Bijlage 1 Notitie Fonds Armoedebestrijding Hierbij bieden wij u de invulling van de besteding van het verdeelprogramma van het Fonds Armoedebestrijding 2006 aan. Vooraf
Op 20 januari 2006 is de openstelling van het Fonds Armoedebestrijding een feit. Na een klein jaar voorbereiding stelt de Provincie Noord-Brabant als eerste provincie in Nederland geld beschikbaar voor creatieve en vernieuwende projecten die een directe bijdrage moeten leveren aan het bestrijden van Armoede in Brabant. Voor het indienen van de aanvragen kregen gemeenten en maatschappelijke organisaties slechts vijf weken de tijd, want op 1 maart 2006 sloot de tranche. Het eerste dat opvalt bij de beoordeling van de aanvragen is de gedrevenheid waarmee organisaties aan de slag zijn gegaan en elkaar hebben weten te vinden. Dit is een belangrijke constatering. Uit brieven die zijn bijgevoegd bij de aanvragen en persoonlijke gesprekken over ontbrekend onderdeel in de aanvragen blijkt dat dit eigenlijk het eerste succes van het Fonds is. Mensen en organisaties hebben elkaar gevonden en het onderwerp Armoede heeft een positieve impuls gekregen op de agenda’s van Brabantse gemeenten en organisaties. Ook heeft de provincie verschillende keren een doorverwijsfunctie kunnen vervullen door organisaties met elkaar in contact te brengen.
Leeswijzer
In deze notitie vindt u een analyse van de aanvragen die zijn binnen gekomen en het voorstel verdeelprogramma. Eerst leest u een algemene analyse en vervolgens een analyse van de verschillende categorieën aanvragen. 1. Analyse
Algemene feiten Spreiding Inhoud en financieel overzicht Beoordelingskader Cofinanciering Algemene signalen 2. Verdeelprogramma
Directe inkomensondersteuning Concrete hulp Preventie Informatie Participatie Tegengaan niet-gebruik Overig
2/20
1. ANALYSE Algemene feiten
Er zijn 200 aanvragen binnen gekomen. Twee daarvan zijn inmiddels ingetrokken als gevolg van een nieuw samenwerkingsverband en een intern misverstand (aanvraag twee keer ingediend). Blijft over: 198 aanvragen, voor in totaal een bedrag van € 7.271.943,-. Aan de hand van een intensief en nauwkeurig afwegingstraject zijn er 114 projecten overgebleven die binnen de Beleidsregel passen. Hiermee is een bedrag van € 2.552.790,- gemoeid. Bovenstaande geeft aan dat de cijfers die rond 1 maart gepubliceerd werden (171 aanvragen voor een bedrag van 6,3 miljoen euro) naar boven zijn bijgesteld. Dit heeft te maken met het feit dat op de dag van 1 maart nog tot laat in de avond projectaanvragen binnen kwamen, die niet eerder in de tellingen konden worden opgenomen. Er zijn geen aanvragen beoordeeld die na 23:59 uur op 1 maart zijn binnen gekomen. Overigens betrof het hier 1 aanvraag, deze is dus afgewezen. Aanvragen die niet binnen de Beleidsregel passen zijn om verschillende redenen afgewezen. Een aantal van de projecten richtte zich op directe inkomensondersteuning of op reguliere taken van de aanvragende organisatie/gemeente. Andere aanvragen waren niet direct gericht op het bestrijden van armoede maar alleen op indirecte armoedebestrijding. Verder bleek uit een eerste analyse dat er bij 103 aanvragen sprake was van ontbrekende informatie of van een begroting die niet of onvoldoende aansloot bij de projectomschrijving. Gezien de korte openingstermijn van het Fonds bestond de mogelijkheid om binnen14 dagen aanvullende informatie aan te leveren. Onvolledige aanvragen die na het verstrijken van deze termijn niet waren aangevuld, zijn afgewezen (dit was bij 4 aanvragen het geval). Zie voor een inhoudelijke toelichting op de aanvragen deel 2 van deze analyse.
3/20
Spreiding
De spreiding over Brabant is evenredig verdeeld: Regio
Aantal aanvragen
Midden Noord-Oost West Zuid-Oost Heel Brabant
50 56 42 51 3
Ingedeeld naar regio
Aanvragers
Aantal aanvragen
Gemeenten - Waarvan uit B5-verband (Eindhoven, Den Bosch,
5
Breda, Helmond, Tilburg)
-
Waarvan uit M5-verband (Roosendaal,
Bergen op
6
Zoom, Oss, Waalwijk, Oosterhout)
-
Overige gemeenten
26
Maatschappelijke organisaties
126
Kringloopwinkels, voedsel-/ goederenbanken
23
Stichting Leergeld
11
Individu
1
Ingedeeld naar categorie aanvrager
4/20
B5 Gemeenten
Aantal aanvragen
Gevraagd bedrag
Passend binnen de beleidsregel
's-Hertogenbosch Eindhoven* Breda Helmond Tilburg
18 16 4 13 34
€ 691.787,€ 469.622,50 € 127.802,€ 409.793,10 € 1.175.549,-
€ 271.950,€ 253.342,50 € 16.504,€ 203.905,€ 316.224,25
*Een aanvraag komt vanuit een Eindhovense organisatie maar is gericht op Helmond
Ingedeeld naar aanvragen vanuit B5 gemeenten
5/20
Inhoud en financieel overzicht
De aanvragen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: Aantal
Gevraagd
8
€ 496.577,25
Passend binnen de beleidsregel € 0,-
29)* 11 5
€ 904.013,82 € 155.366,€ 183.983,-
€ 471.679,82 € 53.650,€ 0,-
3. Preventie - Jeugd - Volwassenen
10 14)*
€ 129.876,€ 465.260,09
€ 57.864,25 € 237.439,-
4. Informatie
25
€ 1.002.199,50
€ 208.445,-
5. Participatie - Sociale Participatie - Werktoeleiding
33 10
€ 1.067.816,40 € 517.475,-
€ 237.793,50 € 256.725,-
6. Tegengaan niet-gebruik - vanuit gemeenten - “van onderop”*** - gericht op onderzoek
15 15 5
€ 827.440,30 € 529.621,€ 234.639,60
€ 123.146,€ 249.151,€ 108.021,-
7. Overig**
17
€ 757.676,-
€ 548.876,-
Totaal
200
€ 7.271.943,96
€ 2.552.790,57
1. Directe inkomensondersteuning 2. Concrete hulpacties - Voedselbanken/ goederenbanken - Stichting Leergeld** - Energiebesparende projecten
* waarvan 1 aanvraag is ingetrokken ** zie toelichting in de analyse *** hieronder worden verstaan de projectaanvragen die zijn ingediend door maatschappelijke organisaties of zelforganisaties, dus niet door de gemeenten.
6/20
Beoordelingskader
Uitgangspunt bij de beoordeling is uiteraard de Beleidsregel (zie bijlage) die aan het Fonds ten grondslag ligt. Deze is zo breed en laagdrempelig mogelijk opgezet. Wat zijn de belangrijkste criteria waarop wij getoetst hebben? -
Eerste voorwaarde is dat de aanvraag bijdraagt aan het bestrijden van armoede (gedefinieerd als: “huishoudens waarvan de financiële middelen zo beperkt zijn dat zij materiaal, cultureel of sociaal uitgesloten zijn van de minimaal aanvaardbare levenspatronen in Nederland”) en dat er geen sprake is van reguliere / structurele taken of directe inkomensondersteuning. We subsidiëren wel projecten die tot inkomensondersteuning kunnen leiden, of pilot-projecten.
-
Een project moet bij voorkeur creatief en vernieuwend zijn, direct tot actie aanzetten en de armoede concreet en actief bestrijden. Een project moet liefst gedragen worden door meerdere partijen (cofinanciering!) en veel effect sorteren, waarbij we gekeken hebben naar een redelijke prijs/kwaliteit verhouding. De Provincie subsidieert vanuit dit Fonds bij voorkeur geen nieuwe overlegstructuren en onderzoek.
-
Uiteraard is ook gekeken naar voorkeuren die eerder door de commissie ZWC en Provinciale Staten zijn aangegeven. Ook zijn de gevoerde gesprekken en werkbezoeken bij maatschappelijke organisaties en gemeenten van belang geweest, evenals bestaande onderzoeksrapporten en landelijke aanbevelingen door de Denktank Armoedebestrijding. We noemen o.a.: (1) het onderzoek naar de doelgroepen van Voedselbanken en (2) het onderzoek naar het gemeentelijke beleid en de uitvoering van financiële regelingen, gericht op het voorkomen en opheffen van armoede. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken. Als achtergrondinformatie is ook gebruik gemaakt van o.a. uitgaven van de Werkgroep Arme Kant van Nederland, de adviesrapportage BKO 2005, onderzoeken van PON, de FNV-monitor en het Armoederapport 2005 van het SCP.
7/20
Cofinanciering
Alle organisaties zijn er in geslaagd de cofinanciering te regelen. Voor gemeentelijke aanvragen gaat het dan om bedragen van minstens 50% van de begroting en bij aanvragen van maatschappelijke organisaties om bedragen van ten minste 25%. Er zijn geen gehonoreerde aanvragen waarbij de cofinanciering ontbreekt of onvoldoende is, en die dus aan Gedeputeerde Staten moeten worden voorgelegd. Cofinanciering komt vaak tot stand door bijdragen van gemeenten of maatschappelijke instellingen. Ook de kerken / diaconie, de Rotary, bedrijven (bijvoorbeeld woningbouwcorporaties of de Rabobank) of anonieme weldoeners nemen hier een deel van voor hun rekening. Soms zijn ook vrijwilligers-uren en personele inzet gekapitaliseerd en op die wijze meegenomen in de opbouw van de cofinanciering. Er is wel bij een aantal projecten nog onduidelijkheid m.b.t. de cofinanciering. Dit betreft toezeggingen die nog moeten worden bevestigd (B&W moet bijvoorbeeld nog besluiten). De aanvragen waarvan wij vinden dat ze voor subsidie in aanmerking zouden moeten komen, worden toegekend op voorwaarde dat zij binnen een bepaalde termijn een besluit omtrent deze cofinanciering kunnen voorleggen. Totaal
Niet
Gedeeltelijk
Passend
passend
passend
binnen de
binnen de
binnen de
beleidsregel
beleidsregel
beleidsregel* *
Geen cofinanciering
9
7
0
2
Cofinanciering nog niet rond
22
10
6
6
Cofinanciering onvoldoende
5
5
0
0
* Op voorwaarde dat de cofinanciering wordt afgerond.
8/20
Algemene signalen
In het najaar van 2006 ontvangt u van ons een nadere analyse van het Fonds Armoedebestrijding. Vooruitlopend daarop schetsen we u hierbij een aantal aandachtspunten. Vrijwilligers
Er zijn veel aanvragen binnen gekomen die op de begroting de post ‘vrijwilligers’ hebben staan. Binnen de directie SCO bestaat echter de regel dat vrijwilligerskosten niet voor subsidie in aanmerking komen. Gemaakte onkosten uiteraard wel, maar een algemene onkostenvergoeding (richtlijn is € 735 belastingvrij per jaar) niet. Bij de beoordeling is van deze richtlijn, die overigens niet in de Beleidsregel of de ASV staat, uitgegaan. Bij het beoordelen van de aanvragen was dit geregeld onderwerp van gesprek. Projectmanagers (à € 110 per uur) worden in een aantal gevallen gefinancierd, en vrijwilligers die een klein bedrag ter tegemoetkoming vragen krijgen niets, voor soms exact hetzelfde werk. Het gaat veelal om mensen die werken bij voedselbanken of die als vrijwilligers op huisbezoek gaan om hen te helpen de formulieren voor de Wet Bijzondere Bijstand in te vullen. Mogelijk is hier bij een volgende versie van de Beleidsregel expliciet aandacht aan te besteden. Soort subsidie
Bij het analyseren van de aanvragen bleek al snel dat veel aanvragers moeite hadden de juiste vorm van subsidie aan te geven: een stimuleringssubsidie (voor kleinere, pilot-achtige projecten) of een ontwikkelingssubsidie (voor grotere projecten die voortborduren op een eerder geslaagd project). Bij het beoordelen is met name rekening gehouden met de achterliggende gedachten. Zo gaat niet meer dan de helft van het beschikbare bedrag naar grote projecten (eerder veel minder), en is bij projecten waar veel geld naar toe gaat, gekeken of het project voortborduurt op een geslaagd project elders in Nederland. Prijs/kwaliteit
Verder kwamen we bij het analyseren van de aanvragen soms tot de conclusie dat de kosten voor het beoogde resultaat in een aantal gevallen zo hoog waren, dat wij vonden dat de prijs/kwaliteitsverhouding negatief was. Fictief voorbeeld: als het €14.000 kost om 60% van 15 mensen te bereiken met een bepaald project, vonden wij dat te kostbaar en niet passend binnen deze Beleidsregel. Cofinanciering door gemeenten
Op grond van gevoerde gesprekken hebben wij de indruk dat veel gemeentelijke projecten zijn ingediend via een maatschappelijke organisatie. Zo ontlopen zij de cofinancieringeis van 50%. Wij hebben de indruk dat deze weg is gevolgd om enerzijds de maatschappelijke inbedding te tonen, maar ook
9/20
omdat gemeenten geen mogelijkheden meer konden vinden om de eigen cofinanciering van 50% te realiseren.
10/20
2. VERDEELPROGRAMMA Categorie 1: Directe inkomensondersteuning
Binnen deze categorie zijn 8 aanvragen binnengekomen. Een individueel verzoek om een financiële bijdrage, 4 verzoeken om huizen voor gehandicapten in te richten of om verwaarloosde huizen te herinrichten, en een verzoek om vervuilde woningen schoon te laten maken om vervolgens een participatietraject op te starten. Ook ligt er een verzoek voor een rolstoelbus waarbij niet is aangetoond dat deze bestemd is voor minima. Wij hebben alle projecten in deze categorie afgewezen omdat ze vallen onder directe inkomensondersteuning. Bij het individuele verzoek verwijzen we tevens naar het feit dat hij geen rechtspersoon is. Directe inkomensondersteuning komt volgens de Beleidsregel niet voor subsidie in aanmerking.
11/20
Categorie 2:
Concrete hulp
In de Beleidsregel staat dat wij projecten die leiden tot inkomensondersteuning wel ondersteunen. We ondersteunen echter geen reguliere / structurele kosten of (nood)fondsen. Dit heeft ertoe geleid dat we grote delen van begrotingen die bij de aanvragen in deze categorie hoorden, niet konden honoreren. We zijn daarom op zoek gegaan naar een juridisch passende oplossing waardoor juist de projecten die direct een bijdrage aan de armoede leveren, ook gehonoreerd konden worden. Dit heeft er toe geleid dat wij de Stichtingen Leergeld een stimuleringssubsidie toegekend hebben van maximaal € 5.000, en de voedselbanken een bedrag van € 2.500 (voor kleine verdeelpunten minder dan 150 pakketten per week) of € 5.000 (voor grotere verdeelpunten). Onder voorwaarde dat zij ons achteraf een gespecificeerd financieel overzicht overleggen dat is opgesteld en getekend door het bestuur. Stichting Leergeld De Stichting Leergeld richt zich op ouders van schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Vooral ouders met een laag inkomen die problemen hebben met het betalen of voorfinancieren van opvoedingskosten komen voor ondersteuning in aanmerking. Het gaat dan om deelname aan clubs (samenwerking met Jeugdsportfonds!), creativiteitsontwikkeling en kosten die de school met zich brengt. De stichtingen bemiddelen tussen aanvrager en hulpverlenende instanties en kunnen zelf ook hulp verlenen in de vorm van een gift, voorschot of renteloze lening. De lokale stichtingen vervullen 3 functies: directe hulpverlening, verwijzing en signalering. Steeds vaker ondersteunen zij ook bij het aanvragen van Bijzondere Bijstand of het geven van budgetteringscursussen. Leergeld werkt met vrijwilligers: intermediairs die bij voorkeur uit dezelfde situatie komen als de aanvragers zelf. De eerste Stichting Leergeld is in 1996 in Tilburg opgericht. De Stichting Leergeld krijgt van de Provincie Noord-Brabant los van dit Fonds Armoedebestrijding gedurende drie jaar een subsidie van € 50.000 per jaar om een dekkend netwerk in Brabant te genereren. Er zijn bij het Fonds Armoedebestrijding 11 aanvragen binnen gekomen van lokale stichtingen die al sinds 2003 operationeel zijn. Omdat zij al enige tijd bezig zijn, kunnen zij geen aanspraak meer maken op de ‘opstartfaciliteiten’ die de Landelijke Stichting Leergeld hen biedt (training intermediairs, coördinatiekosten, promotiemateriaal). Zij moeten dus zelf sponsors zien te werven (waarvoor zij middels trainingsdagen wel ondersteund worden) voor hun activiteiten. Dit lukt gedeeltelijk (gemeenten, Rotary, bedrijfsleven), maar uit de aanvragen blijkt dat zij ook vrijwel allemaal een bijdrage willen in de structurele kosten. Er zijn drie aanvragen die daarvan afwijken (een website, een promotiefolder en een training om niet-gebruik tegen te gaan). 12/20
Besluit: om te stimuleren dat ze de fondsenwerving ook goed ter hand kúnnen nemen, honoreren we deze drie initiatieven en stellen voor dit gezamenlijk op te pakken. In overleg met de Landelijke Stichting Leergeld lijkt dat een reëel voorstel (zo houd je bijvoorbeeld de huisstijl gelijk en voorkom je dat er steeds opnieuw eenzelfde folder / website gemaakt moet worden). Aanvraag voor kinderkledingbeurs en een ‘luxe’ promotieboekje met persoonlijke verhalen hebben we afgewezen. Voedselbanken / goederenbanken Er zijn 23 aanvragen van voedselbanken binnen gekomen, 5 aanvragen van goederenbanken en 1 aanvraag van een organisatie die zich vooral richt op het verstrekken van goedkope computers en cursussen voor minima. Verzoek om bijdragen richten zich met name op opstartkosten (busjes, koelfaciliteiten, rekken, kratten) en op structurele kosten (gas/water/licht, huur, personeel, benzine, onkosten vrijwilligers). Er is 1 aanvraag die zich ook richt op sociale participatie en tegengaan niet-gebruik. Besluit: de hoogte van sommige begrotingen voor soortgelijke projecten (de aanschaf van een bestelbus bijvoorbeeld) liepen sterk uiteen. Omdat wij deze verschillen niet wenselijk vonden hebben we ons door verschillende partijen laten voorlichten over reële bedragen. Wij zijn daarom uitgegaan van het volgende kader: - Aanvragen voor busjes of koelauto’s te honoreren voor maximaal een bedrag van € 20.000, heftrucks maximaal € 10.000, rolcontainers € 75, koelcontainer € 750, diepvrieskist € 750, grote koelkast € 500, computer € 1.000 en kassa € 250. - Aanvragen voor verhuizing honoreren - Aanvragen voor inrichtingskosten honoreren (Energie)besparing Er zijn 5 aanvragen binnengekomen voor projecten over energiebesparingstips voor minima. Het gaat dan om een onderdeel training, voorlichting en een set spaarlampen. Ook: een aanvraag voor een cursus voor minima ‘Klein onderhoud in huis’. Besluit: wij hebben alle vijf de aanvragen afgewezen op grond van het feit dat het deels gaat om directe inkomensondersteuning (de spaarlampen die mensen krijgen bijvoorbeeld) en wij vinden dat het onvoldoende bijdraagt aan de werkelijke bestrijding van de armoede omdat het steeds gaat om enkele tientjes per jaar. Ook geven de energiebedrijven al actief voorlichting op dit terrein.
13/20
Categorie 3: Preventie
Jongeren Er zijn 10 aanvragen ingediend om budgetteringslessen te geven op middelbare scholen. Dit past onzes inziens goed binnen de Beleidsregel. Het Landelijke NIBUD heeft hiervoor goede en betaalbare producten ontwikkeld waar de meeste scholen ook gebruik van willen maken. Scholen die zelf iets wilden ontwikkelen hebben we benaderd en voorgesteld de veel goedkopere NIBUD-variant- te kiezen en zij willen hier (op 1 gemeente / school na) graag gebruik van maken. Besluit: aanvragen zijn toegekend waarbij we zijn uitgegaan van de NIBUD-bedragen. De aanvraag voor onderzoek heeft geen prioriteit en is afgewezen. Volwassenen Wij hebben ons sterk de vraag gesteld in hoeverre we cursussen voor volwassenen moeten financieren. Zij kunnen immers ook een beroep doen op bestaande budgetteringscursussen die overigens ook verplicht onderdeel zijn van een schuldhulpverleningstraject. Besluit: een aantal projecten hebben we afgewezen omdat de kosten te hoog waren ten opzichte van het beoogde resultaat (€ 12.893 om 6 mensen te leren hun eigen administratie bij te houden), dure projectleiders (terwijl sommige huisbezoeken door vrijwilligers worden gedaan), zwaar opgetuigde projecten bij maatschappelijk werk. Andere aanvragen hebben we goedgekeurd omdat ze passen binnen de Beleidsregel en een voorbeeldfunctie kunnen vervullen richting andere gemeenten.
14/20
Categorie 4: Informatie
De aanvragen die vallen onder het onderdeel Informatie hebben we onderverdeeld in: kennis, GGZ/GGD en trainingen. Kennis Er zijn 14 aanvragen binnengekomen op dit onderdeel. Uiteenlopend van het ontwikkelen van cursussen, publicaties en een seminar, tot een debattenreeks en vier korte films. Besluit: we honoreren geen publicaties omdat de werkelijke bijdrage aan het bestrijden van de armoede te gering is, bovendien zijn er erg veel publicaties op dit gebied en is de meerwaarde onvoldoende aangetoond (2 projecten). Twee aanvragen over netwerken wijzen we af omdat ze niet binnen de Beleidsregel passen (daarin staat dat er bij voorkeur geen netwerken worden gefinancierd). GGZ/GGD Er zijn 6 aanvragen binnen gekomen vanuit de GGZ en GGD’s. Twee gericht op bestrijding van depressie / ziekte, twee gericht op beproefde projecten van de GGD die nu als pilot worden aangevraagd maar vrijwel zijn opgenomen in het reguliere werk. Eén aanvraag gericht op het vormen van een netwerk en één op de aanvraag voor een fonds. Besluit: deze aanvragen zijn grotendeels afgewezen omdat ze geen directe bijdrage leveren aan het bestrijden van armoede. Training Zeven aanvragen in deze categorie hebben betrekking op het geven van trainingen. Om deze aanvragen te beoordelen hebben we o.a. advies gevraagd aan de sector Jeugd (SCO) en het PON. Ook hebben we gekeken naar de overige binnengekomen aanvragen, en waar mogelijk, zaken gekoppeld. Besluit: een training die al gegeven is kan niet meer voor financiering in aanmerking komen. Aanvragen zijn deels afgewezen omdat ze niet binnen de Beleidsregel passen. Ze dragen onvoldoende actief bij aan het bestrijden van de armoede.
15/20
Categorie 5: Participatie
Binnen deze categorie hebben we onderscheid gemaakt in projecten die concreet tot sociale participatie leiden en projecten die toeleiden naar werk. Sociale participatie Binnen deze categorie zijn 33 zeer uiteenlopende projecten binnen gekomen. Besluit: een aantal daarvan kennen we direct toe. Het gaat dan met name om kleinschalige projecten waar voor een klein bedrag iets tastbaars wordt gerealiseerd. Dat kan zijn een stapje richting meer ‘volwaardig deelnemen’ aan de samenleving, of al wat concreter: richting echte activering. Er zijn 13 aanvragen binnengekomen die zich richten op een bepaalde mate van ontspanning (cursus of gezamenlijke activiteit). In bepaalde gevallen vinden wij het reëel om hier tot bepaalde hoogte in tegemoet te komen. Steeds onder voorwaarde dat het om een groep mensen gaat (waaronder ook kinderen die in armoedesituaties vaak de dupe zijn), die écht een stimulans verdienen (omdat ze bijvoorbeeld zelf al jaren vrijwilligerswerk doen) en een minimuminkomen hebben. Vaak zijn dit juist de projecten die overal buiten de boot vallen. Een project is afgewezen omdat de prijs / kwaliteit-verhouding onvoldoende was. Er zitten een aantal projecten tussen die vanuit een wijkgerichte / intergenerationele aanpak werken. Het is duidelijk dat hiermee minima bereikt worden, maar ze zijn vaak ook op een bredere doelgroep gericht. Gekozen is om ze wel te honoreren. Een aantal projecten valt af omdat zij niet gericht zijn op echte participatie (zij vragen bijvoorbeeld een computer, bieden een training gezond eten aan), niet specifiek gericht zijn op minima of niet tot een concreet resultaat leiden (inventarisaties, netwerken zonder duidelijk doel). Ook zit er een project bij dat zich richt op de integratie van Sinti, dat is afgewezen omdat het niet valt onder het Fonds Armoedebestrijding.
16/20
Werktoeleiding Er zijn tien aanvragen binnen gekomen die over werktoeleiding gaan. Daar zitten interessante, vernieuwende voorstellen tussen. Maar ook voorstellen op reïntegratiegebied met weliswaar nieuwe ideeën, maar die al door veel reïntegratiebureaus worden ingezet. Besluit: aanvragen op het gebied van reïntegratie die aangeboden worden door reïntegratiebureaus maar die niet echt vernieuwend zijn, wijzen we af.
17/20
Categorie 6: Tegengaan niet-gebruik
De 25 aanvragen die binnen zijn gekomen om het “niet-gebruik van bestaande regelingen” tegen te gaan, zijn onderverdeeld in aanvragen van gemeenten, van maatschappelijke organisaties en aanvragen die zich richten op onderzoek. We hebben ons in zeer brede zin verdiept in de materie die achter dit fenomeen schuil gaat en ons licht opgestoken bij diverse grote gemeenten in ons land. We zien dan dat zij -allemaal op hun eigen manier- hun best doen mensen te attenderen op een verscheidenheid aan maatregelen die hun inkomenspositie kunnen verbeteren. Op grond van deze analyse is niet echt te zeggen welke maatregelen wel of niet goed kunnen werken. De verschillende doelgroepen vragen wat dat betreft allemaal een verschillende benadering, en alle mogelijkheden vullen elkaar weer aan. Wel valt op dat het veel geld kost om het geld voor de minima ‘op de juiste plek te krijgen’. Dit is met name het gevolg van de afschaffing van de categorale toekenningen van de Bijzondere Bijstand (als gevolg van maatregelen om de armoedeval tegen te gaan). Gemeenten Het is de vraag in hoeverre de 15 aanvragen in deze categorie niet onder de reguliere taken van een gemeente vallen. Zij kúnnen deze immers uit de (“ruime”) begroting van de Wet Bijzondere Bijstand betalen. Veel gemeenten doen dit ook, en het is de vraag in hoeverre de provincie een project in gemeente X moet financieren terwijl eenzelfde project in de gemeente Y uit de gemeentebegroting wordt gefinancierd. Recent onderzoek door Inzicht BV (maart 2006) in opdracht van de Volkskrant wijst uit dat de meeste gemeenten nog weinig doen om deze pot te promoten. Besluit: de provincie heeft in haar Beleidsregel opgeroepen vernieuwende pilotprojecten op dit terrein in te dienen. Op die manier hebben wij er ook naar gekeken en is een deel goedgekeurd en een deel afgewezen. Op grond van bovenstaande lijkt het wenselijk hier bij de volgende versie van de Beleidsregel nog eens goed naar te kijken. Van maatschappelijke organisaties Aanvragen die in deze categorie vallen zijn ingediend door maatschappelijke organisaties en zelforganisaties. Besluit: aanvragen waarbij geld werd opgenomen voor acquisitie hebben wij afgewezen (bijvoorbeeld: een bedrijf vraagt subsidie om in 30 uur gemeenten bereid te vinden een bepaalde applicatie te installeren). Een aantal aanvragen hebben we afgewezen omdat het niet ging op directe bestrijding van armoede of omdat de projecten nog onvoldoende waren uitgewerkt.
18/20
Onderzoek Aanvragen binnen deze categorie hebben een component onderzoek in het voorstel opgenomen. Besluit: hoewel onderzoek geen prioriteit heeft, hebben we op basis van gesprekken in het veld, deze 5 aanvragen toch (gedeeltelijk) toegewezen (hoe bereik je gezinnen met kinderen, over welke doelgroepen hebben we het in onze gemeenten, benchmarking) omdat het onderzoek ook binnen de projectaanvraag tot concrete veranderingen en resultaten leidt. Een aanvraag is afgewezen omdat het echt alleen om onderzoek gaat en dat bij voorkeur niet gesubsidieerd wordt volgens de Beleidsregel.
19/20
Categorie 7: Overig
Onder deze categorie vallen 17 zeer verschillende -veelal in de Beleidsregel passende- projecten. Kenmerkend hierbij is dat er vaak een aantal benaderingen gecombineerd worden. Ze richten zich op het tegengaan van niet-gebruik, op sociale participatie en op preventie. Omdat de aanvragen zo verschillend zijn is het moeilijk hier een uitgebreide toelichting op te geven. Besluit: juist omdat in deze projecten de verschillende invalshoeken om armoede te bestrijden gecombineerd worden, komt het grootste deel voor subsidie in aanmerking.
20/20