NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTSHALVE AANPASSINGEN, BEHORENDE BIJ HET RAADSVOORSTEL EN RAADSBESLUIT VAN 26 APRIL 2011 TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN ‘MEERSTEEG 6-8’
Colofon M. van Schelven Versie 2 d.d. feb 2011
1
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ___________________________________________________________ 2 HOOFDSTUK 1
INLEIDING _________________________________________________ 3
HOOFDSTUK 2
TERVISIELEGGING EX ARTIKEL 23 WRO ____________________ 4
HOOFDSTUK 3
ONTVANKELIJKHEID ZIENSWIJZEN_________________________ 5
HOOFDSTUK 4
OVERZICHT INGEDIENDE ZIENSWIJZEN ____________________ 6
HOOFDSTUK 5
ZIENSWIJZEBEHANDELING _________________________________ 7
HOOFDSTUK 6
AMBTSHALVE AANPASSINGEN ______________________________ 9
BIJLAGE 1 : Kopie Zienswijze NIK _____________________________________________ 10 BIJLAGE 2: Gespreksnotitie Appellant __________________________________________ 11
2
HOOFDSTUK 1
INLEIDING
De gemeente Geldermalsen is begonnen met de planvoorbereidingen voor de percelen Meersteeg 6-8, ook bekend als ‘plan Molenaar’, Dit bestemmingsplan heeft tot doel de planologische basis te leggen voor de kleinschalige uitbreiding van het bedrijf en bijbehorende bedrijfswoning en gelijktijdig de milieu- en externe veiligheidseffecten van dit bedrijf op de naastgelegen toekomstige woonwijk te beperken. Eén van de stappen die voor de realisatie van de bouwplannen nodig zijn, is het opstellen van een bestemmingsplan. Het uitgangspunt hierbij is dat een bestemmingsplan een directe bouwtitel geeft voor de bouwplannen, en dat er geen uitwerking nodig is. De nu gewenste bouwplannen benutten alle mogelijkheden die het nieuwe bestemmingsplan zal bieden. Aan een volgende bouwwens zal de gemeente op deze locatie geen medewerking meer verlenen.
3
HOOFDSTUK 2
TERVISIELEGGING EX ARTIKEL 23 WRO
Vanaf 10 december 2010 tot en met 20 januari 2011 heeft het ontwerp bestemmingsplan ‘Meersteeg 6-8’ ter inzage gelegen in het kader van de ontwerpfase ex artikel 23 Wro. De terinzagelegging is gepubliceerd in het Nieuwsblad Geldermalsen en de Staatscourant op donderdag 9 december 2010. Hierbij is een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze omtrent het ontwerp bestemmingsplan aan de raad kenbaar te maken. Hiervan heeft één appellant gebruik gemaakt; de eigenaar en beheerder van de begraafplaats gelegen binnen de bestemmingsplangrenzen: het NIK. De ingediende zienswijze heeft betrekking op de Joodse begraafplaats aan de Meersteeg 6-8. Bij de beantwoording van deze zienswijze wordt verwezen naar het overleg dat met appellant en initiatiefnemer is gevoerd n.a.v. deze zienswijze op 26 januari 2011.
4
HOOFDSTUK 3
ONTVANKELIJKHEID ZIENSWIJZEN
Het ontwerp bestemmingsplan heeft met ingang van 10 december 2010 ter inzage gelegen. Naar analogie van het bepaalde in artikel 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht is een zienswijze tijdig ingediend als deze voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post bepaalt het tweede lid van dit artikel dat sprake is van tijdige indiening indien de zienswijze voor het einde van de termijn per post is bezorgd (verzendtheorie), mits deze niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. De zienswijze is binnen de gestelde termijn ontvangen en dus ontvankelijk.
5
HOOFDSTUK 4 Belanghebbenden Nr Indiener van een Zienswijze 1 Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK)
OVERZICHT INGEDIENDE ZIENSWIJZEN Straat en huisnummer
postbus 7967
Postcode en Woonplaats 1008 AD AMSTERDAM
Datum ontvangst zienswijze 30-12-2010
6
HOOFDSTUK 5
ZIENSWIJZEBEHANDELING
In het hierna volgende worden de ingediende zienswijzen behandeld. Wij hebben uitsluitend schriftelijk ingediende zienswijzen ontvangen. Vooropgesteld is dat ondanks dat de zienswijzen zijn samengevat, wij weldegelijk de volledige zienswijzen bij onze afweging hebben betrokken. De indieners van de zienswijze hebben op 26 januari 2010 een overleg gehad met zowel de gemeente als de initiatiefnemers. De Notulen van dit gesprek zijn opgenomen in Bijlage. Gekozen is voor een schematische weergave, waarin het hiernavolgende wordt vermeld: Naam en adresgegevens van de indiener van een zienswijze, een samenvatting van de betreffende zienswijze, een standpuntbepaling door de gemeenteraad, een besluit naar aanleiding van de ingediende zienswijze, en voor zover van toepassing de aanpassingen die in het bestemmingsplan worden doorgevoerd. Indiener zienswijze 1. Nederlandsch Israëlitische Kerkgenootschap (NIK), Postbus 7967, 1008 AD AMSTERDAM Samenvatting zienswijze Appellant dient een zienswijze in, in zijn hoedanigheid van eigenaar en beheerder van de Joodse Begraafplaats. Het NIK wordt hierna aangeduid als ‘appellant’. Appellant is eigenaar van een perceel, gelegen te Geldermalsen, kadastraal bekent als sectie B, nummer 923. Het perceel van appellant ligt binnen de grenzen van het bestemmingsplangebied, tussen het bedrijf en de bedrijfswoning en is bestemd en in gebruik als begraafplaats. Appellant maakt bezwaar tegen het bestemmingsplan en de op grond daarvan beoogde uitbreiding van fabriek en woning waartussen hun begraafplaats ligt en wel om de volgende redenen: 1. Vooroverleg: Er is geen deugdelijk vooroverleg gevoerd met appellant. 2. Grafrust: Er is geen rekening gehouden met de belangen van de joodse begraafplaats. Appellant doelt hiermee op de ongestoorde en voortgezette grafrust. Er is geen onderzoek gedaan naar voor de begraafplaats nadelige effecten. 3. Gemeentelijk monument: Appellant is van mening dat er in het bestemmingsplan onvoldoende aandacht is besteed aan de begraafplaats als gemeentelijk monument. 4. Onderhoud watergang: Appellant vindt het een voorbarige conclusie dat zij in zou stemmen met de in het ontwerp bestemmingsplan aangegeven mogelijke oplossing voor het onderhoud van de watergang tussen bedrijf en begraafplaats vanaf de oostelijke oever (de kant van de begraafplaats). Appellant vraagt hiervoor een deugdelijke en voor het NIK aanvaardbare regeling te treffen waarbij rekening wordt gehouden met de ongestoorde en voortgezette grafrust. Appellant verzoekt om deze bezwaren bij de verdere planuitwerking in ogenschouw te nemen. Standpunt gemeenteraad 1. Vooroverleg: Het niet actief betrekken van het NIK aan de start van de inspraak procedure was inderdaad een procedurele fout van de gemeente. Het NIK is nog wel tijdens de inspraaktermijn op de hoogte gesteld en heeft de gelegenheid gekregen ná afloop van de inspraaktermijn te reageren. Het NIK heeft ervoor gekozen dit niet te doen en zich, gezien de korte reactietijd en de snel daarop volgende zienswijzenprocedure, te beperken tot het indienen van een officiële zienswijze. Door deze gang van zaken is de mogelijkheid van het NIK om het bestemmingsplan te beïnvloeden niet verslechterd. Naar aanleiding van de zienswijze heeft een overleg plaatsgevonden waarin alle vragen, bezwaren en wensen van het NIK zijn besproken. De gemeente is van mening dat hiermee alsnog voldoende recht is gedaan aan de rol van het NIK als direct betrokkene. 2. Grafrust: De gemeente is na overleg met het NIK van mening dat de grafrust niet in gevaar wordt gebracht door de
7
uitvoering van de in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakte veranderingen, de gekozen manier van bouwen, onderhoud van het gebouw, onderhoud van de watergang of toekomstige verkeersafwikkeling. De veranderingen die dit bestemmingsplan mogelijk maakt raken bovendien niet aan de gronden van de begraafplaats. De gemeente is het wel eens met het NIK dat dit beter moet worden omschreven in het bestemmingsplan. Hiertoe wordt de toelichting aangepast. 3. Gemeentelijk monument: De gemeente is het eens met het NIK dat er in het bestemmingsplan te weinig aandacht is besteed aan de status van de begraafplaats als gemeentelijk Monument. Om dit te corrigeren wordt de toelichting, hoofdstuk Cultuurhistorie en Archeologie aangevuld. 4. Onderhoud watergang: De gemeente is, na overleg tussen het NIK en de initiatiefnemer, van mening dat het onderhoud van de watergang tussen bedrijf en begraafplaats naar ieders tevredenheid is geregeld en afdoende wordt vastgelegd voor de toekomst. De gemeente past de toelichting van het bestemmingsplan aan m.b.t. het onderhoud van de watergang. Besluit De zienswijze wordt gedeeltelijk gegrond verklaard. Wijzigingen in het bestemmingsplan - De toelichting, met name het hoofdstuk Cultuurhistorie en Archeologie, wordt aangevuld met informatie betreffende de status van de begraafplaats als gemeentelijk monument. - Op de plankaart wordt de begraafplaats aangegeven als Gemeentelijk Monument - De toelichting wordt aangevuld met informatie betreffende het effect van de plannen op de begraafplaats en de grafrust. - De toelichting wordt tekstueel aangepast m.b.t. het onderhoud van de C-watergang tussen bedrijf en begraafplaats.
8
HOOFDSTUK 6 AMBTSHALVE AANPASSINGEN TOELICHTING, PLANKAART EN REGELS Ambtshalve wijziging 1: De planregels met betrekking tot de bestemming ‘Begraafplaats’ bieden onterecht minder bouwmogelijkheden dan de huidige planregels. De nieuwe planregels voor de begraafplaats worden zo aangepast dat de bouwmogelijkheden nu en in de toekomst gelijk blijven.
9
BIJLAGE 1 : Kopie Zienswijze NIK
10
BIJLAGE 2: Gespreksnotitie Appellant Verslag Overleg Datum Aanwezig
Registratie
1.
Bestemmingsplan Meersteeg 6-8 overleg met NIK & Molenaar 26 januari 2011, 13.00 mw. van Schelven, behandelend ambtenaar dhr. Molenaar, initiatiefnemer dhr. v.d. Beukel, adviseur Molenaar dhr. Vis, secretaris NIK dhr. Gans, landelijk verantwoordelijke beheer begraafplaatsen 11.001969
Opening en vaststelling agenda ≠ De vergadering wordt geopend door mw. van Schelven. ≠ Iedereen wordt welkom geheten en stelt zichzelf voor. Deze bijeenkomst is georganiseerd naar aanleiding van de zienswijze die NIK heeft ingediend betreffende bestemmingsplan Meersteeg 6-8. ≠ Het NIK (Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap) geeft een korte uitleg van haar rol en doelstellingen. Onderling Contact ≠ Het NIK geeft in haar zienswijze aan niet tevreden te zijn over de manier waarop zij zijn betrokken bij deze bestemmingsplan ontwikkeling. Het betreft hier zowel de gemeente als de initiatiefnemer. ≠ Dhr. Molenaar geeft aan het telefoonnummer van dhr. Gans waarmee hij eerder regelmatig contact heeft gehad kwijt te zijn geweest. Het spijt hem zijn buren niet eerder op de hoogte te hebben gesteld. ≠ Mw. van Schelven geeft aan in de start van het bestemmingsplan proces haar uiterste best te hebben gedaan om contact te zoeken met de beheerder van de begraafplaats. ≠ Mw. van Schelven geeft aan dat het een fout was te vergeten het NIK, toen het eenmaal bekend was als beheerder, niet aan het begin van de inspraakprocedure actief te betrekken. En biedt haar excuses hiervoor aan. Het NIK is nog wel tijdens de inspraaktermijn op de hoogte gesteld en heeft de gelegenheid gekregen ná afloop van de inspraaktermijn te reageren maar heeft ervoor gekozen dit niet te doen en zich, gezien de korte reactietijd en de snel daarop volgende zienswijzenprocedure, te beperken tot het indienen van een officiële zienswijze. ≠ Door het niet indienen van een inspraak reactie is de positie van het NIK geenszins verslechterd. ≠ Door het indienen van een zienswijze kan het bestemmingsplan waar nodig worden aangepast naar aanleiding van de opmerkingen van het NIK.
2.
Grafrust ≠ Het NIK heeft in haar zienswijze aangeven te twijfelen of het bestemmingsplan en de bouwplannen de grafrust voldoende waarborgen / niet schenden. ≠ Grafrust stijgt voor een joodse begraafplaats uit boven de definitie van in de Wet op de Lijkbezorging. o De gegarandeerde grafrust (het niet ruimen van een graf) is in plaats van 10 jaar ‘Oneindig’. Daarom streeft het NIK ernaar alle joodse begraafplaatsen in Nederland in stand en in ere te houden. o Een begraafplaats staat gelijk aan een synagoge in die zin dat men zich er hetzelfde hoort te gedragen; niet verstoren van de rust, niet eten, niet verpozen, gepaste kleding dragen, zo min mogelijk verstoring van de sfeer. o Onderhoud is een grensgeval wat betreft verstoring van de rust. Noodzakelijk onderhoud aan de begraafplaats / graven zelf is toegestaan, het gebruik van de begraafplaats voor het faciliteren van onderhoud op naastgelegen percelen wordt zo veel mogelijk vermeden. Als dit wel noodzakelijk is moeten hierover goede afspraken worden gemaakt die ook voor het NIK acceptabel zijn uit het oogpunt van grafrust.
3.
Kadastrale en feitelijke situatie
11
≠
≠
≠
≠
≠ ≠
≠
≠
Zowel de partij Molenaar als het NIK hebben geconstateerd dat de kadastrale grens tussen bedrijf en begraafplaats op een andere plaats ligt dan de eigendomsgrens zoals deze door beide partijen altijd is ervaren. De grens ligt volgens beide partijen in de praktijk in het hart van of direct oost van de watergang. De kadastrale grens ligt echter een eind op het perceel van de begraafplaats, achter de heg, gedeeltelijk door het Baarhuisje heen. Dit is een situatie die beide partijen niet logisch vinden. Dhr. v.d. Beukel heeft bij het kadaster geprobeerd de reden van deze fout op te sporen. In 1933 is de grond door dhr. Beem, zoon van de stichter van de begraafplaats, verkocht aan het NIK, vestiging Tiel. Toen betrof het ongeveer 715 meter. Dit komt overeen met de huidige afmetingen van de begraafplaats. In 1978 kocht de vader van de huidige eigenaar, dhr. Molenaar Senior, de 3 percelen west van de begraafplaats van een vleeswarenfabrikant. Destijds ging Molenaar Senior ervan uit dat zijn kavel liep tot de sloot, ondanks dat de kadastrale tekening destijds al anders aangaf. Tussen beide transacties is de kadastrale grens verschoven waardoor de huidige incorrecte verbeelding van de werkelijkheid is ontstaan. Hiervan hadden zowel dhr. Molenaar Senior bij aankoop als de huidige eigenaar noch het NIK tot voor kort weet. Hoe de fout is ontstaan kan alleen worden herleid door (duur) historisch onderzoek in het kadaster. Dit is niet van belang gezien beide partijen het in grote lijnen eens zijn over de fout en de locatie waar de grens wél hoort te liggen. Door verjaring heeft het NIK feitelijk het eigendom over de gronden die kadastraal gezien van Molenaar zijn al verkregen. Er zijn 2 manieren om met deze situatie om te gaan. Óf zo laten als het altijd al was. Iedereen weet nu hoe het zit en is het eens over de juiste verdeling. Óf samen de stap maken naar de notaris en de zaken in een akte recht laten zetten. Deze akte kan daarna bij het kadaster worden ingediend waarna zij de kadastrale grenzen zullen aanpassen. Molenaar geeft aan de grond kosteloos ‘terug te geven’. In principe wordt gekozen voor de laatste optie (notarieel laten vastleggen van de grenscorrectie) zodat ook voor mogelijke toekomstige eigenaren van de percelen van Molenaar een en ander helder zal zijn. Echter op voorwaarde dat het Bestuur van het NIK akkoord gaat. Dit alles wordt niet geregeld middels het bestemmingsplan en heeft geen effect op het bestemmingsplan.
4.
Bezwaren tegen het bestemmingsplan Meersteeg 6-8 ≠ Het NIK wenst meer aandacht voor de begraafplaats in het hoofdstuk Cultuurhistorie en Archeologie in de toelichting. De begraafplaats is een gemeentelijk monument en is nu op geen enkele manier genoemd in dit hoofdstuk. Mw. van Schelven zegt toe het gemeentelijk monumentenregister na te zullen kijken en voor te stellen aan B&W & Raad om het betreffende hoofdstuk aan te vullen met informatie over de begraafplaats en redenen dat de ontwikkelingen de begraafplaats / grafrust niet beïnvloeden. Mw. van Schelven geeft aan dat het zeer waarschijnlijk is dat B&W en Raad hiermee in zullen stemmen. ≠ Het NIK geeft aan dat in verhouding tot de nu geldende bestemmingsplan regels voor de begraafplaats de bouwmogelijkheden zijn afgenomen. Ondanks dat er geen uitbreidingsplannen zijn maakt het NIK bezwaar tegen deze beperking. Deze opmerking is niet gemaakt in hun zienswijze. ≠ Mw. van Schelven zegt toe voor te stellen aan B&W en Raad om de betreffende planregels zo aan te passen dat de bouwmogelijkheden gelijk blijven. Mw. van Schelven geeft aan dat het zeer waarschijnlijk is dat B&W en Raad hiermee in zullen stemmen. Een en ander zal gebeuren middels een ambtelijke wijziging aangezien dit verzoek niet is gedaan in de zienswijze.
5.
Bezwaren tegen / vragen over de bouw & nieuwe situatie ≠ Het NIK vraagt tot waar de uitbreiding van het bedrijfsgebouw zal komen en hoe hoog het gebouw zal worden. Het gebouw zal worden uitgebreid tot aan de bestaande watergang. Op deze plaats wordt middels een nieuwe betonnen beschoeiing de waterkant rechtgetrokken waar deze is verzakt. De nieuwbouw vervangt een momenteel wat rommelig aandoende verzameling bouwwerken en gebouwtjes. De hoogte van de uitbreiding wordt gelijk aan de hoogte van het bestaande magazijn en kantoor. Dit wordt mogelijk gemaakt door het bestemmingsplan maar voor realisatie is ook een omgevingsvergunning (eerder bouwvergunning) nodig. ≠ Het NIK vraagt van welk materiaal de nieuwe buitenwand van het bedrijfsgebouw zal worden gemaakt, hoe de constructie zal verlopen en hoe later het onderhoud zal worden geregeld. Het materiaal is stalen damwand. Zowel de beschoeiing als het pand worden gebouwd vanaf het erf van
12
≠
≠
de heer Molenaar en / of de openbare weg. Het perceel van de begraafplaats zal voor de bouw niet worden betreden. Door de te kiezen afwerking zal voor onderhoud alleen incidentele reiniging met een hogedrukspuit o.i.d. nodig zijn. Molenaar denkt nog over een oplossing voor uitvoering van dit onderhoud door b.v. reiniging vanaf een bootje gezien de ligging van de wand direct aan de watergang. Dit zal eens in de paar jaar plaatsvinden en het perceel van de begraafplaats zal voor het onderhoud niet worden betreden. Deze zaken worden niet middels het bestemmingsplan geregeld en slechts gedeeltelijk middels de omgevingsvergunning. Het NIK vraagt waar de vrachtwagens zullen laden, lossen en draaien. Het nieuw te realiseren deel zal dienst doen als magazijn voor grondstoffen. Deze vrachtwagens zullen achter het bedrijf draaien voor of na het lossen. Dit is in de huidige situatie ook zo. De opslag van eindproducten ligt aan de westzijde van het bedrijf. Deze vrachtwagens komen vaker dan de vrachtwagens met grondstoffen. Zij draaien ook achter het bedrijf. Dit verandert niet. Deze zaken worden niet middels het bestemmingsplan geregeld. Het NIK vraagt of er geheid zal worden bij de nieuwbouw. Dit gezien het baarhuisje niet is onderheid en al deels is verzakt vrezen zij voor schade. Er zal voor de nieuwbouw waarschijnlijk een fundering op palen nodig zijn. Dhr. Molenaar geeft aan dat als heien ongewenst is boren ook kan worden overwogen. Dhr. v.d. Beukel geeft aan dat alvorens met werken zoals heien wordt gestart een schade inventarisatie wordt gemaakt in de omgeving om, wanneer schade toegenomen lijkt te zijn, dit te kunnen vergelijken. Bij toegenomen schade zijn de kosten voor de partij Molenaar zo benadrukt hij. Een en ander wordt niet middels het bestemmingsplan geregeld. Dit is een zaak tussen initiatiefnemer en ‘omwonenden’ onderling.
6.
(Onderhoud) Watergang ≠ Het NIK maakt in haar zienswijze bezwaar tegen het feit dat er in het ontwerp bestemmingsplan vanuit wordt gegaan dat er geen bezwaar bestaat tegen de telefonisch voorgestelde manier van onderhoud van de watergang tussen bedrijfsgebouw en begraafplaats. Dit achten zij een voorbarige conclusie. Over de uiteindelijke oplossing dient nog meer overleg plaats te vinden alvorens het NIK kan instemmen. ≠ Het onderhoud van de watergang is nadrukkelijk een onderwerp dat niet middels het bestemmingsplan wordt geregeld. ≠ Tijdens deze bijeenkomst is tussen dhr. Molenaar en het NIK overeengekomen dat onderhoud van de watergang, zoals nu reeds het gebruikelijk is, 1x per jaar mag gebeuren vanaf een bootje of vanaf de oever aan de zijde van de begraafplaats. Voorwaarden zijn dat dit handmatig, zonder hulp van gemotoriseerde apparaten, gebeurd en dat de begraafplaats binnen de heg niet wordt betreden. Een en ander is afgesproken onder voorbehoud dat het bestuur van het NIK hiermee akkoord gaat. ≠ Om ervoor te zorgen dat deze overeenkomst vast ligt, ook voor eventuele volgende eigenaren van de percelen van Molenaar kan deze afspraak notarieel vastgelegd worden in hetzelfde document als de grenscorrectie. ≠ De nu overeengekomen oplossing is inhoudelijk dezelfde als de oplossing waarnaar eerder in het bestemmingplan is verwezen. ≠ De tekst in het bestemmingsplan omtrent het onderhoud van de watergang zal worden aangepast. ≠ Mw. van Schelven heeft n.a.v. het vooroverleg richting het Waterschap Rivierenland aangegeven dat de onderhoudsstrook langs de A-watergang west van de begraafplaats niet fysiek verbreed kan worden ten koste van de heg omdat deze situatie al lange tijd bestaat en altijd zo is geaccepteerd door het Waterschap en omdat deze ontwikkeling ten koste zou gaan van de grafrust. Het NIK stelt dit op prijs.
7.
De Plantage ≠ Kort komt ook de ontwikkeling van de toekomstige woonwijk De Plantage ter spraken. ≠ De Plantage wordt in 4 fasen ontwikkeld. Het deel wat direct tegenover de Meersteeg komt te liggen is waarschijnlijk de 2e fase. ≠ De plannen voor dit deel van De Plantage zijn nog niet ver uitgewerkt. Op grove plannen is aangegeven dat er relatief grote vrijstaande woningen tegenover de Meersteeg komen te liggen die met de achtertuin naar de Meersteeg zijn gesitueerd. Vanaf de Meersteeg komen waarschijnlijk geen aansluitingen naar De Plantage behalve eventueel een fietsverbinding aan de westzijde van het bedrijf. Dit is echter nog niet zeker. ≠ Mw. van Schelven stuurt zowel dhr. Molenaar als dhr. Vis van het NIK een schets toe waarop de
13
≠
≠
hierboven beschreven plannen zichtbaar zijn. Het bestemmingsplan voor de 1e fase is onlangs onherroepelijk geworden. Dit bestemmingsplan heeft geen directe invloed op de ontwikkelingen aan de Meersteeg gezien de flinke afstand tussen beide locaties. Mw. van Schelven geeft dhr. Vis de link naar het dit bestemmingsplan op de gemeentelijke website door.
8.
Aanpassingen in het bestemmingsplan Samenvattend zal mw. van Schelven voorstellen aan B&W de volgende aanpassingen aan het bestemmingsplan door te voeren alvorens het aan te bieden aan de raad ter vaststelling. ≠ Het hoofdstuk Cultuurhistorie en Archeologie van de Toelichting van het bestemmingsplan Meersteeg 6-8 wordt aangevuld met informatie over de begraafplaats en de redenen dat de in het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen geen nadelige gevolgen hebben voor de begraafplaats. ≠ De tekst omtrent het onderhoud van de watergang tussen bedrijfsgebouw en begraafplaats wordt aangepast. ≠ De regels van de bestemming Begraafplaats worden aangepast zodat de toekomstige bouwmogelijkheden niet afwijken van de huidige bouwmogelijkheden.
9.
Afspraken ≠ Mw. van Schelven stuurt dhr. Molenaar en dhr. Vis een verbeelding van de grove plannen voor de gehele Plantage. ≠ Mw. van Schelven stuurt dhr. Vis een link naar het bestemmingsplan De Plantage Noord West. ≠ Mw. van Schelven stuurt de notulen van deze vergadering toe aan dhr. Vis en dhr. v.d. Beukel. ≠ Dhr. Vis en dhr. v.d. Beukel geven zo spoedig mogelijk akkoord / opmerkingen op de notulen retour. ≠ Dhr. Vis controleert op zo kort mogelijke termijn of het bestuur van het NIK akkoord kan gaan met de tijdens dit overleg gemaakte principe afspraken en geeft dit door aan mw. van Schelven. ≠ Het raadsbesluit over de vaststelling van dit bestemmingsplan wordt eind april 2011 verwacht.
10.
Einde vergadering ≠ De vergadering wordt gesloten. ≠ Alle aanwezigen gaan samen naar de Meersteeg om de situatie nog eens gemeenschappelijk te bekijken. ≠ Dhr. Molenaar bespreekt met dhr. Vis zijn reeds langer bestaande plannen om een bijdrage te doen aan het herstel van (de deuren van) het baarhuisje op de begraafplaats.
14