Inleiding Dit dossier is de rapportering van een verkennend onderzoek inzake vormgeving in Vlaanderen en Brussel. Door deze voorstudie wenst de administratie Cultuur inzicht te verwerven in de sector door de bestaande activiteiten en werkinstrumenten te inventariseren, de budgetten zichtbaar te maken en de noden van de organisaties te bundelen. De studie moet aangeven wat er leeft in de sector en welke beleidsondersteuning en –initiatieven vanuit een cultureel perspectief gewenst zijn. Op basis daarvan kunnen beleidsaanbevelingen worden opgesteld die invulling geven aan de verwachtingen en noden van het culturele luik van vormgeving. In deze studie worden de belangrijkste actoren in de disciplines mode, industriële vormgeving, meubel- en interieurontwerp, grafische vormgeving, edelsmeedkunst, juweelontwerp, keramiek e.a. in kaart gebracht. Van de geselecteerde organisaties en instanties wordt de historiek, de doelstellingen, de middelen en het operationele kader geschetst. Ook de beoogde doelgroepen, de realisaties, activiteiten en de samenwerkingsverbanden worden omschreven. Door deze gegevens in een matrix te plaatsen wordt een overzicht verkregen van de actuele situatie, de onderlinge verhoudingen en de netwerken. Naast objectieve gegevens wordt tevens gepeild naar de visie van de actoren en van experts in het vakgebied en naar hun perceptie van vormgeving en de verhouding tussen cultuur en economie. Hoe wordt vormgeving gedefinieerd, heeft die een herkenbare uitstraling en wat is de relatie met architectuur? Welke mogelijkheden, hiaten en overlappingen stelt men vast? Deze studie beoogt geen volledigheid maar geeft wel een overzicht van de verschillende activiteiten, van de verhoudingen tussen de disciplines en de zwaartepunten. Dankzij de gesprekken met de verschillende initiatiefnemers, de experts en de leden van de stuurgroep krijgt men tevens inzicht in de verschillende visies, trends en verwachtingen van de sector. Zo kan er een aanzet gegeven worden tot een beleidsnota die de ontplooiing en ondersteuning van de culturele dimensie van vormgeving in Vlaanderen en Brussel beoogt.
Juni 2003
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
1
Inhoudstafel Deel 1 : Historiek van het onderzoek 1.1. Opdracht van het onderzoek 1.1.1. Initiële taakomschrijving van de opdrachthouders 1.1.2. Aanpassing van de taakomschrijving 1.2. Werkmethode 1.2.1. Algemene aanpak 1.2.2. Checklist bij de gesprekken 1.3. Stuurgroep 1.4. Rapporteringmodel 1.4.1. Rapportering van de gesprekken 1.4.2. Rapportering van de conclusies
5 5 6 7 7 8 10 11 11 11
Deel 2: Rapportering van de gesprekken 2.1. Gesprekken actoren 2.1.1. Johan Valcke (VIZO vormgeving) 2.1.2. Lieven Daenens (Design museum Gent) 2.1.3. Jo Versavel, Inge Dekyvere (Stichting Interieur) 2.1.4. Johan Cops (UDB) 2.1.5. Chris De Roock (Optimo) 2.1.6. Anne-Françoise Genel (Koning Boudewijnstichting) 2.1.7. Klara De Smedt (designcenter De Winkelhaak) 2.1.8. Thierry Van Noppen (Huis voor Kunst- en Restauratieambacht) 2.1.9. Hans Soenen (Opiok) 2.1.10. Jan Boelen (Z33 / Platform Vormgeving) 2.1.11. Bob Vanden Eynde (Provincie Oost-Vlaanderen) 2.1.12. Jan Timmermans (Stichting voor Kunstpromotie) 2.1.13. Wivina Demeester (Flanders Fashion Institute) 2.1.14. Colette Coenegrachts (Stedelijk modemuseum Hasselt) 2.1.15. Katrien Vandermarliere (Vlaams Architectuur Instituut) 2.1.16. bOb Van Reeth (Vlaams bouwmeester) 2.1.17. Francis Smets (designfilosoof)
13 13 16 19 23 26 29 33 38 41 43 46 49 52 56 58 62 65
Deel 3: Conclusies en krachtlijnen 3.1. Algemeen 3.1.1. Afbakening en definitie vormgeving 3.1.2. Overzichtstabel 3.2. Professionalisering van de sector 3.2.1. Professionalisering en ondersteuning van het werkveld 3.2.2. Sensibilisering van de opdrachtgever (vraag) 3.3. Publiekswerking en sensibilisering 3.3.1. Activiteiten en in te zetten middelen 3.3.2. Doelgroepstrategie 3.4. Kennisopbouw en archief 3.4.1. Toegepast wetenschappelijk of thematisch onderzoek 3.4.2. Archief en conservatie 3.4.3. Publicatiebeleid Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
68 68 69 72 72 74 75 75 77 78 78 79 80 2
3.5. Geldstromen 3.6. Netwerking 3.7. Verhouding economie - cultuur 3.8. Verhouding architectuur - vormgeving 3.9. Algemene conclusies
81 83 85 86 87
Bijlage Gesprekken werkveld 1. Clem Van Himbeeck 2. Hans Kan 3. Paul Verhaert 4. Axel Enthoven 5. Wim van den Hende 6. Peter Van Riet 7. Jan Veyt 8. Maarten Van Severen 9. Leo Aerts
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
90 90 92 94 96 97 99 100 102 103
3
Deel 1 : Historiek van het onderzoek
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
4
1.1. Opdracht van het onderzoek Studie in opdracht van: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Administratie Cultuur Makiesstraat 1 - 1000 Brussel Opdrachthouder: Jacques Peeters, algemeen directeur Hogeschool Antwerpen Keizerstraat 15 – 2000 Antwerpen Uitvoering: D-science lab, Design Sciences Research Center Departement Ontwerpwetenschappen, Hogeschool Antwerpen Ambtmanstraat 1 – 2000 Antwerpen T: 03/ 205 61 73 Contactpersoon: Chris Baelus, coördinator D-science lab
1.1.1. Initiële taakomschrijving van de opdrachthouders “Inventarisatie Vormgeving in Vlaanderen/ Brussel” Het onderzoek is een eerste fase van een tweeledig onderzoek. Deze eerste fase dient prioritair een analyse te bieden van de huidige toestand en een eerste set van beleidsaanbevelingen te bevatten. Doelstelling: Opmaak van een inventarisatie van de sector nl. een document dat beknopt het vakgebied weergeeft, de noden blootlegt, de bestaande werkinstrumenten aangeeft, de budgetten zichtbaar maakt en aangeeft welke beleidsondersteuning en –initiatieven er gewenst zijn. Voorstel van inhoud: 1. Vormgeving in Vlaanderen: historiek, definitie, terreinafbakening. 2. Wie is wie: beroepsverenigingen, verenigingen, instituten, vzw’s, onderzoekscentra, onderwijsinstituten, documentatiecentra, archieven, gespecialiseerde bibliotheken, boekhandels, musea, privé initiatieven, tentoonstellingen, beurzen, galeries,… en wat zijn hun samenwerkingsverbanden. 3. Activiteiten: overzicht van de grote en de kleine manifestaties de laatste vijf jaar, zowel de puur economische als de cultuur-economische en de zuiver culturele initiatieven. 4. Analyse van situatie en de rol van het Design museum Gent, het VIZO, de designarchieven en de administratie Cultuur. 5. Middelen: overheidssteun, sponsoring, autofinanciering, kredieten. 6. Conclusies en aandachtspunten. 7. Beleidsaanbevelingen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
5
1.1.2. Aanpassing van de taakomschrijving Op de vergadering van 28/02/03 met de leden van de stuurgroep en de opdrachthouders werd de initiële taakomschrijving bijgestuurd. De initiële opdrachtomschrijving beoogde een zo volledig mogelijke inventarisatie van de actoren, hun doelstelling, de activiteiten die ze ontwikkelden en de beschikbare middelen. Deze aanpak geeft inzicht in de kwantificeerbare aspecten maar gaat voorbij aan de ‘intangibles’, het effect dat vormgeving heeft op de cultureel-maatschappelijke context. Voor het cultuurbeleid ligt de focus niet op het object zelf of op de stimulering van de “creatie” ervan maar wel op de reflectie erover, het verhaal en de culturele betekenis ervan. De visie van de actoren inzake het huidige beleid, de verwachtingen inzake een culturele invulling ervan en hun perceptie over wat leeft in de sector dient uitgebreider bevraagd te worden dan initieel voorzien. Deze informatie is uiteraard subjectiever, maar door een brede en evenwichtige selectie van initiatiefnemers en experts te bevragen, kan er globaal inzicht verworven worden in de verwachtingen en noden van de gehele sector. Na overleg werd een nieuwe aanpak opgesteld. De nadruk ligt op twee aspecten: Het verzamelen van objectieve info (doelstellingen, beoogde doelgroep, activiteiten, middelen, …) over de bevraagde initiatieven, ook het verloop van de activiteiten en de reden voor falen/ slagen van bepaalde initiatieven. Het verzamelen van percepties (subjectieve info): uitstraling van vormgeving, alternatieven en continuïteit binnen de sector, knelpunten, verhouding economie – cultuur, verhouding architectuur – vormgeving, mogelijke alternatieven in de sector. Er zullen zowel actoren als experts bevraagd worden. Om de interviews en de verwerking binnen de geplande tijdsduur te realiseren, zal het aantal en de keuze van de te bevragen actoren en experts in samenspraak met de stuurgroep bepaald worden. Bij de keuze dient gelet te worden op de representativiteit van de actor voor de sector. Door de uitspraken van de verschillende experts over de hiervoor vastgelegde items samen te brengen krijgt men inzicht in de overeenkomsten en de verschillen in de sector.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
6
1.2. Werkmethode 1.2.1. Algemene aanpak De studie is een combinatie van objectieve gegevensverzameling aangaande het profiel en de werking van de geselecteerde actoren en een bevraging van de visie en de perceptie van actoren en experts. De selectie van de geïnterviewden en het opstellen van de vragenlijst gebeurde steeds in samenspraak met de stuurgroep. Daarbij werd getracht een zo breed mogelijk beeld van de sector te verkrijgen waarin de verschillende visies vervat zitten. Ook de verhoudingen tussen de verschillende geselecteerde disciplines werden zoveel mogelijk gerespecteerd. Er werd geopteerd voor een open en constructief gesprek waarbij de visie van de geïnterviewde centraal staat. Bij de verwerking ervan is er getracht de informatie zo objectief mogelijk te registreren. Er dient opgemerkt te worden dat de bevragingen van personen uit het werkveld, waarbij er overwegend industriële ontwerpers werden bevraagd, niet opgenomen waren in deze opdracht. De bevraging kadert binnen het thesisonderzoek van studenten. Er werd eenzelfde werkmethode gevolgd zodat de gegevens als aanvullende informatie aan dit dossier konden toegevoegd worden. Gegevensverzameling Voor het verzamelen van de gegevens werden een reeks gesprekken gepland met actoren en experts uit het veld, na samenspraak met de stuurgroep. Er werd naar twee soorten informatie gepeild ( zie ook 1.2.3. Checklist bij de gesprekken): A) Kenmerken over de actor: doelstellingen, beoogde doelgroep, activiteiten, middelen, … B) Percepties: visie over definitie van vormgeving, uitstraling van vormgeving, alternatieven en continuïteit binnen de sector, knelpunten, verhouding economie – cultuur, verhouding, architectuur – vormgeving, mogelijke alternatieven in de sector. Actoren werden zowel over deel A als deel B bevraagd waarbij deel B de visie van de actor weerspiegelde. De experts werden enkel over deel B bevraagd. Bij het gesprek werd de vragenlijst als checklist gebruikt om zeker te stellen dat alle items aan bod kwamen. Er werd naar gestreefd de informatie i.v.m. de werking van de actoren zo volledig en zo nauwkeurig mogelijk in te vullen. Bij het in kaart brengen van de meer subjectieve aspecten werd gevraagd de topics zo breed en zo diep als mogelijk toe te lichten. Alle gesprekken met de actoren/ experts werden digitaal opgenomen. Andere bronnen bij de gegevensverzameling waren: jaarverslagen, beleidsnota’s, statuten, nieuwsbrieven, beschikbare publicaties Internetsite Indien wenselijk werden meerdere vertegenwoordigers van dezelfde actor bevraagd die meer invulling kon geven over een bepaald aspect (vb. cijfergegevens,…) Verwerking Ieder gesprek werd opnieuw beluisterd en de specifieke gegevens, percepties werden opgetekend, gekaderd en geanalyseerd. Aanvullende info werd bijgevoegd uit jaarverslagen, beleidsnota’s,… Bij het ontbreken van informatie, werden de gesprekspartners opnieuw gecontacteerd. Ieder gesprek werd volgens een vast stramien gerapporteerd (zie 1.4.1. Rapportering gesprekken). Het verslag van het gesprek werd ter controle teruggezonden naar de bevraagde actor/ expert met de vraag dit eens na te kijken, zodat eventuele misvattingen verwijderd en/ of aangepast konden worden. Besluitvorming Op basis van de verschillende rapporten van de gesprekken werd getracht een samengesteld beeld te geven over de sector. Hierbij werd gebruik gemaakt van matrices waarbij de activiteiten in kaart werden gebracht. Er werd getracht tevens een indicatie te geven van de intensiteit van deze activiteiten. Deze invulling is gebaseerd op de beschikbare gegevens maar is vatbaar voor interpretatie,aangezien het vaak moeilijk vergelijkbare parameters betreft. Verder werden een aantal conclusies geformuleerd naar een aantal items toe vb. netwerking, verhouding economie - cultuur, verhouding architectuur - vormgeving. Dit door de verschillende percepties naast elkaar te plaatsen en er de hoofdlijnen uit te filteren. Tot slot werd een eerste aanzet tot beleid uitgewerkt, via lectuur, gesprekken en de verzuchtingen opgetekend gedurende dit onderzoek. Deze tekst werd niet opgenomen maar zal als insteek gebruikt worden voor de nabespreking van dit project en bij het vastleggen van de volgende stappen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
7
1.2.2. Checklist bij de gesprekken Volgende checklist werd aangehouden bij het uitvoeren van de diepte-interviews. Indien het een initiatief (actor) betrof werd zowel naar de deel A; structurele karakteristieken als naar deel B; percepties gepeild. Bij de bevragingen in het werkveld werd enkel naar deel B gepeild. Deel A. Structurele karakteristieken -
Profielschets van de gesprekspartner (plaats binnen de actor)
1.
Coördinaten
2. Juridische structuur Juridische structuur Oprichting Belangrijke mijlpalen, gebeurtenissen 3. Werking, bestuur 4. Doelstellingen Bestaansreden, missie 5. Doelgroepen Welke Spreiding Bereik 6. Financiële structuur Van wie komen de middelen? Zijn er nog rand vzw’s? 7. Activiteiten Type + bespreking 8. Netwerkstructuur Bestaan er contacten met andere actoren? Met welke? Zijn de contacten incidenteel of meer structureel? Wat is de inhoud van de contacten? Wie onderhoudt de contacten? Is er behoefte aan meer samenwerking met andere actoren? Zijn er knelpunten? Wat verwacht de vereniging van de samenwerking en wat heeft de samenwerking tot nu toe opgeleverd? 9. Achterhalen van de problemen in het werkveld, historisch groeiproces op beleidsniveau(swot analyse) Waarom is dit initiatief er ooit gekomen? Wat was de motivatie, het probleem? Hoe heeft die geleid tot een beleid? Op welke manier wordt dat beleid uitgedragen? Wanneer zijn er drastische bijsturingen geweest? Wat zijn de problemen die u ondervonden hebt bij het uitbouwen van uw werking? Welke activiteiten worden nu niet meer gedaan en waarom?
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
8
Deel B. Percepties 1. Definitie vormgeving Wat is voor u de definitie/ omschrijving van vormgeving? Welke sectoren/ diensten/ producten herkent u daarin? Welke trends onderkent u i.v.m. vormgeving? 2. Achterhalen van de problemen in het werkveld (knelpunten) Welke initiatieven/ actoren die vormgeving promoten en/ of bevorderen kent u? Aan welke initiatieven hebt u nood? Aan welk soort structuur hebt u nood? Welke activiteiten zouden deze initiatieven moeten voorzien? Kent u initiatieven/ activiteiten die in het buitenland gedaan worden en u aanpreken? Wat hebt u reeds in het buitenland gezien wat u hier mist? 3. Uitstraling van vormgeving/ gedragenheid van vormgeving in Vlaanderen Heeft vormgeving uit Vlaanderen een typische uitstraling? Waarom wel, niet? Is er zoiets als een Vlaamse vormgevingstijl? (cfr. Het Zweedse design) Door wat wordt die vormgeving gekenmerkt? Door wie wordt die vormgeving uitgedragen? Loopt deze over de disciplines heen? - Is de man in de straat bezig met vormgeving? 4. Verhouding economie - cultuur Is vormgeving in Vlaanderen volgens u meer economisch of cultureel bepaald? Welke impulsen verwacht u, met welke argumentatie? 5. Verhouding architectuur - vormgeving Wat denkt u over de verhouding tussen vormgeving en architectuur? Zijn het twee verschillende zaken? Waarom niet, wel? Kan er een zelfde beleid zijn? (cfr. Oprichting van het Vlaams Architectuur Instituut)
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
9
1.3. Stuurgroep Om de studie te begeleiden werd een stuurgroep samengesteld. De stuurgroep bestaat uit volgende leden: Moniek E. Bucquoye, voorzitter commissie Architectuur en Vormgeving Anna Geukens, kabinetsmedewerker van Vlaams minister van Cultuur Paul Van Grembergen Sofie Taghon, adjunct van de directeur, cel cultuurbeleid Dorian Van der Brempt, raadgever van Vlaams minister van Cultuur Paul Van Grembergen Helena Vansteelant, adjunct van de directeur, afdeling beeldende kunst en musea, team architectuur en vormgeving Jan Verlinden, afdelingshoofd, afdeling beeldende kunst en musea Tijdens de looptijd van het project, van 5 januari tot 30 juni 2003 heeft de stuurgroep op regelmatige basis vergaderd met de uitvoerders van het project. In totaal werden er 5 vergaderingen belegd. (data: 04/02/03, 27/02/03, 28/03/03, 16/05/03, 23/06/03) Daarbij werden de volgende items besproken: Inhoudelijke en formele opvolging Aanduiden van de zwaartepunten in de studie. Opvolging en bijsturing van de doelstellingen Afbakening van het onderzoeksveld. Samenstelling van de lijst van actoren en de optimalisatie vragenlijst Evaluatie van de draft-versies en inhoudelijke bijsturing Het verloop en de conclusies van iedere vergadering werden door de opdrachthouders in een verslag vastgelegd en naar alle leden van de stuurgroep doorgezonden. Tussen de verschillende data van vergaderingen waren de opdrachthouders altijd bereikbaar voor eventuele opmerkingen, suggesties en bijsturingen. De stuurgroep zal tevens samenkomen voor de bespreking en de evaluatie van dit rapport.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
10
1.4. Rapporteringmodel 1.4.1. Rapportering van de gesprekken Voor de rapportering van de gesprekken werd een vaste structuur aangehouden: Functie van de gesprekspartner binnen de actor, achtergrond. Coördinaten van de actor. Omschrijving van de actor Historiek Structuur van de organisatie (organigram) Operationeel kader Doelgroep Doelstellingen en activiteiten Middelen Netwerking Definitie vormgeving Hiaten Uitstraling Spanning economie - cultuur Spanning architectuur – vormgeving De verschillende items werden in telegramstijl gerapporteerd. Dit om ervoor te zorgen dat de verklaringen zuiver en kernachtig werden opgetekend.
1.4.2. Rapportering van de conclusies Teneinde een overzicht te krijgen over de gehele sector en de activiteiten die door de bevraagde actoren worden gerealiseerd, wordt gebruik gemaakt van matrices. In de horizontale kolommen worden de verschillende betrokkenen en actoren uitgezet: Bovenaan kan afgelezen worden welke disciplines zij bedienen. De twee laatste kolommen hebben betrekking op architectuur en geven aan hoe het beleid geconcretiseerd wordt via het VAi. Horizontaal worden de verschillende activiteiten gerangschikt. Die worden in 4 clusters opgedeeld: professionalisering van het werkveld professionalisering en sensibilisering van de opdrachtgever publiekswerking en sensibilisering kennisopbouw De matrices geven aan welke activiteiten door de bevraagde actoren worden gerealiseerd. Er worden tevens codes gebruikt die de intensiteit of de omvang van de activiteit aangeven. De ++,+ en (+) tekens geven het belang aan van de activiteit t.o.v. de andere activi teiten van de actor. (Het geeft aan welke activiteiten door een actor worden ingevuld en in welke verhouding.) De kleurcode zwart, grijs of blanco geeft aan welke actoren deze activiteiten het meest intens invullen. Dat laat een vergelijking toe tussen de verschillende actoren en over de verschillende disciplines heen. De tabellen kunnen zowel horizontaal als verticaal gelezen worden. In de verticale richting wordt een profiel van de actor opgebouwd. In horizontale richting wordt er een vergelijking gemaakt tussen de verschillende actoren met betrekking tot de mate waarin ze een bepaalde activiteit uitvoeren. De spreiding die ontstaat, door het invullen van de tabellen, geeft de lacunes en overlappingen aan. De gegevens die op deze wijze werden uitgezet worden vergeleken met de percepties uit de gesprekken. Veelal vinden we hier de verklaringen voor bepaalde resultaten (lacunes of overlappingen) die uit de matrices ontstaan. Elke matrix wordt nogmaals verklaard. De conclusies concentreren zich hier voornamelijk op de activiteiten met een culturele argumentatie of meerwaarde. De herkomst van de geldstromen en de netwerkverbanden tussen de verschillende actoren, overheid en privé worden ook in tabel weergeven. De verhouding economie - cultuur en architectuur – vormgeving wordt besproken aan de hand van de verschillende uitspraken die de gesprekspartners hierover deden. De krachtlijnen werden eruit gefilterd en opgetekend.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
11
Deel 2: Rapportering van de gesprekken
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
12
2.1. Gesprekken actoren 2.1.1. Johan Valcke (VIZO dienst Vormgeving) -
Directeur VIZO vormgeving VIZO Kanselarijstraat 19 1000 Brussel T 02/ 227 49 60 F 02/ 217 46 12 website : www.vizo.be e-mail:
[email protected]
Wat? VIZO = Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, Vlaamse Overheidsinstelling (VOI). VIZO netwerk wil toegankelijke en geïntegreerde diensten verlenen die meer en beter ondernemerschap realiseren. Dienst “Vormgeving” promoot eigentijdse toegepaste kunst en design (geen mode, geen fotografie, geen vrije grafiek: deze worden reeds door cultuur ondersteund). Enkel vormgeving uit Vlaanderen, band met Vlaanderen is essentieel (Nederlandse taal). Historiek 1991: VIZO werd door de Vlaamse Regering opgericht bij het decreet van 23 januari 1991 en ging vijf maanden later, op 1 juli 1991, officieel aan de slag. VIZO bundelde alle instellingen die werkzaam waren op het vlak van opleiding, vorming en begeleiding van zelfstandigen en KMO’s: het Nederlandstalig Instituut voor de Voortdurende Vorming van de Middenstand, de afdeling Middenstandsvorming van de Vlaamse Administratie voor Onderwijs en Permanente Vorming, de dienst Kunstambachten en de dienst Technische Bijstand aan KMO’s van het Economisch en Sociaal statuut voor de Middenstand. Opdracht VIZO: opleiding van de zelfstandige ondernemer garanderen, bedrijfstechnisch advies geven, administratieve rompslomp verminderen en de ondernemer bewust maken van creativiteit en kwaliteit, door hedendaagse vormgeving te promoten. Er ontstaan vier diensten: Opleiding en Vorming, Bedrijfsbegeleiding, Kunstambacht en Administratieve Vereenvoudiging. De werking van de dienst Kunstambacht steunt op vier krachtlijnen: inventarisatie, informatie, promotie en betoelaging. 1994: eerste uitreiking van de” Henry van de Velde“prijzen. Overname van de bedrijfseconomische en juridische begeleiding van kunstenaars, vroeger uitgevoerd door de vzw Amarant te Gent. 1995: eerste triënnale voor vormgeving 1996: opstarten van de site: www.vizo.be 1997: VIZO krijgt een nieuwe naam, decretaal vastgelegd. Dienst “Kunstambacht” verandert in dienst “Vormgeving”. De nieuwe term biedt de inhoudelijke ruimte die nodig is en laat toe de werking uit te breiden naar het domein van de en grafische vormgeving (tentoonstelling “In koeien de van letters”) en industriële vormgeving (2 triënnale voor Vormgeving in Vlaanderen). De dienst vormgeving vergeet daarbij zijn ambachtelijke wortels niet. 1999: 21 maart, Opening “Galerie van het VIZO” met de “Henry van de Velde Prijzen 1998”. VIZO wordt in de toekomst geherstructureerd naar “ Huis van de Vlaamse Economie”. Operationeel kader Raad van bestuur Commissie vormgeving: raadgevend orgaan inzake toekenning steun, reglementering, selecties,… Dagelijkse werking 9 medewerkers
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
13
Doelgroep Ontwerpers Bedrijven die “design-minded” zijn (niet commercieel ondersteunen wel producten opnemen in tentoonstellingen met vermelding van de naam van designer en bedrijf) Breed publiek, zowel nationale als internationale belangstelling. Doelstellingen en activiteiten VIZO bepaalt zelf het eigen beleid. 1. Inventarisatie Uitgebreide bibliotheek VIZO (voornamelijk economische werken). Archivering: documentatiecentrum (materiaal voor de selecties e.d., reeds 30 jaar), wordt niet ontsloten voor publiek omdat er geen documentarist is. Databank met erkende (ca.450) en niet-erkende ontwerpers waaruit bedrijven en andere geïnteresseerden namen van ontwerpers kunnen opvragen. 2. -
-
3. -
-
-
4. -
Talentscouting herfst- en lenteselecties (ontwerpers kunnen door VIZO erkend worden). voorwaarden: Vlaams ontwerper (aan Vlaanderen verbonden, Nederlands), dossier indienen met 10 recente werken, voor meubelontwerpers en industrieel ontwerpers 5 recente werken (max. 2 jaar oud), visuele documentatie, motivatie voor deelname, artistiek cv. Dit wordt beoordeeld door de commissie vormgeving. Voor iedere selectie: jury met telkens een 20 tal leden (2 per discipline, 2 algemeen, 2 van de dienst). Voordelen voor ontwerpers: beroep doen op subsidies, opgenomen in tentoonstelling in Galerie, recensie en publicatie in Kwintessens, worden vermeld bij een vraag om inlichtingen. Promotie en bevordering van vormgeving in Vlaanderen Galerie van het VIZO: 6 à 7 tentoonstellingen per jaar Tentoonstellingen in het buitenland: soms subsidie aan ontwerper die deelneemt aan buitenlandse tentoonstelling, soms VIZO als initiatiefnemer, uitwisselingen van tentoonstellingen met het buitenland. Deelname aan beurzen: vb. casa Europea, Interieur, Sfeer (investeert in hal waar 24 ontwerpers kans krijgen om tegen een lage prijs werk ten toon te stellen, selectie gebeurt door VIZO en Sfeer, normen: technisch ok, 100% authentiek, homogeen in stijl, subjectieve regels worden objectief doordat er 16 mensen in jury zitten. Henry Van de Velde Prijzen: jaarlijkse prijs voor een bedrijf, voor een loopbaan, voor jong talent, voor het beste product en een prijs van het publiek. Publicaties Kwintessens: brengt actuele info en topics rond vormgeving en vormgevers in Vlaanderen, 4 edities per jaar. Nieuwsbrief, 4 maal per jaar tussen de edities van Kwintessens. Cahier: publiceert thesis van afgestudeerde in de kunstwetenschappen met onderscheiding.
5. -
Bedrijfseconomisch advies en begeleiding van vormgevers brengt vormgevers in contact met dienst bedrijfsadvies, juridische dienst van de administratieve vereenvoudiging (andere diensten van VIZO).
6. -
Geeft toelagen Erkende ontwerpers kunnen een subsidie krijgen (is gelinkt aan regels opgesteld door commissie vormgeving) voor: deelname aan tentoonstelling in buitenland, deelname aan nationale tentoonstelling, deelname aan workshops, stages, postgraduaten, colloquia, markten en wedstrijden, deelname aan beurzen, organisatie van workshops, stages, colloquia, organisatie van nationale tentoonstellingen, organisatie van internationale tentoonstellingen, uitgave van catalogi, brochures en aanmaak websites, uitwerking van projecten.
7. -
Sensibiliseren van bedrijven In 2001 samenwerking met K. Boudewijnstichting, Design en onderneming. Goed initiatief, VIZO kan dit alleen niet verder zetten. Workshops voor bedrijven: bedrijven worden uitgenodigd om naar rollenspel bedrijfsleider designer te komen kijken. Bewustmaking: wat kan een designer voor de KMO betekenen?
-
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
14
Opmerking: Geen concrete ideeën over mogelijke activiteiten in de toekomst. Hangt allemaal af van de nieuwe constellatie (Huis van Vlaamse economie) en zijn gevolgen. Middelen Subsidie: Vlaamse Gemeenschap, ministerie van Economie, 1,25 mio euro op jaarbasis. Inkomsten uit publicatie Kwintessens (ca. 1/3 van de uitgaven), verkoop van werken in de galerie (ca. 10% van het budget) Occasioneel sponsoring (vb voor triënnale sponsoring van Gemeentekrediet). Netwerking Regelmatige contacten met Design Museum Gent, voormalig HKRA (J. Valcke was lid van raad van bestuur). Ad hoc samenwerkingen met scholen, vzw’s Ad hoc contacten m.b.t. advies Geeft info uit databanken door aan De winkelhaak, Optimo e.d., krijgt geen andere adressen terug. Medewerkers van VIZO vormgeving zetelen vaak in jury’s en commissies i.v.m. vormgeving. Overleg is goed, platformen moeten worden gecreëerd, maar dit is nog niet voor morgen. Definitie vormgeving Definitie van vormgeving is zeer breed, alles is vormgegeven, gaat van ambachtelijke tot industriële. De meerwaarde zit in de visie van de ontwerper. Hiaten Ontwerpers moeten geholpen worden om met hun product (ambachtelijk of industrieel) een weg te vinden naar de consument. VIZO tracht hier aan te werken maar kan wegens beperkte middelen niet meer doen dan wat gedaan wordt. Geen beleid rond het imago van vormgeving, iedere actor VIZO, Optimo, De Winkelhaak tracht iets te doen rond promotie maar veelal los van elkaar. Te weinig middelen om alles te doen binnen VIZO vormgeving. Geen beleid i.v.m. vormgeving vanuit de Vlaamse overheid (vb. in Zweden verdedigt economische zaken het design openlijk). VIZO werkte samen met K. Boudewijnstichting om KMO’s te sensibiliseren om design mee in het ontwikkelproces te betrekken, K. Boudewijnstichting is nu geheroriënteerd en VIZO kan het project niet alleen trekken, vraag naar steun op beleidsniveau. Uitstraling Er is geen herkenbare Vlaamse vormgeving. De industrie is vaak op iets anders gericht. Voor veel disciplines vb. juwelen en glas bestaat er in Vlaanderen (België) geen industrie. Binnen iedere discipline zou er iemand moeten opstaan en aanvaard worden als “de top”. Er is nood aan trekkers. Dit kan enkel wanneer er geld en een beleid is. Spanning economie - cultuur Tweeledigheid moet behouden blijven. De meeste activiteiten zijn steeds een mix van zowel cultuur als economie (vb. galerij, tijdschrift,…) Wanneer het industriële vormgeving betreft is er steeds een economisch component. Spanning architectuur – vormgeving Vormgeving en architectuur hebben raakvlakken maar vereisen een ander beleid. Er is nood aan een specifiek steunpunt voor vormgeving, van het ambachtelijke tot het industriële. Dit steunpunt kan dan eventueel gaan samenwerken met een steunpunt voor architectuur op hetzelfde niveau.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
15
2.1.2. Lieven Daenens (Design museum Gent) -
Museum directeur Jan Breydelstraat 5 9000 Gent T 09/ 267 99 99 F 09/ 224 45 22 website: http://design.museum.gent.be/ e-mail:
[email protected]
Wat? Het Design museum Gent is een Gents stadsmuseum dat zich met haar collectie richt op meubelen industrieel design. Juridische structuur: stadsmuseum. Historiek 1903: oprichting van het museum onder de naam "Musée des Arts Décoratifs”. Ondergebracht in de Academie voor Schone Kunsten in de Academiestraat te Gent. 1922-1923: het museum wordt ondergebracht in het door de stad aangekocht “Hotel de Coninck”. 1958: overname van het museum door de stad Gent, naam werd “Museum voor Sierkunst”. 1992: naam verandert in “Museum voor Sierkunst en Vormgeving” wegens groeiende aandacht voor het ”vormgeven”, voornamelijk van interieurobjecten. Nieuwe gedeelte van het museum wordt in gebruik genomen. 2002: naamsverandering van museum voor Sierkunst en Vormgeving naar “Design museum Gent”. Structurele samenhang Stad Gent Het museum is eigendom van de stad. Alle kosten worden betaald door de stad. Administratie Cultuur Het museum is landelijk erkend. Fondsen vanuit het museumdecreet worden overgemaakt aan de stad. VZW designcentrum Vlaanderen (voormalig Stichting voor vormgeving). Ontvangt het geld wat de stad krijgt van de Vlaamse gemeenschap in het kader van het museumdecreet. Is vrij om zelf te beslissen wat er met het geld gebeurt zolang het maar ten goede komt aan het museum. Operationeel kader Bestuur museum Het college van Burgemeester en schepenen en de gemeenteraad zijn de (on)rechtstreekse bestuurders van het museum. Het Design museum Gent ressorteert onder het departement cultuur, recreatie en welzijn van de stad Gent. Raad van bestuur VZW: Voorzitter: Wilfried De Kezel Secretaris: Christian Kiekens Penningmeester: Piet Vandekerckhove Nog enkele leden Medewerkers Design museum Gent Ongeveer 28 personeelsleden (niet allemaal fulltime) voor het museum betaald door stad Gent. Dit is inclusief uitvoerend personeel zoals suppoosten, administratief personeel, onderhoudspersoneel e.d. Medewerkers VZW Designcentrum Vlaanderen 3 personeelsleden fulltime
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
16
Doelgroep Breed publiek. “Museum stelt werk van ontwerpers ten toon, niet van de producenten” (Lieven Daenen). 81. 650 bezoekers in 2002, internationaal publiek, maar voornamelijk Vlamingen: OostVlaanderen, West-Vlaanderen. Op 1-07 wordt een programma dat statistische gegevens van de bezoekers verzamelt in gebruik genomen. Hiermee wordt het mogelijk om na te gaan of het doelpubliek bereikt wordt. Doelstellingen en activiteiten Doelstellingen Promoten van een kwaliteitsvolle en innoverende vormgeving, maar wij behouden de vrijheid om internationaal te werken en concentreren ons dan ook niet enkel op de promotie van Vlaams design. Kwaliteitsvolle vormgeving stimuleren en mogelijk maken door sensibiliseringsacties, tentoonstellingen, aankopen, presentaties, studie en onderzoek, reflectie en debat. Een stimulerend vormgevingsbeleid voeren op het gebied van kennisoverdracht. Fungeren als documentatiecentrum waar op een systematische wijze de informatie m.b.t. vormgeving wordt opgeslagen en de kennis toegankelijk gemaakt. Synergieën activeren tussen het museum en andere waardevolle vormgevingsinitiatieven (overheidsdiensten, galeries, scholen). Synergieën realiseren tussen ontwerper - industrie - publiek. Opinie Van mij mogen alle musea gratis zijn waarbij vb. gidsbeurten een extra dienst zijn waarvoor dan betaald moet worden. Activiteiten 1. Tentoonstellingen Programma wordt opgesteld volgens eigen inzichten en opportuniteiten, max. een 10-tal tentoonstellingen per jaar. Reizende tentoonstellingen. 2. 3. -
Aankoopprocedure Voorstel voor aankoop, eerst naar externe adviseurs, bestaat uit 5 leden aangesteld volgens hun competentie. Dan naar adviescommissie, bestaat uit 14 leden politiek samengesteld, zij geven een advies. Daarmee naar het schepencollege dat het voorstel op haar beurt nog eens voorlegt aan de coördinatiecommissie van de gemeentelijke cultuurraden. Aan de hand van dit advies beslist de gemeenteraad over de aankoop. Documentatiecentrum, archiefwerking Van elk object in de collectie is een digitaal basisfiche gemaakt, de digitale inventaris dient als opzoekmechanisme. Het documentatiecentrum bestaat uit fiches over kunstenaars en is toegankelijk op afspraak. De bibliotheek is gedigitaliseerd maar nog niet raadpleegbaar via internet die link moet nog gemaakt worden. De bibliotheek is ook toegankelijk voor het publiek op afspraak. Het fotobezit wordt nu stelselmatig gedigitaliseerd en dit IDA project (interactive digital archive) moet tegen eind september klaar zijn. Design museum Gent heeft aanvraag ingediend om steunpunt voor archivering te worden, dit is afgekeurd door het kabinet cultuur.
Middelen Subsidies via museumdecreet van de Vlaamse gemeenschap: 235.500 euro (9,5 miljoen BEF). Stad Gent, de kostprijs van het museum voor de stad: 1.100.000 euro (44 miljoen BEF) per jaar. Projectsubsidies via administratie cultuur (geld gaat naar Stad Gent, naar de vzw ”Designcentrum Vlaanderen”, naar museum). Entreegelden tentoonstellingen gaan naar de stad Gent. Gemiddeld jaarlijks aankoop bedrag: ca. 100.000 euro (4 à 5 miljoen BEF).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
17
Netwerking Geen structurele samenwerkingsverbanden enkel ad hoc samenwerkingen. Een uitzondering; vast samenwerkingsverband met Helsinki. Om de publiciteit te vergroten kunnen er eventueel tijdelijke samenwerkingsverbanden opgesteld worden. Dit wel enkel onder strikte voorwaarden. Geen positieve ervaringen met samenwerkingen. Definitie vormgeving Vormgeving heeft een eigen finaliteit, kunst is niet aan wetmatigheden gebonden. Vormgeving kan zowel over serica als unica gaan. Hiaten Door de hoge premies is geen enkel museum in België verzekerd tegen diefstal van haar collectie. Men is enkel verzekerd voor de stukken die ze in bruikleen hebben. De verzekeringen komen tot nu toe niet tegemoet met redelijke voorstellen en dus blijven de collecties onverzekerd tegen diefstal. Wij proberen een goed archiveringsbeleid te voeren maar we krijgen nog altijd onvoldoende middelen om dit op een fatsoenlijke manier te doen. Er is een kwaliteitsprobleem met de Belgische ontwerpen, dit komt voornamelijk door het industrielandschap. We hebben een traditie van halffabrikaten geen afgewerkte producten. Daarnaast komen firma’s die wel ontwerpers in dienst hebben vaak te weinig naar buiten met de kwaliteit die ze in huis hebben, ze willen vaak de ontwerper van een bepaald product niet noemen. Uitstraling Globalisering doet ook in het design zijn intrede, er is vrijwel niets typisch meer dus ook niet aan Vlaamse ontwerpen. Vlaanderen heeft weinig bekendheid op het gebied van design een van de grote oorzaken hier is dat er niet voldoende promotie wordt gemaakt. Die promotie moet zowel in binnen als in buitenland goed uitgebouwd worden. De man in de straat is meer en meer met vormgeving bezig. Design heeft nog altijd het imago van duur en daardoor elitair te zijn. De Vlaamse gemeenschap geeft ook niet het goede voorbeeld, door vb. de inrichting van haar gebouwen over te laten aan Vlaamse ontwerpers. Spanning economie-cultuur De inhoud van design is altijd cultuur, alles wat er rond hangt is economie. Voor ons als museum mogen die twee gescheiden blijven, wij hebben dan ook geen economische doelstellingen. Dat zou ten koste kunnen gaan van de onafhankelijkheid die wij met ons museum toch willen behouden. Spanning architectuur-vormgeving Architectuur en vormgeving zijn twee aparte werelden met volledig verschillende processen, de twee moeten gescheiden blijven.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
18
2.1.3. Jo Versavel, Inge Dekyvere (Stichting Interieur) -
Gedelegeerd bestuurder Stichting Interieur (Jo Versavel) Pers en communicatie manager (Inge Dekijvere) Stichting Interieur Groeningestraat 37 8500 Kortrijk T 056/ 22 95 22 F 056/ 21 60 77 Website: www.interieur.be e-mail:
[email protected]
Wat? Tweejaarlijkse manifestatie, biënnale waarop exposanten (internationaal) hun nieuwe producten voorstellen. Juridische structuur: vzw Historiek 1967: oprichting vzw Stichting Interieur door de Kamer van Koophandel (nieuwe invulling voor het Hallencomplex = Xpo Kortrijk). Een beweging van anders wonen en leven kwam toen op gang. Sinds oprichting is er de tweejaarlijkse internationale biënnale in de Xpo Kortrijk. Operationeel kader Algemene vergadering (1 x per jaar) Raad van bestuur (4 x per jaar) Voorzitter: José Carlier Ondervoorzitters: Hubert Sap, Baudouin Meyhui Gedelegeerd bestuurder: Jo Versavel Leden: Carl D'Haene, Philippe Neerman, Carlo Top, Piet Vanzieleghem, Jo Libeer, Karel Debaere, Dirk Vanwalle, Philippe Vlerick, Maarten Van Severen, Philippe De Jaegere Directiecomité (maandelijkse samenkomst) Selectie- en adviesraad Leden: Moniek Bucquoye, Maarten Van Severen, Marc Dubois, intendant (in 2002: Max Borka, voor 2004: Farida O’Seery) Werkvergaderingen (wekelijks) Dagelijkse werking 3 fulltime medewerkers. Doelgroep: Internationaal (zowel exposanten als bezoekers). Exposanten in 2002: 263 handelsmerken uit 14 verschillende landen. Bezoekers in 2002: 110 051 bezoekers, internationaal, veelal professionelen, mensen uit de gegoede klasse, resultaten van enquête zijn nog niet beschikbaar. Doelstellingen en activiteiten Doel: Het opwekken en het bevorderen van de creativiteit op gebied van binnenhuisarchitectuur, het bekendmaken en het verspreiden met alle dienstige middelen en onder alle vormen van de nieuwste ideeën, vormen, formules, producten en realisaties op gebied van interieur. Binnen het designgebied is de stichting interieur beperkt tot wooninrichting, met natuurlijk alle mogelijke raakvlakken hieraan.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
19
Activiteiten: 1. Hoofdactiviteit Inrichten van grote manifestaties, vooreerst een grote tweejaarlijkse internationale tentoonstelling (biënnale), die telkens en overzicht biedt van de meest recente en geslaagde realisaties in verband met binnenhuisarchitectuur. Biënnale wil meer zijn dan een commerciële beurs: combinatie van cultuur en commercie. Aangezien zij niet de bedoeling hebben om winst te maken, kunnen zij investeren in de cultuurkant (exposanten en bezoekers aantrekken en dan confronteren met een vernieuwend aanbod, bewust maken). Internationaal design, percentage Vlaams/ Belgisch design: nog geen 20%. 2. Nevenactiviteiten rond biënnale (algemeen): Wedstrijd “Design for Europe” Wedstrijd voor jonge ontwerpers, ieder jaar ca. 300 inzendingen (prototypes). In 2002 nieuwe aanpak voor de prijs: Stichting stelt vanaf 2002 een aantal thema’s in 2002: “Outdoor” en “Survival Objects” voor waar rond men kan werken. Er werden lezingen en workshops georganiseerd rond de voorgestelde thema’s. Sponsors konden plaats nemen in de jury. Thema’s voor 2004: nieuwe verlichtingsobjecten, afgeleiden van automobieldesign, iets herontwerpen zodat het efficiënter, ecologischer is. Ook scholen kunnen participeren in dit project. Verschillende scholen, zowel uit België als uit buitenland, hebben reeds toegezegd voor dit project. Initiatief is ontstaan vanuit het besef dat studenten vaak te weinig tijd en geld hebben om naast hun schoolprojecten nog te participeren aan andere opdrachten. Door middel van deze aanpak kunnen studenten hun prototypes die zij voor schoolopdrachten maken, eveneens tentoonstellen op de biënnale. “New Fairytales” (eerste editie in 2002). Tentoonstelling exclusief door ca. 50 jonge designers (max. 40 jaar, voor een 1000 euro kregen zij een standplaats, internationale deelnemers). Ontstaan omdat jonge ontwerpers vaak niet de kans hadden om op de beurs te staan (zijn minder bekend en moeten het in de selectie opnemen tegen grote namen, dure standplaatsen). Evenement werd georganiseerd buiten de expo, in tijdelijk opgebouwd paviljoen op de Grote markt in de stad Kortrijk. Interieur wilde de grootte van evenement beheersbaar houden en op deze wijze werd de stad zelf meer bij het initiatief betrokken. Vitrineproject In samenwerking met Anno 02 en stadsbestuur van Kortrijk werd een wandelparcours uitgestippeld langs 25 vitrines waar winkeliers een designobject in hun etalage hadden toegevoegd. Andere exclusieve presentaties op de beurs in 2002: “Wonderwood”, “the fundoshi experience”, “le botte-cul”, “22 objects for 02”,… Opmerking In 1996 werd cAD (centrum voor Architectuur en Design, voorzitter G.Bekaert) opgericht onder impuls van Stichting Interieur. Doel: nieuwe impulsen geven aan architectuur en vormgeving in Vlaanderen en aan een aantal behoeften tegemoetkomen zoals een architectuurbeleid, discussie op gang brengen, publicaties, tentoonstellingen,… Vandaag is dit initiatief niet meer actief. Strategie van Interieur 1. Onafhankelijkheid Stichting Interieur vaart een eigen, autonome koers, wenst niet geïntegreerd te worden binnen andere structuren. Samenwerking met anderen kan alleen indien dit de eigen doelstellingen versterkt. Interieur heeft voldoende financiële middelen om autonoom te blijven. 2. -
-
Selectiviteit/ Biënnale Strenge selectie van de exposanten en producten door selectiecommissie (bewaken van de kwaliteit). Er is controle op het standenconcept van de verschillende exposanten. Biënnale is tweejaarlijks wegens grote kost voor de exposanten (dure standplaatsen). Biënnale formule moet de exposanten toelaten om telkens te investeren te vernieuwen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
20
3. -
Creativiteit/ Vernieuwing Elke biënnale moet creatief en vernieuwend zijn door rotatie en actualisering van: Intendant, graficus, architect (min. 2 à 3 biënnales) Eregast + andere gasten die meewerken aan de nevenactiviteiten. Samen met de eregast zet de stichting een uniek project op.
4. -
Kwaliteit/ Professioneel Medewerkers van hoog niveau, bijscholing, uitbesteding aan professionelen. Kwaliteit van de communicatie wordt verzorgd. Systematische evaluatie van elke biënnale, verbeteringsvoorstellen. Exposanten- en bezoekerstevredenheidsanalyse. Intern processen uitwerken.
5. -
Toekomstgericht Promoten en stimuleren van nieuwigheden in première op de biënnale. Thematentoonstellingen, eregast, Design for Europe (wedstrijd), New Fairy Tales (jongerenplatform), scholenproject, …
6. -
Kortrijk Hoofddoel blijft de wooncreativiteit in het algemeen promoten. Openstellen en aanbieden van een professioneel platform voor internationale designfabrikanten en ontwerpers. Stimuleren en bevruchten van industrie en ontwerpers in de regio met internationale en toekomstgerichte mogelijkheden. Bewustmaking van meerwaarde in levenskwaliteit door hedendaagse wooncreativiteit. Kortrijk als designstad op de wereldkaart plaatsen.
-
Middelen Volledig onafhankelijk, geen subsidies, wil niet politiek afhankelijk worden. Inkomsten uit: toegangsgelden van de beursbezoekers, verhuur van standplaatsen aan exposanten. Totaal aan inkomsten van 1 editie van biënnale: 3.000.000 euro (120 mio. BEF), goed voor 2 jaar werkingsgelen. Sponsoring: promotionele sponsoring, prijssponsoring Netwerking Interieur is onafhankelijk en wil die autonomie bewaren. Enkel samenwerkingen wanneer het een win-win situatie is voor beide partijen. Weinig samenwerking met VIZO (geeft een prijs weg, hebben een stand op Interieur). Interieur staat op zijn onafhankelijkheid. Intendant brengt eigenlijk een netwerk mee, netwerk van de stichting groeit door ex-intendanten die overal zitten. Samenwerking met promotionele sponsors, prijssponsors (bedrijven/ instellingen die prijzengeld schenken). Definitie vormgeving Alles rondom ons is vormgegeven. Goed design is onzichtbaar design. Hiaten Veel actoren sterven een stille dood doordat ze financieel en politiek afhankelijk zijn. Subsidiebeleid in Vlaanderen is onbetrouwbaar en niet stabiel. Geslaagde initiatieven moeten een juiste verhouding economie/ cultuur hebben. ste Interieur is de 1 in Europa die enkel design toont. Nood aan nog meer promotie rond design in het algemeen. Enerzijds naar publiek (designbewustzijn), anderzijds naar de bedrijven. Op lange termijn zal dit het enige concurrentievoordeel worden.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
21
Uitstraling Er is geen Vlaamse lijn. Er is wel kwaliteit, meer uitstraling vraagt groeitijd. In internationale bladen stijgt het aantal artikels over Vlaamse designers. Nood aan nog meer promotie rond vormgeving. Man in de straat heeft niet het designbewustzijn. Dit zou als het ware een vak op school moeten zijn. Spanning economie- cultuur Design is industrieel, een toegevoegde waarde aan een industrieel proces. Een mix van economie en cultuur is noodzakelijk voor het slagen van initiatieven, want zonder het ene is het andere er niet, tenzij men teert op subsidies wat niet gezond is. Spanning architectuur – vormgeving Architectuur is een onderdeel van vormgeving. Vormgeving gaat veel verder. Een zelfde beleid voor architectuur en vormgeving lijkt niet opportuun omdat beiden andere ideeën hebben. Als je niet voldoende gericht kan werken en dus teveel buiten het terrein speelt, kan er geen goed initiatief ontstaan. Nieuwe initiatieven voor vormgeving mogen de reeds bestaande niet tegenwerken.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
22
2.1.4. Johan Cops (UDB) -
Nationaal voorzitter UDB, zelfstandig industrieel ontwerper UDB – Unie der Designers België Hof ter Vleestdreef 5, b6 B-1070 Brussel T 02/ 523 52 04 02/ 523 58 07 F 02/ 556 25 76 e-mail:
[email protected]
Wat? Beroepsfederatie voor designers in België, onafhankelijke Belgische vereniging. Historiek 1980: oprichting en officiële erkenning door de Raad van State. Ontstaan door samengaan van een aantal kleine beroepsverenigingen uit jaren ‘60 (vereniging voor interieurarchitecten, designers, grafisch ontwerpers, coloristen). Nu 3 afdelingen: industrieel ontwerp, interieurarchitectuur, grafisch ontwerp wegens aansluiting bij de normen van het BEDA (The Bureau of a Designers’ associations). 1998: onofficiële splitsing in UDB Vlaanderen / UDB Wallonië om beter aan te sluiten bij federaal België (Raad van State houdt officiële splitsing tegen, UDB wil splitsen omdat de culturele en economische aspecten zich niet op een nationaal niveau bevinden). 1998: onafhankelijk secretariaat (gevestigd bij Febelhout), voorheen enkel een brievenbus. Operationeel kader Directiecomité Johan Cops: Nationaal Voorzitter Bruno Meeus: Ondervoorzitter Vlaanderen, Ondervoorzitter Industrial Design Michaël Cravatte: Ondervoorzitter Wallonië-Brussel Kristel Van Ael: Ondervoorzitter Graphic design Philippe Olbrechts: Ondervoorzitter Interior Design Hilde Vervaeke: penningsmeester Chris de Roock: lid van het bureau Georges Geuben: lid van het bureau Andy Jacobs: lid van het bureau Benoit Lange: lid van het bureau Karen Sprengers: secretaris Niet bezoldigd, gekozen bij stemming door de algemene vergadering van de effectieve leden. Beleidslijnen worden goedgekeurd door effectieve leden in de jaarlijkse algemene vergadering. Uitvoering Dagelijks bestuur door leden van directiecomité (ieder lid organiseert jaarlijks één activiteit). Onafhankelijk secretariaat bij Febelhout. Doelgroep Leden: alle designers (productontwikkelaars, grafisch ontwerpers, interieurarchitecten en interieurvormgevers) actief in België. Ca. 79 leden, meestal zelfstandigen, enkelen uit bedrijfsleven (36 industrieel ontwerpers, 26 grafisch ontwerpers, 17 interieur ontwerpers). Voor interieurarchitecten is er ook nog AINB (Associatie van interieurarchitecten van België vzw). Geen leden uit afgestudeerde industrieel ontwerpers uit Kortrijk, dezen sluiten eerder aan bij ingenieursvereniging. Doelstellingen en activiteiten Belgische designers vertegenwoordigen (belangen verdedigen en hun activiteiten promoten) op regionaal, nationaal, Europees en Internationaal niveau. Band tussen de designers vergroten. Actieve rol spelen bij het niveau van de opleidingen en de kwalificaties van de Belgische designers en erkenning van het beroep afdwingen bij de beslissende economische en culturele middens in België.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
23
1. Communicatie Informele contacten tussen de leden (telefoon, e-mail, etentjes). Website waar ieder lid zich kan presenteren, toegang heeft tot de ledenzone en zijn/ haar pagina beheren, die toegankelijk is voor iedereen. 2. Informatie Permanent secretariaat kan snel ledenlijsten, aanvragen e.d. verzenden. Elektronische nieuwsbrief, 4 keer per jaar. Organiseren van bedrijfsbezoeken, beursbezoeken, uitstappen, 4 keer per jaar (vb. houtbuigerij, RIM verwerker). Occasionele evenementen: debatten, studienamiddagen, vb. Studienamiddag rond triënnale voor vormgeving 1998 “design to design”. 3. Advies Guidelines (bundel over designpraktijk: prijsberekening, beschermingen,...), basiscontracten opstellen en verspreiden onder de leden. Geven advies tegen betaling aan ondernemingen en overheidsinstellingen over samenwerkingsmodaliteiten, barema’s, deontologie, aanbevelingen bij het organiseren van designwedstrijden,… (Waalse regering doet vaak beroep op wedstrijdreglementen) Wensen in toekomst leden juridische bijstand te kunnen verlenen. 4. Promotie van design, promotie van leden en hun activiteiten Ledenlijsten versturen naar potentiële opdrachtgevers (bedrijven). IJveren voor erkenning van het beroep. UDB moet een kwaliteitslabel worden. Plannen om in Brussel een designinstituut op te richten (door Europese commissie) dat design zou promoten. BEDA (UDB is stictend lid) heeft hiervoor geijverd. 5. Duiding Ad hoc deelname aan jury’s, contacten met pers en publiek. UDB- Vlaanderen dringt er bij de federale regering op aan om partiele subsidiering voor bedrijven te voorzien indien zij gebruik maken van een designer. Netwerking. UDB Plus Kleine vzw die naast UDB staat en projecten realiseert tegen betaling, leden van UDB voeren deze projecten uit en storten 15% van de ontvangsten terug naar UDB. Vb. coördinatie van “dag bursaal –design” ( 12/02/02) voor deelnemers van design en onderneming van K. Boudewijnstichting, stand stadsmeubilair en studienamiddag voor expositie ”A Table” in Luik in opdracht van Waalse regering (MET – Ministère de l’equipement et des transports). Middelen Lidgelden (150 euro per lid, 50 euro per lid gaat naar onafhankelijk secretariaat bij Febelhout). Inkomsten uit UDB plus. Netwerking Nationaal Ad hoc samenwerkingen met VIZO, Optimo, HKRA, Creaction (Wallonië). Onofficieel overlegplatform productontwikkeling. De winkelhaak wil nagaan wat zij kunnen doen voor UDB. Internationaal Stichtend lid van BEDA (het harmoniseren van de arbeidsvoorwaarden, de bescherming en de kwalificatie van de Europese designers), haalt zijn middelen uit sponsoring (vb. aluminiumproducenten) en lidgelden, via deze weg contacten met andere collega’s en verenigingen in de EU. Lid van Icograda (International Council of Graphic Design Associations). Contacten met ICSID (International Council of Societies of Industrial Design). Contacten met IFI (International Federation of Interior Designers).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
24
Verwachtingen t.a.v. netwerken Wil samenwerken om core business (= leden kennis bijbrengen, dingen doen waar leden financieel beter van worden) te versterken: Vb: wil inbreng geven aan scholen, inbreng bij het opstellen van wedstrijdreglementen, promotie van ontwerpers. Hiaten Weinig middelen (enkel lidgelden), uitvoerders werken op vrijwillige basis waardoor niet alles tegelijk gerealiseerd kan worden: wens om meer promotie te maken voor de beroepsfederatie, voor design algemeen, wil meer voordrachten, studienamiddagen organiseren (vb. in Engeland geeft beroepsfederatie cursussen aan afgestudeerden over het zich zelfstandig vestigen). - Mentaliteit van ontwerpers is niet ingesteld op lidmaatschap bij beroepsfederatie, geen filosofie aanwezig van “samen zijn we sterk” (cfr. Engeland: beroepsfederatie heeft 10.000 leden). - Vormgeving wordt niet gesteund door een overheidsbeleid, vb. IWT omvat enkel technologie vraagstukken, geen zuivere subsidies voor design. - Weinig samenwerking: veel andere actoren organiseren gelijkaardige diensten als UDB, verschillende initiatieven zijn niet op elkaar afgestemd = het verspreiden van middelen. Uitstraling Geen typische Vlaamse vormgeving: veel diversiteit. Voornamelijk halffabrikaten, weinig afgewerkte producten in België. België heeft geen grote bedrijven die zich geprofileerd hebben op de designmarkt. Nooit zuivere subsidies voor design (vb. IWT is technologie). Geen designcenter dat de vormgeving promoot. Spanning economie- cultuur Economie en cultuur zijn noodzakelijk: cultuur = bewustmaking van de man in de straat tussen goed en slecht design, economie = industrie moet overtuigd worden dat design belangrijk is. Aan het industriële aspect kan cultuur weinig doen behalve subsidies geven. In Wallonië kunnen bedrijven een designercheque krijgen. Vormgeving-architectuur Architectuur gaat vaak ook over urbanisatie, productdesign kan daar geen inbreng in hebben. Raakvlak tussen vormgeving en architectuur is interieur.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
25
2.1.5. Chris De Roock (Optimo) -
Medewerker Optimo vanaf oprichting Optimo Hof ter Vleestdreef 5 bus 1 1070 Brussel T 02/ 556 25 42 F 02/ 556 25 76 website: www.optimo.be
Wat? Optimo – overlegplatform tussen industriële meubelfabrikanten en ontwerpers. Doelgericht en gespecialiseerd netwerk voor de meubelindustrie. Erkend als Vlaams Innovatie-Samenwerkingsverband (VIS) door IWT (Instituut voor de aanmoediging van innovatie door Wetenshap en Technologie). Historiek 1995-1996: moeilijkheden in de meubelindustrie. 1995: debat ingericht door Febelhout over samenwerking tussen ontwerpers en fabrikanten, positieve reacties, vraag naar een permanent overlegplatform. 1996: oprichting van de vzw Meubel Innovatie Cluster (MIC), onder impuls van vzw Febelhout – Federatie voor de hout- en meubelindustrie, binnen het clusterbeleid (gecoördineerd beleid voor economie, wetenschap en technologie, export) van de Vlaamse Regering. MIC werd voor 50% gesubsidieerd. MIC had een actieprogramma om de zwakten (o.a. meubelsector had een traditioneel imago, weinig creativiteit, de smaak van de consument verschoof van klassiek naar hedendaags, geen samenwerking tussen ontwerpers en fabrikanten door een gebrek aan info over designers, begripsverwarring,...) in de meubelindustrie aan te pakken, Optimo was één van de vijf pijlers binnen dat beleid. Optimo had de taak om de meubelsector in Vlaanderen te sensibiliseren voor het belang van creativiteit, het belang van ontwerpers en om aan productinnovatie te doen. Het clusterbeleid is opgeheven, andere pijlers van cluster MIC worden terug binnen Febelhout gevoerd, actieprogramma van MIC valt samen met dat van Optimo. 2001: vzw MIC dient een dossier in bij het IWT om Optimo als VIS te herkennen, FebelhoutVlaanderen was daarbij de uitvoerder en is contractueel opgenomen in dit project. Erkenning als VIS / thematische innovatiestimulering door het IWT voor 4 jaar (2002-2005). Doelgroep Fabrikanten uit de meubelsector (Vlaanderen), zowel massaproducten als exclusieven. Ca. 200 bedrijven uit meubelsector zijn lid, vertegenwoordigen 75% van de omzet en tewerkstelling ontwerpers. Producenten van laminaatvloeren, lijsten en kaders nemen ook wel eens deel aan activiteiten van Optimo, alsook de aankoopdiensten. Doelstellingen en activiteiten 1. Informatie en sensibilisering (INFORM) Basisenquêtes en pro-actieve bedrijfsbezoeken (onderzoeken hoe men omgaat met productontwikkeling) Nieuwsbrief Handleiding productontwikkeling voor de KMO, wordt uitgewerkt in 2003. 2. Wetenschappelijk-technologische onderbouwing van productontwikkeling (TO DESIGN) Praktijkgerichte workshops (bvb. over composietmaterialen) Jaarlijks colloquium productontwikkeling Technologische hulpmiddelen, als onderzoeksresultaat van collectieve centra en hogescholen, verifiëren op praktische toepasbaarheid via user groups.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
26
3. -
Samenwerking stimuleren tussen ontwerpers en fabrikanten (PLATFORM) Databank met ontwerpers die interesse hebben in de sector. Eerstelijnsadvies voor bedrijven die wensen samen te werken met een externe ontwerper. Samenwerking met hoger onderwijs, vb. EXIT
4. Multimaterialen-aanpak (MATERIALS), wordt uitgewerkt in 2003 Toeleveringsdatabank met coördinaten van bedrijven, materialen, technologieën Jaarlijks trendseminarie, bezoek aan talrijke vakbeurzen en rapportering op colloquium. 5. Andere Deelname aan beurzen, bvb. stand op meubelbeurs in Brussel, in 2001 groepsstand op meubelbeurs in Milaan: wordt niet herhaald omdat deelnemende fabrikanten er commercieel te weinig uitgehaald hebben. Website Middelen Het jaarlijks werkingsbudget van Optimo bedraagt 250.000 euro. Subsidie: als VIS door IWT (bijdrage in personeelskost en werkingskost), max. 80% Privé inkomsten: min. 20% (onder clusterbeleid was dit 50%). Lidgelden meubelfabrikanten, worden verzameld door Febelhout (middelen: lidgelden, opbrengsten uit projectwerking, occasionele subsidies vb. export Vlaanderen bij deelname aan beurs). Lidgelden van de ontwerpers, rechtstreeks gestort aan MIC. Extra bijdragen van bedrijven (vb. bij deelname aan project Addict Creative Lab) of occasionele sponsoring door derde organisaties (vb. meubelbeurs van Brussel sponsort trendseminarie). Nooit 100% subsidie voor Optimo omdat zij een bijdrage van fabrikanten zien als een concreet engagement. Netwerking Optimo vervult secretariaatsfunctie van UDB Occasionele informele overlegcontacten met vb. VIZO Structureel: Contacten met IWT (innovatie is uitgangspunt voor Optimo) Contacten met Febelhout Hiaten Gebrek aan interesse door verschillende overheden, actoren. Gebrek aan samenwerking met andere initiatieven, vb. voor promotie. Vraag naar gespecialiseerde initiatieven (vb. Optimo voor meubelsector) en solide netwerkstructuren tussen de verschillende actoren. Brede basis is noodzakelijk, maar niet te breed anders een diffuus orgaan. Vraag naar meer duidelijkheid inzake beleid rond vormgeving. Uitstraling Vormgeving uit Vlaanderen heeft weinig uitstraling, imago is een algemeen Belgisch probleem. In Vlaanderen zijn er weinig sectoren waarin afgewerkte producten worden gemaakt. Weinig bedrijven waarvan de productontwikkeling nog in België gebeurt. Op tentoonstellingen e.d. wordt vaak geen goede vormgeving getoond (te dure producten, ongemakkelijk,...). Belangstelling voor design is toegenomen bij een elitaire groep. Design wordt elitair voorgesteld door beleid, pers,… Optimo wil een brede basis, dus ook massaproducenten om man in de straat te confronteren met goede vormgeving. Optimo is een vaste waarde geworden, bepaalde activiteiten kunnen niet stopgezet worden (bvb. ontwerpersdatabank, seminaries). Spanning economie - cultuur Er is een versnippering inzake vormgevingsbeleid. Beleid vanuit één pool (vb. cultuur, economie) zou een verarming betekenen. Vraag naar een gecoördineerd beleid (vb. economie, cultuur, innovatie en technologie, export) waarin een brede waaier van mogelijkheden zit om een brede basis uit te bouwen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
27
Structuur van Optimo
Raad van bestuur MIC
Raad van bestuur Febelhout impuls Vzw Febelhout Statuut : vzw Doelgroep : Hout- en meubelsector Actieprogramma: Vakvereniging houten meubelsector Middelen: Lidgelden, opbrengsten projectwerking occasionele subsidies
Vzw MIC Statuut : vzw Doelgroep : meubelsector Actieprogramma: meubelsector laten heropleven Middelen: lidgelden
Optimo VIS/ TIS: gespecialiseerd initiatief voor de meubelsector, wil brede basis Doelgroep: meubelfabrikanten, ontwerpers Actieprogramma: andere
website
Deelname aan beurzen
trendseminarie
toeleveringsdatabank
multimaterialenaanpak
beursbezoeken
Samenwerking met hogescholen
eerstelijnsadvies
samenwerking stimuleren tussen ontwerpers en fabrikanten ontwerpersdatabank
Useer groups
Colloquium po
wetenschappelijktechnologische onderbouwing van po
workshops
nieuwsbrief Handleiding po
Enquête en proactieve bedrijfsbezoeken
informatie en sensibilisering
Middelen: Subsidies (max.80%): IWT Privé inkomsten (min. 20%): lidgelden meubelbedrijven vanuit Febelhout, lidgelden ontwerpers komen rechtstreeks bij MIC, bijdragen van bedrijven, occasionele sponsoring van vb. meubelbeurs in Brussel
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
28
2.1.6. Anne-Françoise Genel (K. Boudewijnstichting) -
Verantwoordelijk voor het initiatief “Fonds voor Design en Onderneming” van K. Boudewijnstichting K. Boudewijnstichting Brederodestraat 21 1000 Brussel T 02/ 511 18 40 F 02/ 511 52 21 Website: www.kbs-frb.be e-mail:
[email protected]
Wat? Design en Onderneming is een project waarbij jonge ontwerpers de kans krijgen om via een beurs een project te kunnen doen binnen een bedrijf en waarbij het bedrijf de kans krijgt om de knowhow van de ontwerper te benutten. Juridische structuur K. Boudewijnstichting: Stichting (voorheen onafhankelijke privé instelling van openbaar nut). Historiek 1976: oprichting van de K. Boudewijnstichting ter gelegenheid van de verjaardag van de troonbestijging door Z.M. Koning Boudewijn. Brede doelstelling: activiteiten organiseren die de levenskwaliteit van de inwoners van België verbeteren. Om de 4 à 5 jaar veranderen de thematieken waarrond men werkt. 1984: oprichting van het Prins Albertfonds, op initiatief van de K. Boudewijnstichting en het Verbond van Belgische Ondernemers (VBO). Tweevoudig doel: enerzijds specialisten vormen in buitenlandse handel en internationaal management, anderzijds bedrijven trachtten aan te sporen hun aanwezigheid op de buitenlandse markten te versterken. 1990: publicatiereeks rond verschillende domeinen van het beheer van de KMO’s, o.a. over industrieel design. 1993: oprichting van het Fonds voor Design en Onderneming, op initiatief van het Prins Albertfonds (beheerd door de K. Boudewijnstichting) en de vzw “ Jaar van de buitenlandse handel”. Design en Onderneming is een gelijkaardig project aan het prins Albertfonds maar met minder bursalen en specifiek voor design (niche die men had ontdekt na de publicaties). 2001: laatste sessie van het initiatief Design en Onderneming, mogelijk door steun van 2 partners: VIZO Vormgeving en Waalse minister van Economie, KMO’s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën. 2001: heroriëntering van de strategische plannen van de K. Boudewijnstichting, design was geen thema meer. Operationeel kader Bestuurscomité Voorzitter Hendrik Daems, voorzitter, vzw jaar van de Buitenlandse handel Leden Moniek Bucquoye, afgevaardigd bestuurder, vzw Designcentrum Vlaanderen Marcel Debatty, ondervoorzitter, vzw jaar van de Buitenlandse handel Irène Dekelper, verantwoordelijke externe communicatie, Liberale Vakbond Patrick Depuydt, voorzitter, Groep Abelor (tot 1996) Axel Enthoven, Beheerder, Enthoven Associates (vanaf 1999) George Geuben, hoogleraar, Saint-Luc Liège Philippe Jeghers, Industriële Designer, TDS Acior Luc Lambrecht, Adviseur, Hoofdredacteur publicaties Agoria Philippe Rennotte, Directeur, Gerling Namur Assurances du Crédit Luc Tayart de Borms, Afgevaardigd beheerder, Koning Boudewijnstichting Jacques Tilman, Bestuurder, Inov Jan Van Lierde, Afgevaardigd beheerder, Kreon (1997) Jan Van Praet, Directeur, Katholieke Hogeschool Limburg Paul Verhaert, General Manager, Verhaert Design & Development (tot 1998)
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
29
Jury Voorzitster: Irène Dekelper: verantwoordelijke externe communicatie, Liberale Vakbond (tot 2000) Solange Schwennicke: voorzitster, Delvaux créateur (in 2001) Leden Frank Bekaert: directeur afdeling R & D, Cross (van 1996 – 2000) Vic Cautereels: manager Product Design, Tupperware General Services (vanaf 1998) Lise Coirier: voorzitster, Pro Materia (in 2001) Michaël Cravatte: Designer, IOL (in 2001) Robert Daenen: vice- voorzitter, Product Development Director Tupperware (tot 1997) Donald Defoort: vice- president corp. Human Resources Barco Guy de Meester de Betzenbroeck: afgevaardigd beheerder Sicli (van 1994 tot 2000) G. De Schrijver: beheerder Ressort Méchanique (in 1993) Andy Jacobs: Hoogleraar, Atelier Design de la Cambre (tot 2000) Dirk B. Jacobs: Hoogleraar, Hogeschool Antwerpen (tot 2000) Philippe La croix: afgevaardigd beheerder, Cross ( tot 1995) W. Monfils: Ere-ambassadeur van Z.M. de Koning, ere directeur generaal van de Belgische Dienst voor Buitenlandse handel (in 1993) Dominique Offergeld: expert, kabinet minister Louis Michel (in 2001) Gérard Pitance: beheerder, Concept & Forme (in 2001) Johan Valcke: directeur dienst vormgeving, VIZO Kristel Van Ael: Designer, Virtuology (in 2001) Clem Van Himbeeck: zaakvoeder Clemtone (tot 2000) Thierry Van Kerm: designer (tot 2000) Luc Vannevel: afgevaardigd beheerder, Juventa (in 2001) Patric Vercauteren: diplomaat (van 1994 tot 2000) Consultants (vanaf 1997 betaald door de stichting, voorheen moesten bursalen zelf een externe peter zoeken) Moniek Bucquoye: afgevaardigd bestuurder vzw Designcentrum Vlaanderen Clem Van Himbeeck: zaakvoerder Clemtone Joseph Charlier: designer, Médiane Doelgroep: Scope ligt enkel op industrieel design Ontwerpers die voor een bedrijf willen werken via een beurs, 80 à 90% waren net afgestudeerd, anderen 1 à 2 jaar, vrijwel allemaal gediplomeerde industrieel designers (Hogeschool Genk, Antwerpen en La Cambre), totaal: 44 laureaten (twee deelnemers werden nooit laureaat). Bedrijven: alle bedrijven die een nieuw product willen ontwikkelen of het design van een bestaand product verbeteren. Doelstellingen en activiteiten Tweeledig doel: Jonge designers de kans geven om hun knowhow te vergroten, door ze een ambitieus productontwikkelingsproces toe te vertrouwen waarin zij methodologisch worden begeleid. Bedrijven aansporen om een jonge productontwikkelaar aan te trekken, zijn/ haar specifieke knowhow te benutten en hem/ haar in ruil daarvoor te laten meegenieten van hun productieervaring, marktkennis en desgevallend van hun praktijken inzake industrieel design. Op langere termijn intentie om een bijdrage te leveren tot het ontstaan van een kweekvijver van ervaren industriële designers in de drie gewesten en de ondernemingen te laten zien dat industrieel design een competitief voordeel kan betekenen. Voorwaarden voor ontwerpers: Tot 30 jaar Diploma van Hoger Onderwijs (min. korte type) vereist Zowel voor pas afgestudeerden als ontwerpers met enige ervaring, zelfstandigen Indien meer dan 2 jaar afgestudeerd kan ook gekozen worden voor een deeltijdse opdracht indien in combinatie met beroepsactiviteit of vorming.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
30
Voorwaarden voor bedrijven: Moeten een project kunnen voorstellen waaraan de bursaal gedurende een jaar kan werken. Gift van 2.500 euro (100.000 BEF.) aan de K. Boudewjnstichting. Een bedrijf dat in verleden reeds een bursaal heeft gehad, moet drie jaar wachten alvorens zich weer kandidaat te stelen. Werkingsprincipe: Jaarlijks oproep tot jonge ontwerpers, oproep tot productiebedrijven (via mailings, gegevens van mogelijke geïnteresseerde bedrijven gekregen van de federaties). Ontwerpers worden geselecteerd door het selectie- en begeleidingscomité (professionele designers en mensen uit de bedrijfswereld). Twee fasen: preselectie aan de hand van kandidaatsdossiers, gesprek met de kandidaten om de motivatie, teamgeest, maturiteit en ervaring in productontwikkeling te onderzoeken. Comité selecteert kandidaten (aan de hand van boven beschreven procedure). Na selectie mag iedere bursaal uit een aantal ( ca.30) projectvoorstellen bij verschillende bedrijven kiezen (ook mogelijk om aan de andere kant van de taalgrens te gaan werken), hij/ zij kan deze gaan bezoeken,…(in ’93 moesten bursalen zelf hun bedrijf zoeken, dit was te riskant voor misbruik). Ontwerpers werken gedurende 12 maanden voor rekening van een bedrijf en kregen hiervoor ca. 15.000 euro (600.000 BEF.) van K. Boudewijnstichting. Tijdens de stage wordt iedere bursaal begeleid door een interne stagemeester (van gekozen bedrijf) en sinds 1997 door een bedrijfsonafhankelijke consulent aangesteld door de K. Boudewijnstichting. Hierbij werd in bijzonder rekening gehouden met de economische, maatschappelijke en culturele relevantie van het project en werd aandacht geschonken aan de integratie van de designer in de organisatie van het bedrijf gedurende de stageperiode. Voorheen was de externe consulent (peter/ meter) op vrije basis gekozen door de bursaal, resultaten waren erg afhankelijk van de persoonlijkheid van de peter/ meter, waardoor gekozen werd voor een vaste betaalde consulent. Organisatie van gemeenschappelijke vergaderingen (laatste jaren) waarin de verschillende bursalen hun ervaringen konden uitwisselen. Op einde van stage, kregen de ontwerpers met een positieve evaluatie (verslag van bursaal, verslag van interne stagemeester, externe consulent) de titel van laureaat tijdens een plechtige diploma-uitreiking. Bijna 75% van de bursalen werd op het einde van de stage aangenomen door het stagebedrijf. Opmerkingen: Keuze van bedrijf door de bursaal is het meest kritische moment. Er waren zowel bedrijven die reeds gesensibiliseerd waren (vb. Samsonite heeft meerdere keren een bursaal gekregen) als kleine onervaren KMO’s, naargelang de aspiraties van de ontwerper kon zo een samenwerking op maat worden gezocht (sterke individuen konden een kleine KMO sensibiliseren). Andere activiteiten: Idee om een portaalsite op te bouwen rond design voor de twee gemeenschappen, Kristel Van Ael heeft hier een voorstudie over gedaan, nooit geconcretiseerd omdat stichting wel geld wilde geven maar geen werkende partner wilde zijn (heeft geen competenties i.v.m. dergelijke activteiten). Middelen Iedere bursaal kreeg 15.000 euro ( 600.000 BEF) voor 1 jaar (werd in 4 schijven uitbetaald). 1993 – 1999 :gelden voor beurzen + algemene kosten: K. Boudewijnstichting (deel van Prins Albertfonds en deel van de stichting) en vzw “Jaar van de buitenlandse handel” 2000: gelden voor beurzen + algemene kosten: K. Boudewijnstichting + geld dat opzij was gezet bij niet uitgekeerde beurzen. 2001: beursgelden: 2 beurzen van VIZO vormgeving, 2 beurzen van Waalse minister van Economie, 2 van K. Boudewijnstichting; algemene kosten: K. Boudewijnstichting. Ieder bedrijf dat een bursaal kreeg werd gevraagd een bedrag van 2.500 euro (100.000 BEF.) te schenken aan de stichting (was fiscaal aftrekbaar) + investeren in een nieuwe ontwikkeling (bedrijven hadden daar alle belang bij).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
31
Netwerking Behalve in 2001 werd er geen contact gezocht met andere actoren om het project gezamenlijk te realiseren omdat de stichting geen strategie had naar dergelijke partnerships.Tevens was dit project een erg klein project binnen de stichting. Definitie vormgeving Industrieel design heeft te maken met producten die industrieel (in serie) gefabriceerd worden. Het omvat op een zeer methodologische wijze tegenstrijdigheden samenbrengen naar de verwachtingen van de consument. Er is een economische maar ook een esthetische, culturele waarde aan verbonden. Reden stopzetting Bij heroriëntatie van programma in 2001 (nieuw strategisch plan vanaf 2002) was design geen thema meer en zal er dus niet meer met geld van de stichting in worden geïnvesteerd. K. Boudewijnstichting wil iets stimuleren, innoverende initiatieven opzetten en een voorbeeldfunctie geven voor andere instellingen. Vormgeving kan vandaag nog wel een thema zijn onder de vorm van een “bedrijfsfonds”: stichting kan bedrijven helpen, die iets willen doen voor een bepaalde doelgroep en dit volledig willen financieren, engagement van 2 à 3 jaar, vb. De Post heeft een project rond alfabetisering. De nieuwe modaliteiten (bedrijfsfonds) zijn te duur voor VIZO. Hiaten Formule was redelijk duur voor de stichting in vergelijking met het aantal gesteunde ontwerpers en bedrijven. Men is sinds ’93 blijven discussiëren over het risico om een jonge ontwerper met weinig ervaring binnen een KMO met weinig ervaring in design te plaatsen. Ontwerpers moesten vaak de sterkte hebben om bepaalde dingen te kunnen doordrijven in bedrijven, om dit op te vangen werd gewerkt met de externe consultants. Beursgeld bedroeg 600.000 Bef. voor de ontwerper, wat weinig was in goede tijden (ontwerpers konden binnen bepaalde bedrijven onmiddellijk een job krijgen voor groter loon, project had toch een meerwaarde, men wou misbruik van de bedrijven om via dit fonds ontwerpers te nemen die ze anders toch zouden betalen, vermijden). Er werd niet genoeg promotie gemaakt voor het initiatief omdat dit voor de stichting geen prioriteit was. Uitstraling Progressieve evolutie in de kwaliteit van de industriële vormgeving, mede door de stage. Er zijn sterke “trekkers” nodig die een imago creëren. België moet meer investeren in een betere kennis van design.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
32
2.1.7. Klara De Smedt (De Winkelhaak) -
Manager De Winkelhaak Productontwikkelaar, afgestudeerd in 1995 aan het Henry van de velde Instituut Te Antwerpen Loopbaan: zelfstandig ondernemer, adjunct van de directeur bij VIZO vormgeving, projectontwikkelaar bij NOA nv Designcenter De Winkelhaak Lange Winkelhaakstraat 26 2060 Antwerpen T 03/ 727 10 30 F 03/ 727 10 31 Website: www.winkelhaak.be e-mail:
[email protected]
Wat? Designcenter de Winkelhaak is een stadsvernieuwingsproject waarbij de omgeving rond Winkelhaakstraat de themabuurt voor design en productontwikkeling moet worden. Het hart is een bedrijvencentrum voor ontwerpers. Moet rendabel zijn na aanloopperiode van 3 à 4 jaar. Juridische structuur designcenter de Winkelhaak: nv Historiek November 1998: stad Antwerpen kocht panden uit de prostitutie op en vroeg NOA nv mee te denken wat in de plaats gerealiseerd kon worden om een impuls te geven aan de wijk. NOA nv werkt een studie uit om het project te definiëren. Waarom een designcenter ? De belangrijkste resultaten van de studie : Creatieve beroepen zijn een spontane motor in buurtherwaardering. Binnen de creatieve beroepen (ambachtsmensen, kunstenaars en ontwerpers) wordt gekozen voor design : het project moet onafhankelijk financieel rendabel zijn, er is dus nood aan een verzekerd inkomen. Binnen de creatieve sector zijn ontwerpers de meest standvastige ondernemingen. Kunstenaars en ambachtsmensen voelen zich bovendien vaak niet aangetrokken tot een nieuwbouw of gemeenschappelijke ruimten, maar zoeken eerder een eigen biotoop. Ontwerpen is geen beroep van 9 tot 5, de werkuren zijn uiterst variabel. Het is zodoende een groep die makkelijk overtuigd wordt om in de omgeving te komen wonen; combinatie wonenwerken is belangrijk voor de wijk. Sector productontwikkeling en design bestaat in België/ Vlaanderen veelal uit zeer kleine ondernemingen. Wil België/ Vlaanderen op termijn een belangrijk imago uitbouwen en design laten groeien tot een belangrijk export product (vgl. Italië, UK, Scandinavië,…) dan is er nood aan een sterkere sector met toonaangevende bedrijven. De Winkelhaak wil een incubatiecentrum zijn voor sterke ontwerpbureaus. Het hart van de onderneming is een bedrijvencentrum voor ontwerpers, waar men bovendien de zelfstandigen intensief coacht, zodat ze doorgroeien naar een sterke onderneming met een eigen infrastructuur die ze bij voorkeur in de onmiddellijke omgeving vestigen. Januari 2001: NOA nv richt de nv designcenter de Winkelhaak op. 26 april 2001: eerste steenlegging designcenter de Winkelhaak, de nv is bouwheer van het project. 21 september 2002: opening fase 1: gebouw designcenter de Winkelhaak + gebouw Paris XL. Toekomst: fase 2 Kon nog niet gerealiseerd worden omdat niet alle eigenaars onmiddellijk bereid waren de panden te verkopen 2 Designcenter zal worden uigebreid met ca. 2500 m extra vloeroppervlakte (Lange Winkelhaakstraat 28, 30, 32 en Dambruggestraat 27 en 29) voor een horeca- en winkeluitbating, eigen administratie, vergaderzalen, stockage en appartementen (zullen verkocht worden, nadruk op combinatie wonen- werken). Realisatie moet wind en waterdicht zijn in 2005.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
33
Structurele samenhang Europese Gemeenschap Financierde mee de nieuwbouw via het URBAN programma. Vlaamse Gemeenschap Financierde mee de nieuwbouw via het Sociaal Impuls Fonds, een fonds voor sociaaleconomische projecten. Stad Antwerpen Financierde mee de nieuwbouw door middel van projectbegroting. Kocht en renoveerde het gebouw Paris XL (hoek Offerandestraat, Dambruggestraat) Kocht 24 panden in de Schaafstraat. Stad Antwerpen lanceerde een architectuurwedstrijd en heeft een privé investeerder gevonden (Hollandsche Vastgeodmaatschappij HVM) om er een nieuwbouw te realiseren met 14 koopwoning voor de middenklasse. Het moet een voorbeeld project worden van “kwalitatief wonen in de stad”. NOA nv Opgericht eind 1995 op initiatief van de BOM (Buurt Ontwikkelings Maatschappij). Investeerders NOA nv: overheid onder vorm van BOM en GOM, een aantal bedrijven en vzw’s: Centea, Mercator & Noordstar, Hefboom, VKW, Anbema en Pijl Buro. “Bedrijfsontwikkelaar”: start bedrijven op die een grote sociale meerwaarde hebben, o.a. een bedrijvencentrum, en had hier dus reeds expertise in, vb. van projecten: Antwerpen Telecenter, het Winkelstraatmanagement, Slachthuis Dam, Permeke en designcenter de Winkelhaak. Designcenter de Winkelhaak nv Dochter van NOA nv, kan voor bepaalde taken terugvallen op het netwerk van NOA. Beschikt over meer dan 20 panden door middel van recht van opstal voor 30 jaar (designcenter de de Winkelhaak, incl. 2 fase, gebouw Paris XL). Investeerders nv Designcenter De Winkelhaak werden door Klara De Smedt aangetrokken tijdens haar functie als projectontwikkelaar bij Noa nv: Bedrijvencentrum NOA, Anbema, Arnold & Siedsma, GOM Antwerpen, KBC, Mercator, Moortgat en Vooruitzicht. Promotionele partners: Toerisme Antwerpen, Feeling Wonen, Actief Wonen, De Lijn, 22 designretailers in Antwerpen, Antwerpen averechts, … Operationeel kader Raad van bestuur designcenter de Winkelhaak Dhr. Leysen: voorzitter Mevr. Peirs: gedelegeerd bestuurder Dhr. Boks (NOA) Axel Enthoven Christine Conix Xavier Kegels wordt vervangen door Klara De Smedt Piet Vandekerckhove Mevr. De Beer (Anacom) Dhr. Hoorweg (Arnold & Siedsma) Dhr. Looten (GOM Antwerpen) Mevr. Docx (KBC) Dhr. Lambrechts (Mercator) Dhr. Moortgat (Moortgat) Dhr. Galliaert (Vooruitzicht) Medewerkers de Winkelhaak: 3 fulltime medewerkers: onthaal, shop en administratie prospectie en commercialisering van de exporuimte management en coaching van de ontwerpers De Winkelhaak kan terugvallen op het netwerk van NOA
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
34
Doelgroep: Het bedrijvencentrum is enkel toegankelijk voor de huurders en hun klanten/ bezoekers: Criteria om atelierruimte te huren in designcenter de Winkelhaak: Reeds enkele jaren zelfstandig zijn, dus geen starters of schoolverlaters Disciplines: grafische vormgeving, architectuur, multimedia en/of productontwikkeling (disciplines die interessant zijn om elkaar te inspireren, kunnen zich samen profileren naar grotere opdrachten toe, netwerken vormen,...). 1 of 2-manszaak, onderneming in ontwikkeling: het gehuurde atelier is een tijdelijke fase Open mind: de andere ontwerpers in het gebouw zijn collega’s geen concurrenten Een inspirerend portfolio -
Gelijkvloers is altijd toegankelijk voor het publiek: Alle geïnteresseerden in design, breed publiek. Concept is nog in ontwikkeling (heropening: najaar 2003)
-
Exporuimte (evenementen staan ALTIJD in het teken van design): 80% van de tijd: B tot B en/ of B to C, de exporuimte wordt verhuurd aan bedrijven voor persvoorstellingen, productpresentaties, workshops, lezingen, etc… 15% van de tijd: tentoonstellingen voor het grote publiek, gratis 5% van de tijd: lokale evenementen: workshops design voor buurtkinderen, presentatie over de heraanleg van de nabij gelegen straten, … In 2002 meer dan 9600 bezoekers.
Doelstellingen en activiteiten 1. Buurtontwikkeling Het aantrekken van een nieuw publiek en een nieuwe retail in de wijk. Zijn mee een drukkingsgroep om bepaalde wijkproblemen aan te kaarten bij de stad. Doorgroeien naar een themabuurt voor design: gebouw Paris XL als voorbeeldproject en pionier. - Gelijkvl oers: gehuurd door Kartell (Italiaans design). ste - 1 verdieping: gehuurd door Molteni (Italiaans design). de - 2 verdieping: kantoorruimte verhuurd aan Servibo (invoerder Spaans design straatmeubilair). de - 3 verdieping: kantoorruimte nog te huur. de de - 4 en 5 verdieping: appartement, deels casco, verhuurd. 2. Kansen geven aan zelfstandige ontwerpers. Bedrijvencentrum: verhuren van ateliers + gemeenschappelijke diensten. Coaching van ontwerpers (huurders): brengt zichzelf op gang, ondersteuning via netwerk (aandeelhoudes, ...). vb. huurders legden op initiatief van manager samen om algemene voorwaarden te laten ontwerpen voor de opties: ruimtelijk ontwerpen, 3D-design, grafisch design . vb. men ijvert bij Mercator (lid raad van bestuur) om voordelige verzekeringen aan te bieden. 3. De promotie van design (cultuurproduct analoog aan “mode”) Designwandelingen (i.s.m. promotionele partners). Tentoonstellingen. Shop voor design . 4. Consultancy Aan bedrijven: momenteel nog geen beleid rond, wel vragen van bedrijven naar multidisciplinaire freelance teams. Aan ontwerpers: niet – huurders (zelfstandige ontwerpers) zijn ook geïnteresseerd in vb. de algemene voorwaarden, interessante verzekeringen,..., men heeft nog geen beleid om deze door te geven/te verkopen aan niet huurders. De Winkelhaak zoekt toenadering tot UDB om deze zaken vanuit de beroepsvereniging (naar model van BNO in Nederland) te organiseren (UDB heeft richtlijnen maar niemand weet dat). De Winkelhaak wil liever de bestaande beroepsvereniging UDB ondersteunen dan een parallel circuit te volgen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
35
Middelen Beginsubsidie nodig maar moet na 3 à 4 jaar rendabel worden door eigen werking. Middelen vanuit nv: 644.500 euro (26 mio. BEF). Inkomsten uit: verhuur van kantoren verhuur Paris XL verhuur exporuimte verhuur vergaderzaal exploitatie shop eigen envenementen (workshops, …) consultancy aan bedrijven en ontwerpers (formule moet nog uitgewerkt worden) Netwerking Permanent netwerk met NOA. Sterke contacten met BNO Nederland. Actor binnen het Belgische O2-netwerk (duurzaam design). Er wordt gewerkt aan een structurele samenwerking met Addict. Occasionele projectsamenwerking met andere actoren. vb. Vitrineproject met VIZO vormgeving vb. Eindejaarstentoonstelling van diverse ontwerpopleidingen Definitie vormgeving Vormgeving slaat louter op de esthetische kant. Productontwikkeling is meer dan vormgeving alleen want is ook duurzaamheid, spaarzaamheid, verpakking, eenvoud in materialen, eenvoud in aantal onderdelen, ... Het is een eindeloze discussie over begrippen…wat telt is: *een goed product *Een goed product is een product met goede prijs/ kwaliteitsverhouding. vb. in deze visie expo “Smart ’n Cool” i.s.m. Antwerpse Waterwerken over kraantjeswater. Hiaten De sector vormgeving wordt bijna volledig bespeeld met overheidsinitiatieven, de ontwerpers zelf bewegen niet (aan ontwerpers wordt niet gevraagd waaraan zij nood hebben). Initiatieven moeten georganiseerd worden vanuit de ontwerpers. Ontwerpers in Vlaanderen zijn vrij individualistisch, open deur mentaliteit zoals in de winkelhaak kan daar verandering in brengen. Uitstraling Man in de straat associeert vormgeving met duur en elitair, dit doordat het meestal zo wordt voorgesteld. Geen grote uitstraling omdat de ontwerpbureaus te klein zijn, hebben daar geen tijd voor, nood aan organisatie, solidariteit en structuur vanuit de ontwerpers zelf. Weinig promotie vb. in buitenland (Cepro deed dat goed). Spanning economie- cultuur De term vormgeving wordt geassocieerd met iets cultureel. Het economische moet gestimuleerd worden, KMO’s moeten gesensibiliseerd worden om het belang van productontwikkeling te erkennen, economisch draagvlak creëren, op lange termijn zal goede productontwikkeling het belangrijkste concurrentievoordeel worden. Kopstukken zoals vb. Verhaert, Enthoven zijn nodig om de sector te dragen vanuit het bedrijfsleven. Er is nood aan meer ondernemingen van dit kaliber. Eens er een goede reputatie en erkenning is, zal het automatisch ook een cultuurproduct worden. (Wat is een cultuurproduct? Iets van eigen bodem waar men fier op is en dat dus al iets bewezen heeft).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
36
Spanning architectuur – vormgeving Architectuur, mode, productontwikkeling, grafische vormgeving, multimedia,… kunnen allemaal samen omdat het allemaal ontwerpers zijn met dezelfde problematiek. De verschillen (of de eigenheid, of de problematiek) is eerder afhankelijk van de producten die geleverd worden: 2D, 3D, virtueel of onderzoek. Architecten hebben een voorsprong omdat hun statuut erkent is en zij via de orde deels gestructureerd zijn Er zijn meer grotere achitectenbureaus dan dat er grote ontwerpbureau’s zijn. (maar wellicht kan de structuur een stuk dynamischer, moderner,…). Moderne versie van orde voor architecten zou voor alle disciplines goed zijn. Geen verplicht lidmaatschap, betalen volgens de diensten waarvan gebruik gemaakt wordt. Een ontwerper laat zich niet in één vakje stoppen en werkt meer en meer multidisciplinair.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
37
2.1.8. Thierry Van Noppen (Huis voor Kunst- en Restauratieambacht HKRA) -
Administratief secretaris HKRA Huis voor Kunst- en Restauratieambacht Maison des Métiers d’Art et du Patrimone Dansaertcentrum – Aalststraat 7 1000 Brussel T 02/ 513 13 39 F 02/ 513 99 70 Website: www.mmap-hkra.be e-mail:
[email protected]
Wat? HKRA wil door middel van activiteiten de kunst- en restauratieambachten in Brussel bevorderen. HKRA wil op lange termijn een algemeen kader creëren dat gunstig is voor de ontwikkeling en de uitbreiding van de traditionele en hedendaagse vormgeving (kunstambachten, grafische en digitale vormgeving, meubelontwerpen, inrichting van private en publieke plaatsen, industriële design) en restauratieambachten (knowhow en deskundigheid op het gebied van de restauratie van meubilair en architecturaal erfgoed). Dit streven om bedreigde of zich ontplooiende professionele knowhow een nieuwe dynamiek te geven, heeft tot doel er het voortbestaan van te verzekeren en een identiteit te creëren door een label “Made in Brussels” dat zowel in België als in het buitenland als referentie kan fungeren. Interprofessioneel en overkoepelend organisme. Brussel wil, als hoofdstad, een brug leggen tussen de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap. Juridische structuur: vzw Historiek Brusselse schepen van Cultuur, mevr. Marion Lemesre, vraagt Lise Coirier om een studie te doen over de haalbaarheid van een initiatief om de kunst- en restauratieambachten in Brussel te promoten(voorstel vanuit een mogelijke lacune). 2001: oprichting vzw Huis voor Kunst- en Restauratieambachten, erkend door de regeringen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Cocof en het VGC. Plannen om eind 2003 te verhuizen naar het Wijnpaleis in de Huidevettersstraat te Brussel (geklasseerd gebouw, momenteel van OCMW van stad Brussel). Verhuis moet ook een nieuwe economische en culturele impuls geven aan de historische Marollenwijk. Mei 2002: faillietverklaring van HKRA, organisatie wordt behouden in naam, vzw blijft bestaan, inkomsten dienen om schulden af te betalen, HKRA gaat op non-actief. Plannen om de naam te behouden en eventueel, na vereffening van de schulden (subsidies zullen daarvoor aangewend worden), activiteiten weer op te nemen, mogelijk gaat de verhuis door. Structurele samenhang Directiecomité: iedere subsidiënt heeft een afgevaardigde in de raad van bestuur voorzitter: Marion Lemsre ondervoorzitter: Yvan Mayeur, Johan Vlacke, Thierry Wauters secretaris: Henri Simons penningmeester: Francois Perl leden: Suzette Henrion, Karina Luytens, Olivier Poulaert directrice: Lise Coirier administratief secretaris: Thierry Van Noppen Dagelijkse werking: 2 medewerkers: Lise Coirier en Thierry Van Noppen, aangevuld met studenten, stagairs,… Doelgroep Segment: HKRA legt zich toe op kunst- en restauratieambachten en design omdat: design “in” is en mee de naam van het HKRA moest opbouwen. er nog geen Franstalig platform was voor de Brusselse, Waalse designer (in Vlaanderen, VIZO).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
38
Doelgroep: Ontwerpers (van kunstambachten, industriële ontwerpers,…breed) Voor breed publiek Doelstellingen en activiteiten 1. Informatie Opstellen en updaten van de gegevensbanken: gegevensbank kunstambachten, gegevensbank design, gegevensbank scholen en pers, verspreiden van gegevens op vraag. Organiseren en opvolgen van de rondetafelgesprekken “Brussel Design” in het kader van het programma Brussel Export ( bevorderen van de export van de Brusselse actieve designers en ondernemingen). 2. Publicaties Boek “Métiers d’art à Bruxelles et environs” (co-uitgeversschap met de Stichting voor de Kunsten). Boek"Design Guide: Made in Belgium" (in co-uitgeversschap met de Stichting voor de Kunsten en VIZO). Uitgeven van een Gids van de KMO’s (i.s.m. Ministerie van Economie en Tewerkstelling). Uitgave van een brochure over de scholen en de opleidingen betreffende het domein van de kunst- en restauratieambachten (i.s.m. Staatssecretariaat, bevoegd voor Monumenten & Landschappen). 3. Onderzoek 2002: Studie over de tewerkstelling in de sector van de kunstambachten, design en de conservatie- en restauratieambachten (i.s.m. het Observatorium van de Kwalificaties (BGDA), het OPT en het Europees Sociaal Fonds). 4. Tentoonstellingen Mogelijk later een vitrine waarin werk kan tentoongesteld worden. 2001: “30 designers” (ter gelegenheid van open monumentendag), “Transitidea” (Interieur). 2002: Weekend voor de Kunst en restauratieambachten (opendeurdagen in ateliers in technischeen kunstscholen, ateliers van ambachtslui en restaurateurs in het Brusselse), Tentoonstelling over design “Une Nouvelle, Belgique” (i.s.m. VIZO, CIVA ). 5. Beursdeelname Deelname aan verschillende beurzen: Artisanaar, authentique,… Middelen 11 subsidiënten: VIZO – Dienst Vormgeving Stad Brussel, vertegenwoordigd door het schepenambt van Cultuur en Onderwijs, zou gedurende 6 jaar, ieder jaar 1 mio. BEF. geven, wat niet bewezen moest worden 2 OCMW Brussel: stellen pand van 1000 m ter beschikking in Wijnpaleis Brussels hoofdstedelijk gewest, vertegenwoordigd door het Ministerie van Buitenlandse Handel, Ministerie van Economie en Werkgelegenheid, het Staatssecretariaat belast met Monumenten en Landschappen, Ministerie van externe betrekkingen Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Brussels Hoofdstedelijk Gewest Commission communautaire Française (COCOF) vertegenwoordigd door de voorzitter van het College en het Lid van het College belast met de beroeps- en permanente vorming van de werkende klasse, Communauté Wallonie_Bruxelles IFPME Europese Comissie, Europees Structureel Fonds, EFRO Occasionele sponsoring Projectsponsoring met vb. Modular, co- uitgeversschap van boeken met Stichting voor de Kunsten Opmerking: Momenteel 173.525 euro schulden Netwerking Occasionele samenwerkingen, vb. met VIZO vormgeving, één van de partners. Contact met de verschillende subsidiënten.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
39
Hiaten Redenen failliet HKRA Niet tijdig ontvangen van de subsidiegelden waardoor men moest gaan lenen en terugbetalen met interest (subsidies van stad Brussel voor 2001werden in jan 2001 aangevraagd, in april 2002 uitgekeerd). HKRA was afhankelijk van 11 subsidiënten, waardoor de administratie voor de aanvraag tot subsidie zwaar maakte. Geen problemen met laattijdige subsidie-uitkeringen vanuit de Nederlandstalige kant (VIZO, VGC). Raad van bestuur stemde (te) gemakkelijk in met de voorgestelde projecten (soms maar 3 aanwezigen + 3 volmachten, totaal 10 leden). Raad van bestuur werd niet goed geïnformeerd over de hoeveelheid geld die nog restte (directrice rekende al te veel op subsidies die nog niet goedgekeurd waren). Algemeen hiaten Geen Belgische identiteit, andere buurlanden zijn design landen, België valt ertussen uit. Te veel verspreiden van middelen, Vlaanderen, Wallonië, beter werken aan één Belgisch label. (Antwerpen heeft zich met de mode wel kunnen profileren als stad maar dit omdat er zeer veel in is geïnvesteerd). Uitstraling Geen uitstraling omdat we onszelf niet genoeg profileren. Wel goede kwaliteit aanwezig in België. Designers nemen te weinig deel aan vb, initiatieven van Brussels Export, initiatieven zijn ook niet gekend bij de ontwerpers. HKRA wou een Belgische identiteit creëren, de link vormen, vanuit Brussel werken (Vlaanderen, Wallonië en Brussel zijn te klein om bekend te zijn in het buitenland, liever zich profileren als België). Man in de straat is meer en meer met “vormgeving” bezig omdat hij/zij zich wil omringen met mooie voorwerpen. Spanning economie - cultuur Het economische moet eerst geactiveerd worden, Belgische bedrijven moeten willen investeren in goede en verzorgde vormgeving, daarbij moet er een Belgisch label gecreëerd worden. Later kan van Belgische vormgeving dan weer een cultuurproduct gemaakt worden.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
40
2.1.9. Hans Soenen (Opiok) -
Docent Hogeschool West-Vlaanderen, departement PIH (ingenieur industrieel ontwerpen) Initiatiefnemer Opiok Hogeschool West-Vlaanderen, departement PIH Graaf Karel De Goedelaan 5 8500 Kortrijk T 056/ 24 12 11 F 056/ 24 12 24 e-mail:
[email protected]
Wat? Opiok – Open Platform Industrie Ontwerpen Kortrijk. Doel om alle structurele partners in Kortrijk die met ontwerpen te maken hebben samen te brengen. Geen aparte juridische structuur, vrijwilligers, plannen om er eventueel een vzw van te maken (officiële instanties werken soms moeizamer dan niet-officiële). Historiek Kortrijk kent tweejaarlijks het initiatief Interieur, 120 000 bezoekers (biënnale). Kortrijk heeft verschillende ontwerpopleidingen: textiel ontwerpen, industrieel ontwerp, multimedia en communicatie, mode, architectuur en binnenhuisarchitectuur. Rond Kortrijk bevinden zich verschillende KMO’s die meer en meer gesensibiliseerd zijn voor het belang van productdesign, interieurdesign,… Het stadsmuseum van Kortrijk werkt occasioneel rond design : vb. designtentoonstelling met werk van De Coene, heeft niet de intentie om een designmuseum te worden zoals dat van Gent. Doelgroep Actoren actief in het Kortrijkse: Ontwerpopleidingen Industrie (KMO weefsel in West-Vlaanderen) Stad Kortrijk (stadsbestuur) Musea: stadsmuseum Stichting Interieur (wil zich als organisatie volledig onafhankelijk houden) Doelstellingen en activiteiten Actoren vrijblijvend aan tafel brengen om eventueel samen te werken, zonder dat de verschillende actoren hun autonomie verliezen. Activiteiten: Organisatie van vergaderingen met de verschillende partners. Nagaan wie wat wanneer doet. Kijken waar de scholen eventueel iets kunnen inbrengen (samenwerkingen met bedrijven, exposities uitbouwen,…). Waar kan er gecentraliseerd worden, samen activiteiten georganiseerd zodat ze samen naar voren komen? Tijdens de Interieur biënnale 2004 kunnen misschien nog andere activiteiten georganiseerd worden om het evenement te versterken? (in de stad zelf, expo ligt immers aan de buitenrand) Mogelijk kunnen er verschillende werkgroepen ontstaan: werkgroep onderwijs, industrie, expositie,…Indien men met een te grote groep begint, werkt het niet. Momenteel is er al een werkgroep met alle ontwerpscholen, denken reeds in dezelfde richting. Middelen Geen middelen voor initiatief Opiok. Stad Kortrijk zou eventueel een startkapitaal geven voor enkele praktische zaken. Indien Opiok een juridische structuur krijgt is er een startkapitaal nodig.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
41
Netwerking Iedereen wil samenwerken maar niemand neemt het initiatief om ze samen te brengen. Hans Soenen neemt die taak op zich voor Kortrijk. Platform zelf is als basis een samenwerkingsverband. Nog geen samenwerking met VIZO (meeste van hun activiteiten zijn in Brussel, te ver), misschien in de toekomst wel mogelijk. VIZO neigt wel meer naar het artisanale design. Interieur neemt om de twee jaar een nieuwe artistiek directeur, nog geen idee wie het zal worden, Opiok hoopt vlot samen te kunnen werken. Hiaten Iedereen wil wel samenwerken maar iemand moet het initiatief nemen om ze effectief allemaal bij elkaar te brengen, deelnemers zijn enthousiast over het initiatief. Opiok is niet op de hoogte van de plannen van de stad Kortrijk, stelt zich de vraag of er financiële middelen gaan vrijkomen vanuit de stad. In Kortrijk werd ondertussen een vacature voor een designmeester uitgeschreven. Interieur is niet ingebed in stedelijk weefsel, ligt langs de rand van de stad, is maar 1 keer in 700 dagen, ontwerpscholen zijn er iedere dag. De drie ontwerpscholen in Vlaanderen: Antwerpen, Kortrijk en Genk hebben geen officiële bezoeken aan elkaar, werken weinig samen. PIH is vragende partij om de opleidingen naast elkaar voor te stellen elk met hun specifieke accenten. Vlaamse regering moet actief alles op gebied van productdesign samenbrengen en promoten via beurzen, …imago optrekken, is in ieders belang. Overheid heeft geen beleid voor productvernieuwing, enkel IWT maar dit heeft een duidelijke technologische basis. Vraag naar een beleid dat actief de productontwikkeling en vormgeving steunt. Geen platform vanuit de overheid maar eerder stimuli voor de ontwerpers, bedrijven, scholen die ermee bezig zijn. Design en Onderneming van de K. Boudewijnstichting was een mooi initiatief maar te beperkt, slechts enkele laureaten per jaar. Uitstraling Meubelontwerp is in het buitenland bekend dankzij de inspanningen van Interieur, vb. op meubelbeurs in Milaan, Meubelontwerp uit Vlaanderen wordt gekenmerkt door een soort van minimalisme, het onderkoelde, vb. Maarten Van Severen Vlaams productdesign wordt niet gepromoot, geen uitstraling (VIZO richt zich vaak meer op het artisanale: juweelontwerp, keramiek,…) Eerdere projecten zoals Cepro, Pronto (Hadewijch Van Hoey) hebben een beweging op gang gebracht die resulteert in een bewustmaking bij de bedrijven. Spanning economie - cultuur Economisch aspect overweegt, zinloos indien producten worden ontworpen die niet verkoopbaar zijn. Spanning architectuur – vormgeving Er zijn veel raakvlakken: meubilair, verlichting, interieur,… Industrieel ontwerp is meer dan de raakvlakken alleen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
42
2.1.10. Jan Boelen (Z33/ Platform Vormgeving) -
Medewerker Z33, Platform Vormgeving Ex medewerker CEPRO Z 33 Zuivelmarkt 33 3500 Hasselt T 011/ 29 59 60 F 011/ 29 59 61 website: www.limburg.be/z33
Wat (platform vormgeving)? Platform Vormgeving (Z33 met een aantal partners uit Limburg) wil een beleid rond vormgeving ontwikkelen teneinde opleiding, netwerking, ontwikkelingskansen, promotie en export van design te stimuleren. Dit is traditioneel het initiatief “Toegepast” maar in een nieuwere, andere versie. Geen aparte juridische structuur, alle leden van Platform ondertekenen een afsprakennota, provincie zorgt voor de werkingskredieten. Historiek Provincie Limburg heeft een traditie rond vormgeving (initiatieven o.a. Toegepast). Vroegere “Commissie Kunstambachten” evolueert nu naar een “Platform Vormgeving” waarin alle actoren rond vormgeving in Limburg samen komen. Belangrijke trekkers op het gebied van vormgeving zoals Kenis, Stockmans, Casimir, Raf Simons,... Structurele samenhang Z33 (vroeger PCBK – Provinciaal Centrum voor Beeldende Kunsten – Begijnhof Hasselt) heeft nieuwe naam en krijgt een nieuwe invulling. (in Limburg studeren veel mensen af rond vormgeving, vandaar sterke focus op vormgeving) Z33 is één van de instellingen onder de directie cultuur van Provincie Limburg. Z33 zal zich profileren als (missie): Presentatiecentrum: is ontwikkelaar van integrale, multidisciplinaire projecten vanuit media, vormgeving en beeldende kunst. Kenniscentrum: neemt initiatieven die de netwerking op provinciaal en internationaal niveau tussen de overheid, bedrijfswereld, ontwerpers, kunstenaars en onderwijs stimuleren en ondersteunen. Platform Vormgeving (voormalige commissie kunstambachten): Z33 is coördinator van het platform en misschien ook katalysator (hefboom voor andere activiteiten van Z33, kenniscentrum zal geactiveerd worden vanuit Platform Vormgeving). Platform Vormgeving wil Limburg positioneren als creatief en innovatief. Samenwerkingsverband waarin de twee Limburgse hogescholen, samen met Z33 vaste leden van platform zullen worden. Anderen (ontwerpers, ontwerpverenigingen, collectieven bedrijven, bedrijfsorganisaties zoals GOM, Kamer van Koophandel,…) zullen ad hoc betrokken worden. Personeel: Z33 heeft 15 fulltime medewerkers. Platform Vormgeving: 8 à 9 persponen (kerngroep 3 personen). Doelgroep Platform Vormgeving Beleid vertrekt vanuit de Limburgse situatie, Platform wil haar acties uitdragen naar Vlaanderen en Europa. Focus ligt op industriële-, grafische- en reclamevormgeving, voor professioneel publiek. Binnen Z33, het presentatie en kenniscentrum, krijgt vormgeving een bredere invulling, naar een groter publiek toe.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
43
Doelstellingen en activiteiten Platform Vormgeving Strategische doelstellingen Platform Vormgeving: Gerichte productieopdrachten - Samenbrengen van bedrijfsleven en ontwerpers Actieplan: 1. Project Myron II: Vervolg van Myron I, project eind jaren ’90: projectmatige tewerkstelling van vormgevers in bedrijven realiseren. Heeft 3 pijlers: informatie en promotie verlenen, netwerking bevorderen en designmanagement stimuleren. Concreet: initiatieven die de netwerkvorming tussen bedrijfswereld, ontwerpers, overheid en onderwijs- en onderzoeksinstellingen stimuleren en bevorderen. Voorwaarde voor slagen van Myron II: brede bewustmakingscampagne noodzakelijk gericht op industrie, ontwerpers en publiek. Heeft dossier ingediend voor EFRO-steun, afhankelijk daarvan zal men een coördinator aantrekken. 2.
ste
-
Toegepast (vroeger project van commissie kunstambachten, nu 8 editie, nu wel binnen de nieuwe structuur): Laureaten uit de opleidingen productdesign, grafische vormgeving, beeldende kunst en interieur worden in staat gesteld om een nieuw project uit te werken onder leiding van een ervaren vormgever. Er wordt actief promotie gemaakt: designcircuit door de stad, tentoonstelling, interesse van bedrijfsleven wordt gewekt. Voorwaarde: laureaten moeten een verband hebben met Limburg (wonen of gestudeerd hebben).
3. -
Productieondersteuning: Steun- en stimuleringsfunctie naar het Limburgse werkveld. Geeft gerichte productieopdrachten aan derden. Indienings- en bekendmakingsprocedure moet nog uitgewerkt worden.
-
-
Middelen Z33 en Platform Vormgeving worden uitsluitend gefinancierd door de provincie Limburg. Werkingsbudget Z33 (alles inclusief): 10 mio. euro. Werkingsbudget Platform Vormgeving: 24 800 euro (3 750 euro voor Myron II, 17 250 euro voor Toegepast, 3 800 euro voor productieopdrachten). In de toekomst onderzoeken of additionele subsidie mogelijk is (vb. commissie voor architectuur en vormgeving). Netwerking Platform Vormgeving heeft een samenwerkingsverband tussen verschillende partners (Hogescholen in Limburg, Z33,...) als basis. Samenwerking kan indien er een win-win situatie ontstaat voor alle deelnemende partijen. Definitie vormgeving Platform vormgeving legt focus op industriële en grafische vormgeving. Indien kunstambachten (vb. keramiek) industrieel vervaardigd worden, dan is dit eveneens industrieel design. Hiaten Vraag naar een coherent, integraal beleid specifiek voor vormgeving. Er is momenteel geen beleid waarbij design structueel wordt ondersteund, er is ook geen traditie om zoiets te doen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
44
Mogelijkheden Vlaamse overheid intern: moet het bewustzijn rond kwaliteitsvolle vormgeving activeren, een statement maken (cfr. In Nederland wordt designbewustzijn met de paplepel ingegeven). Vraag naar een designmeester (analoog aan Vlaams Bouwmeester) die norm wordt voor kwaliteitsvormgeving, die zichtbaar aanwezig is voor het grote publiek. Bij iedere aankoop zouden andere dan louter prijscriteria een rol moeten spelen. Overheid als opdrachtgever voor vomgevingsprojecten. Extern, organisatie van veld in Vlaanderen Vraag naar een soort Fonds voor Vormgeving, waar een aantal mensen samen zitten uit verschillende sectoren die integrale (cultuur, toerisme, economie, onderwijs, export,...), meerjarige projecten goedkeuren en daar een bedrag aan kunnen uitgeven. Voorbeelden van dergelijke projecten: F3 (Form From Flanders van ex-Cepro) waarbij eigenlijk een label werd gecreëerd, prijzententoonstelling die ging reizen, educatief programma, .... Kan ook vb. een educatief project zijn (vb. Design Counsil in Engeland, project waarbij kinderen lampen ontwerpen). Accent (export, educatie,...) moet van project tot project verschuiven. Projectmatige subsidie vanuit de verschillende overheden, eventueel participatie vanuit bedrijven. Fonds kan een inhoudelijke taak krijgen, cfr. Sticting Premsela in Nederland. Fonds kan werkbeurzen uitgeven (zoals in Nederland). Uitstraling Er is geen uitstraling omdat het niet zichtbaar wordt gemaakt, pr-probleem. Er is kwaliteit maar die wordt nooit structureel ondersteund (iedereen denkt dat het niet mogelijk is omdat we geen traditie hebben van het te communiceren). Bij architectuur is er reeds verbetering door structurele ondersteuning. Spanning economie - cultuur Vormgeving moet een component zijn van een gebalanceerde integrale (economie, cultuur, export, toerisme, onderwijs, wetenschap en technologie,...) aanpak. Spanning architectuur – vormgeving Inhoudelijk is er een link tussen architectuur en industriële vormgeving. Architectuur en vormgeving kunnen niet worden samengenomen omdat ze anders georganiseerd zijn. Vb. architecten hebben de orde, zijn regionaal georganiseerd,... vormgevers, kan zowel juweelontwerpers als industriële ontwerpers zijn… Een instituut voor vormgeving zou een totaal andere vorm moeten krijgen dan het VAi, eerder een Fonds voor Vormgeving zoals beschreven onder hiaten/ mogelijkheden.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
45
2.1.11. Bob Vanden Eynde (Provincie Oost-Vlaanderen) -
-
Bestuurssecretaris, Dienst 91- Kunst en Cultuur Verantwoordelijk voor culturele projecten, grensoverschrijdende samenwerkingen en de subsidieverlening voor de sectoren beeldende kunst, vormgeving, culturele uitwisseling, culturele projecten. Adviescommissies beeldende kunst, projecten, podiumkunsten, muziek, algemeen culturele werking. Jury provinciale prijs beeldende kunsten, vormgeving en popmuziek,… Dienst 91 – Kunst en Cultuur PAC Het Zuid Woodrow Wilsonplein 2 9000 Gent T 09/ 267 72 57 Website: www.oost-vlaanderen.be/cultuur e-mail:
[email protected]
Wat? Provinciale initiatieven rond vormgeving. Historiek 1975: Start van activiteiten, voornamelijk gericht op ambachtelijke vormgeving. Jaarlijkse prijs voor 1 discipline, afwisselend: keramiek, textiel- en weefkunst, glaskunst, edelsmeedkunst,… Sinds ’97: overschakeling naar tweejaarlijkse prijzen, meer prijzengeld, alternerend tussen: Provinciale Prijs Vormgeving: voor de disciplines: ambachtelijke-, industriële- en grafische vormgeving, moeilijk omdat de verschillende disciplines tegen elkaar moeten worden afgewogen in één wedstrijd. Provinciale Prijs Beeldende kunst: voor alle plastische uitdrukkingsvormen, kunsten Voor architectuur bestaat een afzonderlijke tweejaarlijkse prijs bij zusterafdeling “Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium”. Structurele samenhang e De Provincie bestaat uit 11 directies, waarvan Cultuur en Monumentenzorg de 9 is. Binnen deze directie maakt men de onderverdeling tussen “Kunst & Cultuur” en “Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium”. e Het beheer van de musea gebeurt gecentraliseerd onder de 9 directie. Operationeel kader Medewerkers: 30– tal mensen voor Kunst en Cultuur. Jury voor de Provinciale Prijs Vormgeving, editie 2002: Voorzitter: Andrea De Kegel Ondervoorzitters: Carine Stevens en Bob Vanden Eynde Leden: Johan Valcke (VIZO), Lieven Daenens, Piet Vandekerckhove, Rudi Vercruyssen en Inge Vrancken (mensen uit de sector) Secretaris: Jacqueline Van Laethem (administratie Kunst & Cultuur) Doelgroep: Voor de tentoonstellingen wordt er hoofdzakelijk gericht op mensen uit de sector (vormgeving en beeldende kunsten) en toeristen, maar een duidelijk beeld over het bezoekersprofiel bestaat er niet. Doelstellingen en activiteiten i.v.m. vormgeving 1. Talentscouting: goede vormgevers zoeken d.m.v. tweejaarlijkse prijzen. Er wordt 1 laureaat gekozen, enkele genomineerden en nog enkele anderen worden eveneens geselecteerd om in de tentoonstelling (en in catalogus) opgenomen te worden. Prijzengeld: 7500 euro. Voorwaarden voor deelname: geboren in Oost-Vlaanderen en/ of er 5 jaar gewoond of gestudeerd hebben. X aantal recente werken voorleggen: aantal afhankelijk van de discipline. dossier indienen met visueel materiaal.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
46
-
-
Motivatie van de Provincie om dergelijke prijs te organiseren, is gegroeid vanuit de wetenschap dat de vormgevers in Oost-Vlaanderen ondersteund moeten worden in het uitbouwen van hun carrière, activiteiten. Vermits er nood is aan promotie en naamsbekendheid, tracht de provincie hierin haar steentje bij te dragen. Laureaten, genomineerden van de prijs krijgen vaak een duwtje in de rug dankzij de prijs. De promotie van de Prijs Vormgeving gebeurt actief via pers, regionale tv, scholen, affiches, flyers,…
2.
Promotie van vormgeving bij het grote publiek vb. jaarlijkse tentoonstelling met resultaten van de Provinciale prijs voor Vormgeving.
3.
Steunen van laureaten en genomineerden van die prijzen: vb. grafici aan werk helpen door hen de eigen (publicaties van de provincie) uitgaven te laten ontwerpen, werken aankopen van de ambachtelijke vormgevers (voor industriële vormgevers bestaat er nog niets dergelijks) Aankoopbeleid: budget: +/- 75 000 euro beschikbaar voor aankopen (niet alleen voor vormgeving) Adviescommissie: samengesteld orgaan van deskundigen binnen de kunst en vormgeving en ambtenaren, adviseert 2 à 3 keer per jaar de bestendige deputatie die zorgt voor de uitvoering van het Oost-Vlaamse kunstenbeleid. Dit advies is niet bindend. Er worden steeds werken aangekocht van Oost-Vlaams gelinkte personen, voor vormgeving bij voorkeur laureaten of deelnemers van de prijs. De aangekochte werken worden in de mate van het mogelijke in de openbare ruimtes van de provincie tentoongesteld (administratieve gebouwen, scholen, provinciehuis). Andere werken worden gestockeerd in opslagplaats tot er mogelijkheden zijn. Er wordt een inventaris bijgehouden.
4.
Publicaties uitgeven: vormgeving specifiek: enkel de catalogus van de Prijs voor Vormgeving.
5.
Subsidies verdelen: zowel de structurele als occasionele bijdragen voor hun activiteiten (altijd financieel). Vormgeving: er zijn weinig of geen verenigingen specifiek met vormgeving bezig. Beeldende Kunst: vb. Vrienden van het SMAK krijgen 3718 euro provinciale subsidie, naast subsidie van de stad Gent en de Vlaamse Gemeenschap. Voorwaarden om al dan niet in aanmerking te komen voor subsidies worden autonoom bepaald door de provincie Oost-Vlaanderen (op basis van reglementen door de provincieraad goedgekeurd).
-
Middelen Algemeen: 12 à 15% (= 200 - 300 mio. BEF.) van de totale begroting van de cel Cultuur gaat naar de afdeling “Kunst en Cultuur”. Dit is geld voor subsidies en de organisatie van eigen activiteiten (publicaties en tentoonstellingen). De personeelskost wordt verhaald op het algemeen budget van de provincie (personeelsdienst). De uitgaven voor vormgeving bedragen maar een zeer klein percentage van het geld voor “Kunst en Cultuur”. Uitgaven voor vormgeving: prijzengeld (7500 euro per editie, 5000 euro voor laureaat, 2500 euro te verdelen onder genomineerden), promotie, tentoonstelling, catalogus rond Prijs voor vormgeving, facturen van ontwerpers die door de provincie ingehuurd worden om vb. een publicatie te verzorgen. Daarbuiten worden nog werken aangekocht, vb. tafel Fabiaan Van Severen (12 500 euro), verlichting Jos de Vriendt (2500 euro). Netwerking Geen directe samenwerkingen met VIZO, design museum,… Dit mede omdat de provincie nu een eigen centrum heeft voor kunst en cultuur (Caermersklooster) om tentoonstellingen te houden. Vroeger (20-25 j geleden) nog wel publicaties uitgegeven samen met Design museum Gent. Echt samenwerken met andere vormgevings-instaties zoals o.a. het VIZO ligt dikwijls moeilijk omdat het werkingsgebied van de provincie beperkt is tot Oost-Vlaanderen. Rechtstreeks contact met scholen blijkt er niet te zijn. Het blijft een wederzijds communiceren van de eigen activiteiten. Relaties met of vragen uit het bedrijfsleven zijn minimaal of onbestaande. De prijs voor vormgeving wordt bewust niet samen met en bedrijf uitgereikt om dit initiatief zuiver cultureel te houden.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
47
Definitie vormgeving Vormgeving is iets waar we dagelijks mee geconfronteerd en door beïnvloed worden. Mensen moeten beseffen dat er aandacht besteed wordt aan de voorwerpen die ze in het dagelijkse leven gebruiken. Aan die bewustmaking wordt gewerkt met verschillende instanties: de provincies, de Vlaamse Gemeenschap, de dienst Kunstambachten van VIZO,… Geen idee in hoeverre die doelstelling bereikt wordt. Hiaten Men krijgt de vraag van ontwerpers waarom de provincie, die toch een voorbeeldfunctie heeft, geen “designmeester” aanstelt die het goede voorbeeld zou kunnen geven. Beleidsverantwoordelijken verwierpen het voorstel vanuit de overtuiging dat design heel onpraktische en ongemakkelijke dingen zijn. Men associeert design vaak met ongemakkelijk en te duur. Economaat, bevoegd voor de aankoop van uitrusting, heeft geen affiniteit met design. Voor industriële vormgevers bestaat er buiten de prijs geen andere concrete ondersteuning. De collectie vormgeving (het aangekochte kunstpatrimonium) van de Provincie wordt niet voor het grote publiek tentoongesteld (momenteel is er geen museum). Alles staat in een archief of verspreid in verschillende gebouwen van de Provincie. Het initiatief om samen met het bedrijfsleven een prijs uit te schrijven voor industriële vormgeving werd verworpen. Men wil dergelijke prijs zuiver houden van commercie. Voor deze discipline is dit echter weinig hoopgevend, zij teren op opdrachten uit de industrie. Uitstraling De man in de straat is niet echt bezig met vormgeving, hoewel de aandacht toch een beetje groeit. De vooroordelen (het grote prijskaartje, ongemakkelijk materiaal) blijven bestaan. Spanning economie- cultuur De Dienst Kunst en Cultuur tracht de economische factor te scheiden van de culturele. Hun projecten en initiatieven rond vormgeving zijn dan ook zuiver cultureel. Spanning architectuur – vormgeving Binnen Kunst en Cultuur heeft men weinig contact met architectuur. Er bestaat wel een link tussen vormgeving en architectuur. Niet overtuigd van noodzaak om de twee disciplines samen te brengen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
48
1.2.12. Jan Timmermans (Stichting voor Kunstpromotie) -
Directeur Stichting voor kunstpromotie Stichting voor Kunstpromotie Handelskaai 18 1000 Brussel T 02/219.40.80 F 02/219.04.62 website: www.stichting-kunstpromotie.be e-mail:
[email protected]
Geen grote link met vormgeving, eerder met beeldende kunst. Via de K-Club activiteiten komen ze soms in contact met vormgeving. Sommige actoren (Stichting Interieur, Designcenter De Winkelhaak) behoren tot ledenbestand van K-Club. Wat? Stichting voor Kunstpromotie wil bruggen bouwen tussen economie en cultuur, maatschappelijke meerwaarden realiseren. Haar werkterrein bevindt zich op de raaklijn tussen profit en non-profit. Adviserende en/ of realiserende functie. Juridische structuur: vzw Historiek 1986: Oprichting van de Stichting voor Kunstpromotie in het zog van een groeiende interesse voor bedrijfssponsoring in het algemeen en cultuursponsoring in bijzonder. Stichting voor Kunstpromotie ging voor vele actoren in het culturele veld fondsen werven. Bedrijven konden de vragen voor financiële ondersteuning niet blijven volgen. De geldstroom via de bedrijven zou nooit de overheidssubsidies kunnen vervangen of evenaren. Besef dat de wisselwerking tussen profit en non-profit veel verder gaat dan sponsoring en fondsenwerving. Nieuwe aanpak: stichting ging bij zoveel mogelijk bedrijven prospecteren om, samen met hen, te zoeken naar bedrijfsstrategische reden om te investeren in de culturele sector. Op een strategische lange termijn moesten zachtere waarden in het bedrijfsleven worden ingebracht, waardoor de twee werelden (kunst en bedrijfsleven) met elkaar kunnen verenigd worden. Midden jaren ’90: start van diverse nieuwe initiatieven om de positie van de non-profit te versterken. Opleidingen en advies aanbieden aan de non-profitsector opdat die zich meer bedrijfsmatig zou kunnen organiseren. Uitbouw van een bedrijvenclub met de bedoeling de ondernemers dichter bij het culturele gebeuren te brengen. Stimuleren van de wisselwerking tussen de economische wereld en de culturele sector, waaruit dan wederzijds respect zou groeien. Operationeel kader Raad van bestuur Alfons Borremans, Gedelegeerd Bestuurder Schiesser International Jan Briers jr., Gedelegeerd Bestuurder Festival van Vlaanderen Prof. dr. Mark Buelens, Vlerick School voor Management Luc Delrue, Coördinator Anno '02 Paul Huvenne, Directeur Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Eric Temmerman, Directeur Kunstencentrum Vooruit Dirk Vandekerckhove, Uitgever Roularta Media Groep Scarlett Van der Meulen, Marketing Communications Manager NCR Teradata Jan Vermassen, Programmadirecteur Brussel 2002 Raynier van Outryve d'Ydewalle, Ere-voorzitter GIMV Medewerkers: 3 fulltime medewerkers, 3 freelancers (2 op zelfstandige basis en 1 op vrijwillige basis)
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
49
Doelgroep: Bedrijven, openbare besturen en overheden (lokaal, regionaal). Non-profit: artistieke sector, socio-culturele en sociale sector. Pers Voor België, meest leden wel uit Vlaanderen (wegens het bedrijfslandschap in Vlaanderen). Doelstellingen en activiteiten Missie: Het spanningsveld tussen kunst en economie is een belangrijke creatieve factor in de samenleving. Opdat deze dynamiek kan bijdragen tot meer individuele en collectieve ontplooiing en tot duurzame ontwikkeling wil de stichting voor kunstpromotie vzw: Een klimaat van vertrouwen en bewustwording stimuleren tussen mensen uit de economische en de culturele wereld met het oog op een toenemende uitwisseling van kennis en middelen. Beschikbaar zijn als competentiecentrum en gesprekspartner voor de overheid, de academische wereld en de media inzake de wisselwerking tussen cultuur en economie. Op Europese schaal culturele bedrijfsprojecten realiseren en aandacht wekken voor nieuwe vormen van samenwerking tussen cultuur en economie. Een lerende organisatie zijn voor alle medewerkers met als kernwaarden: openheid, eerlijkheid en totaalinzet. Belangrijkste activiteiten: 1. Netwerking en K-club (voor bedrijven, te betalen) Vereniging met een 90 tal leden (grote en middelgrote ondernemingen) kunnen 8 keer per jaar deelnemen aan exclusieve activiteiten georganiseerd door de stichting. Dit bevordert de netwerking tussen de verschillende ondernemers (vb. De kleine prins, première voorstelling, bezoek aan Designcenter De winkelhaak…). Stichting geeft bedrijven (K-club leden tegen betaling) de mogelijkheid zakenrelaties op exclusieve evenementen (die zelf worden ontwikkeld of exclusieve hoogtepunten zijn) uit te nodigen en ondersteunt zo de pr van de bedrijven. 2. Projecten met bedrijven (consultancy op maat) De stichting voor kunstpromotie verleent professioneel advies aan de bedrijfswereld en begeleidt de realisatie van bedrijfsprojecten. 3. Opleidingen voor de non-profitsector: zakelijke omkadering van de culturele instellingen versterken. (Minerva project) Introductienamiddagen: Vb. 1 x per maand introductie over bedrijfsleven, sponsorwerving. Punctueel advies: consultatiegesprekken Gespecialiseerd advies: vb. Kruis en beeld: professionaliseren van de werking van de vzw (doel is onderhoud van de madonnabeelden in de straten van Antwerpen), structureren van de vzw, de werking, organisatie van een vriendenkring, sponsorwerving, subsidiering,… 22 opleidingscentra van VIZO nemen deel aan het Minervaprogramma, stellen 2 plaatsen per cursus ter beschikking. Opleidingen op maat: vb.suppoostenopleiding (betalend voor de musea) 4. Creatief Forum Het Creatief Forum, Laboratorium voor inspirerend leiderschap is een project van de stichting voor kunstpromotie en wil de relatie tussen profit-en non-profit op een experimentele wijze uitdiepen. 5. Organisatie van wedstrijden, kunstprijzen Vb. CULTURE, een internetwedstrijd voor de beste culturele en kunstwebsites in België. Toekomstplannen: Groeien (meer bedrijven lid van K-club, eventueel uitsplitsen per regio West-VL., Limburg en Brabant) Groeien naar het non-profit gebeuren, oprichting van de Minerva club (non-profit zal dan ook een kleine bijdrage moeten betalen). Meer eigen producten kunnen aanbieden (HRM tools,…) Overheden met bedrijven koppelen, publiek private samenwerkingen organiseren.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
50
Middelen Middelen uit hun activiteiten/ ledengelden (bedrijven uit K-club). Subsidie 250 euro/jaar van Vlaamse Gemeenschap. Formele erkenning van Vlaamse Gemeenschap, Cultuur. Netwerking Samengewerkt met VIZO (opleidingen) in het Minerva project. Netwerk met profit en non-profitsector. Definitie vormgeving Vormgeving staat enkel voor het uiterlijke. Hiaten Sponsorwerving wordt niet meer veel gedaan (bedrijven vonden dat ze al genoeg aan fund raising moesten afgeven). Stichting wordt vaak commercieel beschouwd, het commerciële gedeelte is nodig om overeind te blijven. Financieel weinig middelen (organisatie werd reeds afgeslankt), moeten verdiend worden. Niet ieder bedrijf is ervan overtuigd dat kunst een humane waarde heeft. Kunstenaars zijn geen gemakkelijke mensen. Moeilijk om bedrijven te laten communiceren met artistieke sector. Uitstraling Geen uitstraling, marketing probleem. Spanning economie- cultuur Vormgeving moet economisch bekeken worden. Spanning architectuur – vormgeving Vormgeving en architectuur hebben een raakvlak. Vormgeving staat beter los van architectuur om de nodige kans te rijgen zich te ontplooien. Economisch gezien kan vormgeving beter bij architectuur aansluiten dan ergens anders.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
51
1.2.13. Wivina Demeester (Flanders Fashion Institute) -
Wivina Demeester: voorzitter raad van bestuur FFI FFI, MoMu, KASK modeacademie Nationalestraat 28/2 2000 Antwerpen T 03/ 226 14 47 F 03/ 232 63 96 Website: www.modenatie.com, www.ffi.be e-mail:
[email protected]
Wat? “Flanders Fashion Institute wil de visie van de Vlaamse mode promoten, het potentieel van het modenetwerk: de ontwerpers, de academie en het concept Modenatie uitbouwen en de kwaliteit ervan bewaken.” Juridische structuur: vzw Historiek Enkele stappen in de voorgeschiedenis: In het kader van het Textielplan, uitgewerkt door de Belgische regering, besteedde het Institute for Textiles and the Clothing Industry in Belgium (ITCB) een deel van zijn budget aan het stimuleren van jonge en creatieve modeontwerpers: de organisatie van de “Gouden Spoel”-wedstrijden en de promoties rond “Dit is Belgisch”. Via deze inspanningen werden contacten gelegd en werden samenwerkingen geactiveerd die voor de verdere ontplooiing van de modecultuur noodzakelijk waren. In het midden van de jaren ’80 werd een eerste modebeweging in Antwerpen gedetecteerd. Zes jonge ontwerpers, “The Antwerp Six”, staken de hoofden bij elkaar en trokken eerst naar Londen daarna naar Parijs om er hun collecties voor te stellen en te verkopen. De internationale interesse in Antwerpse mode bleef groeien. De Modeacademie wordt als voedingsbodem gezien en de internationale reputatie en erkenning neemt verder toe. Door een beslissing van de regering verdween het ITCB. Intussen stond er geen structuur klaar om de groeiende modebeweging te begeleiden. Wel waren er enkele privé-initiatieven. In 1997 werd de vzw ” Mode Antwerpen” opgericht met als doel hiaten in de modebeweging vast te stellen, oplossingen voor te stellen en deze te activeren en kreeg het de opdracht om het Flanders Fashion Institute op te richten. De vzw werd door de Vlaamse regering benoemd tot “Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen”. Uit de eerste verkennende gesprekken met de stad Antwerpen, de Provincie, de Hogeschool en de regering, werd het concept “ModeNatie” geboren. Doorslaggevend was de financiële steun die vanuit de Vlaamse overheid aan het project ModeNatie en aan FFI werd toegekend. Het FFI werd het internationaal coördinatiecentrum, met als opdracht de Vlaamse modecultuur en creativiteit te promoten, de Vlaamse modecultuur te archiveren en te conserveren, jonge ontwerpers te ondersteunen en de handel en toerisme rond mode te bevorderen. Initiatiefnemers waren: Linda Loppa, hoofd van de modeafdeling van de Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen; Geert Bruloot, reeds lange tijd promotor van de Belgische avant-garde mode; Patrick De Muynck, modeontwerper en docent aan de modeafdeling van de academie, Dirk van den Eynden. Het FFI kon beginnen te werken op 1 april 1998, nadat het een kantoor opende op de Eiermarkt in Antwerpen. Gerdi Esch, mode-journaliste, sloot zich aan bij het team van FFI. De inspanningen van het FFI leidden tot de realisatie van het concept ”ModeNatie” waarin ook de stad Antwerpen, de Vlaamse Gemeenschap, de provincie Antwerpen, de Hogeschool Antwerpen en aan aantal privé ondernemingen participeren. In 2001 stond Antwerpen in het teken van de mode, met het uitroepen van 2001 tot “Modejaar”. In de loop van 2003 werd het gebouw ModeNatie ingevuld.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
52
Structurele samenhang Het Flanders Fashion Institute werkt structureel samen met de andere partners van het concept “ModeNatie” die bij het gebouw ModeNatie betrokken zijn. De -
naam “ModeNatie” wordt dus in meerdere zin gebruikt: Het gebouw in de Nationalestraat 28; NV ModeNatie Het concept ModeNatie, als naam voor het geheel van de betrokken partners (die gevestigd zijn in het gebouw).
Deze partners zijn: a) vzw Immode (stedelijke vzw): Deze vzw heeft het gebouw in de Nationalestraat in erfpacht gekregen van stad Antwerpen, en is verantwoordelijk voor het beheer en verhuur van de naakte ruimtes. Deze worden verhuurd aan de provincie (ModeMuseum), aan de Hogeschool Antwerpen (Modeacademie) en aan nv ModeNatie. b) nv ModeNatie: Deze nv heeft financiële middelen bij elkaar gebracht om het gebouw van de ModeNatie te renoveren. De ruimtes die NV ModeNatie van de vzw Immode huurt, stelt zij via een gemengde huur- en dienstverleningsovereenkomst ter beschikking aan Bookshop, Brasserie National en aan het Flanders Fashion Institute. NV ModeNatie heeft acht privé-aandeelhouders (Agfa Gevaert, Electrabel, Gevaert, Gimv, KBC Bank & Verzekeringen, Kledingfederatie, Mercator, Vooruitzicht) en één publieke aandeelhouder (Vlaamse overheid, via Textiel Vlaanderen). c) Provincie Antwerpen: Het ModeMuseum is een provinciale instelling. In het museum bevinden zich ook een bibliotheek, kleinere expo-ruimten, een leeszaal en kantoren. Tevens maakt het ModeMuseum gebruik van gemeenschappelijke faciliteiten in het gebouw. d) Hogeschool Antwerpen: De Modeacademie behoort tot de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, onderdeel van de Hogeschool Antwerpen. Ook de Modeacademie maakt gebruik van de gemeenschappelijke faciliteiten in het gebouw, en haalt voordeel uit de samenwerking met de andere partners (FFI, MoMu). Voorbeeld: Eerstejaarsstudenten ontwerpen een rok; de ontwerpen worden vanaf dit jaar in een tentoonstelling gepresenteerd in het Forum. FFI zet de tentoonstelling op en stelt zijn ruimte (het Forum) ter beschikking. Hierdoor krijgt een breder publiek de gelegenheid kennis te maken met werk van de academie studenten. Ook de ontworpen historische kostuums van het 2de jaar en de etnische kostuums van het 3de jaar, op basis waarvan de 2de en 3de jaars hun respectievelijke collecties ontwerpen werden dit jaar voor het eerst ten toon gesteld. e) Brasserie National en Bookshop: Dit zijn ondernemers gelocaliseerd in het gebouw van de ModeNatie. Zij zorgden zelf voor de binneninrichting van de ruimtes. Operationeel kader Raad van Bestuur: Wivina Demeester: voorzitter FFI, lid Vlaams parlement, gewezen nationaal en Vlaams minister; realiseerde vanuit de Vlaamse Regering de eerste steun voor het concept; Annik Bogaert: bestuurslid FFI, manager toerisme Antwerpen; Geert Bruloot: secretaris FFI, mede-oprichter FFI, Forum manager FFI; Luc Dheedene: bestuurslid FFI, gedelegeerd bestuurder Fashion Club 70; Marc Francken: bestuurslid FFI, gedelegeerd bestuurder Gevaert nv, eerste voorzitter FFI, voorzitter nv Modenatie; Peter Galliaert: bestuurslid FFI, gedelegeerd bestuurder nv Vooruitzicht; Linda Loppa: ondervoorzitter FFI, mede-oprichter FFI, hoofd modeacademie, intendant MoMu; André Meyers: bestuurslid FFI, afgevaardigde van Vlaams ministerie van economische zaken. Jo Rogiest: penningmeester FFI, gedelegeerd bestuurder nv Thesaurus; Isabelle Santens: ondervoorzitter FFI, CEO nv Xandres; Hugo Schiltz: erelid, minister van staat; realiseerde de terbeschikkingstelling van het gebouw vanuit de stad Antwerpen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
53
Operationele medewerkers: Eén directeur (fulltime, treedt in dienst op 1/9 e.k.): Anke Dumez Vier inhoudelijke medewerkers (via dienstverleningsovereenkomsten): Patrick De Muynck (PR Management), Geert Bruloot (Forum Management), Gerdi Esch (Pers- en communicatiemanager), Dirk Van den Eynde ( Loft 12-14 bvba). Patrick De Muynck en Geert Bruloot hebben nog een andere functie buiten FFI om de link met de andere elementen van de modewereld te behouden. Eén logistiek medewerker (fulltime): David Flameé Doelstellingen, activiteiten Doelstellingen: FFI zal de mode ontsluiten naar een groter publiek door bestendig te informeren, de toegankelijkheid tot mode te verhogen en inzicht te verschaffen. FFI wil de kloof dichten tussen het modenetwerk en de economische sector door gezamenlijke projecten te ontwikkelen en specifieke structuren op te zetten. Bij de oprichting ’98 werden een aantal activiteiten gedefinieerd. De organisatie is nog aan het groeien en bepaalde activiteiten kunnen nog maar summier worden uitgevoerd. Voorbeelden van activiteiten: Promotie van young designers, support young designers, consultbureau voor young designers zal worden gerealiseerd d.m.v. het productiefonds, momenteel nog niet uitgebouwd, zal ook brug vormen tussen industrie en ontwerpers) Persdienst, edities en tijdschriften (FFI realiseert volgende publicaties: FFI Letters, A-Z magazine (tijdelijk onderbroken bij gebrek aan middelen en uitgever), Guides rond modeweek in Parijs, Antwerp Fashion walk in verschillende talen) Communicatie & informatie via website Projecten met bedrijven (nog maar summier) Projecten met de overheid (nog niet aan de orde) Workshops, voordrachten, evenementen (mode ontsluiten voor publiek via activiteiten in forum) Herwaardering ambachten (bv. Evenementiëel & symbolisch met Vitrine “Handmade”/ Betet Skara, ook al getracht schoenopleidingen te herwaarderen maar uitgesteld, om waarschijnlijk vorm te krijgen in Post-Hogeschool opleidingen en binnen andere onderwijsvormen bv. Cursussen en workshops) Tentoonstellingen en museale werking (gebeurt in MoMu): dankzij de Fortis-sponsoring kan het FFI, aanvullend aan de werking van het museum, evenementen en tentoonstellingen organiseren met en door mensen uit het modenetwerk, voor het grote publiek. Gemiddeld bezoeken ongeveer 7000 mensen per maand het gebouw. Wetenschappelijk onderzoek: 2 projecten Europees archiveringsproject: reeds toegekend - doel: digitaal Europees archief opbouwen - alle partners (5 verschillende landen) zijn gesteund door Europese Unie - ieder land heeft zijn input en FFI gaat een selectie aanleggen waarin men vertrekt van de modeontwerper en het volledige netwerk (fotografen, architecten, visagisten, …) rond de ontwerper zal inventariseren (Vb. Walter Van Beirendonck ontwerpt kostuums voor Ballet Van Vlaanderen, deze discipline zal dan ook worden opgenomen) Archivering in synergie met fysieke archief van MoMu, wat men zal trachten te digitaliseren (heeft eigen archiveringssysteem met codenummers waarnaar verwezen zal worden) Opmerking: De missie werd geformuleerd en een eerste reeks “Kritische Succesfactoren” werden voorgelegd aan de Raad Van Bestuur Middelen FFI: totaal werkingsbudget van € 425.000/jaar. Inkomsten uit: Sponsoring door Fortis (“Fortis Commitment”): € 375.000/jaar (waarvan € 87.000/jaar naar MoMu gaat en € 12.500/jaar naar Modeacademie gaat). Subsidie door Vlaamse overheid (Economie): € 150.000/jaar (jaren 2002-2003-2004).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
54
Netwerking Netwerking staat centraal in de werking van FFI. Het concept ModeNatie bevat reeds een netwerklink: vb. FFI, modeacademie, MoMu. Bovendien is er een structureel verankerd netwerk via het aandeelhouderschap van de NV ModeNatie. Met andere actoren zijn er enkel projectsamenwerkingen. Er is ook samenwerking op het niveau van wetenschappelijk onderzoek met andere Europese partners. Een verdere netwerkstructuur is in volle ontwikkeling, het concept ModeNatie moet zich eerst zelf kunnen profileren. Mevr. Demeester wijst op het belang van de publiek private samenwerking, om zo naar formules te zoeken om de kloof tussen ontwerpers en industrie te dichten. Sterkten van het concept Het concept ModeNatie is een communicatie element voor Antwerpen omdat er sterke modeontwerpers zijn, er een modegeschiedenis is opgebouwd en commercie uitgebouwd sinds ’80 en dit over heel de wereld bekend is. Het concept en gebouw ModeNatie is ingebed in schitterend deel van Antwerpen, heeft de buurt er rond opgekrikt, trekt mensen aan. Mensen zijn geïnteresseerd in mode, zelfs in moeilijke tijden. De synergie tussen de verschillende initiatieven (modeacademie, FFI, modemuseum, archief, bibliotheek, …) versterkt het geheel. Aandachtspunten De organisatie is nog in groei; aan het professioneel imago wordt verder gewerkt. Inbedding in het culturele, commerciële fashion gegeven: iedere activiteit zou naast een culturele waarde ook een economische return moeten hebben, momenteel enkel economisch investment. Return is nodig zowel naar de eigen activiteiten toe als naar de Belgische modehuizen. Contacten tussen producenten en ontwerpers is een ander commercieel luik dat moet geactiveerd worden. Momenteel weinig middelen en mensen om veel activiteiten te organiseren of om andere disciplines (juwelen, design, …) aan te trekken. Wel wordt het Forum ter beschikking gesteld aan laatstejaarsstudenten “Juwelen en Interieurdesign”, enz. Mode mag dan misschien wel elitair genoemd worden, het elitaire moet zoveel mogelijk tot de mensen wordt gebracht. Elitair mag niet als een negatief begrip beschouwd worden. Opportuniteiten Professionaliseren van de eigen organisatie, met o.a. het uitschrijven van doelstellingen, KFS en meetfactoren. Activiteiten uitbouwen die een mengeling zijn van het culturele (hoofdtaak van museum), economische, toeristische en creatieve (hoofdtaak bij modeacademie). PR rond de eigen activiteiten verhogen. Forum zou moeten bruisen van activiteit. Rond iedere tentoonstelling voordrachten, organiseren en massaal promotie maken… Ook naar bedrijven en andere netwerken moet de PR versterkt worden (Vb.voor de activiteiten in september 2003 voor 20 jaar “Dit is Belgisch” zal er massaal promotie gemaakt worden). FFI concentreert zich op de ontwikkelingsfase (onderaan de productlevenscyclus), niet op de massaproductie. Wanneer hier ontwerpers bij industriëlen gezet kunnen worden dan ontstaat er een think tank die kan doorstromen. Vraag naar volgend instrumentarium: om de kloof tussen ontwerpers en industriëlen te dichten zou eigenlijk iedere industrieel (vb. Xandres, Polo, Van de Velde,…) een soort peterschap over één van de ontwerpers moeten nemen. Spanning architectuur – vormgeving Mode past niet onmiddellijk in het kader architectuur - vormgeving. Volgens mevr. Demeester is er wel een link daar waar duurzame architectuur veronderstelt dat ook meteen de inrichting daarbij geconcipieerd moet worden. De Vlaamse Bouwmeester is er gekomen om te laten nadenken over architectuur. Binnen deze structuur is er ook een cel “kunst en cultuur” in gebouwen. Mogelijk kan daar een cel “design” bijgeplaatst worden. Een “Modemeester” is niet nodig, wat niet wil zeggen dat er aan vb. de uniformen van de postbodes, de bodes in het parlement, enz… geen aandacht moet geschonken worden. In het (recente) verleden heeft Walter Van Beirendonck de uniformen van het Antwerpse stadspersoneel ontworpen, en Nico Van de Vorst gewerkt voor de rijkswacht. Het probleem stelt zich echter vaak in productie, complexiteit, de enorme investeringen en het systeem van de overheidsopdrachten.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
55
1.2.14. Colette Coenegrachts (Stedelijk modemuseum Hasselt) -
Coördinator museum Stedelijk Modemuseum Hasselt Gasthuistraat 11 3500 Hasselt T 011/ 23 96 21 F 011/ 22 10 66 website: http://www.modemuseum.be e-mail:
[email protected]
Wat? Modemuseum in Hasselt (stedelijk) Juridische structuur: vzw Historiek 1986: oprichting modemuseum (start van de activiteiten). 1988: modemuseum opende zijn deuren. Doel bij de oprichting: geschiedenis van mode in Hasselt weergeven. Het weversambt was al in 1313 een van de pijlers van de stad. De lakennijverheid was voor Hasselt van groot economisch en sociaal belang. Hasselt was reeds lang een regionaal handelscentrum, maar sinds WOII kwam de mode- en textielhandel er tot bloei in een mate die de grootte van de stad ver overtrof. Na enkele jaren onderbreking,1993-1995 (vanwege restauratie) werd het museum definitief en voor het publiek toegankelijk gemaakt op 2 september 1995. Ondertussen reeds enkele internationale tentoonstellingen: 1995: Fellini, 1998: Alaïa, 2002: Modeproloog. Doelgroep: Breed publiek Bereik: vooral schoolgaande jeugd en vrouwen tussen 35 en 55 jaar. Doelstellingen en activiteiten Doel: Sociale en creatieve geschiedenis tonen. Een inspiratiebron betekenen voor mensen die nu en in de toekomst in of met mode actief willen zijn. Activiteiten de ste Permanente voorstelling: algemene evolutie van mode vanaf 18 tot 20 eeuw. Thematentoonstellingen door stilisten, modefotografen en juweelontwerpers, 2 maal per jaar. Vb. Tentoonstelling “I Mode You” nodigde jonge Belgische ontwerpers uit om deel te nemen aan de monochrome wedstrijd en de tentoonstelling: “I mode you in red”. Het doel was om op een actieve wijze de Belgische mode en de talenten van morgen te promoten, alsook aan de jonge ontwerpers de kans te geven om hun persoonlijke visie te uiten rond een bepaalde kleur. Vb. Lingerieshow om ook mannen te bereiken (museum bereikt overwegend vrouwen), seniorenshow in samenwerking met de seniorendienst,… Organiseren van modegebeurtenissen, workshops, ontwerpwedstrijden, vb. “Arrangement Moderoute”: stadswandeling doorheen Hasselt om deze als mode- en shoppingstad te leren kennen. Video- en slide shows. Opmerking: Het museum is zeker niet extreem, dit is het verschil met Antwerpen en daarom ook dat ze naast elkaar kunnen leven Middelen Stad financiert het gebouw, de nutsvoorzieningen en het personeel. Inkomgelden dienen voor de VZW en de tentoonstellingen. Incidenteel: sponsors aanspreken in overeenkomst met een thematentoonstelling. Netwerking Samenwerking met diverse musea in binnen en buitenland onder de vorm van uitwisselingen van collectiestukken.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
56
Definitie vormgeving Visie Vormgeving is naast mode een deel van de lifestyle, aldus heel persoonlijk, heel wisselend en afhankelijk van socio-economische factoren. Er is een duidelijk verschil tussen dagdagelijkse voorwerpen, die verslijten en dus trendy-er mogen zijn, en duurzame voorwerpen, die design gehalte moeten hebben en praktisch moeten zijn. Vormgeving moet de dagdagelijkse gebruiksvoorwerpen net een leukere toets kunnen geven om zo het leven en de karweitjes aangenamer te maken. Welke sectoren, diensten en producten? Vb. de citroenpers van Alessi, de handtas van Hermès: de Kelly bag, de kuipstoel van Eero Saarinen, de plissékleding van Yohji Yamamoto,… Trends Zeer wisselende trends, vooral in de accessoires. De emotionele waarde van het voorwerp moet primeren. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren FFI, dienst cultuur in Hasselt promoot mode actief, museum Vrieselhof (nu MoMu) gekend wegens het uitlenen van stukken aan elkaar. Noden Modewereld is een zeer abstract gegeven, moeilijk om er binnen te geraken. Belgische modejournalisten schijven steeds over dezelfde Antwerpse ontwerpers. Er is een grote kloof tussen de grote merken en ontwerpers, die veel geld en macht hebben, en kleinere instanties zoals het Modemuseum van Hasselt. Antwerpen is bijna onbereikbaar, ze staan niet open om met anderen samen te werken. Antwerpen heeft meer geld, is professioneler, meer wetenschappelijke medewerkers. Het modemuseum in Hasselt zou zich liever in de kleinere ontwerpers willen verdiepen, maar het publiek is moeilijk te overtuigen. Positieve initiatieven uit buitenland Niet echt op de hoogte van wat er in het buitenland gebeurd, buiten de modeweek in Parijs die soms zo overroepen is. Uitstraling Grote uitstraling door de pers, maar vaak enkel gericht op de 6 van Antwerpen. De Belgen moeten hard knokken om opgemerkt te worden en dit geeft ook een eigenheid mee. Vooral soberheid en zwart zijn troef. Een uitzondering hierop is Walter Van Beirendonck. De man in de straat is er niet echt met mode bezig, vooral mensen uit het wereldje zijn er mee bezig. Het is een abstract gegeven, want uiteindelijk is mode iets waarbij je je goed moet voelen, op welke manier dan ook. Spanning economie - cultuur Zowel economie als cultuur zijn noodzakelijk. Daarbij zijn er ook steeds meer etnische invloeden te merken. Vb. na de aanslag op de WTC torens zag je weer enorm veel zwart. Spanning architectuur - vormgeving Samenwerking tussen architectuur en vormgeving is een moeilijke zaak. Alles is zo verdeeld en er is geen overzicht. Daarbij komt nog dat mensen moeten willen samenwerken.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
57
2.1.15. Katrien Vandermarliere (VAi, Vlaams ArchitectuurInstituut) -
Directeur van het VAi Ex-medewerker architectuurprogramma van de Singel Jan Van Rijswijcklaan 155 2018 Antwerpen T 03/ 242 89 70 F 03/ 242 89 79 Website: www.vai.be e-mail:
[email protected]
Wat? Het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) is het steunpunt voor hedendaagse architectuur dat zowel een breed publiek als professionelen, onderzoekers, de media en de overheid wil sensibiliseren voor hedendaagse architectuur. Het VAi moet het gezicht voor architectuur in Vlaanderen zijn naar het buitenland toe maar ook in het binnenland naar architecten en overheid toe. Het instituut moet na haar opstartfase een noodzakelijke onderbouw leveren voor een algemeen toekomstig architectuurbeleid. Juridische structuur: vzw. Historiek Begin jaren ’90 eerste gesprekken met de administratie Cultuur over wat er gedaan kon worden voor een architectuur beleid (er was niets centraal rond architectuur aanwezig, geen gezicht). Een een thinktank besprak twee mogelijke opties: De publicatie van een Jaarboek Architectuur Vlaanderen opstarten, is door groep vrijwilligers en de administratie opgepakt en uitgevoerd. Jaarboek voor architectuur, is opgepakt en uitgevoerd. Oprichting van een architectuurinstituut, is 10 jaar blijven liggen. Oprichting van een vzw met de naam “vzw ter oprichting van een Vlaams Architectuurinstituut”. In deze vzw zaten verschillende vertegenwoordigers uit het veld. De vzw kreeg middelen ter beschikking om een uitgebreide studie over de rol en de mogelijke structuur van een architectuurinstituut in Vlaanderen samen te stellen. Dit rapport werd begeleid door de administratie en het kabinet van Minister Luc Martens en de vzw. Het rapport werd voorgelegd aan Minister Martens in de lente van 2001. Oktober 2001 Minister Anciaux beslist om het VAi te huisvesten in de gebouwen van de Singel in Antwerpen en de archiefwerking toe te wijzen aan het Brussels Sint Lukasarchief. ste Oktober 2001: 1 samenkomst raad van bestuur. Oktober 2001 – jan 2002: sollicitatieprocedure directeur. 16 mei 2002: Katrien Vandermarliere in dienst getreden als directeur. ste 14 oktober 2002: 1 Dag van de architectuur. Structurele samenhang Instituut opgericht door de administratie cultuur onder Bert Anciaux, eerste initiatief onder Martens. Er is een beheersovereenkomst tussen vzw VAi en de overheid om een bepaalde opdracht uit te voeren. Het VAi heeft tot nog toe jaarplannen gemaakt. Een beleidsplan 2002- 2006 wordt voorbereid. Het VAi is gehuisvest in de gebouwen van de Singel, zij betalen een vergoeding voor verbruik en onderhoud aan de beheerscommissie van de Singel. De beheerscommissie van de Singel bestaat uit de drie gebruikers: VRT regionaal, de Singel Internationaal Kunstcentrum en Hogeschool Antwerpen, zij onderhouden het gebouw. De gebouwen van de Singel zijn eigendom van de Vlaamse gemeenschap.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
58
Operationeel kader Raad van beheer, wordt op dit moment geherstructureerd, het maatschappelijk draagvlak binnen de raad blijkt te klein te zijn. Oorspronkelijke raad van beheer: Voorzitter: Geert Bekaert (zal vervangen worden dor mevr. Wivina Demeester) Secretaris: Hilde Heynen Penningmeester: Christian Dugardyn Leden: Kristiaan Borret, Anne-mie Devolder, André Loeckx, Rob Timmermans, Paul Van Lindt, Koen Van Synghel, Bob Van Reeth, Piet Van Cauwenberghe, Jan Vermassen. Nieuwe leden: Linda Boudry, Ignace Vandenabeele, Jan Strubbe. Rob Timmermans en Anne-Mie Devolder nemen onstlag. Medewerkers van het Vai: 3 fulltime medewerkers 1 parttime medewerker voor het jaarboek 1 medewerker voor 1 jaar voor publicatiebeleid en voorbereiding dag van de architectuur 2004 Doelgroep: Ontwerpers: (architecten, stedenbouwkundigen, studenten in die disciplines). Het VAi moet voor hen een discussieplatform aanbieden en kennisverbreding en -uitwisseling mogelijk maken. Actoren die actief in het bouwproces aanwezig zijn: overheden bouwpromotoren, opdrachtgevers, bedrijfswereld,.. Het grote publiek: de brede groep die in cultuur geïnteresseerd is, maar ook alle potentiële bouwheren en overheden dienen gestimuleerd te worden in hun aandacht voor architectuur en stedenbouw. Jongeren en kinderen moeten in onderwijs en vrijetijdsactiviteiten in aanraking komen met de architectuur wereld. Architectuurcritici en wetenschappers die op professionele basis studies en analyses maken en allerlei voorstellen doen. Buitenlandse architectuurpartners: het VAi moet voor buitenlandse actoren het aanspreekpunt zijn voor informatieverstrekking over de Vlaamse architectuurwereld. Omgekeerd moet het VAi aanvragen voor participatie aan tentoonstellingen, debatten, wedstrijden e.a. manifestaties doorspelen aan administraties, lokale actoren, onderwijsinstellingen, personen. Het VAi moet een stimulerende en coördinerende rol spelen in het bewerkstelligen van deze internationale contacten en uitwisselingen. Doelstellingen en activiteiten Opstartproblemen: De begrotingen voor cultuur voorzagen reeds in 2001 en in 2002 een subsidie voor het VAi. Dit was pas operationeel vanaf mei 2002. Bovendien werd door de minister gevraagd om onmiddellijk een publieksevenement te organiseren. Bijgevolg werd het maken van een beleidsplan uitgesteld en is het eerste werkingjaar 2002-2003 gericht op het uitschrijven van een publicatiebeleid, een beperkt aantal publicaties en het maken van een virtueel documentatiecentrum (website operatief 2003), het maken van een lessenpakket voor de middelbare school... Doelstellingen 1. Coördineren, verwerken en optimaal beschikbaar stellen van actuele kennis en informatie over het architectuurgebeuren in Vlaanderen d.m.v. de opbouw van een documentatie- en informatiecentrum, aanvullend aan bestaande bibliotheken. 2. Sensibilisering: sensibiliseren van zowel het grote publiek als de mensen uit het werkveld voor de hedendaagse architectuur en de mogelijke kwaliteit die hedendaagse architectuur kan meebrengen, door allerlei acties in eigen beheer of in samenwerking met andere partners. 3. Samenwerking bevorderen tussen bestaande initiatieven in Vlaanderen, ze coördineren en stimuleren, de samenwerking ontwikkelen met relevante organisaties en personen, in het bijzonder met de Vlaamse Bouwmeester en met andere steunpunten en een nationale en een internationale uitstraling van de sector doen uitgaan. 4. Deskundig begeleiden van de professionele architectuur sector in Vlaanderen via informatieverstrekking, ondersteuning, vorming, kwaliteitszorg, het stimuleren van reflectie en discussie over de werking en evolutie van de architectuursector in Vlaanderen. Door toegepast onderzoek een bijdrage leveren tot een continue ontwikkeling van het veld en het overheidsbeleid.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
59
Activiteiten Dag van de architectuur op 14 oktober 2002; volledige organisatie en alle communicatie rond dit evenement. Lezingen reeks rond Hans Redeman De Vries; organisatie van een lezingenreeks op 19 en 26 november 2002 in samenwerking met het KMSKA over het belang van het werk van Vredeman voor de hedendaagse architectuur. Nota beleid architectuurpublicaties; een analyse van wat er is aan architectuurpublicaties en Vlaanderen en de toekomstige rol van het VAi hierbinnen. Verderzetten van “Jaarboek van de architectuur”; redactie en verantwoordelijkheid over de uitgave van het boek, het jaarboek van de architectuur gaat altijd over 2 jaar, momenteel wordt er gewerkt aan de uitgave 2002-2003. Jaarboek is een belangrijk instrument om voeling te hebben met het veld. Publicatiereeks voor en over jonge architecten; het werk van jonge architecten wordt op een inhoudelijk niveau uitgespit en professioneel openbaar gemaakt via de publicaties. Cahiers: het naar buiten brengen van wetenschappelijk onderzoek dat aan hogescholen en universiteiten wordt gedaan en dit op een toegankelijke manier voor een groot publiek (werk dat nog niet gepubliceerd werd). Workshop architectuurkritiek. Ontwikkeling van een goed functionerende website. “School maken in architectuur”; een lessenpakket om leerkrachten van de middelbare school een tool te geven om architectuur in de lessen op te nemen. In samenwerking met Terenja van Dijk en Canon. Doorverwijsfunctie voor vb. mensen uit buitenland met de graag waar ze eventueel stage kunnen doen. Middelen Subsidie voor werkingsjaar 2003: 422 000 euro (in 2002 is gewerkt met de subsidies van 2001 en 2002). Het VAi krijgt haar subsidie van: De Vlaamse gemeenschap, administratie cultuur. Ieder jaar moet het VAi een jaarplan met begroting indienen. Netwerking Is iets dat moet groeien. Momenteel is er een groot informeel netwerk. Het is niet onze opdracht om een netwerk te maken, wel om het te verstevigen. Dit wil niet zeggen dat er geen onderzoek gedaan kan worden naar hoe zo’n netwerk kan opgestart worden, het zal niet vanzelf ontstaan. VAi wil zeker niet de goed werkende bestaande initiatieven i.v.m. architectuur veranderen of fnuiken. Op dit moment lijkt voor het VAi een netwerking op projectbasis een goed principe, per project zoek je partners om voor het betreffende project mee samen te werken. Definitie vormgeving Geen echte omschrijving van begrip “vormgeving”. Hiaten Publiek, media en mensen in de vormgevingssector hebben geen overzicht over wie wat doet en waarom. Er moeten samenwerkingsverbanden opgezet worden en discussies op gang gebracht. De instellingen die er nu zijn, lijken elkaar eerder tegen te werken dan samen te werken. Er is expertise in Vlaanderen over vormgeving (VIZO, Design museum Gent, Interieur biënnale, hogescholen…) maar elke instelling doet zijn eigen ding. Onderlinge samenwerking, afstemming is noodzakelijk. Er is nog geen visie bij de overheid geformuleerd omtrent vormgeving. Vormgeving moet gedefinieerd worden en niet zomaar als een automatisme bij architectuur worden ingelijfd. Het verdient een eigen strategie en eigen middelen. De voorschotten die op beloofde subsidies betaald dienen te worden komen te laat bij allerlei organisatoren, bijgevolg kunnen kleine organisaties niet overleven of blijven ze op vrijwillig engagement steunen. Gevolg: gebrek aan continuïteit Overheid als opdrachtgever inzake vormgeving profileert zich niet als voorbeeld (integendeel).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
60
Uitstraling Voor architectuur bestaat er bij de kenners een duidelijk beeld. Voor vormgeving lijkt mij dit zelfs onder kenners eerder beperkt, met veel geluk kennen ze een aantal ontwerpers zoals Van Severen, Horta, van de Velde…Dit doordat er niet voortdurend aandacht voor is. Spanning economie- cultuur Voor het VAi is tot op heden niet onderzocht of het opportuun is om met sponsoren te werken. Voor publieksactiviteiten kan dit een optie zijn. Hierover moet nog gediscussieerd worden met de raad van beheer en de overheid. De economische component van bouwen en vormgeving maken het mogelijk dat een gesprek over sponsoring makkelijker lijkt dan voor andere kunstdisciplines (theater, dans, beeldende kunst) Wanneer de culturele component van vormgeving en architectuur belangrijk worden geacht door een overheid, moet zij hiervoor een minimum aan werkingsmiddelen voorzien voor een langere tijdsspanne, zodat een bepaald traject met meetbare resultaten kan worden vastgesteld. Dit laten afhangen van al dan niet geslaagde sponsoringafspraken is geen beleid. Spanning architectuur – vormgeving Er zijn zeker raakvlakken tussen architectuur en vormgeving maar het blijven twee verschillende disciplines. Beide gaan over een creatief proces dat de kwaliteit van onze leefomgeving als doel heeft. Interieurontwerp, meubelontwerp en inrichting van de openbare ruimte vallen in bepaalde gevallen samen met architectuur. Maar productontwikkeling en kunstambachten liggen dan weer verder af van de wetmatigheden waar architectuur mee te maken heeft. Om iets voor vormgeving te kunnen doen, moet men die sector goed kennen. In Vlaanderen zijn de specialisten in architectuur niet vertrouwd met de sector vormgeving. Samenwerking en communicatie tussen de twee is wenselijk, maar een beleid rond vormgeving moet nu nog helemaal starten en specifiek zijn voor de noden, mogelijkheden en kansen die er vandaag zijn. In het buitenland zien we talrijke voorbeelden van musea, tijdschriften, beurzen edm. voor de vormgeving. Ik ken weinig voorbeelden waar vormgeving mee opgenomen is in het programma. Het is niet wenselijk om het architectuurinstituut in de huidige omstandigheden te belasten met een werking rond vormgeving. Advies Werk samen aan een beleid, probeer alle verschillende expertises van de spelers in de sector samen te leggen en te gebruiken voor het opbouwen van een visie. Zoek een werkbaar model voor de noden binnen het werkveld en maak gebruik van de initiatieven die er nu al zijn (Design museum Gent, VIZO…).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
61
2.1.16. bOb Van Reeth (Vlaams bouwmeester) -
Vlaams Bouwmeester Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Koning Albert II-laan 20 bus 9 1000 Brussel T 02/ 553 76 10 F 02/ 553 75 00 e-mail:
[email protected]
-
Bijkomende info over de Vlaamse bouwmeester op de website van Wivina Demeester: www.demeester.com/Narchitectuur.htm
Wat? De Vlaamse bouwmeester is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het patrimonium van de Vlaamse Gemeenschap: landschappen, infrastructuren en gebouwen. Dit wil zeggen: hij moet het bestaande kwalitatief houden en het nieuwe kwalitatief maken. Hij ontwerpt niet zelf, zijn taak bestaat erin: advies te geven aan overheden i.v.m. bouw van vb. een gemeentehuis. goede architectuurinitiatieven te stimuleren goede ontwerpteams te selecteren voor geplande bouwprojecten. (details: zie doelstellingen en activiteiten) -
bOb Van Reeth zit in de raad van bestuur van het VAi (Vlaams Architectuur Instituut) op vraag van toenmalig Minister van Cultuur, Bert Anciaux.
Historiek Door de Administratie Cultuur werd om de twee jaar een jaarboek Architectuur uitgegeven. Daarin was de afwezigheid van een doordacht architecturaal beleid voor gebouwen e.d. van de Vlaamse Gemeenschap een groot punt van kritiek. Wivina Demeester schreef de vacature uit en na intensief werk van head-huntingbureau Heidrick & Struggles werd bOb Van Reeth op 1 januari 1999 aangeworven als Vlaams bouwmeester. Operationeel kader Het team van de bouwmeester telt 20 medewerkers. Daarin zijn 4 cellen terug te vinden: 1. cel bouwmeester (kern) 2. cel cultuur 3. cel lokale besturen (hulp aan gemeenten en steden) 4. cel architecturaal onderzoek Doelstellingen en activiteiten Doelstellingen “ Vanuit een lange termijn visie, in overleg met de verschillende administraties en met extern betrokken partijen, bijdragen tot de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering van het architecturaal beleid van de Vlaamse Gemeenschap, teneinde een architecturaal kwalitatieve leefomgeving in Vlaanderen te helpen creëren.” Zijn concrete taken zijn: 1. Ontwikkelen van een lange termijn visie m.b.t. het tot stand komen van een architecturaal kwalitatieve leefomgeving in Vlaanderen, teneinde mee vorm te geven aan het architecturaal beleid van de Vlaamse Gemeenschap. 2.
Adviseren en waken over de uitvoering van het architecturaal beleid voor de eigen gebouwen van de Vlaamse overheid, teneinde de architecturale kwaliteit van deze gebouwen te verzekeren en in deze zin een voorbeeldfunctie in Vlaanderen te vervullen.
3.
Optreden als stimulator en inspirator van een Vlaams architecturaal bewustzijn, teneinde het cultureel verantwoordelijkheidsbesef bij de overheden, de betrokken industrie en het publiek te vergroten.
4.
Opzetten van of actief meewerken aan interne overlegfora, teneinde een coherente beleidsadvisering en beleidsuitvoering te bevorderen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
62
5.
Uitbouwen van een relatienetwerk (in binnen- en buitenland), teneinde goed geïnformeerd te blijven over de ontwikkelingen in het vakgebied en/of teneinde via het bespelen van dit netwerk bij te dragen tot de daadwerkelijke uitvoering van het beleid terzake.
Bijkomende taak na 1 jaar: In overleg met terzake bevoegde instanties, uitbouwen van een kwaliteitsbeleid m.b.t. de constructie van grotere bouw-en infrastructuurwerken gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid, teneinde te helpen verzekeren dat ook deze gebouwen aan de architecturale kwaliteitseisen van het Vlaamse beleid ter zake voldoen. Opmerking: De Vlaamse bouwmeester bepaalt niet het algemeen architectuur beleid. Dat wordt opgesteld door de Administratie Cultuur (zij worden op hun beurt wel geadviseerd door het VAi (Vlaams Architectuur Instituut) waar bOb Van Reeth in de Raad van Bestuur zit (maar niet onder de hoedanigheid van Vlaams bouwmeester). De kwaliteit van het bouwmeesterschap wordt bepaald door de persoon. Hij/zij bepaald welke bureaus of architecten geselecteerd worden om deel te nemen. Activiteiten publiceren kunstopdracht(en) uitschrijven colloquia organiseren, vb. Forum voor jonge Architecten Middelen Zij krijgen de nodige middelen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, dienst ambtenarenzaken. Hiaten De belangrijkste taak van de overheid i.v.m. vormgeving is het verzekeren van degelijke opleidingen: zowel voor vormgevers, als voor de jeugd (algemene vorming). Het idee om vb. in het middelbaar tijd te besteden aan architectuur, kunst en vormgeving, vindt hij een nuttige zaak. Uitstraling Op het gebied van uitstraling heeft Vlaanderen niet onmiddellijk iets nodig als vb. het “Zweeds design”. In Regionalisme of nationalisme gelooft hij niet erg. Wat nodig is en wat we momenteel wel in huis hebben zijn een aantal goede meubelontwerpers. Maarten Van Severen en Vincent Van Duysen bijvoorbeeld, hebben internationale faam en uitstraling. Maar hun aantal mag nog groeien. Onderwijs zal de basis blijven van die uitstraling; wat je niet hebt, kan je niet promoten. Je moet de jongeren motiveren om hen voor deze opleidingen te doen kiezen. Er zijn goede ontwerpers nodig voor een goede uitstalling van vormgeving in Vlaanderen. De beste ontwerpers zouden moeten onderwijzen (op voorwaarde dat ze met de praktijk bezig blijven). Om een designstad te worden moeten er in die stad sterke designers aanwezig zijn. Kijk naar de mode. Zonder die personen kan je het volk niet trekken. Er moet een cultuur ontstaan waarin kwalitatieve vormgeving belangrijk wordt geacht door de bedrijven. Dat besef groeit stilaan, merk ik. Natuurlijk zijn de grote merken de voortrekkers, maar de anderen zullen wel volgen. De markt bewijst toch dat vormgeving scoort: kijk naar Alessi, Ikea, Habitat,… Op het feit dat de man in de straat design associeert met duur en elitair, kunnen we alleen reageren en het tegendeel bewijzen (hij gaat niet akkoord met die mening). Maar als iets niet in het mentale landschap van de mensen past, dan is de perceptie van die mensen dat het duur is en dan blijkt dat design niet begrepen wordt. Spanning economie- cultuur “De verhouding moet perfect zijn. Er is niets in cultuur dat niet economisch is… hoe onpopulair deze stelling ook mag zijn.” Trouwens (economische) beperkingen in een project vragen juist meer energie van de ontwerper. Daar ligt de uitdaging: om een oplossing te vinden die creatief is. VIZO, goed dat er zoiets bestaat. Zij doen dat redelijk goed.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
63
Spanning architectuur – vormgeving Er bestaat een enorm groot verschil tussen design en architectuur. Als je dat bekijkt vanuit het oogpunt van “duurzaamheid” bijvoorbeeld. ARCHITECTUUR: culturele duurzaamheid = op heel lange termijn 1. stedebouwkundige foot-print, permanent, vb. stad Antwerpen 2. Casco/structuur van het “gebouwde”,400 jaar,vb. gevelstraat 3. installatie van gebouw, max. 30 jaar , vb. verwarming 4. indeling van gebouw, 10 - 20 jaar 5. design/afwerking van gebouw, 5 – 10 jaar, vb. interieur/meubelen DESIGN: culturele duurzaamheid = op veel, veel kortere termijn Een “designmeester” zoals de bouwmeester nu al bestaat, is OK, maar zal van een heel andere orde zijn. Mogelijk kan hij mee in het team van de bouwmeester opgenomen worden, al moet ook daarvan geen “algemeen design beleid” verwacht worden. Over de vraag of het een essentiële functie is, heeft hij zich nog niet zwaar bezonnen (kan daar niet onmiddellijk een antwoord op geven). De reacties op het bouwmeesterschap tot nu toe zijn overwegend positief. De mentaliteit is al voor een heel groot stuk gekeerd. De manier waarop architecten en ontwerpers aangesteld worden is veel veranderd. Bouwheren (zij die de opdracht geven) moeten nu naast een programma van eisen ook hun ambities neerschrijven in een projectdefinitie. Dat kon men zich 5 jaar geleden nog niet voorstellen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
64
2.1.17. Francis Smets (designfilosoof) Definitie vormgeving Het begrip "Vormgeving" associeer ik eerder met de betere vorm van ambacht of toegepaste kunst. Daartegenover staat productontwikkeling of productdesign (voor mij twee dezelfde dingen) waar concepten en producten voor industriële toepassing ontwikkeld worden. Vormgeving ligt dus eerder in de buurt van de kunst, in deze zin dat het om unica of kleine series gaat, waarbij een grote creatieve vrijheid en een mate van handvaardigheid (direct contact met het materiaal...) centraal staan. Vormgeving is dan letterlijk het zo vorm geven (tot stand brengen) van functionele voorwerpen, dat deze hun functionaliteit overstijgen en een mate van diepgang, schoonheid, uitstraling, spiritualiteit... krijgen waardoor ze een wereld op zich worden (te vergelijken met de "eigenstandigheid" van het kunstwerk). In Vlaanderen is de meubelsector op dit ogenblik vrij sterk op het gebied van vormgeving. Ik denk aan de meubels van André Verroken, Maarten van Severen, Casimir..., maar ook jongeren zoals Quinze en Milan en JZUS. Maar ook andere gebieden tonen waardevolle resultaten. Keramiek bijvoorbeeld (Piet Stockmans, Jeanine Vrins...), textielkunst doet het ook aardig. Hiaten De dienst Vormgeving van het VIZO is, voor zover ik het kan beoordelen, op dit ogenblik de voornaamste actor op dit gebied in Vlaanderen. Alleszins actiever en efficiënter dan vergelijkbare initiatieven van bijvoorbeeld het Ministerie van Cultuur. En er zijn natuurlijk ook een aantal gespecialiseerde galerijen aan het werk op het terrein. De initiatieven waar nood aan is zijn tweeërlei. Enerzijds is er een buitengewone onverschilligheid vanwege bedrijven voor vormgeving. Er zou een platfom moeten komen dat de contacten tussen bedrijfswereld en ontwerpers bevordert. Anderzijds is de promotie naar het buitenland toe nog erg gebrekkig. Het zou ook geen kwaad kunnen indien de bestaande initiatieven zouden samenwerken of zelfs onder één koepel zouden komen. Nu heb ik de indruk dat ze mekaar eerder beconcurreren, en daar wordt niemand beter van. Wat cultuur alvast kan doen, is vormgeving en kunst minder van elkaar te scheiden. Vanuit de sector van de beeldende kunst merk ik nog steeds een hautain misprijzen van vormgeving. Kunst is hoog, ambacht is laag. Die vooropstelling moet eens grondig herbekeken worden. Een buitenlands initiatief dat zeer efficiënt werkt als bemiddelaar tussen ontwerpers en bedrijven is het Designzentrum Nordrhein-Westfalen in Essen. Dit is werkelijk een plek die bruist van leven, en waar ontwerpers en bedrijven naar elkaar toegezogen worden. Zulke plek mis ik in hoge mate bij ons. Uitstraling Over de disciplines heen erken ik zeker geen typisch Vlaamse vormgeving. Vermits op dit ogenblik de meubelsector het meest op het voorplan staat (terecht, gezien het groot aantal kwalitatieve ontwerpers), zou men daar naar een Vlaamse vormgevingsstijl kunnen gaan zoeken. Dan botst men misschien op kenmerken als: een zeker minimalisme dat telkens een mogelijkheid vindt om het bekende te doorbreken, een grote aandacht voor kwalitatieve materialen, hoge ambachtelijke kwaliteit... Dit is maar een gok. Het zou systematisch moeten onderzocht worden, hoewel ik niet zeker ben of we van een dergelijk onderzoek wijzer worden. Moét er persé zoiets bestaan als "Vlaams design"? Waarom een keurslijf zoeken in een wereld die er prat op gaat dat hij open geworden is? Van de man in de straat is, geloof ik, niet veel te verwachten. Daarvoor bestaat voetbal en de Tour de France. Spanning economie- cultuur Het drama van de vormgeving is precies dat ze tussen deze twee stoelen zit. Noch bij economie, noch bij cultuur wordt ze voor vol aanzien. Bij economie vindt men dat vormgeving teveel kunst is, en bij cultuur vindt men dat vormgeving teveel economie is. Deze verwijten zouden een compliment moeten zijn. Vormgeving heeft een belangrijke culturele én economische component. Dat ze die tracht te verzoenen (met wisselend succes) is eerder een verdienste, terwijl ze er veelal op afgerekend wordt.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
65
Spanning architectuur – vormgeving Het recente verleden heeft bewezen dat er een zeer bevruchtend verband kán bestaan (Wiener Sezession en zo). Wanneer het bestaat, leidt het tot onvergankelijke resultaten. Op dit ogenblik zie ik daar niet veel meer van, noch van het verband, noch van de resultaten (tenzij vormgevers die om den brode winkels of cafés inrichten, maar die resultaten mogen van mij spoedig vergaan). En ik geloof niet dat dit verband door het beleid van bovenuit moet opgelegd worden. Kwaliteit hangt niet van een vingerknip van een minister af.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
66
Deel 3: Conclusies en krachtlijnen
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
67
3.1. Algemeen 3.1.1. Afbakening en definitie vormgeving Het woord vormgeving kan in verschillende contexten telkens een andere betekenis krijgen. Naargelang de invalshoek of de visie worden andere aspecten geaccentueerd. De zeer uiteenlopende functies die door vormgeving gerealiseerd worden, de verschillen in aanpak en de balans tussen technische, economische en culturele criteria maken dat een éénduidige definitie moeilijk op te stellen is. Het strak aflijnen van de definitie vorm, door het te beperken tot de ruimtelijke verschijningsvorm en de technische karakteristieken is te beperkend. Want ook de niet meetbare aspecten en de reflectie van objecten op onze fysieke en culturele omgeving zijn bepalend. Het is niet de bedoeling hier een nieuwe of andere definitie te geven, maar we wensen wel duidelijk de scope en de grenzen van deze studie te omschrijven.Uit de gesprekken met de geïnterviewden en de leden van de stuurgroep werden een aantal omschrijvingen opgenomen waarover er een vrij grote eensgezindheid was als uitgangspunt. Vormgeving (design) is een activiteit die een invulling geeft aan een duidelijke vraag. Deze opdrachtstelling komt niet vanuit de vormgever zelf, maar vanuit een andere hoek, waardoor het hier niet om een zuivere vrije, persoonlijke expressie gaat. Vormgeving heeft tevens een eigen finaliteit. Elk object dat wordt vormgegeven moet een functionele betekenis hebben. De mate van functionaliteit moet bespreekbaar zijn en moet aansluiten bij de verwachtingen en de behoeften van de gebruiker. Er wordt daarbij gestreefd naar een evenwicht tussen de rationele en de emotionele waarde. Hierin ligt ook het onderscheid tussen vormgeving en kunst. Kunst is immers niet aan wetmatigheden gebonden en vereist geen functionele component. Ook de aanpak, de werkwijze die moet leiden tot vormvernieuwing kan als referentie gehanteerd worden. Daarbij kan er vaak geen onderscheid gemaakt worden tussen de materiële en de immateriële aspecten van het ontwerp. Tijdens het vormgevingsproces lopen die immers in elkaar over. In deze studie worden zowel de industriële projecten als de toegepaste kunsten opgenomen voor zover deze laatste een eigen finaliteit hebben en het gevolg zijn van een vraag . Het kan hierbij zowel om serieproducten als unieke stukken gaan. De manier waarop het object of het concept geconcretiseerd of vervaardigd wordt speelt daarbij ook geen rol. Er werd in de interviews tevens gesteld dat het toevoegen van een voorvoegsel aan het woord ‘vormgeving’ noodzakelijk is om de verschillende ontwerpactiviteiten duidelijker te definiëren: Mode- , textiel- en theaterkostuumontwerpen, toegepaste grafiek/ publiciteitsontwerpen/ striptekenen, industriële vormgeving, meubelontwerp en interieurvormgeving, juweelontwerpen, glas- en keramiekkunst/ beeldhouwen, multimedia en website design en fotografie. Na overleg met de stuurgroep werden de kunstambachten niet weerhouden in deze studie en werden gelijkaardige of sterk vergelijkbare ontwerpactiviteiten samengebracht. Indeling van de vormgeving naar sectoren 1. Industriële vormgeving, meubelontwerp 2. Interieurvormgeving 3. Mode ontwerpen 4. Grafische vormgeving 5. Edelsmeedkunst, juweelontwerp, keramiek e.a. Bij de selectie van de te bevragen actoren werden enkel organisaties opgenomen die vormgeving als activiteit direct of indirect ondersteunen en waarbij er een duidelijk raakvlak is met cultuur. Organisaties en federaties die zich louter richten op de technologische of de economische ondersteuning van het ontwerpen zoals IWT, Vito, Centexbel of Agoria worden niet bevraagd.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
68
3.1.2. Overzichtstabel Wie (actoren) doet wat? Wie (actoren) richt zich naar welke disciplines (sectoren)? Mogelijke overlappingen/ lacunes? Teneinde een overzicht te krijgen over de gehele sector en de activiteiten die door de bevraagde actoren worden gerealiseerd, wordt er gebruik gemaakt van matrices. Horizontaal worden de verschillende betrokkenen en actoren uitgezet: Bovenaan kan afgelezen worden welke disciplines zij bedienen. De twee laatste kolommen hebben betrekking op architectuur en geven aan hoe het beleid geconcretiseerd wordt via het VAi. Verticaal worden de verschillende activiteiten gerangschikt. Die worden in 4 clusters opgedeeld: professionalisering van het werkveld belangenverdediging en spreekbuisfunctie, advies, opbouw en beheer van databanken, opleiding en vorming, verlenen of toekennen van subsidies of erkenningen, talentscouting, netwerking, … -
professionalisering en sensibilisering van de opdrachtgever advies, opbouw en beheer van databanken, opleiding en vorming, verlenen of toekennen van subsidies of erkenningen, talentscouting, netwerking,
-
publiekswerking en sensibilisering aanspreekpunt voor breed publiek, tentoonstellingen, beurzen, colloquia, lezingen, toeristische wandelingen, internetsite, elektronische nieuwsbrief, internationaal gerichte promotieacties, publicaties en public relations en sensibilisering via de media
-
kennisopbouw Opbouwen van een archief, documentatiecentrum, toegepast onderzoek en publicatiebeleid.
De matrices geven aan welke activiteiten door de bevraagde actoren worden gerealiseerd. Er worden tevens codes gebruikt die de intensiteit of de omvang van de activiteit aangeven. De ++,+ en (+) tekens geven het belang aan van de activiteit t.o.v. de andere activiteiten van de actor. (Het geeft aan welke activiteiten door een actor worden ingevuld en in welke verhouding. Gewicht t.o.v. de eigen activiteiten (+) = actor voert deze taak beperkt uit. + = actor voert deze taak uit ++ = actor voert deze taak uit in zeer belangrijke mate, gezien t.o.v. de andere activiteiten van dezelfde actor (verticale benadering).
Gewicht t.o.v. de gehele sector + +
= actor voert deze taak matig uit t.o.v. andere actoren of voor een bepaalde doelgroep (horizontale vergelijking). = actor voert deze taak sterk uit t.o.v. andere actoren (horizontale benadering
De kleurcode zwart, grijs of blanco geeft aan welke actoren deze activiteiten het meest intens invullen.Dat laat een vergelijking toe tussen de verschillende actoren en over de verschillende disciplines heen. mogelijk De tabellen kunnen zowel horizontaal als verticaal gelezen worden. In de verticale richting wordt er een profiel van de actor opgebouwd. In horizontale richting wordt er een vergelijking gemaakt tussen de verschillende actoren met betrekking tot de mate waarin ze een bepaalde activiteit uitvoeren. De spreiding die ontstaat door het invullen van de tabellen, geeft de lacunes en overlappingen aan. De gegevens die op deze wijze werden uitgezet worden vergeleken met de percepties uit de gesprekken. Veelal vinden we hier de verklaringen voor bepaalde resultaten (lacunes of overlappingen) die uit de matrices ontstaan. Elke matrix wordt nogmaals verklaard. De conclusies concentreren zich hier voornamelijk op de activiteiten met een culturele argumentatie of meerwaarde. De herkomst van de geldstromen en de netwerkverbanden tussen de verschillende actoren, overheid en privé worden ook in tabel weergeven. Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
69
Overzichtstabel activiteiten
Vl. bouwmeester
Architectuur VAi
St. modemuseum
Mode Modenatie (FFI, MoMu)
Design alg. Stichting Kunstpromotie
Ind design, Interieur Design museum Gent
Optimo
Ind. design K. Boudewijnstichting
Stichting interieur
Ind. design, grafisch Z 33/ platform vormgeving
UDB
Industriêle design, Interieur, grafiek De Winkelhaak
Opiok
Prov. O-Vl
HKRA
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijdend
Netwerk vormgeving
Professionalisering van het werkveld Belangenverdediging (spreekbuisfunctie) Advies Databank Opleiding/ vorming (workshops, lezingen, handleiding, coaching ontwerpers) Praktische steun (vb. subsidie, koppeling met bedrijfsleven, guidelines, jobs,…) Talentscouting (wedstrijden, prijzen,…) Regelgeving Netwerking Beleidsnota
+ + ++ +
(+) +
++
+
++
(+) +
+
(+) + (+)
(+) ++ (+)
+
+
++
++
++
++
+
++
++ +
+
(+)
++
(+) +
(+)
++ +
+
(+) (+)
+
(+)
+
+ ++ +
(+) (+) ++
(+) (+) (+)
++
++
+
+ +
+
(+)
+
+ +
(+)
+
+ +
+ +
++ + +
Professionalisering en sensibilisering van de opdrachtgever Advies Databank Opleiding/ vorming (workshops, lezingen voor professionelen, handleiding,…) Praktische steun (vb. subsidie, koppeling met ontwerpers,…) Netwerking
+ ++
+
(+)
+
+
+
(+)
(+)
(+)
++
+
(+)
+ + ++
(+)
++
++
++
+
(+)
++
+ (+)
+
+
+
(+)
+
++ +
+ ++
++
+
+
+
+
(+)
+
+ + +
+ + +
Sensibilisering & publieksweking Aanspreekpunt voor breed publiek Tentoonstellingen Beurzen Colloquia, lezingen,wandelingen,… (algemene vorming) Internetsite Internationaal uitdragen Publicaties
++ ++ + +
+ ++ +
+ + ++
+ + +
+
+
+ +
++ ++
+
+
(+)
++ + ++ +
+ + (+)
+ + +
+ +
+
+ +
+ + +
+
+ +
(+)
+ + ++
Kennisopbouw Archief Documentatiecentrum Publicatiebeleid Denktank Wet. / toegepast onderzoek
(+) + ++
++ +
+
++
+ (+)
+ +
+
+
(+)
(+) +
++ ++ ++ ++ ++
++
(+) = actor voert deze taak beperkt uit. + = actor voert deze taak uit ++ = actor voert deze taak uit in belangrijke mate, t.o.v. de andere activiteiten van dezelfde actor = actor voert deze taak matig uit t.o.v. andere actoren of voor een specifieke doelgroep = actor voert deze taak sterk uit t.o.v. andere actoren
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
70
(+) ++ ++ + +
+ +
Er zijn grote verschillen tussen de opgenomen disciplines wat betreft de aanpak, het aantal actoren en en het soort activiteiten die gerealiseerd worden. Dat maakt dat een gestroomlijnd en op alle disciplines afgestemd beleid en een uniforme aanpak mogelijk niet haalbaar is. Er is een sterkere organisatie van de disciplines met een meer commerciële inslag: Industriële vormgeving, interieur, meubelontwerp, modeontwerp en grafische vormgeving. Er zijn weinig activiteiten waarbij gestreefd wordt naar de synergie tussen de disciplines. De Modenatie wenst in de toekomst tevens juweel – en edelsmeedkunst op te nemen in sommige evenementen. De Winkelhaak zoekt die interdisciplinaire werking door de samenstelling van de participerende bedrijven Over het algemeen hebben de verschillende disciplines een weinig gestructureerde vertegenwoordiging en beperkte beroepsorganisatie. Dit is mogelijk te verklaren door het beperkt aantal zelfstandigen in disciplines met een sterke economische dimensie en door een vrij “individualistische” attitude bij de meer cultureel gerichte disciplines. Er is een duidelijk overwicht van activiteiten die de economische aspecten onderbouwen. De meer cultureel gedragen initiatieven i.v.m. sensibiliseren en imago opbouw zijn beperkt. De belangrijkste actoren m.b.t. vormgeving: -
VIZO is een actieve actor die een breed veld bedient. Het heeft daarbij oog voor de economische en de culturele dimensie. Deze overkoepelende en soms te weinig specifiek op een discipline afgestemde aanpak leidt soms tot verwarring en tot vervaging van het beoogde effect. VIZO bedient daarbij overwegend de “zelfstandige” ontwerper, de opdrachtgever en een beperkt maar ‘geïnteresseerd’ publiek. Een van de weinige organisaties met continuïteit op verschillende vlakken en een structurele werking.
-
Design museum Gent is de belangrijkste actor i.v.m. sensibilisering, publiekswerking en archief i.v.m. industrieel- grafisch- en meubelontwerpen.
-
Stichting Interieur organiseert tweejaarlijks een biënnale voor interieurdesign. Dit evenement is één van de grootste in zijn soort. Door strenge kwaliteitsbewaking en de eigen strategie van Stichting Interieur wordt een hoog niveau bereikt.
-
Optimo organiseert tevens een brede waaier van activiteiten voor zowel ontwerper als opdrachtgever. De activiteiten zijn gericht naar een beperkte groep ontwerpers en bedrijven, nl. de meubelsector. Ook de publiekswerking is beperkt en gericht.
-
De Winkelhaak, gekaderd in een buurt-herwaarderingsproject, heeft als hart een bedrijvencentrum voor jonge zelfstandige ontwerpers. Door het samen delen van een aantal faciliteiten wil de winkelhaak een dynamiek onder de ontwerpers op gang brengen die over de disciplines heen gaat. De winkelhaak hoopt enkele sterke trekkers te kunnen lanceren die de uitstraling van de vormgeving in Vlaanderen sterk kunnen maken.
-
ModeNatie is een voorbeeld van samenwerking en synergie tussen de verschillende functies binnen de discipline Vele activiteiten ter ondersteuning van de professionele ontwerper of de ambitie deze zeer binnenkort in te vullen(onderzoek, archief, museum, tentoonstelling, publicaties) en een professionele sensibilisering en publiekswerking.
-
UDB is vrijwel de enige beroepsorganisaties en richt zich voornamelijk naar grafische en industriële ontwerpers. De organisatie is zijn werking verder aan het uitbouwen. Ondanks deze inspanningen blijft de interesse vanuit het werkveld beperkt. Het aantal leden doet vermoeden dat de zelfstandige ontwerpers zich voldoende vertegenwoordigd voelen bij VIZO of Optimo en dat er voor de ontwerpers in vast dienstverband (grootste groep) minder nood is aan belangenverdediging.
-
Opiok en Z33 zijn zeer recente initiatieven waarbij netwerking en brugfuncties centraal staan.
-
Provincie Oost-VLaanderen en het Stedelijk modemuseum Hasselt beperken zich tot de organisatie van tentoonstellingen en het uitreiken van erkenning.
-
Architectuur heeft met het VAi een steunpunt voor architectuur opgericht. Dit initiatief is nog in volle groei en werkt aan een beleidsplan voor 2002-2006. In 2002 - 2003 werden reeds verschillende activiteiten gerealiseerd.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
71
3.2. Professionalisering en ondersteuning van de sector 3.2.1. Professionalisering van het werkveld Welke actoren leveren inspanningen ter ondersteuning/ professionalisering van het werkveld? Via welke activiteiten? Horizontale vergelijking
Vl. bouwmeester
Architectuur VAi
St. modemuseum
Mode Modenatie (FFI, MoMu)
Design alg. Stichting Kunstpromotie
Ind design, Interieur Design museum Gent
Optimo
Ind. design K. Boudewijnstichting
Stichting interieur
Ind. design, grafisch Z 33/ platform vormgeving
UDB
Ind. design, Interieur, grafiek De Winkelhaak
Opiok
Prov. O-Vl
HKRA
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijdend
Netwerk vormgeving
Professionalisering werkveld Belangenverdediging (spreekbuisfunctie) Advies Databank Opleiding/ vorming (workshops, lezingen voor professionelen, handleiding, coaching ontwerpers) Praktische steun (vb. subsidie, koppeling met bedrijfsleven, guidelines, jobs,…) Talentscouting (wedstrijden, prijzen,…) Regelgeving Netwerking Beleidsnota
+ + ++ +
(+) +
++
+
++
(+) +
+
(+) + (+)
(+) ++ (+)
+
+
++
++
++
++
+
++
++ +
+
(+)
++
(+) +
(+)
++ +
+
(+) (+)
+
(+)
+
+ ++ +
(+) (+) ++
(+) (+) (+)
++
++
+
+ +
+
(+)
+
+ +
(+)
legende (+) = actor voert deze taak beperkt uit. + = actor voert deze taak uit ++ = actor voert deze taak uit in belangrijke mate, t.o.v. de andere activiteiten van dezelfde actor = actor voert deze taak matig uit t.o.v. andere actoren of voor een specifieke doelgroep = actor voert deze taak sterk uit t.o.v. andere actoren
Horizontale vergelijking (per activiteit) : Belangenverdediging: Er is geen sterke beroepsorganisatie, niet representatief doordat het recente beroepen zijn (weinig historiek. Er is veelal een zwakke alumniwerking, een individuele attitude van ontwerper, heterogene beroepsactiviteiten en geen of een beperkte regelgeving. Schatting totaal professionele in de sector, aandeel zelfstandigen / dienstverband (Vb. industrieel ontwerpers +/- 1000 : zelfstandige ontwerpbureau’s Vlaanderen: 100 inclusief meubel). Adviesfunctie: Doordat er geen echte sterke beroepsorganisatie is, kan de ontwerper vrijwel nergens terecht voor advies. Er is nergens een juridische bijstand of dergelijke. Bij VIZO kunnen zelfstandige ontwerpers beroep doen op allerlei advies, veelal i.v.m. het zelfstandige statuut (business plan,…)
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
72
+ +
++ + +
Databanken Verschillende actoren maken gebruik van een databank met ontwerpers. Veelal zijn het dezelfde ontwerpers die in de databanken van verschillende actoren zitten. Er is geen coördinatie tussen de verschillende databanken. VIZO heeft een databank met geselecteerde ontwerpers en daarnaast nog een bestand met geïnteresseerden in vormgeving. Deze laatste worden telkens uitgenodigd bij evenementen. Sommige actoren, Optimo, UDB,…geven leden een internetpagina waarop ze zich en hun werk kunnen presenteren. Zo kan de ontwerper zelf de databank een stuk invullen. Opleiding / vorming Verschillende actoren organiseren regelmatig workshops, colloquia. Er is veel interesse voor dit soort van activiteiten. Verschillende universiteiten en hogescholen starten nu ook met postgraduaten i.v.m. vormgevingsberoepen. Het jaarlijks colloquim en trendseminarie van Optimo kent veel bijval, maar is enkel gerelateerd tot de meubelsector. Praktische steun VIZO voorziet op een aantal punten praktische steun: subsidies, deelname aan allerlei activiteiten,… Men moet echter eerst aan een aantal criteria voldoen en door VIZO geselecteerd worden. UDB tracht zijn leden praktische steun te geven door vb. guidelines uit te geven (handleiding met de gebruikelijke tarieven in het veld, algemene voorwaarden,…., contracten). Wegens de beperkte middelen van de beroepsvereniging is dit geen gemakkelijke taak. Optimo en K. Boudewijnstichting hebben een soort brugfunctie tussen de ontwerper en fabrikant. Optimo koppelt actief ontwerpers aan industriëlen, K. Boudewijnstichting deed dit via stages. Talentscouting Verschillende actoren organiseren wedstrijden om nieuw talent te ontdekken. VIZO heeft de herfst- en lenteselecties waar telkens ontwerpers geselecteerd worden, die dan later in aanmerking kunnen komen voor subsidies e. d. Daarnaast zijn er de Henry Van de Velde prijzen. Stichting interieur voert met “Design for Europe” een uitgebreid pakket aan wedstrijdgelijkheden. Z 33 / platform vormgeving organiseert een wedstrijd met meerwaarde (maakt promotie rond laureaten, …) onder de naam “Toegepast”. Dit initiatief is regionaal (provinvcie Limburg) Provincie Oost-Vlaanderen heeft de tweejaarlijkse “Prijs voor Vormgeving”. Regelgeving Niemand in de sector is echt actief bezig met regelgeving. Vormgeving kent geen regelgeving zoals die er vb. voor architectuur wel is. De regelgeving voor de verschillende disciplines (industrieel ontwerpen, grafische vormgeving,…). Een “ontwerper” is geen beperkt statuut. Netwerking De netwerking tussen de verschillende ontwerpers wordt veelal niet bevorderd door de actoren. Enkele actoren, vb. Opiok, Z33/ platform vormgeving, profileren zichzelf reeds als een netwerk. Beleidsnota Geen van de actoren werkt echt aan een overkoepelend beleid inzake vormgeving, uitgezonderd administratie cultuur. Hiaten: Weinig initiatieven waar ontwerpers echt terecht kunnen, geen echt steunpunt. Geen sterke beroepsorganisatie. Goed uitgebouwde regionale actoren (beperkt tot de provincies). Ontwerpers moeten geselecteerd worden door VIZO, wordt soms als beperkend ervaren. Optimo heeft een uitstekende werking maar is beperkt tot de meubelindustrie. Weinig netwerking onder de ontwerpers, ze zijn allen “concullega’s” (concurrenten - collega’s).
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
73
3.2.2. Professionalisering en sensibilisering van de opdrachtgever Welke actoren leveren inspanning ter ondersteuning/ professionalisering van de vraag? Via welke activiteiten? Horizontale vergelijking
Vl. bouwmeester
Architectuur VAi
St. modemuseum
Mode Modenatie (FFI, MoMu)
Design alg. Stichting Kunstpromotie
Ind design, Interieur Design museum Gent
Optimo
Ind. design K. Boudewijnstichting
Stichting interieur
Ind. design, grafisch Z 33/ platform vormgeving
UDB
Industrieel design, Interieur, grafiek De Winkelhaak
Opiok
Prov. O-Vl
HKRA
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijdend
Netwerk vormgeving
Professionalisering en sensibilisering opdrachtgever Advies Databank Opleiding/ vorming (workshops, lezingen voor professionelen, handleiding,…) Praktische steun (vb. subsidie, koppeling met ontwerpers,…) Netwerking
+ ++
+
(+)
+
+
(+)
+
(+)
(+)
++
+
(+)
+ + ++
(+)
++
++
++
+
+
+ +
(+)
++
+
(+)
+
+
+
(+)
+
legende (+) = actor voert deze taak beperkt uit. + = actor voert deze taak uit ++ = actor voert deze taak uit in belangrijke mate, t.o.v. de andere activiteiten van dezelfde actor = actor voert deze taak matig uit t.o.v. andere actoren of voor een specifieke doelgroep = actor voert deze taak sterk uit t.o.v. andere actoren
Er is weinig professionalisering/ sensibilisering naar de opdrachtgever Enkele uitzonderingen: VIZO geeft workshops voor bedrijven. Zij vatten dit op als een soort van rollenspel bedrijfsleider – designer. Er is een bewustmaking van de potentiële opdrachtgever: Wat kan een ontwerper voor een KMO beteken? K Boudewijnstichting zette samenwerkingen op tussen bedrijven en ontwerpers. Ontwerpers konden hun kennis verbreden door aan een ambitieus project te werken binnen een bedrijf. Daarbij kon het bedrijf gesensibiliseerd worden voor het belang van een actieve ontwerpafdeling. Deze formule is stopgezet omdat het aantal gesensibiliseerde ontwerpers en bedrijven erg klein was t.o.v. de kost voor dit soort projecten. Optimo benadert actief de meubelsector via bezoeken. Zij onderzoeken samen met de meubelfabrikant wat een ontwerper voor hen zou kunnen betekenen. Optimo vervult ook een brugfunctie waarbij zij ontwerpers koppelen aan bedrijven. Momenteel werkt Optimo aan een handleiding voor productontwikkeling binnen de meubelindustrie. Uit een enquête in de sector bleek dat het merendeel van de bedrijven de methodologie niet kent en dat de methodes vaak niet geschikt zijn voor de meubelindustrie. Door de handleiding zal Optimo de meubelindustrie van een geschikt tool voorzien. Opiok wil de industrie rond Kortrijk actief betrekken in de discussie rond vormgeving. Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
74
3.3. Publiekswerking en sensibilisering
Architectuur
Modenatie (FFI, MoMu)
St. modemuseum
VAi
Vl. bouwmeester
Mode
Design alg. Stichting Kunstpromotie
Optimo
Stichting interieur
Ind design, Interieur Design museum Gent
Ind. design K. Boudewijnstichting
+ + +
Ind. design, grafisch
+ + ++
Z 33/ platform vormgeving
++ +
UDB
Industrieel design, Interieur, grafiek
++ + +
De Winkelhaak
+
Opiok
HKRA
++
Prov. O-Vl
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijdend
Netwerk vormgeving
++
+
++
(+)
+
++
+
+
+
+
(+)
+
+ + +
+ + +
Sensibilisering & publieksweking Aanspreekpunt voor breed publiek Tentoonstellingen Beurzen Colloquia, lezingen,wandelingen, … (algemene vorming) Internetsite Internationaal uitdragen Publicaties
+
+
++
++
+
+
++
+
+
+
(+)
+ ++ +
+ + (+)
+ + +
+
+ +
+
+ +
+ + +
+
+ + ++
legende (+) = actor voert deze taak beperkt uit. + = actor voert deze taak uit ++ = actor voert deze taak uit in belangrijke mate, t.o.v. de andere activiteiten van dezelfde actor = actor voert deze taak matig uit t.o.v. andere actoren of voor een specifieke doelgroep = actor voert deze taak sterk uit t.o.v. andere actoren
3.3.1. Activiteiten en in te zetten middelen Welke activiteiten beogen sensibilisering en publiekswerking? Aanspreekpunt voor breed publiek: Iedere actor in de sector tracht volgens eigen vermogen een loketfunctie en doorverwijsfunctie uit te oefenen. Er is geen gestructureerd beleid voor deze taak en deze steunt volledig op informele contacten (actoren weten ook van elkaar wat ze doen via informele contacten). Alle actoren bouwen een eigen databank op. Er bestaat nogal wat verwarring over wie waar en waarvoor terecht kan. Een deel van de verwarring zit reeds in de benaming ”ontwerper”. Er kan niet van elke ontwerper hetzelfde verwacht worden. VIZO staat open voor info aan een breed publiek, grote databank. Doordat deze actor zelf een groot aantal disciplines verdedigt, kan men hier vaak terecht. De activi teiten zijn daarentegen vaak weinig specifiek. Het Design museum Gent vormt een breed aanspreekpunt via de museumfunctie. Stichting interieur is breed toegankelijk, maar heeft wegens haar tweejaarlijkse activiteit eerder een passieve aanspreekfunctie voor het brede publiek. Via het concept ModeNatie is er een duidelijk aanspreekpunt voor de mode. FFI heeft hier een belangrijke infobalie functie als ambassadeur van de mode, snelle doorverwijzing is ook mogelijk dankzij de nauwe samenwerking met andere actoren, industrie, ontwerpers in het veld. Het VAi werkt actief aan een loketfunctie maar is nog in volle groei. Loketfunctie kan veelal uitgevoerd worden door ervaring van de dagelijkse medewerkers. Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
75
Tentoonstellingen: VIZO verzorgt tentoonstellingen in de eigen (zichtbare) galerij, participeert en organiseert in andere, o.a. buitenlandse tentoonstellingen. Zij tonen de verschillende disciplines. Provincie Oost-Vlaanderen organiseert tweejaarlijks een expositie naar aanleiding van de “Prijs voor Vormgeving”. Lokaal evenement. De Winkelhaak wil in de toekomst de expositieruimte verder uitbouwen, maar wil hier vooral commerciële, doelgerichte (vb. productpresentatie van een bedrijf) activiteiten realiseren. Het Design museum Gent heeft een belangrijke tentoonstellingswaarde voor een breed publiek. Het museum heeft ook de achtergrond (archief, documentatie) om kwaliteitsvolle tentoonstellingen te brengen. Het aandeel naar Vlaams design is echter beperkt. Optimo organiseert sporadisch een tentoonstelling ter gelegenheid van een colloquium. Vaak wordt deze enkel bezocht door de eigen sector. MoMu een FFI hebben een belangrijke tentoonstellingsfunctie voor de Mode. MoMu houdt er een dynamische museumwerking op na en werkt wisselende tentoonstellingen uit rond verschillende thema’s, een creatieve tentoonstellingscultuur. Daarnaast is er nog een kleinere tentoonstellingsruimte waar er nog sneller op de actualiteit kan worden ingespeeld. FFI heeft een presentatiefunctie via het forum. Beurzen De belangrijkste beurs wordt georganiseerd door Stichting Interieur. Er wordt een groot publiek bereikt. De beurs concentreert zich enkel op interieurdesign. Door de strenge eisen naar de exposanten wordt een hoge kwaliteit bereikt. Vorming: Colloquia, lezingen, wandelingen, … Enkele actoren organiseren kleinere evenementen, vaak hoge drempel voor breed publiek. De Winkelhaak en ModeNatie organiseren wandelingen, lezingen. Samenwerking ook met toerisme. FFI organiseert als ambassadeur voor de mode regelmatig vormingsactiviteiten voor breed publiek. Steeds hogere opkomst door het meer gekend en bekend raken van ModeNatie. Internationale uitstraling VIZO werkt aan de internationale uitdraging van Vlaamse vormgeving door buitenlandse tentoonstellingen. De werking van VIZO richt zich enkel op Vlaanderen waardoor VIZO niet als internationaal aanspreekpunt fungeert. Stichting interieur is met de biënnale (tweejaarlijks) een internationaal evenement. ModeNatie tilt het modegebeuren op internationaal niveau, organiseert evenementen rond de modeweek in Parijs, nodigt een internationaal publiek uit,… Er zijn weinig banden met buitenlandse instellingen, actoren. Vlaanderen is veelal afwezig (niet actief aanwezig) in de internationale netwerken. Publicaties Er is een grote versnippering wat betreft de berichtgeving in de sector. Verschillende actoren trachten dit op te vangen door een nieuwsbrief (UDB, Optimo, De winkelhaak), veelal enkel gericht aan de eigen leden. Actoren verklaren veelal niet genoeg kapitaal te bezitten om veel te publiceren. Er bestaat geen jaarboek voor vormgeving, zoals voor Architectuur. Weinig actoren betrekken actief de pers in hun activiteiten. Occasioneel is er een publicatie. -
-
-
Met Kwintessens heeft VIZO het voornaamste tijdschrift over Vlaamse vormgeving. Kwintessens tracht een zo volledig mogelijk overzicht te bieden maar verschijnt slechts vier maal per jaar. Er wordt wel duidelijk verwezen naar activiteiten van andere actoren (tentoonstellingen, beurzen,…) en vormt zo de meest volledig geschreven publicatie over vormgeving. Er zijn geen verbanden met vb. architectuur e.d. terug te vinden. ModeNatie werkt aan verschillende publicaties, gerelateerd tot mode. Door de nauwe samenwerking tussen onderwijs, MoMu, FFI en andere modepartners wordt er een grote volledigheid bereikt. Men maakt ook actief werk van de doorstroom van info naar de pers, om zodoende een breed publiek te bereiken. VAi plant een actief te zullen publiceren over architectuur, naar verschillende doelpublieken.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
76
Hiaten Geen georganiseerd centraal aanspreekpunt. Weinig of geen activiteiten die de geschiedenis van het design benadrukken. Gebrek aan kennisopbouw. Weinig initiatieven die de totstandkoming van een product verklaren. Weinig activiteiten rond vorming van breed publiek. Activiteiten concentreren zich meestal op interieurdesign (meubels) of kunstambachten. Weinig publiekswerking rond grafische vormgeving en industrieel design, dit zijn recente disciplines. Weinig uitdraging van vormgeving naar het buitenland. Geen internationaal aanspreekpunt in Vlaanderen. Geen centrale berichtgeving over de sector. Er is nood aan een centraal kanaal. Geen tijdige en/ of volledige info. Weinig doorstroming naar de media. Nood aan een duidelijke aanwezigheid van vormgeving in de pers. Welke activiteiten dragen bij tot de uitstraling van vormgeving? Hiaten rond uitstraling? Het gebrek aan uitstraling van vormgeving in Vlaanderen is volgens de bevraagden veelal te wijten aan te weinig public relations (PR) inspanningen. Uit de analyse blijkt ook dat de activiteiten rond sensibilisering en publiekswerking in de sector beperkt zijn. Een goede marketing van de sector ontbreekt. De verschillende actoren ondernemen inspanningen om dit te verhelpen maar ze zijn vaak te klein om de nodige middelen te kunnen inzetten. Een andere inherente factor aan het uitbouwen van een imago is de nood aan enkele “trekkers” (en dit voor de verschillende disciplines) die de top als het ware vastleggen. Zonder een grote aandacht op te eisen voor deze “trekkers” kan een duidelijke uitstraling niet bereikt worden. De middelen van de individuele actoren zijn vaak te beperkt om dit alleen te realiseren. -
VIZO verdedigt verschillende disciplines waardoor er een wisselend aanbod is maar tegelijk soms een diffuus beeld gegeven wordt. Er is hier geen gerichte pr. Stichting Interieur maakt massaal promotie voor zijn biënnale en bereikt aldus een groot publiek. Dit evenement herhaalt zich echter maar tweejaarlijks. Mode heeft via enkele trekkers en een goede promotie wel een uitstraling bereikt. Vandaag blijven zij voeden om dit imago ook te kunnen behouden.
Hiaten: Onvoldoende promotie voor de eigen ontwerpers, producten. Onvoldoende samenwerking rond promotie.
3.3.2. Doelgroepstrategie Welke doelgroepen worden bereikt (van breed, vb. man in de straat tot selectief bereik, vb. professionelen, bedrijfswereld) door activiteiten i.v.m. sensibilisering en publiekswerking? Het bereik van de activiteiten i.v.m. sensibilisering en publiekswerving beperkt zich voornamelijk tot de eigen sector van professionelen. Behoudens de traditionele museumwerking (Design museum Gent – MOMU) en de biënnale Interieur Kortrijk richten weinig actoren hun activiteiten specifiek op een breed publiek. VIZO maakt gebruik van zijn galerij om haar initiatieven en vormgeving in het algemeen in de kijker te plaatsen. Het bereik ervan is echter beperkter en de doelgroep veelal gespecialiseerd. De wereld van de hedendaagse vormgeving is voor vele mensen nog niet of onvoldoende bekend.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
77
3.4. Kennisopbouw en archief
Vl. bouwmeester
Architectuur Vai
St. modemuseum
Mode Modenatie (FFI, MoMu)
Design alg. Stichting Kunstpromotie
Optimo
Stichting interieur
Ind design, Interieur
Ind. design K. Boudewijnstichting
Design museum Gent
Ind. design, grafisch Z 33/ platform vormgeving
UDB
Industrieel design, Interieur, grafiek De Winkelhaak
Opiok
Prov. O-Vl
HKRA
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijde nd
Netwerk vormgeving
Kennisopbouw Archief Documentatiecentrum Publicatiebeleid Denktank Wet. / toegepast onderzoek
(+) + ++
++ +
+
++
+ (+)
+
+ +
+ (+)
(+) +
++ ++ ++ ++ ++
++
(+) ++ ++ + +
+ +
(+) = actor voert deze taak beperkt uit. + = actor voert deze taak uit ++ = actor voert deze taak uit in belangrijke mate, t.o.v. de andere activiteiten van dezelfde actor = actor voert deze taak matig uit t.o.v. andere actoren of voor een specifieke doelgroep = actor voert deze taak sterk uit t.o.v. andere actoren
3.4.1. Toegepast wetenschappelijk of thematisch onderzoek Wie is initiatiefnemer? Welk beleid wordt er gevoerd? Er gebeurt overwegend weinig wetenschappelijk / thematisch onderzoek. Er is ook weinig wetenschappelijk onderzoek terug te vinden aan de universiteiten. Verschillende actoren verklaarden tijdens de gesprekken ook dat er geen structureel beleid ter ondersteuning van het onderzoek i.v.m. vormgeving. -
-
VIZO tracht regelmatig een thesis van een afgestudeerde in de kunstwetenschappen te publiceren. De focus ligt hier meestal op een kunstambacht. Design museum Gent voert enkel onderzoek uit naar nieuw verworven stukken met het oog op een productfiche te kunnen opstellen. Voor meer diepgaand onderzoek zijn er onvoldoende middelen. Optimo doet thematisch onderzoek naar de ontwerpmethodologie voor de meubelsector. De resultaten van dit onderzoek worden uitgedragen naar deze sector. FFI gaat een Europees archiveringsproject uitvoeren met als doel een digitaal Europees archief uit te bouwen. Bij dit project zal ook de synergie met het fysieke archief van MoMu nagestreefd worden. Ook werd er een subsidiedossier ingediend bij IWT om de activiteiten rond het digitaal platform verder te zetten.
Nieuwe initiatieven (vb. Opiok, Z33/ platform vormgeving) nemen vaak een denktankfunctie op. VIZO vormgeving organiseerde in 2003 een verrijkend debat over vormgeving op Sfeer. Meer denktanken zouden vruchtbaar zijn om op verschillende niveaus (overheid, niveau van de actoren, niveau van de ontwerpers) bij te sturen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
78
Hiaten Weinig wetenschappelijk/ technologisch onderzoek. Zelden een cultureel uitgangspunt. Vormgeving wordt nooit structureel ondersteund als uitgangspunt voor onderzoek. Wanneer er weinig of geen onderzoek is, kan men er ook niet op voortbouwen.
3.4.2. Archief en conservatie Wat wordt waar door wie gearchiveerd? Wat is wenselijk? Wie is vragende partij? Wat zijn de hiaten? Archivering Design museum Gent doet actief inspanningen en heeft hiervoor een aankoopbeleid en archiveringsbeleid. Het budget per jaar is echter beperkt. Er kan vaak niet worden ingegaan op een aanbod met zeldzame stukken. Design museum Gent zoekt internationaal te verwerven, het aandeel Vlaamse vormgeving in de collectie is bijgevolg beperkt. Bijkomende problematieken: tekort aan personeel om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen op nieuw verworven stukken, beperkte middelen voor restauratie, beperkte opslagruimte, tijdsintensief proces om fiches op te stellen, geen diefstalverzekering,... Daarenboven blijken fabrikanten, ontwerpers niet graag stukken door te spelen naar het museum. Design museum Gent is vragende partij om steunpunt voor archivering te worden, dit is door het kabinet verworpen. Provincie Oost Vlaanderen neemt het aankopen van “vormgeving” mee op in zijn aankoopbeleid. De aangekochte stukken worden in de publieke ruimten geëtaleerd of opgeslagen. Geen echte archiefwerking voor de niet getoonde stukken. MoMu (ModeNatie) voert een actief archiveringsbeleid en doet dit zeer nauwkeurig voor de mode (zowel historische als hedendaagse collectie). Zij brengen zelf het verhaal achter de archivering. FFI plant een digitaal archiveringsproject. Erfenis van het vroegere designcenter (Brussel) is verspreid. Documentatiecentrum De situatie i.v.m. documentatiecentra is vergelijkbaar met de archiefwerking. VIZO heeft een documentatiecentrum met o.a. alle materiaal dat ooit werd ingediend voor selecties e.d. Dit wordt niet ontsloten omdat er geen documentarist is. Design museum Gent werkt eraan om het documentatiecentrum verder te ontsluiten voor publiek via het digitaliseren van materiaal. Vb digitaliseren van het fotobezit (IDA project - interactive digital archive). ModeNatie heeft een sterke samenhang tussen het archief, stalenarchief enerzijds en bibliotheek anderzijds. Hiaten Weinig archief inzake vormgeving. Bestaand archiefwerking wordt beperkt: krappe behuizing, weinig kapitaal, weinig personeel, niet tijdig restaureren, geen diefstalbeveiliging, … Bepaalde archieven, documentatiecentra worden niet ontsloten. Moeilijk om archiefstukken te verwerven. Archiefmateriaal moet ook actief worden opengesteld in het kader van andere activiteiten.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
79
3.4.3. Publicatiebeleid Wie werkt mee aan de diffusie van inzichten en informatie? Wie bereikt men met deze publicaties? Hiaten? Zie ook publicaties bij 3.3.1. VIZO heeft een publicatiebeleid waardoor regelmatig gepubliceerd wordt. Enerzijds zijn er de Kwintessens, anderzijds nieuwsbrieven en cahiers. Ook werkte VIZO in het verleden samen aan verschillende publicaties, vb. Design van A tot Z (i.s.m. HKRA). Ook het VAi plant dergelijke aanpak. ModeNatie, voornamelijk FFI heeft een duidelijk publicatiebeleid bestaande uit de Letters (soort nieuwsbrieven), een magazine en occasionele uitgaven (vb. gids rond de modeweek in Parijs). Hiaten Het aantal publicaties per actor is zeer beperkt. Het totale volume aan publicaties over vormgeving is zeer beperkt.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
80
3.5. Geldstromen Wie zijn de verschillende subsidiënten? Is er een economische, culturele, … argumentatie? Verdeelsleutel publiek - privaat?
Vl. bouwmeester
Archtectuur VAi
St. modemuseum
Mode Modenatie (FFI, MoMu)
Design alg. Stichting Kunstpromotie
Ind design, Interieur Design museum Gent
Optimo
Ind. design K. Boudewijnstichting
Stichting interieur
Ind. Design, grafiek Z 33/ platform vormgeving
UDB
Industrieel design, Interieur, grafiek De Winkelhaak
S (+/-)
Opiok
HKRA
S (+)
Prov. O-Vl
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijdend
Netwerk vormgeving
Overheid Vl. Gemeenschap, ministerie economische. zaken Vl. Gemeenschap administratie cultuur Vl. Gemeenschap onderwijs Vl. Gemeenschap ambtenarenzaken IWT VGC Brussels gewest, Ministerie buitenlandse handel Brussels gewest, ministerie economie en werkgelegenheid Brussels gewest, staatssecretariaat monumenten en landschappen Brussels gewest, externe betrekkingen COCOF Communauté Walloni_Bruxelles Waals gewest, ministerie economische zaken IFPME Europees Provincie Stad
O (-)
S S/O (-)
S (-)
S S S
S (+) S (+/-) S (+) S (+)
S (+)
S (+) S (+/-) S (+/-) O (-) S (+/-) S (+/-) S S (+/-)
S
S (-)
O
S (+)
S (+)
Publiek / private samenwerking
S
Privaat Eigen inkomsten Sponsoring
(-) O (-)
(+) O(+/-)
(+)
S (-)
(+)
(-)
(+) O (-)
(-) O (-)
(+)
X
(-)
S
O (-)
Legende: S= structurele geldstroom O= occasionele geldstroom += grootste geldstroom +/-= gem. geldstroom, -= kleinste geldstroom De geldstromen zijn telkens binnen de actor vergeleken.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
81
De grootste niet gesubsidieerde geldstroom in de sector vormgeving vinden we terug in de Biënnale Interieur Kortrijk. Het betreft een zuiver commerciële activiteit. De opbrengst bedraagt 3 mio euro wat de werking gedurende twee jaar waarborgt. Het initiatief wordt niet door de overheid betoelaagd. De grootste inspanningen worden geleverd door het ministerie van Economische Zaken van de Vlaamse Gemeenschap door de betoelaging van FFI (150.000 euro) en door het verzekeren van de werking van VIZO vormgeving met een jaarlijks budget van 1,25 mio euro. Met dat bedrag kan VIZO de eigen werking en een brede waaier aan activiteiten ontplooien, waaronder de steunmaatregelen voor de ontwerper. Behoudens beperkte inkomsten (Kwintessens en galerij) en occasionele sponsering, steunt de werking volledig op het toegekende budget, wat de continuïteit garandeert. Algemeen kan gesteld worden dat betoelaging van vormgeving veelal stoelt op een economische argumentatie. Zo wordt de werking van Optimo betoelaagd door IWT-Vlaanderen (Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen) met een jaarlijks bedrag van 200.000 euro gedurende een periode van 4 jaren. De administratie cultuur van de Vlaamse Gemeenschap ondersteunt de werking van het VAi (422.000 euro) en staat in voor een deel van de betoelaging van het Design museum Gent ten bedrage van 240.000 euro (museumdecreet). Het grootste deel van de werkingsbudgetten van het Design museum Gent (1.100.000 euro) komen van de Stad Gent. De inkomsten vloeien tevens terug naar de Stad Gent). Het stedelijk modemuseum Hasselt en Opiok Kortrijk worden gesteund door de Stedelijke overheid. Vanuit de provincies worden meer regionale initiatieven gesteund ( Z33 vormgeving) of de publiekswerking ( Prov. O-VL). De meer recente initiatieven maken veelal gebruik van gemengde kanalen. FFI is een voorbeeld van publiek / private samenwerking. Naast de betoelaging door Economische zaken en de Provincie is er een sponsering van 375.000 euro waarvan 100.000 euro doorstroomt naar het MOMU en de Modeacademie. Door alle budgetten van de verschillende actoren (activiteiten) binnen een discipline te bundelen wordt de slagkracht en de uitstraling duidelijk versterkt. Bij initiatieven zoals de Winkelhaak waarbij de uitbouw van een gespecialiseerd dienstencentrum gecombineerd wordt met een tentoonstellingsfunctie is de aanwezigheid van een basiskapitaal (6.5 mio euro) noodzakelijk. De inbreng kaderde binnen een herwaarderingsproject van de Stad Antwerpen. Opmerkelijk is ook de complexe subsidiëring van het HKRA. Mogelijk ligt daar de oorzaak van het verdwijnen van het initiatief na 1 werkingsjaar. Het grootste deel van de subsidiegelden worden aangewend om het werkveld te professionaliseren, ontwerpers te ondersteunen en de bruggen met het bedrijfsleven te bouwen. Een deel van deze gelden stroomt rechtstreeks of onrechtstreeks door naar de ontwerper (VIZO, Optimo, VAi. Z33). De tweede grote subsidiestroom gaat naar publiekswerking. Vooral de meer ‘traditionele’ museumwerking kan zijn werking daardoor garanderen. (Design museum Gent, Modemuseum Hasselt en MoMu). De bedragen die gereserveerd worden voor de opbouw van collecties zijn echter beperkt (vb. 110.000 euro voor Design museum Gent) Voor de kennisopbouw (wetenschappelijk onderzoek, archief en documentatiecentrum) zijn weinig middelen beschikbaar.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
82
3.6. Netwerking (m.b.t. de activiteiten) Welke actoren staan centraal opgesteld? Welke interdisciplinaire samenwerkingen zijn er waar te nemen? Welk types (musea,beroepsverenigingen…) actoren werken samen? Welke actoren zoeken toenadering tot de industrie? Percepties van de bevraagden met betrekking tot netwerking?
Mode
Optimo
Stichting Kunstpromotie
Modenatie (FFI, MoMu)
S
Vl. Bouwmeester
Design alg. Stichting interieur
O
Architectuur
Ind design, Interieur Design museum Gent
O
VAi
Ind. design K. Boudewijnstichting
O
St. modemuseum
Ind. Design, grafiek Z 33/ platform vormgeving
O
UDB
Industrieel. design, Interieur, grafiek O
De Winkelhaak
Prov. O-Vl
S
Opiok
HKRA
VIZO
Administratie cultuur
Discipline overschrijdend
Netwerk vormgeving
Actoren Administratie cultuur VIZO HKRA Prov. O-Vl Opioc De Winkelhaak UDB Z33 KBS Design museum Gent Stichting Interieur Optimo Stichting Kunstpromotie Modenatie (FFI MoMu) St. modemuseum
O
S O
O O
O/S O O
O O
O O O O S
O
S
O O/S
O S O O O
VAi Vl.bouwmeester
O O
Overheid
O/S
S
Andere organisaties
O
S
Ondewijs VZW’s Febelhout Creation (Wallonië)
O O
Bedrijfswereld Buitenlandse contacten
O O
O
O/S
O
S
S
S
O
O
S S
O O/S O
S O
S S
S S
S
S
O/S O
Legende: S = structurele samenwerking O= occasionele samenwerking
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
83
De netwerking is veelal occasioneel. Incidenteel wordt samengewerkt rond bepaalde projecten. Vb. Triënnale voor vormgeving (VIZO – Design museum Gent,..). VIZO vormgeving is hierbij vaak de centrale partner, mede door het brede scala (van ambachtelijke tot industriële vormgeving) waarin VIZO werkt. Er is weinig of geen kruisbestuiving tussen de verschillende disciplines. We vinden geen verband tussen vb. het modegebeuren, architectuurgebeuren en vb. Interieur, industriële vormgeving, grafische vormgeving. Het is zo dat binnen een concept waarbij zeer veel verschillende disciplines worden bijeengebracht (cfr. concept VIZO), geen enkele van de disciplines zich goed geprofileerd voelt. Binnen eenzelfde discipline (vb. industrieel design) is er weinig structurele samenwerking. Sommige activiteiten zijn zelfs terug te vinden bij meerdere actoren in eenzelfde discipline (vb. iedereen onderhoudt een databank met namen van meubelontwerpers). De samenwerking tussen dezelfde types actoren (vb. onderwijsinstelling 1 – onderwijsinstelling 2, musea 1 – musea 2) is mimimaal. Zo is er bijvoorbeeld weinig samenwerking tussen de verschillende opleidingen i.v.m. “vormgeving” in Vlaanderen/ Brussel. De opleidingen kennen elkaar oppervlakkig en ondernemen geen gezamenlijke initiatieven of uitwisselingen. Gelijkaardige actoren lijken soms met elkaar in concurrentie te treden. In een concept zoals dat van De Winkelhaak wordt gestreefd naar een inhoudelijke kruisbestuiving onder de verschillende huurders. Het volledige gebouw werd ook rond deze zienswijze opgetrokken en ingericht. Er bestaat een meer informele informatie-uitwisseling tussen de verschillende actoren m.b.t. coördinaten van ontwerpers voor de aanleg van databanken, maar tot dusver werd nog niets gecentraliseerd. Mogelijk is er een trend op te merken naar meer samenwerking op regionaal niveau. Nieuwe initiatieven, (vb. Opiok, platform vormgeving in Limburg onder Z33,.. ) wensen een basis uit te bouwen met verschillende partners. We merken wel duidelijk een zekere terughoudendheid van bepaalde, reeds gevestigde actoren (vb. stichting Interieur). Ook merken we op dat actoren meer geneigd zijn om met initiatieven in het buitenland samen te werken dan in eigen omgeving. Blijkbaar streeft men meer naar structurele netwerking met het buitenland. Sommige actoren (KBS, Optimo) hebben een deel van hun activiteiten gericht op de industrie. Zij hebben nauwe banden met de bedrijfswereld en trachten vruchtbare samenwerkingen uit te bouwen. Uit het perceptie onderzoek m.b.t. netwerking kunnen we volgende zaken stellen: Iedereen lijkt geïnteresseerd in samenwerkingen, vanuit het oogpunt dat er zo meer bereikt kan worden(win- win situatie) en dit dus een noodzaak voor succes is. Doch wijst men onmiddellijk op het feit dat men de eigen autonomie wil behouden. Men ziet meer iets in een overlegplatform, waaraan men niet echt iets verplicht is. Ieder actor is bekommerd om de promotie van vormgeving in Vlaanderen, het uitdragen en stelt dan ook dat hiervoor samengewerkt zou moeten worden. Mogelijke oorzaak van weinig of geen netwerking is tevens de individualistische aard van de Vlaming (cfr. problemen bij F3, ex- Cepro). Besluit: Weinig structurele samenwerking. Weinig samenwerking tussen de verschillende disciplines. Weinig samenwerking binnen een bepaalde discipline. - Weinig samenwerking tussen gelijkaardige actoren (dezelfde types actoren) . - Trend om op regionaal niveau samenwerkingsverbanden, platforms voor vormgeving op te richten. Enkele actoren hebben activiteiten die aan de industrie gekoppeld worden. Geïnteresseerd in netwerken, mits bewaren van eigen autonomie. Vlamingen zijn individualistisch.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
84
3.7. Verhouding economie – cultuur Welke activiteiten zijn meer economisch, meer cultureel georiënteerd, combinatie? Actoren op zich zijn moeilijk op te delen volgens een cultureel dan wel economisch zwaartepunt. Wel geeft de overzichtstabel aan dat de activiteiten zoals die door de huidige actoren worden ontplooid meer gefocust zijn op een economische relevantie. Vele initiatieven onderbouwen de brugfunctie tussen de ontwerper en de bedrijven en streven ernaar vormgeving als een meerwaarde te integreren in het geheel van innovatieactiviteiten. De argumentatie die daarbij wordt aangedragen berust veelal op technologische, methodologische en markttechnische optimalisatie. De “professionalisering van het werkveld” en “professionalisering van de opdrachtgever” moeten leiden tot een grotere competitieve slagkracht en tot een versterking van het ondernemerschap in Vlaanderen / Brussel. De sterkste actoren beperken zich daar niet toe en investeren tevens in publiekswerking. Tentoonstellingen voor een breed publiek waarbij de verschillende aspecten binnen een discipline worden verduidelijkt. Blijkbaar spreekt deze totaalbenadering het publiek meer aan dan het traditionele museumconcept. De grens tussen educatie, sensibiliseren en collectioneren vervaagt en ook vorm, inhoud en context lopen geleidelijk in elkaar over, maar het aantal activiteiten en het bereik blijft beperkt. Het sensibiliseren van een breder publiek en het tot stand brengen van een brede maatschappelijke dialoog over vormgeving kan ook gestimuleerd worden door kwalitatieve publicaties. De kanalen die daar momenteel voor gebruikt worden zijn echter beperkt in aantal en in bereik. Mogelijk kan een beleid vanuit cultuur net deze hiaten inzake sensibilisering invullen en het ontwerpen kaderen binnen een bredere sociaal maatschappelijke context. Hoe ervaren de bevraagden de verhouding economie – cultuur m.b.t. vormgeving? Zowel economie als cultuur zijn belangrijke onderdelen van vormgeving. Beide dienen aanwezig te zijn ook al plaatst men de economische haalbaarheid als voorwaarde voor de culturele dimensie. Die wordt vaak gekoppeld aan inhoud en bewustmaking. Terzelfder tijd wordt gesteld dat ook andere assen zoals onderwijs, wetenschap en technologie,… een belangrijke invloed hebben vormgeving. Op de vraag of vormgeving meer cultureel dan economisch beantwoord moet worden, kunnen we het volgende stellen. Zowel economie als cultuur is noodzakelijk, maar ze hebben andere wetmatigheden. 1.
Er is nood aan een economisch draagvlak. Er kan geen cultuur rond worden opgebouwd als er niets economisch in zit. Er zou een platform moeten komen dat de contacten tussen de bedrijfswereld en ontwerpers bevordert. Vernieuwing is daarbij het sleutelwoord want anders zal iedere onderneming op langere termijn gelijkaardige producten voorstellen aan een gelijkaardige prijs/ kwaliteit. Daardoor kan een goede vormgeving (geheel van aspecten) een belangrijk concurrentievoordeel bieden. Bedrijven hebben er dus alle belang bij te investeren in vormgeving als differentiërende factor. Er is dan ook nood aan verschillende pro-actieve benaderingen om de bedrijfswereld te sensibiliseren en in contact te brengen met de ontwerpers.
2.
Er is nood aan een cultureel draagvlak. Dit zou zich op een breed publiek moeten richten, dit zowel in binnen als buitenland. Er moet een referentiekader opgebouwd worden, nauwgezette archivering en publicaties zijn daarbij onontbeerlijk. Een sensibilisering van een breed publiek is aangewezen. In Vlaanderen is het designbewustzijn immers beperkt en wordt het niet gedragen door educatie, media of publiekswerking. Mogelijk kan men “designbewustzijn” opnemen als leervak in het middelbaar onderwijs. Het gebrek aan uitstraling van vormgeving in Vlaanderen is volgens de bevraagden een louter public relations probleem. Een grondige aanpak van het culturele luik zou ook hier aan kunnen tegemoetkomen.
-
Zowel de economische als culturele as is noodzakelijk. Zowel een economisch als een cultureel draagvlak heeft zijn eigen wetmatigheden. Nood aan economisch draagvlak: overleg tussen bedrijfsleven en ontwerpers. Nood aan een cultureel draagvlak: sensibilisering naar breed publiek.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
85
3.8. Verhouding architectuur - vormgeving Welke verschillen, gemeenschappelijke kenmerken, raakvlakken zijn er terug te vinden tussen architectuur en vormgeving? Kunnen ze samen onder één koepel gebracht worden en kan er een zelfde beleid zijn? -
Vormgeving en architectuur hebben vele raakvlakken. Het vormgevingsproces vertoont vele overeenkomsten. Ontwikkelingen uit beide domeinen beïnvloeden elkaar. Architectuur gebruikt bij het vormgeven van de ruimte functionele componenten en systemen. Maar ook tussen de bebouwde omgeving, hoe die gebruikt wordt en tussen de objecten die erin worden geplaatst zijn er raakvlakken. Beide kunnen bijdragen tot functie-invulling en de beleving van het ontwerp. Beide disciplines worden sterk gestuurd vanuit de behoeften van de gebruiker en door maatschappelijke trends. Beide disciplines zoeken tevens naar een evenwicht tussen functionaliteit en emotionele waarde en beiden hebben een grote invloed op de visie en de perceptie van grote groepen van de bevolking op de kwaliteit van het leven.
-
Maar er zijn ook duidelijke verschillen tussen architectuur en vormgeving. De verhouding tussen opdrachtgever en ontwerper is direct. Het aanpassen van het concept aan de individuele vragen van de gebruiker maar ook het tijdsperspectief van omgevingen en van objecten kan sterk verschillen.
-
Architectuur is tevens een erkend en maatschappelijk gekend beroep. Het kan bogen op de historische bagage die gedurende decennia werd opgebouwd. Andere ontwerpdisciplines zijn vaak minder gestructureerd en georganiseerd en kunnen niet terugvallen op een beschermd beroep. Door de grote variaties in gebruikstijd en doordat architectuur zich vaak richt op de individuele behoeften van de gebruiker, lijkt de invloed van Architectuur op de samenleving meer ingrijpend. Maar ook de impact van industriële vormgeving, interieur en mode op het dagelijkse leven dient niet onderschat worden. Denken we daarbij bijvoorbeeld aan internet en mobile telefonie. Elke discipline hanteert daarbij andere criteria en geeft op een andere wijze invulling aan de trends en de maatschappelijke veranderingen … Synergie en kruisbestuiving tussen alle disciplines zijn wenselijk indien het niet leidt tot vervaging en vervlakking.
-
Volgens de geïnterviewden is een ander beleid wenselijk voor architectuur en voor vormgeving. Er kan veel geleerd worden uit het model van het VAi maar het zal waarschijnlijk niet te kopiëren zijn. Verschillen tussen de aanpak, de verhoudingen economie en cultuur, de organisatie maar ook het tijdskader maken dat er andere accenten moeten gelegd worden. Er moet tevens nagegaan worden in hoeverre eenzelfde beleid voor de verschillende disciplines binnen ‘vormgeving’ aangewezen is.
-
Net als voor Architectuur is er een duidelijke nood aan een steunpunt voor vormgeving. Daarbij kan samengewerkt worden met het steunpunt voor architectuur, zolang het beleid maar gescheiden blijft. Een nieuw beleid voor vormgeving kan zich laten inspireren door de voorsprong die architectuur reeds heeft, maar vraagt een eigen invulling doordat de verwachtingen en de hiaten verschillen. Dat lijkt de visie te zijn van zowel architectuur als vormgeving.
-
Een op ‘vormgeving’ afgestemd beleid moet voldoende specifiek zijn en moet de kans krijgen zichzelf te ontplooien. Bij interieur en meubelontwerp wordt dat minder aangevoeld. Daar is de link met architectuur veel duidelijker. Ruimte en de daarin geplaatste objecten lopen in elkaar over.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
86
3.8. Algemene conclusies -
De sector vormgeving is een vrij heterogeen geheel met sterk verschillende disciplines in omvang en in aanpak. Ook de verschillen tussen de actoren zijn groot en de synergie is beperkt. De samenwerkingsverbanden zijn veelal occasioneel en de continuïteit van de initiatieven kan niet steeds gegarandeerd worden omwille van een niet altijd even stabiel subsidiëringbeleid vanuit de overheid.
-
Er zijn enkele belangrijke actoren, waarvan gesteld kan worden dat zij een continue werking hebben kunnen verzekeren gedurende de laatste jaren. VIZO vormgeving heeft als overkoepelende organisatie voor meerdere disciplines, een uitgebreid aanbod aan activiteiten. Daarbij wordt de ontwerper centraal geplaatst. De ModeNatie is een voorbeeld van integratie van de verschillende activiteiten binnen één discipline (mode): publiekswerking, onderwijs en de brugfunctie tussen ontwerpers en bedrijven. Optimo legt ook de nadruk op de brug tussen ontwerper en bedrijf. Het is een initiatief dat gedragen wordt vanuit de federatie van bedrijven uit de hout- en meubelsector (Febelhout) en richt zijn activiteiten op een zeer specifieke nichemarkt. Daardoor is zowel het aantal bedrijven als het aantal ontwerpers beperkt. Ook de musea (Design museum Gent, MoMu,Textielmuseum Hasselt) bestaan reeds geruime tijd en hun werking is stabiel. Ze garanderen de “traditionele” museumwerking maar er wordt tevens geëxperimenteerd met nieuwe concepten (vb. thematische en geïntegreerde tentoonstellingen).
-
Mogelijk als een gevolg van de stimulering van innovatie en ondernemingsschap, merken we een sterke groei van het aantal nieuwe initiatieven in verband met vormgeving. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de brugfunctie tussen ontwerper en bedrijf. Dat resulteert in nieuwe activiteiten en samenwerkingsvormen (vb.De winkelhaak, Z33) of in een nieuwe dynamiek van bestaande actoren (vb. UDB). Spijtig genoeg slagen niet alle experimenten (vb.HKRA).
-
Omwille van die toenemende initiatieven wordt de noodzaak om al deze activiteiten beter op elkaar af te stemmen steeds belangrijker. De vraag naar meer afstemming en samenwerking - al dan niet door het uitbouwen van een centraal aanspreekpunt voor vormgeving of door het stroomlijnen van het beleid – wordt steeds vaker gesteld.
-
Bij het in kaart brengen van de verschillende activiteiten, merken we een zwaartepunt bij de professionalisering van het werkveld en de opdrachtgever. Deze activiteiten worden veelal vanuit economische motieven onderbouwd en de middelen die ervoor aangewend worden komen ook veelal van federaties, bedrijven of onder vorm van economische of technologische ondersteuning van de bedrijven. (vb. Optimo, VIZO.) Wel wordt er opgemerkt dat slechts een deel van de ontwerpers, veelal zelfstandigen, ten volle gebruik maakt van het aanbod. Sommigen sluiten zich aan bij meerdere initiatieven.
-
De sensibilisering van de opdrachtgever voor vormgeving gebeurt spijtig genoeg nog maar beperkt. Nochtans is het belangrijk om de initiatiefnemer voldoende argumenten aan te reiken om te investeren in vormgeving. Het is daarbij tevens belangrijk ook de maatschappelijke en culturele meerwaarde te benadrukken.
-
De sensibilisering van een breed publiek en de publiekswerking wordt voornamelijk gerealiseerd door een traditionele museumwerking of richt zich zoals bij VIZO en Optimo op een beperkte, reeds geïnteresseerde doelgroep. Vooral de ModeNatie tracht, door de geïntegreerde en kwalitatief hoogstaande aanpak, zich te richten naar een breed en een internationaal publiek. Ook het aantal publicaties is beperkt en de doelgroep waarnaar men zich richt zijn veelal professionelen en sterk geïnteresseerde lezers. (de overtuigden overtuigen?)
-
De kennisopbouw is duidelijk de zwakste schakel. De archivering en de werking van documentatiecentra is beperkt of wordt sterk belemmerd door een gebrek aan ondersteuning. Ook het wetenschappelijk onderzoek en de publicaties errond zijn zeer beperkt en occasioneel.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
87
-
Inzake het beleid vormgeving is er een duidelijke vraag naar meer stabiliteit en naar middelen om goed werkende activiteiten te kunnen continueren (vb. Design en Onderneming - K. Boudewijnstichting) en om meer te investeren in het imago van vormgeving. Daarbij wordt geregeld aangehaald dat er een gebrek aan interesse is vanuit een brede basis en dat vormgeving nog steeds als te elitair overkomt. Er is ook nood aan meer dynamiek in de sector. Die kan mogelijk gerealiseerd worden door het stimuleren van de “trekkers”, de vernieuwers in elke discipline. De aanpak die daarbij gevolgd kan worden, moet specifiek worden afgestemd op de sector. Daarbij kan men zich laten inspireren door het beleid voor Architectuur maar het mag er geen kopie van zijn. Er is tevens vraag naar meer coördinatie, samenwerking en netwerking. Daarbij wordt de optie van een gecentraliseerd “design center” als mogelijkheid geopperd.
-
Vanuit cultuur wordt een beleid verwacht dat aanvullend is aan de huidige werking. Er kunnen nieuwe initiatieven worden ontplooid die zich vooral situeren in de publiekswerking, de sensibilisering en de kennisopbouw en dat vanuit een breed sociaal- maatschappelijk perspectief. Daarbij kan er een “push – pull” mechanisme geactiveerd worden dat zich richt op het stimuleren van de initiatiefnemer en de trendzetters en op het verbeteren van de toegankelijkheid (begrijpbaarheid) naar een breed publiek toe.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
88
Bijlage: Gesprekken met het werkveld
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
89
Gesprekken werkveld In dit deel werden dezelfde vragen gesteld aan personen uit het werkveld. Het betreft enkel een bevraging van de disciplines industriële vormgeving en meubelontwerp doordat het kadert binnen het thesisonderzoek van studenten productontwikkeling. Dit deel maakt vormt geen onderdeel van de opdracht maar wordt als aanvullende informatie aan dit dossier toegevoegd. Deze uitspraken en visies hebben enkel betrekking op het gebied industrieel ontwerpen.
1. Clem Van Himbeeck Opleiding: 1984: afgestudeerd aan het Henri Van De Velde Instituut, studie Productontwikkeling Werkervaring: 1984 -1994: productontwikkelaar bij Samsonite, ontwerpen van bagage 1994: oprichting ontwerpbureau “Clemtone” Definitie vormgeving Visie Vormgeving is de materialisatie van productideeën zodat ze industrieel vervaardigd kunnen worden. Algemeen is het “vorm geven” aan onze leefwereld. Welke sectoren, diensten en producten? Vormgeving omvat veel disciplines: vb. industrieel design, grafisch design... Tal van producten: massaproducten, investeringsgoederen, publieksgoederen, maar ook vormgeven van tentoonstellingen, interieurs, winkels, uitvoeren van kleurstudies… De doelgroep is altijd de consument en het gaat nooit om unica. Trends Shifting van de economische activiteit naar het Oosten (Japan,..): ze produceren goedkoop massagoederen en ze leveren goede ontwerpers die snel werken. Personalisering van de producten; het “design” van een product wordt een verkoopsfactor (vb IKEA; met het product wordt de naam van de ontwerper bekendgemaakt). Global economy vormt een grote verandering naar vb. producties. Meer producten met een gemeenschappelijke “core” en regionale accenten om de eigen identiteit te beschermen; het design en afwerking blijft in België, de productie wordt verspreid. Trend bij de band tussen product en gebruiker: de levensduur van appreciatie van een product verlengen. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren In België samenwerking met: VIZO dienst Vormgeving, Design museum Gent, Koning Boudewijnstichting via “Design en Onderneming”, KULeuven, Provincie Oost-Vlaanderen. In buitenland: vooral designwedstrijden IF Award, Red Dot Award, APCI, IDmagazine en designwebsites/ magazines: Core 77, Intra Muros. Noden In België is er een organisatie op nationaal niveau nodig die design promoot; alle kleine organisaties moeten hun eigen accent hebben, maar moeten eveneens aan elkaar gekoppeld worden in een netwerk dat is afgestemd op eenzelfde doel. De overheid zelf zou meer een beroep moeten doen op Belgische designers, architecten, bouwheren.. om zo onze eigen kwaliteit te promoten. Designcenter in Brussel was zo’n goed initiatief. Positieve initiatieven uit buitenland APCI (Agence pour la promotion de la création industrielle) in Frankrijk is een voorbeeld van een goede organisatie. ADI in Italië (met oa zijn Compasso d’Oro award). In Duitsland voorziet elke regio in activiteiten en deze methode werkt daar wel.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
90
Uitstraling Geen uitstraling; er is geen gebrek aan talent, maar organisaties werken niet goed samen om onze vormgeving uit te dragen. Sterk punt: Vlaamse cultuur ligt tussen Germaanse en Latijnse en is goed geplaatst om juiste verhouding daartussen te vinden. De grenzen verlopen tussen vb Zweeds en Fins design, er zijn eerder de verschillen in regio’s die gevoelig zijn voor design nl. stad - platteland. Het Belgische publiek is daarenboven zeer kritisch en België is een beetje een mix; je kan de Belgen niet erg vergelijken met Fransen, Duitsers,.. De man in de straat is bezig met één aspect van vormgeving: wat vindt hij/ zij “mooi”. Spanning economie - cultuur Design of vormgeving zou een samenwerking tussen het economische (jobs creëren) en culturele (vormgeving bepaalt de culturele omschrijving van een land; iedereen consumeert) moeten zijn. Spanning architectuur - vormgeving Vormgeving en architectuur zijn verschillende dingen; ze spelen zich af op een ander niveau. Vormgeving is zeer strak tijdsgebonden. Er kan geen zelfde beleid zijn voor vormgeving en architectuur
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
91
2. Hans Kan Opleiding 1987: afgestudeerd aan het Henri Van De Velde Instituut, studie Productontwikkeling Werkervaring 1987: oprichting ontwerpbureau “Kan Design” Definitie vormgeving Visie Vormgeving is een zeer breed begrip: het is het “geven van vorm” en dat kan aan alles zijn. De term heeft een esthetische connotatie, meer naar het kunstzinnige. Vormgeving is slechts een deel van productontwikkeling. Welke sectoren, diensten en producten? Alle sectoren, diensten en producten waarbij visuele esthetiek belangrijk is kunnen we onder vormgeving plaatsen; gaande van grafische vormgeving, ambachten, juweelontwerpen, productontwikkeling,.. Technische oplossingen horen niet echt bij vormgeving, daarvoor is de term industrieel ontwerpen beter geschikt. Trends Geen echte uitgesproken algemene trends. Eerder trends in bepaalde sectoren: vb. binnenhuisarchitectuur gaat naar minimalistisch design; in reclame is er een heel sterke beeldcultuur, men gaat erg visueel werken om de communicatie te bevorderen (om taalprobleem in België te overbruggen!). Noden vanuit het werkveld Gekende actoren In België: VIZO dienst Vormgeving, UDB (hoewel eerder “slapende” organisatie), Stichting Interieur Noden Vraag naar activiteiten (cfr. DMI – Design Management Institute) gecombineerd met promotie van design naar het brede publiek toe, vb. met tentoonstellingen. Promotie rond vormgeving van VIZO is goed, maar legt te zwaar het accent op kunstambachten. Het “Designcenter Brussel” was een goed initiatief, was heel actief en organiseerde veel tentoonstellingen. “Vorm in Vlaanderen” was nog zo’n goed initiatief; veel publicaties, jaarboeken, tijdschriften rond design in een breed toepassingsgebied (industriële vormgeving, toneelvorming, grafisch ontwerp, musea ontwerp..). Positieve initiatieven uit buitenland DMI (Design Management Insititute) is een overkoepelende organisatie in Amerika, die activiteiten rond design organiseert vanuit het standpunt van designmanagement. Ze organiseren activiteiten in een breed toepassingsgebied van ontwerpen: productontwikkeling, verpakkingsontwerp, architectuur, interactief ontwerpen,... DMI richt zich zowel tot designers als managers, niet tot het brede publiek. Uitstraling Vlaanderen heeft geen typische uitstraling in vormgeving, maar dit is ook niet nodig, vb. productontwikkeling gaat om het ontwerpen van “goede producten” en niet om een “eigen stijl”. Er zijn misschien wel substijltjes te detecteren in bepaalde sectoren vb. in accessoires of in meubelontwerpen. Het is bijna niet mogelijk om over de disciplines heen eenzelfde uitstraling van Vlaamse vormgeving te krijgen want Belgen zijn pragmatisch. Iedereen heeft een eigen aanpak, er is geen mainstream stijl. De man in de straat kan de inspanningen rond vormgeving wel appreciëren, maar is er zich niet bewust van. Hij hecht eerder belang aan de uitstraling van merken. Hij is niet theoretisch bezig met filosoferen rond vormgeving. Spanning economie - cultuur Binnen productontwikkeling zijn producten ofwel puur economisch of puur cultureel of door een mix van de twee bepaald. De bedoeling is om zeker een minimum aan culturele input te hebben in de samenwerking tussen economie en cultuur.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
92
Spanning architectuur – vormgeving Er zijn raakvlakken tussen deze twee, maar ze zijn niet hetzelfde. Architecten denken in ruimtes en productontwikkelaars denken in objecten. Waarschijnlijk kan er geen identiek beleid zijn voor de twee. Ze moeten elkaar wel in het oog houden, vaak kunnen we ze ook niet los van elkaar zien (denk aan relatie trein - station). Projecten met fusie tussen vormgeving en architectuur zijn goed, zolang men elkaars autonomie respecteert.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
93
3. Paul Verhaert Opleiding 1968: afgestudeerd aan de academie Eindhoven Werkervaring 1969: oprichting nv Verhaert Definitie vormgeving Visie Vormgeving duidt enkel op het beeldende aspect van ontwerpen. Het begrip “vormgeving” wordt als het ware overhoop gegooid; vormgeving krijgt pas zin als toepassing in economische en sociale aspecten. Productontwikkeling daarentegen is het geheel van activiteiten om van niets naar een industrieel goed/ product te komen. De omschrijving van de taak van ons bedrijf is niet vormgeving, maar innovatieve producten maken. Vormgeving is dan ook slechts een aspect van Productontwikkeling. Trends Trends zijn zeer sterk afhankelijk van de sector: vb in de bankautomaten (expertise van Verhaert) zien we dat de acceptatiegraad van nieuwe producten redelijk laag ligt. De acceptatie van de gebruiker en de manier waarop hij de nieuwheid aanvaardt is heel belangrijk om het product te kunnen inschatten. Opkomst in duurzaam ontwerpen, maar deze is een gevolg van meer technologische kennis. Voor mij zijn “trends” eerder gelinkt aan consumptiegoederen.”Daarnaast gaan milieuontwikkelingen eerder samen met uitrustingsgoederen en dat is pas echt interessant. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren Veel initiatieven zijn sectorieel gebonden, vb. naar vervaardigingsmiddelen toe, tests en testmethodes,.. Samenwerking met verschillende initiatieven (veelal rond innovatie): Financiële luik: IWT steunt op regionaal niveau en werkt drempelverlagend. Gouvernementeel werk voor de overheid vb. ruimtevaart… Gouvernementeel werk wordt niet altijd gesubsidieerd. DWTC (Diensten voor Wetenschappelijke, technisch en culturele aangelegenheden) geeft beperkte steun op federaal niveau inzake Europese afspraken Op Europees niveau zijn er verschillende kaderprogramma’s Kenniscentra: onderzoekscellen van universiteiten (vb KUL, Technische universiteit Berlijn, Universiteit Canada), onderzoekscentra zoals Vito, Imec Noden Nood aan initiatieven zoal hierboven genoemd, deze initiatieven zijn goed geregeld. Er zijn teveel initiatieven. De Vlaamse Overheid geeft te veel geld uit aan Onderzoek & Ontwikkeling. De subsidiëring voor KMO’s gebeurt sectorieel en regionaal. Er zijn loketten waar je terecht kan voor steun, maar de KMO’s maken er te weinig gebruik van. Er is teveel geld in omloop en er heerst chaos. Er moet een valorisatie komen van Onderzoek & Ontwikkeling. Er is ook nood aan het verlagen van de drempel van de risico’s. Nu behandelen we risico’s in het op de markt zetten van een product als een technisch risico en niet als een maatschappelijk risico. Dit evenwicht is beter opgevangen in het buitenland. De reden is de historiek van de dienst en de gedrevenheid vanuit de universiteiten. IWT is zeer technologisch gedreven. Ze zouden beter de drempel verleggen en zo een stuk van de risico’s verminderen. In Nederland vb. is heel het gebeuren meer gedreven door economische zaken. Uitstraling Enkel in de beeldende vormgeving merk ik dat er sectoren zijn waar dit wel kan,vb. bij meubelontwerp begint het op te komen dat ze wel een zekere uitstraling hebben. Wat wel sterk opvalt is dat de clustering van bedrijven hyper-belangrijk is. Het is niet goed om alleen iets te ondernemen.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
94
Spanning economie - cultuur Innovatie is economisch bepaald, het heeft economische draagkracht wat nodig is voor het Bruto Nationaal Product. Beeldvorming is cultureel bepaald. Spanning architectuur - vormgeving Vormgeving is een aspect van Architectuur, zoals het ook een aspect is van Productontwikkeling. In het aspect vormgeving vertonen deze twee disciplines samenkomsten of synergieën. Economische activiteiten zoals het produceren van nieuwe producten, diensten vragen trouwens heel andere vaardigheden dan die van een architect. De notie van een architect is anders dan die van een productontwikkelaar. Puur administratief zou er eenzelfde beleid kunnen zijn, maar van ideeën en visies liggen ze helemaal uiteen. Daarom denk ik dat eenzelfde beleid voor de twee toch niet haalbaar is. De beleidsinitiatieven van de Overheid nu zijn trouwens ook heel vakgebonden. Voor innovatie wil ik er nog aan toevoegen dat beleid in innovatie toch maar regelzucht is.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
95
4. Axel Enthoven Opleiding Academie Eindhoven Werkervaring Oprichting Enthoven Associates Design consultants Definitie vormgeving Visie Vormgeving zegt voor mij weinig als het woord niet begeleid wordt door een adjectief. “Industriële Vormgeving” is een veel duidelijker begrip dan “Vormgeving”; Ind. Vormg. is de juiste balans tussen ratio en emotie. De opleiding in productdesign is een beantwoording aan de emotionele en rationele waarde. Hierin ligt ook het verschil tussen Industriële vormgeving enerzijds en kunstambachten, textiel,.. anderzijds. Bij deze laatste is de emotionele waarde veel groter dan de rationele waarde. Welke sectoren, diensten en producten? Verschillende sectoren: kunstambachten, textiel, industriële vormgeving,.. maar men mag ze niet onder één overkoepelende noemer van “Vormgeving” plaatsen (VIZO doet dit wel). Productontwikkeling of Industriële vormgeving is alles wat het rationeel oplossen van een creatief probleem kan zijn. Trends Trends zijn pas interessant als ze gedreven zijn door technologie of door veranderingen in methodologie. Een 5-tal jaren geleden maakten we de keuze in ons ontwerpbureau om ons toe te spitsen op conceptual design. In productdevelopment is de techniek zo gespecialiseerd aan het worden dat dit in de expertise van ingenieursbureaus ligt. Wij spitsen ons toe op het marketing aspect, het gaat om een goede beschrijving van de problematiek. Zo is onze aanpak nu veel horizontaler geworden, nu we inspraak hebben in de voorfase van productontwikkeling. Noden vanuit het werkveld Noden: Na de regionalisering is er een soort van onprofessionele aanpak gekomen. De budgetten waarover men beschikt waren vroeger veel groter. Het Designcentrum Brussel beschikte over meer budgetten, omdat het afhankelijk was van de dienst Buitenlandse handel, het was volledig economisch bepaald. Veel initiatieven voor fabrikanten zoals Febelhout, VIZO,… hebben gewoon te weinig middelen. Dit is natuurlijk een gevolg van de structuur van België; wij hebben een kleine thuismarkt, wij zijn een land van doeners en makers, wij zijn geen handelaars zoals de Nederlanders. België heeft niet echt commerciële feeling. Industriële vormgeving zou gesponsord moeten worden door het Ministerie van Industrie. Positieve initiatieven uit buitenland Het designcentrum in Korea KIDP is een voorbeeld van dynamiek. Uitstraling Het is zeer nuttig om bekend te zijn, maar design wordt heden ten dage nogal stiefmoederlijk behandeld, niet alleen in België. Spanning economie - cultuur Industriële vormgeving is economisch bepaald, maar het is belangrijk dat er een cultureel element in de industrie zit. Spanning architectuur - vormgeving Achitectuur is internationaal en is fundamenteel iets anders dan industrie, ze hebben andere doelstellingen. Productontwikkeling heeft als doelstelling promotie van het eigen volk, de industrie of van ambachten uit deze streek. De link tussen Productontwikkeling en architectuur is de mens. Omdat ze zodanig andere doelstellingen hebben, kan er geen zelfde beleid zijn voor beide.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
96
5. Wim van den Hende Opleiding: 1992: afgestudeerd aan Henri Van De Velde Instituut, studie Productontwikkeling 1993: legerdienst Werkervaring: 1994: oprichting met 2 medestudenten van ontwerpbureau “Pars Pro Toto” in Gent Deelname aan verschillende projecten met Pars Pro Toto: deelname aan Kiwanis VEV, cursus ondernemen, bedrijfsmanagement door VIZO, deelname aan Plato project (2jaar), deelname aan Qualimodo, ondernemersschool voor groeibedrijven rond kwaliteitszorg, Suspronet, Europees netwerk; sustainable product and system design Definitie vormgeving Visie Vormgeving of design heeft 7 à 8 letterlijke vertalingen: ontwerpen, stylen, plannen, vormgeven als deel van een proces,... Vormgeving is een heel overkoepelend woord. Pure vormgeving is de integratie van vorm, kleur, emotie, technologie, strategie, visie en betekenis. Je ontwerpt eigenlijk het leven van een product, je geeft vorm aan een idee, gestaltung. Productontwikkelaars denken daarbij als probleemoplossers en niet enkel in stijlen. Welke sectoren, diensten en producten? Vormgeving is breed, het omvat industriële vormgeving, grafische vormgeving, ruimtes of tentoonstellingen vormgeven, business games,.. het gaat niet enkel om producten, het gaat om product-service combinaties. Trends Emotionele waarden in een product worden belangrijker in low interest en in high interest producten. Trends worden evenzeer gecreëerd als voorspeld. De reden hiervoor is dat er autoriteiten zijn gecreëerd die zichzelf laten gelden. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren VIZO dienst Vormgeving (prototypesteun), Optimo, IWT (hoewel meer innovatie engineering gericht, ze promoten niet echt vormgeving) Noden: Activiteiten van VIZO zijn te zeer een ontwerpersgebeuren, ze trekken bij hun activiteiten altijd dezelfde mensen aan. Er is nood aan een breder draagvlak om vormgeving te verspreiden, een betere mix van ontwerpers, fabrikanten,.. Om vormgeving te verspreiden moet je dat niet enkel onder ontwerpers doen. Een initiatief zoals Aadvise electronics zou interessant zijn, maar in plaats vanuit de overheid gestructureerd, zou de GOM een beter kanaal zijn om zo’n initiatief op te starten. Een dergelijke organisatie mag zeker niet vrijblijvend zijn en er moet een onafhankelijk persoon aan de top staan die het netwerk beheert en tegengaat dat de leden hun eigenbelang uitbuiten. Positieve initiatieven uit buitenland Product Development Network (NL): internationaal netwerk van bedrijven die rol spelen in productontwikkelingsproces. De leden hebben contact met elkaar, er wordt een bedrijvendag georganiseerd, een brede waaier van thema’s komt aan bod. Deelname aan het netwerk is niet vrijblijvend, elk lid betaalt zijn lidgeld en krijgt in ruil informatie terug. Aadvise electronics (NL): bemiddelaar voor bedrijven uit diverse sectoren die totaaloplossingen zoeken in de Europese hightech industriële elektronica- en mechatronicamarkt; 1 persoon runt dit netwerk.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
97
Uitstraling Vormgeving in Vlaanderen heeft geen typische uitstraling. Behalve in een aantal typische segmenten vb. auto’s,.. is het een beetje voorbijgestreefd dat er een typische uitstraling vasthangt aan een land. Mijn vaststelling is wel dat Vlaanderen een poging doet om bepaalde labels te promoten, dat er een soort van personencultus wordt opgehangen (zoals we dat kennen van “een ontwerp van Starck”). Het VIZO promoot labels als Dirk Wynants, Extremis, Peter Van Riet,.. e.a. vooral in voor de handliggende sectoren als vb. meubelontwerpen. De promotie van zo’n labels is eerder een marketinginstrument, een tool die zichzelf versterkt. Het VIZO speelt in op het publiek door met zo’n successen uit te pakken, maar toont tegelijkertijd slechts een deel van wat in België gecreëerd wordt op vlak van vormgeving. Man in de straat is nu meer dan vroeger met vormgeving bezig, vooral op niveau van auto’s, gsm’s, interieur,.. in die sectoren waar de marketing de touwtjes in handen heeft. Consumenten willen zich vereenzelvigen met een bepaald idee achter een product: idee - connotatie (gevoelswaarde) - vereenzelvigen Spanning economie - cultuur Vormgeving in Vlaanderen is meer economisch bepaald, het systeem zit nu zo eenmaal in elkaar. Maar het zou meer cultureel bepaald moeten zijn, meer engagement opnemen t.o.v. milieu en uitkiezen van geschikte materialen. Als je een toegevoegde waarde kan ontwikkelen in productontwikkeling, dan heb je een succesfactor. Deze toegevoegde waarde is cultureel van aard, maar de economische logica moet blijven. Spanning architectuur - vormgeving Vormgeving en architectuur hebben zeker raakvlakken met elkaar; hoewel er verschillen zijn tussen de disciplines onderling, vb. productontwikkeling en architectuur zijn meer verwant dan keramiek en architectuur. Bij architectuur en productontwikkeling vinden we een kruising op gebieden als ergonomie, functionaliteit, .. het gaat bij beiden om functioneel denken. Terwijl het bij mode enkel om puur stylisme gaat. Voor architectuur en productontwikkeling is eenheid haalbaar omdat het verwante disciplines zijn, maar niet voor vb. mode, keramiek.. en architectuur. Sectoren in de opdeling van het VIZO kunnen we categoriseren onder enerzijds kunst (kunstambachten, mode, keramiek..) en anderzijds functionaliteit (industriële vormgeving). Het is te vergelijken met de opdeling in een kunstacademie tussen vrije en toegepaste grafiek. De sectoren onder de noemer kunst zijn zeer cultureel bepaald.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
98
6. Peter Van Riet Opleiding: 1994: afgestudeerd aan Henri Van De Velde Instituut, studie Productontwikkeling Werkervaring: 1994: productontwikkelaar bij Van Sintjan; ontwerp en productie van displays 1995: productontwikkelaar bij Bulo, kantoormeubelen 1997: oprichting ontwerpbureau “Product Projects” Definitie vormgeving Visie Vormgeven kan enerzijds duiden op het structureren of in vorm gieten van een product of proces, dan eerder het begrip productontwikkeling. Anderzijds kan vormgeving duiden op de puur fysieke verschijning van een product. Vormgeving is een aspect van productontwikkeling in het algemeen, het gaat hierbij om de uitstraling van een product, het vormt een toegevoegde waarde voor de productontwikkeling. Welke sectoren, diensten en producten? Naast fysieke producten kan het ook gaan om teksten of een dienst, service. Trends Het emotionele aspect in vormgeving wordt belangrijker. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren VIZO dienst Vormgeving, Optimo, UDB, IWT, WTCM, GOM, Vito met ecodesign, Stichting Interieur, Designcentrum De Winkelhaak, Koning Boudewijnstichting... Noden Tevreden over de organisaties en hun activiteiten. De bedoelingen van het VIZO zijn duidelijk en ze bieden een goede begeleiding en ze richten zich daarbij echt naar de ontwerpers zelf. Van sommige andere organisaties zijn de doelstellingen veel vager; vb. UDB. Enkele organisaties overlappen elkaar qua doelstellingen en worden zo concurrenten van elkaar. Als beginnend ontwerper is het soms moeilijk om je weg te vinden tussen al die organisaties. Positieve initiatieven uit buitenland Het Nederlands ontwerp platform komt zeer gestructureerd over, ze hebben een uitstraling van een grote familie die elkaar steun geeft. Verder zijn er belangrijke initiatieven als de IF award en de Red Dot award in Duitsland. Deze kunnen ontwerpers op weg helpen, ze vormen een goede kwaliteitsuitstraling. Uitstraling Er is veel talent aanwezig in Vlaanderen, maar wij missen hier de traditie van design, zoals dat wel bestaat in Zweden of Italië. Verder gaan we eerder naar een samensmelting; vormgeving in België verschilt niet zodanig van vormgeving in het buitenland. Vlaamse ontwerpers zijn meer egocentrisch en daarin verschillen we vb erg van de Nederlanders. Vormgeving loopt zeker over de disciplines heen. De stijl wordt bepaald door productietechnieken, vb. in de meubelsector wordt veel gebruik gemaakt van kunststoffen. Design is steeds meer een hype aan het worden, mede omdat het voor meer mensen betaalbaar wordt. Spanning economie - cultuur Vanuit de fabrikanten en producenten gezien is vormgeving meer economisch bepaald. Vanuit het VIZO gezien is vormgeving meer cultureel bepaald met als doel: promoten om een economische waarde te geven. Spanning architectuur - vormgeving Architectuur en vormgeving horen onder dezelfde noemer, net zoals productontwikkeling, keramiek, juweelontwerpen,… Het beleid van architectuur staat echter wel veel verder (cfr. veel samenwerkingen tussen de meubelsector en architecten). Alle sectoren in vormgeving zijn creatief bezig met ontwikkeling. Omdat we ze onder dezelfde noemer kunnen zetten, kan er ook eenzelfde beleid zijn.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
99
7. Jan Veyt Opleiding: 1983: afgestudeerd aan Henri Van De Velde Instituut, studie Productontwikkeling Werkervaring: 1984 - 1988: productontwikkelaar bij Barco: ontwerpen van tv’s, monitoren, projectoren 1989 - 1991: productontwikkelaar bij Adex sport: ontwerpen van turntoestellen, inrichting sportzalen 1991: productontwikkelaar bij Verhaert Definitie vormgeving Visie Vormgeving is het creëren van het uiterlijk van een product, niet de fysische werking van een product. Voor een plan of een organisatie is vormgeven het structureren of een functie geven aan iets. Welke sectoren, diensten en producten? Alle soorten producten: gebruiksvoorwerpen, publieksgoederen, investeringsgoederen ed., daarnaast ook huizen en meer abstracte dingen zoals vb. een organisatie of een werkwijze. Trends Beroepshalve meer bezig met technische oplossingen dan wel het uiterlijk van producten. Opmerken van bepaalde trends zoals vb. gebruik van overdreven afgeronde oppervlakken bij consumer producten, strakke vormgeving in architectuur en meubeldesign. Enkele trends i.v.m. productontwikkeling: Evolutie naar meer complexere producten, door toepassing van veel electronica en software. Deze ontwikkelingen willen het de gebruiker gemakkelijker maken, maar doet het dit ook? De volgende stap in de ontwikkeling bestaat erin deze complexe producten weer “menselijk” te maken via de vormtaal, de interface, het aanpassen van de functies,.. Milieugerichter ontwerpen door meer kennis omtrent milieuvriendelijke processen. Personalisering van producten is een trend in de westerse consumptiewereld. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren Designcentrum de Winkelhaak, VIZO dienst Vormgeving, Stichting Interieur. Het designcentrum Brussel was een goed initiatief. Noden: Deze noden zullen groter zijn voor eenmansbedrijven en zelfstandigen, voor wie een forum en een infozuil voor productontwikkeling wel handig zullen zijn. Voor het bedrijf zou het goed zijn om een organisatie te kunnen raadplegen waar we met technische vragen over productontwikkeling terecht zouden kunnen. Het CRIF (WTCM) heeft een zekere technische back-up, maar er is nood aan een organisatie die praktijkgericht, toepassingsgericht werkt. Uitstraling Vlaanderen heeft geen typische uitstraling, maar met de huidige informatietechnologie zitten we allemaal dichter op elkaar en vervagen de grenzen. Het VIZO maakt promotie voor design maar er is nog geen bekendheid. Typische Vlaamse situatie waarin iedere organisatie zijn eigenheid heeft en wil bewaren. Verschillende organisaties promoten verschillende dingen. De vraag is dan ook: welke identiteit moet er uitgedragen worden? Daar moet eerst en vooral duidelijkheid in komen. Het zou interessant zijn mocht er een organisatie of overkoepelend lichaam zijn, die alles kenbaar maakt van wat er gebeurt rond vormgeving. De man in de straat is op een bepaald niveau met vormgeving bezig. Het gevoel voor het mooie, of het nu gaat om zijn eigen meubels of over gebouwen,.. dat heeft hij altijd al gehad. Men is niet bewust met productontwikkeling bezig. De mensen laten zich verleiden door functies en de indruk dat deze gebruiksgemak geven. Tegelijkertijd is er de trend naar complexere producten.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
100
Spanning economie - cultuur Productontwikkeling, technologische vernieuwing is volledig economisch bepaald. Kunst daarentegen is cultureel bepaald en er komt weinig economie aan te pas. Producten moeten een economische functie vervullen; ze moeten de gebruiker verleiden en gemakkelijk doen kopen. Spanning architectuur - vormgeving Architectuur is een niche van productontwikkeling. Verschillen: architectuur is minder mobiel en de vormgeving ervan valt er meer op omdat gebouwen fysisch grote producten zijn. Raakpunten: zowel in architectuur als productontwikkeling gaat het om functies vervullen, verschillende stappen in het proces die bij beide terugkomen: opbouw, vormgeving, technologie.. Nu is het al historisch gegroeid, maar mochten we met een leeg blad terug beginnen, dan zou productontwikkeling qua beleid overkoepelend over architectuur kunnen zijn.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
101
8. Maarten Van Severen Opleiding: Architectuur, niet afgemaakt Onderscheidingen: Design for Europe “Interieur 92”, Kortrijk, Henry Van de Velde Prijs, Designprijs Hannover Messe (Duitsland), Cultureel ambassadeur Vlaanderen, Designprijs van de Vlaamse overheid “Eerst en vooral wil ik zeggen dat ik totaal niet akkoord ben met het beleid in Vlaanderen rond vormgeving” Definitie vormgeving Visie Vormgeving is mijn werk, ik kan dus niet echt een definitie geven. Reacties of dingen die ik zie steek ik in mijn producten. Ik noem mezelf ontwerper en geen vormgever. Als je basisideeën bedenkt en naast elkaar legt en deze kunt verbinden, dan ben je aan het vormgeven. Gebaren tussen twee of meerdere mensen is ook al vormgeving. Trends In één product worden steeds meer functies geïntegreerd. Vb. Babypakje van Verhaert ter detectie van wiegendood, vb. vandaag de dag geen lampen meer met afzonderlijke versterker. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren Ik ken zeer veel initiatieven. Noden Er is geen enkel centraal initiatief (ben daar vaak verschrikkelijk kwaad om). Er is geen samenwerking, hoewel er genoeg mensen geïnteresseerd zijn, mensen die echt goede initiatieven hebben. Onder de ontwerpers is ook geen samenwerking. Er is een totale versnippering van middelen, elk vanuit een andere invalshoek. Er is geen totaalaanpak. Het VIZO staat voor design en kunstambacht, een mengeling dus. VIZO is van economische zaken en andere dingen zijn dan weer afhankelijk van cultuur. Positieve initiatieven uit buitenland Ik geef binnenkort een workshop in Helsinki. Daar zijn er ateliers waar op 1 week tijd iets kan gemaakt worden door de student. Geen enkele school in Vlaanderen heeft dat. (Ik heb 3 jaar architectuur gedaan en dan ben ik ermee gestopt omdat ik de link niet kan maken naar verschaling. Eén van de belangrijkste dingen als ontwerper is dingen op één kunnen maken. Als die mogelijkheden niet gegeven worden op scholen, dan gaat het nergens over.) Uitstraling Vlaanderen wordt getypeerd door een invloed van verschillende culturen over de eeuwen heen. Wij zijn ook zeer individualistisch ingesteld, dat is iets typisch Vlaams. Er is geen samenwerking tussen de verschillende ontwerpers. Dat individualisme vindt men terug in de vormgeving. Man in de straat is zeer zeker met vormgeving bezig. Men neemt voortdurend beslissingen. Kiezen welke bestekken en borden men mooi vindt en gaat kopen, welke auto, ... dat heeft allemaal te maken met vormgeving. Uiteraard zal de kostprijs ook een rol spelen, maar men zal keuzes maken die binnen hun budget liggen. Dit is voor de één al wat hoger dan voor de ander. Spanning economie - cultuur Vormgeving hangt niet alleen af van cultuur maar ook niet alleen van economie maar ook van wetenschap en technologie (fabricatie) en dergelijke. Vb. de evolutie van de stoel, heel de loop van de eerste stoel naar die nu. Het verschil dat er is, wordt bepaald door de industrie, omdat er nieuwe ontwikkelingen zijn. Spanning architectuur - vormgeving Ik zie geen verschil tussen architectuur en vormgeving, tussen het meubel dat er in moet staan en de ruimte. De meeste dingen die ik gemaakt heb zijn bepaald door de ruimtes waarin ze moeten komen. Het is wel zo dat als je iets specifiek in detail gaat ontwikkelen om het geproduceerd te krijgen, je het even uit die ruimte neemt en totaal apart ontwikkeld en dan terugplaatst in die ruimte. Vb. Eames of een Prouvé, hebben ook steeds de twee geïntegreerd.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
102
9. Leo Aerts Opleiding: 1980: afgestudeerd aan PHL te Diepenbeek, studierichting architectuur Werkervaring: 1983: Oprichting ontwerpbureau Alinea Interieurarchitectuur, 1985: Alinea Design Objects Definitie vormgeving Visie Vormgeving is een combinatie van technische vernieuwing, functionaliteit en een rationeel gebruik van materialen. De combinatie van deze drie zouden een nieuw resultaat kunnen geven. Ik probeer dingen te maken waarvan ik denk, daar kan ik iets mee doen. Maar ik ga niet eerst controleren of de markt wel geïnteresseerd zou zijn. Ik creëer iets en zoek dan een markt. Ik wil natuurlijk ook wel mijn product verkopen, maar ik zie dat veel kleiner. Welke sectoren, diensten en producten? Vormgeving moet heel ruim en breed zijn. Je kunt dat in elke sector toepassen. Of je nu bakker of slager bent of je bent artiest, of alles wat er tussen zit. Ze kunnen dat allemaal ergens wel benutten. Trends Er zijn duidelijk trends. Vb op meubelbeurs in Milaan zijn er plots verschillende toonaangevende merken die met hetzelfde komen. Dus er is toch een gevoel bij de mensen dat op een zeker moment gelijktijdig bij de mensen naar boven komt. Noden vanuit het werkveld Gekende actoren Ik ken VIZO, was vroeger lid van VVVO. Noden en initiatieven in buitenland Nood aan een initiatief waarbij de Vlaamse vormgevers en fabrikanten gegroepeerd worden en samen naar buiten gebracht. Vb op beurs in New York: blok met Italianen, blok met Nederlanders,…F3 van ex-Cepro was zo’n geslaagd initiatief maar bestaat niet meer (afgunst was een zwakheid in de organisatie). Alinea bereidt zich nu voor om samen met Extremis en Kasmir volgend jaar op meubelbeurs te Milaan te presenteren. Ieder zou daarbij wel zijn eigen identiteit bewaren. België heeft geen industrie waarop de ontwerpers kunnen terugvallen om hun ontwerpen te produceren. Wel veel goede ontwerpers maar geen industrie die gewend is om designproducten te produceren zoals vb. Italië. Pers in Vlaanderen is beperkt. Vb; “Decor” of “Actief Wonen” is beperkt tot Vlaanderen en een stukje Nederland. De draagwijdte van vb. Domus is veel verder waardoor ze die macht hebben opgebouwd. Uitstraling Wegens te weinig promotie krijgt design uit Vlaanderen niet altijd de uitstraling die het verdient. Als de vormgevers in Vlaanderen en België echt goed willen zijn, moeten ze internationaal kijken en internationaal werken. Er zijn wel algemene stijlkenmerken tussen de verschillende landen, maar dit is aan het vervagen. Frans design is meestal minder scherp. In België en Nederland is dat heel scherp, heel helder. In Italiaans design wordt meestal iets meer gespeeld met kleuren. Spanning economie - cultuur Zowel cultuur als economie zijn belangrijk. Spanning architectuur - vormgeving We moeten specialiseren om voldoende kennis te vergaren binnen het vak architectuur of vormgeving. Architectuur kan je niet loskoppelen van interieur of van vormgeving en andersom ook niet. Architecten staat vaak te ver af van vormgeving. Eigenlijk zou een architect heel de cyclus moeten kunnen doorlopen van architectuur, interieurvormgeving, productdesign, en tuin- en landschapsarchitectuur. Als je dat gamma allemaal bij elkaar zet, dan kan een goed en sterk geheel ontstaan. Je zou kunnen samenwerken maar het is moeilijk om gelijk gezinde mensen te vinden.
Inventarisering Vormgeving Vlaanderen/ Brussel – D-science lab – jan. > juni 2003
103