Programmaplan Binnenstad 2010-2014
Binnenstad als Citylounge 1
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Opgave Binnenstad 1.0 Aanleiding 1.1 Ambitie collegewerkprogramma 1.3 Waar staan we nu 1.4 Gebiedsgrenzen binnenstad conform Binnenstadsplan 2008-2020 1.5 Scope programma
3 3 3 5 6 7
Hoofdstuk 2 Programma 2.0 Samenhang in ambities 2.1 Ambitie Levendige binnenstad 2.2 Ambitie Gastvrije binnenstad 2.3 Ambitie Binnenstad om in te wonen 2.4 Ambitie Verbonden binnenstad 2.5 Ambitie Bedrijvige binnenstad
9 9 10 13 15 17 20
Hoofdstuk 3 Organisatie
23
Hoofdstuk 4 Monitor
25
Hoofdstuk 5 Communicatie
27
2
Hoofdstuk 1
Opgave Binnenstad
1.0
Aanleiding Op 7 oktober 2010 heeft het college zijn collegewerkplan voor de periode 2010-2014 gepresenteerd. Eén van de belangrijke onderdelen daarin is de inzet van het college op de binnenstad. In het collegewerkprogramma is daarom aangekondigd dat er een ‘Programmaplan Binnenstad’ komt, met daarin een integrale aanpak voor een levendige en aantrekkelijke binnenstad. Aantrekkelijk voor bedrijven, bewoners, bezoekers, studenten en investeerders. Dit programma treft u hierbij aan. Het Programmaplan Binnenstad is een uitwerking en concretisering van de ambities van het college zoals in het collegewerkprogramma verwoord. Tevens is het een aanvulling op en een actualisering van het Binnenstadsplan 2008-2020, dat in december 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad van Rotterdam. In dit programma staan de uiteenlopende facetten beschreven die in samenhang tot een integrale aanpak leiden. Voor de afzonderlijke facetten blijven, net als voorheen, de portefeuillehouders (wonen en ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie, cultuur) primair bestuurlijk verantwoordelijk.
1.1
Ambitie collegewerkprogramma Het collegewerkprogramma heeft de ambitie om Rotterdam als stad aantrekkelijker en daarmee sterker te maken, waarbij de bevolkingsopbouw bepalend is. Want een aantrekkelijke stad is een groeistad; een stad waar mensen graag willen wonen. Stedelijke aantrekkelijkheid ontstaat uit een optelsom van economische, sociale, culturele en fysieke kenmerken van de stad. Uit veel internationale studies blijkt dat de bevolkingsamenstelling meer bepalend is voor de sociale en economische positie van een stad dan de ligging of de economische structuur. Meest belangrijk is de aanwezigheid van een relatief grote hoeveelheid kansrijke bevolkingsgroepen, zoals hoogopgeleiden, de creatieve klasse en studenten. In het proefschrift ‘De aantrekkelijke stad’ stelt econoom Gerard Marlet (2009) dat het avondleven en het culturele aanbod uiterst belangrijkste factoren zijn voor de aantrekkingskracht van een stad op kansrijke bevolkingsgroepen. Daarnaast is ook de esthetiek van de (historische) binnenstad van belang, net als de natuurlijke ligging, het aanbod aan grote, vooroorlogse koopwoningen en overigens ook het aantal voetbalevenementen.
In steden waar mensen graag willen wonen neemt ook de werkgelegenheid toe. Aan de aantrekkelijkste woonsteden van Nederland gaat niet alleen de bevolkingskrimp voorbij, ze doen het ook economisch beter. Steden die een gunstige ligging, ten opzichte van grote concentraties werk én natuur, combineren met een gevarieerd aanbod aan stedelijke voorzieningen, zoals theaters, blijken de grootste aantrekkingskracht te hebben op verhuizende huishoudens, zo blijkt uit Marlets onderzoek. Daartoe combineerde hij inzichten uit de stedelijke economie met inzichten uit de geografische economie en in het bijzonder de New Economic Geography van Nobelprijswinnaar Paul Krugman. G. Marlet, De Aantrekkelijke Stad, 2009
Het college wil ervoor zorgen dat meer mensen in de binnenstad gaan wonen en werken. Ook willen we dat meer mensen de binnenstad bezoeken, er langer blijven en meer besteden. Om dit te bereiken gaan wij door met het ontwikkelen van de binnenstad tot een plek waar altijd iets te doen is. Een plek waar het aangenaam is om te verblijven en te verpozen voor bewoners, bezoekers, studenten, bedrijven en investeerders.
3
De binnenstad moet aantrekkelijker worden met name voor kansrijke doelgroepen. De kwaliteitsslag die gemaakt zal worden voor een levendige en aantrekkelijke binnenstad wordt kernachtig verwoord door het begrip ‘Citylounge’.
De metafoor voor de kernopgave is ‘Citylounge’: De binnenstad ontwikkelen als vitale kwaliteitsplek voor ontmoeting, verblijf en vermaak om zodoende een essentiële bijdrage te leveren aan de Rotterdamse quality of life.
In het collegewerkprogramma is aan deze ambitie ook een drietal meetbare targets gekoppeld: Op 1 januari 2014 telt de binnenstad ten opzichte van 1 januari 2010: • 5% meer bewoners; • 5% meer werknemers; • 10% meer bezoekers kernwinkelgebied. In het collegewerkprogramma is de ambitie uitgewerkt in de volgende thema’s: • Levendigheid. In de binnenstad is er volop gelegenheid voor tijdelijke exposities, debatten, verrassende kunstwerken en laagdrempelige sportieve en culturele activiteiten op uiteenlopende locaties. • Gastvrijheid Bezoekers, of ze nu per OV, per fiets, per auto of te voet komen, moeten zich welkom en gemakkelijk voelen bij aankomst in de binnenstad. • Een sterker imago voor Rotterdam De hoofdzaak daarbij is dat op allerlei manieren beter bekend wordt wat Rotterdam allemaal voor positiefs en interessants in huis heeft. • Buitenruimte en gebouwen Samen met andere partijen werkt het college aan een aantrekkelijkere buitenruimte met onder andere; meer groen, een betere benutting van het water en een mooie uitlichting van markante gebouwen en bruggen. In het oog springende straten, pleinen en gebouwen worden aangepakt. • Binnenstedelijke economie Het college zet in op een onderscheidend voorzieningenaanbod, een kwaliteitsimpuls voor het winkelaanbod en een meer logische verbinding tussen winkelgebieden. Meer bouwen en meer levendigheid In december 2008 heeft de vorige gemeenteraad het document ‘Binnenstadsplan 2008 -2020, de Binnenstad als Citylounge’ vastgesteld. Het huidige college onderschrijft deze visie voor de binnenstad en zet de uitvoering door. In het binnenstadsplan staat het begrip Citylounge centraal. Dat was een vernieuwing ten opzichte van eerdere binnenstadsplannen, die een sterk ruimtelijk economisch karakter hadden. Het binnenstadsplan is gebaseerd op twee sporen: 1. Doorgaan met verdichting, doorgaan met bouwen (hardware). Er zijn meer bewoners en bedrijven nodig om een levendige, economisch vitale binnenstad te creëren. 2. Groter inzetten op levendigheid: activiteiten op straten, pleinen en in plinten (software). Met dit collegewerkprogramma kiest het college voor veel extra inzet op het tweede spoor. We gaan door met bouwen in de stad en zetten extra in op de levendigheid. Van ambitie naar activiteiten De binnenstad is de huiskamer van de stad, de plek waar iedere Rotterdammer zich thuis kan voelen. Het is ook samen met de haven de motor voor de economische ontwikkeling van de stad. Dat verklaart de bijzondere aandacht in het collegewerkprogramma voor de binnenstad. In dit programmaplan geven we aan hoe de collegeambitie vertaald wordt naar concrete activiteiten.
4
1.3
Waar staan we nu In het collegewerkprogramma zijn een drietal targets geformuleerd. Hieronder is weergegeven hoe de indicatoren van de targets zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld.
5% meer bewoners Gezien de oplevering van het aantal woningen is de verwachting dat de 5% inwonerstijging realistisch is.
5% meer werknemers Ondanks onderstaande dalende grafieken, zijn wij toch van mening dat de werkgelegenheid de komende periode 5% kan stijgen dankzij de toevoeging van het aantal vierkante meters kantoor, winkels en retail. Meer bezoekers betekent ook meer werkgelegenheid. Hieronder zijn de cijfers van de afgelopen vier jaar weergegeven. De cijfers van 1 januari 2010 zijn nog niet beschikbaar.
5
10% meer bezoekers kernwinkelgebied Gezien bovenstaande targets en de aanpak van levendigheid en gastvrijheid lijkt de ambitie van 10% stijging reëel. Onderzoeksbureau Locatus meet iedere twee jaar het bezoekersaantal in onder andere het kernwinkelgebied van Rotterdam. Hieronder is het druktebeeld over 2008 weergegeven.
Druktebeeld per dag op basis van passantentellingen Centrum Rotterdam, 2008
De gegevens over 2010 zijn nog niet bekend maar het aantal bezoekers per week in: - 2004 aantal bezoekers: 544.000 - 2006 aantal bezoekers: 528.000 - 2008 aantal bezoekers: 560.000
1.4
Gebiedsgrenzen binnenstad conform Binnenstadsplan 2008-2020 De binnenstad beslaat de deelgemeente Centrum en een deel van de Kop van Zuid van de deelgemeente Feijenoord. Ondanks dat de bestuurlijke bevoegdheid over de Kop van Zuid over is
6
gegaan naar deelgemeente Feijenoord betrekken we de Kop van Zuid vanuit het stedelijk kader nog steeds in het Programma Binnenstad. Het doel van de ontwikkeling van de Wilhelminapier is het creëren van een binnenstad aan beide zijde van de rivier. Onderstaande kaart geeft het gebied binnenstad weer met daarin de gebieden die onderscheiden worden. Binnenstadskwartieren Centraal District Rotterdam Laurenskwartier Lijnbaankwartier/ Coolsingel Oude Westen
Wijnhaveneiland/Oudehaven/ Boompjes Cool
EMC/Hoboken Scheepvaartkwartier
Kop van Zuid
1.5
Scope programma Het Programma Binnenstad is een integraal gebiedsprogramma voor de binnenstad. Het creëren van een aantrekkelijke binnenstad is alleen mogelijk als meerdere werkterreinen samen, integraal, deze opgave oppakken zowel bestuurlijk als ambtelijk. Het Programma Binnenstad omvat de werkterreinen: cultuur, sport, sociaal, fysiek (wonen, verkeer/vervoer en buitenruimte), economie, veilig en beheer. Dat betekent niet dat alle inspanningen van de gemeentelijke diensten op al die werkterreinen omschreven staan. Dat zou te ver voeren. In dit programma staan alleen de belangrijkste inspanningen omschreven die de gemeente levert om de doelstellingen uit het binnenstadsplan en het collegewerkprogramma te realiseren.
1.6
Samenwerking stakeholders Het is niet de overheid die alleen aan een aantrekkelijke binnenstad bouwt; veel gebeurt dankzij de eigen kracht van bewoners, bedrijven en instellingen. Samen met de stakeholders willen we de ambities waarmaken. Het samenspel vraagt inspanningen en bijdragen van alle partijen. Het college zoekt intensief de samenwerking met alle betrokken partijen die aan een aantrekkelijke binnenstad willen bijdragen. Zij krijgen ruimte en ondersteuning waar dat mogelijk is, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van vergunningen. Daar waar partijen niet willen bijdragen, zal de gemeente dat ook niet doen.
7
8
Hoofdstuk 2
Programma De binnenstad ontwikkelt door. Ondanks de crisis gaat het goed met de binnenstad. De verdichting die in de jaren tachtig is ingezet, zet door. Als belangrijke taak van de gemeente in de verdere ontwikkeling van de binnenstad zien wij het stimuleren van initiatieven met kwaliteit. Succesvolle ontplooiing van de zich verder verdichtende binnenstad vraagt daarom. Met dit document willen we duidelijk maken welke kwaliteit ons voor ogen staat. En ook welke verantwoordelijkheid we daar zelf in willen nemen. Uitstraling en sfeer De achilleshiel van de binnenstad is de magere verblijfkwaliteit. Er is veel verbeterd in de laatste jaren. Maar een Europese topstad heeft een binnenstad nodig die uitnodigt om te verblijven, verpozen, een binnenstad met uitstraling en sfeer. Niet alleen voor de bewoners en bezoekers, maar ook voor het bedrijfsleven zijn de uitstraling van de binnenstad en de ontmoetingsfunctie steeds belangrijker. Het gaat dan in de basis om de kwaliteit van de inrichting openbare ruimte, goede afwikkeling van het autoverkeer, ruimte voor de flanerende voetganger, maar vooral ook om de invulling van plinten op de begane grond van gebouwen en de levendigheid op straat. Een sterk aanbod van culturele voorzieningen is hier onlosmakelijk mee verbonden. Terrassen, culturele voorzieningen en evenementen geven de stad de sfeer die bewoners en bezoekers bindt. Historische binnenstad in wording Maar ook ons cultuurhistorisch erfgoed is een kans om de stad vooruit te helpen. Weliswaar heeft Rotterdam geen historische binnenstad, maar wel een unieke smeltkroes van naoorlogse architectuur waarin vrijwel alle relevante bouwstijlen vertegenwoordigd zijn. Nu ook erfgoed van na 1945 een monumentale status kan krijgen en Rotterdam ook krijgt, kan wellicht zelfs gesproken worden van een nieuwe historische binnenstad in wording. Het is belangrijk dat we innovatief duurzaam omgaan met het cultuurhistorisch erfgoed. Het gaat om het evenwicht tussen het behoud van een aantal essentiële gebouwen, de karakteristiek van samenhangende ensembles en de noodzakelijke ingrepen om de stad verder te laten groeien.. City Lounge: ontmoeten en netwerken De kwalitatieve slag die gemaakt moet worden om het verblijfsklimaat in de binnenstad op een hoger peil te brengen, is het Centraale thema van het binnenstadsplan 2008-2020. Het begrip City Lounge verwoordt het gevoel dat de nieuwe binnenstad moet uitstralen. Het gaat om vitale stedelijkheid en een krachtige identiteit, een binnenstad die uitnodigt om te ontmoeten en te netwerken. Daarmee kan Rotterdam de Europese stedenstrijd aan en krijgen Rotterdammers een trotse binnenstad waar men graag verblijft.
2.0
Samenhang in ambities De kernopgave van het college is verder uitgewerkt in een ‘integrale’ strategie. Integraal, omdat er gezocht is naar (nieuwe) verbanden tussen de verschillende deelambities en sectorale opgaven. In het eerste hoofdstuk is de ambitie van het college voor de binnenstad verwoord. De vraag is: hoe bereiken we ons doel? De ambitie van het collegewerkprogramma is uitgewerkt langs vijf lijnen: 1. Levendige binnenstad 2. Gastvrije binnenstad 3. Binnenstad om te wonen 4. Verbonden binnenstad 5. Bedrijvige binnenstad
9
Basis voor deze indeling zijn de thema’s uit het collegewerkprogramma (zie paragraaf 1.1). Hieraan toegevoegd is het thema ‘Binnenstad om in te wonen’. Meer inwoners is immers één van de drie collegetargets. De thema’s gastvrijheid en imago uit het collegewerkprogramma zijn samengevoegd in gastvrije stad. De bovenstaande lijnen zijn volgens de Rotterdamse Standaard Programmatisch Werken verder uitgewerkt. Per onderdeel wordt in de volgende paragrafen de doelstelling geschetst, gevolgd door de resultaten die het college in de periode 2010-2014 wil behalen en de inspanningen (projecten, activiteiten) die daartoe gepleegd moeten worden. Als bijlage 1 is dit hoofdstuk samengevat in een zogenaamde DIM; een Doelen Inspanningen Middelen netwerk.
2.1
Ambitie Levendige binnenstad De binnenstad van Rotterdam is na het bombardement teruggebouwd als een zakenstad. Dat leidt tot een binnenstad die levendigheid ontbeert en ’s avonds stil is. De toevoeging van woningen en hoogbouw de afgelopen decennia heeft geleid tot verbetering van het woonklimaat in de binnenstad. Er zijn meer goede winkels, meer restaurants en meer terrassen. Ook de festivals hebben geleid tot meer levendigheid. De binnenstad bestaat echter nog te veel uit losse plekken en kent, op het zomerse festivalseizoen en enkele grote festivals na, te vaak incidentele gebeurtenissen. Er is te veel hoogbouw die te weinig aanspreekt op straatniveau (‘de plint’). Er zijn weinig vanzelfsprekende routes door de binnenstad die de losse gebieden verbinden. Voor wie de stad nog niet goed genoeg kent blijft veel moois daardoor lang verborgen. De binnenstad als geheel kan nog veel levendiger worden, meer sfeer uitstralen. Dit is de kern van ons streven naar de citylounge. In het cultuurprogramma binnenstad is een analyse gemaakt van het culturele aanbod en de noodzaak tot vernieuwing. Uit de analyse blijkt dat Rotterdam een cultureel aanbod heeft om trots op te zijn en dat past bij de omvang van de vraag. Wat nog wel ontbreekt, is kleinschalig aanbod en verbindingen tussen de culturele instellingen en stadsleven. De uitdaging is om een groei aan activiteiten in balans te brengen met een grotere kwaliteit van die activiteiten: niet meer van hetzelfde, niet meer grote evenementen, maar aansprekend, vernieuwend en kleinschalig aanbod met een eigen herkenbaar Rotterdams karakter. Tolerantie staat in Rotterdam hoog in het vaandel, dat is ook zichtbaar in de activiteiten en voorzieningen in de binnenstad. In de binnenstad moet voor iedereen wat te beleven zijn. Inwoners, studenten, zakenmensen, winkelend publiek, iedereen is welkom. Jongeren zijn een belangrijke groep voor de binnenstad. We zullen jongeren steunen die activiteiten willen opzetten die de binnenstad voor hen aantrekkelijker maakt. Doel Het vergroten van de levendigheid in de binnenstad waardoor de attractiviteit toeneemt voor kansrijke bewoners, bezoekers en bedrijven. Inspanningen 1. Bevorderen van culturele en sportprogrammering in openbare ruimte 2. Stimuleren van toevoeging van kleinschalige culturele instellingen 3. Stimuleren van verbreding van het uitgaansaanbod 4. Verlevendigen van het straatniveau: plinten verfraaien en gevels openen 5. Ruimte maken voor creatieve sector 6. Bevorderen van aantrekkelijkheid van de stad voor studenten en jongeren 7. Ruimte voor initiatief en experiment van bewoners, bedrijven, instellingen. Middelen Het college heeft voor deze collegeperiode eenmalig 5,1 miljoen beschikbaar gesteld voor kleinschalige cultuur die de levendigheid in de binnenstad moet bevorderen.
10
Effect 2010-2014 - Toename aantal bezoekers met 10 procent. - Toename aantal bewoners 5 procent
Toelichting inspanningen Levendige stad 1. Bevorderen van culturele en sportprogrammering in openbare ruimte Wij willen meer activiteiten laten zien in de openbare ruimte: op straat, op pleinen en op andere karakteristieke plekken in de binnenstad. Het gaat daarbij om zichtbaar maken van culturele programmering, sportactiviteiten en festivals. We denken hierbij in eerste instantie aan kleinschalige en vernieuwende activiteiten, zowel vanuit bestaande instellingen als van nieuwe initiatiefnemers. Er zal ruimte zijn voor debat, (tijdelijke) kunstwerken en exposities. We denken hierbij in ieder geval aan het Schouwburgplein, Binnenrotte/Grote Kerkplein, Museumpark/ Internationaal Cultuurpodium en Skatepark Blaak, maar ook aan tijdelijke plekken zoals de bouwput van het Stadskantoor. Rond grote sportevenementen kunnen demonstraties in de Binnenstad iets extra’s bieden. Dat geldt eveneens voor randactiviteiten in de periode rondom festivals als het Internationaal Filmfestival Rotterdam en North Sea Jazz Festival. Hiermee kan ook de positieve impuls van grote evenementen verlengd worden. Wij zullen instellingen en festivals vragen hieraan een bijdrage te leveren. Ook zal het evenementenbeleid langs deze lijn opnieuw bekeken worden. We willen bewoners de gelegenheid geven om te sporten in een aantrekkelijke omgeving. We streven ernaar om routes voor hardlopers, skaters e.d. langs de singels en lanen in de Binnenstad en langs rivier toegankelijk en aantrekkelijk te maken. Waar mogelijk betrekken we daarbij ook sportverenigingen. 2. Toevoegen van kleinschalige culturele instellingen Kleinschalige culturele instellingen versterken de aantrekkelijkheid van de binnenstad en concentratie van voorzieningen in de Binnenstad. We zien graag nieuwe voorzieningen toegevoegd in de binnenstad om dit effect te versterken. Het kan daarbij gaan om nieuwe instellingen of om verhuizing van bestaande instellingen. De herontwikkeling van het pand Gouvernestraat draagt in belangrijke mate bij aan het cultureel profiel van dit deel van de Binnenstad. Kleinschalige podia versterken de levendigheid van de binnenstad in de avonduren, we denken daarbij aan muziek, maar ook aan bijvoorbeeld debat, poëzie/spoken word en stand up comedy. In combinatie met horeca kunnen deze podia goed vanuit particulier ondernemerschap worden opgezet. 3. Verbreed uitgaansaanbod Rotterdams imago als vernieuwende uitgaansstad lijkt minder sterk geworden. Het totale aanbod kan meer diversiteit en tolerantie uitstralen: jong en oud, homo en hetero, autochtoon en allochtoon vindt zijn en haar plek in de binnenstad. Er zijn ook in de tijd tussen ‘werk’ en ‘stappen’ voorzieningen nodig Aandachtspunt is het in harmonie brengen van de avondfunctie en de woonfunctie van de binnenstad. De binnenstad is dè woonplek voor mensen die van levendigheid houden. Ook de vindbaarheid, verlengde openingstijden winkels en verbinding tussen uitgaansgebieden heeft in een gastvrije en verbonden stad aandacht nodig. De markt zal hier een actieve rol in moeten pakken. De gemeente kan hierin alleen faciliteren en stimuleren. 4. Verlevendigen van het straatniveau: plinten verfraaien en gevels openen Te veel plekken in Rotterdam hebben op straatniveau, de ‘plint’, weinig uitstraling. Dit komt niet alleen door leegstand, maar ook door blinde gevels, lamellen bij kantoren en rolluiken. We streven naar verbetering van de uitstraling in vijf straten in samenspraak met de eigenaren, bewoners en winkeliers. Hier geld ook dat de markt aan zet is en de gemeente hierin alleen kan faciliteren en stimuleren. Herinrichtingen van straten en plinten gaat bij voorkeur gelijk op. Er zal een beleidskader
11
vastgesteld worden zodat onaantrekkelijke plinten makkelijker aangepakt kunnen worden. Het gaat het zowel om verbetering ‘aan de plint’ (stenen, groen) als ‘in de plint’ (activiteiten, bedrijvigheid). Aan de plint kunnen planten, kunst of andere zichtbare elementen voor verfraaiing zorgen. Bij (tijdelijke) leegstand kan in de plint voor bedrijvigheid worden gezorgd door realiseren van tijdelijke en/of flexibele bedrijfshuisvesting. Het is wenselijk de gevels van culturele instellingen letterlijk te openen naar de stad, zoals bij de Schouwburg. Culturele instellingen kunnen meer verbinding maken met de stad, niet alleen door hun activiteiten, maar op deze manier ook met hun gebouwen. Mooi voorbeeld is de gerealiseerde open gevel van het ROtheater bij de Witte de Withstraat/William Boothlaan. Wij willen een impuls geven aan het open van gevels op andere lokaties. Door het verfraaien van plinten en openen van gevels in combinatie met de verbetering van straten zal ook een natuurlijk netwerk van looproutes door de binnenstad ontstaan waarmee karakteristieke plekken, voorzieningen en activiteiten met elkaar worden verbonden. De Rotterdamse binnenstad heeft veel bouw- en sloopplaatsen o.a. langs de looproutes. En ook voor deze bouwplaatsen geldt dat we willen dat de uitstraling aantrekkelijk is en zo veel mogelijk aansluit bij de binnenstad als City Lounge. Inzet is: 1) mooie en informatieve bouwplaatsafschermingen op elke bouw/sloopplaats in de binnenstad, samen met de ontwikkelende partij 2) bouwplaatsprogrammering om de beeldvorming rond bouwplaatsen op een positieve en andere manier te beïnvloeden. In 2009 is het convenant ‘optimalisatie beeldkwaliteit bouwplaatsen binnenstad’ ondertekend met alle ontwikkelende partijen in de binnenstad, waarin deze inzet is onderschreven. 5. Ruimte maken voor creatieve sector Vaak staan panden leeg in afwachting van herontwikkeling. Deze ruimtes zijn vaak uitstekend geschikt voor creatieve bedrijvigheid van kunstenaars, ontwerpers enz. In 2010 zijn onder andere Raum en het Schieblock ingericht als (tijdelijke) creatieve werkplaats. We gaan door met deze aanpak. 6. Aantrekkelijke stad voor studenten en jongeren Ongeveer 30% van de Rotterdamse bevolking is jonger dan 25 jaar en het aantal jongeren zal de komende jaren stijgen. Rotterdam is een jonge stad en jongeren horen in de binnenstad: zij zorgen voor meer levendigheid. Samen met hen creëren we aansprekende ontmoetingsplekken, die passen bij andere functies van het betreffende gebied. We steunen jongeren die zelf activiteiten willen opzetten in de binnenstad en bieden ruimte aan evenementen voor deze doelgroep. Rotterdam heeft onder ‘zijn’ jongeren ook 60.000 studenten aan Hogescholen en de Erasmus Universiteit. De stad heeft echter te weinig de uitstraling als een studentenstad. Het aantal studenten dat in de (binnen)stad woont, is relatief beperkt. En wie hier niet woont, kunnen we na afstuderen ook niet vasthouden. We willen een binnenstad die ook aantrekkelijk is voor studenten en afgestudeerden. Dit kan door verbeteren en toevoegen van activiteiten en voorzieningen gericht op studenten. Wij zullen vooral aanhaken bij initiatieven die door studenten zelf worden opgezet. 7. Ruimte voor initiatief en experiment van bewoners, bedrijven, instellingen Ieder initiatief dat de levendigheid bevordert is welkom. Juist de bedrijven, instellingen en bewoners in de binnenstad kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren. De gemeente wil het vergunningentraject voor kleinschalige en incidentele activiteiten duidelijker en eenvoudiger maken. Tegelijkertijd zullen randvoorwaarden opgesteld worden zodat de juiste programmering op de juiste plek zal landen. Deze zogenaamde locatieprofielen zijn nu alleen voor de grote pleinen opgesteld. Wij zullen de voorstellen verder beoordelen op bijdrage aan de levendigheid van de binnenstad.
12
Middelen Het college heeft voor deze collegeperiode eenmalig 5,1 miljoen beschikbaar gesteld voor kleinschalige cultuur die de levendigheid in de binnenstad moet bevorderen. Dit budget komt beschikbaar vanaf 2012. Verder wordt de inzet reguliere middelen waar mogelijk meer gericht op dit doel. Hierbij werken Sport en Recreatie, OBR economie, dienst Kunst en Cultuur en (overige) diensten uit het sociale domein samen. Verder zullen ook instellingen en ondernemers in de binnenstad betrokken worden: we vragen een actieve betrokkenheid van iedereen en ook hen aansporen bij te dragen aan verlevendiging van de binnenstad.
2.2
Ambitie Gastvrije binnenstad Rotterdam heeft veel meer te bieden dan menig potentiële bezoeker, bedrijf, student en bewoner vaak weet. Het is een stad met veel verborgen parels, die men moet weten te vinden. Ten dele heeft dat te maken met de structuur van de stad, de spreiding van het aanbod en de loopstromen. De gast van de stad is dan ook gebaat bij een betere leesbaarheid van de stad, waardoor hij gemakkelijker weet wat de stad te bieden heeft en daar meer gebruik van maakt. Gastvrijheid speelt hierin bovendien een belangrijke rol. Op dit moment scoort Rotterdam niet erg goed op gastvrijheid (gemiddeld 3,37 op een schaal van 5), blijkt uit het onderzoek ‘Meest Gastvrije stad 2010’ van Van Spronsen. De grootste minpunten zitten in: vriendelijkheid op straat, groenvoorziening, binnenstad, parkeren, bereikbaarheid met auto, werkzaamheden en gevoel van veiligheid. Het Centraal Station speelt een belangrijke rol in de gastvrije ontvangst in de stad. Binnen dit thema van het Programmaplan kunnen de minpunten die gaan over vriendelijkheid in horeca en winkels, vindbaarheid in de stad en parkeren, worden aangepakt. Daarnaast vinden we de eerste indruk belangrijk: bezoekers aan de binnenstad moeten zich welkom en gemakkelijk voelen bij aankomst op CS, in een Park en Walkgarage of (hoofd)metrostations. Gastvrijheid is een totaal concept en een verantwoordelijkheid van alle spelers in de stad, een belangrijke rol is weggelegd voor o.a. gemeentelijke instellingen, bewoners, horeca, detailhandel en vervoerders (oa taxichaufeurs). Bovendien blijkt in de praktijk dat het imago van Rotterdam, met name binnen Nederland, nog een sterke impuls kan gebruiken, teneinde het beter te laten aansluiten bij de identiteit van de stad. Doel Het verbeteren van de leesbaarheid, de gastvrijheid en het imago van de stad. Inspanningen 1. Gastvrije ontvangst Rotterdam 2. Hospitality: - Hospitality team, stewards - Hospitality training - Hospitality desk 3. Welkom bij metro, Park+Ride-terreinen en parkeergarages 4. Modernisering van de bewegwijzering 5. Imagocampagne 6. Veiligheid 7. Bruisende Binnenstad 8. Onderzoek: Meten is weten Middelen Voor de uitvoering van bovengenoemde plannen moeten we bezien welke plannen uitvoerbaar zijn binnen bestaande budgetten van marktpartijen en (communicatie) budgetten van de gemeente. De uitvoering van plannen is daarom nog onzeker.
13
Effect 2010-2014 - Toename aantal bezoekers met 10 procent. - We hebben meer inzicht wie de gast van Rotterdam is, wat hij wil, hoe hij zich gedraagt voorafgaand aan, tijdens en na afloop van zijn bezoek, hoe hij de stad waardeert en waardoor we hier als stad beter op hebben in kunnen spelen. - Mede als gevolg hiervan wordt Rotterdam op het gebied van gastvrijheid op alle punten meer dan neutraal beoordeeld en waarderen de gasten de stad op het gebied van vriendelijkheid, vindbaarheid in de stad en parkeren hoger dan in 2009. - Landelijke imagoverbetering van Rotterdam.
Toelichting inspanningen Gastvrije binnenstad 1. Gastvrije ontvangst Rotterdam (de ‘rode loper’) In deze periode komt Centraal Station gereed, inclusief de fietsenstalling onder het Stationsplein en het nieuwe metrostation. In de omgeving wordt de nieuwe Kruispleingarage opgeleverd. Het Stationsplein en het Kruisplein worden opnieuw ingericht en vormen voor de voetganger een loper de stad in. In het nieuwe station willen we een warm welkom voor de bezoeker van de binnenstad. Hier begint de informatieoverdracht aan bezoekers. Er komt een informatiebalie in de zuidhal waar info verkrijgbaar is over het OV én over de stad. Ook moderne electronische middelen zijn inzetbaar zoals een ledscherm met informatie over de stad. Het aantal contactmomenten met bezoekers dat via dit entreegebied de stad binnenkomt zal aanzienlijk verhogen t.o.v. huidige situatie. We realiseren ook faciliteiten om het verblijf in het gebied rondom het station te veraangenamen. 2. Hospitality Hospitality team, stewards Stewards bij de toegangen tot de binnenstad, stations, metro en bij evenementen kunnen het welkom van de stad een gezicht geven. Zij kunnen tips en informatie over Rotterdam of evenementen in de stad geven en de weg wijzen e.d.. We willen starten met een team bij het tijdelijke Centraal Station. Hospitality training Frontofficemedewerkers van hotels, i-punten, taxichauffeurs e.d. zijn de ambassadeurs van de stad. Wij willen via studiedagen hun kennis van de stad vergroten. Tevens willen we een digitaal kennisplatform ontwikkelen waar gemeentemedewerkers maar ook werkers in de vrijetijdseconomie informatie kunnen ophalen over de stad en hun kennis kunnen verdiepen. Hospitality desk Mobiel informatiepunt dat ingezet kan worden om bezoekers gastvrij te onthalen bij evenementen, congressen, cruiseontvangsten en hun informeert over het toeristische aanbod van de stad. 3. Welkom bij metro, Park+Ride-terreinen en parkeergarages Het station is niet de enige plek waar bezoekers aan de binnenstad arriveren. Ook de metrostations, P+R-terreinen, station Blaak en de parkeergarages zijn belangrijke bronpunten. Daar moet voldoende informatie, faciliteiten en voorzieningen (toilet, pin, chip) beschikbaar zijn. We denken aan informatie over de stad (mondeling en schriftelijk), maar ook aan beschikbaarheid van (fiets) taxi’s , tuktuks en fietsen. 4. Bewegwijzering De bewegwijzering in de stad is verouderd, niet compleet en niet internationaal. Een intensieve update van de bestaande bewegwijzering staat gepland, daarbij worden de citymaps gekoppeld aan de palen voor de bewegwijzering. Ook digitale vormen van bewegwijzering kunnen verder ontwikkeld worden. In juni 2010 heeft Rotterdam Marketing de Rotterdam applicatie gelanceerd
14
en de mobiele website (m.rotterdam.info). Deze zijn kosteloos bruikbaar op vrijwel iedere mobiele telefoon. Het is een eerste stap die we verder willen gaan uitbreiden en bekend maken. 5. Imagocampagne We willen een imagocampagne starten gericht op de eigen bewoners en de nationale doelgroep. Als de eigen bewoners zich meer bewust zijn van alles wat in Rotterdam geboden wordt en die boodschap uitdragen, zal dat het imago van Rotterdam versterken. Ook voor het nationaal publiek is een imago campagne nodig. In het buitenland lijken we een beter imago te hebben dan in Nederland. We willen het landelijk imago zo positief maken als de stad verdient. 6. Veiligheid Een gastvrije binnenstad is een stad die plezierig en prettig voelt. Veiligheid is een basisvoorwaarde. In een prettige omgeving zijn fysiek/sociaal/economie in balans. De mate van prettig en plezierig wordt beïnvloed door de veiligheidsperceptie. De inzet is om veiligheid vooral preventief vooraan in het proces met andere diensten, bewoners en jongeren bv bij herinrichtingen te borgen, zodat verstoringen zullen uitblijven. Als de gastvrijheid toch verstoord wordt, wordt daar streng tegen opgetreden. 7. Bruisende Binnenstad Met de Ondernemersfederatie Rotterdam City realiseren we het programma bruisende binnenstad, gericht op verhoging van het aantal bezoekers aan de binnenstad. Belangrijke onderdelen van het programma zijn de verruiming van de openingstijden van de winkels en de communicatie daarvan. Bovendien willen we een loyaliteitsprogramma ontwikkelen dat bewoners en bezoekers beloont voor gewenst gedrag. Daarbij is het belangrijk een relatie met deze bewoners en bezoekers aan te gaan.. 8. Onderzoek: Meten is weten Sturing op het begrip gastvrijheid is een nieuw onderdeel voor het programma voor de binnenstad. Over Gastvrijheid in de binnenstad is nog relatief weinig bekend. Omdat het begrip zich leent voor uiteenlopende invullingen, is een nadere definiëring wenselijk. Het gaat daarbij om de formulering van een eenduidige definitie van ‘Gastvrijheid in Rotterdam’ die binnen de stad breed gedragen wordt. Bovendien moet de doelgroep afgekaderd worden: welke groepen willen we vooral aantrekken? Binnen welk financieel kader moet de doelstelling bepaald worden en als we gaan meten, welke cijfers vormen ons vertrekpunt? Om te bouwen aan het imago van Rotterdam is het belangrijk te weten wat het imago van Rotterdam nu is en op welke punten dat afwijkt van de identiteit. Periodieke toetsing blijft van belang.
2.3
Ambitie Binnenstad om in te wonen De Rotterdamse binnenstad kent relatief weinig inwoners, ongeveer 30.000. Amsterdam heeft 80.0000 inwoners in de binnenstad. Meer inwoners betekent, meer klandizie voor de winkels, meer markt voor restaurants en meer publiek op de terrassen. Vooral ’s avonds brengen bewoners meer levendigheid. De laatste decennia zijn er veel woningen bijgebouwd. Het inwonersaantal stijgt niet evenredig, omdat het aantal inwoners per woning afneemt. De huishoudens worden steeds kleiner. Dat speelt zeker in het Oude Westen, waar de veel woningen staan in de binnenstad. De woningmarkt in de binnenstad is een vragersmarkt. We moeten mensen verleiden om naar de binnenstad te komen. Uit onderzoek blijkt dat de potentiële vraag groot is. In de grote woontest is dit onderzocht. Vooral bewoners met een creatieve, vrije woonstijl en de ambitieuze woningzoekenden, die een woning wensen met bijzondere uitstraling en veel comfort, willen graag in de binnenstad wonen. Het woningaanbod moet wel aan hun wensen voldoen. Belangrijk zijn buitenruimte, dakterrassen, e.d..
15
Doel De binnenstad ontwikkelen tot een grootstedelijk woonmilieu dat meer inwoners aantrekt. Inspanningen 1. Start nieuwbouw 2. Oplevering nieuwbouw 3. Kindvriendelijkheid wijken 4. Voorzieningenaanbod 5. Duurzame bouwprojecten 6. Vraaggericht bouwen Middelen Woningbouw in de binnenstad wordt gerealiseerd middels particuliere investeringen. Het gaat om zeer grote investeringen die de gemeentelijk investeringen vele malen overtreffen. Voor kindvriendelijke wijken en voorzieningen zijn geen specifieke budgetten beschikbaar. Voor de benodigde maatregelen moet dekking gevonden worden in de reguliere budgetten van gemeente en deelgemeente. Effect 2010-2014 Toename aantal inwoners met 5 procent
Toelichting inspanningen Binnenstad om in te wonen 1. Start nieuwbouw Voor de start bouw van circa 1.200 woningen (waarvan 150 specifiek voor ouderen en 300 voor starters) zijn plannen in voorbereiding. Ervaring leert dat niet alle plannen volgens planning starten, de markt bepaalt uiteindelijk welke projecten starten. 2. Oplevering nieuwbouw Bij oplevering van woningen, ontstaat de gewenste groei van het aantal inwoners. De bouwtijd in de binnenstad beslaat vaak meerderde jaren, waardoor het lang duurt voordat we de groei van het aantal inwoners realiseren. In deze periode verwachten we de oplevering van +/- 800 nieuwe woningen. Opleveringen deze collegeperiode: Woningbouw Jaar Reeds gestart Oplevering De Karel Doorman 2011 De Calypso 2012 B tower 2012 Westerlaantoren 2012 Stadskantoor 2014 Totaal opleveringen
Aantal Woning 105 406 78 45 144 778
Nog te starten: Uptown 2013 180 100Hoog 2013 150 3. Kindvriendelijkheid wijken Er is een groeiende groep gezinnen die binnenstedelijk wil wonen. De wijken aan de rand van de binnenstad: Cool zuid, Laurenskwartier en het Oude Westen lenen zich hier goed voor. In een scan toetsen we de 3 wijken aan de criteria voor kindvriendelijke wijken. Op basis van de scan wordt een overzicht opgesteld van de te nemen maatregelen. Te denken valt aan extra speel-
16
gelegenheid, veilige routes naar school, kinderopvang, postzegelparkjes met speelvoorzieningen e.d., maar ook extra aandacht voor samenvoegen van woningen tot gezinswoningen 4. Voorzieningenaanbod Als we meer inwoners wensen in de binnenstad moet ook het voorzieningenaanbod daarop afgestemd zijn. Scholen, sportgelegenheid, gezondheidszorg e.d. moeten in voldoende mate aanwezig zijn en vooral zijn afgestemd op de doelgroep. Er wordt onderzoek gedaan naar het voorzieningenaanbod. Op basis daarvan wordt bepaald welke aanpassingen nodig en mogelijk zijn. 5. Duurzame bouwprojecten Duurzaamheid is in de bouw een steeds belangrijker issue. We willen in de binnenstad minimaal 3 duurzame bouwprojecten realiseren. De markt is daar uiteraard in belangrijke maten sturend in. We zullen nader definiëren aan welke certificering de projecten moeten voldoen en welke projecten het zijn. Daarnaast heeft duurzame renovatie onze aandacht. 6. Vraaggericht bouwen De binnenstad heeft behoefte aan bouwplannen die de aantrekkelijkheid en levendigheid van de binnenstad vergroten. Bouwplannen met een goede woonkwaliteit op basis van de woonprofielen, een goede uitstraling en gebruik op straatniveau (plint) en maatwerk voor bewonersparkeren zullen ook de afzetbaarheid vergroten. De gemeentelijke rol hierin is vooral faciliteren en stimuleren.
2.4
Ambitie Verbonden binnenstad De openbare ruimte van de binnenstad moet uitnodigend zijn om in te verblijven en in te bewegen. Op die manier kan ze bijdragen aan de levendigheid op straat, aan een aantrekkelijk woonklimaat én een goed (economisch) vestigingsklimaat. De ervaringen in andere steden hebben ons geleerd hoe een aanpak van de buitenruimte, kan bijdragen aan een vitale stad. In 2008 heeft de gemeenteraad de visie Openbare Ruimte Binnenstad ‘De Verbonden Stad’ vastgesteld. We gaan door met uitvoering van deze visie. We zetten in op betere verbindingen, meer groen, betere benutting van de rivier en minder verrommeling. De buitenruimte projecten worden uitgevoerd in Rotterdamse stijl. In het hart van de binnenstad wordt de Centrumstijl toegepast. We willen in de binnenstad meer ruimte bieden aan de voetganger voor een aangenaam verblijf. Maar ook de goede autobereikbaarheid van de binnenstad is een ‘unique sellingpoint’ van Rotterdam. Die willen we graag behouden. Dat geldt natuurlijk ook voor de bereikbaarheid met de fiets en openbaar vervoer. In het verkeersplan binnenstad, vastgesteld door de gemeenteraad in 2009, is vastgelegd hoe we de bereikbaarheid van de binnenstad voor alle vervoersoorten garanderen. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat het doorgaand verkeer zoveel mogelijk afgewikkeld wordt via de wegen om de binnenstad (’s-Gravendijkwal, Boompjeskade, Weena, Goudsesingel). Aan die wegen worden ook Park & Walkgarages aangelegd, zodat de bezoeker niet met de auto de binnenstad in hoeft te rijden, De binnenstad zal voldoende fietsparkeermogelijkheden hebben. En ander vervoer zoals tuk-tuks of segways zal gestimuleerd worden Duurzaamheid is een derde issue bij de aanleg van de openbare ruimte. De verwachting is dat elek-trisch vervoer in deze periode uit de onderzoeksfase komt en een groeiend aandeel krijgt in het vervoer. In het kader van klimaatadaptatie en de wateropgave is vooral de aanleg van groene daken van belang. De binnenstad met zijn platte daken a.g.v. de wederopbouw, biedt daartoe vele mogelijkheden. Groene daken bevorderen niet alleen duurzaamheid, maar aangezien vele daken vanuit de hoogbouw gezien worden, maakt het de binnenstad op het zogenaamde 2e maaiveld aantrekkelijk en aangenamer.
17
Doel Een aantrekkelijk en duurzaam ingerichte openbare ruimte met goede verbindingen en met een goed evenwicht tussen voetganger, fietser en auto bevorderen de Citylounge Inspanningen 1. Herinrichting boulevards, winkelstraten, pleinen 2. Coolsingel 3. Kleine groenplekken/Groene gevels 4. Groene daken 5. Verrommeling 6. Uitvoering verkeersplan binnenstad 7. Oplevering 3 Park & Walkgarage 8. Faciliteren Elektrisch vervoer en andere duurzame vervoersmiddelen 9. Fietsen 10. Beheer Middelen • Investeringsfonds Rotterdam 2011-2014 is € 35 miljoen beschikbaar • Inzet van middelen duurzaamheid voor stimulering e-vervoer en groene daken. • Beheer 2011 en 2012 wordt gedekt uit IFR. Effect 2010-2014 Toename aantal bezoekers aan de binnenstad met 10 procent Toename aantal inwoners met 5 procent Toename aantal werknemers met 5 procent.
Toelichting inspanningen Verbonden binnenstad 1. Herinrichting boulevards, winkelstraten, pleinen In het programma buitenruimte binnenstad staan alle straten en pleinen aangegeven die aangepakt worden in kader van uitvoering van de visie openbare ruimte binnenstad. In deze periode krijgen Lijnbaankwartier en Waterfront prioriteit en staan o.a. de herinrichtingen van de Lijnbaan, het Weena, de Meent, Stadhuisplein, Schouwburgplein, Stadswater, Boompjeskade en Parkkade in de planning. In bijlage 2 is het uitvoeringsprogramma buitenruimte binnenstad opgenomen. Dit is een indicatieve planning, mocht in de praktijk een project flink vertragen dan wordt een reserveproject naar voren gehaald in de planning. 2. Coolsingel De Coolsingel mist de allure die past bij belangrijkste straat van Rotterdam. In deze periode werken we een integrale strategie uit voor de transformatie van de Coolsingel naar een boulevard met internationale allure. Daaruit volgt een compleet pakket grote en kleine ingrepen/ maatregelen voor o.a. gebouwen, plintenaanpak, programmering kunst en levendigheid, kiosken en de buitenruimte. Uitvoering van dat plan is afhankelijk van het tijdstip waarop budget beschikbaar kan komen. In deze periode zullen ieder jaar kleine ingrepen uitgevoerd worden. Denk daarbij aan herinrichting omgeving bij nieuwbouw, aanpak terrassen, kunsttoepassingen, e.d. 3. Kleine groenplekken/Groene gevels Rotterdam wordt groener. In de binnenstad zullen we kleine groeninitiatieven steunen. We denken daarbij aan herinrichting kleine pleinen, hoven, en zeker ook aan groene gevels. Ook worden naast de geplande herinrichtingen zo veel als mogelijk extra bomen in de binnenstad gepland. 4. Groene daken De binnenstad heeft door de wederopbouw veel platte daken die bij uitstek groen gemaakt
18
kunnen worden. Groene daken dienen meerdere doelen: wateropvang, energiebesparing (koeling), prettig aanzien vanuit de hoogbouw (het zogenaamde 2e maaiveld) en een slimme manier van omgaan met de stedelijke buitenruimte d.m.v. dakterrassen. We streven naar de aanleg van zo veel mogelijk groene daken. De inzet van andere partijen is hierbij van grote waarde. 5. Verrommeling Er staan te veel losse objecten in de buitenruimte waardoor deze rommelig wordt. Nieuw reclamebeleid en terrassenbeleid zijn reeds vastgesteld. Nieuw standplaatsenbeleid volgt binnenkort. In deze periode ligt de nadruk op uitvoering en handhaving. Daarnaast is er continue aandacht om het aantal palen in de openbare ruimte te beperken. 6. Uitvoering verkeersplan binnenstad In het verkeersplan binnenstad zijn de uitgangspunten vastgelegd voor het verkeersbeleid. In een uitvoeringsprogramma wordt vastgelegd welke maatregelen noodzakelijk zijn. Een groot deel van de maatregelen wordt meegenomen bij de uitvoering van inrichtingsplannen. Soms zijn specifieke verkeersmaatregelen nodig. 7. Oplevering 3 Park & Walkgarage De bouw van Park en Walkgarages is essentieel voor uitvoering van het verkeersplan. Vanuit de garages is iedere bestemming in de binnenstad te voet binnen 10 minuten bereikbaar. In deze periode worden 3 garages opgeleverd: Kruisplein, Museumpark en Grote Markt. Samen met de al aanwezige Terweakker- en Erasmusbruggarage is daarmee het netwerk voor de binnenstad op de Rijnhavengarage na compleet. 8. Faciliteren Elektrisch vervoer en andere duurzame vervoersmiddelen De binnenstad is pilot gebied voor de introductie van elektrisch vervoer. In het Centraal District komt Green Mobility, een demonstratiecentrum voor allerlei vormen van E-vervoer. We stimuleren de aanleg van oplaadpunten in parkeergarages. Marktinitiatieven als de binnenstadsservice voor bevoorrading, Tuktuk, fietstaxi’s e.d. krijgen steun. 9. Fietsen We stimuleren gebruik van de fiets. Er is grote vraag naar stallingplekken voor fietsen. In deze periode wordt de ondergrondse fietsenstalling bij Rotterdam Centraal opgeleverd. Ook streven we naar een stalling bij station Blaak. Het beleid voor fietsparkeren zal geactualiseerd moeten worden. We komen met voorstellen voor het realiseren van kleinschalige stallingvoorzieningen. 10. Beheer Aanleg van kwalitatief hoogwaardige buitenruimte is zinloos als ook de inzet van beheer niet is afgestemd op dit niveau. De nieuwe buitenruimte vraagt om extra en intensiever onderhoud en meer inzet reiniging. We geven uitvoering aan het opgestelde beheerplan.
19
Toelichting middelen • Voor het uitvoeringsprogramma buitenruimte binnenstad is in deze periode 35 miljoen beschikbaar uit Investeringsfonds Rotterdam. Daaruit wordt ook een bijdrage aan de kleine groenplekken en de quicks wins Coolsingel gefinancierd. • We doen een beroep op middelen uit het duurzaamheidprogramma voor stimulering e-vervoer en groene daken. • De Park & Walkgarages zijn reeds gefinancierd via het Bouw & Investeringsprogramma Parkeren. • Beheer: de extra inzet vraagt in 2011; 1,1 miljoen extra oplopend tot 2,5 miljoen in 2014. In 2011 en 2012 worden extra kosten gedekt uit IFR. In 2013 en 2014 zal dekking gevonden worden in de keten buitenruimte.
Een zeer belangrijk uitgangspunt bij investeringen in de openbare ruimte is steeds cofinanciering door marktpartijen. De gemeente zal haar middelen daar inzetten waar vastgoedeigenaren en ondernemers ook een bijdrage leveren. Dat kan door cofinanciering in de buitenruime, maar ook door het opknappen van de plint, programmering buitenruimte e.d.
2.5
Ambitie Bedrijvige binnenstad Een moderne binnenstedelijke economie heeft een inspirerende omgeving nodig, met veel uitwisseling, wederzijdse beïnvloeding en synergie. Een aantrekkelijke en gevarieerde binnenstadsomgeving hoort daarbij. De bereikbaarheid van de binnenstad was al goed en wordt met het nieuwe HSL station nog beter. Dat kan als ‘selling point’ benut worden. Kansrijke sectoren voor de binnenstad zijn de zakelijke dienstverlening, de medische sector, creatieve economie, detailhandel en de vrijetijdseconomie. De binnenstad is een motor voor de stedelijke economie. Er werken nu 80.000 mensen in de binnenstad. De financiële crisis heeft invloed op de werkgelegenheid in de binnenstad. De financiële sector concentreert haar vestigingen in Utrecht en Amsterdam. In de zakelijke dienstverlening zijn vooral de havengerelateerde bedrijven (notariaat, accountants) en de kleinere bedrijven kansrijk. In de medische sector geeft de nieuwbouw van het Erasmus MC kansen voor spin off in de vorm van nieuwe bedrijven. De hotelsector groeit in de stad. Het winkelhart is nog steeds het grootste in Zuid Holland en het 2e van Nederland en heeft goede kansen op groei met de realisatie van nieuwe trekkers als de the Post, Markthal en de Koolkaas. Doel Realiseren van een binnenstad, die een gewilde vestigingsplek is voor ondernemers op alle niveaus (van multinational tot MKB) en vooral in de kansrijke clusters (maritiem zakelijke dienstverlening, medische sector, consumentendiensten en starters). Inspanningen 1. Centraal District 2. Hoboken/Erasmus MC/Coolhaven 3. Herontwikkeling lege kantoren 4. Start bouw nieuw winkeloppervlak 5. Start bouw hotels 6. Upgrading Lijnbaan gebied 7. Kwaliteit winkelstraten 8. Acquisitie/Accountmanagement 9. Energievoorziening en besparing 10. Water gerelateerde bedrijvigheid
20
Middelen De markt investeert in de nieuwe bedrijven, kantoren, winkels, hotels enz. Het gaat om vele honderden miljoenen. De overheidsinvesteringen zijn zeer beperkt. De beschikbare middelen zijn: • 1 miljoen voor bruisende binnenstad • max. … voor West Kruiskade • 5 miljoen ontwikkeling Coolhaven uit Investeringsfonds Rotterdam • Grondexploitatie Centraal District Effect 2010-2014 Toename aantal werknemers met 5 procent.
Toelichting inspanningen Bedrijvige binnenstad 1. Centraal District Rond het nieuwe centraal station komt een attractief en levendig centraal stedelijk gebied met een dynamisch, levendig straatbeeld (‘mixone’). Er is in dit gebied nog ruimte voor bouwlocaties. Wanneer er passende initiatieven vanuit de markt zijn, faciliteert de gemeente deze. Als onderdeel van het nieuwe station worden het NS-kantoor en andere commerciële voorzieningen opgeleverd. 2. Hoboken/Erasmus MC/Coolhaven Zowel het nieuwe Erasmus medische centrum als de ernaast gelegen bouwlocatie Coolhaven zal voor aanzienlijk meer bedrijvigheid zorgen in de binnenstad. Er is ruimte voor medisch gerelateerde bedrijven, uitbreiding van de hogeschool en woningbouw. De bouw Coolhaven start in deze periode, de verbouwing van het Erasmus MC is reeds in volle gang. 3. Herontwikkeling lege kantoren Leegstand is slecht voor levendigheid. Relatief valt de leegstand in Rotterdam mee. Om de leegstand verder te bestrijden zetten wij in op de volgende onderdelen: - Beperking nieuwbouw kantoren, toevoeging bij voorkeur alleen in Centraal District en Wilhelminapier. - Acquisitie bedrijven voor panden die nog geschikt zijn als kantoor. - Streven naar herbestemming van minimaal vijf verouderde kantoorpanden voor andere functies(hotel, onderwijs, wonen). Veel kantoren in de Rotterdamse binnenstad die vlak na de oorlog gebouwd zijn voldoen niet meer aan de eisen van de moderne kantoorgebruiker. - Ook sloop en nieuwbouw kan een oplossing zijn voor de leegstand. - Inzet tijdelijk leegstaande panden als creatieve werkplaats voor creatieve beroepen. 4. Start bouw extra winkeloppervlak Marktonderzoek heeft uitgewezen dat er ruimte is voor uitbreiding van het winkeloppervlak in de binnenstad. In de komende tijd vindt uitbreiding plaats via realisatie van o.a. nieuwe winkels in Markthal, Postkantoor, Koolkaas en een aantal kleinere projecten. 5. Start bouw hotels Er is vanuit de markt veel belangstelling voor de realisatie van hotelruimte in de binnenstad. We stimuleren en ondersteunen de bouw van nieuwe hotels. 6. Upgrading Lijnbaan gebied Het Lijnbaankwartier en de Coolsingel waren ten tijde van hun aanleg topgebieden. Nu mist het gebied allure De lijnbaan is het hart van het winkel- en uitgaansgebied. We zijn met eigenaren, ondernemers en bewoners een traject gestart om gezamenlijk een toekomstvisie te stellen. Modernisering en toekomstbestendig maken van dit topwinkelgebied is de inzet. Het gaat om verbetering van het kwartier als topwinkelgebied, de veiligheid, de uitstraling Stadhuisplein,
21
verblijfsklimaat voor jong en oud en de levendigheid ’s avonds. Dit leidt tot een strategie met kleine en grote ingrepen. 7. Kwaliteit winkelstraten We streven naar meer kwaliteit en diversiteit in de winkelstraten. De stadstraten zoals Meent, Hoogstraat, van Oldenbarneveltstraat, Aert van Nesstraat e.d. zijn daarbij van groot belang. De afgelopen jaren zien we duidelijke een verbetering van de kwaliteit van de winkels. Er is vrijwel geen leegstand. In de komende tijd zetten we extra in op de verbetering van de West Kruiskade. Samen met corporatie Woonstad en deelgemeente is daartoe de alliantie West Kruiskade opgezet. 8. Acquisitie/Accountmanagement De gemeente blijft inzetten op de werving van bedrijven voor de binnenstad via PR/marketing, evenementen en netwerken. De gemeente wil haar relaties met het bedrijfsleven goed onderhouden. Daarom is accountmanagement ingevoerd voor de top 100 van de grootste bedrijven (een belangrijk deel is in het centrum gevestigd) 9. Energievoorziening en besparing De stad streeft naar reductie van de CO2 uitstoot en besparing van energie. We streven naar duurzame energievoorzieningen van gebouwen. Actueel is de wijze waarop koude leverantie plaatsvindt. Daartoe ontwikkelen we een voorstel. Met ontwikkelaars, bedrijven en beleggers/ woningcorporaties maken we afspraken over energiebesparing in nieuwbouw en bestaande bouw en in de bedrijfsvoering. 10. Water gerelateerde bedrijvigheid Om de ultieme kracht van Rotterdam als stad aan de rivieren (Maas, Stadswater) en als wereldhavenstad beter te benutten, zal het waterfront aantrekkelijker en levendiger moeten worden. Veel aanmeren en afvaren van schepen genereert een aantrekkelijke dynamiek. Activering van het waterfront is dus van belang. Reeds gestart Oplevering Kantoor m2 Retail m2 De Calypso 2012 5.500 B-tower 2012 Stadskantoor 2014 16.000 1.500 Blaak 8 2011 15.000 Westerlaantoren 2012 9.000 Opleveringen 45.500 1.500 Nog starten Post Exchange 2013 20.000
22
Winkel m2 1.600 4.000
5.600
Hoofdstuk 3
Organisatie Het Programma Binnenstad is een integraal gebiedsprogramma voor het binnenstadsgebied. Het creëren van een aantrekkelijke binnenstad is alleen mogelijk als meerdere werkterreinen samen, integraal, deze opgave oppakken zowel bestuurlijk als ambtelijk. Het Programma Binnenstad omvat de werkterreinen: cultuur, sport, sociaal, fysiek (wonen, verkeer/vervoer en buitenruimte), economie, veilig en beheer. Voor de projecten binnen de afzonderlijke werkterreinen blijven, net als voorheen, de portefeuille houders (Wonen en Ruimtelijke ordening en Vastgoed, Werk, Sociale Zaken en Stedelijke economie, Sport en Recreatie, Kunst en Cultuur, Haven, Verkeer en Regionale Economie) primair bestuurlijk verantwoordelijk. Het Programma Binnenstad is niet bedoeld om de verantwoordelijkheid over te nemen, maar gericht op samenwerking en verbinding van partijen/werkterreinen in de binnenstad om zo in samenhang gericht te werken aan het realiseren van de doelen.
Schema: Samenwerking en besluitvorming Programma Binnenstad
Rollen en verantwoordelijkheden Stuurgroep In de stuurgroep vindt besluitvorming plaats over het programma als geheel. Ook worden projecten besproken die afstemming vragen tussen de bestuurders. Projecten die 1 discipline betreffen worden besproken in de staf van de wethouder.
23
Directieraad De directieraad bereidt besluitvorming in de stuurgroep voor. Ook is het de plaats voor strategische discussie over de gewenste aanpak. Iedere maand wordt een thema uitgediept. Programmateam Het programmateam stelt het programma en uitvoeringsprogramma per jaar op. Tevens bewaakt zij de voortgang van de uitvoering en verzorgt afstemming tussen ambitie’s. Iedere trekker is verantwoordelijk voor het uitvoeringsdeel van het programma. Hij/zij stelt zelf een overlegstructuur samen met andere diensten/instellingen die nodig is om te komen tot realisatie van het programma. Managers van de gebieden zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de projecten in hun gebied. Zij stemmen af met de trekkers. Eenmaal per kwartaal is er een afstemmingsoverleg tussen gebied en programma.
24
Hoofdstuk 4
Monitor Het Doelen-Inspanningen-Middelen netwerk (DIM) geeft een schematisch overzicht van onze inzet in de binnenstad. We leggen daarmee de gemeentelijke inzet vast. Veel resultaten zijn echter afhankelijk van in zet van marktpartijen. Zij zijn ontwikkelaar, eigenaar van vastgoed of ondernemer in de binnenstad. De DIM van het Binnenstadsprogramma 2010-2014 (zie bijlage 1) is de leidraad voor de sturing op het programma Binnenstad. De programmasturing cyclus voor het programma binnenstad betreft: • Een jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma waarin per ambitie vernoemd worden welke inspanningen dat jaar prioriteit hebben zodat we op koers blijven bij het realiseren van de doelen van het binnenstadsprogramma 2010-2014. • Tweemaal per jaar, in april en augustus, een voortgangrapportage over het uitvoerings programma. • Eenmaal per twee jaar, eerstvolgende in 2011, op te stellen effectrapportage, de Binnen stadsmonitor. De laatste is door het COS gemaakt in 2009. Op basis van de Binnenstads monitor en de beoogde effecten uit de DIM is een effectendashboard gemaakt,
Schematisch als volgt weer te geven:
25
26
Hoofdstuk 5
Communicatie Communicatie vormt een rode draad in het werk in de binnenstad en maakt ontwikkelingen zichtbaar. Communicatie verbindt, informeert, luistert, interpreteert en jaagt aan. De belangrijkste communicatiedoelstelling blijft om mensen enthousiast te maken voor de binnenstad en de ontwikkelingen die daar plaats vinden. En vooral hun uit te nodigen om zelf bij te dragen aan de ontwikkeling. Daarbij richten we ons natuurlijk op Rotterdammers, maar ook op nationaal en internationaal publiek. Het communicatieplan in ontwikkeling. Dit programma geeft de kaders voor gebiedscommunicatie in de binnenstad. Communicatie-instrumenten zullen ingezet worden om bij te dragen aan een beter imago voor de binnenstad. Het plan omvat in elk geval de volgende elementen: Meer aandacht gaat uit naar p.r. over de binnenstad. Soms zal het communicatieteam zelf de aanjager zijn van een p.r.-activiteit, veel zal worden aangesloten bij bestaande activiteiten en /of evenementen. Een eerste voorbeeld hiervan is samenwerking met het Filmfestival in 2011. Om de binnenstadsbewoners en gebruikers goed te informeren geven we een binnenstadskrant uit en een e-mailnieuwsbrief. Daarnaast wordt de website opnieuw ingericht. Bewoners en gebruikers die op de hoogte gehouden willen worden over de ontwikkelingen in de binnnestad kunnen zich aanmelden als VIP. Zij krijgen dan extra informatie en uitnodigingen voor bijeenkomsten. Inmiddels telt het VIP bestand 2.500 geïnteresseerden. Verder wordt het begrip City Lounge lading gegeven door het uit te werken met tekst en beeld, wat maakt dat ook derden (collega’s, professionals) het begrip City Lounge beter kunnen gebruiken dan nu vaak het geval is. Het begrip ‘City Lounge’ draagt dan bij een betere beleving van de binnenstad wat weer bijdraagt aan een beter imago. Middelen als Facebook en filmpjes zijn ontwikkeld voor de binnenstad. De ‘Hoor hier bonkt’-campagne wordt voortgezet in een nieuw jasje. Dat nieuwe jasje sluit beter aan bij de city marketing (WorldPortWorldCity). Bouwschuttingen blijven een belangrijk. Ze schermen de bouwplaats op een nette manier af en zijn een campagnemiddel De schuttingen blijven een van de grootste informatiedragers van de binnenstad en volgens onderzoek is er meer behoefte aan meer informatie op de schuttingen zelf, daar zal aan tegemoet worden gekomen. Bouwplaatsprogrammering, zoals de programmering van Parfum de Boem Boem, blijft onderdeel uitmaken van de campagne. Het communicatieteam gaat verder allianties aan met anderen, zoals Rotterdam Marketing, Rotterdam.info en evenementenorganisaties. Bij bouwprojecten wordt het stadsprotocol in, dat de participatie van alle partijen regelt. De citylounge kan de gemeente niet alleen maken. Die moeten we samen vormgeven. De gemeente zal de inzet van haar middelen ook steeds vaker koppelen aan de inzet van particulieren. Samen gaan we werken aan een prachtige binnenstad.
27
28
29