DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BRUGGE
GOK Baron Ruzettelaan 435
•
8310 Assebroek
tel. (050) 37 26 75 • fax: (050) 35 45 08 • e-mail:
[email protected] website: www.dpbbrugge.be vzw Katholiek Onderwijs Bisdom Brugge
[email protected] Brugge, 9 september 2011 Aan de coördinerende directeurs van de scholengemeenschappen Aan de directies en de GOK-teams van de scholen met GOK-uren die doorstarten Geachte mevrouw Geachte heer Vanaf 1 september 2011 start de zogenaamde vierde GOK-cyclus. GOK-uren worden voor een periode van drie jaar verdeeld. De eerste GOK-cyclus startte in 2002, de tweede in 2005 en de 3de in september 2008. Als doorstartschool met opnieuw GOK-uren, hebt u misschien weer vragen omtrent bv. de aanwending van de GOK-uren, het GOK-decreet en de verplichtingen, de indicatoren, de doelgroepleerlingen, de thema’s, een cluster, het opzetten van een GOK-beleid, de BSA enz. Om een antwoord te bieden op uw dringende vragen kwam ik misschien al bij u langs. Maar u kunt ook altijd mailen naar
[email protected] of bellen. Weet ook dat ik nog GOKverdiepingsdagen per scholengemeenschap organiseer op donderdagvoor- of namiddag 27 oktober 2011 of vrijdagvoormiddag 28 oktober 2011. De uitnodiging volgt via de DPB-Mededelingen van 7 oktober. Verder verwijs ik naar de VVKSO-FLITS van vrijdag 26 augustus 2011 voor de MEDEDELING: GOK-middelen 2011-2014, naar de website van het Steunpunt GOK www.steunpuntgok.be en http://www.ond.vlaanderen.be/gok/ Omdat ik vaak de vraag krijg of je opnieuw het screeningsinstrument voor de BSA moet gebruiken, vindt u in bijlage een verkort scenario om op een pedagogische studiedag of personeelsvergadering op een andere manier werk te maken van de beginsituatieanalyse GOK. Bespreek dit voorstel grondig in uw GOK-team en vraag u af of dit past binnen uw context. Ik hoop u hiermee vooruit te helpen in het opzetten van een weldoordacht GOK-beleid. Met vriendelijke groeten Jan Bonne school-, GOK- en vakbegeleider pav
Bijlage: Gelijke Onderwijskansen begin vierde GOK-cyclus voor doorstartende scholen bijlage
GELIJKE ONDERWIJSKANSEN BEGIN VIERDE GOK - CYCLUS VOOR DOORSTARTENDE GOK- SCHOLEN Dit is een voorstel voor een verkort scenario om op een pedagogische studiedag of personeelsvergadering werk te maken van de beginsituatieanalyse GOK. Andere scenario’s zijn natuurlijk ook mogelijk. I. Voorbereiding 1.Documentatie verzamelen : De school in kaart Het kernteam ordent alle documentatie die men nodig zal hebben om een kwaliteitsvolle beginsituatieanalyse te maken. Ze brengt de school in kaart ! A. Leerlingenpopulatie : GOK-leerlingen, andere leerlingen met zorgvragen Omgevingsanalyse B. De zelfevaluatie van de vorige GOK – cyclus - De BBB – methode:
- Wat willen we Behouden? - Wat willen we Bannen? - Wat willen we Bereiken?
C. Prioriteitenplan van de school - Prioriteitenplan vorig schooljaar - Aanbevelingen uit een vorig rapport schooldoorlichting - Gegevens uit het outputdossier -… D. Rapport Controle Gelijke Onderwijskansen - Schriftelijke motivering van het advies door de inspecteur - Mondelinge aanbevelingen van de inspecteur E. Cijfermateriaal / enquêtes/ toetsresultaten F. Eigen bevindingen van het kernteam/ het
schoolteam -De inbreng “van uit het werkveld” is heel belangrijk -Het kernteam heeft een grote competentie ter zake
2. Analyse van de documentatie Alle informatie uit punt 1 wordt grondig doorgenomen door de zorgbegeleider/ het zorgteam / het kernteam. Er wordt een samenvatting gemaakt van rubrieken A,B,C, D,E & F.
A. Leerlingenpopulatie
B. zelfevaluatie van vorige GOK – cyclus -
C. Prioriteitenplan van de school
D. Rapport GOK -controle
E. Cijfermateriaal / enquêtes/ toetsre-
F. Eigen bevindingen van het kern-
sultaten
team/ het schoolteam
Bronnenkaart 0 3. Wie doet mee? Alle teamleden, directie, ook externe partners zoals CLB
Waarom: een ruime groep biedt meer garantie op een brede verkenning van de gelijke kanseninstrumenten. De visie op GOK en de gekozen prioriteiten worden gedragen door het gehele schoolteam. 4. Heterogene groepen en rollen Stel heterogene groepen samen van 5 personen. Heterogeen kan betekenen: verschillend op vlak van aantal jaar ervaring op deze school, al of niet lesgeven op een andere school, verschillende leeftijden, leerkrachten, mensen met verschillende functies, CLB – medewerkers, verschillende vestigingsplaatsen, man of vrouw, progressieve en minder progressieve teamleden, verschillende intellectuele vaardigheden,… Waarom: het gamma aan ideeën en zienswijzen binnen een heterogene groep is groter dan in een homogeen samengestelde Geef elk groepslid een rol : organisator, materiaalmeester, verslaggever, planner, bemiddelaar. (In een groepje met vier teamleden worden de rollen van materiaalmeester en planner samengenomen.) Waarom: elke rol heeft zijn eigen taak om het samenwerken vlot te laten verlopen. Wijs zelf rollen toe, laat het toeval beslissen of laat de teamleden zelf hun rol kiezen. Geef iedere deelnemer een korte beschrijving van de eigen rol. 5. Wie doet wat? Elk teamlid krijgt één bronnenkaart. Elke teamlid krijgt één rol. Waarom: betrokkenheid en welbevinden vergroten
6. Materiaal -
Laptop, beamer en projectiescherm
-
Bezinning
-
Powerpointvoorstelling voor inleiding
-
Wekker of Timer Tool voor de tijdbewaker (= computerprogrammaatje)
-
Genummerde tafels met blaadje met de namen van de vijf personen
-
Genummerde enveloppes
-
Bronnenkaarten voor elke groep
-
Eén instructiekaart voor elke groep
-
Eén blad met rollen voor elke groep
-
Eén boekjes post – itjes voor elke groep
-
Zes grote bladen vooraan voor elk thema
II. Pedagogische studiedag of personeelsvergadering
1. Bezinning (ongeveer 5 minuten)
2. Inleiding: (ongeveer 20 minuten) -Doel van de bijeenkomst (= prioriteiten gelijke onderwijskansen bepalen voor de komende drie jaar) -Korte herhaling van het doel en de accenten van het gelijke onderwijskansenbeleid - Kort het verloop van de pedagogische studiedag of personeelsvergadering schetsen. 3. Het schoolteam is verdeeld in heterogene groepen van vijf teamleden. - lokaal in werkeilanden
4. Niet iedereen doet alles. De taken en informatie worden verdeeld. a. Voor ieder deelnemend teamlid - Bronnenkaart 0 = De school in kaart (zesveld A,B,C,D,E,F) - Eén bronnenkaart
- Bronnenkaart 1 = Preventie & remediëring/ studie- en gedragsproblemen (PR) - Bronnenkaart 2 = Taalvaardigheidsonderwijs (TVO) - Bronnenkaart 3 = ICO / Omgaan met diversiteit - Bronnenkaart 4 = SEO - Bronnenkaart 5 & 6 = DO en LO
Zie: GOK in de steigers http://www.steunpuntgok.be/downloads/algemeen_screeningsinstrument_steigers.pdf - Eén rol
- Organisator - Materiaalmeester - Verslaggever
- Bemiddelaar - Planner b. Voor de organisator van het groepje de instructiekaart de materiaalmeester van het groepje de grote enveloppe de verslaggever van het groepje de post - itjs de planner van het groepje de Timer Tool de bemiddelaar van het groepje de pluimen c. Voor elk groepje - Genummerde tafel met vijf stoelen - Genummerde grote enveloppe met instructiekaart, zeven bronnenkaarten, de rollenbeschrijving, boekje post-its
5. Verloop Stap 1 : Begin aan de stamtafel (ongeveer 10 minuten) Elke materiaalmeester gaat om de enveloppe voor zijn of haar groepje. Hij of zij geeft de instructiekaart aan de organisator en geeft elk teamlid één bronnenkaart. Elk teamlid leest zijn of haar bronnenkaart en maakt schriftelijk op – of aanmerkingen. Stap 2 : Naar de expertentafel ( ongeveer 15 minuten) Alle teamleden met dezelfde bronnenkaart komen vervolgens bij elkaar in de expertgroep. Dus alle teamleden met bronnenkaart 1 gaan naar tafel 1, alle teamleden met bronnenkaart 2 gaan naar tafel 2, alle teamleden met bronnenkaart 3 gaan naar tafel 3, alle teamleden met bronnenkaart 4 gaan naar tafel 4. Hierbij bediscussiëren zij de opdracht en zien er op toe dat iedere teamlid de bronnenkaart beheerst. Op deze manier worden deze teamleden experts in één bronnenkaart. Tenslotte gaan ze gezamenlijk na hoe het bestudeerde materiaal het beste aan de andere teamleden van de basisgroep uitgelegd kan worden. Stap 3 : Terug in de stamtafel (ongeveer 50 minuten) De experts in één bronnenkaart keren terug naar hun basisgroep en leggen de inhoud van de bronnenkaart voor aan hun groep. Opdrachten 1 en 2 van de instructiekaart worden uitgevoerd.
6. Instructiekaart
Opdracht 1: Waar staan we ? Doel : ga de huidige situatie na, doe ideeën op en bepaal voorlopige werkpunten 1. Elk groepje buigt zich over de bronnenkaarten in functie van “Waaraan willen we de komende drie jaar werken?” 2. De materiaalmeester bezorgt elk teamlid één bronnenkaart 3. Elk teamlid leest individueel zijn of haar bronnenkaart. Eventuele prioriteiten aanduiden op de bronnenkaart. 4. Teamlid met bronnenkaart 1 gaat naar tafel 1. Teamlid met bronnenkaart 2 gaat naar tafel 2 Teamlid met bronnenkaart 3 gaat naar tafel 3 Teamlid met bronnenkaart 4 gaat naar tafel 4 Teamlid met bronnenkaart 5 & 6 gaat naar tafel 5 Elk groepje buigt zich over de bronnenkaart, wisselt uit. Eventuele prioriteiten aanvullen op de bronnenkaart. 5. Elk teamlid gaat terug naar zijn oorspronkelijk groep. Elk teamlid stelt zijn informatie voor aan de groep. Gaat door op de verschillende bronnenkaarten, doet voorstellen, bevraagt elkaar, discussieert.
Opdracht 2: Waar willen we naar toe ? Doel : beschrijf gewenste en realistische veranderingen, bepaal prioritaire werkpunten 1. Elk groepje bekijkt het bundeltje met de vier de bronnenkaarten. 2. Waaraan willen we de komende drie jaar werken? 3. Formuleer drie à vier prioritaire werkpunten volgens het SMART - principe 4. De verslaggever noteert op post-its 5. De materiaalmeester hangt post-it op vooraan in het juiste thema. Eén post –it kan in verschillende thema’ s terecht komen.
Opdracht 3: Hoe pakken we het aan ? Doel : het zorgteam/kernteam presenteert de resultaten op een volgende personeelsvergadering. Het zorgteam/ kernteam stelt een GOK – actieplan en een visietekst GOK op, op basis van de vorige opdrachten en legt het voor aan het hele schoolteam. 7. Afsluiting (ongeveer 20 minuten) - Geeft het schoolteam eventueel de tijd om tegelijkertijd naar voren te gaan; Iedereen loopt door elkaar voor de zes flappen. Ze krijgen samen een idee waar de prioriteiten voorlopig liggen. De zes flappen kunnen nadien in de leraarskamer worden opgehangen. Zo stimuleer je dat er ook tussendoor al eens over gediscussieerd wordt. Ideeën en inzichten kunnen rijpen. - Keuzes maken: Waar hangen de meeste post – its ? Welke thema’s kiezen we om prioritair aan te werken? Breng naast de flappen van de thema’s ook de overzichten aan met de aantallen doelgroepleerlingen en de andere opgelijste problematieken (zorgkinderen). Vanuit beide overzichten en de bespreking van de thema’s (flappen) kies je als team minstens twee thema’s waaraan je wil werken. Indien het team voor een cluster kiest, kunnen de doelstellingen per cluster dienen als onderwerp van discussie. Een flap per doelstelling om de post-its op te kleven. III. Na de pedagogische studiedag of personeelsvergadering Het beleidsplan GOK voorleggen aan het schoolteam - De zorgbegeleider / het zorgteam / het kernteam legt de visietekst en het GOK – actieplan
voor aan het hele schoolteam.
- Bespreking van het beleidsplan GOK. Er kunnen zaken bijgestuurd worden (schrappen of bijvoegen). Naderhand worden de opmerkingen van de teamleden verwerkt.