Portfoliobeoordeling
Mini-workshop 17 juni 2014, Brussel
Programma
• Portfolio als assessmentinstrument (presentatie) (20 min) • Soorten bewijsstukken en VRAAK-criteria (presentatie en oefening) (10 min) • Koppelen van bewijs in portfolio aan delen uit de standaard (oefening) (30 min) • Bouwstenen voor kwaliteit van portfoliobeoordeling (presentatie en oefening) (20 min)
Welke bewijsstukken neem je mee? A. Een artikel van een interview met de EVC-kandidaat over haar werk als secretaresse. B. Een werkbeschrijving van het mailprogramma van de organisatie waar de kandidaat acht jaar heeft gewerkt. C. Een door de kandidaat vervaardigd draaiboek van een door haar georganiseerde werkconferentie.
Welke bewijsstukken neem je mee? A. Een artikel van een interview met de EVC-kandidaat over haar werk als secretaresse. B. Een werkbeschrijving van het mailprogramma van een bedrijf waar de kandidaat vier jaar werkte. C. Een door de kandidaat vervaardigd draaiboek van een door haar georganiseerde werkconferentie.
De stappen in een EVC-procedure 0. Voorlichten 1. Intake: loopbaandoel EVC bepalen 2. Herkennen: in kaart brengen en herkennen van competenties (portfolio); vergelijken met nationaal erkend beroepsprofiel 3. Waarderen: beoordelen van competenties 4. Ervaringscertificaat
Herkennen
• Verzamelen van bewijsstukken. • Beoordelen of bewijsstukken compleet en duidelijk zijn. • Inzicht krijgen in relevante werkervaring. Actoren:
Instrumenten:
• Kandidaat
•
Portfolio
• P&O medewerker
•
Meetlat
• EVC-adviseur
•
Beoordelingscriteria
• Begeleider • Werkgever
3. Waarderen • De bewijslast wordt beoordeeld ten opzichte van de meetlat en het doel van de kandidaat. • Verantwoording welke beoordelingsinstrumenten met welk doel worden ingezet. Actoren:
Instrumenten:
Assessor / EVC-bureau / Kandidaat / EVC-adviseur / Begeleider / Werkgever
Portfolio / Criterium gericht interview / Proeve van bekwaamheid / Simulatie / 360° Feedback / Kennistoets / Beoordelings-protocollen / methodemix / Portfolio / Meetlat / Beoordelingscriteria
Portfolio als instrument (1) Voordelen: •
De kandidaat heeft zelf de verantwoordelijkheid voor het aandragen van bewijzen en kan dit in zijn of haar eigen tijd doen
•
De bewijzen kunnen uit verschillende situaties en momenten van het leven van de kandidaat komen.
•
Bewijzen kunnen overzichtelijk worden geordend, bijvoorbeeld per werkproces.
•
Bewijzen kunnen van allerlei soorten zijn (maar dienen aan VRAAK-criteria te voldoen).
Portfolio als instrument (2) Nadelen: •
De bewijzen in een portfolio zijn niet altijd representatief voor het type competenties waarvoor erkenning wordt aangevraagd.
•
In een portfolio wordt vaak indirect bewijs opgenomen op basis waarvan moeilijk uitspraken zijn te doen over de handelingsbekwaamheid van een persoon.
•
Bewijs van leren wordt soms verward met bewijs van kunnen. De ontwikkeling wordt dan gemeten in plaats van de bekwaamheid op een bepaald moment
•
Het vinden, selecteren en beschrijven van goede bewijzen is niet eenvoudig en kost veel tijd.
•
Deze beoordelingsvorm vraagt bekwaamheid in reflecteren en stelt eisen aan de taalvaardigheid van de kandidaat.
Cascademodel
Cascademodel van Ruud Klarus
De piramide van Miller
Welke bewijsstuk hoort er niet bij? (1)
A. Protocol van een bezoekersregeling van bedrijf Y waar de kandidaat 3 jaar heeft gewerkt. B. Een STAR-verslag van drie situaties waarin de kandidaat een reis geregeld heeft. C. Kopie van een tijdelijk contract van de kandidaat
Welke bewijsstuk hoort er niet bij? (1)
A. Protocol van een bezoekersregeling van bedrijf Y waar de kandidaat 3 jaar heeft gewerkt. B. Een STAR-verslag van drie situaties waarin de kandidaat een reis geregeld heeft. C. Kopie van een tijdelijk contract van de kandidaat
Bewijsstukken in het portfolio 1. Directe bewijsstukken: door de kandidaat vervaardigde beroepsproducten (draaiboek, afgetekende notulen, zelf opgestelde planning) of getoonde prestaties (dvdof geluidsopname) 2. Indirecte bewijsstukken: bv referentiebrief leidinggevende, 360 graden feedback, beoordelingsformulier, verslag functioneringsverslag, certificaten 3. Contextgevende documenten: bv functieprofiel, contract, protocol werkwijze organisatie
Waarde van een bewijsstuk
1. Over welk deel van de standaard zegt het bewijsstuk iets? Hoe kritisch is dat deel? 2. Hoe ‘sterk’ is het bewijsstuk? (bv 1e lijns is sterker dan 2e lijns, hoge kwantiteit is sterker dan lage kwantiteit) 3. Wat overtuigt jou in het bewijsstuk om te zien of de kandidaat bekwaam is?
Welke bewijsstuk hoort er niet bij?
A. Een functiebeschrijving van Secretaresse bij bedrijf X waar de EVC-kandidaat 2 jaar als secretaresse heeft gewerkt B. Een referentie van een leidinggevende waar de kandidaat 4 jaar aan heeft gerapporteerd C. Een uitdraai van een door de kandidaat vervaardigd draaiboek van een door haar georganiseerde klantbijeenkomst op een externe locatie met 125 personen
Welke bewijsstuk hoort er niet bij?
A. Een functiebeschrijving van Secretaresse bij bedrijf X waar de EVC-kandidaat 2 jaar als secretaresse heeft gewerkt B. Een referentie van een leidinggevende waar de kandidaat 4 jaar aan heeft gerapporteerd C. Een uitdraai van een door de kandidaat vervaardigd draaiboek van een door haar georganiseerde klantbijeenkomst op een externe locatie met 125 personen
Welke bewijsstukken kennen jullie?
VRAAK-criteria
Variatie: Contexten waarin of doelgroepen waarmee ervaring is opgedaan; zijn werkprocessen in verschillende situaties uitgevoerd/is er sprake van transfer? Relevantie: Zegt iets over de mate waarin de meest belangrijke elementen van een werkproces worden gedekt; zegt dit bewijs daadwerkelijk iets over de beheersing van het werkproces? Actualiteit: Geeft een indruk van de mate waarin het bewijs iets zegt over het huidige competentieniveau van de kandidaat; hoe lang is het geleden en wat zegt dat over de beheersing van het werkproces (of een onderdeel ervan) op dit moment?
VRAAK-criteria Authenticiteit Verwijst naar het vertrouwen dat een bewijs ook werkelijk een accurate representatie is voor ervaring en deskundigheid van deze kandidaat; is dit echt door deze kandidaat uitgevoerd (en niet door een collega)? Verwijst ook naar het vertrouwen dat de bewijzen die opgenomen zijn van derden (bijvoorbeeld referentie, 360 graden feedback) ook daadwerkelijk door deze personen gemaakt zijn. Kwantiteit Heeft betrekking op het aantal maanden of jaren ervaring met een bepaald werkproces of competentie (of onderdeel ervan); hoe lang en ook hoe intensief heeft de kandidaat hier ervaring in opgedaan?
Oefening beoordelen en koppelen van bewijsstuk aan standaard
Bouwstenen kwaliteit
A. Standaarden
D. Procedures
C. Methoden en instrumenten
B. Mensen
Afsluiting en vragen
Bedankt voor uw aandacht!