Bijlagenrapport Behorende bij het Rapport van Bevindingen van 26 april 2011 inzake het geschil tussen Stichting Mensinge-complex te Roden en V.O.F. de Winsinghhof Horeca (familie Geuken)
De arbitragecommissie i.o. van de gemeente Noordenveld drs. G. Evenhuis, voorzitter mr. M.A.C. van Egdom, lid G. Wolters, lid mr. W. Steur, secretaris
Inhoud Bijlagenrapport Bijlage 1
Volledig verslag van het gesprek met de Kerngroep Vrijwilligers van de Stichting Mensinge-complex, bestaande uit de volgende vrijwilligers: mevrouw L. Dermois, de heer J. Smit, de heer E. Robertus, en de heer E. Stadman dat heeft plaatsgevonden op 9 maart 2011
Bijlage 2
Volledig verslag van het gesprek met de heer O. Keizer, portefeuillehouder in het college, en de heer N. Weisenbach, beleidsmedewerker van de gemeente Noordenveld dat heeft plaatsgevonden dat heeft plaatsgevonden op 9 maart 2011
Bijlage 3
Volledig verslag van het gesprek met de heer M. Geuken en mevrouw K. de Vries dat heeft plaatsgevonden op vrijdag 11 maart 2011
Bijlage 4
Volledig verslag van het gesprek met de cultureel manager van de Stichting Mensinge-complex, de heer I. Dijkstra dat heeft plaatsgevonden op 25 februari 2011
Bijlage 5
Reactie van de cultureel manager en het bestuur van de Stichting Mensingecomplex van 15 april 2011 op de bevindingen van de commissie
Bijlage 6
Reactie van de Kerngroep Vrijwilligers van 15 april 20111 op de bevindingen van de commissie
Bijlage 7
Reactie van de wethouder, de heer O. keizer, en van de heer N. Weisenbach van de gemeente Noordenveld 15 april 2011 op de bevindingen van de commissie
Bijlage 8
Reactie van de heer Geuken en mevrouw K. de Vries van 18 april 2011 op de bevindingen van de commissie
Bijlage 1 Volledig verslag van het gesprek met de Kerngroep Vrijwilligers van de Stichting Mensingecomplex, bestaande uit de volgende vrijwilligers: mevrouw L. Dermois, de heer J. Smit, de heer E. Robertus, en de heer E. Stadman dat heeft plaatsgevonden op 9 maart 2011
Verslag van het horen van de Kerngroep Vrijwilligers door de Arbitragecommissie i.o. inzake het geschil tussen Geuken c.s. en de Stichting Mensinge Complex ter zake van de exploitatie van De Winsinghhof Datum: woensdag 9 maart 2011 Aanvangstijd: 15.30 uur Locatie: Gemeentehuis Noordenveld Aanwezig namens de commissie: . voorzitter : de heer G. Evenhuis. . leden : de heer M. van Egdom; de heer G. Wolters. . secretaris : de heer W. Steur. Verder zijn verschenen: mevrouw L. Dermois; de heer J. Smit; de heer E. Robertus, en de heer E. Stadman, allen in hoedanigheid van lid van de Kerngroep Vrijwilligers van de Stichting Mensinge Complex. Nadat de voorzitter iedereen heeft verwelkomd, stellen de aanwezigen zich voor. De heer Robertus is ongeveer 15 uren per week als vrijwilliger actief voor de stichting. Hij houdt zich bezig met automatisering en kaartverkoop. De heer Smit is afkomstig uit de culturele kring. Hij werkt als vrijwilliger mee aan de programmering en treedt op als vervanger van de Cultureel Manager bij voorstellingen. Mevrouw Dermois werkt sowieso op de dinsdag en donderdag sinds de oprichting als vrijwilliger op kantoor. Zij ondersteunt mevrouw Koning. Zij houdt zich bezig met de verwerking van bestelformulieren en de kassa op donderdag. De heer Stadman werkt als vrijwilliger en heeft geen bijzondere taken anders dan dat hij af en toe meepraat over het beleidsplan en dergelijke. De voorzitter legt uit dat de onafhankelijke arbitragecommissie in deze fase bezig is met het voeren van verkennende gesprekken om het probleem helder in beeld te krijgen. De heer Robertus vertelt dat de Kerngroep is ontstaan vanuit de zorgen die bij de vrijwilligers bestaan over de verhouding met de horecaman. Hij is degene die destijds daarover de brief aan de wethouder heeft geschreven. Men is bang dat binnenkort als gevolg van de werkverhoudingen met de horeca een vervelende situatie ontstaat die ertoe leidt dat betaalde krachten en vrijwilligers gaan afhaken. Hun spankracht is zo goed als aan het einde. Hij benadrukt dat de betaalde krachten de basis vormen voor de circa 30 vrijwilligers. De Kerngroep heeft zelf een lijst opgesteld met ergernissen. (Dit ‘Zwartboek verhouding Horeca en Theater’ is overgelegd en als bijlage opgenomen) Hiervan wordt een aantal voorbeelden toegelicht: de kassadag, koffievlekken op de wand, peuken voor de ingang, de plaatsing van tafels en stoelen, het commentaar over het energiegebruik en op- of aanmerkingen over watergebruik. Mevrouw Dermois licht toe dat de balie zo vies is omdat daarvan ook gebruik wordt gemaakt door de horeca.
De Kerngroep geeft aan dat de waardering en passie voor het theater ontbreekt bij de horeca. De situatie is nu zo dat er een restaurant is en, helaas, ook een theater. Het theater is kennelijk bijzaak. De horeca is geheel in handen van de heer Geuken. Juist bij een dorpshuisfunctie zouden de vrijwilligers moeten worden gekoesterd. Dit komt terug in de structuur: de horeca verhuurt de zaal aan het theater. Als je nu een organisatieplaatje zou maken, zou je de huidige constructie niet als structuur bedenken. De heer Geuken rekent nu zelfs geld voor het gebruik van het servies. Het is een intiem theatertje. Na afloop van de voorstelling gaan bezoekers nog wel naar het café om na te praten. Zij willen daar graag klant zijn, maar het lijkt er op dat dat door de horeca-uitbater niet altijd prettig wordt ervaren. De keuken sluit vaak reeds om 22 uur er wordt vroeg met opruimwerkzaamheden begonnen terwijl er nog klanten aanwezig zijn. Zij willen goede klanten zijn, maar dat wordt moeilijk gemaakt. De keuken gaat dicht om 22.00 uur en al snel gaan de lampen uit. Het gevoel is dat hij geen feeling heeft voor het publiek. Dat zie je bijvoorbeeld bij de langere openstelling van de kassa voor het publiek. De heer Geuken ziet daarin reden om extra stroomverbruik in rekening te brengen. Het gaat overigens zowel om de heer als mevrouw Geuken. De houding van beiden komt erg negatief over op de Kerngroep. In het begin in 2007 was het kantoor boven. Dat was klein en gaandeweg ook niet plezierig. Toen zijn er verschillende aanvaringen geweest. Mevrouw Geuken schiet daarbij uit de slof. Dat doet zij het liefst in het bijzijn van derden. De wisselwerking klopt niet. Andersom hoeven de vrijwilligers niets te verwachten van de horecaman, maar hij rekent er wel op dat de vrijwilligers taken voor hem uitvoeren, zoals het in ontvangst nemen van bestellingen. Er is zelfs een nieuwe brievenbus aangeschaft, speciaal voor het theater. De vergaderkamer was te klein. De heer Geuken wilde niet zijn kantoor, dat groter is, beschikbaar stellen. De voorkeur is altijd gebleven dat het kantoor bij het theater bleef. De verhoudingen zijn vanaf het begin moeizaam geweest. Het contact tussen de heer Geuken en Heiko Kuipers ging eerst redelijk. De oorzaak van problemen die ontstonden was het ontbreken van een contract. Telkens moest over nadere afspraken worden gediscussieerd. Dat contract is er nog steeds niet, omdat de heer Geuken telkens de voet dwars zet. De discussies werden hoe langer hoe steviger. Toen de penningmeester, de heer Bouma, Heiko Kuipers na diens vertrek verving, had deze overleg met de heer Geuken. Toen is de situatie zodanig geëscaleerd dat de heer Geuken de zaal op slot deed. Het gevoel is dat de zaak helemaal is vastgelopen. De Kerngroep ziet het niet meer goed komen. De Kerngroep vertelt over de gebeurtenis rond de kaartverkoop voor de voorstelling van Freek de Jonge. Toen bleek dat tegelijkertijd een condoleance plaatsvond. De heer Geuken heeft toen geen enkele poging gedaan dit in goede banen te leiden. Om twaalf uur waren zelfs mensen aanwezig die vooraf bij hem hadden gereserveerd. Hij was er niet. Hij komt regelmatig zulke afspraken niet na. Aan de basis van het theater staan de beroepskrachten. Als die wegvallen, is het gebeurd met het theater. De bedoeling is dat het een modern dorpshuis is. Dat wordt niet als zodanig herkend. Alleen de zaal ademt theater. Daarbuiten heeft niemand wat te vertellen. Zowel de vrijwilligers als het bestuur zitten in hetzelfde schuitje richting Geuken. De verhouding tussen het bestuur en de vrijwilligers is goed. De vrijwilligers zijn meer met de uitvoering belast en ondervinden meer problemen met Geuken dan het bestuur. De vrijwilligers hebben soms wel opmerkingen over de daadkracht van het bestuur. Deze constructie is destijds door het gemeentebestuur, het toenmalig bestuur en de heer Geuken opgezet. Die werkt alleen bij goede onderlinge verhoudingen. Er is door middel van een brief geklaagd bij het gemeentebestuur en het bestuur van de SMC. Vanaf de kant van de gemeente kwam pas een reactie nadat door de kerngroep een rappel was gezonden. De eerste reactie van de gemeentesecretaris was zonder nadere uitleg te geven: “u krijgt geen antwoord”. Pas later in het betreffende telefoongesprek werd verklaard dat de brief in behandeling was gegeven bij de arbitragecommissie. Het zou overigens goed zijn als het gemeentebestuur vaker naar het theater zou komen. Het klopt dat het curieus is dat er na al die tijd nog niets op papier staat. Mogelijk spelen ook zaken in de persoonlijke sfeer. Er is een relatie met de burgemeester. De heer Geuken heeft een paar keer dochters van de burgemeester als stagiaires in huis gehad en de vrouw van de burgemeester past op
bij Geuken thuis. Of dat tot belangenverstrengeling leidt, weet men niet, maar het maakt het bijvoorbeeld wel moeilijker voor de wethouder om objectief naar de positie van de horecaman te kijken. Er is een contract opgesteld door het bestuur, maar de heer Geuken weigert dat te ondertekenen. De heer Van Egdom wijst erop dat het bestuur in 2007 een concepthuurovereenkomst heeft opgesteld, die nooit is ondertekend. Nu komt het bestuur met een nieuw contract. De heer Geuken stelt zich nu op het standpunt dat hij al een contract heeft. Cru gezegd, ziet de Kerngroep ‘hij eruit of wij eruit’ als de beste oplossing. De schoen wringt bij de beheersstructuur. Als de verschillende partijen zouden accepteren dat het theater leidend is, dat de horeca ondergeschikt en dat dat alles wordt goed omkaderd, zou mogelijk nog kunnen worden samengewerkt. De verwachting is evenwel dat de heer Geuken daar niet mee zal instemmen. Je kunt geen afspraken maken met hem. Bijvoorbeeld de consumpties die zomaar worden verhoogd. Het feit dat zonder kennis van het bestuur een restaurant is begonnen is nog een voorbeeld daarvan. Als de structuur beter is, is het gemakkelijker te beheersen. Een andere oplossing is een scheiding van voor en achter. Dat wordt gezien als noodoplossing. Het gebouw leent zich niet voor splitsing. De heer Evenhuis stelt vast dat het belangrijkste naar voren is gebracht. Hij legt het vervolg uit. De commissie heeft vrijdag nog twee interviews en maakt daarna de balans op. Het streven is om de procedure te hebben afgerond voor 1 mei 2011 met waarborging van vorm en zorg.
Overgelegd stuk Zwartboek verhouding Horeca versus Theater
Bijlage 2 Volledig verslag van het gesprek met de heer O. Keizer, portefeuillehouder in het college, en de heer N. Weisenbach, beleidsmedewerker, van de gemeente Noordenveld dat heeft plaatsgevonden op 9 maart 2011.
Verslag van het horen van de portefeuillehouder in het college en de beleidsmedewerker door de Arbitragecommissie i.o. inzake het geschil tussen Geuken c.s. en de Stichting Mensinge Complex ter zake van de exploitatie van De Winsinghhof Datum: woensdag 9 maart 2011 Aanvangstijd: 14.15 uur Locatie: Gemeentehuis Noordenveld Aanwezig namens de commissie: . voorzitter : de heer G. Evenhuis. . leden : de heer M. van Egdom; de heer G. Wolters. . secretaris : de heer W. Steur. Verder zijn verschenen: de heer O. Keizer, wethouder, en de heer N. Weisenbach, beleidsmedewerker. Nadat de voorzitter de aanwezigen heeft verwelkomd, stellen de aanwezigen zich voor. De heer Keizer is sinds 2006 wethouder. Vanaf 2007 is hij verantwoordelijk voor het dossier Mensinge. Daarvoor was dat Geert Wolters. De heer Weisenbach is werkzaam als beleidsmedewerker sport en accommodaties vakgroep Welzijn, Onderwijs en Sport. Hij heeft het dossier van de Stichting Mensinge Complex (hierna: de SMC) eind 2007 overgedragen gekregen. De brief aan het college van de heer Dijkstra is niet beantwoord. Die is overgedragen aan de commissie. De wethouder kan de brief niet beantwoorden. Het college heeft SMC de opdracht gegeven om van het complex een bruisend geheel te maken. Daartoe is de Winsinghhof ter beschikking gegeven, het Koetshuis en een koetsierswoning. In de Winsinghhof zou vooral het culturele leven in de zin van voorstellingen op allerlei niveau en de dorpshuisfunctie moeten worden gerealiseerd. Daarbij hoort een horecafunctie ter ondersteuning van de culturele zaken; de SMC diende ervoor te zorgen dat daar een goede pachter in zou komen en dat daarmee werkbare goede afspraken zouden worden gemaakt. De gemeente stond buiten de invulling die de SMC daaraan zou geven. De SMC heeft de pachter aangenomen en daar afspraken mee gemaakt. De heer Keizer denkt dat toen de pachter was aangenomen en daarmee afspraken waren gemaakt, het stichtingsbestuur op dat moment nadrukkelijk vond dat de pachter een ondersteunende rol had en dat deze op andere momenten bruiloften en partijen en dat soort zaken mocht realiseren. Dat is in het bedrijfsplan van de pachter tot uiting gekomen. Al spoedig daarna zijn de verwachtingen uiteen gelopen. Voor € 15.000,- huur en aanvullend de vergoedingen voor de voorstellingen was de destijds inschatting dat het misschien wel moeilijk zou worden, maar dat de pachter dat wel zou kunnen doen. Wel is steeds richting de SMC steeds gecommuniceerd dat de dorpshuisfunctie en de culturele functie voor de bevolking van Noordenveld een bruisend geheel moest worden. De horecafunctie hoorde daarbij. Er zit een keuken in. Die is door de gemeente vanuit de hoedanigheid van goed beheerder in de jaarplanning opgenomen om ervoor te zorgen dat deze up to date en goed bleef. In december heeft daar een behoorlijke verbetering plaatsgevonden, wat de SMC overigens vervelend vond. Daar is het beeld uiteen gelopen tussen stichtingsbestuur en pachter. De pachter is
ook diners gaan serveren. Dat wordt door de heer Keizer naast de Cuisinerie, die in een hoger segment voorziet, gezien als een goede aanvulling op de culturele activiteiten. De heer Evenhuis wijst erop dat er verschillende interpretaties zijn. Aan de ene kant is sprake van een semicommerciële invulling van de horeca. Aan de andere kant wordt uitgegaan van een volledige horecafunctie. De pachter is volledig op de commerciële toer gegaan. De heer Weisenbach zegt daarop dat het idee is dat de horeca dient ter ondersteuning van de culturele activiteiten. Daarbuiten is de pachter vrij in de invulling die hij aan het pand geeft binnen de kaders van de huurovereenkomst tussen gemeente en Stichting Mensinge Complex. . De heer Van Egdom wijst erop dat de pachter al op 15 mei 2007 is begonnen – op een moment dat er nog niets op papier staat – en dat de gemeente pas in 2008 een huurovereenkomst heeft gesloten die bovendien weinig sturing bevat voor het vervolg. Er is een jaar lang een vacuüm geweest. De heer Weisenbach merkt op dat over de overeenkomst was gecommuniceerd en dat daarover al maanden eerder overeenstemming bestond. Het tekenen van de overeenkomst heeft op zich laten wachten als gevolg van een bestuurswisseling bij de SMC. Wel was een aantal maanden daarvoor een conceptovereenkomst toegezonden aan het stichtingsbestuur dat kon dienen als basis voor de overeenkomst met de pachter. De conceptovereenkomst was een pachtovereenkomst die kon dienen als basis voor de overeenkomst met de pachter. De heer Van Egdom wijst op de eis van schriftelijke toestemming in de huurovereenkomst. Die laat zich niet goed rijmen met de gedachte van het college om op afstand te blijven. De heer Keizer zegt daarop dat de pachter al eerder in het college is aangedragen en dat het college de keuze voor de nieuwe pachter heeft geaccordeerd. Hij kan niet bevestigen dat, zoals de heer Weisenbach aangeeft, alle kandidaten een presentatie hebben gehouden met een bedrijfsplan. In ieder geval heeft de familie Geuken een presentatie gehouden. Daar was de heer Keizer niet bij. De heer en mevrouw Geuken, welke laatste de Hotelschool had afgerond, werden beschouwd als een goede eenheid om invulling te geven aan de functie van pachter. Heiko Kuipers was op dat moment manager. De verwachtingen waren goed. De keuze van het stichtingsbestuur werd gerespecteerd. Het is bijzonder jammer dat de verhoudingen zijn verstoord. De Cuisinerie draait hartstikke goed. De constatering is dat op enig moment door beide partijen eisen zijn gesteld waarover niet goed is gecommuniceerd. Zo bestaat bijvoorbeeld onenigheid over de energiekosten en de verdeling daarvan bestaat onenigheid. Daarbij komt dat de beginsituatie nu anders is. Het conflict heeft als zodanig niet op de politieke agenda gestaan. Dat werd gezien als een intern conflict. De heer Schelling was destijds geen raadslid. Nu hij dat wel is, heeft hij afstand genomen. Het conflict is op zich niet in de raad aan de orde geweest. Wel is de subsidie aan SMC vanaf 2007 nadrukkelijk besproken. Die is afgelopen jaar ‘afgetikt’ op € 240.000,-. Dat bedrag was gebaseerd op het ambitieniveau dat bleek uit de stukken van de SMC. Dat is voorgelegd aan de raad. In 2008 is vanuit de gemeente niet geverifieerd hoe de verhouding was tussen stichtingsbestuur en pachter en of een schriftelijke overeenkomst was gesloten. Wel is bekend dat het stichtingsbestuur mondelinge afspraken met de pachter heeft gemaakt. De heer Wolters vraagt of iets is gedaan met de aanbeveling van de Rekenkamercommissie in het rapport uit 2009 tot concretisering van de doelstellingen van het Mensingecomplex in de richting van de twee partijen. De heer Keizer antwoordt dat richting het stichtingsbestuur is gezegd dat werd voldaan aan de verwachtingen van het gemeentebestuur. Over het conflict is ook wel met het stichtingsbestuur gesproken. Hij heeft ook wel eens met de heer Geuken om tafel gezeten. Daarbij is aangegeven dat het ging om een conflict tussen stichtingsbestuur en pachter. Het stichtingsbestuur heeft nooit gevraagd te bemiddelen, Geuken wel. Het stichtingsbestuur heeft zelf een kort geding aangespannen. Dat en ook overigens heeft politiek nog nooit ‘gedoe’ gegeven. De raad lijkt zich ervan bewust dat de verantwoordelijkheid is overgedragen aan stichtingsbestuur. De indruk dat het van begin af anders had gemoeten, is er. Dat het anders kan blijkt uit de samenwerking met de Cuisinerie. Die verloopt wel
goed. Over de uitspraak in kort geding merkt de heer Keizer op dat hij niet kan treden in de overeenkomst die tussen de beide partijen is gesloten. Met de heer Geuken heeft de heer Weisenbach geen contact. Daarmee is geen relatie. Met het stichtingsbestuur is 4 à 5 jaar regulier overleg met de wethouder over jaarrekening, begroting en dergelijke. Daarnaast is er eenmaal per twee maanden overleg over lopende zaken zoals onderhoud gebouw en dergelijke. Daarbij is de wethouder niet aanwezig. De heer Van Egdom vraagt wat is gedaan met de conclusie van de Rekenkamercommissie dat de commerciële functie niet aanvullend maar bepalend is geworden. De heer Keizer antwoordt dat richting het stichtingsbestuur in afleiding van die conclusie is gewezen op het belang van de continuering van de dorpshuisfunctie. Op de commerciële functie is verder niet ingegaan. De dorpshuisfunctie wordt naar de mening van de heer Keizer in redelijke mate vervuld omdat redelijk veel partijen daarvan gebruik maken; er vinden regelmatig vergaderingen plaats. Hij denkt wel dat er enige discrepantie bestaat tussen het beeld van de dorpshuisfunctie van het gemeentebestuur en dat van de heer Geuken. Vaak is het prijskaartje de reden waarom verenigingen afhaken. Een van de knelpunten is de eis van het verlaagde tarief. Na onderzoek naar de tarieven van vergelijkbare accommodaties heeft de wethouder Keizer het stichtingsbestuur opdracht gegeven een dorpshuistarief van € 50,- voor de grote zaal in de Winsinghhof te hanteren. Dat bedrag staat alleen in de niet-getekende conceptsubsidieovereenkomst. Wel is in de opdracht aan het stichtingsbestuur al eerder meegegeven dat met de toekomstige pachter moet worden overeengekomen dat reële tarieven worden gehanteerd. De discussie loopt nog. Dat zal ongetwijfeld één van de knelpunten zijn tussen de partijen. Afgelopen maandag is een tegenvoorstel ontvangen van het stichtingsbestuur. Het betreft subsidieverlening met een uitvoeringsovereenkomst. Over de uitvoeringsovereenkomst bestaat nog geen volledige overeenstemming, wel voor ongeveer 95%. De heer Keizer vindt het jammer dat de pachter de commerciële functie zo volledig mogelijk wil uitnutten. Het ingrijpen gebeurt bewust niet. Het beheer en de exploitatie van het Mensinge-complex is op afstand gezet. Het is pech dat het zo is gelopen. Voor het zelfde geld was de invulling door de pachter anders geweest. De burgemeester voert structureel overleg met de horeca. Dat gaat over veiligheid en dergelijke. Er is wel gewezen op de oneerlijke concurrentie van de horecafunctie. Dat is de laatste tijd minder aan de orde geweest. De heer Keizer spreekt de hoop uit dat de commissie komt tot een goede onderzoeksvraag.
Bijlage 3 Volledig verslag van het gesprek met de heer M. Geuken en mevrouw K. de Vries dat heeft plaatsgevonden op vrijdag 11 maart 2011.
Verslag van het horen van de heer Geuken en mevrouw De Vries door de Arbitragecommissie i.o. inzake het geschil tussen Geuken c.s. en de Stichting Mensinge Complex ter zake van de exploitatie van De Winsinghhof Datum: vrijdag 11 maart 2011 Aanvangstijd: 15.30 uur Locatie: Gemeentehuis Noordenveld Aanwezig namens de commissie: . voorzitter : de heer G. Evenhuis. . leden : de heer M. van Egdom; de heer G. Wolters. . secretaris : de heer W. Steur. Verder zijn verschenen: mevrouw K. de Vries, en de heer M. Geuken, beide horecaondernemers. Nadat de voorzitter de heer Geuken en mevrouw De Vries heeft verwelkomd, stellen de aanwezigen zich voor. De heer Geuken vertelt dat hij in 2005 toevallig te horen kreeg dat men de Winsinghhof ging verbouwen. Vanuit de ambitie om een eigen bedrijf te beginnen, is hij op de bonnefooi gaan rondbellen. Hij kreeg toen contact met Eddy de Jonge. In december 2005 werd hij door deze teruggebeld. Hij kreeg de opdracht om een plan te maken. In januari heeft hij om tafel gezeten met het bestuur en Heiko Kuipers. Medio mei 2007 zijn ze gestart. Zij hebben toen direct gevraagd om een contract. Van de kant van het bestuur werd daarop aangegeven dat dat afhing van het hoofdcontract met de gemeente voor het hele complex. Op basis daarvan zouden verschillende subcontracten worden gesloten met onder meer de Cuisinerie, de Havezate en met hen. Omdat hij zijn baan al had opgezegd bij Martiniplaza, moest hij aan de gang. Vanwege de onzekerheid over het verdere verloop had zijn vrouw haar baan aangehouden, maar het liep allemaal goed. Bepaalde dingen waren al wel duidelijk: de kosten, de betalingen voor het gebruik van de zaal, de energielast. Die cijfers waren bekend omdat die waren aangereikt ten behoeve van het opstellen van het bedrijfsplan: bijvoorbeeld energielasten en bezoekersaantallen. Alle correspondentie daarover is bewaard. Het eerste conceptcontract dat was aangeboden door het toenmalige stichtingsbestuur was voor hen de basis. Dat werd steeds voorgehouden, maar niet getekend, omdat het hoofdcontract nog niet was getekend. Dat conceptcontract heeft hij bij zich. In het voortraject waren zij de enige partij. Later na twee jaar, hebben zij gehoord dat de jongens van de Pompstee ook geïnteresseerd waren. Er was geen open procedure. Het stichtingsbestuur had aangegeven dat als zij met een goed plan dat aan zijn wensen voldeed zouden komen, er geen koehandel zou plaatsvinden. Meerdere keren zijn zij door tien bestuursleden en Heiko Kuipers teruggestuurd naar de tekentafel. Daaruit is het bedrijfsplan, inclusief het verbouwingsplan voortgekomen. Er is alleen gepresenteerd aan het stichtingsbestuur in de Winsinghhof, niet aan het college. Zij kunnen zich niet herinneren dat in het begin contact is geweest met de gemeente. Met de burgemeester is wel contact geweest, maar dat was omdat zij hem persoonlijk goed kennen. Over het bedrijfsplan is zo goed als alleen met Heiko Kuipers contact geweest. Contact met de wethouder vond
pas veel later plaats, nadat – na twee jaar – bij de hem aan de bel was getrokken over het ontbrekende contract. Die stuurde hen weer terug naar het bestuur. Het kader dat was aangegeven, was dat zij bij hun bedrijfsvoering binnen de ‘normale’ horecabedrijfsvoering moesten blijven, geen striptent dus. Er is vooraf vooral gesproken met Heiko Kuipers. Die heeft hen alle informatie verschaft. De kritiek had voornamelijk betrekking op de financiële aspecten van het bedrijfsplan, omdat men van mening was dat niet voldoende omzet werd gegenereerd. Het plan moest zover worden aangepast dat het winstgevend oogde. De toenmalige voorzitter van de Rabobank zat er bovenop. Die heeft herhaaldelijk erop aangedrongen dat zij zelf voldoende omzet zouden moeten genereren. De pachtsom was vanaf dag één € 15.000,-. Als het meer was geweest, hadden zij waarschijnlijk ook ja gezegd. Daarover is niet onderhandeld. De familie Geuken zou optreden als huurder. Dat stond in het contract. De stichting zou dan 60 à 70 voorstellingen de zaal terughuren. Verder waren zij zelf vrij in het invulling geven aan het gebouw als het maar binnen de horeca viel. Er is niet aangegeven dat cultuur leidend zou zijn, alleen dat het een horeca- en dorpshuisfunctie betrof. Er zijn verschuivingen geweest in de loop van de tijd. De inkomsten uit het terras en de bar waren te hoog ingecalculeerd, maar in principe is het concept zoals dat in het bedrijfsplan is verwoord nog actueel. Op een gegeven moment zijn zij met de markt meegeschoven. Daarover is gesproken met Eddy de Jonge, de heer van der Veen, Heiko Kuipers en de Cuisinerie. Er was vraag naar eten. De keuken was er. Toen kwam er een kok en een restaurant. Daarover is overlegd met het bestuur. De Cuisinerie heeft zelf aanbevelingen gedaan voor koks. Geen exclusieve gerechten zoals de Cuisinerie, maar een simpele kaart. De cultuur heeft er niet onder te leiden gehad. De voorstellingen gingen gewoon door. Er is – dat is pas na drie jaar duidelijk geworden – wel onenigheid geweest over wie de culturele planning zou doen. Zij namen allerlei partijen aan van verenigingen en stichting – als dorpshuisfunctie – tegen zeer gereduceerde tarieven. Achteraf bleek dat de stichting dat had moeten regelen. Daarover waren toen geen duidelijke afspraken gemaakt. Dat hebben zij altijd voor lief genomen. De stichting had de agenda en kreeg daarvoor subsidie. Die subsidie is overigens toen alleen gebruikt voor de activiteiten van de stichting zelf en niet voor lokale activiteiten. Er kwam ruis over de dorpshuisfunctie. De techniek was uitgebreid en kleine verenigingen die daarvan gebruik wilden maken, mochten dat niet, want die was van het theater. Toen kwam de discussie. Die voorzieningen waren betaald met gemeenschapsgeld. Een jaar daarvoor is er overleg geweest over de dorpshuisfunctie. Daaruit kwam een indeling in regio’s. Toen begon telefonisch het overleg over de invulling van het dorpshuis. Zij voelen zich gestraft omdat zij hun best hebben gedaan er een bloeiende zaak van te maken. Daarbij is van belang dat er van de kant van de stichting steeds op is aangedrongen om ervoor te zorgen dat de zaken winstgevend zouden zijn. Als het slecht was gegaan, had niemand bijgesprongen. Zij hebben het risico genomen. Volgens het contract, dat is bevestigd per e-mail, huurden zij het hele pand. 300 dagen per jaar zouden zij vrij man zijn voor bruiloften, partijen en dergelijke. Er ontstond frictie toen er techniekdagen, kassadagen en dergelijke werden opgeëist. Met de komst van het nieuwe bestuur ontstond nog meer frictie, toen was alles een kleine ergernis. Een van de belangrijke geschilpunten betreft het stroomgebruik. Met Heiko Kuipers kwamen zij daar destijds redelijk uit. Er is maar één energiemeter in het pand. In de loop der tijd zijn er zonder overleg allerlei technische uitbreidingen gedaan aan het pand, zoals een nieuwe licht- en geluidsinstallatie, een computer, een lift. Voor de theatervoorstelling betalen zij de energiekosten, maar daarbuiten niet. Op een gegeven moment kwam men met de eigen sleutels te pas en te onpas de zaal binnenkwam en gebruikte stroom. De techniekjongen heeft er de hele zomer gezet van ’s ochtends 8.00 tot ’s avonds 18.00 uur. Daarvoor is niets betaald. Over het betreden ten behoeve van onderhoud en energie buiten de voorstellingen was niets geregeld. Verder eisten ze steeds meer ruimte op. Nu stellen ze zich op het standpunt dat de achterzaal van de stichting is en het voorgedeelte van hen. In het begin waren de energielasten begroot op € 15.000,-. Het eerste jaar bleek dat al € 18.000,-. Nu zitten ze tegen de € 30.000,- aan. Dat heeft mede aan de basis gestaan voor de keuze voor een restaurant; er moest meer omzet worden gegenereerd.
Zij hebben nooit onderzoek gedaan naar kleinschalige, vergelijkbare inrichtingen, waarin cultuur en horeca samengaan. Pas later hebben zij via derden inzicht gekregen in de ambities op het gebied van cultuur en afspraken die daarover met de gemeente waren gemaakt. Zij zijn daarin niet betrokken. Ook nu niet, terwijl afspraken worden gemaakt die ook hen aangaan. De heer Geuken heeft kennis genomen van een nieuwe overeenkomst waarin ook financiële afspraken staan. Daarover is hij niet gekend. Daarvan worden zij moedeloos. De verhouding nu is niet goed. Je ziet elkaar en groet elkaar. Daarmee houdt het op. De verhoudingen zijn puur zakelijk. Voorheen werd bij hen nagedronken. Nu zitten ze aan de overkant bij de Pompstee. Het is fout gegaan met de komst van het nieuwe bestuur, met name de heer Kok en de heer Bouma. Daarna werd het heel vervelend. Het nieuwe bestuur had een andere ambitie en ontbeerde een dorpsmentaliteit. De afspraken die met Heiko Kuipers waren gemaakt, werden toen plotsklaps aan de kant gezet. Met Heiko waren er soms wel moeilijkheden, maar daar kwamen zij altijd uit. Zij ontkennen in het verleden gemaakte afspraken. Daarvoor waren er alleen discussies over het stroomgebruik en het gebruik van de zaal. Vlak na de komst van Ids Dijkstra was er een conflict over een dubbele boeking. Toen was hij als een blad aan de boom omgeslagen. De ambitie bleek ook na de verbouwing. De installatie is er een waarover zelfs Martiniplaza niet beschikt. 10% van de capaciteit is genoeg. Dat kost allemaal stroom. Dat is met subsidiegeld gedaan. Over tien jaar willen zij er nog graag zitten, met een goede verstandhouding. Er liggen mogelijkheden, maar het zijn vooral de heer Kok en de heer Bouma die het voor iedereen verpesten. Die houden geen rekening met hen en zelfs niet met hun eigen mensen. Zij zetten iedereen op tegen hen. Buiten die twee kan het wel goed komen. Met Heiko zijn er werkafspraken gemaakt, bijvoorbeeld over de planning door middel van een open agenda. Dat is er nooit van gekomen. Dat zou de beste oplossing zijn. Zij zijn uit het kantoor weggegaan. Dat werd te klein. De grote ruimte is een vergaderzaal. Als die was aangeboden zouden zij de inkomsten daaruit kwijtraken. In het nieuwe pachtcontract staan vooral de dingen die de stichting niet bevalt. Daarover is gepraat. Zelf zien zij liever de constructie van een huurcontract met daarnaast een soort huisreglement. Dat hoeft niet met elkaar verweven te zijn. Er was een lijst waarop zaken als onderhoud en dergelijke stond. Omdat het huurcontract maar niet getekend werd, is die verder niet uitgewerkt. Zij betalen iedere maand braaf hun huur, maar er is nog steeds geen contract. Er is op gegeven moment sprake geweest van een mediator, maar de daaraan verbonden kosten wilden en konden zij niet opbrengen. Daarna kwam de zaak in een stroomversnelling. Het kort geding heeft hen € 8.000,- gekost aan advocaatkosten. Aanleiding daarvoor was het niet nakomen van de afspraak over betaling van energielasten aan de hand van een logboek. Daarvoor hebben zij een rekening gestuurd die niet werd betaald. De deur is nooit geblokkeerd op dagen dat voorstellingen zouden plaatsvonden. Omdat zij er niet meer uitkwamen, heeft de heer Stelling zijn diensten aangeboden. Hun kosten werden hoger en mochten niet worden doorberekend. De heer Stelling heeft deuren geopend die de heer Geuken zelf niet kon openen. Daarna is hij met de burgemeester en de wethouder om tafel gekomen. De wethouder neigde in zijn reactie naar de kant van het bestuur. Het rapport van de BMC concludeerde dat de horeca wel voldoende vrijheid moest worden geboden. De heer Geuken is puur participant in Onder de Linden met een zakje geld. De omzet voldoet redelijk aan de verwachtingen. De mensen komen en hebben het naar hun zin. Dat hadden zij voor ogen. Qua doelgroep sluiten zij aan bij die van het theater: 40+. Van arrangementen is
het door de hele situatie niet gekomen. Daarin zij zijn in het begin afhoudend geweest vanwege de Cuisinerie. Het komt wel voor, maar gebeurt dan op eigen initiatief. De heer Geuken zegt toe diverse stukken aan de commissie over te leggen. Die hebben onder meer betrekking op de knelpunten, waaronder de energielasten. Verder is een mailtje opgenomen dat betrekking heeft op de kostenverhoging in het kader van de dorpshuisfunctie. Bepaalde gebruikers komen niet meer omdat de kosten te hoog zijn. Zij worden aangekeken op de hoge kosten die de stichting de gebruikers in rekening brengt. De tarieven voor bijvoorbeeld het gebruik van de tribune. zijn door het bestuur vastgesteld. Men huurt een lege zaal (€ 150,-) met standaard twee boxen en drie lichten. Extra techniek kan bij de stichting worden gehuurd. De stroom die dat kost, wordt niet vergoed. De reactie op het ‘bonnetjesverhaal’ is van hun kant dat zij hun eigen drankjes meenemen. Het lijkt erop dat zij hen verder in het nauw willen brengen. Er is zelfs tegen de artiesten gezegd dat die niet meer onze drankjes moeten kopen. Het idee bestaat dat de stichting hen wil wegpesten. Ook is aangegeven dat een huurverdubbeling zal plaatsvinden. De vergelijking met de Cuisinerie gaat niet op vanwege alle goedkope dorpshuisactiviteiten. Een huurverdubbeling kunnen zij niet opbrengen. Het is niet aan de stichting om de tarieven te bepalen. Die heeft geen inzicht in de kosten. De indruk bestaat dat de stichting zelf de horeca-activiteiten wil gaan voeren. Dit jaar is een winst behaald van € 46.000,- op een omzet van ongeveer € 280.000,-. Zij hebben niet om deze situatie, waarin niet is afgesproken een percentage van de omzet te betalen als pachtsom, gevraagd. De achteraf gevorderde huurverhoging over 2010 hadden zij niet hoeven betalen, omdat die te laat was. Dat hebben zij wel gedaan. Van hun kant gebeurde dat niet bij de voorgestelde verhoging van € 25,vanwege de hogere energiekosten. Met het aangeboden alternatief van € 200,- met daarbij tien onderhoudsdagen zijn zij niet akkoord gegaan, evenmin met een uurtarief. De jaarlijkse huurverhogingen hebben zij altijd netjes betaald. De oorspronkelijke huurprijs is door de stichting zelf bepaald. Daar hebben zij niet om gevraagd. Er is gesproken over de plaatsing van een energiemeter, kosten € 3.300,-. De kosten daarvan waren te hoog. Voor hen is het gemakkelijk praten. Zij praten niet met hun eigen geld. Het werk doen zijn met heel veel plezier. Het is altijd hun droom geweest om een eigen onderneming te voeren. Zij vinden cultuur heel belangrijk. Zelf nemen zij hun kinderen mee naar culturele activiteiten. Dat is een basis voor de opvoeding. Ook de dankbaarheid van de mensen doet goed. Zo sta je op een maandagavond voor de klaverjasclub voor een tientje. Dat wordt niet gezien door de buitenwereld. Zij willen er graag uitkomen omdat zij nog heel lang willen blijven zitten. Als oplossing zien zij een genoegdoening waarin beide partijen zich kunnen vinden. Beide partijen zijn uit elkaar gegroeid en het is moeilijk weer bij elkaar te komen. Een contract met een huisreglement zou alles oplossen. Het is jammer genoeg nodig de zaken tot in de details te regelen. De heren Bouma en Kok zien zij als de onruststokers. Die hebben het voor hen verpest. Hun aanwezigheid staat een oplossing in de weg. De heer Geuken heeft via via gehoord dat tussen bestuur en de gemeente is afgesproken dat in aanvulling op de vergoeding ook nog € 50,- huur moet worden betaald. Daarover is niets met hen afgesproken. De verwachting is niet dat de stichting dat uit eigen beweging met terugwerkende kracht zullen betalen. Toen de deur op slot ging, was het moment dat voor hen de maat vol was. Er waren geen andere mogelijkheden meer. De aanvang van het contract was op 17 mei 2007. Bij de horeca en detailhandel is het gebruikelijk dat een contract tweemaal vijf jaar loopt. Dat is ook zo bij de rechter besproken. Tussentijdse opzegging is mogelijk na vijf jaar. Met de gemeente is besproken dat dat niet aan de orde is; er is niet voor niets voor een externe partij gekozen. Zij hebben altijd netjes de huur betaald. Alle theatervoorstellingen hebben altijd doorgang kunnen vinden. Splitsing van het pand is geen optie; zonder de achterzaal kunnen zij het niet bolwerken. Dat blijkt uit de cijfers. Het restaurant is niet erg winstgevend. De krenten in de pap zijn de vergaderingen en de verhuur van de grote zaal voor bruiloften en dergelijke. Er zijn geen duidelijke afspraken gemaakt over de programmering. Het aantal activiteiten dat vooraf gepland wordt, is twee of drie. In principe heeft de stichting vrij spel. Zij willen wel graag de mogelijkheid hebben om een beperkt aantal activiteiten ruim vooraf te plannen. Dat moet goed worden
beschreven. Wellicht in combinatie met goede afspraken over annuleren of met een maximum aantal activiteiten. Zo zijn er het afgelopen jaar al twaalf pauzes gecancelled. Daarvoor hebben zij wel personeel ingehuurd. Af en toe is niet erg, maar zo vaak moet niet kunnen. Nu speelt de discussie over afschaffing van de pauzedrankjes. Als dat gebeurt, zal hij minder horecapersoneel moeten inzetten, omdat het anders niet uit kan. De heer Geuken voorspelt dat dan de horeca de schuld krijgt, omdat de service minder wordt. Het is heel belangrijk dat afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld de pauzedrankjes in verband met de nieuwe brochure. Die is klaar op 1 april. In oktober en november zijn nu alle weekeinden geclaimd. Voorheen konden zij aanspraak maken op een paar dagen in die periode. Dat is nu onmogelijk gemaakt. De heer Geuken benadrukt dat zij een conflict hebben met het bestuur en niet met de vrijwilligers. De heer Evenhuis vertelt dat de commissie een open houding heeft en benadrukt dat zij onafhankelijk is. Voor de beeldvorming zijn gesprekken gevoerd met de heer Dijkstra, de Kerngroep vrijwilligers, de heer Kok, en de wethouder en de beleidsambtenaar. In de opvatting van de commissie zijn drie partijen betrokken: het stichtingsbestuur, de heer Geuken en mevrouw De Vries, en de gemeente. Op donderdag 17 maart 2011 maakt de commissie de balans op en wordt het vervolgproces bepaald.
Overgelegde stukken: Bijlage verslag Geuken - culturele activiteiten 2007, 2008, 2009 en 2010 Bijlage verslag Geuken - bezwaarschrift energiekosten en mailverkeer Kah Bijlage verslag Geuken - bijeenkomst verslag en afspraken 4 november 2010 Bijlage verslag Geuken - contract Bijlage verslag Geuken - correspondentie gemeente en knelpunten samenwerking Bijlage verslag Geuken - culturele activiteiten 2007 2008 2009 en 2010 Bijlage verslag Geuken - mailverkeer 2007, 2008 en 2011 en verslag overleg 24 okt. 2008 Bijlage verslag Geuken - mailverkeer en verslag 15 augustus 2008 Bijlage verslag Geuken - mailverkeer Henk Schelling Bijlage verslag Geuken - nota’s Bijlage verslag Geuken - notities en 2 facturen Bijlage verslag Geuken - seizoen 2011 2012 en persoonlijk advies Bijlage verslag Geuken - verslag gesprek Geuken en Bestuur Bijlage verslag Geuken - knelpunten samenwerking theater
Bijlage 4 Volledig verslag van het gesprek met de cultureel manager van de Stichting Mensingecomplex, de heer I. Dijkstra dat heeft plaatsgevonden op 25 februari 2011
Verslag van het horen van de heer I. Dijkstra door de Arbitragecommissie i.o. inzake het geschil tussen Geuken c.s. en de Stichting Mensinge Complex ter zake van de exploitatie van De Winsinghhof Datum: vrijdag 25 februari 2011 Aanvangstijd: 15.00 uur Locatie: Gemeentehuis Noordenveld Aanwezig namens de commissie: . voorzitter : de heer G. Evenhuis. . leden : de heer M. van Egdom; de heer G. Wolters. . secretaris : de heer W. Steur. Verder is verschenen de heer I. Dijkstra in zijn hoedanigheid van cultureel manager in dienst van de Stichting Mensinge Complex.
De voorzitter legt uit dat de onafhankelijke arbitragecommissie in deze fase bezig is met het voeren van verkennende gesprekken om het probleem helder in beeld te krijgen. De commissie zou graag inzicht verkrijgen in de functie die de heer Dijkstra vervult en welke opdrachten of afspraken daarbij gelden. In het daarop volgende vraaggesprek heeft de heer Dijkstra - kort samengevat - het volgende verteld. De heer Dijkstra is in februari 2010 begonnen in zijn functie van cultureel manager. Daarvoor was hij werkzaam voor de schouwburg De Lawei in Drachten als hoofdbedrijfsvoering. Eerder was hij werkzaam geweest als zelfstandig ondernemer voornamelijk in groothandelbedrijven. In de Lawei heeft hij veel geleerd. Hij had in de krant gelezen dat Heiko Kuiper zou vertrekken. Diens functie leek hem een leuke nieuwe uitdaging qua kennis en cultuur, en vanwege het feit dat de functie op meerdere activiteiten betrekking had: dorpshuis, museum, galerie en theater. Hij heeft daarop contact gezocht met Frits Kok, de voorzitter. Die had al aangegeven dat het contact met de horecaman niet goed liep. In de periode dat de heer Bouma dat contact van Kuipers had overgenomen, is de situatie verder geëscaleerd. Het bestuur hoopte dat zijn komst het tij kon keren, doordat tussen hem en de horecaman misschien een klik zou zijn. Dat bleek echter al na een maand niet het geval. Met een serieuze insteek is het niet te doen om handen en voeten te geven aan de opdracht die de stichting heeft om een bruisend centrum van het Mensinge Complex te maken – wat dat ook precies mag inhouden – en zorg te dragen voor een goede besteding van het culturele gemeenschapsgeld. Een van de onderdelen daarvan is een eigentijds sociaal cultureel dorpshuis. Dat is omschreven in het beleidsplan (Secr.: het beleidsplan is overgelegd en als bijlage aan het verslag gehecht). Daarin is ook een sterkte-zwakte-analyse opgenomen. Eén van die randvoorwaarden is dat de situatie met de pachter wordt opgelost. Het probleem is op zich niet ingewikkeld. Een oplossing waarbij de kool en de geit wordt gespaard is dat wel. Zijn analyse is dat het probleem drie niveaus kent. 1. Bij het begin is gekozen voor een bepaalde opzet. Die is niet goed genoeg doordacht. Op het eerste niveau heeft iedereen boter op het hoofd: de gemeente Noordenveld, het bestuur en de familie Geuken.
2. Het tweede niveau van het probleem is dat de niet-optimale opzet nooit is vastgelegd. Daaraan zijn de gemeente en, in mindere mate, Geuken debet. De gemeente kwam vrij laat met een huurcontract met de stichting. Toen was de situatie met Geuken al dusdanig dat niets meer mogelijk was. 3. De derde reden is de persoon Geuken. Die is niet geschikt voor een samenwerkende rol. Als hij een fietsenhandel was begonnen in het pand voor het theater, hadden zij geen last gehad. Zijn vrees is dat het huidige bestuur, personeel, vrijwilligers en hijzelf, degenen die geen boter op het hoofd hebben, de dupe worden van de problemen. Dat speelt met name de heer Bouma parten. Die bekruipt het gevoel dat het zo wordt gedraaid dat het bestuur de zwarte Piet krijgt toebedeeld, omdat het zich niet neerlegt bij de ontstane situatie. Hij benadrukt dat inmiddels iedereen die bij deze problemen betrokken is geweest, is afgehaakt. Inmiddels is de politiek ermee aan de haal gegaan en is de uitkomst onduidelijk. De heer Geuken vertoont wat de heer Dijkstra omschrijft als een soort Noord-Koreaanse strategie. Passief agressief; drie stappen vooruit en twee achteruit. Als voorbeeld noemt hij de programmering voor het nieuwe seizoen. Dan blijkt toevallig dat er ineens tien bruiloften zijn. Toen werd gemeld dat voet bij stuk zou worden gehouden met de programmadata, bleken alle bruiloften binnen een dag verzet te kunnen worden. De programmering gaat als volgt. Tot maart is de agenda bij hem in beheer. Tot die tijd kan de heer Geuken andere activiteiten bij hem aanmelden. Hij stuurt wel een voorlopige planning, zodat de heer Geuken weet wat er speelt. Na 1 maart staat de programmering vast en komt de agenda in beheer bij de heer Geuken. Aldus zijn de voorstellingen van het Mensinge Complex in beginsel leidend. Er is een kort geding gevoerd omdat de heer Geuken de deuren op slot had gedaan. (De heer Dijkstra heeft toegezegd dat hij de uitspraak en de pleitnotities zal nasturen) Daarin had Geuken gesteld dat hij huurt en niet pacht, en dat commercieel belang prevaleert boven cultureel belang. De stichting stelt zich juist op het standpunt dat de horeca-exploitatie wordt gepacht. Er zijn afspraken gemaakt over het beheer van het gebouw, maar dat betekent niet dat sprake is van huur-verhuur. Uit het kort geding is duidelijk geworden dat er geen huurovereenkomst is. De rechter zou anders geen grond hebben gehad om de sleutel terug te geven. Een tweede juridisch anker is het verhogen van de huurprijs. Dat mag na vijf jaar, met ingang van 2012. De huidige huur is een giller. Ter vergelijking, de vraagprijs voor een horecapand aan De Brink 15, 85 m2, bedraagt jaarlijks € 26.000,- zonder inrichting en zonder voorstellingen. Zo bezien, kan de heer Geuken worden gekenschetst als een luie en verwende ondernemer. Je kunt ook zeggen dat hij destijds goed heeft onderhandeld. Je mag dan toch op zijn minst verwachten dat hij dan niet dwarsligt. De heer Dijkstra rekent voor. De heer Geuken betaalt € 15.000,- huur. De stichting betaalt € 10.000,- terug aan zaalhuur. De Mensinge betaalt voor het onderhoud van de keuken. De gemeente vervangt nota bene de keuken. Dat komt neer op een netto huur van ongeveer € 2.000,- per jaar, een schijntje. Naast lage huur ontvangt hij ook nog 8.000 bezoekers van voorstellingen, die de heer Geuken overigens zelf ziet als kostenpost. Verder vraagt de heer Dijkstra zich af of door deze constructie sprake is van oneerlijke concurrentie, met bijvoorbeeld de Pompstee of de Pruim. Onder de Linden is deels ook van de heer Geuken. Het hele proces is gepolitiseerd door de interventie van de heer Schelling, toen steunlid van de Partij van de Arbeid, die zich eerst bij hem als onafhankelijke had vervoegd namens de Partij van de Arbeid voor een open gesprek. Nog geen dag later bleek hij niet onafhankelijk, maar de adviseur van de heer Geuken. Deze heeft het aangebracht bij de fractie. Schriftelijke afspraken tussen het stichtingsbestuur en de heer Geuken kent hij niet. Het is allemaal van horen zeggen. Uit bonnetjes en rekeningen kunnen die worden opgemaakt. Er is nooit de afspraak gemaakt dat de tribune wordt weggereden. Dat is geleidelijk aan zo gekomen, vooral omdat men van goede wil was. Nu is het zo dat degene die de tribune gebruikt daarvoor moet betalen. Hij heeft de heer Geuken het voorstel gedaan te betalen voor het niet-gebruiken van de tribune. Op dit voorstel is nooit gereageerd. Bij een aantal vrijwilligers, met name degenen die moeten samenwerken met de heer Geuken, en de bestuursleden is de spanning (dan wel ergernis) aardig opgelopen.
Een ander punt is dat cultuur echt bovenaan moet staan en leidend moet zijn in de volledige bedrijfsvoering. Die afspraak is inmiddels passé. De maat is vol. Hij verwijst naar zijn laatste brief aan de wethouder (Secr.: deze brief is overgelegd). De heer Dijkstra noemt het voorbeeld van een pachter van een horecakantine in een bejaardenhuis. Dan moet de ondernemer zich toch ook aanpassen aan de doelgroep en geen fast food formule hanteren voor een doelgroep van buitenaf? Het is lastig om in een culturele setting met iemand samen te werken die niets met cultuur heeft. Hij zit nooit in de zaal. Kennelijk is men daarop bij de selectieprocedure destijds niet alert geweest. Geuken heeft zelf afstand genomen van zijn eigen bedrijfsplan. Een voorbeeld van gewijzigde afspraken zijn de kosten van de drankjes voor de vrijwilligers. Eerst waren die 50 cent. Daarna € 1,- en nu is het twee bonnetjes van € 1,- voor fris en bier. Dat heeft Geuken zelf ingezet. Er is bij de aanstelling overleg geweest tussen gemeente, bestuur en Geuken. Die drie hebben boter op het hoofd. Het bestuur had niet met Geuken in zee moeten gaan. Dat de situatie is geëscaleerd is voor 100% te wijten aan de heer Geuken. Hij gedraagt zich als een huurder die liever bruiloften heeft dan cultuur. De Rekenkamer was destijds niet tevreden over de invulling van het dorpshuis. De heer Dijkstra voelt zich daarvoor verantwoordelijk, maar dat heeft niet zoveel nut. De heer Dijkstra heeft toegezegd dat hij zijn functieomschrijving zal nasturen. De enige afspraak die helder is, is de lage huur. Daartegenover stonden vage culturele verplichtingen. Die verschuiven en zijn moeilijk te preciseren. Zo is er al onduidelijkheid over de inrichting van de zaal. Door de constructie die is ontstaan is de bedrijfsvoering tegengesteld geraakt aan wat de stichting wenselijk acht. Het is nu zelfs zo erg dat als onderhoud moet plaatsvinden aan de tribune de kosten van verlichting in rekening worden gebracht. Mevrouw Koning neemt tegenwoordig zelf het theewater mee en een zakje. Laatst ontving hij een mail met daarin de vraag of zij in het vervolg ook van de glazen wilde afblijven. De oplossing die hij ooit voor het conflict heeft bedacht, is de zaak in tweeën delen. Het voorhuis voor Geuken en de theaterzaal voor de stichting. Binnen het bestuur wil niemand deze oplossing zien, omdat de wc’s dan nog gezamenlijk worden gebruikt en wordt gekozen voor de optimale oplossing: Geuken eruit zetten. Dan zou voor het voorhuis een normale huurprijs kunnen worden gerekend met een kleine korting en is er cultureel geen bemoeienis meer met hem. De heer Geuken vond het ooit een goede oplossing. Er is geen kroegfunctie meer, alleen eten, behalve na afloop van het theater. Het bestuur stelt zich op het standpunt dat de beste oplossing is dat de heer Geuken eruit gaat. De gemeente zag het idee van splitsing niet zitten. Wellicht is dat vanwege verplichtingen verbonden aan Europese subsidiegelden. Een flinke huurverhoging kan de zaak mogelijk in een versnelling brengen. Het is niet zo dat deze zonnige situatie voor de heer Geuken eeuwigdurend is. Bij de huidige pachtprijs heeft hij geen enkele prikkel, niet om te ondernemen (zo is hij dicht met de Rodermarkt) en niet om te vertrekken. Als de situatie blijft zoals die nu is, kan het cultureel centrum nog beter vanuit in een willekeurig pand in de gemeente worden gevoerd. Kortom, het beste is dat de heer Geuken eruit gaat. Dat neemt niet weg dat er in het verleden fouten zijn gemaakt. Bij zijn aantreden is hij uitgegaan van een gedegen contract met de horecaondernemer. Hij kon niet weten dat er geen contract was, dat de ondernemer geen plezier beleeft aan zijn onderneming en dat deze gewoonweg treitert. Er zijn meerdere pogingen gedaan om de afspraken vast te leggen; er was een huurcontract in concept opgesteld. Zowel het bestuur als de heer Geuken konden zich daarin echter niet vinden. Geuken was in tegenstelling tot het bestuur van mening dat afspraken over drankjes en dergelijke in een bijlage moesten worden opgenomen. Zelf heeft hij bij zijn aantreden in februari heel veel tijd besteed aan het opstellen van een pachtcontract, met het pachtcontract van De Tamboer als leidraad. Belangrijk verschil met Hoogeveen is dat daar een bepaald percentage van de omzet wordt betaald. Dat geeft een geheel andere dimensie.
De heer Dijkstra is leidinggevende van mevrouw Koning. Zij is vanaf het begin bij alles betrokken geweest. De voorzitter verduidelijkt dat de commissie oplossingsgericht is en heeft gekozen voor een voorfase om de spelers in het proces te leren kennen en om het dossier te completeren. Daarna gaat de commissie aan de slag om te komen tot al dan niet een bindend advies. De heer Dijkstra sluit af met de opmerking dat de mate van samenwerking in de huidige situatie recht omgekeerd evenredig is met het cultureel ambitieniveau.
Overgelegde stukken . Beleidsplan 2011-2014 Nadere stukken: . Begeleidende brief Dijkstra 1 maart 2011 . Dagvaarding Plas en Bossinade namens SMC KG . Pleitnota namens Winsinghhof Horeca VOF KG . Vonnis KG . Conceptpachtovereenkomst . Pachtovereenkomst De Tamboer . Recensie d.d. 100926 De over te leggen functieomschrijving bleek niet beschikbaar.
Bijlage 5 Reactie van de cultureel manager en het bestuur van de Stichting Mensinge-complex van 15 april 2011 op de bevindingen van de commissie 5.1
E-mailbericht
5.2
Algemene reactie cultureel manager
5.3
Begeleidende brief
5.4
Opmerkingen op het gesprek met de horecaondernemer
5.5
Opmerkingen op het gesprek met de wethouder en de beleidsmedewerker
5.6
Opmerkingen op het rapport van bevindingen
Bijlage 5.1 E-mailbericht
Van: Ids Dijkstra [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 15 april 2011 12:24 Aan: Wouter Steur CC: Anne Bouma; Anne van der Veen;
[email protected]; Fred Beerling; S.N.S.M.Mak Onderwerp: reactie smc Geachte heer Stuer
Gelieve in de bijlage aan te treffen een brief aan de commissie en 5 daarbij behorende bijlagen. Natuurlijk kunt u mij bellen indien u nog vragen heeft.
Met vriendelijke groet, Namens en in opdracht van het bestuur van Stichting Mensinge Complex
Ids Dijkstra cultureel manager
Bijlage 5.2 Algemene reactie cultureel manager A In algemene zin vind ik dat de volgende zaken uit het gesprek niet of niet voldoende naar voren komen in het rapport van bevindingen: -
-
-
De aard van de pesterijen en de manier waarop onze bedrijfsvoering onmogelijk wordt gemaakt In het rapport van bevindingen lijkt het alsof de problemen na Heiko Kuipers’ vertrek zijn begonnen. Dat is onjuist. Ook Heiko had vaak onenigheid, maar de situatie werd toen vaak opgelost door maar toe te geven aan de eisen van Geuken (in de hoop dat…). Na Heiko was de maat vol het verschil van inzicht m.b.t. de dorpshuisfunctie blijft onderbelicht; wij zien de functie als omschreven in ons beleidsplan en Geuken ziet een verhuring aan een politieke partij of vakbond al als een dorpshuisfunctie (weliswaar tegen een zogenaamd gereduceerd tarief). de lage pachtprijs (met brink 15 als referentie) wordt niet benoemd. Deze lage pachtprijs was gekoppeld aan culturele verplichtingen. Eveneens mist de feitelijke constatering dat deze lage pachtprijs zonder verplichtingen tot oneigenlijke concurrentie met de ander horeca leidt.
B De grijs gemarkeerde zinnen dienen vertrouwelijk te blijven. C Verkeerde weergaven, verkeerde interpretaties en aanvullingen ter verduidelijking van het gesprek zijn hieronder in het gespreksverslag van een opmerkingen en tekstwijzigingen voorzien
Gelieve de op en aanmerkingen die hieronder worden gemaakt ook in het rapport van bevindingen aan te passen.
Bijlage 5.3 Begeleidende brief
Geachte heer Steur, Hierbij berichten wij de commissie van onze op en aanmerkingen. In de bijlagen is het volgende opgenomen: 1 2 3 4 5
De opmerkingen van Ids Dijkstra op zijn gespreksverslag en de weergave daarvan in het rapport van bevindingen De opmerkingen van Frits Kok op zijn gespreksverslag en de weergave daarvan in het rapport van bevindingen Onze opmerkingen op het deel van Geuken in het rapport van bevindingen Onze opmerkingen op het deel van de wethouder in het rapport van bevindingen Onze opmerkingen op het overige deel van het rapport van bevindingen
Tevens hebben we nog enkele algemene opmerkingen. 1 De heer Bouma wees destijds deelname aan de verkennende gesprekken af omdat in een gesprek met B&W ons was toegezegd dat de eerste actie van de commissie zou zijn, het vaststellen van een door partijen geaccepteerde opdracht. Deze stap leek ons ook logisch en noodzakelijk om het juridische commitment van beide partijen te verkrijgen. Te meer omdat de aanvankelijk door B&W voorgestelde globale opdracht (kom tot werkbare verhoudingen …) de positie van Geuken honoreert en logischer leidt tot een (volgens ons ongewenste ) voortzetting van de relatie. De heren Kok en Dijkstra waren van mening dat een verkennend gesprek niet kon worden geweigerd. Nu hebben we de indruk dat u een gedegen rapport hebt geschreven naar aanleiding van de verkennende gesprekken. Het waren echter verkennende gesprekken en naar het zich nu laat aanzien leiden uitsluitend deze verkennende gesprekken tot een eindoordeel. Zelf als dit een tussenoordeel is, zonder vervolg zal het een eindoordeel zijn. In dit oordeel zijn dan bijvoorbeeld de ervaringen van de heer Bouma en anderen niet meegenomen. Wat de status is van uw rapport is ons niet duidelijk. Er zijn geen procedure-afspraken met ons gemaakt, er is geen overeenkomst tot arbitrage of bindend advies en wat er nu in formele zin met uw bevindingen kan of gaat gebeuren (en wie bepaalt dat?) blijft in de lucht hangen. 2 In uw rapport wordt geen aandacht besteed aan de implicaties van de ontstane situatie. Voor de stichting dreigt de situatie onhoudbaar te worden te meer omdat een aantal belangrijke vrijwilligers heeft aangegeven niet meer samen te willen werken met Geuken. 3 In het rapport komt niet naar voren dat de stichting vele daadwerkelijke pogingen heeft gedaan om tot een oplossing te komen, waaronder het toegeven aan eisen, het aanbieden van bemiddeling, het doen van contractvoorstellen en pogingen om inhoudelijke gesprekken te organiseren (zie ook pleitnota).
4 In het rapport van bevindingen wordt veel aandacht besteed aan een contract dat nooit door een partij is ondertekend. Het bestuur heeft het contract niet ondertekend omdat de inhoud niet de afspraken weergeeft. Door er veel aandacht aan te besteden wordt gesuggereerd dat het contract juridische waarde heeft dan wel de basis van de afspraken weergeeft. Onze mening is dat de eerste gesprekken bij de aanstelling, de bedoelingen voor het landgoed zoals weergegeven in de ambities en opdrachten van de gemeente en diverse commissies en het beleidsplan van de heer Geuken de basis van de afspraken zijn. Tot slot constateren wij dat (wellicht door het ontbreken van een opdracht) deze tussenrapportage (hoewel degelijk en doordacht) niet de kern van de zaak behandeld: namelijk het feit dat het geschil gaat over onze constatering dat "de stichting in zijn operationele uitvoering van strategie en beleid schadelijk gehinderd wordt door een onwillige en niet bekwame pachter”. Daarmee is het een gegeven dat de stichting een lange periode van “trial and error” achter de rug heeft en heeft moeten concluderen dat er een onoplosbare situatie is ontstaan, waardoor de Stichting zich genoodzaakt ziet afscheid te willen nemen van deze pachter. Wij hopen dat deze kern in een vervolg leidend zal zijn in uw onderzoek of centraal zal staan in uw opdracht. NB: voor wat betreft het gespreksverslag van de heer Kok geldt dat deze behoudens de samenvatting NIET openbaar gemaakt kan worden. Het verslag van de heer Dijkstra is openbaar behalve daar waar de tekst grijs is gemarkeerd.
Met vriendelijke groet,
Stichting Mensinge Complex Namens het bestuur, Frits C.M. Kok
Bijlage 5.4 Opmerkingen op het gesprek met de horecaondernemer
Bijlage 5.5 Opmerkingen op het gesprek met de wethouder en de beleidsmedewerker
Bijlage 5.6 Opmerkingen over het Rapport van bevindingen
Bijlage 6 Reactie van de Kerngroep Vrijwilligers van 15 april 20111 op de bevindingen van de commissie. 6.1
E-mailbericht 15 april 2011
6.2
Reactie Kerngroep
6.3
Zwartboek Horeca
Bijlage 6.1 E-mailbericht 15 april 2011
-----Oorspronkelijk bericht----Van: Erik Robertus [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 15 april 2011 10:17 Aan: Wouter Steur CC: Lammy Dermois; Ed Stadman; Jan Smit Onderwerp: Commentaar rapport Arbitragecommissie inzake geschil SMC en Winsinghhof Horeca Geachte heer Steur, Hierbij zend ik u namens de kerngroep vrijwilligers Theater de Winsinghhof commentaar op het vraaggesprek tussen de arbitragecommissie en op het rapport Bevindingen. Met vriendelijke groet, Erik Robertus
Bijlage 6.2 Reactie Kerngroep
Roden, 15 april 2011
Aan: leden Arbitragecommissie i.o. Onderwerp: Commentaar gespreksverslag en Rapport van Bevindingen
Geachte heer Steur,
Dank voor de toezending van het Rapport van bevindingen. Wij hebben als Kerngroep Vrijwilligers het verslag van ons gesprek met de commissie en het rapport waarin de bevindingen staan doorgenomen. Betreffende het rapport hebben wij ons beperkt tot paragraaf 2.2.2.3 aangezien wij niet bij de andere gesprekken zijn geweest en wij eveneens geen dossieronderzoek hebben uitgevoerd. Wel hebben we op een tweetal punten nog opmerkingen op het dossieronderzoek paragraaf 2.2.3. Algemene opmerking: De naam van ons lid mevr. L. Dermois wordt consequent verkeerd gespeld (H. Dermois of H. Durmois).
Verslag gesprek d.d. 9 maart 2011. Naar onze mening is onvoldoende uit het gesprek geciteerd dat wij tot uiting willen laten komen dat wij het belangrijk vinden dat er een theater in Roden aanwezig is en dat wij ons ernstig zorgen maken over het voortbestaan van het theater onder de gegeven omstandigheden. Laatste alinea blz. 1: Na afloop gaan...... graag wijzigen in: Na afloop van de voorstelling gaan bezoekers nog wel naar het café om na te praten. Zij willen daar graag klant zijn, maar het lijkt er op dat dat door de horeca-uitbater niet altijd prettig wordt ervaren. De keuken sluit vaak reeds om 22 uur er wordt vroeg met opruimwerkzaamheden begonnen terwijl er nog klanten aanwezig zijn. Opmerking: Sinds het aantreden van de arbitragecommissie constateren wij ten aanzien van bovengenoemd punt een verbetering als een soort charme-offensief vanaf de kant van de familie Geuken. Dit charme-offensief geldt overigens niet voor overige punten. Blz 2. aanvulling tussen haken achter de eerste zin (het gaat hierbij om 30 minuten per week tijdens het theaterseizoen met een verbruik van onder 1 kW. Dat is ca. 12 kWh op jaarbasis wat overeenkomt met ca. 1,80 Euro kosten). Blz. 2 2de alinea aanvulling of wijziging in rood: Het contact tussen de heer Geuken en Heiko Kuipers.... Heiko Kuipers na diens vertrek verving, …. Blz. 2 6de alinea
Er is door middel van een brief geklaagd bij het gemeentebestuur en het SMC bestuur. Vanaf de kant van de gemeente kwam pas een reactie nadat door de kerngroep een rappel was gezonden. De eerste reactie van de gemeentesecretaris was zonder nadere uitleg te geven dat wij geen antwoord zouden krijgen (Openbaarheid van bestuur?). Pas later in het betreffende telefoongesprek werd verklaard dat de brief in behandeling was gegeven bij de arbitragecommissie. Paragraaf 2.2.2.3 Rapport van Bevindingen Derde gedachtestreepje wijziging in rood: ...maar aan de andere kant rekent hij er wel op dat de vrijwilligers..... Vierde gedachtestreepje wijziging in rood: ...er een restaurant is en, helaas voor de familie Geuken, ook een theater; het gevoel bestaat dat het theater een bijzaak is voor de familie Geuken. Vijfde gedachtestreepje wijziging in rood: … Heiko Kuipers na diens vertrek verving …...... Zevende gedachtestreepje: Wij weten niet wie de organisatieconstructie heeft bedacht. Wel zijn wij van mening dat de bestaande constructie alleen goed kan werken wanneer de verhoudingen onderling uitstekend zijn, hetgeen nu niet het geval is. Achtste gedachtestreepje wijziging in rood: ...en ondervinden meer problemen met Geuken dan dat het SMC-bestuur hinder ondervindt.
Opmerkingen t.a.v. 2.2.3 Dossieronderzoek Bij de knelpunten van de horeca- ondernemer staan twee punten vermeld die niet juist zijn: brievenbus. Aan de heer Geuken is destijds gevraagd een sleutel te krijgen van de brievenbus omdat de post van het theater pas ter beschikking kwam wanneer hij aanwezig was. Vooral tijdens vakantieperioden en tijdens de voorverkoop (bestelformulieren) puilde de brievenbus vaak uit. De heer Geuken was niet bereid een sleutel ter beschikking te stellen. Na veel wikken en wegen is toen besloten een eigen brievenbus speciaal voor het theater te installeren. Techniekhok. Er is uitvoerig overleg geweest omtrent de bouw van een techniekhok.
Wij stemmen als Kerngroep in met de openbaarmaking van het verslag betreffende ons gesprek. Wij hopen dat u snel tot een conclusie zult komen.
Met vriendelijke groet, Lammy Dermois, Jan Smit Ed Stadman Erik Robertus leden kerngroep Vrijwilligers Theater de Winsinghhof
Bijlage 6.3 Zwartboek Horeca
Bijlage 7 Reactie van de wethouder, de heer O. keizer, en van de heer N. Weisenbach van de gemeente Noordenveld 15 april 2011 op de bevindingen van de commissie.
7.1
E-mailbericht van 15 april 2011
7.2
Reactie wethouder en beleidsmedewerker
Bijlage 7.1 E-mailbericht van 15 april 2011
Van: Noël Weisenbach [mailto:
[email protected]] Verzonden: vrijdag 15 april 2011 10:55 Aan: Wouter Steur CC: Oeds Keizer Onderwerp: Reactie op rapport van bevindingen geschil Stichting Mensinge Complex en VOF De Winsinghhof Beste meneer Steur, Bijgevoegd vindt u onze reactie op uw rapport van bevindingen inzake het geschil tussen Stichting Mensinge Complex en VOF De Winsinghhof. Wanneer u nog vragen hebt, neem dan gerust contact op met één van ons.
Met vriendelijke groet, Oeds Keizer en Noël Weisenbach
Bijlage 7.2 Reactie wethouder en beleidsmedewerker
Pro Facto De heer W. Steur Ossenmarkt 5 9712 NZ GRONINGEN
ONDERWERP
U W B R I E F VReactie op Rapport van Bevindingen
RODEN
U W K E N M E U11.04752 O N S K E N M E15 april 2011
Geachte heer Steur, Op 8 april hebben wij uw rapport ontvangen over uw bevindingen over het geschil tussen Stichting Mensinge Complex en VOF De Winsinghhof. Ook hebben wij een verslag ontvangen over ons gesprek. In uw brief bij het rapport en verslag vraagt u ons kennis te nemen van het rapport en verslag en u te informeren over eventuele leemtes of onjuistheden. In deze brief geven wij u graag onze reactie op het rapport en het gespreksverslag.
Onze reactie op het rapport Wij hebben de volgende opmerkingen op uw rapport van bevindingen: -
Onderaan pagina 9 onder het kopje ‘Budgetsubsidie 2010-2013’: De budgetsubsidie bestaat uit een subsidieverlening en uitvoeringsovereenkomst. Beide documenten zijn nog niet ondertekend, omdat we een paar artikelen nog verder moeten uitwerken.
-
Paragraaf 2.2.2.2 halverwege pagina 19: Aan de zin: “Daarbuiten is de pachter vrij in de invulling die hij aan het pand geeft” graag het volgende toevoegen: binnen de kaders van de huurovereenkomst tussen gemeente en Stichting Mensinge Complex.
-
Paragraaf 2.2.2.2 halverwege pagina 19: De conceptovereenkomst die wij hebben gestuurd naar het stichtingbestuur was een conceptpachtovereenkomst.
-
Paragraaf 2.2.2.2 bovenaan pagina 20: Na onderzoek naar de tarieven van vergelijkbare accommodaties heeft wethouder Keizer het stichtingbestuur opdracht gegeven een dorpshuistarief van € 50 voor de grote zaal in De Winsinghhof te hanteren.
-
Laatste zin paragraaf 2.2.2.2 graag veranderen in: De gemeente heeft het beheer en de exploitatie van het Mensinge Complex op afstand gezet.
Onze reactie op het gespreksverslag Onze reacties op het verslag over ons gesprek zijn: -
Pagina 1: Aan de zin: “Daarbuiten is de pachter vrij in de invulling die hij aan het pand geeft” graag het volgende toevoegen: binnen de kaders van de huurovereenkomst tussen gemeente en Stichting Mensinge Complex.
-
Pagina 2 tweede alinea: De conceptovereenkomst was een pachtovereenkomst die kon dienen als basis voor de overeenkomst met de pachter.
-
Pagina 2 zesde alinea: Toevoegen dat de gemeente wel meerdere keren heeft geïnformeerd naar de stand van zaken over het contract met de pachter.
-
Pagina 2 achtste alinea: De zin: “Over de uitspraak……die tussen beide is gesloten” begrijpen wij niet.
Meer informatie Wanneer u nog vragen hebt, neem dan gerust contact op met één van ondergetekenden via telefoonnummer (050) 502 72 22.
Wij danken u hartelijk voor uw rapport en gesprekverslag en wensen u veel succes toe met uw aanbevelingen.
Met vriendelijke groet,
Oeds Keizer en Noël Weisenbach
Bijlage 8 Reactie van de heer Geuken en mevrouw K. de Vries van 18 april 2011 op de bevindingen van de commissie.
8.1
E-mailbericht van 18 april 2011
8.2
Reactie de heer Geuken en mevrouw De Vries
Bijlage 8.1 E-mailbericht van 18 april 2011
Van: Marco & Karin Geuken [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 18 april 2011 13:55 Aan: Wouter Steur Onderwerp: Reactie Rapport van bevindingen De Winsinghhof Horeca Geachte heer Steur, In de bijlage treft u onze reactie aan betreffend het rapport van bevindingen. Zou u de brief ook willen aanreiken aan de Commissie van Arbitrage? Voor vragen staan wij u met genoegen te woord. In afwachting van uw reactie verblijven wij,
Met vriendelijke groet,
Karin en Marco Geuken De Winsinghhof Brink 10 9301 JL Roden T: 050 - 501 67 81
[email protected] www.dewinsinghhof.nl
Bijlage 8.2 Reactie de heer Geuken en mevrouw De Vries
Dhr. Steur Secretaris Arbitrage
Roden, 15 april 2011
Betreft: Reactie Rapport van Bevindingen
Geachte Commissie van Arbitrage, Middels deze brief reageren wij op uw Rapport van bevindingen welke wij van u mochten ontvangen. Allereerst onze dank hiervoor. Wij zijn blij dat er naar de gehele situatie is gekeken, inclusief het voortraject en feitelijke afspraken. Met de meeste bevindingen zijn wij het eens. Wel vinden wij het van belang om sommige punten extra uit te lichten, of aan te vullen. Wij zullen onze reactie in opvolging van de pagina’s beschrijven. • Pag. 6: In het jaarverslag van SMC, opgemaakt op 25 augustus 2008, geeft SMC aan dat de pachter van de WH (Winsinghhof) het gehele gebouw huurt en daarmee vrij is, buiten de 60 voorstellingen om, om de faciliteiten van de WH ook commercieel te exploiteren. Dit is bij ons ook zo bekend. Dit houdt ook in dat wij graag de controle over de ruimtes willen behouden, buiten de voorstellingen om, dit ivm. de energielast en eigen activiteiten. • Pag. 8: In het Rapport wordt door de Rekenkamer uitgelegd dat door de commerciële opzet van de WH het geen laagdrempelig dorpshuis meer is. Wij willen benadrukken dat wij deze functie op ons hebben genomen en dat jaarlijks vele verenigingen en stichtingen gebruik maken van voordelige dorpshuis tarieven en gemakken. SMC heeft zelf nooit, buiten de voorstellingen om, de dorpshuisfunctie bekleed. • Pag. 16, laatste alinea: Er wordt vermeld dat de pachter de deuren van de grote zaal op slot heeft gedaan. Deze actie is puur en alleen van kracht geweest op dagen dat er geen theatervoorstelling plaatsvond. Het heeft daadwerkelijk nimmer (!) een negatieve invloed gehad op de voorstellingen. Deze daad is ontstaan uit pure frustratie van de pesterijen en omdat SMC haar rekeningen niet voldeed. Wij zijn van mening dat een slot de enige manier is om de energiekosten enigszins overzichtelijk te houden. Wij zijn ook bereid om het theater ten alle tijde de toegang te verschaffen. Wanneer zij vooraf toegang moeten aanvragen is het stroomverbruik wellicht het beste te controleren. Het neemt in ieder geval het grootste deel van de frustratie weg voor alle partijen. • Pag. 19, alinea 9: Dhr. Schelling was in deze periode wel raadslid, te weten van 2006-2010 • Pag. 20, Nogmaals willen wij benadrukken dat de argumenten van de vrijwilligers niet relevant zijn, vooral omdat dit niet de kern van het conflict betreft maar vooral ongegronde beschuldigen zijn. • Pag.21, alinea 4: Dhr. F. Kok geeft hierin letterlijk aan de vorige afspraken ( tussen oude bestuur en pachters ) niet mee te willen nemen met lopende onderhandelingen tussen SMC en de pachters. • Pag. 21, alinea 6: Dhr. F. Kok geeft hierin aan dat SMC de horeca liever in eigen beheer heeft om meer inkomsten te genereren. Zelf hebben wij dit vermoeden ook al gekregen, met name sinds 1 jaar. SMC ging namelijk zelf al haar consumpties meenemen en probeerden de pachters alle omzet te ontnemen die het theater afnam.
Ons vermoeden is dat SMC de horeca door Dhr. I. Dijkstra wil laten verzorgen. Dit ivm. zijn achtergrond in de horeca. • Pag. 22, alinea 11: De Cuisinerie heeft niet daadwerkelijk onze chefkok aangereikt, maar heeft wel aanbevelingen gedaan op het gebied van koks. • Pag. 24: Knelpunten Pachters: Hieraan willen wij toevoegen: het niet openstaan van het bestuur voor goed overleg waarin het belang van alle partijen zijn plaats krijgt. Er is alleen maar eenrichtingsverkeer vanuit onze kant om te willen communiceren. • Pag. 24, alinea 6: hierin wordt aangegeven dat de pachter het nieuwe contract weigert te tekenen. Het is daadwerkelijk het geval dat de opmerkingen, tov. het nieuwe contract, van de pachter door het SMC niet serieus worden genomen. Als aanvulling op ons gesprek van 11 maart 2011 willen wij de volgende informatie toevoegen: Communicatiestoornis: In ons gesprek hebben wij aangegeven dat wij van mening zijn dat de communicatie snel en sterk verslechterd is nadat er een bestuurswisseling plaatsvond. Wij hebben aangegeven dat wij van mening zijn dat Dhr. Kok en Dhr. Bouma de aanstichters zijn van de snelle verslechtering ivm. hun starre houding. Dit is nog steeds onze mening, alleen vinden wij ook dat de houding van Dhr. I. Dijkstra hierin ook een grote rol heeft gespeeld. Hij heeft in het begin aangegeven neutraal te willen zijn, maar al na de eerste week na onze ontmoeting bleek het tegenovergestelde. In het begin was het alleen nog irritatie, maar al snel resulteerde dit in vele pesterijen die in een stroomversnelling de onderlinge verhoudingen verslechterde. De pesterijen worden alleen nog maar erger en erger. Iedere dag heeft Dhr. Dijkstra weer iets anders verzonnen. Wij vragen ons af of hem dit wordt opgedragen door het SMC of dat dit uit eigen wil gebeurd. De wil om de Horeca zelf te runnen kan hieraan bijdragen wellicht. Ten slotte willen wij een opmerking maken over het volgende: De stichting zou zich niet bezig houden met commerciële activiteiten. Dit zouden zij overlaten aan De Cuisinerie of De Winsinghhof Horeca. Nu is het zo dat de WH Horeca sedert 2 jaar van de activiteit “Buiten Bezig” op het Menige terrein, de horeca verzorgde. De Cuisinerie deed voor “Buiten Bezig” de lunch en de WH alle horeca erom heen. Ook deze activiteit heeft SMC tot zichzelf genomen en heeft afgelopen jaar de horeca zelf verzorgd. Van de organisatie van “Buiten Bezig” kregen wij te horen dat dit de voorwaarde was die de SMC stelde om het terrein weer te kunnen afhuren voor het jaarlijks terugkomende event. Anders hadden zij op zeker de horeca weer aan WH Horeca over gelaten. Dit was ook de afspraak die mondeling ieder jaar weer is gemaakt. “Buiten Bezig” beaamt dit ook. Op 16 april hebben wij van de toneelvereniging Feniks te horen gekregen dat SMC weigert de subsidie te voldoen waar deze vereniging recht op heeft als zij een zaal bij de WH huren. De gemeente heeft deze subsidie schriftelijk toegekend en toch weigert SMC deze te voldoen. Het blijkt dat geen enkele vereniging de subsidie ontvangt waar zij recht op hebben. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen staan wij u met genoegen te woord.
Hoogachtend,
Marco en Karin Geuken De Winsinghhof Horeca