BUSINESSPLAN VOOR DE NETWERKSCHOOL Vooraf ROC Eindhoven heeft in zijn voorbereiding van de Netwerkschool een degelijk Businessplan opgesteld waarin de in deel 1 genoemde paragrafen uitgebreid aan de orde komen. Het businessplan is opgebouwd langs de lijnen: Aanleiding, Opleidingsplan & Strategie, Organisatie, Cultuur& Mensen en Financiën. Tevens is in een overzichtelijk schema concreet aangegeven ‘Wie doet wat’, gerelateerd aan de stappen in het primaire proces (van intake tot en met examinering/ alumni).
Tegen deze achtergrond is Deel 1 een verkorte versie van het businessplan.
Deel 1 – Projectdefinitie 1.1
Aanleiding
ROC Eindhoven opereert als onderwijsinstelling in het hart van het zuidoostelijke deel van de Brainportregio, die zich uitstrekt van Eindhoven tot Leuven en Aken. Omdat Brainport een industrieel fundament heeft zetten bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden zich al jaren in om het aantal technici voor de regio op peil te houden en te vergroten. Onderzoek wijst uit dat er grote tekorten dreigen door de hoge vervangingsvraag en door onvoldoende nieuwe instroom in de techniekopleidingen. ROC Eindhoven wil met het experiment de Netwerkschool het techniekonderwijs innoveren om langs die weg een bijdrage te leveren aan het opleiden van meer mensen voor de hightech bedrijven en hun ketenpartners, waar vooral mbo opgeleiden werken. Ook het techniekonderwijs zelf kampt met het probleem van de vergrijzing en een (toekomstig) tekort aan docenten. In het experiment de Netwerkschool wil ROC Eindhoven alternatieven ontwikkelen, die antwoord geven op het dreigend tekort aan docenten, terwijl wel de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd wordt.
1
1.2
Projectdoelstellingen
ROC Eindhoven wil • bevorderen dat meer studenten ( in het bijzonder meisjes) kiezen voor een technische opleiding: de focus wordt gericht op de doelgroep ‘geïnteresseerde generalisten’ en techniek wordt context gerelateerd aangeboden. • beter, effectiever en efficiënter onderwijs aanbieden: verhogen van het leerresultaat, een meerwaarde zijn voor de sociale omgeving van de school en het verbetering van het financieel rendement. Het concept van de Netwerkschool wordt vertaald naar de opleiding Middenkader Engineering. Binnen de opleiding Middenkader Engineering start een alternatieve opleidingsvariant op basis van het onderwijskundige concept van de Netwerkschool, gekoppeld aan een contextgerelateerde invulling van het onderwijs, te weten -
1.3
Design en Technologie Zorg en Technologie Duurzaamheid en Technologie Sport en Technologie
Business Case
Met de Netwerkschool wil ROC Eindhoven een forse impuls geven aan de innovatie in het techniekonderwijs om zo te komen tot aantrekkelijke en eigentijdse opleidingen. De bedreiging van het tekort aan docenten willen we omzetten in een kans. Door inzet van ICT wordt het onderwijs flexibel (ongebonden in tijd en plaats/ virtuele school) en wordt er maatwerk geleverd (gebruik Onderwijsgids met modulen). De aantrekkelijkheid wordt verder vergroot door te werken met aansprekende contexten waardoor nieuwe doelgroepen zich aangesproken zullen voelen. De regionale behoefte aan technisch personeel noopt tot instroombevordering in de techniekopleidingen. De wijze waarop studenten en docenten/ begeleiders werken en samenwerken in de studentondernemingen doet een sterk appel op hun ondernemendheid en brengt hen in nauw contact met de beroepspraktijk. Professionals uit de beroepspraktijk zullen hun bijdrage leveren aan het onderwijsproces. Binnen de context van Brainport leidt dit tot een regionale verankering.
2
Het resultaat van het project zal zijn dat de productiviteit van het techniekonderwijs (kosten/ baten) omhoog gaat.
1.4
Projectresultaten1
ROC Eindhoven koerst in het eindplaatje op de volgende resultaten: 1 Minimaal 250 extra studenten (waaronder meer meisjes) stromen in, in een (contextgerelateerde) technisch opleiding Middenkader Engineering 2 Het aantal ‘contacturen’ is toegenomen en er wordt gewerkt met persoonlijke opleidingsplannen 3 Elke student heeft een eigen loopbaanbegeleider 4 Het diplomarendement van de opleiding Middenkader Engineering ligt in 2015 tenminste op het huidige niveau, dat wil zeggen minimaal 70%. 5 Het financiële resultaat per student in de alternatieve opleiding mag niet lager zijn dan het financiële resultaat per student in de reguliere opleiding Middenkader Engineering 6 De ratio onderwijsmedewerker - student wordt teruggebracht van 1:15 naar 1: 24 in 2014/2015. 7 De inzet van ICT is aantoonbaar toegenomen. 8 De Netwerkschool is 50 weken open en iedere 10 weken is er een instroommoment. 9 Het voortijdig schoolverlaten ligt onder het ROC gemiddelde. In Deel 2 worden de resultaten van de te onderscheiden pilots in het eerste jaar beschreven.
1.5
Scope
Het experiment loopt van schooljaar 2010 tot en met schooljaar 2014/2015 en richt zich op de niveau 4 opleiding Middenkader Engineering – crebo nummer 94420 - die gekoppeld wordt vier specifieke contexten. In het experiment komen alle bedrijfsprocessen (onderwijsontwikkeling, inzet personeel, inzet middelen, gebruik van systemen) in beeld en de innovatie zal daarin ook een doorwerking hebben. Het gaat om een integrale benadering die gaande weg zal leiden tot een cultuurverandering. Het ontwikkelen van een visie op het nieuwe mbo onderwijs wordt gezien als een organisch proces, waarin aansluiting (voordeel) wordt gezocht met 1
Gaande het project kan evidence based duidelijk worden dat een ander resultaat de voorkeur geniet.
3
initiatieven die al in de gewenste richting wijzen. In het experiment de Netwerkschool worden de verbindingen gemaakt. Zo zijn er al meerdere initiatieven om te komen tot maatwerk o.a door de inzet van ICT in de ondersteunende processen en is er ervaring opgedaan met miniondernemingen en het gericht werken in projectgroepen aan de eigen competenties. De Netwerkschool zal werken met een elektronische leeromgeving die zal inspelen op de manier waarop in de jeugdcultuur wordt omgegaan met ‘de virtuele wereld’. Studenten en medewerkers plannen, ontwikkelen, communiceren, ontmoeten elkaar in die omgeving en creëren zo een ‘school die altijd open is’. Realistische opdrachten worden uitgevoerd binnen studentondernemingen. De opbouw van de opleiding loopt van meer werken in de school naar meer werken buiten de school.
1.6
Randvoorwaarden
Gemotiveerd personeel Er wordt een team samengesteld, deels op basis van voor de Netwerkschool opengestelde vacatures, waardoor er sprake is van specifieke werving van geschikte kandidaten. Scholing Medewerkers (principe van train the trainers) en studenten zullen met inzet van ervaren collega’s van andere scholen van ROC Eindhoven, geschoold worden in ‘ondernemendheid’ omdat de studentonderneming een kernaspect is van de Netwerkschool. ICT ontwikkeling/ infrastructuur De kwaliteit en de betrouwbaarheid van de ICT infrastructuur en de online leeromgeving vormen de backbone van de Netwerkschool. ROC Eindhoven investeert al geruime tijd in de ontwikkeling van online elektronische leeromgeving en planningsmodule en beschikt over voldoende expertise om de Netwerkschool te kunnen faciliteren. Huisvesting De contextgerelateerde techniekopleidingen worden gesitueerd in een gebouw van ROC Eindhoven op de Frederiklaan. Omdat er nieuwbouwplannen zijn zal het concept van de Netwerkschool meegenomen worden in het te ontwikkelen concept voor de nieuwe huisvesting. De programmamanager Huisvesting Techniek en de dienst Facilitair Dienstverlening zijn hierbij gesprekspartner. 4
Communicatie Er wordt in samenwerking met de afdeling Communicatie & Marketing een communicatieplan opgesteld waarin aandacht is voor de te onderscheiden doelgroepen (studenten, ouders, decanen, bedrijven, collega’s ed.) en te gebruiken kanalen/ instrumenten (informatie- voorlichtingsbijeenkomsten, online informatie ed.) Bedrijfsleven Het BPV bureau zal faciliteren bij het verwerven van opdrachten voor de studentondernemingen. De medewerking van bedrijven is een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het project. Er zal gebruik gemaakt worden van het contactennetwerk van ROC Eindhoven en worden voortgebouwd op de relaties met o.a. Brainport Development (Verbindingscentrum Technific) en United Brains. Ook wordt gebruik gemaakt van het programma BrainTrigger dat een platform biedt voor samenwerking bedrijfslevenonderwijs. Financiën In het eerder genoemde Business Plan zijn prognoses opgenomen van de te verwachten inkomsten en uitgaven. De dienst Financiën van ROC Eindhoven is direct betrokken bij het project de Netwerkschool en speelt een belangrijke rol bij de monitoring en bewaking. Kwaliteitsbewaking In samenspraak met het Bureau Beleidsevaluatie & Control wordt een plan voor kwaliteitsbewaking opgesteld en worden indicatoren benoemd die gebruikt worden bij tussentijdse evaluaties (NB – relatie met het externe onderzoek) Cultuur Elke organisatie heeft zijn eigen cultuur, zo ook ROC Eindhoven. De ondersteunende diensten van ROC Eindhoven, die de ontwikkeling van de Netwerkschool gaan faciliteren, zullen – indien dit nodig is – bereid moeten zijn die cultuur los te laten. De netwerkschool is een experiment en dat betekent dat er ook – verantwoorde – risico’s genomen gaan worden en dat er zaken kunnen ‘mislukken’. Legitimering Door het innovatieve karakter van het experiment worden in de Netwerkschool naar verwachting de grenzen van regels en mogelijkheden 5
opgezocht en is er sprake van een onorthodox aanpak. Dat kan in –en extern leiden tot fricties. Het is een belangrijke randvoorwaarde dat MT verantwoordelijken en bestuurders zich gecommitteerd weten aan het experiment en (bij tegenwind) voldoende steun bieden om de Netwerkschool tot een succes te maken.
1.7
Projectrisico’s
Vanzelfsprekend zijn mankementen die optreden in de hiervoor genoemde ‘randvoorwaarden’ risico’s voor het experiment. Andere aspecten die te noemen zijn:
Onvoldoende draagvlak De Netwerkschool zal zich gaande weg ontwikkelen waarbij innovatie verbonden wordt met aspecten van de huidige organisatie. Bereidheid van anderen om de verbindingen te maken veronderstelt draagvlak voor het experiment. Om te voorkomen dat het experiment geïsoleerd raakt is communicatie over en draagvlak creëren voor het project van groot belang. Onvoldoende actieve participatie van bedrijven, onvoldoende extern draagvlak. Er moet een expliciete verbinding met bedrijven ontstaan, die zich ‘aandeelhouder’ weten van het experiment en de studentondernemingen. Onvoldoende succesmomenten Het is belangrijk dat betrokkenen in het idee blijven geloven en daarom is het bewust creëren van succesmomenten nodig. Als daar onvoldoende aandacht voor is ontstaat het gevaar dat het elan wegzakt. Cultuur Omdat er in het kader van de Netwerkschool geëxperimenteerd gaat worden en er risico’s genomen worden, kan het zijn dat medewerkers het moeilijk vinden om uit hun ‘veilige wereld’ te stappen. Dat is op zichzelf niet vreemd, elke organisatie en elk individu zoekt zekerheid en kent eigen normen en waarden. Het kan echter betekenen dat diensten en medewerkers de stappen die nodig zijn om het experiment te realiseren, als conflictueus ervaren.
6
Lange looptijd Het project vraagt om volhardendheid gezien de lengte van het project. Een goede fasering kan daarbij helpen. Daarnaast is er bij een lange looptijd meer kans dat zich onvoorziene ontwikkelingen voordoen (zoals personele verandering bijvoorbeeld) Sturende werking vanuit het onderzoek Het is belangrijk dat er een goede communicatie en samenwerking is tussen de projectleiding en de onderzoekers. Voorkomen moet worden dat de onderzoeksvraag het project gaat sturen. Anderzijds is er het gevaar dat er vanaf het begin onvoldoende rekening wordt gehouden met de kaders die het landelijk onderzoek met zich meebrengen.
7
Deel 2 – Projectaanpak Het project is in de tijd opgeschoven doordat toekenning op een later tijdstip bekend werd dan aanvankelijk werd aangenomen. Om die reden start de Netwerkschool in schooljaar 2010-2011 met de eerste variant Design & Techniek. Voor de opleiding Design en Techniek is sprake van een doorstart omdat op dit moment al 30 studenten actief zijn in die richting. De andere drie varianten volgen stapsgewijs vanaf schooljaar 2011-2012. Het bussinessplan zal hierop aangepast worden.
2.1 Hoofdlijnen aanpak Er wordt gekozen voor een integrale benadering, die gebaseerd is op de negen inhoudelijke lijnen. De visieontwikkeling vanuit die negen invalshoeken is teven de cruciale start van het project. Naast visieontwikkeling, als sturingsinstrument, zijn er thema’s geselecteerd die gedurende de vijf projectjaren de basislijnen vormen van waaruit pilots worden opgezet. Die pilots zullen in de loop van de tijd veranderen doordat het project in een nieuw stadium komt (doorontwikkeling), omdat de pilots elkaar onderling zullen beïnvloeden, maar mogelijk ook omdat succes uitbleef en de koers verlegd wordt. De thema’s die geselecteerd zijn: 1. visie op hoofdlijnen 2. context onderzoek 3. curriculum ontwikkeling 4. fysieke leeromgeving 5. virtuele school / ELO 6. marketing/ PR 7. professionalisering 8. flexibele organisatie 9. toezicht en regelgeving
2.2 Fasering en besluitvorming De pilots in het project verlopen volgens een systematische fasering: oriëntatie, definitie, ontwerp, voorbereiding, uitvoering en evalueren/ opleveren/ reflecteren. Dit leidt tot een effectieve manier van projectmatig werken. Steeds zal met deze planmatige methodiek duidelijk zijn in welk 8
ontwikkelstadium de pilot zit. Elke fase kent een duidelijke doelstelling zodat ook de beslismomenten helder zijn. Het geheel wordt opgenomen in een vernieuwingsmatrix zodat er een integraal overzicht ontstaat op het totaal van de ontwikkelingen. Daaruit kan worden afgeleid of het experiment van de Netwerkschool zich ontwikkeld in de richting van de geformuleerde doelstellingen en resultaten. Bij de opzet en uitvoering van de pilots zal ook gekeken worden naar de reeds lopende ontwikkelingen bij ROC Eindhoven en naar innovatietrajecten die raakvlakken hebben het project de Netwerkschool. We streven in dat kader naar een cumulatief effect. In het project van de Netwerkschool zullen verschillende lijnen samenkomen. Vanaf het begin van het project van de Netwerkschool is eigenlijk al oog voor de implementatiefase. Gedacht wordt aan de Roadmap to Excellence, een ontwikkelingstraject waarin verschillende pijlers in onderlinge samenhang ontwikkeld worden: onderwijs, systemen, onderwijslogistiek en personeel. Dit traject is (ook) gericht op het vergroten van flexibiliteit en maatwerk. Andere trajecten waaraan gedacht wordt zijn ‘Zorg en technologie’ en de opgedane ervaring en ontwikkelde expertise op het gebied van ‘ondernemendheid’.
2.3
Projectorganisatie (bij aanvang)
De stuurgroep Er is een stuurgroep die bestaat uit een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en Brainport, de voorzitter van het CvB van ROC Eindhoven, directeur School voor Techniek, een expert op het gebied van jongerencultuur & leren, en een persoon met kennis over ‘open leren’. De stuurgroep bewaakt het project op hoofdlijnen en ziet toe op het behalen van de beoogde resultaten. Van de stuurgroepleden wordt ook verwacht dat zij het project ‘voeden’ met inhoudelijke suggesties en het aanwenden van de respectievelijke kennis en netwerken. De projectleider / het projectteam De tactische (en soms operationele) uitvoering ligt in handen van een projectleider/ projectteam. De projectleider/ het projectteam is verantwoordelijk voor het realiseren van de randvoorwaarden, de inrichting van het experiment, de ontwikkelactiviteiten en de interne- en externe communicatie. Voorts bewaakt de projectleider/ het projectteam de 9
samenhang binnen het project en de zorgvuldige besluitvorming. De projectleider legt verantwoording af aan de stuurgroep. De stuurgroep en de projectleider/ het projectteam worden geadviseerd door een (interne) adviesgroep waarin de ondersteunende diensten vertegenwoordigd zijn. In samenspraak met de adviesgroep wordt bijvoorbeeld de fysieke en elektronische leeromgeving ontwikkeld.
De onderwijscoördinator/ het team (meerder coördinatoren/ teams bij het groeimodel) Elke nieuw te ontwikkelen context gerelateerde opleiding zal worden aangestuurd door een coördinator, die samen met het team van docenten en begeleiders verantwoordelijk is voor de uitvoering van het onderwijs. Natuurlijk leveren zij ook belangrijke input bij het opzetten en uitvoeren van de experimenten. Klankbord- en adviesgroep (aanvulling op het businessplan) De stuurgroep en de projectleider streven er naar een klankbord- en adviesgroep in te richten waarin mensen participeren die visionaire ideeën hebben, die kunnen helpen bij het toekomst gericht ontwikkelen, mensen die vooruitlopen in de tijd. Van hen wordt verwacht dat zij het project uitdagen om ‘out of the box’ te denken en nieuwe wegen te zoeken om de doelstelling te bereiken. Studentenpanel / alumni De voortgang van het project zal besproken worden met een studentenpanel. Dit kunnen zittende studenten zijn maar ook (in groeiende mate0 alumni. De ervaringen van de studenten worden meegewogen bij de voortgang en eventuele bijstellingen van het project. Een van de doelstellingen is immers ‘aantrekkelijk en eigentijds techniek onderwijs’. Ook de ouders worden jaarlijks geconsulteerd over hun ervaringen.
10
Deel 3 - Projectbeheersing 3.1 Beheersing van het bestaansrecht Doordat tijdens het project steeds de verbinding wordt gezocht met aspecten van de huidige organisatie en ingezet wordt op een organisch groeimodel, wordt ook gewerkt aan een verankering in de organisatie en wordt het bestaansrecht en de continuïteit van het concept van de Netwerkschool gewaarborgd. De gedachte is dat het techniekonderwijs op niveau 4 na verloop van tijd in zijn geheel een kanteling maakt.
3.2 Beheersing resultaten en kwaliteit Het Bureau Beleidsevaluatie & Control zal met behulp van de eerder genoemde indicatoren, periodiek een dashboard rapportage maken. Hierdoor is er tijdig zicht op resultaten en kwaliteit en kan zonodig bijgestuurd worden. Met de verantwoordelijke directeur zal dit dashboard tijdens de Marap gesprekken en in de P&C cyclus besproken worden.
3.3 Beheersing van de scope De focus is gericht op de vier contextgerelateerde techniekopleidingen. Om deze opleidingen vanuit het concept van de Netwerkschool op te zetten wordt gebruik gemaakt van eerder en elders binnen ROC Eindhoven opgedane ervaring, bestaande expertise en voorzieningen. De kwaliteitsbewaking is eveneens gericht op de vier techniekopleidingen. Gedurende de projectperiode wordt al wel nagedacht over continuering en verbreding van het concept. De ervaring heeft ons geleerd dat eerst een periode van experimenten nodig is voordat een zorgvuldige uitrol kan plaatsvinden.
3.4 Beheersing randvoorwaarden Tijd en Geld In het project wordt gewerkt met een heldere fasering die gekoppeld is aan tijd en geld. Daardoor zijn er begin en eindpunten gemarkeerd waarop ook de besluitvorming is gericht.
11
Door het Bureau Beleidsevaluatie & Control en de dienst Financiën wordt de voortgang in relatie tot Tijd en Geld kritisch gevolgd. Ook hier wordt de dashboard aangewend.
3.5 Beheersing overige randvoorwaarden Communicatie is hier een sleutelbegrip. Draagvlak creëren, het vieren van successen, volhouden in de tijd en de verstandhouding met de onderzoekers zijn allen gebaat bij heldere communicatie. Met de afdeling Communicatie & Marketing wordt een plan opgesteld om zo te borgen dat het een voortdurend aandachtspunt is.
3.6 Beheersing van de projectrisico’s De projectleider rapporteert periodiek aan de stuurgroep een geeft daarbij ook informatie over de projectrisico’s. De dashboard scan is daarbij een goed instrument. Deze scan geeft objectieve informatie en help om het project in ‘control’ te houden.
3.6 Beheersing van de projectaanpak De projectorganisatie is zodanig opgezet en ingericht dat stabiliteit gecombineerd wordt met flexibiliteit. Er is een vast kernteam en er zijn korte lijnen waardoor er geen energie verloren gaat en de focus scherp blijft. Het jaarlijkse activiteitenplan geef houvast, terwijl er tevens mogelijk is om activiteiten jaarlijks verder toe te spitsen. De ondersteunende diensten van ROC Eindhoven faciliteren de projectleider bij de beheersing van de projectaanpak.
12