Bijlage 1
BIJZONDERE BIJSTAND BELEID
2006
Centrale uitvoeringsorganisatie Sociale Zaken Beemster, Graft-De Rijp, Schermer en Zeevang
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 1 van 13
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN • Definitie bijzondere bijstand • Definitie begrip voorliggende voorzieningen • Doelgroep
3
HOOFDSTUK 2 DE DRAAGKRACHT • De draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking • De draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking • Vaststelling van het netto-inkomen • Vaststelling draagkrachtruimte • Draagkrachtpercentage • Draagkrachtperiode • Draagkracht en vermogen
4
HOOFDSTUK 3 HET DREMPELBEDRAG • Opsparen nota’s
6
HOOFDSTUK 4
5
TERMIJN VAN AANVRAGEN
HOOFDSTUK 5 BIJZONDERE BIJSTAND VOOR MEDISCHE KOSTEN • Inleiding • Voorliggende voorziening: de basisverzekering • Aanvullende verzekering/collectieve verzekering • Bijzondere bijstand en de basisverzekering • Eigen risico basisverzekering • Bijzondere bijstand en de collectieve verzekering • Eigen beleid • Samenvatting
6
HOOFDSTUK 6
8
TANDARTSKOSTEN
HOOFDSTUK 7 BIJZONDERE REGELINGEN • Langdurigheidstoeslag • Deelname sociaal maatschappelijk verkeer • Bijdrage gemeentelijke heffingen • Regeling chronisch zieken en gehandicapten • Collectieve ziektekostenverzekering
9
HOOFDSTUK 8
12
BIJLAGEN Bijlage 1:
Bijlage 2:
VERGELIJKING HUIDIG BELEID T.O.V. NIEUW BELEID
PWZ Achmea : De Beter Af Polis: Voorwaarden en Aanspraken gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Zeevang Hierin is opgenomen een vergoedingenoverzicht. Aan de hand hiervan kan direct beoordeeld waarop men recht heeft met de Beter Af Plus Polis en Gemeente Extra Pakket Vergoedingen AZG Unive gemeente Schermer
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 2 van 13
HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN Met de beleidsregels worden richtlijnen gegeven voor de uitvoering van de bijzondere bijstand. Definitie bijzondere bijstand De definitie van bijzondere bijstand is te vinden in artikel 5 sub d en artikel 35 WWB: De bijstand die wordt verstrekt voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan, die niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Het recht op bijzondere bijstand voor bepaalde kosten hangt dus af van de omstandigheden in het individuele geval en kan dan ook slechts van geval tot geval worden beoordeeld. Het kan hierbij om zeer diverse kostensoorten gaan. Uit vaste jurisprudentie volgt dat het recht op bijzondere bijstand niet naar kostensoort is begrensd. Definitie begrip 'voorliggende voorziening' Artikel 15 WWB geeft een definitie van het begrip 'voorliggende voorziening'. 1. Geen recht op bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. 2. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt. Afwijkend hierop kan bijzondere bijstand wel worden verstrekt als een voorziening noodzakelijk is, maar de voorliggende voorziening geen vergoeding verstrekt omdat de voorziening om budgettaire redenen is geschrapt uit het vergoedingenpakket. Als de voorliggende voorziening de kosten echter als niet noodzakelijk beschouwt, dan bestaat er in principe ook geen recht op bijzondere bijstand. Onderzoek of aanvrager daadwerkelijk een beroep kan doen op voorliggende voorziening Als de gemeente een aanvraag afwijst omdat de aanvrager een beroep kan doen op een voorliggende voorziening, dan dient vast te staan dat de aanvrager ook daadwerkelijk aanspraak kan maken op deze voorliggende voorziening. Als de aanvrager bijvoorbeeld niet meer kan aanvragen bij de voorliggende voorziening omdat hij te laat is, dan kan de aanvraag niet worden afgewezen met de motivering dat hij een beroep kan doen op een voorliggende voorziening. De gemeente moet dan onderzoeken of de aanvrager verwijtbaar heeft gehandeld. Is dit het geval, dan dient de gemeente de bijzondere bijstand af te stemmen op grond van de Afstemmingsverordening (omdat er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan). Daarnaast kan bezien worden of de bijzondere bijstand als lening verstrekt moet worden. Doelgroep Alle inwoners van de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Schermer en Zeevang die op het moment van de aanvraag een inkomen hebben tot 100% van de voor hen geldende bijstandsnorm, tenzij bij een specifieke kostensoort een andere doelgroep wordt aangegeven.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 3 van 13
HOOFSTUK 2 DE DRAAGKRACHT Bij de vaststelling van de bijzondere bijstand dient rekening te worden gehouden met de draagkracht. Er wordt ingegaan op de volgende zaken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking; draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking; vaststelling van het netto-inkomen; vaststelling draagkrachtruimte draagkrachtpercentage draagkrachtperiode draagkracht en vermogen
1. Draagkrachtperiode bij incidentele verstrekking Bij incidentele bijstand wordt de draagkracht over het gehele draagkrachtjaar in aanmerking genomen. De draagkracht wordt in één keer verrekend. Het gaat dan om incidentele kosten die ten gevolge van bijzondere omstandigheden niet uit het inkomen betaald kunnen worden. 2. Draagkrachtperiode bij periodieke verstrekking De draagkracht wordt per maand in mindering gebracht op de periodiek te verstrekken bijzondere bijstand. 3. Vaststelling van het netto-inkomen Bij een vast inkomen kan worden uitgegaan van het inkomen per datum aanvraag. Bij een wisselend inkomen moet worden uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de achterliggende 6 maanden. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken. Bijvoorbeeld als iemand op grond van de gegevens van de afgelopen periode, voldoende draagkracht heeft en daardoor het verzoek om bijstand wordt afgewezen, maar het huidige inkomen op bijstandsniveau is. Of als iemand in het kalenderjaar een sterke inkomensterugval heeft en daardoor in financiële moeilijkheden komt. Bij de vaststelling van het netto-inkomen wordt uitgegaan van de som van het netto-inkomen verminderd met de middelen zoals opgenomen in artikel 31 lid 2 en 3 WWB (o.a. kinderbijslag, huurtoeslag e.d.). inkomen inclusief of exclusief vakantiegeld • Bij aanvragen bijzondere bijstand wordt uitgegaan van het inkomen excl. vakantietoeslag • Bij aanvragen om een uitkering voor levensonderhoud WWB, IOAW, IOAZ wordt uitgegaan van het netto inkomen inclusief vakantietoeslag spaarloon Het spaarloon wordt ingehouden op het brutoloon. Het netto inkomen wordt verhoogd met 60% van het ingehouden spaarloon. 4. Vaststelling draagkrachtruimte Voor de vaststelling van de draagkrachtruimte wordt het netto inkomen verminderd met: • de van toepassing zijnde bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag) en toeslagen/verlagingen; • eigen bijdrage AWBZ
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 4 van 13
Met de wettelijke betalingen voor levensonderhoud (alimentatie) voor de (ex)partner en kinderen tot 21 jaar die niet tot het gezinsverband van de belanghebbende behoren wordt alleen rekening gehouden bij incidentele verstrekkingen. Bij periodieke verstrekkingen dient men een herziening van het alimentatievonnis aan te vragen bij de rechtbank. Er wordt geen rekening gehouden met een toegepaste maatregel (dit zou het effect teniet doen). 5. Draagkrachtpercentage • Bij een inkomen boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm (inclusief de gemeentelijke toeslag) wordt de draagkracht vastgesteld op 35% van de ruimte boven de bijstandsnorm. (exclusief vakantietoeslag). • Bij een aantal kostensoorten wordt de draagkracht vastgesteld op 100% van de ruimte boven de bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag), te weten: - kosten van bewindvoering - bijdrage voor gemeentelijke heffingen - woonkostentoeslag - geldleningen - aflossing en rente kredietbank - algemene periodieke bestaanskosten zoals toeslag voor zelfstandig wonende jongeren, toeslag voormalig alleenstaande ouder - premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen - directe levensbehoeften (o.a. kleding en schoeisel, eenmalig levensonderhoud, extra verwarmingskosten, doorbetaling vaste lasten bij opname in inrichting of bij detentie, voor vergunninghouders: overbruggingsuitkering, woonkosten, administratiekosten - kosten duurzame gebruiksgoederen - verhuiskosten Als bij de aanvraag al bekend is dat het inkomen van belanghebbende tijdens de draagkrachtperiode zal wijzigen, kan daar bij de berekening van de periodieke bijzondere bijstand rekening mee worden gehouden. 6. Vaststellen draagkrachtperiode De draagkracht wordt vastgesteld voor een periode van een jaar, ingaande op de eerste dag van de maand waarin de eerste aanvraag is ontvangen. Uitzondering: als er met terugwerkende kracht bijzondere bijstand wordt aangevraagd gaat de draagkracht in op de eerste van de maand waarin de kosten zijn gemaakt. De draagkracht wordt binnen de vastgestelde periode van één jaar herzien indien wijziging van de omstandigheden daartoe aanleiding geeft. 7. Draagkracht en vermogen spaartegoed Het spaartegoed wordt vrijgelaten tot een in de wet vastgesteld maximum. Dit vermogen wordt niet in aanmerking genomen bij het vaststellen van de draagkracht. Er zijn uitzonderingen, waarvan de belangrijkste is: als er verwijtbaar niet is gereserveerd, kan het vermogen onder de vrijlatingsgrens wel worden betrokken bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand. eigen woning bezitters Cliënten met een overwaarde in de eigen woning (dus meer dan het bescheiden vrij te laten vermogen, zonder de bijtelling van de extra vrijlating voor de eigen woning) hebben geen recht op bijzondere bijstand. Zij dienen zelf financiële regelingen te treffen met hun bank. Dit kunnen zij doen door het aangaan van een aflossingvrije geldlening, met onderpand van de eigen woning.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 5 van 13
HOOFDSTUK 3 HET DREMPELBEDRAG Op grond van artikel 35 lid 2 WWB kan de gemeente een drempelbedrag hanteren. Het drempelbedrag wordt niet toegepast. opsparen nota’s De uitvoeringskosten voor de afhandeling van een aanvraag bijzondere bijstand zijn hoog. Nota’s dienen daarom opgespaard te worden tot het drempelbedrag (art. 35 lid 2) wordt overschreden. Als een klant in een kalenderjaar wel bijzondere kosten heeft gemaakt, maar niet aan dit bedrag komt, wordt aan de klant verzocht om in de maand november of december bijstand aan te vragen voor het lagere bedrag. HOOFDSTUK 4 TERMIJN VAN AANVRAGEN De bijzondere bijstand kan met terugwerkende kracht worden verleend. De bijstand moet wel worden aangevraagd binnen 12 maanden na de datum waarop de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. In principe moet een bewijsstuk van de gemaakte kosten worden overgelegd. Bijstandverlening met terugwerkende kracht kan het niet-gebruik van de bijzondere bijstand verminderen en het voorkomt ook het onnodig meerdere malen aanvragen voor kleine bedragen: de klant kan nota's opsparen. Uitzondering bijzondere bijstand voor verhuis- en inrichtingskosten Uitzonderingen op deze beleidslijn is de verlening van bijzondere bijstand voor verhuis- en inrichtingskosten (inclusief kosten van duurzame gebruiksgoederen). Hiervoor moet de klant wel vooraf een aanvraag indienen. De reden hiervoor is dat het niet mogelijk is achteraf de noodzaak van de kosten vast te stellen. HOOFDSTUK 5 BIJZONDERE BIJSTAND VOOR MEDISCHE KOSTEN Inleiding De gemeente heeft een collectieve verzekering afgesloten met een zorgverzekeraar (gemeenten Beemster, Graft-De Rijp en Zeevang met PWZ Achmea; gemeente Schermer met Univé). Met de collectieve verzekering wordt bedoeld bij PWZ Achmea; “Het gemeente extra pakket” en bij Univé: “De aanvullende ziektekostenverzekering gemeenten”. De gemeente biedt hiermee aan inwoners met een inkomen op minimumnivo een adequate voorziening voor het bestrijden van medische kosten. In het pakket van de collectieve verzekering is een aantal kosten opgenomen dat voorheen uit de bijzondere bijstand werd vergoed.
Begrippen Voorliggende voorziening: de basisverzekering Bijzondere bijstand kan worden toegekend voor noodzakelijke kosten waarvoor geen toereikende voorliggende voorziening bestaat. In relatie tot het verstrekken van bijzondere bijstand voor medische kosten is de basisverzekering in het kader van de Zorgverzekeringswet de belangrijkste voorliggende voorziening. De kostensoorten die in de basisverzekering zijn opgenomen zijn kosten die zonder meer als noodzakelijk worden beschouwd. Een en ander impliceert dat medische kosten die niet in de basisverzekering zijn opgenomen, strikt genomen niet als noodzakelijk worden beschouwd en niet voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Overigens is er op het terrein van de ziektekosten nog een aantal voorliggende voorzieningen zoals de AWBZ en de WVG.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 6 van 13
aanvullende verzekering/collectieve verzekering Naast de van overheidswege gecreëerde voorzieningen waar de burger een beroep op kan doen, heeft deze de mogelijkheid zich te verzekeren tegen het risico van (hoge) kosten. Het afsluiten van een aanvullende zorgverzekering past hierin. De wetgever gaat ervan uit dat de burger van eigen verantwoordelijkheid blijk geeft door zich te verzekeren tegen normaal gangbare risico’s. Het afsluiten van een aanvullende zorgverzekering en in dit geval een collectieve verzekering wordt gezien als een daad van genoegzaam besef. Als de klant daarin tekort schiet kan dit gevolgen hebben voor het recht op bijzondere bijstand. bijzondere bijstand en de basisverzekering Eigen bijdrage: bijzondere bijstand is mogelijk De WWB biedt de mogelijkheid bijzondere bijstand toe te kennen indien de voorliggende voorziening een bepaalde kostensoort niet volledig of maar voor een bepaalde periode vergoedt. De noodzaak van de verstrekking staat hierbij niet ter discussie, maar de overheid heeft, doorgaans om budgettaire redenen, ervoor gekozen de vergoeding te beperken. Er is dan sprake van een eigen bijdrage voor de verzekerde. Te vergoeden bedrag is gemaximeerd: bijzondere bijstand is in principe niet mogelijk Bijzondere bijstand is niet mogelijk wanneer in de voorliggende voorziening het te vergoeden bedrag nadrukkelijk aan een maximum is gebonden. In een dergelijk geval is de overheid van mening dat met dit maximumbedrag de kosten adequaat worden vergoed. De voorliggende voorziening wordt in dat geval als toereikend beschouwd. Voor de meerkosten is dan ook geen bijzondere bijstand mogelijk. eigen risico basisverzekering; geen bijzondere bijstand mogelijk De Zorgverzekeringswet maakt het mogelijk dat verzekerden een polis voor de basisverzekering afsluiten met een vrijwillig eigen risico. Hier staat dan een (relatief geringe) verlaging van de premie tegenover. Het eigen risico kan € 100,-- € 200,-- € 300,-- € 400,-- of € 500,-- bedragen. Per € 100,-- eigen risico bedraagt de besparing ongeveer € 3,-- van de premie. Uitgangspunt van de nieuwe zorgverzekering is echter dat het nieuwe stelsel door de zorgtoeslag (en een aantal fiscale maatregelen) voor iedereen betaalbaar is. Daarom dient de verzekerde, als hij of zij kiest voor een eigen risico, dit ook zelf op te vangen en wordt voor dit eigen risico geen bijzondere bijstand verstrekt. Ook wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor de kosten van het niet verzekerd zijn voor ziektekosten (premieachterstand, boete en medische kosten). En tevens is geen bijzondere bijstand mogelijk voor de betaling van de zorgpremie als de verzekerde de zorgtoeslag heeft gebruikt om andere kosten mee te voldoen. bijzondere bijstand en de collectieve verzekering De kosten die in de collectieve verzekering zijn opgenomen zijn strikt juridisch gezien niet als noodzakelijke medische kosten aan te merken. Vanuit die optiek ligt het dan ook niet op de weg van de gemeente aanvullende bijzondere bijstand te verstrekken wanneer de vergoedingen vanuit de collectieve verzekering de kosten niet volledig dekken. Er wordt vanuit gegaan dat belanghebbenden zich adequaat verzekerd moeten hebben. Hiervan is sprake indien men een collectieve verzekering heeft afgesloten of als men een gelijkwaardig pakket heeft. Personen die geen collectieve verzekering maar wel een gelijkwaardig pakket hebben kunnen bijzondere bijstand aanvragen. De vergoeding is dan gelijk aan die van de collectieve verzekering.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 7 van 13
Indien de voorziening echter volledig vergoed zou worden vanuit de aanvullende verzekering (en dus niet uit de collectieve verzekering) dan is geen vergoeding mogelijk. Keuzen die dus leiden tot een lagere vergoeding vanuit de aanvullende verzekering of een eigen risico worden niet gecompenseerd. Eigen beleid De gemeente heeft een zekere vrijheid zelf beleid te formuleren over de vraag welk niveau van vergoedingen voor ziektekosten zij wenselijk acht voor haar inwoners. Wat hierbij in het oog moet worden gehouden is dat er een consistent pakket aan vergoedingen ontstaat dat uitvoerbaar is, de betrokkenen duidelijkheid biedt en recht doet aan wet- en regelgeving. Samenvattend • Als de basisverzekering bepaalde kosten niet voor 100% of slechts voor een benoemde periode vergoedt, kan er voor de eigen bijdrage aanvullende bijzondere bijstand worden verstrekt. • Als de basisverzekering de vergoeding nadrukkelijk maximeert, is er geen bijzondere bijstand mogelijk. De vergoeding wordt dan als toereikend beschouwd. • De verzekerde moet een vrijwillig gekozen eigen risico zelf dragen, hiervoor is geen bijzondere bijstand mogelijk. • Indien iemand niet deelneemt aan de collectieve verzekering dan strekt het pakket van de bijzondere bijstand zich uit tot het pakket dat door de collectieve verzekering wordt geboden. • Indien de voorziening volledig vergoed wordt door de aanvullende verzekering dan is geen bijzondere bijstand mogelijk. • Er wordt geen aanvullende bijzondere bijstand verstrekt indien de vergoeding vanuit de collectieve verzekering de kosten niet volledig dekken.
HOOFDSTUK 6
TANDARTSKOSTEN
Begripsomschrijvingen Tandheelkundige hulp: Dit is alles wat de tandarts aan behandelingen doet. Techniekkosten:
Dit zijn de kosten die gemoeid zijn met het maken van frame-protheses, een kroon of een brug. De voorbereidende werkzaamheden in de mond vallen onder tandheelkundige hulp.
Basisverzekering:
de vergoedingen voor tandheelkundige hulp zijn de laatste jaren sterk verminderd. Per 1 januari 2004 is alle tandheelkundige hulp voor volwassenen uit de hoofdverzekering gehaald en zijn de vergoedingen opgenomen in de aanvullende verzekeringen. In de nieuwe basisverzekering blijft dit zo.
Kunstgebit:
De basisverzekering vergoedt het kunstgebit voor een groot deel; 75% van de kosten. De aanvullende verzekering dekt de overige 25%. Bijzondere bijstand voor deze kosten is dus niet nodig.
Aanvullende Verzekering
wanneer een verzekerde niet deelneemt aan de collectieve verzekering maar individueel verzekerd is, dan wordt 75% van de kosten van tandheelkundige hulp vergoed tot een maximum per verzekerde per jaar.
Orthodontie:
de kosten van orthodontie worden gedeeltelijk vergoed tot een maximum. Voor de start van de behandeling wordt er eerst een behandelplan opgesteld. De kosten van dit plan worden gedeeltelijk vergoed door de verzekering. Voor de eigen bijdrage is bijzondere bijstand mogelijk.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 8 van 13
De collectieve
Er is een maximale vergoeding voor tandheelkundige hulp, verleend door een tandarts en/of mondhygiënist. De kosten worden voor 100% vergoed. Voor het reguliere tandartsbezoek zal deze vergoeding in de regel toereikend zijn. Vergoeding voor tandartskosten via de bijzondere bijstand is dus in beginsel niet mogelijk. Voor de techniekkosten wordt een aparte maximale vergoeding verstrekt. De orthodontiekosten worden via de collectieve verzekering aangevuld tot 100%.
Bijstand voor tandheelkundige hulp, de uitzondering op de regel Bijstandsverlening voor tandartskosten is alleen mogelijk wanneer de overschrijding van de maximale vergoeding wordt veroorzaakt doordat er in het kalenderjaar één of meer kronen of frameprothesen zijn geplaatst. De kosten die hiermee gemoeid zijn aanzienlijk en het beschikbare budget kan daardoor al snel zijn verbruikt. Als gevolg daarvan zou in de loop van het kalenderjaar geen 'gewone' tandheelkundige hulp meer vergoed kunnen worden. Maximum vergoeding voor tandheelkundige hulp op grond van de bijstand Wanneer een kroon of frameprothese wordt geplaatst dan kan er van worden uitgegaan dat dit noodzakelijk is. De kosten van de tandheelkundige hulp bedragen bij de plaatsing van één kroon of frameprothese gemiddeld € 137,50 per verstrekking. Er wordt vanuit gegaan dat twee verstrekkingen per verzekerde per kalenderjaar voldoende zijn, maximale vergoeding per kalenderjaar dus € 275,--. Met een eventuele volgende verstrekking moet worden gewacht tot het volgende kalenderjaar. Vaststellen van de oorzaak van overschrijding van de maximale vergoeding van de aanvullende verzekeringen Om de mogelijkheid en de noodzaak van de bijstandsverlening vast te kunnen stellen moet worden vastgesteld waardoor de maximale vergoeding van de aanvullende verzekering wordt overschreden. Op de nota van de verzekeraar zal alleen staan dat de tandheelkundige hulp niet vergoed kan worden wegens overschrijding van de maximale vergoeding. Dit zegt niets over de reden. Het kan immers ook zijn dat er in dat kalenderjaar bijvoorbeeld een brug is geplaatst of dat iemand heel veel naar de tandarts is geweest. De oorzaak van de overschrijding kan alleen worden vastgesteld door de nota's van de verzekeraar over het betreffende kalenderjaar in te zien. HOOFDSTUK 7 BIJZONDERE REGELINGEN Langdurigheidstoeslag Langdurige minima (langer dan 5 jaar) zonder arbeidsmarktperspectief, die jonger zijn dan 65 jaar, komen in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag. Deze toeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. De hoogte van de toeslag wordt door het Rijk vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd. De langdurigheidstoeslag wordt steeds voor één jaar toegekend. Elk jaar wordt het arbeidsmarktperspectief opnieuw getoetst. De klant krijgt de toeslag in één belastingvrij bedrag uitbetaald, zodat op dat moment ruimte ontstaat voor b.v. vervangingsuitgaven. De langdurigheidstoeslag is bedoeld voor mensen met een uitkering in het kader van de WWB, de Anw, de IOAW en IOAZ en voor mensen met een volledige WAO-, IVA-, Waz- of Wajong-uitkering. De doelgroep leeft van een inkomen tot 100% van het minimum. Dit is wettelijk zo bepaald. De langdurigheidstoeslag wordt gefinancierd uit het inkomensdeel van het bijstandsbudget.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 9 van 13
Deelname sociaal maatschappelijk verkeer De gemeente heeft dit ingesteld om mensen met een minimuminkomen een bijdrage te geven in de kosten voor deelname aan sociaal maatschappelijk verkeer. De bijdrage is bedoeld voor: • Contributies voor sport- en sociaal culturele activiteiten; • abonnement bibliotheek, telefoon, krant of kabel-televisie; • Schoolreisjes en excursies Doelgroep Inwoners van de gemeente die: • Een jaar of langer op een minimuminkomen zijn aangewezen • Op het moment van aanvraag een netto (gezins)inkomen per maand hebben dat niet hoger is dan 100% van de voor hen geldende bijstandsnorm. Alleen voor de gemeente Graft-De Rijp geldt een inkomensgrens van 120%. • Geen vermogen (bijvoorbeeld spaargeld) hebben dat hoger is dan het maximaal vrij te laten vermogen in het kader van de WWB. • Geen overwaarde in de eigen woning hebben (dus meer dan het bescheiden vrij te laten vermogen, zonder bijtelling van de extra vrijlating voor de eigen woning). • Een zelfstandig huishouden voeren • Op het moment van de aanvraag langer dan een jaar een inkomen op minimumniveau hebben. Overige voorwaarden • Overleggen van bewijsstukken • Een aanvraag kan eenmalig per kalenderjaar worden aangevraagd van 1 januari tot en met 31 december Hoogte bijdrage per 1 januari 2006 De hoogte van de bijdrage bedraagt € 95,- per gezinslid per jaar. De bijdrage wordt iedere 5 jaar geïndexeerd, voor het eerst weer in 2011. Bijdrage gemeentelijke heffingen De kwijtscheldingsnorm is op 100% van de bijstandsnorm gesteld. Voor de vermogensgrenzen gelden de strengere regels van het ministerie van Financiën. De WWB staat echter toe dat mensen spaargeld mogen hebben tot een bepaalde grens, waarmee men kan reserveren voor de aanschaf van bijvoorbeeld duurzame gebruiksgoederen of voor onverwachte uitgaven. De cliënt die dit ook daadwerkelijk realiseert, dient dit vervolgens aan te wenden voor het betalen van belastingen. Deze principes zijn strijdig met elkaar. Het ministerie van Financiën gaat er vanuit dat spaargeld aangewend moet worden voor de betaling van belastingen. Vanuit de bijzondere bijstand kan aan dit probleem tegemoet gekomen worden. In het geval een verzoek om kwijtschelding wordt afgewezen op grond van vermogen, kan een bijdrage worden verstrekt ter hoogte van maximaal de gemeentelijke heffing. voorwaarden • Er kan alleen vergoeding worden verstrekt voor de riool- en afvalstoffenheffing en niet voor de kosten van waterschapsbelasting • Het inkomen is niet hoger dan 100% van de bijstandsnorm. • De vermogensgrenzen worden gehanteerd zoals die gelden in de WWB • Voor wat betreft inkomen en vermogen wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de WWB • Voor zelfstandigen wordt uitsluitend vergoeding verleend voor privé aanslagen. • Een vergoeding wordt uitsluitend op aanvraag verleend. • Eigen woning bezitters met een overwaarde in hun woning komen niet voor de bijdrage in aanmerking.
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 10 van 13
Regeling chronisch zieken en gehandicapten Doelgroep Iemand behoort tot de doelgroep wanneer hij of zij in één van de volgende categorieën valt: • Een indicatie is aanwezig voor een WVG voorziening of een gehandicaptenparkeerkaart • Geïndiceerd voor langdurige thuiszorg • Arbeidsongeschiktheid 80-100% • Iemand heeft een chronische ziekte zoals (niet limitatief): Cara (o.a. astma), diabetes mellitus, epilepsie, reuma, lever- en darmziekten, spierziekten, migraine, nierziekten hartafwijkingen, hemofilie, cystic fibrosis, chronische artritis, spier dystrofie en kanker. Overige criteria • Het inkomen is niet hoger dan 105% van de van toepassing zijnde WWB-norm • Het vermogen blijft onder het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 3 WWB • Geen rekening wordt gehouden met vermogen in de eigen woning, de auto, motor, caravan. Indien sprake is van vermogen in de vorm van iets anders dan hiervoor gesteld, wordt individueel beoordeeld of er al dan niet rekening mee wordt gehouden. • Men moet een jaar of langer op een inkomen op minimumnivo zijn aangewezen. • Indien in een gezin meer personen voorkomen die tot de doelgroep behoren kan ieder afzonderlijk aanspraak maken op de uitkering. • Een aanvraag kan eenmalig per kalenderjaar worden aangevraagd van 1 januari tot en met 31 december • Individueel aanvragen Hoogte bijdrage De hoogte van de bijdrage bedraagt € 150,-- per jaar. Collectieve ziektekostenverzekering De zorgverzekeringswet voorziet in een basisverzekering. Deze is gebaseerd op gecontracteerde zorg, waardoor de nota’s zoveel mogelijk door de verzekeringsinstelling betaald worden. Daarnaast kan een aanvullende verzekering afgesloten worden en een collectieve verzekering. Hiervan vergoedt de gemeente een deel van de premie. Voorwaarden voor deelname aan de collectieve verzekering • Het inkomen is niet hoger dan 105% van de van toepassing zijnde WWB-norm • het vermogen blijft onder het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 3 WWB • Geen rekening wordt gehouden met vermogen in de eigen woning, de auto, motor, caravan. Indien sprake is van vermogen in de vorm van iets anders dan hiervoor gesteld, wordt individueel beoordeeld of er al dan niet rekening mee wordt gehouden. • Individueel aanvragen
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 11 van 13
HOOFDSTUK 8
VERGELIJKING HUIDIG BELEID T.O.V. NIEUW BELEID
VOORZIENING
HUIDIG BELEID
NIEUW BELEID
Draagkracht • inkomensgrens • drempelbedrag • draagkrachtpercentage
• • •
• • •
idem idem idem en bij - kosten bewindvoering - gemeentelijke heffingen
•
idem
•
100% geen 100% bij: - woonkosten - rente en afl. geldlening - algemeen periodieke bestaanskosten - directe levensbehoeften 35% bij bijzondere kosten
•
Kosten
•
opsparen nota’s tot € 50,-- •
opsparen nota’s tot drempelbedrag (thans € 114,--)
•
Vermogen
• •
• spaartegoed vrijlaten vermogen in eigen woning • vrijgelaten
idem rekening houden met vermogen in eigen woning
•
€ 90,-- per gezinslid per jaar onder bepaalde voorwaarden inkomensgrens 100% inkomengrens 120% Graft-De Rijp
Bijzondere regelingen •
bijdrage sociaal maatschappelijke voorzieningen
• •
•
€ 95,-- per gezinslid per jaar
• •
idem idem
•
Langdurigheidstoeslag
•
Toeslag voor langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief jonger dan 65 jaar
•
idem
•
Collectieve ziektekostenverzekering
•
aanvullende ziektekosten- • verzekering voor minima • inkomensgrens 105%
idem
•
idem
•
idem
• •
•
Regeling chronisch zieken • en gehandicapten • Bijdrage gemeentelijke heffingen
Bijzondere bijstand beleid 2006
• •
€ 150,-- p.p. indien men tot de doelgroep behoort inkomensgrens 105%
• Inkomensgrens 100% Eigen woningbezitters wel • recht
idem
idem Geen recht eigen woningbezitters
blz. 12 van 13
Bijzondere bijstand voor ziektekosten •
Bijzondere bijstand eigen bijdrage mogelijk
•
idem
•
Bjjzondere bijstand mogelijk
•
Geen bijzondere bijstand mogelijk
Vrijwillig gekozen eigen risico
•
n.v.t.
•
Geen bijzondere bijstand mogelijk
•
Meerkosten voorzieningen opgenomen in collectieve verzekering
•
aanvullende bijzondere bijstand mogelijk
•
Geen aanvullende bijzondere bijstand mogelijk
•
Persoon die niet deelneemt aan de collectieve verzekering
•
bijzondere bijstand mogelijk voor meerkosten dan die vanuit collectieve verzekering worden vergoed
•
Bijzondere bijstand mogelijk tot vergoeding collectieve verzekering
•
Tandartskosten
•
Bijstand mogelijk indien max. vergoeding verzekering wordt overschreden
•
bijzondere bijstand alleen mogelijk indien overschrijding max. vergoeding wordt veroorzaak door plaatsing max. 2 kronen.
•
Gedeeltelijk vergoeding kosten basisverzekering (kosten niet voor 100% of voor benoemde periode vergoed)
•
Basisverzekering maximeert vergoeding
•
Bijzondere bijstand beleid 2006
blz. 13 van 13