Konferentie Nederlandse Religieuzen
bulletin
jaargang 11 • nummer 4 • oktober 2008
U maakt kringen in het water. Ze beginnen klein en worden steeds groter. De golfslag die u in beweging brengt verbreedt uw kracht. De kringen worden steeds breder, totdat ze weer worden opgenomen door het water. Daar zit onze kracht; het op gang brengen van golfslag. Mirjam Schuilenga tijdens de 20 e Nationale Vredesdag voor Religieuzen
inhoud Besturen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 • Kome wat komt. In gesprek met zr Boukje Hoogma 4 • Bestuurswisselingen 8 Column. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 • Goed voor je hart. Ben Verberne msc 7 Gerechtigheid & Vrede. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 • Twintigste nationale Vredesdag 9 • Sion 10 • WUCWO 11 Religieuzen in de kunst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 • Dominicaanse zegels 12
2008
Religieuzen in beeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 • Kloosterverhalen van Stichting Verhalis 13 Projecten.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 • Kinderwerk op straat 14 Column. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 • Antwoord. Evelien Meijs 16
Colofon
Groeten uit….. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Het KNR-bulletin (ISSN: 1569-9447) is een uitgave van de afdeling communicatie van de KNR en verschijnt vijf maal per jaar. Middels dit bulletin wil de redactie de religieuzen in Nederland en hun bondgenoten informeren over ontwikkelingen die zich afspelen in de wereld der religieuzen in brede zin. De redactie behoudt zich het recht voor om toegezonden kopij in te korten. Aan ieder bestuur van de bij de KNR aangesloten religieuze instituten en aan de redacties van congregatiebladen wordt een exemplaar verstrekt. Daarnaast ontvangen leden van commissies van de KNR het blad. Afzonderlijke communiteiten en individuele religieuzen kunnen het bulletin op aanvraag toegezonden krijgen. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden. Vormgeving en lay-out: Vormweijs, Nijmegen Druk: Drukkerij Berne, Heeswijk-Dinther KNR-afdeling communicatie, Postbus 111, 5201 AC ’s-Hertogenbosch T: 073 - 6921321, F: 073 - 6921322, E:
[email protected] www.knr.nl / www.religieuzen.nl / www.bewogenheid.nl Het volgende nummer van dit blad verschijnt in december. Sluitingsdatum kopij voor het volgende nummer: 24 november 2008
Jongeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 • ’t Wasdom Margot Goettsch 18 Boeken & brochures.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 • Van boeiende banden tot bindend verbond. Zuster Esther van Tijn 20 • Gezond leven, bezield eten. Chiara Bots o.s.c. 21 • Islam of Fobie? WRGV in samenwerking met Kerk en Wereld 21 • Aandacht voor De Bron. Mark-Robin Hoogland 22 • KRO – kloosterkalender 22 • Eene zachte aanraking van zijn zieleleven. Peter Nissen 23 • Het kruis omarmen. Herman van den Broek 23 • Dromen van vrede en verzoening 23 Religieus leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 • Religieus leven in een geseculariseerde wereld 24 Deel 2 van de inleiding van Tjeu Timmermans O.Carm. • Vrees niet, want Ik ben met jou. In gesprek met Evelien Meijs 29 Agenda. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
besturen
Besturen
Vrijheid en ruimte zijn heel wezenlijk. Als je je in vrijheid conformeert aan
Kome wat komt
de gemeenschap is dat goed, maar
In gesprek met zr Boukje Hoogma
wat je onder dwang doet deugt niet.
De Zusters Franciscanessen van St. Lucia (voorheen Bennebroek) zijn sinds kort gevestigd in Wijchen. In deze bijdrage vertelt algemeen overste zr Boukje Hoogma over haar bewogen leven en over de verhuizing. Boukje Hoogma (Bolsward 1934) groeide op in een goed nest, waarin zij graag mee-moederde over haar drie jongere zussen en broer. Gedurende een groot deel van haar leven ondervond zij slechts hinder van een milde handicap: haar gestotter. Vooral de woorden die met een j of een k begonnen vormden een struikelblok voor haar. Het stotteren ging op slag over toen Boukje een dramatische gebeurtenis uit haar kindertijd in een ander perspectief ging zien. Boukje heeft een ouder broertje gehad. Dat kind is op tweejarige leeftijd aan een darmverstopping overleden. Aanvankelijk leefde Boukje in de veronderstelling dat haar ouders reuzeblij met haar waren, want zij leefde immers nog. Maar het is meer aannemelijk dat haar ouders zielsbedroefd waren om het kind dat hen was ontvallen. In die omstandigheden zullen zij weinig van hun dochter Boukje hebben kunnen genieten. Toen Boukje dat inzicht bereikte kwam er een einde aan haar gestotter, hetgeen zij heeft ervaren als een weldadige werking van de H. Geest, die helderheid brengt en heil. Boukjes familie behoorde tot een franciscaanse parochie in Bolsward:
4
k nr bu l let in 4 | 2008
Zodoende was ik al vroeg vertrouwd met de franciscaanse spiritualiteit. Die sprak me aan, want het is voor mij altijd wezenlijk geweest om ruimte te hebben. ‘Mag dat?’ vind ik een vreselijke vraag. Ik pleit altijd voor innerlijke vrijheid. Sommigen maken zich zorgen om wat anderen ergens van vinden, maar daar heb ik eigenlijk geen boodschap aan. Vrijheid en ruimte zijn heel wezenlijk. Als je je in vrijheid conformeert aan de gemeenschap is dat goed, maar wat je onder dwang doet deugt niet. Boukje heeft het religieuze leven steeds als een ruime mantel ervaren en nooit spijt gehad van haar keuze. Nieuw Guinea Na het noviciaat, de Kweekschool in Rotterdam en enkele jaren in het onderwijs in Nederland was ze kennelijk toe aan iets heel anders. Want ze twijfelde geen moment toen er een kandidate gezocht werd voor het werk in Nieuw Guinea. Na een stoomcursus aan het Tropeninstituut, vertrok ze op 8 april 1963. Aangezien de overdracht van Nederland aan Indonesia op 1 mei zou plaatsvinden was niet duidelijk of ze wel een verblijfsvergunning zou krijgen. Na enig oponthoud in Biak kon ze toch doorvliegen naar Hollandia (Jayapura nu), waar-
vandaan ze na een kort intermezzo vertrok naar de BALIEM-vallei. Daar begon een periode in haar leven, die haar veel kostbare ervaringen heeft opgeleverd. Moet ik nou zo ver weg? vroeg ze zich regelmatig af. Ondanks dat het onderricht aan jonge Papoea’s haar goed lag, heeft ze veel heimwee gehad. In het contact met Papoeameisjes viel haar op dat zij vrij merkwaardige opvattingen hadden over de voortplanting. Boukje: Volgens de bevolking kon men van een keer samen slapen niet zwanger raken. Voor de conceptie was nodig: een maal vrijen voor het hoofd, een maal voor de armen, eenmaal voor de romp enzovoorts. Toen wist ik: we moeten aan huwelijksvoorlichting gaan doen. Het zijn dan wel natuurmensen, maar van bepaalde levensverrichtingen weten ze niet alles. We hebben een cursus opgezet om deze kennis over te dragen. In de beginjaren beschikte Boukje en haar collega’s over een schooltje van bamboe. Er was een eenvoudig internaat voor de jongens. Alles stond in het teken van OVERleven, zowel in materiële als in geestelijke zin. Boukje: Op een gegeven moment stonden de blanken voor de keuze. Ze moesten Indonesische staatsburgers worden en anders kregen ze geen werkvergun-
ning meer. We werden meer en meer in de gaten gehouden door militairen. Het was heel repressief. Ze gingen ook de jongens terroriseren. Zij werden opgepakt en gemarteld, alleen vanwege het vermoeden van anti-Indonesische sentimenten. Boukje had het gevoel dat ze aan het ‘verdommen’ was, omdat ze aldoor op dat basale niveau onderricht moest geven. Na overleg met alle betrokkenen kon het besluit genomen worden om te vertrekken. Boukje: We kregen levende varkens en kippen cadeau bij het afscheid en ook enkele kunstwerken. In de omstandigheden waarin de Papoea’s leven was het katholieke geloof eigenlijk een wezensvreemd element, dat grotendeels niet in hun cultuur paste. Zelf ben ik door die jaren gaan zien wat wezenlijk is en wat bijkomstig in mijn eigen geloof. Terug: Missionair leven in en vanuit Bennebroek Vanaf 1969 was er in Bennebroek een procuur. Toen ze terugkwam uit Irian Jaya in 1977 werd Boukje missieprocuratrice. In die functie voelde ze zich als een vis in het water. Een groot voordeel was dat ze bekend was met de situatie ter plekke en dat zij de taal goed beheerste. Ze onderhield de contacten met de Indonesische zusters, fungeerde als intermediair
tussen hen en het bestuur en werd natuurlijk automatisch deelgenoot van de problemen die er speelden. Bij werkbezoeken van het bestuur aan Indonesië ging ze altijd mee. Bij die gelegenheden fungeerde ze als tolk. Haar missionaire inzet beperkte zich niet tot haar eigen congregatie. Boukje werd lid van de Adviescommissie voor Missionaire Aangelegenheden (AMA) en bleef dat gedurende 20 jaar. Wanneer ze voor een werkbezoek in Indonesië was combineerde ze dat regelmatig met een bezoek aan AMAprojecten. Ook het lidmaatschap van het Centraal Missionair Beraad voor Religieuzen (CMBR) was een kolfje naar haar hand. In die tijd werd er ook een kleine commissie gevormd, die de besturen in Indonesië zou voorbereiden op en begeleiden bij de verzelfstandiging. Vanuit die commissie, waar Boukje ook deel van uitmaakte, zijn een zuster en een broeder naar Indonesië gezonden om de besturen hierover te raadplegen. Na afloop van die rondgang kreeg elk congregatiebestuur in Nederland een rapport met daarin de belangrijkste bevindingen. In die tijd heeft Boukje tijdens een bijeenkomst in Pematang Siantar (Sumatra)
de verschillende besturen geïnformeerd over de bedoeling en de procedure. Boukje is vaak teruggeweest naar Indonesië; zij was er circa vier jaar geleden voor het laatst. In 1996 is het voltallige bestuur naar Indonesië geweest om de verzelfstandiging te vieren. Dat ging gepaard met uitvoerig ceremonieel en was voor alle betrokkenen een indrukwekkend en waardig gebeuren Een afvaardiging vanuit Indonesië is in 2005 naar Bennebroek gekomen om afscheid te nemen van het St. Luciaklooster. Over LEVEN Boukje maakte nog geen deel uit van het bestuur, voorvoelde wel dat ze tot bestuurslid gekozen zou worden, maar werd in 1994 onverwacht in één klap tot algemeen overste gekozen. Weldra was duidelijk dat er iets aan de huisvesting moest gebeuren. Boukje: Door de vergrijzing werd ons moederhuis geleidelijk minder geschikt. Er was al een aantal verzorgingsbehoevende zusters in Alverna/Wijchen gevestigd. Dus lag het voor de hand dat wij ons vanuit Noord-Holland bij hen aan zouden sluiten. Die gedachte vormde het startpunt van een langdurig proces, dat nog altijd niet afgerond is. Vandaar dat aan het zittende bestuur ge-
k nr bu l let in 4 | 2008
5
besturen
vraagd is om door te gaan, hoewel de derde bestuurstermijn in 2006 verstreek. Boukje: Enerzijds is er het zakelijke-, technische deel van deze overgang, anderzijds maak je met je medezusters een heel spirituele ontwikkeling door. Dat is heel bijzonder. De zusters hebben een ingrijpend proces doorgemaakt met elkaar. Het verlaten van het moederhuis, waaraan zo veel dierbare herinneringen verbonden zijn, was geen gemakkelijke stap. Toch was dit een wijs besluit, al kun je tevoren niet voorzien wat er allemaal bij komt kijken. Nu de fysieke overplaatsing achter de rug is en de zusters een eigen plek hebben, breekt er een nieuwe fase aan. Boukje: We schreven in ons beleidsboekje Zullen we gaan? En: Kome wat komt. Wat hebben we dat niet vaak gezongen! We hebben het samen gedaan en kunnen dankbaar terugblikkend constateren dat het goed was. Tijdens het hele proces heb ik vaak de leiding van de Geest ervaren; het werd me ingegeven. Net op momenten dat het nodig was kreeg ik steeds de juiste ingeving. Die dichte nabijheid van de Geest stelde me in staat om het zo lang vol te houden. Het is kostbaar om te mogen ervaren dat het zo werkt. Op hetzelfde terrein van het vroegere kloosterverzorgingshuis aan de Graafseweg is nu de nieuwbouw van Huize Portiuncula gerealiseerd. Het complex dat 77 appartementen omvat en een PG afdeling voor 12 personen, naast een aantal gezamenlijke ruimten, is eigendom van woningbouwstichting Talis, die in overleg met Stichting LuciVer en de zusters Franciscanessen heeft gebouwd. Boukje: De zusters mochten zelf kiezen waar ze wilden wonen. Het was heel spannend hoe dat uit zou pakken, maar wonderlijk
genoeg kregen alle zusters precies het appartement toegewezen dat ze graag wilden. Het bestuur kreeg ongevraagd een oefening in geduld omdat er veel mis ging bij de nieuwbouw. Er was bijvoorbeeld een hek geplaatst om inbrekers te weren, maar die was juist zodanig gesitueerd dat het erg uitnodigend was voor hen. Of een voordeur die onbereikbaar is, tenzij men vreemde capriolen uithaalt. En het totaal ontbreken van telefoon- en internetaansluitingen in het bestuursgebouw is natuurlijk ook erg ongemakkelijk. Sinds de zusters verenigd zijn op één locatie gaat het erom de twee voormalige communiteiten van Bennebroek en Portiuncula in elkaar te laten opgaan. Er is bewust naar gestreefd om die verschillen weg te laten vallen. Boukje: Na de ontmanteling van de kapel in het moederhuis en in Alverna / Wijchen kwamen we samen in verschillende noodvoorzieningen, in afwachting van ons nieuwe gebedshuis. Die tussentijd is achteraf bezien ook heel bindend geweest. Onze nieuwe kapel is een indrukwekkende combinatie van eenvoud, kracht en inspiratie. Het is een plek waar het goddelijke de aarde raakt. In deze moderne kapel (een ontwerp van Jacques de Valk) zijn de franciscaanse elementen vuur, water, lucht en aarde onnadrukkelijk, maar subtiel aanwezig. De officiële inwijding zal nog komen, maar bij de officieuze ingebruikneming refereerde Boukje aan het volk Israel, dat zo lang onderweg was geweest, steeds met het visioen van het Beloofde Land voor ogen.
Boukje ook nog onverwacht geconfronteerd met een gezondheidsprobleem. Er was een myoom, die operatief verwijderd moest worden. Spannende weken volgden. Was het goed- of kwaadaardig? De mogelijke consequenties van het antwoord op die vraag hadden een relativerend effect op de zakelijke beslommeringen. Gelukkig bleef het medisch gebeuren beperkt tot een buikoperatie. Na de ingreep mocht ze wekenlang tillen noch fietsen. Onder de omstandigheden kwam ze natuurlijk onvoldoende tot rust. Ze ziet uit naar enkele weken vakantie, maar geniet eerst nog van een weekend met haar zus. Door de verhuizing naar Alverna en de ernstige ziekte van haar zus zijn ze letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar gekomen. Ze praten over alles, zelfs de naderende dood is geen taboe. Het is kostbaar om iemand zo nabij te mogen zijn vindt Boukje. Ze hebben de afscheidsviering met elkaar besproken. De drie dochters van haar zus zijn bij Boukje geweest en hebben verteld hoe zij hun moeder ervaren. Boukje vindt: Je kunt beter bij leven horen wat ze van je denken. Het is zonde om pas na de dood mensen te prijzen. Het zou zo helend kunnen zijn wanneer mensen tevoren vernemen hoe waardevol zij zijn. Mensen hebben behoefte aan een schouderklopje af en toe, oprechte bevestiging, erkenning en waardering. Jij mag zijn zoals je bent, om te kunnen worden wie je bent, maar nog niet kunt zijn. En je mag het worden op jouw wijze en in jouw uur.
Naast alle perikelen rond de overgang van Bennebroek naar Alverna, die veel aandacht vergden, werd
De zusters Franciscanessen van St. Lucia zijn in 1847 te Rotterdam gesticht door moeder Lucia Dierck x met als doel: onder wijs, zorg voor wezen en ouderen.
6
k nr bu l let in 4 | 2008
Column Goed voor je hart Najaar. Nog wat wisselvallige dagen met wat zon en regen. Dan alles nog één keer in herfstkleur. De warmte wijkt steeds verder achteruit en het wordt winter. Die hele zomer blijkt achteraf van voorbijgaande aard… Ooit las ik over Peter Conrad, een Amerikaanse ruimtevaarder van weleer. Hij keerde voor de tweede maal terug van de maan. Toen hij landde, stond er niemand op hem te wachten. Met zijn eigen auto is hij teruggereden naar huis. Geen vlaggetjes en geen fanfare, zoals de eerste keer toen hij van de maan terugkwam. De straat was leeg. Thuis aangekomen, zwaaide hij het tuinhekje open, liep
achterom, pakte de reservesleutel onder de keukenmat vandaan en ging door de achterdeur naar binnen. Zijn vrouw was boodschappen doen en de kinderen waren naar school. Zo vluchtig en vergankelijk is roem. Je komt voor de tweede keer terug van de maan en het is al niet meer interessant. Sterren verbleken snel. Het buitengewone wordt weer gewoon. Iets moet al heel speciaal zijn, wil het de waan van de dag overleven. Even mag je op het podium staan om toegejuicht te worden en dan als de bliksem wegwezen. De volgende!
Ik stel me het gesprek voor tussen Peter Conrad en zijn buurman, daags na thuiskomst. Zo’n praatje over de heg toen hij Peter toevallig naar de schuur zag lopen: “Ach ja, dat is waar ook! Je was op de maan. Hoe was het daar? Nog iets veranderd? Heb je daarboven de voetbaluitslagen nog gehoord?” ‘Panta rhei’, zeiden de Grieken, ‘alles stroomt’. Zoveel gaat er vluchtig voorbij. Maar wat echt wezenlijk is, wat een mens in zijn hart raakt, dàt beklijft. Alleen … dan raakt het vaak anderen weer niet. Vluchtig als de wind verwaait er veel.
Ben Verberne msc
LEER ONS LEVEN een reis naar binnen stilte en rust scheppen een reis naar buiten passende wegen zoeken in een nieuwe tijd gehoor geven mondig zijn uit handen geven - in handen houden veranderen - overgave behoeden - loslaten geduld eindigheid - afscheid vertrouwen – ‘kome wat komt’ GA MET ONS DE WEG
(Bron: beleidsplan 2002 – 2006. Franciscanessen van Bennebroek)
k nr bu l let in 4 | 2008
7
besturen
Gerechtigheid & Vrede
Bestuurswisselingen Witte paters van provincie naar sector De missionarisssen van Afrika zijn sinds 1 juli 2008 anders gestructureerd. Nederland bestaat niet langer als pro vincie, maar gaat door als sector, dat wil zeggen als onderdeel van een nieuw opgerichte Europese provincie. Tien sectoren maken nu deel uit van de Europese provincie: België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Nederland, Polen, Spanje en Zwitserland. Het provincialaat van de Europese provincie zal gevestigd worden in Brussel. Inmiddels is de eerste Europese provinciaal benoemd; het is de huidige provinciaal van Duitsland Detlef Bartsch. De voormalige provinciale overste Jan Mol werd met absolute meerderheid van stemmen gekozen tot overste van de Nederlandse sector van de Europese Provincie. Als zijn plaatsvervanger in de Provinciale Raad en binnen de Nederlandse sector werd verkozen Wim Wouters. De overige drie sectorraadsleden zijn: Piet Buijsrogge, Gerard Derksen en Geert Groenewegen. Zusters Franciscanessen van Mariadal • Zr. Margriet van der Vliet, algemeen overste • Zr. Clarita Wetzelaer plv. algemeen overste • Zr. Cira Lourens, lid • Zr. Esther Schulingkamp, lid • Zr. Francinette Uijtdehaag, lid Zusters Clarissen klooster De Bron • Zuster Ria van Dinther, abdis • Zuster Marianne van Haastrecht, vicares • Hannah van Ginkel, raadzuster Zusters Clarissen • Zr. Angela Holleboom, abdis • Zr. Chiara Bots, vicares • Zr. Margriet van Gennip, raadzuster
8
k nr bu l let in 4 | 2008
Onder dit motto vond op 13 september de 20 e Nationale Vredesdag voor Religieuzen plaats. Ruim driehonderd vrouwelijke en enkele mannelijke religieuzen kwamen hiervoor bijeen in het Ds Piersoncollege. De organisatie was bij de leden van de Commissie Vredesvraag stukken van de KNR in vertrouwde handen. Twee leden van genoemde Commissie, namelijk zr Tarcise Lippus en zr Francina Janssens, hadden een collage gemaakt, die achter in de zaal toonde welke thema’s er in die twintig jaar de revue waren gepasseerd. ’s Middags werd die geschiedenis nog op een andere manier gememoreerd, door het zingen van een potpourri. Zr Suze Lases had hiervoor twintig verschillende melodieën gekozen en daarbij kritische en inspirerende teksten geschreven.
Zusters Franciscanessen Denekamp • Zr. M. Inge Ebbeskotte, provinciaal overste • Zr. M. Margreta Langkamp, raadslid/vicares • Zr. M. Alinde Tibbe, raadslid • Zr. M. Tharcisia (Riet) Meijer, raadslid/secretaresse • Zr. M. Achatia Speller, raadslid Zusters van het Arme Kind Jezus • Zuster Maria del Rocío Angel Moreno, generaal overste • Zuster Angelika Hrabowski • Zuster Henriette Mensen • Zuster Teresa Permata Nalukasy • Zuster María Helena Henao de Brigard Missie- en aanbiddingszusters van de Heilige Familie • Zuster Annemarie Bühler, algemeen overste (Zwitserland • Zuster Wilhelmien Selten, plaatsvervangster (Nederland) • Zuster Martina Lorenz, raadslid (Zwitserland) Fotografie: Heleen Vink
Cisterciënserabdij Lilbosch • Malachias Huijink o.s.c.o. is gekozen tot nieuwe overste van de Abdij.
Kunnen wij nog wat wij willen?
Twintig Nationale Vredesdagen voor Religieuzen hebben de zusters bewuster gemaakt van haar handelen, zwijgen en spreken. Krachtige vrouwen hebben de trouwe deelneemsters ontroerende en onthutsende ervaringen toevertrouwd en hen geïnspireerd en bemoedigd. Nu is het ruim twintig jaar verder en is de situatie veranderd. Dan is het goed je af te vragen: Kunnen we nog wat we willen? Of zoals de commissieleden zelf in het programmaboekje stellen: Wat willen we werkelijk en wat laten wij ons beslist niet opdringen in onze situatie van gestolen welvaart en gestolen vrede? Na de opening door dagvoorzitter zr Paula Hermans en een optreden van
de zingende zusjes was het woord aan feministisch theologe Mirjam Schuilenga. Zij is werkzaam geweest in het anti-armoede-project Z3 van religieuzen, dat gevestigd was in bezinningscentrum De Zwanenhof. In haar zorgvuldig opgebouwde betoog leidde zij haar gehoor van het thema vrede naar achtereenvolgens water, het diepe, zuurstof en Geest. In haar commentaar op de vraag: kunnen we nog wat we willen citeerde Mirjam Schuilenga de 41-jarige Amerikaanse zwemster Dara Torres, die tijdens de Olympische Spelen dit jaar haar tiende medaille in de wacht heeft gesleept: ‘Ik ben misschien wel wat ouder, maar eenmaal in het water maakt dat helemaal niet uit. Water weet namelijk niet
hoe oud iemand is die erin duikt. Ook daarom hou ik van water.’ Mirjam hield dit beeld van het water vast en zij nodigde ertoe uit om de kracht ervan te benutten: We zwemmen allemaal in een discours, dat is in dit geval een geheel van spreekposities over onrecht in dit land, waarbij onze beperkingen niet gelden maar onze inzet en onze kracht. In het water vallen de beperkingen weg en wat overblijft is onze kracht. Ik nodig u uit om vandaag uw ogen even dicht te doen zodat u zich kan voorstellen dat u in een grote warmwaterbron drijft. U ligt op uw rug, u vult uw longen met lucht en strekt uw armen boven uw hoofd in het water. U voelt zich door het water opgetild. Uw bewegingen vertragen door het water. U maakt kringen in het water. Ze beginnen klein en worden steeds groter. De golfslag die u in beweging brengt verbreedt uw kracht. De kringen worden steeds breder, totdat ze weer worden opgenomen door het water. Daar zit onze kracht; het op gang brengen van golfslag.
k nr bu l let in 4 | 2008
9
gerechtigheid & vrede
Mirjam vertelde ook hoe zij binnen het anti-armoede-project voor het eerst de ervaring van het geraakt zijn heeft ervaren. Geraaktheid is een leidmotief binnen de christelijke geloofstraditie en er is een etymologisch verband met het lichamelijke aanraken, het zo dichtbij iemand verkeren, dat je geraakt moet en wilt worden. Dat heeft geleid tot de voor velen herkenbare ervaring van het afdoen van de rugzak vol met plichten en de sprong in het diepe. Een sprong die consequenties heeft voor je eigen leven. In de woorden van Mirjam: Misschien kent u de kracht van de verontwaardiging, maar ik voelde vaak verdriet. Geroerd door de positieve krachten die ik in knelsituaties tegenkwam en beroerd door de omstandigheden waarin veel mensen moeten leven in een rijk land. Welke uitingsvorm dan ook, ik werd in ieder geval geraakt, eerst door een authentieke opdracht van religieuzen en gaandeweg door mijn contacten met mensen in armoedesituaties. Gaandeweg heeft Mirjam ontdekt wat haar inspireert: Mijn ervaring met mensen in armoedesituaties leerde mij dat het actieve, het naar buiten gaan
gerechtigheid & vrede
wordt gevoed en geïnspireerd vanuit een passiever toelaten van wat op mij afkomt. Mij engageren gebeurt niet langer vanuit een geleerd plichtsgevoel of vanuit het verantwoordelijkheidsgevoel dat ik heb meegekregen vanuit mijn geloofsopvoeding maar vanuit een heel andere dynamiek. De dynamiek van de ontmoeting en daarin ben ik de ontvangende partij. Dan ben ik degene die vanuit overvloed krijg en dat zet het gewone perspectief op zijn kop. De ervaring dat ‘het’ gebeurt in de tussenruimte – in het contact met de a/Ander - was een thema, dat door de dag heen meerdere malen klonk. Naast een speciaal voor deze dag gecomponeerd jubileumlied klonken er door de dag heen nog tal van andere inspirerende gezangen, zoals Een land om van te dromen (lied tegen de medeplichtigheid) van E. Jongerius:
En er lagen verschillende petities ter ondertekening in verband met de situatie na het Generaal Pardon en over het gebruik van agrobrandstoffen. De zusters laten nog steeds van zich horen en zij blijven hun roeping serieus nemen om zuster te zijn van alle mensen... dicht bij en ver weg. Een feestelijk tintje was er ook aan het einde van de dag toen alle aanwezigen een kaartenset werd uitgereikt met afbeeldingen, die kracht en inspiratie symboliseren: een phoenix, bloemen die groeien tussen de rotsen, vuur dat zich telkens laat oprakelen, jonge blaadjes die aan een oude eikenstam ontspruiten en natuurlijk een vredesduif.
Zeg nooit: Onze wereld is gebroken en de mens tot weinig goeds in staat. Zeg nooit: Niemand kan op vrede hopen, alles gaat nu eenmaal als het gaat.
Alle aanwezigen ontvangen binnenkor t een verslag van deze bijeenkomst van Dinie van ’t Er ve. Evenals de tek st van de inleiding van Mirjam Schuilenga kan deze opgevraagd worden bij mevrouw T. Kuster, T: 073 – 6921321.
Andante Conferentie in Sion Van donderdag 17 april tot zondag 20 april 2008 kwamen vertegenwoordigers van 19 Europese organisaties, samenwerkend onder de alliantie Andante, samen in Sion (Zwitserland). Ook de KNR werd vertegenwoordigd door Zr.Thérèsa Vandeweyers. Drie thema’s stonden centraal tijdens deze bijeenkomst, namelijk (1) het benoe-
10
k nr bu l let in 4 | 2008
men en aan de orde stellen van verschillen, (2) conflictbeheersing en (3) macht. Na de studiedagen was er een algemene ledenvergadering, waarin de activiteiten en strategie voor de komende periode werd bepaald. De nadruk zal liggen op communicatie en de uitbreiding van het aantal Andante-leden.
Voor meer informatie: w w w. andante - europa.net/en/index. php. Voor het volledige verslag van deze bijeenkomst kan men contact opnemen met: zr Th. Vandeweyers (
[email protected]) of met mw T. Kuster, T: 073 – 6921321.
WUCWO-Europa conferentie Deze conferentie met als thema de strijd tegen vrouwenhandel vond plaats van 3 tot 7 september 2008 in San Massimo even buiten Verona, Italië. Een van de deel neemsters vanuit de KNR was Zr.Thérèsa Vandeweyers. Onderstaand een korte im pressie van haar bevindingen. De voornaamste oorzaken van mensenhandel zijn armoede in algemene zin, geen kansen voor onderwijs, geen werkgelegenheid en zware economische lasten in de families. Het betreft vooral handel in vrouwen en meisjes. Via advertenties, wervingsbureautjes, of zelfs persoonlijke contacten worden vrouwen goede banen beloofd, waarmee zij voldoende geld kunnen verdienen om hun familie te ondersteunen. De handelaren regelen de reis en het verblijf en hebben voor de aankoop van een vliegticket het paspoort nodig van deze vrouwen. Dit paspoort blijft in bezit van de handelaar en na aankomst in het buitenland krijgen zij een rekening gepresenteerd voor de gemaakte kosten die zo hoog is, dat er niets meer overblijft voor hen zelf en hun familie. Op jaarbasis worden momenteel naar schatting 2,7 miljoen mensen verhandeld. Volgens cijfers van de Verenigde Naties gaat een groot deel van de opbrengst van deze handel naar de wapen- en oorlogsindustrie. Het meeste geld verdwijnt in de criminaliteit. In Europa circuleren jaarlijks 500.000 vrouwen en meisjes. Zij komen vanuit Oost Afrika, Latijns Amerika en Oost Europa en werken
in nachtclubs. Dertig tot veertig procent van hen is tussen de 14 en 18 jaar oud. Omdat deze vrouwen geen documenten hebben kunnen zij geen kant op. Het is daarom heel moeilijk voor de politie om deze vrouwen te helpen, te registreren en hun handelaren op te sporen om hen vervolgens veroordeeld te krijgen. In Nederland zijn vorig jaar 716 slachtoffers geregistreerd waarvan 667 vrouwen en 49 mannen. Er zijn meer slachtoffers van mensenhandel, maar zij zijn niet geregistreerd. De 5 voornaamste landen van herkomst in Nederland zijn Nederland (260), Nigeria (102), Bulgarije (50), China (37) en Sierra Leone (29). In Nederland is mensenhandel strafbaar en staat het hoog op de politieke agenda. Er is een regeling die inhoudt dat slachtoffers drie maanden bedenktijd krijgen om verslag te doen van het strafbaar feit. Tussen de aangifte en het proces krijgen de slachtoffers bescherming en hulp. Sinds april 2000 heeft Nederland een nationale Rapporteur voor mensenhandel. In Nederland zijn verschillende organisaties bezig met opvang, financiële hulp, onderwijs, politie, terugkeer naar land van herkomst. De Stichting Religieuzen te-
gen Vrouwenhandel (SRTV) heeft een grote bijdrage aan deze conferentie geleverd. De meeste Europese landen dienen als doorvoer landen. De vrouwen komen binnen, werken een tijd onder dwang in de prostitutie en worden via criminele netwerken weer naar een ander land gebracht. De meeste vrouwen werken in de illegaliteit, hebben geen papieren, geen geld, en zijn doodsbang om aangifte te doen. Er wordt maar sporadisch samengewerkt met de kerken, soms met oecumenische groepen. De meeste landen hebben het protocol van Palermo goedgekeurd maar niet allen hebben het ondertekend. In enkele landen hebben congregaties hun deuren geopend om vrouwen gedurende korte tijd op te nemen, hen te helpen bij hun terugkeer naar het land van herkomst of anderszins. Sommige congregaties helpen zelfs vrouwen om in een ander continent te werken aan een nieuw levenspatroon en zo te bouwen aan een nieuwe toekomst. De diverse inleidingen en de vele concrete verhalen uit verschillende landen hebben de deelneemsters er van overtuigd dat het nodig blijft om de strijd aan te binden met de vrouwenhandel in Europa.
Zr. Thérèsa Vandeweyers Een uit voeriger verslag van deze bijeenkomst is verkrijgbaar via bureau KNR, T: 073 – 6921321. E:
[email protected] of via zr Th. Vandeweyers.
k nr bu l let in 4 | 2008
11
Religieuzen in de kunst Voor het eerst is er deze nieuwe rubriek Religieuzen in de kunst, die af en toe in dit blad zal verschijnen. De bedoeling is om beide begrippen - zowel ‘religieuzen’ als ‘kunst’ - ruim hartig te interpreteren. Men kan bijvoorbeeld denken aan representaties van religieuzen in de beeldende kunst, de literatuur of in muzikale composities. Maar ook in films, por nografie of reclamespotjes. Daarnaast kan gekeken worden naar religieuzen-als-(levens) kunstenaars. Eenieder die licht kan werpen op een van deze terreinen wordt nadrukkelijk uitgenodigd om kopij in te sturen.
Dominicaanse postzegels In deze eerste aflevering staat een bijzondere kunstvorm centraal. Postzegels zijn weliswaar bescheiden van formaat, maar worden wel door velen wereldwijd gezien en gewaardeerd. Een belangrijk kenmerk van deze kunstvorm is dan ook de laagdrempeligheid. De meeste mensen kunnen zich wel een of meer zegels permitteren, maar bijvoorbeeld niet een kunstwerk van Damien Hirst. De ontwerpers van postzegels hebben hun creatieve vermogens op de vierkante millimeter uitgeleefd. Daarom is de ontvangst van een brief of kaart met een dergelijk miniatuurtje voor de ontvanger vaak een esthetische ervaring, nog afgezien van de inhoud van de zending en van de relatie tot de afzender. Peter Wols o.p. beschikt over een schitterende verzameling postzegels, poststempels en postwaardestukken met betrekking tot de Dominicanen. In het bulletin van zijn orde beschreef hij uitvoerig de voorgeschiedenis van deze verzameling, waarvan nu een korte samenvatting volgt. De zegels waarvan u op deze pagina afbeeldingen aantreft zijn allen afkomstig uit de collectie van Peter Wols o.p.
12
k nr bu l let in 4 | 2008
Begin jaren zeventig van de vorige eeuw zijn Servatius Pierre Wolfs o.p., Leopold Joseph van Nueten o.p. en Peter Wols begonnen met het uitwisselen van zegels en gegevens. Pierre Wolfs bracht voor het eerst alles bij elkaar in zijn publicatie Dominikanen en hun geschiedenis op postzegels. Leopold van Nueten exposeerde zijn materiaal en opzet vanaf 1984 op tentoonstellingen te Deventer (1984), Spa (1985), Stockholm (1986), Wenen (1986), Würzburg (1988) en Granada (1988). Telkens ontving hij voor zijn collectie onderscheidingen. De verzameling van Leopold van Nueten wordt na zijn overlijden bewaard in België. De verzameling van Peter Wols o.p. vormde de basis voor diverse uitgaven. Samen met Pierre Wolfs publiceerde hij Dominicus en zijn volgelingen op postzegels, poststukken en in stempels (zes delen). Onderwijl groeide het materiaal aan. Provinciaal David van Ooyen stelde in 2002 voor om de collectie in het Engels te vertalen en gereed te maken voor plaatsing op internet. Peter Wols ging graag op dit voorstel in en realiseerde een en
ander met hulp van diverse betrokkenen. Het overbrengen van zegels naar het World Wide Web was de volgende stap. Na registratie van de domeinnaam is Philately Dominican Order nu door iedereen te raadplegen. De hoofdindeling van de verzameling op internet is gebaseerd op het onderscheid tussen ‘Dominicaanse’ personen enerzijds (ca. 130 in totaal!) en colleges, kapellen, kerken en kloosters anderzijds. Peter Wols realiseert zich heel goed dat zijn collectie nooit af is. Hij vindt dat niet erg, want hij heeft er zelf veel van geleerd en plezier aan beleefd. De gedachte dat geïnteresseerden op deze manier een beeld kunnen krijgen van de geschiedenis van de Orde van de Dominicanen spreekt hem ook aan. Dat kan hen nieuwsgierig maken hoe het NU met die Orde gaat. w w w.philatelydominicanorder.org
Religieuzen in beeld Kloosterverhalen van Stichting Verhalis Religieuzen zijn ‘in’ als onderwerp van documentaires, films en publicaties. Zo is Stichting Verhalis uit Tilburg momenteel bezig met een pilot, waarin enkele kloosterlingen hun levensverhaal vertellen. Het heeft tot dusverre zes verrassende filmpjes opgeleverd. Jonge, beginnende filmmakers werkten nauw samen met jonge, hedendaagse componisten via Muzieklab Brabant. Dit project is bedoeld als opmaat voor een veel omvattender project waarmee in heel Nederland verhalen van kloosterlingen worden verzameld. De eerste verhalen zijn te bekijken op
www.geheugenvantilburg.nl. Tevens worden ze getoond in de permanente exposities van de congregaties van de zusters en fraters in Tilburg. Bovendien zijn de films te zien op het filmfestival Geloven in Brabant. Het persbericht van de stichting vermeldt wie geportretteerd zijn. Frater Eugenius en zijn vriendin besloten beiden in
het klooster te gaan, waardoor ze elkaar pas na 25 jaar weer konden opzoeken. Frater Jan Seelen praat over het persoonlijke drama wanneer er een frater uittrad of stierf. Zuster Mathilde vertelt over het verdriet van haar vader bij haar besluit om zuster te worden. Ex-frater Jan Verhallen vertelt waarom hij is uitgetreden.
Het f ilmfestival is gratis toegankelijk 11 ok tober | 13.00 - 17.00 | Eindhoven in Museum Kempenland 19 ok tober | 12.00 - 17.00 | Heusden in Luthers kerkje w w w.geloveninbrabant.nl (menu:f ilmfestival) Verhalis, Tivolistraat 6 -25, 5017 HP Tilburg, T: 013 5820646
WEDERZIJDS-kunst in context Van 2 november tot en met 14 december 2008 staat het STOK-Kruithuis geheel in het teken van de kunstmanifestatie WEDERZIJDS-kunst in context. Naast een belangwekkende expositie van actuele hedendaagse kunst is er een uitgebreid programma van lezingen, workshops en films. Het festival wil een ontmoetingsplaats zijn, een laboratorium voor de verbeelding, waar mensen die elkaar gewoonlijk niet ontmoeten elkaar spreken. Filosofen, kunstenaars, wetenschappers, gelovigen en ongelovigen, theologen en religieuzen praten over en werken samen aan kunst, zingeving en verdieping. Kunst is bij uitstek de plaats waar de verbeelding tot vormen en symbolen uitrijpt. Kunst schept in de menselijke verbeelding de mogelijkheid om de weg van het gewone naar het buitengewone in te slaan, naar het esthetische en het spirituele. Een en ander krijgt tussen 2 november en 14 december in het STOK-Kruithuis vorm in een Dag van het Boeddhisme, Dag van het Soefisme, Dag van het christelijke perspectief, Dag van de Joodse spiritualiteit, een dag rond Humanisering in organisaties en een Verteltheaterdag voor kinderen. Locatie: STOK-Kruithuis, Citadellaan 7, `s-Her togenbosch. w w w.stokpunt.nl / w w w.wederzijdsfestival.blog.com
k nr bu l let in 4 | 2008
13
projecten
Projecten Kinderwerk op straat De Stichting Kinderwerk op Straat werd opgericht in 2005. Binnen dit project legt een kinderwerker duurzame contacten met een 50tal kinderen en hun gezinnen. Zij behoren veelal tot de onderkant van de buurtsamenleving en worden niet bereikt door het reguliere welzijnswerk. Door deelname aan de leefwereld van de kinderen kan men in een vroegtijdig stadium problemen op het spoor komen en bemiddelen naar de reguliere hulpverlening, onderwijs etc. Er wordt gewerkt volgens de presentiebenadering. Dat houdt in: regelmatig met een groepje zwemmen, naar de bioscoop, naar een grote speeltuin, attractiepark, cake en pizza’s bakken, lunchafspraken, knutselmiddag enz. Bezoekjes aan diverse scholen en vooral veel huis en buurtbezoekjes. Korte ontmoetingen op straat, op de stoep, bij school of pleintjes. Gesprekken met kinderen. Lunchen en dagjes uit voorbereiden en ook achteraf bespreken. Aanwezig zijn bij bijzondere, maar ook moeilijke of nare gebeurtenissen in hun leven. Uitgenodigd worden voor en meevieren van verjaardagen en andere feestelijke gebeurtenissen in het leven van kinderen en gezinsleden. Structureel gaat het binnen dit project om de volgende activiteiten: −− Via de straat en diverse spelactiviteiten is er contact met overwegend meisjes in de leeftijd van 2 tot 12 jaar. Deze kinderen hebben verschillende achtergronden: Ghanees,
14
k nr bu l let in 4 | 2008
Surinaams, Antilliaans, Marokkaans, Nederlands, Hindoestaans en Pakistaans. −− Met een aantal kinderen uit zogenaamde multiprobleemgezinnen, hun ouders en leerkrachten zijn de contacten intensief en wordt er gewerkt aan problemen of bemiddeld naar professionele hulpverlening. −− Met ongeveer 25 kinderen onderhoudt de kinderwerker contacten via email, internet, chatten, smsberichten. Er komen problemen aan de orde en hun vragen erover. −− Tijdens de schoolvakanties worden activiteiten georganiseerd. −− Locale bedrijven zijn benaderd voor financiële steun voor diverse activiteiten. −− Er is een nieuw project voorbereid: Meidenwerk in de Indische buurt. −− Met Andries Baart zijn de resultaten van het werk en de meerwaarde van de presentiebenadering bij het vrijwilligerswerk onderzocht. Er wordt onder andere samengewerkt met de lokale buurtkerken, het welzijnswerk, de school, de speeltuinbeheerder en hulpverleningsinstanties.
terstandssituatie en hun dagelijkse leven is getekend door grote zorgen, door de struggle for life en vaak ook door opvoedingsproblemen. In die omstandigheden hebben mensen meestal weinig over om als vrijwilligers tijd en energie te besteden aan het oplossen van de sociale problemen in hun woonomgeving. Toch blijken zij zich wel te willen inzetten als hen daartoe geëigende vormen en structuren worden geboden. Concrete voorbeelden van het succes van dit project: −− Een moeder is begonnen aan een re-integratietraject. Ze krijgt meer inzicht in haar relatieproblemen. Ze kan beter haar grenzen aangeven en trekt eerder aan de bel als ze merkt dat ze haar zaken niet op orde kan houden. −− Tienermeiden zoeken steeds vaker het contact om vooral te praten over wat hen bezighoudt en zorgen baart, zoals agressieve ruzies, depressieve gevoelens, relationele problemen, tienerzwangerschappen. −− Kinderen die enthousiast en inventief activiteiten ondernemen en vooral met anderen leren overleggen/onderhandelen . −− Een moeder die voor haar rechten en die van haar zoon opkwam en zodoende kon voorkomen dat hij weer in de jeugdgevangenis terecht kwam.
De Commissie PIN heeft dit project positief beoordeeld, vanwege de goede resultaten en de adequate aansturing vanuit het bestuur. Er wordt hard gewerkt aan een structurele financiering vanuit de (locale) kerken en de locale overheid.
De betrokkenen verkeren in een ach-
k nr bu l let in 4 | 2008
15
Column Antwoord ‘Sadiq! Ahlan wa sahlan! Welkom in Jemen!’Toeterende auto’s, roepende mannen, gesluierde vrouwen met boerkaah, starende kinderen, warme zon, stoffig zand en gigantische bergen. Drie jaar later en ik ben weer hier, in Jemen. ‘Waarom ben je teruggekomen?’ Het is zeven uur, donker en we zitten aan tafel. Op de achtergrond klinken uit twee verschillende moskees de imams met hun nadrukkelijke oproep voor gebed. ‘Waarom’. Goeie vraag. Omdat God me riep. Maar zulke woorden zijn zo moeilijk uit te spreken. Anderhalve maand voor de zomervakantie werd ik wakker, half vier ’s nachts, met in mijn hoofd ‘ik moet naar Jemen’. Tot mijn eigen ver-
bazing, want tot dat moment was teruggaan geen optie. Drie jaar geleden was ik een half jaar hier om voor mijn studie onderzoek te doen naar het leven van Somalische vluchtelingen in de woestijn. Die ervaring was zo heftig geweest, zelfs praten erover vond ik moeilijk. Maar de woorden bleven, die dag, de volgende, en de dag daarna ook en het idee maakte me niet bang, maar blij en enthousiast. Voor ik het wist, stond ik in de reiswinkel, zat ik samen met vriendin Maartje in het vliegtuig, stond ik midden in de nacht op het vliegveld van Sanaá, zit ik met Nederlandse vrienden in Jemen aan tafel. Waarom, ik weet het niet, maar ik hoop dat de reis de antwoorden zal brengen.
Na twee weken vol vertrouwde plekken, oude bekenden en nieuwe belevingen, draaien onrustige vragen in mijn hoofd steeds dezelfde rondjes: wat was de betekenis van mijn verblijf toen, en nu, en wat voor de toekomst? Deze derde en laatste week bezoeken we een groen berggebied in het verder zo zanderige land. We ontmoeten een aantal westerlingen en samen rijden we in een oude Toyota zigzaggend de berg op. Over smalle bergpaadjes vervolgen we de tocht te voet en tijdens de wandeling raak ik aan de praat met de Zuid-Afrikaanse Maria. Zij en haar man wonen en werken al een aantal jaren als gezondheidswerkers in het land.
Zonder dat we elkaar echt kennen, vertelt ze me over de weg die haar hier bracht. Twintig jaar heeft ze gewacht tot ze beleefde dat het goed was om te gaan. ‘Peace of heart’, omschrijft ze haar gevoel, en de deuren gingen voor haar open. ‘Weet je Evelien, de Heer zal je een antwoord geven. Maar Hij vraagt je te wachten op Zijn tijd, niet de jouwe.’ Ze vraagt me hoe het is om na die drie jaar weer terug te zijn en ik vertel haar over het weerzien met de vluchtelingen, vol van gezamenlijke herinneringen en nieuwe verhalen. Zoals het verhaal van de jongen die, gedesillusioneerd en hopeloos, school opgaf om auto’s te wassen. En die nu, naar aanleiding van de interviews die ik met hem had, terug naar school is gegaan, een beurs ge-
kregen heeft en binnenkort ook zijn vervolgopleiding afrondt. Ik wil mijn verhaal vervolgen door te zeggen dat dát de moeilijkheid hier is, dat er nog honderd keer zoveel situaties zijn waarin ik iets zou kunnen doen. Maar Maria stopt met lopen, kijkt me aan en zegt: ‘Wat moet God veel van je houden. Hij voerde je terug naar hier om je de resultaten van je verblijf te tonen. Wat heeft Hij jou ontzettend lief!’
k nr bu l let in 4 | 2008
Evelien Meijs
Onze laatste dag in Jemen en nog één keer schalt de gebedsoproep van de nabij gelegen moskees uit de luidsprekers. In de wachtruimte van het vliegveld, midden in de nacht, overdenk ik onze reis. Behalve een reis door dit wonderlijke land was het meer nog een reis door de genade, de
De kaart kwam na de uitslag van het onderzoek bij de cardioloog. Twee keer had mijn vader nu een aanval van angina pectoris gehad. Een vrolijke speelse kaart van mijn anders zo serieuze vader viel in de bus. Nog geen jaar later: 2 maart 1960 is vader gestorven: hartaanval, hij was pas 67. Toen pas hoorden wij van de huisarts dat de cardioloog destijds aan vader had gezegd dat een volgende aanval fataal zou zijn. Wanneer? Morgen? Over een week? Een maand? Onvoorspelbaar… En vaders antwoord was geweest: Alles goed! De kaart kreeg een heel andere geweldige betekenis! Wat een levensmoed, wat een overgave. Wat ben ik trots op zo’n vader.
16
liefde van God. Ik pak mijn boarding pass en wil opstaan om het vliegtuig in te gaan. Ineens pakt Maartje mijn hand en wijst naar de ramen bij de vertrekhal. Achter het glas staan Maria en haar man, heftig naar ons te zwaaien.
Als u zelf ook een grappig of ontroerend verhaal heef t bij een ansichtkaar t, wilt u die dan toesturen ter plaatsing? Bonny Rem-Veldstra. IKON Pastoraat, Postbus 10009, 1201 DA HILVERSUM. Uw kaar t wordt natuurlijk geretourneerd. Bron: MENSEN. Magazine van het IKON Pastoraat. September / ok tober 2008 – nummer 9/10
k nr bu l let in 4 | 2008
17
jongeren
Jongeren Dominicaans jongerencentrum ’t WasdoM Het Dominicanenklooster in Zwolle heeft vanaf het begin van de 20e eeuw gediend als opleidingscentrum voor jonge Dominicanen, die geschoold werden in filosofie, psychologie en theologie. Maar de ontwikkelingen in de zestiger jaren van de vorige eeuw hadden ook een weerslag op het Zwolse kloosterleven. De opleiding werd verplaatst en het klooster bleef bewoond. De gemeenschap werd kleiner, maar het klooster bleef bij de tijd. Veel mensen uit Zwolle wisten deze plek te vinden. In de volgende decennia werden steeds nieuwe activiteiten ontwikkeld. Dit leidde tot een bloeiende geloofsgemeenschap, een levensbeschouwelijk centrum en nieuwe vormen van bewoning en toebehoren. Een plek voor jongerenwerk werd nog gemist. In 1982 kwam een kleine groep Dominicanessen in Zwolle wonen om het vormingswerk te ondersteunen. Deze groep zette haar deuren open voor jonge mensen. Mede door een verbinding met
18
k nr bu l let in 4 | 2008
het studentenpastoraat werd dit huis een ontmoetingsplek voor jongeren op zoek naar zingeving. In 1996 verhuisde deze groep naar het Dominicanenklooster. ’t WasdoM Voor het jongerenwerk werd ruimte gemaakt in de voormalige bakkerij en wasserij. Een plek waar het ging om dagelijks brood en persoonlijke zorg (brood bakken en habijten wassen) werd een ontmoetingsplaats waar samen eten en een goed gesprek centraal staan. De bakkerij werd samen met studenten omgebouwd. Er werd een jongerenwerker aangesteld om het project verder te ontwikkelen. Het jongerenwerk kreeg een eigen naam: ’t WasdoM, vanwege de wasserij die hier eens was, maar ook als plek om te groeien, tot wasdom te komen. ’t Wasdom wil een plek zijn waar mensen gevoed worden, waar ze een smakelijke maal wacht, gezelligheid, maar ook gesprekken, studie
en persoonlijke groei door ervaringen en reflectie. ’t Wasdom is een plek voor jongeren, individueel of in groepen, uit Zwolle, Nederland en vele andere Europese landen. In de loop van de afgelopen tien jaar zijn er activiteiten ontwikkeld voor jonge mensen tussen de ca. veertien en dertig jaar. Voor de twee jongerenwerkers is het belangrijk om over de dominicaanse traditie te vertellen en die te duiden. Het klooster is een huis met een bijzondere geschiedenis, die aanleiding biedt om met iemand in gesprek te raken. Er is ruimte voor gezelligheid, ontspanning en persoonlijke gesprekken waarin ook thema’s als geloof, vertrouwen, keuzes maken aan bod kunnen komen. Veelal zijn in het weekend groepen van scholen, kerken en studentenverenigingen te gast voor een kloosterweekend. Ze proeven iets van de sfeer en het leven in een klooster. Daar-
in zijn de vespers, een uitgebreide rondleiding en het gesprek met een kloosterling over de Dominicaanse traditie belangrijke elementen. In samenspraak met de begeleiders van de groep wordt een programma samengesteld waarin thema’s aan bod komen die jongeren bezighouden. Naast kloosterweekenden zijn er ook allerlei andere activiteiten om dat gesprek mogelijk te maken. Onder meer een wekelijks eetcafé voor studenten, meerdaagse interreligieuze ontmoetingen, internationale uitwisselingen, tieneractiviteiten, een meditatief programma in de Goede Week en een bijzonder vormingsproject voor jongeren uit het buitenland. Deze kleinschalige activiteiten blijken voor jongeren vaak grote impact te hebben. Niet alleen dat ene gesprek of activiteit, maar ook het belang van een plek om je er een tijd lang thuis te voelen. Sommige jongeren zijn langere tijd betrokken bij het centrum. Ruimte voor jongeren De missie van het centrum is de Dominicaanse spiritualiteit, welke met durf en lef het verhaal van God met mensen aanwezig wil brengen in onze wereld vandaag. Een ambitieuze opdracht… en soms lijken we daarin te slagen. ‘Zien, soms even.’ Kern in
het jongerenwerk is de ruimte (letterlijk en figuurlijk) om met jonge mensen in gesprek te zijn over zingeving. Over geloof, hoe de samenleving in elkaar steekt, het wereldnieuws en ook over praktische, morele en richtingbepalende keuzes. Jongeren van nu zijn mondig, handig en snel. Het lijkt soms alsof ze de volwassenen mijlenver vooruit zijn. En toch hebben ze veel tijd nodig. Niet voor niets is de ‘pubertijd’ in de ontwikkelingspsychologie inmiddels verlengd tot ongeveer iemands 27e jaar! Jongeren redden zich wel en maken vaak hun eigen keuzes. Maar natuurlijk hebben zij ook voeding nodig om te weten wat er te kiezen valt, vooral op het gebied van religie en spiritualiteit. Juist in deze tijd waarin religie een andere rol in de samenleving heeft en een andere kleur en invulling krijgt in het publieke debat. Het gesprek met elkaar is daarin heel belangrijk. Niet alleen in eigen kring, maar ook met moslims, christenen en Joden. Met atheïsten, ietsisten, zoekers, succesvolle mensen, daklozen, en wie dan ook. Vandaar dat gesprekken en de ervaringen over grenzen heen de kern vormen van al de activiteiten van ’t WasdoM. Over de grenzen van landen, culturen, religies en opvattingen.
Het jongerenwerk is ‘tweezijdig’. Werkend vanuit de Dominicaanse visie bieden we jongeren ondersteuning bij het vinden van hun eigen weg. Midden in de samenleving, met alle uitdagingen en kansen. Er zijn voor jongeren, om met hen op weg te gaan, met hun vragen, hun zoektocht. Aanwezigheid is daarin een belangrijke factor. Daarnaast spoort de kennismaking met de Dominicaanse traditie jongeren aan om hun eigen verhaal te zoeken en te vertellen. Hun nieuwsgierigheid naar spiritualiteit, geloof en religieus leven schept gelegenheid voor bijzondere gesprekken. De dialoog tussen religies en culturen is daarin essentieel. Niet alleen om te horen over anderen, maar ook om objectiever te kunnen kijken naar wat zo ‘normaal’ lijkt. Kritisch blijven op eigen bevindingen en die van anderen is van groot belang om ´ bij de tijd ´ te blijven. Al met al blijkt dat het Dominicaanse motto ´ Zoeken naar Waarheid en Echtheid’ nog even actueel is als 800 jaar geleden.
Margot Goettsch (jongerenwerker ’t WasdoM)
k nr bu l let in 4 | 2008
19
boeken & brochures
Boeken & brochures
Koken met aandacht den heeft en gaat daar zorgvuldig mee om. Dat betekent dat zuster Chiara bij het koken de seizoenen volgt. Ze haalt de producten uit de tuin – de zusters verbouwen veel zelf – en op de plaatselijke markt. In het clarissenklooster komt het vlees van een biologische boer en wordt een paar keer per week vegetarisch gekookt. Bij de bereiding van de maaltijden wordt zuinig met energie omgesprongen. Zo worden gerechten die uren in de oven moeten staan niet vaak geserveerd.
Van boeiende banden tot bindend verbond
Onder deze titel heeft zuster Esther van Tijn bij gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de Zusters van Julie Postel de geschiedenis van haar congregatie geboekstaafd. Deze geschiedenis begon twee eeuwen geleden bij enkele krachtige en ondernemende vrouwen in Normandië, die zich de Arme Dochters van Barmhartigheid noemden. Hun inspiratie was in feite het levende voorbeeld van één vrouw, Julie Postel, die als overste moeder Maria Magdalena werd genoemd. In alles liet deze overste zich leiden door de tegenwoordigheid van God en zijn barmhartige liefde, zoals zij die verstond. De zusters hielpen de
mensen in haar eigen omgeving naar vermogen en boden concreet hulp bij ziekte en armoede, bij onwetendheid op geloofsgebied en wantoestanden in het gezin. Tegelijk verbeterden ze door onderwijs en opvoeding de situatie in de gezinnen en in de eigen streek. De aansporingen van moeder Maria Magdalena werden in daden omgezet en het uitgangspunt van de overste was, dat men zelf met eigen handen inkomsten moest verwerven. Vandaar dat gebreide borstrokken en sokken, paraplu’s en geweven linnen werden verkocht om in het eigen levensonderhoud te voorzien. De stichting van moeder Maria Magdalena kreeg haar moederhuis in de abdij van Saint Sauveur-Le-Vicomte. Van daaruit ontstond een vestiging in Duitsland, die na 1920 als zelfstandige congregatie doorging. Verspreid over de hele wereld tellen beide congregaties nu samen ruim zevenhonderd zusters die zich geïnspireerd weten door het voorbeeld van de inmiddels heilig verklaarde - Maria Magdalena Postel. Sinds 1920 hebben beide congregaties zich op heel eigen wijze ontwikkeld. Het algemeen bestuur van de Franse congregatie,
nog steeds gevestigd in de abdij in Saint Sauveur-Le-Vicomte, stimuleert krachtig het bewaren en beleven van de eenheid in eenzelfde spiritualiteit, die is aangepast aan de eigen cultuur, omstandigheden en ontwikkelingen van elke afzonderlijke provincie. Tussen de verschillende provincies (Frankrijk, Engeland, Indonesië, Italië en Nederland) is sprake van een toenemende onderlinge betrokkenheid. De Nederlandse provincie is begonnen in 1886 en telt nu nog honderd zusters. Onder de zusters is een sterk gevoel van eenheid en zij delen eenzelfde grondhouding. Natuurlijk hebben verschillen in leeftijd, leefsituatie en persoonlijke aanleg invloed op ieders concrete beleving, maar men ervaart de waarde van diversiteit ook als grote rijkdom. Hoe heeft de congregatie zich ontwikkeld van een groepje vrouwen onder een overste met absolute macht, tot een Nederlandse gemeenschap met maatschappijbewuste oudere vrouwen die naar God en medemensen toe gelovig haar eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid willen beleven? Voor een antwoord op die vraag leze men dit boek.
Zuster Esther van Tijn. Van boeiende banden tot bindend verbond. Tweehonderd jaar ontwikkeling van spiritualiteit. Van Arme Dochters van Barmhartigheid tot Zusters van Julie Postel de la Congrégation de Sainte Marie- Madeleine Postel. Boxmeer 2007. Eigen uitgave € 15,- te bestellen via T 0485 – 571541 of
[email protected]
20
k nr bu l let in 4 | 2008
Zuster Chiara is zes jaar abdis geweest. Na die periode werd zij hoofd van de keuken. Zij wil koken met eerbied voor de aarde, voor mens en dier. Ze is zich bewust van de waardevolle ingrediënten die ze dagelijks in han-
In de stilte van het werk en in het omgaan met pure ingrediënten vindt zuster Chiara veel inspiratie. En soms is er, boven de potten en pannen, ineens die verrassende ontmoeting met God.
Tini Brugge schreef een introductie voor deze uitgave. Het boek is fraai geïllustreerd. De recepten worden afgewisseld met korte overwegingen van medezusters, met passages uit het gastenboek en met bezinnende teksten, zoals deze uit de Verhalen van Winie de Poeh: “Wat doe je het allerliefste op de hele wereld, Poeh?” “Het allerliefste...,” zei Poeh en toen moest hji eerst eens even nadenken. Want al was honing eten iets vreselijks prettigs, er was toch één ogenblikje vlak voor je begon, dat nóg prettiger was, maar hij wist niet hoe dat heette.
Chiara Bots o.s.c. Gezond leven, bezield eten. EAN 9789025958893 Prijs € 19,90 Uitgeverij Ten Have.
Islam of Fobie? De brochure ‘Islam of Fobie?’ is het resultaat van een samenwerking tussen het Werkverband Religieuzen voor Gerechtigheid en Vrede (WRGV) en Kerk en Vrede. De publicatie wil een handreiking bieden aan autochtonen in ontmoetingen met migranten met name van islamitische afkomst. Uitgangspunt bij deze handreiking is, dat het belangrijk is om als gesprekspartner uit de dominante cultuur de eigen positie scherp
te zien en de ongemakkelijke kanten van de eigen cultuur goed te kennen. De brochure brengt met een knipoog naar alle kanten voornamelijk een aantal ongemakkelijke accenten van onze eigen Nederlandse geschiedenis onder de aandacht, alsmede lastige praktijken in de ‘christelijke’ of ‘westerse’ wereld die ‘we’ ons niet zo realiseren, waar we geen weet van hebben of die onder tafel gehouden worden. Wat zijn de overeenkomsten tussen
Islam en Christendom, wat denken wij dat de verschillen zijn, wat zijn de echte verschillen? De leden van de werkgroep Gerechtigheid en Vrede van de zusters en missionarissen van het Heilig Hart vinden de brochure erg waardevol. Daarom hebben zij de inhoud ervan gepubliceerd in hun werkcahier. Zij hebben enkele vragen of stellingen toegevoegd bedoeld voor gezamenlijk gesprek of persoonlijke bezinning.
Kerk en Vrede, T: 030 -2316666 | w w w.kerkenvrede.nl/brochures/index.php | w w w.misacor.nl (menu:werkcahier)
k nr bu l let in 4 | 2008
21
boeken & brochures
boeken & brochures
Aandacht voor de bron
Studentenpastor en priester MarkRobin Hoogland cp verzamelde teksten uit het Nieuwe Testament om mensen te helpen bij het vinden van richting op hun levensweg. In de inleiding biedt de auteur een methode aan hoe met dit boek om te gaan en zo kan er een ritme ontstaan, van regelmatig lezen en stil worden. Het lezen, bidden en bezinnen biedt de
kans om de relatie met de Enige te vernieuwen. Wie besluit om bewust op zoek te gaan naar antwoorden op de grote levensvragen zal ontdekken dat ritme en regelmaat hierbij belangrijke elementen zijn. Door rust en aandacht kun je je leven in een helderder perspectief gaan zien. Dit boek bevat tien hoofdstukken van elk 31 korte fragmenten uit het NT. Elk hoofdstuk is gewijd aan een Bijbelboek of thema (God wordt mens, Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes, Veertigdagentijd, het begin van de kerk, Paulus, Groeien in geloof en Maria). Voor iedere dag is er een Bijbeltekst met een gebed of meditatie. De teksten zijn uiterst toegankelijk geschreven en de bruine letters op ecru-kleurige pagina’s ondersteunen het beoogde effect.
Over ‘ware’ en ‘valse’ mystiek rond 1900 Hoe volmaakt onze liefde nu al is, zal blijken uit onze vrijmoedigheid op de dag van het oordeel, omdat wij in deze wereld leven zoals Jezus. Liefde laat geen ruimte voor vrees. De volmaakte liefde drijft de vrees uit, want vrees duidt op straf, en wie vreest is niet volgroeid in de liefde 1 Johannes 4, 17-18
Ware liefde, voor God en voor medemensen, is onverenigbaar met angst. Zie ook Psalm 3 en 1 Tessalonicenzen 5,1-11
Peter Nissen is per 1 september 2008 benoemd tot hoogleraar Cultuurgeschiedenis van het christendom aan de Universiteit van Tilburg. Zijn inaugurele rede gaat over de herontdekking van religie en mystiek door kunstenaars en intellectuelen rond 1900, nadat het kerkelijke christendom voor hen had afgedaan. Nissen trekt deze ontwikkeling door naar de huidige Westerse cultuur. Bij de overgang van de 20e naar de 21e eeuw doet dezelfde herontdekking van religie, spiritualiteit en mystiek zich in het Westen voor in brede lagen van de
bevolking, aldus Nissen. Rond 1900 reageerde de katholieke kerk afwijzend op de nieuwe mystiek, omdat zij haar monopoliepositie op het gebied van zingeving dreigde te verliezen. Een eeuw later worstelt de kerk nog steeds met de nieuwe spirituele ervaringen van de eigentijdse cultuur: inzichten, ervaringen en idealen die uiteindelijk (ook) tot het erfgoed van het christendom behoren, aldus Nissen. Het onderzoek daarnaar is voor hem een van de spannende uitdagingen van de bestudering van de cultuurgeschiedenis van het christendom.
Peter Nissen. Eene zachte aanraking van zijn zieleleven. Over ‘ware’ en ‘valse’ mystiek rond 1900. Uitgeverij Vantilt. w w w.vantilt.nl (€ 9,95).
Mark-Robin Hoogland Aandacht voor de bron. Bijbel en gebed voor iedere dag. Heeswijk 2008. Prijs: € 18,50.
Het kruis omarmen
KRO Kloosterkalender 2009
Pastor Herman van den Broek is emeritus-pastor van de parochie St. Jans Onthoofding te Moergestel en pastor van de Congregatie Zusters van Liefde te Schijndel. Hij heeft dit jaar
In deze kalender van groot formaat staan foto’s van de volgende kloosters: Trappisten – Zundert, Berkel-Enschot en Diepenveen; Benedictijnen in Egmond-Binnen, Doetinchem en Vaals; Trappistinnen - Berkel-Enschot; Clarissen en Franciscanen in Megen; Norbertijnen – Hierden; Redemptoristen – Wittem; Kanunnikessen – Maarssen.
22
k nr bu l let in 4 | 2008
kerk van Boven Leeuwen is gefotografeerd door Ton van Elsdingen. Om een indruk te krijgen van de teksten en foto’s in het boekje kunt u de site van de zusters bekijken.
Herman van den Broek Het kruis omarmen. Meditaties bij de kruisweg van Albert Ser vaes w w w. zustersvanliefde.nl € 12,50 Bestellen per e-mail: b.v.gef
[email protected]
Dromen van vrede en verzoening De Missie-Zendingskalender 2009 weerspiegelt de levensvisie van de Colombiaanse kunstenaar Jafeth Gómez. In dertien kleurrijke afbeeldingen verbeeldt Jafeth zijn Dromen
De kalender is te koop via de KRO -webwinkel voor €14,95 excl. verzendkosten. w w w.webwinkel.kro.nl /w w w.kloosterkalender.kro.nl
zijn gouden priesterfeest gevierd. Bij gelegenheid van dit jubileum is er van zijn hand een boekje verschenen met meditaties bij de kruisweg van Albert Servaes. Deze kruisweg uit de
van vrede en verzoening. Jafeth Gómez is geboren en opgegroeid in het zuiden van Colombia, het land waar het langst lopende conflict van heel Latijns-Amerika woedt. Maar Colom-
bia is veel meer dan oorlog en geweld. Schilders, musici, poëten en schrijvers ondersteunen mensen, die dromen van een andere wereld.
De Missie -Zendingskalender is een gezamenlijke uitgave van CMC Mensen met een Missie en de Nederlandse Zendingsraad. In de kalender willen de uitgevers christenen uit het Zuiden een stem geven. € 6,50 (plus € 3,25 verzendkosten)
k nr bu l let in 4 | 2008
23
Religieus leven Religieus leven in een geseculariseerde wereld deel 2 Vernieuwing van religieus leven Interessant is dat bij verschillende religieuze instituten de herbronning geleid heeft tot nieuwe initiatieven voor bezinning, gebed en sociaal engagement. Verschillende abdijen en verschillende kloosters zijn centra geworden waar mensen rust, stilte en verdieping zoeken. Vanuit verschillende gemeenschappen en kloosters worden op kleine schaal gemakkelijk toegankelijke bezinningsprogramma’s aangeboden. Boeiend is dat vanuit verschillende religieuze instituten –hoewel ook kampend met een toenemende vergrijzing– zusters en broeders betrokken zijn bij het internationale netwerk tegen vrouwenhandel en kinderhandel. Boeiend is dat in oude wijken van de grote steden met hun multiculturele en multireligieuze bevolking met name door religieuzen aandacht wordt gegeven aan het pastoraat van de presentie. Deze uitgesproken multiculturele en multireligieuze wijken hebben de aanzet gegeven tot de jaarlijkse bijeenkomst: ‘Kleurrijk Religieus Leven’. De missionaire ervaring van religieuzen heeft betekenis in deze wijken waar ook de dialoog met andere godsdiensten aan de orde is.
Herbronning en heroriëntatie hebben bij verschillende religieuze instituten geleid tot een hernieuwde bewustwording van het waardevolle van hun charisma. Dit vindt zijn vertaling onder andere in nieuwe toetredingen. Soms vindt dit zijn vertaling in de aandacht voor dit eigen charisma binnen het pastoraat. Dit neemt niet weg dat veel religieuze instituten hier in Nederland in een eindfase zijn gekomen. Maar het zegt tegelijkertijd dat God niet opgehouden is mensen te roepen en dat het belangrijk is op een nieuwe manier te verstaan dat Gods roepen anders is dan wij denken en niet vanzelfsprekend past in onze denk- en leefpatronen. God is niet opgehouden mensen uit te nodigen. Van ons wordt gevraagd vertrouwde beelden en opvattingen los te laten om ruimte te maken voor nieuwe ontwikkelingen en nieuwe vormen. Tegen deze achtergrond is het wel en niet verrassend dat herbronning er toe heeft geleid dat vele ‘leken’ geïnspireerd worden door de authentieke en oorspronkelijke bewogenheid om God en om mensen zoals die in Regels of belangrijke documenten van religieuze instituten is verwoord. In
een brief die religieuzen in september 2007 schreven aan de Nederlandse bisschoppen schrijven zij: “Niet te ontkennen is, dat het priestertekort zich steeds meer en ook duidelijker manifesteert. Daar doet zich eenzelfde proces voor als bij ons, religieuzen: weinig aanwas en een sterke vergrijzing. Weer geen puur Nederlands verschijnsel. Er lijkt ook meer aan de hand te zijn dan een incidenteel fenomeen. Maar even manifest is het, dat de betrokkenheid van de gelovigen op kerk en geloof toeneemt; dat zij medeverantwoordelijkheid willen en kunnen dragen op diverse terreinen van het kerkelijk leven. Nu we zelf eenmaal onze eigen situatie hebben leren duiden als een appèl van God om plaats te maken voor andere evangelische leefwijzen, vragen wij ons af, of hier God ook niet aan de ‘priesterkerk’ vraagt, plaats te maken voor een andere vorm van kerk; niet dat er geen plaats meer zou zijn voor priesters, maar niet meer die centrale plaats; een kerkvorm, waarin de gelovige gemeenschap zichzelf draagt, daarbij gesteund en geholpen door ambtsdragers. Een vorm van kerk-zijn die meer verweven is met wat er al aan ‘gemeenschap’ leeft. Geen verticaal kerkbeeld, maar horizontaal. Zo’n gemeenschapsideaal leeft ook steeds meer onder ons en wordt ervaren als ‘teken van de tijd’, weldadig.
Het eerste deel van deze inleiding van Tjeu Timmermans O.Carm. heef t u kunnen lezen in de vorige uitgave van dit blad ( juli 2008). Het gehele document is ook te vinden via w w w.knr.nl/publicaties.
24
k nr bu l let in 4 | 2008
religieus leven
Ons bezinnend op, wat er vandaag de dag rond kerk-zijn in beweging komt, zijn wij geneigd zowel het afnemen van het priesterbestand als de groei van lekenverantwoordelijkheid te duiden als ‘tekenen van de tijd’. Is hier Gods Geest werkzaam? Waar dan? Volgens ons zoekt Gods Geest van onderop haar weg naar boven en zoekt ze gelovigen, die Zijn stem geven. De Geest mag hierbij rekenen op velen van ons, religieuzen; we hopen veel medegelovigen op die manier te ondersteunen in hun inzet voor een kerk, waarin ruimte bestaat voor vrijwilliger(sters). We beschouwen hen als een groep, die inderdaad ondersteuning nodig heeft, nu ze momenteel steeds meer naar de marge verwezen worden. Ze mogen weten, dat we voor hun positie opkomen. Hun zorg en liefde voor een vitale kerk is voor ons ‘een teken van de tijd’, dat niet verwaarloosd mag worden!” De uitdaging van religieuzen in onze geseculariseerde wereld die in een snel tempo ook een één wordende wereld is met alle gevolgen ook voor de eigen locale culturen, is dat wij onze identiteit niet verliezen. Dat is een van de voornaamste kenmerken van de crisis voor de moderne en postmoderne mens. De noodzaak van authenticiteit dient zich aan. In dit verband is er een interessant onderscheid te maken; dat van verandering en vernieuwing. Verandering gaat gepaard met verlies van identiteit en met instabiliteit. Bij vernieuwing gaat het om iets anders, een proces van opnieuw beginnen bij de oorsprong, de inspiratie van het begin weer oppakken en aan deze inspiratie opnieuw vorm geven binnen een veranderde wereld. Bij het antwoord van religieuzen op de uitdagingen van onze tijd gaat het er dan om een biddende en profetische gemeenschap te zijn. Een profeet praat niet over God.
26
k nr bu l let in 4 | 2008
religieus leven
Een profeet spreekt namens God. Een profeet gaat naar God namens het volk en naar het volk namens God. Dat betekent dat een profeet altijd op de tweede plaats komt. Het gaat om Gods aanwezigheid in deze wereld. Het past religieuzen bescheiden te zijn - hoewel niet te bescheiden - , zeker als het gaat om processen van geraaktheid door God en bewogenheid om mensen. Deze geraaktheid door God is immers niet voorbehouden aan religieuzen. Deze bewogenheid om God en om mensen is veelkleurig en leeft binnen en buiten de kerken; ook binnen en buiten de grote religies. Het is van belang binnen onze geseculariseerde, multiculturele en multireligieuze samenleving ruimte uit te sparen voor deze intimiteit met God, voor deze bewogenheid om God en om mensen opdat mensen met hun geraaktheid een thuis vinden waar deze bewogenheid respectvol wordt benaderd en gedeeld. Het is ook van belang een bedding te scheppen waarin mensen met hun bewogenheid een weg naar de toekomst kunnen gaan. Toekomst van religieus leven Toekomst is er gezien de kernachtige reflectie van de Franse theoloog Claude Geffré: ‘In onze tijd komt de kern vrij van wat religie is, namelijk intimiteit met God.’ Toekomst is er ook gezien de herbronning en bewustwording binnen religieuze instituten. Gezien ook het groeiend aantal mensen dat relaties onderhoudt met religieuze instituten en de inspiratiebronnen van deze instituten. Welke vormen die toekomst zal kennen is onduidelijk. In de zogenaamde Platformbijeenkomsten van de Commissie Roepen
tot Religieus Leven van de Konferentie Nederlandse Religieuzen zijn ervaringen van associatie en van andere vormen van verbondenheid uitgewisseld. Interessant zijn de aspecten die daarbij als gemeenschappelijke constanten naar voren komen. Het begin van een verbondenheid met het charisma van een religieus instituut hangt samen met ervaringen van vriendschap, met het zoeken van zin en steun voor het dagelijkse leven, met de behoefte aan spiritualiteit, met de ervaring dat een regel een goede persoonlijke richtlijn kan zijn voor de eigen geestelijke weg, met het verlangen te leven in een balans van actie en contemplatie, met de behoefte God een menselijk gezicht te geven, met de betrokkenheid op Jezus als een model voor Gods bewogenheid om mensen. −− Toeleiding, vorming en begeleiding vormen een vast element. Vaak is er een omlijnd traject om in te groeien in de beweging, in de groepering. −− Er is uitdrukkelijk sprake van een binding. De intensiteit van de binding verschilt sterk. Soms ligt de nadruk op de eigen persoonlijke weg en het eigen initiatief. Soms ligt de nadruk op een meer gestructureerd model van binding met een proces van initiële vorming en het uitspreken van een belofte. −− Het aangaan van een binding en het uitspreken van een belofte verlopen volgens een ritueel en vinden altijd plaats in het kader van een liturgieviering. −− Een aantal groeperingen en bewegingen wil zo zelfstandig mogelijk zijn met alles wat daar bij hoort. Anderen leunen bewust aan tegen de religieuze instituten waar ze mee verbonden zijn. −− Bij diverse groeperingen en bewegingen is er uitdrukkelijk sprake
van een zending. Deze zending kan zich richten op missionaire activiteiten in Derde Wereld landen als ook op locale projecten en werkzaamheden van het religieuze instituut. Een vorm van zending kan ook zijn om het religieuze instituut, de abdij, de locale communiteit te ondersteunen. −− De verbondenheid met een religieus instituut schept vaak ook een kader voor internationale verbondenheid omdat religieuze instituten veelal internationaal georiënteerd zijn. −− Van belang is ook de verheldering van de wederzijdse rechten en plichten. Vanwege vragen hoe je deze wederzijdse rechten en plichten bepaalt en bewaakt ontstaan er nieuwe vormen en nieuwe structuren van overleg, waarbij alle belanghebbenden betrokkenen zijn. −− Er is een uitdrukkelijk besef van ontwikkelingsprocessen waarbij er een grote mate van openheid is om van de traditie, van ervaringen van anderen en van problemen, valkuilen en mislukkingen te leren. −− Bij iedere vorm van betrokkenheid en binding is een boeiend aspect welke de plaats is van de familie, de partner, de vriendschapsrelatie, het gezin en de kinderen. Er zijn ervaringen dat dit heel soepel verloopt maar ook dat dit spanningen met zich mee brengt. De werkelijkheid laat zien dat er ontwikkelingen zijn in de richting van nieuwe vormen van religieus leven en van nieuwe bindingen. Deze ontwikkelingen verdienen de ruimte en vragen om vormen van reflectie met betrekking tot gemeenschapsleven, met betrekking tot de geloften, met betrekking tot de ‘leken’-spiritualiteit in relatie met de spiritualiteit van
een religieus instituut. In een kritische reflectie reikte Erik Borgman, lekendominicaan, onlangs belangrijke wegwijzers, oriëntatiepunten en toetsingsmomenten aan. Hij sprak op de negende Platformdag van de Commissie Roepen van de KNR over het zelf-dragend vermogen van groepen en organisaties van ‘leken’ die zich verbinden en associëren met religieuze instituten. Hij vroeg zich af wat van belang is willen lekenbewegingen of bewegingen van geassocieerden het charisma en de projecten van reguliere religieuze instituten verder dragen. Hij reikte onder andere de volgende overwegingen aan. −− Het zelf-dragend vermogen wordt negatief beïnvloed door een smalle visie op religieus leven. Alleen indien ‘leken’ hun eigen vormgeving van een traditie van religieus leven kunnen verstaan als volledig rechtmatig, kunnen zij ‘zelfdragend’ worden. Dit impliceert niet alleen afstand nemen van door het canonieke recht bekrachtigde onderscheidingen, maar ook van diepgewortelde visies op de eigen identiteit zowel van religieuzen in canonieke zin als van ‘leken’. Zo is het een taai idee dat bij religieuze instituten aangesloten ‘leken’ slechts parttime religieuzen zijn met een gedeeltelijk engagement. In deze zin is het ook van belang na te denken over eigen vormen van professie: het op je nemen van de verantwoordelijkheid voor het vormgeven van de religieuze traditie waartoe je behoort. Dit brengt zeker ook onderscheid aan tussen leken, maar dat kan ook noodzakelijk zijn voor de voortgang. −− Wanneer lekengroepen gezien kunnen worden als ‘erfgenamen’ van het religieuze leven houdt dit in de praktijk veelal in dat de leden
van de religieuze instituten vaststellen wat de erfenis is. Op deze manier dreigt elk verschil te verschijnen als een tekort van de kant van de ‘leken’. Dit doen ‘religieuzen’ in de canonieke betekenis van het woord geregeld, met als gevolg dat in hun ogen ‘leken’ altijd onder de maat blijven. Het zijn echter vaak evenzeer de ‘leken’ zelf die eindeloos aandringen bij religieuzen hun rijkdom aan hen over te dragen en zichzelf altijd beschouwen als nog te weinig gevormd. Zo houden zij de religieuzen eindeloos in de rol van leraren en zichzelf eindeloos in de rol van leerlingen. Het lijkt juister het religieuze leven te zien als een leven dat telkens opnieuw vorm gegeven moet worden. In deze vormgeving hebben religieuzen in de klassieke zin meer ervaring en hun vormgeving kent ook een langere en in ieder geval een eerbiedwaardiger traditie. Maar de toekomst is voor zowel ‘religieuzen’ als ‘leken’ nieuw en kan worden gezocht met dezelfde middelen: kennis, levende traditie en nieuwe ervaring. −− Om zelfdragend te kunnen zijn, moeten religieuze lekengemeenschappen een eigen toegang cultiveren tot de spirituele traditie waarmee men zich verbindt. Het is van belang dat leden afzonderlijk over deze spirituele traditie in gesprek kunnen zijn met hun zusters en broeders in de canonieke zin en met anderen. In sterkere mate geldt dit voor de lekengemeenschap als geheel. In ieder geval moeten enkelen de vaardigheid hebben het leven van leken in zinvol verband te brengen met centrale documenten en fundamentele noties uit de eigen spirituele tradities. Dit moet een belangrijk onderdeel zijn in het leven van de lekengemeenschap.
k nr bu l let in 4 | 2008
27
religieus leven
Dit is ook een belangrijk aspect van initiële vorming. Nieuwe leden moeten ingevoerd worden in de kunst om het eigen leven zinvol in verband te brengen met de kernwaarden in deze centrale documenten. Roeping, uitdaging en verrassing God blijft mensen roepen om zijn aanwezigheid in onze geseculariseerde en multiculturele en multireligieuze maatschappij gezicht te geven. God laat zich kennen in de religieuze ervaring en het religieus verlangen van mensen. Mensen gaan een directe intieme relatie aan met God. We worden uitgenodigd op een nieuwe manier na te denken over roeping, over levensweg als een geestelijke weg, over religieus leven en over religieuze gemeenschap. Het is een uitdaging om vertrouwde kaders te durven toetsen vanuit de ervaring van de moderne mens. Het is een uitdaging roeping nieuw te verstaan vanuit de omstandigheden van nu. Willen we als religieuze gemeenschappen en als religieus bewogen mensen recht van bestaan hebben dan lijkt het van belang God levensecht en levensnabij in kerk en samenleving aan de orde te stellen. We worden uitgenodigd met vertrouwen en moed nieuwe wegen te gaan, juist nu veel vertrouwde structuren kwetsbaar blijken en de toekomst van religieus leven niet vanzelfsprekend lijkt. Nieuwe ontwikkelingen dienen zich echter aan. We worden uitgedaagd zichtbaar te
28
k nr bu l let in 4 | 2008
religieus leven
maken wat religieus leven nu zou kunnen betekenen. We worden uitgenodigd onze kernwaarden scherp te onderscheiden. We worden uitgedaagd te onderzoeken hoe we deze toekomst kunnen beleven en vorm kunnen geven in een kerk en in een samenleving waarin mensen zoekende zijn naar wat werkelijk zin en betekenis geeft aan hun leven. We worden uitgedaagd, mensen voor wie het mysterie van God in hun leven aan de orde is, een bedding en een thuis aan te reiken opdat zij er hun weg mee kunnen gaan naar de toekomst toe. Een crisis heeft de bedoeling - hoewel het een moeilijk proces is - uit te zuiveren en te leren zien wat werkelijk van belang is en wat ballast is geworden. Ik meen dat de crisis van de afgelopen decennia - hoewel niet gemakkelijk - ook nieuwe wegen aanreikt, waarbij het zal gaan om de kwaliteit en niet om de kwantiteit. Ik zie mensen ingrijpende keuzes maken. Mensen die intreden in religieuze gemeenschappen zijn over het algemeen geen twintigers. Ze zijn gepokt en gemazeld door het leven. God is voor hen een dierbare werkelijkheid geworden in hun leven. Omwille van hun Godsverbondenheid, hun geraaktheid en bewogenheid om het Mysterie maken ze ingrijpende en radicale keuzes. Als ik door me heen laat gaan wat zo her en der aan het gebeuren is, stemt dit mij positief over de toekomst van het religieuze leven. Er zijn te veel
aanwijzingen dat er opnieuw ruimte en aandacht is voor het Mysterie waar we ons toe moeten leren verhouden in een geseculariseerde wereld, in een één wordende wereld, in een wereld waarin de mens zich autonoom denkt. Mensen die geraakt zijn door het Mysterie wijzen ons hierbij een weg. Die weg zal wellicht anders zijn dan de vormgeving die wij hebben gekend en geleefd. In de kern is dit niet nieuw. Geen verandering maar vernieuwing. Roeping is immers inbreuk op het bestaande. Het is altijd zo geweest dat naast de bestaande structuren mensen in staat zijn geweest wegen te gaan die van invloed zijn geweest op de ontwikkelingen in het religieuze leven. Ik ben van mening dat ook de ontwikkelingen van vandaag ons zullen brengen naar een periode waarin we een religieus leven zullen kennen in Nederland, in Europa en wellicht ook daarbuiten, dat binnen de geseculariseerde wereld recht van bestaan heeft juist vanwege de aandacht voor het Mysterie, juist vanwege de ruimte die het Mysterie krijgt in het leven, juist vanwege de persoonlijke intimiteit met God, juist vanwege het inoefenen van gelijkwaardigheid van mensen ongeacht hun achtergrond, hun cultuur en hun kleur, juist vanwege het inoefenen van zusterschap en broederschap tussen mensen.
Tjeu Timmermans O.Carm. Voorzitter KNR
Vrees niet, want Ik ben met jou In gesprek met Evelien Meijs Casella is een initiatief van de zusters Augustinessen van St Monica. De zusters streven ernaar om in hartje Utrecht jonge vrouwen de gelegenheid te bieden om kennis te maken met religieus leven. Eve lien Meijs (Nuth, 1980) kwam ruim vier geleden via een studie-vriendin voor het eerst op een vrienden avond van Casella. Toen ze die avond de zusters Augustinessen ontmoette en de viering bijwoonde, werd ze geraakt door de warme sfeer, de vreugde, de aandacht voor elkaar, de manier waarop er ge vierd werd. Evelien: Het was bijzonder om mensen te ontmoeten die eigenlijk naar hetzelfde op zoek zijn als ik; hier beleefde ik echt wat mijn geloof voor mij betekent. Ze werd een regelmatig bezoekster van de vriendenavonden en bij haar groeide het verlangen om zich bij de zusters te laten dopen. Dat was al heel lang een hartewens van haar, maar omdat ze nog geen kerk gevonden had waar ze zich voldoende thuis voelde, wist ze niet hoe ze die wens concreet kon maken. Samen met een van de zusters, Marion, is Evelien toen een voorbereidingsweg ingegaan. En op die manier kwam ze voor het eerst echt ‘thuis’ op Casella. Ze ontdekte dat het eigenlijk heel anders was ‘achter de kloostermuren’ dan ze zich had voorgesteld. Het was er ongedwongen en huiselijk en Evelien werd vooral geraakt door de aandacht die er voor elkaar was en zij voelde zich heel welkom. Daar zij benieuwd was wat het religieuze leven met haar zou doen, vroeg ze de zusters om een dag of tien in Casella mee te kunnen leven. Het dagelijks ritme van gebed was weldadig en ze had het gevoel steeds dicht bij de Bron te zijn. In de beleving van die tien dagen had ze het gevoel daar iets te vinden, dat ze eigenlijk onbewust aldoor had gemist. Dat zette haar aan het denken. Ze was geïnspireerd en zocht naar een manier om een stukje
van Casella, van het ritme van het religieuze leven, in haar eigen leven te integreren. Maar hoe? Na enig wikken en wegen ontstond de afspraak om de weekenden op Casella door te brengen. Doordeweeks zou ze gewoon in haar eigen huis in Utrecht wonen. En zo heeft ze sinds vorig najaar ruim een half jaar lang in de weekenden meegeleefd op Casella. De laatste maanden verzorgde zij de zondagavondviering en was ze aanwezig bij belangrijke gebeurtenissen. Nu terugblikkend op die periode heeft ze die als heel waardevol ervaren. Het mogen delen in religieus gemeenschapsleven van binnenuit, de vanzelfsprekendheid waarmee ze onderdeel mocht zijn van Casella, de gesprekken, de ontmoetingen met andere meelevers, het zelf samenstellen van vieringen en vooral de ervaring van het ritme van gebed dat de dag door draagt. Het was ook wel eens lastig. Al haar vrije dagen bracht ze door bij Casella, waardoor ze minder ruimte had voor haar vrienden en haar hobby’s. Haar doordeweekse leven was totaal verschillend van de weekenden op Casella – met een ander ritme en een andere dagindeling. Die overgang was steeds groot en ook
was het wel eens lastig dat ze gewend was emoties, gevoelens, onzekerheden te benoemen, uit te spreken en te delen, terwijl dat binnen het gemeenschapsleven niet altijd vanzelfsprekend bleek. Dit voorjaar is er een evaluatie gehouden en toen werd afgesproken dat ze niet meer ieder weekend op Casella zou zijn, hoewel ze onverminderd betrokken blijft bij de gemeenschap. Casella is haar heel dierbaar geworden. Evelien: Voor mij is Casella een plek geworden waar ik samen met anderen de weg van geloof en zoeken naar God gaan kan. Ik denk dat de kracht van Casella daarin zit, dat het een plek biedt om als jongere op die weg vrij te mogen zoeken. Religieuzen en jonge mensen kunnen juist in deze tijd veel voor elkaar betekenen. Maar daarbij moeten we wel de dialoog aangaan en elkaars taal leren verstaan. Ik ben dankbaar dat ik samen met Casella die uitdaging aan mag gaan. Om op die manier samen te mogen groeien in onze weg met God en met elkaar. Want dat is toch, waar het uiteindelijk om gaat. Aangeraakt door God Zo lang ze zich kan herinneren is Evelien geïnteresseerd geweest in het geloofsleven, maar in haar omgeving werd dat niet verstaan en niet gesti-
k nr bu l let in 4 | 2008
29
religieus leven
religieus leven
Ik heb jaren geleden wel ooit JA tegen God gezegd, maar dat wist toen nog niemand. Vandaar mijn
verlangen om me te laten dopen, om mijn verbondenheid met God publiekelijk te bezegelen.
muleerd. Ze groeide op in Nuth (ZuidLimburg) en bezocht een katholieke basisschool. Als kind geloofde ze heilig in God, Maria en Jezus. De buurvrouw was daarvan op de hoogte en bracht voor haar een Mariabeeldje mee uit Lourdes. Toen ze acht jaar oud was mochten haar klasgenootjes hun eerste communie doen. Evelien wilde ook, maar mocht niet. Ze kreeg een nepcommuniejurkje en een vriendinnetje beloofde haar de helft van haar eigen hostie. Evelien kon maar niet begrijpen waarom ze niet gedoopt was. In de kerk deed ze soms stiekem haar hand in het wijwatervat en maakte een kruisje. In de puberteit raakten haar religieuze gevoelens wat ondergesneeuwd; het geloof leek niet meer van belang voor deze generatie. Vanaf haar achttiende levensjaar ging ze weer meer op zoek en in Wageningen – waar ze ontwikkelingssociologie studeerde – kwam ze in contact met christelijke vrienden. Toen ze overspannen raakte moest ze haar studie geruime tijd onderbreken en in die periode woonde ze weer bij haar ouders. Ze ging veel naar kerken, omdat ze daar tenminste enige rust kon vinden. Op een dag na een aanvaring thuis ging de tekst Vrees niet, want Ik ben met jou door haar heen. Via een groot weiland liep ze naar de top van een glooiende heuvel en liet daar een prachtige zonsondergang op haar inwerken. Toen veranderde er niets en tegelijkertijd alles, ze ervaarde veel liefdevolle troost. Evelien:
30
k nr bu l let in 4 | 2008
Ik liep naar beneden en was diep vervuld van hoop, troost en liefde. Voor Evelien werd duidelijk dat geloven alle verschil maakt. Hierdoor is er altijd hoop en een goede weg van Geest en Waarheid, die je kunt zoeken. Hier bestaan geen woorden voor. Van haar vrienden kreeg ze een katholieke bijbel en die viel open bij Jesus Sirach. Kies je voor Mijn weg dan zal het niet makkelijk zijn1). Terwijl het voorheen meer de aanraking door God was geweest, begon vanaf dat moment het gesprek met God, Evelien: Toen we voor het eerst de Bijbel gingen lezen ging er letterlijk een wereld voor me open. We begonnen met Johannes. En later ging het over dingen van de wereld en dingen niet van de wereld. Hierdoor viel heel veel op zijn plek; het leek wel speciaal voor mij geschreven.
met geloofsvragen bezig en ontleende daar veel inspiratie aan. Ze wilde haar zoektocht in het geloof graag delen met vriendinnen. Twijfels waren er natuurlijk ook, bijvoorbeeld over de keuze voor katholiek of protestant. Enerzijds biedt het katholicisme een thuisgevoel, ook door de zachte geest, de symboliek, maar anderzijds lokt de moderne inslag, het woordengeven-aan, dat ze toch vooral bij protestanten vindt. Voor Evelien is de Eucharistie heel belangrijk, maar ze mist bij katholieken bijvoorbeeld de mogelijkheid om uitgebreid samen een Bijbeltekst te bespreken. Het verbaast haar niet echt dat er geen jongeren in de katholieke kerk zijn: Er wordt geen appèl op hen gedaan; de katholieke voorgangers gaan niet met jongeren in gesprek.
Na het afronden van haar studie in Wageningen was ze toe aan iets nieuws en verhuisde naar Utrecht. Ze zat toen al in een voorbereidingstraject voor haar doop waardoor ze al vaker bij de zusters over de vloer kwam. Evelien: Ik heb jaren geleden wel ooit JA tegen God gezegd, maar dat wist toen nog niemand. Vandaar mijn verlangen om me te laten dopen, om mijn verbondenheid met God publiekelijk te bezegelen. Bij de zusters was het vertrouwd, een fijne plek, waar het gewoon ís zoals het is in plaats van dat je iets hoog moet houden. Evelien was heel intensief
Jongeren en religieus leven Evelien: Het religieus leven houdt mij en mijn vrienden erg bezig. Om me heen zie ik veel jongeren die actief met hun geloof bezig zijn. En zelfs de jongeren die zeggen niet gelovig te zijn, zijn toch sterk op zoek naar zin, zingeving, ‘echtheid’. Tijdens haar doop waren er een aantal jongeren, die nog nooit eerder in de kerk waren geweest. En juist zij waren geraakt en onder de indruk van de viering. Volgens Evelien is het leven in gemeenschap voor jongeren een obstakel: Misschien heeft dat te maken met het feit dat jongeren nu zo zelfbewust zijn, weten wat ze willen en zich bewust
1 (Wijsheid van Jesus Sirach) Sir 2:1-3
van de eigen identiteit. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor hoe je God ziet en hoe je gemeenschap ervaart. Voor Evelien is ook duidelijk dat voor jonge mensen het persoonlijke contact, de dialoog, de uitwisseling van ervaring van beleving, ´ het woorden geven aan´ heel belangrijk zijn: De gelovige jongeren in mijn omgeving zijn er op een heel serieuze en actieve manier mee bezig. Ze zoeken net als ik naar mensen en mogelijkheden om geloof te delen. Er is behoefte aan ´religieuze leermeesters´, met wie we het gesprek aan kunnen gaan. Daarnaast zijn er veel jonge mensen die zoeken naar manieren om af en toe heel intens met het geloof bezig te zijn, even uit de wereld te stappen. Zoals een vriendin die eens in de maand een aantal dagen een klooster in Egmond bezoekt en nu voor een maand naar een klooster in Zwitserland gaat. Zij verlangt daar naar, maar heeft de vrijheid nodig om dit in haar eigen leven in de wereld te passen. Ook wanneer ze niet in het klooster is, maakt zij dagelijks ruimte voor God, maar op een andere manier. Evelien ontleent kracht en inspiratie uit de ervaring van Zien soms even: in de wereld is veel liefde in voorwaardelijke vorm. God’s liefde is onvoorwaardelijk. Als mens kan ik dat maar nauwelijks bevatten. Maar soms dringt het besef van de betekenis van dat woord ‘onvoorwaardelijk’ tegen alles in, ineens door. Dat is een wonderlijk groot geschenk.
WvdV Meer informatie over casella: w w w.casella.nl
k nr bu l let in 4 | 2008
31
Agenda
2008 22 oktober 23 oktober 13 november 16 november
Relatiedag PIN en religieuze instituten Kleurrijk Religieus Leven AV KNR Presentatie Hemels Brabant
1- 30 november Van 1 tot en met 30 november 2008 wordt voor de tweede keer de Maand van de Spiritualiteit gehouden. Het thema is dit keer: ‘Mijn betere ik’. Een overzicht van alle activiteiten is te vinden op www.maandvandespiritualiteit.nl Twee activiteiten in dit kader: – –Symposium op vrijdagmiddag 14 november. 13.30 – 17.00 uur Collegezalencomplex, zaal 01, Mercatorpad 1 Nijmegen. Sprekers: Frans Maas, Wil Derkse, Elisabeth Hense en Kees Waaijman. Het symposium is gratis. Aanmelding is verplicht. Meer informatie:
[email protected], (024) 3611448. Opgave: www.ru.nl/religiewetenschappen
– –‘Jij die mij ik maakt’ - Avond met en rond Huub Oosterhuis op donderdag 27 november 2008 van 20.00- 22.30 uur: Franciscuskerk, Belgiëplein 6 te Breda. Voorverkoop kaarten (€ 10,-) vanaf 1 november (u krijgt dan meteen het essay mee van Oosterhuis). Boekhandel Van Kemenade Hollaers, T: 076-5657066 of 076-5411717 14 januari 2 april 2 april 4 juni 24 september 12 november
32
k nr bu l let in 4 | 2008
2009
Nieuwjaarsbijeenkomst voor Commissies en Bestuur KNR Platform Toekomst van Religieus Leven Studie en ontmoetingsdag voor beleidsmedewerkers AV KNR Platform Toekomst van Religieus Leven AV KNR