Biotrends 2011 Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
2
Hoofdstuk 1
De biomarkt in Nederland
De biologische markt in Nederland is de afgelopen tien jaar grofweg verdubbeld naar een consumentenomzet van ruim 750 miljoen euro in 2010. In veel landen heeft de omzet van biologische voeding een forse groei doorgemaakt. In de jaren zeventig was het nog een kleine groep innovators die de markt bepaalde. Vooral gedreven door onvrede met de naoorlogse landbouwpraktijk stonden zij een voedselproductie voor die ecologisch verantwoord was. Daaraan hebben we anno 2011 nog het eko-keurmerk (1985) te danken. Inmiddels is de biologische landbouw verankerd in wetgeving.
De afgelopen tien jaar is biologisch ‘ontideologiseerd’ en steeds meer voeding geworden in plaats van landbouwmethode. Deze ontwikkeling is hand in hand gegaan met het groeiende aanbod in de supermarkten. Biologisch heeft een subtiele metamorfose doorgemaakt van een principe naar een lifestyle. De ideologisch gedreven burger van vroeger heeft plaatsgemaakt voor de bewuste consument van nu. Dat wil overigens niet zeggen dat die moderne koper minder kritisch is geworden. Integendeel, dier- en milieuvriendelijkheid zijn nog steeds belangrijke koopmotieven, maar transparantie, value for money, versheid, gezondheid, smaak en
Hoofdstuk 1 • De biomarkt in Nederland
3
presentatie moeten vanzelfsprekend in orde zijn, zeker voor de nieuwe en light user consument. De omzet van biologisch vertoont al tien jaar een stijgende lijn, zo blijkt uit de Biomonitor (t/m 2009) en de Monitor Duurzaam Voedsel. De markt is door het lei in kaart gebracht voor bijna alle verkoopkanalen: supermarkt, speciaalzaken, contractcatering, food service, boerenmarkt, boerderijverkoop, webwinkels. Alleen de bio-omzetten bij niet-biologische speciaalzaken (slager, bakker, groenteboer) en de omzetten van bijvoorbeeld horeca, catering en verzorgingsinstellingen die niet uit de reguliere groothandel komen, zijn niet meegewogen. Ook import en export is een - voor Nederland belangrijk - marktsegment waarover geen cijfers beschikbaar zijn.
800
Omzetontwikkeling
700 Omzet in milj. euro
600 500 400 300 200 100 0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Biologisch profiteert van de aandacht voor duurzaamheid Alle aandacht voor duurzaamheid is gunstig voor biologisch. Biologisch is een complex van eisen die per saldo een zo natuurlijk mogelijke productie garanderen. Dat zit in het systeem. De eisen zijn verankerd in wet- en regelgeving en geven de consument en de marktpartijen zekerheid. Ook voor een producent of retailer schept dit duidelijkheid: als je je aanbod wilt verduurzamen, kun je daar dankzij biologisch morgen mee beginnen. Je kunt het zichtbaar maken naar de consument en er een prijs voor krijgen die recht doet aan je extra inspanningen.
In 2010 is voor het eerst de gehele out-of-home markt meegeteld in de omzet.
Verdeling van de omzet naar verkoopkanaal (2010) Out-of-home sector 92,6 x milj. euro 12,3%
Overige verkoopkanalen 53,7 x milj. euro 7,1%
De markt is nog lang niet verzadigd Biologisch is een nichemarkt, wordt gezegd. Maar als twee van de drie consumenten wel eens biologisch koopt, kun je dat eigenlijk niet volhouden. Bovendien, in alle belangrijke productgroepen is bio al vertegenwoordigd. Er is op zijn minst een latente belangstelling bij een veel grotere groep dan de twee procent omzetaandeel doet vermoeden. Dat blijkt ook in de praktijk. Bij de supermarkten die het grootste aantal biologische producten aanbieden, is de groei niet alleen verhoudingsgewijs maar ook procentueel het hoogst. Hoe meer aanbod en hoe meer zichtbaarheid, hoe sneller de groei.
Enkele cijfers uit Europa Grootste groeier in 2009: Zwitserland 37,9% Grootste markt aandeel van bio: Denemarken 7,2% Grootste markt: Duitsland 5.800 miljoen euro. Grootste daler: Italie 25% Grootste areaal: Spanje 1.330.774 hectare
35,3%
Speciaalzaken 265,2 x milj. euro Bron: lei, onderdeel van Wageningen ur, 2011
45,3%
Supermarkten 340,6 x milj. euro
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
4
Hoofdstuk 2
De producten
Biologisch is voor de consument geen eenvoudig verhaal. Het gaat om een zo natuurlijke mogelijke teelt én verwerking. Het concept biologisch is bij verse producten begrijpelijker voor de consument dan bij houdbare, samengestelde producten. Een biologische krop sla is helderder dan biologische kauwgum. In de hitlijst van meest verkochte biologische producten staan de versgroepen dan ook bovenin: 1 agf 2 Natte zuivel 3 Vlees(waren) en vleesvervangers
4 5 6 7 8
Brood en ontbijtgranen Boter en kaas Koffie, thee, cacao Eieren Vis
De lijst is gebaseerd op de consumentenbestedingen in euro’s, niet in aantallen producten. Aangezien vlees een verhoudingsgewijs duur product is per kilo, laat de lijst zien dat agf en zuivel veruit de belangrijkste productgroepen zijn voor de consument.
Hoofdstuk 2 • De producten
5
In welke productgroep scoort biologisch verhoudingsgewijs het best? Ook daar domineren de versgroepen: 1 Eieren 2 Natte zuivel 3 agf 4 Brood en ontbijtgranen 5 Vlees(waren) en vleesvervangers 6 Boter en kaas 7 Koffie, thee, cacao 8 Vis
De prijs van bio gaat dalen Als de afzet van biologische producten omhoog gaat, treedt schaalefficiency op waardoor de prijs kan dalen. In de natuurvoedingsbranche was er lang sprake van één dominerende speler in de markt. Inmiddels is er concurrentie gekomen en dat zorgt voor lagere prijzen, efficiënte ketens en logistiek. Biologische producten zullen altijd duurder blijven dan niet-biologische varianten, maar prijsbewuste bio-kopers kunnen de toekomst opgewekt tegemoet zien.
De prijs van bio gaat niet dalen Het marktaandeel van biologische voeding binnen de versgroepen is gemiddeld 2,7%; het totaal gemiddelde marktaandeel over de gemeten kanalen is 1,7%. Bedenk daarbij dat het gemiddelde mede wordt bepaald door kanalen die nog nauwelijks iets met biologisch doen. Hebt u wel een biologische bitterbal besteld in de sportkantine of op de braderie bij uw biologische biertje of cola-tje? Of in het verzorgingstehuis van uw moeder het woord biologisch op het keuzemenu geteld?
Steeds meer a-merken Houdbare producten hebben in de omzetten-top 10 een achterstand. Maar dat begint te veranderen. Dat komt omdat steeds meer a-merken tot de conclusie komen dat biologisch heel goed bij hun merkidentiteit past. a-merken zijn - als het goed is - trendsetters die de inspirator zijn voor assortimentsvernieuwing en voor huismerken. De afgelopen jaren hebben merken als Beemster, Unox, Campina, Verstegen, Lassie, Almhof, Heinz en Hak een biologische variant aan hun productlijn toegevoegd. Voor biologisch is dat prima. Biologisch wordt daardoor voor de light user veel ‘normaler’. Omdat amerken toch al een hoger prijspeil kennen, wordt een niet-a-merk biologisch product bovendien prijstechnisch opeens heel interessant. Onbegrijpelijk dat er nog steeds merken zijn die biologisch niet gebruiken om hun concept te versterken. Yacult bijvoorbeeld streeft een gezondheidsimago na en stopt vervolgens anonieme zuivel in haar drankjes. Bio-zuivel zou nauwelijks tot een prijsverhoging leiden. Gemiste kans.
Bij duurzaamheid hoort ook dat de boer zijn vak blijvend kan uitoefenen en dus een passende prijs moet krijgen. Per definitie is biologische bedrijfsvoering arbeidsintensiever en dus duurder. Maar als de schaal zich vergroot, zal er druk op de prijzen komen. In plaats van daarin mee te gaan, kan een aanbieder ook kiezen voor extra toegevoegde waarde. Het verhaal bijvoorbeeld. Van de boer achter het product, of de streek van herkomst. Of de manier waarop je het in de markt zet, zoals bijvoorbeeld Willem & Drees doen. Dat maakt het product concurrerender in plaats van goedkoper.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
6
Hoofdstuk 3
De winkel als verkoopkanaal
De supermarkt is het belangrijkste verkoopkanaal voor biologische voeding. Supermarkten zijn goed voor ruim 45% van de consumentenbestedingen. Daarna volgt de speciaalzaak, dat zijn de natuurvoedingswinkels en de biologische slagers, met ruim 35%. Winkelverkopen zorgen dus voor meer dan 80% van alle biologische omzet. Het marktaandeel van de supermarkten zal de komende jaren alleen maar groter worden. Dat is niet zo vreemd. Er zijn in Nederland zo’n 500 speciaalzaken en 5.600 supermarkten. Eén speciaalzaak zet net zoveel om als negen supermarkten. Een natuurvoedingswinkel telt gemiddeld 3.500 biologische pro-
ducten. Een supermarkt heeft er volgens de tellingen van Milieudefensie gemiddeld 90 in de schappen liggen (november 2010). Een jaar daarvoor waren dat er nog 78. Bij de supers is nog ruimte voor flink wat groei. Opvallend is dat het biologische boodschappenmandje van de klant in de supermarkt en de speciaalzaak behoorlijk verschilt van samenstelling. De speciaalzaken verkopen verhoudingsgewijs veel meer kruidenierswaren (houdbare producten), brood, en koffie/thee/cacao, en de supermarkten veel meer agf, vlees en zuivel.
7
Hoofdstuk 3 • De winkel als verkoopkanaal
Meer concepten tussen speciaal en super
Meer variatie in het speciaalzakensegment
Er gaapt een kloof tussen de bijna 100% bio-speciaalzaak en de 3% bio-supermarkt. In het buitenland zien we formules die een tussenpositie innemen. Een voorbeeld is het Duitse Tegut dat zo’n 3.000 biologische producten in het assortiment heeft, die samen meer dan 20 procent van de verkopen voor hun rekening nemen. Of Whole Foods (vs en gb) waar ‘natural’ de missie is en het ‘organic’ aandeel verschilt per regio en per winkel van 40 tot 80 procent. In Nederland zijn Marqt en Landmarkt voorbeelden van een tussenvorm.
Natudis heeft jarenlang de markt voor natuurvoeding gedomineerd. Dat heeft ervoor gezorgd dat bij de speciaalzaken zo’n zwaar accent ligt op houdbare producten, terwijl supermarkten de helft van hun omzet uit vers halen. Vers is heel lang het stiefkind geweest van de natuurvoeding. Inmiddels is er flinke concurrentie en dat is goed voor iedereen, voor de winkels, voor de consument en ook voor de marktpartijen die nu gedwongen worden te vernieuwen en zo weer aansluiting krijgen bij de supermarkten. De komende jaren zullen we het versaandeel zien verdubbelen. Er komen nieuwe en andere winkels bij, omdat de consument die geen zin of tijd heeft om uren in de keuken te staan maar wel bewust wil eten om andere winkels vraagt. Er zullen nieuwe formules ontstaan en er zijn kansen voor ondernemers die snappen wat hun klanten willen en hun klanten weten te binden.
Demeter helpt de natuurvoeding Demeter zie je in Nederland niet of nauwelijks in de supermarkt. Voor de natuurvoedingswinkels is dat een mooie kans om zich te onderscheiden. Maar dan moet het biologisch-dynamische verhaal wel goed uitgelegd worden. Dat is niet eenvoudig. Demeter bevat onmiskenbaar een component die niet meetbaar is en zich niet in vitamines en moleculen laat uitdrukken. Het gaat dan over vitaliteit en samenhang. Verhalen over Steiner en preparaten en de band met de kosmos gaan de beginnende consument die gewoon een winterwortel of een doosje eieren wil hebben net even te ver. Maar dat verhaal helemaal weglaten of rationaliseren is ook je licht onder de korenmaat zetten. Bovendien, spiritualiteit mag zich best verheugen in een maatschappelijke belangstelling. Hoe doe je het dan wel? Communiceer meer in beelden, realiseer je dat de uitstraling van bedrijven en mensen die er werken mede je imago bepalen, en accepteer dat de verpakking van je producten echt belangrijk is aan je nieuwe consumenten wilt bereiken.
Presentatie, presentatie, presentatie Een Nederlandse supermarkt of speciaalzaak ziet er uit als een magazijn vergeleken bij de hippe food stores in New York of Londen. Als dat een doordachte formule is: prima. Maar anders… Rechte paden, saaie stellingen, een beperkt versassortiment met te weinig variëteit, functionele verlichting en Whitney Houston die ons toeblèrt uit de speakers. Geen wonder dat de Nederlandse consument een hekel heeft aan dagelijkse boodschappen doen! Ga eens spotten bij Dean and Deluca of bij Whole Foods Market. Design, gourmet food, kookaccessoires, een top-interieurontwerp. Alles klopt, al vanaf de parkeerplaats. Met een restaurant én een koffiehoek en een winebar, tot en met desinfecterende doekjes om het winkelwagentje te reinigen van plakkende kindervingers van een eerdere klant. En een toilet waarvoor je niet eerst de sleutel hoeft te halen bij de informatiebalie waar je altijd in de rij staat.
De switch van gangbare professionals naar bio Naarmate biologisch mee profiel krijgt, oefent dit ook aantrekkingskracht uit op professionals uit de gangbare wereld. Zij zien met hun ervaring dat alle vier de P’s van de marketingmix van biologisch onvermoede kansen hebben voor wie out of the box kan denken. Deze frisse denkers en doeners zorgen voor concepten zoals bijvoorbeeld Boerenland, Bionade of Oggu.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
8
Hoofdstuk 4
Andere kanalen
Naast supermarkt en speciaalzaak zijn er andere kanalen die biologische producten aan de consument aanbieden. De out-of-home sector zoals wij dat in slecht Engels aanduiden - een Brit praat liever over away from home - is de verzameling van verkooppunten buitenshuis, zoals horecabedrijven, pretparken, bedrijfsrestaurants, evenementen, enz. en draagt voor ruim 12% bij aan de totale consumentenomzet. De sluitpost van ruim 13% wordt gevormd door directe verkoop van boer aan consument (boerderijverkoop en boerenmarkt), internetverkoop en abonnementen van groenten en fruit.
Restaurants De retail wordt geprikkeld door een voorhoede van vragende of eisende consumenten. Daardoor zijn de legbatterij-eieren uit de schappen verdwenen en wordt msc-vis de norm in plaats van de uitzondering. In de horeca is de opkomst van biologisch vrij laat op gang gekomen, omdat de gast meestal niet vraagt of de kok wel biologisch melk gebruikt. Een uitzondering vormen de koks van de betere restaurants die zich al sinds de jaren 80/90 druk maken om de smaakvervlakking van de ingrediënten die uit de gangbare landbouw komen. Onder inspiratie van koks als Cas Spijkers zijn
Hoofdstuk 4 • Andere kanalen
9
steeds meer restaurants op zoek gegaan naar onvervalste producten, bij voorkeur van biologische komaf. Omdat de meeste horeca-groothandels biologisch aanbod te moeilijk of niet interessant vonden, hebben de koks hun eigen adresjes gevonden, meestal direct bij de boer. Waar culinair de horeca doorgaans vooruit loopt op ontwikkelingen in de retail, was het bij biologisch dus juist andersom. Nu pas komen de groothandels met een voorzichtig aanbod. Het gunstige is dat het biologische, fairtrade, diervriendelijke en regionale aanbod ingebed is in het bedrijfsbeleid en top-down wordt aangestuurd, wat onmisbaar is voor een duurzaam succes. Het is kenmerkend voor de voorzichtige markt dat een gespecialiseerde groothandel als bd-Totaal al bijna 30 jaar zonder concurrentie in de markt kan bestaan. Skal heeft inmiddels een horeca-programma waarmee restaurants op vrijwillige basis het eko-keurmerk voor de horeca kunnen verwerven. Vier niveaus van certificering zijn mogelijk: 40%, 60%, 80% of 100% bio-inkoop. Inmiddels is het eerste 100% bio-restaurant een feit.
Kromme komkommers mogen weer Biologische landbouwproductie is milieuvriendelijk. Nog vriendelijker is het als die productie ook echt wordt genuttigd. Als voedsel wordt weggegooid is de hele teelt en het transport en het verpakken voor niets geweest. In de horeca is voedselverspilling daarom een actueel thema geworden. In de pastasaus merk je niet of een tomaat niet helemaal rond was of een wortel een rare vorm had. De supermarktklant is er niet rijp voor, maar de professionele kok is wel enthousiast over het gebruik van producten die anders afgeschreven zouden zijn, niet in de laatste plaats door het vriendelijke prijskaartje. Nu nog de creatieve aanbieders die met een passend horeca-aanbod komen en samen met de restaurants er een mooi verhaal naar de gast van kunnen maken, a-la de vergeten groenten.
Bio wordt de norm in de horeca Bekijk een folder van een horecagroothandel en je ziet dat zelfs de snackbar gestimuleerd wordt om biologische frituurolie te gebruiken. De praktijk is nog niet zo ver. Maar zeker de betere restaurants zullen meer en meer biologische producten gebruiken. Deels om zich te onderscheiden, deels vanwege de culinaire kwaliteiten. De hogere inkoopkosten spelen in de totaalprijs van een gerecht maar een bescheiden rol.
Catering In de catering is het vooral het overheidsbeleid geweest dat een enorme stimulans gegeven heeft aan de afzet van biologische producten. Vanuit de gedachte ‘practice what you preach’ heeft de rijksoverheid eisen gesteld aan het aandeel biologisch in de eigen bedrijfsrestaurants. De cateraars hebben die handschoen met veel elan opgepakt. Inmiddels heeft Sodexo alle kroketten in alle bedrijfsrestaurants die zij catert vervangen door een biologische variant. Het duurzaam-inkopenbeleid van de overheid verandert in het huidige politieke en parlementaire klimaat. Ondanks deze nieuwe werkelijkheid was de groei in de omzet van biologisch in de bedrijfscatering in 2010 bovengemiddeld.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
In de evenementencatering doet biologisch het prima. Hippe festivals als Lowlands kunnen niet meer draaien zonder biologische frites en biologische milkshakes.
10
& eerlijk assortiment via de webwinkel aan. Maar ook gespecialiseerde webwinkels doen het goed, bijvoorbeeld in wijnen.
De boer Alle producten komen ‘van de boer’, maar met ‘van de boer’ bedoelen we vooral de boer als verkoper. Vroeger moest je als consument daarvoor naar de boerderij. Sommige boerderijen doen zo uitstekende zaken en hebben zich ontwikkeld tot complete groothandels en aanbieders van veel meer boerenproducten dan alleen van het eigen bedrijf, zoals de Lindenhoff in Baambrugge. Bij de stichting Van Eigen Erf zijn bijna honderd boeren en tuinders aangesloten waar je zo ongeveer alles kunt bestellen. Producten worden thuisbezorgd of kunnen op een afhaalpunt worden opgehaald. Maar tegenwoordig zoekt de boer ook de stad op, zoals op de boerenmarkten die in zo’n 40 plaatsen in Nederland te vinden zijn. Sommige zijn professioneel en inspirerend, andere realiseren zich niet dat de moderne consument niet zo gecharmeerd is van baarden, sandalen, hippiejurken en harembroeken. Zij bewijzen het imago van biologische voeding geen goede dienst, al kunnen ze natuurlijk wel een prima boer of tuinder zijn.
Sociale media voor als de oogst rijp is Online Steeds vaker kan ook via internet bij de boer gekocht worden. En omdat one-stop-shopping ook op internet handiger is dan kopen bij vijf winkels met vijf keer afrekenen en vijf keer vrachtkosten, doen samenwerkingsverbanden tussen meerdere boeren en tuinders, zoals bijvoorbeeld Hofwebwinkel.nl, het goed. Door de samenwerking loont het om te bezorgen of afhaalpunten te hebben in een ruime regio. Ook gewone supermarkten zijn online actief. Biologisch en internet passen goed bij elkaar. Albert Heijn biedt zijn volledige puur
Het lastige én het mooie van de natuur is dat de oogst niet altijd precies te plannen is. Zeker met kwetsbare producten zoals zachtfruit is het belangrijk dat producten zo snel mogelijk bij de consument zijn als ze - meestal en masse - van het land komen. Sociale media kunnen daarbij zeer behulpzaam zijn. Met één Twitterberichtje kun je binnen een paar minuten een grote groep geïnteresseerden bereiken en die een voordeeltje aanbieden als ze bijvoorbeeld vanmiddag op een strategisch gekozen locatie twee kilo superrijpe en -verse aardbeien komen ophalen. Een bijkomend voordeel is dat producten rijp geplukt kunnen worden wat de smaak aanmerkelijk ten goede komt.
Hoofdstuk 5 • De consument
11
Hoofdstuk 5
De consument
Wie is de biologische consument? Er zijn in het verleden wel onderzoeken gedaan naar met name demografische kenmerken. Daaruit blijkt dan dat Randstedelingen, studenten, tweeverdieners en 50-plussers oververtegenwoordigd zijn onder de bio-kopers. De veelgehoorde verklaring: voor studenten is het hip, voor tweeverdieners speelt prijs geen rol, en 50-plussers letten extra op hun gezondheid. Toch is deze benadering te simpel. Vroeger, in het verzuilde Nederland, was doelgroepsegmentatie eenvoudig. Je kon als marketeer - ook al bestond dat woord nog niet - precies aangeven hoe je doelgroep dacht, consumeerde, waar de bood-
schappen gedaan werden, welke bladen hij/zij las en van welke omroep hij/zij lid was. Per dorp of stadswijk kon je inkomen of opleiding voorspellen, en wat de gemiddelde gezinsgrootte was. De huidige samenleving is wel wat complexer geworden. Marktonderzoekers als Motivaction of MarketResponse werken daarom liever met modellen waarbij groepen op basis van hun belevingswereld worden onderscheiden. Het gaat dan om levensstijlen en waardepatronen. Biokopers vinden we vooral onder de postmoderne hedonisten, kosmopolieten, postmaterialisten (Motivaction) of in de woorden van Marketresponse de Cultural Creatives.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
De belangrijkste redenen om biologisch te kopen schommelen door de jaren heen een beetje, en zijn erg afhankelijk van de eigen referentie van de ondervraagde consumenten. Bij de light users tellen vooral de persoonlijke motieven als smaak en gezondheid gevolgd door dierenwelzijn. De meer frequente kopers zijn wat altruïstischer en noemen argumenten als natuur/milieu, behoud van het landschap, enz. maar ook bij hen spelen persoonsgeboden motieven een rol.
Anoniem is uit Consumenten willen weten waar hun eten vandaan komt. De gedachte erachter: als een boer of producent zijn gezicht durft te tonen, stáát hij ook voor zijn product. Een merk als Gijs maakt daar handig gebruik van. a-merken moeten hun a-merk imago inzetten en zorgvuldig koesteren. Voor retailers geldt hetzelfde, niet voor niets brengen Albert Heijn of c1000 biologische producten onder huismerk uit.
12
Meer bewust kopen Er zijn onderzoeken die aantonen dat driekwart van de aankopen van levensmiddelen routinematig of impulsmatig gebeurt. Dat gaat veranderen. Voor velen zal boodschappen doen nog steeds een noodzakelijk kwaad blijven. Maar onder invloed van maatschappelijke organisaties, voorlichtingsinstanties als het Voedingscentrum, a-merken en retailers zelf, en de economische malaise gaan consumenten bewuster kopen. Ze letten meer op de waarde van wat ze kopen. Als de sector erin slaagt om dit de nieuwe routine te laten worden bij de consument, dan zullen biologische voeding en producten met andere (maatschappelijke) kwaliteitsaspecten hiervan blijvend profiteren.
Echte maatschappelijke betrokkenheid Het zal u bekend voorkomen: een nieuwe fiets koopt u bij dat kleine en misschien te dure fietsenwinkeltje. U koopt kinderpostzegels voor te veel geld of laat de auto wassen door vrijwilligers van de sportclub. Als u het zakelijk benadert, kan het allemaal misschien wel slimmer, maar maatschappelijke meerwaarde geeft iets dat niet in geld valt uit te drukken: een goed gevoel. Dat soort concepten, goed uitgewerkt, zijn ook heel geschikt voor biologisch. Biologisch heeft immers volop maatschappelijke meerwaarde. Drink yoghurt en spaar mee voor het behoud van de grutto. Koop bd-producten en er gaat 5 cent naar de boer.
Gemak dient de mens Rode bietjes. Heerlijk. Eerst zand en klei eraf boenen, dan nog even twee uur koken. Vervolgens pellen en drie dagen met rode handen lopen. Ook fijn: zelf je boerenkool wassen en snijden. Voor sommige het ultieme slowfood; voor de meeste consumenten inmiddels geen serieuze optie meer. Gemak wordt ook in het groentenschap steeds normaler. Gewassen en geschilde aardappels, gesneden aardappels, puree, gesneden prei, salades. Het komt er allemaal aan, ook in bio. En vergeet de diepvries niet. Groenten of fruit van het seizoen, geoogst op het juiste moment, en vervolgens meteen de diepvries in. Vriesvers schijnen we tegenwoordig te moeten zeggen. Hoe dan ook, wel makkelijk. En qua milieu zouden de efficiënt gewassen zomerse diepvriesboontjes die je ’s winters eet wel eens gunstiger kunnen uitpakken dan verse boontjes uit Kenia. En lekkerder.
Hoofdstuk 6 • Biologisch en consumentenperceptie
13
Hoofdstuk 6
Biologisch en consumentenperceptie
Biologisch is geen makkelijk verhaal. De essentie is: zo natuurlijk mogelijk. Want ook de productie van ons voedsel is onderdeel van het ecosysteem waarin we leven. Consumenten hebben wel een algemeen gevoel bij biologisch. En vertalen dat naar concrete producten als vlees, melk, spinazie of gevulde koek. In de praktijk blijkt dat de kennis van consumenten over biologisch tamelijk oppervlakkig is. Zo blijkt dat tot in het recente verleden veel consumenten dachten dat biologisch per definitie vegetarisch was. En dat fair trade en bio ook min of meer uitwisselbaar zijn.
Consumenten denken - of misschien is ‘vinden’ een beter woord dat biologisch in alle opzichten duurzaam is. In de biologische regelgeving is daarin ten dele voorzien (bestrijdingsmiddelengebruik, kunstmestgebruik, dierenwelzijn), maar op veel andere terreinen ligt de bal bij de biologische ondernemer zonder dat daar wettelijke eisen zijn. Gelukkig vinden veel ondernemers het meer dan vanzelfsprekend dat ook de rest van hun bedrijfsvoering duurzamer is dan van hun gangbare collega’s. Zo zijn zorgboerderijen heel normaal in de biologische landbouw en is er aandacht voor natuurbeheer op het bedrijf.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
Toch, als je weet dat de consument verwacht dat biologisch duurzaamheid in optima forma is, dan is er alle aanleiding om nog eens systematisch te kijken naar verbetermogelijkheden. Denk dan aan zaken als energiegebruik, groene stroom en groen gas, klimaatneutraal produceren, voedselverspilling, afvalreductie, efficiëntere logistiek, voertuigbrandstoffen, faire handel, afbreekbare en composteerbare verpakkingen, food miles enz. enz. En dit advies geldt niet alleen voor boer of tuinder, maar ook voor alle opvolgende schakels in de keten, tot aan consumentenvoorlichting aan toe. De noodzaak hiervoor wordt des te duidelijker als men bedenkt dat duurzaamheid geen exclusief domein meer is van biologische bedrijven en producten. Grote fabrikanten als Unilever en Sara Lee hebben verduurzaming tot speerpunt gemaakt, en als amerken gaan bewegen, beweegt de hele markt mee. De biologische sector heeft nog een voorsprong, maar om die te houden moet er hard gewerkt worden.
Elk a-merk een bio-variant Een beetje a-merk heeft straks een bio-variant. Uit onderzoek van Blauw Research in 2010 bleek dat consumenten dat eigenlijk ook van een a-merk verwachten. Bio past bij een a-merk. Daarom hebben Campina, Heinz, Arla, Silvo, Verstegen, Kwekkeboom, Lassie en diverse andere nu al een of meer biologische zusjes in hun productlijn. Juist bij merken waar biologisch goed past bij het imago van een product (natuurlijk, gezond) is bio een logische ondersteuning van het concept. Denk bijvoorbeeld aan zuiveldrankjes met een gezondheidsimago, sappen of babyvoeding.
14
Snacken 2.0 Jarenlang is er in het snackbarwezen nauwelijks innovatie geweest. Het vet wordt wat eerder vervangen en de halal-frikandel heeft zijn intrede gedaan, maar voor een niet-ingewijde ziet de snackbar er nog net zo uit als twintig jaar geleden. Daar gaat verandering in komen. Bio-snacks rekenen af met het ongezonde imago dat ‘gewone’ kroketten en patat nu eenmaal hebben. Er zijn inmiddels snackbars die gecertificeerd biologisch zijn. Maar tussen 100% bio en 0% bio zit nog een hele wereld. Snackfabrikanten zien dat ook en komen met steeds meer biologische varianten.
eko wordt Eco eko stond van huis uit voor ecologisch. Dat wil zeggen: bij de teelt. Maar de levenscyclus van een product heeft meer aspecten die uiteindelijk de milieubelasting of beter gezegd de duurzaamheid bepalen. Rijdt het wagenpark al op co2-neutrale biodiesel? Zijn de verpakkingen hernieuwbaar of afbreekbaar? Draait de productielijn op groene stroom en groen gas? Welke maatregelen zijn genomen om voedselverspilling te minimaliseren? Wat doet de boer aan natuurbeheer? Krijgen mensen met een handicap of ouderen een kans in de fabriek? Zijn grondstoffen voor een faire prijs gekocht? Wat gebeurt er met de winst van de onderneming? Wat doet de bank met de liquide middelen van het bedrijf? Biologisch kan op veel meer aspecten bijdragen aan meer duurzaamheid dan de wetgever van biologisch eist. De consument verwacht dat ook. eko wordt eco. Dat ‘eco’ moet dan wel kloppen. Want de consument is kritisch op duurzaamheidsclaims. Gebakken lucht wordt niet gepikt en een imago komt te voet en gaat te paard.
Hoofdstuk 7 • De primaire productie
15
Hoofdstuk 7
Primaire productie
Er zijn in Nederland nu zo’n 1600 biologische boeren en tuinders. De laatste jaren zit de groei er redelijk in, terwijl in de traditionele landbouw het aantal boerenbedrijven juist daalt. Flevoland is de provincie met het grootste biologische areaal, gevolgd door Gelderland. Zo’n 3% van de Nederlandse landbouwgrond is biologisch. Ter vergelijking: in Italië is dat 9%. Het biologisch areaal groeide in 2010 met 3,9%, terwijl de afzet groeide met een viervoud. Dat maakt meteen duidelijk dat het aanbod de vraag niet bijhoudt. Er ontstaat daardoor aanbods-
krapte. In de zuivelsector bijvoorbeeld zijn er een kleine honderd extra biologische boeren nodig. Ook bij varkensvlees en pluimveevlees dreigen tekorten. De biologische boeren en tuinders zijn wel eens de kraamkamer van de vernieuwing genoemd. En niet ten onrechte. Biologische landbouw moet met veel inventiviteit oplossingen verzinnen waar de gangbare landbouw makkelijker methoden voor heeft. Maar het resultaat mag er zijn: gps-gestuurde oogstmachines, insectenstofzuigers en schoffelrobots zijn voorbeelden daarvan.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
16
Aantal landbouwbedrijven geregistreerd bij Skal Aantal levensmiddelenfabrikanten, handels- en opslagbedrijven geregistreerd bij Skal 1800 1700 1600 1500 1400 1300 1200 1100 1000
2007
2008
2009
2010
2011
Sinds 2006 staan ook opslag- en handelsbedrijven verplicht onder toezicht van Skal. De sterke groei na 2006 is hier een gevolg van. Toch is opvallend dat de groei in de primaire productie heel bescheiden is.
Stadslandbouw krijgt erkenning
Bio blijft bij zijn principes
Stadslandbouw is een verzamelbegrip van agrarische projecten in de buurt van de stad. In zijn verschijningsvormen varieert stadslandbouw van werkgelegenheids- tot educatieve of sociaal-therapeutische projecten. Als landbouwproductiefactor telt stadslandbouw nauwelijks mee, maar als methode om de band tussen stad(smens) en platteland te herstellen des te meer.
Er is in de samenleving veel aandacht voor aspecten van duurzaamheid. Het is niet altijd makkelijk uit te leggen waarom niet-biologische teelten soms op één of meer aspecten beter scoren dan biologisch, zoals co2-uitstoot. Zo zijn er tomaten die zonder gif in de kas worden geteeld op natuurlijk compostsubstraat en ongetwijfeld milieuvriendelijk zijn omdat de opbrengst hoger is dan bij biologische teelt. De biologische tomatenteler zou deze methoden over kunnen nemen om milieuwinst te boeken. Maar een van de principes van biologisch is dat de productie van voedsel onderdeel moet zijn van het ecologisch systeem. Groenten groeien dus in de grond en niet in substraat. Biologische boeren zijn dus een soort tienkampers, die niet zozeer uitblinken in één onderdeel, maar na tien onderdelen de meeste punten scoren.
Evenwicht tussen plant en dier We hebben zoveel dieren, dat we voer uit verre landen moeten importeren en een groot overschot aan mest hebben. De biologische landbouw kan een grote bijdrage leveren aan het herstel van dit evenwicht. Alle bio-veehouderijbedrijven zijn grondgebonden en alle bio-akkerbouw, glastuinbouw en fruitteelt gebruiken verplicht - zoveel mogelijk biologische - dierlijke mest, meestal in de vorm van compost. Het principe van natuurlijk evenwicht tussen bodem, plant en dier staat centraal in de biologische landbouw. Gesloten kringlopen komen dichterbij: voer uit de nabije omgeving voor de dieren en mest voor het vruchtbaar maken van het land.
Hoofdstuk 7 • De primaire productie
17
Top 10 arealen groenten en fruit in Nederland (ha) 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Consumptieaardappelen
Uien
Winterpeen
Erwten (voor conserven)
Kool
Populariteit biologisch vlees en vleeswaren (2010)
Rundvlees
Vleeswaren
Kip
Varkensvlees
0
10
20
30
Bron: lei Wageningen ur, onderdeel van Wageningen ur
40 50 x milj. euro
Appels
Sperziebonen
Spinazie
Pootaardappelen
Kroten
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
18
Hoofdstuk 8
Kwaliteit
Biologische producten moeten behalve aan de normale wettelijke eisen voor voeding aan aanvullende eisen voldoen, zowel bij de teelt/productie als bij de verwerking. Skal is door het ministerie van el&i aangewezen als de enige toezichthouder in Nederland. Dat heeft het voordeel van zicht op de hele keten. Skal is onafhankelijk. Per jaar worden ruim 5.000 inspecties uitgevoerd, waarvan 750 toelatingsonderzoeken nadat bedrijven zich voor het eerst geregistreerd hebben, 3400 ‘normale’ jaarlijkse inspecties en 950 gerichte inspectie waarvan een groot deel onaangekondigd.
De kosten van dit systeem, jaarlijks ruim drie miljoen euro, worden opgebracht door de geregistreerde bedrijven gezamenlijk. De inspanningen lonen: 99 procent van de bedrijven leeft de regels keurig na. Per jaar zijn er gemiddeld slechts 40 afkeuringen. Dat betekent dat een bedrijf of product niet aan de eisen van biologische landbouw voldoet en het certificaat wordt ingetrokken en de producten hooguit nog als gangbaar op de markt mogen komen. Drie jaar geleden is een extra kwaliteitscontrole ingesteld: biokap. In samenwerking met Skal brengen twintig grotere handelsbe-
Hoofdstuk 8 • Kwaliteit
19
drijven gegevens van residuanalyses in een database. Jaarlijks gaat het om circa 1.500 analyses. De samenwerkende bedrijven en Skal verkrijgen zo inzicht in risicofactoren van residucontaminaties. Een belangrijke reden voor de gezamenlijke database was de bepaling van een praktische actiewaarde, die de communicatie tussen bedrijven onderling mogelijk maakt. De actiewaarde is gebaseerd op de strenge babyvoedingsnorm van 10 ppb (met 50% meetonnauwkeurigheid). Bij overschrijding van de actiewaarde wordt de grondstof geblokkeerd en vindt uitgebreid onderzoek plaats. De biokap aanpak is inmiddels opgenomen in een ifoam eu Guideline. Op kwaliteitsrisico’s wordt in de biologische landbouw steeds meer accent gelegd. De ehec crisis ligt nog vers in het geheugen. Er vindt bijvoorbeeld onderzoek plaats hoe besmetting met schadelijke dierlijke bacteriën in plantaardige producten voorkomen kan worden. Daarbij wordt ook specifiek gekeken naar een aantal biologische aspecten, zoals het naar verwachting positieve effect van het composteren van mest op de bacteriesamenstelling.
kunnen worden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat met een kleine uitbreiding van de nu al diervriendelijke bedrijfsvoering, antibioticavrije bio-veehouderij binnen handbereik ligt. Wageningen ur en Louis Bolk Instituut zijn internationaal toonaangevende kennisinstellingen die bijdragen aan het agrarisch hoogwaardige imago van Nederland. Een netwerk van meer dan 600 biologische landbouw- en voedingsbedrijven is actief betrokken bij de formulering van de vraaggestuurde onderzoeksbehoefte en kennisverspreiding in de biologische keten. Dat is uniek, want in de meeste gevallen bepalen onderzoekers wat zij willen onderzoeken en zoeken er vervolgens de bedrijven bij die daar mogelijk in geïnteresseerd in zijn. Dankzij die hoge betrokkenheid wordt er door biologische bedrijven veel gebruik gemaakt van de onderzoeksresultaten en wordt onderzoeksbudget dus nuttig besteed. Voor de rijke oogst aan onderzoeksresultaten: www.biokennis.nl
Meetbare duurzaamheid Biologische boeren zijn praktisch en slim. Zij moeten oplossingen verzinnen voor problemen waar een ‘gewone’ boer zijn hand niet voor omdraait. Innovatie is een tweede natuur geworden. Een voorbeeld. In de biologische veehouderij staat diervriendelijkheid centraal. Wettelijk mag in biologische landbouw alleen curatief antibiotica gebruik worden. Steeds meer bio-bedrijven echter experimenteren bijvoorbeeld met volledig antibioticavrije bedrijfsvoering. Dat is maatschappelijk relevant nu antibioticaresistentie om zich heen grijpt en mensen daarvan het slachtoffer
Biologische landbouw kenmerkt zich door systeem-denken en niet door aspect-denken. Toch levert biologisch op veel deelterreinen van duurzaamheid een prestatie. Diervriendelijkheid, gezonde bodem-plantdier, schoon water, mineralenbalans plant-dier, energievriendelijk, geen bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest, biodiversiteit, sociale aspecten etc. Binnen afzienbare tijd zullen de duurzaamheidsindicatoren van biologische landbouw- en voedingsbedrijven beschikbaar zijn. Daarmee ontstaat een monitoring die de prestaties inzichtelijk maakt en als benchmark kan gaan functioneren.
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
20
Hoofdstuk 9
Nederland in de wereld
Nederland is een ondernemend en internationaal georiënteerde land. Nederlandse bedrijven zijn al vanaf de jaren zeventig betrokken bij de ontwikkeling van biologische landbouw op andere continenten. De vruchten daarvan importeerden zij naar Nederland voor verkoop in andere eu-landen. Ook voor biologische ingrediënten uit verre landen is Rotterdam zo de belangrijkste invoerhaven van de eu geworden. Naast import/export van buitenlandse grondstoffen zijn de ook Nederlandse boeren en Nederlandse merkbedrijven sterk in export naar met name omringende landen als Duitsland, Frankrijk, België en Engeland.
Nederland dankt die positie aan de goede prijs-kwaliteitsverhouding en de grote mate van betrouwbaarheid van planning en logistiek. In Europa zit Nederland zelf in de middenmoot als het om biologische consumptie gaat. De aansluiting naar de kopgroep lijkt binnen handbereik dankzij de dubbele groeicijfers die vanaf 2008 gerealiseerd worden. Als vertegenwoordiger van de biologische sector is Bionext aangesloten bij ifoam eu, het internationale samenwerkingsverband
21
van de biologische sector in de eu. ifoam eu voert lobby voor de bio-sector in Brussel en stemt lastige wetgevingsvraagstukken af met de vertegenwoordigers uit alle landen. Zo is het afgelopen jaar onder voorzitterschap van Bionext gewerkt aan een internationaal standpunt over nieuwe regels voor de glastuinbouw. Er is grote mate van consensus dat vollegrondsteelt de basis moet blijven vormen van de glastuinbouw. Dat wordt van groot belang geacht, niet alleen voor de gezondheid en natuurlijkheid van de plant, maar ook om het imago van bio bij de consument niet uit te hollen.
Strengere normen en extra eisen In Europa staat Nederland bekend als het land dat nogal eens pleitbezorger is voor soepeler normen voor biologisch. Terecht of niet, de tendens is dat de normen eerder strenger zullen worden. Dat is lastig, want biologisch moet functioneren in een omgeving die voor 98% ‘gangbaar’ is, dus met bestrijdingsmiddelen of gentech. Waar strengere normen niet haalbaar zijn, zullen landen of bedrijven zelf hun producten meer onderscheidend positioneren. In steeds meer landen worden nieuwe, bovenwettelijke aspecten aan biologische landbouw en voeding toegevoegd. In Zweden start krav vanaf begin 2012 met de eis dat biologische bedrijven co2-neutraal moeten zijn. Het Britse Soil Association stelt al tientallen jaren extra kwaliteitseisen, net als het Duitse Bioland en Natuurland en het internationale kwaliteitskeurmerk Demeter. Het keurmerk Ecosocial combineert biologische normen aan fair trade eisen. Ook in Nederland tekent zich de ontwikkeling van een private bovenwettelijke normering af. Bionext ontwikkelt dit jaar in samenwerking met de wur een model waarin biologische bedrijven ook andere kwaliteitsaspecten meetbaar en controleerbaar kunnen maken. Hierin wordt samengewerkt met de nieuwe Stichting eko-keurmerk die nieuwe bovenwettelijke eisen wil gaan verbinden aan het bekende eko-keurmerk dat daarmee een nieuwe lading zal krijgen.
Hoofdstuk 9 • Nederland in de wereld
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
22
Hoofdstuk 10
De organisatie van de biologische sector
De biologische landbouw bestaat officieel al bijna honderd jaar, maar de huidige golf vindt zijn oorsprong in de maatschappijkritische beweging eind jaren zestig en begin jaren zeventig. Toen in 1992 Biologica werd opgericht had deze nog voornamelijk het karakter van een maatschappelijke organisatie: sterk gericht op lobby en de publieke opinie. En duidelijk stelling nemend tegen de gangbare landbouw. Samenwerking met verwante organisaties als Milieudefensie en Stichting Natuur & Milieu was vertrouwder dan samenwerking met het bedrijfsleven. Gaandeweg is dat gaan verschuiven. Het ministerie van Land-
bouw heeft daaraan bijgedragen door met diverse meerjarenplannen voor stimulering van de sector te komen. Biologisch werd daardoor ‘normaler’, al dachten veel gangbare boeren daar nog heel anders over. Ook de betrokkenheid van banken als Triodos en later Rabobank heeft bijgedragen aan professionalisering. Met de komst van Bionext, waarin Biologica is opgegaan, is een nieuwe fase ingegaan. Bionext is een ketenorganisatie die steunt op het bedrijfsleven en niet meer aan het subsidieinfuus hangt. De oprichting van Bionext markeert een logische vol-
23
Hoofdstuk 10 • De organisatie van de biologische sector
gende stap naar volwassenheid van de sector. Deze stap was nodig en logisch. De overheid trekt zich meer en meer terug, en met een sector die inclusief import/export naar schatting twee miljard euro omzet per jaar maakt, moet het gezamenlijk in de benen houden van een samenwerkingsverband geen onoverkomelijke zaak zijn.
De ambities van de biologische sector worden neergelegd in een vijfjarenplan. Daar staan groeidoelstellingen in, maar ook ambities die de biologische sector helpen onderscheidend en innoverend te zijn, en topscorer in duurzaamheid.
Bionext is niet alleen opgericht om de collectieve belangen van de bestaande spelers in de markt te behartigen. Bionext heeft ook nadrukkelijk de missie om de markt voor biologische voeding te vergroten en daarmee het werk van Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw voort te zetten. Aan de consumentenvraag lijkt het niet te liggen. Het aanbod is de bottleneck. Daarom wil Bionext ook bedrijven helpen die zich oriënteren op de snel groeiende markt van biologische voeding, niet in de laatste plaats gangbare boeren die denken over omschakelen. Want het zou jammer zijn als de groei van de afzet in Nederland helemaal door buitenlandse productie gedekt zou moeten worden.
Maatschappelijke organisaties zijn er per definitie niet om zaken te houden zoals ze zijn, maar voor de verandering ten goede - al is dat laatste natuurlijk een subjectief begrip. De meest succesvolle organisaties passen een mix toe van ergens tegen én ergens vóór zijn. Biologisch is voor ngo’s een prima vehikel om tegenwicht te bieden aan acties die de ‘gangbare’ landbouw onder de aandacht willen brengen. Denk aan de Beter leven Sterren van de Dierenbescherming, het Pieperpad van Greenpeace (fietsroute langs biologische aardappelboeren), de ekotellingen van Milieudefensie of de introductie van de biologische kroket door Sodexo ondersteund door Wakker Dier. Voor biologisch is het zaak ervoor te waken dat biologisch niet meegetrokken wordt in een positionering waar bio zich afzet tegen gangbaar maar haar usps op eigen kracht en positief geformuleerd vermarkt.
De rol van ngo’s verandert
Biotrends 2011 • Trends en ontwikkelingen in de biologische sector
Colofon Biotrends 2011 is een uitgave van Bionext, ketenorganisatie voor duurzame biologische landbouw en voeding. Het overnemen van teksten en beeld is toegestaan na schriftelijke toestemming.
Tekst: André Brouwer/De Bomen, Putten, m.m.v. Bavo van den Idsert, Maurits Steverink, Arend Zeelenberg en vele anderen. Foto’s: Eosta, Green Organics, Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw, Van Eigen Erf, Paul Robert, Annelijn Steenbruggen. Ontwerp en opmaak: Cor Krüter, Zeist Druk: ksb Repro, Leeuwarden Bronnen: Voor de tabellen en grafieken is gebruik gemaakt van de gegevens uit de Monitor Duurzaam Voedsel 2010 en Skal. Nuttige adressen
5 5 5 5
www.bionext.nl www.skal.nl www.biokennis.nl www.eko-keurmerk.nl
Biotrends 2011 is mede mogelijk gemaakt door Triodos Bank.
Triodos Bank financiert de hele biologische voedselketen, van producenten en verwerkers tot detailhandelaren en restaurants.
5
www.triodos.nl
Oktober 2011
24