Binnenstad Bericht Informatie Binnenstad Parochie Utrecht
10 Juni 2008
In dit nummer:
Niet het geluk in deze wereld Verslag springprocessie Zevende dag als rustdag
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Jubileumviering Pastoor van Dril
COLOFON Jaargang 11 nummer 10 Een uitgave van de Binnenstad Parochie Utrecht
Op 27 april was het feest in onze parochie! Op die dag herdacht pastoor van Dril dat hij precies 40 jaar geleden tot priester was gewijd, een heuglijke dag dus. Maar het werd meer dan een heuglijke dag - het werd een groot feest. Op de achterkant van dit blad leest u de dankbetuiging van de pastoor, maar ook hier willen we even een paar hoogtepunten belichten. Hèt hoogtepunt was natuurlijk de prachtige Eucharistieviering, waarin pastoor van Dril zijn dank aan God betuigde voor de genade van 40 jaar priesterschap. En dan was daar het zeer bijzondere geschenk uit Rome, een kelk uit de pauselijke schatkamer, die nog aan paus Johannes Paulus II heeft toebehoord en die zijn wapen op de voet heeft (zie foto voorkant). Maar ook het cadeau van de parochianen mag er zijn. Op verzoek van de jubilaris wordt de Kerststal van de St. Augustinus opgeknapt. Het Kindje Jezus is als eerste gerestaureerd en werd als symbool van de hele stal aan de pastoor aangeboden. We vertrouwen erop dat met Kerstmis de hele stal klaar zal zijn. En zo gaan we verder in onze parochie, onder de hoede van onze pastoor en gesterkt door de tekenen van de Eucharistie en de menswording!
Dit blad wordt binnen de parochiegrenzen gratis bezorgd bij hen die dat willen.Voor € 9,00 per jaar kan het per post worden toegestuurd. Het kan ook gratis van achteruit de kerk worden meegenomen. Verschijnt 1x per maand Redactieadres: Rozenstraat 1 3511 BV Utrecht De pastoor van de Binnenstadparochie draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit Binnenstadbericht e-mail:
[email protected] Druk: Drukkerij Anraad, Nieuwegein Overname van artikelen is met bronvermelding toegestaan. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden artikelen al dan niet (ingekort) te plaatsen.
Verschijningsdatum volgende nummer Het volgende nummer komt uit op 2 juli . Kopij daarvoor dient uiterlijk 8 juni bij de redactie te zijn ingeleverd. Het is het laatste nummer van dit seizoen. Het daaropvolgende blad verschijnt weer op de eerste woensdag in september. De nieuwste uitgave van Binnenstad Bericht staat telkens ongeveer een week voor de officiële verschijningsdatum al op de websites van de Kathedraal en Augustinus.
Voorpagina: de kelk van paus Johannes Paulus II
2
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Ik beloof je niet het geluk in deze wereld Het is dit jaar 150 jaar geleden dat de heilige Maagd Maria in Lourdes aan Bernadette verscheen. In Lourdes wordt dit jubileum als vanzelfsprekend op grootse wijze gevierd. Ook vanuit Nederland worden dit jaar extra bedevaarten naar Lourdes georganiseerd. In oktober zullen maar liefst 3600 Nederlanders naar Lourdes reizen. Kardinaal Simonis en de bisschoppen van Luijn en Van Burgsteden zullen deze bedevaart begeleiden. Ook vanuit de Binnenstadparochie zal een groep parochianen meegaan. U kunt zich daarvoor nog aanmelden. In het vorige Binnenstadbericht heeft reeds een en ander gestaan. Wie aan Lourdes denkt, denkt meteen aan Maria. Dat is logisch. Mensen die vaker in Lourdes zijn geweest denken waarschijnlijk ook aan Bernadette Soubirous, het meisje aan wie Maria 18 keer verschenen is. Het leven van Bernadette is in al zijn armoede en eenvoud een heel boeiend leven. Ze heeft ons ook vandaag nog veel te zeggen. Kijken we naar een aantal gebeurtenissen in haar leven. Bernadette is een arm en ongeletterd meisje met een zwakke gezondheid. Door een reeks van noodlottige gebeurtenissen is het gezin Soubirous totaal aan de grond gekomen. Rond de tijd van de verschijningen is het gezin Soubirous het armste gezin van Lourdes. Hun woning is het cachot, een voormalige gevangeniscel, die vanwege de slechte staat was afgekeurd als gevangenis. In deze kleine ruimte woont het gezin met vier kinderen. Als Bernadette als 14 jarig meisje op een goede dag hout aan het sprokkelen is, verschijnt de Maagd Maria voor de eerste keer. Bernadette weet op dat moment nog niet dat het Maria is. Ze spreekt over “Aquero”, wat zoveel als “dat” betekent. Maar liefst 18 keer zal de heilige Maagd aan Bernadette verschijnen. Bij de eerste twee verschijningen spreekt Maria nog niet tot Bernadette. Ze glimlacht slechts. Bij de derde verschijning spreekt Maria voor de eerste keer en zegt ze tot Bernadette: “Ik beloof je niet het geluk in deze wereld, maar in een andere”. Geluk heeft Bernadette tot op dat moment nog weinig gekend. Naast de armoede en haar slechte gezondheid was ze bijvoorbeeld ook niet in staat om zich voor te bereiden op het ontvangen van de eerste Heilige Communie. En dat terwijl ze zeer gelovig was en er hevig naar verlangde om de eerste Heilige Communie te mogen doen. Ook na de verschijningen wordt haar situatie niet beter. Bernadette blijft altijd zwak en ziek en overlijdt daardoor reeds op 35-jarige leeftijd. De andere wereld, waar Maria over spreekt, is de wereld bij God. Jezus spreekt in dat kader over het Koninkrijk van God. Het gaat hier om een wereld waarin “alle leed geleden is en al ons kwaad vergeven”. Een wereld waarin God “alle tranen van onze ogen zal afwissen en de dood niet meer zal zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn want al het oude is voorbij” (Openb. 21,4). Bernadette weet uit eigen ervaring dat het leven een stevig tranendal kan zijn, maar ze krijgt te horen dat wij mensen tot meer bestemd zijn, namelijk tot het volle en werkelijke leven bij God. Maria roept Bernadette, en uiteindelijk via Bernadette ieder van ons, in herinnering dat we mogen leven met een belofte. We leven weliswaar “in deze wereld”, maar zijn “niet van deze wereld”. We zijn pelgrims op weg naar God. De aarde is niet onze blijvende woonstede. Op onze pelgrimstocht krijgen we allemaal vroeg of laat met tegenslagen te maken. Iedere mens heeft met leed te maken. Je kunt de schone schijn ophouden en sommige mensen lijken geheel zorgeloos door het leven te gaan. (vervolg op blz. 4)
3
Binnenstad Bericht
Juni 2008
(vervolg van blz. 3) Wie echter langer met iemand spreekt, ontdekt dat het Nederlandse spreekwoord helemaal waar is: “Ieder huis heeft zijn kruis”. Elk leven wordt getekend door teleurstellingen, onvervulde wensen, ziekte, onzekerheid, angst of verlies. In Lourdes is de gebrokenheid van ons bestaan tastbaar aanwezig in de vele zieken en gehandicapten. In Lourdes echoën de woorden van Maria na en worden tot ons allemaal gesproken: “Ik beloof u niet het geluk in deze wereld, maar in de andere”. Deze belofte mag een ieder van ons, en zeker ook de mensen die met groot leed te maken hebben, sterken op onze pelgrimstocht door het leven. Maria spreekt nog vele andere woorden tot Bernadette. Bij de zestiende verschijning maakt ze zichzelf ook bekend. Bernadette heeft al een aantal keren naar haar naam gevraagd. Maria spreekt dan in het dialect tot Bernadette: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. Voor de mensen die Bernadette kritisch bevragen, onder andere de pastoor van Lourdes, is dit het bewijs dat de verschijningen echt zijn en de Dame die aan Bernadette verschijnt inderdaad Maria is. Interessant is dat vier jaar eerder, in 1854, het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis door Paus Pius IX is uitgesproken. Het ongeletterde meisje Bernadette kende dit dogma en de uitdrukking “Onbevlekte Ontvangenis” op dat moment zeker nog niet. Na de verschijningen is Bernadette ingetreden in een klooster in Nevers, in midden Frankrijk. Hier heeft ze, in de tijden dat ze niet zelf ziek op bed lag, zieken verzorgd. In alle eenvoud en in het verborgene heeft ze in dit klooster geleefd. Naar Lourdes en naar de grot is ze nooit meer teruggekeerd, ook niet na haar dood. Ze ligt in Nevers begraven. Bernadette is uiteindelijk op 8 december 1933 door Paus Pius XI heilig verklaard. Een wijdverbreid misverstand is dat Bernadette op grond van de verschijningen heilig verklaard is. Niet de verschijningen hebben bijgedragen aan haar heiligverklaring, maar het leven dat zij na de verschijningen geleid heeft. Bernadette leidde een leven van gebed en eenvoud, waarin ze vooral de deugd van de nederigheid beoefend heeft. Wie zich meer wil verdiepen in het leven van Bernadette is van harte uitgenodigd om in oktober mee te gaan op bedevaart naar Lourdes. In Lourdes leer je Bernadette het beste kennen. Maar meer nog dan een plaats waar je Bernadette kunt leren kennen, is Lourdes een plaats waar je het geloof kunt vieren en verdiepen. Hemel en aarde raken elkaar in de grot op een bijzondere manier en vele mensen worden hier in het hart geraakt en vinden kracht en troost in hun vaak moeilijke levenssituatie. Het eigenlijke wonder van Lourdes! Hoewel Lourdes een Maria-bedevaartoord is, staat Christus in alles centraal. In alle vieringen en godsdienstige oefeningen wordt het Christusmysterie gevierd, en wel mét de heilige Maagd Maria en mét de heilige Bernadette. Dit alles maakt een bedevaart naar Lourdes meer dan de moeite waard. Pastor N.M. Schnell
Concerten in de Sint-Catharina Kathedraal ten behoeve koororgel Op zondagmiddag 8 juni, 15.00 uur Requiem Duruflé. Het werk wordt uitgevoerd door kamerkoor Concerto Cherise. De toegangsprijs is 12 euro, en 8 euro voor studenten/cjp, kinderen tot 16 jaar gratis. Kaartverkoop aan de kerk, of via www.concertocherise.nl Orgelconcert op zondagmiddag 22 juni, 15.00 uur. Wouter van Belle speelt Frans getinte orgelmuziek. Aan het concert wordt meegewerkt door Metske Gerslma op hobo en althobo. Toegang is gratis, na afloop collecte ten bate van het koororgel in de kathedraal. Donateursconcert Kathedrale Koor Op vrijdag 4 juli 2008 het jaarlijkse donateursconcert in de kathedraal van 19:30 – 20:45 uur. Entree 7,50 euro voor volwassenen, jongeren tot en met 16 jaar 4 euro. De kerk is open om 19:00 uur, kaarten te koop bij de ingang van de kerk
4
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Berichten uit de Achterhoek (10) Vorige maand heb ik gesproken over mijn weg naar het priesterschap tot nu toe. Ik heb toen gezegd dat ik deze maand wat meer zou vertellen over mijn huidige motivatie voor het priesterschap. En belofte maakt schuld, dus bij deze. Het is niet mogelijk – en ook niet mijn bedoeling – om hier een degelijk opgebouwde beschouwing te geven van wat het priester-zijn inhoudt, of een afgewogen uitleg van de verschillende bijbelteksten. Het is meer een persoonlijk spiritueel inkijkje wat ik wil geven. Daarom zal ik wat gedachten opschrijven aan de hand van een aantal bijbelteksten die mij dierbaar zijn. En ook dat zal wel onvolledig blijven. Nu ik ter voorbereiding op dit schrijven wat door de bijbel blader, kom ik zoveel passages tegen! De bijbel is werkelijk een prachtig boek. Maar het past nu eenmaal niet allemaal in mijn hoofd. Of op dit papier. Dus moet ik me beperken. Eerst maar een citaat dat ik ook vorige maand gebruikt heb: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. (Joh. 14, 6). Christus is de Goede Herder, die ons bij God brengt. Hem wil ik volgen. En ik zou graag zien dat iedereen Hem volgt, zodat iedereen tot het eeuwig leven komt. Maar er zijn in deze wereld nog heel wat andere wegen, die overal uitkomen behalve bij het eeuwig leven. Weten mensen de weg wel te vinden? Bij het zien van de menigte mensen werd Hij door medelijden bewogen, omdat ze afgetobt neerlagen als schapen zonder herder. (Mt 9, 36). Daarom wil ik priester worden: om Gods waarheid te verkondigen en zo de mensen te helpen op weg naar God. Of liever gezegd: ik wil Christus dienen, zodat Híj de mensen helpt op weg naar God. Want uiteindelijk is Hij de Goede Herder, niet ik. In het sacrament van het priesterschap blijft Hij als herder bij zijn kerk, zodat hij zijn kudde op aarde kan blijven hoeden. Nu is de hiërarchie van de kerk iets wat vaak lastig gevonden wordt. Veel mensen hebben moeite met ‘de kerk als instituut’. Want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. (Mc 10, 45). Maar tegelijk onderwees Jezus zijn leerlingen over de waarheid, en droeg Hij hun dingen op. En dat was niet vrijblijvend. Als gij mij liefhebt, zult gij mijn geboden onderhouden. (Joh 14, 15). Hij gaf leiding aan zijn leerlingen, maar juist in dat leiding geven diende Hij hen. Hij stelde zijn leven ten dienste van hun heil, uiteindelijk tot het uiterste toe. Dat geldt voor mij ook voor het priesterschap. Priester word je niet voor jezelf. Het gaat er niet om, macht te hebben. Het gaat erom, je leven volledig in te zetten voor het heil van anderen. Elke gemeenschap heeft leiding nodig, ook de kerk. Maar die leiding is uiteindelijk ten dienste van. Priester-zijn is dienen. Dat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. (Joh. 17, 21). Dat is voor mij de hemel: bij God zijn. Als ik in eenheid met Hem leef, dan woon ik in zijn koninkrijk. In eenheid met Hem betekent automatisch ook: in eenheid met alle andere mensen die in eenheid met Hem leven. In die zin kunnen we als kerk ook hier op aarde al wat van de hemel proeven, en aan anderen laten zien. Door te leven in eenheid met elkaar en met Christus. Voor die kerkelijke eenheid worden vaak drie ‘toetsstenen’ genoemd, verbonden aan het drievoudig ambt van Christus. Hij is priester, profeet en koning. En wij die Hem volgen zijn onderling verbonden doordat we dezelfde sacramenten ontvangen, hetzelfde geloof belijden en onder dezelfde herderlijke leiding staan. Alle drie deze elementen komen samen in het ‘kernmoment’ van onze eenheid: de viering van de eucharistie. In dit sacrament immers ontvangen we – en worden we – het lichaam van Christus. We verkondigen er ons geloof: in het Credo, maar ook als de lector het Woord Gods leest, of als wij onze gebeden uitspreken. En de viering vindt plaats onder leiding van een priester. Of beter gezegd: onder leiding van Christus zelf, waarbij de priester Hem sacramenteel vertegenwoordigt. Priester-zijn is dienen, heb ik reeds gezegd. Ik wil het nog toespitsen: het is het dienen van de eenheid. Eenheid met elkaar en met Christus. Eén Heer, één geloof, één doop. Eén God en Vader van allen, die is boven allen en met allen en in allen. (Ef. 4, 5-6). Daartoe wil ik mij graag inzetten. Wouter de Paepe priesterstudent
5
Binnenstad Bericht
Juni 2008
DE BINNENSTAD PAROCHIE UTRECHT Centraal Adres Pastoraal Centrum, Rozenstraat 1, 3511 BV Utrecht. Achter de St. Augustinuskerk ligt het Pastoraal Centrum. De ingang is naast de ingang van parkeergarage La Vie. Voor informatie en vragen over de parochie kunt u bij het Pastoraal Centrum terecht op maandag tot en met vrijdag van 09.30u tot 12.30u. Telefoon: 030-2318545, e-mail:
[email protected]. Ook als u contact wilt met de pastores, dient u dit nummer te bellen. Buiten de openingstijden kunt u de voicemail inspreken, dan bellen wij u tijdens onze openingstijden terug. Alleen voor noodgevallen kunt u bellen naar 06-14395413. Als u de voicemail op de noodtelefoon inspreekt wordt u zo gauw mogelijk teruggebeld door een van de pastores. Het Pastoraal Team Pater J. van Dril o.s.a., pastoor en teamleider, verantwoordelijke voor de St. Augustinuskerk. Telefoon en voicemail: 030-2319288; e-mail:
[email protected] Telefonisch spreekuur: 030-2318545, donderdag 10.30-12.00 uur Pastor N. Schnell, verantwoordelijke voor de St. Catharinakerk. Telefoon: 030-2310490; e-mail:
[email protected] Telefonisch spreekuur: 030-2310490, donderdag 09.00-10.00 uur. Kosters St. Augustinuskerk: Th. van Hasselt St. Catharinakerk: W. Zuurhout, H. van Bunnik Gironummers Pastoor Augustinus Parochie Penningmeester Augustinus Parochie Penningmeester Catharina Parochie Actie Kerkbalans
: 191853 : 136740 : 148501 : 3341144
St. Augustinuskerk, Oudegracht 69 website: www.deaugustinus.com
St. Catharinakerk, Lange Nieuwstraat 36 website: www.dekathedraal.com
Tijden:
Tijden:
De St. Augustinuskerk is dagelijks geopend van 9.30-17.00; op donderdag is de kerk geopend van 12.00-13.30 en de Mariakapel van 10.30-16.30
Zaterdag:
Zaterdag:
12.00 uur 16.00 uur Zondag: 10.30 uur 12.30 uur Maandag t/m Vrijdag: 12.30 uur
H. Mis met samenzang Biechtgelegenheid tot 17.00 uur Hoogmis H. Mis (in de Engelse taal) H. Mis
11.00-17.00 uur Aanbidding in de Vredeskapel 17.15 tot 18.15 uur Aanbidding in de kerk Zaterdag: 17.15 uur Biechtgelegenheid tot 17.45 uur 18.30 uur H. Mis met samenzang Zondag: 10.30 uur Hoogmis 17.30 uur H. Mis (Vereniging voor Latijnse Liturgie) Woensdag: 19.00 uur H. Mis (in de Vredeskapel)
Open Kerk: elke zaterdagmiddag en koopzondag Open Kerk: zaterdag van 11.00-17.00 uur
6
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Familieberichten Sint Augustinus Gedoopt 30 maart: mevrouw Evelien Elisabeth Meys. Zij werd gedoopt in de kapel van de Zusters Augustinessen aan de Waterstraat door pater W. Pot, fransiscaan. Wij heten haar van harte welkom in de katholieke Kerk. 20 april: Lucas Miguel Kuunders, zoon van Stan Leonardus Kuunders en Anjali Maria Brito Barbosa. Het doopsel vond plaats tijdens de Engelse mis. Het jonge gezin woont in Bilthoven. 20 april: Jack Willem Daan Scheer, zoon van Helena Petronella Scheer, wonend aan het Willemsplantsoen. 20 april: Yara Maria van der Heijden, dochter van Jeroen van der Heijden en Manon Beunders. Binnenkort zal Yara haar eerste heilige Communie mogen doen. 21 april: Fabrizio Weggemans, zoon van Bart Weggemans en Laura Del Alcazar Rodriguez, wonend aan de Livingstonelaan in Utrecht. 3 mei : Fenne Lieve Peters, dochter van Martijn Eduard Peters en Maren Cornelie Smulders, wonend aan de Prof. Hugo de Vrieslaan te Utrecht. 10 mei: Ciara Chidinma Osuji, dochter van Muzeyi A. Osuji en Regina C. Malizu, wonend te Almere. Wij bidden dat deze kinderen mogen opgroeien in vreugde en geluk, ook voor hun ouders en familie. Tijdens de Hoogmis van 4 mei werden door het sacrament van Doopsel, Vormsel en Eucharistie in de Kerk opgenomen: de heren Erik Christiaan Wesselius en Robin Elmer Jansma, alsook mevrouw Judith Esther van Maarseveen–Uitenbogaard. Mevrouw Jessica Lont ontving het Vormsel en deed haar eerste heilige Communie. Wij wensen hun en onze parochie van harte proficiat met dit vreugdevol gebeuren. Overleden 17 april overleed Adriana Bozelie–Rijkers, weduwe van Antonius Bozelie, op de leeftijd van 90 jaar. Het echtpaar was jarenlang bekend als de vaste collectanten van de zondagse mis van 9 uur. De banden met de St. Augustinus stammen uit de tijd van het jonge gezin aan de Daalse Dijk en zijn steeds blijven bestaan, ook toen het gezin naar Hoograven verhuisde. 22 april vierden wij de Eucharistie ten afscheid, waarna zij te Bilthoven werd gecremeerd. Moge zij rusten in vrede.
Familieberichten Sint Catharina-kathedraal Gedoopt 30 maart: Pepijn Leon Diederick Maria, zoon van Mijke en Marcel van den Berg- de Vries 20 april: Benthe Ella Maria, dochter van Mandy en Clemens Piena-van Gestel 4 mei: Niccolò Alberto, zoon van Laura en Corwin van Heeteren-Marinari Opgenomen in de Rooms Katholieke Kerk In de paasnacht, zaterdag 23 maart, zijn Robert von dem Borne en Edwin Witt door monseigneur Eijk in de Kerk opgenomen. Beiden zijn in de paasnacht gedoopt, gevormd en hebben voor de eerste keer het Sacrament van de Eucharistie ontvangen. Het was een bijzondere viering met een bijzonder getuigenis van twee jongvolwassenen. We wensen Robert en Edwin van harte proficiat en hopen dat ze zullen mogen blijven groeien in geloof, hoop en liefde en dat ze zich ook altijd in onze geloofsgemeenschap thuis zullen voelen. Vormsel Op het hoogfeest van Pinksteren, 11 mei, heeft monseigneur Eijk 16 volwassenen en enkele kinderen het sacrament van het vormsel toegediend. Twee vormelingen kwamen uit de kathedrale gemeenschap: Janneke van Leeuwen en Kimberley van Engelen. Wij wensen de vormelingen van harte proficiat en wensen ze toe dat ze in kracht van de heilige Geest vurige getuigen mogen zijn van de Blijde Boodschap in woord en daad. Bijzondere vieringen Dinsdag 24 juni, Geboorte van Johannes de Doper, hoogfeest: 19.00 uur Eucharistieviering Zondag 29 juni, H. Petrus en H. Paulus, hoogfeest: 10.30 uur Eucharistieviering.
7
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Kinderen in de Kathedraal Voor alle kinderen in de Kathedraal in de leeftijd van ongeveer 5 tot 14 jaar wordt op woensdag 2 juli een gezellige middag georganiseerd. Wil je andere kinderen leren kennen en vind je het leuk om met hen spelletjes te doen, te knutselen of bij mooi weer buiten iets te ondernemen, dan ben je van harte welkom. Voor iets lekkers te eten en te drinken wordt gezorgd, er zijn geen kosten aan verbonden. Plaats en tijd: pastorie Nieuwegracht 61, 2 juli van 14.00 – 17.00 uur. Opgeven voor 16 juni, bij voorkeur per e-mail bij: Fraukje Bitter , tel. 030-6372925, e-mail
[email protected] Clara van den Dool -Markus, tel 030-2514028, e-mail
[email protected]
De Tien Geboden (4) Het derde gebod “Wees gedachtig, dat gij de dag des Heren heiligt” De zevende dag als rustdag Dit gebod vindt zijn oorsprong in het scheppingsverhaal. Nadat in het eerste hoofdstuk van het boek Genesis de schepping is beschreven, lezen we aan het begin van hoofdstuk 2: “Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing. Hij rustte op de zevende dag van al het werk dat Hij verricht had. God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht” (Gen. 2,2-3). Voor de Joden was dit gebod buitengewoon belangrijk, en dat is het trouwens voor orthodoxe, wetgetrouwe Joden nog steeds. In de Tien Geboden, zoals we die vinden in hoofdstuk 20 van het boek Exodus, wordt vooral het verbod op iedere vorm van arbeid beklemtoond: “Zes dagen zult gij werken en alle arbeid verrichten, maar de zevende dag is de sabbat voor de Heer uw God. Dan moogt gij geen enkele arbeid verrichten ... In zes dagen immers heeft de Heer de hemel, de aarde, de zee met al wat er in is, gemaakt. Maar de zevende dag heeft Hij gerust en zo de sabbat tot een heilige dag gemaakt” (Ex. 20,9-11). De wetgetrouwe Joden hadden alles over voor het naleven van dit gebod. Zo lezen we in het eerste boek Makkabbeeën hoe een groep Joden weigerde zich te verdedigen tegen hun vijanden, toen ze op sabbat werden aangevallen. Liever dan de sabbat te schenden, lieten ze zich door de vijandelijke troepen afslachten, want ze wilden allen “met een rein geweten de dood ingaan” (1 Mak. 2,37). Wat is een rustdag? De Joden hadden soms dus een wel heel extreme opvatting over wat allemaal niet mocht op de sabbat. Niet iedereen was echter zo radicaal. Direct na het verhaal over de mensen die zich liever lieten doden dan op sabbat te vechten, lezen we dat een andere groep verzetsstrijders besloot zich wèl te zullen verdedigen, als ze op sabbat werden aangevallen: “Als wij allemaal doen zoals onze broeders en niet voor het behoud van ons leven en onze geboden de wapens opnemen tegen de heidenen, zullen ze ons al heel gauw van de aarde verdelgd hebben ... Als men ons op sabbat aanvalt, zullen wij ons weren om niet te sterven zoals onze broeders” (1 Mak. 2,40-41). In de dagen van Jezus waren het vooral de Farizeeën die heel streng waren op de naleving van de sabbat. De Heer kwam een aantal malen met hen in aanvaring over deze kwestie, met name als Hij op sabbat iemand genas (zie bijv. Mt. 12,914 en Lc. 13,10-17), maar ook toen Zijn leerlingen op de sabbat aren plukten (Mc. 2,23-28). Bij die laatste gelegenheid legde Hij het sabbatsgebod uit op een wijze, die de strenge Farizeeën met hun houding van “de wet omwille van de wet” helemaal niet aanstond: “De sabbat is gemaakt om de mens, maar niet de mens om de sabbat” (Mc. 2,27). Deze woorden van Jezus maken duidelijk dat het bij de naleving van het sabbatsgebod gaat om meer dan alleen maar het onderhouden van een min of meer willekeurig gebod. De mens heeft de rustdag nodig, die is er voor hem. Iedere week is er één dag waarop men ‘rust’, en bij voorkeur ook rust vindt. Zondagsheiliging Terwijl de Joden de sabbat – de zaterdag dus – als heilige rustdag beschouwen, werd dat in het Christendom al gauw de zondag. Daarvoor had men twee redenen. De ene was ‘politiek’. Na de scheiding van Kerk en synagoge wilden de Christenen zich onderscheiden van de Joden, ook waar het hun rustdag betrof. De tweede is belangrijker: op zondag, “de eerste dag van de week”, herdenken we de verrijzenis van Jezus, het absolute hoogtepunt van de heilsgeschiedenis.
8
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Dat de rustdag verplaatst kon worden toont aan dat het wat de Christenen betrof niet om die dag op zich ging. Het gaat bij de Christenen, meer nog dan bij de Joden, niet om de rust alleen. We heiligen de zondag als dag des Heren door die dag, althans ten dele, vrij te houden voor God, en ook voor elkaar. We gaan naar de kerk om de Eucharistie mee te vieren. Toen Jezus het sacrament van Zijn lichaam en bloed instelde, zei Hij: “Doet dit tot een gedachtenis aan Mij” (Lc. 22,19). We weten uit de Handelingen der Apostelen dat de eerste Christenen iedere dag Eucharistie vierden. Later bleek het niet mogelijk dat iedereen daar iedere dag aan mee deed. Om ervoor te zorgen dat iedere Christen toch gehoor geeft aan Jezus’ opdracht Zijn offer te gedenken, heeft de Kerk de zondagse Eucharistieviering verplicht gesteld. Het is voor iedere Christen van levensbelang dat hij tijd vrij maakt voor God. De mens heeft rust nodig, naar lichaam en geest. De zondag is dus geen dag om te werken, om bijvoorbeeld achterstallige klusjes op te knappen, maar juist om die dingen te doen waar we door de week niet aan toe komen: familiebezoek, bijpraten met vrienden, eens een goed boek lezen. De één is strenger op wat niet mag dan de ander. Maar een redelijke vuistregel is dat je op zondag geen werk doet dat je ook tot maandag kunt laten liggen, werk dat je het gevoel van “het is zondag” ontneemt. Een vrije dag per week garandeert dat we de broodnodige rust krijgen. Maar er is meer. De mens heeft het nodig af en toe stil te staan bij zijn verhouding tot God en tot de medemensen. Een goed beleefde zondag biedt die mogelijkheid. Nelly Stienstra
Bezoek aan Rome In de eerste week van mei heb ik weer eens een bezoek gebracht aan de Eeuwige Stad. Zorgvuldig had ik het Vaticaan vermeden. Ik vond al die pracht en praal toch wel een beetje overdreven. Neem nou de Sint Pieter, een reusachtige kerk. Alsof ze in de zestiende eeuw al die grote stroom toeristen voorzien hadden! En het Vaticaans Museum, hoewel ontzettend mooi, het blijft een ongetemde orgie van kleuren en ornamenten. Een beginnersfout die veel bezoekers aan de Stad maken is dat ze gebruik maken van het openbaar vervoer. De benenwagen is al eeuwen lang hèt vervoersmiddel in Rome. Ik loop dan ook graag in Rome. Zoals de Romekenner onder u misschien weet, heeft Rome zeven heuvels. Een van mijn favorieten is de Aventijn. Na het afdalen van deze heuvel komt u in een rozentuin waar u al snel van het idee wordt afgebracht dat er maar één soort rozen bestaat. De vaak al verlepte en verwelkte rozen worden voor de eeuwigheid vastgelegd door de vele Japanners. Na de rozentuin te hebben gehad, steekt u het Circo Massimo over, vroeger een renbaan, nu een ruïne. De laatste keer dat ik er was, vond er net een soort schoolexcursie plaats, tientallen kinderen, verkleed als Romeinse soldaten, verdeeld in twee groepen, liepen over het veld. Het zag er potsierlijk uit. Een van mijn lievelingskerken bevindt zich achter het Circo Massimo: de Santa Anastasia. Wat mij zo aanspreekt is het eenvoudige interieur, dat mij herinnert aan mijn thuiskerk. Van de Santa Anastasia sta je in no-time op de Palatijn, als je tenminste in het bezit bent van de juiste sleutels, of geniet je van het uitzicht op het Foro Romano, waarvandaan ooit “de wereld” bestuurd werd. Na veel omzwervingen kwam ik dan uiteindelijk toch uit in de Sint Pieter. En ik moet toegeven: het is niet verwonderlijk dat er zoveel toeristen op afstormen. Het ontwerp is geniaal. De kerk kent echter een wrede geschiedenis: ze is gebouwd op de plaats waar het circus van keizer Nero stond en waar Petrus gekruisigd en begraven is. De koepel is de kroon op zijn graf. Een groot deel van de bezoekers van de Sint Pieter zijn toeristen. Er komen echter nog steeds gelovigen van over de hele wereld. Het is wonderlijk om te zien wat de plek waar Petrus begraven ligt betekent voor veel mensen. Ik vind het zelf belangrijk te weten dat er nog steeds overblijfselen zijn van de mensen die een grote rol hebben gespeeld in het Christendom. Het geloof is meer dan een ideaal of een netwerk van vage mysteries. Uiteindelijk is het toch overgedragen door mensen die echt op deze aarde bestaan hebben. Guido Jacobs
9
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Sprangprëssessioun Zoals elke “derde” Pinksterdag vond er ook dit jaar in het pittoreske Luxemburgse Echternach de traditionele Springprocessie plaats. En ook dit jaar was er een delegatie uit Utrecht, onder andere van de St.-Catharinakathedraal en de St.-Augustinuskerk, maar ook van mensen buiten de parochie. Onder leiding van Nelly Stienstra en geestelijke begeleiding van onze pastores Van Dril en Schnell vertrok na de Mis op tweede Pinksterdag een bus vol bedevaartgangers die kant uit, een reis van bijna vijf uur. Voor sommigen was het de eerste keer, anderen waren er al eerder bij geweest, maar voor iedereen was het (weer) een bijzondere en zeer unieke ervaring. Maar wat houdt zo’n springprocessie nou in en hoe zat het ook al weer met Willibrord? Een korte impressie. De Processie van Echternach, zoals die officieel heet, is een optocht die elk jaar op de dinsdag na Pinksteren gehouden wordt in de Luxemburgse stad Echternach. In de volksmond wordt deze ook wel de Springprocessie (sprangprëssessioun in het Luxemburgs) of Dansprocessie genoemd. Deze katholieke processie wordt al sinds de middeleeuwen gehouden. In deze optocht wordt Sint Willibrord herdacht, die in 698 de Abdij van Echternach stichtte. Jazeker, dezelfde Willibrord die ooit gezeteld heeft in Utrecht als eerste Aartsbisschop voor de Friezen en die daarmee een belangrijke initiator was voor het Christendom in de Lage Landen. Zie hier de link tussen Utrecht en Echternach, beide plaatsen die onlosmakelijk met hem verbonden zijn. Er is eigenlijk niet super veel bekend over het leven van Willibrord. We weten dat hij in Engeland is geboren, als kind aan een klooster is afgestaan, op zijn twintigste in een Iers klooster is beland, en dat hij vanaf 690 rondtrok om kerken te stichten en het Christendom te verspreiden in het gebied dat nu de Benelux is. Gestorven in 714, ligt hij thans begraven in de crypte in de basiliek van de abdij van datzelfde Echternach. Hij werd al gauw als heilige vereerd en dat is zo tot op de dag van vandaag. Wij hebben in Utrecht (eindelijk) weer sinds 2002 een jaarlijkse Willibrordprocessie, waarbij een schrijn met relieken van Willibrord wordt rondgedragen door de stad. Maar de patroonheilige van Echternach wordt daar door bedevaartgangers op een wel zeer unieke wijze vereerd, en dat al eeuwen lang. De processie begint met een H. Mis in de Sint-Willibrordusbasiliek. Daarna worden de ongeveer 10.000 deelnemers aan de processie – die natuurlijk lang niet allemaal in de basiliek passen – toegesproken door de aartsbisschop van Luxemburg, Mgr. Franck. En dan gaan de eerste groepen op pad. Voorop gaan de zogenaamde “bidgroepen”, die niet springen, maar hardop de litanie van St. Willibrord bidden. Daarna komt “het echte werk”, de springgroepen, ieder begeleid door een muziekkorps. Tijdens het springen houden de deelnemers zich aan elkaar vast met witte zakdoeken en springen op de maat van de processiemars naar voren, afwisselend op hun linker- en rechtervoet. Dit is in 1947 zo ingesteld, omdat het toenmalige danspasje (drie stappen naar voren en twee terug) voor chaos zorgde. Op deze wijze trekken verschillende groepen pelgrims door de straten van de binnenstad. De stoet eindigt weer in de basiliek, waar onder de plechtige zegen van een abt nog langs de crypte van Sint-Willibrord, in een gang onder het altaar van de basiliek, wordt gedanst.
10
Binnenstad Bericht
Juni 2008
Dit is hoe de optocht zelf in elkaar zit. Toen wij in Echternach waren, kon je echt merken dat vrijwel alles in het teken stond van die processie. Alle vieringen en Missen in de basiliek waren overvol aan mensen, en het was voor velen staan geblazen. Overal hingen vlaggen. Er waren natuurlijk heel veel bezoekers. Bij winkels waren er her en der extra kraampjes om toeristen en pelgrims van versnaperingen en souvenirs te voorzien. Aan de rivier de Sure was er zelfs een heuse kermis. Ook de terrassen waren flink gevuld; gelukkig waren er genoeg voor zo’n klein stadje. Er kwamen zelfs mensen vanuit Duitsland, Prüm, vijftig kilometer verderop, die vertrokken waren op de avond ervoor, om ’s ochtends om acht uur voor de H. Mis te arriveren. Het spreekt voor zich dat voor hen een plekje vrijgehouden dient te worden op de bankjes in de basiliek. De hotels waren vanwege het gebeuren overvol. Gelukkig was er voor sommigen onder ons nog plaats op één van de nabij gelegen campings. Zeker met het mooie weer dat er ook was en met het glooiende landschap om Echternach heen is kamperen echt een aanrader. Het was evenzeer een welkome bijkomstigheid dat Pinksteren, en dus de processie, in een zomerachtige periode van de lente viel. De campingbeheerder zei wel, trouwens in vloeiend Nederlands, dat elke Springprocessie die hij al had meegemaakt met zonneschijn gepaard was gegaan. Al was de rest van Pinksteren verregend, voor onze Willibrord schijnt toch altijd de zon! Tijdens zo’n processie wordt er met de voeten gebeden. Het is een zeer serieuze aangelegenheid, die tegelijkertijd zeer uitbundig en vrolijk oogt met de pasjes die men maakt. Een combinatie die velen van ons wel aanspreekt: vroom- en vrolijkheid. Op de T-shirtjes, die voor deze gelegenheid voor de “Utrechters” door de familie Bunink werden gemaakt, staat dan ook niet voor niets dat geloven gezien mag worden, de slogan die in 2002 door Pastor Schnell werd gelanceerd, en sindsdien ook het motto van de Willibrordprocessie in september is. Ook onze kersverse aartsbisschop Eijk was van de partij. Hij wuifde glunderend naar ons toen wij voorbij kwamen huppelen, en wij zwaaiden terug, zakdoek aan zakdoek. Ook mooi is dat de beide Binnenstadpastores, na aan het hoofd van de stoet met alle andere priesters de route te hebben gelopen, het al dansend en in T-shirt gehuld nog eens dunnetjes met ons over deden. Dat benadrukte alleen maar meer de gemoedelijke en harmonieuze sfeer die er al was vanaf het begin van de busreis. Maar ook de hiërarchie speelde een rol. Pater van Dril en Pastor Schnell liepen de route nog een keer (voor de derde keer dus!), als ere-escorte van Aartsbisschop Eijk, die samen met alle ander prelaten en bisschoppen, de processie al zegenend afsloot. De melodie van de processiemars, waarmee we al bij aankomst verwelkomd werden, blijft nog lang in onze hoofden aanwezig en daarmee de herinnering aan de voor velen toch prachtige ervaring. Eén van de talloze voorbeelden dat geloven en gezelligheid hand in hand, van zakdoek tot zakdoek, samen kunnen gaan. Wellicht, hopelijk, gaan er volgend jaar twee bussen uit Utrecht richting Echternach met Pinksteren. Robert von dem Borne
11
Met dankbaarheid terugzien - In vertrouwen vooruit Dierbare parochianen van de Binnenstad Utrecht, u allen die mijn 40-jarig priesterjubileum hebben meegevierd, u hebt van 27 april 2008 een waarlijk onvergetelijke dag gemaakt. Het valt niet mee om onder woorden te brengen wat u mij hebt bereid: zoveel en intense belangstelling en alle tastbare blijken waarmee u dat tot uitdrukking hebt gebracht. Allereerst de feestelijke maar toch ook ingetogen liturgieviering, waarin mij een heel bijzondere blijk van genegenheid van de Heilige Stoel werd overhandigd: de laatste kelk van de Dienaar Gods Johannes Paulus II uit de pauselijke schatkamer; de huldiging die mij vervolgens ten deel viel; de twee en een half uur durende receptie waarin zovelen van u mij persoonlijk geluk hebben gewenst. Ik sta met mijn mond vol tanden om mijn dankbaarheid verder nog verbaal te uiten. Daarom mijn onuitsprekelijke dank aan u allen. Ik doe dat hier middels ons parochieblad. U begrijpt hopelijk dat ik u niet allen persoonlijk kan danken, zoals u mij persoonlijk hebt gefeliciteerd Wat mij ten zeerste heeft verblijd is wel dat het een feest geworden is van en voor de gehele parochie. Eens te meer is weer gebleken hoe onze beide kerkgemeenschappen, Sint Augustinus en Sint Catharina, de handen ineen kunnen slaan en vorm hebben gegeven aan deze prachtige dag. Terugkijkend op 40 jaren priesterschap onderscheid ik drie perioden: 22 jaar in Papua, het voormalige Nederlands Nieuw Guinea; daarna 10 jaar in Eindhoven, waar ik opnieuw kon ingroeien in het Nederlandse parochiepastoraat; en nu alweer bijna 7 jaar ben ik in uw midden in Utrecht. Wat de drie perioden met elkaar gemeen hebben is dat ik steeds met en voor mensen mocht werken en leven. In de loop der jaren werd voor mij het mysterie van de Kerk steeds tastbaarder. Met elkaar mogen wij zijn: Jezus Christus Die nu leeft op onze aarde in de kracht van Zijn Heilige Geest. Wij zijn Zijn ledematen, Zijn Lichaam. Dat worden wij door het sacrament van het Doopsel. Als priester ben ik geroepen om Hem present te stellen door Zijn woord te verkondigen, door de sacramenten te bedienen, maar ook in mijn eigen persoon, in mijn dagelijkse doen en laten. Als zwak, sterfelijk en zondig mens schiet ik daarin natuurlijk grandioos te kort. Maar God heeft voor ons geen andere dan menselijke handen. Daarom is Zijn Zoon ook mens geworden. Daarom kiest God steeds opnieuw weer mensen uit om op bijzondere wijze aan Zijn aanwezigheid gestalte te geven. Nogmaals, uit eigen kracht ben ik nergens en kan ik niet anders dan mijn zwakheden en tekorten belijden. Maar in de kracht en genade Gods worden wij allen, leden van de Kerk en lidmaten van Christus, toegerust om te worden waartoe wij geroepen zijn. Niemand kan dit alleen. Blijf dan voor mij bidden, blijf veel voor elkaar bidden, dat God de Heer Zijn genade zal schenken om ons allen bij te staan in het werk waartoe ieder van ons geroepen is. Pastoor J.W.M. van Dril osa