Konferentie Nederlandse Religieuzen
bulletin
jaargang 16 • nummer 2 • juli 2013
In veelvoud verbonden KNR jaarverslag 2012
In beeld • Tot alle goede werken bereid • broeder Alexander Wesel • pagina 4 Religieus Erfgoed • Hospice Bethlehem • pagina 34 Eén van hart en ziel • Samen op weg naar God • PierrePaul Walraet o.s.c. • pagina 42
knrbulletin 2 | 2013
1
2
Redactioneel Deze extra dikke zomereditie biedt u een terugblik op een aantal gebeurtenissen in 2012 (het gedeelte dat betrekking heeft op het jaarverslag), maar ook actuele onderwerpen komen aan de orde. Broeder Alexander Wesel vertelt over de bijzondere geschiedenis van zijn congregatie. Het nieuwe jaarthema is aanleiding voor verschillende beschouwingen. Maaike de Haardt geeft haar visie op passie en verbinding. Zuster Laetitia Aarnink gunt ons een kijkje in haar boekenkast. Jeroen Crajé is enthousiast over de groene energieprojecten, die hij in Tanzania heeft bezocht. En de leden van het kernteam van het Jeannette Noelhuis waren content over de Religieuzenprijs, die hen ten deel viel. De redactie van het bulletin wenst u een mooie zomertijd.
2013
Colofon
Het KNR-bulletin (ISSN: 1569-9447) is een uitgave van de afdeling communicatie van de KNR en verschijnt vier maal per jaar. Door middel van dit bulletin wil de redactie religieuzen in Nederland en belangstellenden informeren over ontwikkelingen die zich afspelen in de wereld der religieuzen in brede zin. De redactie behoudt zich het recht voor om toegezonden kopij in te korten. Aan ieder bestuur van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten en aan de redacties van congregatiebladen wordt een exemplaar verstrekt. Daarnaast ontvangen leden van commissies van de KNR het blad. Afzonderlijke communiteiten en individuele religieuzen kunnen het bulletin op aanvraag toegezonden krijgen. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden. Illustratie voorzijde: Jonge aanplant bomen in Tanzania | Foto Jeroen Crajé Vormgeving en lay-out: Vormweijs, Nijmegen KNR-afdeling communicatie, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch Redactiesecretariaat/Eindredactie: Will van de Ven T: 073 – 6921321, E:
[email protected] www.knr.nl / www.religieuzen.nl / www.bewogenheid.nl Het volgende nummer van het KNR-bulletin verschijnt in ok tober 2013. Sluitingsdatum van kopij: 23 sept 2013.
2
knrbulletin 2 | 2013
inhoud In beeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • Tot alle goede werken bereid. In gesprek met broeder Alexander Wesel 4 • Bestuurswisselingen 7 Projecten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 • Het huiskamerproject: een plek om te blijven 8 Varia / Korte berichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 • Stichting Echo • Bureau Beeldzin • Maand van de geschiedenis • Catharijneconvent • Stichting Thomas More • Nationale vredesdag • Coaching • Volzin-schrijfwedstrijd 2013 • Andante Gerechtigheid en vrede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 • Vrouwen met Passie 13 • Groene energie 16 Goed voor je hart column Ben Verberne msc . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Spiritualiteit van de communio teksten om over na te denken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 In veelvoud verbonden KNR jaarverslag 2012.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Religieus erfgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 • Hospice Bethlehem 34 Religieus leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 • Kiezen voor delen. Religieuzenprijs voor Jeannette Noelhuis 36 De boekenkast van…. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 • Laetitia Aarnink 38 Nieuwe evangelisatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 • Een evangelisatie die ontvankelijk is voor de wereld om ons heen 40 Een van hart en ziel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 • Samen op weg naar God 42 • ‘Communio’ in een internationale gemeenschap 44 Boeken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 • ‘In alles de liefde’ • Leven met Dominicus, Franciscus en Hildegard • Spiritueel erfgoed • Paus Franciscus • Kiezen voor een leven van delen • Geraakt door de nederigheid • Met de minsten der Mijnen • Kritische poëzie 51 Agenda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
knrbulletin 2 | 2013
3
IN BEELD
In beeld inhoud
Tot alle goede werken bereid In gesprek met broeder Alexander Wesel
Alexander Wesel
Daniel de Brouwer stond ruim 300 jaar geleden aan de wieg van de broeders Penitenten. Deze qua omvang bescheiden congregatie is vooral bekend vanwege het pionierswerk in de zorg voor psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten. Huize Padua te Boekel was de bakermat van waar uit met name in de eerste helft van de vorige eeuw op verschillende locaties nieuwe instellingen zijn opgericht. Over de pijlers van het Penitentenbestaan verscheen onlangs een boekje, getiteld Eenvoudig beschikbaar. In deze bijdrage gaat het over de ankers in het leven van broeder Alexander Wesel. Hij was in de jaren tachtig voorzitter van het samenwerkingsverband van de broedercongregaties, de SBCN, een van de voorlopers van de sinds 2004 bestaande KNR-nieuwe-stijl. Oorlogsjaren Alexander Wesel (Tilburg, 1924) komt uit een goed katholiek meubelmakersgezin: Bij ons kwamen geestelijken aan huis, die me vleiden door te zeggen dat ik best pastoor zou kunnen worden. Alexander wilde onderwijzer worden bij de fraters, maar bij aanmelding bleek, dat hij daarvoor nog te jong was. Alexander: Omdat
Geloftenplaat
4
knrbulletin 2 | 2013
de’ bruine broeders’ juist toen een nieuw klooster aan het bouwen waren –Mariahof – heb ik me bij de broeders Penitenten gemeld. Ik was wel vertrouwd met geestelijk gehandicapten, want dagelijks stond er vóór de deur van ons huis een groepje op de bus te wachten. In het juvenaat behoorde ik met vijftien anderen tot de tweede lichting; het gebouw was spiksplinternieuw en we leidden een prinsenleven. Er woonden ook patiënten bij ons, die nazorg kregen. Op verzoek van de bisschop sloten de broeders van Drunen zich in 1940 bij de broeders Penitenten aan. Ze hadden een huis waar ze ouden van dagen verzorgden. De gemeenschap was stuurloos geworden, omdat er onvoldoende bestuurlijke capaciteiten waren in de eigen gelederen. Het idyllisch bestaan was van korte duur, want weldra brak de oorlog uit en kwamen evacuees van elders, die ondergebracht werden in Huize Padua. Ze kwamen uit Sancta Maria, Noordwijkerhout en uit St Joseph in Apeldoorn. Broeder Alexander: Vroeger stelde men veel vertrouwen in het gebed. Tijdens de oorlog gingen we vaak te voet naar Handel om bescherming te vragen, zodat we niet weg zouden hoeven uit Huize Padua. Op een gegeven
moment waren er ruim 1500 patiënten. De zorg voor zoveel mensen was zwaar. Er waren destijds nog maar weinig middelen om de onrust van patiënten enigszins te beteugelen. De introductie van psychofarmaca na de oorlog betekende een grote verandering, het beroep van de verzorgers op fysieke overmacht nam af. In al hun eenvoud vond broeder Alexander in de ziekenbroeders een inspirerend voorbeeld: Ze stonden klaar voor de zieken; het waren geen opscheppers. Het waren heel gelovige mensen, echte ‘bidzielen’. Sommigen zaten urenlang met de armen ten hemel geheven in de kapel en baden het zogenoemde kruisgebed. Werken Broeder Alexander heeft op diverse locaties verschillende functies vervuld, onder andere als verpleegkundige, huisoverste en als hoofd van respectievelijk de tuberculoseafdeling, de opname afdeling en de administratieve dienst. Zijn eerste bestuursfunctie kreeg hij al op jonge leeftijd in de woelige periode van de jaren zestig. Die jaren waren ingrijpend voor de broeders, niet alleen vanwege de oproep tot vernieuwing
na Vaticanum II, maar ook door een samenloop van omstandigheden, die ertoe leidde dat het beheer van de instellingen over is gedragen. De broeders Penitenten waren de eersten, die deze ingrijpende stap zetten en moesten dan ook zelf het wiel uitvinden en zoeken naar een geschikte vorm. De overdracht van het beheer in lekenhanden vormde voor sommige broeders aanleiding om uit te treden. In 1968 werd de Daniel de Brouwerstichting opgericht, waarmee er één bestuur kwam voor alle instellingen. Bijna 20 jaar later achtte men het wijs om deze kolos weer te ontvlechten en er 7 autonome instellingen van te maken. Broeder Alexander Wesel vormde een belangrijke spil in deze ontwikkelingen, omdat hij gedurende 18 jaar - van 1971 tot 1988 - algemeen overste van de congregatie was.
we geestelijken op, die hun boekje te buiten waren gegaan. We boden hen de mogelijkheid om tot inkeer te komen, hun fouten in te zien, te genezen. Broeder Alexander heeft tientallen geestelijken verpleegd: De priesters hadden veelal twee linkerhanden, omdat ze nooit nederige taken hadden uitgeoefend. Ze hoefden enkel te studeren en waren op een voetstuk geplaatst. Aan ons was geleerd om veel eerbied te hebben voor priesters, ook wanneer zij ziek waren. In de jaren zeventig, tachtig raakte broeder Alexander betrokken bij de experimentele leefgroep Elzendaal te Boxmeer. In dit voormalig Karmelitessenklooster vonden priesters, zusters en broeders, die behoefte
hadden aan een time out een tijdelijk onderkomen. Na circa tien jaar is de leefgroep opgeheven en werd de hulp aan geestelijken-in-nood in andere vormen gecontinueerd. Dankbaarheid Samen met zijn medebroeder Dominicus Roelofs woont broeder Alexander nog altijd op het terrein van de psychiatrische inrichting in Apeldoorn, waar de broeders Penitenten in 1926 zijn begonnen: St. Joseph. Broeder Alexander bevestigt de regel dat religieuzen nooit met pensioen gaan. Tot vorig jaar was hij koster van de nabijgelegen kapel. Broeder Alexander bleef nog geruime tijd als
De broeders Penitenten boden niet alleen opvang aan leken, maar ook aan priesters en religieuzen die psychiatrische hulp nodig hadden. Van oudsher was er het zogenoemde ‘Heerenhuis’, dat indertijd gebouwd was met instemming van bisschop Zwijsen. Het huis als zodanig werd in de jaren dertig van de vorige eeuw afgebroken, de hulp aan geestelijken ging door op diverse locaties. Broeder Alexander vindt het belangrijk om gestoorde mensen met barmhartigheid te omringen: In Padua namen
Huize Padua, entree hoofdgebouw knrbulletin 2 | 2013
5
IN BEELD
IN BEELD
inhoud
bestuurslid betrokken bij de instellingen in Wilp en Apeldoorn. Tot 2011 heeft hij zich ingezet voor bewoners, die onder bewind zijn gesteld. Ook was hij tot voor kort bestuurslid van de Daniel de Brouwer school in Wilp, die vijftig jaar geleden is opgericht door medebroeder Cosmas Wolfs. Bij gelegenheid van dit jubileumjaar van de school schonken de broeders een houten Franciscusbeeld. Aan waardering voor zijn betrokkenheid heeft het nooit ontbroken, getuige de diverse onderscheidingen. Broeder Alexander is graag goed geïnformeerd. Hij spelt de krant (Trouw) en leest actuele boeken, bijvoorbeeld over Jan van Kilsdonk of de autobiografie van Martine Buitink, die haar jeugdjaren in de omgeving van Apeldoorn heeft doorgebracht. Maar ook Raarhoek en Gekkenwerk leest hij met veel interesse, want daarin gaat het om geestelijk zwakke mensen, die hem zo dierbaar zijn. Broeder Alexander is erg ingenomen met de keuze van de nieuwe paus: Na een telefoontje zette ik meteen de tv aan en hoorde dat er een niet-Europeaan gekozen was. Dat vond ik al geweldig. En toen ook nog de naam bekend werd ging er een juichtoon op in de franciscaanse
gemeenschappen. Hij is zo eenvoudig in zijn voorkomen en komt tegemoet aan ons verlangen naar bemoediging. Daar ben ik blij mee. Zijn herinneringen gaan terug naar zijn eigen contacten met Jezuieten: Gedurende de oorlogsjaren kwamen er om de veertien dagen Jezuïeten-in-opleiding vanuit Grave naar Boekel om er de nederigste taken te vervullen. Het was voor Padua een hele belevenis, zij lazen de mis, preekten, brachten hun kennis aan ons over en wasten daarnaast de patiënten. Dit alles naar aanleiding van de pauskeuze: En nu maar afwachten wat er van komt. Broeder Alexander is dankbaar dat hij bij de broeders Penitenten terecht is gekomen: We waren graag dienstbaar en ik heb me altijd kunnen optrekken aan ons gebedsleven, dat ik heel intens heb beleefd. Ook de vernieuwingen waren welkom. Ik herinner me als de grootste verandering toen we het klein officie in het Nederlands gingen bidden. Vol verve vertelt hij hoe het vroeger toeging: Bij begrafenissen gingen we in processie gezamenlijk van de kamer van de overledene naar de kerk en van daaruit naar het kerkhof. We liepen met brandende kaarsen langs de kist. Dat was een ingetogen en broederlijke wijze om afscheid te nemen. Voor de congregatie is 1
Bestuurswisselingen Zusters van Liefde –– Zuster Marie-Thérèse Brinkmann, provinciaal overste –– Zuster Mariëtte Kinker, lid –– Zuster Renée Geurts, lid –– Mw. Ivonne van de Kar, lid –– Dhr. Willem Brok, lid
Omslag boekje
mei traditioneel een belangrijke dag. Op die datum houden we eens per drie jaar kapittel en hernieuwen we jaarlijks onze geloften. Dat hebben we dus onlangs opnieuw gedaan. Ik tob niet en al heb ik het niet altijd goed gedaan, dan denk ik maar: daar ben ik mens voor. ‘s Avonds voor het slapen gaan bid ik tot mijn God en mijn Al. En in een schietgebed richt ik me tot Daniel de Brouwer, Peter Moescops en Peter Teurlings. Jammer dat zij niet hebben gezien waartoe hun mosterdzaadje is uitgegroeid. W VDV
Interviews met broeder Alexander en anderen zijn te vinden op www.buurtbankbrabant.nl Will van de Ven, Eenvoudig beschikbaar. Spiritueel erfgoed van de broeders Penitenten.
Dochters der Wijsheid –– Zuster Maria Pacelli Senden, regionaal verantwoordelijke –– Het adviesteam bestaat uit: –– Zuster Maria Ottink –– Zuster Bernadette Cornelissen –– Zuster George Petra Kraan Dominicanen –– René Dinklo o.p., provinciaal overste –– Kees Keijsper o.p. (Berg en Dal) –– Antoon Boks o.p. (Huissen) –– Jozef Essing o.p. (Zwolle) –– Jan Laan o.p. (Rotterdam) –– Dolf Niessen o.p. (Amsterdam) –– Harrie Penninx o.p. (Berg en Dal) Broeders Penitenten –– Broeder G. Broeders, algemeen overste –– Broeder S. Ebben, vicaris –– Dhr B. Wanders, bestuurslid. Zusters Franciscanessen van Heythuysen –– Zuster Elisa Ackermans, overste –– Zuster Joke Tijssen, assistent –– Zuster Chrétienne Nibbelke, assistent Zusters Franciscanessen van Etten –– Zuster Ancilla Martens, algemeen overste –– Zuster François Schomaker, lid –– Mw. C. Epskamp –– Mw. E. Krijnen - Hendrikx –– Mw. M. Verrest – van Haperen Gezelschap van het Goddelijk Woord –– Bert Wooning, provinciaal –– Kees Maas, viceprovinciaal –– Klemens Kewanga Hayon, admonitor –– Avin Kunnekkadan, raadslid –– Peter van de Wiel, raadslid
‘Boonen lezen’’ - begin 20e eeuw 6
knrbulletin 2 | 2013
Zusters Franciscanessen van Veghel –– Sr. Maria Lourdes Santos, generaal overste –– Sr. Adriana Tony, raadslid –– Sr. Jane Concepcion, raadslid –– Sr. Fransiska Nurhayati, raadslid Dochters van Maria en Joseph –– Zuster Antonie Ardatin, algemeen overste –– Zuster Tine Vink, vicaris en secretaris –– Zuster Annecathrine van Haren –– Zuster Wahyu Triningsih Sociëteit voor Afrikaanse Missiën –– Koos Janssen, district overste –– Jos Pijpers, lid –– Frans Smulders, lid Zusters Dominicanessen van Voorschoten –– Zuster Regina Plat, algemeen overste –– Zuster Paula van den Berg, lid –– Zuster Liduina Groenewegen, lid Zusters Franciscanessen van de H. Elisabeth –– Zuster Leonarda Nagelkerken, algemeen overste –– Dhr. Gerard Kok, voorzitter –– Dhr. Jan Spruit, vice-voorzitter –– Dhr. Nico Peters, secretaris –– Dhr. Gerrit van Arendonk, penningmeester –– Mw. Marina Huijbregts, lid Franciscanen –– Rob Hoogenboom, minister provinciaal –– Theo van Adrichem, vice-provinciaal –– Frans Gerritsma, lid –– Gerard Heesterbeek, lid –– Wim Pot, lid –– Fer van der Reijken, lid Bestuur KNR –– Broeder Cees van Dam, voorzitter –– Zuster NN (vacature), vice-voorzitter –– Denis Hendrickx o.praem., penningmeester –– Zuster Gertrudis van der Donck –– Jan van den Eijnden ofm –– Frater Wilfried van der Poll –– Zuster Mary Ringnalda –– Zuster Irène Rooth –– Ben Verberne msc
“Schilkamer” - begin 20e eeuw knrbulletin 2 | 2013
7
IN BEELD
PROJEC TEN
Projecten inhoud
Het huiskamerproject: een plek om te blijven Theo Koster o.p. heeft in Huissen het jongerenproject Onder de Pannen opgezet. Daarnaast is hij al 20 jaar pastor in de Studentenkerk te Nijmegen. Globaal werkt hij voor 0.7 in het studentenpastoraat, en voor 0.3 in Huissen. Koster is 62 jaar oud. Bij aanvang van ons gesprek kondigt hij aan dat we onderbroken zullen worden, omdat hij vrienden van een overledene de weg moet wijzen. Een 18-jarige studente is binnen enkele weken gestorven nadat er een verdacht bultje op haar hand was ontstaan. Om haar te gedenken zal er een gedenkplek in de kerk worden ingericht, waar haar vrienden samen of alleen stil kunnen staan bij dit tragische gegeven. Er is veel veranderd in en om de Studentenkerk. Het nieuwe gebouw, dat vijf jaar geleden is geopend, kreeg een meer centrale plek op het universiteitsterrein. De zondagse vieringen van het studentenpastoraat trokken - net als in andere universiteitssteden - hoofdzakelijk oudstudenten. De kerkgangers zijn nu meer internationaal georiënteerd. Voor de katholieken onder hen is er elke zondag een Engelstalige eucharistie. Voor veel niet-Nederlanders is een oecumenische viering vaak nog een brug te ver. Koster ontdekte tot zijn verrassing dat de doelgroep geen probleem meer heeft met de náám van de Studentenkerk: Hedendaagse studenten hebben weliswaar veel vragen rond de kerk, maar het is wél de club waarvan ze diepgang verwachten. Tevreden constateert Koster dat de Studentenkerk een merk aan het worden is en hij leest de typeringen voor, die op de website van Vox (universiteitsmagazine) staan. En nadat er in maart witte rook in het Vaticaan was, stond er in de maandelijkse rubriek ‘boven het maaiveld’ over hem in de papieren Vox: Habemus interessante pastor.
8
knrbulletin 2 | 2013
Koster constateerde in zijn contacten met studenten dat vermoeidheid een veelvoorkomende klacht was: Op verhaal komen heeft een rustgevend effect en daardoor kom je ook op het spoor wat er in je leven gebeurt waardoor je moe raakt. We gingen op zoek naar wegen om te voorkomen dat studenten in problemen raken. Wanneer ze kunnen praten met anderen voorkom je veelal dat ze bij een psycholoog of hulpverlener terecht komen. Het aanbod omvat ook individuele pastorale gesprekken. Alle aspecten van hedendaags leven komen bij Koster langs. Bijvoorbeeld een studente die zich geen raad weet met haar kennis van het overspel van haar moeder. Een ongewenst zwangere studente die tot helderheid wil komen over abortus. Of een ernstige zieke moeder van een student wil haar leven beëindigen met hulp van stichting de Einder, die steun biedt bij zelf te kiezen levenseinde. Er zijn ook veel studenten met misbruikervaringen. De mens als uniek en als sociaal wezen Volgens Koster is de eenzaamheidsproblematiek onder studenten ernstiger dan onder bejaarden: Ze hebben plenty contacten, maar geen contacten waarin ze worden geraakt. Ze hebben een
grote mate van vrijheid, maar vinden het lastig om te vertellen wat hen bezig houdt. De individualisering is een groot goed, maar heeft ook schaduwzijden. Vaak refereer ik aan het eerste en tweede Scheppingsverhaal, waaruit blijkt dat de mens enerzijds uniek is en anderzijds een sociaal wezen. Dit laatste krijgt momenteel te weinig aandacht. Het gros van de studenten heeft niets met kerk. Binnen het team ontstond het begrip Huiskamer. Op Facebook hebben we gevraagd of deze uitdrukking niet te klef was. ‘Nee’ bleek al snel. Het woord ‘ontmoeting’ werd afgewezen als te functioneel. Sinds april vorig jaar is de ontmoetingsruimte in de studentenkerk te Nijmegen omgedoopt tot Huiskamer om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan persoonlijke contacten en gesprekken tussen studenten. Koster: Twee studenten schiepen een ongedwongen ruimte waar elke student welkom is. Contacten en aanmelden voor het eten verlopen via de sociale media. Op maandagavonden wordt er gekookt. De inrichting van de ruimte is zodanig dat je tegelijkertijd kunt koken en contact houden met de groep. Dat versterkt de grote aantrekkingskracht op studenten en verenigingen. Op dinsdagavonden is er naast de maaltijd een
Raam van de kerkruimte
andere activiteit om studenten over de drempel te halen. Gedurende de eerste maanden na de start kwamen de ons bekenden, maar al snel zag je nieuwe gezichten. Op initiatief van studenten bleef de Huiskamer open in vakantieperiodes, met Kerst en met Oud & Nieuw. Op deze hoogtijdagen is het een alternatief voor feesten in de stad. Er is door studenten ook een moestuin gestart, waar eigen groenten verbouwd kunnen worden. De Huiskamer onderhoudt goede contacten met tal van organisaties, zoals homojongeren, Amnesty-studenten, Cultuur op de campus, Stukafest (Studentenkamerfestival). In het pand is een gebedsruimte voor moslims, waar veel gebruik van gemaakt wordt. De Huiskamer is een plek waar je je verhaal kunt doen. Dit heeft geleid tot een nieuwe activiteit: Wie ben ik en wie zeggen anderen dat ik ben?
Koster: Dat gaat bijvoorbeeld aan de hand van een spel met open vragen. Twee maal per maand vindt het plaats met maximaal acht studenten. Zo vertelde een student dat ze heel gemakkelijk studeert, veel op haar gevoel doet, maar ook onzeker is, wat anderen niet zien. Een ander haakt daar op in: Die twijfels heb ook. Met mijn vriend durfde ik dat wel te delen en hij heeft het juist om die reden uitgemaakt, hij werd er gek van. De deelnemers houden elkaar een spiegel voor en dat kan bevrijdend zijn en verbindend werken. Een andere student vertelde dat hij voor twee belangrijke tentamens was gezakt. Hij gaf de sport er aan, zegde zijn bijbaantjes op en zette alles op alles voor de tentamens, maar hij zakte opnieuw. Reactie hierop was van een student dat het juist belangrijk is om het studeren af te wisselen met andere activiteiten. Zo geven ze elkaar tips.
Theo Koster licht activiteiten toe
Koster is positief over de wending, die ‘zijn’ studentenkerk heeft genomen: De Huiskamer is een daverend succes. Drie avonden per week zit het hier vol. Ook overdag loopt het goed. Elke donderdag in de pauze komt bijvoorbeeld de christelijke studentenvereniging Navigators hier om te bidden en te lunchen, terwijl tegelijk homoseksuele studenten hier hun ‘rose lunch’ genieten. De ruimte werkt verbindend. Dankzij de Huiskamer is de drempel aanmerkelijk verlaagd, zodat de studentenkerk een meer centrale plek heeft gekregen in de Nijmeegse studentenwereld en daar zijn we heel blij mee. Het huiskamerproject is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de gezamenlijke religieuzen. W VDV
knrbulletin 2 | 2013
9
VA R I A | KO R T E B E R I CH T E N
VA R I A | KO R T E B E R I CH T E N
Varia / Korte berichten inhoud
Stichting Echo
In 1995 staken drie vrouwelijke historici de koppen bij elkaar om de geschiedenis van vrouwelijke religieuzen in Nederland beter over het voetlicht te krijgen. Zij hadden geconstateerd dat daarvoor in de gewone geschiedschrijving maar bitter weinig aandacht bestond. Dat gold trouwens ook in mindere mate voor mannelijke religieuzen en voor de religieuze dimensie in het algemeen. Om hierin verbetering te brengen richtten zij Stichting Echo op. Sindsdien is er veel tot stand gebracht op het terrein van ‘Gender en religie’. Er is een indrukwekkende reeks publicaties over de geschiedenis van het religieuze leven in Nederland verschenen, waaraan de drie historici van het eerste uur – Marjet Derks, José Eijt en Marit Monteiro – een belangrijke bijdrage hebben geleverd, als historische onderzoeksters en als bestuursleden van Stichting Echo. Sinds 2006 bestaat het bestuur van Stichting Echo uit Vefie Poels (voorzitter), Joos van Vugt (secretaris), Erik Lundgren (penningmeester), Joep van Gennip, Liesbeth Labbeke en Marie-Antoinette Willemsen. Nog steeds zet Stichting Echo zich in voor de geschiedschrijving van Nederlandse orden en congregaties. Daarbij bewandelt de stichting drie wegen. In de eerste plaats organiseert zij tweejaarlijkse colloquia, meestal in Nijmegen. Tijdens deze bijeenkomsten worden religieuze en maatschappelijke terreinen belicht waarop de religieuzen in Nederland actief zijn geweest en vaak een voortrekkersrol hebben vervuld. Uit de colloquia is de reeks Metamorfosen voortgekomen, die inmiddels al tien fraai uitgegeven bundels telt over uiteenlopende thema’s als bekering, missie, wetenschap, verpleging en film.
Reeks Metamorfosen
10
knrbulletin 2 | 2013
In de tweede plaats wordt elke twee jaar een ontmoetingsdag georganiseerd voor historici die zich toeleggen op, of geïnteresseerd zijn in, de geschiedenis van orden en congregaties in Nederland. In de passende entourage van het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha wordt op deze bijeenkomsten in de ochtend doorgaans een algemeen thema belicht. ’s Middags worden in kleinere workshops lopende onderzoeken gepresenteerd en bediscussieerd.
een plaats krijgen in de geschiedschrijving, net als de positieve en constructieve bijdragen van de religieuzen op zoveel uiteenlopende maatschappelijke en kerkelijke terreinen. Veel religieuze instituten in Nederland zullen binnen afzienbare tijd hun poorten moeten sluiten. Dat mag echter niet betekenen dat daarmee ook hun aandeel in de Nederlandse geschiedenis wordt uitgewist. Daarvoor wil Stichting Echo zich blijven inzetten. VEFIE POEL S
www.stichting-echo.nl
Bureau Beeldzin: voor dat wat u raakt!
Maand van de geschiedenis
In oktober 2013 organiseert het Nederlands Openluchtmuseum de tiende Maand van de Geschiedenis. Het thema is Vorst & Volk. Vorig jaar was het thema Arm & Rijk en toen zijn tien bijdragen geschreven voor de website van de maand van de geschiedenis. De vraag is nu: zijn er religieuze instituten, die affiniteit hebben met het thema van dit jaar, dus met Vorst & Volk? Zijn er in verleden of heden speciale banden ontstaan met het koningshuis? En zo ja: wie heeft zin en gelegenheid om daarover een beknopt artikel (ca. 600 woorden maximal) te schrijven, dat op de website geplaatst kan worden? Deadline: 1 oktober 2013.
Ten slotte heeft de stichting een bemiddelende en begeleidende functie bij een aantal projecten. Meestal gaat het daarbij om het schrijven van de geschiedenis van één orde of congregatie. Wanneer Stichting Echo door een orde of congregatie benaderd wordt met de vraag of hun geschiedenis kan worden geschreven, gaat het bestuur op zoek naar een geschikte uitvoerder of uitvoerster. De stichting blijft gedurende het gehele project betrokken bij de begeleiding. Zowel de wetenschappelijke kwaliteit als de voortgang van het onderzoek wordt daarbij bewaakt. Momenteel begeleidt Stichting Echo projecten bij de Priesters van het H. Hart van Jezus (uitgevoerd door Marieke Smulders), bij de Franciscanessen van Charitas in Roosendaal (Karin Bakker) en, sinds kort, bij de Zusters van de H. Juliana van Falconieri (Jeanny Smeets). Ook bij de biografie van de Nederlandse Redemptorist Willem van Rossum, die van grote invloed is geweest op de missionaire activiteiten van de religieuzen, is de stichting betrokken.
Het aanbod van Felicia Dekkers behelst een lezing met meditatief tekst- en beeldmateriaal, een retraite, een inspiratiedag met vrijwilligers, een artikel of begeleiding bij en realisatie van een boekproject.
Na het kloeke boek Met de minsten der Mijnen, geschreven door Gabrielle Dorren (zie elders in dit blad) kan Stichting Echo met trots melden dat binnenkort nog twee projecten zullen worden afgesloten met een publicatie: In dienst van de zieken. Broeders van Barmhartigheid van St. Joannes de Deo 1875-2012, van de hand van José Eijt, en Toegewijd aan de jeugd. 85 jaar presentie van de Nederlandse Salesianen van Don Bosco, 1928-2013, door Marie-Antoinette Willemsen.
Recente opdrachten: meditatieteksten voor tijdschriften; –– HOVO-cursussen Van oog tot oor en Mystiek; –– cursussen Mystiek voor de Graal; –– lezingen voor Doopsgezinden, voor Passage –– voor de opleiding van het Leger des Heils en de Adelbertusvereniging; –– het Augustinessen-project rond hun geestelijk testament, met als resultaat een boekje
De geschiedenis van de Nederlandse orden en congregaties is een belangwekkende en boeiende geschiedenis. Dat die geschiedenis niet alleen maar een aaneenschakeling van hoogtepunten is geweest, hebben de afgelopen jaren op een pijnlijke manier laten zien. Die schaduwzijden wil Stichting Echo niet verdoezelen: ook die moeten
Felicia Dekkers heeft Nederlands en Theologie (hbo) gestudeerd. Vanuit Bureau Beeldzin is zij sinds 1997 actief in het brede kerkelijke veld en zeker ook daarbuiten. Zij noemt haar werk soms: beeldoecumene. Daarnaast is zij redacteur bij Uitgeverij Abdij van Berne.
Eerder maakte Museum Catharijneconvent samen met diverse kerkelijke partners en erfgoedinstellingen de Handreiking roerend religieus erfgoed, een praktisch hulpmiddel voor eigenaren en beheerders van kerkelijk erfgoed. De werkzaamheden van de erfgoedspecialisten van Erfgoed in Kerken en Kloosters sluiten hier naadloos bij aan. Ze kunnen samen met de eigenaren religieuze voorwerpen in kerken en kloosters in kaart brengen: wat is cultureel waardevol erfgoed? Ook kunnen de erfgoedspecialisten eigenaren adviseren ten aanzien van de herbestemming van hun religieuze voorwerpen.
Informatie: www.beeldzin.nl of
[email protected]
www.catharijneconvent.nl
Meer informatie: www.maandvandegeschiedenis.nl
Catharijneconvent helpt kerken bij zorg religieuze objecten Felicia Dekkers
Museum Catharijneconvent heeft er een nieuwe taak bij. Naast het beheer van de collectie religieuze voorwerpen binnen haar muren, zet het museum haar kennis sinds kort ook in voor het religieus erfgoed dat in kerken en kloosters wordt bewaard en gebruikt. De onlangs opgerichte afdeling Erfgoed in Kerken en Kloosters zal beheerders van religieuze voorwerpen bijstaan in de zorg hiervoor. Het museum neemt hiermee een deel van de taken over van de Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland, de SKKN.
knrbulletin 2 | 2013
11
VA R I A | KO R T E B E R I CH T E N
Ontmoetingsmiddag Stichting Thomas More
inhoud
Op 5 juni 2013 vond in Klooster Mariënhage te Eindhoven een ontmoetingsmiddag plaats van vertegenwoordig(st) ers van religieuze instituten met Stichting Thomas More. Het thema van de bijeenkomst was Tekenen van de Tijd, Christelijk leven na het Tweede Vaticaans Concilie. Sprekers waren Stefan van Erp, Inigo Bocken, Hilde Kieboom en Joost van der Net. Gastheer Paul Clement osa hield een inleiding over klooster Mariënhage en de orde van de Augustijnen, waarop een rondleiding volgde door het gebouw en de nabijgelegen kerk. Een boeiende bijeenkomst!
Coaching
‘Op 31 mei kwamen werkers uit de jongerencentra van religieuzen bijeen tijdens een introductiemiddag voor een inhoudelijk coachingtraject (vijf donderdagmiddagen) onder leiding van dr. Lia van Aalsum. Opgave is nog mogelijk tot 10 september.
Vrouwen met Passie
www.thomasmore.nl
Meer informatie bij
[email protected].
Volzin-schrijfwedstrijd 2013
De opdracht voor de Volzin-opinieprijs 2013 luidt: schrijf een pakkend persoonlijk gemotiveerd, maatschappelijk geëngageerd of spiritueel geïnspireerd essay over dat wat feitelijk onmisbaar is voor het goede leven: vertrouwen. De zeven beste essays worden gepubliceerd in het kerstnummer van Volzin. Elke prijswinnaar ontvangt daarnaast 250 euro. Een deskundige jury onder voorzitterschap van Manuela Kalsky beoordeelt de inzendingen. Inzenden tot 15 september 2013 / www.volzin.nu
Andante
Glas-in-lood in klooster Marienhage
Nationale vredesdag
Op 14 september wordt de 25e Vredesdag voor religieuzen gehouden. Milieufilosofe en journaliste Agnes Grond verzorgt een prikkelende inleiding over het thema van dit jaar ‘Verspieden en verspreiden. Het is al begonnen…..’ Aanmelden: tot uiterlijk 16 augustus / E:
[email protected]
12
knrbulletin 2 | 2013
Gerechtigheid en vrede
Eind april vond in Bratislava het Algemeen Assemblee van Andante, een Europese alliantie van katholieke vrouwenbewegingen, plaats. Dit is een foto van de Nederlandse delegatie. Er werd tijdens dit Assemblee afscheid genomen van de voorzitster, mw. Marie-Louise van Wijk- van de Ven (op de bovenste rij, in het midden). Mary McHugh uit Engeland volgt haar op.
De Commissie Vrouwencontacten kijkt met enthousiasme terug op de netwerkdag ‘Vrouwen met Passie’ van 12 april laatstleden. Zij organiseerde deze dag voor vrouwenorganisaties om te ontdekken wat hen bezig houdt en om te bouwen aan een netwerk. In het ochtendprogramma presenteerden vier vrouwen de passie, waarmee ze zich inzetten voor ‘het goede leven’: Ivonne van de Kar van de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel, Belinda Terlouw - zij won in 2009 de religieuzenprijs vanwege haar inzet voor scholieren - Berthe van Soest van Noorderlicht in Breda en Gerda de Vries van het Stedelijk Centrum voor Emancipatie Feniks in Tilburg. Na de lunch gaf professor Maaike de Haardt een lezing over de verbinding die zij ziet tussen deze vier projecten en de inspiratie van vrouwelijke religieuzen. In dit interview vertelt zij over het onderwerp passie en verbinding. Hoe zou je de passie van de vier vrouwen die zich vanochtend presenteerden willen omschrijven? ‘Vanochtend hebben we voorbeelden gezien van hedendaagse vrouwen die vanuit hun gedrevenheid, hun passie, ergens voor gaan. Het is een passie voor gerechtigheid en menswaardigheid die heel concreet vorm krijgt in het leven van alledag, op het meest basale en fundamentele niveau van mens-zijn: onderwijs, voedsel, een veilig dak, seksualiteit die niet wordt afgedwongen of voorgeschreven, zelfrespect en zelfvertrouwen en - misschien wat moeilijker direct te plaatsen in dit verband - communicatie en inspiratie.’ Wat bedoel je dan precies met de term passie? Passie is een drijfveer, in de letterlijke zin van het woord: dat wat ons in beweging zet, aandrijft. In hedendaagse termen noemen we dat doorgaans ‘Emotie’ in de letterlijke betekenis van het woord, ex movere [ergens uit bewegen EvdV]. Passie is dan de meest fundamentele wijze van zintuiglijk geraakt zijn en daardoor in beweging worden gezet. Elementaire passie. Ik beschreef
deze passie onlangs ook als verlangen. ‘Groot verlangen naar iets, grote liefde voor iets, hartstochtelijk verlangen’. Als je uitgaat van deze elementaire passie, waar verlang je dan naar? Deze elementaire passie is, zo zeggen alle filosofen en theologen, gericht, op geluk, op het goede leven, op het schone, op een leven in overvloed voor allen. Op iets wat uiteindelijk niet in een vaste of definitieve vorm is vast te leggen. In die zin heeft elementaire passie, verlangen geen ‘specifieke’ richting en geen ‘wezenlijke’ inhoud. Het gaat eerder om een kracht die aantrekt, dan om ‘iets’ of ‘iemand’ dat duidelijk bepaald is. Zelfs al gebruiken theologen en filosofen vaak het woord God, goddelijk, of spiritualiteit, om de ultieme werkelijkheid van die aantrekkingskracht een naam te geven. Ik gebruik in het verband van die aantrekkingskracht de laatste tijd wel eens de vergelijking met het magnetisch noorden. Ook dat is zonder vaste plaats, altijd in beweging. Op het moment dat wetenschappers dachten het magnetisch noorden gelokaliseerd te hebben en die kennis
met collega’s te kunnen delen, was het alweer verdwenen van de lengteen breedtegraad waar men dacht dat het zich bevond. De sterkte van de aantrekkingskracht van het magnetisch noorden is echter onbetwist. Hoe je er komt, of welke richting je uit moet gaan, is niet zo simpel of eenduidig te bepalen. Hoe je er komt is afhankelijk van de plaats waar je staat en je hebt niet meer dan een indicatie van richting. Wie een kompas wil gebruiken heeft daar wel hulp aan, maar ook een kompasnaald is altijd in beweging. Daarmee geef ik tegelijk iets aan van de openheid van de vorm van het ‘goede leven voor allen’, we worden er door geraakt, het
Maaike de Haardt
knrbulletin 2 | 2013
13
GERECHTIGHEID EN VREDE
inhoud
sprake kwamen; in de bijdragen aan leven in overvloed voor allen, geluk voor allen, of in meer christelijke termen, het rijk Gods en land van melk en honing waar lam en leeuw naast elkaar liggen. Passie maakt de geraaktheid concreet - handen en voeten - en maakt haar daarmee ook kwetsbaar, in meerdere opzichten.
zet ons in beweging, maar er is geen heldere kaart of route hoe daar te komen. In de traditie van de vrouwelijk religieuzen krijgt deze elementaire passie gezicht in de kracht en het appèl van, het geraakt zijn door het evangelie. Ze kreeg en krijgt gezicht in de passie van Jezus, waarin - zo zou je misschien kunnen zeggen - het verhaal verteld wordt hoe hij zijn elementaire passie vormgaf en hoe deze vormgeving leidde tot zijn lijdensweg, zijn passie. Zijn er overeenkomsten tussen Jezus’ passie en deze vier projecten ? Het gaat in alle vier presentaties om levenskracht die wordt afgeknot, beperkt, ontkend, geschonden, gedood, zij raken en roepen iets van elementaire passie op. En precies hier liggen de raakvlakken met wat ik passie voor gerechtigheid noemde. Passie is onbepaald en in zeker opzicht amoreel. Maar de goddelijke geraaktheid waar het hier om gaat kan niet anders ter sprake komen dan via de verhalen en in de handen en voeten die deze open en onbepaalde passie vorm geven en haar concreet maakt: in al de concrete projecten die in de ochtendbijeenkomst ter 14
knrbulletin 2 | 2013
Wat is de kracht en wat is de kwetsbaarheid van deze passie? De kracht van deze passie is in het aangaan van relaties. In geen van de verhalen van vanochtend blijkt enige afsluiting voor de ander, voor de onbekende en voor het onbekende, voor de vreemde en het vreemde, integendeel. In de verschillende projecten gaan de mensen die er werken bewust de relatie aan, ze laten zich in met een onbekende ander. Ze laten zich evenmin bepalen door angst, of als ze er al last van hebben, laten ze zich er in ieder geval niet door weerhouden. Ze gaan in die zin tegen de stroom in, tegen de vaste kaders - of het nu kaders van onderwijs, kerk, of samenleving zijn; in de projecten gaat het om zoeken naar ongekende en vooral ook levengevende kracht en mogelijkheden van vrouwen, mannen, kinderen; om daarmee een bijdrage te leveren - en opnieuw, dat lijkt me specifiek voor dit type
‘vrouwenwerk’- aan basale levensbehoeften, in materiële, spirituele of sociaal-psychologische betekenis; een bijdrage aan het weerbaar maken van degenen die vanuit de kaders van de zekerheden, de regels, de gevestigde machten, opvattingen en moraal aan de marge raken. Net als de vrouwelijke religieuzen wordt hier een passie gevolgd. Dat is niet zonder risico, dat levert tegenwerking op, vanuit de instituties, vanuit de cultuur, zeker als het dan ook nog eens vooral om vrouwen gaat. Als we over passie spreken, wat is dan het eigene van vrouwelijke religieuzen? Vrouwelijke religieuzen hebben/ hadden, anders dan hedendaagse niet-religieuze werksters voor gerechtigheid, niet alleen een specifiek thema waarin ze hun passies vorm gaven, bijvoorbeeld onderwijs, lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg, crisisopvang, allerlei diaconale activiteiten, ze hebben ook nog hun congregatie, hun medezusters, hun tijden voor bezinning en hun regel en hun doelstelling/ missie. Hun activiteiten, hun passie en verlangen stonden en staan expliciet in dat uiteindelijke perspectief van wat ik ‘de goddelijke aantrekkingskracht’ noem. Dat betekent ook dat - minstens in principe - de
manier waarop ze hun passie vorm gaven, deze in beginsel niet als de enige weg beschouwd werd; er is geen vaste route naar het magnetisch noorden en binnen en tussen congregaties kunnen en worden ook andere invullingen aan passies gegeven. Niet alleen onderwijs, zorg, enz. Dat is niet altijd gemakkelijk als je eigen passie voor een bepaalde groep heel sterk is maar wel realistisch en houdt het daarmee in principe ook open. De context van de congregatie en congregaties geeft verder ook een soort ingebouwde mogelijkheid tot steun en solidariteit: je doet het met z’n allen; dat kan ook helpen de vermoeidheid, de moedeloosheid door te komen, of de tijd door te komen dat je noch de (goddelijke) aantrekkingkracht noch het vuur van de passie sterk voelt. Want laat ons ook in dit opzicht realistisch blijven. Ook goddelijke aantrekkingskracht en gepassioneerde inzet voor gerechtigheid, voor geluk, kent toppen en dalen. En ook daarin ben je niet de enige. Dat gaf en geeft ook ruimte, zonder afbreuk te doen aan het uiteindelijke visioen. Waar en hoe kunnen we wat voor elkaar betekenen? Om elkaar tot steun en inspiratie te kunnen zijn, om kennis en wijsheid uit te kunnen wisselen, passies te delen en er door aangestoken te worden, heb je dit soort initiatieven als vandaag nodig. Initiatieven waar de kaders niet vastliggen en waar de passie voor geluk en het goede leven voor allen als het waren vrij kunnen vloeien. E S T H E R VA N D E VAT E
Goed voor je hart Over gras gesproken! Laatst hoorde ik iemand een preek houden van ongeveer drie kwartier! Zo iemand weet van veel zaken wel de uitleg, maar niet de zin, vrees ik. Ik ken overigens ook mensen die omslachtig en lang kunnen bidden. Ze houden de lijn zo lang bezet, dat God nauwelijks kans krijgt te antwoorden. Jezus deed dat anders. Hij was meestal kort van stof. Hij hield van korte verhalen, vooral als die de mensen in de war brachten. Ooit vertelde hij over een Pool die een uur in de kassen had gewerkt en die evenveel kreeg uitbetaald als Hollanders die de hele dag hadden gezwoegd. Of over bankiers die met zakken vol bonussen het rijk van God wilden binnengaan, maar zich als bultige kamelen door het oog van een naald moesten wringen. Een keer vergeleek hij God met een euromuntje dat in Cyprus onder een matras was gerold en door de bevende vingers van een oude vrouw gevonden werd. Nooit spreekt de kerk zo krachtig, als wanneer ze het maatschappelijke gesprek verstoort. Vandaag gaat dat gesprek over weinig anders dan bezuinigingen, tekorten en beurskoersen en over het feit dat de zorg, kunst en cultuur worden uitgekleed en wegbezuinigd. Ik weet nu al wat onze nieuwe koning in september gaat zeggen. Zijn eerste troonrede gaat ongetwijfeld over de bezuinigingsplannen van het kabinet en waarschijnlijk eindigt hij zijn toespraak met een gebed om Gods zegen over die plannen. Ik moet er toch niet aan denken dat God zijn gebed verhoort! Vandaag gebeurt het zelden dat de kerk het gangbare discours verstoort. Doorgaans gedraagt ze zich als een van de vele partijen die iets in de aanbieding heeft. Ze babbelt bijvoorbeeld over het feit dat het aantal filialen omlaag moet, ‘want het is gewoon niet meer betaalbaar’. De kerk is niet dwaas genoeg, en daarom spreekt ze nauwelijks nog wijze woorden. Het is haar kernopdracht mensen te wijzen waar Goed Nieuws te vinden is. Daar is ze tenslotte herder voor! Maar wat zij nu gewoonlijk zegt, wekt meestal ergernis. Dat komt, las ik, omdat er gedaan wordt alsof alleen de herder – en niet de schapen – deskundig is op het gebied van gras. Een wezen dat nooit gras gegeten heeft, moet zich daar geen oordeel over aanmeten. Schapen mogen dan de naam hebben dom te zijn, van gras weten ze alles! BEN VERBERNE
Koor Lopend Vuur
knrbulletin 2 | 2013
15
GERECHTIGHEID EN VREDE
GERECHTIGHEID EN VREDE
morgens vroeg tot ’s avonds laat aan het werk waren in het nabij onze verblijfplaats gelegen ziekenhuis.
Groene energie
inhoud
Veel religieuze instituten zijn voor de levering van elektriciteit en gas aangesloten bij het collectief Energie voor Kerken. Dit collectief is een initiatief van het CIO-K (Commissie Kerkelijke Gebouwen van het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken) en heeft een commissie samengesteld die het traject van collectief energie inkopen begeleidt. Ondergetekende, financieel economisch stafmedewerker van de KNR, is voorzitter van deze begeleidingscommissie. Het collectief Energie voor Kerken is inmiddels ruim 7 jaar actief en sinds 1 januari 2013 is Greenchoice de nieuwe energieleverancier. Met deze nieuwe leverancier is afgesproken dat alle energie 100% groen moet zijn. Voor gas wordt dit gerealiseerd door aankoop van certificaten CO2 en door de aanplant van nieuwe bossen in zowel Afrika als Zuid Amerika. Bomen planten Om vast te kunnen stellen dat de middelen die beschikbaar zijn gesteld ook daadwerkelijk worden besteed aan het aanplanten van bos heeft Greenchoice ons uitgenodigd om een aantal projecten ter plaatse te controleren. Vandaar dat twee medewerkers van Greenchoice, twee vertegenwoordigers van ons energieadviesbureau, Hellemans Consultancy, en ondergetekende eind januari naar Tanzania zijn afgereisd. Daar werden wij ontvangen door Jos en Lineke Duindam, twee bijzondere personen, die zich via hun stichting WakK belangeloos inzetten om de natuur te herstellen en de plaatselijke bevolking te ondersteunen. Jos is eind jaren 70 door CMC (nu Mensen met een Missie) uitgezonden om zusters in Tanzania te ondersteunen bij het opzetten van een boerderij,
16
knrbulletin 2 | 2013
hetgeen het begin vormde van een intense band met Tanzania en de zusters. Lineke en Jos hebben in Mugana, de eerste missiepost van de witte zusters en witte paters in Tanzania, een huis laten bouwen naast het klooster van de Theresian Sisters. Dat vormde ook onze thuisbasis gedurende ons verblijf. De projecten die wij hebben bezocht zijn met de lokale bevolking opgezet en in veel gevallen zijn hier zusters, met name de Theresian Sisters, bij betrokken. Door het aanplanten van bomen rondom enkele scholen, kloosters en ook een ziekenhuis wordt hier de natuur hersteld. Dat levert de lokale bevolking ook geld op. Naast een vergoeding na één jaar voor goed onderhoud van de aanplant, komt er later ook hout beschikbaar. Door scholieren hierbij te betrekken wordt hen van jongs af aan de waarde van de
natuur geleerd. Het met eigen ogen zien hoe de projecten worden uitgevoerd betekende een bijstelling van het beeld dat we ons vooraf hadden gevormd. Voor de aanleg van bos komt bijvoorbeeld veel meer kijken dan simpelweg boompjes planten. Inheemse bomen groeien niet op de uitgeputte grond en dus moeten eerst dennenbomen de grond weer geleidelijk meer vruchtbaar maken. Vervolgens vervangen eerst snel groeiende en uiteindelijk meer langzaam groeiende inheemse boomsoorten de dennenbomen. Wanneer de lokale bevolking op de juiste wijze erbij betrokken wordt leidt dat tot succesvolle projecten. Daarnaast was het bijzonder om een indruk te krijgen van het vele werk dat door de zusters ter plaatse wordt verzet. Het was bijvoorbeeld indrukwekkend om te zien dat zusters van ’s
Op de voorlaatste dag van ons verblijf gaan we naar Kituntu en Nyakashozi, waar stichting WakK ook projecten heeft. Het is vier uur rijden over een hobbelweg, want verharde wegen zijn er niet in dit gebied. In Kituntu is een centrum gebouwd met steun van WakK, waar meisjes een vak leren. Er is wat stroom uit de acht zonnepanelen en water komt uit de regentonnen. De inwoners van het dorp zijn enorm enthousiast over de bosbouwprojecten en het nieuwe centrum. We worden uitgenodigd
voor een kerkdienst ter ere van ons bezoek. De viering wordt opgeluisterd door een fantastisch Afrikaans koor met allerlei muziekinstrumenten; het is een geschenk aan ons. Pas in het schemerdonker zien wij het laatste bosproject van deze reis. Betrokkenheid bevolking Greenchoice heeft het aangedurfd om ook kleine lokale projecten te ondersteunen voor de gedeeltelijke compensatie van de uitstoot van CO2 van ons collectief. Naast de CO2-compensatie schuilt het waardevolle van deze projecten in de betrokkenheid van de lokale bevolking. Het is niet enkel een kwestie van
investeren in bosaanplanting, maar er ontstaat ook een langdurige relatie met de lokale bevolking, die daar de vruchten van plukt. Dit past dan ook uitstekend bij de achtergrond van de deelnemers aan het collectief energie voor kerken. De projecten die wij bezocht hebben waren klein qua opzet en compenseren natuurlijk niet de volledige CO2 uitstoot van het gas dat ons collectief verbruikt. De middelen die Greenchoice aan deze lokale projecten besteed is natuurlijk niet voldoende om alle initiatieven van stichting WakK te kunnen ondersteunen. De stichting zou onder meer graag het oude gedeelte van het klooster in Mugana willen restaureren, maar de middelen daartoe ontbreken momenteel. JEROEN CR A JÉ (J.CR A JÉ@K NR.NL)
www.stichtingwakk.nl www.greenchoice.nl
Linkerpagina: Het klooster in Mugana verkeert in slechte staat. Rechter pagina: Boven en onder het klooster in Mugana, rechts: het huis van Jos en Lineke
knrbulletin 2 | 2013
17
”
Spiritualiteit van de communio
”
teksten om over na te denken…
inhoud
Van T.J. van Bavel OSA (overleden in 2007) verscheen in 2000 een boeiend boek over gemeenschapsleven, Charisma: Gemeenschap als plaats voor de Heer. In dit boek leest men veel inzichten en tips bij het gemeenschapleven. De werkgroep jaarthema verzamelde de volgende citaten met het oog op het jaarthema Eén van hart en ziel. Spiritualiteit van de communio.
”
“Het belangstellende luisteren is hoogstwaarschijnlijk in onze religieuze gemeenschappen het grootste middel om de liefde te beoefenen. Goed luisteren helpt ons zelfs bij ons bidden en bij onze geestelijke groei.” (p.148)
”
”
“En een dialoog voltrekt zich niet altijd in woorden. Men kan jarenlang leven in de intimiteit van een ander zonder dat die ander zich ooit helemaal in woorden prijsgeeft. Ik geloof trouwens dat zo’n totale prijsgave niet mogelijk is. Het is al veel als men zichzelf mag zijn bij een ander, zonder de dwang om de verraderlijke stiltes te vullen met woorden en geluiden. Er zijn soms momenten dat de mens zich meer openbaart door te zwijgen dan door te spreken.” (p. 141 e.v.)
“Maar jezelf openen betekent niet er alles zomaar uitflappen: hard of zacht, bot of verfijnd, bitter of aangenaam, beledigend of waarderend. Zoiets legt immers vaak een te zware last op de schouders van anderen. Je belast je omgeving dan te zeer met je eigen problematiek. Van de andere kant zijn er personen die zich te weinig meedelen en dat schept afstand. Het is moeilijk te zeggen waar het midden ligt.” (p.144)
18
knrbulletin 2 | 2013
“Omdat er geen volmaakte mensen bestaan, bestaan er ook geen volmaakte gemeenschappen. Het is goed ons daarvan bewust te blijven; anders gaan wij van anderen verwachten dat zij volmaakt moeten zijn, terwijl wijzelf gerust onze gebreken, fouten en eigenaardigheden mogen hebben. Daarom mogen we ook niet te veel verwachten van de gemeenschap.” (p.157)
”
“De volksmond zegt: een blinde kan geen blinde leiden. Twee koppigaards kunnen elkaar niet genezen, wel versterken. Hetzelfde kan men zeggen van twee kwaadsprekers. Wanneer twee personen tezelfdertijd precies dezelfde fout hebben, dan kunnen ze elkaar niet verdragen. Maar tegenover een derde zullen twee personen die met elkaar vechten, het gemakkelijk eens worden en elkaar verdragen. Eigenlijk mag men niet zeggen dat ze elkaar verdragen, want ze zoeken eerder troost en steun bij elkaar.” (p.166)
”
”
“De bekwaamheid om te vergeven is altijd de nieuwe start van een relatie met iemand; vergiffenis schenken of verzoening betekent niet wat geweest is vergeten, maar wel in een veranderde situatie binnentreden. Vergeven is zichzelf geven, je eigen rechten relativeren. Het is de voorwaarde voor de leefbaarheid van iedere samenleving.” (p.146)
“Op een dag spraken de vaders met elkaar over hun voorgangers. Tot zij vroegen: ‘Maar hoe is eigenlijk ons leven geweest?’. Abba Ischyrion zei: ‘Wij hebben recht gedaan aan onze regels’. Ze vroegen: ‘Maar hoe zal de volgende generatie leven?’. Abba Ischyrion zei: ‘Die zal er nauwelijks toe komen de helft te doen van wat wij hebben gedaan’. Toen vroegen ze: ‘Maar wat zullen zij dan doen die na hen komen?’. Abba Ischyrion zei: ‘Zij zullen niets doen wat van gestrengheid getuigt. Zij zullen leven in een tijd van grote beproeving. Maar die dan goed bevonden worden, die zullen beter zijn dan wij, die zullen ook beter zijn dan onze vaderen’” (p.168 e.v.: Vaderspreuken I, Abt Ischyrioon 1 (426). Vert. door Chr. Wagenaar. Bonheiden, Abdij Bethlehem, 1978, 2e druk, p. 230.) knrbulletin 2 | 2013
19
K N R J A A R V E R S LI N A GB E2E0L12 D
In veelvoud verbonden inhoud
Mission Statement Religieuzen ... –– zusters, broeders, fraters, paters, monniken en monialen leiden, geraakt door Jezus Christus en het evangelie, een leven van toewijding aan God, aan hun gemeenschap en aan de naaste, ruimte scheppend voor het zoeken en ter sprake brengen van God en voor solidariteit en nabijheid. Daarin weten zij zich ten diepste geworteld in de kerk en in de samenleving, waar zij vanuit hun opdracht tot profetische en creatieve trouw trachten handen en voeten te geven aan Gods Rijk, –– door een luisterend oor voor Zijn stem en een open oog voor de tekenen van de tijd, –– door het beleven en present stellen van het evangelie volgens de eigen spiritualiteit, –– door positief-kritisch naar zichzelf, naar de ander en naar kerk en samenleving te kijken –– en door samen te werken met al diegenen die zich vanuit eenzelfde bewogenheid inzetten voor de heelheid van de mens en de heelheid van de schepping. Concreet zijn religieuzen actief en ondersteunend op terreinen als vrede en gerechtigheid, spiritualiteit, pastoraat, vormingswerk, emancipatie en vluchtelingenwerk, en binnen tal van projecten in de zorg, de sociale opvang, vrouwen-netwerken, jongerenwerk, missie, onderwijs en wetenschap. Daarbij gaat hun aandacht speciaal uit naar de meest kwetsbaren in onze samenleving. Veel gemeenschappen bieden ruimte voor stilte en bezinning. Zo geven zij ieder op een eigen manier en plaats gestalte aan hun spiritualiteit. Zij trachten elkaar daarin te steunen en met elkaar samen te werken. De volledige tekst van het Mission Statement is te vinden op www.knr.nl
Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven. Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. (Romeinen 12, 3-5)
20
knrbulletin 2 | 2013
Voorwoord Terugblikkend kan het jaar 2012 voor de Nederlandse religieuzen gekarakteriseerd worden als een bewogen jaar, met een rijke schakering aan zowel inspirerende samenkomsten als zorgwekkende gebeurtenissen. Op tal van manieren en vanuit verschillende invalshoeken werd in de loop van het jaar aandacht besteed aan het KNR-jaarthema 2012 ‘Religieuzen en de nieuwe evangelisatie.’ Dat heeft noch binnen de KNR noch bij de synodevaders in Rome geleid tot eenduidige opvattingen over de toekomst van de kerk of zelfs maar over wat we nu eigenlijk onder die ‘nieuwe evangelisatie’ moeten verstaan. Wel zijn de ontmoetingen in het kader van dit thema goed en rijk geweest en hebben ze bijgedragen aan een waardevolle reis naar binnen: Wat betekent evangeliseren voor mijn leven? Wat wil het voor religieuzen zeggen om goed te evangeliseren in de 21e eeuw? En wat zijn de consequenties van ons geroepenzijn om mensen op een goede manier bij Christus te brengen ? De houdbaarheid van een jaarthema is niet beperkt tot twaalf maanden. Een welgekozen thema verliest niet zijn relevantie en waarde als een nieuw thema actueel wordt, maar maakt deel uit van een continuïteit van aspecten die het overwegen waard blijven in onze doorlopende zoektocht naar de kern van ons leven als religieuzen en de concrete gestalte die dit voor ieder van ons kan aannemen. Vorig jaar schonken we opnieuw veel aandacht aan de terreinen van seksueel misbruik en psychisch of fysiek geweld jegens
minderjarigen in de kerk. De stroom van klachten op deze terreinen bleef aanzienlijk en daarmee bleef het KNR-jaarthema van 2011 Geroepen om te horen actueel. Veel hogere oversten zijn geroepen om gehoor te geven aan de klagers en klaagsters en tegelijkertijd recht te doen aan de geest van hun overleden medebroeders en -zusters. De getuigenissen van en gesprekken met slachtoffers hebben ons indringend bewust gemaakt van de effecten van misbruik, geweld, verwaarlozing en dwang op jonge leeftijd. Dat raakt aan ons diep gewortelde verlangen om in navolging van Christus te proberen om te helen wat gebroken is. Helaas is dit lang niet altijd mogelijk. We kunnen slechts in beperkte mate tegemoetkomen aan de hooggespannen verwachtingen van slachtoffers en van de samenleving. In veel gevallen moeten we het geschonden vertrouwen en de onverzoenbaarheid als onvermijdbare realiteiten aanvaarden. Ook binnen onze eigen kringen is het niet eenvoudig om met dit onderwerp in het reine te komen. Toch blijven we ons inzetten en ontvluchten we niet onze verantwoordelijkheden. Spoedig na de presentatie van het eindrapport van de Commissie Deetman in december 2011, diende zich een vervolgonderzoek aan, in de wandelgangen ‘Deetman II’ genoemd. Over de voortvarende wijze waarop de aanbevelingen van het eerste onderzoek ter hand zijn genomen, kunt u meer lezen in dit jaarverslag.
angst en daardoor toenemende verharding, en natuurlijk zijn er concrete, aanwijsbare situaties en ontwikkelingen die daaraan ten grondslag liggen: sociaal, economisch, politiek en in de omstandigheden die de heelheid der schepping betreffen. Maar een gebrek aan perspectief en vertrouwen in elkaar versterkt deze crisis in een soort van neerwaartse spiraal. Ik hoop dat de wereld van en rond de religieuzen, vanuit haar gelovig perspectief en vanuit de idealen van gemeenschap en solidariteit, daarin een tegenkracht mag vormen, hoe beperkt dan ook. Moge het in ieder geval onszelf in staat stellen de hoop en een messiaans perspectief op betere tijden niet te verliezen, en moge we ons dan ook van harte inzetten door ons zijn, ons leven en werken daaraan bij te dragen. B R C E E S VA N DA M C S A , VOORZIT TER KNR
We leven vandaag in een tijd waarin alom sprake is van crisis, dreiging, knrbulletin 2 | 2013
21
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
Samen onderweg Jaarthema
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
onderwerpen van de drie voorgaande Algemene Vergaderingen (Geestelijke leven ten opzichte van de uitdagingen in Europa / Gemeenschapsleven: welke bijdrage aan Europa? / Hoop als missie) legden de basis voor dit nieuwe onderwerp, dat attendeert op de dynamiek in elk leven: de reactie op een roeping.
inhoud
Bezoek Monseigneur Joseph Tobin
In de abdij van Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven vond de KNR-nieuwjaarsbijeenkomst plaats. Bij deze gelegenheid gaf broeder Cees van Dam csa de aftrap voor het jaarthema 2012: ‘Welkom zij die goed nieuws brengen; religieuzen en de nieuwe evangelisatie’. Refererend aan John Allen’s The Future Church schetste Patrick Chatelion Counet vervolgens de contouren van de RK kerk van de 21e eeuw. Daarna was het woord aan keynote speaker Frank Bosman, die scherp en onderhoudend zijn visie op de kerk van morgen verwoordde. Op 30 en 31 augustus 2012 vond een tweedaagse ontmoeting van oversten en vormingsverantwoordelijken plaats rond het KNR-jaarthema. Aan de hand van het voorbereidende document voor de bisschoppensynode en een viertal inleidingen van mensen ‘uit het veld’ werd de uitdaging besproken: wat betekent de Nieuwe Evangelisatie voor ons religieuzen? Inleiders waren Walter Ceyssens s.j., Mgr. Gerard de Korte, de heer Colm Dekker en zuster Sara Böhmer o.p.
UCESM 2012
Eind maart kwamen vertegenwoordigers van 38 Conferenties van religieuzen, leden van UCESM, samen in Lourdes. Het was de 15e Algemene Vergadering van de Unie van de Europese Conferenties van hogere oversten. Zij kwamen samen rond het thema: Vrouwelijke en mannelijke religieuzen in Europa: Leven als roeping (‘Het woord van de Heer kwam tot mij’ Jeremias 1, 4). De 22
knrbulletin 2 | 2013
De secretaris van de Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven (CICLSAL), Monseigneur Joseph Tobin CssR, was eind maart voor een kort oriënterend bezoek in Nederland. Als voormalig generaal overste van de redemptoristen en vicevoorzitter van de Unie van Algemene Oversten (USG) is hij goed ingevoerd in religieus leven. Sinds 2 augustus 2010 was hij in functie als secretaris van de CICLSAL. In een weloverwogen programma maakte hij nader kennis met verschillende actuele facetten van religieus leven in Nederland. Monseigneur Tobin herkende de problemen rondom veroudering en herstructurering van de Nederlandse religieuzen. De CICLSAL signaleert dezelfde problemen ook in andere landen en zoekt naar individuele antwoorden binnen het spanningsveld tussen wat kan en wat zou moeten. Ook het thema van de relatie tussen de oudere religieuze instituten en de recent gestichte, nieuwe congregaties kwam aan de orde. In deze relatie gaat het om verschillende generaties waarin er volgens Tobin een grote behoefte is aan dialoog. Daarbij is het van belang om te onderscheiden tussen traditie als het levende geloof van onze (overleden) voorgangers en traditionalisme als het dode geloof van de levenden. Sinds het najaar van 2012 heeft Tobin een nieuwe functie als residerend aartsbisschop van Indianapolis in de V.S. Het wachten was dus op de benoeming van een nieuwe secretaris voor de Congregatie van de Religieuzen.
Misbruik en geweld
Opnieuw trok in 2012 één allesoverheersend thema een zware wissel op zowel de leden, de staf en het bestuur van de KNR. Het seksueel misbruik van minderjarigen in de kerk is en blijft een zwarte bladzijde in de geschiedenis van kerk en religieuzen. In december 2011 werd het grote rapport van de Commissie Deetman ‘Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk’ gepubliceerd. Volgens planning zou in december 2012 het eindrapport van het aanvullend onderzoek – waarop door de Tweede Kamer en regering was aangedrongen – worden uitgebracht naar seksueel misbruik en fysiek en psychisch geweld jegens minderjarige vrouwen in de Rooms-Katholieke Kerk van 1945 tot heden, het zogenoemde Deetman II onderzoek. Op 31 augustus 2012 is daartoe een onderzoeksvoorstel geformuleerd. Uiteindelijk is op 11 maart 2013 het rapport ‘Deetman II’ gepubliceerd. In 2012 is veel gepresteerd op het gebied van het realiseren van de aanbevelingen van de heer Deetman en zijn commissie, met name waar het gaat om het scheppen van faciliteiten voor de slachtoffers van het misbruik, kortheidshalve samen te vatten als het ‘Meldpunt Seksueel Misbruik RKK’. In een brief aan de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer heeft de KNR een opsomming geboden van de inspanningen, die in dit kader zijn verricht. Op verzoek van de Bisschoppenconferentie (BC) en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) begeleidde de landelijke Contactgroep, die begin 2012 werd opgericht, de eerste openbare rapportage over seksueel misbruik van minderjarigen. Dit geschiedde onder leiding van Mgr. J. van den Hende, bisschop van Rotterdam en voorzitter van de Contactgroep, tevens vertegenwoordigd door mr. J. Bakker, econoom van het bisdom Rotterdam, en vanuit de KNR door J. van den Eijnden ofm en P. Chatelion Counet. Op 5 juni 2012 werd de eerste openbare jaarrapportage van de bisschoppen en hogere oversten aan de heer Deetman aangereikt. De openbare rapportage geschiedde conform de aanbevelingen van de Onderzoekscommissie. Op 28 september 2012 werd deze rapportage gelijktijdig met de monitoring van de heer Deetman openbaar gemaakt. De periode waarop deze eerste jaarrapportage betrekking heeft, is maart 2010 - mei 2012. De KNR die als koepelorganisatie van ordes en congregaties meer met (lotgenotengroepen van) slachtoffers te maken heeft dan de bisdommen, begeleidt de bij haar aangesloten religieuze instituten en hun hogere oversten bij de omgang met slachtoffers, zowel in het kader van procedures van de Klachten- en de Compensatiecommissie
van de Stichting Beheer & Toezicht, alsook in de omgang met slachtoffergroepen en de individuele begeleiding van het niet onaanzienlijke aantal slachtoffers dat zich niet bij de KLOKK of andere slachtofferorgan isaties heeft aangesloten. Daarover is in de Jaarrapportage op 5 juni 2012 aan de voormalige Onderzoekscommissie gerapporteerd. Reeds vanaf maart 2010 is door de KNR een meldpunt seksueel misbruik ingericht waarbij slachtoffers zich kunnen melden die in gesprek willen treden met hogere oversten of vertegenwoordigers van religieuze instituten waar het misbruik heeft plaatsgevonden. Vele honderden gesprekken hebben in dit kader plaatsgevonden en vinden nog steeds plaats. Zeker waar slachtoffers aangeven geen behoefte te hebben aan de juridische weg van ofwel een klachtenprocedure ofwel een mediationtraject, maar wel aan erkenning en aan helende, herstelbemiddelende ontmoetingen, is de KNR bereid hierin een bemiddelende rol te spelen. De aanbevelingen uit de monitorrapportage van de voormalige Onderzoekscommissie op dit punt neemt de KNR graag ter harte. Op 4 juni 2012 heeft een bijeenkomst plaats gevonden over de opstelling van een aantal ordes en congregaties jegens de slachtofferorganisatie KLOKK. Hierbij waren vertegenwoordigers van de door de commissie Deetman als ‘hotspots’ aangemerkte religieuze instituten in gesprek met bestuursleden van de KLOKK. Beide partijen hebben deze bijeenkomst als constructief ervaren. Van de kant van de KLOKK is teleurstelling uitgesproken over het feit dat veel oversten (niet allen) afstand houden tot enerzijds KLOKK, anderzijds de lotgenotengroepen. Belangrijkste reden hiervoor, zo bleek uit de reactie van oversten, was (en is) de stroom van oproepen op de website van KLOKK met expliciete beschuldigingen aan het adres van religieuzen ter verkrijging van steunbewijs. Het belang van slachtoffers om steunbewijs te vergaren wordt door de oversten erkend en ondersteund. Het middel daarentegen wordt door hogere oversten met argwaan en afkeuring bekeken en vormt wegens de grenzen van smaad en laster die met deze opsporings-berichten worden bereikt, een hoge drempel. Desondanks hebben de hogere oversten verklaard open te staan voor contact met lotgenotengroepen. Omdat niet alle slachtoffers prijs stellen op contact met de overste van het instituut waar het seksueel misbruik heeft plaatsgevonden, wordt knrbulletin 2 | 2013
23
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
Voor het specifieke aandachtsveld van toelating, opleiding en begeleiding van religieuzen heeft het Bestuur van de KNR de Commissie Roepen tot Religieus Leven opdracht gegeven tot nader onderzoek. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt, alsmede de actiepunten die hieruit voortvloeien en zullen in een volgende jaarrapportage aan de voormalige onderzoekscommissie ter beschikking worden gesteld. Voor het aandachtsveld van preventie van seksueel misbruik is aan de voormalige onderzoekscommissie gemeld dat Bisschoppenconferentie en KNR werken aan een gezamenlijke gedragscode voor medewerkers van de Kerk (priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers). De Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen hanteren sinds 2005 een protocol en formulier antecedentenonderzoek. Wanneer een priester, diaken of pastoraal werk(st)er een benoeming in een ander bisdom aanvaardt, of bij een andere orde of congregatie, wordt bij dit antecedentenonderzoek navraag gedaan inzake seksueel misbruik. Een ander belangrijk punt van aandacht in de monitorrapportage zijn de mediationtrajecten. Volgens slachtofferorganisatie KLOKK verdienen dergelijke trajecten de voorkeur boven de meer juridische procedures van de Klachtencommissie. De KNR erkent dat mediation zeker op de punten van herstelbemiddeling en erkenning de voorkeur kan hebben boven juridische procedures. Slachtoffers die een mediationtraject prefereren, kunnen deze voorkeur kenbaar maken bij de Stichting Beheer & Toezicht, die mediationtrajecten aanbiedt. Over de aanvraag vanuit KLOKK voor ‘groepsmediation’ voor individuele klagers zijn hogere oversten verdeeld. De doelstelling van ‘healing’, herstel en erkenning, lijkt in deze variant minder goed tot zijn recht te kunnen komen. Tenslotte werd in de monitorrapportage gewag gemaakt van enkele concrete stagnaties en knelpunten. Op deze punten is en wordt door de Contactgroep actie ondernomen. Daarenboven bemiddelt de KNR ook indien 24
knrbulletin 2 | 2013
knelpunten gesignaleerd worden tussen hogere oversten en functionarissen van het Meldpunt Seksueel Misbruik, de Klachtencommissie en de Compensatiecommissie.
Werkgroep Commissiestructuur
Het leed dat slachtoffers van seksueel misbruik in de RKK is aangedaan is extra schrijnend omdat de verantwoordelijken hiervoor tot een instituut gerekend worden dat seksuele moraal, ethiek en zuiverheid altijd hoog in het vaandel heeft gevoerd. Bisschoppenconferentie en KNR hebben vanaf het moment dat de omvang van het misbruik manifest werd actie ondernomen, in de eerste plaats door de commissie Deetman in mei 2010 opdracht te geven aard, omvang en gevolgen van seksueel misbruik in kaart te brengen, vervolgens door de sedert 1995 opererende Klachtencommissie te reorganiseren, en tenslotte door slachtoffers zo ruimhartig als mogelijk tegemoet te komen, zowel wat betreft erkenning als wat betreft genoegdoening en compensatie van het misbruik. Daarom is besloten de procedures open te stellen:
De Werkgroep Commissiestructuur heeft onderzoek verricht naar de samenstelling, de werkwijze en de doelstellingen van de verschillende KNR-commissies en daarover een rapport uitgebracht met aanbevelingen en voorstellen betreffende de samenstelling en inrichting van KNR-commissies. Aanleiding voor dit rapport is onder andere de toekomst-verwachting van deze commissies en van de gehele KNR. In de komende jaren zal het aantal leden van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten snel afnemen door mortaliteit. De structurele financiering van de KNR voorziet tot 2020 en daarna zal een heel nieuwe situatie ontstaan.
–– ook voor zaken die in het Nederlandse straf- en burgerlijk recht reeds verjaard zijn, –– ook tegen (vermeende) daders die niet meer in leven zijn, –– met een minimum aan bewijslast, waarbij ‘aannemelijkheid’ voldoende is, –– en met ruime compensaties zowel voor materiële als voor immateriële schade.
Samenwerking met de bisschoppen De samenwerking met de bisschoppen op het punt van de problematiek van seksueel misbruik is vruchtbaar gebleken. Met name in de Contactgroep – die voor slachtoffers een aanspreekpunt is als het gaat om stagnaties in de voortgang van processuele of individuele begeleiding – is er nauwe samenwerking op gang gekomen tussen afvaardigingen vanuit de beide conferenties. Daarnaast is er een halfjaarlijks overleg met de Bisschoppelijke Commissie voor Missie en Ontwikkeling (BCMO). Het overleg ging dit jaar voornamelijk over de positie op het collecteschema van de Week voor de Nederlandse Missionaris. Het Bestuur KNR zou de samenwerking met de bisschoppen ook op andere terreinen willen bevorderen en heeft daartoe een aantal uitnodigingen naar de bisschoppenconferentie doen uitgaan teneinde te onderzoeken op welke terreinen samenwerking mogelijk is. Ook vanuit het overleg in de Commissio Mixta wordt geprobeerd verschillende thema’s naar de bredere context van de conferenties te brengen. Eind 2012 was er nog geen zicht op de resultaten van deze uitnodigingen.
delen en hun idealen te verwezenlijken. Vertoonde films: De laatste missie (Gerald van Bronkhorst), De Kleine Zusters van de Heilige Joseph (Annemarie Strijbosch), twee korte Verhalis-portretten van broeder Anianus Snik ofm cap en broeder Dénis Habet CSSp, een aflevering van Nonkel pater (Luc Haekens en Stev Van Thielen) en Het Slot van de Spiritijnen (Nelleke Dinnissen & Paul van Laere).
Studiedagen Religieuzen en de nieuwe media
Missionaire activiteiten
Ook op missionair terrein werkte de KNR het jaarthema van de nieuwe evangelisatie uit. Binnen het overleg met de Missionaire Bondgenoten kwam naar voren dat het de taak is van religieuzen en hun bondgenoten om mensen die maatschappelijk gezien nauwelijks in tel zijn. zichtbaar en hoorbaar te maken. Intussen doet zich ook de vraag voor hoe de missionaire traditie over te dragen is aan een nieuwe generatie medewerkers. Ook dat heeft met nieuwe evangelisatie te maken. Op twee bijeenkomsten kwamen specifieke groepen aan bod. Tijdens een werkbezoek aan Stap Verder in Amsterdam Zuidoost, nam een groep missionaire oversten kennis van de situatie van Afrikaanse migranten. In dit stadsdeel leven duizenden migranten in armoede. Zonder de juiste documenten is het moeilijk om te overleven in onze strak geregelde maatschappij. In november vond een symposium plaats over een eerlijker economie, waarbij Anne-Marieke Koot een indringende inleiding hield over de situatie in de thuiszorg. Het perspectief van de mensen aan de onderkant laat het scherpst zien wat sociaal en rechtvaardig is. De tweemaandelijkse Missionaire Nieuwsbrief telt inmiddels 371 abonnees.
Filmmarathon
Op 29 mei vond in de Verkadefabriek een filmmarathon plaats rond het thema ‘missie’. Dit bood belangstellenden de gelegenheid om kennis te nemen van het boeiende filmmateriaal, dat de laatste jaren over religieuzen is verschenen. Deze dag vormde een ode aan al die duizenden missionarissen en missiezusters die, gemotiveerd vanuit hun Godsvertrouwen, huis en haard achterlieten om zich (meestal) in een ander continent, in een vreemde cultuur te settelen en daar het leven van de mensen te
Religieuzen hebben vaak weinig ervaring met de aanwezigheid op internet of het present stellen daarop van geloof, spiritualiteit of missie. Om te helpen de digitale schroom te overwinnen, organiseerde de KNR twee bijeenkomsten. Eric van den Berg - initiatiefnemer van www.katholiek.nl - was de key note speaker tijdens de eerste bijeenkomst. Hij vindt dat social media een geschenk van God zijn. Twee religieuzen vertelden over hun ervaringen met social media. Voor zuster Marianne van Haastrecht osc zijn haar activiteiten op de sociale media verbonden met haar gebedsleven als claris. Broeder Bernardus Peeters ocso is overtuigd van de wenselijkheid om gebruik te maken van de nieuwe communicatiemogelijkheden. Tijdens de tweede bijeenkomst vertelden Frank Bosman, Greco Idema en Gauwain van Kooten Niekerk over hun ervaringen met de nieuwe media.
Open Kloosterdag
Op 24 juni 2012 vond de vijfde Open Kloosterdag plaats. De aandacht van de media voor dit evenement was opmerkelijk open en belangstellend van karakter. Naar schatting circa 8500 menwelkom! sen hebben een klooster Open Kloosterdag bezocht in het kader van 24 juni 2012 de Open Kloosterdag. Uit een enquête onder de deelnemende gemeenschappen bleek dat de deelnemers deze dag overwegend als positief hebben ervaRuim veertig kloosters openen hun deuren ren. Opvallend is dat de www.openkloosterdag.nl • 073 – 6921321 meeste gemeenschappen Kloostergang Heilig Hart Klooster Steyl. Foto: Wiel Pijls | vormgeving: Vormweijs
inhoud
het initiatief in eerste instantie bij de KLOKK en de lotgenotengroepen gehouden.
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
knrbulletin 2 | 2013
25
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
de intervaltermijn voor het houden van een Open Kloosterdag willen terugbrengen van 3 naar 2 jaar. Naast de goede ervaringen met dit evenement houdt dit verband met de ongewisheid van het (voort) bestaan van de gemeenschap en de broze gezondheid van de leden. Het bestuur heeft besloten dat de volgende Open Kloosterdag in 2014 zal worden gehouden.
inhoud
Maand van de geschiedenis
De Maand van de Geschiedenis is het grootste historische evenement van Nederland. De negende editie van de Maand van de Geschiedenis in 2012 had als thema Arm & Rijk. De KNR heeft inhoudelijke bijdragen geleverd voor de website, waarin het verband centraal stond tussen religieuzen en de strijd tegen armoede.
Catharinadag
Stichting Christine de Pisan organiseert jaarlijks een bijeenkomst rond een actueel thema. De elfde Catharinadag rond het thema VRIENDSCHAP was gepland op 23 november 2012 in het Savelbergklooster te Heerlen, maar moest helaas worden afgelast.
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
Memorabele gebeurtenissen
In de wereld van de religieuzen vonden vorig jaar diverse herdenkingen plaats. In verschillende religieuze instituten werd stil gestaan bij bijzondere gebeurtenissen uit het verleden van het eigen instituut. Bijvoorbeeld bij het gegeven dat de fraters Maristen zich zestig jaar geleden in Nederland vestigMgr. Schraven den, het 140-jarig bestaan van de Kleine zusters van St Joseph, het 175-jarig bestaan van de Zusters Onder de Bogen en het 190 jarig bestaan van de Zusters OL Vrouw van Amersfoort. De broeders van Saint Louis herdachten de start 150 jaar geleden van de werken in Indonesië en de 200e geboortedag van Johannes Huijbrechts (‘Vader Vincentius’). En de Lazaristen stonden stil bij de moord door Japanse militairen precies 75 jaar geleden in China op de Nederlandse missiebisschop Frans Schraven, samen met acht gezellen. In het Limburgse Broekhuizenvorst werd de moord herdacht en boden Japanse gezagsdragers excuses aan.
Religieuzen en poëzie
Op initiatief van zuster Angela Put vond op 13 december een gedichten- en ontmoetingsdag plaats. Elf dichters (v/m) bogen zich onder de bezielende leiding van Felicia Dekkers (www.beeldzin.nl) over de poëtische uitingen van anderen en die van henzelf. Na een kennismakingsrondje en een bespreking van diverse gedichten volgde een algemene inleiding over de dichtkunst, onder meer gebaseerd op Vestdijk’s standaardwerk De glanzende kiemcel.
Communicatie
Belangenbehartiging Beheer Begraafplaatsen
Er is in 2012 een Stichting Beheer Begraafplaatsen voor Religieuze Instituten in Nederland opgericht. Bij de nadere uitwerking van het dienstenpakket van deze stichting wordt rekening gehouden met de individuele wensen van de religieuze instituten.
De Nieuwsbrief Bewogenheid, de maandelijkse nieuwsbrief met informatie over bezinningsactiviteiten vanuit de wereld van religieuzen, verscheen in 2012 voor de 50e keer. Het aantal abonnees schommelt al jaren rond de 1600. Op de KNR-site verschenen 178 nieuwsberichten in 2012. Vooral dankzij de nieuwe zoekfunctie op de homepage van de website konden meer mensen vinden waar ze naar zochten. Het KNR-bulletin verscheen in maart, juni, oktober en december 2012.
Wisselingen in bestuur KNR
In de voorjaarsvergadering werd afscheid genomen van zuster Lies Alkemade en werd haar opvolgster verwelkomd: zuster Mary Ringnalda. 26
knrbulletin 2 | 2013
Gedenkplaats Broeders Penitenten te Handel
Rechtspositiereglement
Kerkelijke instelling
Huurtoeslag / AOW / Bijstand
Compendium van het religieuzenrecht
In juni 2012 is een nieuwe CAO voor de VVT afgesloten voor de periode 1 maart 2012 tot en met 31 augustus 2013. Gezien het beperkte aantal wijzigingen is besloten om geen nieuw rechtspositiereglement uit te geven. De abonnees op het rechtspositiereglement hebben een aanvulling op het bestaande rechtspositiereglement ontvangen en deze is eveneens op de website van de KNR gepubliceerd.
In het verleden heeft de KNR (OER) de religieuze instituten afgeraden om gebruik te maken van de compensatieregelingen van de overheid, omdat zulks in principe niet strookt met de zorgplicht van het religieus instituut. Maar door de steeds verder doorgevoerde scheiding van wonen en zorg, de modernisering van de AWBZ en de WMO kan de gewijzigde financiële situatie van het instituut aanleiding zijn om dit standpunt eventueel te herzien. In 2013 zullen verschillende deskundigen zich nader over deze problematiek buigen.
Informatiemiddagen
Op 11 oktober vond een studiedag plaats over diverse onderwerpen: ANBI’s en BTW-plicht en Geefwet, financiering in de zorg, wijzigingen rechtspositiereglement, werkkostenregeling, stichting Beheer Begraafplaatsen en Uniform Europees Betalingsverkeer (SEPA). Op de salarisinformatiemiddag zijn de wijzigingen in de salarisadministratie voor het nieuwe jaar (2013) gepresenteerd. Het uniform loonbegrip zal worden ingevoerd met als doel de salarisstrook eenvoudiger te maken. Op de themadag rond actuele onderwerpen op het gebied van ouderenzorg aan religieuzen stonden in 2012 twee hoofdthema’s centraal: –– ‘Kwaliteit van Ouderenzorg aan Religieuzen’: Ad Römkens, geestelijk verzorger bij De Waalboog in Nijmegen en Mat van Lier, directeur van De Beyart in Maastricht spraken vanuit hun praktijk over dit onderwerp. –– ‘Scheiden van wonen en zorg’: Lenard Markus, senior beleidsmedewerker bij Actiz en Carla Cornuit, bestuurder van LuciVer in Wijchen spraken over de gevolgen van extramuralisering van de zorg voor de religieuzen. Het COR-Nieuws, de tweemaandelijkse nieuwsbrief met informatie over de actualiteiten op het gebied van de ouderenzorg aan religieuzen, verscheen in 2012 zes maal. Het aantal abonnees groeide van 138 naar 211, waarbij ruim driekwart COR-Nieuws digitaal ontvangt.
De Commissie Kerkrechtelijke Aangelegenheden voor Religieuzen (KAR) heeft zich beraden op de meest geschikte vorm(en) voor de behartiging van de materiële belangen van de provincie van een religieus instituut van pauselijk recht en voor het zogenoemde Fonds Apostolaat.
Mr B. Wanders stelde een Compendium van het religieuzenrecht samen.
Solidariteit In 2012 hebben de Nederlandse ordes en congregaties € 3 miljoen bijeengebracht voor projecten in Afrika, Azië en Latijns Amerika. Al deze projecten kwamen voort uit kleinschalige initiatieven van gelovig geïnspireerde organisaties aan de basis, die zich met volle kracht inzetten voor de bevordering van vrede en gerechtigheid voor de meest kwetsbaren. In de katholieke missionaire traditie van de Nederlandse ordes en congregaties zijn de kernwaarden: geloof, volharding, partnertrouw, aandacht voor zowel proces als resultaat en geduld en het onderhouden van wederzijds respectvolle relaties.
AMA-dag
Tijdens de AMA-dag van 2012 met als centraal thema ‘geloven in de kracht van mensen’, vertelde Nicole Nuys, die missionair werker is in de Democratische Republiek Congo, over het onrecht dat daar aan de orde van de dag is. De DR Congo was in 2012 veelvuldig in het nieuws vanwege de aanhoudende gewelddadigheden, die door zowel rebellengroepen als het leger worden gepleegd en waar met name vrouwen, meisjes, albino’s en kindsoldaten het zwaarst onder te lijden hebben. Een ander land dat aan bod kwam tijdens de AMA-dag was Guatemala. De jongeren daar zijn gedreven door armoede en zien vaak geen andere uitweg dan te kiezen voor een leven van criminaliteit en geweld binnen de gelederen van de georganiseerde misdaad. Ook hier staan jonge mensen op die een betere toekomst willen voor zichzelf en voor anderen. Vaak werken de partners van Mensen met een Missie en ook de missionaire werkers, die aan partners verbonden knrbulletin 2 | 2013
27
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
inhoud
zijn, onder zeer moeilijke omstandigheden en op plekken waar geen andere organisaties komen. Lokale machthebbers zijn hen soms letterlijk liever kwijt dan rijk. Samenwerking met andere lokale organisaties, netwerken vormen én steun van AMA zijn en blijven noodzakelijk om stand te houden tegen onrecht en onrechtvaardigheid. Het visioen van een betere wereld, waarin de menselijke waardigheid van iedereen wordt gerespecteerd, is de basis van het werk van AMA en Mensen met een Missie. De solidariteitscommissie PIN heeft in het voorbije jaar dankzij de religieuzen ruim 240 projecten kunnen honoreren (ruim 1.7 miljoen euro). Nederlandse religieuzen nemen regelmatig het voortouw in het bestrijden van onrecht, hetgeen vaak voor anderen het noodzakelijke zetje is om deel te nemen. De PIN werkt samen met een aantal landelijke fondsen, waardoor goede projecten van een breder draagvlak voorzien kunnen worden. Bovendien vindt er regelmatig overleg met lokale overheden plaats om te zorgen dat de financiering van de projecten, ook als de PIN en andere fondsen zich terugtrekken, door provincies en/of gemeenten wordt overgenomen. De PIN ondersteunt organisaties met vrijwilligers, die goed weten hoe participatie en zelfredzaamheid gerealiseerd kunnen worden.
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
financiële toekomst van een aantal moniale communiteiten in Nederland is zorgwekkend, omdat de inkomsten en de uitgaven niet in balans zijn.
Verbondenheid Vredesdag
Op 8 september vond de 24e Nationale Vredesdag plaats rond het thema: de strijd om grondstoffen. Greetje Witte-Rang bepleitte een andere wereldorde. Uit dank voor de inzet van de zusters Agnes Koekkoek, Aloysa van Amersfoort, Francina Janssens, Tarcise Lippus en Paula Hermans zijn er olijfbomen geplant op de West Oever.
Wakes Detentie centrum Schiphol In naam van Religieuzen voor Vluchtelingen is de Aswoensdag-wake 2012 bij het Detentiecentrum Schiphol Oost gehouden.
Voortgang initiatief Religieus Erfgoed Menslievende Zorg
Het aan de KOS (Kommissie Onderlinge Solidariteit) toegezegde bedrag van ruim 0.8 miljoen euro in 2012 is onder andere besteed aan het verbeteren van de brandveiligheid van kloostergebouwen en aan bijdragen in de kosten van contributie, huur en zorg in het kader van de zorgplicht van religieuze instituten ten behoeve van zowel nieuwe religieuze instituten als ook reeds lang in Nederland gevestigde religieuzen. De ondersteuning van vorming op geestelijk vlak is ook van essentiële betekenis. Daarom is wederom het project ‘Spiritualiteit van het religieuze leven’ van het Titus Brandsma Instituut voor ondersteuning in aanmerking gekomen. De
28
knrbulletin 2 | 2013
Er is besloten om het project Religieus Erfgoed Menslievende Zorg, in samenwerking met de leerstoel Zorg, Cultuur en Caritas van de Universiteit van Tilburg, onder te brengen bij Reliëf en in een overbruggingsjaar op zoek te gaan naar andere partners. Bij deze optie is het eigen erfgoedkarakter van dit project gewaarborgd; de participerende instituten blijven opdrachtgever en door middel van een Commissie van Toezicht ook deels verantwoordelijk voor de inhoudelijke sturing. Het overbruggingsjaar van dit project wordt gefinancierd vanuit de Raptim-gelden.
Contact met de Bisschoppen
De Commissio Mixta nam het initiatief om de KNR en de Bisschoppenconferentie uit te nodigen om met elkaar in gesprek te gaan over de brief, die in 2007 door Hogere Oversten naar de bisschoppen is gestuurd. De onderwerpen in de betreffende brief - het priestertekort, de posities van vrijwilligers en van vrouwen, de eigen verantwoordelijkheid van leken en van religieuzen etcetera - zijn erg belangrijk. Men hoopt op een open en constructief gesprek.
Internationalisering
Contacten met de UnieNKV
Tijdens de besturendag is van gedachten gewisseld over de communicatie tussen de Unie NKV en de participerende organisaties.
De Commissie Overleg Bisschoppen (COB) heeft twee keer per jaar overleg met bisschop de Korte, de referent voor Vrouw en Kerk. Door omstandigheden is het overleg met de Bisschoppenconferentie afgelopen jaar niet doorgegaan.
Internationale Commissie
Op 12 april 2012 organiseerde de Internationale Commissie van de Unie NKV voor de deelnemende organisaties een studiedag over de wijze waarop Europese vrouwen door de geschiedenis heen hun spiritualiteit hebben beleefd.
De Commissie Maatschappelijke Relaties CMR, is omgevormd tot een ad-hoc commissie, die bijeengeroepen kan worden door het bestuur van de Unie NKV.
Andere onderwerpen
Vele voorbereidingen zijn getroffen voor de netwerkdag ‘Vrouwen met Passie’, die gepland was voor 9 november 2012. Deze dag is wegens te weinig aanmeldingen verzet naar het voorjaar van 2013.
Er zijn aanwijzingen dat de internationalisering van het religieuze leven in Nederland zich verbreedt en verdiept. Jaarlijks arriveren nieuwe buitenlandse religieuzen die zowel tot de reeds langer in Nederland gevestigde religieuze instituten als tot de nieuwe congregaties behoren. De proeftuin Religieus Verblijf waarin 25 religieuze instituten participeren geeft een indicatie van het groeiende aantal buitenlandse religieuzen. In het afgelopen jaar zijn met ondersteuning van Everaert Advocaten zo’n 16 aanvragen voor verblijf via de proeftuin verleend. Niet alle aanvragen lopen via de proeftuin, dus het totale aantal nieuw gearriveerden ligt hoger. Er zijn inmiddels tientallen buitenlandse religieuzen in Nederland die meer dan tien jaar in Nederland leven. Een aantal van hen krijgt en neemt steeds grotere verantwoordelijkheid in bestuursfuncties, pastoraat en missionair werk. In een aantal congregaties zijn buitenlandse religieuzen lid van het provinciaal bestuur. Een aantal internationale communiteiten worden inmiddels volledig door buitenlandse religieuzen ‘gedragen’. Bijzonder is bijvoorbeeld de communiteit van de SVD in Duivendrecht die in 2012 van start is gegaan. Hier hebben drie buitenlandse priesters de verantwoordelijkheid voor een parochie op zich genomen en zoeken naar vormen om zich in de nieuwe omgeving missionair in te zetten.Tekenend voor de trend van toenemende participatie van buitenlandse religieuzen is dat de bijeenkomst Kleurrijk Religieus Leven in 2012 zich niet langer voornamelijk richt op de buitenlandse religieuzen, maar op alle religieuzen in Nederland. Internationalisering roept ook vragen op. Binnen de KNR houdt een werkgroep Internationalisering Religieuze Instituten (IRI) zich specifiek bezig met de kansen en problemen van de internationalisering. Elk jaar organiseert de werkgroep een platformdag waarop betrokkenen elkaar kunnen ontmoeten, input krijgen en geïnformeerd worden over
knrbulletin 2 | 2013
29
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
inhoud
nieuwe ontwikkelingen op het vlak van wetgeving. Op 14 november 2012 namen ruim dertig mensen deel aan de vierde IRI-platformdag. Charles van Leeuwen hield een prikkelende inleiding over de toekomst van het religieuze leven in Nederland en de rol die buitenlandse religieuzen en (geassocieerde) leken daarbij kunnen spelen. Beide groepen kunnen een waardevolle inbreng hebben, maar er moet zorgvuldig worden gekeken naar de verschillende inbreng en kwaliteiten van elk van deze twee groepen. Vruchtbare samenwerking komt niet vanzelf tot stand. Het risico is reëel dat ze elkaar niet begrijpen, langs elkaar heen werken of elkaar zien als vreemden en concurrenten. Van Leeuwen pleitte ervoor niet teveel nadruk te leggen op het in stand houden van overgeleverde structuren, maar vooral te focussen op de kern van het religieuze leven en gewoon te laten zien wat religieus leven kan zijn. Hij vroeg zich af of daarvoor voldoende ‘lichtheid’ en ‘bewegingsruimte’ is. In de middag vertelde Marcel Reurs van advocatenbureau Everaert over de laatste ontwikkelingen rond verblijfsvergunningen van buitenlandse religieuzen. Hij ging in op drie onderwerpen: terugkerende Nederlandse missionarissen die hun Nederlandse nationaliteit hebben verloren, het recht van ‘geestelijk bedienaren’ op een permanente verblijfsvergunning en relevante ontwikkelingen rond de proeftuin Religieus Verblijf. De proeftuin blijft bestaan, totdat de wet Modern Migratiebeleid in werking treedt, hetgeen per 1 juni 2013 zal gebeuren. Dit impliceert ook dat de proeftuin Religieus Verblijf per die datum zal ophouden en de uitvoering van het migratiebeleid conform de nieuwe wet zal plaatsvinden. Het is nog afwachten in hoeverre het beleid, dat in de proeftuin is ontwikkeld, doorgevoerd zal worden in de uitvoering van de nieuwe wet.
Jongeren / kandidaat – religieuzen Jongerenwerk Religieuzen De vertegenwoordigers van jongerencentra die verbonden zijn aan de religieuze instituten komen regelmatig samen voor ondersteuning en inspiratie en om daar waar mogelijk samen te werken op het gebied van jongerenwerk. Een belangrijk thema in 2012 was het contact met scholen. Bij veel centra blijkt de belangstelling voor activiteiten met een open inschrijving terug te lopen. In de commissie werd nagedacht over een mogelijk aanbod 30
knrbulletin 2 | 2013
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
aan scholen en over de mogelijkheid een onderzoek te laten doen naar de kansen die er zijn voor de jongerencentra van de religieuzen om in te spelen op spiritualiteit in het onderwijs. Enkele centra hebben contacten met scholen en een speciaal aanbod daarvoor, anderen helemaal niet. Deze gedachtewisseling leidde uiteindelijk tot een studiebijeenkomst waarbij Lia van Aalsum, schrijfster van het boek ‘Spiritualiteit in het onderwijs’, werd uitgenodigd. De conclusie na deze studiedag was dat veel centra hun eigen specifieke uitgangspunten en vragen hebben. Mogelijk zal Lia van Aalsum coachingstrajecten bij de verschillende centra gaan verzorgen. De verschillende centra zijn ondergebracht op de website van de KNR onder het tabblad ‘jongeren’. Daarnaast is er een eigen facebookpagina en –groep gestart, waarop informatie over verschillende activiteiten van de centra te vinden is.
Thuis raken met het Huis van de Roeping Sinds 2010 staat in de werkzaamheden van de Commissie Roepen de opbouw van het Huis van de Roeping centraal. Tot en met 2011 lag daarbij het accent vooral op het uitwerken van de uitgangspunten en de werkwijze. In 2012 verschoof de aandacht meer naar de uitvoering. Concrete activiteiten in het afgelopen jaar: De platformdagen krijgen nadrukkelijker een functie ter ondersteuning van het Huis van de Roeping. Doel is de opbouw van een netwerk van personen en instituten die binnen de participerende religieuze instituten verantwoordelijk zijn voor de ontvangst, begeleiding en vorming van zoekers en kandidaten. Deze dagen richten zich dus niet meer op iedereen die geïnteresseerd is in toekomst van religieus leven. Tijdens de platformdag van 26 april stond de begeleiding van jonge mensen met een roepingsverhaal centraal. Tijdens de tweede platformdag van dit jaar (26 oktober 2012) werd de koers van de eerste voortgezet. Ook nu werden speciaal de contactpersonen, begeleiders en vormings-verantwoordelijken uitgenodigd, maar het thema van de dag verschoof van de vorm van de begeleiding naar de inhoud. Uitgangspunt was de constatering dat zich in begeleidingssituaties spanningen voordoen doordat veel jonge mensen gehecht zijn aan vormen en belevingswijzen waar oudere religieuzen – en vormingsverantwoordelijken – vaak moeite mee hebben (en omgekeerd). Wat de een dierbaar is kan de ander bijvoorbeeld als ‘restauratief’ ervaren. Communicatie kan erop stuk lopen en dat kan leiden tot het beëindigen van
een weg van toetreding. Er waren 41 deelnemers. Op 16 november vond voor de tiende keer de jaarlijkse dag voor jonge religieuzen plaats. Thematisch werd het KNR-jaarthema Religieuzen en de nieuwe evangelisatie gevolgd. Met het oog op de uitwerking van het Huis van de Roeping werden in 2012 de volgende accenten gelegd: –– Esther van de Vate O.Carm. en Pierre Humblet legden werkbezoeken af bij diverse religieuze instituten die willen samenwerken met het Huis van de Roeping. –– Enkele keren werden hierover ook presentaties en inleidingen verzorgd. –– Er werd informatie gegeven op roepingendagen die aangesloten religieuze instituten organiseerden en tijdens de Katholieke Jongerendag. –– Om de doelgroep te bereiken, wordt naast meer traditionele middelen zoals folders en affiches, gebruik gemaakt van sociale media, zoals Twitter, Facebook en LinkedIn. Zie bijvoorbeeld: www.facebook.com/ huisvanderoeping, www.twitter.com/roeping en www.twitter.com/houseofvocation. –– Dit jaar werd een inventarisatie gemaakt van bestaand beleid ter preventie van seksueel misbruik. Dit fungeert als opstap voor een preventiehandreiking die voorjaar 2013 verschijnt. –– Ook in het verslagjaar 2012 ging veel aandacht uit naar persoonlijke roepingsgesprekken. Er was contact met 47 verschillende personen.
Overleg Priester Religieuzen
Het OPR kwam twee maal bijeen, eind maart en eind oktober. In de bijeenkomsten was er steeds aandacht voor actualiteiten in KNR-verband en in de afzonderlijke religieuze instituten. Met name de ontwikkelingen ten aanzien van het onderzoek van de ‘Commissie Deetman’ en de ervaringen in deze in het eigen instituut zijn besproken. Op 28 maart was mgr J. Tobin CssR aanwezig. Hij verschafte informatie over de organisatie en het functioneren van de Congregatio. Er werd van gedachten gewisseld over de situatie van de kerk en van religieuze instituten in Nederland en het naar Nederland halen van (jonge) buitenlandse religieuzen, waarbij mgr Tobin een aandachtige en humoristische gesprekspartner bleek. Men nam in de tweede bijeenkomst de tijd om met elkaar te spreken over de (jonge) leden van eigen instituten die men uit andere delen van de wereld naar Nederland haalt en over plannen om dat te doen. De nodige aandacht werd besteed aan de publicatie ‘De viering van het Paas triduüm’, waarin strikte naleving van liturgische regelgeving wordt geëist.
Broederdag
Diverse reguliere overlegvormen Studiedag over de Eucharistie
Op 15 maart vond in Breda een studiedag plaats over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het christelijk leven, georganiseerd door de Commissie Overleg Instituten. Het was een inspirerende én ontspannen studiedag, waarvoor circa 200 personen belangstelling toonden. De lezingen van die dag zijn in boekvorm verschenen bij Uitgeverij Berne onder de titel ‘Zijn lichaam worden.’
De hogere oversten, die voorheen met elkaar de SBCN vormden, kwamen op 9 november samen. Bij die gelegenheid hield br Th. Sponselee een inleiding over veranderende Godsbeelden. Dit naar aanleiding van het zilveren jubileum van de presentatie van zijn boek Sterven of werven?, dat indertijd veel stof deed opdwarrelen. De tekst is bij de inleider opvraagbaar.
knrbulletin 2 | 2013
31
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
Beleidsmedewerk(st)ers
inhoud
Op 21 maart zijn tijdens de dag voor de beleidsmede werk(st)ers ervaringen en plannen uitgewisseld over de presentatie van religieuze instituten en hun spiritualiteit in de maatschappij. Tot ieders verrassing bleek dat er op dat terrein (kleinschalig) veel meer gebeurt dan de deelnemers tevoren dachten. En Yvonne van Geffen heeft er over de ‘scheiding van wonen en zorg’ geïnformeerd.
Bestuur per 31 december 2012 Dagelijks Bestuur KNR br C. van Dam (voorzitter) zr T. Wijngaard fr W.van der Poll p D. Hendrickx zr G. van der Donck zr I. Rooth p B. Verberne p J van den Eijnden zr M. Ringnalda De KNR telde eind 2012 in totaal 16 commissies en werkgroepen.
Voorzitter en vice-voorzitter KNR
K N R J A A R V E R S L A G 2 0 12
‘Kleine congregaties’
Vertegenwoordigsters van de zogenoemde ‘kleine congregaties’ kwamen op 27 september bijeen en werden door Ad Leys geïnformeerd over de verschillende opties, die openstaan in het kader van de bestuurbaarheidsproblematiek. Vervolgens vertelde Marijke Verhoeven aan de hand van De Dikke Van Heijst (‘Ex Caritate’) over menslievende zorg.
Medewerkenden per 31 december 2012 Hoofd Bureau Patrick Chatelion Counet Administratie Henny van de Ven Staf Tom Boesten Jeroen Crajé Janneke Doe Yvonne van Geffen Pierre Humblet Ad Leys Gerard Moorman Rogier Moulen Janssen Esther van de Vate Will van de Ven Secretariaat Nita van Bergen Ellen Daemen Sylvia Hobeijn Jeanette Janssen Cissie Koningstein Erica Op ‘t Hoog Miranda Roijers Huishoudelijke dienst Leny van Asseldonk Lidia Sklarek
Open Kloosterdag 2012 Circa 8500 mensen hebben op 24 juni 2012 een klooster bezocht in het kader van de Open Kloosterdag. Dat bleek op basis van een extrapolatie van de bezoekersaantallen van de helft van de deelnemende gemeenschappen. De religieuze gastheren en gastvrouwen toonden zich achteraf zeer content over de ontmoetingen met de bezoekers en de gesprekken, die daaruit voortkwamen. Open Kloosterdag in Oirschot Onder andere de zusters Franciscanessen van Oirschot boden een aantrekkelijk programma in Klooster Nazareth. Bij aankomst in het klooster ontvingen bezoekers een routebeschrijving en een bon, die aan het eind van het bezoek kon worden ingewisseld voor een bijzonder geschenk. De route voerde via een fraaie spreekkamer naar de neo-Romaanse kapel, een ontwerp van Jan Stuyt. Daar overhandigde zuster Marcelline van de Ven, het eerste exemplaar van het boek Leven met aandacht aan de heer Bernard, voorzitter van de Raad van Bestuur van OMO. Het boek Leven met aandacht gaat over het erfgoed van de congregatie. De zusters willen hun kennis, inzicht en ervaring niet verloren laten gaan, maar doorgeven aan toekomstige generaties. Na een korte introductie over de weg van Franciscus, de geschiedenis van de congregatie in vogelvlucht en de spanningsboog tussen het liefdadigheidwerk en de aandacht voor spiritualiteit, vertellen de zusters aan de hand van vijf thema’s welke waarden een centrale plaats in hun leven hadden en hebben. Die vijf thema’s zijn: armoede, gehoor geven, spirituele verdieping, doen wat je te doen staat en aandacht voor de natuur. Het boekje besluit met een praktische boodschap die iedereen kan helpen om met een Franciscaanse blik naar de wereld te kijken. W VDV
Open Kloosterdag bij de Witte Zusters in Molenwiek Ook wij openden onze deuren op zondag 24 juni om mensen een kijkje te laten nemen in onze leefwereld. In de voorbereiding werden veel concrete mogelijkheden aangereikt zoals ’n PowerPoint-presentatie, ’n quiz, een baobab-boom waarin onze gasten een goed nieuwswens konden hangen. Wij brachten onze betrokkenheid en liefde voor Afrika in, alsook de uitdaging van ons laatste Kapittel: “Mee te mogen werken met God aan de Schepping, ’n Schepping die roept om heelheid, vrede, gerechtigheid en verzoening.”
Ondanks het slechte weer mochten wij ruim honderd bezoekers ontvangen en even leek het erop dat ons huis – de Molenwiek – te klein werd. Mensen van dichtbij, maar ook anderen van ver, vrienden en bekenden kwamen spontaan naar binnen.
Klooster in Oirschot
Op een levendige manier wist Tiny Hölscher door te geven wat ons bezielt, waarbij zij speciaal aandacht schonk aan onze Molenwiek, Boxtel jongere medezusters, grotendeels van Afrikaanse afkomst. Zij vertelde ook over de 22 Afrikaanse congregaties, die wij gesticht hebben en die een groot deel van ons werk over hebben genomen. Ten slotte, en niet minder voornaam, belichtte Tiny dat onze Missie EEN is, en blijft, waar we ook zijn. Onze activiteiten spraken de gasten oprecht aan. Er was ook aandacht voor het Shalom Care House in Tanzania. En kinderen konden op Afrikaanse wijze speelgoed maken, zoals een bal van afvalplastic of tekeningen inkleuren die met Afrika te maken hebben. Ze deden dat met heel veel plezier en ijver. Aan het einde schreven bezoekers spontaan hun wensen, gedachten en gevoelens op die terecht kwamen op de grote baobab-boom die daarvoor gereed stond. Zo konden wij iets proeven van wat onze bezoekers getroffen had . Een van hen drukte het zò uit: “Jullie zijn PowerVrouwen !” Samen met de laatste gasten eindigden we de dag met een viering: “Sporen van God ontdekken”. Z R A N N E - K AT R I E N VA N O O L
De volgende Open Kloosterdag zal plaats vinden in 2014.
32
knrbulletin 2 | 2013
knrbulletin 2 | 2013
33
IN BEELD
Religieus erfgoed inhoud
Hospice Bethlehem In de Nijmeegse benedenstad aan de St. Anthoniusplaats is sinds 2003 Hospice Bethlehem gehuisvest in een voormalig klooster met uitzicht op de Ooijpolder en de Waal, de bruggen, auto’s en vrachtschepen. Jaarlijks nemen ruim honderd ongeneeslijk zieke inwoners van de regio Nijmegen hier ‘afscheid van het leven’ in de huiselijke omgeving die het hospice biedt. Gasten en hun familie en vrienden zijn enthousiast over de geboden warme, professionele gastvrijheid en de sociale en medische begeleiding.
Zusters van Bethlehem Vóór de komst van het hospice woonden hier de zusters van Bethlehem. In 1919 richtte de dominicaan Hieronymus Koolen samen met de weduwe Dominica Jorritsma-Vonck de Both de Dominicanessen van het
Archieffoto Zusters van Bethlehem
Allerheiligst Sacrament op. Formeel waren zij geen congregatie, omdat ze geen kloostergeloften aflegden, maar een ‘Pia Unio’, een seculier instituut met de naam ‘Sint Dominicusstichting’ dat vanaf het begin was verbonden met de dominicanen. In 1927 vestigden zij zich aan de St. Anthoniusplaats in Huize Bethlehem en vanaf dat jaar werden zij zusters van Bethlehem genoemd. De doelstelling van Koolens stichting was tweeledig: zelfheiliging en apostolaat onder de ‘lagere klassen der maatschappij’. Specifiek oogmerk daarbij was ‘een tegenwicht 34
knrbulletin 2 | 2013
te bieden tegen den invloed der propaganda van socialisme, communisme en neo-malthusianisme’. Het werkveld van de zusters was de Nijmeegse benedenstad, waar gezinnen opeengepakt in krotten woonden zonder ramen en vloeren, vol met ongedierte. Artsen en vroedvrouwen stonden praktisch machteloos tegenover de hoge zuigelingensterfte. Koolens zusters, laatdunkend ook wel de ‘koolmezen’ of ‘koolmeesjes’ genoemd, moesten daar met hun ‘Dominicaansche caritas’ tegenwicht aan bieden. Ze waren opgeleid als kraamverzorgsters en trokken met hun wijkkoffertjes de benedenstad in om kraamvrouwen bij te staan, voor hun pasgeborenen te zorgen en erop toe te zien dat deze kinderen ook gedoopt werden – iets wat steeds minder vanzelfsprekend werd in dit deel van de stad. Van 1930 tot 1960 was hun stichting onderdeel van het Wit-Gele Kruis. Naarmate het aantal zusters groeide, breidden de werkterreinen zich uit. Naast gezins- en jeugdzorg gingen de zusters zich bezig houden met maatschappelijk werk (zorg voor ongehuwde moeders en buitenechtelijke kinderen, gezinsvoogdij) en veel later bovendien met katechese en pastoraal werk. In de jaren veertig van de vorige eeuw werden de activiteiten uitgebreid naar Roermond en Leiden.
Links: Hospice Bethlehem Boven: Gedenksteen in de hal
in de laatste levensfase. Daarmee is de cirkel rond. Bethlehem is huiselijk, er is ruimte voor gebed en biedt daardoor ondersteuning bij het maken van de sprong naar de hemel. Tegelijkertijd deelde zuster Margaretha haar twijfels: Ik ben zo bang voor de dood en om dat dan in huis te halen…
Toen het aantal zusters kromp droegen zij hun werk over aan anderen. In 1981 trokken ze zich terug uit Leiden en in 1986 uit Roermond. In hun werk, dat zij kosteloos deden, gingen de zorg voor gezondheid en de strijd tegen moreel verval en geloofsafval hand in hand. In hun werkveld onderscheidden de Zusters van Bethlehem zich van vrouwelijke religieuzen, die zich in de vooroorlogse jaren nog uitsluitend richtten op een geïnstitutionaliseerd apostolaat in zorg en onderwijs. De zusters waren qua uiterlijk herkenbaar aan het zwarte vlinderdasje dat zij op de linnen boord om de hals droegen. Huize Bethlehem bleef een begrip, ook toen de zusters er niet meer op uit konden trekken. Mensen in moeilijke omstandigheden klopten aan en vroegen om gebed of een persoonlijk gesprek. De laatste zusters Aan het begin van de 21e eeuw is er voor Huize Bethlehem naar een nieuwe bestemming gezocht. In deze zoektocht speelde zuster Margaretha Pijpers een sleutelrol. Schrijfster dezes leerde haar kennen in het kader van een reeks gesprekken over toekomstige bestuurbaarheid, die ruim tien jaar geleden zijn gevoerd tussen oversten en stafleden
van de KNR. Op 12 maart 2001 vond een memorabel gesprek plaats aan het ziekbed van de destijds 81-jarige zuster Margaretha. Zuster Margaretha lag aan een zuurstofinfuus, maar verspilde geen woorden aan haar beperkingen. Haar nog altijd felle ogen herinnerden aan de rijzige, fiere vrouw, die zij geweest moet zijn. Ten tijde van het onderhoud behoort zij met haar medezusters Catharina en Willibrorda tot de laatste zusters van Bethlehem. Zuster Margaretha is een dappere, wijze en sympathieke vrouw, begiftigd met het vermogen om zich te verstaan met mensen uit alle lagen van de bevolking. Zij was decennialang dé algemeen overste en in alle opzichten een zuster van formaat. Haar uitgesproken opvattingen over allerlei vormen van nieuwlichterij - van de Acht Mei
Beweging, de feministische koers van de SNVR, tot de burgerkledij van religieuzen – brengt zij overtuigend voor het voetlicht. Haar rotsvaste Godsvertrouwen blijkt uit de wijze waarop ze vertelt over de keuze voor een nieuwe bestemming. Ze legde de huissleutels op het altaar. Zuster Margaretha: U woont hier al zo lang, wat wilt U dat er met dit huis gebeurd?, vroeg ik de Heer. Laat het ons als het U belieft duidelijk weten. Ondanks de belangstelling van vastgoedbeheerders en projectontwikkelaars voor het fraai gelegen klooster kozen de zusters voor een hospice, omdat ze daarin hun eigen charisma herkenden: Dit sloot exact aan bij de hulp aan de medemens, de praktische hulp die onze orde zo kenmerkte. Wij begonnen onze praktische hulp in de kraamzorg en wij eindigen nu met de begeleiding van mensen
In 2001 werd de ‘Stichting Huize Bethlehem’ opgericht met als doel om bij het beheer van het huis in de geest van de Sint Dominicusstichting te handelen. Overeenkomstig de wens van de zusters werd Huize Bethlehem tien jaar geleden geopend als een plek waar stervenden liefdevol kunnen worden begeleid en verzorgd. Na de dood van haar medezusters nam de laatste zuster van Bethlehem, zuster Willibrorda van Nunen, haar intrek bij de zusters van Neerbosch. Als vrijwilliger bleef ze tot op hoge leeftijd betrokken bij het hospice, waar haar aanwezigheid werd gewaardeerd. Ze kende iedereen en nam altijd de tijd voor een gesprekje. Met haar overlijden op 10 februari 2013 op 93-jarige leeftijd kwam definitief een einde aan de presentie van de zusters in de Nijmeegse benedenstad. Hospice Bethlehem echter getuigt van de sporen, die de zusters hebben achtergelaten. W VDV
knrbulletin 2 | 2013
35
Religieus leven inhoud
Kiezen voor delen
Religieuzenprijs voor Jeannette Noelhuis
De leden van de kerngroep van het Jeannette Noelhuis - Mattias Brand is de derde van links
Eind mei is de Religieuzenprijs 2013 uitgereikt aan het Jeannette Noelhuis. Daaraan voorafgaand verscheen onderstaand portret van deze gemeenschap op de KNR-site. Mattias Brand behoort tot de kerngroep van dit huis. Wat beweegt hem? Het gebeurt niet dagelijks dat je in één adem genoemd wordt met groten der aarde zoals Albert Schweitzer, Nelson Mandela of Moeder Teresa. Maar het overkwam Mattias Brand in Heilig. Gewoon nu (2012), een boek over mensen, die zich inzetten voor een betere wereld. Mattias is getrouwd met Siska, hij is historicus en religiewetenschapper en voorzitter van het christelijk jongerennetwerk Time to Turn. Mattias maakte enkele jaren geleden de onalledaagse keuze om zijn comfortabele studentenbestaan vaarwel te zeggen en te verhuizen naar de Bijlmer. In het Jeannette Noelhuis deelt hij, samen met andere bewogen mensen, het dagelijks leven van vluchtelingen afkomstig uit alle windstreken. Catholic worker Het Jeannette Noelhuis, dat dit jaar het 25-jarig bestaan viert, is verbonden met de Catholic Worker beweging. Het doel van deze beweging is om te ‘leven in overeenstemming met de rechtvaardigheid en naastenliefde van Jezus Christus.’ De beweging is in 1933 opgericht door Dorothy Day en Peter Maurin en omvat momenteel meer dan 213 lokale Catholic Worker gemeenschappen. Catholic Worker is een geweldloze beweging tegen de ongelijke verdeling van de welvaart wereldwijd. Het 36
knrbulletin 2 | 2013
bieden van gastvrijheid aan mensen in de marges van de samenleving is een van de leidende principes. Mattias Brand groeide op in Dordrecht in een protestants gezin met pleegkinderen. In zijn studententijd ontstond het verlangen om zijn leven meer in overeenstemming te brengen met de woorden van Jezus en diens inzet voor gemarginaliseerden. Mattias: Via mijn betrokkenheid bij Time to Turn kwam er een link naar het Noelhuis. Ik was onder de indruk en vond: die lui doen goed werk. Met tussenpozen ging Mattias er enkele malen op de koffie. Toen de vraag kwam om te blijven logeren zei hij JA. Mattias: Wat ons leven in het Noelhuis zwaar maakt is het gegeven dat onze medebewoners in grote onzekerheid verkeren. En dan gaat het niet om een enkeling. Je ervaart de spanningen en de onrust van twaalf of soms wel vijftien mensen. Maar het is heel kostbaar, want door te delen met anderen kun je je bestemming vinden. Als logee stelde Mattias veel vragen aan de toenmalige kerngroepleden. Ter geruststelling werd hem gezegd: We zijn niet de hele tijd met moeilijke dingen bezig. Soms doe je gewoon boodschappen. Je studeert, werkt en leeft met veel mensen om je heen. Het aantal ‘ongedocumenteerden’ of ‘mensen zonder papieren’ in het Noelhuis varieert van 12 tot 18
personen. Mattias: Ze wonen tijdelijk bij ons, dat kan betekenen voor een week, een paar weken of een half jaar. Ze komen hier via allerlei organisaties. We moeten wel keuzes maken in wie we opnemen en kijken daarbij onder meer naar de achtergrond. We maken geen onderscheid naar levensovertuiging. We stonden wel met onze oren te klapperen toen een meneer aan tafel vertelde over zijn beide vrouwen in Indonesië en zijn derde vrouw in Nederland. Daarvóór was polygamie voor ons nog een vrij abstract begrip. We zoeken naar een goede mix qua samenstelling. Het is belangrijk dat potentiële bewoners een plan hebben voor de toekomst. Het juridische deel van de ondersteuning geschiedt door anderen. Er komen hier ook vrijwilligers, onder andere om taallessen te verzorgen. We doen het niet alleen, we ondervinden steun vanuit het gebed en er is veel goodwill van vrijwilligers, van mensen die met ons meedenken. Geen zoetsappig verhaal In het evangelie van Matteüs zegt Jezus: ‘Al wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders en zusters, hebben jullie voor Mij gedaan.’ Dat citaat vormt de basis voor de motivatie en het engagement in het Jeannette Noelhuis. Dat engagement gaat verder dan het bieden van onderdak en steun aan vluchtelingen in hun huis. De kerngroepleden herdenken met Allerzielen de doden aan de
Europese buitengrenzen en zij organiseren protestwakes bij de vreemdelingengevangenis op Schiphol. Mattias: Tijdens de wakes bidden en zingen we, we proberen contact te maken met gedetineerden, zodat zij weten dat er mensen zijn, die zich om hen bekommeren. De wakes bieden ons de gelegenheid om anderen te informeren. Weet je wel dat dit gebeurt? Ik ben er van overtuigd dat veel mensen in actie zouden komen als ze zouden weten hoe er met mensen in vreemdelingendetentie wordt omgegaan. Die mensen zijn opgesloten en geïsoleerd, enkel en alleen omdat ze niet in Nederland zouden mogen verblijven. De
regering en de IND voeren echt een ontmoedigingsbeleid. Ik word er heel boos van. Uit het onderzoek naar aanleiding van de dood van de Russische asielzoeker Dolmatov is gebleken dat er in de hele keten fouten zijn gemaakt. En de laatste weken zijn er duidelijk signalen dat mensen in vreemdelingendetentie mishandeld worden. Je begint niet zomaar aan een honger- en dorststaking. Het is een teken van wanhoop. Ons verhaal als Jeannette Noelhuis kan vrij gemakkelijk zoetsappig overkomen, maar dan wil ik het beeld bijstellen, want het is ook een roep om gerechtigheid. Wij willen de bijl aan de wortel zetten van het systeem, dat
sommige mensen tot ‘ongewenst’ degradeert en toestaat dat mensen onder een inhumaan regime worden opgesloten. Onze loyaliteit aan het Koninkrijk van God gaat boven die aan het Koninkrijk Nederland. Moge Zijn gerechtigheid zegevieren. W VDV
Website van het Noelhuis: www.antenna.nl/noelhuis. Op de KNR-site staan alle inleidingen, die gehouden zijn tijdens de uitreiking, evenals een foto-impressie van deze feestelijke gelegenheid
Mattias Brand
Bij de uitreiking
knrbulletin 2 | 2013
37
IN BEELD
De boekenkast van… inhoud
…Laetitia Aarnink
Zuster Laetitia Aarnink is sinds 2004 provinciaal overste van de Societeit van Zusters van JMJ en redactielid van Speling. Bijna 40 jaar was ze werkzaam als medewerkster herbronning van het Titus Brandsma Instituut, waar ze vorig jaar afscheid nam. Ze pendelt veel heen en weer tussen haar woonplaats Nijmegen en haar werkplaats ’s‑Hertogenbosch. Betoverende woorden Laetitia Aarnink (St. Isidorushoeve, 1935) groeide op in een kleine Twentse gemeenschap met een kerk, drie cafe’s, drie winkels en een lagere school. Daar gaf juffrouw Krabbe onderricht aan de hand van het bekende rooms katholieke leesplankje. Zo ontdekte de leergierige Laetitia tot haar grote vreugde het wonder van het lezen. Fascinerend vond ze de tekentjes, die klanken symboliseren en die je kunt combineren en ontcijferen. Laetitia: Bij ons thuis hadden we geen boeken, alleen de Twentse Courant. We leenden veel boeken van de schoolbibliotheek. Ik was heel gretig en las ook probleemloos alle woorden in de krant. Ik genoot daarvan, ook al ontging me de betekenis. Ik herinner me de verbazing van oma, die opmerkte: dat kind kan lezen! De kennismaking met nieuwe werelden, verscholen in codes, leidde tot een levenslange honger naar woorden. Laetitia verstond de kunst om met haar zusje gelijktijdig in eenzelfde boek te lezen: Dan zaten we met de rug tegen de muur met zijn twee-en in verschillende delen van het boek te lezen. Dat ging prima. Als tiener was ze vooral geïnteresseerd in allerlei lectuur over de oorlog. Ze las over de lotgevallen van de Engelandvaarders en na verloop van tijd alle boeken van Eli Wiesel: Hij heeft me erg getroffen. In zijn rede bij de uitreiking van de Nobelprijs voor de 38
knrbulletin 2 | 2013
vrede benadrukte hij dat wij niet mogen vergeten, maar moeten blijven gedenken. Ik krijg nooit genoeg van die getuigenissen over de oorlog. Op 5 mei 1945 was de oorlog over, maar voor de overlevenden nog niet voorbij. Veel mensen voelen het duister nog iedere dag. Zoals generaal b.d. Peter van Uhm, die zijn zoon Dennis door een aanslag verloor, tijdens de Dodenherdenking zei: Niet vanuit het ‘ik’ en het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’ ontstaan de goede dingen. Dat moeten wij blijven herdenken. Hammarskjöld Zuster Laetitia is diepgaand gevormd door de Psalmen en door Dag Hammarskjöld. Laetitia: De Psalmen verwoorden het dagelijkse leven en achter de woorden gaat het om haat, liefde, onrecht, teleurstelling, eenzaamheid en onwil. Het leeft, het bidt altijd in mij en vooral als je dat samen doet hebben Psalmverzen een weerklank in je ziel. In haar boekenkast prijken veel verschillende Psalmvertalingen, maar er blijft altijd ruimte voor nieuwe vertalingen. Laetitia: In Psalmen gaat het om menselijke ervaringen met het goddelijke. Wanneer mensen daar nieuwe woorden aan geven, kunnen die ervaringen soms een heel nieuwe en extra dimensie krijgen. Tijdens haar theologiestudie, op zoek naar een onderwerp voor een scriptie, maakte Laetitia ‘toevallig’ kennis met Dag Hammarskjöld. Het
was een suggestie van haar docent Otger Steggink O.Carm. Dat Hammarskjöld een doorleefd Godzoeker was bleek pas door het postuum gepubliceerde Merkstenen, zijn geestelijk testament. Laetitia: Dag Hammarskjöld (1905-1961) was een Zweeds diplomaat met een glansrijke loopbaan. Als secretaris-generaal van de Verenigde Naties stond hij vanaf 1953 midden in de wereldwijde spanningen van de Koude Oorlog. Hammarskjöld stelde zich op als de ‘diplomaat boven de partijen’, die steeds op zoek was naar vreedzame oplossingen. Uit zijn dagboeken bleek zijn bezieling. Hij wist in zijn zenuwslopende leven een vrij mens te worden en steeds opnieuw een balans te vinden tussen actie en contemplatie, handelen en bezinnen. Laetitia was geboeid door de vraag hoe iemand die volop maatschappelijk actief is, zo diep-religieus kan zijn. In haar scriptie onderzocht ze het verband tussen hetgeen Hammarskjöld overdag deed en wat hij daarover ’s avonds in zijn dagboek schreef. Met Pinksteren 1961, vlak voor zijn dood, schreef hij een van zijn bekendste teksten: Ik weet niet wie - of wat - de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja, tegen iemand - of iets. Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven,
Katholiek leesplankje Zuster Laetitia Aarnink
in onderwerping, een doel heeft. Vanaf dat moment heb ik geweten wat het wil zeggen, ‘niet om te zien’, of ‘zich niet te bekommeren om de dag van morgen’. Van Kilsdonk Laetitia: Hammarskjöld en de Psalmen zijn vanaf mijn studietijd met me meegegaan en ze inspireren me nog steeds. Dat geldt niet voor detectives, waar ik aan begin, maar dan halverwege verveeld raak. Ik lees wel hedendaagse literatuur, zoals Koch’s Het diner of Buwalda’s Bonita Avenue. Die lectuur boeit me tot op zekere hoogte, maar als ik het boek uit heb, is het over en uit. Van der Heijden’s requiem-roman Tonio daarentegen las ze wel van kaft tot kaft en ze vond het een imponerende getuigenis. Dat geldt ook voor Roek Lips’ Het boek Job. Laetitia: Dat is het relaas van een vader op zoek naar zijn zoon, die niet terugkeerde van een vakantie in Spanje en waarschijnlijk in zee verdronken is. Zijn lichaam is nooit gevonden. Het is een Jobsverhaal.
Ze is nog steeds gek op het lezen van de krant. Op werkdagen leest ze ‘s morgen in de trein het dagblad Trouw, met als favoriete onderdeel De Verdieping. Laetitia: Ik lees graag de columns van Bert Keizer en van Jean Jacques Suurmond en ik geniet van de Tien Geboden van Arjan Visser. Wanneer de krantenbezorger zich vergist dan vind ik de Volkskrant op de mat, maar in die krant voel ik me niet thuis. Soms krijg ik dan nog het Brabants Dagblad van de ene medezuster en De Gelderlander van een andere zuster. Laetitia loopt regelmatig binnen bij de beide ‘betere’ boekhandels in Nijmegen, Polare (voorheen Selexyz en daarvoor Dekker & Van de Vegt) en Roelants (voorheen De Oude Mol). Onlangs las ze de biografie over Jan van Kilsdonk SJ in een ruk uit. Laetitia: Hij is een pastor, waar ik veel van kan leren. Van Kilsdonk blijft letterlijk en figuurlijk op afstand, hij kan nabij zijn in distantie. Zijn mededogen is grenzeloos en toch stelt hij grenzen. Na elke
ontmoeting schrijft hij een brief. In het mededogen moet je maat houden, anders ga je er zelf aan. De gretigheid waarmee ze als kind las is voorbij. Laetitia: Eigenlijk kan ik niet meer lezen zoals voorheen, hoewel ik nog altijd graag woorden beproef. Barmhartigheid is bijvoorbeeld een mooi woord, waar ik veel over heb nagedacht. Het Kyrie Eleison is ervan vervuld. Het woord komt uit het Hebreeuws en het is de ervaring van het tot in je diepste vertederd worden, zacht worden, gunnen, goedertierenheid, liefde, overlopende goedheid. Via het Hebreeuws en de Psalmen komen woorden weer in alle volheid terug en het verheugt me als woorden zich openen. Zelfs wanneer je door en door vertrouwd bent met Psalm 23 kan zich in een spel met woorden nog iets nieuws aandienen. Een nieuwe werkelijkheid, die je beweegt en gaande houdt. W VDV
Ten behoeve van een bezinningsdag verzamelde zuster Laetitia Aarnink, samen met Ad de Keyzer, een aantal gedichten en gedachten over ouder worden. Belangstellenden kunnen de teksten aanvragen.
knrbulletin 2 | 2013
39
N I E U W E E VA N G E L I S AT I E
Nieuwe evangelisatie inhoud
Een evangelisatie die ontvankelijk is voor de wereld om ons heen Elk voorjaar houdt SEDOS – het internationale studieplatform van missionaire congregaties – een vierdaagse conferentie over een actueel missionair onderwerp. Van 23 tot 27 april stond de Nieuwe Evangelisatie centraal. Zowel uit de lezingen als uit de onderlinge gesprekken werd al gauw duidelijk dat mondiaal dezelfde culturele en kerkelijke ontwikkelingen gaande zijn. Hoe onthutsend of teleurstellend veranderingen in de wereld ook mogen zijn, het goede nieuws kan niet alleen uit protest of een contrabeweging bestaan. De neiging om de veranderende wereld als probleem te zien verhult dat niet de wereld, maar onze houding problematisch is. Wie in deze wereld iets te vertellen wil hebben zal allereerst een goede relatie moeten scheppen tot zijn omgeving. In een luisterende en dialogale houding kunnen snelle culturele veranderingen ons aanzetten tot zoeken naar spirituele diepgang, waardoor we oases kunnen worden van vrede waar bakens leesbaar worden voor anderen. Onzichtbare grond Hoe onzeker en richtingloos we ons soms ook kunnen voelen, de groeiende behoefte aan veiligheid kan ons verleiden tot een defensief terugtrekken achter de wallen van onze (voor)oordelen. Maar ook binnen de forten van onze meningen kan deze zelfgeschapen zekerheid geen duurzame veiligheid bieden. Vrees drijft ons verder naar binnen èn steeds verder uit elkaar. We zijn dan in een situatie beland waarin de behoefte aan bevrijdend nieuws ons vermogen tot de verspreiding ervan verre te boven gaat.
40
knrbulletin 2 | 2013
Het goede nieuws dat God zorg draagt voor zijn wereld, en dat geen menselijk doen of laten hem ervan kan weerhouden zijn levengevende liefde aan te blijven bieden, zou allereerst diep in onszelf door moeten kunnen dringen. Met een aandachtige liefde ziet hij hoe de potenties van zijn schepping zich willen blijven ontplooien, en zoekt hij naar mensen die durven vermoeden hoever zijn liefde gaan kan, om hen deelgenoot te maken van zijn zorg voor zijn wereld. Dit nieuws legt de verantwoordelijkheid waar die thuis hoort: ‘Uw rijk kome’, en maakt ons vrij voor liefde en verwondering. Zekerheid hoeft dan geen houvast meer te zijn, maar eerder de onzichtbare grond onder je voeten, waardoor je handen vrijkomen. Richting hoeft niet een uitgestippelde weg te zijn, maar mag ook zijn als het heimwee in je hart dat je sensitief maakt als kompas voor een magnetisch veld. Deze bekering zou de eerste vrucht van de ‘Nieuwe Evangelisatie’ dienen te zijn. Pelgrims Onze tijd is geen tijd voor instituten maar een tijd voor pelgrims, een tijd voor achterlaten en verder gaan, voor nieuwe relaties aangaan en weer loslaten. Het is geen tijd om
voldaan terug te zien op een roemrijk verleden, maar voor een onvervuld heimwee dat ontvankelijk maakt voor het sociaal en cultureel landschap om ons heen, open voor de schepping en voor al degenen die weerloos zijn omdat ze te weinig bezitten om te (ver)schuilen. Het is een tijd voor pelgrims die sensitief blijven voor de zichtbare realiteit om hen heen, maar ook vrij genoeg om op weg naar een immer wijkende horizon zich voortdurend te laten te (her)vormen door hun indrukken en contacten. Deze nieuwe evangelisatie maakt geen gebruik van het aanzien en de rijkdom waarmee veel van onze voorgangers hun geloofwaardigheid konden onderstrepen. Wij zijn nu aangewezen op de kwetsbaarheid die onze behoefte aan de hulp van anderen in stand houdt, en soms even het vermoeden in Gods werkzame aanwezigheid bevestigt. Deze kwetsbaarheid die immers zo bepalend is voor de identiteit van de pelgrim, maakt sensitief voor de signalen van zijn liefdevolle aanwezigheid en schept een vruchtbaar klimaat voor een leven uit vertrouwen. Als pelgrims kunnen we iedere dag weer beginnen met de instelling van een beginner, hoopvol en leergierig,
Conferentie-deelnemers tijdens de vergadering
open voor wat komen gaat, bereid om achter te laten wat voorbij gaat en al gaande meer zicht krijgen op de wezenlijke zaken die we als mensen gemeenschappelijk hebben. Iedere kromming in de weg geeft een ander perspectief en iedere heuvel een nieuw uitzicht. Vernieuwd op weg gaan, gelovig luisterend naar elkaars verhalen, uitkijkend naar sporen van hen die ons voorgingen naar een nieuwe oase die nooit een permanent verblijf kan worden. Al gaande de weg, nu en dan een oase mogen worden voor elkaar en het heimwee delen naar wat ons te wachten staat. Onverkrampt De sporen van een pelgrim zijn niet de monumenten die hij achter laat. Hij gaat voorbij aan daar waar
anderen zich (be)vestigen, want zijn aandacht gaat uit naar wat voor hem ligt. Hij gaat verder, en relativeert de belangen van het hier en nu waar hij aan voorbij gaat. Hij gaat verder, en wie zijn sporen vinden kan vraagt zich misschien wel af of er meer kan zijn dan wat er binnen zijn bereik omgaat, terwijl een ander er blij in leest dat er achter zijn horizon nog meer schoonheid en goedheid is. Of misschien mompelt er wel iemand: ‘Zie je wel, ik heb altijd wel gedacht dat er meer moest zijn dan dit.’ Een storende vraag in het hoofd van de een, en een verruimd hart bij een ander of een moment van bevestiging, dat zouden wel eens de enige sporen kunnen zijn die we als pelgrimerend religieus in onze huidige samenleving voor anderen na kunnen laten.
En dat is helemaal niet erg. Het gaat immers niet om onze nalatenschap maar om de energie die ons gaande houdt, klein en groots tegelijk op weg naar een begin waar alles eindigt, of is het een einde waar alles opnieuw begint? Afrondend zou ik kunnen zeggen dat nieuwe evangelisatie voor mij vooral vraagt om vrij en onverkrampt zorg te dragen voor het behoud van een heimwee naar oorsprong en voltooiing. BR. BR AM HOMMEL
Presentatie van hetgeen conferentie-gangers ter harte gaat
knrbulletin 2 | 2013
41
E E N VA N H A R T E N Z I E L
Een van hart en ziel In het kader van het KNR-jaarthema ging de werkgroep Jaarthe-
inhoud
ma op zoek naar ervaringsbijdragen over ‘het geleefde leven’ op het gebied van de spiritualiteit van de communio. Hoe wordt het gemeenschapsaspect anno 2013 beleefd? Een eerste artikel van de hand van p. Pierre-Paul Walraet o.s.c. Pierre-Paul Walraet
Samen op weg naar God Het religieuze gemeenschapsleven in onze kruisherenpriorij van Sint Agatha is een ‘zeven dagen op zeven’ onderneming! We wonen en leven samen in het klooster. Momenteel zijn we met zes. De Regel van Augustinus zet de toon: ‘Allereerst moet u eensgezind samenwonen, één van ziel en één van hart op weg naar God. Want is dat juist niet de reden waarom u samen bent gaan leven?’ Ik vind dit een pertinente vraag. Het antwoord moet ons helpen de kern van het kruisherenleven zuiver te houden. Trouw aan Augustinus bestaat onze roeping erin een plaats te maken voor de Heer, door God te eren in elkaar, want ieder is zijn tempel geworden. Nou, dat is nogal wat! De Orde van de Kruisheren is geen apostolische congregatie waar, om redenen van het charisma en de eraan verbonden activiteiten, de klemtoon doorgaans ligt op ‘werkgemeenschap’ of ‘doelmatigheidsgemeenschap’. Bij de kruisheren ligt het accent op het vormen van een religieuze ‘leefgemeenschap’. Deze kleinschalige beleving van communio is onze bescheiden bijdrage aan de opbouw van de gemeenschap van de Kerk. Dus, het bouwen aan een broederlijke gemeenschap is een wezenlijke vormgeving van het kruisherenapostolaat. Door gelovig en broederlijk met elkaar samen te leven, willen we een levende heen– wijzing naar God zijn, naar de communio in God.
42
knrbulletin 2 | 2013
Hoe maken wij een plaats voor de Heer? We zien en ontmoeten elkaar in het gemeenschappelijk liturgisch gebed, aan tafel bij de gezamenlijke maaltijden, bij de afwas in de keuken, bij de koffie en de recreatie, in vormingssessies, maandelijkse huiskapittels, momenten van geloofsuitwisseling, en andere conventgesprekken die gemeenschapsopbouw beogen. Ook andere activiteiten spelen zich grotendeels af in en rond het klooster: liturgische dienstverlening in de omgeving, initiële en permanente kruisherenvorming, handenarbeid, gastvrijheid, provinciale administratie, … Ervaar ik het broederlijke leven in gemeenschap als een weg naar God?
Vind ik God in mijn medebroeders? Word ik Gods aanwezigheid gewaar in het hart van de ander? Zie ik in het leven van mijn medebroeder de vruchten van zijn verbondenheid met God, en stemt dit mij dankbaar? Ik meen dat medebroeders zich spiritueel vooral voeden door het liturgisch gebed, of soms ook door een persoonlijk ingekleurd devotioneel leven. Ook ik word gewaar dat de liturgische dimensie van het kruisherenleven de diepere lagen van mijn leven raken en voeden kan. Liturgie is bron van spiritualiteit. Is het broederlijk leven in gemeenschap dat ook? Ja, als mijn liefde voor de medebroeders gedragen wordt door mijn geloof in de liefde van God, die uitgaat naar allen, en ook naar mij.
Het intermenselijke samenleven met elkaar, in onderlinge liefde, vormt dag in dag uit een uitdaging. Ik vind het spannend om door te dringen in de geheimen van de broederlijkheid om te ontdekken en begrijpen wat ons menselijk en religieus samenleven bevordert, en wat niet. Persoonlijk merk ik dat fijne, hartelijke en erkentelijke relaties met medebroeders en met anderen helend en vitaliserend op mij inwerken. Die relaties dragen bij tot mijn innerlijke rust en welbevinden. Dit gevoel is voor mij wezenlijk in mijn leven als kruisheer–kloosterling. Ook onderken ik in mijzelf sterke en zwakkere lijnen van verbondenheid met mijn medebroeders. Sterke lijnen lopen naar hen van wie ik voel dat ze me waarderen, graag mogen, mezelf laten zijn, me niet controleren, dirigeren of domineren. Waar de relatie sterk is, durf ik mezelf eerlijk te geven, mezelf prijs te geven, te verliezen, zonder me daarbij bedreigd te voelen. In mij wordt dan een betekenisvol niveau van transparantie gewekt. Dit werkt bevrijdend. De kunst van het broederlijke gemeenschapsleven bestaat erin mijn zwakke relatielijnen om te vormen. Ik meen dat ik mezelf dan naar een punt moet leiden vanwaar een
oprechte openheid en broederlijke verstandhouding hersteld en versterkt kunnen worden. In mij zit er een laag van innerlijke rust, vrede, vrijheid. Die laag maakt dat ik me thuis voel bij mezelf, en mezelf kan zijn. Leven vanuit die laag komt ook het samenleven met medebroeders ten goede. Een educatief filmpje op Youtube: ‘The Journey from Dependency, to Independency, to Interdependency’ deed me nadenken over hoe ik mij verhoud tot mijn medebroeders. Ik voel me tegenover hen niet in een relatie van afhankelijkheid staan. Dat zou betekenen dat ik hen ‘nodig’ heb om mijn eigenwaarde te bepalen. Ik ben eerder een onafhankelijk type; iemand die op eigen benen wil staan, met het leven in eigen handen. Bij teamwerk kan dit lastig zijn, heb ik gemerkt. Soms stel ik me tegen– afhankelijk op. Ik wil niet zondermeer beantwoorden aan andermans verwachtings-patroon. Het filmpje leert me dat de uitdaging bestaat in de ontwikkeling van inter-afhankelijke relaties. Ik word uitgedaagd om vanuit een volwassen zin voor verantwoordelijkheid bij te dragen tot het gemeenschappelijk goed. Ik erken ook de constructieve bijdrage van medebroeders, die vanuit hun
gaven en talenten meebouwen aan het menselijke– en geestelijke welzijn van de gemeenschap. Gespreksbegeleiding kan wonderen doen, ook om een veilige atmosfeer te garanderen, die openheid schept. Ik durf me dan kwetsbaar op te stellen, zonder bang te zijn voor begriploze of veroordelende ogen. Toch blijft het nog spannend om pijnpunten in een relatie met een medebroeder te noemen. Misschien kan dit een weg zijn: vertellen wat we echt waarderen in elkaar, én de domeinen aangeven waaraan gewerkt moet worden ten behoeve van de groei in intermenselijkheid en broederschap. Het beluisteren en bemoedigen van elkaar zou dan wel eens spontaan een psalmvers aan onze lippen kunnen doen ontglippen: ‘Ja, dat doet deugd, als broeders in één huis samen te leven. Daar schenkt de Heer zijn zegen, en leven voor altijd.’ (Psalm 133,1.3) P I E R R E - PAU L WA L R A E T O .S . C.
knrbulletin 2 | 2013
43
E E N VA N H A R T E N Z I E L
E E N VA N H A R T E N Z I E L
‘Communio’ in een internationale gemeenschap inhoud
‘Van de Kerk het huis en de school van de communio maken; dat is de grote uitdaging voor ons in het komende millennium als wij trouw willen zijn aan Gods plan en als wij op de diepe verwachtingen van de wereld een antwoord willen geven’ (Novo Millennium Ineunte). Die communio beleven in een internationale communiteit is een speciale uitdaging. Maar wel een die van grote betekenis is in een geglobaliseerde wereld. Drie zusters JMJ uit drie verschillende landen trekken in Den Bosch al ruim een decennium intensief met elkaar op. In het voormalige huis van de rec- voor wekelijkse meditatie-avonden, van een nieuwe taal en het omgaan tor van klooster Mariënburg, aan de waar gemiddeld 15 mensen van bui- met de Nederlandse cultuur en een Vughterstraat pal achter het kloos- ten op af komen. De internationale totaal andere leefomgeving. Daarter, ging in 2000 een internationale communiteit heeft de traditie van naast moesten ze leren omgaan met communiteit van start. Oorspronke- gastvrijheid dus voort weten te zet- drie totaal verschillende culturen lijk telde de groep zeven leden, maar ten. De zusters vertellen dat mensen in de eigen groep. ‘Het was een heel om verschillende redenen vertrok vaak opmerken dat er in huis een be- proces’, vertelt Valsa. ‘In het begin een aantal in de loop der jaren. Mo- paalde sfeer heerst: ‘Er is vrede in dit ging dat ook wel met conflicten gementeel bestaat de communiteit uit huis.’ paard. Via de harde weg leer je: de drie zusters: zuster Valsa Koreth is ander doet het zo.’ Daarbij was het afkomstig uit India en werkt als alge- Elkaar ruimte geven voor deze zusters, in de bloei van meen econome van de congregatie, De drie zusters hebben een lange hun leven, ook moeilijk om dierbare zuster Benedicta Runtung is Indo- weg afgelegd met elkaar. ‘Het was medezusters, eigen werkzaamheden nesische en doet algemeen financi- een avontuur’, zegt Trees. ‘In het be- en nog zoveel andere zaken in eigen eel-administratief werk voor haar gin wisten we niet waar we aan be- land achter te laten. congregatie, zuster Trees Schiloo gonnen.’ Van haar toenmalige prois Nederlandse en als oudste In de beginperiode had ook een beetje de ‘moeder’ van de groep een goede begede groep. Begin 2013 vierde de leidster, die hen hielp om Het probleem in communiteit haar twaalf-enverschillen bespreekbaar een-half jarig lustrum. maken. Benedicta en Valsa een communiteit heeft toch vertellen verder hoe bevaak te maken met Hart voor de samenleving langrijk de rol van Trees is Het pand aan de Vughterstraat geweest tijdens het proces. verschillende karakters. heeft een decennialange tradi‘Trees heeft de gave om ietie van gastvrijheid en opendereen de ruimte te geven. heid naar de samenleving toe. Ze kan goed luisteren en Tot voor enkele jaren konden vluch- vinciale overste kreeg ze eind jaren staat open voor anderen. Niemand telingen er terecht bij ‘Vluchtelingen ’90 van de vorige eeuw de vraag om had ooit het gevoel: ik word niet gein Nood’ voor juridische bijstand, in de nieuwe communiteit te gaan hoord.’ Trees vertelt daarop dat ze in maatschappelijke ondersteuning wonen. Haar achtergrond als pasto- deze gemeenschap heeft geleerd om op allerlei vlak en voor taallessen. raal werkster in Amsterdam-West en ruimte te geven aan mensen die toDe organisatie is inmiddels vertrok- haar ervaring als provinciaal over- taal anders reageren op dingen. ‘In ken, maar taallessen worden er nog ste kwamen goed van pas. Trees: ‘Als iedere communiteit moeten mensteeds gegeven. Vlakbij het pand provinciaal overste moet je ook om- sen leren met elkaar om te gaan. Dat was een Wereldwinkel. Valsa was gaan met verschillen, tsjongejonge!’ is hier ook. Het bijzondere is dat we enige tijd hun penningmeester. Elke ook met verschillende culturen saweek komt een koor oefenen in een In de beginperiode kampten de bui- men leven. Dat moet je ook leren. Het van de ruimtes. De huidige commu- tenlandse zusters met de voorspel- is zo wezenlijk om elkaar te respecniteit heeft het initiatief genomen bare moeilijkheden van het leren teren en de ander te accepteren zoals 44
knrbulletin 2 | 2013
Zusters Soc JMJ
ze is. Dan krijg je ook oog voor de kwaliteiten van de ander. Dat is voor ons allemaal erg verrijkend geweest. Het verschil in cultuur blijft. Maar toch voelen we ons sterk met elkaar verbonden.’ Valsa geeft verder aan hoe belangrijk een goed gemeenschapsleven juist voor buitenlandse religieuzen is. ‘Zonder goede communiteit kunnen we niets doen!’ De kapel is de ‘krachtcentrale’ van de communiteit, zeggen de zusters. Elke ochtend om kwart over zeven komt de gemeenschap bijeen voor een gebed van een half uur in hun kapel. Daarna ontbijten ze samen. Valsa: ‘Het is zoiets eigens geworden. Stil zijn, een diep contact met de Bron.’ De zusters geven aan dat het gezamenlijke gebed misschien wel de grootste verbindende kracht is in hun gemeenschapsleven. Benedicta merkt daarbij op dat ze bijeen zijn, omdat ze een opdracht kregen vanuit hun congregatie. Ze leven vanuit een vertrouwen dat ze als zusters geroepen zijn hun opdracht samen gestalte te geven. Diversiteit als rijkdom Benedicta en Valsa vertellen dat ze in eigen land ook in interculturele communiteiten leefden. India is een reusachtig land, met vele verschillende culturen en talen. Indonesië idem dito. In eigen land woonden de zusters ook met medezusters uit heel andere culturen. Ze relativeren dan ook enigszins de problemen
van het intercultureel samenleven. ‘Want het probleem in een communiteit heeft toch vaak te maken met verschillende karakters’, zeggen ze. De ervaring van deze drie zusters is dat samenleven tussen mensen uit verschillende culturen niet vanzelf gaat, maar wel degelijk mogelijk is. ‘En mensen kunnen er gelukkig in worden’, vult Trees aan. Wat dat betreft kan een communiteit als deze tekenwaarde hebben voor de multiculturele samenleving die Nederland nu is, opper ik. Maar Trees relativeert dat wat. ‘We zijn maar een kleine groep. Wie weet nu van ons bestaan?’ De zusters vertellen dat ze nu veel dingen gezamenlijk doen, met een vanzelfsprekendheid waar alle drie zich wel bij lijken te voelen. Alle drie voelen ze zich verrijkt door deze ervaring in een internationale communiteit. De buitenlandse zusters zijn de positieve zaken in de Nederlandse cultuur gaan waarderen, maar zijn zich tegelijk sterker bewust geworden van het mooie in hun eigen cultuur. Trees denkt even na bij de vraag wat zij heeft geleerd in deze communiteit. Dan antwoordt ze: ‘Ik voel me niet alleen. Ik heb geen familie meer, maar Valsa en Benedicta nemen als het ware de plek in van mijn familie. Wat heb ik geleerd? Ik ben hier gelukkig!’
De kapel is de ‘krachtcentrale’ van de communiteit, zeggen de zusters.
GERARD MOORMAN
knrbulletin 2 | 2013
45
BOEKEN
Boeken inhoud
‘In alles de liefde’ Op het Algemeen Kapittel van de Dochters van Maria en Joseph, beter bekend als de zusters van de Choorstraat, is dit boek gepresenteerd over de achtergrond van de congregatie, haar Vincentiaanse spiritualiteit en de eigen kleur die de stichter Jacobus Heeren (1775-1859) en de vroeg gestorven eerste Moeder, Anna Catharina van Hees (1768-1825 ), aan de congregatie hebben meegegeven. Anders dan het Groot jubileumboek uit 2010 wordt het charisma van de zusters in dit boek vanuit de diepte verkend. Verschillende wetenschappers van het TBI hebben daar hun bijdrage aan geleverd. De lijnen die zodoende tussen Bijbelse spiritualiteit, de geschiedenis en het charisma van de congregatie worden getrokken, maken het tot een boeiend boek en geschikt voor meditatieve lezing. De officiële stichtingsdatum van de congregatie is 7 juli 1820. De Bijzondere regelen, geschreven door Pastoor Heeren, werden echter pas dertig jaar later goedgekeurd. Zij zetten nog altijd de toon in de constituties en de spiritualiteit van de zusters. De Dochters van Maria en Joseph zijn herkenbaar aan het symbool van de levensboom. Dit motief, van waaruit de zusters leven en waarin zij hun verbondenheid met elkaar en met God ervaren, herinnert aan de wijnstok in het evangelie
van Johannes (Joh. 15, 1-16). Deze Johanneïsche spiritualiteit van Gods levengevende aanwezigheid tekent het charisma van de zusters en is een kenmerk van de erfenis die zij meegekregen hebben van hun stichter. De Vincentiaanse liefdeswerken werden door hem bezien vanuit deze spiritualiteit. Dat klinkt ook terug in het motto van de zusters: ‘In alles de liefde’. Vicentiaanse liefde is voor hen ten diepste Johanneïsche liefde. De werken van barmhartigheid spruiten voort uit de liefde van God. Deze liefdesbeweging wordt voortgezet in hun apostolaat, dat een vertaling mag zijn van Gods liefde voor het leven zelf. De Vincentiaanse spiritualiteit getuigt van een fundamentele openheid naar de wereld. Maar heeft ook oog voor het gevaar van deze extraverte levenswijze. Een religieus begeeft zich immers op kwetsbaar terrein. Waar een klooster nog enige beschutting biedt, wordt een liefdezuster blootgesteld aan allerlei ‘wereldse’ invloeden. De Vincentiaanse leefregel streeft daarom naar een weerbare binnenkant. Deze wordt vorm gegeven in een kloosterleven dat ‘binnenstebuiten’ is gekeerd. De Vincentiaanse levensvorm sluit zich echter niet op in de ‘wij-groep’. Het vertrekpunt van deze spiritualiteit ligt zelfs buiten de eigen groep, bij
Spiritueel erfgoed de zieken, de armen, de verstotenen, ‘want in de armen hebben wij de Heer bij ons’, zo schrijft Vincentius. Deze uitspraak getuigt van zijn levenskunst om de eigen ziel te laten voeden door de aandacht en de zorg die hij besteedde aan zijn naaste. Pastoor Heeren bouwde deze bevinding, dat de liefde van God de binnenkant van de liefdeswerken vormt, verder uit. Hij had een scherp oog voor het spiritueel welzijn van de zusters. Liefdeswerken voltrekken zich ook in het hart van een mens. Hier raakt zijn boodschap aan de erfenis van Anna Catharina van Hees. Zij was een visionaire die eens de mystieke vereniging met het Hart van Christus beleefde. Daarvan getuigt nog altijd de Heilig Hart spiritualiteit van de congregatie. Hart duidt op leven, liefde, op het diepste ‘ik’ van ieder individu. In onze harten kan de goddelijke liefde branden.
In Leven met Dominicus bespreekt Arjan Broers zeven kenmerken die bij de dominicaanse levenshouding horen: beweeglijkheid, nieuwsgierigheid, overgave, democratie, mystiek, compassie en waarachtigheid. Het laat zien hoe mensen van toen en van nu geïnspireerd worden door die onopvallende Spaanse priester, die met zijn levenshouding een opvallend spoor achterliet. Het boek bevat ook een aantal interviews met bekenden uit de Dominicaanse wereld: Erik Borgman, Bep van der Wilk, Henk Jongerius, André Lascaris, Leo de Jong, Sara Böhmer en Timothy Radcliffe.
Deze spannende invalshoek wordt in het laatste hoofdstuk uitgewerkt. Eén van de voor mij boeiende conclusies is dat maatschappelijke spiritualiteit en innerlijkheid niet los van elkaar gezien mogen worden. Maatschappelijke spiritualiteit is weliswaar gericht op deze wereld maar zij is zeker niet van deze wereld. In haar brandt een goddelijk vuur.
Franciscus van Assisi blijkt een boeiende en verrassende gids als het om een alternatieve kijk op het goede leven gaat. En relevant: veel actuele kwesties zoals duurzaamheid, zorg, leiderschap en de geldeconomie hebben hun wortels in zijn tijd. Willem Marie Speelman laat zien hoe Franciscus ons kan leren onze zwakheden
Charles Caspers & Kees Waaijman. De wortels, de twijgen en de vruchten van de boom. De Vincentiaanse liefde in de spiritualiteit van de Dochters van Maria en Joseph. Adveniat, Baarn. ISBN 978 94 9104 266 9 Prijs € 24,50
46
knrbulletin 2 | 2013
Leven met Dominicus, Franciscus en Hildegard
(EVDV )
om te vormen tot gevoeligheid en de hindernissen die we tegenkomen als richtingwijzers te gaan zien. Negen verhalen over Franciscus vormen de ruggengraat van dit boekje, met bij elk verhaal een korte meditatie, een gebed, een oefening en een wijsheidsspreuk – volgens de fasen van de oudste methode om verhalen spiritueel te lezen, de lectio divina. Beide boekjes zijn verschenen in de reeks ‘Leven met…’. Deze serie biedt een bondige inleiding op de spiritualiteit van grote denkers uit de geschiedenis van religie en filosofie. Ieder seizoen komen nieuwe titels uit. Het volgende deel dat is aangekondigd gaat over Hildegard van Bingen. Haar blik op mensen en op een leven met God weerspiegelt het geestelijk denken in de twaalfde eeuw. Haar kernpunt is: wie zich in handelen laat leiden door liefde en wijsheid creëert een hemel op aarde.
Bij gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de zusters Augustinessen van Heemstede verscheen een bijzonder meditatieboekje. Daarin staan antwoorden op de vragen van de zusters: Wat willen we doorgeven aan jongere generaties, wat is ons ‘geestelijk testament’ en wat zijn onze bronnen? Zeven werkwoorden ontleend aan een lied van Ramses Shaffy vormden het uitgangspunt voor de onderlinge gesprekken: bidden, werken, zingen, huilen, lachen, vechten en je verwonderen. Hieruit is dit meditatieboekje ontstaan met mooi beeldmateriaal (historisch en nieuw) en korte teksten ter inspiratie, om zelf te overdenken en ook weer door te geven, de ‘zustertweets...’ Felicia Dekkers (red.). Bid, werk, zing, huil, lach, vecht en verwonder je...! Wat de zusters Augustinessen van Heemstede willen doorgeven... Uitgeverij Abdij van Berne. ISBN: 978-90-8972-000-9 / Prijs: € 7,95
Arjan Broers, Leven met Dominicus. ISBN: 9789021143385 Willem Marie Speelman, Leven met Franciscus. ISBN: 9789021143347 Désirée den Braber, Leven met Hildegard van Bingen. ISBN: 9789021143392 Uitgeverij Meinema
knrbulletin 2 | 2013
47
BOEKEN
BOEKEN
Geraakt door de nederigheid van God inhoud
Kiezen voor een leven van delen
Paus Franciscus Paus Franciscus mag zich sinds zijn aantreden verheugen in veel positieve media-aandacht. Op korte termijn verschenen diverse publicaties. Eén daarvan is het onderhavige relaas van journalist Christian van der Heijden, die voor omroep RKK drie weken in Rome was, vanaf het afscheid van paus Benedictus XVI tot aan de inauguratie van paus Franciscus. In deze kroniek doet hij daarvan verslag en analyseert hij de eerste optredens van de nieuwe paus. In de introductie vermeldt Van der Heijden dat hij ‘ex-priester’ is, kennelijk in de veronderstelling dat dit een garantie is voor een ruime kennis van het reilen en zeilen in Rome. Van der Heijden duikt in de kerkgeschiedenis en de ontwikkelingen rond het pausschap. Hij doceert al schrijvend en houdt de niet-ingewijden bij de les: ‘Een consistorie is een vergadering van de paus met zijn kardinalen.’; ‘De term pontifex is ontleend aan de heidense staatscultus in het antieke Rome.’ Hij laat de lezers ook vrijelijk delen in de vragen van journalisten na de aangekondigde abdicatie: Wat wordt de nieuwe titel van Benedictus XVI? Zullen er straks twee pausen zijn of wordt hij weer kardinaal? En hiermee samenhangend: draagt een ex-paus rood,
paars, wit? De diverse papabili passeren de revue en Van der Heijden concludeert terecht dat veel speculaties worden ingegeven door wishful thinking. In het hoofdstuk over het preconclaaf boekstaaft Van der Heijden bijna van minuut tot minuut de gesprekken, die hij voert met collegajournalisten, in afwachting van de allerlaatste algemene audiëntie van de paus op het Sint-Pietersplein. Benedictus reageert op mogelijke kritiek op zijn terugtreden: ‘Non abbandono la croce, ma resto in modo nuovo presso il Signore Crocifisso’. Van der Heijden bewandelt allerlei zijpaden, waarvan het verband met het centrale onderwerp niet altijd duidelijk is. Waarschijnlijk is dat het gevolg van het feit dat hij het nieuws op de voet moet verslaan en derhalve veel achtergrondinformatie achter de hand dient te hebben om de kijkers aan zich te binden in situaties dat er relatief weinig gebeurt. Op 8 maart brengt de Vaticaanse persdienst bloemen mee naar de dagelijkse persconferentie. voor de vrouwelijke journalisten vanwege Internationale Vrouwendag. De aanloop naar het conclaaf beslaat 92 van de 160 pagina’s. Dat is
relatief veel voor wie in die periode de Nederlandstalige media heeft gevolgd; deze hebben zich evenmin onbetuigd gelaten. Waarschijnlijk zijn de meeste krantenlezers en tvkijkers op de hoogte van hetgeen Van der Heijden beschrijft. Dat geldt niet voor diverse persoonlijke wetenswaardigheden: Het is rotweer tijdens de eerste dagen, maar Gerard Klaasen heeft jas noch paraplu. Hij regelt voor de kardinaal op diens terugreis dat hij businessclass kan reizen. Monseigneur Wiertz is ‘toevallig’ in Rome om het 25-jarig bestaan van de Blauwe Zusters te vieren. Van der Heijden beschrijft hoe de nieuwe paus snel werk maakt van zijn programma. Op zijn eerste Witte Donderdag als paus wast hij niet de voeten van kardinalen, maar van gedetineerden, onder wie vrouwen en moslims. Eerder die dag ging hij voor in de chrismamis, waarin hij preekte: ‘Wij moeten eropuit om onze eigen zalving, haar kracht en haar verlossende werkzaamheid te ervaren. We moeten ons naar de randgebieden begeven, waar lijden is, bloedvergieten, naar zicht verlangende blindheid en gevangenen die slaaf zijn van vele kwaadaardige meesters.’
Christian van der Heijden, Paus Franciscus. De nederigheid aan de macht. Over de verkiezing van Jorge Bergoglio tot paus en wat we van hem kunnen verwachten. ISBN 9789043522434, Utrecht, Uitgeverij Kok. € 16,95
48
knrbulletin 2 | 2013
De autobiografie van Martine Buitink vormt deel 36 van de MemoReeks Verhalen uit het katholiek leven. In negen hoofdstukken vertelt de auteur hierin haar levensverhaal. Zij haalt herinneringen op aan het rijke roomse leven van haar jeugd in haar geboortestreek in de driehoek Zutphen, Deventer en Apeldoorn. Samen met haar tweelingzus werd zij in 1939 geboren in een groot katholiek gezin, dat veertien kinderen telde. Gedurende twaalf jaar was zij franciscanes van Denekamp. De band met de congregatie werd van hogerhand (Rome) verbroken, toen zij besloot om deel uit te maken van een gemengde religieus-politieke commune in Utrecht. Dit conflict met het kerkelijk gezag zou bepalend zijn voor haar keuze om zich in te zetten voor de emancipatie van vrouwen in kerk en samenleving. Buitink’s beschrijving van het reilen en zeilen in de experimentele leefvorm van de Commune Androsdreef zal voor veel (ex-)religieuzen heel herkenbaar zijn. Voor de besloten, kloosterlijke wereld, kwam een bruisend bestaan temidden van ‘gewone’ mensen in de plaats. De hooggestemde idealen zouden vaak schipbreuk lijden op de noestige realiteit. Het is immers niet eenvoudig om een communiteitsleven te combineren met betaald werk
en met de opvang van mensen, die tijdelijk of permanent de weg kwijt zijn. Na het afgebroken experiment zocht en vond Martine Buitink nieuwe manieren om haar religiositeit en haar franciscaanse idealen vorm te geven en haar talenten verder te ontwikkelen. Na een periode van alleen leven, sluit ze zich opnieuw aan bij een open religieuze leefgroep, dit keer in Nijmegen. Na twee jaar in deze groep oriënteert ze zich samen met Jan Scheffers ofm cap op de mogelijkheid om een woongroep te starten in Zeeland. De plannen voor een woongroep leiden uiteindelijk tot een gedeeld franciscaans leven in De Capuchon. Daar woont Martine Buitink inmiddels al ruim dertig jaar en vindt ze de ruimte om zich naast haar werk in de vrouwenhulpverlening (FIOM) te wijden aan beeldhouwen en schrijven. Ze beschrijft ook de impact van het ziekbed van Jan Scheffers, die helaas de publicatie van dit boek niet meer heeft kunnen meemaken. Ondanks de pijn van dit afscheid eindigt het laatste hoofdstuk van deze autobiografie met de dichtregels van Wislawa Szymborska: ‘Leven – zeg ik, je bent mooi, je had niet rijker kunnen zijn, niet mieriger of meer bemereld.’
Dit jaar is het driehonderd jaar geleden dat de Ware Godsvrucht door Montfort werd geschreven. Dit was reden voor een werkgroep binnen de Nederlandse provincie om op zoek te gaan naar de actuele betekenis van het montfortaanse gedachtegoed. De vrucht van die uitwisseling is het boek ‘Geraakt door de nederigheid van God’, geschreven door Wiel Logister smm. Rond dit boek vond op 27 april een symposium plaats in de Montfortkapel in Oirschot. Bij die gelegenheid memoreerde Wiel Logister smm de uitgangspunten voor de publicatie, die tijdens het kapittel van 2011 zijn vastgesteld. Na de introductie door Wiel Logister smm gaven vier sprekers hun visie op het boek, ieder vanuit een eigen invalshoek. Ben Loonen (oud-montfortaan, filosoof, pastoraal werker in huize Glorieux), Sanny Bruijns o.carm (auteur van ‘Het leven van Maria, leven in Gods tegenwoordigheid’), Ben Verberne msc (voormalig provinciaal overste van de Missionarissen van het H. Hart, bestuurslid KNR) en Liesbeth Eugelink (literatuurwetenschapper, die momenteel werkt aan een proefschrift over literatuur en mystiek). Jan Meeuws smm liet op het orgel enkele improvisaties horen van Kantieken van Montfort. Belangstellenden kunnen de gebundelde teksten van alle inleidingen opvragen of het boek aanschaffen door een e-mail te sturen aan:
[email protected]
Martine Buitink, Als een weg door werelden. Kiezen voor een leven van delen. ISBN 978 90 5625 397 4 Uitgeverij Valkhof pers. Prijs €18,50. De titels van alle delen in de MemoReeks vindt men hier: www.ru.nl/kdc (trefwoord MemoReeks). Enkele delen zijn online te lezen.
knrbulletin 2 | 2013
49
BOEKEN
BOEKEN
inhoud
Met de minsten der Mijnen Dit boek vormt het sluitstuk van een jubileumjaar bij gelegenheid van het 140-jarig bestaan van de Kleine Zusters van de Heilige Joseph. Annemarie Strijbosch maakte een film over de congregatie en De Nieuwe Collectie realiseerde in het Savelbergklooster de tentoonstelling Een leven lang. Zowel de expositie als de film zagen in 2010 het licht. En dan is er nu ook een lijvig en fraai vormgegeven boek: Met de minsten der Mijnen, dat bestaat uit vier delen. Het eerste deel geeft de achtergronden en ontwikkeling van de congregatie in Nederland en België weer, vanaf haar ontstaan tot 1991. Dat jaartal is gekozen omdat er toen een ingrijpende structuurwijziging werd doorgevoerd. Het meest omvangrijke tweede deel volgt de zusters in het vele werk dat zij hebben verricht, thematisch gerangschikt per arbeidsterrein. Ruim 300 van de 700 pagina’s die het boek telt zijn ingeruimd voor de vele werken van de zusters. Hun missieleven en –werk in China, Indonesië en Kenia komen in het derde deel aan de orde. Het vierde deel laat de ontwikkeling zien sinds 1991, vanuit het perspectief van de provincie Nederland/België die nu nog circa 180 zusters telt. De Indonesische en Afrikaanse zusters zullen eigen congregaties gaan vormen. Hun geschiedenis verdient een apart onderzoek. De congregatie van de Kleine Zusters van de Heilige Joseph werd op 21 juni 1872 gesticht door de Heerlense
kapelaan Petrus Savelberg, een persoon die velen heeft geïnspireerd en over wie feit en fictie vermengd zijn geraakt. Bij de dood van Savelberg in 1907 telde de congregatie al 241 zusters. Onder zijn opvolger Leo Driessen breidde de congregatie zich uit buiten Limburg en vond een ontwikkeling plaats van eenvoudige ziekenposten en wijkverpleging naar professionele ziekenhuizen. In de loop der tijd zijn meer dan drieduizend Nederlandse en Belgische vrouwen ingetreden. Als religieuzen richtten zij zich vooral op degenen naar wie het minst werd omgekeken. De Kleine Zusters van de H. Joseph werkten in de verpleging, de zwakzinnigenzorg, voogdijinstellingen, het onderwijs, bejaardentehuizen en kerkelijke instituten zoals seminaries en retraitehuizen. Zij waren in heel Nederland en in Belgisch Limburg actief, maar ook in China, Indonesië en Kenia. Dorren onderbreekt haar verhaal op tal van plaatsen door in te zoomen op een specifieke gebeurtenis, hetgeen bijdraagt aan de levendigheid van haar betoog. Zo illustreert zij bijvoorbeeld heel treffend hoe de heren geestelijken pakweg 100 jaar geleden meenden over zusters te kunnen beschikken. Onder het kopje Het gedram van Afferden beschrijft zij dat ene pastoor Berden van het plaatsje Afferden in Limburg in 1920 een bewaarschool en een huishoudschool wilde beginnen en daarom vroeg
om ‘een stuk of vijf zusters’. Na een afwijzende reactie op dit verzoek van de pastoor kwam er onmiddellijk een tweede brief uit Afferden, ditmaal van een vroegere studiegenoot van Driessen: Kom, toon eens Uw geest van geloof: ’t beste middel om veel zusters te krijgen is er veel te geven. Kendet Gij ’t noorden van Limburg, Ued. Zoudt blij zijn hier een klooster te mogen openen: ’t zou een ware pépinière [kwekerij] worden. Voor de tweede keer weerstond Driessen de druk, die op hem uitgeoefend werd. Jaren later schreef pastoor Berden opnieuw. Hij had zich in de tussenliggende periode met succes sterk gemaakt voor katholiek onderwijs in Afferden dat nu dan echt kon beginnen. Alle instanties – de Haagse onderwijsinspectie, de gemeente, de bisschop – hadden al ingestemd met Berdens plannen. En dus schreef hij aan Driessen: Het zou werkelijk een bespotting worden van al die autoriteiten, indien er nu niets gebeurde. Kan U dat voor O.L. Heer verantwoorden? Driessen liet zich niet kapittelen, waarop Berden er nog maar eens op wees dat een stichting in Noord-Limburg veel roepingen zou kunnen opleveren. Het zuiden was volgens Berden al zo goedbedeeld: Willen er geen kruimeltjes af van die rijkvoorziene tafel der mijnstreek? Het is niet nodig om het boek van kaft tot kaft te lezen (al is dat zeker geen straf!). Je zou ook kunnen beginnen met het lezen van de vele informatieve katerns. In het hoofdstuk over kinderzorg komen in die katerns ervaringen van oud-pupillen, zusters en medewerkers aan bod, positieve en negatieve, binnen de context en tijd waarin zij zich hebben afgespeeld. Dat leidt tot meer begrip voor de zware taak waar veel zusters zich voor gesteld zagen. De kinderen in de tehuizen hadden vaak in het gezin al veel meegemaakt voordat zij aan
Gabrielle Dorren, Met de minsten der Mijnen. Geschiedenis van de Kleine Zusters van de H. Joseph. Uitgeverij Verloren ISBN 9789087043874 prijs € 49
50
knrbulletin 2 | 2013
de zorg van de zusters werden toevertrouwd. Soms vielen er klappen, zo herinnert zich Krista Stöbrauck, die in St. Augustinus werd ondergebracht na de dood van haar vader en de opname van haar moeder in een sanatorium. Maar daar staan positieve ervaringen tegenover: Toen ik eens heel ziek lag in de ziekenboeg hebben de zusters bij mij zitten bidden, dan had je wel het gevoel dat ze zich toch heel erg om je bekommerden. (-) Achteraf heb ik het over de wijze van opvoeden wel met zuster Hilarine gehad, een van de kinderzusters. Dikwijls heeft ze tegen me gezegd: ‘Ik heb het allemaal fout gedaan’. Maar ik zei dan altijd: ‘Nee, je hebt je best gedaan, maar je stond voor een veel te grote opgave’. Het enige wat ik ze kwalijk kon nemen was dat ze niet voorbereid waren op hun job. Provinciaal overste zuster Esther Geertsma vertelt in het boek hoe wonderlijk het is dat de zusters zich er pas recentelijk van bewust zijn geworden dat ze eigenlijk een van de grootste actieve vrouwelijke congregatie zijn in Nederland/België: We zijn in een cultuur grootgebracht die erg bepaald was door en samenhing met onze naam. De nadruk lag altijd sterk op het bijvoeglijk naamwoord Kleine Zusters. Klein was in de negentiendeeeuwse theologie en spiritualiteit vooral bescheiden zijn, niet gezien worden en je nergens op laten voorstaan. Dat brengt onzichtbaarheid en nederigheid met zich mee. (-) Bescheidenheid is op zich natuurlijk een mooie eigenschap, maar het leidde soms wel tot een minderwaardigheidsgevoel ten aanzien van andere congregaties. (-) Die bescheidenheid, dat gevoel van ‘we zijn maar heel gewoon’, zit diep bij onze zusters. Je ziet nu gelukkig dat wij ons gaandeweg bewust worden dat we er mogen zijn en trots mogen zijn op wat we hebben gedaan en bereikt. Waarvan akte!
Kritische poëzie Ernesto Cardenal (Granada, 1925) is een Nicaraguaans priester en oudpoliticus. Hij was als een van de voornaamste bevrijdingstheologen verbonden aan de Sandinistische beweging. Toen Cardenal in 1955 op 32-jarige leeftijd intrad in de NoordAmerikaanse trappistenabdij Gethsemani werd Thomas Merton zijn novicenmeester. Cardenal was gegrepen door de boeken van Merton, vooral door het autobiografische Louteringsberg. Tussen beiden ontstond een hechte vriendschap. Cardenal is al jarenlang een polemische figuur in de Nicaraguaanse literatuur. In 2005 was hij genomineerd voor de Nobelprijs voor de Literatuur. Op 17 oktober 2012 was Cardenal te gast in het Titus Brandsma Memorial in Nijmegen, waar een aantal van zijn gedichten in Nederlandse vertaling werden gelezen. ‘Jij hebt ze bij elkaar gelaten - geloof, politiek en liefde - jouw liefdesliederen zijn politiek, jouw psalmen erotisch, jouw JA-zeggen, jouw vieren van het leven is omvattend’, zo richtte Dorothee Sölle zich tot Cardenal. Zijn gedichten tonen een nieuwe horizon voor de spirituele weg van de toekomst. Daarbij gaat het om een hedendaagse variant van de contemplatio in actione, de contemplatie in het handelen, dat de christelijke spiritualiteit altijd heeft gekenmerkt. Cardenals poezie articuleert de kracht en de kosmische
dimensie van de kritische christelijke spiritualiteit. Naast tachtig vertaalde gedichten omvat deze uitgave reflecties op de persoon van Cardenal en op de krachtige spiritualiteit die uit zijn gedichten spreekt. Enkele fragmenten uit een van de gedichten: Het mobieltje Je spreekt in jouw mobieltje en praat en praat je lacht in jouw mobieltje en weet niet hoe het gemaakt werd, en nog minder hoe het werkt maar wat maakt dat uit? Erg is, dat je ook niet weet zoals ook ik niet wist, dat in Congo vele mensen sterven duizenden en duizenden door dit mobieltje sterven in Congo. (-) Ook de New York Times wil niet dat de wereld hiervan iets weet en zo komt het dat men niets hoort over deze georganiseerde misdaad van de multinationale concerns. De Bijbel stelt ze gelijk: gerechtigheid en waarheid en de liefde en de waarheid zo belangrijk dus, deze waarheid is die ons vrijmaakt, zo ook de waarheid over het Coltan Coltan in jouw mobieltje waarin je spreekt en spreekt en in jouw mobieltje lacht.
Inigo Bocken, Ernesto Cardenal. Poëtische wegen naar een kritische spiritualiteit. ISBN: 9 789089 720641. Uitgeverij Abdij Van Berne Prijs: € 14,95
knrbulletin 2 | 2013
51
Agenda
inhoud
2013
14 september
25ste Vredesdag – ’s‑HERTOGENBOSCH
24 september
17e bijeenkomst kleine congregaties – ’s‑HERTOGENBOSCH
25 september
Jaarlijkse AMA-dag: ‘Ver weg, en toch dichtbij’ – TILBURG
25 september
FKR studiedag – ’s‑HERTOGENBOSCH
10 – 11 oktober
Tweedaagse ontmoeting rond jaarthema - DENEKAMP
25 oktober
Atelier Huis van de Roeping – ’s‑HERTOGENBOSCH
31 oktober
Studiedag Wetenschappelijke Instituten – NIJMEGEN
6 november
Kleine leefgemeenschappen – VELP
9 november
KRL-dag: Eén van hart en ziel. Spiritualiteit van de communio – ’s‑HERTOGENBOSCH
14 november
AV-KNR – ’s‑HERTOGENBOSCH
21 november
Catharinadag – ’s‑HERTOGENBOSCH
27 november
COR-themadag – ’s‑HERTOGENBOSCH
30 november
Symposium Eerlijk zullen we alles delen – ’s‑HERTOGENBOSCH
Oproep voor foto’s jaarthema
‘Eén van hart en ziel’ Spiritualiteit van de communio In het kader van het jaarthema ‘Eén van hart en ziel’ Spiritualiteit van de communio is de voorbereidingsgroep op zoek naar markante foto’s die een beeld geven van het communiteitsleven. Dit hoeven geen groepsportretten te zijn. Het liefst ontvangen we foto’s die de kracht of de eigenheid van het communiteitsleven laten zien. Een rijtje met klompen of een ontbijttafel met ieders favoriete broodbeleg kan bijvoorbeeld in één oogopslag duidelijk maken hoe het dagelijks leven er binnen een bepaalde gemeenschap uitziet. Bij voldoende inzendingen zullen de foto’s gebruikt worden voor een collage in het Bulletin. Foto’s, met instemming van de betrokkenen en het liefst digitaal, toesturen aan Esther van de Vate:
[email protected]. Bij voorbaat hartelijk dank! Foto: Witte zusters onderweg naar/van de wijngaard vanuit het moederhuis in Algiers 52
knrbulletin 2 | 2013