Acrobatische gymnastiek, Vertaling FIG nieuwsbrieven - FIG NL nummer 3 (vervolg) en 5 cyclus 13 - FIG NL nummer 6 cyclus 13 - FIG NL nummer 7 cyclus 13
In de vorige nieuwsbrief (Acrobatische gymnastiek, Vertaling FIG nieuwsbrieven – nummer 1, 2, 3 en 4 cyclus 13 – EN aanvulling voor in Nederland) is reeds aangegeven dat een aantal zaken uit nieuwsbrief 3 (FIG november 2013) geldig zijn vanaf 1 juni 2014. In deze nieuwsbrief worden deze zaken besproken, aangevuld met de voor in Nederland relevante informatie uit nieuwsbrief 5 (FIG maart 2014) en 6 (FIG september 2014) en 7 (FIG december 2014). De hier beschreven items uit de FIG NL gaan in Nederland per 1-1-2015 gelden. Uit nieuwsbrief 3 (FIG november 2013):
Een verandering van de extra waarde 1 boven een 10 bij Senioren. Van 0.015 naar 0.01. Verandering van een aantal aftrekken voor grote fouten of vallen van 0.5 naar 1.0, zie onderstaande artikelen uit het wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek. Toevoegen en veranderen van een aantal artistieke aftrekken, zie onderstaande artikelen uit het wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek.
De volgende artikelen moeten in het wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek A/B/C niveau 2013-2016 worden gewijzigd. Artikel 47.1 Artistieke fouten Vervang het eerste deel van dit artikel over kleine, duidelijke en grote fouten door onderstaande tekst: Voor artistieke fouten worden de aftrekken van het maximale cijfer 10.00 onderverdeeld in kleine tot grote fouten: - Enkele/paar of gering(1-2) = kleine fout: 0.1 - Verschillende/meerdere of matig (3-4) = duidelijke fout: 0.3 - Meer dan 4 = grote fout: 0.5 Specificering van een enkele/paar of gering (1-2) en verschillende/meerdere of matig (3-4) overal waar dit genoemd wordt binnen de artistieke aftrekken. Artikel 47.4 Keuze van elementen 2. Keuze van elementen is niet karakteristiek voor de discipline vervangen door: Creativiteit van paar/groep elementen. Artikel 47.4 Dynamische oefening 2. Voeg toe ‘en starthoudingen’. Dus: Herhaling van dezelfde catch- en starthoudingen.
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 1
Artikel 47.5 Relatie binnen een team 4. “De relatie wordt niet vastgehouden” veranderen in: Gebrek aan tijd om een relatie op te bouwen tussen partners vanwege de aanwezigheid van teveel elementen van waarde. Artikel 48.10: Onvolledige elementen en vallen Bij punt 3, 5 en 6 de aftrek 0.5 veranderen in 1.0. Uit nieuwsbrief 5 (FIG maart 2014) Vraag: Wanneer mag je de + waarde van de general rules vragen bij balans? Antwoord: De + waarde bij balanselementen van de general rules (pagina 11 van de tabellen) worden alleen gegeven bij de statische houding. De motion of mount van de top naar een + houding (bijvoorbeeld gesloten benen) krijgt deze + waarde niet. Het geldt alleen voor de statische houding. Statische houding is OOK de houding van de top tijdens de motion van de o.p., dan geldt deze + waarde wel. Vraag: In het reglement voor leeftijdsgroepen staat een voorbeeld van een mount voor damesgroepen. Het komt niet in de tabellen voor, het staat er alleen bij voor Herengroepen. Antwoord: Hetzelfde principe moet ook bij ALLE damesgroepen worden gehanteerd zoals de voorbeelden op bladzijde 115 van de herengroepen. Verduidelijking: Een Mount bij trio’s krijgt alleen waarde indien het een Mount betreft naar 1 o.p. die in staande positie staat (dus niet bijvoorbeeld bij twee o.p. die naast elkaar staan) Nu blijkt echter, dat de Mount zelf dan de waarde krijgt zoals in de paren tabellen staat. En er wordt nog waarde gegeven voor de groep waar de Mount naar toe gaat (zoals het voorbeeld van de herengroepen op pag 115). Vraag: Leeftijdsgroepen artikel 7.3: Kan een piramide uit de verplicht rijen gelinkt worden met een keuze piramide (dus keuze en verplichte piramide direct achter elkaar zonder af te gaan? Antwoord: Nee, artikel 7.1 geeft aan dat piramides met 2 basishoudingen gezien worden als 1 piramide. Er zal dus opnieuw moeten worden opgebouwd. Individuele elemeten: De general rule geeft aan dat tot knie hetzelfde is als tot stand. Dit geldt alleen voor categorie 1 elementen. Deze kunnen dus niet worden uitgevoerd als categorie 2 individueel element met uitzondering van zijwaartse salto’s (nummer 19, 20 en 21) op pag 143 van de moeilijkheidstabellen. Stilistische variatie: Een stilistische variatie is een verandering die de biomechanische of technische principes van een element niet significant veranderen. Wanneer een trainer een stilistische verandering van een element vraagt, moet de originele ID code en waarde worden gebruikt en SV (Stylistic Variation/ stilistische variatie) duidelijk worden aangegeven op het wedstrijdblad. De volgende foto’s geven een voorbeeld aan van een stilistische variatie.
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 2
Uit nieuwsbrief 6 (FIG September 2014) Voor de leeftijdsgroepen 12-18, 13-19 en senioren (in Nederland junioren 1, junioren 2 en senioren) gaan de volgende beperkingen gelden voor het maximaal aantal elementen (paar/groep elementen en individuele elementen): Balans en dynamische oefening: Maximum aantal elementen voor waarde: 8 paar of groepselementen en 3 individuele elementen van de juiste categorie. Alle speciale vereisten blijven gelden. Combinatie oefening: Maximum aantal elementen voor waarde: 10 paar of groepselementen en 5 individuele elementen. Alle speciale vereisten blijven gelden. Uitleg bij Individuele elementen
Balans en dynamische oefening: slechts 3 individuele elementen kunnen voor moeilijkheid gedaan worden. Alle 3 de individuele elementen moeten gevraagd worden op het wedstrijdblad en krijgen moeilijkheidswaarde. Combinatie oefening: slechts 2 elementen van categorie 1 en 3 elementen van categorie 2 mogen voor moeilijkheid gedaan worden. ALLE individuele elementen die in serie gedaan worden MOETEN op het wedstrijdblad staan en krijgen waarde. Als een individueel element herhaald wordt of niet gevraagd wordt, krijgt het element dat volgt / krijgen de elementen die volgen, GEEN waarde. Bijvoorbeeld: arabier-flikflak-strek salto = serie = 3 elementen. Zowel in de dynamische oefening als in de combinatie oefening is dit het maximum aan cat. 2 elementen en moeten alle drie de elementen op het wedstrijdblad gevraagd worden voor waarde. In de combinatie oefening kan dan dus GEEN serie met arabier+salto tot spagaat meer toegevoegd worden, want de arabier is dan een herhaling en na een herhaald element ontvangt het volgende element in de serie geen waarde meer. Dit zal het aantal individuele elementen dus fors gaan beïnvloeden in de junioren en senioren categorie. Voor Leeftijdsgroep A jeugd (11-16) en de Nederlandse B en C niveaus gelden deze beperkingen niet!
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 3
Alleen de elementen die voor moeilijkheidswaarde gebruikt worden, moeten op het wedstrijdblad staan. Aan ALLE SPECIALE VEREISTEN moet voldaan zijn met de elementen die op het wedstrijdblad staan! Extra elementen, bijvoorbeeld simpele op- of afgangen (maximaal W5) mogen gedaan worden (zonder waarde). Als meer dan 8/10 elementen gevraagd worden, tellen de eerste 8/10 voor waarde en volgt een 0.3 aftrek voor incorrect wedstrijdblad. Bovenstaande aanpassingen komen terug in de aanpassing van de volgende Age Group rules (12-18 en 13-19 jr): -
-
Artikel 12.4 Alle elementen die gedaan worden moeten op het wedstrijdblad staan, VERVALT Artikel 12.5 Als er elementen van waarde getoond worden die niet op het wedstrijdblad staan en nadat de toegestane extra w20 al overschreden is, volgt een aftrek van 1.0 (met uitzondering van de eenvoudige op- en afgangen, max W5) Artikel 15.4 VERVALT Artikel 15.5 Als er elementen van waarde getoond worden die niet op het wedstrijdblad staan en nadat de toegestane extra w20 al overschreden is, volgt een aftrek van 1.0 (met uitzondering van de eenvoudige op- en afgangen, max W5)
Aanpassing in de Code of Points (COP – wedstrijdreglement) om de regels voor beperking in individuele elementen weer te geven: Artikel 17.8 wordt: het maximaal aantal individuele elementen dat voor moeilijkheidswaarde gedaan mag worden per partner is 3 in balans en dynamisch en 5 in combinatie. De individuele elementen die mee KUNNEN tellen voor moeilijkheidswaarde zijn ook alleen die 3 of 5 elementen die op het wedstrijdblad staan. Extra of andere individuele elementen die gedaan worden, tellen nooit mee voor moeilijkheidswaarde.
Definities van een element (wat is 1 en wat zijn 2 elementen) De volgende voorbeelden laten zien wat gezien wordt als 1 element: Paren – balans: -
Statische houding top + basis positie Motion vd top + statische houding erna + basis positie Start positie top + motion o.p.+ statische houding + basis positie Start positie top + motion o.p.+ motion top + statische houding + basis positie Opgang (Mount) + 1 sec houding Opgang (Mount) + statische houding + basis positie Zie plaatjes op volgende pagina
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 4
Dames groep: Balans
Waarde vd basis positie + statische houding Statische houding top en/of m.p. + basis positie Motion + statische houding top en/of m.p. + basis positie Waarde vd opgang (Mount) naar 1 sec houding Waarde vd opgang (Mount) naar 3 sec houding + basis positie
Zie figuren
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 5
Heren groep: balans
Waarde basis positie + statische houding top Statische positie top en/of m.p. + basis positie Motion top en/of m.p.+ statische positie top en/of m.p. + basis positie Start positie top + Transitie + eindhouding top + nieuwe basis positie Start positie top + motion top + transitie + eindhouding top + nieuwe basis positie Waarde opgang (Mount) naar 1 sec Waarde opgang (Mount) + statische houding + basis positie
Zie figuren
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 6
Vragen en verduidelijkingen: 1. Voor leeftijdsgroep jeugd (11-16): Een paar kiest uit de verplichte rijen bij balans 3 elementen met een (spreid)hoeksteun en als keuze element OOK een element met (spreid)hoeksteun. Mag dit en zo niet, wat is dan de aftrek? Antwoord: De beperkingen uit de COP etc. gelden NIET voor leeftijdsgroep jeugd (11-16), tenzij het expliciet in de leeftijdsgroep regels staat. Dus: JA, een paar kan 4 (spreid)hoeksteunen maken want er zijn geen beperkingen. Echter, er zal wel 0.5 artistieke aftrek gegeven worden omdat alle statische houdingen hetzelfde zijn. Maar je kunt dus kiezen voor allemaal dezelfde houdingen in de jeugd. 2. Kunnen heren groepen in de jeugd (11-16) 2 aparte piramides doen? Antwoord: Ja dat kan. Ter verduidelijking: 2 aparte piramides OF 1 aparte piramide en een transitie piramide. 3. Deze cyclus 2012-2016, is een try out om te zien hoe coaches omgaan met de vrijheid in wedstrijdkleding. Er zijn inmiddels hele mooie pakken gezien. Echter, sommige pakken zijn ook al wel over de schreef gegaan. Als deze trend zich doorzet, zal de vrijheid die in deze cyclus gegeven is, herzien worden. Sommige voorbeelden: - Clowns outfits zijn niet toegestaan - Rokjes moeten rokjes zijn en geen losse aanhangsels aan het pakje. Hawaï rokjes zijn niet toegestaan De lengte van pakjes / rokjes zullen nooit gemeten worden. Maar, volgens de regels, moet het rokje het bekkengebied bedekken. Als het pakje onder het rokje uitkomt, is het rokje dus te kort. En we willen ook geen “jurken” zien. We hopen dat coaches hier nauwkeuriger op toe gaan zien.
Moeilijkheidstabellen Waarden Tabel 3, pag 19 zijn aangepast:
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 7
Uit nieuwsbrief 7 (december 2014) Richtlijnen voor juryleden Om de beoordelingen van de oefeningen te verbeteren, heeft de Technische Commissie Acrobatische gymnastiek richtlijnen gepubliceerd om juryleden (en trainers) te helpen. Technische aftrekken tabel
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 8
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 9
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 10
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 11
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 12
Verduidelijking voor MJ Wanneer krijgt een element GEEN moeilijkheidswaarde? Balans: - Als een Mount op het wedstrijdblad gevraagd is tot 1 hand maar wordt uitgevoerd tot 2 handen voordat naar een statische positie op 1 hand wordt gegaan. GEEN MW - Als er geen duidelijke statische houding is in de uitvoering van een balans element (geen 1 sec houding); GEEN MW. - In het extreme geval dat het gevraagde element onherkenbaar wordt uitgevoerd. GEEN MW Voorbeelden: Als het onduidelijk is wat de top uitvoert: ‐ een vlag of een slechte split handstand `
‐ een bovenbalans, mexicanca, hoekhandstand of een slechte handstand
- In alle andere gevallen zal de MW gegeven worden en telt het element ook voor speciale vereiste maar zal natuurlijk een technische aftrek voor grote fout (0.5) gegeven worden door de technische juryleden. Dynamisch -
Als een dynamisch element is ingezet maar niet is afgemaakt vervalt de MW en telt het niet mee voor speciale vereiste. De TJ geeft de bijbehorende technische aftrekken EN een aftrek van 0.5 of 1.0 voor niet voltooien van element of een val.
Voorbeeld: handstand op de vloer 4/4 salto tot handstand op de partner en de top bereikt de verticale positie niet. - Als alle fases van de rotatie in een dynamisch element voltooid zijn maar de partner wordt gevangen zonder controle in de eindhouding, wordt een aftrek gegeven door de TJ van 0,5. Als de partner valt vanaf een catch of landing, wordt een aftrek van 1.0 voor val gegeven. In beide gevallen telt wel de MW en telt het element ook voor speciale vereiste. Voorbeeld basket 4/4 tot basket en de top glijdt van de basket af tot zittende of liggende positie na een kort contact. In dit geval zijn alle fases van de rotatie voltooid, een aftrek van 1.0 wordt gegeven voor een val maar de MW wordt wel gegeven en element telt voor speciale vereiste. - Als er geland wordt op knieën of op handen en voeten tegelijk (zowel bij partner elementen als bij individuele elementen), krijgt het element geen ME en telt het ook niet voor speciale vereiste.
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 13
Verduidelijking Technisch aftrekken: Wanneer wordt er 0.5 gegeven en wanneer 1.0 aftrek? 1.0: - val - een ingreep om een val te voorkomen - volledige ondersteuning om val te voorkomen - geen controle bij het vroegtijdig afbreken van een element op een onlogische of ongecontroleerde manier - beide handen of voeten glijden weg 0.5: - Geen voltooiing element maar geen val - Vroege beëindiging van een element maar wel op logische en gecontroleerde manier af.
Aanpassingen en correcties in aftrek tabel: 46.3 MJ aftrekken 8. Elementen niet uitgevoerd in volgorde wedstrijdblad of meer elementen dan toegestaan worden gevraagd (0.3) (1 x per wedstrijdblad) 48.8 Instabiliteit 8. Kort moment van duwen van lichaam, hoofd(en) of schouder(s) van top door o.p. om top te stabiliseren.(0.3) 9. Duwen van romp, hoofd(en) of schouder(s) van de o.p. tegen de top om een duidelijk probleem te stabiliseren of om een val te voorkomen (0.5)
Vragen en antwoorden 1. Artistieke fouten: Art 47.4 Element keuze : n°2 Dynamisch: “Herhaling van zelfde start of catch positie”. De regels staan toe om 2 catches, 3 afsprongen en 3 dynamische elementen (grond-grond) uit te voeren = 6x een landing op de vloer. Hoe om te gaan met deze landingen op de vloer, moeten we daarvoor aftrekken? Antwoord: Nee. Afsprongen en dynamische elementen worden beschouwd als verschillend in huidige COP. 2. De +1 waarde voor gesloten benen: Moet dit uitgevoerd worden met gesloten en rechte benen? Antwoord en verduidelijking: De gedachte achter de +1 waarde is het belonen van een moeilijkere houding. Daarom wordt de + waarde alleen gegeven als de benen gesloten zijn van enkels tot aan de heupen (dus de benen moeten recht zijn en gesloten om de +1 te krijgen). Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 14
3. Moeilijkheidstabellen: P 19 tables 3 laat het toe om een motion te doen naar positie N. Maar de waarde voor deze basis positie is niet te vinden. Mag hiervoor positie nr 5 gebruikt worden? Antwoord: JA 4. Beperking van elementen: Wordt er alleen een aftrek van 0,3 gegeven als het maximale aantal paar/groepelementen wordt overschreden maar niet als er meer dan de max 3/5 individuele elementen gevraagd worden? Antwoord: NEE. Er mogen (na de maximaal toegestane 3/5 individuele elementen) meer individuele elementen gedaan worden, maar ZONDER MW, ze tellen niet voor speciale vereiste en ze mogen NIET op het wedstrijdblad staan. 5. De regels zeggen: “als een element herhaald wordt of niet gevraagd, dan krijgen de daarop volgende elementen geen waarde”: geldt dit ook voor de combinatie van cat 2+ cat 1 in de combinatie oefening? Antwoord: JA: als er een arabier-flikflak- salto gedaan wordt, kan er geen arabier salto tot knie meer volgen want de arabier wordt dan herhaald en de salto tot knie die dan volgt, krijgt geen MW meer. Als er eerst een overslag- salto gedaan wordt en dan een arabier salto tot spagaat, krijgen beide series wel waarde omdat er geen herhaling van de arabier in zit.
In het geval van een conflict tussen de beperking van de elementen en de COP of reglement voor leeftijdsgroepen, gaan de beperkingen van de elementen altijd voor, tenzij anders vermeld.
Moeilijkheidstabellen, Pg 25 Variant van basis positie toegevoegd in Nr 6 and 12:
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 15
Aanvullingen SPECIFIEK voor Nederland: Aangevraagde en goedgekeurde elementen
Basis 66.D3-SV waarde 3 (al is dit achter op het been 2 steunpunten. Omdat 66.D6 en 66.D7 ook gelijk zijn en dit vergelijkbaar is, is dit een variatie op: Stilistische verandering SV) Top 60.Tab1.A waarde 3+2 voor de handstand Top 61.Tab6.F waarde 2 voor de spreidhoek 2 op 1
pag 77 A9-aanvulling ( verschil = de midden partner ligt dwars op de voeten o.p., dus ander steunvlak) 2 . Basis krijgt waarde 3 Handstand van de top volgens pag 60, tabel 2, waarde 5. Totaal 8 dus.
Pag.66 D1-aanvulling Basis als pag 66 D1, maar nu met m.p. die 2 benen als steunpunt voor top heeft. Basis waarde 12
Gainer Dynamische elementen kunnen alleen met gainer gevraagd worden (en dus de extra +2 waarde krijgen) indien de rotatie tenminste 2/4 salto betreft.
Acro Nieuwsbrief Nederland december 2014 16