Voorstellen vanuit NVKVV (1) en Vlaamse Verpleegunie om de houdbaarheid, de toegankelijkheid en de kwaliteit van de ziekteverzekering te garanderen n.a.v. 50 jaar RIZIV Prioriteit: armoedebestrijding: "Arm maakt ziek en ziek maakt arm": armoedeziektes zoals tbc zijn een bedreiging voor de volksgezondheid in het algemeen. Wie ziek is, kan ook niet werken en kan geen bijdrage leveren aan de sociale zekerheid. Ongelijkheden wegwerken:
Ook wij zullen enerzijds beter moeten waken over overconsumptie en oneigenlijk gebruik van zorg en middelen bij de ene groep mensen en anderzijds over onderconsumptie en niet volledig/correct toegepaste zorg bij maatschappelijk kwetsbare mensen. Mensen die leven onder de armoedegrens of van een leefloon zouden automatisch het omniostatuut van hun mutualiteit moeten kunnen krijgen en daarmee gepaard gaande een bezoek van de maatschappelijk werker of sociaal verpleegkundige die de nodige informatie verstrekt en aangepaste begeleiding geeft. Het omniostatuut wordt bekomen op basis van de aangifte personenbelasting. Via de kruispuntenbank zouden deze gegevens van de belastingsdienst jaarlijks automatisch bij de ziekenfondsen moeten kunnen toekomen. Veel armen hebben geen besef van hun rechten of hebben teveel schroom om bij het ziekenfonds jaarlijks een aanvraag te verrichten. Ondersteuning van de wijkgezondheidscentra in hun multidisciplinaire werking en hun preventieve gezondheidszorg. Dit wordt een taak voor de ganse eerstelijnszorg: alle zorgverstrekkers in een gezondheidsberoep actief in de eerste lijn moeten een bijdrage kunnen leveren in de preventie en hun nomenclatuur moet dit ook toelaten. Ervoor zorgen dat iedere Belg sowieso in orde is met zijn zieketeverzekering of bij een probleem opnieuw in orde kan komen. Veel mensen geraken nog meer in armoede indien ze geen ziekteverzekering meer hebben. Dit zou een basisrecht moeten zijn, zodoende dat iedereen ook een basisverzorging kan krijgen.
Kwaliteit aanmoedigen en inzichtelijk maken:
Integratie van functiedifferentiatie (inclusief in de ouderenzorg, de thuiszorg en gehandicaptenzorg) met taakherschikking en honorering
Voorschrijfgedrag van psychofarmaca beter in kaart brengen en ergens proberen te koppelen aan preventieve maatregelen die betrekking hebben op de geestelijke gezonheidszorg van desbetreffende patient. Accreditering van permanente vorming en bijscholing van verpleegkundigen en vroedvrouwen. Uitbouw van een orgaan voor de ontwikkeling van verpleegkundige procedures en van multidisciplinaire staande orders in de zorginstellingen ten behoeve van de verpleegkundige praktijk gesteund op Evidence Based Nursing (cf. project FOD CIPIQ’s voor de thuisverpleging en Portal4nurses). Erkenning van het verpleegkundig consult en verpleegkundig voorschrift in de diverse sectoren van de gezondheidszorg, met specifiek RIZIV-identificatienummer voor de voorschrijvende verpleegkundige (cf. nu reeds bestaande verpleegkundig consult in de thuisverpleging). Verdere uitbouw van de verpleegkundige rol inzake preventie en educatie (cf. reeds opgenomen rol door de verpleegkundige diabeteseducator binnen de zorgtrajecten diabetes). Graag wensen we meer nadruk te leggen op preventie en daarom zouden we graag al diabeteseducatie willen verlenen vanaf de diagnose van diabetes. Voorstel tot uitbreiding doelgroep zorgtraject diabetes. Om een kwaliteitsvolle educatie te kunnen verlenen, missen we vaak nog heel wat (o.a. medische) informatie of krijgen we slechts heel beperkte (en ‘vage’) informatie door via de huisarts. Voorstel: gemakkelijk (+ gratis!) kunnen uitwisselen van klinische informatie tussen verschillende zorgverleners en inkijken van informatie (bvb. goedkeuringsdatum ZTD, opschorting ZTD, medicatie-overzicht, relevante labo-uitslagen, …) via vb. ehealth-box, Vitalink,... Investeren in verpleegkundig spreekuur voor patiënten met chronische pijn is belangrijk. Het is van belang de pijn en de daaraan gerelateerde behandeling te gaan bekijken vanuit de betekenis die de patiënt aan zijn pijn heeft. Tevens moeten de lichamelijke aspecten van pijn goed in kaart gebracht worden, want juist die lichamelijke aspecten bepalen de beleving van de pijn door de patiënt. De patiënt met chronische pijn heeft behoefte aan verpleegkundige instructie, het hart kunnen luchten, ontvangen van voorlichting, krijgen van begeleiding, follow up medciatie in kader therapietrouw, advies en ziektespecifieke informatie. De laagdrempelige relatie patiënt-verpleegkundige is hier een voordeel. Daarnaast kunnen andere zorgdisciplines of afdelingsverpleegkundigen advies vragen door middel van het verpleegkundig spreekuur betreffende concrete pijnproblemen op verpleegkundig niveau (preventie chronische pijn). Dit stimuleert ook de patiëntentevredenheid.
Terugbetaling: -
Verhoogde tegemoetkoming bij bezoek aan een spoedopname of acute consultatie na verwijzing door een vaste huisarts (GMD ). Verhoogde terugbetaling voor verbandmaterialen bij de chronische wondzorg (thuissituatie, RVT, ouderenzorg,…).
-
Creëren van een terugbetaling van verbandmaterialen voor wondzorg d.m.v. Negatieve Druk Therapie, zowel binnen het ziekenhuisverblijf als na vroegtijdig ontslag uit het ziekenhuis met verderzetting van deze wondzorg in de thuissituatie. - Transparantie binnen de bandagisterie m.b.t. afleveren van materialen: heden ten dage zien we dat extra hulpmiddelen van stomamateriaal, alhoewel niet op het voorschrift vermeld, aan de patiënt worden afgeleverd en op het voorschrift toegevoegd. - Een hiaat in RIZIV terugbetaling is terugbetaling voor een tenstoestel, die wel in Nederland bestaat en niet bij ons. Toestel is vaak (te) dure aankoop voor heel wat chronische pijnpatiënten. - De huidige voorziene tijd voor diabeteseducatie (als totaalpakket: afspraak maken + informatie inwinnen bij huisarts, mutualiteit, eventueel conventie + verlenen van educatie + administratie mbt facturatie + verslaggeving + zo nodig telefonische opvolging) in het kader van het zorgtraject diabetes (ZTD) én de hieraan verbonden vergoeding is veel te beperkt. In werkelijkheid wordt per verleende educatiesessie (=1/2u) in het kader van het ZTD meer dan het dubbele (tot 3-voudige) aan tijd gespendeerd. Voorstel: vergoeding per educatiesessie mag zeker verhoogd worden + deze extra tijdsinvestering dient mee in rekening gebracht te worden ifv erkenning van BBK diabeteseducator (voor 1ste lijns-educatoren). - De voorwaarden van het ZTD worden door de mutualiteiten zeer streng opgevolgd, waardoor reeds van vele patiënten het ZTD werd opgeschort. Mogelijke redenen van opschorting zijn: o het niet consulteren van een erkende specialist/endocrinoloog BINNEN het jaar, o niet 2x/jaar de huisarts, die het ZTD-contract ondertekende of een collega van een erkende groepspraktijk, raadplegen, o niet tijdig in orde maken van GMD. Meestal wordt door de mutualiteit verwezen naar de verantwoordelijkheid van de patiënt om de voorwaarden strikt op te volgen, doch vaak heeft de patiënt dit zelf niet in handen doordat bvb. een afspraak bij de endocrinoloog verzet wordt door het ziekenhuis owv congres endocrinoloog, doordat bvb. de aanvraag voor het GMD door de huisarts pas laattijdig wordt ingediend, doordat bvb. de patiënt van huisarts wijzigt en de nieuwe huisarts pas laattijdig een nieuw ZTD-contract opstelt, … . Bij opschorting van het ZTD wordt door de meeste mutualiteiten noch de patiënt, noch de artsen hiervan in kennis gesteld. Hierdoor werden reeds vele educatiesessies door de diabeteseducatoren verleend (en allicht ook glucosemeetmateriaal door de apotheek) waarvoor geen vergoeding vanuit de mutualiteit meer voorzien wordt. Voorstellen: - meer soepelheid van controles door de mutualiteiten en mogelijkheid bieden om uitzonderingen te maken, wanneer de patiënt geen schuld treft; - diabeteseducaties toch blijven vergoeden (alsook het nodige meetmateriaal) en bvb. enkel de terugbetaling van het remgeld bij huisartsconsult en endocrinoloog weigeren wanneer men niet voldoet aan de voorwaarden;
- mogelijkheid om vrij snel een nieuw ZTD-contract te kunnen aangaan, na schorsing van het vorige ZTD; hier is immers nog totaal geen duidelijkheid over.
Nomenclatuur:
Ruimte voor honorering van opdrachten van psychiatrische verpleegkundigen binnen de RIZIV-nomenclatuur van de thuisverpleegkunde. Hierbij mag geen verwarring zijn met de psychiatrische verpleegkundigen die werken binnen de projecten art.107 in opdracht van psychiatrische ziekenhuizen; de projecten art.107 zijn apart gefinancierd. Voor de thuisverpleegkundigen met een psychiatrische vooropleiding kan een aanvullende rol in de Begeleiding en opvolging van deze patiënten in de thuissituatie en over lange termijn opgenomen worden, i.s.m. de art.107projecten. Er dient over gewaakt te worden dat dit steeds in een ruimer samenwerkingsverband gebeurt. We willen vermijden dat zelfstandig psychiatrisch thuisverpleegkundigen actief worden die volledig solo te werk gaan, los van gelijk welke samenwerkingjuist bij dergelijke kwetsbare patiëntenpopulatie. Nomenclatuur voor bijwonen multidisciplinair overleg voor anesthesie zoals dat bestaat voor geriaters. De financiering van de Multidisciplinaire pijnteams zou voornamelijk gebaseerd zijn op de parameter nomenclatuur van de pijnbehandelingen. Deze parameter zegt weinig over de reeds ondernomen iniatieven om patiënten met CP, te helpen re-integreren in de maatschappij. Het algemeen verder uitbouwen van “intellectuele prestaties” in de thuisverpleging (toezicht, preventie, opvolging,…). Het introduceren van kwaliteitscriteria (o.a. toepassen van evidence based principes) bij het innen van honoraria.
Derde betalerssysteem: Geen remgeld voor verstrekkingen van zorgverstrekkers in de eerstelijnszorg
Vertegenwoordiging: -
-
Een betere vertegenwoordiging van de verpleegkundigen in de diverse raden en commissies van het RIZIV. Er zijn bijvoorbeeld geen verpleegkundigen meer in de commissie ROB/RVT en er is maar één vertegenwoordiger in het verzekeringscomité tegenover talrijke artsen. Er bestaan specifieke koepelorganisaties voor de vertegenwoordiging van mensen in armoede die hen zouden kunnen vertegenwoordigen bij het RIZIV. We mogen ook de vertegenwoordiging van de patiënten zelf niet vergeten.
Controle: Meer doeltreffende en doelmatige controle, meer gericht op het reële misbruik (aanrekenen van niet uitgevoerde zorgen, overconsumptie, extreme profielen, ongeoorloofde cumul,…). Men moet er vooral in slagen zeer vroegtijdig te kunnen ingrijpen. Opgelet: de zorgverstrekker moet uiteraard ook rechten tot verdediging hebben.
Aanpassingen voor betere samenwerking en meer efficiënt gebruik van de middelen: Homogene bevoegdheidspakketten Efficiënter multidisciplinair werken, met de verpleegkundige als centrale figuur (cf. KCE position paper chronische zorg) ter ondersteuning van de verantwoordelijke arts. Toepassing van het subsidiariteitsbeginsel, met uitbreiding van onze consult- en voorschrijfmogelijkheden. Een overbodige uitgave en belastend voor de patiënten is het prikken van een proefblok bij patiënten, waarbij reeds aangetoond werd dat ze een langdurige pijndaling ervaren met een RF behandeling. Het onmiddellijk kunnen herhalen van een RF behandeling bij die groep patiënten is kost -en tijdbesparend voor zowel de patiënten als de zorgverlening.
Domeinen waar de performantie van de verzekering geneeskundige verzorging kan worden geoptimaliseerd : o De MUG activiteiten. o “Esthetische “ plastische heelkunde : indicaties en terugbetaling kritisch analyseren. o Hartcentra ( hartchirurgie, majeure vasculaire heelkunde, stents,….). o Monitoring van praktijken. o Thuisdialyse, met duidelijke en transparante vergoeding voor de betrokken zorgverstrekkers. o Wondzorg d.m.v. Negatieve Druktherapie in de thuiszorg als alternatief voor langdurige opname in het ziekenhuis. o Ontwikkelen van een vorm van thuishospitalisatie bij vroegtijdig ontslag uit het ziekenhuis.
Uitdagingen voor de komende jaren : Administratieve vereenvoudiging. Beschikbaarheid huisartsengeneeskunde optimaliseren en “ oneigenlijk – onnodig “ gebruik van de spoedopname ontmoedigen ( fikse verhoging van het remgeld ). Overmedicalisatie van de prehospitaalhulpverlening beperken: triage- rol van de verpleegkundige in de dringende medische hulpverlening vs. tijdige/snelle inteventie wanneer noodzakelijk.
(1) Vanuit Werkgroep Thuisverpleegkunde NVKVV zal er ook nog in samenspraak met andere thuisverpleegkundige organisaties een afzonderlijk document verstuurd worden.