Welkom in Breda !
Bijlage Visie binnenstad november 2013
Inhoud 1
Detailhandel
1
1.1
Trends en ontwikkelingen in de detailhandel
1
1.2 Detailhandelbeleid
2
1.3
4
Prioriteiten uit het detailhandelbeleid
1.4 Binnenstadsmanagement
8
1.5 Warenmarkt
8
2 Horeca
9
3 Erfgoed
11
4 Cultuur
13
4.1
De openbare ruimte staat ter beschikking
13
4.2
Stad van beeldcultuur
14
5
Recreatie en toerisme
15
5.1
Economische crisis en vrijetijdsgedrag
15
5.2 Trends
15
5.3 Ontwikkelingen
15
5.4
16
De Bredaase situatie
5.5 Overnachtingsmogelijkheden
16
5.6
Regionale en provinciale ontwikkelingen
17
5.7
Leisure kwalitatief
17
5.8
Leisure kwantitatief
17
5.9
Toeristisch programma 2010-2014
18
6 Evenementen
19
6.1
Evenementen met een meerwaarde
19
6.2
Breda Evenementenstad
20
6.3
Visie water en vrijetijdsbesteding
23
7 Duurzaamheid
25
7.1 Klimaat
25
7.2 Energie
29
7.3 Ondergrond
30
7.4
32
Ecosysteemdiensten; meerwaarde voor de binnenstad
8 Mobiliteit
35
8.1
35
De binnenstad bereikbaar houden
8.2 Auto
36
8.3
37
Openbaar vervoer
8.4 Venstertijdengebied
39
8.5
40
Bevoorrading Binnenstad
40
8.7 Voetgangers
41
0468_13 Visie Binnenstad Breda_v6
8.6 Fietsen
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
I
9
Openbare ruimte
45
9.1
Betekenis openbare ruimte
45
9.2
Inzet op de kwaliteit van de openbare ruimte;
46
9.3
Groene & blauwe impulsen
47
10 Wonen
55
10.1
55
Woonmilieus in de binnenstad
10.2 Wijkplannen
56
10.3
Ruimtelijke ingrepen om de sociale cohesie te versterken.
57
10.4
Algemeen: vastgesteld beleid Wonen
57
10.5
Woonmilieu, woningvoorraad en bevolking Binnenstad
57
10.6
Wooncarrière en doorstroming
58
10.7 Gebiedsontwikkeling
59
10.8
Visie op Wonen in de Binnenstad
60
10.9
Wonen boven winkels
62
11
Kantoren en bedrijven
65
12
Uitvoeringsperspectief Structuurvisie i.r.t. binnenstad
67
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
II
1
Detailhandel 1.1
Trends en ontwikkelingen in de detailhandel. STERKTE
ZWAKTE
1. fysieke/offline winkels (’bricks’)
1. geen match met online winkels (’clicks’)
2. winkelaanbod kernwinkelgebied
2. te weinig onderscheidend en onvolledig aanbod
3. aantrekkelijk dwaalmilieu
3. wederzijdse afhankelijkheid kracht dwaalmilieu en kernwinkelgebied
DETAILHANDEL 1. samen en in samenhang ingaan op de uitdagingen en kansen die markt en technologie stellen 2. verbreding en diversificatie winkelaanbod 3. samen en in samenhang opstellen van goede gebiedsprofileringen om te komen tot goede branchering
1. technologie bestaat 2. beschikbaarheid van locatie Molsterrein en bereidheid investeerder 3. nieuwe ambachten in opkomst
1. gebrek aan besef van urgentie en/of motivatie om te innoveren 2. verliezen van momentum 3. wederzijdse afhankelijkheid kracht dwaalmilieu en kernwinkelgebied
KANS
BEDREIGING
1.1.1 Schaal en locatie De detailhandel is een dynamische sector. Er doen zich continue nieuwe ontwikkelingen voor. Grootschalige conceptuele winkelplannen worden geïntroduceerd (Factory Outlets), de schaalvergroting bij supermarkten zet zich voort (Jumbo van 6.000 m²), winkels zoeken de periferie en brancheverruiming en branchevervaging (ook tussen detailhandel en horeca) zet door. Tegenover de schaalvergroting is tegelijkertijd een trend van schaalverkleining en superspecialisatie waar te nemen. Vraag naar winkelunits in A1 gebieden in de grote- en middelgrote steden blijft stabiel of wordt groter. Daardoor neemt de druk op A1 gebieden toe, terwijl de vraag naar winkelruimten in randgebieden binnensteden en aanloopstaten afneemt. Het gevolg is dat A1 gebieden compacter worden en retailers en beleggers alleen nog investeren in goede retaillocaties.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
1
1.1.2 Gedrag en demografie Ook de consument verandert en men kan niet meer spreken van “de consument”. De consument is mobieler en winkelen wordt steeds meer een vorm van vrije tijdsbesteding. Enerzijds is de consument op zoek naar beleving, sfeer en onderscheid. Tegelijkertijd wordt er steeds meer gekocht via internet en men verwacht nog een forse toename van de internetbestedingen. Het is belangrijk dat ondernemers de kansen pakken die internet biedt en de combinatie leggen tussen clicks (internet) en bricks (winkel). Naast het veranderende gedrag zijn de toenemende vergrijzing en de lichte daling van het inwonertal in de regio factoren waar rekening wordt gehouden. Winkelgebieden onderscheiden zich steeds meer op basis van de koopmotieven van de consument. Er worden onderscheidt gemaakt in winkelgebieden voor de (dagelijkse) boodschappen (buurt- en wijkwinkelcentra), winkelgebieden voor doelgerichte aankopen (perifere subcentra) en winkelgebieden voor recreatief funshoppen (binnensteden). De demografische ontwikkeling draagt bij aan het proces van natuurlijke selectie: de sterke winkelgebieden zullen overleven, de zwakkere niet. Gezien de potentie van de binnenstad is ruimte bieden om de veranderende behoefte op te vangen noodzakelijk. 1.1.3 Actuele ontwikkelingen in de detailhandel Actuele ontwikkelingen in de detailhandel zijn aan de vraagkant stagnerende bestedingen, veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking, verschuiving van omzet naar andere kanalen (internet), veranderingen in passantenstromen, veranderingen in de winkelvoorkeur van consumenten etc. Trends aan de aanbodzijde zijn er eveneens: schaalvergroting (grotere winkels), internationalisering (meer buitenlandse ondernemingen zoals Zara, H&M en Mango), merkbeleving (meer mono brandstores in plaats van multibrand winkels) en multichannel (de combinatie van stenen winkels en webshops zoals de Bijenkorf), betaalbare chique (zoals Primark) en meer op minder plekken (concentratie op grote en sterke winkellocaties). Deze trends worden breed in de markt onderkend. Deze ontwikkelingen betekenen, dat sterke steden met een gevarieerd winkelaanbod en aantoonbare toegevoegde waarde voor de consument zich niet zoveel zorgen hoeven te maken over de toekomst. Aanbodvariatie en toegevoegde waarde zijn de leidende principes. Wat betreft de beoordeling van Breda op dit punt, is van belang dat de ontwikkelingen in Breda de afgelopen jaren stagneren. Het is belangrijk dat Breda op dit punt een sprong voorwaarts maakt. 1.2 Detailhandelbeleid Breda heeft met de historische binnenstad een bijzonder product in huis. Het bepaalt in sterke mate het karakter, het imago en de aantrekkingskracht van Breda. De afgelopen decennia is er zowel door ondernemers als de gemeente fors geïnvesteerd in de kwaliteit van de binnenstad. Dat past bij de hoge ambities van het hedendaagse Breda. Van winkelvoorziening voor de lokale bevolking is het stadshart in toenemende mate een bovenregionaal centrum geworden. Met de HSL-shuttleverbinding komt daar ongetwijfeld een (inter)nationale dimensie bij. De binnenstad biedt een tamelijk compleet beeld met een ruim en onderscheidend aanbod aan winkels en horecagelegenheden, maar ook met uitgaans- en leisurevoorzieningen, evenementen, cultuur, rust- en verblijfsaccommodaties. Het historisch decor afgewisseld met moderne architectuur, en de aanwezigheid van water, een fraai park, steegjes, en pleinen met uitnodigende terrassen bepalen voor een groot deel de ambiance en het imago van Breda. Het is daarom van groot belang de kwaliteit van de Bredase binnenstad scherp te bewaken en waar mogelijk te versterken. Daarin past ook het verduurzamen van de goederenbevoorrading van de stad. Succesvolle binnensteden onderscheiden zich in de toekomst door het belevenis- en betekenisaspect in het gehele winkelgebied tot uiting te laten komen. Places to buy worden places to be.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
2
De Bredase binnenstad scoort op velerlei gebied hoog. Niet alleen bij de inwoners, maar ook bij de vele bezoekers uit de regio en daarbuiten. Jaarlijks brengen ruim 3 miljoen dagtoeristen een bezoek aan de stad om te winkelen. Breda heeft één van de drukste winkelstraten van Nederland. Uit onderzoek blijkt dat bezoekers ook graag en vaker terugkeren naar de stad. Breda heeft zich de afgelopen jaren nóg meer ontwikkeld tot een complete winkelstad met een regionale en bovenregionale functie. De binnenstad van Breda wordt met het cijfer 7,6 gewaardeerd. Breda scoort bovengemiddeld op bereikbaarheid, variatie in winkelaanbod, kwaliteit van de horeca en sfeer en gezelligheid (bron: passantenonderzoek BRO november 2011). De Bredase binnenstad is veruit de populairste winkellocatie voor mensen uit West-Brabant. Breda geeft uitvoering aan de ambitie om als winkelstad bij de top van Nederland te horen. Die ambitie vloeit voort uit het gegeven dat de meeste toeristisch-recreatieve bezoekers van Breda hier komen om te winkelen. Het zijn echter niet alleen de vele functies en de daarbij horende diversiteit in aanbod die de binnenstad zo concurrerend maken, maar vooral de wisselwerking tussen de functies en de unieke setting waarbinnen dit alles plaatsvindt.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
3
Vooral van de binnenstad wordt een grote bijdrage verwacht aan het behalen van de ambities op het vlak van ‘Breda winkelstad’. Voorwaarde daarvoor is een zorgvuldige afstemming van de ontwikkelingen in de binnenstad met de perifere en grootschalige detailhandelsontwikkelingen elders. Hetzelfde gaat op voor ontwikkelingen op het terrein van horeca, leisure, evenementen, bereikbaarheid en parkeren. Op het gebied van detailhandel is het economisch beleid gericht op: • Creëren van mogelijkheden voor vestigingen van meer grootschalige winkels, passend in een binnenstadsmilieu; • Creëren van nieuwe en uitbouwen van verschillende winkelmilieu’s in de binnenstad; • Verbeteren van de voetgangersrouting in het winkelgebied door realisatie van nieuwe winkel- cq loopcircuits; • Versterking van enkele bronpunten, plekken waar bezoekers bezoek aan de binnenstad beginnen en eindigen. 1.3
Prioriteiten uit het detailhandelbeleid Op basis van deze speerpunten zijn de volgende prioriteiten benoemd: 1. Herontwikkeling gebied Achter de Lange Stallen 2. Versterking dwaalmilieu rond het kernwinkelgebied; 3. Nieuwe toekomst voor de inloopstraten 4. Aanpak leegstand 5. Stimuleren van zelfstandig ondernemerschap
1.3.1 Herontwikkeling gebied Achter de Lange Stallen De locatie “Achter de Lange Stallen” wordt herontwikkeld tot integraal deel van de binnenstad van Breda. Met het plan wordt de detailhandelsstructuur van de binnenstad versterkt. Er wordt een aantrekkelijk gebied om te winkelen, wonen en te verblijven toegevoegd. Realisatie van het project Achter de Lange Stallen is een belangrijke ruimtelijke versterking van de binnenstad. De routing in de binnenstad wordt verbeterd en er ontstaat een betere koppeling met het Chassépark. De schaalvergroting in de detailhandel zet door, ook in binnensteden. De verwachting is dat er de komende jaren een grote vraag blijft bestaan naar grote moderne winkelpanden in A1-gebieden door met name (inter)nationale modeformules. Het contrast tussen A1 winkelgebied en omliggende winkelgebieden in binnensteden wordt groter. Binnensteden zullen compacter worden. De (inter)nationale winkelformules willen op de beste locaties zitten. De plannen voor Achter de Lange Stallen bieden hiervoor mogelijkheden. Dit gebied zal zich functioneel, ruimtelijk en fysiek moeten onderscheiden van andere delen in de binnenstad. Door vergroting van het A1-gebied rondom de Ginnekenstraat neemt de concurrentie op het reeds bestaande A1-gebied toe. Toch leidt het toevoegen van een substantieel nieuw winkelgebied met meerdere trekkers en een bijzonder verblijfsklimaat vaak ook tot een modernisering van het bestaande aanbod om “klaar te zijn” om te kunnen profiteren van de extra bezoekers. Bij Achter de Lange Stallen komt de nadruk te liggen op (inter)nationale formules in de branchegroep mode & luxe. Het midden- en prijsvriendelijke segment met een hoogwaardige uitstraling, ook wel “cheap chic” genoemd. Omdat het hier gaat om het toevoegen van een nieuw, uniek stukje binnenstad, is het belangrijk de kwaliteit van de invulling van het concept te bewaken.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
4
1.3.2 Versterking dwaalmilieu rond het kernwinkelgebied Een goede mogelijkheid is het creëren van een zogenoemd ‘dwaalmilieu’. Zo’n alternatief binnenstadcircuit rondom het kernwinkelgebied heeft een sterk toeristisch-recreatief karakter waarmee Breda zich onderscheidt van andere (minder historische) binnensteden. Een optimaal dwaalmilieu bevat een variatie aan hoogwaardige elementen op het gebied van horeca en vermaak, recreatief winkelen, cultuur en historie, parken, hofjes en water. In de Bredase binnenstad zijn al deze aspecten in voldoende mate aanwezig, maar ze worden nog te weinig uitgebuit. Dwaal- en snuffelmilieus die sterk zijn aangehaakt op de routing van het kernwinkelgebied kunnen zeker in een stad als Breda perspectief behouden, mits een grote diversiteit aan branches en specialistische winkels wordt aangeboden. Een lager huurniveau is hiervoor een vereiste. Een mogelijkheid is om het dwaalmilieu te onderscheiden in verschillende domeinen (Visie dwaalmilieu) • historie (Grote Markt, Reigerstraat, Kasteelplein, Catharinastraat) • hofjes, tuinen, park (Begijnhof, Merkxtuin, Kapucijnenhof, Valkenberg en - op termijn Stadserf) • gespecialiseerde detailhandel (t’ Sas, Veemarktstraat) • religieuze bezienswaardigheden (diverse kerken) • militair erfgoed (Kasteel van Breda, Chassépark, Seelig kazerne) • leisure (Holland Casino) • cultuur (Chassé Theater, Nieuwe Veste, Breda’s Museum, Poppodium Mezz, MOTI) • water (havenkwartier) 1.3.3 Nieuwe toekomst voor de inloopstraten De (Nieuwe) Haagdijk, (Nieuwe) Boschstraat en Nieuwe Ginnekenstraat zijn tot op heden omschreven en gekarakteriseerd als “inlopers”. Er werd gekozen voor de term inlopers omdat het om van oudsher belangrijke toegangswegen naar de binnenstad ging. “Inloper” is voor ondernemers een begrip en staat voor een vestigingsmilieu dat bereikbaar is met de auto en de mogelijkheid van parkeren voor de deur heeft. Geconstateerd kan worden dat de term “inloper” niet meer overeenkomt met de huidige functie van de (Nieuwe) Haagdijk en de (Nieuwe) Boschstraat in de zin van letterlijke betekenis van “inloper” naar het kernwinkelgebied. In veel steden en ook in Breda staat de functie van de aan-of inloopstraten onder druk. Oorzaken hiervan zijn ondermeer het veranderende koopgedrag, geringere bestedingen door de economische crisis en de vergrijzing van ondernemers in het MKB. Ook zijn in Inlopers vaak branches gevestigd waarin webwinkelen momenteel populair is, zoals media, bruin- en witgoed, telecom, hard- en software en reizen. Het gevolg is leegstand, functieverandering en dalende huurprijzen. De gemeente heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de Haagdijk, Boschstraat en Nieuwe Ginnekenstraat door herinrichting. Toch neemt vooral in de Haagdijk en de Boschstraat mede door de vergrijzing van het MKB-bestand en het economisch tij, de vraag naar winkelruimten af waardoor leegstand ontstaat. De binnenstad van Breda wordt “compacter”. Om hun attractiviteit te blijven behouden zullen ook ondernemers en eigenaren in deze straten moeten blijven investeren. De toegevoegde waarde moet niet meer gezocht worden in de functie van aanloopstraat met winkels naar het centrum maar veel meer in een bijzondere invulling bijvoorbeeld in de vorm van een thema of menging van functies. Lokale omstandigheden zoals de kracht van directe omgeving, combinatie van functies en bereidheid tot samenwerking bepalen het perspectief van deze straten. Meer functiemenging (naast detailhandel en horeca ook dienstverlening, wonen, zorg) kan een oplossing zijn. Bereikbaarheid en de mogelijkheid van parkeren voor de deur blijft een belangrijke onderscheidende kwaliteit van deze straten.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
5
Voor de voormalige inlopers van de Bredase binnenstad kan dan gedacht worden aan: Transformatie naar meer gemengd milieu: • (Nieuwe) Haagdijk: belangrijke straat met voorzieningen voor de omliggende buurten; met name richten op combinatie van buurtvoorzieningen (dagelijkse artikelen), broedplaats voor startende ondernemers in detailhandel, horeca en (commerciële) dienstverlening en wonen. • (Nieuwe) Boschstraat: Te weinig woningen in de directe omgeving voor buurtfunctie. Gemengd milieu met accent op cultuur en horeca (waaronder hostels) rondom MOTI , specialistische winkels , (zorg)wonen en verschillende vormen van bedrijvigheid. • Nieuwe Ginnekenstraat: Hoogwaardig milieu door statige panden en aansluiting op Wilhelminastraat. Winkelfunctie komt nog niet goed van de grond. Enerzijds richten op aansluiting op aanbod Wilhelminastraat, anderzijds op aansluiting zuidelijk deel Ginnekenstraat door komst Achter de Lange Stallen. Menging van winkelfunctie met commerciële dienstverlening.
• Met de komst van het nieuwe station wordt de Willemstraat een belangrijke verbinding tussen het station en de binnenstad. Met name de ruimte voor voetgangers is belangrijk in de vorm van een promenade. Ook hier moet gedacht worden aan een menging van economische functies (commerciële dienstverlening, daghoreca, detailhandel, zorg, en wonen). De enige toekomstige letterlijke “inloper” naar de binnenstad. Duidelijk wordt dat het begrip “inloper” niet meer van toepassing is op de (Nieuwe) Haagdijk en (Nieuwe) Boschstraat. Elke straat vereist een eigen benadering. Voor de leefbaarheid van de directe omgeving en het tegengaan van verdere verloedering is het met name voor de Haagdijk en de Boschstraat belangrijk dat ook de overheid hier een belangrijke, actieve rol inneemt. Daarbij gaat het dan vooral om het helpen bij het voor deze straten zo belangrijke transitieproces: het opwaarderen van deze straten naar aantrekkelijk gemengd milieu.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
6
1.3.4 Aanpak leegstand De leegstand in Nederlandse binnensteden groeit. Leegstand vormt vooral een probleem wanneer een winkelpand langdurig leeg staat waardoor omliggende panden er ook nadeel van ondervinden en het een negatieve uitwerking heeft op het straatbeeld en daarmee de leefbaarheid in de straat en omgeving. De leegstand concentreert zich met name in de zogenaamde oude aanloopstraten naar en de randen om het kernwinkelgebied. Het aanpakken van leegstand is belangrijk om de binnenstad aantrekkelijk te houden. Vastgoedeigenaren vervullen daarin een cruciale rol. Bij een investering in een pand zijn snelle, heldere procedures bij gemeenten gewenst. Een binnenstadsvisie, detailhandelsvisie of brancheringsplan schept duidelijkheid voor marktpartijen. Leegstandsbestrijding en -begeleiding is zowel een bedrijfseconomisch als maatschappelijk belang; het gaat om het economisch functioneren van de binnenstad, veiligheid en het behoud van de leefbaarheid. Partijen hebben verschillende instrumenten ter beschikking om leegstand te bestrijden: Gemeente: • stelt kaders door het opstellen van visies en bestemmingsplannen, met verkeers- en parkeerbeleid en het reclame- en uitstallingsbeleid • kan procedures versnellen • verantwoordelijk voor inrichting en beheer openbare ruimten • kan straatmanager of binnenstadsmanager mee financieren en/of participeren in binnenstads-management/bureau binnenstad Vastgoedeigenaren: • verantwoordelijk voor op peil houden en kwaliteit vastgoed • beheer van en investeringen in vastgoed • aanpassen huurprijzen • tijdelijke invulling met ateliers of zgn pop-up stores • participeren en mee financieren binnenstadsmanagement/bureau binnenstad Winkeliers: • aanbod aanpassen aan veranderende consumentenbehoeften; integratie van bricks en clicks • inzetten op service en gastvrijheid • participeren in en mee financieren (bv ondernemersfonds ) van een vorm van samenwerking met andere partijen, bv in de vorm van binnenstadsmanagement/bureau binenstad • het organiseren van evenementen 1.3.5 Stimuleren van zelfstandig ondernemerschap Breda geeft niet alleen ruimte aan grootschalige efficiënte retailers maar wil ook inzetten op attractieve winkels van (vooral ook jonge) zelfstandige ondernemers. Uit de profilering van de verschillend deelgebieden komen de kansrijke vestigingsmilieus voor deze winkels naar voren. Breda wil inzetten op creëren van gunstige randvoorwaarden om dit onderscheidende aanbod te faciliteren. Dat is uiteindelijk wat de consumenten willen. De verrassing van de kleine winkels en de vertrouwdheid van de ketens.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
7
1.4 Binnenstadsmanagement In veel steden is sprake van binnenstadsmanagement of centrummanagement. Centrummanagement kan in het algemeen omschreven worden als een structureel samenwerkingsverband van publieke en private partijen in een centrum, op basis van gelijkwaardigheid, met een gezamenlijke inzet van middelen , teneinde de aantrekkingskracht en daarmee het economisch functioneren van het centrum te versterken. Voor de binnenstad spreekt men van binnenstadsmanagement. Centrum- of binnenstadsmanagement kent de volgende kenmerken: • Gelijkwaardig samenwerken: versterken van het centrum is een gezamenlijk belang en vraagt om een gezamenlijke, gedeelde verantwoordelijkheid, inzet en enthousiasme. Samenwerking is niet vrijblijvend en vereist goede interne organisatie van partijen en goede open communicatie • Onafhankelijk: intermediaire, onafhankelijke organisatie tussen en boven de partners. Geen belangenbehartiging namens een van de partners. • Structurele aanpak: praktische werkorganisatie met heldere structuur, gericht op continuïteit op middellange en lange termijn (procesaanpak). Daarnaast ook “quick wins”. • Structurele middelen:lange termijn financiering met middelen afkomstig van gemeente, ondernemers, eigenaren en andere betrokken partijen. • Integrale benadering waarbij alle facetten van het centrum in hun onderlinge samenhang worden aangepakt. • Beleid en uitvoering: centrummanagement is discussieplatform voor beleid én richt zich op activiteiten die concreet resultaat opleveren. Gezamenlijk beleid voor een centrum, de binnenstad, staat aan de basis van alle activiteiten van het binnenstadsmanagement. Het gaat om een gezamenlijke visie, ambitie en de wijze waarop men deze ambitie via binnenstadsmanagement wil realiseren. 1.5 Warenmarkt Twee keer per week, op de dinsdag en vrijdag, is er een warenmarkt op de Grote Markt in de binnenstad van Breda. Het functioneren van warenmarkten staat onder druk en dit is ook te constateren in de binnenstad van Breda. Met name de warenmarkt op dinsdag functioneert slecht door het afnemend aantal kramen. Doordat de warenmarkten in de binnenstad plaatsvinden op de Grote Markt conflicteert dit met de toegankelijkheid van de winkels en horeca en met de mogelijkheid van meerdaagse evenementen. Alleen voor het jazzfestival is het gelukt een oplossing te vinden door de vrijdagmarkt te verplaatsen naar het Chasséveld. Voor een oplossing van bestaande conflicten tussen warenmarkt, detailhandel en horeca zou gezocht moeten worden naar een andere en betere opstelling, desnoods andere locatie, van de weekmarkt. In het verleden zijn hiertoe diverse pogingen ondernomen die niet tot succes hebben geleid. Bij het opstellen van het Wijkplan Stadshart-Valkenberg zal dit opnieuw worden opgepakt.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
8
2
Horeca STERKTE
ZWAKTE
1. weinig onderscheidends 1. veel gelegenheden
2. te weinig diversificatie binnen aanbod doelgroepen
2. aanbod bedient meerdere doelgroepen 3. aanbod is compact bij elkaar
3. buiten de horeca concentratie gebieden weinig mogelijkheden
HORECA
1. samen werken aan branchering en diversificering 2. aanspreken van nieuwe doelgroepen 3. ruimte bieden aan nieuwe initatieven
1. nieuwe initiatieven vanuit marktpartijen, zoals fysieke en conceptuele crossovers
1. conflicterende belangen
2. binding van klanten
2. navolging succesvol concept leidt tot eenzijdig aanbod
3. duidelijk herkenbare gebieden
3. vervlakking of identiteitsverlies
KANS
BEDREIGING
Horeca heeft altijd een belangrijke plaats ingenomen in de binnenstad van Breda. Kenmerkend is de sterke concentratie van horeca rondom de Havermarkt en de Grote Markt. Recentelijk is de toename van de horeca aan het van Coothplein en ontwikkeling van horeca aan de Westflank met de heropende haven.
In het horecabeleidsplan uit 2005 wordt het horeca-aanbod in de binnenstad als volgt omschreven: “Breda wil bekend staan als een Bourgondische stad (en de relatie met de horeca is dan essentieel), maar (b)lijkt dat op dit moment niet waar te maken door het ontbreken van kwalitatief daarop inspelende horeca in de binnenstad. De horeca in de binnenstad heeft ook een relatief eenzijdig profiel door de oriëntatie op jeugdig uitgaand en winkelend publiek. Signalen zijn: relatief weinig variëteit, relatief weinig zelfstandige winkelondersteunende voorzieningen, weinig horeca voor 30+ en cultuurbezoekers en weinig moderne hippe concepten. Koppeling van horeca met winkels en cultuur/toerisme is belangrijk om bezoekers langer in de stad te houden.”
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9
In 2011 heeft de gemeenteraad een nieuwe categorie-indeling voor de horeca vastgesteld waardoor meer ruimte wordt geboden aan winkelondersteunende daghoreca concepten. • Winkelondersteunende daghoreca (horeca 1) kan onbeperkt in heel de binnenstad; • Uitgaanshoreca blijft geconcentreerd in horecaconcentratiegebied rondom de Havermarkt; • Met uitzondering van nieuwe ontwikkelingslocaties (Achter de Lange Stallen, Westflank, Via Breda) géén uitbreiding van aantal zelfstandige horecavestigingen in de binnenstad (geldt niet voor horeca 1); • Aantal zelfstandige horecavestigingen in de Haagdijk en Boschstraat blijft, met uitzondering van de nieuwe categorie horeca 1, gelimiteerd. Doordat de Grote Markt zich steeds meer ontwikkelt in de richting van een horecaplein wordt het voor detaillisten steeds minder aantrekkelijk zich hier te vestigen, met als gevolg leegstand van winkelpanden. Indien de mogelijkheden voor dag- en avondhoreca op de Grote Markt worden verruimd kan hier een aantrekkelijk horecaplein als huiskamer van de binnenstad ontstaan. Op de lange termijn, indien er voldoende groeimogelijkheden zijn, zouden het Van Coothplein en de haven met elkaar verbonden kunnen worden via de Markendaalseweg/ Seelig Noord, aangezien zich ook hier horecagelegenheden bevinden (Ume, Bali, restaurant Cingelcollege) en nieuwe initiatieven ontplooid kunnen worden (Seelig Noord).
In de binnenstad is op diverse locaties dynamiek in de ontwikkeling van horeca: • Van Coothplein • Achter de Lange Stallen (herontwikkeling Molsterrein) • Haven (oostzijde) • De Grote Markt (verdwijnen van de detailhandelsfunctie). Het vastgestelde beleid kent een kwantitatieve benadering van de horeca. Het is de vraag of de gewenste kwaliteitsverbetering en variatie van het horeca aanbod tot stand komt binnen deze dwingende kaders. Gezien de inzet op meer flexibiliteit en de trends- en ontwikkelingen die zich in de horecasector voordoen, zal het horecabeleid verder worden geactualiseerd.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
10
3
Erfgoed STERKTE
ZWAKTE
1. lange ervaring met herontwikkelen erfgoed
1. te weinig benut of beleefbaar
2. schaal en maat gebouwen passend voor divers gebruik
2. beperktere mogelijkheden t.g.v. spanning erfgoedeisen, gebruikerswensen en bouwregels
3. fraaie, leesbare stad met tijdslagen
3. zelden verrassend
ERGFGOED
1. bevorderen van hergebruik van monumentale panden en gebieden 2. functies toelaten die passen bij de plek en de historie 3. erfgoed waarden matchen en laden met vernieuwingskansen (beeld)cultuur
1. diverse monumentale objecten en gebieden komen beschikbaar 2. dwaalmilieu met nieuwe ambachten 3. behoud erfgoed door vernieuwing
1. afstand tot kernwinkel gebied is (te) groot 2. wijze van hergebruik niet gepast of passend 3. vernieling door vernieuwing
KANS
BEDREIGING
Voorrang voor erfgoed De cultuurhistorische waarden en monumenten van de binnenstad vormen de grondslag voor het fungeren van de binnenstad als economische motor van Breda. Als gevolg van de economische crisis zijn er op dit moment meer herontwikkelingslocaties (locaties die leeg (komen te) staan) voorhanden in de binnenstad, dan dat er programma voorhanden is. Bij de locatieafweging van initiatieven die zich voordoen, wordt dan ook allereerst gekeken naar locaties waar sprake is van cultuurhistorische en monumentale waarden. Mocht nieuwbouw toch de enige mogelijke optie zijn, dan wordt hier de ambitie aan gekoppeld dat er toekomstig erfgoed wordt ontwikkeld.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
11
De erfgoedvisie “Erfgoed in Context” benoemd een aantal expliciete maatregelen om de binnenstad aantrekkelijker te maken. Deze maatregelen richten zich met name op de versterking van het eigen cultuurhistorisch karakter en de uitstraling van bebouwing en de openbare ruimte. Een aantal maatregelen uit deze visie zijn reeds in uitvoering gebracht. Zo is er inmiddels een reclamebeleid wat regelt dat reclame-uitingen in de historische binnenstad terughoudend moeten worden uitgevoerd. Ook is er inmiddels een nieuwe bestemmingsplan binnenstad, waarin de schaal en hoofdvorm van de historische gebouwen zijn vastgelegd. Dit bestemmingsplan regelt tevens dat plannen worden beoordeeld door de commissie Ruimtelijke Kwaliteit vanuit de rol van monumentencommissie. Hiermee kan regie worden gevoerd op de detaillering en kleurstelling van panden die een historische waarde hebben en op panden die door hun positionering van grote invloed zijn op historische panden in de directe omgeving. Tenslotte wordt er in 2013 een pilot van het belichtingsplan uitgevoerd. Naast de regie van de gemeente op de fysieke historische omgeving wordt samen met onder anderen Gebouw F (het lokale architectuurcentrum) stappen gezet om zowel de inwoners als de bezoekers van Breda de bijzondere historische kwaliteiten van de binnenstad meer te laten beleven. De applicatie Urban Augmented Reality(UAR) is hiervan een voorbeeld. Bijzondere plekken en verhalen worden zichtbaar gemaakt door op de mobiele telefoon informatie aan te bieden. Deze informatie bestaat niet alleen uit tekst die ook op een bordje kan staan, maar ook uit oude foto’s en filmpjes of door een 3D animatie van de historische situatie over het huidige straatbeeld. De koppeling tussen erfgoed en beeldcultuur wordt onder andere zo vormgegeven.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
12
4
Cultuur STERKTE
ZWAKTE
1. diverse initiatieven (beeld)cultuur
1. onduidelijke definitie (beeld)cultuur
2. historisch stadsbeeld heeft beeldende traditie voortgebracht
2. (beeld)cultuur te weinig beleefbaar in stadsbeeld
3. (toegepaste) kunstuitingen waarin interactie tussen fysieke en virtuele stad
3. incidenteel karakter
(BEELD)CULTUUR
1. samen werken aan onderscheidend (beeld)cultuur profiel in samenhang met overige kernwaarden binnenstad 2. op maatschappelijk verantwoorde wijze benutten van de openbare ruimte 3. verder (ver)binden van overheid, onderwijs en ondernemers
1. koppeling met kernwaarden historisch, bourgondisch, gastvrij 2. openbare ruimte als ‘expositieruimte’ 3. samenwerking overheid, onderwijs en ondernemers
1. vermeende tegenstelling tussen vernieuwing en traditie 2. vandalisme, verloedering, ‘ver-eftelisering’ 3. motivatie voor samenhang en organisatie
KANS
4.1
BEDREIGING
De openbare ruimte staat ter beschikking Cultuur draagt bij aan economische groei, citymarketing, kwalitatief hoogwaardig onderwijs en sociale verbanden. Denk aan de opkomende kracht van de creatieve industrie, maar ook aan de toeristische waarde van ons cultureel erfgoed. Breda investeert in het versterken van het cultureel burgerschap van haar inwoners. Met betrekking tot jeugd en jongeren zet Breda in op de brede ontwikkeling van deze doelgroep op het gebied van sport en cultuur. Breda kent een rijke historische binnenstad. Er wordt gebouwd aan de toekomst van de stad en haar bewoners, de rijke geschiedenis én een uitdagende innovatieve toekomst worden aan elkaar verbonden door de koppeling te leggen tussen beeldcultuur en erfgoed. Het uitgangspunt is dat cultuur en cultureel erfgoed een belangrijke intrinsieke waarde hebben, maar nadrukkelijk niet op zichzelf staan. Een sterke culturele en erfgoed sector versterkt de economie van de stad en specifiek voor de binnenstad draagt het bij aan de aantrekkelijkheid van Breda als toeristische stad, trekt creatieve bedrijvigheid aan en is een vestigingsplaats voor wonen en werken. De grote culturele en erfgoed podia van de binnenstad (zoals het Chassé theater, MeZZ, Moti en Breda’s Museum en de Grote Kerk) zijn niet alleen toonaangevende culturele en erfgoed instellingen maar vervullen een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de binnenstad. De gemeente heeft hierin een faciliterende, verbindende en stimulerende rol door het ondersteunen van culturele instellingen en het verlenen van subsidies voor activiteiten,
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
13
festivals, producties, manifestaties en evenementen. Cultuureducatie en participatie zijn daarbij belangrijk voor het culturele fundament van de stad. Het veranderende publiek en de veranderende economische situatie stellen de cultuursector voor geheel nieuwe uitdagingen. Daarbij kent de creatieve (nieuwe) industrie, zoals de beeldcultuursector, nog steeds een duidelijk groeipotentieel (in vergelijking met andere sectoren). Juist de aanwezigheid van menselijk kapitaal en het aantal opleidingen en een culturele infrastructuur zijn hierbij belangrijk. De stad Breda moet en kan ruimte bieden aan culturele makers, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven om in een ruimdenkende context met elkaar samen te werken, om ruimte te bieden aan de ontwikkeling van nieuwe ideeën, producten en diensten die essentieel zijn voor de (beeld)cultuursector in de stad en bijdragen leveren aan de profilering van de (binnen)stad. Hierbij biedt de openbare ruimte van de binnenstad de uitgelezen mogelijkheid om beeldcultuur en erfgoed in al haar veelkleurigheid zichtbaar te maken. Breda moet aansluiten en levert een bijdrage aan het (verder ontwikkelen van) de sterke kwaliteiten en thematieken van de stad (en haar omgeving) te bieden hebben. Door bijvoorbeeld Vincent van Gogh, die op een paar kilometer afstand van Breda is geboren, op een innovatieve en vernieuwende wijze zichtbaar te maken in de (binnen)stad en door het realiseren van voorzieningen voor toeristen, kan een impuls gegeven worden aan de aantrekkelijkheid van de stad Breda, haar landschappelijke omgeving en de dorpen waar Van Gogh daadwerkelijk verbleven heeft. Wij vinden het belangrijk om de ’blokkades’, die er soms zijn om gebruik te kunnen maken van beschikbare (openbare) ruimte in de stad, zoveel mogelijk weg te nemen. Daarmee worden culturele makers en creatieve ondernemers in staat gesteld en gestimuleerd om projecten tot uitvoering te brengen en/of gebruik te maken van ruimten die de levendigheid en aantrekkelijkheid van de stad versterken/ vergroten. De creatieve sector kan en moet zich meer tot de stad gaan verhouden, om daarmee haar bijdrage te leveren aan de invulling van de stad op alle mogelijke fronten de duurzame stad, de sociale stad, de toeristische stad, de bereikbare stad, de innovatieve stad, etc. 4.2
Stad van beeldcultuur Beeldcultuur zit in de haarvaten van Breda. De hogescholen NHTV en Avans (waaronder Sint Joost) bieden op dit gebied opleidingen die landelijk tot de top behoren; denk aan animatie, gaming, audiovisuele vormgeving en communication & multimedia design. Ook op cultureel gebied is beeldcultuur rijkelijk vertegenwoordigd in Breda: MOTI, het Huis voor Beeldcultuur en de festivals (waaronder Breda Photo) zijn hier goede voorbeelden van. Economisch gezien groeit het aantal beeldcultuurgerelateerde bedrijven in Breda. Dit komt het sterkst tot uiting op de Triple O Campus, creatieve hotspot van Breda. Hier is eind 2012 naast het reeds bestaande Blushuis en Pakhuis het AVHuis gerealiseerd, een modern cluster voor audiovisuele makers, waarin zowel starters als meer gevestigde makers een werkplek hebben. Met beeldcultuur, een zeer innovatieve sector die continu in beweging is, heeft Breda een sterke troef in handen. Het bundelen van slagkracht en het organiseren van samenwerking zodat synergie gecreëerd wordt is hierbij van groot belang. De gemeente speelt hierin een cruciale rol en onderkent het belang van beeldcultuur. Zo heeft zij beeldcultuur in haar cultureel en economisch beleid tot speerpunt benoemd. De gemeente stimuleert kwaliteit in de breedte en topkwaliteit op met name de speerpunten beeldcultuur en erfgoed. Projecten erfgoed en beeldcultuur die op een innovatieve manier en bijdrage leveren aan de zichtbaarheid en publieksparticipatie van de stad worden gestimuleerd. Dit geeft kleur aan de stad en bevordert de culturele dynamiek. Beeldcultuur wordt zichtbaar in de stad in de festivals en de presentaties van culturele instellingen, maar ook in de openbare ruimte, doordat beeldcultuurprojecten in de openbare ruimte worden uitgevoerd.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
14
5
Recreatie en toerisme STERKTE
ZWAKTE
1. veel aanbod in stad en regio zoals bv groen buitengebied
1. te weinig onderling verband voor meerdaags bezoek
2. Breda ‘Markstad’
2. te weinig beleefbaar
RECREATIE EN TOERISME
1. thematisch profileren van stad en regio en deze goed ‘vermarkten’ 2. uitbreiden van watergebonden recreatie en programmeren met evenementen
1. groeiende vraag naar shortbreaks
1. dalend herhalingsbezoek
2. meer benutten van reeds gedane/ lopende investeringen
2. draagvlak, bijdrage en samenhangend initiatief belanghebbenden
KANS
5.1
BEDREIGING
Economische crisis en vrijetijdsgedrag Ondanks de economische crisis zullen toerisme en vrije tijd voor de consument belangrijk blijven. Toerisme zit in het gedragspatroon van de mens. Dit maakt dat de consument op dit fenomeen niet snel sterk zal bezuinigen. Wel is het vrijetijdsgedrag aan trends onderhevig.
5.2 Trends Voor toerisme en vrije tijd zijn de volgende belangrijke trends van toepassing: • Vrije tijd en toerisme blijven groeien ondanks de conjuncturele schommelingen • Vergrijzing en toenemend aantal alleenstaanden • Grotere behoefte aan (korte) unieke belevenissen • Beschikbare vrije tijd meer versnipperd • Groei behoefte zingevende, duurzame en betekenisvolle belevenissen • Toename vrijetijdsmobiliteit, informatisering, technologisering en net-generatie • Authenticiteit 5.3 Ontwikkelingen Naast de bovenstaande trends kunnen verder nog de volgende belangrijke ontwikkelingen worden genoemd: • Nederlanders blijven meer in eigen land. • Korte hotelvakanties nemen toe • Aantal citytrips blijft groeien • Er wordt meer waarde gehecht aan unieke verblijfsaccommodaties Visie Binnenstad Breda - bijlagen
15
5.4
De Bredaase situatie Breda heeft het afgelopen decennium een schaalsprong gemaakt als toeristische bestemming. Tot en met 2008 heeft Breda als enige grote Nederlandse stad, een constante groei gekend in het aantal toeristische bezoekers. De groei in bezoekers is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de komst van nieuwe voorzieningen en gebiedsontwikkelingen zoals de haven, Chassépark, Graphic Design Museum (nu MOTI), ’t Sas, Holland Casino. Ook grote landelijke evenementen als het Glazen Huis hebben positief aan het bezoekersaantal bijgedragen. De afgelopen jaren laat het aantal toeristische bezoekers (betreft alleen Nederlandse toeristen; Belgische toeristen, mensen uit Breda/regio en herhalingsbezoeken zijn niet meegerekend) een daling zien van 1,5 miljoen in 2008 tot 1,3 miljoen in 2011. Dit als gevolg van de economische crisis maar waarschijnlijk ook door het uitblijven van vernieuwing van het toeristisch product. De betekenis van toerisme en leisure in Breda kan worden gedefinieerd op basis van een drielaagsmodel, bestaande uit een: 1. Een smal topsegment; de mustsee of mustdo bezienswaardigheden. Dit zijn bezienswaardigheden die beeld- en imagobepalend zijn voor Breda en een primaire reden zijn voor een toerist om de stad te bezoeken. Voor Breda is dit het funshoppen in combinatie met horeca- en restaurantbezoek. Het historische decor waarin dit plaatsvindt draagt hier in een belangrijke mate aan bij. Duidelijk mag zijn dat de historische binnenstad dé trekker is voor Toeristisch Breda. 2. Brede tussenlaag met aantrekkelijke bezienswaardigheden; bezienswaardigheden die ervoor zorgen dat de toerist langer (ver)blijft in Breda of nog een keer terugkomt. In Breda zijn dit onder meer de evenementen, musea, stadswandelingen en de rondvaarten. 3. Brede basisinfrastructuur; dit zijn alle voorzieningen die voor een toerist nodig zijn om aangenaam te kunnen verblijven. Over het algemeen niet de reden om een stad te bezoeken maar als ze er niet zijn, kan dit een reden zijn om weg te blijven. De basis in Breda goed. De bereikbaarheid, parkeermogelijkheden en toeristische informatie worden goed gewaardeerd. De onderlinge verhoudingen tussen de drie lagen lijkt in onbalans te zijn. Het topsegment is relatief smal en ‘productonderdelen’ uit het middensegment als stadswandelingen, museumen evenementenbezoek blijven achter bij het landelijk gemiddelde. De toeristische bestedingen in Breda zijn relatief hoog. Dit komt met name door het grote winkel- en horecabezoek en het herhalingsbezoek. De overall waardering van de Nederlandse bezoeker voor Breda als toeristische bestemming is al jaren één van de hoogste van Nederland.
5.5 Overnachtingsmogelijkheden 5.5.1 Variatie en aanbod De huidige Bredase hotelmarkt bestaat met name uit hotels met drie tot vier sterren. Uit de onlangs gehouden quickscan van de gemeente Breda naar de hotelmarkt blijkt dat er voor de komende jaren een kleine marktruimte is voor de toevoeging van extra hotelkamers. Omdat de marktruimte beperkt is wordt gefocust op nieuwe en onderscheidende initiatieven. Naast een vijfsterren hotel zijn ook nieuwe en onderscheidende low-budget initiatieven welkom, zoals bijvoorbeeld een twee sterren hotel, bed&breakfast-gelegenheden, jeugdherbergen en campings. Het uitbouwen van MOTI als culturele broedplaats en de nabijheid van VIA Breda kunnen ervoor zorgen dat de Boschstraat aantrekkelijk wordt voor low-budget overnachtingen in hostels/jeugdherbergen en bed&breakfast gelegenheden. Mogelijkheden voor een (tijdelijke) stadscamping liggen wellicht op Seelig Zuid.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
16
5.6
Regionale en provinciale ontwikkelingen Gezamenlijke thema’s Om te komen tot een grotere betekenis van het toeristisch-recreatieve aanbod zijn meer en sterkere verbindingen met de regio en daarbuiten van belang. Thema’s als Van Gogh in combinatie met een internationale toegangspoort als de HSL-verbindingen bieden hiervoor goede kansen. Breda biedt bijvoorbeeld aantrekkelijke verblijfs- en overnachtingsmogelijkheden voor toeristen die het Vincent van Goghhuis in Zundert en het Vincent van Gogh Informatiecentrum in Etten-Leur bezoeken. Innovatie van het toeristisch product kan ook gebeuren door het toerisme te koppelen aan andere sectoren als beeldcultuur en gaming maar ook een betere verbinding tussen erfgoed, topsectoren als logistiek, maintenance en biobased bieden kansen. Dit dient nader te worden uitgewerkt bij de profilering van Breda Verbindingen met het buitengebied Ook aantrekkelijke verbindingen met het buitengebied van Breda zijn van belang. De radiale opzet van Breda met korte lijnen van de binnenstad naar het buitengebied zijn uniek. Het groene buitengebied reikt hierdoor, ter hoogte van de groene (voormalige) militaire terreinen, tot aan de historische binnenstad. Breda heeft een mooi en divers buitengebied met beekdalen en bossen in het zuiden en uitgestrekte kleipolders in noorden. Typisch voor Breda is de grote hoeveelheid landgoederen, verspreid in haar omgeving. Door de verbindingen met het buitengebied via de historische linten en via de beekdalen aantrekkelijker te maken wordt Breda interessanter voor de toerist die een bezoek aan het centrum wil combineren met een bezoek aan de natuur. Dit wordt in het kader van de Structuurvisie Breda 2030 verder opgepakt. Regio West-Brabant (RWB) Regio West-Brabant ontwikkelt namens de West Brabantse gemeenten onder andere regionaal toeristisch beleid en voert in dit kader ook enkele regionale projecten uit. In 2010 is in samenwerking met de gemeenten een regionaal toeristisch beleids- en actieplan ontwikkeld. De ontwikkeling van het West-Brabants watertoerisme is één van de speerpunten vanuit de regionale Strategische Agenda van de Bestuurlijke Regiegroep. Dit heeft geleid tot de visie met projectplan Brabant aan Zee waarin de West-Brabantse ‘watergemeenten’ samenwerken om het watertoerisme in samenhang verder te ontwikkelen. De Gemeente Breda is hierbij actief betrokken.
5.7
Leisure kwalitatief Brede ambitie versus mogelijkheden De doelstellingen uit het ‘Toeristisch Programma Bestemming Breda’ zijn onder andere, een toename van het aantal toeristische bezoeken (5% tov 2009), zorgen voor handhaven van het herhalingsbezoek, behoudt van de top 6 positie van meest bezochte toeristische stad en minimaal een keer de titel meest gastvrije (binnen)stad krijgen. Onder de noemer ‘hospitality’ wil Breda haar vrijetijdseconomie op een breed vlak versterken door onder andere het ondersteunen of realiseren van meerdere stedelijke vrijetijdsclusters. Dit zijn clusters van functies op het gebied van toerisme, detailhandel, sport, cultuur en zorg. De clusters kennen een onderscheidende thematische invulling, zijn multifunctioneel, hoogwaardig en variëren in omvang en intensiteit van gebruik. De Bredase binnenstad is een goed voorbeeld van zo’n vrijetijdscluster.
5.8
Leisure kwantitatief In onderstaande tabellen zijn de twee sporen van het thema leisure uitgewerkt voor de binnenstad en het nieuw te ontwikkelen, ook in tijdelijke vorm, van het CSM-terrein/ havenkwartier. Leisure is voor Breda een belangrijke bedrijfstak waar jaarlijks honderden miljoenen aan bestedingen in omgaan. De binnenstad fungeert hierbij als motor met haar winkel- en horeca-aanbod in een historisch decor. Het is belangrijk het product ‘Breda’ te blijven vernieuwen. Dit kan door nieuwe mustsee/mustdo bezienswaardigheden toe te
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
17
voegen maar ook door er voor te zorgen dat de huidige bezienswaardigheden, activiteiten en evenementen aantrekkelijker worden. Het CSM-terrein en havenkwartier bieden kansen voor een vernieuwing van het toeristisch product. Op korte afstand van de binnenstad is er ruimte om een nieuwe beleving toe te voegen. Het vrijetijdscluster ‘binnenstad’ wordt hiermee uitgebreid waardoor Breda aantrekkelijker wordt voor een langer verblijf. Afstemming en synergie met de binnenstad is hierbij belangrijk. Versterken en/of koesteren Leisure locaties
type
Binnenstad
sfeergerichte leisure
branchering
programma
winkels, cultuur,
winkels, cultuur,
erfgoed, horeca en
erfgoed, horeca en
vermaak
vermaak
dekkingsgraad
Regionaal/landelijk
rondvaarten, Haven, Markt en Singels
blauwe leisure
(vastgesteld)
waterrecreatie,
ligplaatsen, singel
nautische
als drager,
evenementen
toervaarders,
regionaal
sloepen en kano’s
5.9
CSM-terrein en
CSM-terrein en
Havenkwartier
Havenkwartier
(mogelijke
(mogelijke
ontwikkeling)
ontwikkeling)
water, architectuur,
landelijk/
kunst/cultuur en
regionaal
evenementen (?)
Toeristisch programma 2010-2014 Zorgen voor een landelijk onderscheidend evenement of mix aan evenementen In Nederlandse steden, zo ook Breda, vinden steeds meer evenementen plaats. Evenementen verschillen naar aard en schaal en aantrekkingskracht op de bezoekers. In 2008 heeft Breda landelijke media-aandacht gekregen door de grote evenementen ‘3FM Serious Request (Het Glazen Huis)’, ‘Mijn tent is top’, en het ‘Tros Muziekfeest’. Het onderzoek naar de betekenis van het Glazen Huis heeft aangetoond hoe belangrijk een grootschalig evenement voor een stad kan zijn. Vanuit het Toeristisch Programma zal in samenwerking met evenementenorganisatoren, de VVV en (in ieder geval) de gemeentelijke disciplines citymarketing en evenementen worden bekeken welke evenementen (maar ook exposities) vanuit het oogpunt van nieuwe bezoekers en imago het beste kunnen worden versterkt en gestimuleerd. Het stimuleren van deze zogenoemde ‘high profile’ evenementen dient breed te worden gezien. Het ontwikkelen van thematische arrangementen, het aantrekkenen van nieuwe evenementen, of het verder ontwikkelen van bestaande evenementen zijn allemaal manieren om de betekenis van evenementen, in termen van bestedingen en imago, te stimuleren. Er wordt nauw aangesloten bij het ‘intake overleg evenementen’, dat is voortgekomen uit de nota ‘Breda Evenementenstad’.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
18
6
Evenementen STERKTE
ZWAKTE
1. diverse goede evenementen 2. veel plekken in de stad geschikt voor evenementen
1. evenementen trekken geen nieuwe bezoekers 2. te weinig match tussen evenement, tijdstip en locatie
EVENEMENTEN
1. (doen) ontwikkelen van evenementen die bijdragen aan een onderscheidend profiel van de binnenstad 2. het in overleg opstellen van evenementen beleid waarbij locaties passend in de context en op juiste tijdstip worden geprogrammeerd
1. evenementenmarkt groeit 2. nieuwe en vrijkomende locaties en gebouwen als aanvulling op of ontlasting van bestaande locaties
1. concurrentie om de aandacht 2. goede inpassing in de stedelijke context (zowel qua bewoners als locatie)
KANS
6.1
BEDREIGING
Evenementen met een meerwaarde Ruimte voor evenementen is van essentieel belang voor een bruisende binnenstad. Uiteraard is er een spanningsveld tussen een levendige binnenstad met evenementen, de beheersbaarheid ervan en de overlast voor omwonenden. Het streven is om hierin een goede balans te vinden. Omdat het stadscentrum verreweg de meest gewilde locatie is voor evenementenorganisatoren, zijn criteria opgesteld voor evenementen die in het stadscentrum plaats moeten kunnen vinden. Evenementen die hier niet aan voldoen, worden niet toegestaan in de binnenstad. Het streven is om evenementen zoveel mogelijk te spreiden qua locatie, tijdstip en doelgroep. Er zijn in het centrum verschillende evenementenlocaties voorhanden en het doel is om het type locatie leidend te laten zijn voor het type evenement. Daarnaast is het zaak om in de toekomst in het kader van spreiding nieuwe evenementenlocaties te vinden, zoals bijvoorbeeld Seelig Zuid. De gemeente Breda kiest voor een breed evenementenaanbod, waarbij de van nature in de stad aanwezige voedingsbodem voor een groot scala aan evenementen, het organisatorisch vermogen in de stad en het grote aantal vrijwilligers gekoesterd worden. Hierbij weegt de meerwaarde van een evenement op het gebied van stadspromotie, economische spin-off en publieksbereik / toerisme zwaar bij de beoordeling van een evenement. Hoewel er dus sprake
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
19
is van een breed aanbod, heeft Breda een viertal inhoudelijke prioriteiten geformuleerd die van meerwaarde zijn voor de stad en daarmee dus prioriteit hebben. Deze zijn: • Gebruik van water als evenementenlocatie
Evenementen zijn erg geschikt om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van het water verder te vergroten. Het verdient dan ook voorkeur om water bij evenementen nadrukkelijker dan in het verleden in te zetten. Door de verdere transformatie van de haven naar een bruisend waterplein met de nieuwe verhoogde Trambrug wordt het ‘waterplein’ bij uitstek geschikt als evenemententerrein, met water als piste en de kade als tribune. Ook de Singel kan beter benut worden. Openbare op- en afstapsteigers zorgen er voor dat het water optimaal met het land wordt verbonden en dat via de Singel verschillende plekken over het water beter bereikbaar worden. Tot slot lenen de Aa of Weerijs en de Mark aan de zuidkant van de stad zich voor meer groene en extensieve evenementen.
• Profilering van het thema beeldcultuur
Breda heeft een natuurlijke voedingsbodem als het gaat om beeldcultuur. Het hoger beroepsonderwijs biedt een aantal internationaal gerenommeerde bachelor en master opleidingen op dit gebied: De Game Academy (NHTV), CMD (Avans) en meerdere opleidingen binnen AKVISint Joost (Avans). Ook de ROC’s kennen sterke beeldcultuur gerelateerde opleidingen. Ook het culturele veld is sterk beeldcultuur gericht. MOTI, het Huis voor Beeldcultuur, Breda Photo, IDFX en KOP; het is slechts een greep uit het totale aanbod. Ook de creatieve industrie in Breda heeft een sterke link met beeldcultuur. Zo is er Electron, broedplaats in de Belcrum waar veel (startende) beeldcultuur makers hun atelier of werkplek hebben. Voor de meer gevestigde commerciële partijen is er de Triple O Campus met het Blushuis, het Pakhuis en sinds oktober 2012 het AV huis exclusief voor de audiovisuele industrie. Breda heeft met dit klimaat een onderscheidende troef in handen, die door evenementen verder versterkt kan worden. Beeldcultuur biedt grote kansen voor evenementen en andersom zijn evenementen een prachtig middel om de stad te profileren met dit thema.
• Profilering van het historische karakter van de stad
Allereerst heeft Breda een aantrekkelijke historische binnenstad en biedt daarmee een indrukwekkend decor voor evenementen. Naast het fysieke historische karakter kent Breda een zeer rijke en tot de verbeelding sprekende geschiedenis. Het Nassau- verleden van de stad met bijbehorende monumenten als het Kasteel van Breda en de Grote Kerk, het Turfschip -ons eigen paard van Troje- en de Vrede van Breda, waarbij New York werd ingeruild voor Suriname. Gebeurtenissen van internationaal belang die Breda onderscheiden en bepalend zijn geweest voor de hedendaagse maatschappij. Evenementen zijn bij uitstek geschikt dit verhaal te vertellen en bij te dragen aan de profilering van Breda als historische stad.
• Profilering van Breda als stad voor (top)sport
Binnen haar sportbeleid onderkent de gemeente Breda het belang van aantrekkelijke topsportevenementen voor de stad. Mogelijkheden om deze te versterken en uit te breiden zullen in de toekomst meer en meer benut worden. Daarnaast wil Breda een bijdrage leveren aan de profilering van West-Brabant als wielerregio.
6.2
Breda Evenementenstad De binnenstad van Breda vormt een prachtig decor voor evenementen, een decor dat zeker benut moet worden. Voor het economisch rendement van evenementen is het bovendien van groot belang om evenementenbezoekers aan de binnenstad te binden zodat zij hun verblijf combineren met winkel- en horecabezoek. Ruimte voor evenementen is van essentieel belang voor een bruisende binnenstad. Uiteraard is er een spanningsveld tussen een levendige binnenstad met evenementen, de beheersbaarheid ervan en de overlast voor omwonenden. Het streven is om hierin een goede balans te vinden. Omdat het stadscentrum verreweg de
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
20
meest gewilde locatie is voor evenementenorganisatoren, zijn criteria opgesteld voor evenementen die in het stadscentrum plaats moeten kunnen vinden. Evenementen die hier niet aan voldoen, worden niet toegestaan in de binnenstad. De NHTV heeft in samenwerking met de gemeente en evenementenorganisaties de economische spin-off bij enkele individuele evenementen onderzocht. Daaruit blijkt dat evenementen van grote betekenis voor de Bredase economie zijn. Zo zijn bijvoorbeeld Carnaval en het Breda Jazz Festival samen al goed voor ca. €30 mln. aan economische impuls. Breda koestert alle inzet van evenementenorganisatoren en het evenementenaanbod in de stad. Een structurele impuls zou ook de ambitie om actief aansprekende en bij de stedelijke ambitie passende evenementen te werven kunnen verwezenlijken. Breda kent evenementen in alle soorten en maten. Samen met evenementenorganisatoren, bewoners en bedrijfsleven werkt de gemeente Breda aan de realisatie van een gezamenlijke ambitie: een evenementenaanbod, dat vernieuwend is, dynamiek aan de stad geeft voor zowel inwoners als bezoekers, en de stedelijke ambities waar mogelijk versterkt. De gemeente Breda erkent de meerwaarde van evenementen in de stad. Evenementen zijn vaak diepgeworteld in de stedelijke samenleving en kunnen economisch, cultureel, sportief en/of sociaal-maatschappelijk een grote toegevoegde waarde hebben. De organisatie van zowel grote als kleinere evenementen ligt primair bij het particulier initiatief in de stad. Draagvlak in de stad is dan ook bepalend voor de stabiliteit en het succes van een evenement. Samenwerking met en betrokkenheid van lokale partners als het bedrijfsleven, het onderwijs, instellingen en vrijwilligers is van groot belang en wordt waar mogelijk gestimuleerd. De rol van de gemeente is in alle gevallen stimulerend, randvoorwaardenscheppend en regulerend. De meerwaarde voor de stad van evenementen geldt voor zowel grootstedelijke evenementen met een bovenlokale uitstraling, als voor kleinere evenementen, die op het gebied van cultuur, sport of maatschappelijke ontwikkeling bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen. Hoewel beide soorten evenementen van even groot belang zijn voor de gemeente Breda, wordt onderkend dat zij nadrukkelijk een verschillend doel dienen en een verschillende benadering behoeven. Zo zijn grootstedelijke evenementen naast de inhoudelijke kwaliteit met name belangrijk voor de stedelijke promotie en de economische en toeristische impuls voor de stad. Daarnaast vragen de grote publieksstromen om maatwerk op het gebied van beheersbaarheid. Kleinere evenementen zijn er vooral voor de inwoners van de stad en zorgen voor sociale, culturele en sportieve cohesie. Grootstedelijke evenementen moeten voldoen aan de volgende doelstellingen: • Het stimuleren van het (dag)toerisme; • Het stimuleren van de lokale economie en werkgelegenheid; • Het versterken van het imago van Breda Belangrijk hierbij is een evenwichtige spreiding qua aard van het evenement: • evenwichtige spreiding in tijd • evenwichtige spreiding in locatiegebruik • evenwichtige spreiding m.b.t. te bereiken doelgroepen Het inhoudelijk kader van de kleine en middengrote evenementen is vastgelegd in de beleidsnota’s ‘Factor C’ (cultuur) en ‘Sportimpuls Breda’. Inhoudelijk ligt het accent binnen cultuur op Erfgoed en Beeldcultuur
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
21
De huidige evenemententerreinen in de historische binnenstad betreffen het Valkenbergpark, de Grote Markt, de Haven, het Kerkplein, de Havermarkt en het Kasteelplein. Daarnaast is ook het Van Coothplein een evenementenlocatie. De criteria voor evenementen die hier kunnen worden gehouden zijn: • Evenementen die een historisch decor behoeven • Evenementen met een typisch Bredase identiteit maar bovenlokale uitstraling • Evenementen die een sterke stadspromotionele waarde hebben • Evenementen die een bijdrage kunnen leveren aan het thema water in de stad • Evenementen die een bijdrage kunnen leveren aan de thema’s beeldcultuur en erfgoed • Evenementen die van oudsher in het stadshart plaatsvinden en waarvoor in het verleden toestemming is gegeven Indien evenementen niet aan één of meer van bovenstaande criteria voldoen, worden zij niet toegestaan in de binnenstad. Uiteraard kan een evenement er andersom wel voor kiezen zich uit het stadscentrum te verplaatsen. Met name het Valkenberg zit aan de grenzen van de maximaal toelaatbare belasting. Ter ontlasting van het park wordt overwogen op termijn een evenementenbestemming te geven aan het Seeligterrein, mocht de kans zich voordoen Nota bene Hetgeen hier opgenomen is is nader uitgewerkt in de Nota Richting aan evenementen en de uitvoeringsprogramma’s die hier mee samenhangen. 6.2.1 Chasséveld Het Chasséveld houdt op korte termijn haar evenementenbestemming, waarbij de parkeerfunctie secundair blijft. Op lange termijn, zodra de evenementenzone van Park Bavelse Berg gerealiseerd is kan de evenementenbestemming (en eventueel de openbare parkeerfunctie) komen te vervallen, mits er een alternatieve locatie wordt gevonden voor Kermis en Circus. 6.2.2 Chassépark Het Chassépark biedt een uniek decor voor middengrote tot grote evenementen die relatief weinig geluid produceren. Hierbij kan gedacht worden aan evenementen op het gebied van (beeld)cultuur, architectuur, erfgoed, urban sports als free running en skateboarden en culinaire evenementen. Bij het architectonisch in het oog springende ontwerp van het Chassépark is destijds nadrukkelijk dynamiek aan het gebied gegeven door er een evenementenbestemming op te leggen. Deze dynamische functie komt echter onvoldoende tot uitdrukking en kan en dient meer benut te worden. Passende evenementen zullen dan ook gestimuleerd worden om op deze locatie plaats te vinden. 6.2.3 Seeligterrein Zuid Zoals al even genoemd wordt het toevoegen van een evenemententerrein aan de rand van het centrum serieus overwogen op het moment dat het Seeligterrein beschikbaar komt. Deze unieke groene plek in het stadscentrum wordt in 2016 afgestoten door Defensie en biedt reële kansen. Zo kan deze locatie het Valkenberg ontlasten, dat qua fysieke belastbaarheid aan haar maximum zit. Extra aantrekkelijk wordt het Seeligterrein omdat de 3e fase van de Nieuwe Mark het terrein doorkruist, zodat ook de verbinding met het water evident is.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
22
6.2.4 Bavelse Berg Momenteel wordt gebouwd aan de grootste evenementen- en leisure locatie van Breda, evenementenzone de Bavelse Berg. Dit geoutilleerde evenementencomplex en buitenterrein is een aanwinst voor de stad en biedt kansen voor het aantrekken van nieuwe, grote evenementen naar onze stad. Over de vraag hoe dit terrein kan bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van de stad zullen gesprekken gevoerd worden met de initiatiefnemer. In het verlengde hiervan kan gesteld worden dat met de komst van de Bavelse Berg de behoefte aan locatiebeleid, en meer specifiek een stedelijke programmering evenementen, toeneemt. Er zal onderzoek gedaan worden naar het profiel van deze locaties en de aard van de evenementen die er al dan plaats zouden moeten vinden (‘het juiste evenement op de juiste plaats’). Met alle betrokken partijen wordt het gesprek aangegaan met als doel een steekhoudende stedelijke evenementenprogrammering. Met een goede spreiding van evenementen over de stad en rekening houdend met het profiel van de verschillende locaties kan een optimaal rendement worden behaald. 6.2.5 Via Breda De spoorzone bevat op dit moment geen formele evenemententerreinen. Wel is de zone interessant voor met name incidentele evenementen op het gebied van urban culture en wat meer experimentele evenementen die weinig faciliteiten behoeven. Zo zijn er reeds plannen (zoals de Souk van Piet-Hein Eek) en wordt er een skatehal gerealiseerd. Op termijn komt wellicht een deel van het CSM terrein in aanmerking als evenementenlocatie. 6.2.6 NAC Momenteel wordt multifunctioneel gebruik van het stadion en de aangrenzende parkeerterreinen nader onderzocht. 6.3
Visie water en vrijetijdsbesteding Met de realisatie van de nieuwe verhoogde Trambrug in juni 2014 wordt een grote stap gezet met de transformatie van de haven naar een bruisend waterplein. De nieuwe Trambrug kent een doorvaarthoogte van 3,20 m waardoor de Bredase haven bereikbaar wordt voor het merendeel van de recreatietoervaart. De verwachte grotere toestroom van passanten biedt ondernemers kansen om een passantenhaven in de haven en aan de Prinsenkade te realiseren. De ontwikkeling van meer ligplaatsen dient te worden afgestemd met de beoogde ontwikkeling van een sloepenhaven binnen Via Breda en de bestaande havens en passantenvoorzieningen. Deze afstemming behoort tot de vervolgstappen. De beleving van de haven als waterplein moet versterkt worden door evenementen. Naast de reeds bestaande evenementen zet Breda in op kleinschalig en veelvuldig gebruik van de haven voor watergebonden activiteiten. Breda ondersteunt en stimuleert nautische activiteiten en wil flexibel omgaan met initiatieven. Zij wil burgers, bedrijven en verenigingen stimuleren te komen met voorstellen. Uitgangspunt is dat het water beperkt en alleen voor het betreffende evenement ingericht kan worden, maar dat er geen permanente inrichtingselementen nodig zijn. De evenementen moeten gericht zijn op beleving en beweging vanaf de kade en de terrassen, om een bijdrage te leveren aan de specifieke aantrekkelijkheid van deze omgeving. Kansrijk is ook een Bredase waterpalio, waarbij wijken tegen elkaar strijden in een vaarwedstrijd. Een andere mogelijkheid om evenementen met water te stimuleren is het organiseren van kleinschalige concerten en voorstellingen op plaatsen die alleen via het water bereikbaar zijn. Aanbieders van rondvaartboten en huurboten kunnen dan toegangskaarten verkopen voor exclusieve belevingen op het water. Andere steden zijn hiermee zeer succesvol. Een koppeling aan bestaande muziekfestivals en het filmfestival in samenwerking met partners is een mogelijk goede start.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
23
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
24
7
Duurzaamheid STERKTE
ZWAKTE
1. veel kennis, kunde en belangstelling voor herontwikkelen monumenten
1. weinig ervaring met herontwikkelen recentere gebouwen
2. leesbare stad met tijdslagen
2. traditie legt beperkingen op aan vernieuwing
STERKTE
ZWAKTE
1. status ‘triple A’ duurzaamheid
1. te weinig beleefbaar
2. kwaliteit van groen in monumentale context
2. kwantiteit laag 3. panden zijn energetisch suboptimaal
3. compacte stad met fraaie monumenten
DUURZAAM GEBRUIK
DUURZAAM KLIMAAT
1. hergebruik van al dan niet monumentale panden bevorderen.
1. verbeteren van de verblijfskwaliteit voor bezoekers en bewoners
2. waar nieuwbouw nodig is hoge eisen stellen aan de kwaliteitsstanddaard die onderdeel is van de Bredase traditie. Zowel energetisch als qua beeldkwaliteit en mogelijkheden hergebruik
2. vergroten van de mogelijkheden d.m.v. groenprojecten, gedragen door participatie bewoners en ondernemers
1. blijvende belangstelling voor de binnenstad
1. gebrek aan besef van urgentie leidt alsnog tot sloop/nieuwbouw
2. bouwen van ‘monumenten van de toekomst’
2. concessie aan kwaliteit omwille van kosten-baten
KANS
BEDREIGING
3. bevorderen hergebruik van al dan niet monumentale gebouwen
1. ‘vergroening’ (kazerne terrein) ‘verblauwing’ (singelring, 3e fase Mark) 2. diverse (onderdelen van) al dan niet monumentaleobjecten (daken, gevels) 3. levende betekenis van historie door gebruik voor div. functie’s
1. opwarming van m.n. de binnenstad 2. individuele participatie, veel privébezit (bv binnenkanten van bouwblok) 3. spanning tussen erfgoed wensen en benodigdemaatregelen
KANS
BEDREIGING
Er is een noodzaak om na te denken over energie, klimaat en ondergrondse ruimte. Binnen afzienbare tijd zullen zich op deze terreinen effecten manifesteren, met name in stedelijk gebied. Door nu een visie op hoofdlijnen te formuleren en deze uit te werken in plannen en projecten, kunnen problemen voorkomen worden. Ook is een visie op hoofdlijnen omschreven voor groen en water. Er kan financiele en ruimtelijke meerwaarde gecreëerd worden door de strategische inzet van duurzame energie, ondergrondse ruimte, groen en water. 7.1 Klimaat 7.1.1 Effecten in de Bredase binnenstad In de binnenstad van Breda zullen effecten van klimaatverandering merkbaar zijn, door een toename van wateroverlast, een afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater en hitte in de zomer. Hitte kan gedempt worden en piekbuien opgevangen door meer onverhard oppervlak en groenblauwe structuren in de stad. Een koelere en groene/aantrekkelijke binnenstad trekt meer mensen en winkels hoeven minder te koelen. Klimaatadaptatie is in veel opzichten ook een kostenverhaal, de kosten voor koeling nemen toe als we onze stedelijke ontwikkeling niet aanpassen.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
25
Berekende stijging koelingskosten [bron: Wageningen Universiteit].
7.1.2 Klimaatadaptatie Een uitgevoerde klimaatadaptatiescan laat zien dat de Bredase binnenstad een hotspot is voor het stadshitte-effect. Het temperatuurverschil met het buitengebied kan hier lokaal oplopen tot 7˚C. Doordat de binnenstad het economisch hart van Breda vormt en hier relatief veel mensen in flats en appartementen wonen en dus niet de mogelijkheid hebben om verkoeling in een groene tuin te zoeken ligt hier de meeste prioriteit voor klimaatadaptatie. Mede vanuit deze optiek zijn in de structuurvisie een aantal projecten benoemd die bijdragen aan een koelere binnenstad waar het ook op warme dagen goed toeven is. Zo voegt de Nieuwe Mark stromend water toe wat een verkoelende werking heeft op de omgeving. Het openbaar toegankelijk maken van het groene deel van de Seeligkazerne zorgt dat er in het zuiden van de binnenstad is een plaats waar mensen met warm weer aangenaam kunnen
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
26
vertoeven. Een groene binnensingel met aanliggende routes richting buitengebied draagt er zorg voor dat aantrekkelijke routes tussen de verschillende gebieden aanwezig zijn. Naast de grootschaligere maatregelen zoals deze in de structuurvisie zijn benoemd, kan veel bereikt worden met kleinschaligere maatregelen op straat en gebouwniveau. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen maatregelen op gebiedsniveau als groene daken die bij voldoende dichtheid een effect hebben wat zich breed uitstrekt en maatregelen die een direct lokaal effect hebben. Voorbeelden van laatstgenoemde maatregelen zijn groene gevels, het vergroenen van betegelde tuinen en het aanbrengen van bomen of fonteinen op plaatsen waar deze ontbreken dragen een steentje bij. Het op gerichte plaatsen vergroenen van de stad heeft ook een positief economisch effect. Op plaatsen met een stenige omgeving wordt warmte langer vastgehouden dan op plaatsen met veel groen en water. Dit komt doordat warmte-energie verloren gaat als stromend water opwarmt of water verdampt door de bladeren van planten. Een groene omgeving is dan ook een koelere omgeving. Een koelere omgeving is op warme dagen van groot belang, allereerst voorkomt het hittestress. Met hittestress worden de gezondheidsproblemen gekenschetst die optreden bij groepen als jonge kinderen en ouderen die minder goed in staat zijn om hun lichaamstemperatuur te reguleren. Hierdoor laten hittegolven vaak pieken in sterftecijfers zien. Daarnaast heeft een koele omgeving ook een economisch effect, zo mijden mensen op warme dagen (winkel)straten waar geen schaduw aanwezig is en neemt de arbeidsproductiviteit sterk af, ondermeer doordat mensen zich minder goed kunnen concentreren en ’s nachts minder goed slapen. Nu door de klimaatopwarming afhankelijk van tijdspad en scenario, het aantal tropische dagen verdubbeld tot verachtvoudigd is het dus belangrijk om hier op in te spelen.
Een eerste scan van horizontale dakstructuren op basis van beschikbare hoogte gegevens geeft een indicatie dat de binnenstad veel potentie heeft voor groene daken. Rood zijn (gedeeltelijk) platte daken. Monumenten zijn geel gearceerd.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
27
7.1.3 De hoofdlijnen In analogie met de structuurvisie geldt voor de ontwikkeling van de binnenstad: • Klimaatadaptatie wordt meegenomen bij ontwikkeling1 en inrichting van openbare ruimte. • Waar mogelijk wordt gecreëerd voor waterberging om hittestress te bestrijden en de leefomgevingkwaliteit te verbeteren. (Denk bijvoorbeeld aan waterpleinen.) • Bij nieuwe ontwikkelingen wordt een percentage groene daken en een beperking aan verhard oppervlak gesteld, onze riolering kan de verwachte piekbuien namelijk niet aan.
1 Het is daarbij van belang te differentiëren naar maatregelen voor nieuwbouw en bestaande bouw. Met kleine wijzigingen in de bouw kan de gebouwde omgeving op korte termijn al klimaatbestendiger worden. De bestaande gebouwenvoorraad zal de komende vijftig jaar veelal een ‘klimaatrevisie’ moeten doormaken, vergelijkbaar met de isolatie van de woningvoorraad in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Visie Binnenstad Breda - bijlagen
28
7.1.4 Visie De Bredase binnenstad wordt hiermee een zoekgebied voor groene daken en groene gevels. De groenblauwe structuren in de stad worden versterkt en ingezet voor meerdere doelen. Ze dienen niet alleen om klimaateffecten op te vangen, maar ook voor recreatie, versterking van gebiedskwaliteit en vanwege de aantrekkende werking op bezoekers. Een gewenste watermaatregel is het doortrekken van de Mark. In onderstaand figuur is deze visie op hoofdlijnen ruimtelijk weergegeven.
7.2 Energie 7.2.1 Ambitie en noodzaak Breda heeft stevige ambities ten aanzien van energie. Breda wil in 2044 een CO2 neutrale stad2 zijn, zoals vastgelegd in de visienota “Steek positieve energie in het klimaat”. Er moet zowel ingezet worden op energiebesparing als op transitie naar duurzame energie. De opties voor energiebesparing die op de binnenstad van toepassing zijn, kunnen in drie punten samengevat worden: 1. zuinigere woningen en utiliteitsgebouwen; 2. energieneutrale nieuwbouw; 3. optimalisatie energiebesparing in processen.
2 De keuze van het gebruik van de eenheid CO2 is gekozen om de verschillende vormen van energiedragers (zoals benzine, diesel, gas, elektriciteit, warmte etc.) en energiebesparing met elkaar te kunnen vergelijken. Dit maakt daarmee een eenduidige en onderling
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
29
7.2.2 Energietransitie De transitie van oude, niet-duurzame energievormen naar duurzame energie heeft ruimtelijke consequenties. De omschakeling van gas naar elektriciteit en van gas naar warmte en de vergroting van lokale duurzame elektriciteitproductie zijn belangrijke pijlers in het energiebeleid. Een fundamentele aanpassing van de lokale energie-infrastructuur is hierbij een belangrijke factor. Benutting van alle beschikbare vormen van duurzame energie is economisch verstandig en vanuit milieuoogpunt noodzakelijk. In onderstaand figuur is te zien dat voor de Bredase binnenstad een sterke potentie geldt voor bodemenergie in de vorm van warmte en koude opslag (wko). Naast economisch en milieuvoordeel is het een bijkomend voordeel dat zowel verwarmd als gekoeld kan worden met wko. Dit kan de (sterk toenemende) hoeveelheid lelijke airco-units in de Bredase binnenstad aanzienlijk terugbrengen. Open systemen (180 m - mv)
Gesloten systemen (80m - mv)
beter beter
Figuur Potentie bodemenergie middels open WKO systemen
Figuur Potentie bodemenergie middels gesloten WKO systemen
7.2.3 Potenties en visie Voor de Bredase binnenstad biedt bodemenergie dus potentie, naast duurzame vormen als zonnepanelen. In bovenstaand figuur is de potentie voor open wko te zien, waarbij grondwater door de bodem wordt gepompt. In bovenstaand figuur is de potentie voor gesloten wko zichtbaar, waarbij water door ondergrondse pijpen (warmtewisselaars) wordt gepompt. Voor de binnenstad is het verstandig in te zetten op open wko, bij voorkeur gecombineerd. Een open wko-systeem kan namelijk gebruikt worden om het warmteoverschot (van bijvoorbeeld een kantoor) te combineren met de warmtevraag (van bijvoorbeeld woningen). Bovendien levert één gecombineerd open systeem minder constructies op in de ondergrond dan vele individuele gesloten systemen. Per geval wordt bekeken welke variant van duurzame energie de meest gunstige is. De gemeente Breda voert onderzoek uit naar potenties van duurzame energie, van bodem tot zonneënergie. De gemeente zal een faciliterende rol spelen in de energiekeuze van ontwikkelingen. We zullen potenties aantonen en duidelijk maken wat wel en niet kan of mag. Samen met partners in de stad zetten we stappen naar een toekomstbestendige en financieel interessante energieke toekomst.
7.3 Ondergrond 7.3.1 Regie en ruimtegebruik We maken druk gebruik van de ondergrond in onze binnenstad. Van kabels en leidingen, funderingen en wortels van bomen er bevindt zich van alles onder ons centrum. De bodem herbergt schatten als archeologische waarden, schoon drinkwater en duurzame bodemenergie, maar ook bodemverontreiniging. Door de toenemende schaarste van bovengrondse ruimte wordt het gebruik van de ondergrond steeds aantrekkelijker. Steeds meer functies verdwijnen ondergronds. Het verplaatsen van noodzakelijke maar onaantrekkelijke zaken als transformatorhuisjes naar de ondergrond biedt ruimte en kwaliteitskansen voor de zichtbare bovengrondse ruimte. Met het toenemende gebruik van de ondergrond ontstaat de noodzaak om de ondergrond te ordenen, conflicten te vermijden en zaken te beschermen.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
30
weergave van de lagenbenadering
7.3.2 Visie en keuze Er moet een keuze gemaakt worden, wat vinden we nu belangrijk in de ondergrond? Niet alle functies kunnen op dezelfde plek gerealiseerd worden, we moeten kiezen. Deze keuzes werken door in projecten en plannen. De keuzes zorgen voor een eerste stap in het verkrijgen van ondergrondse ruimtelijke ordening. In analogie met de structruurvisie geldt deze prioritering: 1.
Energie. Benutten van de ondergrond voor duurzame energie krijgt voorrang.
2.
Ruimte. Er wordt in 3D bestemd, ieder bestemmingsplan krijgt een paragraaf ondergrond.
3.
Water. Vernatting, verdroging en verontreiniging krijgen aandacht bij alle ingrepen.
7.3.3 De (binnen)stedelijke ondergrond Specifiek voor de Bredase binnenstad wordt de bovenstaande prioritering uitgewerkt door: • Het ontwerpen van Masterplannen ondergrond3 voor drukke gebieden. • Nastreven om restwarmte te benutten in de stad of via ondergrondse buffering te bewaren voor toekomstige doeleinden. • De mogelijkheden tot ondergronds vastgoedbeleid, inclusief mogelijke heffing van precario worden verkend. • Daar waar hoogwaardige gebiedskwaliteit verlangd wordt, worden ‘traditionele’ functies als transformatorhuisjes zomogelijk onder het maaiveld gebracht. • In bestemmingsplannen en projecten wordt een ambitie vastgelegd voor duurzame (en economische voordelige) omgang met vrijkomende materialen4. • Water wordt geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar het oppervlaktewater, kleine buien infiltreren plaatselijk, grote buien bergen we in centrale waterpartijen. • Vergroten van de stedelijke natuurlijke waterberging door terugdringing van de hoeveelheid afdekking van de bodem5. • Creëren van drainagemiddelen6 bij revitalisering.
3 Zoals bedoeld in de AMvB Bodemenergie, die per 1 juli 2013 bevoegdheden en taken toekent aan gemeenten en uitwerking heeft op ruimtelijk beleid. 4 Hergebruik van vrijkomende grond en andere secundaire bouwstoffen voor andere functies draagt bij aan een duurzame leefomgeving, spaart primaire grondstoffen en transportbewegingen over lange afstand en levert economisch voordeel op. 5 Ook hiervoor is Europees beleid in de maak: Richtsnoeren inzake de beste praktijken om bodemafdekking te beperken, te verzachten en te compenseren, Brussel, SWD(2012) 101 final/2. 6 Riolering wordt gerenoveerd, oude riolen hebben vaak een drainerende werking, die deels een positief effect kunnen hebben in verdrogingsbestrijding. Wanneer het grondwaterpeil na renovatie te hoog zou komen worden dan ook drainageleidingen gelegd.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
31
7.4
Ecosysteemdiensten; meerwaarde voor de binnenstad
7.4.1 Wat is het? Een ecosysteemdienst is een dienst die door een ecosysteem aan mensen wordt geleverd. De mens maakt gebruik van hetgeen de natuur biedt, zonder deze uit te putten. Het natuurlijk systeem, dat ook in stedelijk gebied en bebouwde omgeving aanwezig is, levert de maatschappij nuttige zaken op. Denk aan de berging van hemelwater in de bodem, koeling door groen en oppervlaktewater, drinkwater, zuivering van lucht, ontspanning en inspiratie in een groene omgeving etc. Dat ecosysteemdiensten worden gewaardeerd blijkt uit het feit dat mensen zich graag door groene zones in een stad bewegen en dat huizen grenzend aan parken of water meer waard zijn dan vergelijkbare huizen een paar straten verderop. Er valt voor de maatschappij veel winst te behalen door bewuster gebruik te maken van het natuurlijk systeem.
Weergave van de lagenbenadering
7.4.2 Wat levert het op? Uit onderzoek7 blijkt dat de ecosysteembaten tot nu toe vooral worden meegenomen in beslissingen door het rijk en provincies, maar niet door gemeenten. Zo nemen gemeenten potentiële groenbaten niet vanzelfsprekend mee in belangrijke planinstrumenten zoals visies en bestemmingplannen met bijbehorende grond- en vastgoedexploitatie. Het begint met het uitdrukken van de baten van groen in euro’s. Er is veel research verricht naar bruikbare kentallen. Goed onderbouwde kentallen zijn te vinden in diverse studies. Deze zijn uitgebreid en eenduidig onderbouwd. In onderstaande tabel zijn de voornaamste voordelen en kentallen per onderwerp weergegeven.
7 TEEB-kosten en baten tool , Witteveen+Bos. Het TEEB-programma (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) is in 2007 door UNEP geïnitieerd in Potsdam.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
32
Voordelen van groen voor diverse onderwerpen Onderwerp
Voordeel en concrete opbrengst Minder investeringen in andere technische mogelijkheden ter verbetering van de
Luchtkwaliteit
luchtkwaliteit. De fijnstof afvang van een boom op een ‘hotspot’ heeft een baat van €40/jaar.
Isolatie
Lagere energierekening door daken en gevelgroen van €0,71-€19/m2.
Hemelwaterverwer-
Minder investeringen in andere verbeteringen van de afwatering. Dakgroen bespaart
king
€10-€19 /m2/jaar. Parken besparen €19/m2.
Omgevingskwaliteit
Hogere huuropbrengst + opbrengst OZB door jaarlijkse waardestijging onroerend goed.
woningen
Huizen met uitzicht op groen zijn 1-15% meer waard.
Omgevingskwaliteit
Groen heeft rustgevende invloed op mensen, dit leidt tot een ander koopgedrag.
winkels
Groen in een straat kan 12% meer omzet genereren in die straten.
Omgevingskwaliteit kantoren
Hogere verhuurwaarde en hogere bezettingsgraad van kantoorruimte in de nabijheid van groen. Groen in de buurt van een kantoor of uitzicht op groen leidt tot een hogere verhuurwaarde tot 10%.
Omgevingskwaliteit
Groene ruimte maakt het mogelijk om op meer plekken aantrekkelijke terrassen te
kantoren
exploiteren. De omzet stijging bedraagt €18,50/ week per m2 terras.
Meerwaarde voor
Groen genereert aandacht, en kan daarom gebruikt worden als marketingtool. Het
marketing
onderscheidend vermogen van groen kan tot 10% meer inkomsten er jaar genereren.
Verbetering
Een goed binnenklimaat in kantoren leidt tot een hogere productiviteit van werknemers.
productiviteit
De productiviteit per medewerker kan stijgen met 38,98 effectieve uren per jaar, wat
medewerker
een baat van €837,- per medewerker betekent.
7.4.3 Wat doen we ermee? Ecosysteemdiensten kunnen een enorme bijdrage leveren aan toekomstbestendigheid en leefbaarheid van de Bredase binnenstad. Breda heeft van de 5 grootste Brabantse gemeenten het minste groen in de stad. Er zijn dus kansen voor verbetering en versterking van de binnenstad. Om deze reden voert de gemeente Breda studie uit naar de potentie en realisatiekansen van ecosysteemdiensten in de Bredase binnenstad. Het gaat hier dus niet alleen om ‘groene thema’s’, oftewel de P van Planet, maar zeker ook om economische waarde (Profit) en maatschappelijke waarde (de P van People). De studie naar potentie en kansen van ecosysteemdiensten voor de Bredase binnenstad zal de vorm krijgen van een maatschappelijke kosten- en baten analyse. Zo kan vervolgens in plannen en projecten integraal en waardegeoriënteerd voordeel behaald worden door ecosysteemdiensten te benutten.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
33
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
34
8
Mobiliteit STERKTE
ZWAKTE
1. ligging op de assen - R’dam-Antwerpen - Zeeland-Duitsland
1. gebrek aan binding van bezoekers aan Breda
2. transport tot aan de voordeur, ongeacht de vervoerswijze
3. verkeer vs. kwaliteit van omgeving
2. geen ruimte meer in verkeerssysteem 4. regulering van overig noodzakelijk verkeer
3. goede bereikbaarheid 4. aantrekkelijk voetgangers-gebied
MOBILITEIT 1. bereikbaar houden van het belangrijke economische cluster binnenstad 2. goed bereikbaar houden van de bronpunten in de binnenstad 3. werken aan optimum van bereikbaarheid én omgevingskwaliteit 4. toegankelijkheid voetgangersgebied
1. groot bedieningsgebied
1. veel concurrerende steden dichtbij
2. bereikbaarheid: focus op bestemmingsverkeer 3. meer ruimte voor langzaam verkeer en (individueel) openbaar vervoer 4. vergroten voetgangersgebied versterkt historisch karakter
2. niet uitvoeren van maatregelen op stadsniveau 3. vermindering van omgevingskwaliteit óf bereikbaarheid 4. bereikbaarheid voor niet-voetgangers
KANS
8.1
BEDREIGING
De binnenstad bereikbaar houden Voor de weerbaarheid en vitaliteit van de binnenstad spelen de bereikbaarheid en de verblijfskwaliteit een belangrijke rol. Enerzijds moet de ruimtelijke kwaliteit, en daarmee de verblijfskwaliteit, verbeterd worden en anderzijds dient de binnenstad goed bereikbaar te zijn om de economische ontwikkeling te stimuleren. In de huidige situatie zijn er geen doorgaande routes door de binnenstad in oost-west richting en vv. Wel zien we hierbij een toegenomen verkeersdruk op de zuidelijke en noordelijke singelring. In noord-zuid richting en vv zijn er nog steeds doorgaande routes door de binnenstad aanwezig. Dit verkeer voegt niets toe aan de economische en/of verblijfskwaliteit van de binnenstad maar veroorzaakt wel verkeersoverlast (filevorming, verkeersonveiligheid, geluid enz.) en een slechtere bereikbaarheid van de binnenstad. Om de economische en verblijfskwaliteit blijvend te verbeteren is het van belang enerzijds de economisch belangrijke plaatsen in de binnenstad (parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen) goed bereikbaar te houden voor autoverkeer, anderzijds dient doorgaand verkeer dat geen bestemming in het centrum heeft anders te worden geleid. Op deze manier ontstaat ruimte voor alternatieve, duurzame vervoerwijzen zoals fiets en openbaar vervoer en wordt de kwaliteit van de verblijfsruimte als geheel verhoogd. Zeker wanneer het goederenvervoer ook nog eens schoner wordt door bijvoorbeeld het inzetten van electrische voertuigen of voertuigen die op aardgas rijden. Er dient meer differentiatie te komen in functie en gebruik van de verschillende openbare ruimtes in de binnenstad. Een mooi voorbeeld is de
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
35
Oude Vest. In de huidige situatie brede asfalt rijbanen, fietsstroken en veel geparkeerde auto’s. Autoverkeer in twee richtingen en een drukke openbaar vervoer route maken dit tot een weinig aantrekkelijke verblijfsomgeving. Bovendien geldt dit deel (met aansluiting Vlaszak) als één van de belangrijkste knelpunten voor het (H)OV. Met de aanwezigheid van een bewaakte fietsenstalling en als belangrijke schakel in vele voetgangersverbindingen tussen parkeervoorzieningen, culturele voorzieningen en de binnenstad een omgeving waar grote potentie ligt. Met maatregelen zoals éénrichtingsverkeer voor auto’s (i.r.t. ontwikkelingen Achter de lange stallen) ontstaat meer ruimte voor openbaar vervoer en fietsverkeer. Door parkeerplaatsen te vervangen door voetgangersruimte en fietsstallingsplaatsen kan met een eenvoudige inrichting een grote stimulans aan deze omgeving worden gegeven. Op lange termijn kan deze omgeving verder worden gestimuleerd door een herinrichting van de openbare ruimte. Zo zijn er meer plekken welke kunnen meeliften met ontwikkelingen in de stad. De binnenstadsvisie schept hiervoor een kader zonder alles naar de toekomst dicht te timmeren. De verkeerskundig en ruimtelijk belangrijkste routes en plaatsen worden vastgelegd, overige ruimtes worden nog niet concreet ingevuld met als doel in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen in de binnenstad. De structuurvisie is hierin echter leidend en de structuur voor de binnenstad is rechtstreeks afgeleid van de nieuwe strategie voor de bereikbaarheid van de stad (MAB). Zolang maatregelen uit de structuurvisie niet worden uitgevoerd, kunnen in de binnenstad bovenstaande doelstellingen niet worden gehaald.
landelijk wegenet - stromen stadsontsluiting - buffering stadsontsluiting - stromen secundaire stadsontsluiting - verzamelen & stromen buurt en erfwegen - stromen
landelijk wegenet - stromen stadsontsluiting - stremming secundaire stadsontsluiting - stremming buurt en erfwegen - stremming
landelijk wegenet - stromen stadsontsluiting - stromen secundaire stadsontsluiting - verzamelen & stromen buurt en erfwegen - stromen
van een verouderde aanpak
via stremming
naar een nieuwe strategie
8.2 Auto Voor de binnenstad gaat hetzelfde proces plaatsvinden. De Oost- en Westflank gaan deels van kleur veranderen terwijl de belangrijkste economische bestemmingen (parkeervoorzieningen) voor de auto beter bereikbaar worden. Dit wordt vormgegeven door deze via drie inprikkers te ontsluiten (Claudius Prinsenlaan, Graaf Hendrik III laan/Irenestraat en de Nieuwe Prinsenkade), aansluitend op de inprikkers uit de Structuurvisie. Tevens kan hiermee worden gestuurd op de verdeling van de parkeerdruk over de voldoende aanwezige capaciteit in de binnenstad. De overblijvende ruimte tussen deze inprikkers rondom het stadshart komt vrij voor verblijven, fiets en openbaar vervoer, waarbij de invulling afhankelijk is van ontwikkelingen en inrichtingsvraagstukken op en in de omgeving van deze plekken. In principe kunnen dit autoluwe gebieden worden, rekening houdend met bovengenoemde vormen van vervoer en bevoorrading.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
36
P
P
P P
P P
P
P P
P
P
P
P P
Verouderde aanpak
P
P
P
P
P
P
Nieuwe strategie
Concreet betekent dit het bundelen van het autoverkeer op de volgende inprikkers: • Claudius Prinsenlaan om de voorzieningen aan de oostzijde bereikbaar te houden. Deze laan heeft tot aan de parkeervoorzieningen voldoende capaciteit en is qua profiel geschikt om deze functie te vervullen. Heel grote investeringen zijn hiervoor op korte termijn niet noodzakelijk. • Graaf Hendrik III laan/Irenestraat voor de voorzieningen zuidzijde van de Westflank (Markendaalseweg, Prinsenkade, Nieuwe Prinsenkade). Door afname van verkeer op de Westflank kan met name op de kruising Markendaalseweg/Fellenoordstraat meer ruimte worden gegeven aan (H)OV en fiets. Ook circulatie in de Concordiastraat en omgeving dient te worden aangepast om terugslag wachtrijen parkeergarage te voorkomen. • Nieuwe Prinsenkade voor de westzijde Westflank. Voorlopig bediend door de Belcrumweg en Lunetstraat/Tramsingel. Op langere termijn wordt deze functie overgenomen door een nieuwe aansluiting op de Etnastraat. In principe t/m de Baronesgarage en garage Markendaal. Op langere termijn mogelijk andere functie Baronesgarage en alternatieve ontsluiting garage Markendaal waardoor veel meer ruimte ontstaat voor duurzame vervoerssystemen en andere ontwikkelingen aan de Westflank. Om de doorgaande routes door de binnenstad te onderbreken zijn niet alleen maatregelen nodig in de binnenstad maar ook op de singelring. Enerzijds om ruimte te maken voor bestemmingsverkeer en anderzijds voor andere vervoerwijzen zoals openbaar vervoer en langzaam verkeer. Hiervoor zijn de maatregelen uit de MAB noodzakelijk. Met bovenstaande maatregelen blijven de belangrijkste voorzieningen (parkeergarages) goed bereikbaar. De overblijvende ruimte op de wegen rondom het stadshart komt vrij voor verblijven, fiets en openbaar vervoer. Ook bevoorradingsverkeer en bewoners van het stadshart kunnen hier gebruik van maken. Het al of niet invoeren van éénrichtingsverkeer of andere maatregelen is o.a. afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen en inrichtingsvraagstukken. Een circulatieplan hiervoor wordt later uitgewerkt. 8.3
Openbaar vervoer Het huidige openbaar vervoersysteem is gebaseerd op het zgn schakelmodel en bediend met hoge frequentie de binnenstad waarbij de klanten in het winkelgebied worden gebracht. Dit is een sterk voordeel van het huidige systeem, een nadeel is echter de barrièrewerking in het winkelgebied. De uitdaging is om in de toekomst het huidige niveau van bereikbaarheid (of beter) te handhaven en de barrièrewerking te voorkomen. Het stimuleren van het gebruik van het OV in Breda conform de Structuurvisie is opgebouwd uit drie lagen. De belangrijkste economische (HOV) lijnen zijn in de binnenstad gebaseerd op het huidige Schakelmodel. Een verkennende studie geeft aan dat op lange termijn een model met lijnen om de binnenstad heen mogelijk is (Periferiemodel). In dit laatste model rijden de hoofdlijnen buitenom de binnenstad en kan de binnenstad toch zonder extra overstap worden bereikt. Dit vraagt om nieuwe individuele openbaar vervoersystemen welke op dit moment nog niet beschikbaar maar wel in ontwikkeling zijn. Een eenvoudig voorbeeld hiervan is een liftensysteem in de wintersportgebieden; vanuit één station naar meerdere bestemmingen en de Utra PRT
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
37
Twee voorbeelden van individueel, openbaar vervoer. (lift, Ultra PRT)
Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van de Google taxi; onbemande elektrisch aangedreven taxi. Doorontwikkeling van dergelijke systemen kan vrij snel leiden tot een vorm van individueel collectief vervoer. Dus niet meer in een lege of volgepropte bus welke op vaste tijden zijn vaste rondje rijdt maar meerdere kleine voertuigjes welke enkel op aanvraag rijden naar van tevoren ingegeven bestemmingen. Tot die tijd is de uitdaging om het huidige OV door de binnenstad te optimaliseren en ruimtelijk goed in te passen in zijn omgeving. Op deze manier blijft de bediening optimaal en wordt de barièrewerking in b.v. de Houtmarkt/Karnemelkstraat verminderd. Te nemen maatregelen zijn: • Herinrichting van Houtmarkt/Karnemelkstraat om barierewerking te verminderen en meer ruimte te geven aan fietser en voetganger, ook in relatie tot ontwikkeling Molsterrein. • Vermindering autoverkeer door binnenstad ter verbetering doorstroming van het (H)OV. • Onderzoek naar mogelijkheden om enkele lijnen niet dwars door de binnenstad te laten rijden maar er omheen, dit betreft lijnen met een geringe relatie tot het winkelgebied. • Aanpassingen openbare ruimte op traject (H)OV door binnenstad ter verbetering doorstroming: Fellenoordstraat/Markendaalseweg, Oude Vest/Vlaszak. • Op langere termijn implementatie van nieuwe individuele vormen van openbaar vervoer in de binnenstad, doorgroeiend naar een Periferiemodel. NS OVT
NS OVT
T T
T
OVT T
OVT T
Schakelmodel
OV Terminal transferpunt
OV Terminal
bestemmingsknoop
transferpunt
verblijfsgebied
verblijfsgebied
(inter)nationaal vervoer
(inter)nationaal vervoer
stedelijk-regionaal vervoer
stedelijk-regionaal vervoer
binnenstedelijk vervoer
Perifeermodel
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
38
8.4 Venstertijdengebied In het huidige venstertijden gebied is er een vaag ‘randgebied’ waarvan de status in praktijk niet duidelijk is. Ook de toegankelijkheid roept soms vraagtekens op. Het bieden van een autovrij gebied om comfortabel te verblijven vraagt om een forse uitbreiding van het venstertijden gebied. Hiermee ontstaat ruimte voor ontwikkeling en uitbreiding van verblijfsgebied. De regulering van het voetgangersgebied laat op dit moment nog te wensen over, er zijn vele illegale sleutels in omloop. De aanleg van een betrouwbaar systeem om de toegang tot het venstertijdengebied te reguleren is noodzakelijk om het huidige misbruik te voorkomen zodat de omgevingskwaliteit van de binnenstad wordt verhoogt. Er komt dan meer ruimte voor de beoogde gebruikers Het bieden van een autovrij gebied om comfortabel te verblijven vraagt om de volgende maatregelen:. • Een toekomstig toegangssysteem kan behulpzaam zijn bij het selectief toelaten van bevoorradingsverkeer om op die manier alleen die voertuigen toe te laten die acceptabel worden geacht. • Forse uitbreiding van het venstertijden gebied conform onderstaand kaartje. Molenstraat, Reigestraat/Catharinastraat, Vismarktstraat, Cingelstraat, Kasteelplein, ontwikkelingsgebied Molsterrein worden toegevoegd aan het venstertijden gebied. Op deze manier ontstaat ruimte voor ontwikkelingen zoals winkels op het Molsterrein, verblijfsgebied Oude Vest/Karnemelkstraat enz. Bewoners en andere belanghebbenden kunnen middels een ontheffing bepaalde delen wel bereiken. • Fietsers toestaan in voetgangersgebied; in andere steden blijkt dit in praktijk erg goed te werken. Het geeft meer comfort en flexibiliteit voor fietsers waarbij ook de stallingen beter benut kunnen worden door een verbeterde bereikbaarheid.
Uitbreiding Venstertijdengebied
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
39
8.5
Bevoorrading Binnenstad De bevoorrading van de binnenstad verloopt momenteel rommelig. Vele kleine vrachtwagens gecombineerd met enkele grote opleggers, vuilnisophaaldienst, reclame uitingen en winkelend publiek maken het in de ochtenduren onaantrekkelijk om te verblijven. Om dit te verbeteren zijn maatregelen nodig door zowel de bevoorrader, de ondernemer als de gemeente. Denk daarbij bijvoorbeeld aan elektrische voertuigen die geen uitlaatgassen produceren en geluidarm zijn. Of aan voertuigen die goederen vervoeren vanaf een stadsdistributiecentrum om op die manier te voorkomen dat er meer voertuigen de stad inrijden dan nodig.Het streven naar een duurzamere goederenbevoorrading draagt positief bij aan de in retail waarneembare trend van superspecialisatie: kleine, gespecialiseerde winkels. Hierbij is steeds vaker sprake van een winkel en tevens een webshop. Bundeling van goederen en inspelen op webshopactiviteiten draagt vooral in dit soort gebieden met veel kleinere en gespecialiseerde winkels bij aan het minderen van het aantal bestelauto’s en vrachtauto’s. Als bovendien een aantal daarvan wordt vervangen door (bak)fietskoeriers draagt dat bij aan het scheppen van de gewenste verblijfssfeer in die gebieden. Op het moment dat dergelijke initiatieven zich aandienen kan met vernieuwing van het selectieftoelatingssysteem gemakkelijker hierop worden ingesprongen indien wenselijk.
8.6 Fietsen De fiets is een belangrijk en duurzaam vervoermiddel naar en in de binnenstad. Het grote voordeel (en vaak doorslaggevende reden om dit vervoermiddel te gebruiken) van deze zeer duurzame vorm van vervoer is de mogelijkheid om zeer dicht bij de bestemming te kunnen komen en stallen. Dit voordeel, b.v. t.o.v. de auto, dient verder te worden versterkt. Ook dient beter te worden ingespeeld op allerlei nieuwe vormen van fietsgebruik, waaronder de elektrische fiets. De ondersteuning aan de fietser maakt b.v. het gebruik van bakfietsen e.d. aantrekkelijker. Verplaatsingen met de fiets leveren een belangrijk aandeel in de bestedingen in de binnenstad. Een fietsers geeft weliswaar per keer minder uit maar komt vaker in de binnenstad dan autoverplaatsingen. Per saldo hebben zij een even groot aandeel in de bestedingen (horeca, cultuur, winkelen).
Fietsnetwerk binnenstad
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
40
Vanuit de MAB is de fiets, met name op kortere termijn, de belangrijkste schakel om de binnenstad bereikbaar te houden. Om dit verder te bevorderen worden de volgende maatregelen genomen: • Door het toepassen van inprikkers ontstaat meer ruimte in de binnenstad voor fietsers. Op de inprikkers zelf dienen veilige en comfortabele fietsvoorzieningen aanwezig te zijn. Op de autoluwe delen kan de vrijgekomen ruimte worden benut voor fiets, veelal gecombineerd met andere vervoerwijzen. • Het doortrekken van snelfietsroutes door de binnenstad; met name herkenbaar maken van deze routes. Met de aanleg van snelfietsroutes in oostelijke en zuidelijke richting dienen ook de verbindingen door de binnenstad herkenbaar te worden gemaakt. • Afmaken van de fietsroute binnensingels (kortsluiten Marksingel-Sluissingel en Nijverheidssingel-Sophiastraat) als alternatief voor de drukke buitensingels. • Verbeteren van de infrastructuur middels meeliften met projecten zoals ‘Achter de Lange Stallen’, Gasthuispoort en beheerprojecten. • Uitbreiden straat fietsenstallingen door bv opheffen autoparkeerplaatsen. De Oude Vest is hier b.v. een geschikte locatie voor met voldoende alternatieven voor autoparkeren in de directe omgeving. • Uitbreiden bewaakte stallingen in project ‘Achter de Lange Stallen’ en zoeklocatie in de Reigerstraat (b.v. locatie oude bioscoop). De fietsenstalling in de ontwikkeling “Achter de Lange Stallen” zit als randvoorwaarde opgenomen in het project en is een welkome aanvulling op het tekort aan bewaakte stallingen in de omgeving van Coothplein. De Reigerstraat is een ideale locatie (op termijn als vervanging van het Kraanplein) door de ligging aan een fietsroute, gemakkelijk bereikbaar uit meerdere richtingen en bruikbaar voor zowel horeca als winkel bestemming. • Het permanent toestaan van fietsers in het voetgangersgebied. Door deze maatregel kunnen de fietsenstallingen in en rond het voetgangersgebied beter worden benut. Met de uitbreiding van het voetgangersgebied een belangrijke maatregel. Bovendien is het een maatregel wat nu al volop plaatsvindt. Ervaring uit andere steden (en huidige situatie) leert dat de fietser zich aanpast; hoe drukker hoe eerder men geneigd is af te stappen. • Een prominentere rol voor de fietsers in de inloopstraten, auto hieraan ondergeschikt maken (fietsstraten). Van oudsher is de ligging van de inloopstraten gericht op het centrum. Deze natuurlijke ligging maakt deze straten aantrekkelijk voor alle soorten van verkeer. Los van bestemmingsverkeer voor de ondernemers worden deze ook veel gebruikt als doorgaande route. Door het doorgaande verkeer te verminderen verbeterd de positie van de fietser en houdt deze straten ook voor automobilisten met lokale bestemming goed bereikbaar. Ook aanpassing aan de inrichting van de straat gericht op de fiets verbeterd het comfort en veiligheid voor fietsers. • Herverdeling en aanvulling van het aantal onbewaakte stallingsplaatsen in en rond het voetgangersgebied, meer onderscheid tussen kort en lang stallen. Op innovatieve wijze moet worden bekeken of plaatsen zijn aan te duiden en vorm te geven waar men kort kan stallen. Te denken valt hierbij aan b.v. combinatie van reclame uitingen met een omlijnd vak waar men de fiets kan stallen, echter zonder extra voorzieningen. Voor lang stallen dienen dan wel voorzieningen aanwezig te zijn waar men de fiets aan vast kan maken. 8.7 Voetgangers De voetganger is in de binnenstad een belangrijke verkeersdeelnemer. Het eindtransport in de binnenstad vindt (bijna) altijd op deze manier plaats. Het belang van dit laatste stukje van de vervoerketen wordt op dit moment onderschat en is vaak niet terug te vinden in de buitenruimte. De aantrekkelijkheid, oriëntatie en comfort laat in de huidige situatie te wensen over. Verbindingen vanaf parkeergarages en fietsenstallingen naar het voetgangersgebied dienen de komende jaren veel meer aandacht te krijgen. Het uitbreiden van het voetgangersgebied is een belangrijke stimulans voor de verblijfskwaliteit in de binnenstad.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
41
Voetgangers relaties
Om de positie van de voetganger in de binnenstad te verbeteren zijn de volgende maatregelen nodig: • Uitbreiden van het voetgangersgebied en bieden van meer comfort en veiligheid. Met de ontwikkeling Achter de Lange Stallen en Gasthuispoort dient de omvang van het voetgangersgebied te worden vergroot. • Versterken van de positie van de voetgangers rond het ‘eitje’. Meer ruimte en comfort op de flanken ten koste van b.v. parkeerplaatsen. • Verbindingen vanuit fietsenstallingen en Parkeergarages naar de functies in de binnenstad (cultuur, horeca, winkels enz.); oriëntatie, aantrekkelijkheid en comfort. • Historische inrichting goed afstemmen op minder validen. 8.7.1 Parkeren Ondanks regelmatig optredende wachtrijen voor de populairste (Barones, Concordia, Molsterrein) parkeervoorzieningen in de binnenstad, zijn er op piekmomenten nog voldoende vrije plaatsen in de overige garages aanwezig. In parkeervoorzieningen zoals Turfschip en Chasséveld zijn er, behalve met evenementen, altijd nog voldoende parkeerplaatsen beschikbaar. Het gebruik hiervan is lager door de afstand tot de winkelstraten maar ook de onaantrekkelijke looproutes naar belangrijke voorzieningen. Een betere verdeling van de parkeerdruk over de parkeervoorzieningen kunnen wachtrijen en daarmee de belemmering van de doorstroming van het overig verkeer voorkomen. De volgende maatregelen worden voorzien: • Door het systeem met de inprikkers kan niet meer overal door de binnenstad worden gereden. Het vroegtijdig maken van een keuze is noodzakelijk en zal leiden tot een betere verdeling van de parkeerdruk. • Aanpassen en uitbreiden van het dynamische parkeer verwijssysteem (DPRIS 2.0) op het inprikkersmodel uit de Structuurvisie
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
42
• In het project Achter de Lange Stallen wordt de laatste grootschalige parkeergarage opgenomen. Hiermee ontstaat voldoende capaciteit om de toenemende druk op te vangen als gevolg van: –– Verplaatsen straatparkeren naar garages –– Toenemende druk door uitbreiden gefiscaliseerd parkeren (vergunning gebieden) –– Toenemende vraag door enkele grootschalige ontwikkelingen. –– Groei in compensatie parkeerfonds. –– Op langere termijn opheffen parkeervoorzieningen door ontwikkelingen enz.(b.v. Chasséveld) • Start aanleg transferia. Meeliften met projecten aan de rand van de stad (Bavelse Berg), hiermee kunnen topdagen met b.v. evenementen binnenstad worden opgevangen. Op kortere afstand zijn er ook kansen voor Park en Fiets (parkeervoorziening met mogelijkheid stallen fiets). Er is in de huidige situatie nog onvoldoende noodzaak om permanente transferia te voorzien. Bovendien zijn daar forse flankerende maatregelen voor nodig. Op langere termijn worden transferia haalbaar door: –– Afname capaciteit parkeervoorzieningen in de binnenstad. –– Differentiatie in tarieven binnenstad. –– Naast aanleg transferia flankerende maatregelen zoals duurzame, comfortabele en snelle verbindingen naar de binnenstad (denk aan individueel openbaar vervoer) Uitvoering van de maatregelen bundelen en ontvlechten uit de Structuurvisie (MAB) is hierbij noodzakelijk. Het opstellen van een totale parkeerbalans voor de binnenstad dient inzicht te geven in huidig en toekomstig gebruik, functie en exploitatie van de parkeervoorzieningen en inzicht te verschaffen in de kansen voor alternatieve ontwikkelingen (transferia enz.)
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
43
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
44
9
Openbare ruimte STERKTE
ZWAKTE
1. ontbrekende schakels o.a. oostflank
1. fraai ingericht kerngebied 2. van oudsher nette en goed beheerde openbare ruimte 3. infrastructuur goed op orde
2. meerjaren groot onderhoud blijft uit 3. verminderde oriëntatie en herkenbaarheid, onvoldoende kwaliteit van routes naar binnenstad
OPENBARE RUIMTE
1. gebieds- of projectontwikkeling gebruiken als aanleiding om openstaande opgaven o.r. aan te pakken 2. handhaven van hoog niveau beheer en onderhoud binnenstad 3. wegwijs maken van bezoekers als onderdeel van de ‘beleving van de stad’
1. beoogde investeringen meerjarenperspectief structuurvisie Breda 2030 2. behoud van schoon/heel/veilig 3. aanwezigheid van kennis en kunde mbt ‘beleving van de stad’ en beeldcultuur/ grafisch ontwerp
1. investeringen onzeker: afhankelijk van economische en politieke ontwikkelingen 2. vandalisme en verloedering 3. vormgeving die de functie niet ondersteunt
KANS
9.1
BEDREIGING
Betekenis openbare ruimte De kwaliteit van de openbare ruimte bepaalt dus mede de gebruikskwaliteit van de Binnenstad. Als de kwaliteit van de openbare ruimte (de straten en pleinen, de singels en het park) goed is heeft dit een positieve invloed op het toerisme, het ondernemen en het wonen en werken in dit gebied. Het op peil houden van de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte door zorgvuldig beheer is dus van het allergrootste belang. Daarmee wordt ook voorkomen dat de kwaliteit van de openbare ruimte versneld achteruit gaat en er binnen afzienbare tijd weer grote investeringen nodig zijn, om de kwaliteit weer op het gewenste peil te brengen. De betekenis van de openbare ruimte is: • de openbare ruimte is een belangrijke sociaaleconomische, ruimtelijke en klimatologische drager; • de kwaliteit van de openbare ruimte als woon, werk, leef- en verblijfsomgeving is belangrijk voor bewoners, toeristen, bezoekers, ondernemers en werknemers van de horeca, retail, evenementen en andere activiteiten; • de verdere ontwikkeling naar een compacte stad, zoals in de structuurvisie aangegeven legt een nog grotere gebruiksdruk op de publieke ruimte. Dit is zeker ook in de binnenstad, met een grote diversiteit aan gebruik in een “24 uur ritmiek”, het geval.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
45
De openbare ruimte van het centrum heeft dan ook steeds alle aandacht gekregen. In een recent verleden zijn aanzienlijke investeringen (17 miljoen Euro herbestrating binnenstad, 50 miljoen in de flanken o.a. de Nieuwe Mark) gedaan, met veel rendement (o.a. private investeringen, uitverkiezing, beste binnenstad). Thema’s waarbij de openbare ruimte en het gebruik daarvan een belangrijke rol speelt zijn: • een nieuwe toekomst voor de inloopstraten (samen met betrokkenen een visie ontwikkelen voor de Boschstraat en de Haagdijken); • “de markt van morgen” samen met betrokkenen een actuele invulling geven aan de markt op de Grote Markt; • uitbreiden en versterken van het dwaalmilieu (met daarbij de vraag naar semi-openbaar groen (woon)hof); • waar nodig,verbeteren / aanpassen openbare ruimte aan actualiteit en de wensen van de consument; • de binnenstad bereikbaar houden voor bewoners, winkelend en uitgaanspubliek alsmede voor de noodzakelijke bevoorrading van winkels en horeca; • de mogelijkheden voor watergebonden recreatie vergroten; • plaats bieden aan evenementen met een meerwaarde. 9.2
Inzet op de kwaliteit van de openbare ruimte; Door het beheer van de openbare ruimte van de Binnenstad wordt de bestaande kwaliteit in stand gehouden. Het gebruik van de openbare ruimte verandert echter ook. Dit kan betekenen dat delen van de openbare ruimte aangepast dienen te worden aan de veranderde behoefte van de gebruiker. Dit is zeker in de Binnenstad met een dynamisch gebruik, het geval. Door middel van doorontwikkeling (herinrichting) wordt de openbare ruimte aangepast aan de veranderende behoefte.
9.2.1 Beheer van de openbare ruimte; verantwoordelijkheid van gemeente en gebruiker. • Gemeentelijk beheer op basisniveau
Het beheer van de openbare ruimte (schoon, heel, veilig en bruikbaar) op een basisniveau is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit basisniveau is voor het Historisch Stadshart hoger dan voor de rest van de stad. Reden hiervoor is de eerder genoemde, bijzondere betekenis die het gebied heeft voor de stad.
In dit verhoogd basisbeheer wordt met intensiever verzorgend en technisch onderhoud extra aandacht aan de gewenste uitstraling van de openbare ruimte gegeven. Het gaat bij verzorgend onderhoud bijvoorbeeld om extra reinigen en intensiever opruimen van het zwerfvuil. Bij het (klein en groot) technisch onderhoud gaat het in dit gebied om frequenter, op een hoger niveau, onderhoud aan de verhardingen, verlichting en het straatmeubilair en de elementen van het water.
Voor de omliggende (woon)gebieden geldt het reguliere gemeentelijk basisniveau van beheer. Daarbij ligt het accent vooral op veilig, functioneel en duurzaam.
• Ondernemers, bewoners en andere gebruikers realiseren een “plus”
Ondernemers, bewoners en andere gebruikers van de Binnenstad hebben, naast de gemeente, in het beheer van openbare ruimte ook een eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen, boven op het gemeentelijke beheer op het basisniveau, daar waar zij dat wensen, hun eigen “plus” realiseren. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een hogere kwaliteit van “schoon” door een bijdrage aan de reiniging en graffitibestrijding of door zelf- of medebeheer een hogere kwaliteit van “het groen” realiseren.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
46
9.2.2 Verbeteren van de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte De identiteit van de openbare ruimte van de binnenstad wordt bepaald door de klassieke uitstraling: rustig, met groen en/of water als het kan. Ingetogen, maar zeker niet karig: gebruik van mooie materialen. Traditioneel, maar ook wars van trends, en daardoor tijdloos en duurzaam. Dit geldt ook als credo bij het completeren van de openbare ruimte, o.a. ter hoogte van de oost- en westflank. Daarnaast wordt ingezet op het aanlichten van het cultureel erfgoed. Het Masterplan Illuminatie dat in 2009 is opgesteld streeft naar een optimale nachtelijke beleving door een goede verlichting van de monumenten, pleinen en straten in de binnenstad. Begin 2013 is het eerste project gerealiseerd, de verlichting van de wanden van de haven. Daarnaast wordt het Spanjaardsgat in de loop van 2013 aangelicht. In de nabije toekomst worden stap voor stap de overige projecten, waaronder de Grote Kerk, MOTI (Beyerd) en Kloosterkazerne (Holland Casino) uitgevoerd, met het doel om in 2018 het totale plan te hebben gerealiseerd. 9.2.3 Doorontwikkeling van de openbare ruimte. In nieuwbouw- en vernieuwingsprojecten van gebouwen en infrastructuur wordt de aanpassing van de openbare ruimte in het project meegenomen. Er zijn echter ook plekken waar deze nieuwbouw/vernieuwing niet aan de orde is, maar waar wel het huidige gebruik van de openbare ruimte ernstig belemmerd wordt door een verouderde inrichting. Op deze plekken is doorontwikkeling (herinrichting) van de openbare ruimte gewenst. Particuliere betrokkenen hebben bij deze doorontwikkeling, naast de gemeente, ook een verantwoordelijkheid. Gestreefd wordt, om vanuit de mogelijkheden, in publiek-private samenwerking, deze doorontwikkeling te realiseren. 9.3
Groene & blauwe impulsen Groen en water zijn belangrijke instrumenten om de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte in de binnenstad te verbeteren. Dit wordt ook onderkend door bezoekers aan de binnenstad die bij het laatste onderzoek in het kader van de economische barometer naar het gewenste beeld van Breda (2007) een groene stad als meest gewenst beschouwde. Doordat binnen de binnenstad relatief veel niet grondgebonden woningen aanwezig zijn en door de compacte bebouwing het hitte-eiland effect hier het meest van zich doet spreken wordt behoefte aan meer groen in de binnenstad ondersteund. Door hier op in te spelen worden niet alleen bezoekers bediend, ook gebiedsontwikkelingen, ziektekostenverzekeraars, bewoners en winkeliers profiteren hiervan (zie tabel). Aantrekkelijke groene verblijfsruimten onderscheiden zich doordat ze op een positieve manier bijdragen aan de identiteit van een gebied. Dit betekent dat groene gebieden elkaar dienen te versterken en ook deels andere functies faciliteren. Nieuwe groene gebieden dienen dan ook een andere identiteit te hebben dan de aanwezige parken en bij voorkeur nieuwe functies mogelijk te maken die aansluiten bij het omliggende gebied of gebiedsontwikkelingen. Voorbeelden van functies die ontbreken in de parken in het centrum zijn een spartelbadje en barbecueplaatsen.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
47
Overzicht potentiële groene baten in de binnenstad Aspect
Termijn
Functie van het groen
Financiële baat van de
Indicatie financiele baten
functie Luchtkwaliteit
Jaarlijks
Verbetering luchtkwaliteit
Minder investeringen in andere
De fijnstofafvang van een
dankzij aanwezigheid groen
tech-nische mogelijkheden
gemid. boom op een'hotspot'
(afvang fijnstof/stikstof)
ter verbetering van de
heeft een baat van €40/jaar
luchtkwaliteit Isolatie
Bespaarde kosten
Jaarlijks
Eenmalig
conventioneel dak
Een groen dak of groene gevel
Minder energiekosten voor
Lagere energierekening door
zal de woning, de winkel of het
panden met groendak of
daken en gevelgroen van
kantoor beter isoleren
gevelgroen
€0,71-€19/m²
Groendak heeft langere
Kosten worden bespaard
De langere levensduur levert
levensduur dan conventioneel
dankzij de aanleg van het
een besparing op van
dak en bespaart daardoor
groene dak
€18-€43/m²
De waterbergende functie van
Minder investeringen in andere
Dakgroen bespaart €10-€19 /
het groen zal de hemelwater-
verbeteringen van de
m²/ jaar. Parken besparen
verwerking in de stad
afwatering
€19 /m²
Mensen wonen graag in een
Hogere waarde van onroerend
Huizen met uitzicht op groen
groene omgeving en zijn bereid
goed in omgeving van groen
zijn 1-15% meer waard
De meerwaarde die door groen
Hogere huuropbrengst + OZB
Huizen met uitzicht op
aan woningen wordt gegeven
door jaarlijkse waardestijging
(toegankelijk) groen zijn 1-15%
wordt absoluut gezien jaarlijks
onroerende goed
meer waard
Groen heeft rustgevende
Meer omzet voor winkeliers in
Groen in een straat kan 12%
invloed op mensen, dit leidt tot
of in de nabijheid van groen
meer omzet genereren in die
kosten Hemelwaterverwerking
Eenmalig
verbeteren Omgevingskwaliteit
Eenmalig
woningen
daarvoor te betalen Omgevingskwaliteit
Jaarlijks
woningen
hoger door de stijging van woningwaarden Omgevingskwaliteit
Jaarlijks
winkels
straten
een ander koopgedrag Omgevingskwaliteit
Jaarlijks
kantoren
Exploitatie horeca
Jaarlijks
Een groene omgeving zal de
Hogere verhuurwaarde en
Groen in de buurt van een
verhuurbaarheid van kantoren
hogere bezettingsgraad van
kantoor of uitzicht op groen
verbeteren
kantoorruimte in de nabijheid
leidt tot een hogere verhuur-
van groen
waarde tot 10%
Groene ruimte maakt het
Stijging van de omzet door de
De omzet stijging bedraagt
mogelijk om op meer plekken
aanwezigheid van groen nabij
€18,50/ week per m² terras
aantrekkelijke terrassen te
terras
exploiteren Meerwaarde voor
Jaarlijks
marketing
Groen genereert aandacht, en
Meer omzet voor bedrijven die
Het onderscheidend vermogen
kan daarom gebruikt worden
baat hebben bij de aandacht-
van groen kan tot 10% meer
als marketingtool(Groen en
trekkende rol van het groen
inkomsten per jaar genereren
Een goed binnenklimaat in
Minder ziekteverzuim en een
De productiviteit per
kantoren leidt tot een hogere
hogere productie in dezelfde
medewerker kan stijgen met
productiviteit van werknemers
tijd leidt tot kostenbesparingen
38,98 effectieve uren per jaar,
poen, groene bushaltes versterken het imago) Verbetering productivi-
Jaarlijks
teit medewerkers
wat een baat van €837,- per medewerker betekent Verminderng ziekteverzuim en -kosten
Jaarlijks
Mensen in een groene
Minder ziektekosten en
10% meer groen toevoegen in
omgeving wonen zijn
zietkteverzuim
de binnenstad levert jaarlijks
gemiddeld minder vaak ziek
ongeveer €300.000 aan baten op door vermeden ziektekosten en ziekteverzuim.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
48
9.3.1 Houtmarkt en Karnemelkstraat, Oude Vest, Kennedylaan, Keizerstraat,
Vierwindenstraat De Houtmarkt en Karnemelkstraat, Oude Vest, Kennedylaan, Keizerstraat en Vierwindenstraat straten zijn vanaf de jaren ‘50 aangelegd in het kader van de cityring en staan al heel lang als ‘Oostflank’ genomineerd voor een integrale herinrichting waarbij het autoverkeer en busverkeer dient af te nemen en de straten een hoogwaardige, groene uitstraling dienen te krijgen. De Westflank is voor wat betreft het noordelijk deel (waaronder de haven) reeds heringericht en hierbij is gekozen voor het situeren van de verblijfsruimte aan binnenzijde van de cityring en voor situering van de infrastructuur aan de buitenzijde cityring. Deze keuze zal worden doorgezet bij de Oostflank. De complete herinrichting van de Oostflank is echter pas mogelijk als er verschillende investeringen in de Noordelijke Rondweg zijn gedaan. De herinrichting van de Karnemelkstraat, Houtmarkt en een deel van de Oude vest is echter wel op korte termijn mogelijk. Het gaat dan om het wijzigen van de profielen en het aanbrengen van passende bestrating en groen, waarbij de Houtmarkt deel uit gaat maken van het winkelrondje. Aanpak is aan de orde zodra de initiatieven hier aanleiding voor geven en middellen beschikbaar zijn. Op termijn verdwijnen de bussen mogelijk uit deze straten.
Schematische weergave van mogelijke herinrichting Karnemelkstraat/Houtmarkt/Oude Vest
Huidig beeld Houtmarkt
Visualisatie mogelijke herinrichting Houtmarkt
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
49
Huidig beeld Oude Vest
Visualisatie mogelijke herinrichting Oude Vest
Op het moment dat het openbaar vervoer een alternatieve route gaat rijden zou zelfs het water dat eeuwenlang via de Vlaszak en Oude Vest liep kunnen worden geherintroduceerd. Op de locatie van het Vlaszak en Oude vest liep vroeger een gracht. De gracht liep van de huidige Seeligsingel via de J.F. Kennedylaan, Vlaszak, Oude Vest, Houtmarkt en Karnemelkstraat naar de kruising Markendaalseweg-Waterstraat-Snellenshof. Na de sloop van de stadsmuur in 1537’-38 bleef de stadsgracht als open (riool)water in de stad liggen. Vanaf de Grote Markt (het hoogste punt van de stad) werden onder de belangrijkste straten gemetselde buizen aangelegd die uitmondden in de Mark of de Oude Vest. Veel kreken achter de woningen werden gedempt en vervangen door een riool. Veel buizen kwamen uit op de Oude Vest. Deze oude vestinggracht was door o.a. de lozing van al dat afvalwater schadelijk voor de gezondheid van de burgers van Breda. Om deze reden werden vanaf 1863 delen uitgediept en voorzien van een overwelving. Vlaszak (1864) en Oude Vest (1876-’77) zijn pas gedempt, nadat Breda in 1863 met de aanleg van een ‘modern’ ondergronds rioolstelsel was begonnen. Oorspronkelijk waren er openingen in het gewelf uitgespaard, waardoor men met hardstenen trappen bij het water kon komen. Hierdoor kon men in geval van brand bluswater uit de Oude Vest halen. Zo kon het gebeuren dat bij erg droog weer een brand werd geblust met rioolwater in plaats van regenwater.
Foto Oude Vestriool
Dit deel van de historie van Breda is volledig onder de grond verdwenen en daarom voor iedereen uit het zicht verdwenen. De kwaliteit van de openbare ruimte kan een sterke impuls krijgen door het water en/of het historische riool weer in beeld te brengen. Hierbij is het mogelijk een zichtbare waterstroom aan te leggen maar ook het zichtbaar maken van de overkluisde gracht. Mooie voorbeelden van geslaagde projecten waarbij water zichtbaar teruggebracht is, zijn het terugbrengen van de Grift in Apeldoorn en van de Roombeek in Enschede.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
50
Foto Grift, Apeldoorn
Foto Roombeek, Enschede
9.3.2 Seelig Noord en Zuid/vertreklocaties, 3e fase Mark, Markendaalseweg 2016-2020 Het Seelig-terrein is op dit moment in handen van Defensie, maar wordt waarschijnlijk in 2016 afgestoten. Dit biedt kansen om de 3e fase Mark aan te leggen, Seelig Noord fysiek meer bij de Markendaalse weg te trekken (indien Markendaalse weg een doodlopende inprikker wordt) en wellicht zelfs op te nemen in het (groene) dwaalmilieu. Seelig Noord kan op dat moment een groene impuls aan Fellenoord geven. Daarnaast zou Seelig Zuid als alternatief voor het Valkenberg kunnen gaan fungeren in het kader van evenementen en kunnen de monumentale gebouwen worden ingevuld met nieuwe functies die iets bijdragen aan het nieuwe horecacluster op het Van Coothplein, het Dwaalmilieu of de functies aan de Markendaalseweg. Het is van belang dat een parkachtige invulling van Seelig Zuid nieuwe sferen en functies biedt voor de bewoners en bezoekers van Breda. Op deze manier kan Seelig Zuid een bijdrage leveren aan de toekomstige ontwikkelingen rond belastingkantoor en gerechtsgebouw en de aantrekkelijkheid van de binnenstad.
Het belastingkantoor en de rechtbank verhuizen medio 2015/2017 naar Via Breda. De panden komen op dat moment in eigendom van de gemeente. Na 2023 komt er programma voor woningen beschikbaar op deze locaties. Naar alle waarschijnlijkheid worden op deze locaties appartementen ontwikkeld voor Empty Nesters en ouderen met als nevendoel een positieve impuls aan de wijk Fellenoord te geven. Bij de uitwerking hiervan wordt gepoogd het groene singelmilieu zover mogelijk naar binnen te trekken.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
51
9.3.3 Chasséveld Het Chasséveld fungeert op dit moment als parkeerplaats en evenemententerrein. Op lange termijn, zodra de evenementenzone van Park Bavelse Berg gerealiseerd is, zou de evenementenbestemming kunnen vervallen, mits er een alternatieve locatie wordt gevonden voor Kermis en Circus. In principe is er voldoende parkeergelegenheid in de binnenstad waardoor ook de openbare parkeerfunctie (deels) zou kunnen vervallen. Dit is een kans om deze oostelijke entree van de binnenstad te herinrichten waarbij groen en eventueel water een grote rol zouden kunnen spelen. Qua ruimtelijke uitwerking zou het terrein kunnen worden betrokken bij het Chassépark, waar het eind 19e eeuw eveneens deel van uitmaakte. De routes vanuit parkeerterrein Chasséveld naar MOTI, de Veemarktstraat (via parkeerterrein de Beyerd) en de Oude Vest laten qua duidelijkheid en ruimtelijke kwaliteit te wensen over. De Pasbaan en Claudius Prinsenlaan zouden bij een eventuele herinrichting moeten worden meegenomen.
Binnenstad eind 19e eeuw, Chassépark en Chasséveld nog één exercitie terrein
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
52
9.3.4 Kasteel van Breda Het terrein van de KMA is uit veiligheidsoverwegingen niet toegankelijk. Een kleine ronde door het terrein per boot, alleen voor groepen onder begeleiding, zou een zeer aantrekkelijke en unieke aanvulling zijn op de beleving van Breda, met name omdat men dan door het beruchte Spanjaardsgat kan varen. Daarnaast zou een zondagsopenstelling van het Kasteel een waardevolle bijdrage zijn aan het toeristische en recreatieve aanbod. Op dit moment kunnen studenten van andere scholen reeds een (deel)opleiding volgen aan de KMA, wellicht is het op termijn ook mogelijk dat de roeivereniging, de atletiekbaan en andere sportvoorzieningen en –lessen openbaar toegankelijk worden. Het is aan de gemeente om hier het gesprek over aan te gaan met Defensie.
9.3.5 Markoevers De enorme waterbergingsopgave die Breda kent is tot nu toe altijd opgelost in het buitengebied. Indien het CSM-terrein ooit vrij komt ligt er een kans om ook binnenstedelijk maatregelen te nemen door een by-pass aan te leggen in de Mark, net ten noorden van het KMA-terrein. Op die manier krijgt Breda haar eigen “Bossche Broek”, een eiland in de stad waar je met de trein overheen rijdt en waar wellicht plek is voor een jachthaven, evenementen of een stadscamping. Op deze manier wordt een kwalitatieve koppeling gelegd tussen de binnenstad en het havenkwartier. Tevens biedt het een solide overgang tussen Via Breda en CSM zodat er meer vrijheid is voor de invulling van CSM en de Zoete Inval. Het is aan de gemeente om hier het gesprek over aan te gaan met betrokkenen.
H
N H
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
53
H
9.3.6 Binnensingel Naast Chassé Park en Valkenberg liggen ook een aantal van de hierboven beschreven terreinen langs de Singelring. Ondermeer door de maatregelen op het gebied van mobiliteit zal de autoverkeersdruk op de binnensingel afnemen en worden fietsers gefaciliteerd. Dit biedt gelegenheid en ruimte om de dubbele bomenrij die hier oorspronkelijk aanwezig was te herstellen. Door hier een fiets/voetpad tussen te leggen ontstaat een aantrekkelijke groene route om het Bredase centrum. Deze route is een recreatieve schakel die de aan de binnensingel gelegen groene terreinen op een aantrekkelijke manier verbindt en de verbindingen legt richting het buitengebied. Bijvoorbeeld door vanaf de binnensingel een aantrekkelijke route richting Markdal, Vierde Bergboezem of Liesbos te volgen.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
54
10
Wonen
Als algemeen credo voor wonen in de binnenstad geldt dat wonen een bijdrage moet leveren aan de levendigheid, leefbaarheid en sociale veiligheid in dit gebied. Bij nieuwe ontwikkelingen worden dan ook doelgroepen aangesproken die kiezen voor een stedelijk woonmilieu, niet alleen om te wonen, maar juist ook om gebruik te maken van de voorzieningen die de binnenstad biedt. Dit betekent dat we ook in de binnenstad uitdagende woonmilieus willen realiseren die bewoners associëren met het stedelijk wonen en die aanvullend zijn op de ontwikkelingen in Via Breda. 10.1
Woonmilieus in de binnenstad Huidige woonmilieus in de binnenstad: • Hoogstedelijk wonen (boven winkels) voor m.n. studenten/jongeren/starters • Stedelijk wonen voor m.n. senioren in een historische setting (noordelijk deel historische binnenstad) • Stedelijk wonen in een eengezinswoning in een wijk die een sterke sociale samenhang kent (Fellenoord) • Stedelijk wonen in een appartement voor m.n. starters en ouderen (Schorsmolen) • Stedelijk wonen in een 19e eeuwse setting (Valkenberg en Oud Boeimeer) • Rustig en groen wonen voor m.n. Empty Nesters en ouderen (Chassépark) • Collectief wonen op een studentencampus (Nederlandse Defensie Academie) Nieuwe aanvullende woonmilieus kunnen worden ontwikkeld op de locatie Gasthuispoort, Achter de Lange Stallen, Seelig Zuidwest en de vertreklocaties van rechtbank en belastingkantoor. Ook wonen-boven-winkels krijgt een doorstart. Er wordt echter een limiet gesteld aan het aantal studentenwoningen om “verhokking” en verloedering van historisch waardevolle panden te voorkomen.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
55
Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering en het tijdig verleiden van potentiële kopers. De woningbouwontwikkelingen in de binnenstad die naar alle waarschijnlijkheid op de markt worden gezet betreffen: • Gasthuispoort (vanaf 2014, 40 tot 80 grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels en woon-werkcombinaties voor starters, (jonge) gezinnen en Empty Nesters) • Achter de Lange Stallen (vanaf 2016, ca. 160 appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels voor starters, Empty Nesters en senioren) • Rechtbank/belastingkantoor/Seelig Zuidwest (vanaf 2023) grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. rustig en groen wonen voor jonge gezinnen, Empty Nesters, ouderen en zeer specifieke doelgroepen) 10.2 Wijkplannen In het kader van het wijkgericht werken worden ook voor de wijken van het Centrum wijkplannen opgesteld. In deze wijkplannen staat behoud en zo nodig versterking van leefbaarheid centraal. De wijkplannen komen vraaggericht vanuit de wijk en gefaciliteerd door de gemeente, tot stand. Bewoners, ondernemers en andere gebruikers worden vanuit hun medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het publiek domein, gevraagd mede invulling te geven aan deze plannen. In de op te stellen wijkplannen worden de door hen aangedragen beheerthema’s samengebracht met het gemeentelijk basisbeheer. De thema’s worden uitgewerkt in een meerjarig beheerprogramma met concrete activiteiten per jaarschijf. De wijkplannen zijn zo dus concreet en uitvoeringsgericht. Commitment en inzet van alle betrokken partijen is voorwaarde. Intensieve samenwerking bij de totstandkoming van de plannen, een gezamenlijke ondertekening die verplicht tot een gezamenlijke uitvoering van concrete activiteiten leiden tot een zichtbaar resultaat. In het plangebied van de visie Binnenstad worden de volgende wijkplannen opgesteld: 1. Fellenoord / Schorsmolen/Haagdijken;
gereed in het voorjaar 2014
2. Stadshart/Valkenberg/Boschstraten;
gereed in het voorjaar 2014
3. Oud Boeimeer/Chasse;
start medio 2014
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
56
10.3
Ruimtelijke ingrepen om de sociale cohesie te versterken De bewoners van Schorsmolen en Fellenoord hebben aangegeven dat zij vrezen dat de sociale cohesie in hun wijken achteruit gaat. De Haagdijk kan hier een centrale rol in gaan vervullen. Van pure winkelstraat met een centrumfunctie transformeert de Haagdijk/Haagweg naar een gemengd milieu met vooral een functie voor de omliggende buurten. De verwachting is dat deze ontwikkeling doorzet en dat naast een verscheidenheid aan winkels voor de dagelijkse boodschappen, het accent op kleinschalige dienstverlening van lokale ondernemers/bewoners (redelijk lage huren waardoor makkelijk instappen) en wonen komt te liggen. Het is dan wel belangrijke dat de fysieke verbindingen tussen Schorsmolen en Fellenoord met de Haagdijk verbeteren zodat deze straat nog meer dan nu de ontmoetingsplek van deze wijken wordt en waar wijkbewoners logischerwijs hun eigen bedrijfje starten. Ook Stichting Elisabeth, het voormalige Kapucijnenklooster en op termijn het Seeligterrein kunnen nieuwe ontmoetingsplekken gaan vormen voor de bewoners van deze wijken, bijvoorbeeld in de vorm van een (semi-openbaar) park of evenemententerrein. Daarnaast kan op Seelig zuidwest in combinatie met de vertreklocaties een aanvullend woonmilieu worden ontwikkeld dat eveneens een positieve impuls voor deze wijken vormt. Tenslotte zal ook de aanpak van de randen (Slingerweggebied, Lunet, 3e fase Mark, Markoevers, KMA, Haven) een positieve invloed op deze wijken hebben.
10.4
Algemeen: vastgesteld beleid Wonen Het beleidskader wonen is vastgelegd in de Woonagenda 2011-2014. Het aantrekken en binden van jonge huishoudens aan de stad Breda is een belangrijke doelstelling. Het centrum is bij uitstek het gebied waar deze doelstelling goed kan worden verwezenlijkt vanwege de natuurlijke aantrekkingskracht op jongeren voor de eerste stap in hun wooncarrière. Vanuit het beleid voor studentenhuisvesting ligt de focus op het toevoegen van meer onzelfstandige woonruimte en studio’s voor studenten en jonge huishoudens (o.a. pas afgestudeerden). Dit bij voorkeur in het centrum of in de nabijheid van de hogescholen. Dit sluit goed aan bij het beleid om Wonen Boven Winkels te stimuleren in de binnenstad. Het is van belang dat de binnenstad aantrekkelijk blijft om in te wonen en te verblijven. Ook het bieden van geschikte woonruimte voor ouderen en specifieke doelgroepen is van belang mede gezien de verwachte vergrijzing in dit gebied.
10.5
Woonmilieu, woningvoorraad en bevolking Binnenstad
10.5.1 Woonmilieu De binnenstad is een uniek woonmilieu in Breda. Een unieke combinatie van vooral jonge mensen, variëteit aan woonruimten en functies op de historische plek van de stad. De binnenstad biedt ruimte aan een groot palet aan verschillende woonsferen. Bijvoorbeeld de studentencampus van de Nederlandse Defensie Academie, Wonen boven Winkels in de binnenstad en op de inlopers Haagdijk-Boschstraat-Ginnekenweg, de nieuwe Haven, etc. De woonbuurten rondom het stadshart maken het palet nog gevarieerder. Het architectonisch en ruimtelijk hoogstaande Chassé park, de volksbuurt Fellenoord, de starters- en ouderenappartementen in Schorsmolen, herenhuizen in oud Chasse, Valkenberg en Spoorbuurt of een appartement dichtbij het park zoals in de Poort van Breda. In de afgelopen tien jaren is het woonmilieu in de binnenstad versterkt met meer wonen, meer parkeren en (ver)nieuwde woonsferen. Bijvoorbeeld de herinrichting van het Valkenbergpark, de ontwikkeling van het Chassé park en het heropenen van de Haven. Betreffende ontwikkelingen geven een stimulans voor de leefbaarheid en veiligheid van de binnenstad. De nieuwbouw werd de afgelopen jaren sterk gedomineerd door duurdere appartementen. Voorbeelden zijn het (wederom) Chassé park, de Poort van Breda, de Westflank, De Prins, het Sas, Boeimeerhof en de Heren van Breda. Aan de Oude Vest zijn twee projecten voor bijzondere doelgroepen gerealiseerd, in de Bleekstraat studentenstudio’s
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
57
en natuurlijk de ouderenzorgwoningen in De Prins. Met deze projecten zijn meer koopkrachtige huishoudens aan de binnenstad gebonden en is een aantal specifieke doelgroepen bediend. De afgelopen jaren kwamen er vanuit de markt ook meer initiatieven voor betaalbare huisvesting veelal in de vorm van studio’s en vaak gecombineerd met Wonen Boven Winkels. 10.5.2 Woningvoorraad Het woongebied heeft een woningvoorraad die voor 64% bestaat uit huurwoningen en 36% uit koopwoningen. In Breda liggen deze percentages op respectievelijk 42% en 58%. In de binnenstad is 44% van de huurwoningen in bezit van particulieren/beleggers. Dit percentage is hoog vergeleken met de rest van Breda waar 24% van de huurwoningen een particuliere woning is. De verhouding tussen meergezins- en eengezinswoning is in het woongebied 83% tegen 17%. In Breda is 34% een meergezinswoning. Binnen het woongebied zijn aanmerkelijke verschillen tussen de buurten. Zo kent Fellenoord het laagste percentage koopwoningen, Chassé het hoogste. Fellenoord kent het laagste percentage meergezinswoningen, Schorsmolen en Valkenberg bestaan nagenoeg geheel uit meergezinswoningen. De huurwoningen in het woongebied vallen met name in het goedkope/bereikbare segment, de koopwoningen vallen vooral in de prijsklasse ‘goedkoop’ en ‘middelduur’. In totaal behoort 41% van de woningvoorraad tot de bereikbare categorie (dit is bereikbare sociale huur en bereikbare koop, exclusief de particuliere huursector), in Breda is dit 33% van de voorraad. In het woongebied hebben Fellenoord en Station binnen de huursector een hoger aandeel bereikbare huurwoningen. Binnen de koopsector hebben de buurten City en Chassé park juist een hoger aandeel middeldure en dure koopwoningen. Het aandeel nultreden toegankelijke woningen ligt met 40% van de woningvoorraad ruim boven het Bredase gemiddelde (22%) 10.5.3 Bevolking Het woongebied heeft een bevolking met een afwijkende leeftijdsopbouw ten opzichte van Breda als geheel. In de binnenstad wonen relatief weinig kinderen (ondervertegenwoordiging). Jongeren (veel studenten) in de leeftijdscategorie 20 tot 30 jaar zijn sterk oververtegenwoordigd. In de buurten Schorsmolen, Valkenberg en Chassé wonen relatief gezien meer ouderen, in Fellenoord en Station relatief meer kinderen. In Chassé woont relatief gezien het kleinste aandeel jongeren. Van de woningen wordt 56% bewoond door een alleenstaande, in Breda is dit 32%. Overeenkomstig het beeld van de bevolkingspiramide wonen in het woongebied Centrum weinig gezinnen met kinderen, slechts 10% ten opzichte van 34% in Breda. De buurten laten weer enkele verschillen zien. Zo zijn er relatief gezien meer alleenwonenden in Schorsmolen en juist minder in Station en Chassé; het aandeel gezinnen met kind(eren) is het hoogst in Fellenoord en Station; in Chassé wonen relatief gezien meer tweepersoonshuishoudens dan in de andere buurten. Het gemiddelde inkomensniveau ligt onder het Bredase niveau, waarbij Chassé beter scoort maar nog altijd op een niveau onder het gemiddelde van Breda. 10.6
Wooncarrière en doorstroming
10.6.1 Wooncarrière De binnenstad is geen gemiddeld woongebied in Breda. Het heeft een specifieke functie op de stedelijke en regionale woningmarkt. Het heeft een grote aantrekkingskracht op jongeren die veel waarde hechten aan de nabijheid van stedelijke voorzieningen en horeca. Dit is terug te vinden in de bevolkingssamenstelling en de woningvoorraad van het gebied. De binnenstad (wijk centrum) bestaat uit de buurten Stadshart, Schorsmolen, Fellenoord, Spoorbuurt, Valkenberg en Chasse. Zoals hiervoor aangegeven bestaat de woningvoorraad overwegend uit huurwoningen (64%) en appartementen (83%). Er wonen weinig gezinnen met kinderen in het centrum, relatief veel jongeren in de leeftijd 20 tot 30 jaar en
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
58
alleenstaanden. Het gemiddelde inkomensniveau ligt onder het Bredase niveau. Volgens de bevolkingsprognose tot 2020 stijgt het inwonersaantal nauwelijks. De prognose verwacht wel tot 2020 een flinke toename van ouderen: een derde zal 55-plusser zijn. Het aandeel ouderen stijgt daarmee boven het stedelijk gemiddelde uit (Breda 2020: 30%). Tussen de buurten zijn verschillen te constateren. • Stadshart: weinig ouderen, grote midden groep met voornamelijk bewoners onder de 40, weinig kinderen en veel jongeren tot 25 jaar; • Valkenberg: heeft een gemiddelde bevolkingssamenstelling ten opzichte van Breda • Chassé: heeft relatief veel meer ouderen en weinig jongeren; • Fellenoord: heeft minder ouderen en relatief veel kinderen; • Schorsmolen: grote middengroep en weinig jongeren tot 25 jaar; • Station: weinig ouderen en veel jongeren tot 25 jaar. 10.6.2 Doorstroming In het woongebied ligt de doorstroming in de bestaande voorraad op 13% (In Breda komt 8% van de totale woningvoorraad jaarlijks vrij). De doorstroming in City en Schorsmolen is hoger, Chassé en Valkenberg scoren lager dan het gemiddelde van het woongebied. Hoewel de doorstroming in Chassé het laagst is, is die in de huursector daar juist het hoogst. Opvallend is verder de hoge doorstroming in de koopsector in Fellenoord en Schorsmolen gevolgd door City en Station. Wanneer alleen gekeken wordt naar de vrijkomende woningen in de bereikbare sector dan komt jaarlijks 15% van de totaal bereikbare voorraad vrij (waarvan 13% in de bereikbare voorraad huur en 23% in de bereikbare voorraad koop). In Schorsmolen en City komen relatief gezien de meeste bereikbare woningen vrij. Van het totaal aan vrijgekomen woningen in het woongebied is 42% (absoluut gezien gaat het om 353 woningen) een nultrede toegankelijke woning. 10.7 Gebiedsontwikkeling De belangrijkste ontwikkeling in de binnenstad is die van Via Breda in de Spoorbuurt. De projecten Stationskwartier en Drie Hoefijzers betekenen een aanzienlijke uitbreiding van het aantal woningen en een vernieuwd woon en leefmilieu. Voor het gehele centrumgebied wordt Wonen Boven Winkels gestimuleerd. Het aantal woongebouwen blijft grotendeels gelijk, maar via studio’s en kamerverhuur neemt het aantal wooneenheden toe. De kwalitatieve match tussen de bestaande nieuwbouwplannen en de woonbehoefte moet worden verbeterd (ca 12% bereikbaar en ca 4% grondgebonden woningen). Bijvoorbeeld door meer bereikbare huur en koop in de nieuwbouw en meer woonruimte voor jonge huishoudens en studenten. Het aantal te verwachte plannen ter verbetering van de leefbaarheid en voorraadtoevoeging is echter veel groter dan de behoefte en de stedelijke programmering toelaat in 10 jaar. De behoefte van de woonconsument aan centrum stedelijk wonen is limitatief. De plannen zouden kunnen voorzien in : • WonenBovenWinkels: 200 studio’s / wooneenheden • Via Breda: 600 woningen stationskwartier en 300 woningen Drie Hoefijzers • Achter De Lange Stallen: 150 woningen • Seelig/ Belastingkantoor/ Gerechtsgebouw: 250 - 750 woningen en 100 - 250 wooneenheden • Gasthuispoort: 80 woningen • Transformatie Smedrijstraat e.o. pm • Tramsingel 80 woningen • Totaal: 1350-2050 woningen en 200-500 wooneenheden. Dit betekent 1/6de tot 1/3de van de productieafspraken 2010-2020 (komt overeen met woononderzoek RIGO).
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
59
10.8
Visie op Wonen in de Binnenstad Credo: Het wonen in de binnenstad moet een bijdrage leveren aan de levendigheid in dit gebied. We willen doelgroepen aanspreken die kiezen voor een stedelijk woonmilieu, niet alleen om te wonen, maar juist ook om gebruik te maken van de voorzieningen die de binnenstad biedt. Dit betekent dat we uitdagende woonmilieus willen realiseren die bewoners associëren met het stedelijk wonen.
10.8.1 Doelgroepen In de woningmarkt zoals we die nu kennen en zoals we die de komende jaren zullen kennen is het bewust kiezen voor doelgroepen en anticiperen op de vraag van groot belang. Zeker daar waar het gaat om het bouwen van woningen in de binnenstad of centrumgebied. De binnenstad onderscheidt zich van de andere locaties in de zin dat dit gebied zich in belangrijke mate nabij het kernwinkelgebied bevindt. Een specifieke niche in de woningmarkt. De doelgroepen waarop ingezet wordt komen voort uit ambitie, maar vooral ook uit de ontwikkelingen die we de afgelopen jaren hebben gezien. Geconstateerd is dat het centrum in trek is bij starters, alleenstaanden en senioren. Het bouwen voor starters in de binnenstad sluit goed aan bij de ambitie om de uitstroom van jonge huishoudens te keren. Hiermee richt Breda zich op de jongere doelgroep. Bij de invulling van het programma voor deze doelgroep zit nog wel een groot stuk flexibiliteit. Het programma voor jongeren richt zich op zowel studenten als jongeren, waarbij de woonproducten voor deze twee groepen van elkaar zullen verschillen. Afhankelijk van de markt zullen er meer woningen voor starters of meer woningen voor studenten gebouwd kunnen worden. Aansluitend op huisvesting voor jongeren zullen ook jonge gezinnen de kans gegeven moeten worden om in de binnenstad te wonen. Het aantal gezinnen met kinderen is de afgelopen jaren in absolute aantallen in de binnenstad afgenomen. Deze ontwikkeling wil Breda keren door ook deze groep van jongeren in de gezins (vormende) fase interessante woonmilieus aan te bieden. Belangrijk in het huidige economische klimaat is dat het aanbod zich voornamelijk in het goedkope segment moet bevinden. Betaalbaarheid in relatie tot woninggrootte wordt de opgave voor de binnenstad. Dit geldt voor zowel de studenten als de starters (jonge gezinnen/huishoudens). Appartementen met een woninggrootte van circa 50 m2 is daarbij de standaard. In de ontwikkeling zal daarbij moeten worden uitgegaan van kleinschaligheid. Tot slot biedt het bouwen voor senioren kansen voor het woningbouwprogramma in de binnenstad. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in de doelgroep empty nesters en ouderen. Onder Empty Nesters verstaan we de 50+ doelgroep waarvan de kinderen het huis uit zijn. Deze groep heeft een hoger dan gemiddeld besteedbaar inkomen. Onder ouderen verstaan we de doelgroep 65+. Deze doelgroep is veelal op zoek naar 0-treden woningen dichtbij voorzieningen. Samenvattend levert dit de volgende doelgroepen op: • Studenten en jongeren • Starters / Jonge gezinnen-huishoudens • Empty Nesters en ouderen Een woningbouwprogramma uitgaande van de bovenstaande doelgroepen sluit aan de ene kant aan bij de ontwikkeling van de vraag en de verschillende beleidsdoelstellingen voor de binnenstad, maar kent ook de ambitie om nieuwe vraag of latent aanwezige vraag in de binnenstad te accommoderen. Het programma levert een goede bijdrage aan het keren van de uitstroom voor zowel de leeftijdsgroep van 18-24 jarigen als de leeftijdsgroep 25-39 jarigen.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
60
De aandacht voor gezinnen in de zogenaamde middengroepen–op dit moment voornamelijk gehuisvest in Fellenoord en Schorsmolen- blijft in de binnenstad gehandhaafd. De aandacht richt zich voornamelijk op het behoud van de bestaande voorraad voor deze groep bewoners. Belangrijk is wel dat er in de Binnenstad redelijk veel particulier bezit aanwezig is dat op dit moment door ouderen wordt bewoond. Het zelfstandig blijven wonen door deze groep zal een van de aandachtspunten van beleid worden. Met name in de particuliere markt zien we weinig initiatieven, daar waar het gaat om verbetering en aanpassing om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. De ervaring elders opgedaan, zowel binnen als buiten Breda zal hier moeten worden benut. De Binnenstadsvisie wordt geschreven in een tijd van veel onzekerheid op de woningmarkt. Eerder geformuleerde woonprogramma’s zullen opnieuw moeten worden bekeken en getoetst aan de huidige marktontwikkelingen. Tegen deze achtergrond is het van belang om voldoende flexibiliteit in te bouwen in het woonprogramma voor de Binnenstad. Hierdoor ontstaat ruimte voor nadere uitwerking. Dit past bij deze tijd en bij binnenstedelijke ontwikkelopgaven. Met name in combinatie met het verder te ontwikkelen winkelprogramma zal het woonprogramma verder vorm moeten gaan krijgen. Hierbij past een programma dat meegroeit met deze ontwikkelingen en maximaal aansluit bij de dan geldende behoefte. In het merendeel van de te ontwikkelen locaties wordt gebouwd voor een nichemarkt. De uitdaging zal zijn om maximale aansluiting te vinden bij deze niche met als basis de uitgangspunten zoals hierboven geformuleerd. Er van uitgaande dat er gebouwd wordt voor een nichemarkt is timing en fasering van belang. In gepaste hoeveelheden zullen woningen op de markt gebracht moeten worden om tijdig verkocht of verhuurd te worden. Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering in combinatie met te ontwikkelen winkelruimte en het tijdig verleiden van potentiële kopers. De doelgroepen in de binnenstad betreffen met name: • Studenten en jongeren • Starters / Jonge gezinnen-huishoudens • Empty Nesters en ouderen (50+ en 65+) Studenten, jongeren en starters vestigen zich met name in kamers, studio’s en appartementen boven winkels, terwijl 50-plussers zich met name aangetrokken zullen voelen door rustige en groene woonsferen zoals het Chassépark. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel, dus ook specifieke doelgroepen die zich bijvoorbeeld richten op combinaties van wonen en werken, speciale woonvormen voor ouderen of gethematiseerde woongroepen voor bijvoorbeeld kunstenaars, kunnen een plek krijgen in het centrum. Huidige woonmilieus in de binnenstad: • Hoogstedelijk wonen (boven winkels) voor m.n. studenten/jongeren/starters • Stedelijk wonen voor m.n. senioren in een historische setting (noordelijk deel historische binnenstad) • Stedelijk wonen in een eengezinswoning in een wijk die een sterke sociale samenhang kent (Fellenoord) • Stedelijk wonen in een appartement voor m.n. starters en ouderen (Schorsmolen) • Stedelijk wonen in een 19e eeuwse setting (Valkenberg en Oud Boeimeer) • Rustig en groen wonen voor m.n. Empty Nesters en ouderen (Chassépark) • Beveiligd wonen op een studentencampus (Nederlandse Defensie Academie) Nieuwe aanvullende woonmilieus kunnen worden ontwikkeld op de locatie Seelig Zuidwest/ rechtbank/belastingkantoor.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
61
Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering en het tijdig verleiden van potentiële kopers. De woningbouwontwikkelingen in de binnenstad die naar alle waarschijnlijkheid op de markt worden gezet betreffen: • Gasthuispoort (vanaf 2014, 40 tot 80 grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels en woon-werkcombinaties voor starters, (jonge) gezinnen en Empty Nesters) • Achter de Lange Stallen (vanaf 2016, ca. 160 appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels voor starters, Empty Nesters en senioren) • Rechtbank/belastingkantoor/Seelig Zuidwest (vanaf 2023) grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. rustig en groen wonen voor jonge gezinnen, Empty Nesters, ouderen en zeer specifieke doelgroepen) PM: Uitkomsten uit het Woon onderzoek zijn nog niet voorhanden en kunnen nog niet worden meegenomen bij de kwantitatieve en kwalitatieve behoefteraming voor het centrumgebied. Zodra de cijfers ter onderbouwing van de woningbehoefte in het centrum beschikbaar zijn worden deze alsnog ingebracht. 10.9
Wonen boven winkels
10.9.1 Kwalitatieve doelstellingen: 1.
Bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod;
2.
Behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad;
3.
Verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad;
4.
Verbeteren van de sociale veiligheid in de binnenstad.
10.9.2 Bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod Het belangrijkste beleidsdoel van de gemeente bij de vermindering van de leegstand en het weer bewoonbaar maken van de etages is het bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod in de binnenstad. Met het creëren van woningen boven winkels kan een deel van het kwantitatieve woningtekort worden teruggedrongen. In aanvulling op het kwantitatieve aspect kan ook een grotere differentiatie van het woningaanbod één van de oplossingen voor de fricties op de woningmarkt zijn. Voor een deel kan het kwalitatieve woningtekort worden aangevuld met appartementen boven winkels voor bijvoorbeeld kinderloze stadsliefhebbers. Daarnaast kan het realiseren van woningen boven winkels bijvoorbeeld ook bijdragen aan het woningaanbod voor starters en studenten. In het algemeen kan gesteld worden dat de binnenstad voor bepaalde groepen mensen een zeer gewilde plek is om te wonen. 10.9.3 Behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad Voor veel van de leegstaande etages boven winkels geldt dat er nauwelijks wordt geïnvesteerd in het onderhouden van deze verdiepingen. De onderhoudstoestand van deze panden gaat dan ook snel achteruit. Het achterstallig onderhoud laat zich onder meer zien in de vorm van kapotte ramen, verrotte vloeren, duivenpoep, dode vogels en lekkages die vaak pas worden opgemerkt als het water de winkel instroomt. Deze situatie wordt steeds erger doordat de leegstaande etages niet of nauwelijks bezocht worden of soms zelfs niet eens meer bezocht kúnnen worden.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
62
De panden die met leegstaande etages kampen, zijn vaak ook monumenten of maken op zijn minst deel uit van een monumentaal stadsgezicht. Verdere verloedering van deze monumenten is een bedreiging voor het cultureel en historisch erfgoed van de binnenstad. Door het stimuleren en realiseren van woningen boven winkels kunnen veel van deze panden gerenoveerd worden en zijn beheer en onderhoud van de panden op de langere termijn gewaarborgd. Het weer bewoonbaar maken van de etages kan op deze manier dus een bijdrage leveren aan het behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad. 10.9.4 Verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad Het Wonen boven Winkels is een onlosmakelijk onderdeel geworden van de algehele verbetering van de binnenstad. Met het opknappen en weer bewoonbaar maken van de leegstaande etages verbetert de leefbaarheid, uitstraling en aantrekkingskracht van de kernwinkelgebieden in de binnenstad. Daarnaast komt er meer evenwicht in de verschillende functies van de binnenstad, te weten het wonen, werken en recreëren. Het verbeterde verblijfsklimaat heeft op zijn beurt weer een positief effect op het winkelklimaat en biedt zodoende voordelen voor bezoekers, winkeliers en eigenaars. Het gewenste gevolg van dit alles is dat de markt blijft investeren in de binnenstad. 10.9.5 Verbeteren van de sociale veiligheid in de binnenstad Het creëren van woningen boven winkels kan een belangrijke bijdrage leveren aan een toename van de sociale veiligheid in de binnenstad. Nu is het nog vaak zo dat veel plekken in de binnenstad er ’s avonds leeg en verlaten uitzien en daardoor een gevoel van onveiligheid oproepen. Na sluitingstijd worden het dan een soort spookstraten/-plekken waar voorbijgangers geen potentiële klanten meer zijn. Door een toename van de woonfunctie en daarmee de permanente aanwezigheid van bewoners (met name tijdens de perioden dat de winkels gesloten zijn) kan de sociale controle en het gevoel van veiligheid vergroot worden. Het herstel van de sociale veiligheid dient natuurlijk ook het belang van de aanwezige winkeliers in de binnenstad.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
63
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
64
11
Kantoren en bedrijven Het centrum van Breda (binnenstad tezamen met stationsgebied) is één van de drie belangrijkste kantorenconcentraties in Breda. Het gebied binnen de singels en het stationsgebied zijn samen goed voor bijna 30% van de totale Bredase kantorenvoorraad. De economische crisis heeft een sterke impact op de kantorenmarkt, het aanbod is momenteel groter dan de vraag met leegstand tot gevolg. Dit vraagt om het opschonen van de plancapaciteit in bestemmingsplannen en een duidelijke keuze voor sterke locaties met toekomstwaarde. In de Kantorennota Breda 2020 is aangegeven dat in de periode tot 2020 de ontwikkeling van het Stationskwartier de hoogste prioriteit krijgt en dat onder andere in het gebied Slingerweg zoveel mogelijk plancapaciteit voor kantoren moet worden geschrapt, uitgezonderd het Triple O-gebied omdat er voldoende vertrouwen is in de kansen van de creatieve industrie. Het kantorencluster aan het begin van de Claudius Prinsenlaan wordt in stand gehouden, tijdelijke verhuur voor andere functies in geval van leegstand is wel mogelijk. De kantoorfunctie van het gebied op de hoek Gasthuisvelden/Fellenoordstraat (rechtbank/ belastingkantoor) en kan op termijn komen te vervallen. Een groot deel van de Bredase bedrijventerreinen kan tot de categorie modern-gemengd worden gerekend. Het Triple O-gebied, dat onderdeel uit maakt van het bedrijventerrein Slingerweg, behoort tot de categorie hoogwaardig vanwege de creatieve bedrijvigheid. Het overige deel van bedrijventerrein Slingerweg wordt aangemerkt als gemengde economische zone. Er zijn uiteenlopende functies aanwezig, van een dansschool tot een milieustraat. Er is medewerking verleend aan de bouw van een kinderspeelparadijs en een leegstaand kantoorpand aan de Smederijstraat wordt omgezet naar studentenhuisvesting. Daarnaast bouwt WonenBreburg aan de Tramsingel studentenwoningen. Hiermee is het Slingerweggebied een zeer gevarieerde zone waarvoor een gebiedsvisie dient te worden opgesteld waarbij de profilering van beeldcultuur en gaming, de toekomstige ontsluiting van de binnenstad en de huidige dynamiek (waaronder studentenhuisvesting en ontwikkeling daklozenopvang in het kader van stedelijk compas) nader worden uitgewerkt.
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
65
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
66
12
Uitvoeringsperspectief Structuurvisie i.r.t. binnenstad
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
67
Overzicht Investeringen1
Investeringsperiode
B
3
2015-2018
2019-2022
2023-2026
2027-2030
Totaal
Infrastructuur2 Projectinvesteringen 1
ADLS (buiten grex)
1.000.000
1.000.000
2
Bavelse Berg (buiten grex)
1.500.000
1.500.000
3
Amphia (buiten grex)
1.500.000
1.500.000
4
Gasthuispoort (buiten grex)
1.000.000
1.000.000
5
Fellenoordstraat/Seelig (buiten grex)
2.000.000
2.000.000
Reguliere investeringprogramma instandhouding netwerk diverse
12.000.000
12.000.000
12.000.000
12.000.000
48.000.000
Stedelijke ambitie 7
Schaalsprong OV (HOV Amphia)
8
Schaalsprong OV (HOV Markendaalseweg/Fellenoordstraat)
2.100.000
2.100.000
PM
Schaalsprong OV (HOV ultra PRT (laag 1))
-
2.100.000
4.900.000
Schaalsprong OV (OV wijkgericht (laag 2))
1.400.000
1.400.000
700.000
Schaalsprong OV (OV buurtgericht (laag3))
1.400.000
350.000
583.333
10
Schaalsprong fiets (snelfietsroute centrum oost)
2.800.000
11
Schaalsprong fiets (snelfietsroute west - Princenhage)
2.100.000
1.400.000
3.500.000
12
Schaalsprong fiets (snelfietsroute Noord)
2.100.000
1.400.000
3.500.000
13
Schaalsprong fiets (snelfietsroute zuid)
2.100.000
1.400.000
Schaalsprong fiets (upgrade netwerk E-proof)
15
Autoverkeer (Optimalisering NRW/2x aansl.rksw.)
16
Autoverkeer (Optimalisering NRW/(2x ongelijkvl.fiets/ov.)
17
Autoverkeer (Optimalisering NRW/kr.pt Westerparklaan)
14.000.000 3.500.000 1.166.667
700.000
Schaalsprong fiets (optimalisatie)
Autoverkeer (Benutting studie Ruit)
7.000.000
3.500.000
3.500.000
583.333
1.166.667
2.333.333
4.666.667
5.600.000
Totaal Infrastructuur
3.500.000
1.750.000 7.000.000 5.600.000
933.333
1.866.667
2.800.000
3.500.000
7.000.000
10.500.000
3.500.000
7.000.000
32.400.000
33.583.333
45.266.666
19.000.001
130.250.000
10.500.000
1.600.000
2.800.000
5.600.000
6.000.000
16.000.000
500.000
750.000
1.000.000
2.550.000
4.800.000
2.100.000
3.550.000
6.600.000
8.550.000
20.800.000
400.000
100.000
1.800.000
75.000
75.000
Openbare Ruimte Herinrichten openbare ruimte Klimaatadaptatie Totaal Openbare Ruimte
Programma groen & water 19
Buitengebied: instandh. biodiversiteit / verbindingsz. EHS / Markdal
800.000
500.000
20
Stad: instandh. biodiversiteit compacte stad / verbindingsz. EHS
275.000
325.000
21
Bijdrage groen & water (Seeligpark, Nieuwe Mark)
500.000
22
Realisatie EVZ’s stad (incl Beneden Mark) Totaal Programma groen & water
1.575.000
500.000
750.000 1.000.000
818.182
1.090.909
1.090.909
3.000.000
1.643.182
2.065.909
1.265.909
6.550.000
Overige projecten 23
Aanleg 3e fase Mark (Westflank)
4.355.556
8.711.111
13.066.667
24
Oostflank
5.222.222
10.444.444
15.666.666
25
Markoevers
PM
PM
26
Aa of Weerijs
2.500.000
Herstructurering bedrijventerrein
1.500.000
1.500.000
3.000.000
13.577.778
20.655.555
34.233.333
67.510.353
49.471.465
191.833.333
Totaal overige projecten
Totaal per collegeperiode
36.075.000
38.776.515
1
De projecten die vooraf worden gegaan door een nummer komen voort op de kaart ‘Meerjaren Uitvoeringsperspectief’.
2
De inkomsten uit subsidies zijn op basis van inschatting in het overzicht verdisconteerd.
3
B: Mate waarin investering bijdraagt aan / gesitueerd is in de binnenstad:
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
direct / volledig
PM 2.500.000
indirect / gedeeltelijk
68
beperkt / niet
Visie Binnenstad Breda - bijlagen
70