in alle lagen van de onderneming. De Voorzitter verzekert de vergadering, dat DSM heel zorgvuldig met het beloningsbeleid omgaat. De beloning van de leden van de Raad van Bestuur staat niet op zichzelf, maar past binnen een in de onderneming ontwikkeld zgn. “beloningsgebouw”. Hij hecht eraan te willen opmerken, dat de beloning van de leden van de Raad van Bestuur niet excessief is en ook niet zal worden. Mevrouw Van Lamoen zegt de voorgestelde wijzigingen in het beloningsbeleid toe te willen juichen. Zij zegt een kritische kanttekening te willen plaatsen bij het gegeven, dat zelfs bij benedengemiddelde prestaties de leden van de Raad van Bestuur nog variabele beloning blijven ontvangen. De Voorzitter legt uit, dat er omstandigheden kunnen zijn die rechtvaardigen, dat een dergelijke variabele beloning wordt toegekend. Dat is bijvoorbeeld het geval indien er sprake is van een tegenvallend resultaat ondanks enorme inzet, doch buiten de schuld van de Raad van Bestuur om. Hij zegt er voorstander van te zijn deze beloning te kunnen toekennen en te vertrouwen op het oordeel van de Raad van Commissarissen. Hij brengt vervolgens het voorstel tot aanpassingen van het beloningsbeleid van de leden van de Raad van Bestuur in stemming (100.708.194 aandelen voor, 204.893 aandelen tegen en 736.187 aandelen een stemonthouding) en constateert dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders het beloningsbeleid heeft vastgesteld overeenkomstig het voorstel.
Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 12 van 16
Agendapunt 8a: Verlenging van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur tot uitgifte van gewone aandelen De Voorzitter stelt aan de orde de verlenging van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur tot uitgifte van gewone aandelen. Hij verwijst voor meer bijzonderheden naar de gegeven toelichting bij de agenda en wijst erop dat in tegenstelling tot voorgaande jaren deze keer geen verlenging wordt voorgesteld van de bevoegdheid tot uitgifte van preferente aandelen. Er zijn geen vragen vanuit de vergadering. De Voorzitter brengt het voorstel in stemming (101.199.651 aandelen voor, 162.045 aandelen tegen en 275.278 aandelen een stemonthouding) en constateert dat de Vergadering de verlenging van de uitgiftebevoegdheid van gewone aandelen heeft verleend overeenkomstig het voorstel.
Agendapunt 8b: Verlenging van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur tot beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht bij uitgifte van gewone aandelen De Voorzitter stelt aan de orde verlenging van de bevoegdheid van de Raad van Bestuur tot beperking of uitsluiting van het voorkeursrecht bij uitgifte van gewone aandelen. Hij verwijst naar de gegeven toelichting bij de agenda. Wer zijn geen vragen vanuit de vergadering. De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel in stemming (92.347.495 aandelen voor, 9.016.387 aandelen tegen en 274.242 aandelen een stemonthouding) en stelt vast dat de Vergadering de verlenging van de bevoegdheid heeft verleend overeenkomstig het voorstel Agendapunt 9: Machtiging van de Raad van Bestuur inzake verkrijging door de vennootschap van eigen aandelen De Voorzitter stelt aan de orde de machtiging inzake verkrijging van eigen aandelen als bedoeld in artikel 13 van de Statuten voor een tijdvak van 18 maanden, een en ander nader omschreven in de toelichting bij de agenda. Er zijn geen vragen vanuit de vergadering. De Voorzitter brengt het voorstel in stemming (101.332.591 aandelen voor, 41.559 aandelen tegen en 265.599 aandelen een stemonthouding) en constateert vervolgens dat de Vergadering de machtiging heeft verleend overeenkomstig het voorstel. Agendapunt 10: Vermindering van het geplaatst kapitaal door intrekking van aandelen De Voorzitter stelt aan de orde het voorstel van de Raad van Bestuur tot vermindering van het geplaatst kapitaal door intrekking van aandelen, een en ander nader omschreven in de toelichting bij de agenda. Er zijn geen vragen vanuit de vergadering. Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 13 van 16
Het voorstel wordt in stemming gebracht (101.368.040 aandelen voor, 3.889 aandelen tegen en 264.657 aandelen een onthouding van stem). De voorzitter constateert dat de Vergadering heeft besloten tot kapitaalvermindering conform het voorstel van de Raad van Bestuur Agendapunt 11: Gebruik van de Engelse taal voor het jaarverslag en de jaarrekening De Voorzitter informeert de vergadering dat, ingevolge de artikelen 391, eerste lid en 362, zevende lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, het jaarverslag en de jaarrekening van een onderneming in de Nederlandse taal moeten worden opgemaakt, tenzij de Algemene Vergadering van Aandeelhouders heeft besloten om een andere taal te gebruiken. Om een aantal redenen, zoals in de toelichting omschreven, stelt de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen voor, dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besluit, dat het jaarverslag en de jaarrekening voor 2008 en volgende jaren in de Engelse taal worden opgemaakt. De heer Dekker geeft aan geen voorstander te zijn van het veranderen van het taalregime in deze vergadering en het ontbreken van een volledige Nederlandse versie van het jaarverslag. Hij heeft er geen bezwaar tegen, als de officiële versie van het jaarverslag in de Engelse taal zal worden opgemaakt. De heer Sijbesma zegt, dat bij dit agendapunt aan de orde is, welke versie van het jaarverslag de officiële versie wordt. Tot nu toe is het Nederlandse jaarverslag de officiële versie. Gegeven de verdere internationalisering van de onderneming, ook in de Raad van Bestuur, wenst DSM de Engelse versie tot de officiële versie te maken. Er zal tenminste een verkorte versie van het jaarverslag in de Nederlandse taal worden uitgeven waarin de belangrijkste elementen zullen zijn opgenomen. De heer Dekker pleit voor een gelijkwaardige versie van het jaarverslag in de Nederlandse taal. Hij wijst op de toegankelijkheid van informatie voor de Nederlandse kleine aandeelhouder. De Voorzitter merkt op, dat DSM niet de intentie heeft om de vergaderingen van aandeelhouders in het Engels te houden. Deze vergaderingen worden in het Nederlands gehouden met de faciliteit van simultaanvertalingen. De heer De Boer vraagt hoeveel Nederlandse en Engelse verslagen er worden gemaakt. De heer Sijbesma antwoordt, dat van beide versies er 5.000 worden gedrukt. Achtereenvolgens zeggen de heren De Boer en Ten Klooster eveneens voorstander te zijn dat beide versies van het jaarverslag dezelfde informatie moeten bevatten. De heer Sijbesma wijst erop, dat de stemming zal gaan over de taalkeuze van de officiële versie. Hij zegt toe, dat het jaarverslag uitgegeven in de Nederlandse taal in elk geval de belangrijkste strategische elementen zal bevatten. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan het verzoek in bepaalde kringen om een kort verslag uit te geven. De wens om een complete Nederlandse versie uit te geven is genoteerd en DSM zal dat in overweging nemen. De heer Poppel merkt op, dat het toch geen probleem zou moeten zijn om een uitgebreid jaarverslag in zowel de Nederlandse als de Engelse taal uit te geven, met van beide verslagen ook een korte versie. Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 14 van 16
De Voorzitter herinnert de vergadering eraan, dat het bij de stemming van dit voorstel enkel en alleen gaat om de verandering van het taalregime voor de officiële versie van het jaarverslag. De Raad van Bestuur zal bezien in hoeverre zij aan de geuite wensen tegemoet zal komen. De heer Sijbesma wijst erop, dat DSM het verzoek heeft gekregen om ook verkorte versies te maken. Mede gelet op de kosten is hij geen voorstander van vier versies van het jaarverslag, te weten een Engelse versie, een Nederlandse versie, een verkorte Engelse versie en een verkorte Nederlandse versie. Hij zegt vervolgens toe dat in 2009, over het verslagjaar 2008, de Engelse versie en de Nederlandse versie gelijkwaardig zullen zijn. De heer Swinkels vraagt of DSM nu ook de kwartaalberichten en andere verslagen in de Engelse taal gaat publiceren. De heer Sijbesma zegt bij dit agendapunt nu niet het hele communicatiebeleid van DSM aan de orde te willen stellen. Hetgeen wordt voorgesteld is niet ongebruikelijk en veel Nederlandse ondernemingen zijn DSM daarin voorgegaan. De heer Scheffer zegt het niet eens te zijn met de invoering van de Engelse taal voor de officiële versie van het jaarverslag. De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel in stemming (101.313.765 aandelen voor, 62.954 aandelen tegen en 271.631 aandelen onthouding van stem). Hij constateert dat de Vergadering heeft besloten conform het voorstel. Agendapunt 12: Rondvraag De Voorzitter stelt de vergadering in de gelegenheid om vragen te stellen over onderwerpen die nog niet aan de orde zijn geweest. Mevrouw Drenth spreekt haar waardering uit, voor het gegeven, dat een vrouw is benoemd als lid van de Raad van Commissarissen. Verder dankt zij DSM voor de geboden gastvrijheid. De heer Overdevest geeft aan, dat DSM ingrediënten produceert die er toe leiden dat men een minder hongergevoel heeft. Hij zegt het te betreuren als mensen daardoor minder gaan eten. De heer Sijbesma antwoordt, dat uit onderzoek is gebleken, dat niet alle mensen met een verminderd hongergevoel, waarvoor DSM ingrediënten levert, ook daadwerkelijk minder gaan eten. De heer Ten Klooster dankt DSM voor de tijdens deze vergadering geboden informatie, maar ziet een volgende keer graag Nederlandse ondertiteling bij de Engelstalige sheets. De heer Swinkels vraagt of DSM de notering van het DSM-aandeel op de Amerikaanse aandelenmarkt wenst te behouden. Verder vraagt hij naar een omzetindicatie van deze notering. De heer Schwalb geeft aan, dat het DSM-aandeel in Amerika niet genoteerd is aan de New York Stock Exchange. Verhandeld worden zogenaamde ADR’s (American Depositary Receipts), waarbij het gaat om een beperkt volume. De heer Vrijdag vraagt of DSM mevrouw Gunning-Schepers gevraagd heeft lid te worden van de Raad van Commissarissen. Hij zegt het jammer te vinden, dat vandaag geen kennis met haar gemaakt kon worden en vraagt naar de reden van afwezigheid. Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 15 van 16
De Voorzitter zegt, dat mevrouw Gunning-Schepers door DSM is benaderd en geïnteresseerd bleek om lid te worden van de Raad van Commissarissen. Zij was vandaag verhinderd vanwege een soortgelijke vergadering als deze van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Agendapunt 13: Sluiting De Voorzitter spreekt tenslotte een dankwoord uit voor de geleverde bijdragen van de heer Bodt, die de Raad van Commissarissen gaat verlaten. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter vervolgens de vergadering.
Aldus vastgesteld,
C.A.J. Herkströter, Voorzitter
P.H. Fuchs, Secretaris
Notulen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 26 maart 2008 pagina 16 van 16