RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ PARKSCHOOL DORDRECHT CLUSTER 4
Plaats BRIN-nummer Cluster Onderzoek uitgevoerd op Rapport vastgesteld te Zoetermeer op
HB3020646/4
: : : : :
Dordrecht 05YX 4 11 oktober 2011 17 januari 2012
Documentnummer: H3222680
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 11 oktober 2011 een onderzoek uit op de Parkschool te Dordrecht om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van wet- en regelgeving. De Parkschool is een school voor voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Aanleiding Op grond van het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs, uitgevoerd op 8 en 11 mei 2007, kwam de inspectie tot de conclusie dat zich geen tekortkomingen voordeden in de basiskwaliteit van het onderwijs dat de school verzorgt. Aan de school is een PKO4 arrangement toegekend. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport dat op 28 juni 2007 is vastgesteld. Tijdens bestuursgesprekken in 2008 en 2009 is aan de school een basisarrangement toegekend. Bij het gesprek in 2009 is afgesproken dat de inspectie op grond van het vierjarencriterium in 2011 een onderzoek uitvoert naar de kwaliteit van het onderwijs op de school. Op 14 december 2010 is in het bestuursgesprek het basisarrangement opnieuw toegekend aan de school en het voorgenomen kwaliteitsonderzoek in 2011 bevestigd.
Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die de school aan de inspectie toestuurde en die zicht bieden op de ontwikkelingen van de school. -
Ontvangen schoolspecifieke documenten: o Rapport audit Parkschool Dordrecht, 31 januari 2011; o Plan van aanpak 2011-2012; o Evaluatie plan van aanpak 2010-2011; o Evaluatie van de Commissie voor de Begeleiding / leerlingenzorg, schooljaar 20102011; o Jaarwerkplan 2010-2011; Ontwikkeling van de Gezonde School; Meldingsfrequentie van zowel kort als lang ziekteverzuim terugdringen; Ouderparticipatie; o Jaarwerkplan 2011-2012; Ontwikkeling van de Gezonde School; Onderwijsontwikkeling PrO; ouderparticipatie; o Notulen algemene personeelsvergadering 23 augustus 2011; o Weekroosters 2011-2012.
Pagina 3 van 11
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
-
Ontvangen van het centraal bureau: o Notitie 'Goed cluster 4 onderwijs'; o Notitie Leerlingenzorg; o Algemene beleidscyclus Horizon; o Kwaliteitszorg & Procedure interne audits (uit Handboek/KMS); o Incidentenprotocol (KMS) en meldingsformulier; o Nulmeting: rapportage Horizon (m.b.t. landelijke kwaliteitsnorm; auditverslag); o Medewerkerstevredenheidsonderzoek; o Zorgklas: kader; o Rapport incidentmeldingen Horizon onderwijs 2010; o Verslag Radar-training, augustus 2011.
-
Onderzoek op locatie waarbij de inspectie: o schooldocumenten, waaronder handelingsplannen, bestudeerde en beoordeelde; o gesprekken voerde met de sectormanager, de afdelingscoördinator, leden van de commissie voor de begeleiding en leerkrachten; o de onderwijspraktijk observeerde in vijf van de zes groepen; o bevindingen en conclusie besprak met de sectormanager en afdelingscoördinator. Hierbij was een vertegenwoordiging van het bevoegd gezag aanwezig.
Uit het waarderingskader onderzocht de inspectie bij dit onderzoek de kern- en normindicatoren. Voor een volledig en actueel kwaliteitsprofiel voegde zij daaraan de indicatoren van het aspect 'cyclisch proces kwaliteitszorg' toe.
Toezichtkader De inspectie baseert zich bij het onderzoek op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2005. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie verder welke wettelijke aspecten zij onderzoekt. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.
Pagina 4 van 11
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Cyclisch proces kwaliteitszorg 1 1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school hanteert een onderwijsconcept dat aansluit bij haar leerlingenpopulatie. 1.3 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.4 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.5 De school evalueert regelmatig de leerlingenzorg. 1.6 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.7 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen en de leerlingenzorg. 1.8 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van haar onderwijs.
2
3
4
● ● ● ● ● ● ● ●
Systeem van leerlingenzorg 1 3.1 De commissie voor de begeleiding bepaalt de onderwijsrelevante beginsituatie van de leerlingen. 3.3 De school stelt een handelingsplan vast in overeenstemming met de ouders. 3.5 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de vorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. 3.8 De commissie voor de begeleiding evalueert de uitvoering van het handelingsplan.
2
3
4
● ● ● ●
Functionaliteit handelingsplanning 1 4.1 De leerinhouden komen overeen met de afspraken in de documenten voor handelingsplanning.
Pagina 5 van 11
2
3 ●
4
Leerstofaanbod 1 5.1 De school hanteert een leerstofaanbod voor de schoolse vakken. 5.4 Het leerstofaanbod sluit aan op het uitstroomperspectief van de leerlingen. 5.5 Het leerstofaanbod maakt het mogelijk gericht in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
2 ●
3
4
● ●
Onderwijstijd 1
2
6.3 De teamleden maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 6.4 De school stemt de hoeveelheid tijd af op de onderwijsbehoeften van (individuele) leerlingen.
3 ●
4
●
(Ortho)pedagogisch handelen 1
2
7.2 De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om. 7.4 De teamleden handhaven de gedragsregels. 7.6 De teamleden stemmen hun (ortho)pedagogisch handelen af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
3 ● ●
4
●
(Ortho)didactisch handelen 1 8.2 De leraren leggen duidelijk uit. 8.4 De leraren stimuleren de leerlingen tot denken. 8.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 8.7 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de onderwijsbehoeften van de leerling.
2 ● ●
3
4
● ●
Actieve en zelfstandige rol leerlingen 1 9.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 9.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun leerproces, die past bij hun ontwikkelingsniveau.
2
3 ●
4
3
4
●
Schoolklimaat 1 10.1 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op school voordoen. 10.2 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 10.3 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op afhandeling van incidenten in en om de school. 10.4 De leerlingen en de teamleden voelen zich aantoonbaar veilig op school.
2 ●
● ● ●
Opbrengsten 1
2
3
4
11.4 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht.
5 ●
Wet- en regelgeving ja De school heeft de vastgestelde schoolgids aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De school heeft het vastgestelde schoolplan aan de inspectie toegestuurd (WEC, artikel 27). De onderwijstijd voldoet aan de wettelijke voorschriften (WEC, artikel 11).
Pagina 6 van 11
nee ● ●
●
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie concludeert dat het niveau van de kwaliteit van het onderwijs op de Parkschool Dordrecht voldoende is. Zij komt tot dit oordeel op basis van de beslisregel die zij toepast op het aspect 'systeem van leerlingenzorg'. Drie van de vier normindicatoren binnen dit aspect zijn voldoende. Naast enkele andere onvoldoendes die aandacht behoeven, benoemt de inspectie het didactisch handelen van leraren als een belangrijk verbeterpunt. De school is in 2006 gestart. Inmiddels stelt de school een verschuiving van de doelgroep vast naar vooral praktijkonderwijs. Met twee (kleine) praktijkruimten is de school hiervoor niet voldoende geoutilleerd. Met de gemeente zijn gesprekken gaande over nieuwbouw of verbouw van de huidige locatie. Het team van de school is, na enig verloop, stabiel en heeft volgens eigen zeggen veel steun aan elkaar. De inspectie heeft bij dit onderzoek tekortkomingen vastgesteld op het gebied van de stageregistratie en de stageovereenkomst, de samenstelling van de commissie voor de begeleiding en de vaststelling van het schoolplan en de schoolgids. Toelichting Kwaliteitszorg De oordelen die de inspectie geeft op de indicatoren behorend bij het cyclisch proces van kwaliteitszorg wijzen erop dat dit kwaliteitsaspect versterking nodig heeft. Dat laat onverlet dat er binnen het bestuur en de centrale directie aandacht is voor kwaliteitszorgbeleid en zij het belang daarvan onderkennen. De ontwikkelingen die plaatsvinden op dit terrein bieden de gelegenheid het beleid in de gewenste richting om te buigen. Ook het bestuur en de centrale directie zijn van oordeel dat het kwaliteitszorgbeleid aanscherping behoeft. In algemene zin is de inspectie van oordeel dat de werkzaamheden op het gebied van de uitvoering van het kwaliteitszorgbeleid in de vorm van interne audits te beperkt van omvang is, zich te veel richt op procesfactoren en in onvoldoende mate verbonden is met normen waartegen de onderwijsrealiteit wordt afgezet. Voor de verschillende scholen en locaties is de visie vertaald naar onderwijsconcepten voor verschillende doelgroepen (zoals PDD-NOS en heterogeen). Het lijdt geen twijfel dat deze concepten tot stand gekomen zijn op basis van kennis van de populatie en haar specifieke kenmerken. Daarmee legt de school een verband tussen de uitwerking van de visie op goed onderwijs en het eigen kwaliteitsbeleid. Belangrijke schoolbeleidsdocumenten in dit verband zijn de beleidsnotitie 'Goed Cluster 4 onderwijs' en de methodiekbeschrijvingen met de daaraan gekoppelde observatie-instrumenten. De specifieke leerlingkenmerken en de daarbij behorende onderwijsmethodieken zijn echter niet in het schoolspecifieke deel van het schoolplan opgenomen. Dat vormt een aandachtspunt. De inspectie komt tot de conclusie dat de scholen en locaties voldoende planmatig werken aan de verbetering van kwaliteit van het onderwijs. In de meeste gevallen is zowel op stichtingsniveau als op schoolniveau het cyclisch proces van kwaliteitsverbetering herkenbaar.
Pagina 7 van 11
Dat betekent dat men werkt aan de hand van meerjarenplanningen, jaarplannen en verbeterplannen op school- / locatieniveau. Geïmplementeerd beleid staat beschreven en op sommige locaties zorgen structurele klassenvisitaties voor de borging van het pedagogisch en didactisch handelen van leraren in de praktijk. Bestuur en scholen gebruiken voor de zelfevaluaties verschillende kwaliteitszorginstrumenten waaronder interne audits op basis van het HKZ-model ('Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling Zorgsector'), tevredenheidsonderzoeken, zelfevaluatievragenlijsten en een nulmeting Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs. Interne auditoren voeren de audits uit. De resultaten van de zelfevaluaties vormen voor sommige locaties de basis voor verbeterplannen. Aandachtspunten voor de kwaliteit van de zelfevaluaties zijn hiervoor in de eerste alinea van deze paragraaf al vermeld. Enkele locaties zijn gestart met het inzichtelijk maken van de opbrengsten van het onderwijs. Daar waar dit gebeurt, benutten de locaties deze opbrengstgegevens echter niet voor het formuleren van eigen doelen voor de cognitieve opbrengsten op schoolniveau, gekoppeld aan specifieke kindkenmerken. Daarnaast vinden er geen analyses plaats van de resultaten in relatie tot de schooleigen norm. De school heeft daardoor onvoldoende inzicht in de factoren die van invloed zijn op de resultaten. De locaties beoordelen het onderwijsleerproces en het systeem van leerlingenzorg onvoldoende systematisch met de uitgevoerde audits, als deze al zijn uitgevoerd. De evaluatie is onvoldoende omvattend, dat wil zeggen dat niet aan alle kwaliteitsbepalende factoren in de opvatting van onderwijskwaliteit van het bestuur, aandacht is besteed. Daarnaast zijn de evaluaties te weinig verbonden aan schooleigen normen. Dat betekent dat niet duidelijk is welk kwaliteitsniveau de locatie moet behalen. Het betekent ook dat de interne audit geen conclusies trekt op grond van een vergelijking tussen de vastgestelde onderwijswerkelijkheid enerzijds en de gestelde norm anderzijds. De wijze waarop de scholen en locaties aan belanghebbenden, met name aan ouders, rapporteren over de gerealiseerde onderwijskwaliteit en over de voorgenomen kwaliteitsverbeteringen en de resultaten daarvan, is onvoldoende. Zowel in de schoolgidsen als in de nieuwsbrieven staat dit niet beschreven. Systeem van leerlingenzorg, functionaliteit handelingsplanning en opbrengsten De Parkschool Dordrecht kent een cyclisch systeem van leerlingenzorg, waarbij de commissie voor de begeleiding (cvb) de regie voert over de ontwikkeling van de leerlingen. Op hoofdzaken is het systeem voldoende. Wel constateert de inspectie dat de kwaliteit van de evaluatie van de handelingsplannen tekortschiet. Op basis van de dossieranalyse bepaalt de cvb de beginsituatie en stelt het eerste handelingsplan op. Op grond van deze beginsituatie op basis van sociaal-emotionele en didactische gegevens plaatst de cvb de leerling in de vmbo-route of praktijkgerichte stroom met daarbinnen de leerlijnen 1.0, 0.75 of 0.5. De cvb bepaalt voor de vmbo-leerlingen concrete doelen, gericht op het behalen van IVIO-examens. De leerlingen in de praktijkgerichte leerstroom krijgen tot vier dagen per week stage gedurende het gehele schooljaar waardoor de school het maximum van 20 weken per schooljaar overschrijdt. Een registratie van de stageweken per leerling ontbreekt en de stageovereenkomst voldoet niet aan de eisen die de wet hieraan stelt.
Pagina 8 van 11
De school stelt voor elke leerling een handelingsplan op en betrekt ouders actief bij dit proces. Het handelingsplan beschrijft de uitzonderingen op het groepsplan en verwijst naar het groepsplan. De school bespreekt beide plannen met de ouders die zowel het groepsplan als het handelingsplan ondertekenen als blijk van overeenstemming. Sommige groepsplannen zijn opgesteld voor twee leerjaren waardoor bij ouders verwarring kan ontstaan welk deel van het groepsplan geldt voor hun kind. De school maakt gebruik van methodegebonden en -onafhankelijke toetsen. Wanneer leerlingen uitvallen op basis van de toetsuitslagen, zet de school de remedial teacher in en krijgen zij meer verwerkingstijd en/of instructie in de klas. Bij de methode voor de sociaalemotionele ontwikkeling gebruikt de school een 360 graden feedback instrument om de ontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen. Daarnaast gebruikt de school een (COTAN) gecertificeerd instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling te volgen. De inspectie beoordeelt de evaluatie van het handelingsplan als onvoldoende omdat een analyse ontbreekt van belemmerende en bevorderende factoren met betrekking tot de aanpak, de organisatie en het handelen van de leerkrachten.. De evaluatie die plaatsvindt, richt zich vooral op het leerlingengedrag. De samenstelling van de cvb voldoet niet aan de eisen die de wet hieraan stelt doordat de schoolarts slechts op afroep beschikbaar is. De functionaliteit van de handelingsplanning beoordeelt de inspectie als voldoende omdat de groepsplannen voldoende sturing geven aan de leraren op basis van de vastgelegde leerinhouden. De inspectie beoordeelt de opbrengsten niet omdat zij hiervoor geen criteria heeft. Overigens constateert de inspectie dat de opbrengstgerichtheid in toenemende mate gestalte krijgt binnen de school. Wanneer de school haar leerling-prognose afzet tegen realisatie daarvan in relatie tot de doelgroep, is zij na enkele cycli in staat haar opbrengsten in kaart te brengen. Onderwijsleerproces en schoolklimaat Het primaire proces is in diverse opzichten van voldoende kwaliteit. Aan de basis van de onderwijspraktijk ligt zorg voor een goede pedagogische werksfeer en een veilig en aangenaam schoolklimaat met veel geduld en respect voor leerlingen. Toch wijst de inspectie ook op een enkele tekortkoming en aandachtspunten. Deze hebben betrekking op het didactisch handelen, de afstemming en de mate waarin leerlingen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. De Parkschool Dordrecht gebruikt methodes uit het vmbo en praktijkonderwijs. De school programmeert twee praktijkvakken voor de leerlingen in de praktijkstroom: algemene en consumptieve techniek. Voor beide vakken hanteert de school geen methode of leerlijn waardoor de doorgaande lijn in de lesstof niet gegarandeerd is. Op basis hiervan beoordeelt de inspectie indicator 5.1 als onvoldoende. Zoals gezegd, kent de school een goede pedagogische werksfeer. Aandachtspunten hierbij zijn het handhaven van gedragsregels en de afstemming van het (ortho)pedagogisch handelen van de leraar. Uit de observaties bleek de kwaliteit op deze onderdelen niet in alle groepen van voldoende niveau.
Pagina 9 van 11
Het didactisch handelen van de leraren kent tekortkomingen. De inspectie nam in te weinig groepen een duidelijke uitleg waar en waar wel uitleg gegeven werd, beperkte zich dit in de meeste gevallen tot antwoord geven op vragen en hulp bij verwerking. Mede hierdoor stimuleert de leraar het denken van de leerlingen te weinig. De taakgerichte werksfeer en de afstemming in instructie en verwerking beoordeelde de inspectie als voldoende, maar hier is zeker winst te behalen. De school kan het zelf verantwoordelijk maken van leerlingen voor hun eigen leerproces versterken. Voor de meeste methodes die de school gebruikt, is een leerstofjaarplanning voorhanden waarmee de school tot dag- of weektaken kan komen. De inspectie trof een dagplanning en een weekplanning in twee groepen aan, maar karakteriseert deze als goedbedoelde initiatieven van individuele leraren omdat hiervoor schoolbeleid ontbreekt De Parkschool Dordrecht heeft haar veiligheidsbeleid uitgewerkt in protocollen. Betrokken teamleden registreren incidenten wanneer deze zich voordoen. Op grond van de ernst van een incident bepaalt de sectormanager welke afwikkeling en welke maatregelen ter preventie volgen. worden Het kwaliteitsmanagementteam bespreekt de geregistreerde incidenten . De school werkt mee aan de 'Veilige school' in samenwerking met jeugdorganisaties. Uit het gesprek met de leraren maakt de inspectie op dat zij zich over het algemeen veilig voelen en de nabijheid ervaren van collega's op de momenten dat dit nodig is. Ook de mediator draagt bij aan de veiligheid door gesprekken met leerlingen en hen op te vangen buiten de klas. Het bevoegd gezag zet eens per twee jaar een medewerkerstevredenheidsonderzoek uit waarbij zij ook de sociale veiligheid meet. Een objectieve meting bij leerlingen naar hun gevoel van veiligheid vindt niet tweejaarlijks plaats. Hierdoor heeft de school geen inzicht in een geobjectiveerde maat van sociale veiligheid bij leerlingen. Op basis hiervan beoordeelt de inspectie de betreffende indicator (10.1) als onvoldoende.
Pagina 10 van 11
3. TOEZICHTARRANGEMENT
De Inspectie van het Onderwijs kent aan de Parkschool Dordrecht het basisarrangement toe. Dit betekent dat de inspectie op dit moment geen reden heeft om het toezicht te intensiveren. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en, eventueel, een onderzoek in het kader van een thema. Tekortkomingen in de naleving De inspectie stelde de volgende tekortkomingen vast: De school overschrijdt de duur van de stage die ten hoogste twintig weken per schooljaar mag bedragen, gedurende ten hoogste drie schooljaren (Onderwijskundig besluit WEC, artikel 8). de samenstelling van de commissie voor de begeleiding komt niet geheel overeen met de wettelijke voorschriften (artikel 40b WEC). Met name de mogelijkheid om leerlingen vanuit een medische invalshoek te adviseren en te kunnen beoordelen en volgen, blijkt slechts op afroep beschikbaar en maakt daarom geen structureel onderdeel uit van de taakuitvoering van de cvb. Het inroepen van een medicus als er sprake is van een casus waarbij naar het oordeel van niet medisch deskundigen een medische insteek gevraagd wordt, is onvoldoende en niet conform de bedoeling van de wetgever; uit het schoolplan blijkt niet dat deze is vastgesteld; uit de schoolgids blijkt niet dat deze is vastgesteld. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkoming(en) in de naleving van wettelijke voorschriften op te heffen. Tijdens het bestuursgesprek op 7 december 2011 is afgesproken, dat het bevoegd gezag de inspectie voor 1 april 2012 kenbaar maakt of en hoe de tekortkomingen in de naleving zijn opgeheven.
Pagina 11 van 11