1
BIJLAGE I – Notitie NAAR EEN GEBIEDSCOÖPERATIE O-GEN
NAAR EEN GEBIEDSCOÖPERATIE O-GEN - SAMENVATTING Waarom naar een coöperatie O-gen? De wereld om ons heen verandert. Op deze veranderingen moeten we anticiperen. Dit vraagt om: een andere vorm van financiering: om ondernemender en minder overheidssubsidie gedreven te opereren een andere vorm van samenwerking: gerichter samenwerken aan concrete doelen en projecten met een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Omdat ‘we’ met de deelgebieden van Gelderse Vallei, Food Valley, Utrechtse Heuvelrug, Regio Amersfoort, Eemland en Kromme Rijn ‘samen sterker’ staan efficiency: door te werken op de schaal van de regio, kennis en vaardigheden te bundelen en te concentreren Hoe gaan we te werk? De vorm die we kiezen is de coöperatie omdat daarin de volgende aspecten samen komen: samenwerken ondernemen transparant / vrijwaring (UA) zeggenschap efficiency, not for profit Wat we doen O-gen is de gebiedcoöperatie die staat voor de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijnstreek. De activiteiten: Initiëren en inspireren door ontwikkelingen in de regio aan te zwengelen en door mensen anders naar de omgeving te (laten) kijken en kansen te verzilveren. De inspirator en kennismakelaar. Verbinden tussen partijen en belangen, tussen kennishouders en –afnemers en zodoende de potentie van de regio optimaal te benutten. Dit doen we onder meer door netwerken van partijen in de regio te bouwen, te organiseren en te voeden. Ontwikkelen projecten door met initiatiefnemers ideeën voor gebiedsontwikkeling verder door te ontwikkelen van initiatief naar projectvoorstel en de financiering te organiseren Communiceren over ontwikkelingen en vraagbaak (loket) voor ondernemers, burgers en leden. Uitvoeren op een voor alle partijen zo efficiënt mogelijke wijze. Dit steeds vanuit de kaders van economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit (goede ruimtelijke inpassing, regelgeving, financiering). De gebiedscoöperatie voert de projecten samen met haar leden uit, soms als uitvoerende partij, maar zo mogelijk door één van de leden zelf. Adviseren vanuit onze ervaringen in de praktijk van de uitvoering aan beleidsmakers en beslissers van rijk, provinciale en lokale overheden.
2 Vertrekpunt De Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei (SVGV) is de uitvoeringsorganisatie die voor een vitaal landelijk gebied van Gelderse Vallei, Utrechtse Heuvelrug, Eemland en Kromme Rijn de uitvoering organiseert. Dit doet zij al jaren en naar grote tevredenheid bij haar partners in de regio (gemeenten, waterbeheerders, maatschappelijke organisaties, bedrijven, provincies). De SVGV is een onafhankelijke stichting die momenteel wordt gefinancierd door vaste jaarlijkse bijdragen van de gemeenten, de waterschappen en de twee provincies. Het bestuur van de stichting – de gebiedscommissie Vallei en Heuvelrug - is daarnaast een adviescommissie voor Gedeputeerde Staten van Utrecht (artikel 82 van de Provinciewet, gevraagd en ongevraagd) en alle andere publieke en private organisaties die in de regio actief zijn. Op basis van het gebiedsprogramma wordt momenteel gewerkt aan het versterken van de economische structuur van de regio - onder meer in de landbouw -, het realiseren van natuur, recreatieve netwerken, het geleiden van gebiedsontwikkelingen, het beter bereikbaar en beleefbaar maken van de Grebbelinie, het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland en het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, het verbeteren van de leefbaarheid in het landelijk gebied, et cetera. Het gebiedsprogramma 2012 - 2015 (met een totaal aan investeringen tussen 50 en 75 miljoen) bestaat momenteel uit opdrachten vanuit de provincie Utrecht en de Regio FoodValley en projecten voor en met diverse andere opdrachtgevers en -nemers. De SVGV is een typische uitvoeringsorganisatie die de ogen continue heeft gericht op uitvoering van projecten onder het motto '....want buiten gebeurt het!'. Waarom veranderen? De SVGV functioneert op dit moment volop als uitvoeringsorganisatie. Er is meer dan genoeg te doen en de financiering voor deze activiteiten is grotendeels geregeld. Op de korte termijn staan vanwege algehele bezuinigingen wel de vaste bijdragen van een aantal gemeenten onder druk en vindt een omslag plaats naar meer projectgebonden activiteiten. Daarnaast speelt het feit dat voor de periode na 2015 de middelen voor het landelijk gebied (provincie Utrecht: AVP, provincie Gelderland: prioritaire programma’s zoals het RegioContract) nog niet nader zijn geduid. Daarom willen we voor de lange termijn met een coöperatiemodel actief inspelen op diverse ontwikkelingen: terugtrekkende overheid als het gaat om financiële bijdragen, samenwerking in het omvangrijke werkgebied beter en efficiënter vorm geven (gericht op uitvoering van concrete projecten/activiteiten waar partijen in participeren met geld en of menskracht als zij er direct belang bij hebben) en meer/nieuwe partners verbinden. Hiervoor is tijd nodig en dit vraagt ook interne aanpassing van de organisatie. Daarom is het van belang hier tijdig mee te starten en het ontwikkelproces in te gaan, zodat op 1 januari 2014 de coöperatie start. In de afwegingen rond de toekomstige organisatievorm zijn verschillende modellen de revue gepasseerd. De aspecten samenwerking, ondernemerschap, transparantie van de organisatie, zeggenschap van de deelnemers en efficiency (kosten reduceren) waren daarin belangrijke afwegingscriteria. De conclusies zijn grofweg samengevat in onderstaande tabel: Aspecten\ vorm vereniging stichting coöperatie BV NV Samenwerking √ √ √ Ondernemerschap √ √ √ Transparantie √ √ +/+/+/Zeggenschap √ √ +/Efficiency √ √ √ +/De urgentie voor de verandering vinden we in de volgende ontwikkelingen: 1. Financiering: Op zoek naar een ondernemende financieringsbasis. Het financieringsmodel van het landelijk gebied is niet meer uitsluitend afhankelijk van overheidsfinanciering, maar moet aanhaken bij doelen en wensen van private partijen. Dit vraagt van de uitvoeringsorganisatie het slim en efficiënt bundelen van publieke en private middelen. Dit vraagt ook om een organisatie die de taal van ondernemers en andere partijen in het landelijk gebied spreekt; een organisatie die zelf ook ondernemend kan zijn en die slagvaardig kan handelen. Als publieke onderneming past dan de jas van de stichting niet meer en wordt daarom gekeken naar het model van de coöperatie. 2. Samenwerking; De overheid trekt zich financieel terug, maar blijft ambitieus. In het landelijk gebied heeft de afgelopen periode een aantal grote veranderingen plaatsgevonden. In het nabije verleden (en vaak nog tot heden) was het sturingsmodel in het landelijk gebied in belangrijke mate gebouwd rond subsidies en cofinanciering door lagere overheden en derden. De SVGV zorgde er voor dat beschikbare budgetten efficiënt
3 en doelmatig werden uitgegeven. De tijd is nu echter aan het veranderen. Om vergelijkbare doelen te realiseren verlangen overheden dat er meer naar de markt wordt gekeken en mag van een uitvoeringsorganisatie worden verwacht dat zij op een slimme manier mensen, ideeën en middelen aan elkaar kan knopen. Dit vraagt om een organisatie die op een andere wijze haar werk inricht en verantwoording aan haar broodheren c.q. opdrachtgevers aflegt. Maar dit nog steeds binnen de kaders en afspraken van de getrapte vertegenwoordiging via de intergemeentelijke regio's. 3. Efficiency voordelen van de individuele partners op het regionale schaalniveau: Door bezuinigingsoperaties dreigt bij veel van onze partners her en der kennis en ervaring met het werk in het landelijk gebied te verdwijnen. Door kennis en ervaring bij elkaar te brengen, meer van elkaar daarin te leren en uitwisseling van diensten, kennis en vaardigheden kunnen de partners efficiencyvoordelen behalen. Dit gebeurt al jaren in de SVGV, maar zou de komende jaren kunnen versterken in de coöperatie. De coöperatie kan er gemakkelijker voor zorgen dat deze efficiency voordelen ten bate komen aan haar leden die er tegelijkertijd ook zelf gebruik van kunnen maken. Naast de bovenstaande urgentie speelt een aantal zaken in de randvoorwaardelijke sfeer dat de omvorming van stichting naar coöperatie kan helpen: De Gebiedscommissie is bestuurlijk samengevoegd, nu volgt de werkorganisatie. In 2012 zijn de Reconstructiecommissie Gelderse Vallei / Utrecht Oost en de gebiedscommissie Heel de Heuvelrug samengevoegd tot de Gebiedscommissie Heuvelrug en Vallei. De gebiedscommissie Kromme Rijn heeft een eigenstandige positie, maar voor de uitvoering maakt deze gebruik van het gezamenlijke projectbureau SVGV. De volgende stap in het verder aanpassen van de uitvoeringsorganisatie aan deze nieuwe situatie. Daarbij is de uitdaging de gebiedspartijen te betrekken bij de vraagstukken die er toe doen en onderscheid te maken tussen de schaal waarop de problematiek kan worden opgelost (zo laag mogelijk: wat lokaal kan ook lokaal oplossen, wat bovenregionaal moet dan ook bovenregionaal oplossen). Het gekozen bestuursmodel van getrapte vertegenwoordiging verloopt nog niet optimaal. In de huidige Gebiedscommissies zijn de gemeenten 'getrapt' vertegenwoordigd via vertegenwoordigers van de regio's Amersfoort en FoodValley en via de deelgebiedscommissie Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Dit met het oog op een vermindering van de bestuurlijke drukte. Keerzijde is dat de gemeenten aangeven dat ze onvoldoende zijn betrokken bij de ontwikkelingen in de Gebiedscommissie annex het projectbureau. Het platform om samen te komen en gezamenlijk projecten op te starten wordt gemist. Reden om kritisch te kijken naar de wijze van betrokkenheid van de individuele gemeenten bij de gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied. De omvorming naar de coöperatie nemen we ter hand om ook dit bestuursmodel te verbeteren. De coöperatie biedt de leden de ruimte om dit model zelf verder vorm en inhoud te geven. Er is niet meer één sturend en verplichtend kader. Het Reconstructieplan was het afgelopen decennium het leidende kader voor ontwikkelingen in het landelijk gebied van de Gelderse Vallei / Utrecht Oost. De Stichting bewaakte dit kader en zorgde ervoor dat partijen in de regio het als zodanig uitvoerden. De rol van het Reconstructieplan als sturend strategisch is / wordt overgenomen door de ruimtelijke structuurvisies van Utrecht en Gelderland. Maar ook in deze strategische plannen wordt meer gevraagd van 'het gebied' om maatwerk met kwaliteit te leveren. Dit maatwerk kan alleen als de partijen in de regio samen optrekken, tot overeenstemming en gezamenlijke uitvoeringsactiviteiten komen. Dit gemeenschappelijke, deze basis voor samenwerking, wordt gevonden in het model van de coöperatie. De coöperatie als vorm Geld is schaars, de vanzelfsprekendheid ontbreekt, het op eigen kracht doen lukt niet en de opgave staat (er is noodzaak om iets te doen). Deze omstandigheden waren vroeger de reden om voor boeren een coöperatie op te starten. De bekende voorbeelden hiervan zijn de Raffeisenbank (Rabobank) en de zuivelcoöperaties. Ook in deze tijd zijn coöperaties actueel: de druk om samen te werken neemt toe en de coöperatie geeft de mogelijkheid om de ontwikkelingen in eigen hand te houden. Op dit moment bestaan in Nederland ongeveer 5.000 coöperaties. Bekende voorbeelden zijn de Rabobank, Friesland Campina, Greenery, Coöp supermarkten, Bedrijfsverzorgingsdienst AB Oost, maar ook PGGM, zorgcoöperaties en energiecoöperaties. De coöperatie is een samenwerkingsvorm. Het is een onderneming met een achterban (leden). Het is een not-forprofit organisatie, een onderneming waarin efficiency wordt nagestreefd. De organisatie streeft naar meerwaarde voor de leden. De coöperatie is een rechtspersoon. Een coöperatie brengt sociale verantwoordelijkheid en eigen belang bij elkaar. De coöperatie is van en voor haar leden. In principe zijn alle leden gelijk (one man – one voice), maar de mate van financiële betrokkenheid en
4 wederkerigheid kan verschillen. De leden financieren de coöperatie, de leden zijn daarmee tevens aandeelhouders. De statuten kunnen echter ook bepalen dat de activiteiten van de coöperatie gericht mogen zijn op niet-leden. De coöperatie bouwt projecten of andere diensten en zorgt ervoor dat deze projecten worden uitgevoerd. Het ondernemingsmodel daarbij bestaat er uit dat de coöperatie deze activiteiten beter kan doen tegen dezelfde of lagere kosten dan dat een individuele gebiedspartij dit zelf kan doen. Daarbij staan centraal: Wederkerigheid: De coöperatie levert altijd een project of een activiteit terug aan de gebiedspartijen (deelnemende leden) waardoor zij hun doelstelling kunnen realiseren. Door in de regel meerdere leden van de coöperatie te betrekken wordt meer kennis en daadkracht ontsloten waardoor de kwaliteit verbetert en het effect op te bereiken doelstellingen wordt verhoogd. Kosten verlaging (lage transactiekosten): De coöperatie organiseert de wensen van de leden. De coöperatie is uit op sober beheer en het laag houden van de kosten. Door er zorg voor te dragen dat meerdere leden de kosten delen, gaan de kosten voor het individuele lid omlaag. Wenkend perspectief van de Gebiedscoöperatie O-gen Feitelijk is de coöperatie 'de ultieme vorm van gebiedsontwikkeling'. In gebiedsontwikkeling gaat het om de gedachte dat een integrale oplossing nodig is om sectorale of individuele belangen te realiseren. Bij gebiedsontwikkeling draagt iedereen bij naarmate het belang dat hij/zij heeft bij de betreffende ontwikkeling. Deze vorm van samenwerking waarin iedereen bijdraagt naarmate het belang wat er bij gebaat is, vormt de basis voor de coöperatie. De leden vormen samen een organisatie. Daarin geven zij Waar komt de naam O-gen vandaan? telkens op projectbasis deze samenwerking vorm en De nieuwe uitvoeringsorganisatie is ondernemend. De situatie vraagt om een frisse start, met nieuw elan. Daarbij past een maken afspraken over de inbreng van de nieuwe naam, die niet afhankelijk is van een geografische afzonderlijke leden. De coöperatie organiseert deze begrenzing. O-gen als nieuwe naam, waarbij de O staat voor samenwerking op een optimale en efficiënte wijze en zuurstof, leven en ‘gen’ staat voor zowel het verleden versterkt daarmee de daadkracht en zeggingskracht (genetisch bepaald) als voor innovatief en technisch. Samen van de individuele leden. Deze basisgedachte is zijn de ogen gericht op het gebied en de toekomst ervan. Coöperatie O-gen in de Vallei, Heuvelrug, Arkemheen-Eemland verwerkt in de missie en visie van de en Kromme Rijn staat voor een inhoudelijke samenwerking in Gebiedscoöperatie O-gen (zie bijlage 1). het landelijk gebied op een efficiënte en ondernemende wijze.
De Gebiedscoöperatie O-gen; wat is het? Participanten hebben allemaal een stem binnen de Gebiedscoöperatie. Leden praten mee en besluiten over het wel/niet aangaan en uitvoeren van projecten in de regio, zij geven mede richting aan de werkzaamheden van de coöperatie en bepalen mee waar eventuele opbrengsten aan worden besteed. De gebiedsraad (ledenraad) stelt de missie en visie van de coöperatie vast, benoemt een voorzitter en toetst de werkzaamheden van de coöperatie aan deze missie en visie. De Gebiedscoöperatie bouwt voort op de huidige strategische plannen in de regio. Voorbeelden daarvan zijn: De Kracht en Pracht van het Kromme Rijngebied Beheer- en Inrichtingplan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug 2003 Ontwikkel- en beheerplan uitbreiding Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug Visie Heel de Heuvelrug Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost (2005) en actualisatie (2011) Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland Open en Vitaal Gebiedsvisie Grebbelinie Boven Water Strategische agenda Regio FoodValley (2011) Akkoord van Utrecht (juni 2011) Gebiedsprogramma Vallei en Heuvelrug 2012-2015 De statuten van de Gebiedscoöperatie blijven dichtbij de statuten van de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei. Ook de samenstelling van de gebiedsraad zal niet veel afwijken van het huidige bestuur (annex gebiedscommissie), waarbij een verdeling wordt nagestreefd van 50% overheden en 50% private partijen. De Gebiedscoöperatie kent P-, M-, S- en F-leden: a) Publiek kapitaal (P-leden): overheden en publieke rechtspersonen (provincies, gemeenten, waterschappen, samenwerkingsverbanden tussen overheden); b) Maatschappelijk kapitaal (M-leden): maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen die actief zijn met het landelijk gebied van het werkgebied van de Gebiedscoöperatie;
5 c)
Sociaal/economisch kapitaal (S-leden): ondernemers, private grondeigenaren en burgers met betrokkenheid tot de doelen van de Gebiedscoöperatie; d) Financieel kapitaal (F-leden): rechtspersonen of natuurlijke personen die werken vanuit de doelstelling om te beleggen, investeren of participeren in de vermogensvoorziening van ondernemingen en de doelstellingen van de Gebiedscoöperatie ondersteunen. Alle leden zijn in de Gebiedsraad (getrapt) vertegenwoordigd; de gemeenten via de volgende gemeentelijke regio’s: Regio Amersfoort: Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest, Woudenberg (Barneveld en Nijkerk zijn agendalid) Regio FoodValley: Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal, Wageningen De Bilt / Zeist Putten / Ermelo Gebiedscommissie Kromme Rijn: Bunnik, Houten Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede Vanuit de algemene ledenraad zal een aantal ledencommissies worden gevormd dat de werkorganisatie op onderdelen begeleidt. Welke commissies dit worden is aan de leden zelf en kan alleen door de ledenraad zelf worden bepaald. Ons voorstel is om van start te gaan met de volgende ledencommissies: Commissie leden: het werven en selecteren van leden van de Gebiedscoöperatie Financiële commissie: begrotingen, voorbereiden jaarrekeningen Remuneratiecommissie: uitkering van vergoedingen voor bewezen diensten, beloningsbeleid van de directie Commissie communicatie en educatie: het op de hoogte houden van leden over de activiteiten van de coöperatie en het begeleiden van trajecten die de leden trainen. Gediscipineerde toetsing door een ad hoc commissie (eens per vier jaar) Ad hoc commissies: het begeleiden van jaarprogramma’s op thema en/of deelgebied Gebiedscommissie: De gebiedscommissie van vandaag kan gezien worden als de Gebiedsraad (ledenraad) van de Gebiedscoöperatie. De ledenraad kan op deze wijze ook een personele unie vormen met de adviescommissie van de provincie. Belangrijkste verschillen tussen de stichting en de coöperatie In onderstaande overzicht staan de belangrijkste verschillen tussen de twee vormen, de stichting en de coöperatie. Onderdeel Stichting Coöperatie Statuten Vergelijkbaar Vergelijkbaar, grootste verschil zit op het onderdeel ‘zeggenschap’ Juridische Nihil Nihil. Leden onderschrijven de missie en visie van de consequenties coöperatie Samenstelling van Bestuur met een verdeling van 50% Gebiedsraad (ledenraad) met een verdeling van 50% het bestuur publiek en 50% private partijen op publiek en 50% private partijen op voordracht van de voordracht van de koepelorganisaties. leden. Gebiedsraad kan ledencommissies instellen. Invloed Indirecte, getrapte vertegenwoordiging Leden zijn indirect, getrapt, vertegenwoordigd in de in het bestuur gebiedsraad (ledenraad). Aansprakelijkheid Bestuursleden zijn niet hoofdelijk Geen verplichting tot zaken doen met de coöperatie en risico aansprakelijk (wel wenselijk, coöperatief gedrag). Leden worden gevrijwaard. De aansprakelijkheid van leden wordt uitgesloten (U.A.) Bijdragen van PVaste bijdrage naar omvang van P-Leden (waaronder gemeenten) betalen leden organisatie voor apparaatskosten. Op lidmaatschap (kosten voor vergaderen, basis van co-financiering kan bijdrage projectontwikkeling, educatie leden) naar rato van per gemeente verschillen. omvang van de organisatie. Daarnaast is de gemeentelijke bijdrage afhankelijk van de mate van deelname in projecten. Meer 'waar voor je geld'. Bijdragen van MGeen financiële bijdrage aan organisatie M- en S-leden betalen (geringe) lidmaatschapskosten leden en S-leden (kosten voor vergaderen) Financiële Algemene bijdrage door gemeenten, Opbrengsten worden inzichtelijk gemaakt en worden
6 voordelen
Betrokkenheid bij de organisatie Beleving
waterschappen en provincies. Regionale schaalvoordelen (kennis, expertise, inkoop) (co)financierder, partner in de uitvoering Sturing op afstand ('De Stichting')
Primaat
Stichtingsdoelen staan voorop
geherinvesteerd in de ontwikkeling van de coöperatie of aan de leden uitbetaald. Gezamenlijke inkoop levert efficiency voordelen voor alle leden op. Lidmaatschap (P, M, S of F) van de coöperatie De coöperatie is van en voor de leden (´Onze coöperatie') Doel en belang van de leden staat voorop, zoals verwoord in de missie en visie.
Argumenten voor gemeente om tot de Gebiedscoöperatie toe te treden De Gebiedscoöperatie gaat van start op 1 januari 2014. De urgentie in deze datum zit in het feit dat de Gebiedscoöperatie aan de slag wil en de meerwaarde moet bewijzen in de huidige contractperiode (2012 – 2015) met de provincie Utrecht en de Regio FoodValley. Dat betekent dat de Gebiedscoöperatie tijdig binnen deze contractperiode aan de slag moet. We onderscheiden de volgende redenen voor gemeenten om lid te worden van de Gebiedscoöperatie: De Gebiedscoöperatie draagt bij aan de uitvoering van een aantal kerntaken van de gemeente voor een goede zorg voor het landelijk gebied. Dit doet zij onder meer door netwerken in de samenleving bij elkaar te brengen en projecten te initiëren en voor te bereiden. De Gebiedscoöperatie bindt en mobiliseert partijen in de regio om aan de slag te gaan met het landelijk gebied. Daarmee is de Gebiedscoöperatie het platform waarbinnen overheden, maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven elkaar ontmoeten. De Gebiedscoöperatie is een onafhankelijke intermediaire partij in de regio, waarvan de gemeente zelf ook lid is, dus mede sturing geeft aan de werkzaamheden van de Gebiedscoöperatie. De Gebiedscoöperatie is goedkoper en levert kwaliteit die individuele partijen niet altijd kunnen leveren door de specifieke expertise die op een regionaal schaalniveau efficiënter kan worden ontwikkeld en beschikbaar wordt gesteld. Lidmaatschap van de Gebiedscoöperatie betekent geen ‘gedwongen winkelnering’. Als leden projecten op eigen merites uit kunnen voeren, dan moeten ze dat vooral zelf (blijven) doen. Binnen de bestaande opdrachten met provincie Utrecht en Agenda Vitaal Platteland wijzigt er formeel niets ten opzichte van de huidige situatie. De gehanteerde tarieven blijven bijvoorbeeld in stand, tenzij een gemeente ervoor kiest om geen lid te worden en dus niet gebruik kan maken van de gehanteerde ledentarieven.
7 Bijlage 1: Missie en visie van de Gebiedscoöperatie O-gen Onze missie: vitaliteit en kwaliteit landelijk gebied O-gen is de Gebiedscoöperatie die staat voor de vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied in de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijnstreek. De Gebiedscoöperatie mobiliseert daartoe expertise in integrale gebiedsontwikkeling en stimuleert co-creatie tussen de leden. De Gebiedscoöperatie realiseert haar doel op een ondernemende werkwijze, zowel voor de Gebiedscoöperatie zelf als voor alle leden. We werken voor en met de leden: partijen in het landelijk gebied zoals overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren die willen samenwerken met andere partners aan gebiedsontwikkeling. De Gebiedscoöperatie organiseert deze samenwerking en sluit daartoe overeenkomsten met haar leden. Activiteiten van de Gebiedscoöperatie ontstaan vanuit drie motieven: Samen: samenwerking en/of solidariteit in de regio is nodig Goed: een kwalitatief hoogwaardig product is gewenst Goedkoop: in het coöperatief verband ontstaan efficiencyvoordelen De gebiedscoöperatie werkt vanuit de volgende uitgangspunten: Passie voor de regio: de regio is ons lief en we zetten ons in voor de versterking van onze regio. We willen het beste uit onze regio halen. Van, voor en door de leden: de Gebiedscoöperatie is een echte samenwerkingsvorm waarbij uitgangspunten zijn: solidariteit, wederkerigheid, co-creatie en ledenvoordeel. Activiteiten worden uitgevoerd met de leden die daar belang bij hebben. Kennis delen en vasthouden: de Gebiedscoöperatie wil de kennis die er is onder leden benutten en versterken. Leden helpen elkaar bij kennisvragen. Kennisinstellingen worden uitgenodigd lid te worden van de Gebiedscoöperatie. Zoveel mogelijk activiteiten worden door de leden en de organisatie zelf uitgevoerd. Daarmee wordt de kennisontwikkeling geborgd binnen (de leden van) de Gebiedscoöperatie. Samen dragen en uitdragen: samen werken betekent samen activiteiten dragen en uitdragen. Hierbij hechten alle partijen belang aan eenduidigheid in communicatie en herkenbaarheid van afzender(s). De Gebiedscoöperatie is - en draagt graag - de paraplu boven projecten; alle samenwerkende partners werken onder deze paraplu. De leden van de Gebiedscoöperatie werken dit samen uit. Integraal: we zijn ons voortdurend bewust van de verschillende belangen die in de omgeving spelen. We bezien de projecten altijd in hun brede maatschappelijke context. ‘At cost’: voor de verdeling van de kosten en baten wordt het ‘at cost principe’ gehanteerd. Het leidend beginsel is dat er gewerkt wordt vanuit het kostendekkingbeginsel (in tegenstelling tot marktconform) en dat het lid waarvoor de kosten worden gemaakt, ook de kosten draagt. Toekenning van aanspraken van de leden op een eventueel exploitatie- of liquidatieoverschot gebeurt op basis van het proportionaliteitsbeginsel: naar rato van de omvang van het door het individuele lid met de Gebiedscoöperatie onderhouden zakelijk verkeer. Ondernemend en resultaatgericht: de Gebiedscoöperatie realiseert door ondernemerschap en heeft een eigenstandige financiële positie. We denken en werken vanuit de uitvoering van activiteiten en projecten. Projecten moeten concrete resultaten opleveren. Trendsettend: binnen de context van de regio zijn wij trendsettend. We zijn alert op ontwikkelingen om ons heen. Dat betekent soms trendsettend op het schaalniveau van de regio, maar soms ook dat van Nederland of de EU. Flexibel: O-gen is alert op ontwikkelingen en is in staat daarin mee te bewegen. Visie Gebiedscoöperatie O-gen in 2020: dé gebiedontwikkelende organisatie in de regio Het landelijk gebied van de Gelderse Vallei, Eemland, Utrechtse Heuvelrug en Kromme Rijn staat voortdurend voor nieuwe uitdagingen en knelpunten. Door teruglopende overheidsmiddelen is zelfredzaamheid in de regio geboden. De gebiedspartners - publieke partijen, maatschappelijke organisaties en ondernemers - willen samen werken aan deze uitdagingen in de Gebiedscoöperatie O-gen. Gebiedscoöperatie O-gen is dé gebiedsontwikkelende organisatie in de regio. O-gen is de onafhankelijke plaats van gebiedsontwikkeling en bundelt de kracht van alle gebiedspartijen in de regio. De Gebiedscoöperatie O-gen is ván het gebied en kent het klappen van de zweep. O-gen opereert als een trendsettende onderneming op het vlak van gebiedsontwikkeling, (mede) gebiedsbeheer en co-creatie. Om daar te komen werken we aan de volgende kernkwaliteiten:
8 Verbinder tussen belangen: het is ons vak om te zoeken naar verbindingen tussen partijen en belangen en kansen te verzilveren. Expert in integrale gebiedsontwikkeling: we beschikken over (toegang tot) state of the art kennis en vaardigheden m.b.t. integrale gebiedsontwikkeling. Ondernemend en professioneel: we werken zakelijk en afrekenbaar en zijn voortdurend op zoek naar succesvolle oplossingen. Resultaatgerichtheid voor leden en klanten: onze opdrachtgever mag van ons het beste product verwachten. Producten zijn altijd op maat. Dansen tussen de schalen: gebiedsgericht werken vereist van ons om op verschillende schaalniveaus te werken en tussen deze schaalniveaus te wisselen. Daarmee zijn wij in staat om belanghebbenden op hun manier aan te spreken, te committeren en te leveren. Activiteiten De activiteiten van O-gen zijn divers: Initiëren en inspireren door ontwikkelingen in de regio aan te zwengelen en door mensen anders naar de omgeving te (laten) kijken en kansen te verzilveren. De inspirator en kennismakelaar. Verbinden tussen partijen en belangen, tussen kennishouders en –afnemers en zodoende de potentie van de regio optimaal te benutten. Dit doen we onder meer door netwerken van partijen in de regio te bouwen, te organiseren en te voeden. Ontwikkelen projecten door met initiatiefnemers ideeën voor gebiedsontwikkeling verder door te ontwikkelen van initiatief naar projectvoorstel en de financiering te organiseren Communiceren over ontwikkelingen en vraagbaak (loket) voor ondernemers, burgers en leden. Uitvoeren op een voor alle partijen zo efficiënt mogelijke wijze. Dit steeds vanuit de kaders van economische vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit (goede ruimtelijke inpassing, regelgeving, financiering). De Gebiedscoöperatie voert de projecten samen met haar leden uit, soms als uitvoerende partij, maar zo mogelijk door één van de leden zelf. Adviseren vanuit onze ervaringen in de praktijk van de uitvoering aan beleidsmakers en beslissers van rijk, provinciale en lokale overheden. Per project of activiteit wordt bekeken welke rol voor de Gebiedscoöperatie als uitvoeringsorganisatie is weggelegd, steeds afhankelijk van de aard van de opdracht en de gevraagde expertise. Strategisch inhoudelijk kader Gebiedscoöperatie O-gen komt voort uit een traditie van gebiedsgericht werken, waarbij de combinatie van strategische plannen met daadwerkelijke uitvoering een gouden combinatie is gebleken. Het strategisch inhoudelijk kader bouwt dan ook voort op bestaande kaders. Daarbij streeft de Gebiedscoöperatie naar maatwerk en eigen identiteit binnen een veelzijdige regio van Gelderse Vallei, Utrechtse Heuvelrug, Kromme Rijnstreek en Eemland. Dat betekent dat ieder deelgebied zijn eigen kwaliteiten en kaders behoudt en versterkt. Als uitwerking van de centrale missie en visie omarmt de Gebiedscoöperatie de volgende strategische kaders als basis voor het handelen van de coöperatie: De Kracht en Pracht van het Kromme Rijngebied Beheer- en Inrichtingplan Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug 2003 Ontwikkel- en beheerplan uitbreiding Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug Visie Heel de Heuvelrug Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost (2005) en actualisatie (2011) Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland Open en Vitaal Gebiedsvisie Grebbelinie Boven Water Strategische agenda Regio FoodValley (2011) Akkoord van Utrecht (juni 2011) Gebiedsprogramma Vallei en Heuvelrug 2012-2015 Dit is het huidige kader. We zien ook dat de wereld om ons heen continu verandert. Dat vraagt de komende jaren aanpassing van de (onderdelen) van deze kaders, die we aan de hand van de Adviesagenda van de Gebiedscommissies meenemen.
9 De activiteiten die de leden willen ondernemen, passen binnen dit strategisch inhoudelijk kader en worden bij voldoende financiering uitgevoerd. Onderwerpen die buiten dit inhoudelijk kader vallen worden aan de leden voorgelegd, via de zogeheten Gebiedsraad.
10 Bijlage 2: Kosten lidmaatschap Gebiedscoöperatie O-gen voor P-leden Het lidmaatschap van de gemeenten wordt berekend volgens de volgende systematiek. Oppervlakte \ Inwoners 2 0-20 km 2 20-50 km 2 meer dan 50 km
0-15.000 5.000 5.000 10.000
15.000-35.000 5.000 10.000 15.000
35.000 + 5.000 10.000 20.000 2
Gemeenten
Inwoners
Oppervlak (km )
Lidmaatschap (€)
Amersfoort
148.250
63
20.000
Baarn
24.352
33
10.000
Barneveld
53.521
176
20.000
Bunnik
14.574
38
5.000
Bunschoten
20.200
30
10.000
De Bilt
42.079
66
20.000
108.763
318
20.000
Eemnes
8.824
31
5.000
Ermelo*
26.127
86
5.000
Houten
47.000
59
20.000
Leusden
28.905
59
15.000
Nijkerk
40.126
69
20.000
Putten*
23.860
85
10.000
4.822
18
5.000
19.064
42
10.000
9.354
14
5.000
Soest
45.612
46
10.000
Utrechtse Heuvelrug
48.267
132
20.000
Veenendaal
62.870
20
5.000
Wageningen*
37.049
32
5.000
Wijk bij Duurstede
24.000
50
10.000
Woudenberg
12.034
37
5.000
Zeist
61.233
49
10.000
Ede
Renswoude Rhenen Scherpenzeel
Andere overheden Provincie Utrecht
20.000
Provincie Gelderland
20.000
Waterschap Vallei en Veluwe
20.000
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
10.000
*Voor een aantal gemeenten geldt dat hun grondgebied buiten het werkingsgebied van de Gebiedscoöperatie ligt. Deze gemeenten komen daardoor in een lagere categorie terecht.
11 Bijlage 3: Ledengroepen P-leden
23 gemeenten 2 waterbeheerders 2 provincies
M-leden
Boerenorganisaties zoals LTO, NVV, NAJK, NMV Terreinbeherende organisaties zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Het Utrechts Landschap, Gelders Landschap en Geldersche Kastelen Particuliere grondeigenaren (UPG, GPG) Erfgoed- en landschapsinstellingen: Landschap Erfgoed Utrecht, Stichting Landschapsbeheer Gelderland, Gelders Genootschap Ondernemersplatforms, zoals het platform ondernemers recreatie Heuvelrug, Grebbelinieplatform Kennisinstellingen zoals WUR, CHF, VHL, Aeres, Groenhorst college, STOAS, CAH Dronten Agrarische Natuurverenigingen Milieufederaties Utrecht en Gelderland Vereniging Kleine Kernen Natuur- en milieueducatie: Veldwerk Nederland, IVN
S-leden
Ondernemersverenigingen en netwerken zoals Rotary, Lions, Kiwanis, Zakelijk Heuvelrug, Ondernemersvereniging Grebbelinie Lokale afdelingen LTO Lokale natuurorganisaties Lokale organisaties en Stichtingen (dorpen, buurtschappen, wijken, etc.) Individuele ondernemers Lokale banken Burgers
F-leden
Kapitaalleden nader te bepalen