BLOEIEND
JUNI 2014 | NR. 13
BLOEIEND IS EEN UITGAVE VAN AB WERKT EN BESTEMD VOOR HAAR KLANTEN IN DE PLANTAARDIGE SECTOR.
13
Appels en peren vergelijken Sjaak en Willy Elenbaas
Fruitteler Sjaak Elenbaas teelt zowel appels als peren in het Zeeuwse Nieuw- en St. Joosland. Hij nam het bedrijf samen met zijn broer over van zijn vader. In 1998 besloten de broers het bedrijf te splitsen waarna Sjaak en zijn vrouw Willy verder gingen in een maatschap. De 11 hectare waar ze mee begonnen is inmiddels uitgegroeid tot 18 hectare. Gemaksfruit en juffertjes Welke soorten groeien er op Elenbaas’ terrein? ‘De peren zijn 90 procent Conférence, plus wat stoofpeertjes voor de kruisbestuiving,’ aldus Elenbaas. Bloemetjes dunnen, peertjes dunnen, aan de Gieser Wildeman stoofpeer is veel werk. ‘Hoe meer je er afhaalt, hoe groter de peren worden.’ Sjaak en Willy zien de conference-peer als de stevige basis onder het bedrijf, want hij levert een redelijke prijs op en een stabiele productie. De appelsoorten die Elenbaas teelt zijn met name Jonagold en Elstar. ‘Elstar is een juffertje. Jonagold is makkelijker te telen,’ legt Sjaak uit. ‘Daar heb je weinig werk aan. Je hoeft deze zelden te dunnen, terwijl de productie groter is.’ Het duurt gemiddeld vier jaar voordat een appelboom vol-
1
ledige productie geeft. Bij peren duurt het gemiddeld zelfs zes jaar. Snel omschakelen naar een andere soort waar op dat moment vraag naar is, is er dan ook niet bij. Beestjes willen we niet Vanaf half maart tot begin juni is er grote kans op schimmels. Alertheid is geboden. Speciale programma’s berekenen wat er aan gewasbeschermingsmiddelen moet worden ingezet, onder andere aan de hand van het weer. Er wordt van alles gedaan om schadelijke schimmels en insecten te bestrijden. Zo is schurft een probleem. ‘Schurft ontstaat door een combinatie van vocht en temperatuur. De mate waarin het blad nat is bepaalt de kans op deze schimmelziekte,’ legt Elenbaas uit. ‘Dauw is bijvoorbeeld geen probleem, regen wel. Het gevolg is zwarte vlekken op de appel en dat wil de consument lees verder op pagina 4 >>
VOORWOORD
Het vertrouwen groeit! Inmiddels zit de winter en het voorjaar van 2014 er alweer op. De winter is bijna ongemerkt aan ons voorbijgeslopen. We waren in enkele jaren toch wel een beetje gewend geraakt aan de ongemakken die winters weer met zich meebrengen. Deze winter was totaal anders. Zonder noemenswaardige vorst hebben wij het voorjaar vroeg kunnen verwelkomen. Voor AB Werkt is dit een positieve bijkomstigheid geweest: vele werkzaamheden zijn vrij ongestoord doorgelopen en we hebben deze winter zonder leegloop of bezettingsproblemen kunnen afronden. De economie lijkt zich wat te herstellen en het vertrouwen van producent en consument neemt langzaam toe. Ook in de tuinbouw zijn voorzichtig positieve geluiden te horen. Dat wil niet zeggen dat de plantaardige sector het niet zwaar heeft. De sporen die de
crisis heeft nagelaten zijn daarvoor te diep. Bij AB Werkt merken we dat optimisme bij onze klanten – nog wel aarzelend – terugkomt. Dat zien wij onder andere terug in het feit dat we weer iets meer Nederlandse krachten bemiddelen. Een teken dat de ondernemer het aandurft te investeren in zijn personele organisatie. Daaraan merken we ook dat de sector zich verder ontwikkelt met duurzame, professionele bedrijven.
we tijdig een gedegen antwoord dat zo optimaal mogelijk aansluit bij uw situatie. We hopen dat de ontwikkelingen zich verder zo positief blijven ontwikkelen de komende tijd. Wij staan klaar voor u! Eric Muijsers – Sectormanager
Zoals u in deze Bloeiend kunt lezen, blijven wij als AB Werkt hard aan de weg timmeren. Onder andere in de verdere versteviging van onze dienstverlening in zowel Brabant, Zeeland en Limburg. Maar ook door het nauwgezet volgen van ontwikkelingen zoals recentelijk het afschaffen van de gelegenheidswerkregeling en de Wet Werk en Zekerheid. Zo hebben
Biologisch moet bij je passen Een gesprek met Fred Willemssen, eigenaar van biologische kwekerij Vollenberg
Het voorjaar is net aangebroken, een drukke periode op de teeltgronden van kwekerij Vollenberg. Het bedrijf richt zich al 24 jaar volledig op de biologische teelt, sinds 2012 met Fred Willemssen aan het roer. Fred koos bewust voor de biologische teelt: ‘Ik werkte met mijn twee broers in een gangbaar bedrijf maar ik zocht iets dat onderscheidender is. En dat zijn biologische producten zeker. Het is een relatief kleine markt, maar wel met voldoende groei.’ De belangrijkste teelten zijn witlof en paksoi. Ook teelt Vollenberg aardappelen en valeriaan. Dit laatste vraagt natuurlijk om nadere uitleg. ‘Wij telen deze plant voor VSM, dat de wortelsappen voor hun homeopathische producten gebruikt. In totaal wordt er 200 ha valeriaan verbouwd in Nederland. Er komt steeds meer vraag naar de biologi-
2
>>
>>
Tussen het witlof
>>
sche variant. Het is echter een moeilijke plant om te telen, hij laat zich moeilijk sturen.’ Daarnaast is het proces om de sappen uit de plant te krijgen behoorlijk intensief: ‘Rooien, daarna door een trommel om het zand eraf te krijgen. Vervolgens naar de spoelerij en de drogerij en pas dan krijgen we het sap eruit.’
Andere aanpak Biologisch telen moet in je vingers zitten, vindt Fred Willemssen, want het vergt een compleet andere aanpak. Vanaf het moment dat je een perceel aanmeldt voor biologische teelt is alles biologisch. De eerste twee jaar wordt er gras of grasklaver op gezet. Dat is goed voor de grond. Daarna kunnen er planten op komen die voor de biologische markt bestemd zijn. Dat is afhankelijk van het type plant. ‘Bij paksoi gebruik je bijvoorbeeld de bladeren. Daarin vind je na die twee jaar geen chemische bestanddelen meer. Bij andere planten is dat vier jaar.’ Ook is er meer grond nodig om biologisch te kunnen telen. Daarnaast ligt het land gemiddeld één keer per zes jaar een seizoen braak om de grond weer tot rust te laten komen. ‘Biologisch telen moet je echt passen. Je krijgt een nette prijs maar het risico is een stuk groter en de productiekosten zijn vijf keer zo hoog.’ Groeimarkt De biologische markt is een kleine maar bewuste markt waarbij de klant
veel meer volgens de kalender leeft. ‘Hij eet wat op dat moment van het land komt,’ vat Willemssen samen. ‘Dat is een andere manier van denken. Wij denken vanuit de klant, die veel bewuster koopt en onze producten ook meer waardeert.’ De producten zijn minder waterig en hebben een authentieke smaak, hoort hij vaak. Ook de voedingswaarde is hoger in biologisch geteelde producten. Kwekerij Vollenberg levert met name in de regio Utrecht-Amsterdam. Daarnaast gaat een deel van de producten naar de omliggende landen. ‘In het zuiden is de biologische consumptie veel minder,’ constateert Willemssen. De biologische markt is een groeimarkt. ‘De enige tak van sport die zelfs in de recessie groeit,’ aldus Willemssen. ‘We zien een groei van 10 tot 20%.’ Uitmuntende marketing Veel van de producten gaat in de zogenaamde groente-abonnementen waarbij de klant wekelijks een groentetas met diverse producten krijgt. Vaak met bijbehorende recepten waar de klant mee kan experimenteren. De reguliere supermarkten behoren niet tot de klanten van Vollenberg, wel de biologische keten Ekoplaza met vestigingen in heel Nederland. Biologische supermarkten besteden veel aandacht aan het vermarkten van hun producten. ‘Ekoplaza heeft bijvoorbeeld een eigen academie waar mensen worden opgeleid,’ aldus Fred Willemssen. ‘Zij hebben een ouderwetse groenteman in dienst die alle
70 winkels bezoekt en bijstuurt. Die kijkt naar de presentatie, maar geeft ook tips en adviezen om de winkelier te helpen de consumenten goed voor te lichten en te inspireren. Als men daar goed mee omgaat, wordt er ook bijna niets meer weggegooid.’ Biologisch kweken is een bewuste keuze. Zeker ook omdat de markt relatief klein is en het moeilijker is om er tussen te komen. ‘Vollenberg had al een naam opgebouwd in deze markt. We hebben er bewust voor gekozen de naam aan te houden,’ verklaart Fred. Personeel denkt mee Vollenberg biedt het hele jaar rond werk aan zeven personen. Hiervan zijn er zes vast in dienst en werkt er een via AB Werkt. De meewerkend voorman neemt het van Fred over als dat nodig is. Daarnaast schakelt Willemssen in de piekperiode scholieren in via AB Werkt. ‘Het personeel weet bijna alles, behalve over teeltspecifieke zaken en de afzet. Dit doet Willemssen uitsluitend zelf. Het is een goedlopend team. Dat maakt het veel makkelijker om door te zetten.’ Willemssen besluit: ‘Je hebt nogal wat verschillen in uitzendbureaus. De mensen van AB Werkt hebben inzicht in de agrarische sector. Zo kunnen ze goed meedenken over wat we nodig hebben.’
3
>> vervolg van pagina 1
niet. Dan wordt het industriefruit dat verwerkt wordt tot appelmoes. Tegen een veel lagere prijs natuurlijk.’ In deze periode kan het echtpaar nauwelijks van huis. Er moet wekelijks – soms zelfs twee keer per week – gespoten worden. En spuiten betekent een volle dag werk. Ook worden de natuurlijke vijanden ingezet. De roofmijt om spintmijt bij appels tegen te gaan, de roofwants om de perenbladvlo te bestrijden. ‘Dan moet je dus wel gewasbeschermingsmiddelen inzetten die de roofwants of roofmijt spaart.’ Voor de bestuiving koopt Elenbaas hommels en laat hij een imker komen met bijenkasten. ‘Hommels zijn ijverig, die vliegen altijd,’ legt Willy uit. ‘Bijen vliegen alleen bij mooi weer. Als het regent, komen ze hun kast niet uit.’ Zorgen over de snel stervende bijenvolken heeft Sjaak niet. ‘Je ziet dat met name bij de hobby-imkers veel bijen sterven. Het heeft toch te maken met de kwaliteit van de imker. Bij de professionals is wel uitval, maar dat veel minder.
4
Afzet goed geregeld Elenbaas zet zijn hele productie af bij The Greenery. ‘Ik ben een teler, geen handelaar,’ verklaart Sjaak zijn keuze. ‘Bij The Greenery weet ik waar ik aan toe ben. Ik heb de verplichting om te leveren, en zij om af te nemen. Ik heb altijd een afzetmarkt en de uitbetaling is gegarandeerd.’ Ruim 60% van de appels en peren van Elenbaas blijft in Nederland. Veel daarvan gaat naar Albert Heijn. ‘Daar gaat de beste kwaliteit naartoe. Een serviceprovider hier uit Krabbendijke komt keuren op onder andere hardheid en kleur.’ Sjaak: ‘We kiezen voor risicospreiding door de verkoop te spreiden over het jaar, van de oogst tot juni. De Elstar leveren we tot januari. We zetten liever niet alles op één kaart. We leveren per ULO Cel (UltraLowOxygen, red.) circa 60 tot 80 ton per keer.’
De producten gaan rechtstreeks naar de afnemer, in de meeste gevallen het distributiecentrum. ‘We krijgen dan het verpakkingsmateriaal aangeleverd zodat wij het fruit al kunnen verpakken voor de klant,’ vertelt Willy. Alleen in grotere verpakkingen, kleinere verpakkingen doen ze niet. ‘Dan moet je weer investeren in speciale machines.’ Het sorteren gebeurt machinaal waarbij de maten worden ingesteld via de computer. ‘Maar de kwaliteit van de appel of peer beoordelen we met het blote oog. Daar kan geen machine tegenop.’ Kwaliteit staat bij Sjaak en zijn vrouw hoog in het vaandel. Helaas wordt dat voor 50% bepaald door het weer. Dat wordt daarom angstvallig in de gaten gehouden. Een flinke hagelbui, en het fruit is minder waard. ‘De consument wordt steeds veeleisender. Een klein plekje of een iets afwijkende vorm, en de klant hoeft het niet.’ Dat gaat soms ver, vinden ze. ‘We doen er echter alles aan om de producten goed af te leveren. Polen onmisbaar in de fruitteelt Een deel van het jaar draaien Sjaak en Willy het bedrijf samen zonder hulp. Tijdens de snoeiperiode van eind november tot half maart krijgen ze hulp van twee Poolse medewerkers die ze zelf in loondienst hebben. Voor het snoeien van de appels vallen ze voor een deel terug op een bedrijfsverzorger van AB Werkt. ‘Voor peren is één systeem, dat is makkelijker uit te leggen. Het snoeien van appels vergt wat meer vaardigheid,’ legt Sjaak uit. Daar is de bedrijfsverzorger vier weken per jaar mee aan de slag. Ook voor het dunnen van de Conférence-peren wordt op AB teruggevallen. ‘Het dunnen hiervan is eenvoudiger dan appels,’ aldus Elenbaas. De rest kan Sjaak zelf af. Ook bij ziekte vallen ze terug op de
Sjaak en Willy aan het sorteren.
bedrijfsverzorging. ‘Gelukkig is dat maar één keer voorgekomen. Toen ben ik goed geholpen. Het is toch je zekerheid dat je bedrijf doordraait.’ De fruitpluk is de meest arbeidsintensieve periode. In zes weken tijd moet de hele oogst binnen worden gehaald. Elenbaas heeft voor de pluk één persoon per hectare nodig. Een vaste kern van Nederlandse vutters wordt ingezet, aangevuld met een team van tien tot twaalf Poolse medewerkers via AB Werkt. ‘Dat is een vrij vaste kern,’ vertelt Willy. ‘ Ze laten zelfs een aantal spullen hier voor het volgende jaar.’
Elenbaas is zeer tevreden over de inzet van de Poolse medewerkers. ‘Ze komen hierheen om uren te maken en over het algemeen werken ze vrij zelfstandig. Ik ben ervan overtuigd dat we zonder de Polen hier in Nederland een groot probleem zouden hebben om al het handwerk gedaan te krijgen.’
5
Modernisering ziektewet Is een medewerker ziek, dan kan hij gedurende de eerste 2 jaar terugvallen op de ziektewet (ZW). Is de werknemer na twee jaar nog steeds arbeidsongeschikt, dan komt hij in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en krijgt een WGA-uitkering. De hoogte van die uitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
!
Voor de medewerkers die u via AB Werkt aan het werk heeft bent u niet verantwoordelijk. Dat risico ligt bij ons.
In 2002 trad de Wet Verbetering Poortwachter in werking. Doel van deze wet was het inperken van de instroom van arbeidsongeschikte medewerkers met een vast dienstverband. Sindsdien betalen werkgevers twee jaar lang het loon door van hun zieke werknemers en zijn verantwoordelijk voor ziekteverzuimbegeleiding en reïntegratie. Gebleken is dat de wet resultaten oplevert. Door vroegtijdige reïntegratie-inspanningen en vooral door strengere toelatingsnormen stromen minder mensen in de WIA. De regering vindt de instroom van zieke flexwerkers nog te hoog. Onder flexkrachten worden alle medewerkers bedoeld die géén aanstelling voor onbepaalde tijd hebben. Dus niet alleen de uitzendkrachten maar ook medewerkers met bijvoorbeeld een jaarcontract. Flexkrachten (15% van de werknemers) vertegenwoordigen meer dan 50% van de WIA-instroom. Verklaring voor dit hoge cijfer is dat geen werkgever verantwoordelijk is waardoor er ook geen beheersmaatregelen worden getroffen. Daarom nu wetgeving waardoor werkgevers ook hier meer verantwoordelijkheid nemen om de instroom in te dammen en zieke medewerkers weer aan het werk te krijgen.
ziek
Nieuwe wet nader uitgelegd De modernisering is vastgelegd in de wet ‘Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters’ (BeZaVa). Invoering van deze wet bestaat uit drie fases en moet 2016 zijn afgerond.
6
De eerste fase vond in 2013 plaats met stijgende Ziektewet premies en meer mogelijkheden op het gebied van reïntegratie. De tweede fase in 2014 is een verandering in de ziektewetpremie en de introductie van een gedifferentieerde WGA-premie. De derde fase in 2016 is één WGA Premie voor zowel vasteals flexmedewerkers. U wordt tot maximaal 12 jaar verantwoordelijk voor de kosten van personeel dat arbeidsongeschikt uit dienst is gegaan en geen contract voor onbepaalde tijd had. Deze verantwoordelijkheid duurt tot 4 weken na uitdiensttreding. Ongeacht de duur van de arbeidsovereenkomst! U hebt een aantal keuzemogelijkheden hoe u deze kosten opvangt. >>
Keuzemogelijkheden 1. U neemt het risico dat uw medewerker ziek wordt. U betaalt een lagere ziektewetpremie en draagt zelf maximaal 10 jaar de kosten van de WGA-uitkering. U bent gedurende de hele periode van 12 jaar verantwoordelijk voor reïntegratie van de medewerker. 2. U betaalt een WGA-premie waardoor u het risico bij het UWV legt. U bent de eerste twee jaar verantwoordelijk voor reïntegratie van de medewerker. Daarna neemt het UWV dit van u over.
Hoe beperkter het ziekteverzuim, hoe lager de premie uitvalt. Hiermee loont het dus om een goed beleid op te zetten om ziekteverzuim te beperken.
Bepaling ZW en WGA premie voor flexmedewerker Vanaf dit jaar worden de ziektewetpremies anders berekend. Kiest u niet voor het eigen risico maar voor het betalen van de WGA-flex, dan is de premie afhankelijk van een aantal factoren.
En verder? De derde fase wordt in 2016 van kracht. Dan gaat u als werkgever één WGA premie betalen voor zowel de flex- als vaste medewerker. U hebt dan zelf de keuze of u dit publiek of privaat verzekert. Daarbij krijgt u dan ook de optie om een hoger eigen risico te nemen.
Per 1 januari zijn alle werkgevers ingedeeld in drie categorieën die gebaseerd zijn op de loonsom. 1. klein (< € 300.200) 2. midden (tot € 3.200.000) 3. groot (> € 3.200.000) Afhankelijk van deze categorie bepaalt het UWV de Ziektewet en WGA-flex premies. Hierbij gebruiken ze de verzuimgegevens van uw sector. Valt uw bedrijf onder de categorie ‘midden’, dan wordt voor de berekening van uw premie ook gekeken naar de verzuimgegevens van uw bedrijf. Voor de grote werkgevers zijn alleen hun eigen verzuim- en ongeschiktheidcijfers bepalend.
AKA
diploma uitreiking
Onlangs namen 15 geslaagden op het kantoor van AB Werkt in Horst hun diploma AKA (Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent) in ontvangst. Met dit diploma verkrijgen buitenlandse medewerkers een startkwalificatie voor de Nederlandse arbeidsmarkt. De opleiding wordt georganiseerd door AB Werkt in samenwerking met Citaverde College en werkgevers en maken de Poolse werknemers tot veelzijdige vakkrachten die in de industrie, logistieke en technische branche aan de slag kunnen.
Geldt dit ook voor uitzend- en payroll krachten? Het goede nieuws is: nee. Voor de medewerkers die u via AB Werkt aan het werk heeft, bent u niet verantwoordelijk. Dat risico ligt bij ons. Wij kunnen dit echter heel laag houden omdat we een strikt verzuimbeleid hebben en heel goed aansturen op beheersing van het ziekteverzuim.
Wat kunt u nu doen? Zover is het nu nog niet. Wel is het goed om u te verdiepen in de maatregelen die u kunt nemen om het verzuim te beheersen. Voor flexkrachten die u via ons inleent, hoeft u zich geen zorgen te maken. Heeft u zelf medewerkers in dienst op een tijdelijk contract, realiseer u dan welke risico’s u loopt. Het zou namelijk zo kunnen zijn dat u als werkgever twaalf jaar lang financiële consequenties draagt van een tijdelijke werknemer die na één dag werken arbeidsongeschikt wordt.
Nieuwe vestigingsmanager kantoor Goes
>>
1 mei j.l. is Martijn Doens (37) uit IJzendijke begonnen als nieuwe vestigingsmanager in Zeeland. Doens is na zijn opleiding bedrijfskunde en Agribusiness aan de HAS in Dronten vrij snel in de uitzenden detacheringswereld terecht gekomen. Met zijn 12 jaar leidinggevende ervaring in de branche spant hij zich nu samen met zijn collega’s in om een krachtige en gezonde organisatie neer te zetten in Zeeland en West-Brabant die haar leden en klanten helpt waar het kan via de inzet van flexibele arbeidskrachten en bedrijfsverzorgers.
7
Nieuwe website AB Werkt Sinds medio april heeft AB Werkt een nieuwe website. Met deze site wordt nog meer ingespeeld op de werkzoekenden. Marketingmanager Christianne Kraan: ‘Internet biedt veel analysemogelijkheden. We kunnen met bepaalde programma’s goed bekijken wie onze bezoekers zijn en waar hun interesse naar uitgaat. Bij de website van AB Werkt blijkt dat het merendeel van de bezoekers op zoek is naar een baan. Daar moet je dan je site ook op aanpassen.’ Dat is met de nieuwe website dan ook gebeurd.
www.ab-werkt.nl
AB Werkt sluit 2013 positief af Momenteel wordt bij AB Werkt de laatste hand gelegd aan het jaarverslag 2013, na goedkeuring van de cijfers door de RvC en de Ledenraad. Directeur Jack Janssen: ‘We kunnen stellen dat 2013 wederom een turbulent jaar was. Het economisch klimaat was nog steeds kil en het zat de meeste sectoren waarin wij actief zijn, niet mee. De werkloosheid in Nederland bleef stijgen en ook het aantal faillissementen in Nederland bleef toenemen.’ Dat weerhield AB Werkt er echter niet van om actief te blijven in de markten waar ze goed in is: agro, food, industrie en techniek en organisaties die zich bezighouden met onderhoud en beheer van de leefomgeving. ‘Daarbij is stevig ingezet op de ontwikkeling in voor AB Werkt relatief nieuwe regio’s’, aldus Janssen. ‘Het in 2012 geopende kantoor in Veghel kreeg het afgelopen jaar vaste grond onder de voeten. Daarnaast zijn we vorig jaar gefuseerd met de collega’s van Zeeland. Hierdoor kregen we een extra vestiging en een behoorlijke uitbreiding van het werkgebied.’
BLOEIEND | JUN. 2014 | NR. 13 Vestiging Goes T 0113 - 23 36 66
8
Krimp in de branche De flexbranche had het nog steeds zwaar en zag pas aan het einde van het jaar voor het eerst weer een stijging in uren. De ABU, organisatie van uitzendorganisaties waar ook AB Werkt bij is aangesloten, zag over heel 2013 een krimp van 3%. AB Werkt daarentegen noteerde een groei van 6%. ‘De geconsolideerde omzet bedraagt €62 miljoen met een positief exploitatieresultaat. Als coöperatie heeft AB Werkt geen winstdoel, maar winst is wel essentieel om een buffer op te kunnen bouwen om ook te kunnen investeren’, verklaart Jack Janssen. Voor dit jaar voorziet de organisatie een verdere stijging van het aantal medewerkers die bij klanten aan het werk gaan. Janssen: ‘We kunnen constateren dat onze manier van dienstverlening aansluit bij de wensen van de klanten, namelijk een specialist die meedenkt over de invulling van arbeid voor specifieke sectoren.’
Vertrouwen Ook in Zeeland gaat de weg langzaam omhoog. ‘Een fusie gaat niet zonder slag of stoot, maar we zien voor dit gebied een kentering. Met het aanstellen van een nieuwe vestigingsmanager voor deze regio geven we hier een belangrijke impuls in de verdere ontwikkeling van de dienstverlening voor onze klanten, leden en medewerkers.’ Directeur Jack Janssen heeft er alle vertrouwen in. ‘De flexmarkt begint weer aan te trekken. Wij verwachten dat we dit jaar weer een plus kunnen laten zien van 10-12%. Dat is ruim meer dan de markt doet. In Limburg zien we veel kansen waar we op inzetten. Daarnaast zien we vooral ook mogelijkheden in Brabant, waar we hard bezig zijn om onze positie uit te bouwen naar een krachtige organisatie waar zowel ondernemer als de werknemer centraal staan. Dat is een mooi doel voor dit jaar.’
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van AB Werkt.
Vestiging Veghel T 0413 - 76 39 30
Vestiging Horst T 077 - 39 808 83
Vestiging Roermond T 0475 - 35 20 30
Heeft u tips of ideeën voor BLOEIEND, laat ons dat dan gerust weten via:
[email protected]
Vestiging Beek T 046 - 43 707 32 www.ab-werkt.nl