Binnenstad Totaal -
Visie op de Tilburgse binnenstad
Inhoudsopgave A. Inleiding
3
E. Programma
53
A.1. Inleiding
3
F. Vertaling naar deelgebieden
57
A.2. Opzet van het plan
7 F.1. Stadshart
57
F.2. Spoorzone
62
F.3. Binnenstad West
65
B. Visie op de binnenstad: strategie C. Functionele thema’s C.1. Economie
9 13
F.4. Veemarktkwartier
68
F.5. Centrum Zuid
70
G. Beheer en veiligheid
73
H. Uitvoering en organisatie
79
13
C.2. Wonen
15
C.3. Horeca
18
C.4. Toerisme en recreatie
19
C.5. Kunst en cultuur
22
C.6. Onderwijs
25
D. Ruimtelijke thema’s
27
D.1. Inleiding
27
D.2. Bebouwingsstructuur
30
D.3. Bereikbaarheid
37
D.4. Groen
46
D.5. Openbare ruimte
50
1
A. Inleiding A.1. Inleiding planvoorbereiding voordoet die wel gewenst is, worden die gestimuleerd
‘Binnenstad totaal’ Visie op de Tilburgse binnenstad
respectievelijk ingevuld. Er wordt aangesloten bij nieuwe beleidsontwikkelingen en nieuwe inzichten. De scope is daarbij niet uitsluitend gericht op de binnenstad zelf. Ook wordt aangesloten bij ontwikkelingen die van
Voor u ligt in een omvangrijk plan: het Masterplan
invloed zijn op het functioneren van de binnenstad (o.a. BrabantStad en
Binnenstad Totaal. Met recht een omvangrijk plan en met
Streekplan). Dat alles heeft geresulteerd in het nu voorliggende Masterplan
recht een masterplan.
Binnenstad. In dit plan wordt de toekomst van die binnenstad geformuleerd
De afgelopen jaren zijn diverse plannen en deelplannen voor
vanuit een samenhangende visie. De vertaling van die visie in plannen en
de binnenstad ontwikkeld. Er hebben zich tal van belangrijke
maatregelen vormt vervolgens een geïntegreerd geheel. Er ontstaat een
ontwikkelingen voorgedaan. Daarnaast is en wordt op
totaalconcept voor de toekomstige binnenstad.
uiteenlopende niveaus -rijk, provincie, gemeente- beleid ontwikkeld dat zijn weerslag heeft of dient te krijgen in de binnenstad. Tenslotte is het ruimtelijk, functioneel en fysiek
Economie, leefbaarheid en bereikbaarheid 3
sturing geven aan een binnenstad een geweldig complex proces. In de regie die de gemeente -in samenwerking met
Als 6e stad van Nederland moet Tilburg veel te bieden hebben. Dat geldt
uiteenlopende partijen- voert om de binnenstad de gewenste
niet in de laatste plaats voor de binnenstad. Die vormt een wezenlijk
ontwikkeling te geven, spelen oneindig veel factoren een
onderdeel van de stedelijke economie. Dat aandeel in die stedelijke
rol. Dit alles maakt dat het binnenstadsplan voor Tilburg
economie kan de binnenstad alleen maar leveren als de betreffende
omvangrijk en een masterplan moet zijn.
centrumstedelijke functies kwalitatief en kwantitatief aan de maat zijn. Maar behalve een economische heeft de binnenstad ook een verblijfsfunctie. In de binnenstad moet van alles te beleven zijn. Van winkelen tot werken, van wonen tot plezier maken. De verblijfs- en woonfunctie van een
Van deelontwikkelingen naar totaalvisie
binnenstad vereisen dat ze ook leefbaar is. In de zin van schoon, heel en veilig. De binnenstad moet er goed bij liggen. Maar ook kwalitatieve uitstr-
Alom bestaat in Tilburg behoefte aan een totaalvisie op de binnenstad.
aling hebben, in de zin van openbare ruimte en gebouwen. En natuurlijk
Die visie dient meerdere doelen. De in het recente verleden ontwikkelde
moet de binnenstad ook in de toekomst voor alle verkeersdeelnemers goed
plannen hadden vaak betrekking op deelfacetten of op deelgebieden. Ze
bereikbaar zijn. Economische belangen, leefbaarheid en bereikbaarheid
dienen, samen met andere ontwikkelingstrajecten, te worden geïntegreerd
vormen de centrale peilers onder de toekomst van de binnenstad. Voor een
tot één geheel. Waar noodzakelijke ontwikkelingen ontbreken of zich geen
optimaal functioneren dient er een goed evenwicht te zijn tussen genoemde
peilers. Het streven naar dat evenwicht sluit aan bij de betreffende doelen
prominente plek. De discussies over de toekomstige bereikbaarheid hebben
uit het MIOP en bij het beleidsplan van het college (ABC).
nog niet geleid tot besluiten. Tenslotte verdienen de verblijfsfunctie en de fysieke uitstraling van de binnenstad nog behoorlijk wat verbeteringen.
Van buiten naar binnen Binnenstad met onderscheidend vermogen Studeren op de toekomst van de binnenstad mag niet resulteren in
4
navelstaren. Het gaat niet alleen om de binnenkant van de stad. Er moet
De Tilburgse binnenstad laat zich niet vergelijken met die van andere
ook van buiten naar binnen worden gekeken. Aan die buitenkant doen zich
Brabantse steden. Uiteraard zijn er gelijkenissen in de zin van functies en
ontwikkelingen voor die grote gevolgen hebben voor de toekomstige
voorzieningen waarover elke binnenstad beschikt. Maar Tilburg heeft met
binnenstad. Zoals het streven binnen de context van BrabantStad naar een
zijn binnenstad een aantal mogelijkheden in huis die elders niet of in veel
kwalitatief sterke ontwikkeling en invulling van de binnenstad met onder
mindere mate te vinden zijn. Voorbeelden hiervan zijn kunst en cultuur,
meer aandacht voor hoogwaardig openbaar vervoer. En zoals de verstede-
evenementen en het uitgaansgebied. In die zin is er sprake van een
lijkingsopgave die behalve uit landelijke beleidskaders ook voortvloeit uit
voorsprong. Maar de Tilburgse binnenstad heeft ook nog een aantal inhaal-
het Streekplan 2002 Brabant in Balans en -als uitwerking daarvan- de
slagen te maken. Die liggen op het terrein van differentiatie in winkel-
steden-regio Breda-Tilburg. Die opgave leidt niet langer uitsluitend tot
aanbod, zakelijke dienstverlening en fysieke uitstraling.
uitbreiding van de stad maar ook en vooral tot inbreiding. Een en ander
De bestaande voorsprong behouden en verder uitbouwen en daarnaast de
komt mede tot uitdrukking in de in voorbereiding zijnde Structuurvisie
beoogde inhaalslagen maken. Daar gaat het om bij de toekomstige ontwik-
Tilburg. Genoemde ontwikkelingen hebben mede hun vertaling gekregen
keling van de binnenstad. Die ambities worden met dit Masterplan naar
in het Masterplan Binnenstad.
voren gebracht. Op thematische onderdelen betekent dat onder meer: kwaliteitsverbetering van het winkelaanbod met meer nadruk op funshoppen, stevig inzetten op vestigingsmogelijkheden voor zakelijke dienst-
Kwaliteiten aanwezig maar niet alle potenties benut
verlening, de woonfunctie sterk uitbreiden en kwalitatief verbeteren, een samenhangend besluit nemen over de toekomstige bereikbaarheid, de
Een analyse van de bestaande binnenstad levert een wisselend beeld op. Er
toeristische functie beter benutten en de toch al sterke positie op het
zijn al volop kwaliteiten. Zoals een kernwinkelgebied dat kwalitatief flink is
gebied van kunst en cultuur nog verder uitbouwen.
verbeterd. De binnenstad vormt een aantrekkelijk uitgaansgebied. Ook de attractiviteit op het gebied van toerisme en recreatie is sterk toegenomen. Daarnaast heeft de sterke positie die Tilburg inneemt op het gebied van
Transformatie zet door
kunst en cultuur, ook een positief effect op de binnenstad. Tenslotte zijn de fysieke kwaliteiten toegenomen door de ontwikkeling van bepaalde deel-
De programmatische vertaling van de beschreven ambities heeft tot gevolg
gebieden en door de realisering van opvallende bouwwerken.
dat de komende 15 jaar een fors ruimtebeslag op de binnenstad zal
Maar lang nog niet alle potenties zijn benut. Het centrumstedelijk wonen is
worden gedaan. De keuze voor inbreiding in plaats van uitbreiding leidt
onderbedeeld. De winkelfunctie kan met name kwalitatief nog groeien. De
onder meer tot een verdergaande verstedelijking. De binnenstad van 2015
zakelijke dienstverlening is enigszins gegroeid maar heeft nog lang geen
zal er anders uitzien. Er is geen sprake van een plotselinge gedaanteveran-
dering. Het is beter om te stellen dat het transformatieproces, dat zich het
tot vooral een economisch en cultureel hart van de stad en van de regio.
laatste decennium heeft ingezet, versterkt en versneld door zal zetten.
Een binnenstad die zich dynamisch en multifunctioneel kan ontwikkelen,
Zo zal de maatvoering van de binnenstad verder reiken dan wat nu nog het
die goed bereikbaar en een herhaald bezoek meer dan waard is, waar het
centrum heet. Ook buiten de huidige cityring zal de binnenstad zich
behalve goed toeven ook fijn wonen is en die zich in Brabant onderschei-
manifesteren. Op vitale punten zal de binnenstad zich nadrukkelijker laten
dend kan positioneren.
zien. Al met al wordt de Tilburgse binnenstad een stuk extroverter. Maar ook voor de introverte kant van de binnenstad is alle aandacht. Het verblijfsgebied wordt aantrekkelijker met meer sfeer en voorzieningen die ervoor zorgen dat het goed toeven is in de Tilburgse binnenstad. Last but not least biedt dit Masterplan de mogelijkheid om knopen door te hakken over de toekomstige bereikbaarheid.
Een integrale aanpak Met het Masterplan Binnenstad wordt recente en actuele planvorming op onderdelen in een bredere context geplaatst. Daaraan worden nieuwe plannen toegevoegd. Ontwikkelingen die tot voor kort eigen trajecten kenden, maken nu deel uit van dit Masterplan. Zoals de bereikbaarheid van de stad, de maatregelen voor sfeerverbetering van de Heuvel, de groenstructuur en veiligheid en beheer. Ook op het niveau van gebieden worden bestaande trajecten (Veemarktkwartier, Spoorzone, Pieter Vreedeplein) aan elkaar geknoopt en worden nieuwe ontwikkelingen toegevoegd (Binnenstad West, Centrum Zuid). Met als uiteindelijk resultaat dat er een totaalconcept ontstaat voor de binnenstad van de toekomst. De aanpak om de beoogde ontwikkelingen te sturen en stimuleren om aldus tot het gewenste resultaat te komen, zal integraal zijn. Dat komt tot uitdrukking in het totale programma van voornemens en in de ruimtelijke weerslag van dat programma. Ook de organisatie rond de uitvoering van dit Masterplan zal worden gekenmerkt door een integrale aanpak. Het Masterplan Binnenstad vormt al met al een scenario op hoofdlijnen waarmee de komende 15 jaar de binnenstad zich verder kan ontwikkelen
5
Zonekaart Tilburg
6
A.2. Opzet van het plan
In hoofdstuk G wordt aandacht geschonken aan de aspecten Beheer en Veiligheid en in hoofdstuk H wordt de organisatorische vormgeving rond de uitvoering van het Masterplan beschreven.
Het Masterplan Binnenstad Totaal geeft antwoord op de volgende 3 hoofdvragen: 1. Welke gevolgen hebben bestaande beleidskaders en actuele ontwikkelingen op het niveau van rijk, provincie en gemeente voor de toekomst van de binnenstad? 2. De binnenstad moet economisch sterk, goed bereikbaar en leefbaar zijn. Wat betekent die drievoudige doelstelling voor de functionele en ruimtelijke ontwikkeling van de binnenstad? 3. Hoe vertalen we de functionele en ruimtelijke consequenties in een concreet uitvoeringsprogramma?
Deze 3 vragen en de antwoorden daarop zijn de leidraad voor het voorliggende Masterplan Binnenstad Totaal. De algehele onderbouwing van het plan begint in hoofdstuk B. Daarin wordt de actuele visie op de binnenstad vertaald in een overall strategie. In die strategie worden op hoofdlijnen uitgangspunten en doelen geformuleerd en krijgt tevens het gemeentelijk, provinciaal en rijksbeleid zijn weerslag. De overall strategie uit hoofdstuk B wordt allereerst omgezet naar deelstrategieën per functioneel thema. Dat gebeurt in hoofdstuk C. Per thema vindt een beknopte analyse plaats van de bestaande situatie. Vervolgens wordt geschetst welk programma aan maatregelen en activiteiten nodig is om de ambities van dit Masterplan waar te maken. In hoofdstuk D gebeurt hetzelfde maar dan toegespitst op de ruimtelijke thema’s. Het uiteindelijke programma dat het resultaat is van C en D krijgt zijn vertaling in de gebieden waarin de binnenstad is te onderscheiden. De gebiedsbeschrijvingen staan in hoofdstuk F. Er is gekozen voor 5 gebieden. Dat versterkt de samenhang die in het Masterplan is nagestreefd.
7
8
B. visie op de binnenstad Een samenhangende strategie Identiteit van de huidige binnenstad De Tilburgse binnenstad is toe aan een nieuwe uitdaging. De afgelopen decennia is er al heel veel gebeurd dat heeft
De binnenstad behoort tot de belangrijkste identiteitskenmerken van een
bijgedragen aan een functionele en ruimtelijke kwaliteits-
stad. Met andere woorden: aan een binnenstad kun je vaak aflezen wat een
verbetering van de binnenstad. Wat dat betreft kan Tilburg
stad te bieden heeft. Het beeld dat mensen, organisaties en bedrijven van
zijn zegeningen tellen. Maar het karwei is daarmee nog lang
een stad hebben, wordt in belangrijke mate beïnvloed door het beeld dat
niet af. Er is een langdurig en intensief proces nodig dat
ze van de binnenstad hebben.
sturing geeft aan de toekomstige ontwikkeling van de
In het algemeen geldt dat een bedrijf om zijn positie en koers te kunnen
binnenstad. Dat proces moet zijn gebaseerd op een duidelijke
bepalen, moet weten wat op dat moment zijn identiteit is. Voor een stad
visie, een strategie. Die maakt het mogelijk dat heldere
geldt min of meer hetzelfde. Zet je een koers voor de toekomst uit, dan
keuzes worden gemaakt. De strategie geeft aan wat de grote
formuleer je eerst hoe de vlag er bij hangt.
lijnen zijn. De invulling vindt plaats op het niveau van
Wanneer we naar de huidige identiteitskenmerken van de binnenstad
binnenstadsfuncties en binnenstadsgebieden. En dat alles
kijken, ontstaat samenvattend het volgende beeld:
dan in samenhang met elkaar. Samenhang is het sleutelwoord
Verborgen kwaliteiten
voor de verdere ontwikkeling van de Tilburgse binnenstad.
De Tilburgse binnenstad van nu is een binnenstad van verborgen kwaliteiten. Vooral voor bezoekers van buiten ontvouwt de binnenstad zich weinig manifest. Met name voor wie met het openbaar vervoer of de auto naar
Sinds de vaststelling van de Nota Binnenstad Tilburg (1995) heeft de
Tilburg komt, oefent de binnenstad geen natuurlijke aantrekkingskracht uit.
ontwikkeling van de binnenstad zich grotendeels voltrokken op het niveau
Je moet op zoek naar de kwaliteiten. Die zijn vervolgens zeer verrassend.
van deelgebieden en afzonderlijke thema’s. Die ontwikkeling heeft de stad
In de vorm van opvallende gebouwen, historische maar vooral ook moderne.
bepaald geen windeieren gelegd. Niettemin is er sterk behoefte om alle
Of in de vorm van een kwalitatief hoogwaardig kunst- en cultuuraanbod
afzonderlijke trajecten nu samenhangend met elkaar te verweven. De
waarmee Tilburg zich (inter)nationaal in de schijnwerpers plaatst.
economische en sociaal-maatschappelijke invloeden van een binnenstad op
Compact maar niet coherent
de totale stad zijn zodanig dat verdere ontwikkeling alleen in samenhang
De Tilburgse binnenstad kent een prettige maat. Door zijn compactheid is
kan worden bezien. Daarnaast is het fenomeen binnenstad een gegeven
de binnenstad overzichtelijk en zijn alle onderdelen te voet gemakkelijk
dat uitsluitend als eenduidige entiteit kan worden bezien. Tenslotte zijn in
bereikbaar. Toch zit het gebied niet coherent in elkaar. Veel hoogtepunten
het verleden verschillende (deel)plannen gemaakt en ontwikkelingen in
van de binnenstad leiden een solitair bestaan. Er zijn onvoldoende ruimte-
gang gezet zonder dat daadwerkelijk de finish is bereikt.
lijke en functionele verbanden. Kortom, de binnenstad is niet overal en in alle opzichten gemakkelijk leesbaar.
9
10
Levendig maar niet optimaal vitaal
woningbouwprogramma grotendeels in de bestaande stad en dus ook in de
Als grote stad kent Tilburg een levendige binnenstad. Winkelen, uitgaan,
binnenstad moet worden gerealiseerd.
wonen, kunst en cultuur, evenementen, bedrijvigheid. Het zijn allemaal
De opgaven voor verstedelijking komen ook voort uit het Streekplan
ingrediënten die voor de nodige dynamiek zorgen. Maar optimaal vitaal is
Brabant in Balans (2002), waarin Tilburg samen met o.a. Breda een stedelijke
de binnenstad nog niet. Zeker niet in economisch opzicht. Het beperkte
regio vormt, en uit de knooppuntfunctie die Tilburg dient te vervullen
verzorgingsgebied van de detailhandel is een gegeven maar hoeft geen
binnen het stedelijk netwerk BrabantStad.
blokkade te vormen voor nieuwe perspectieven.
Sinds 2002 functioneert BrabantStad als een volwaardig en voortvarend
Differentiatie biedt kansen
samenwerkingsverband van de grote Brabantse steden (B5). De vijf willen
Tilburg kent een opvallend gedifferentieerde binnenstad. Behalve winkels
een kwaliteitssprong maken op economisch, ruimtelijk, sociaal en cultureel
en woningen herbergt de binnenstad met name veel kunst en cultuur,
gebied. Als sterke, vitale en compacte steden kunnen ze een belangrijke
uitgaansgelegenheden en kleinschalige bedrijvigheid. Die differentiatie
bijdrage leveren aan de welvaart en het welzijn van Brabant. Dit vanuit het
biedt kansen voor toekomstige ontwikkelingen. Waar andere binnensteden
besef dat de steden de motor zijn van de economie alsmede centra van
sterk leunen op de monocultuur van detailhandel, kan Tilburg zich
culturele vernieuwing en vermaak en het decor van veelzijdige en multi-
onderscheiden met een afwisselend aanbod.
culturele ontmoetingen. BrabantStad is een stedelijk netwerk dat duidelijk
Transformatie als inspiratiebron
een eigen positie claimt naar provincie en rijk. De ambities van BrabantStad
In de transformatie die Tilburg de afgelopen jaren heeft ondergaan, heeft
en daarmee ook van de
de stad al de nodige durf aan de dag gelegd. Met name de realisering van
afzonderlijke steden
belangrijke voorzieningen en projecten heeft ervoor gezorgd dat Tilburg
hebben mede gevolgen
zich zelfbewust kan presenteren aan eigen inwoners en aan bezoekers. Van
voor de toekomst van de
de behaalde successen is een inspirerende werking uitgegaan. Die inspira-
binnensteden. Voor alle
tie vormt een belangrijke voedingsbodem voor de vervolgstappen die met
5 geldt dat er verhoogde
dit Masterplan Binnenstad worden gezet. Daarin gaat het behalve om
aandacht bestaat voor
afzonderlijke projecten en locaties ook en vooral om het groter geheel. Nu
het ontwikkelen van een
onverdroten en met nog meer lef verder gaan, dat is nodig om de binnen-
hoogwaardig binnen-
stad als totaal verder te ontwikkelen en compleet te maken.
stedelijk centrum-milieu. Voor Tilburg betekent dit dat de jaren geleden
Focus op binnenstedelijke vernieuwing en moderne verstedelijking
reeds ingezette transformatie van de binnenstad, in versterkte mate
Diverse ontwikkelingen geven aanleiding om de komende 15 jaar de focus
wordt voortgezet.
te richten op binnenstedelijke vernieuwing en moderne verstedelijking. Het
Belangrijke aspecten
ruimtelijk beleid gaat ervan uit dat verdere druk op het buitengebied moet
daarin zijn onder meer
worden vermeden waar het gaat om het toevoegen van ruimte vragende
de economische functie
programma’s zoals woningbouw. Dat impliceert dat het toekomstige
van de binnenstad, het
binnenstedelijk woonmilieu, de bereikbaarheid en verkeerscirculatie, de
Tilburgse binnenstad. Die kwaliteiten hebben betrekking op winkelen,
ontsluiting van de (binnen)stad naar nieuwe, hoogwaardige openbaar
horeca, uitgaan, wonen, kunst en cultuur, (kleinschalige) bedrijvigheid,
vervoer mogelijkheden (OV netwerk BrabantStad)) en de sociaal-culturele
onderwijs, toerisme en recreatie, openbare ruimte en verkeer en vervoer.
functie. De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn in dit Masterplan terug
Bestaande kwaliteiten worden zichtbaar gemaakt. Nieuwe kwaliteiten
te vinden in de thema’s en alsmede bij de uitwerking van het programma
komen tot stand door met voortvarendheid en durf te werken aan en te
in de verschillende gebieden.
investeren in een eigentijdse invulling. Daarbij is de compacte maat van de
De geschetste ontwikkelingen hebben een verdere verdichting van de
bestaande binnenstad niet langer zaligmakend. De functionele en ruimtelijke
binnenstad tot gevolg. Op locaties die zich daarvoor lenen zal dit voor
invulling zal aan de ene kant leiden tot een intensiever gebruik van
wonen en werken een intensief ruimtegebruik tot gevolg hebben. In de
bestaande ruimtes en aan de andere kant het enigszins uitdijen van de
context van die verstedelijking liggen er kansen om de binnenstedelijke
binnenstad tot gevolg hebben. Het uiteindelijke doel is een binnenstad te
infrastructuur te verbeteren en in de ruimtelijke vormgeving eigentijdse
realiseren die economisch én sociaal-maatschappelijk zeer vitaal is, een
accenten aan te brengen die bijdragen aan een moderne uitstraling van
hoogwaardige uitstraling kent en zowel binnen de stad als daarbuiten kan
de binnenstad en daarmee van de stad als totaal.
rekenen op positieve beeldvorming.
De uitdaging uitgedrukt in thema’s De nieuwe uitdaging Een integraal strategische benadering van de ontwikkeling van de binnenWerken aan de toekomst van de Tilburgse binnenstad betekent dat nauw
stad heeft alleen betekenis, als per binnenstadsfunctie en per binnenstads-
moet worden aangesloten bij de sterke en zwakke kanten die uit de in dit
gebied de (deel)strategie daarop is afgestemd. Die invullingen zijn verderop
hoofdstuk geschetste identiteitskenmerken naar voren komen.
in dit Masterplan terug te vinden. Reeds op deze plaats wordt benadrukt dat
De uitdaging is dan dat de Tilburgse binnenstad:
die invulling per functie en per deelgebied geen rigide benadering mag
• zich nadrukkelijker manifesteert
kennen. Er moet voortdurend sprake zijn van samenhang. Alleen dan heeft
• zich laat beleven als één geheel
een integrale aanpak en ontwikkeling kans van slagen. Met andere woorden,
• verder dynamiseert
integraliteit en kwaliteit vormen de paraplu boven alle ontwikkelingen. Die
• zich kan onderscheiden van andere binnensteden
benadering laat zich vertalen in de volgende thema’s:
• verder transformeert en van aanzien verandert.
Een ondernemende binnenstad Samengevat luidt de nieuwe uitdaging:
De binnenstad levert een belangrijke bijdrage aan de stedelijke economie en is in die zin een kloppend hart van de stad. De economische vitaliteit
Tilburg streeft nadrukkelijk naar een identiteit van de binnenstad die vooral
wordt gekenmerkt door gedifferentieerde bedrijvigheid met als belangrijk-
is gebaseerd op eigen kwaliteiten. Op die manier kan binnen de context
ste sectoren: grootschalige en kleinschalige dienstverlening, detailhandel,
van BrabantStad een onderscheiden positie worden verworven. Er wordt
horeca, kunst en cultuur, ICT, toerisme en recreatie en uiteenlopende
dus niet de concurrentie gezocht met andere steden op basis van een
kleinschalige -deels ambachtelijke- bedrijvigheid. De ontwikkeling van de
soort-gelijk aanbod. Het onderscheid bestaat uit een complementair
binnenstad leidt ertoe dat dit stadsdeel in economisch opzicht een factor
aanbod dat is gebaseerd op eigen, gedifferentieerde kwaliteiten van de
van belang gaat vormen binnen de gehele stedelijke economie.
11
Een uitnodigende en gastvrije binnenstad
ken actoren in die binnenstad intensief met elkaar samenwerken. Tilburg
De binnenstad moet in velerlei opzichten uitnodigen. Die uitnodiging moet
heeft op dat gebied -onder meer met de Stichting Stadskern- al laten zien
zijn gericht op:
waartoe de binnenstad in staat is. De basis voor verdere samenwerking in
• Ondernemers, door middel van een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
de toekomst is daarmee gelegd.
• Bewoners, door middel van een attractief en gedifferentieerd centrumstedelijk woonmilieu. • Bezoekers uit Tilburg, uit Midden-Brabant en uit binnen- en buitenland. De binnenstad moet zich daarom fysiek manifesteren alsmede herkenbaar én goed bereikbaar zijn. Het inhoudelijke aanbod moet eigentijds en onderscheidend zijn. De binnenstad is bovendien ‘schoon, heel en veilig’.
Een bruisende binnenstad Met bruisend wordt meer bedoeld dan de min of meer clichématige optelsom van traditionele centrumactiviteiten. Naast het aanbod in de vorm van winkels, horeca, cultuur en vermaak dat grote steden doorgaans te bieden hebben, wil Tilburg de som der kwaliteiten laten bestaan uit: nieuwe winkelformules, een eigentijds aanbod op het gebied van vrijetijdsbesteding, vernieuwende kunst- en cultuurvoorzieningen en opvallende evenementen en performances. Dit alles binnen een binnenstadsbeeld dat
12
respect uitstraalt voor historische verworvenheden maar daarbij ook oog heeft voor een eigentijdse en min of meer eigenzinnige invulling.
Een warme binnenstad Tilburg wil en kan overigens ook niet de opvatting aanhangen dat alleen een historisch bepaalde binnenstad voor de nodige intimiteit kan zorgen. De hiervoor beschreven thema’s maken duidelijk dat ook op andere manieren de echte centrumbeleving gestalte kan krijgen. Daarnaast moet het warme karakter van de Tilburgse binnenstad zijn gebaseerd op de aspecten veiligheid, duurzaamheid en zorgzaamheid.
Een samenhangende én samenwerkende binnenstad De Tilburgse binnenstad moet zich als één geheel verder ontwikkelen en manifesteren. ‘Ontwikkelingen op locatie’ hebben hun eigen betekenis maar staan in dienst van het totaal. Functionele invullingen vinden plaats in samenhang. Deze doelen zijn alleen realiseerbaar, wanneer ook alle betrok-
C. Functionele thema’s C.1. Economie Detailhandel, nov. 2002) is gekozen voor zowel kwantitatieve als kwalita-
Keuzes voor specialisatie en nieuwe dynamiek
tieve versterking van de winkelstructuur in de binnenstad. Het winkelareaal dient meer in overeenstemming te zijn met het verzorgingsgebied. Dat
In het kader van de ontwikkeling van BrabantStad is Tilburg
omvat de stad en omliggende regio, inclusief gemeenten vlak over de
een economisch vitale functie toebedacht. Ook de rol van
Belgische grens. In toenemende mate komen daar toeristen en andere
Tilburg als knooppunt in het OV netwerk is van invloed op
bezoekers van buiten bij. Er worden ruim 40.000 m2 detailhandel en
de economische positie van de stad. De gevolgen hiervan
baliefuncties aan de binnenstad toegevoegd. Deze schaalvergroting wordt
hebben ook hun weerslag op de economische ontwikkeling
voor een belangrijk deel gerealiseerd met het nieuwe Pieter Vreedeplein.
van de binnenstad. De belangrijkste economische actoren in
Daarnaast zijn er toevoegingen in de Spoorzone en in mindere mate in
die binnenstad zijn de detailhandel, de dienstverlening, de
Binnenstad West en Veemarktkwartier. In kwalitatief opzicht verschuift het
horeca, kunst en cultuur, evenementen en gedifferentieerde
beleid in de richting van het creëren van een specifiek winkelaanbod.
kleinschalige bedrijvigheid.
Bijzondere winkelformules, nieuwe vormen van funshoppen en een aanbod in de vorm van kleinschalige, bijzondere winkels zullen een grotere aantrekkingskracht op stad en regio uitoefenen dan ‘meer van hetzelfde’.
In aansluiting op de strategische keuze om de binnenstad van Tilburg een
Zelfs kan van een dergelijk aanbod een bovenregionale aantrekkingskracht
onderscheiden positie te geven dient ook de economische ontwikkeling te
uitgaan.
worden bezien. Tilburg is er niet bij gebaat om ‘collega-binnensteden’ te
Dat aanbod
kopiëren. Kiezen voor specialisatie moet het winnen van het streven om in
kenmerkt zich
alles compleet te zijn. Dus kwaliteit vóór kwantiteit.
overigens niet alleen door een uitgekiend
Detailhandel
en gedifferentieerd winkel-
In het verleden heeft Tilburg gekozen voor absolute groei van de detail-
milieu. De
handel in het centrum. De omvang van het huidige verzorgingsgebied van
meerwaarde
het centrum is echter beperkt. Bovendien kent Tilburg op het gebied van
van de
detailhandel goed geoutilleerde wijkcentra. Deze centra mogen zelfs in
binnenstad is
volume groeien, zolang ze zich concentreren op dagelijkse goederen. In de
opgebouwd
Kadernota voor gemeentelijk detailhandelbeleid 2003-2010 (Ruimte Voor
uit meerdere
13
elementen: horeca, kunst en cultuur, activiteiten in de openbare ruimte.
gepresenteerd en maakt in die zin deel uit van dit Masterplan. De
Kortom, het gaat om sfeer en entourage. Daar hoort ook de fysieke
Spoorzone kan uitgroeien tot een nieuw zaken- en dienstverlenings-
kwaliteit van de omgeving bij. In en rond het kernwinkelgebied wordt die
centrum. Dit in combinatie met andere functies zoals wonen, onderwijs,
kwaliteit met name verhoogd door de ontwikkeling van het Pieter
cultuur en wijkvoorzieningen.
Vreedeplein (F.1.) en Binnenstad West (F.3.).
In de Nota Ruimte voor Kantoren 2001-2015 was reeds rekening gehouden
Naast deze nieuwe binnenstadslocaties verdienen ook de bestaande
met toevoeging van 120.000 m2 bvo in wat toen de Stationszone heette. De
onderdelen van het kernwinkelgebied de aandacht. Het grootste deel
plannen voor de Spoorzone houden rekening met een toevoeging van ruim
daarvan heeft inmiddels de beoogde metamorfose ondergaan.
40.000 m2 met daar bovenop ruimte voor andere bedrijvigheid en eventuele
De kwaliteit van het openbaar gebied is en wordt zeer sterk verbeterd.
hotel- en congresfaciliteiten. Voor wat betreft de invulling van kantoren
De beeldkwaliteit van de straatwanden gaat, mede dankzij het convenant
wordt met name gestreefd naar de vestiging van de grotere, arbeidsintensie-
met de ondernemers, stukje bij beetje vooruit.
ve dienstverleners (banken, verzekeraars, overheid en semi-overheid). Zie F.2. voor een meer uitvoerige beschrijving van het gebied Spoorzone.
Nieuwe dynamiek aan het spoor Kleinschalige bedrijvigheid: binnenstad als broedplaats De dienstverlening in
14
Tilburg is de laatste jaren
Het centrum van een grote stad dient ook ruimte te hebben voor kleinscha-
weliswaar minder sterk
lige bedrijvigheid, van traditioneel ambachtelijk tot zeer innovatief. De
gegroeid dan in andere
Tilburgse binnenstad heeft die ruimte van oudsher geboden. Maar de
steden maar bewegingen in
komende jaren krijgt de broedplaatsfunctie voor (jonge) ondernemers in de
de markt maken duidelijk
binnenstad nog sterkere accenten. In het Veemarktkwartier is die ontwikke-
dat de Tilburgse potenties
ling al op gang gekomen. Steeds meer vastgoed krijgt daar een bedrijfs-
benut gaan worden. Na een
bestemming voor ondernemers op het gebied van kunst en cultuur en ICT.
aanvankelijke stagnatie zit
Met name starters en doorstarters vinden hier hun plek. Ook in Binnenstad
er weer dynamiek in de
West wordt nadrukkelijk rekening gehouden met mogelijkheden voor
kantorensector in Tilburg.
bedrijvigheid (detailhandel, ambachten, kunstnijverheid, horeca) die de
Dat is waar te nemen op de
intimiteit van dit binnenstadsdeel kan accentueren.
locatie die voorheen werd
Met de beoogde invulling zal de binnenstad in toenemende mate als
aangeduid als Stationszone.
broedplaats functioneren op het gebied van kleinschalige bedrijvigheid. Het
Dat gebied gaat deel
gaat dan om bedrijvigheid die niet alleen ondernemers kansen biedt maar
uitmaken van een groter
die ook bijdraagt aan kwaliteitsverbetering in de zin van sfeerbeleving en
geheel: het gebied
fysieke omgeving.
Spoorzone. De stedenbouwkundige visie voor dat
Aan de economische functies horeca en toerisme/recreatie wordt afzonder-
gebied is inmiddels
lijk aandacht besteed in de hoofdstukken C.3. en C.4.
C.2. Wonen
woonkwaliteit en intensivering van het ruimtegebruik belangrijke speerpunten zijn. Bovendien is in de woningbehoefteraming van de Woonvisie rekening gehouden met taak die Tilburg heeft in het opvangen van de
Grenzen verleggen
regionale en landelijke bevolkingsgroei. Tilburg wil die taak met name invullen door het realiseren van woningbouw op inbreidingslocaties. De
Zonder een goed woonklimaat kan een stad niet compleet
totale opgave omvat de bouw van 6.000 woningen in of nabij de binnen-
zijn. Hetzelfde geldt voor de binnenstad. Het wonen is daar,
stad. Spoorzone en Piushaven zijn in dat verband de belangrijkste locaties.
naast de andere binnenstedelijke functies, een van de wezenskenmerken die moeten zorgen voor de nodige multifunctionaliteit. Veel binnensteden vertonen na sluitings-
Vraag en aanbod
tijd van de winkels een desolate aanblik. Een goed verzorgde woonfunctie kan ertoe bijdragen dat een binnenstad ook
Overeenkomstig de algemene trend in Nederland is het wonen in de
op stillere momenten toch levendig is. Wonen in de binnen-
Tilburgse binnenstad erg populair. Maar -evenals elders in het land-
stad is in trek bij uiteenlopende woonconsumenten. Die
overstijgt de vraag het aanbod. Van de totale Tilburgse woningvoorraad
stellen elk hun eisen, niet alleen aan de woning zelf maar
heeft het centrum met 4% slechts een zeer beperkt aandeel. Met name is
ook aan het binnenstedelijk woonklimaat; onder meer op het
er een tekort aan koopwoningen in het centrum-stedelijke woonmilieu.
gebied van voorzieningen en (sociale) veiligheid. Wil de
Uitbreiding van het aanbod is dus sowieso gewenst. Daarnaast dient de
Tilburgse binnenstad daarop kunnen inspelen, dan moeten
kwaliteit van het aanbod te worden verhoogd. Uitbreiden, verdichten én
kwaliteit en differentiatie van het woningaanbod worden
een kwaliteitsslag maken, daar gaat het om.
15
versterkt. Zelfs in die mate dat er niet alleen wordt gebouwd voor de vraag uit de eigen bevolking, maar er ook specifiek aanbod voor woonconsumenten van elders wordt gecreëerd.
Inspelen op trends en ontwikkelingen
Bovendien blijft met een uitdijende binnenstad de woonfunctie niet langer voornamelijk beperkt tot het Stadshart. Met
De verdere invulling van de woonfunctie in de binnenstad biedt de
het centrum-stedelijk wonen worden grenzen letterlijk en
mogelijkheid om te spelen op diverse landelijke trends en op ontwikkelingen
figuurlijk verlegd.
die zich daarnaast in Tilburg voordoen. Tot die trends en ontwikkelingen behoren onder andere de vergrijzing, de toegenomen individualisering en het gegeven van de multiculturele samenleving. Er ontstaan nieuwe
In de in 2002 vastgestelde WoonVisie is een van de beleidsuitgangspunten
woonwensen, de ruimteconsumptie stijgt en samenlevingsaspecten spelen
dat de kwaliteit van en de verscheidenheid aan woonmilieus in Tilburg
een belangrijke rol bij de invulling van de woonfunctie. Recente ontwikke-
moeten worden verhoogd. Met name het wonen in en nabij het stadscen-
lingen zijn de sterk gestegen huizenprijzen, de stagnerende economie en
trum kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. In de WoonVisie krijgt
de oplopende achterstand in het woningbouwprogramma. Dat noodzaakt
het centrum-stedelijk wonen veel aandacht. Hiermee wordt aangesloten bij
onder meer tot extra inspanningen om senioren en studenten een adequaat
zowel het rijksbeleid (Nota Wonen en 5e Nota Ruimtelijke Ordening) als het
aanbod te doen en om behalve in vrije sector woningen ook te voorzien in
provinciaal beleid (Streekplan) waarin de verbetering van de stedelijke
een aanbod van koop- en huurwoningen in een lager prijssegment.
Met de geschetste trends en ontwikkelingen moet bij de verdere ontwikkeling van de binnenstad rekening worden gehouden. Dat betekent onder meer: een goede verhouding tussen vrije sector en sociale woningbouw; ruimte voor individueel wonen maar ook voor gezinnen met kinderen; de woonomgeving (sociaal klimaat en voorzieningen) mede afstemmen op ouderen maar ook op jongeren; in de uiteindelijke programmering en daarmee samenhangend de gebiedsontwikkelingen inspelen op nieuwe woontrends maar ook rekening houden met traditionele behoeften; voor wat betreft de woonomgeving voorzieningen in stand houden of nieuwe realiseren die bijdragen aan de beoogde sociale cohesie.
Bestaande woonmilieus De ontwikkeling van de binnenstad biedt voldoende mogelijkheden om aan de beschreven opgaven te voldoen.
16
In de reeds bestaande woongebieden in de binnenstad zal de kwaliteit van
extra’s/surplus behalve aan de combinatie met cultuur-, winkel- (/hotel-) en
het woonmilieu worden behouden en waar nodig versterkt. Bijzondere
onderwijsvoorzieningen ook aan de hoogwaardige architectuur, het
aandacht in dit verband vraagt het woonmilieu tussen de Heuvelstraat en
specifieke woongerelateerde service-/dienstenniveau en een optimale
de Spoorlaan. In de monumentale straten zijn reeds goede ontwikkelingen
bereikbaarheid. We spreken in dit verband van een ‘centrumstedelijk plus
aan de gang die zorgen voor evenwicht tussen wonen, winkelen, werken
woonmilieu’. Het gaat dan om een aanbod van woningen en voorzieningen
en horeca. In het tussenliggende gebied zal het intieme woonmilieu
voor een doelgroep die hiernaar specifiek op zoek is. Behalve uit stad en
-geschikt voor uiteenlopende woonconsumenten (kleine huishoudens
regio, komen deze woningzoekenden ook elders uit Nederland, met name
-jongeren, ouderen- en gezinnen)- worden gekoesterd. Intensivering van
uit de Randstad.
het centrum-stedelijke woonmilieu is voorzien bij de invulling van het
Aan de zuidzijde van het spoor staan reeds projecten op stapel die zullen
Pieter Vreedeplein (F.1. Stadshart), in de buurt van het Piusplein (F.1.
leiden tot woningbouw in combinatie met kantoren en parkeren in één
Stadshart) en op en rond het Koningsplein (F.5. Centrum Zuid). Daarnaast
gebouw(structuur): Haestrechtkwartier, Hollandterrein en Vormenfabriek.
zullen ook verdichtingsmogelijkheden van kleinere omvang worden benut.
Hier ontstaat een nieuw woningaanbod in Tilburg dat kan concurreren met bepaalde randstedelijke woonmilieus.
HOOGwaardig wonen: Spoorzone Uitbreiding van het centrum-stedelijk wonen is met name voorzien in het binnenstedelijk gebied Spoorzone. Hier krijgt wonen een HOOGwaardig karakter. De op deze locatie voorziene woonmilieus ontlenen hun
Wonen in de binnenstad
17
buiten-centrum wonen (grondgebonden woningen) meergezinswoningen (appartementen) centrum-stedelijk wonen (verdichting)
C.3. Horeca
plaats tussen gemeente en horeca. De beleidsnota zal naar verwachting in het najaar van 2003 verschijnen.
Geen grote veranderingen, wel specifieke aanvullingen Beperkte ontwikkelingen mogelijk Van het horecaconcentratiegebied dat in de binnenstad ligt, bevinden zich de meeste vestigingen rond een aantal
Een verdere ontwikkeling van de horeca in de binnenstad gaat uit van de
prominente ontmoetingsplekken in het centrum. De laatste
volgende uitgangspunten:
jaren heeft de horeca in de binnenstad een goede ontwikke-
• Er moet een goede balans zijn tussen dag- en nachthoreca.
ling doorgemaakt. Met als gevolg een positieve bijdrage aan
• Er moet behalve voor de doelgroep jeugd ook voldoende horeca zijn
het uitgaansklimaat en daarmee aan de levendigheid van het stadscentrum. De horeca ontwikkelt zich ook steeds meer als een belangrijke economische pijler van de binnenstad. Tilburg wil daar beheerst op inspelen.
voor andere leeftijdscategorieën. • De horecabranchering moet zijn afgestemd op de omgeving en dus passen bij het beoogde klimaat van een bepaald binnenstadsgebied. • Horecavestigingen kunnen binnen de echte concentraties op zichzelf staan. Maar in andere delen van de binnenstad zijn ze nodig om andere vitale functies (winkelen, bedrijvigheid, cultuur, recreatie) en daarmee
Bewust wordt de term ‘inspelen’ gehanteerd. De gemeentelijke overheid heeft immers slechts beperkte mogelijkheden in het aantrekken van horecavestigingen en het beïnvloeden van de horecabranchering.
de betreffende gebiedsontwikkeling te versterken. • Horeca is een sterk punt geworden van de binnenstad. Om die situatie tenminste te handhaven, zal moeten worden ingespeeld op nieuwe trends.
18 Als 6e stad van Nederland staat Tilburg op de 19e plaats van grote steden
Samengevat betekent het bovenstaande dat het bestaande horecaconcentra-
voor wat betreft het aantal horecavestigingen. Hiervan is ongeveer 1/3
tiegebied inclusief de leisurevoorzieningen van het Pieter Vreeedeplein niet
(ca. 200 ondernemingen) gevestigd in de binnenstad.
wordt uitgebreid en dat zich daarbinnen hooguit beperkte veranderingen
Mede dankzij de groei van de horeca heeft Tilburg zich als uitgaansstad
voordoen. De nadruk zal veeleer liggen op het stimuleren van kleinschalige
duidelijk op de kaart kunnen zetten. Dat is een duidelijk voordeel. De keer-
ontwikkelingen, waarbij horeca een toegevoegde waarde betekent voor niet-
zijde van de medaille is dat bij een groeiende horeca de binnenstad in
uitgaansgebieden. Specifiek valt de denken aan horeca passend bij de sfeer
toenemende mate te maken krijgt met de nadelen in de vorm van overlast en
van het binnenstadsgebied
onveiligheid. Die zijn in Tilburg niet groter dan in vergelijkbare binnensteden.
Binnenstad West en eventueel
De Tilburgse binnenstad is er zelfs in geslaagd om binnen de aanwezige
gekoppeld aan cultuurontwikke-
mogelijkheden, overlast en onveiligheid zoveel mogelijk te beperken. Dit is
lingen (Scala). Ook worden de
mede te danken aan het constructieve overleg tussen gemeente, politie en
mogelijkheden nagegaan voor
horeca (via de horecapleinen) en de convenanten die daaruit zijn ontstaan.
de vestiging van een grootschalige, eigentijdse uitgaans-
Bij het verschijnen van het onderhavige Masterplan is de ontwikkeling van
gelegenheid in het gebied
een nieuwe horecabeleidsnota in ontwikkeling. Daarover vindt overleg
Spoorzone.
C.4. Toerisme en recreatie
bezoekersaantal van 250.000. Maar ook het openbaar gebied van het stadscentrum vervult met de Tilburgse Traktaties een soortgelijke functie. Hiertoe behoren onder meer de Tilburgse Kermis, Festival Mundial en het
Binnenstad als eigentijds podium
internationale Folkfestival. De toenemende attractiviteit van de binnenstad is in sterke mate te danken
De Tilburgse binnenstad is de afgelopen jaren een stuk
aan het rijke kunst- en cultuuraanbod van Tilburg. Behalve musea en
bruisender en daardoor aantrekkelijker geworden. Voor
uiteenlopende cultuurpodia behoren tot dat aanbod ook de kunstgalerieën,
eigen inwoners en bewoners uit de regio. Maar ook voor
uiteenlopende performances en beeldende kunst in de openbare ruimte.
bezoekers die van verder komen. Tilburg is een voorsprong
Dankzij het eigentijdse aanbod is Tilburg behalve bij bestaande ook bij
aan het opbouwen waar het de podiumfunctie van de binnen-
nieuwe publieksgroepen in trek.
stad betreft. Die voorsprong moet worden behouden en zelfs verder worden uitgebouwd.
Temidden van een regio met tal van verblijfsaccommodaties voor verblijfstoeristen en toprecreatiebedrijven die grote aantallen dagjesmensen trekken, kan Tilburg een belangrijke centrumfunctie vervullen. Temeer omdat dagtoerisme steeds verder opschuift in de richting van verblijfstoerisme, ook bij de grote attractieparken. Tilburg moet met zijn binnenstad op deze trend inspelen en ernaar streven om extra bezoek te genereren. Tot enkele jaren terug lag de aantrekkingskracht van Tilburg als centrumstad voor genoemde doelgroepen hooguit in winkelen en, in beperkte mate, vermaak. Inmiddels is daarin verandering gekomen. Tilburg heeft zich regionaal, landelijk en zelfs enigszins internationaal in de kijker geplaatst met de verbetering van bestaande en de komst van nieuwe culturele podia, evenementen en uitgaansgelegenheden.
Podiumfunctie economisch uitbuiten De aantrekkingskracht van genoemde voorzieningen leidt er toe dat de binnenstad een podiumfunctie heeft gekregen. De schouwburg en concertzaal, De Vorst, Paradox, 013, de musea en nieuw te realiseren kleinere podia in het Veemarktkwartier vormen het fysieke bewijs. Zij trekken jaarlijks honderdduizenden bezoekers. Alleen 013 is al goed voor een
19
Programma binnenstad Het komt er nu op aan om in meer opzichten de vruchten te gaan plukken van de groeipotenties die Tilburg heeft op toeristisch gebied. Het Masterplan Binnenstad biedt de mogelijkheid om van de in voorbereiding zijnde Kadernota Toerisme en Recreatie 2003-2010 aan twee sporen mede invulling te geven: toeristische infrastructuur en productontwikkeling. Tot het infrastructurele programma voor de binnenstad behoren: realiseren van verblijfsaccommodaties zowel in de luxe klasse voor het bovensegment als in de low budget klasse voor jongeren en gezinnen; verbetering van de toeristische bewegwijzering (gereed in 2003), het realiseren van beurs- en congresfaciliteiten met het oog op het zakelijk toerisme. Genoemd zijn reeds de vele evenementen die tot het Tilburgs toeristisch productenaanbod behoren. Om dit aanbod verder te versterken en te vernieuwen, worden de mogelijkheden nagegaan voor de organisatie in de binnenstad van een nieuw eigentijds evenement met een bovenstedelijk karakter. Tilburg wil een gastvrije stad zijn. Dat stelt behalve aan de toeristische infrastructuur en producten ook eisen aan de functionele en ruimtelijke
20
kwaliteiten van de binnenstad. Hoe de binnenstad daaraan kan voldoen, wordt beschreven In de betreffende hoofdstukken van dit Masterplan. De functionele thema’s komen in de betreffende hoofdstukken van dit Masterplan aan de orde.
Toerisme en recreatie
21
recreatie groen Piushaven voetgangersverbindingen
C.5. Kunst en cultuur
zorgen ervoor dat er letterlijk en figuurlijk ruimte is voor alle kunsten en dus ook voor nieuwe initiatieven. Van oudsher speelt de amateuristische kunstbeoefening een belangrijke rol.
Vitale factoren voor sterke binnenstad
Vakonderwijs De aanwezigheid van belangrijke kunstonderwijsinstellingen (Fontys
Tilburg heeft een rijk aanbod op het gebied van kunst en
Hogescholen) in de binnenstad is een extra factor van belang: Brabants
cultuur. De binnenstad levert een belangrijke bijdrage aan
Conservatorium en Dansacademie, Academie Beeldende Vorming,
de culturele infrastructuur: gebouwen, voorzieningen,
Rockacademie.
vakonderwijs, podia, voorstellingen, kunst in de openbare
Cultureel ondernemerschap
ruimte, exposities en festivals. Ook herbergt het hart van de
Kunst en cultuur vormen in Tilburg inmiddels een van de motoren van de
stad belangrijke elementen van het Tilburgs cultureel
lokale economie. In de binnenstad komt dat cultureel ondernemerschap tot
erfgoed. Al bij al leveren kunst en cultuur als vitale factoren
uitdrukking in bedrijvigheid op met name het gebied van ICT en multimedia.
een belangrijke bijdrage aan de multifunctionaliteit van de
Kunst- en cultuurgerelateerde voorzieningen
binnenstad.
De aanwezigheid van zoveel kunst en cultuur betekent ook een prima voedingsbodem voor andere voorzieningen: speciale winkels, horeca (muziekcafés) en een gespecialiseerd aanbod van bijvoorbeeld de Openbare Bibliotheek (beeld, geluid, muziek, multimedia).
Voorlopige balans
Evenementen Van de in het vorige hoofdstuk (C.4. Toerisme en recreatie) genoemde
22
Tilburg staat inmiddels bekend als trendsetter op het gebied van vooral
evenementen vindt een groot aantal zijn oorsprong in stedelijke initiatieven
eigentijdse en vernieuwende kunst en cultuur. Dat imago is in belangrijke
op het gebied van kunst en cultuur.
mate te danken aan de voorzieningen en hoedanigheden waarin zich die
Gebiedsgerichte ontwikkelingen
kunst en cultuur in de binnenstad manifesteren. Kijken we naar de binnen-
De ontwikkeling van de binnenstad in de afgelopen jaren heeft geleid tot
stedelijke wapenfeiten tot op dit moment, dan kunnen we de volgende
een vorm van thematisering naar deelgebieden. Het Kunstcluster aan de
voorlopige balans opmaken:
zuidzijde omvat naast schouwburg en concertzaal de kunstopleidingen. In
Gebouwen
het Veemarktkwartier aan de oostzijde zijn reeds 013 en het FAXX-gebouw
De vestiging van grote en kleinere instellingen en podia in veelal beeld-
gehuisvest. Villamedia is de eerste kwartiermaker als het gaat om de
bepalende panden: Schouwburg, Concertzaal, 013, De Vorst, Paradox,
vestiging van beoefenaars en ondernemers op het gebied van multimedia
galeries en ateliers.
en aanverwante disciplines.
Kunst- en cultuuruitingen
Cultureel erfgoed
De Tilburgse binnenstad kent een enorme differentiatie aan kunst- en cultuur-
Het cultureel erfgoed van Tilburg vinden we op diverse plekken terug in de
uitingen: theater, muziek, dans, film, beeldende kunst. Het aanbod kent vele
binnenstad. Sowieso op straat in de vorm van gebouwen en de ontwikke-
facetten: klassiek, traditioneel, eigentijds, vernieuwend en experimenteel.
ling van de openbare ruimte. Maar ook in het Scryption, het Natuurmuseum
Het culturele klimaat
Brabant en het Poppenmuseum. Het Nederlands Textielmuseum en De Pont
Het gemeentelijk cultuurbeleid én het culturele klimaat van de binnenstad
liggen weliswaar niet in de binnenstad maar door hun situering in de
nabijheid is er wel sprake van een relatie. Bovendoen zal de route tussen
binnenstad nog belangrijke ontwikkelingen te wachten die het verblijfs-
binnenstad en genoemde musea door de ontwikkeling van de Spoorzone
klimaat nog inspirerender zullen maken. Die ontwikkelingen zullen een
aanmerkelijk verbeteren.
belangrijke bijdrage leveren aan de onderscheiden en dus concurrentiepositie die Tilburg met haar binnenstad in de toekomst wil claimen. De
De conclusie mag zijn dat kunst en cultuur levensaders zijn voor de
ambities zijn:
dynamiek van de binnenstad. De resultaten vertalen zich in markante
• Kunst en cultuur tot een van de dragers maken van de identiteit van het
gebouwen en opvallende architectuur, toenemende bezoekersaantallen
nieuwe gebied Spoorzone. Onder meer wordt gedacht aan de vestiging
uit diverse windstreken en van uiteenlopende culturen, positieve spin-off
van culturele functies met een bovenstedelijk karakter.
effecten in de richting van winkelen en uitgaan en tenslotte gunstige invloeden op de bedrijvigheid.
• De ontwikkeling van het Pieter Vreedeplein tot een multifunctioneel binnenstadsgebied met onder andere ruimte voor een bioscoop met meer zalen en een family entertainment centrum. • De ontwikkeling van het Veemarktkwartier tot een binnenstadsgebied
Ambities
waar kunst en cultuur bij uitstek en in vele hoedanigheden te vinden zullen zijn. Het gaat hierbij onder meer om de realisering van een
Het gemeentelijk cultuurbeleid voor de komende jaren richt zich niet op
Mediacentrum, het stedelijk jongerencentrum Attak, de verplaatsing van
uitbreiding van de culturele infrastructuur als zodanig. Niettemin staan de
het Scryption naar dit binnenstadsgebied en het initiëren van tal van kleine culturele ondernemingen en activiteiten. Zie verder bij F.4. • De verdere invulling van het gebied Centrum Zuid inclusief Kunstcluster, nieuwbouw Tilburgse Dans- en Muziekschool en verdere realisering vakonderwijsinstellingen. Zie F.5. • De ontwikkeling van Binnenstad West tot dwaalgebied met onder andere ruimte voor kleinschalige kunst- en cultuuractiviteiten. De gemeente zal in die zin ook initiatieven stimuleren die leiden tot het benutten van de potenties die verschillende panden bieden in onder andere de Tuinstraat, Stationsstraat en Noordstraat. Een voorbeeld in dit kader zijn de initiatieven rond het Scala gebouw. • Nagaan of, gelet op de veranderende functie, de huisvestingssituatie van de Openbare Bibliotheek verandering behoeft. • De verdere uitbouw van culturele evenementen die de binnenstad als podium zullen hebben. • Als uitvloeisel van het KORT 2002-2010 (Kunstenplan Openbare Ruimte Tilburg) zal beeldende kunst integraal worden opgenomen in de openbare ruimte om op die manier een bijdrage te leveren aan de beeldkwaliteit.
23
Kunst en cultuur
24
Kunstcluster Spoorzone Piushaven Veemarktkwartier bestaand te ontwikkelen cultuur en kunst op straat
C.6. Onderwijs
Maar ook op het gebied van kunst en cultuur zien we in toenemende mate studentenactiviteiten in de binnenstad, zoals exposities en uitvoeringen. Dat is vooral te danken aan de vestiging sinds enkele jaren van het
Nieuwe dimensies
kunstvakonderwijs in het Kunstcluster.
Tilburg telt jaarlijks ruim 25.000 studenten. Hun invloed op het binnenstedelijk leven is onmiskenbaar. Maar ook de
Meer onderwijs in de binnenstad voor nóg meer dynamiek
onderwijsvoorzieningen in de vorm van gebouwen gaan in toenemende mate een bijdrage leveren aan het multifunctio-
De aanwezigheid van uiteenlopende onderwijsinstellingen draagt bij aan de
nele karakter van de binnenstad. Het onderwijs zorgt voor
dynamiek van de binnenstad. Momenteel zijn in het Kunstcluster het
nieuwe dimensies.
Brabants Conservatorium, de Dansacademie en de Academie voor Architectuur en Stedebouw gehuisvest. Ook de Academie voor Beeldende Vorming, de Dramaopleiding en de Rockacademie krijgen daar hun plek
Tot nu toe waren het niet zozeer de gebouwen maar vooral de mensen die,
In de nabijheid van het Kunstcluster zal de nieuwbouw van de Tilburgse
als het om onderwijs gaat, kleur geven aan de Tilburgse binnenstad. Anders
Dans- en Muziekschool verrijzen. Deze nieuwe vestiging inclusief een gehoor-
dan in oude universiteitssteden staat in Tilburg de universiteit niet in de
zaal zal voor extra levendigheid
binnenstad. Ook het hoger beroepsonderwijs speelde zich tot enkele jaren
van de binnenstad gaan zorgen.
terug meer af aan de periferie van de stad. De binnenstad telt verder één
Elders in de binnenstad, aan de
school voor voortgezet onderwijs en een dependance van een basisschool.
Noordhoekring, zijn plannen in de maak voor uitbreiding van
Voor wat betreft het basisonderwijs doet zich aan de rand van de binnenstad
het daar gevestigde
een ontwikkeling voor die meerdere positieve kanten kent. Er vindt overleg
Odulphuslyceum.
plaats met de basisscholen De Vuurvogel (Korte Schijfstraat) en De Elzen
Het is de bedoeling om actief
(Bomenbuurt) over de vestiging op de locatie Vormenfabriek van een Brede
mogelijkheden te blijven bieden
School in combinatie met nieuwbouw van buurthuis De Boomtak. Deze
aan onderwijsinstellingen om
voorziening is ook van belang voor het onderwijsaanbod in de binnenstad.
zich in de binnenstad te vestigen. In dit kader past tevens het streven om de relatie tussen
Binnenstad en studentenleven
de binnenstad en de Universiteit van Tilburg te versterken. Deze
Een groot deel van het studentenleven speelt zich af in de binnenstad.
kan met name gestalte krijgen in
Verenigingsactiviteiten en uitgaan zijn daarvan de belangrijkste uitingen.
de vorm van het realiseren van
Het studentenleven maakt een binnenstad dynamisch en houdt hem jong.
onderwijsgerelateerde activi-
In die zin is de Tilburgse studentenpopulatie een positieve factor voor het
teiten en functies in het gebied
binnenstedelijk klimaat.
Spoorzone.
25
Onderwijs
26
Kunstcluster mogelijke toekomstige concentratie onderwijs nieuwe locatie TDMS huidige scholen
D. Ruimtelijke thema’s D.1. Inleiding Assen en lijnen Het Masterplan Binnenstad heeft tot doel om de visie op de binnenstad ook een ruimtelijke vertaalslag te geven. Tot de
Historische straten in de binnenstad zijn de Spoorlaan, de WillemII-straat,
ruimtelijke thema’s behoren achtereenvolgens bebouwings-
Stationsstraat, Noordstraat, Nieuwlandstraat en Tuinstraat. In de hier
structuur, verkeer, groen en water en tenslotte openbare
aanwezige prachtige historische panden vinden we een mix van functies:
ruimte. Deze thema’s komen in de volgende hoofdstukken
wonen, winkels, horeca, kunst en cultuur en kantoren.
(D.2. t/m D.5.) aan de orde. In dit hoofdstuk worden de
Van deze straten zijn de Stationsstraat / Nieuwlandstraat en de WillemII-
actuele situatie en de ruimtelijke strategie op hoofdlijnen
straat belangrijke noord-zuid lijnen in het stratenpatroon. Ook de
beschreven.
Heuvelring en Noordhoekring zijn dergelijke assen. Oost-west lijnen worden gevormd door de Spoorlaan, de Tuinstraat / Korte Schijfstraat, de Heuvelstraat en de Paleisring /
Huidige situatie
Schouwburgring.
27 De binnenstad van Tilburg is geen gebied dat historisch als zodanig is gegroeid. De ontwikkeling van de stad gaat uit van lijnen en kleinere
Beeldkwaliteit
kernen die nog altijd een sterke samenhang vertonen. Deze lijnen en de bestaande structuur vormen het uitgangspunt voor de verdere ontwikke-
De beeldkwaliteit van de
ling van de binnenstad die uit dit Masterplan naar voren komt.
binnenstad levert
Het gebied dat nu als binnenstad wordt ervaren, wordt omsloten door de
wisselende resultaten op:
Spoorlaan, Noordhoekring, Schouwburgring, Paleisring en Heuvelring /
compacte historische
Heuvel. Echter, ook vlak over de grenzen van de city ontvouwen zich
locaties en opvallende
centrumfuncties met als belangrijkste plekken het Kunstcluster, het
eigentijdse gebouwen.
Koningsplein en het stadspark Oude Dijk aan de zuidzijde en het uitgaans-
Er zijn ook lelijke achter-
gebied rond de Korte Heuvel en het Veemarktkwartier aan de oostzijde.
kanten en binnenterreinen. Die benutten als verdichtingslocaties heeft positieve gevolgen voor de beeldkwaliteit.
Beschermd stadsgezicht
westelijke richting met de in ontwikkeling zijnde locaties Hollandterrein en Vormenfabriek (F.2. Spoorzone).
Binnen alle ontwikkelingen rond de binnenstad doet zich nog een bijzonder fenomeen voor. Het overgrote deel van de binnenstadsgebieden die we in
De gevolgen van de visie op de toekomst van de binnenstad voor de
dit plan aanduiden als Stadshart (F.1.) en Binnenstad West (F.3.), krijgen de
ruimtelijke ontwikkeling laten zich op verschillende manieren vertalen.
status van rijksbeschermd stadsgezicht. Concreet gaat het om het gebied
De keuze voor een onderscheidend en gedifferentieerd aanbod in centrum-
dat wordt omsloten door de Spoorlaan, Heuvel, Veemarktstraat, Korte
functies impliceert dat ook het ruimtelijk beeld onderscheidend en
Heuvel, Heuvelstraat, Oude Markt, Nieuwlandstraat en Noordstraat.
gevarieerd moet worden. De visie gaat uit van een hogere belevingswaarde
De aanwijzing tot rijksbeschermd stadsgezicht betekent een formele
en van regionale aantrekkingskracht van de binnenstad én van een binnen-
onderkenning van het grote belang dat de binnenstad uit een oogpunt van
stad die zich duidelijk manifesteert. Dus moet de binnenstad ook in ruimte-
monumentenzorg vertegenwoordigt. De aanwijzing betekent overigens niet
lijke zin extroverter worden, met respect voor de introverte aspecten en
dat het beschermde gezicht in zijn huidige vorm wordt bevroren. De
plekken (o.a. centrumstedelijk wonen).
opgave is om vernieuwingen zodanig vorm te geven dat bestaande kwaliteiten worden gehandhaafd en nieuwe worden toegevoegd. Het beschermde stadsgezicht wordt vastgelegd in een bestemmingsplan waarvoor dit Masterplan Binnenstad als structuurplan de onderlegger
Noemers voor ruimtelijke ontwikkeling: elk gebied z’n beleving
vormt. Ondernemend, bruisend, uitnodigend, warm en samenhangend waren de trefwoorden in de thema’s die in de visie op de binnenstad werden
28
De toekomst: de binnenstad breidt in én uit
gebezigd. Het moeten tevens de noemers worden waaronder de binnenstad zich ruimtelijk ontwikkelt.
Al enkele jaren geleden heeft Tilburg geconstateerd dat de binnenstad van
In de hoofdstukken F.1. tot en met F.5. worden de binnenstadsgebieden
vandaag niet geheel voldoet aan de eisen van morgen. De visie op de
afzonderlijk beschreven. Zij krijgen elk hun functionele en ruimtelijke
binnenstad van de toekomst die we hebben ontvouwd in hoofdstuk B, stelt
accenten. Op deze plaats willen we met name de integrale samenhang
andere eisen aan de ruimtelijke ontwikkeling. Tot nu toe zijn op fysieke
benadrukken. Want eigenlijk bestaan tussen de gebieden geen echte
onderdelen van de binnenstad ontwikkelingen in gang gezet. Het komt nu
grenzen, wel overgangen in beleving.
aan op een integrale ruimtelijke aanpak.
We spreken liever van zones die elk hun eigen beleving kennen. En wel als volgt:
De potenties die de binnenstad heeft en de nieuwe kwaliteiten die moeten worden toegevoegd, vinden hun ruimtelijke vertaling zowel binnen de oorspronkelijke binnenstad (binnen de cityring) als in gebieden die daarmee annex zijn. De binnenstad breidt dus in maar breidt ook uit,
• Stadshart (het hart van de binnenstad): bruisend (uitgaan, evenementen), uitnodigend (winkelen, wonen), extrovert (dynamische centrumfuncties) en introvert (binnenstedelijk wonen). • Spoorzone (het noorden van de binnenstad): zakelijk (bedrijvigheid),
dijt als het ware een stukje uit in verschillende richtingen: in noordelijke
bruisend en uitnodigend (wonen, kunst en cultuur, horeca, winkels,
richting met de Spoorzone (F.2.), in oostelijke richting met het
groen) en extrovert en manifest.
Veemarktkwartier (F.4.), in zuidelijke richting met Centrum Zuid (F.5.) en in
• Binnenstad West (overgangszone van noorden naar hart en zuid): uitnodigend en enigszins extrovert langs de historische lijnen (dwaalgebied met winkelen, kunst en cultuur, daghoreca, kleinschalige bedrijvigheid en wonen), warm en introvert in de voor binnenstedelijk wonen bestemde tussengebieden. • Veemarktkwartier (het noordoosten van de binnenstad): bruisend (kunst, cultuur, horeca), ondernemend (kleinschalige bedrijvigheid), uitnodigend (wonen en groen) en overwegend introvert. • Centrum Zuid (het zuiden van de binnenstad): bruisend (kunst, cultuur, uitgaan, recreatie, kunstenonderwijs), uitnodigend (wonen, parkachtig groen), zakelijk (bestuurscentrum) en min of meer extrovert met Kunstcluster en Koningsplein.
29
D.2. Bebouwingsstructuur
bebouwingsblokken in de later ontwikkelde structuur van straten. Afhankelijk van de soort straat is die bebouwing meer of minder dicht en hoog van aard. Zo zien we bij Piusplein / Hoogvensestraat een
Kijken we naar de huidige bebouwingsstructuur van de binnenstad, dan is
multifunctioneel bebouwingslint aan het Piusplein dat in de richting van
een verdeling te maken naar vier typen bebouwing:
de Hoogvensestraat overgaat in lagere bebouwing van gemiddeld
• Historische linten en driehoekige pleinen
2 lagen+kap met hoofdzakelijk woonfuncties. Dit in tegenstelling tot
Deze markeren de ontstaansgeschiedenis van Tilburg. Deze historische
Heuvelstraat / WillemII-straat waar de gehele bebouwing zowel in
structuur maakt dat Tilburg zich onderscheidt van andere steden, waar
hoogte als in diepte wat forser is.
doorgaans een bestaande kern tot centrum is ontwikkeld. De linten en
• Ontworpen lijnen
pleinen zijn: Piusstraat, Piusplein, Heuvelring, N.S.-plein, Koestraat,
Meestal ook als lint begonnen maar nadien voor wat betreft de invulling
Gasthuisring, Noordstraat, Nieuwlandstraat, Heuvelstraat,
duidelijk geregisseerd. Dat zien we aan de gevelopbouw in de WillemII-
St. Josephstraat, Korvelseweg, St. Annaplein en Bisschop Zwijsenstraat.
straat, Spoorlaan en Stationsstraat. Ook de bebouwing aan de Tuinstraat kan tot deze categorie worden gerekend. Van latere tijd is de lijn Noordhoekring / Paleisring die aan de structuur van de binnenstad is toegevoegd. De bebouwing is daar grootschaliger en manifester hetgeen meestal verband houdt met de functie van publiekstrekker: Schouwburg, Concertzaal, Willem II paleis en stadskantoor 1.
• Dicht bebouwde blokken De ruimte tussen de oude linten en de ontworpen lijnen is met dichte
30
bebouwingsblokken opgevuld. Voorbeelden hiervan zien we in de Telefoonstraat, Girostraat, WillemII-straat en Tuinstraat. Sommige invullingen hebben tot gevolg gehad dat de zichtlijnen van straten niet als verlengde van elkaar doorlopen (Langestraat, Poststraat / Telegraafstraat). Dit levert verrassende visuele effecten op als we kijken naar de bebouwing aan het einde van de zichtlijn. Op dit soort plekken wordt de binnenstad als groot ervaren, terwijl de afstand hemelsbreed niet eens zo groot is. Indien de in het zicht vallende bebouwing van uitstekende kwaliteit zou zijn, zou de beleving van de binnenstad aanzienlijk toenemen. Het intieme karakter van de locatie zou immers Langs deze linten is de bebouwingsstructuur nog steeds zichtbaar als lintbebouwing. Dit wil zeggen verticaal geleide panden variërend in
worden versterkt.
• Open bebouwingsblokken
hoogte met een menging van functies die gerelateerd zijn aan de
Met name langs de later ontworpen lijn Noordhoekring / Paleisring en
verticale opbouw per pand. Ook de functies verschillen per pand:
langs de zogenaamde westelijke inprikker (Hart van Brabantlaan) zijn
wonen, kleinschalige (schone) bedrijvigheid, horeca en detailhandel.
open blokken aan de structuur toegevoegd. Het gaat vooral om flats en
In de meeste gevallen hebben deze linten zich doorgezet als dichte
andere wooncomplexen: Schoolstraat, Katterug en Koningsplein.
Verdichtingsmogelijkheden
De verdichtingsmogelijkheden die zich in de binnenstad voordoen, kennen verschillende invalshoeken: het wonen boven winkels, het dichten van
De binnenstad van Tilburg kenmerkt zich mede door een aantal “gaten” in
gaten in de bebouwingsstructuur (bijv. parkeerterrein Noordhoekring naast
de bebouwingsstructuur. Het zijn vooral diepe kavels waar vroeger fabrie-
Brandweer) en de invulling van bestaande diepe kavels in zogeheten
ken stonden of tuinen lagen. Daar komen we nu hoofdzakelijk parkeer-
verscholen gebieden (bijv. binnen de driehoek Fabriekstraat, Stationsstraat,
plaatsen tegen. Deze locaties kunnen worden aangewend voor verdichting
Noordstraat).
van de verbouwingsstructuur, mits over het geheel genomen het voor de
Het grootste potentieel aan verdichtingsmogelijkheden ligt op het terrein
binnenstad benodigde parkeervolume realiseerbaar blijft (zie D.3.
van de NS werkplaats, aan de noordzijde van het station. Grenzend aan
Bereikbaarheid). Hetzelfde geldt voor situaties waar in een straat tussen
de binnenstad is het gebied Piushaven een zeer belangrijke verdichtings-
nieuwe bebouwing de achterkant van een diepe kavel dienst doet als
locatie. In de binnenstad zijn er verder de in ontwikkeling zijnde projecten
parkeerterrein (bijvoorbeeld Langestraat). Dit soort ongewenste situaties
Vormenfabriek, Holland terrein, Centrum Zuid en Veemarktkwartier. Op
kan worden voorkomen door de nieuwe gevelwand niet te onderbreken
langere termijn kan het voormalige rangeerterrein tussen het spoor en de
maar door te zetten en aan de betreffende kavel de oorspronkelijke
Hart van Brabantlaan als verdichtingslocatie in beeld komen.
tuinfunctie terug te geven. De kwaliteit van het openbaar gebied zou hiermee een aanzienlijk impuls krijgen (zie ook D.5.).
Randvoorwaarden bij nieuwe bebouwing Natuurlijk kan het niet zo zijn dat elke open plek in de binnenstad zonder meer bebouwd gaat worden. Er zijn algemene randvoorwaarden nodig die rekening houden met uiteenlopende aspecten: • Er dient sprake te zijn van een goed evenwicht tussen de bebouwingsstructuur en de functies die per gebied wenselijk zijn en hieraan gekoppeld het karakter van de openbare ruimte (bijv. extrovert of introvert). Bebouwde en onbebouwde ruimte moeten in balans zijn. • Nieuwe bebouwing moet in goede verhouding staan tot de omringende, bestaande structuur. Respect voor de bestaande situatie dient randvoorwaarde te zijn bij elk nieuw initiatief ongeacht of het over verbouwing of nieuwbouw gaat. • In de binnenstad moet een hoog ambitieniveau worden nagestreefd op het gebied van architectuur en materiaalgebruik. Dit geldt niet alleen als randvoorwaarde voor nieuwbouw maar ook voor verbouwingen en restauraties. • In de binnenstad mogen zich geen zogeheten achterkantsituaties voordoen. Ook de tuinzijde van bestaande bebouwing en nieuwbouw dient de kwaliteit van een voorgevel te krijgen.
31
Bestaande en voorgestelde oriëntatie- en markeringspunten
32
belangrijke oriëntatie- en markeringspunten aandacht voor architectuur en inrichting van de openbare ruimte groenstructuur binnenstad hoge accenten mogelijk bestaande oriëntatie- en markeringspunten nieuwe oriëntatie- en markeringspunten gewenst bestaande gevels in het zicht nieuwe gevels in het zicht
• Langs de linten en binnen de cityring is geen plaats voor het type galerijbebouwing. Waar de bouw van meerdere woningen in één complex als mogelijke invulling van een locatie gewenst is, dient gebruik te worden gemaakt van het type portiekbebouwing. • Bij het gebruik maken van verdichtingsmogelijkheden moet zuinig worden omgegaan met de beschikbare ruimte. De beschreven randvoorwaarden worden nader uitgewerkt in een referentiebeeldenboek. Hierin staan straks per straat de randvoorwaarden beschreven. Het referentiebeeldenboek zal dienen als startinformatie voor architecten die zich bezig gaan houden met nieuwbouw en verbouw in de binnenstad. Ook voor de welstandstoets zal het referentiebeeldenboek de basis voor beoordelingen vormen.
Hoogbouw Om te bepalen welke bouwhoogten in de binnenstad wenselijk zijn, is het van belang om te inventariseren welke aanknopingspunten de bestaande bebouwingsstructuur biedt en wat voor de verdere ontwikkeling van de verschillende gebieden de gewenste maatvoering is.
Hoogteaccenten Een van de aanknopingspunten is de relatie in bebouwingsstructuur tussen de binnenstad en de rest van de stad. Die wordt onder meer gekenmerkt door de oost-west as Spoorlaan / Hart van Brabantlaan die als het ware gespannen is tussen de hoogbouw van Interpolis (ca. 80 m) en de in aanbouw zijnde Westpoint toren (140 m). Tussen deze twee punten kunnen zich soortgelijke hoogteaccenten voordoen: het in aanbouw zijnde woongebouw van het Haestrechtkwartier, hoogbouw om het nieuwe Pieter Vreedeplein zich aan de zijde van de Spoorlaan te laten manifesteren en een accent ten noorden van het spoor in de omgeving van het nieuwe openbaar vervoerknooppunt met een maximale hoogte van 140 meter. Al bij al wordt hiermee de oost-west as nog verder versterkt.
33
Nieuw te ontwikkelen gebieden en gebieden met ontwikkelingspotenties
34
verdichting nieuwe stedelijke woongebieden toekomstige multifunctionele functies: kantoren, woningen en winkels te verbeteren stedelijke woongebieden te ontwikkelen culturele en ICT-functies groenstructuur binnenstad hoogwaardig ingerichte openbare ruimte openbaar vervoerknooppunt
Ten zuiden van genoemde as vinden we in de bestaande bebouwings-
lagen met een kap)
structuur nog andere hoogteaccenten: de kerktorens, stadskantoor 1,
een mogelijke
de Katterugflat, de Aegonflat op het Koningsplein en de woontoren aan
“sprong” tot 15
de Schouwburgring.
meter zit. In ontworpen
Soortgelijke hoogteaccenten zijn ook voorzien in de nieuwe bebouwings-
straten is de
structuur waar dat gewenst is in verband met het aanbrengen van steden-
hoogte van de
bouwkundige markeringen of architectonische accenten. Het gaat hier om
bestaande gevel
de torens die deel uit maken van het Pieter Vreedeplein en om markeringen
(en ook de hoogte
aan het Piusplein en in Centrum Zuid (Koningsplein) die daarmee het einde
van verdiepingen)
van de as Bredaseweg / Schouwburgring / Paleisring accentueren. Ook de
maatgevend voor
locatie Bredaseweg waar de as Noordhoekring eindigt, komt voor een
de verdere
dergelijke accentuering in aanmerking.
mogelijkheden tot verdichting (o.a.
In de Spoorzone is sprake van hogere bouwvolumes. Daarbovenop zullen
WillemII-straat en
in dit gebied verschillende hogere referentiepunten verschijnen, vooral in
Stationstraat).
de omgeving van het nieuwe openbaar vervoerknooppunt. Meer naar het
Daar waar sprake
westen ten noorden van het spoor (rangeerterrein) is dit ook mogelijk. Aan
is van een bijzon-
de zuidzijde is deze bebouwingsstructuur reeds aanwezig in de vorm van
dere situatie,
de hoogbouw aan de Hart van Brabantlaan.
wordt een architectonische
Voor de overige bebouwing, buiten de Spoorzone, geldt in het algemeen
accentuering in
een maximale bebouwingshoogte van 15 meter. Per verdichtingsgebied zal
de bebouwing
worden nagegaan of incidenteel meer volume of hoogte mogelijk of
verwacht. Dit
wenselijk is. Uitgangspunt is dat de beschikbare ruimte optimaal wordt
houdt verband
benut maar dat tegelijk aan de zichtlijnen van de bestaande structuur geen
met de zichtlijnen
afbreuk wordt gedaan.
van straten die niet als verlengde van elkaar doorlopen. Binnen de cityring leidt dit niet tot
De linten Voor de bebouwing aan de linten wordt in de stad als vuistregel een maximale hoogte van 15 meter gehanteerd. Voor de linten in de binnenstad is dit soms niet mogelijk. Dat heeft te maken met de aanwezigheid van gemeentelijk of rijksmonumenten die als zodanig behouden blijven. Dan kan de situatie zich voordoen dat er in een gevelwand met overwegend laagbouw (twee of drie
hogere bouwhoogten dan is toegestaan.
35
Verdichtingsmogelijkheden in de binnenstad
36
studie verdichting binnenstad gebieden in aanmerking voor studie gebieden in studie
D.3. Bereikbaarheid
Uitgangspunten De uitgangspunten voor de voorstellen zijn gelegen in het onderhavige
Voorsorteren op de toekomst
Masterplan en in het Tilburgs Verkeers- en Vervoersplan (TVVP) dat tegelijk met het Masterplan verschijnt en waarvan de beleidsmatige uitgangspunten
Verkeer is een van de sleutelfuncties voor de toekomstige
reeds in 2001 bestuurlijk zijn vastgesteld. Uit het TVVP volgt dat de autono-
ontwikkeling van de binnenstad en is daarmee een van de
me mobiliteitsgroei die voor de komende 15 jaar is voorzien, en de ruimte-
peilers onder dit Masterplan. Reeds geruime tijd vindt in
lijke toevoeging die het gevolg is van het programma uit dit Masterplan, er
Tilburg een discussie plaats over de wijze waarop de
met elkaar voor zorgen dat het autoverkeer van en naar de binnenstad
verkeerscirculatie in het centrum en, in nauwe relatie
tussen nu en 2015 in belangrijke mate zal toenemen. De bereikbaarheids-
daarmee, de bereikbaarheid van de binnenstad in de
opgaven vanuit de ruimtelijke programma’s van het Masterplan zijn vooral
toekomst gestalte kan krijgen. In het kader van dit
terug te vinden in de gebieden Spoorzone en het Pieter Vreedeplein als
Masterplan wordt onder de noemer ‘voorsorteren op de
onderdeel van het Stadshart. Daarnaast stelt de ontwikkeling van het gebied
toekomst’ een samenhangend oplossingsbeeld geschetst
Piushaven, annex aan de binnenstad, zijn eisen. Ook daar wordt immers een
voor een aantal verkeerskundige kwesties. Die samenhang
woon- en werkprogramma toegevoegd. Alles bij elkaar leidt dit tussen nu en
bestaat er uit dat niet alleen de verkeerstechnische aspecten
2015 tot meer dan een verdubbeling van de automobiliteit van en naar de
maar ook de ruimtelijke en economische gevolgen alsmede
binnenstad. Hier ligt dus een forse opgave.
het aspect van de leefbaarheid zijn meegenomen. Bovendien
Basisuitgangspunt vanuit het TVVP is het principe ‘van binnen naar buiten’
is gekeken naar oplossingen voor alle verkeerssoorten. Het
hetgeen betekent dat verkeer dat niet in de binnenstad moet zijn, daar zoveel
resultaat is een logisch, evenwichtig en duurzaam verkeers-
mogelijk geweerd zal worden. De cityring moet het centrum ontsluiten.
systeem. De oplossingen spitsen zich toe op drie gebieden: de binnenstad zelf, de bereikbaarheid van de binnenstad vanuit het oosten en op de noordkant van de binnenstad (Spoorzone). Met de voorstellen is het mogelijk om nu reeds duidelijk te maken op welke manier de Tilburgse binnenstad ook op termijn bereikbaar blijft. Met andere woorden, de maatregelen voor een goed bereikbare binnenstad mogen niet achterlopen bij de realisering van de diverse onderdelen van dit Masterplan. Bereikbaarheid is daarmee een integraal onderdeel van de visie op de hele binnenstad.
Impressie Spoorlaan
37
en daarop aansluitende wegen, niet in de binnenstad zijn. De toenemende verkeersdruk gaat steeds meer belemmerend werken voor de doorstroming van het openbaar vervoer. Op en rond de cityring doen de problemen zich met name voor op de Paleisring, in de Bisschop Zwijsenstraat en op de Spoorlaan. Bijzonder is de situatie in de Piusstraat. Omdat deze straat in het zuidoosten de enige verbinding is tussen Ringbaan Oost en de binnenstad, ontstaat er een fuik bij het Piusplein. Zeker wanneer de Heuvel voor het autoverkeer blijft gesloten, zal al het verkeer in het zuidoosten van de stad via de Piusstraat zijn weg naar het centrum zoeken en vice versa. Het verbeteren van de oostelijke inprikker biedt op dat punt geen soelaas. Als gevolg hiervan krijgt de Piusstraat teveel verkeer te verwerken, met als gevolg ernstige doorstromingsproblemen. Omdat de Piusstraat een belangrijke route is voor het openbaar vervoer (twee expreslijnen gaan hiervan gebruik maken), komt hierdoor het goed functioneren van het openbaar Impressie Schouwburgring
vervoer in gevaar. Daarnaast ontstaat veel sluipverkeer in het gebied Piushaven zelf. Ook de Spoorlaan en Nieuwe Bosscheweg staan onder druk.
38
Van daaruit wordt het verkeer via verbindingswegen op de ringbanen
Er is meer wegcapaciteit nodig om in de toekomst het verkeer te kunnen
verzameld.
verwerken. Bovendien moet de verkeersafwikkeling bij de kruispunten met
Daarbij gelden de Hart van Brabantlaan en de Spoorlaan / Nieuwe
de Heuvelring en de Ringbaan Oost sterk worden verbeterd. Tenslotte blijkt
Bosscheweg respectievelijk als westelijke en oostelijke inprikker vanaf de
dat in het gebied Spoorzone de Noordlaan een onmisbaar element is: als
ringbanen naar de cityring. Het TVVP gaat er ook van uit dat nabij deze
onderdeel van de ruimtelijke structuur van dit nieuw in te vullen gebied én
inprikkers de toekomstige behoefte aan parkeervoorzieningen in de binnen-
als schakel in het wegennet.
stad -met name aan de noordkant in en vlakbij de Spoorzone- wordt ingevuld. Op basis van de geschetste uitgangspunten en uitgevoerde analyse en studies wordt het navolgende samenhangend geheel aan oplossingen
Analyse
voorgesteld voor de toekomstige bereikbaarheid van de binnenstad.
Zouden we de bestaande situatie met betrekking tot de verkeerscirculatie in en rond de binnenstad handhaven en tevens de doorgaande verbinding
In de binnenstad: eenrichtingsverkeer op de cityring
van het gebied Piushaven naar het centrum onmogelijk maken door het afsluiten van de Koopvaardijstraat, dan levert dit in 2015 het volgende
Er is in samenhang bekeken hoe de verschillende verkeerssoorten (auto,
beeld op.
fiets, bus, voetganger) optimaal naar en van het centrum geleid kunnen
Het verkeer in en van en naar de binnenstad gaat zeer fors toenemen. Over
worden. Van alle mogelijkheden blijkt het invoeren van eenrichtingsverkeer
de hele linie, dus op nagenoeg alle wegen in het centrum is dit waar te
op de cityring de beste oplossing te zijn. Dit betekent dat de Heuvel wordt
nemen. Momenteel moet al meer dan 50% van het verkeer op de cityring
opengesteld voor autoverkeer in één richting. Het gaat om eenrichtings-
Mogelijke dwarsprofielen cityring (schematisch)
39
verkeer met de klok mee. Dus is de rijroute: Heuvel(ring), Piusplein,
langzaam verkeer en voor voetgangers. Dit komt de verkeersveiligheid
Paleisring, Schouwburgring, Noordhoekring, Spoorlaan. Met dit model wordt
ten goede. De cityring omvat vrij liggende fietspaden in twee richtingen
bereikt dat verkeer dat niet in het centrum moet zijn, zoveel mogelijk wordt geweerd. Samengevat heeft dit model de volgende eigenschappen: • Dankzij deze maatregel zal het niet drukker worden op de cityring, terwijl de binnenstad straks wel meer verkeer aantrekt. Zonder deze maatregel zou het verkeer op de cityring zelfs met 50% toenemen. Met name de Schouwburgring, Noordhoekring en Spoorlaan worden minder
met sternetkwaliteit. • De extra ruimte die ontstaat, wordt mede aangewend om het verblijfsgebied kwalitatief extra te versterken. Er zijn mogelijkheden voor groenvoorzieningen en verdere verfraaiing van het openbaar gebied. • De cityring functioneert als een logische route naar en van de grotere parkeervoorzieningen.
druk. Het ‘niet bestemmingsverkeer’ daalt van 50% nu tot naar verwach-
Alles bij elkaar biedt de geschetste oplossing diverse voordelen. Het
ting 10 à 20% straks.
centrum wordt beter bereikbaar voor alle verkeerssoorten. De kwaliteit van
• De Heuvel behoudt zijn functie van ontmoetingsplein en wordt bovendien na een uit te voeren herinrichting gezelliger en groener. • Weliswaar verspreidt het verkeer zich enigszins van de binnenstad naar
de binnenstad als verblijfsgebied wordt beter. Er is minder verkeer en meer ruimte. Tenslotte wordt het veiliger, omdat zich minder conflictsituaties tussen verkeerssoorten zullen voordoen.
de omringende wijken maar er ontstaat daar geen waarneembare toename van de verkeersdruk. • Het busverkeer rijdt ‘mee’ met het autoverkeer in één richting. Alle
Omgeving Piushaven
‘T-buslijnen’ die de binnenstad aandoen, worden verlengd zodat zij alle De verbinding tussen de Piushaven en de binnenstad wordt gemaakt door
een ‘rondje’ cityring maken. • De cityring wordt uitgevoerd in twee rijstroken voor zowel het auto-
40
verkeer als het openbaar vervoer. De zogeheten TOP halte voor het centrum is gesitueerd aan het Stadhuisplein. Op deze plaats is het mogelijk om zowel de heengaande als terugkomende expreslijnen op dezelfde plaats te laten halteren. Op de Spoorlaan is er voor het openbaar vervoer tweerichtingsverkeer totdat het busstation is gesitueerd ten noorden van het centraal station (zie verderop). • Op de cityring is minder ruimte nodig voor snelverkeer. Dus ontstaat er meer ruimte voor
Impressie Piushaven
een zuidelijke ontsluitingsweg vanaf de Ringbaan Zuid. Deze nieuwe weg is
Profieluitwerking van Piusplein tot Stadhuis
41
rijbaan fietspad boulevard servicestrook trottoir schrikstrook bus plein als onderdeel van de boulevard plein over de cityring plein aan de cityring (met eigen identiteit)
42
met een brug over de Piushaven verbonden met de Havendijk Noord. Op
verwachting toenemen van ongeveer 20.000 auto’s per dag nu naar rond
deze manier is in de toekomst de doorstroming van het openbaar vervoer
de 30.000 in 2015.
in de Piusstraat verzekerd, wordt het dichtslibben van wegen door auto-
Binnen de nieuwe infrastructuur voor de binnenstad is de nieuwe
verkeer voorkomen en is een goede en duurzame ontsluiting gewaarborgd
Noordlaan een gegeven. Die gaat het nieuwe gebied Spoorzone aan de
wanneer woningen en bedrijvigheid aan de Piushaven omgeving worden
noordzijde ontsluiten en zal tevens de Spoorlaan in zekere mate ontlasten.
toegevoegd.
Vanuit het westen gezien komt de Noordlaan uit op het N.S.-plein. Dan is
Prinsenhoeven en St. Josephstraat zullen niet meer toegankelijk zijn voor
vervolgens de vraag hoe deze verbindingsas verder loopt en aansluit op de
autoverkeer tussen de Piushaven en de Ringbaan Oost. De
oostelijke inprikker.
Koopvaardijstraat wordt eenrichtingsverkeer de binnenstad in. De Havendijk
De noodzakelijke verbetering van de oostelijke inprikker kan worden
krijgt aan zowel de noord- als zuidzijde een 30-km/uur inrichting. Verder
gerealiseerd met de bestaande infrastructuur. Dit betekent dat geen nieuwe
wordt het waterpark Piushaven ontwikkeld.
infrastructuur of verbreding van de bestaande (met als gevolg sloop van
Dit maatregelenpakket versterkt de stedenbouwkundige structuur van het
bebouwing) nodig is. Wel dienen de verschillende knooppunten in dit
gebied en tevens de groen-, water- en ecologische structuur. Het verbetert
traject flink te worden opgewaardeerd om ruimte te bieden aan de te
de leefbaarheid in de St. Josephstraat, Prinsenhoeven en Koopvaardijstraat
verwachten verkeersstromen. Concreet gaat het om: de aansluiting Nieuwe
aanzienlijk. Daarnaast zorgt de brug voor een extra verbinding over de
Bosscheweg / Ringbaan Oost / Bosscheweg, de kruising Spoorlaan /
haven voor voetgangers en fietsers en kan in de toekomst ook het
Heuvelring / viaduct N.S.-plein en het knooppunt N.S.-plein /
openbaar vervoer gebruik maken van de brug.
Enschotsestraat / Besterdring / Noordlaan. Bovendien moet het gedeelte
In het regiedocument Piushaven, dat gelijktijdig met dit Masterplan
van de Spoorlaan tussen Ringbaan Oost en Boerhaaveplein worden
Binnenstad verschijnt, wordt onder meer ingegaan op de gewenste steden-
uitgebreid naar twee rijstroken door het verwijderen van het parkeren op
bouwkundige structuur van het gebied.
de weg aldaar. Hiervoor dienen alternatieve parkeermogelijkheden te worden gegeven.
Oostelijke inprikker: gebruik maken van de bestaande infrastructuur
Spoorzone: Noordlaan en busstation
In het recente verleden is reeds vaker gesproken over de noodzaak tot het
Het nieuwe busstation en de Noordlaan zijn de wezenlijke infrastructurele
verbeteren van de zogeheten oostelijke inprikker: een kwalitatief goede
kenmerken van het gebied Spoorzone.
verbinding van en naar de binnenstad vanuit de Bosscheweg / Ringbaan
De Noordlaan als compleet nieuwe weg wordt de ruggengraat van het
Oost. Die is om een aantal redenen steeds harder nodig. De Spoorlaan gaat
gebied. Ze sluit in het westen aan op de St. Ceciliastraat (voor auto’s) en
deel gaat uitmaken van een cityring met eenrichtingsverkeer en krijgt
Gasthuisring (voor bussen) en in het oosten op de Besterdring en het
bovendien de functie van stadsboulevard. Op de langere termijn is meer
N.S.-plein. De Noordlaan krijgt een profiel van 2x2 rijstroken waarvan 2x1
ruimte nodig op de kruisingen van de Spoorlaan met de Heuvelring en de
voor de bussen. Groenvoorzieningen zorgen voor een boulevardinrichting.
Ringbaan Oost / Bosscheweg om het verkeer daar af te wikkelen. Temeer
Het busstation wordt in de toekomst naar de noordzijde van het spoor
daar de binnenstad met de realisering van de plannen voor de Spoorzone
verplaatst. De groeimogelijkheden zijn daar vele malen groter. Er ontstaat
beduidend meer verkeer zal aantrekken. De autoverkeersintensiteit zal naar
een betere overstap van trein naar bus en omgekeerd. Al met al betekent
Profieluitwerking cityring
43
rijbaan fietspad boulevard trottoir servicestrook bus plein als onderdeel van de boulevard plein over de cityring plein aan de cityring (met eigen identiteit)
Fietsverkeer Op de complete cityring worden fietspaden aangelegd van sternetkwaliteit. Er komen nieuwe bewaakte fietsenstallingen: onder het Pieter Vreedeplein, in Binnenstad West (omgeving Oude Markt) en nabij het centraal station. Bij elkaar gaat het om duizenden stallingplaatsen. De goede toegankelijkheid van de binnenstad voor fietsers, onder andere via de Tuinstraat en het nieuwe Pieter Vreedeplein blijft, doch niet langer met een rode loper in sternetkwaliteit. Verdere inrichtingsverfijningen zullen hieraan invulling geven.
Openbaar vervoer Een nieuw busstation ten noorden van het spoor betekent een grote verbetering. Het maakt deel uit van een modern en goed geoutilleerd knooppunt van openbaar vervoer met als belangrijkste verdere kenmerken: een opgewaardeerd centraal station, fietsenstallingen, standplaatsen voor taxi’s en een ruim voorplein. Er ontstaan voor de reizigers logische routes van lijnen via de cityring die twee TOP haltes zal kennen.
44
deze ingreep een belangrijke bijdrage aan de verwezenlijking van het
Voetgangers
beoogde hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt. In de periode waarin
De voetganger krijgt meer ruimte in de binnenstad. Aan de cityring
het busstation nog niet kan worden verplaatst, ondergaat het huidige
ontstaat een ruimer en fraaier verblijfsgebied. De boulevardinrichting van
busstation een opknapbeurt.
de Spoorlaan en de royaal uit te voeren noord-zuid verbinding onder het spoor zorgen voor een comfortabele en veilige route.
De maatregelen bezien naar verkeersdeelnemers In het voorgaande zijn de bereikbaarheidsoplossingen toegelicht per gebiedsdeel van de binnenstad. Een toelichting per verkeerssoort levert het volgende beeld op:
Autoverkeer Er ontstaat een adequate bereikbaarheid van en circulatie binnen de binnenstad. Niet bestemmingsverkeer worden goede alternatieven geboden. Er komt een logische parkeerroute. Voor bezoekers van de binnenstad worden tenminste 2.300 nieuwe parkeerplaatsen aangelegd. Deze worden hoofdzakelijk gesitueerd onder het Pieter Vreedeplein en aan de noordkant van de Spoorlaan.
Voorgestelde verkeersmaatregelen
45
D.4. Groen
Ad a: Stadspark Oude Dijk wordt centraal binnenstadspark De Tilburgse binnenstad en omgeving kent momenteel slechts één
Vergroening van de binnenstad
stadspark van enige omvang: het Stadspark Oude Dijk. Dit park is echter niet gesitueerd in het hart van de binnenstad. Bovendien is de ontsluiting
Groen is een element dat het verblijfsklimaat in de binnen-
niet optimaal. Het park kan zijn functie van (binnen)stadspark daarom niet
stad extra kan versterken. Enerzijds is die versterking het
volledig waarmaken. Sowieso is een kwalitatief hoogwaardiger inrichting
gevolg van de groenvoorzieningen zelf die in de binnenstad
gewenst. Zeker zo belangrijk is een eventuele uitbreiding van het park in
aanwezig zijn. Anderzijds is het van belang dat er als het
noordelijke richting en het realiseren van een groene verbinding -via het
ware een organische samenhang bestaat tussen het binnen-
Louis Bouwmeesterplein- met het noordwesten van de binnenstad. Daar
stedelijke groen.
wonen immers de meeste binnenstadsbewoners. In dat geval ondergaat het
De Tilburgse binnenstad oogt momenteel nog overwegend
Louis Bouwmeesterplein een gedaantewisseling en wordt het omgetoverd
‘hard’ en te weinig ‘groen’. Dus zal er meer groen moeten
van parkeerplein tot park. Met als extra resultaat een samenhangend
komen. Enerzijds zal dit gebeuren door in nieuw te ontwik-
geheel vanuit het park Oude Dijk tot en met het Zomerparkje. Een noord-
kelen gebieden extra aandacht te geven aan openbare ruimte
zuid verbinding via de huidige kloostertuin aan de Kloosterstraat zou de
en vooral groen. Anderzijds worden in de bestaande openbare ruimte alle mogelijkheden voor het toevoegen van groen verder benut. Tenslotte wordt het al aanwezige groen kwalitatief opgewaardeerd.
46 De verdere versterking van het groen in de binnenstad is onder te verdelen naar de volgende elementen: a. stadsparken b. groene verbindingslijnen c. karakteristieke binnenstadsplekken d. herinrichting hoogwaardige gebieden e. benutten en stimuleren privé groen. Per element ziet de groenstrategie er als volgt uit:
samenhang tussen de genoemde groengebieden nog verder verbeteren. De algehele groenstructuur in deze binnenstadsomgeving zou aldus aan helderheid winnen. Ook aan de oostzijde van het Stadspark Oude Dijk bestaat behoefte aan een betere en meer natuurlijke relatie met de binnenstad. Die krijgt gestalte door de verbinding via de Muzentuin naar de nieuwe groene stadskamer bij het Koningsplein en van daaruit naar het waardevolle watergebied Piushaven. Zie ook bij E.6. Centrum Zuid.
Ad b: Groene verbindingslijnen Zowel tussen de binnenstad en de stad daaromheen als in het centrum zelf bestaan diverse groene verbindingslijnen. Echter, in veel gevallen laat de groene belevingswaarde momenteel te wensen over. Het profiel van deze historische linten is ontoereikend om er groen in de vorm van bomen of andere groenelementen in op te nemen. Niettemin worden de volgende
Koningsplein met meer groen en de route nieuwe stedelijke kamer
verbeteringen doorgevoerd:
Koningsplein / Muzentuin / Stadspark Oude Dijk (zie in dit hoofdstuk
• Opwaarderen tot volwaardige groene lanen van de oost-west verbindin-
onder ad a).
gen Hart van Brabantlaan / Spoorlaan en Bredaseweg / Schouwburgring /
• De nieuwe cityring die het resultaat is van de in dit Masterplan
Paleisring. Voor wat betreft de eerstgenoemde verbinding krijgen de
gepresenteerde verkeersplannen voor de binnenstad (D.3.), wordt een
plannen hiervoor een verdere aanzet bij de ontwikkeling van het gebied
fraaie groengordel die door het grote aantal bomen een verrijking zal
Spoorzone (zie bij F.2.). Met name bij de uitwerking van de nieuwe
betekenen voor het verblijfsgebied.
Noordlaan wordt vanwege de boulevardfunctie van deze weg rekening gehouden met het opnemen van bomen van formaat en van andere
Ad c: Karakteristieke binnenstadsplekken
groenelementen (gazon en beplanting) in het nieuwe profiel. • Het groene beeld versterken van bebouwingslinten waarlangs Tilburg,
De binnenstad kent tal van grotere en kleinere plekken die met behoud dan
en dan met name de binnenstad zich heeft ontwikkeld. Het gaat hier
wel versterking van hun groene functie gezichts- en klimaatbepalend zijn.
vooral om de noord zuid lijnen. Dit is reeds gebeurd aan de
Tot de aandachtsplekken voor hoogwaardige groeninrichting behoren de
Noordhoekring. Waar het profiel van de straat dit toelaat, zal vooral de
volgende zogeheten ‘pocketparken’: Tivolituin, Harmonieterrein,
aanplant van bomen zorgen voor accentuering van de monumentale
Junglepark, Schoolstraatpark, Muzentuin en de nieuwe stedelijke kamer aan
uitstraling van bepaalde straten (Stationsstraat, WillemII-straat t/m
de Bisschop Zwijsenstraat. Zowel de toegankelijkheid van als de routing
Stadhuisplein, Nieuwlandstraat en Noordstraat). Binnen dit geheel neemt
binnen de Tivolituin behoeven verbetering (zie bij F.4. Veemarktkwartier).
‘de vijfsprong’ (Tuinstraat, Stationsstraat, Nieuwlandstraat, Noordstraat)
Het Schoolstraatpark is gerealiseerd. Voor de nieuwe groenplekken op het
als groen ingerichte plek een belangrijke plaats in.
Harmonieterrein en aan de Bisschop Zwijsenstraat zijn de plannen in
• Een nieuw te creëren groene verbinding vormt de route Piushaven /
voorbereiding.
47
Ad d: Herinrichting hoogwaardige plekken Er is nog een categorie plekken in de binnenstad waar hoge eisen gesteld
Behalve door de in dit hoofdstuk genoemde elementen krijgt toevoeging
moeten worden aan de kwaliteit van groen en water. Het zijn gebieden
van openbaar groen in de binnenstad ook gestalte als onderdeel van de
waar een stedelijk hoogwaardige uitstraling het decor vormt voor een
woningbouw die op diverse locaties wordt gerealiseerd. Deze groenvoor-
multifunctioneel gebruik. Groen en water bepalen mede de kwaliteit van dit
zieningen zullen mede dienst doen als speelplekken voor de jeugd
decor. Korte Heuvel, Radioplein, Oude Markt en Stadhuisplein zijn in deze
(Nota: Ruimte voor Buitenspelen, maart 2003).
categorie binnenstadsplekken inmiddels kwalitatief hoogwaardig heringericht. Dat moet nog gebeuren met het Pieter Vreedeplein, het Koningsplein en het Heuvelplein. Voor wat betreft het Pieter Vreedeplein (zie F.1.) staat de herinrichting tot stedelijk plein met bomen voor de deur. In dit gebied worden ook op het hoger gelegen woonniveau hoogwaardige groenvoorzieningen aangelegd. Voor zowel het Koningsplein als het Heuvelplein blijft de opgave om een goed evenwicht te vinden tussen de voor de kermis noodzakelijke ruimte die enige ‘leegte’ veroorzaakt en de aankleding die nodig is om deze pleinen de nodige sfeer mee te geven. De plannen voor het Koningsplein voorzien in meer en beter groen (zie F.5. Centrum Zuid). Voor de Heuvel bestaat het voornemen om, binnen de kaders van de verkeersvoorstellen, een inrichtingsplan te ontwikkelen dat onder andere
48
Speelplekken
door toevoeging van groenvoorzieningen bijdraagt aan meer gezelligheid (zie F.1.).
Ad e: Gebruik en stimuleren privé groen In hoofdstuk D.5. wordt benadrukt hoe waardevol de grote privé achtertuinen zijn die op veel plekken in de binnenstad nog aanwezig zijn. Ook dit ‘verborgen groen’ vormt een van de kwaliteiten van het groenklimaat van de binnenstad. Behoud is van groot belang. Een andere mogelijkheid om meer (privé) groen in de binnenstad te brengen, is het stimuleren van de aanleg van daktuinen op woningen en kantoorgebouwen.
Groen in de binnenstad
49
stadspark water wijkpark buurtpark straat/boulevard met bomen
D.5. Openbare ruimte
privé eigendom blijft en waar geen bebouwingsmogelijkheden zijn, is het belangrijk om waar mogelijk deze tuinen te handhaven. Met name het gebruik van deze ruimtes als parkeerterreinen dient te worden tegen
Uitgangspunt voor invulling van de openbare ruimte is dat
gegaan.
bebouwde en onbebouwde ruimte als het ware naadloos op
De groenstructuur van de binnenstad kan nog verder worden versterkt door
elkaar passen. Bebouwingsstructuur en het onbebouwde
achterliggende ruimten van kantoren die nu dienen als parkeergelegenheid
gebied moeten elkaar versterken. Het is dus van groot
weer hun oorspronkelijke tuinfunctie terug te geven. In hoofdstuk D.3.
belang dat karakter en structuur van de onbebouwde ruimte
(Bereikbaarheid) is aangegeven dat in de binnenstad voldoende (bebouwde)
overeenkomen met die van de bebouwde ruimte.
parkeergelegenheid dient te worden gevonden, ook voor bewoners en werknemers in de binnenstad. In plaats van achter het kantoor kunnen de werkers straks ook terecht in ondergrondse of bovengrondse parkeer-
In grote lijnen is in het algemeen sprake van twee verschillende soorten
garages.
onbebouwde ruimte:
Bij woningen in de
• privé
binnenstad kan enige
• openbaar.
parkeerruimte op eigen terrein tot de mogelijk-
50
De onbebouwde ruimte in de binnenstad moet passen binnen de grote
heden blijven behoren,
lijnen en structuren waarbinnen ze zich bevindt. Dit geldt zowel voor de
zolang deze onderge-
openbare onbebouwde ruimte (straten, pleinen, parken en dergelijke) als
schikt is aan het tuin-
voor de privé openbare ruimte (tuinen en eventuele parkeerterreinen op
karakter van de woning.
eigen grond).
Halfverdiepte parkeer-
Niet alle bestaande onbebouwde ruimte in de binnenstad zal in de
kelders zijn in de binnen-
toekomst onbebouwd blijven. In de hoofdstukken Groen (D.4.) en
stad niet wenselijk en dus
Bebouwingsstructuur (D.2.) is aangegeven welke groen- en verdichtings-
ook niet meer mogelijk.
potenties het plangebied heeft. Een voorbeeld hiervan is het
Het negatieve effect
Harmonieterrein. Voor dit gebied is een herinrichtingsplan in voorbereiding
hiervan is dat de begane
waarin beide aspecten worden meegenomen.
grond van de bebouwing als het ware wordt opgehoogd en dat daar-
Het onbebouwde privé gebied: tuinkarakter versterken
door de relatie tussen bebouwing en de door-
Het verscholen groen is een eigenschap van de bestaande binnenstad die
gaans toch al smalle
gekoesterd moet worden (zie ook D.4.). In het hart van de stad zijn onder
binnenstadsstraat
andere meerdere monumentale bomen te vinden. Dit waardevolle groen
verloren gaat.
treffen we vooral aan in privé tuinen. Voor het onbebouwde gebied dat in
het extroverte karakter mede voort uit het gegeven dat zich hier op piekmomenten grote aantallen aankomende en vertrekkende reizigers verplaatsen. De inrichting van de ruimte dient hierop te zijn afgestemd. Dus geen barrières maar een uitnodigend karakter. Zowel ten noorden als ten zuiden van het openbaar vervoerknooppunt kan Tilburg zich van zijn beste kant laten zien. Aan de zuidzijde dient de toegang vanuit het station naar de binnenstad (Stadshart, Kunstcluster, Pieter Vreedeplein en Veemarktkwartier) het visitekaartje van de stad te worden. Aan de noordzijde dient de functie van toegangspoort tot de stad tot uitdrukking te komen. Bij de herinrichting van beide openbare ruimten moet het ambitieniveau uitgesproken hoog zijn.
Het introverte openbaar gebied Het extroverte openbaar gebied
Het introverte openbaar gebied in de binnenstad treffen we
In het onbebouwde openbare gebied is in het algemeen sprake van twee
met name aan in de gebieden
extremen van karakters: extrovert en introvert. Welk karakter het beste
die hoofdzakelijk zijn bestemd
past, wordt met name bepaald door de functie(s) van het gebied.
voor de functie wonen. Een treffend voorbeeld in het
Met name in binnenstadsgebieden met een multifunctioneel karakter is de
Stadshart is het gebied dat
openbare ruimte extrovert. Zoals de voetgangersstraten in het kernwinkel-
wordt omsloten door de
gebied en pleinen als het Heuvelplein, de Oude Markt, Koningsplein,
Spoorlaan, WillemII-straat,
Piusplein, Pieter Vreedeplein en Stadshuisplein. Hier doen zich allerlei
Tuinstraat en Stationstraat.
functies voor en vinden uiteenlopende activiteiten plaats. Deze onderdelen
Hier zijn de binnenstad-
van het openbaar gebied worden druk bezocht door Tilburgers en door
bewoners de hoofdgebruikers
bezoekers uit de regio.
van de openbare ruimte. In het
Ook de onbebouwde ruimte die is gerelateerd aan specifieke functies of
geval van herinrichting vormen
activiteiten in de binnenstad, behoort tot het extroverte openbaar gebied.
de woonfunctie en sociale
Bijvoorbeeld de directe omgeving van Schouwburg / Concertzaal. Maar ook
veiligheid de belangrijkste uitgangspunten. Ook in het geval van
de huidige en toekomstige ruimten rond de hoofdingangen van het
nieuwbouw in het Stadshart moet de relatie met de openbare ruimte een
openbaar vervoerknooppunt (bus- en treinstation) aan de noord- en zuid-
belangrijke rol spelen. De woonfunctie brengt met zich mee dat die ruimte
zijde van het spoor (zie D.3. Bereikbaarheid). In dit openbare gebied komt
min of meer als ‘semi-openbaar’ moet worden beschouwd.
51
Multifunctionele linten
de naastgelegen openbare ruimte. Anders gezegd, stijlen moeten overeenstemmen of bij elkaar passen en overgangen moeten zorgvuldig worden
De openbare ruimte in de binnenstadsgebieden buiten het Stadshart kent ook een gedeeltelijke woonfunctie maar heeft veeleer een multifunctioneel karakter: Binnenstad West, Veemarktkwartier en Centrum Zuid. Een bijzonder aspect in deze gebieden vormen de zogeheten oude linten die ook een verkeersfunctie hebben (fietsverkeer, autoverkeer, laden en lossen). In de binnenstad zijn dat de Noordstraat, Stationsstraat, Nieuwlandstraat, Tuinstraat, Korte Schijfstraat, WillemII-straat, Telegraafstraat, Veemarktstraat, Tivolistraat, St. Josephstraat en gedeelten van de Piusstraat en Bisschop Zwijsenstraat. Aansluitend daaraan gaat het buiten de binnenstad om de Korvelseweg, de Gasthuisring, Besterdring, Lange Nieuwstraat en gedeelten van de Piusstraat en Bisschop Zwijsenstraat. Algemeen uitgangspunt is dat er sprake moet zijn van een goed evenwicht tussen de in deze straten aanwezige functies en het verkeer. Voor het gebied binnen de cityring komt daar nog een bijzonder uitgangspunt bij. Daar mag de verblijfsfunctie niet nadelig worden beïnvloed door de verkeersfunctie. Deze doelstelling wordt mede gerealiseerd met de in hoofdstuk D.3. (Bereikbaarheid) beschreven voorstellen voor de toekomstige functie van
52
de cityring. Die krijgt immers (in één richting) minder verkeer te verwerken. Ze biedt ruimte voor fietsverkeer in twee richtingen volgens de sternetkwaliteit. Bovendien kan de cityring worden ingericht als cityboulevard met onder andere groenvoorzieningen. Al met al ontstaat een meer hoogwaardige uitstraling en nemen de kwaliteiten van het verblijfsgebied ter plekke toe. De inrichting van de cityring voor het fietsverkeer maakt het mogelijk dat Tuinstraat en Korte Schijfstraat hun exclusieve functie op dit gebied verliezen. Op die manier ontstaat hier een beter evenwicht tussen de verschillende functies. Komend vanaf de cityring dient het fietsverkeer zich te voegen naar de verblijfsfunctie van de openbare ruimte die men betreedt. Dit betekent dat er voldoende stallingmogelijkheden voor fietsers moeten zijn: in de openbare ruimte of ondergronds. Waar in binnenstadsgebieden sprake zal zijn van herinrichting van de openbare ruimte, dient gezorgd te worden voor goede aansluitingen met
vormgegeven.
E. Programma Programmatische samenvatting • Toevoegen ruim 40.000 m2 detailhandel en baliefuncties. Een meer manifeste presentatie van de binnenstad, de beleving van een totaalconcept, onderscheidend vermogen,
• In relatie tot het specifieke aanbod in detailhandel ook de kwaliteit van de verblijfsruimte versterken.
verdere dynamisering en transformatie. Dat was samengevat
• Concentraties van detailhandel waar nodig kwalitatief versterken en
de uitdaging die in de visie op de toekomst van de Tilburgse
beter afstemmen op de functie van de betreffende omgeving (o.a.
binnenstad ligt opgesloten.
Binnenstad West, Koningsplein en Schouwburgpromenade). • Kleinere toevoegingen aan vvo Binnenstad West en Spoorzone. • Ruimte creëren voor zakelijke dienstverlening met een hoogwaardige
In de hoofdstukken C en D is vanuit de thematische en ruimtelijke invals-
grootstedelijke uitstraling (Spoorzone).
hoek aangegeven welke plannen en maatregelen nodig zijn om aan die
• Bestaande en nieuwe programma’s geven een totaal van ruim 160.000 m2
ambities invulling te geven. Die plannen en maatregelen moeten vervol-
bvo in de Spoorzone ten behoeve van met name zakelijke dienstverle-
gens letterlijk hun plek krijgen in de binnenstad.
ning met daarnaast ruimte voor hotel- en congresfaciliteiten.
In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van met name de ruimte vragende programma’s uit de voorgaande hoofdstukken. In de hierna volgende hoofdstukken zien we die invulling van de ruimte terug in de gebiedsbeschrijvingen. Daarbij dient benadrukt te worden dat die gebieden weliswaar hun eigen karakteristiek en beleving hebben doch geen op zichzelf staande geografische eenheden zijn. Zij vormen als het ware de deelconcepten van het totaalconcept Tilburgse binnenstad. De programmatische samenvatting luidt als volgt:
Economie • Op het gebied van detailhandel een specifiek en daarmee onderscheidend aanbod creëren (funshoppen, bijzondere winkelformules, kleinschalige winkels).
53
• Ruimte bieden aan kleinschalige bedrijvigheid, met name passend bij de
Toerisme en recreatie
sfeerbeleving en kwaliteitsverbetering van bepaalde binnenstadsgebieden (o.a. traditioneel ambachtelijk in Binnenstad West en cultureel en innovatief in het Veemarktkwartier).
• De podiumfunctie van de binnenstad verder uitbouwen. In dit kader de mogelijkheden nagaan voor toevoeging van een nieuw, eigentijds evenement met een bovenstedelijke aantrekkingskracht. • Verblijfsaccommodaties toevoegen in zowel het luxe als low budget
Wonen
segment. • De fysieke kwaliteitsontwikkeling van de binnenstad mede afstemmen
• In de binnenstad in totaal ruim 3.000 woningen toevoegen.
op het belang van toerisme en recreatie: kwaliteit van het verblijfs-
• Het grootste deel van de toe te voegen woningbouw realiseren in de
gebied, markering van de toegangen tot en oriëntatiepunten binnen de
Spoorzone (ca. 2.400). • Kleinere toevoegingen aan woningbouw realiseren op het Pieter
binnenstad, bewegwijzering met name naar Stadshart, Veemarktkwartier en Centrum Zuid (Kunstcluster).
Vreedeplein (ca. 300), op diverse verdichtingslocaties (o.a Binnenstad West), op locaties waar sloop plaats maakt voor nieuwbouw (Veemarktkwartier) en enkele locaties waar bebouwingsaccenten worden geactu-
Kunst en cultuur
aliseerd (o.a. Piusplein in het Stadshart en Koningsplein in Centrum Zuid). • In de bestaande woongebieden van de binnenstad de kwaliteit van het woonmilieu behouden en waar nodig versterken.
54
• De verdere ontwikkeling van het Veemarktkwartier als binnenstadsgebied voor culturele bedrijvigheid. • Afronding van de 2e fase van het Kunstcluster en realiseren van nieuwbouw voor de Tilburgse Dans- en Muziekschool in Centrum Zuid. • Benutten van aanwezige potenties in de binnenstad voor het versterken
Horeca
van de kunst- en cultuurfunctie (o.a. Scala in Binnenstad West). • Vestiging in Spoorzone van culturele functies met een (boven)stedelijk
• Geen structurele veranderingen doorvoeren in het horecaconcentratie-
karakter.
gebied (Heuvelplein, Korte Heuvel, Piusplein / Paleisring, Oude Markt). • Kleinschalige horeca (vooral in de vorm van daghoreca) toevoegen in gebieden waar dat bijdraagt aan de beoogde sfeerbeleving (met name
Onderwijs
Binnenstad West en verder in het Veemarktkwartier en Centrum Zuid). • Behalve voor de jeugd ook horecavestiging mogelijk maken voor andere doelgroepen.
• Vestiging van een brede school op de locatie Vormenfabriek die tevens functioneert als basisonderwijsvoorziening voor het stadscentrum.
• Toevoegen leisurevoorzieningen Pieter Vreedeplain.
• Verdere realisering van het kunstvakonderwijs in Centrum Zuid.
• Mogelijkheden nagaan voor vestiging van een grootschalige uitgaans-
• Realiseren van onderwijsgerelateerde voorzieningen in het gebied
gelegenheid in de Spoorzone.
Spoorzone.
Bereikbaarheid • Realiseren van tenminste 2.350 parkeerplaatsen voor bezoekers in de vorm van parkeergarages (Pieter Vreedeplein en Spoorzone). • Toevoegen van bewaakte fietsenstallingen (Pieter Vreedeplein, Spoorzone, Binnenstad West). • Aanleg van Noordlaan. • Herprofilering en herinrichting van de cityring in een richting. • De Spoorlaan tussen Ringbaan Oost en Boerhaveplein geschikt maken voor 2 rijstroken en alternatieve parkeergelegenheid aanwenden. • Capaciteitsverruiming op de knooppunten Nieuwe Bosscheweg / Ringbaan Oost / Bosscheweg, Spoorlaan / Heuvelring / viaduct N.S.-plein en N.S.-plein / Enschotsestraat / Besterdring / Noordlaan. • TOP bushalte verplaatsen van Heuvelring naar Stadhuisplein • Nieuw busstation realiseren aan noordzijde centraal station.
Groen • Toevoeging van groenareaal op belangrijke ontmoetingspleinen (Pieter Vreedeplein, Koningsplein, Heuvel) en als onderdeel van nieuw te ontwikkelen gebieden (Spoorzone). • Groenelementen aanbrengen ter accentuering van verbindingswegen en bebouwingslinten. • In de zogeheten ‘pocketparken’ de groenkwaliteit waar nodig verbeteren. • Stimuleren tot behoud en uitbreiding van privé groen. • Groenelementen toevoegen ter realisering van een ‘groencircuit’ op de cityboulevard. • Bestaande groenvoorzieningen kwalitatief verbeteren. • Bestaande versteende achterterreinen omvormen tot kleinschalig groen.
55
De deelgebieden
56
F. Vertaling naar deelgebieden F.1. Het stadshart Huidige kernwinkelgebied Het Stadshart omvat het gebied dat wordt gevormd door het kernwinkelgebied (Heuvelstraat en directe omgeving), het
Het bestaande kernwinkelgebied is het meest treffend te omschrijven als
Pieter Vreedeplein, de Heuvel -inclusief Heuvelring en Korte
het circuit dat wordt gevormd door Oude Markt, Heuvelstraat, Juliana van
Heuvel- en het Piusplein. Dit gebied staat sinds jaren bekend
Stolbergstraat en Heuvelpoort, Emmapassage en Katterug. Feitelijk wordt
als het centrum van Tilburg. Het onderhavige Masterplan
het huidige circuit gesloten via het Stadhuisplein en de Stadhuisstraat. Tot
maakt duidelijk dat wat we ooit het centrum noemden, de
het gebied behoren ook nog enkele passages in de Heuvelstraat en delen
kern aan het worden is van ‘de nieuwe binnenstad’. Die
van aanloopstraten vanuit de richting Binnenstad West.
binnenstad is een groter geheel en dijt uit in verschillende
Door uitvoering van de herinrichtingsplannen heeft het openbaar gebied
richtingen; in het noorden (Spoorzone), oosten
van het kernwinkelgebied de afgelopen jaren een belangrijke kwaliteitsslag
(Veemarktkwartier) en zuiden (Centrum Zuid) zelfs tot over de oorspronkelijke cityring.
57 De realisering van de binnenstadsplannen geeft op termijn een ander karakter aan het functioneren van het gebied binnen die binnenstad dat we als Stadshart aanduiden. Enerzijds krijgt dat Stadshart met het Pieter Vreedeplein een belangrijke uitbreiding van zijn kernwinkelgebied. Bovendien worden verschillende soorten woningen en andere voorzieningen toegevoegd. Anderzijds gaan delen van dat Stadshart de functie van bindende elementen vervullen tussen bestaande en ‘nieuwe’ binnenstadsgebieden. Dus is het van belang om de onderlinge relaties zo helder mogelijk te maken. Tenslotte moeten de verschillende locaties binnen het Stadshart ook zorgen voor de nodige samenhang in de centrumbeleving. Want het Stadshart is natuurlijk ‘the place to be’. Met zijn winkels, horeca, evenementen en tal van andere voorzieningen blijft dit gebied het multifunctionele en vitale middelpunt van de binnenstad.
gemaakt. Nieuwe bestrating, verlichting en straatmeubilair hebben voor een
Markt naar Centrum Zuid (i.c. het Kunstcluster); het Radioplein en
sterke upgrading gezorgd van met name de Heuvelstraat, de Oude Markt
Nieuwlandstraat, de Langestraat, Telefoonstraat en WillemII-straat naar
en de Juliana van Stolbergstraat. Als onderdeel van deze verbeteringen zijn
Binnenstad West; het Willemsplein, de Katterug en Paleisring naar Centrum
en worden ook andere delen van het kernwinkelgebied meegenomen.
Zuid; het Pieter Vreedeplein naar de Spoorzone én naar het
Behalve de herinrichting zelf begint ook het convenant tussen gemeente en
Veemarktkwartier.
winkeliers zijn vruchten af te werpen. In toenemende mate leveren ook de
Het is dus van belang om het Stadshart op sommige punten met andere
panden aan genoemde straten een bijdrage aan de beoogde beeldkwaliteit
binnenstadsgebieden aan elkaar te knopen. Dat kan door die punten te
van het gebied. Behalve de winkelfunctie heeft ook de uitgaansfunctie
accentueren in de vorm van bebouwing. Maar ook zal het nodig zijn om de
(Oude Markt en Stadhuisstraat) door de recente ingrepen aan kwaliteit
continuïteit van de ‘nieuwe’ cityring met zijn functie van cityboulevard op
gewonnen.
plekken waar dat kan, te onderbreken en de binnenstad op die manier over de ring heen te laten gaan. Die ‘verbindingslocaties’ zijn: Heuvelring ter
Scharnierfuncties
hoogte van Veemarktstraat (Pieter Vreedeplein / Veemarktkwartier), Heuvel ter hoogte van Korte Heuvel (via Stadshart naar Veemarktkwartier),
Was jaren geleden in de
Paleisring ter hoogte van het Stadhuisplein (Stadshart / Centrum Zuid) en
verbeteringsplannen
ter hoogte van de Oude Markt (vanuit Binnenstad West en Stadshart naar
voor het stadscentrum
Centrum Zuid i.c. Kunstcluster).
het realiseren van
58
circuitbewinkeling de
Maar ook binnen het Stadshart zelf is het van belang dat de verschillende
ultieme wens (met o.a.
locaties waarin dat gebied is te onderscheiden, een duidelijke samenhang
de komst van de
met elkaar vertonen. Het Stadshart moet zich -waar dit nog onvoldoende is
Emmapassage), nu ligt
gebeurd- verder ontwikkelen tot een coherent geheel. Onderlinge relaties
de lat weer een stuk
binnen dit gebied die versterking behoeven zijn: het Piusplein met Juliana
hoger. Enerzijds is er de
van Stolbergstraat en Heuvel en het Pieter Vreedeplein met de Heuvelstraat
behoefte om het areaal
en de Heuvel.
en de kwaliteit van de bewinkeling in het kernwinkelgebied te vergro-
Pieter Vreedeplein: een nieuw binnenstadsplein
ten. Anderzijds krijgt het Stadshart door de
De belangrijkste ingreep in het Stadshart betreft de complete metamorfose
ontwikkelingen in ‘de
van het Pieter Vreedeplein. Fase 1 van dit grootschalige project voorziet in
aangrenzende binnen-
de realisering van een compleet nieuw plein dat een belangrijke impuls
stadsgebieden’ steeds
voor de economische functie en de dynamiek van de binnenstad gaat
belangrijkere scharnier-
betekenen. De planontwikkeling verkeert in het eindstadium van de
functies naar die
bestemmingsplanfase. Naar verwachting gaat de realisatie nog in 2003
gebieden: de Oude
van start.
Diverse markeringen rond intiem plein
Al deze functies zorgen voor een levendig centrumklimaat van het plein dat verder een groen en intiem karakter krijgt. Het sociale klimaat krijgt
Het nieuwe Pieter Vreedeplein wordt gekenmerkt door diverse markerings-
mede vorm door de woonfunctie die behalve aan de ingang bij de
punten die samen een intiem plein omsluiten.
Spoorlaan ook gestalte krijgt in woningen boven winkels.
Aan de noordzijde, ter hoogte van de Spoorlaan, markeert een woon-
Het nieuwe Pieter Vreedeplein wordt autovrij. Er komt een ondergrondse
gebouw als het ware de entree. De westzijde van het plein wordt gedomi-
parkeergarage. Tevens voorziet het plan in de komst van een bewaakte
neerd door winkels. De branchering moet voor een verrijking zorgen van
fietsenstalling.
de winkelkwaliteit in het Stadshart. Het totale winkelaanbod zal voor een hoge mate van funshoppen moeten zorgen.
Programma Pieter Vreedeplein • 25.000 m2 bvo detailhandel • 10.000 m2 bvo horeca en leisure • 300 woningen • 1.000 parkeerplaatsen in ondergrondse parkeergarage • 750 stallingplaatsen in bewaakte fietsenstalling
Fase 2: verbinding met de Spoorzone Het Pieter Vreedeplein vormt aan de noordkant het bindend element tussen Stadshart en Centraal Station. Het is zelfs de bedoeling dat vanaf de Spoorlaan, ingericht als stadsboulevard, een uitnodigende entree naar dit deel van de binnenstad ontstaat. Daartoe is een aantrekkelijke verbinding nodig die ter hoogte van de huidige Magazijnstraat e.o. gestalte moet krijgen. Door deze verbinding ontstaat straks op de bekende oost-west winkelroute (Heuvelstraat met circuit) een nieuwe verbindingslijn tussen het hart van de stad en de Spoorzone. Impressie Pieter Vreedeplein Eerst na afronding van het nieuwe Pieter Vreedeplein zal worden bezien of Aan de oostzijde krijgt het Pieter Vreedeplein een invulling met leisure- en
de noord-zuid ronde die ontstaat tussen Spoorlaan via Pieter Vreedeplein
uitgaansfuncties (o.a. passende horeca en een eigentijds bioscoopcomplex
en cityring naar Heuvelstraat, nog verder moet worden doorgetrokken.
met meer zalen). Bebouwing daar zorgt ook voor markering ter hoogte van
Concreet gaat het om de winkelas Hendrikhof die de achterkant van de
de Heuvel. Aan de zuidzijde komt de verbinding tot stand met het bestaan-
Hema verbindt met de Emmapassage. Aan dit onderdeel wordt vooralsnog
de kernwinkelgebied (Heuvelstraat e.v.). De huidige Citycenterpassage
geen prioriteit toegekend.
wordt heringericht tot nieuwe verbindingsstraat. Ook de WillemII-straat gaat in dit opzicht een belangrijke functie vervullen.
59
Heuvel als stadsplein én als bindend element
uitgaansgebied behouden en daarmee behalve als verblijfslocatie ook fungeren als overloopgebied tussen Stadshart en Veemarktkwartier.
De Heuvel is van oudsher het stadshart van Tilburg. De Heuvel maakt met zijn horecafunctie deel uit van het uitgaansgebied. Daarnaast is het plein een belangrijk trefpunt voor binnenstadsverblijf (terrassen) en uiteenlopen-
Piusplein: meer uitstraling en een betere verblijfsfunctie
de evenementen. Annex aan de Heuvel ligt de Korte Heuvel, dat een volledige uitgaansfunc-
Het Piusplein heeft een belangrijke functie in het uitgaansgebied (horeca)
tie heeft (horeca) en het begin markeert van het Veemarktkwartier.
van het Stadshart. Daarnaast is het plein een belangrijk trefpunt voor binnenstadsverblijf (terrassen) en uiteenlopende evenementen.
Verblijfsruimte Heuvelplein verbeteren
Het Piusplein wordt met de Heuvel verbonden via de Juliana van Stolbergstraat en het Damplein. Zelf vervult het plein ook een scharnierHet is de bedoeling
functie: naar het westelijk gelegen gedeelte van het Stadshart
om de kwaliteit van
(Emmapassage en Paleisring).
de verblijfsruimte van het Heuvelplein
Belemmeringen
aanzienlijk te verbete-
60
ren. Het is de
De huidige kwaliteiten van het Piusplein zijn niet zodanig dat genoemde
bedoeling om de
functies volledig tot hun recht kunnen komen. De volgende belemmeringen
Heuvel om te toveren
doen zich voor:
tot een gezellig en
• Er is geen tot onvoldoende samenhang in het voetgangersdomein waar
groen plein. En wel
het gaat om de relaties van het plein met de Juliana van Stolbergstraat
zodanig dat het
en Heuvelpoort.
eenrichtingsverkeer op de cityring qua
• De oostelijke wand van het Piusplein en de Piusstraat is onevenwichtig en draagt daardoor onvoldoende bij aan de gewenste beeldkwaliteit.
beleving als onder-
• De huidige inrichting van het pleingedeelte is inmiddels gedateerd.
geschikt wordt
• Het gedeelte aan de Paleisring (o.a. horeca) komt onvoldoende uit de
ervaren aan de nieuwe verblijfsruim-
verf als verblijfsgebied. • Voor het verkeer dat vanuit zuidelijke richting via de Piusstraat de
te. Bij de ontwikke-
binnenstad inrijdt, is het Piusplein onvoldoende gemarkeerd als punt
ling van het verbeter-
waar de verdere verkeersafwikkeling naar het westen toe (Paleisring)
plan wordt de
plaatsvindt.
bevolking betrokken. De Korte Heuvel zal zijn functie als onderdeel van het
Programma Piusplein
de westzijde van het plein. De panden lenen zich doorgaans het beste voor commerciële functies en horeca op de begane grond en eventueel
Om de verblijfsfunctie van het Piusplein binnen het Stadshart te verbeteren
wonen op de verdiepingen.
en om tevens te zorgen voor een goede relatie met andere binnenstadsgebieden, is het volgende programma opgesteld: • Het Piusplein gaat zich nadrukkelijker manifesteren als onderdeel van en schakel binnen het Stadshart. De bestaande pleinfunctie aan de zijde waar de horecavestigingen zijn geconcentreerd, wordt verbeterd. Daarbij gelden het nieuwe busstation en de bestaande vestiging van Mc Donalds als begrenzing met de cityring in zijn nieuwe hoedanigheid van cityboulevard. In overleg met Mc Donalds wordt gestreefd naar een meer passende uitstraling van het huidige gebouw. Ter hoogte van de aansluiting van het Piusplein met het kernwinkelgebied gaan elementen als groen, verlichting en straatmeubilair zorgen voor een betere inrichting en voor meer samenhang. • Door het reserveren van ruimte voor een TOP halte wordt rekening gehouden met de situatie waarin het openbaar vervoer gebruik maakt van de verbinding Koopvaardijstraat / Havendijk Noord / brug Piushaven / Ringbaan Zuid. • Dankzij het concept van de nieuwe cityring als boulevard komt straks de overgang van Piusplein via Damstraat met Heuvel en Korte Heuvel beter uit de verf. De kwaliteitsverbetering van de inrichting zal tevens de daar aanwezige beeldkwaliteit (appartementen en monumentaal groen) uit de anonimiteit halen. • Aan de zuidzijde van het Piusplein wordt de begrenzing met de verkeersfunctie van de Piusstraat en het afbuigende eenrichtingsverkeer naar de Paleisring gemarkeerd. Hogere bebouwing op de hoek met de Hoogvensestraat zorgt voor een stedenbouwkundig accent. Van daaruit dient een verblijfsstrip met karakteristieke bestrating in westelijke richting als scharnier naar de Paleisring en verder. • Om de beeldkwaliteit van de oostwand van het Piusplein te verhogen worden stedenbouwkundige randvoorwaarden ontwikkeld die recht doen aan de historische kleinschaligheid en bijbehorende accentuering van panden. Verticale lijnen in de bebouwing kunnen deze wand beter tot zijn recht laten komen en visueel in overeenstemming brengen met
61
F.2. Spoorzone
station bieden de mogelijkheid tot het verwezenlijken van deze ambities. Bij de planontwikkeling die volgt op de stedenbouwkundige visie, moeten
De Spoorzone is het gebied waar een hoogwaardige steden-
nog veel worden ingevuld en uitgewerkt. Allereerst wordt de visie
bouwkundige en ruimtelijke ontwikkeling wordt nagestreefd
uitgewerkt in een ontwikkelingsgericht masterplan. Dat vormt dan de
en waaraan belangrijke infrastructurele elementen zijn
onderlegger voor een haalbaarheidsstudie die in overleg met betrokken
toebedacht. In het kader van het onderhavige Masterplan
partijen wordt uitgevoerd. Dit Masterplan Binnenstad dient ertoe om de
Binnenstad richt de actuele planontwikkeling zich op het
strategisch gezien belangrijkste toekomstige kenmerken voor het gebied
gebied tussen Jan Heynstraat, Lange Nieuwstraat,
vast te leggen. Inmiddels is een aantal onderdelen van het gebied in
Besterdring, Spoorlaan en St. Ceciliastraat. Op langere
ontwikkeling.
termijn kan de locatie Van Gend & Loos aan bod komen. De ontwikkeling van de Spoorzone is een van de strategische projecten in het kader van BrabantStad en is als
Ruimtelijke kenmerken
zodanig opgenomen in het uitvoeringsprogramma van de Vijfde Nota. De planontwikkeling voor het gebied incorpo-
De Spoorzone wordt een gebied van grootstedelijke allure en met een
reert als het ware de plannen die tot nu toe voor het
hoogwaardige uitstraling. Hier ligt de kans voor Tilburg om een steden-
oorspronkelijke gebied Stationszone (ten zuiden van het
bouwkundige structuur te ontwikkelen en zich als grote stad te manifesteren.
spoor) zijn ontwikkeld. Voor het gebied Spoorzone is door het Atelier van de Rijksbouwmeester een stedenbouwkundige
62
visie ontwikkeld. Met het ambitieniveau hiervan alsmede met de structuurbepalende elementen (Noordlaan, groenstructuur en noord zuid verbinding) heeft de raad in februari 2003 ingestemd.
Tot het binnenstadsgebied Spoorzone behoort behalve de eerder genoemde (oorspronkelijke) Stationszone ook het gebied van de huidige NS werkplaats en directe omgeving, dus het gebied direct ten noorden van het spoor. Dit totale gebied leent zich er bij uitstek voor om een zeer belangrijk gedeelte van de ambities uit dit Masterplan en, daaruit voortvloeiend, een omvangrijk deel van het programma te realiseren. Een van die ambities is het versterken van de zakelijke dienstverlening waarbij de omgeving van het NS station als zeer hoge prioriteit geldt. Een andere ambitie betreft een substantiële uitbreiding van het centrum stedelijk wonen op locaties in en direct rond de binnenstad. Met name de gronden ten noorden van het
Impressie visie Spoorzone - Atelier Rijksbouwmeester
Het gebied leent zich bij uitstek voor een ontwikkeling die de binnenstad als het ware enigszins in noordelijke richting doet uitdijen. De Spoorzone wordt geen nieuw stadscentrum maar moet worden gezien als complementair aan de bestaande binnenstad. Het gaat om een kwantitatieve én kwalitatieve toevoeging. Die toevoeging bestaat uit kantoren, woningbouw, diverse stedelijke voorzieningen (onderwijs en cultuur) en grootstedelijke voorzieningen als hotel-, congres- en vergaderfaciliteiten. Daarnaast biedt het gebied de mogelijkheid om zich te ontwikkelen als knooppunt voor het openbaar vervoer (zie hierna onder infrastructurele kenmerken). Ondanks de stedelijke uitstraling van de Spoorzone is er ook volop ruimte voor openbaar groen. De Spoorzone is niet alleen een gebied op zichzelf. De relatie met de bestaande binnenstad, die als het ware om de hoek ligt, wordt met name ingevuld door de boulevardfunctie die de Spoorlaan zal krijgen (zie hierna onder infrastructurele kenmerken). Niet in de laatste plaats voorzien de plannen in het slechten van de bestaande barrière tussen ‘het zuiden en het noorden van het spoor’. Daarvoor gaat een ruim bemeten onderdoorgang ter hoogte van het station zorgen. Ook de relatie tussen Spoorzone en het gebied Oud-Noord krijgt alle aandacht. centrum moet zijn, de ringbanen als doorgaande route zal kiezen waardoor de Spoorlaan voor een groot deel de huidige functie als onderdeel van
Infrastructurele kenmerken
oost-west verkeersas verliest. Een nieuwe inrichting voorziet onder andere in het versmallen tot tweestrooks weg en de aanleg van gebouwde
De visie op de Spoorzone omvat diverse infrastructurele kenmerken die
parkeervoorzieningen vlak onder het spoor (inclusief commerciële functies
zowel de ruimtelijke als de functionele kwaliteit van de binnenstad vergro-
op de begane grond), groenvoorzieningen in de vorm van bomenrijen en
ten. In deze kenmerken zijn uiteraard de plannen verwerkt zoals die in
een brede voetgangersloper aan de noordzijde.
hoofdstuk D.3. (Bereikbaarheid) op het gebied van verkeersontsluiting en bereikbaarheid zijn gepresenteerd.
Noordlaan met drieledige functie
Spoorlaan wordt stadsboulevard
Ten noorden van het spoor krijgt de Noordlaan een drieledige functie: • Ze zorgt voor de verdeling en afwikkeling van het verkeer dat ontstaat
De Spoorlaan gaat functioneren als een aantrekkelijke entree vanuit het
als gevolg van de programmatische invulling van het gebied.
station naar de binnenstad. In het kader van de voorgestelde verkeersplan-
• Ze is openbaar vervoeras voor het busstation.
nen (D.3.) maakt de Spoorlaan deel uit van de cityring met eenrichtings-
• Ze draagt bij aan de stedenbouwkundige structuur van het gebied.
verkeer voor auto’s. Dit heeft tot gevolg dat autoverkeer dat niet in het
63
Openbaar vervoerknooppunt
de Spoorlaan als nieuwe stadsboulevard (bijv. in de plinten van de nieuwe parkeergebouwen aan de noordzijde).
Met de Spoorzone kan Tilburg het knooppunt voor openbaar vervoer realiseren dat de stad al langer op haar verlanglijstje heeft staan. Het centraal station kan geschikt worden gemaakt voor de komst van het
Programma in cijfers
interregio spoor en de HSL shuttle. Een nieuw te realiseren busstation ten noorden van het station zorg voor een kwalitatief veel betere koppeling
In het gebied Spoorzone inclusief Pieter Vreedeplein, wordt rekening
tussen trein- en busverkeer. Met de eerder genoemde onderdoorgang onder
gehouden met een totaal volume van 820.000 m2 bvo gebouwde voorzie-
het station is een goede verbinding tussen bestaande binnenstad en
ningen, globaal verdeeld naar:
busstation verzekerd. De omgeving van het knooppunt zal verder worden
• 240.000 m2 parkeren (ca. 8.600 parkeerplaatsen)
ingevuld met fietsvoorzieningen (stallingen), taxistandplaatsen en auto-
• 300.000 m2 wonen (ca. 2.700 woningen)
parkeervoorzieningen. Die zijn bedoeld zowel voor openbaar vervoerreizigers
• 160.000 m2 kantoren en bedrijven (incl. hotel en congresfaciliteiten)
als voor binnenstadbezoekers.
• 70.000 m2 voorzieningen (onderwijs, cultuur, wijkvoorzieningen en hotel en congresfaciliteiten) • 40.000 m2 detailhandel en baliefuncties.
Overige functionele kenmerken De Spoorzone biedt als binnenstadsgebied de mogelijkheid om diverse ambities die in dit Masterplan naar voren komen, tot werkelijkheid te
64
brengen. Genoemd zijn reeds de hoogwaardige stedelijke uitstraling, de economische functie (zakelijke dienstverlening) en de woonfunctie (centrum stedelijk wonen). Verder liggen er uitgelezen kansen op het gebied van verkeer en vervoer. Maar ook voor wat betreft andere binnenstadsfuncties is de Spoorzone een bijzonder kansrijk gebied. Op het terrein van onderwijs en dat van kunst en cultuur biedt het gebied mogelijkheden tot vestiging van grote voorzieningen die voor alle verkeersmodaliteiten goed bereikbaar moeten zijn. Op het gebied van toerisme en recreatie, mede in relatie tot de economische functie, is er de mogelijkheid voor de realisering van een hotelaccommodatie. Horecavoorzieningen zullen zich enerzijds beperken tot passend bij het gebied en zijn functies. Anderzijds wordt nagegaan in hoeverre de vestiging mogelijk is van een eigentijdse uitgaansgelegenheid met een bovenstedelijke uitstraling. Groenvoorzieningen zullen functioneren als geledingzone én als kwalitatieve verrijking van de openbare ruimte. Tenslotte zal er ook in bescheiden mate ruimte zijn voor winkelvestiging, zowel ten noorden van het spoor als aan
F.3. Binnenstad West
overgangsgebied: tussen west en oost, maar ook tussen noord en zuid: van Spoorzone naar Stadshart (en vervolgens naar de cultuurvoorzieningen in het Kunstcluster).
Tilburg bezit een stukje binnenstad waarvan de waarde nog
Ook in ruimtelijk opzicht en qua binnenstadsbeleving draagt Binnenstad
niet in alle opzichten is onderkend. Het gaat om het gebied
West bij aan de nodige balans. Door zijn historische waarde, intimiteit en
dat grofweg wordt omsloten door de Heuvelstraat, de
geheel eigen sfeer met bijzondere winkels en andere voorzieningen dient
Noordhoekring, de Spoorlaan en het Pieter Vreedeplein.
het gebied als compensatie voor de hectiek van het nabij gelegen kern-
Dit gebied -aangeduid als Binnenstad West- heeft volop
winkelgebied en uitgaansgebied.
potenties om zich te ontwikkelen tot een intiem dwaalgebied dat optimaal kan bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardige beleving van de binnenstad.
Ontwikkeling tot dwaalgebied
Binnenstad West heeft volop historische, architectonische en ruimtelijke
Binnenstad West heeft
kwaliteiten. Het meest beeldbepalend zijn de WillemII-straat en
tal van mogelijkheden
Stationsstraat met hun historisch zeer waardevolle panden. Ook de
om zich te ontwikkelen
Tuinstraat en de Nieuwlandstraat zijn tot deze categorie te rekenen.
tot het typisch binnen-
Het gebied heeft zich in het verleden vooral ontwikkeld als woongebied.
stedelijke dwaalgebied
Er is een mix ontstaan van oudere woonstraten en nieuw ontwikkelde
dat Tilburg tot nu toe
woonclusters, zowel ten noorden als ten zuiden van de Tuinstraat. In veel
nog ontbeerde.
historische en andere panden zijn ook kantoren te vinden. De laatste jaren
Wanneer het hart van
kenmerken zich door een ontwikkeling, waarbij in toenemende mate kleine,
Tilburg behalve
vaak specialistische winkels zich in het gebied vestigen. In mindere mate is
winkels, uitgaan, kunst
er ook sprake van de vestiging van kleine horeca. De multifunctionele
en cultuur, recreatie en
ontwikkeling van Binnenstad West zal zich met name voordoen in de eerder
grootvermaak ook nog
genoemde straten en verder nog in de Noordstraat en Korte Schijfstraat.
een introvert flaneergebied kan bieden, is de binnenstad compleet.
Balans
Flaneren in een binnenstad doe je in histori-
Bij het ontstaan van het nieuwe Pieter Vreedeplein verplaatst het zwaarte-
sche straten en straat-
punt van de economische activiteiten zich enigermate naar het oosten en
jes en langs kleine
noordoosten van de binnenstad. Naarmate het Stadshart zich sterker
winkeltjes, leuke daghoreca en bijzondere kunst- en cultuuraanbieders als
ontwikkelt en manifesteert, zal ook de levensvatbaarheid van Binnenstad
galerieën. Die zien we de laatste jaren zich in toenemende mate vestigen in
West verder toenemen. Het gebied kan in die situatie prima dienen als
Binnenstad West.
65
Voorwaarden scheppen, regisseren en stimuleren In feite bezit Binnenstad West al de nodige ingrediënten om uit te groeien tot het beoogde dwaalgebied. Met een mix van de functies wonen, werken, winkelen en horeca. De beeldbepalende panden zijn er. Maar ze moeten nog beter gekoesterd worden en nog beter voor het voetlicht komen. De specialistische detailhandel en kleine horeca is er. Maar nog in onvoldoende mate en teveel verspreid over het gebied om van Binnenstad West een aantrekkelijk geheel te
66
Het gebied blijkt ook een broedplaats te zijn voor bedrijvigheid in uiteen-
maken. Het
lopende branches en verschijningsvormen: van kunstateliers tot notariaat
aanwezige straten-
en van ambachtelijke werkplaats tot kleinere en grotere dienstverleners in
patroon leent zich
zowel de private als publieke sector. Bestaande, vaak statige panden
ook voor de
krijgen een nieuwe identiteit en daarmee een nieuwe toekomst. Het
ontwikkeling die
particulier initiatief leidt er mede toe dat veel panden en soms zelfs delen
wordt nagestreefd.
van straten in oude luister zijn en worden hersteld. Al met al kan in
Maar er zijn ook
Binnenstad West langs de ontworpen lijnen het beoogde dwaalgebied zich
nog ruimtelijke
verder ontwikkelen.
kwaliteitsverbete-
Het resterende gebied binnen die lijnen leent zich er bij uitstek voor om
ringen nodig.
daar het centrumstedelijk wonen te versterken. Onder meer door gebruik
De daadwerkelijke
te maken van de verdichtingsmogelijkheden die in hoofdstuk D.2.
invulling van
(Bebouwingsstructuur) zijn geschetst. Het rustige en min of meer introverte
Binnenstad West zal vooral moeten komen van het particulier initiatief.
karakter van dit gebied is daarmee ook een van de kwaliteitskenmerken
De gemeente heeft in de eerste plaats een voorwaarden scheppende,
van de binnenstad.
regisserende en stimulerende rol.
Programma
• Verbetering van de uitstraling van de Schouwburgpromenade mede in het licht van de realisering van de cityboulevard (zie D.3.).
• Maatregelen in het kader van de aanwijzing van de binnenstad als rijksbeschermd stadsgezicht waarbij de historische waarde van Binnenstad West kan worden geaccentueerd. • Meer woningen, groen en semi-openbare ruimte realiseren door het benutten van verdichtingslocaties: Burgerijpad, Harmonieterrein, gebied rond Scala (Tuinstraat, Telefoonstraat, Korte Tuinstraat en Langestraat), gebied achter Terra Nova (Nieuwlandstraat, Korte Tuinstraat), het binnengebied omsloten door Stationsstraat, Fabriekstraat en Noordstraat. • Herinrichting van Stationsstraat, Noordstraat, Tuinstraat en WillemIIstraat als 2e fase van de herinrichting van het kernwinkelgebied. Dit stimuleert het verder opknappen van panden door eigenaren en de vestiging van nieuwe ondernemers. • Het wonen boven winkels en op de begane grond, ook in historische panden stimuleren. • Het expliciet bevorderen van de vestiging van kleine winkels, daghoreca en ambachtelijke bedrijvigheid die past bij de beoogde sfeer en uitstraling van het gebied. Met betreffende ondernemers een plan van aanpak opstellen en een strategisch aankoopbeleid voeren. • Toevoeging 1.500 m2 broedplaatsfunctie, 15 kwaliteitszaken en 2 grote trekkers. • Restaureren en herbestemmen Scala. • Bevorderen dat lelijke binnenterreinen en achterkanten van panden worden opgeknapt. • Verkeer mag het functioneren van het dwaalgebied niet in de weg staan. Voor de doorgaande routes Nieuwlandstraat en Tuinstraat vindt onderzoek plaats naar de gewenste toekomstige verkeersfunctie. In de besluitvorming worden belangen van winkeliers en bewoners gewogen. • In het plan Burgerijpad rekening houden met een grootschalige parkeervoorziening. • In Binnenstad West wordt ook gezocht naar een locatie voor een grote fietsenstalling. Daarnaast komen er plaatsen voor kort stallen. • De mogelijkheden voor het toevoegen van groen wordt optimaal benut.
67
F.4. Veemarktkwartier
de Tivolistraat. Hier vestigen zich startende ondernemers op het gebied van media, informatie en communicatietechniek. De culturele bedrijvigheid in het Veemarktkwartier zal sowieso worden ingevuld door veelal jonge, vaak
‘Cultuur als motor van de locale economie’ luidt het parool
startende ondernemers. Het wordt dan ook een jong en dynamisch binnen-
voor de invulling van het Veemarktkwartier als zuidoostelijk
stadsgebied. Elementen die dat beeld moeten completeren, zijn onder meer
gebied van de binnenstad. Het Veemarktkwartier is mede de
de vestiging van jongerencentrum Attak, de bouw van Centrum voor
exponent van de naam en faam die Tilburg heeft op het
beeldcultuur en een
gebied van hedendaagse kunst en cultuur. En dat dan in
Mediacentrum, waarin
samenhang met veelal kleinschalige en innovatie bedrijvig-
o.a. Scryption en NIAf
heid. Dit cultureel ondernemerschap kan gedijen in een
gevestigd zullen worden.
gebied dat de bijbehorende uitstraling en intimiteit krijgt.
En verder voorzieningen
Het stedenbouwkundig masterplan heeft inmiddels geleid
als atelier- en expositie-
tot het opstellen van een (voorontwerp) bestemmingsplan.
ruimten, kleinschalige horeca en kunst en cultuur gerelateerde
Het Veemarktkwartier vormt het overgangsgebied tussen het Stadshart aan
winkels.
de ene kant en een gedeelte van de Spoorzone aan de andere kant. Aan de westzijde viert het uitgaansleven van de Korte Heuvel en Heuvelring hoogtij. Aan de noordzijde domineren moderne kantoorgebouwen aan de
68
Spoorlaan. Aan de zuidrand ligt de Piushaven die met zijn omgeving een
Stedenbouwkundige invulling
afzonderlijk ontwikkelingsgebied vormt. Aan de oostzijde is de Ringbaan Oost de begrenzing.
De stedenbouwkundige invulling van het Veemarktkwartier dient
Culturele bedrijvigheid in diverse verschijningsvormen
meerdere doelen tegelijk. Uiteraard moeten de
In het Veemarktkwartier zijn reeds belangrijke cultuurinstellingen gevestigd:
genoemde functies er hun
het popcentrum 013 dat sinds de opening in 1999 een bloeiend bestaan
plek kunnen vinden.
kent en FAXX als centrum voor beeldende kunst en tevens verzamelgebouw
Verder moet er een goede
van diverse culturele ondernemingen. Die verscheidenheid in culturele
aansluiting komen met het bestaande stadscentrum, met name via de
bedrijvigheid zal kenmerkend worden voor de verdere invulling van het
Veemarktstraat, noordelijke Heuvelring en Telegraafstraat naar het Pieter
Veemarktkwartier. In tal van bestaande en nieuw te bouwen panden zullen
Vreedeplein.
uiteenlopende kunstvormen in bedrijfsmatige zin onderdak vinden:
Tenslotte moet er een binnenstedelijke sfeer ontstaan die recht doet aan de
beeldende kunst, audiovisuele kunst, film, muziek en multimedia. Een
beleving van het gebied als centrum van cultureel ondernemerschap. Voor
eerste belangrijk begin is al gemaakt met de realisering van Villamedia aan
dit alles is een stevige ingreep nodig in het bestaande gebied. Sloop en
• Realisatie ca. 100 woningen, waaronder ca. 20 atelier/muzikantenwoningen. • Herinrichting openbaar gebied. • Realisatie vergroening gebied achter de Heuvelkerk. • De Interpolistuin vormt het hart van het Veemarktgebied. Er wordt gewerkt aan het ‘openen’ van de tuin naar de Tivolistraat, waardoor deze een meer publieke functie krijgt. Ook de verbinding van de tuin met de Veemarktstraat zal hersteld worden. • Er wordt gestreefd naar een hoge dichtheid van Kunst in de openbare ruimte. • Realisatie Monument tegen zinloos geweld achter de Kerk. • Realisatie kunstwerk Rob Birza op schoorsteen Duvelhok. • Realisatie kunstwerk Rob Birza in/rond Het Gebouw. • Toevoegen commerciële functies passend nieuwbouw is voorzien ter hoogte van de hoek Heuvelring / Veemarktstraat,
binnen de
in een gedeelte van de Veemarktstraat zelf (woningen) en in een deel van
uitgangspunten
de Tivolistraat (tussen de appartementencomplexen Bellevue en
voor het gebied,
Lindenhaage). Voor nieuwbouw zijn verder de locaties voorterrein
met name nieuwe
Tivoligarage aan de zijde van de Spoorlaan (Mediacentrum), Dunantstraat
media, muziek- en
(bindgebouw tussen FAXX en Duvelhok en woningen) en Veemarktstraat
beeldcultuur.
(woningen en commerciële ruimten) van belang. De kwaliteit van het openbaar gebied wordt onder meer versterkt door het creëren van een aantal pleintjes en verbindingen en door een meer open karakter van de zogeheten Interpolistuin.
69
• Versterken van jongerencultuur in het gebied. • Realisatie jongerenhotel. • Verhogen produc-
Programma
tiefactor in het gebied.
• Toevoeging 9.000 m bvo voor creatieve bedrijvigheid, gethematiseerd 2
naar verschillende doelgroepen. • Toevoeging 1.500 m2 broedplaatsfunctie creatieve bedrijvigheid. • Toevoeging 1.000 m2 thematische detailhandel. • Realisatie 600 parkeerplaatsen.
Impressie van Het Gebouw
F.5. Centrum Zuid
het gebied Centrum Zuid aan te pakken. Daar zijn reeds de nodige belangrijke functies aanwezig: Kunstcluster en Schouwburg, Muzentuin, Kantongerecht, 2e Stadskantoor en Openbare Bibliotheek, de weekmarkt,
De realisering van de 2e fase van het Kunstcluster en de
de ondergrondse parkeergarage, woningen (Paleisring en Koningsplein) en
nieuwbouw van de Tilburgse Dans- en Muziekschool vormen
winkels zowel onder de Koningspleinflat als onder de flat aan de westzijde
de aanleiding om het Koningsplein en omgeving zowel
van het Koningsplein.
ruimtelijk als functioneel sterk te verbeteren. Voor het
Samengevat bestaat de uitdaging uit een functionele en ruimtelijke
gebied dat wordt omsloten door Stadhuisplein / Paleisring,
upgrading van het gebied. Wat het laatste betreft is de planontwikkeling er
Piusstraat, Primus van Gilsstraat en Bisschop Zwijsenstraat
vooral op gericht om van het gebied meer één geheel te maken. Verder
is een masterplan ontwikkeld. Dit plan voorziet tevens in
moet tot uitdrukking komen dat het gebied een logische verbinding vormt
het realiseren van een koppeling met de Piushaven.
met het kernwinkelgebied aan de noordzijde (noord/zuid as in het verleng-
Tenslotte ontstaat de in het Groenstructuurplan beoogde
de van de WillemII-straat), met de Piushaven aan de oostzijde en het
verbindingsas tussen het groen en water van de Piushaven
Kunstcluster en Stadspark Oude Dijk aan de westzijde. Tenslotte zijn in de
en het groengebied stadspark Oude Dijk.
bebouwing diverse accenten nodig zowel om de intimiteit van de pleinfunctie te vergroten als om het binnenstadskarakter van het gebied te versterken.
De aan het Koningsplein toebedachte vitale functie in de binnenstad is in het verleden niet geheel uit de verf gekomen. Alleen wanneer op dat plein de weekmarkt plaatsvindt, gaat er de nodige dynamiek van uit. Voor het
70
overige ontbeert het Koningsplein de nodige intimiteit, ondanks de stedenbouwkundige en functionele toevoegingen die de afgelopen jaren zijn gerealiseerd. Door zijn geïsoleerde ligging ontbreekt de relatie met het Stadshart dat met onder meer zijn Heuvelstraat toch slechts op 200 meter afstand ligt. Ook het gebied tussen het Koningsplein en de Bisschop Zwijsenstraat leidt door zijn geïsoleerde ligging een problematisch bestaan.
Nieuwe uitdagingen Inmiddels is gestart met de bouw van de 2e fase van het Kunstcluster. De ingang daarvan komt te liggen aan de Bisschop Zwijsenstraat. Het voornemen is ook om de nieuwbouw van de Tilburgse Dans- en Muziekschool te realiseren ten zuiden van het Kantongerecht. Deze twee belangrijke projecten bieden volop kansen om de betreffende omgeving kwalitatief sterk te verbeteren. Deze uitdaging wordt tevens aangegrepen om ook de rest van
Impressie 2e fase Kunstcluster (vanaf Bisschop Zwijsenstraat)
oostwand van de Bisschop Zwijsenstraat een relatie met de Muzentuin. De toegankelijkheid van deze bijzondere plek in de binnenstad wordt daarmee vergroot. Ook de Tilburgse Dans- en Muziekschool op de genoemde locatie is op zichzelf al een bindend element tussen Kunstcluster en, via het Koningsplein, de rest van het Centrum Zuid gebied. De geprojecteerde nieuwbouw onttrekt de achterzijde van de Koningspleinflat aan het zicht.
Programma oost- en zuidzijde: bebouwingsaccenten en intimiteit Om het Koningsplein meer tot een echte binnenstadslocatie om te vormen, is ook aan de oost- en zuidzijde een aantal ingrepen nodig. Die zijn bovendien gewenst om ervoor te zorgen dat vanuit het zuiden (Piusstraat) het Koningsplein wordt ervaren als begin van de binnenstad. Daarnaast vraagt de binding met zowel de Piushaven als het kernwinkelgebied om de nodige aandacht. De verbinding tussen de Piusstraat en de noordzijde van het Koningsplein zal worden heringericht met meer groen. De relatie met
Programma westzijde: nieuwbouw, groen en transparantie
het kernwinkelgebied van het Stadshart zal worden verbeterd, omdat de
71 Met de 2e fase gaat het Kunstcluster zich nadrukkelijker naar het Koningsplein richten. Het betreffende gebouw krijgt zijn hoofdtoegang aan de Bisschop Zwijsenstraat. Nagenoeg annex aan het Kunstcluster wordt de nieuwbouw van de Tilburgse Dans- en Muziekschool gedacht. Het gebouw komt te liggen ter hoogte van de westelijke toegang van de parkeergarage Koningsplein en bevindt zich straks dus tussen de Bisschop Zwijsenstraat, het Kantongerecht en een gedeelte van de appartementen Paleisring, de Koningspleinflat en het nu nog verwaarloosde groengebiedje aan de zuidwest zijde van het Koningsplein. Voor het architectonisch ontwerp van het gebouw is een Europese aanbesteding gehouden, waaruit Atelier Pro uit Den Haag als architect naar voren is gekomen. Momenteel wordt aan het voorlopig ontwerp gewerkt. De realisering van genoemde projecten biedt de kans op verdere ruimtelijke verbeteringen. Het groengebiedje in de zuidwest hoek wordt ingericht als groene stadskamer en krijgt via een onderdoorgang in de dicht te bouwen
situering van de TOP halte aan de Paleisring het Stadshuisplein en Koningsplein dichter bij elkaar zal brengen. Tenslotte moet het Koningsplein zelf een intiemer karakter en een meer hoogwaardige uitstraling krijgen. Momenteel wordt onderzocht hoe hieraan het beste invulling kan worden gegeven. Dit zal naar verwachting leiden tot een aanpassing van het eerder gepresenteerde masterplan. De doelstelling is kwalitatieve verbetering van het Koningsplein, waarbij nader onderzocht wordt welke functies zich aan dit plein kunnen vestigen. Tevens dient het kwalitatief arme binnengebied tussen de bebouwing aan het Koningsplein en de Piusstraat in deze plannen betrokken te worden. Een ander bebouwingselement dat met name de zuidzijde van het gebied moet accentueren, is het doortrekken van de hogere bebouwing aan de Primus van Gilsstraat in oostelijke richting.
Overige programmaonderdelen Door de nieuwe bebouwingsstructuur krijgt het Koningsplein een intiemer karakter. Dat pleit ervoor de weekmarkt daar te handhaven. Die intimiteit
72
wordt nog verder versterkt door parallel aan het 2e Stadskantoor in oostwest richting grote bomen in bakken te plaatsen. Die vormen dan een ‘zachte compensatie’ voor de wat hardere uitstraling van het plein. De bomenrij staat bovendien in verbinding met een te realiseren groene inrichting van de omgeving van de toegang tot de parkeergarage aan de zijde van de Piusstraat. Daar ontstaat uiteindelijk een uitnodigende entree tot het Koningsplein en een herkenbare zichtlijn vanuit de Koopvaardijstraat waarmee ook de verbinding met de Piushaven een feit is.
G. Beheer en Veiligheid Sinds 1997 werkt de gemeente in samenwerking met de Stichting Stadskern Tilburg, de politie en andere betrokken
Beheer- en veiligheidsbeleid in de Tilburgse binnenstad
partijen aan een integrale benadering van beheer en veiligheid in de binnenstad. Met als eerste resultaat het toenmalige
Beheer en veiligheid in een veranderende binnenstad
Beheer- en Veiligheidsplan Tilburgse Binnenstad 1998-2002. In dat plan werd het beleid ontvouwd op het terrein van
De binnenstad van een grote stad laat zich op veel punten niet vergelijken
fysiek beheer, sociaal beheer en veiligheid. Het beleid werd
met een gewone wijk of buurt. Zo kent de binnenstad een heel andere
geformuleerd in de zin van concrete doelstellingen die
bewonerssamenstelling. De bedrijvigheid is totaal anders dan die in een
vervolgens zijn vertaald in een programma van maatregelen.
wijk of op een bedrijven-
In 2001 is gewerkt aan een nieuw Beheer- en Veiligheidsplan
terrein. De verkeers-
Tilburgse Binnenstad: 2002-2005. Dat plan zou een actualise-
infrastructuur is die van
ring van de situatie geven in het licht van het 1e plan en,
een stadscentrum. Maar
uitgaande van de geldende beleidsdoelstellingen, een nieuw
bovenal zijn het de
programma van maatregelen opleveren.
typische centrumfuncties die de binnenstad zo bijzonder maken en
Die actualisering maakt nu deel uit van het Masterplan Binnenstad. Het
daarmee andere eisen
resultaat is een afzonderlijk hoofdstuk Beheer en Veiligheid, waardoor deze
stellen op het gebied van
onderwerpen de aandacht krijgen die ze in het licht van de maatschappelijke
beheer en veiligheid. De
en bestuurlijke actualiteit verdienen. In dit hoofdstuk wordt eerst een
aanwezigheid van horeca
kernachtige samenvatting gegeven van het beheer- en veiligheidsbeleid
en andere uitgaans-
zoals dat sinds 1997 is ontwikkeld voor de Tilburgse binnenstad. In die zin
gelegenheden, de concen-
wordt de basis voor dit hoofdstuk gevormd door de strategische lijn die
tratie van winkels, het
met het Beheer- en Veiligheidsplan 1998-2002 was uitgezet en die met een
aanbod op het gebied van
plan 2002-2005 zijn doorvertaling gekregen zou hebben. Na het beleids-
kunst en cultuur, het
deel volgt een opsomming van maatregelen en acties.
gegeven dat de binnenstad dienst doet als podium voor uiteenlopende evenementen. Het zijn stuk voor stuk aspecten
73
die aan de binnenstad een bijzondere dynamiek geven. En die ervoor
Integrale, structurele en interactieve benadering
zorgen dat die binnenstad behalve door ruim 6.000 bewoners en ongeveer 8.000 mensen die er werken ook nog eens wordt ‘bevolkt’ door vele
Bij beheer en veiligheid maken we een onderscheid tussen fysiek beheer,
(tien)duizenden die er dagelijks op steeds wisselende tijden en in steeds
sociaal beheer en veiligheid. Dit onderscheid is er vooral om praktische
wisselende samenstelling een bezoek afleggen.
redenen. Uitgangspunt is dat er een samenhangend geheel aan maatrege-
Het voorgaande heeft zonder meer al tot gevolg dat aan het beheer en de
len ontstaat dat van de Tilburgse binnenstad een schone, hele en gastvrije
veiligheid van de binnenstad bijzondere eisen moeten worden gesteld.
binnenstad maakt. SCHOON, HEEL en GASTVRIJ zijn de drie trefwoorden die
Daar komt dan nog bij dat met het onderhavige Masterplan Binnenstad
de beleidsstrategie samenvatten. De fysieke kwaliteiten van de binnenstad
Totaal ambities worden geformuleerd voor de nabije toekomst.
zijn op orde. Die bevorderen mede de kwalitatieve uitstraling en zorgen
Die ambities leiden tot nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op de
bovendien voor een positieve beleving in de zin van zich thuis en
vormgeving van de openbare ruimte en de bebouwde omgeving. Ze leiden
geborgen voelen.
ook tot het verder invullen van al bestaande centrumfuncties en tot het
Voor het beleid is tevens uitgangspunt dat er sprake is van een structurele
creëren van nieuwe functies. De binnenstad van over 15 jaar zal een
aanpak. Voor urgente knelpunten zullen ad hoc oplossingen nodig zijn.
andere zijn dan de huidige.
Maar in toenemende mate komt het accent te liggen op preventie voor de
Die ambities en daarmee gepaard gaande vernieuwingen trekken ook hun
lange termijn. Zo zullen te nemen maatregelen in de pas lopen met bijvoor-
wissel op het niveau van het beheer en de veiligheid. Dat zal moeten
beeld de (her)inrichting van gebieden en de (her)ontwikkeling van bepaalde
aansluiten bij veranderingen die op stapel staan.
centrumfuncties. De nieuwe binnenstad kan daardoor steeds beter beantwoorden aan de eigentijdse eisen op het gebied van beheer en veiligheid.
74
Tenslotte zal beheer en veiligheid een interactieve aanpak kennen. De samenwerking met belangrijke binnenstadspartners wordt voortgezet. Die heeft in het verleden al goede vruchten afgeworpen.
Beleidsdoelen fysiek beheer In de afgelopen jaren zijn grote investeringen gedaan in de binnenstad en is ‘het gebruik’ van die binnenstad alleen maar intensiever geworden. De fysieke kwaliteit die hierdoor is verhoogd, zal in stand gehouden moeten worden. De komende jaren zullen de investeringen verder toenemen. Aan de fysieke kwaliteiten moeten nog hogere eisen worden gesteld. De begrippen ‘heel’ en ‘schoon’ krijgen een nog belangrijkere betekenis.
Maatregelen fysiek beheer Ter realisering van de beleidsdoelen fysiek beheer staan de volgende maatregelen op stapel:
Actieplan ‘schoon, heel en gastvrij’ Dit actieplan wordt opgesteld in samenspraak met de Stichting Stadskern en andere centrumpartners. Het plan voorziet onder meer in • Het schoonhouden van de binnenstad als structurele activiteit. • Een adequate reparatieaanpak van onvolkomenheden in bestrating en straatmeubilair. • Aanpak van graffiti. • Het doortrekken van het beeldkwaliteitprogramma dat in het kernwinkelgebied is gerealiseerd, naar de hele binnenstad. • Het realiseren van voorzieningen als bewegwijzering, informatiesystemen, straatmeubilair en openbare toiletten. • Een communicatiecampagne die het actieplan ondersteunt.
Beleidsdoel: Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte wordt verder verhoogd
Het hiervoor genoemde actieplan is gericht op de openbare ruimte. Ook
• De binnenstad moet zonder meer schoon zijn. Voor specifieke plekken
gestimuleerd worden om bij te dragen aan de beoogde fysieke kwaliteit.
eigenaren en gebruikers van onroerend goed in de binnenstad zullen
of specifieke momenten kunnen extra inspanningen nodig zijn. Het schoonhouden heeft een structureel karakter. Waar mogelijk geldt een
Plan van aanpak verpauperde panden
preventieve aanpak.
Samen met de Stichting Stadsherstel i.o. wordt een plan van aanpak opgesteld dat onder meer voorziet in een scherp aanschrijvingsbeleid.
Beleidsdoel: De fysieke uitstraling wordt verder versterkt • De fysieke kwaliteit wordt verder verhoogd. Voor wat betreft het
Beleidsdoelen sociaal beheer
openbaar gebied worden achterstanden ingelopen en houdt de kwaliteitsontwikkeling tenminste gelijke tred moet de uitvoering van
De vitaliteit van de binnenstad wordt niet alleen bepaald door de economi-
nieuwe plannen. Voor wat betreft de invloeden vanuit de bebouwde
sche kracht en de functie als kristallisatiepunt voor kunst, cultuur en
omgeving wordt het convenant met de gebruikers van het kernwinkel-
uiteenlopende voorzieningen. Ook het sociale klimaat is van invloed op de
gebied omgezet in welstandsbeleid en gaat als zodanig gelden voor het
leefbaarheid. Het sociale leven in een binnenstad kent verschillende invals-
hele gebied binnen de cityring.
hoeken. Behalve de bezoeker wil ook de bewoner van de binnenstad zich
• De kwaliteit van het binnenstadsgroen wordt verder versterkt. Zie ook hoofdstuk D.4. Groen.
er thuis voelen. De binnenstad moet daarom alle bevolkingscategorieën een goed woonklimaat bieden.
75
Maar gelet op de onevenwichtige bevolkingssamenstelling van de binnen-
van de fysieke omgeving als aan de sociale cohesie onder binnenstad-
stad is extra aandacht op zijn plaats voor specifieke doelgroepen. Verder
bewoners.
impliceert de dynamiek van een binnenstad dat zich ontwikkelingen kunnen voordoen die de leefbaarheid en gastvrijheid kunnen belemmeren.
Skatebaan Ter vervanging van de skatebaan aan de Gasthuisring wordt in het te
Beleidsdoel: De leefbaarheid verder vergroten door aan specifieke doelgroepen extra aandacht te schenken
verruimen verblijfsgebied rond de cityring een nieuwe locatie gezocht.
• In het binnenstedelijk woon- en leefklimaat wordt in het bijzonder
Speelplekkenplan
rekening gehouden met het toenemend aantal oudere inwoners. Het
Het in 2000
niveau van zorg- en dienstenvoorzieningen en andere faciliteiten is
vastgestelde
hierop afgestemd.
speelplekkenplan
• Om te voorkomen dat jongeren overlast veroorzaken dan wel hun
Binnenstad wordt
aanwezigheid of activiteiten als zodanig worden ervaren, wordt hen
verder uitgevoerd
extra mogelijkheden geboden: plaatsen in het openbaar gebied om te
en krijgt gestalte
vertoeven en actief te zijn en accommodaties ten behoeve van vrijetijds-
als onderdeel van
besteding en werk(ervaring).
de diverse
• Om te voorkomen dat probleemgroepen (o.a. zwervers en verslaafden) overlast veroorzaken, zijn voorzieningen beschikbaar als vertoefmoge-
ontwikkelingsprojecten.
lijkheden, hulpverlening en faciliteiten voor zinvolle dagbesteding.
76
Brede School
Maatregelen sociaal beheer
Op de locatie Vormenfabriek is
Op het gebied van sociaal beheer zijn de volgende maatregelen voorzien:
de vestiging van een Brede School
Actieplan Attak
voorzien. Zie
In de aanloop naar de realisering van het nieuwe onderkomen van Attak in
hiervoor C.6.
het Veemarktkwartier wordt een actieplan opgesteld met de volgende
Onderwijs.
aandachtspunten: • Een goede invulling van de locatie zelf. • Een planmatige opzet van activiteiten in het gebouw. • Een planmatige opzet van activiteiten in het kader van het straathoekwerk.
Opzomeractiviteiten Speciaal bedoeld voor de woonstraten in de binnenstad. De activiteiten worden samen met bewoners opgezet en dragen bij zowel aan de kwaliteit
Beleidsdoelen veiligheid Veiligheid is een zeer belangrijk thema voor bewoners, ondernemers en bezoekers van de binnenstad. Door zijn dynamiek kent de binnenstad vaak een opeenstapeling van veiligheidsproblemen. Niet alleen de veiligheid zelf maar ook het gevoel van veiligheid in de binnenstad staat hierdoor extra onder druk.
Beleidsdoel: In de Tilburgse binnenstad is het veilig winkelen, uitgaan en vertier zoeken • In het kader van een effectieve bestrijding van criminaliteit krijgt de aanpak van geweldsdelicten prioriteit. • Een hoogwaardige en integrale toezichtfunctie dient als inzet voor het voorkomen en bestrijden van onveiligheid in uitgaansgebieden. De aandacht gaat daarbij met name uit naar geweld op straat, bedreigende situaties, racisme en discriminatie, alcoholmisbruik, lawaaioverlast,
Monitorruimte Toezichtspost
wildplassen en vervuiling en overlast in de vorm van glas op straat. • In het geval van (grootschalige) evenementen wordt extra aandacht besteed aan de capaciteit voor veiligheidszorg.
van de binnenstad (zie hoofdstuk D.3.) wordt de veiligheid van alle verkeersdeelnemers verbeterd.
77
• De (brand)veiligheid van gebouwen en met name van uitgaansgelegenheden wordt verder bevorderd.
Maatregelen veiligheid
Beleidsdoel: in de Tilburgse binnenstad is het veilig wonen
Om de veiligheid in de binnenstad verder te optimaliseren wordt gewerkt
• Bij de verdere verbetering van het bestaande openbaar gebied en meer
aan de volgende maatregelen:
specifiek de omgeving van bestaande woningcomplexen wordt de veiligheid van de woonomgeving verder geoptimaliseerd. • Aandacht besteed aan de veiligheid van woning en woonomgeving.
Integrale handhaving De gemeente neemt maatregelen om op het gebied van handhaving de diverse aandachtsgebieden onder één regie te brengen. Nu zijn voor items
Beleidsdoel: Tilburg kent een verkeersveilige binnenstad
als gebouwen, evenementen, afval, sluitingstijden et cetera nog verschillende
• Bij de verdere verbetering van het openbaar gebied worden knelpunten
organisatieonderdelen werkzaam, waardoor afstemming kan ontbreken.
op het gebied van verkeersveiligheid aangepakt. • Als onderdeel van de herinrichting van binnenstadslocaties wordt
Cameratoezicht
aandacht besteed aan de verkeersveiligheid en worden onveilige
Het cameratoezicht in het uitgaansgebied wordt eventueel uitgebreid naar
situaties opgeheven.
het kernwinkelgebied. Voorstellen hiertoe worden gedaan afhankelijk van
• Als gevolg van de uitvoering van de voorstellen voor de bereikbaarheid
de evaluatie in 2003 van het huidige cameratoezicht.
Veilig ondernemen In overleg met onder andere politie, Openbaar Ministerie, Stichting Stadskern en de winkeliersvereniging Tilburg Centrum wordt bezien welke maatregelen nodig en mogelijk zijn om de veiligheid in het kernwinkelgebied te vergroten. Onder meer wordt nagegaan of het keurmerk ‘veilig ondernemen’ hiervoor voldoende handvatten biedt.
Verdere aanpak woninginbraken Met als leidraad de checklist van het politiekeurmerk ‘veilig wonen’ wordt bezien welke maatregelen mogelijk zijn om het voorkomen van woninginbraken in de binnenstad verder te verbeteren. In het kader daarvan wordt in elk geval een aantal avond- en nachtschouwen gehouden.
Budgetten tijdelijk intensief beheer Om te voorkomen dat locaties, waarvoor plannen in ontwikkeling of reeds in uitvoering zijn, tijdens die periode onveilig worden of verloederen, worden binnen deze projecten incidentele budgetten uitgetrokken voor tijdelijk intensief beheer. Een voorbeeld daarvan zijn de tijdelijke maatregelen voor het Pieter Vreedeplein (extra verlichting, groenonderhoud en
78
reparatie bestrating) waarvoor incidenteel ruim 0,2 miljoen euro beschikbaar is gesteld.
H. Uitvoering en organisatie Bij de uitvoering van het Masterplan Binnenstad zijn diverse gemeentelijke organisatieonderdelen alsook uiteenlopende
de gemeente. Door middel van clusters zijn in de Stichting Stadskern de
externe partijen betrokken. De organisatie rond de uitvoe-
belangrijkste binnenstadspartijen vertegenwoordigd. Uiteraard vindt
ring heeft de volgende kenmerken:
daarnaast veelvuldig overleg plaats met diverse partners in de binnenstad;
• Multidisciplinaire aanpak van een complex en
rond beleidsonderdelen, projecten, deelprojecten en uitwerkingen.
multifunctioneel stadsdeel. • De integraliteit van het masterplan vergt integratie in de uitvoering. • Er wordt intensief overlegd en samengewerkt met externe
In het overleg en de samenwerking tussen gemeente en externe partners zal worden voortgeborduurd op de samenwerkingsvorm die destijds met het Beheer & Veiligheidsplan (1998-2001) is geïntroduceerd en inmiddels
partners: bewoners, bedrijven, belangenbehartigers,
zijn vruchten heeft afgeworpen. Op beleidsmatig niveau is er het Beheer-
marktpartijen, overige instanties en organisaties.
en Veiligheidsoverleg met diverse externe partners. Daarnaast wordt het
• Binnen de gemeentelijke organisatie wordt aangesloten
systeem van de kwaliteitskringen gecontinueerd. Per afgebakend deel-
bij de bestaande structuren. Waar nodig wordt gekozen
gebied van de binnenstad bestaat zo’n kring uit gemeentelijke disciplines
voor een projectmatige aanpak.
en diverse belangenvertegenwoordigers (o.a. bewoners, horeca, winkeliers en anderen). Beide overlegvormen krijgen een intensief karakter.
Binnen de gemeentelijke organisatie is het Gebiedsteam Binnenstad de
De in 2002 ontwikkelde Binnenstadsmonitor zal gaan dienen als evaluatie-
centrale spin in het web voor wat betreft de uitvoering van het Masterplan
instrument voor het gevoerde beleid. De monitor bevat allerlei relevante
Binnenstad. Bij het Gebiedsteam Binnenstad komen alle lijnen samen. Het is
statistische gegevens die het mogelijk maken om ontwikkelingen adequaat
het coördinatiepunt dat zorg draagt voor een integrale aanpak.
te volgen. Ze zal tweejaarlijks worden geactualiseerd. Bij de evaluatie
Het Gebiedsteam Binnenstad maakt deel uit van de bestaande organisatie
wordt de Stichting Stadskern betrokken.
en werkt intensief samen met uiteenlopende interne vakdisciplines. Met name rond majeure deelprojecten uit het Masterplan Binnenstad zal de interne samenwerking de status hebben van een projectorganisatie. Van hieruit vindt dan de aansturing en bewaking plaats. Aan deze projectorganisaties zal in veel gevallen ook worden deelgenomen door externe overleg- of samenwerkingspartners. Voor wat betreft de hoofdlijnen van het Masterplan Binnenstad is de Stichting Stadskern Tilburg de belangrijkste externe gesprekspartner van
79