PERFORMANCE/DRAWING – BRUSSELS
MonoB HUMAN BRUSH
07 - 29.05.010 BRUSSEL / BRUXELLES / BRUSSELS
KUNSTENFESTIVALDESARTS
010
NL
EEN GORILLA WORDEN De wereld op zijn kop: de zaak Bonom in een nieuwe optiek Ik weet van het oude van het nieuwe zoveel als een man alleen ervan weten kan En zonder dat ik mij nu druk maak over die oorlog Want onder ons gezegd en vóór ons vrienden Voor mij behoort deze lange twist waar traditie en vindingrijkheid de hand in hebben tot de Orde en het Avontuur. (Guillaume Apollinaire, La Jolie Rousse. Vertaling: HANs ANDREUS in SYBREN POLET (ed.): 1900-1950, Bloemlezing uit de moderne buitenlandse poëzie in Nederlandse vertaling, Literaire Reuzenpocket 15, Bezige Bij, Amsterdam 1961)
Een samenwerking tussen: Bunex, Bonom, CA CA CA, Tzii Verantwoordelijke techniek Kunstenfestivaldesarts: Raphaël Noël Technische ploeg: Catherine Vervaecke, Clément Ory & technische ploeg KVS
Een paar maanden geleden, tijdens de voorbije winter, werd graffitikunstenaar Bonom door de Brusselse politie gearresteerd omdat hij zijn gevoeg deed op een plaats waar dat niet mocht. Het is een lang verhaal, dat van die drol – een verhaal dat we toch eens uit de doeken moeten doen. Want tot voor kort verdween die drol bijna even snel als hij gelegd werd. Dragen wij nog sporen van de drollen van Homo Erectus, je weet wel, die aap die rechtop liep? Droegen de skeletten van de mammoets in het ijs van de poolzee in hun darmen nog sporen van die digestieve brij? En zo ja, waar kunnen wij daar een staaltje van bekijken? In het Museum voor Natuurgeschiedenis? In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten? Het Museum voor Kunst en Geschiedenis? Of gewoon in het Museum voor Midden-Afrika?
KVS-BOL 28/05 – 23:30 35 min
Helaas, geen drollen. Wel veel oude skeletten, of dikke lagen pigment, gesmolten metaal en kalkrots, en tussendoor ook chocolade. Resten er dan tenminste niet een paar sporen van die antieke of prehistorische drollen? Lag er in de grot van Lascaux bijvoorbeeld niet ergens in een hoekje een of ander residu van de behoeften van onze voorouders? Is die site niet een van de oudste musea ter wereld? En dat daar op die rotswanden, wat is dat? Is dat kak, kunst of graffiti?
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, KVS
Het gaat weer beter met de Grot van Lascaux! De schimmels die in de vorm van zwarte vlekken op de wanden opgedoken waren, zijn aan het verdwijnen, zegt het internationaal wetenschappelijk comité dat op 10 en 11 april jl. vergaderde bij de Regionale Directie Culturele Zaken van Aquitaine. De behandeling die in januari werd uitgevoerd om de 3
NL
schimmels tegen te gaan door middel van melanine wierp vruchten af op negen van de elf bestudeerde zones. De wandschilderingen zijn dus gered. Deze korte paragraaf in het Franse tijdschrift Le Point is een mooie illustratie van de stroomversnelling waarin in het graffitidebat verzeild is. Dankzij de arrestatie van Bonom, het fantôme urbain, zijn de talloze visies en discours als de draden van een spinnenweb in een middelpunt samengekomen. Eerst en vooral is er het discours over kunst en de legitimiteit van zogenaamde “stadskunst”. Tussen die twee wordt een felle oorlog uitgevochten, met aan de ene kant de officiële kunst – die verhandelbaar is en gekapitaliseerd kan worden dankzij kunstgalerijen en de kunstmarkt en hun tegenvoeter: de westerse museumcultuur – en aan de andere kant de niet-officiële kunst, die zich niet leent tot het kapitaliseren van artistieke expressie door de staat en zijn belangrijkste instrument: het kapitaal. Bij de eerste moet je, wanneer je een lichte behoefte voelt, beleefd vragen: waar zijn de toiletten? – en dan de wc-madam betalen. Bij de tweede heb je genoeg aan open lucht. Daarnaast hebben we de botsende discours over legaliteit en eigendom. Aan de ene kant de rechten van de eigenaars, die niet willen dat je de gevel van hun eigendom het gezicht ontneemt (waarbij we ons meteen de vraag kunnen stellen of die gebouwen niet juist om een gezicht vragen). De eigenaar heeft dus recht op onschendbaarheid van de gevel. Anderzijds is er het recht van de kunstenaar op de onschendbaarheid van zijn werk. Aldus zou de kunstenaar – en in dit geval Bonom – voor het uitwissen van graffiti aanspraak kunnen maken op auteursrechten op zijn werk, op het gezicht dat hij heeft aangebracht op de gevel. Aldus woedt fel een juridisch gevecht in de ruimte tussen de gevel van en het gezicht op de gebouwen. Misschien kunnen we nog een derde debat openen – eveneens in het artistiek domein – tussen het abstracte en het figuratieve, tussen de “schoonheid” van de abstracte vlakke tinten van de gebouwen en de “schoonheid” van de tekening, van de figuur die er werd op aangebracht. Zoals altijd in dit domein is dit een kwestie van smaak. Het recht zal zich daar ook nooit mee bemoeien, al was het maar omdat het zelf ook een kwestie van smaak is… 4
NL
En staat de politie in dit verhaal niet ook zelf voor joker? Loopt de spin die haar prooi in haar netten verstrikt, nu niet zelf in de val door een onverwachte en rare tegendraadse beweging? Vóór de lezer, gechoqueerd door de fecale logica van dit artikel, op de vlucht slaat – zo hij dat al niet gedaan heeft – willen wij even herinneren aan enkele uitspraken van een beroemd psychanalist: De verbanden tussen de op het eerste gezicht met elkaar vloekende complexen als de zucht naar geld en de behoefte aan ontlasting zijn ten overvloede zichtbaar. In werkelijkheid bestaat overal waar archaïsche denkwijzen golden of nog stand houden – in antieke beschavingen, in mythen en legenden, in bijgeloof, in de onbewuste gedachte, in de droom en in de neurose – een nauw verband tussen geld en uitwerpselen. (Sigmund Freud, Karakter en anale erotiek, 1908) Of van een andere, zij het minder beroemde: Het genot dat de darminhoud je schenkt leidt tot de vreugde van het geld, maar naar verluidt is dat geld al met al niets anders dan ontgeurd, gedroogd en opgeblonken excrement. (Sandor Ferenczi, Ontogenese van interesse voor geld, 1914) En achter deze citatendiarree, die een mooie illustratie is van de paradoxale strijd tussen museologie en expressie, steekt de volgende vraag: WAAROM SCHIJT DE JEUGD OP ONZE KOP? En is er in de geschiedenis niet een strijd tussen diegenen die expressie en excrement eisen (Picasso, Van Gogh) en diegenen die dat afwijzen (Hitler, Stalin)? En bevinden er zich tussen die twee geen figuren zoals Antonin Artaud, die krankzinnig werden door de druk van de ruimte die tussen deze twee verlangens ligt? En als wij niet willen eindigen zoals Artaud – doodgaan aan kanker aan het rectum – zou het dan niet geraden zijn te luisteren naar zijn woorden over de Homo Sapiens in zijn testament: 5
NL
Als je hem een lichaam zonder organen bezorgd had, dan had je hem bevrijd van al zijn automatismen en hem zijn ware en onsterfelijke vrijheid teruggeven hebben. Dan zou je hem opnieuw hebben geleerd achterstevoren te dansen zoals in de dolle musettebals, waar hij zich echt thuis zou voelen. (Antonin Artaud, Pour en finir avec le jugement de Dieu) En als dit debat u koud laat, dan blijft de vraag of uw mond of een andere opening niet werd dichtgesnoerd of geconstipeerd, en of u niet veranderd bent in een lelijke vieze, goed gevulde worst, klaar voor de slager. En als je de schrijvers uit het verleden citeert, dan krijg je het gevoel dat onze voorouders een klaardere kijk op deze historie hadden dan wij: Jullie, wier mond gemaakt werd naar Gods gelijkenis Een mond die de orde zelf is, Wees toegeeflijk als u ons vergelijkt Met diegenen die de orde perfect maakten Wij, die overal avontuur zoeken Wij zijn geen vijanden van u Wij willen u uitgestrekte en vreemde domeinen schenken Waar het mysterie in volle bloei zich aanbiedt aan wie het wil plukken Daar vind je nieuwe vlammen in ongeziene kleuren Duizend onvatbare dromen Die je waar moet maken. J. X. Roberts
6
FR
DEVENIR UN GORILLE Le monde à l’envers : nouvelle perspective sur l’affaire Bonom Je sais d’ancien et de nouveau autant qu’un homme seul pourrait des deux savoir Et sans m’inquiéter aujourd’hui de cette guerre Entre nous et pour nous mes amis Je juge cette longue querelle de la tradition et de l’invention De l’Ordre et de l’Aventure. (Guillaume Apollinaire, La Jolie Rousse)
Une collaboration entre : Bunex, Bonom, CA CA CA, Tzii Responsable technique Kunstenfestivaldesarts : Raphaël Noël Équipe technique : Catherine Vervaecke, Clément Ory & l’équipe technique du KVS
Il y a quelques mois, cet hiver, le graffeur Bonom a été arrêté par la police bruxelloise pour avoir fait caca là où il ne fallait pas. C’est une longue histoire, celle du caca, une histoire qu’il faudrait bien un jour raconter. Car le caca, jusqu’à tout récemment, disparaissait presque aussi vite qu’il se faisait. Avons-nous gardé des traces des cacas d’Homo Erectus, celui qui se tient droit ? Les carcasses de mammouths emprisonnées dans les glaces de l’Arctique avaient-elles, dans leur intestin, encore des traces de cette bouillie digestive ? Et si oui, où peut-on en observer quelque échantillon ? Au Musée d’Histoire naturelle ? Au Musées royaux des Beaux-Arts ? D’Art et d’Histoire ? Ou simplement au Musée royal de l’Afrique centrale ? Hélas, pas de caca. Rien que des vieux squelettes ou des empâtements de pigments, du métal fondu et de la roche calcaire, et parfois aussi, du chocolat. Ne nous reste-t-il pas, tout de même, quelques traces de ces vieux cacas antiques ? Dans la grotte de Lascaux, par exemple, n’y a-t-il pas, dans un petit coin, quelque résidu des besoins obscurs de nos ancêtres ? Ce site n’est-il pas un des plus vieux musées du monde ? Et sur les parois rocheuses, qu’est-ce que c’est ? Du caca, de l’art ou du graffiti ?
KVS-BOL 28/05 – 23:30 35 min
Présentation : Kunstenfestivaldesarts, KVS
La grotte de Lascaux va mieux ! Les moisissures qui étaient apparues sous la forme de taches noires se résorbent peu à peu, selon les constatations du comité scientifique international réuni les 10 et 11 avril dernier à la Direction régionale des affaires culturelles (DRAC) d’Aquitaine. Le traitement biocide effectué en janvier dans le but d’enrayer les moisissures à pigment de mélanine a porté ses fruits sur neuf des onze zones observées. Les peintures murales sont préservées. Ce petit paragraphe paru en France dans Le Point illustre bien la dynamique dans laquelle s’est empêtré le débat au sujet du graffiti. L’arrestation 7
FR
de Bonom, le fantôme urbain, a permis, comme les filaments de soie d’une toile d’araignée, de faire se rejoindre en son centre de multiples discours. Il y a premièrement le discours sur l’art et la légitimité de l’art dit « urbain ». Une guerre féroce existe, celle qui oppose l’art officiel – commercialisable et capitalisable grâce aux galeries et au marché de l’art, et son pendant, la culture muséologique occidentale – et l’art non-officiel, qui existe en dehors des réseaux de capitalisation de l’expression artistique par l’État et son engin, le capital. Dans le premier cas, comme lorsque l’on ressent une petite envie, il faut demander où sont les toilettes ? – et parfois même, payer l’intendant. Dans le second cas, on se contente du grand air. Deuxièmement s’affrontent les discours sur la légalité et la propriété. D’une part, le droit des propriétaires qui ne veulent pas que soit défigurée la surface d’un immeuble. (On peut se demander si les immeubles ne cherchent pas, précisément, une figure, un visage.) C’est donc le droit des propriétaires d’exiger la préservation de l’intégrité de la surface. D’autre part, le droit de l’artiste de préserver l’intégrité de son œuvre. Ainsi, devant l’effacement de tout graffiti, l’artiste, en l’occurrence Bonom, pourrait revendiquer les droits d’auteur de son œuvre, du visage qui se retrouve sur la surface. Ainsi, la légalité mène un combat dans l’interstice entre la surface et le visage qui recouvre ces édifices. Un troisième débat peut-être s’ouvre alors, encore dans le domaine artistique, entre l’abstraction et la figuration, entre la « beauté » des à-plats abstraits des édifices et la « beauté » du dessin, de la figure qui les recouvrent. Comme toujours dans ce domaine, c’est une affaire de goût. La légalité ne verrait guère pourquoi s’en mêler, si la légalité elle-même n’était pas, elle aussi, affaire de goût… Et les autorités policières, dans cette histoire, ne font-elles pas figure de Guignol ? L’araignée qui piège sa proie n’est-elle pas piégée à son tour par un curieux mouvement d’inversion ? Avant que le lecteur ne s’effarouche, si ce n’est déjà fait, de la logique excrémentielle du présent article, remémorons-nous quelques propos d’un célèbre psychanalyste : Les relations entre les complexes apparemment si disparates de l’intérêt pour l’argent et de la défécation se manifestent à profusion. En vérité, 8
FR
partout où a régné ou bien persisté le mode de pensée archaïque, dans les civilisations anciennes, dans le mythe, les contes, les superstitions, dans la pensée inconsciente, dans le rêve et dans la névrose, l’argent est mis en relation intime avec l’excrément. (Freud, Caractère et érotisme anal) ou ceux d’un autre, moins célèbre : En partant du plaisir que donne le contenu intestinal, on aboutit à la joie que procure l’argent, mais d’après ce qui a été dit, cet argent n’est rien d’autre en somme que de l’excrément désodorisé, desséché et rendu brillant. (Sandor Ferenczi, Sur l’ontogenèse de l’intérêt pour l’argent) Et derrière cette diarrhée citationnelle qui illustre bien le paradoxe, ici développé, du combat entre la muséologie et l’expression, la question posée est la suivante : POURQUOI LA JEUNESSE NOUS CHIE-T-ELLE DESSUS ? Et dans l’Histoire, n’y a-t-il pas un combat entre ceux qui se disputent l’expression et l’excrément (Picasso, Van Gogh) et ceux qui les refusent (Hitler, Staline) ? Et entre les deux, n’y a-t-il pas des figures comme Antonin Artaud, rendu fou par la pression de l’interstice qui se situe entre ces deux volontés ? Et si nous ne voulons pas finir comme Artaud, mort d’un cancer du rectum, ne serions-nous pas bien avisés de nous rappeler les paroles du testament de ce dernier au sujet d’Homo Sapiens ? Lorsque vous lui aurez fait un corps sans organes, alors vous l’aurez délivré de tous ses automatismes et rendu à sa véritable et immortelle liberté. Alors vous lui réapprendrez à danser à l’envers comme dans le délire des bals musettes et cet envers sera son véritable endroit. (Antonin Artaud, Pour en finir avec le jugement de Dieu) Et si ce débat vous laisse froid, il est à se demander si vous n’avez pas la bouche cousue, ou un autre orifice, l’orifice inverse, faisant de vous de vilaines saucisses bien engorgés, bonnes pour le boucher. Et si nous citons encore les auteurs du passé, peut-être nos ancêtres y voyaient-ils mieux que nous dans cette histoire : 9
FR
Vous dont la bouche est faite à l’image de celle de Dieu Bouche qui est l’ordre même Soyez indulgents quand vous nous comparez À ceux qui furent la perfection de l’ordre Nous qui quêtons partout l’aventure Nous ne sommes pas vos ennemis Nous voulons vous donner de vastes et d’étranges domaines Où le mystère en fleurs s’offre à qui veut le cueillir Il y a là des feux nouveaux des couleurs jamais vues Mille phantasmes impondérables Auxquels il faut donner de la réalité (Guillaume Apollinaire, La Jolie Rousse) J. X. Roberts
10
Ook te zien tijdens het Kunstenfestivaldesarts / À voir également lors du Kunstenfestivaldesarts / Also to be seen at the Kunstenfestivaldesarts Toshiki Okada/chelfitsch Hot Pepper, Air Conditioner and the Farewell Speech BRONKS 25, 26, 27, 29/05 – 20:30 28/05 – 22:00 Lia Rodrigues Pororoca Kaaitheater 27, 28, 29/05 – 20:30
KUNSTENFESTIVALDESARTS Centredufestivalcentrum KVS Lakensestraat 146 rue de Laeken 1000 Brussel / Bruxelles +32 (0)70 222 199 +32 (0)70 222 209 (fx)
[email protected] Box Office (every day, 12:00 – 19:00) Meeting Point Food & drinks Parties
WWW.KFDA.BE