Verkoopinrichtingen in de openbare ruimte Rotterdam met ‘Binnenstad als citylounge’ Rotterdam Conceptversie 060709 dS+V Atelier 8
1
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Inleiding Aanleiding
pag 3
Visie en ambitie
pag 3
Huidige situatie
pag 4
Standplaatsvrij gebied
pag 4
Uitgangspunten Oorsprong en karakter van de standplaats
pag 5
Omschrijving van de standplaats
pag 5
Kwaliteitsaspecten
pag 6
Kwaliteitseisen Gebiedsindeling en kwaliteitsniveaus
pag 7
Basiskwaliteit
pag 8
Pluskwaliteit (Centrumgebieden)
pag 9
Standplaatsvrije gebieden
pag 16
Hoofdstuk 4
Vergunningverlening en handhaving
pag 17
Hoofdstuk 5
Consequenties van het beleid
pag 18
Bijlage
Voorbeeld Melbourne
pag 19
2
Inleiding Hoofdstuk1 1.1 Aanleiding Straathandel kan een bijdrage leveren aan de verlevendiging van de (binnen)stad en de aantrekkelijkheid van de openbare buitenruimte. De vorm waarin dit gebeurt moet dan wel qua aantal, omvang, situering en verschijningsvorm zijn afgestemd op de overige publieksfuncties van de openbare weg en de inrichting van de openbare buitenruimte waarin zij zijn geplaatst. Straathandel vindt in de huidige situatie in Rotterdam vooral plaats vanuit mobiele wagens, handkarren en d.m.v. venten. Voor de handel vanuit mobiele wagens is een standplaatsvergunning noodzakelijk. Het huidige beleid en regelgeving voor standplaatsen in Rotterdam, is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening. De uitvoering hiervan richt zich voornamelijk op de plaatsing, situering, afmeting, brandveiligheid en verkeersveiligheid van een standplaats. N.a.v. rondwandelingen door de binnenstad met het college B&W in 2007 en het college B&W en de directie dS+V in 2009 is geconcludeerd dat de huidige standplaatsen in grote mate bijdragen aan de verrommeling op straat. De grote hoeveelheid, de positionering en vooral de slechte kwaliteit m.b.t. uitstraling, opslag en onderhoud hebben een zeer negatief effect op de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte. In het kader van de integrale aanpak van de openbare ruimte (Visie Openbare Ruimte Binnenstad) is daarom besloten verbetering van de uitstraling van dergelijke standplaatsen een hoge prioriteit te geven.
in de APV nog te weinig voorwaarden gesteld. Daarom heeft het gemeentebestuur van Rotterdam besloten specifieke eisen te stellen aan de kwaliteit en uitstraling van standplaatsen. Omdat het gaat om een gedeeld ruimtegebruik kan dit beleid voor standplaatsen niet los worden gezien van overige vormen van kleinschalige handel op straat. Ook kleine vaste verkoopinrichtingen (zgn. minikiosken) worden in dit nieuwe beleid betrokken. Het standplaatsenbeleid wordt daarmee een integraal onderdeel van de nota ‘Kwaliteitseisen voor verkoopinrichtingen in de openbare ruimte’ en betreft dus mobiele en vaste verkoopinrichtingen. De reikwijdte van de nota is de gemeente Rotterdam met daarin een bijzondere positie voor het centrumgebied. Het nieuwe beleid schept duidelijkheid over productaanbod, positionering, aantal, afmetingen en gewenste uitstraling. 1.2 Visie en ambitie De gemeente Rotterdam wil met deze kwaliteitseisen voor verkoopinrichtingen in de openbare ruimte invulling geven aan de doelstelling om de kwaliteit van de openbare ruimte te vergroten. Dit past ook in de ambitie om het centrum van Rotterdam te presenteren als citylounge en een
24-uurs economie. Een plek voor ontmoeten en verblijven. Straathandel kan op een positieve manier bijdragen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Het brengt extra activiteit en levendigheid in het straatbeeld. Kleinschalig, divers en uitnodigend kan het helpen om een prettige en menselijke schaal te introduceren. Straathandelaren zijn een belangrijk onderdeel van het stadsleven. Ze dragen bij aan een gezellige, levendige en aantrekkelijke omgeving voor bewoners en bezoekers. Ze bieden aanvullende activiteiten, goederen en diensten die mensen nodig hebben of waarvan zij kunnen genieten. De gemeente stimuleert straathandelsactiviteiten die de vergroting van de diversiteit en kwaliteit van de ervaringen en activiteiten op straat ondersteunen. Het is daarbij van belang dat de uitstraling van de straathandel ook past binnen de ambitieuze aanpak voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Alleen verkoopinrichtingen die qua voorkomen een positieve bijdrage leveren aan het gevoel van ‘citylounge’ hebben nog een plek in dit centrumgebied. Het doel is daarbij tweeledig. Enerzijds een verbetering van de kwaliteit en uitstraling van de huidige standplaatsen. Hierbij wordt gestreefd naar een betere ruimtelijke positionering in het publiek
Duidelijk is geworden dat ten aanzien van de kwaliteit en het uiterlijk aanzien t.a.v. standplaatsen
24-uurs economie met diversiteit aan activiteit en gebruik
3
Inleiding
Inleiding
domein, verbetering van de uitstraling en een goede doorloop langs de verkoopinrichtingen in de openbare ruimte. Daarnaast wil de gemeente de mogelijkheid tot het creëren van andere vormen van straathandel stimuleren en verbeteren. Dit gebeurt door in een vroeg stadium van de stedenbouwkundige planvorming rekening te houden met de mogelijke komst van vaste verkoopinrichtingen in de openbare ruimte en deze op een juiste wijze in te passen.
4
Inleiding 1.3 Huidige situatie In de huidige situatie is er sprake van een grote concentratie van mobiele standplaatsen in het centrum en dan met name rond de voetgangersgebieden (Lijnbaan, Beurstraverse, Binnenwegplein en Eendrachtsplein). De aangeboden producten zijn divers en variëren van snacks, bloemen, groenten en fruit en sieraden. Ook is er sprake van seizoensverkoop variërend van oliebollen tot haring en sinasappelsap. Positionering en productaanbod lijken vooral te worden gestuurd vanuit commerciële overwegingen en minder vanuit de ambities van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte. De kwaliteit en uitstraling van de standplaatsen is gemiddeld tot laag. Gesloten (veelal witte) karren met weinig uitstraling en gepositioneerd in de vrije loop. Regelmatig wordt de standplaats uitgebreid d.m.v. slecht uitziende en loshangende dekzeilen en bijplaatsing van stoelen en tafels. Ook opslag en onderhoud laat in veel gevallen te wensen over. Vanwege de concentratie en de over het algemeen slechte ruimtelijke inpassing is er, afgezien van enkele uitzonderingen, eerder sprake van verrommeling dan van een waardevolle bijdrage aan het ruimtelijk beeld. De nadruk op etenswaar (snacks) en dan met name in combinatie met de reguliere verkoop vanuit kiosken en winkels heeft op sommige plekken een te dominante en negatieve invloed op het karakter van de openbare ruimte (vb. Binnenwegplein).
1.4 Standplaatsvrij gebied wordt gebied met Pluskwaliteit Onduidelijkheid in de regelgeving en het achterblijven van een consequente handhaving heeft bijgedragen tot deze verrommeling op straat. Met het aanwijzen van standplaatsvrije gebieden in o.a. het centrum is eerder getracht de verrommeling tegen te gaan. Binnen deze gebieden zijn lange tijd slechts standplaatsen van beperkte omvang toegestaan ( ca 2-4 m2). Tegelijkertijd zijn diverse grotere standplaatsen herplaatst en terechtgekomen in vaste paviljoens op o.a. Binnenwegplein. Echter met het opschonen van het centrum verdween ook de levendigheid op straat. Als reactie daarop is de vergunningverlening vervolgens weer versoepeld en is het plaatsen van meer en grotere karren weer mogelijk gemaakt. Eisen aan kwaliteit werden daarbij nauwelijks of niet gesteld. Bij het aanwijzen van een standplaatsvrij gebied is er vanuit gegaan dat een sterke reductie van het aantal en de grootte van standplaatsen zou leiden tot een hogere kwaliteit van de omgeving. De praktijk wijst uit dat dit niet het geval is. Eerder gaat het erom om een goede balans te vinden tussen de hoeveelheid, de verschijningsvorm en de afstemming op de locatie en andere vormen van kleinschalige handel. Voorbeelden zoals Melbourne laten zien dat een integrale aanpak met mobiele en vaste verkoopinrichtingen tot een beter resultaat
leidt. ( zie bijlage) Met de nota’ Verkoopinrichtingen in de openbare ruimte’ wordt een herwaardering beoogd van standplaatsen als een essentiële kwaliteit behorend bij een moderne en vitale stedelijke omgeving. Straathandel brengt een productaanbod wat in reguliere winkels niet voorhanden is en hebben veelal een verrassingseffect. Verder draagt het bij aan het realiseren van een kleinere menselijkere schaal in het openbaar gebied (‘downscaling” Places for People. Gehl Architects). In dit nieuwe beleid wordt daarom voor gebieden met een hoge ambitie t.a.v. het verblijfsklimaat niet meer gesproken van standplaatsvrije gebieden, maar van gebieden met een Pluskwaliteit. De term standplaatsvrije gebieden is alleen nog maar toepassing voor gebieden waar ook werkelijk geen enkele standplaats gewenst is. Dit betreft vooral gebieden waar vanuit openbare orde en gezondheidaspecten geen standplaats wenselijk is ( bijv. in de buurt van scholen).
Door gesloten verschijningsvorm en slechte positionering in het openbaar gebied zijn standplaatsen vooral een obstakel in de openbare ruimte
5
Uitgangspunten Hoofdstuk 2 2.1 Oorspong en karakter van de standplaats De oorsprong van de standplaats ligt historisch gezien in het venten. Landarbeiders kwamen met hun waar vanaf het platteland naar de stad om daar hun goederen aan te bieden (groenten en fruit). Ze voorzagen daarmee in een behoefte naar goederen die in de stad soms minder goed te verkrijgen waren. In de huidige tijd is deze functie niet meer actueel. Groenten, fruit en vergelijkbare goederen zijn in ruime mate en vers te verkrijgen in de winkels, markten en supermarkten. De standplaats verdient zijn meerwaarde vooral als tussenstop, om iets te kopen wat makkelijk meegenomen of ter plaatse genuttigd kan worden. Het gaat vooral om een spontane (impuls) aankoop op weg naar iets anders. Voor sommigen maakt de aankoop onderdeel uit van een vast ritueel (het loopje in de lunchpauze of de snelle stop tijdens het dagje shoppen).
Mobiele verkoopinrichting klein (ca 3 m2) • • • • •
Klein format Open en alzijdige uitstraling Verkoper staat naast kar Activiteit en verkoop gebeurt op straat Ambulante handel > standplaats
Juist de snelheid, het spontane karakter en de toegankelijkheid geeft de standplaats een meerwaarde t.o.v. van andere voorzieningen in de stad. In die vorm is het een extra activiteit in de openbare ruimte die kan bijdragen aan de verblijfskwaliteit ervan.
Verkoopinrichtingen in de openbare ruimte zijn te onderscheiden in een 3-tal typen:
2.2 Omschrijving van een standplaats Verkoopinrichtingen in de openbare ruimte hebben tot doel het aanbieden van producten waarbij voor de aankoop (en het evt. nuttigen ervan) slechts een kort verblijf noodzakelijk is. Het aanbod van verschillende soorten producten is beperkt. Door het aanvullende (en soms seizoensgebonden ) karakter is er veelal sprake van een ‘verrassingseffect’. Verkoopinrichtingen in de openbare ruimte kunnen daarom, mits gereguleerd, een specifieke en bijzondere kwaliteit toevoegen aan het gebruik en de beleving van de openbare ruimte.
Mobiele verkoopinrichting Groot (ca 4- 15 m2) Type snackkar: • Gemiddeld tot groot formaat • Gesloten en eenzijdige uitstraling • Verkoper staat in kar • Activiteit en verkoop gebeurt vanuit kar (loketfunctie) • Ambulante handel > standplaats
Vaste verkoopinrichting Mini-kiosk (ca 6-11m2) Type kranten, snack, bloemenkiosk: • Gemiddeld formaat • Open en eenzijdige uitstraling • Verkoper staat in kiosk • Activiteit en verkoop gebeurt op straat(niveau) • Sedentaire handel > bouwvergunningplichtig
6
Uitgangspunten 2.3 Kwaliteitsaspecten De bijdrage van de standplaats aan de kwaliteit van de openbare ruimte wordt bepaald door het aangeboden product zelf en de kwaliteit en uitstraling van de daartoe bestemde verkoopinrichting. Programmering: Straathandel vindt plaats in openbaar gebied. Welke handelaar waar zijn product kan aanbieden wordt bepaald door de gemeente. Zolang de gemeente niet treedt in de vrije concurrentie kan zij voorwaarden stellen aan op welke plek en op welke wijze producten mogen worden aangeboden. Deze voorwaarden kunnen gebaseerd zijn op overwegingen vanuit het ruimtelijk aanzien, openbare orde en veiligheid, maar ook volksgezondheid
Ruimtelijke inpassing Een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de standplaats en de verkoopinrichting in de stad is van belang voor het uiterlijk aanzien van de stad. Verschillende locaties stellen verschillende voorwaarden voor het toelaten van verkoopinrichtingen in de openbare ruimte (zie gebiedsindeling). Een balans in het gebruik van de openbare ruimte is hierbij een belangrijke voorwaarde. Hierbij spelen factoren van openbare orde en veiligheid en ruimtelijke inpassing een belangrijke rol (verkeerveiligheid, vrije doorgang, (geur) overlast)
Uitstraling De uitstraling van de standplaats en de verkoopinrichting worden bepaald door overzichtelijkheid (openheid), de laagdrempeligheid en de mate waarin zorg en aandacht wordt besteedt aan opslag en onderhoud.
Open verschijningsvorm en goede positionering in het openbaar gebied leidden tot een werkelijke bijdrage aan het gevoel van Citylounge en vitale stedelijkheid.
7
Kwaliteitseisen Algemeen Hoofdstuk 3 3.1 Gebiedsindeling en kwaliteitsniveaus
Pluskwaliteit
Beleid voor verkoopinrichtingen in de openbare ruimte kan niet los worden gezien van het gebied waarin de verkoopinrichtingen in de openbare ruimte voorkomen. De wenselijke hoeveelheid en soorten verkoopinrichtingen wordt in sterke mate bepaald door de afstemming met het overig gebruik van de openbare ruimte. Ook het ambitieniveau en de kwaliteitseisen kunnen per gebied verschillen. Voorgesteld wordt om te werken met twee kwaliteitsniveaus en daarbij aan te haken bij de gebiedsindeling voor het terrassenbeleid en de Rotterdamse Stijl. Er wordt uitgegaan van een meer algemeen beleid voor heel Rotterdam (basis kwaliteit) en specifiek beleid voor het centrum en enkele beschermde stedelijke gebieden (pluskwaliteit). Daarnaast kan het wenselijk zijn om vanuit ruimtelijke, openbare orde en gezondheidsoverwegingen in het geheel geen verkoopinrichtingen in de openbare ruimte toe te staan. Dit zijn de zgn. ‘standplaatsvrije gebieden’.
a) Centrumgebieden Aanvullende (kwaliteits)eisen voor het centrum zijn gewenst omdat daar de grote hoeveelheid reguliere functies en voorzieningen al voor veel levendigheid zorgt. De vraag of een standplaats echt iets toevoegt komt hier nauwkeuriger. Hogere eisen aan ruimtelijke inpassing en uitstraling zijn, vanwege de functie van het centrum als publiekstrekker en visitekaartje van de stad, noodzakelijk. De relatie met andere vormen van kleinschalige handel, (kiosken e.d.) moet, gezien het soms overvolle karakter van het centrum, worden meegewogen.
Basiskwaliteit Het beleid voor de basiskwaliteit is van toepassing voor alle gebieden buiten het centrum van Rotterdam. Het zou veel ruimte moeten bieden t.a.v. de uitstraling van de verkoopinrichting. Een mobiele standplaats levert daar in veel gevallen, ongeacht het precieze voorkomen, een verlevendiging van de stedelijke omgeving. Kwaliteitseisen aan de verkoopinrichting zouden zich moeten toespitsen op de ruimtelijke inpassing en het functioneren van een standplaats (voldoende doorgang voor het publiek, opslag en onderhoud, veiligheid etc).
b) Beschermde gebieden Voor gebieden met een bijzondere (landschaps-) architectonische kwaliteit (beschermd stadsgezichten, historische linten, maaskades, stadsparken etc. ) is aanvullend beleid1 noodzakelijk omdat daar een bepaalde terughoudend in relatie tot kwaliteiten van de omgeving wenselijk is. Standplaatsvrije gebieden Binnen zowel in de gebieden met basis– en pluskwaliteit kunnen er deelgebieden voorkomen zijn waarbinnen verkoopinrichtingen in de openbare ruimte vanuit verschillende motieven niet wenselijk zijn.
1
Dit aanvullende beleid is nog geen onderdeel van deze conceptnota en zal nog verder worden uitgewerkt
8
Kwaliteitseisen Basisniveau 2
3.2 Uitgangspunten
Standplaatsen leveren een positieve bijdrage aan de levendigheid en het voorzieningen niveau van de omgeving. Er is altijd sprake van een goede ruimtelijke inpassing t.a.v. omgeving en publieksstromen. De uitvoering en uitstraling van de standplaats is netjes en verzorgd. Hierbij geldt altijd: Standplaats is te gast in de openbare ruimte (qua vormgeving en/ of plaatsingsduur)
d) Vrije doorgang wordt afgestemd op de hoeveelheid publiek ( minimaal 3 m) e) Verkoopinrichtingen staan in de flank van belangrijke looproutes. Ze doorbreken deze nooit
Uitstraling Kwaliteitseisen Programmering a) Producten mogen worden aangeboden zolang deze geen negatieve invloed hebben op openbare orde en veiligheid b) In een straal van 300m (?) rond nieuw te vestigen winkelcentra mogen geen producten worden aangeboden die ook al in het desbetreffende winkelcentrum worden aangeboden. Dit conform de geldende jurisprudentie hierover. Ruimtelijke inpassing b) Standplaatsen zijn ondergeschikt aan de omringende ruimte en doen geen afbreuk aan het uiterlijk aanzien. Ze laten de ruimte niet ‘dichtslibben’. Afmetingen en hoeveelheid verkoopinrichtingen in de openbare ruimte worden hierdoor bepaald. Per aanvraag en per afzonderlijke locatie zal een specifieke afweging plaatsvinden.
f) Opslag op straat is niet toegestaan ( ook niet onder de verkoopinrichting of luifel) g)Plaatsing van stoelen en tafels is niet toegestaan. h) Luifels zijn uitklapbaar en van vast materiaal (en niet van zeildoek) i) De verkoopinrichting en de directe omgeving wordt zorgvuldig schoongehouden. Vuil en graffiti worden meteen verwijderd j) in het geval van elektravoorzieningen is een verzinkbare stroomkast verplicht k) Afstand tot elektriciteitsvoorzieningen is max 3m
c)Standplaats heeft een tijdelijk en mobiel karakter
2
Beleid zal in overleg met deelgemeenten nog verder worden uitgewerkt
9
Kwaliteitseisen Plusniveau - Centrum
Uitgangspunten
3.3 Uitgangspunten Op basis van een uitgebreide inventarisatie en analyse van standplaatsen in het Centrum zijn de volgende conclusies te trekken. Standplaatsen clusteren zich vanwege begrijpelijke economische redenen vnl. rond en in het voetgangersgebied. De hoeveelheid en de slechte uitstraling draagt in hoge mate bij het gevoel van verrommeling van de openbare ruimte. Om te komen tot een effectieve kwaliteitsverbetering zijn het stellen van kwaliteitseisen aan de huidige vorm waarin standplaatsen nu voorkomen niet voldoende. Beter is het om een nieuwe vorm van straathandel te introduceren waarbij ook het programma en locatie beter valt te sturen. Het ligt in de bedoeling om huidige standplaatsen groter dan 3 m2 te her 3 plaatsen naar een vaste verkoopinrichting welke in beheer zal zijn bij de gemeente. Kwaliteit van de uitstraling, afmetingen en inpassing in het openbaar gebied zijn zo beter te reguleren. Ook valt een betere spreiding te realiseren en een grotere differentiatie in het productaanbod. Bij de herinrichting van de openbare ruimte in het centrum zullen deze vaste verkoopinrichtingen in diverse inrichtingsplannen worden meegenomen.
Huidige standplaatsen in het centrumgebied: (afmetingen zijn conform afgegeven vergunning) - posters - sinassap - sieraden - ijs - eetwaar - loempia’s - bloemen - haring - oliebollen - stroopwafels - popcorn/suikerspin - souvenirs
1 7 5 5 8 8 5 2 7 1 2 1
16 m2 2 - 4m2 2 - 8 m2 1 - 4m2 4 - 22m2 4 - 11m2 4 - 20 m2 7m2 17 - 55m2 18 m2 2 -14m2 2m2
3
Bij de technische uitwerking en locatie van deze vaste verkoopinrichting zal rekening worden gehouden met de vrije toegankelijkheid van ondergrondse kabels en leidingen.
10
Kwaliteitseisen Plusniveau – Vaste verkoopinrichtingen Rotterdamse stijl Differentiatie verkoopinrichtingen Om te komen tot een verbetering van de uitstraling van de straathandel in het centrum is een integrale aanpak noodzakelijk. Hiertoe is een strategie ontwikkelt t.a.v. de drie hoofdvormen van kleinschalige handel. Dit betreft: Vaste verkoopinrichtingen (Mini-kiosk Rotterdamse Stijl) > zie pag 14
Mobiele verkoopinrichtingen met seizoensgebonden producten > zie pag 16
Overige mobiele verkoopinrichtingen
Grotere en vaste verkoopinrichtingen in de openbare ruimte met bloemen, fruit en tijdschriften hebben een belangrijke uitstallingswaarde. Het product en de manier van presenteren dragen bij aan de verlevendiging van het centrum. Door de grotere afmetingen van de verkoopinrichting komt de ruimtelijke inpassing nauwkeuriger. Daarom wordt voorgesteld een standaardoplossing te ontwikkelen, met een open uitstraling en nauwkeurig ingepast in de zonering van de Rotterdamse stijl. De max. afmetingen zijn (afh. van het product) 1,8 x 6m
In het centrum zijn alleen stallingen toestaan met seizoensgebonden producten. Het verrassingseffect geeft kleuring aan het centrum en het seizoen. Door de beperkte afmetingen, de open uitstraling en het direct contact met verkoper draagt het bij aan een kleine en informele schaal op straat. De afmetingen zijn maximaal 3 m 2. Uitzondering hierop vormt de jaarlijkse oliebollenverkoop. Het unieke karakter en de korte plaatsingsduur maken grotere afmetingen van de verkoopinrichting gerechtvaardigd.
Mobiele verkoopinrichtingen groter dan 3m2 zijn in het centrum niet toegestaan. Door de omvang en de veelal gesloten uitstraling zijn ze vaker een obstakel dan een meerwaarde voor de openbare ruimte. Voor de huidige standplaatshouders met een dergelijke mobiele kar zal de vergunning niet worden verleend en zal getracht worden een passende oplossing te vinden in de vorm van een vaste verkoopinrichting.
11
Kwaliteitseisen Plusniveau – Vaste verkoopinrichtingen Rotterdamse stijl Herpositionering bestaande straathandel
Centrum: huidige situatie
Centrum: voorstel spreidingsmodel (nader uit te werken)
Een herordening en spreiding van de straathandel zal op twee manieren een bijdrage leveren aan de verblijfskwaliteit van het centrum. Ten eerste geeft spreiding ruimte in het kernwinkelgebied voor een aanbod van een verrassender en kleurrijker seizoensverkoop. De vrij gekomen ruimte kan meer ruimte bieden aan een hoogwaardige inrichting met zit-, sta- en verblijfsplekken (groen, waterpartijen, kunst etc). Ten tweede kan positionering van de nieuwe mini-kiosk in stadsstraten en boulevards verschillende (oost-west) routes aantrekkelijker en levendiger maken. Het kan bijdragen aan een ruimere perceptie van het centrum van Rotterdam als verblijfsgebied (van CS tot Witte de Withstraat en van Westersingel tot Binnen-Rotte).
Afbakening Centrumgebied met pluskwaliteit Voor de afbakening van het centrum gebied wordt voorlopig uitgegaan van de volgende straten: (Korte) Hoogstraat, Vlasmarkt, Beursplein, Coolsingel, Blaak, Binnenwegplein, Oude Binnenweg, Mauritsstraat, Eendrachtsplein, Karel Doormanstraat, Van Oldenbarneveltplaats, Lijnbaan, Stationsplein, Meent en Weena; en op de kop van zuid Posthumalaan en Veemstraat. Precieze afbakening van dit centrumgebied moet plaatsvinden na bestudering van de mogelijke locaties op afzetmogelijkheden, levensvatbaarheid en ruimtelijke mogelijkheden.
Verlevendiging van de stadsstraten d.m.v. straathandel
Meer zit- en verblijfsplekken in het voetgangersgebied
12
Kwaliteitseisen Plusniveau – Differentiatie Uitwerking Mini-kiosk4 De vaste verkoopinrichting vraagt om een specifieke ontwerpoplossing die zich soepel voegt in de (straat-) zonering zoals voorgesteld in de Visie Openbare Ruimte Binnenstad. Deze zgn. ‘mini-kiosk Rotterdamse Stijl’ heeft een smalle breedte t.o.v. een langere lengte waardoor deze ingezet kan worden op trottoirs langs de meeste stadsstraten, stads – en centrumboulevards. Een open uitstraling, evt. gecombineerd met moderne beeld- en informatie dragers, draagt bij aan een levendig en stedelijk straatbeeld overdag en s’avonds. Vormgeving binnen de straatinrichting ‘ Rotterdamse Stijl’ is wenselijk. Twee uitwerkingsmodellen zijn daarbij denkbaar.
Model 1: Uniform
Huidige situatie
Model1 - Uniform: één type standaardkiosk die alle vormen van straathandel kan huisvesten. Voordeel zijn een grote herkenbaarheid en overzichtelijke en beperktere ontwikkelingskosten ( 1ontwerp). Ook de inwisselbaarheid van functies kan in de toekomst een voordeel zijn. Model2 - Gedifferentieerd: Verschillende type standaardkiosken afgestemd op het type product en op de locatie. Voordeel is een grotere diversiteit in uitstraling en een betere afstemming op het karakter van de plek. Het beheer van dergelijke mini-kiosken ligt bij de gemeente (OBR). Middels een tender kan ingebruikname worden uitbesteed aan geïnteresseerden. Voorbeelden hiervan zijn bekend in Melbourne en New York (zie pag 13)
Model 2: Gedifferentieerd
4
Het ontwerp en beheer van de mini-kiosk kan in overleg met dS+V en OBR verder worden uitgewerkt
13
Kwaliteitseisen Plusniveau – Vaste verkoopinrichtingen Rotterdamse stijl Minikiosk inweven in het stedelijk weefsel Onder de bomen en ingepast in de zonering van de Rotterdamse stijl voegt de nieuwe minikiosk zich soepel in het straatbeeld. Volledig ruimte gevend aan passerend publiek zorgt het voor extra activiteit en attractiviteit op straat. De zorgvuldige vormgeving, de heldere afbakening van het uitstallingsgebied (getrapte opstelling) en de grote uitstallingswaarde van het product (bv. bloemen) zorgen voor een kleurrijk geheel. Belangrijk voor deze inpassing is een beperkte breedte van ca 1,51,8 m. De lengte daarentegen kan langer zijn dan de gemiddelde huidige standplaats, ca. 6m. Plekken die zich lenen voor een dergelijke minikiosk zijn de stadsstraten en centrumboulevards. (zie zonering Centrumstijl)
Voorbeeld standaardkiosk New York (kranten)
Standaardkiosk in stadsstraat
Mini-kiosk ‘Rotterdamse stijl’ past prima in zonering Karel Doormanstraat
Voorbeeld standaardkiosk Melbourne (bloemen en groenten -en fruit)
Voorbeeld standaardkiosk Melbourne (divers)
14
Kwaliteitseisen Plusniveau – Vaste verkoopinrichtingen Rotterdamse stijl
Standaardkiosk in centrumboulevard (bv. bij herinrichting Coolsingel)
Voorbeeld standaardkiosk Brussel (wafels en snacks)
Voorbeeld standaardkiosk New York
15
Kwaliteitseisen Plusniveau – Mobiele verkoopinrichtingen Seizoensverkoop 3.3 Mobiele verkoopinrichtingen met seizoensgebonden producten Algemeen T.a.v. mobiele verkoopinrichtingen worden de volgende eisen gesteld: • Hoge eisen aan ontwerp en vormgeving • Niet in loop- en zicht lijnen • Eisen aan onderhoud • Opslag van fust, afval en/of voorraad buiten de kar is niet toegestaan • Seizoensgebonden producten • Open uitstraling met attractiviteitswaarde • Locatie : langs stadstraten en boulevards , op stedelijke pleinen en in voetgangersgebieden • Voorkomen van clustering
Handkarren Periode max 3 mnd
Open karren Periode max 3 mnd
Maximale afmetingen 2 m2 Verkoper staat naast kar Op ooghoogte volledig doorzicht mogelijk
Maximale afmetingen 3m2 Verkoper staat in kar Op ooghoogte volledig doorzicht mogelijk
Type: hotdogstand ijsco limonade haring sinasappel
Type: hotdogstand ijsco limonade haring sinasappel
Oliebollenverkoop Periode max 4 weken Maximale afmetingen afhankelijk van locatie Verkoper(s) staan in de kar 1 zijde is volledig open Type: oliebollen
16
Standplaatsvrije gebieden 3.4 Standplaatsvrije gebieden Binnen standplaatsvrije gebieden is alleen verkoop van seizoensproducten vanuit kleine en open verkoopinrichtingen toegestaan (max 3m2). Grotere verkoopinrichtingen voor langere periode met een meer gesloten uitstraling hebben hier geen plek. Aanwijzing van dergelijke gebieden kan plaatsvinden door deelgemeenten om redenen betreffende het uiterlijk aanzien, openbare orde en veiligheid en volksgezondheid.
17
Vergunningverlening en handhaving Hoofdstuk 4 4.1 Vergunningverlening en handhaving verkoopinrichtingen in de openbare ruimte. Vergunningverlening, bevoegdheden, toetsing. De standplaatsvergunning wordt ingevolge art. 5.2.4. jo. art. 1.3a, lid 2 sub b van de APV Rotterdam 2008 verleend door het college voor een periode van 3 jaar, tenzij er sprake is van een seizoensartikel zoals haring, oliebollen of kerstbomen. Deze standplaatsvergunningen worden dan verleend voor de duur van het seizoen. Voor niet-deelgemeentegebied is de vergunningverlening gemandateerd aan directeur STZ op basis van het IMVB. Voor deelgemeentegebied is de bevoegdheid gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van de deelgemeente op basis van de bevoegdhedenlijst deelgemeenten behorende bij de Verordening op de Deelgemeenten. Relevant artikel uit de APV Rotterdam 2008 in deze is art. 5.2.5. Artikel 5.2.5. Weigerings- en intrekkingsgronden. Het college kan een vergunning weigeren of intrekken: a. in het belang van de openbare orde; b. in het belang van de brandveiligheid; c. in het belang van de verkeersvrijheid of verkeersveiligheid; d. wegens strijd met een geldend bestemmingsplan; e. in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente;
4.2 Toezicht en handhaving. f. g. h.
gelet op de ruimtelijke omstandigheden ter plaatse; gelet op de grootte of het uiterlijk van de verkoopinrichting; wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.
Bij de toetsing van een vergunningaanvraag dient ingevolge artikel 5.2.5. op diverse aspecten te worden gelet. Daarvoor is een verkoopinrichtingen in de openbare ruimtecommissie georganiseerd die wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van STZ en waar verschillende gemeentelijke diensten aan deelnemen die een of meerdere van de in artikel 5.2.5. genoemde belangen behartigen. Deze diensten zijn: verkeerspolitie, brandweer, gemeentewerken, dS+V, welstand. In de loop der jaren zijn de aspecten bescherming uiterlijk aanzien van de gemeente en grootte of uiterlijk van de verkoopinrichting onderbelicht geraakt en is in zijn algemeenheid de toetsing van een aanvraag meer een automatisme geworden. Met het vaststellen van standplaatsenbeleid zal de standplaatsencie en deelname aan de standplaatsen cie weer opgewaardeerd moeten worden tot een serieuze adviescie die op basis van heldere toetsingscriteria aanvragen beoordeeld.
Toezicht op standplaatsen wordt uitgevoerd door Stadstoezicht in geheel Rotterdam. Echter net als de vergunningverlening is de handhaving verdeeld tussen Stadstoezicht voor het centraal bestuurde deel van Rotterdam en het dagelijks bestuur van de deelgemeente voor haar deelgemeentegebied. Concreet betekent dat in het centrum Stadstoezicht toezicht houdt en handhaaft waar nodig en in de deelgemeenten slechts toezicht houdt en overtredingen rapporteert aan de deelgemeente die vervolgens op basis daarvan tot handhaving kunnen overgaan. In de huidige situatie vindt handhaving vooral plaats in het centrum op het na verkooptijd verwijderen van de verkoopwagen, metermaten en het bijplaatsen van allerlei zaken. Bij de invoering van nieuw beleid is het noodzakelijk dat Stadstoezicht de handhavingsbevoegdheid ook in deelgemeenten krijgt gemandateerd. Hiertoe zullen de dagelijkse besturen van de verschillende deelgemeenten moeten besluiten. Het handhavingstoezicht zal intensiever moeten worden om de opvolging van het nieuwe beleid te waarborgen. Dus handhaving op verwijderen na verkooptijd, metermaten, geen opslag van voorraad of fust naast de standplaats, vervuiling van de omgeving, in goede staat van onderhoud van de verkoopinrichting houden.
18
Uitvoering van het beleid Hoofdstuk 5 5.1 Consequentie invoering nieuw beleid. Met name voor de verkoopinrichtingen in de openbare ruimte in het centrumgebied zal het nieuwe beleid consequenties gaan krijgen. Belangrijk is het de vraag te beantwoorden over welk gebied we het exact hebben als we het hebben over het centrumgebied waar hoge eisen worden gesteld aan de inrichting van de buitenruimte. In dit gebied zullen volgens het voorstel de volgende uitgangspunten gelden: ontwikkeling van de vaste verkoopinrichting (mini-kiosk) in de Rotterdamse stijl voor bloemen, fruit, tijdschriften en kleine snacks. Maximale afmetingen voor tijdschriften en kleine snacks zijn 4- 6 m2 De verkoop van groente en fruit geldt een groter uitstallingsgebied, hiervoor geldt een maximum van 6-12 m2 -
-
verder alleen tijdelijke verkoopinrichtingen met seizoensgebonden verkoop Afmetingen zijn max 3m2 en een maximale plaatsingsduur van 3 maanden; uitzondering zal gelden voor oliebollenverkoop
Uitgaande van de volgende straten: (Korte) Hoogstraat, Vlasmarkt, Beursplein, Coolsingel, Blaak, Binnenwegplein, Oude Binnenweg, Mauritsstraat, Eendrachtsplein, Karel Doormanstraat, Van Oldenbarneveltplaats, Lijnbaan, Stationsplein, Meent en Weena; en op de kop van zuid Posthumalaan en Veemstraat, hebben we het momenteel over 52 verkoopinrichtingen in de openbare ruimte verdeeld over de volgende artikelen:
- posters - sinaasappelsap - sieraden - ijs - eetwaar - loempia’s - bloemen - haring - oliebollen - stroopwafels - popcorn/suikerspin - souvenirs
1 7 5 5 8 8 5 2 7 1 2 1
16m2 2m2 t /m 4m2 2m2 t /m 8 m2 1m2 t /m 4m2 4m2 t /m 22m2 4m2 t /m 11m2 4m2 t /m 20 m2 7m2 17m2 t /m 55m2 18m2 2m2 t /m 14m2 2m2
Het nieuwe beleid heeft voor deze verkoopinrichtingen de volgende consequenties: Mobiele standplaatsen met eetwaar, loempia’s, stroopwafels en popcorn, in totaal 19, zijn niet meer toegestaan. Voor een aantal zal een alternatief worden geboden in de vorm van het huren een minikiosk. Ook zal dit gelden voor de bloemenverkoop (ca 5). Een nadere studie naar de mogelijke locaties zal moeten uitwijzen hoeveel plekken hiervoor beschikbaar zijn. Voor de verkoop van seizoensgebonden producten zoals sinasappelsap, ijs en haring (ca 14) geldt dat de verkoopinrichting zal moeten worden aangepast aan de nieuwe regelgeving (max 3m2). De verwachting is dat het aantal intact kan blijven maar dat er in een enkele gevallen m.b.t. afmetingen en positionering aanpassingen noodzakelijk zijn T.a.v. de verkoop van sieraden, in totaal 5, zal nog worden onderzocht of deze passen binnen de kaders zoals die gelden voor seizoensgebonden producten. (max 3m2) Of deze nog een plek kunnen krijgen in de openbare ruimte is daarvan afhankelijk. De verkoop van posters (1) past niet binnen de omschrijving en het doel van kleinschalige handel.
Naar een alternatieve oplossing, in de vorm van een reguliere verkoopruimte in de plint , zal i.o.m. de ondernemer worden gezocht. Voor oliebollenkramen ( 7) geldt een uitzonderingspositie. De toegevoegde waarde in het straatbeeld rond Kerst en Oud en nieuw maken grotere afmetingen gerechtvaardigd. Hierbij is het van belang dat de plaatsingsduur zich ook werkelijk beperkt tot deze eindejaarsperiode en deze wordt teruggebracht van (de huidige) 2 maanden naar maximaal 4 weken. Ook blijven randvoorwaarden t.a.v. een zorgvuldige ruimtelijke inpassing en uitstraling van belang. Voorstelbaar is dat voor een aantal standplaatsen in het centrumgebied herplaatsing niet mogelijk is. In dat geval zal de huidige vergunning niet verlengd worden. Hierbij zal rekening worden gehouden met gerechtvaardigde ondernemersbelangen en de financiële gevolgen van het beleid voor de gemeente en ondernemers. Nieuw beleid zal op enig moment vast moeten worden gesteld en bekend worden gemaakt aan met name de doelgroep. De meeste vergunningen vervallen nu tussen 2010 en 2011, m.u.v. de seizoensartikelen die per jaar worden afgegeven. Bij de inwerktreding van het beleid zal een keuze moeten worden gemaakt in het direct toepassen van het nieuwe beleid, waarbij vergunningen die vervallen niet meer worden verlengd, of het bieden van een overgangstermijn van één maal de geldigheidsduur van de vergunning, ergo 3 jaar. Voor de overige deelgemeentegebieden liggen de consequenties voornamelijk in de sfeer van een betere handhaving, waarbij er meer aandacht zijn voor opslag en onderhoud . Ook het uitbreiden van het uitstallingsgebied middels stoelen, tafels en losse dekzeilen zal niet meer worden toegestaan
19
Bijlage
Om te komen tot een situatie waarbij straathandel als een positieve bijdrage gezien kan worden is een samenhangende strategie noodzakelijk. Hiertoe is onderzoek gedaan naar de aanpak in diverse steden en met name Melbourne. Melbourne is in 1995 gestart met een aanpak van de inrichting openbare ruimte waarin nadrukkelijk het gebruik en de beleving ervan door bewoners, ondernemers en bezoekers als uitgangspunt is gehanteerd. Straathandel in de vorm van mobiele en vaste verkoopinrichtingen in de openbare ruimte (kiosken) zijn hierbij ingezet als middel om de stad te verlevendigen en bij te dragen aan de kwaliteit. De Visie Openbare Ruimte Binnenstad zoals die voor Rotterdam is geformuleerd is de start van een vergelijkbare verbetering van de openbare ruimte en kan profiteren van kennis die in Melbourne is opgedaan. Hierbij zijn de belangrijkste uitgangspunten t.a.v.: Programma: > Straathandel beter spreiden en type product afstemmen op aanbod omgeving > Geen concentratie van één bepaald product Ruimtelijke inpassing: > Afmetingen, oriëntatie en type standplaats beter afstemmen op locatie > Ruimtelijk karakter en visuele continuïteit waarborgen Uitstraling: > Open karakter > Informeel karakter > Commercialisering en privatisering tegengaan
Huidige situatie Rotterdam: Concentratie van verkoopinrichtingen in de openbare ruimte en kiosken rond en in voetgangersgebied. De ruimte slibt op diverse plaatsen dicht. Geen onderscheid in soort product en aantal verkoopinrichtingen in de openbare ruimte. Uitstraling van verkoopinrichting is slecht en weinig openbaar. Verkoop van regulier etenswaar overal in centrum toegestaan.
Huidige situatie Melbourne: Spreiding van kiosken met bloemen, fruit en groeten over het centrum langs stadsstraten. Open uitstraling en conform standaardontwerp. Kiosken in beheer van gemeente. Verder seizoenshandel met karretjes van beperkte omvang. Overige verkoop van regulier etenswaar (snacks) alleen toegestaan buiten het centrum rond stadspark.
20
Bijlage
Fruitstal vlgs. standaardontwerp - in beheer bij gemeente
Seizoensproducten vrije vormgeving - max 4m2 - max 3mnd - hoge eisen aan uitstraling
BIJLAGE UIT WERKING CENTRUM Mobiele kar (‘food-van’) rond stadspark Bloemenstal vlgs. standaardontwerp - in beheer bij gemeente
21