Postbus 1 3430 AA
Bezoekadres Martinbaan 2 3439 NN
www.nieuwegein.nl
Programma's en Projecten
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Datum
februari 2008
Auteur Debby Radoux Versie
definitief
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
2 (58)
Inhoudsopgave
1
Literatuurlijst
3
2
Minimascan Stimulansz
5
3
Overzicht budget bijzondere bijstand
9
4
Communicatieparagraaf
12
5
Overzicht bestaand aanbod armoedebestrijding Nieuwegein
15
6
Overzicht knelpunten armoedebestrijding Nieuwegein
20
7
Verslag inbreng rondetafelgesprekken
23
8
Lijst organisaties maatschappelijk veld uitgenodigd voor werkconferenties en
9
rondetafelgesprekken
30
Notulen en verslagen
32
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
1 Literatuurlijst
Gebruikte bronnen Sociaal en Cultureel Planbureau, ´Geld op de plank. Niet-gebruik van inkomensvoorzieningen´, Jean Marie Wildeboer Schut en Stella Hof, Den Haag, mei 2007 Rapport Project ´Nieuwegein Ouderenproof´, rapport verankeringsgroepen 23 mei 2007 Nota ´Armoede in Veldhoven, de aanbevelingen´, mei 2007, stukken ontvangen naar aanleiding van congres Interwerk, 31 mei 2007 Verwey-Jonker Instituut, ´Verborgen armoede. De inkomenspositie van 65-plussers met een onvolledig AOW`, Trudi Nederland, Monique Stavenuiter, Marieke Wentink, Utrecht, mei 2007 Expertmeeting ´Hoe bereik je moeilijk bereikbare doelgroepen´, professor Eric Goubin, Hogeschool Mechelen, Perforum, 5 oktober 2007 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ´Nationaal actieplan ter bestrijding van armoede en bevordering participatie 2006´ Nota ´Meedoen €xtra in Utrecht 2007-2010´, Gemeente Utrecht, dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, Afd. Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Beleid en Juridische Zaken (BJZ), november 2006 SGBO/StimulanSZ,´Gemeentelijk armoedebeleid´, René van Griensven (SGBO), Martijn Schut (StimulanSZ), april 2006 Gemeente Nieuwegein, ´Visienota Wet Maatschappelijke Ondersteuning´, raadsnummer 2006-021, 1 maart 2006 Nibud, ´Minima-effectrapportage Gemeente Nieuwegein, de invloed van gemeentelijke en landelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens´, Utrecht, juni 2005 Nibud, ´Gulden regels. Onderzoek naar gemeentelijke inkomensondersteuning aan 65plussers´, Utrecht, september 2004
3 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening, ´Handreiking voor gemeenten en uitvoerende instanties´, Maatschappelijke Ondernemers Groep, Utrecht, september 2004 GGD Midden Nederland, ´Senioren onder de loep. Verslag van de seniorenenquête 2001 voor de gemeente Nieuwegein´, maart 2003 Landelijk Platform Integrale Schuldhulpverlening, ´Preventie van schulden´, Reeks katernen ´Integrale Schuldhulpverlening´, nr. 3, Utrecht, december 2000 Coelo, ´Kengetallen gemeentelijk armoedebeleid´, VNG-uitgeverij, Den Haag, 1997 Gemeente Nieuwegein, ´Koersnota Integrale Schuldhulpverlening´, sociale dienst, april 1997 Relevante websites www.nibud.nl www.stimulansz.nl www.minszw.nl www.sgbo.nl www.armoedebeleid.nl
4 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
2
Datum februari 2008
5 (58)
Minimascan Stimulansz
Let op: het betreft een raming. De cijfers geven een indicatie, het betreft geen exacte getallen!
Raming doelgroep Gemeente: Raming voor het jaar:
Nieuwegein 2007
0 Tabel 1. Omvang en samenstelling doelgroep armoedebeleid (cumulatief) Aantal huishoudens met een inkomen tot …% van het sociaal minimum 101% 105%
110%
115%
120%
125%
130%
Zelfstandigen Werknemers Bijstand/WW Arbeidsongeschikten Pensioenontvangers Niet ingedeeld
284 286 451 106 127 21
298 328 522 149 224 40
317 385 578 185 323 69
360 546 634 241 529 87
411 758 667 291 718 98
462 1.038 695 345 891 103
507 1.426 715 398 1.052 111
Totaal
1.276
1.561
1.857
2.397
2.943
3.532
4.210
Bron: StimulanSZ ©
Bronvermelding verplicht: 'Berekend met de StimulanSZ-minimascan'. Bij gebruik in rapportages wordt sterk aangeraden de getallen af te ronden. Het zijn ten slotte ramingen; vermijdt schijnnauwkeurigheid! Toelichting Toelichting categorie bijstand/WW Het CBS heeft de categorieën Bijstand en WW-gerechtigden samengevoegd. We vinden het onverantwoord om zelf deze categorieén toch te splitsen.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
6 (58)
U verwacht wellicht een groter aantal bijstandsgerechtigden in de verschillende categorieën. Belangrijkste redenen waarom (a) het aandeel huishoudens met bijstandsuitkering per inkomenscategorie klein is en (b) ook op hogere inkomensniveaus huishoudens met een bijstandsuitkering aanwezig zijn: Een deel van de huishoudens heeft een bijstandsuitkering als aanvulling op een ander inkomen. Het huishouden is in veel gevallen door het CBS daarom ondergebracht in de categorie van dat andere inkomen. Het CBS kijkt naar het jaarinkomen. Wanneer een huishouden 5 maanden een bijstandsuitkering heeft ontvangen en in de overige 7 maanden een ander inkomen, dan is het huishouden in veel gevallen door het CBS ondergebracht in de categorie van dat andere inkomen. Een deel van de huishoudens met een bijstandsuitkering heeft een hoger inkomen dan de norm, bijvoorbeeld als gevolg van inkomensvrijlating bij deeltijdwerk. Een deel van de huishoudens met een bijstandsuitkering heeft een hoger jaarinkomen dan de norm, bijvoorbeeld door toeslagen of doordat er in dat jaar een aantal maanden een hoger inkomen is geweest uit bijvoorbeeld betaald werk. Naar boven
Sociaal minimum Het sociale minimum (of het beleidsmatig minimum) is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen of het inkomen van een huishouden onder het minimum valt, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een eenoudergezin met twee kinderen bedraagt bijvoorbeeld 90% van de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen. Het waargenomen inkomen van huishoudens die uitsluitend zijn aangewezen op een uitkering op het niveau van het sociale minimum, wijkt soms in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zelfstandigen Inkomen uit onderneming is de bron waaruit een huishouden in een jaar het meeste inkomen ontvangt. Bij deze indeling worden de inkomensbestanddelen van alle leden van het huishouden samengeteld. Indien een van de leden van het huishouden inkomen uit eigen onderneming heeft, wordt deze bron ongeacht de hoogte van het bedrijfsresultaat (dus ook als er sprake is van een verlies) als voornaamste inkomensbron van het huishouden aangemerkt. Aan deze categorie zijn ook huishoudens toegevoegd waarvoor inkomen uit vermogen de voornaamste inkomensbron vormt. Werknemers Inkomen uit arbeid in loondienst is de bron waaruit een huishouden in een jaar het
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
7 (58)
meeste inkomen ontvangt. Bij deze indeling worden de inkomensbestanddelen van alle leden van het huishouden samengeteld. Bijstand/WW Een bijstandsuitkering of werkloosheidsuitkering is de bron waaruit een huishouden in een jaar het meeste inkomen ontvangt. Bij deze indeling worden de inkomensbestanddelen van alle leden van het huishouden samengeteld. Het inkomen bestaat vooral uit een bijstandsuitkering (WWB) of uitkering WW (Werkloosheidswet) en Wachtgeld. Arbeidsongeschikten Het inkomen bestaat vooral uit een uitkering ZW (ziektewet), WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), WAZ (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) en uitkeringen van particuliere verzekering i.v.m. ziekte en arbeidsongeschiktheid. Pensioenontvangers Het inkomen bestaat vooral uit een uitkering AOW (Algemene ouderdomswet), Anw (Algemene Nabestaandenwet), pensioen, lijfrente. Overig / niet-ingedeeld Het inkomen bestaat vooral uit een studiebeurs en alimentatie ontvangen van de ex-echtgeno(o)t)e), een uitkering Wajong (Wet arbeidsongeschikt-heidsvoorziening jonggehandicapten), IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en BBZ (Bijstandsbesluit zelfstandigen).
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
3
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
8 (58)
Overzicht budget bijzondere bijstand
Onderstaand een overzicht van het budget bijzondere bijstand 2006, het concept budget bijzondere bijstand 2007 (bijgewerkt op basis van de gegevens tot en met november 2007) en de prognose voor 2008.
Budget bijzondere bijstand 2006 Budget Bijzondere bijstand 2006
618.071
Uit amendement 2005-340 * Eénmalige compensatie minima ten gevolg van Invoering zorgstelsel
40.000
* Eénmalige uitkering tengevolge van wegvallen Regeling Chronisch zieken en gehandicapten
80.000
Uit collegebesluit 2006/17168 * Energietoeslag
180.000 +
Budget Bijzondere bijstand
918.071
Te ontvangen leenbijstand
90.498 827.573
Uitgaven AGIS Ouderentoeslag
187.908 64.350
Individuele bijzondere bijstand
280.138
Chronisch zieken en gehandicapten
132.605
Energietoeslag
135.775 + 800.776
Ontvangen leenbijstand
81.194 719.582 -
Restant 2006
107.991
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
9 (58)
CONCEPT Budget bijzondere bijstand 2007 Let op: bijgewerkt op basis van de gegevens tot en met november 2007
Budget Bijzondere bijstand 2007
759.503
Te ontvangen leenbijstand
91.856 667.647
Prognose uitgaven AGIS Ouderentoeslag
292.250 68.450
Individuele bijzondere bijstand
321.750
Chronisch zieken en gehandicapten
160.250 + 842.700
Ontvangen leenbijstand (verwacht)
70.500 772.200 -
Overschrijding 2007 (verwacht)
- 104.553
Prognose budget bijzondere bijstand 2008
Verwacht budget Bijzondere bijstand
817.321
Te ontvangen leenbijstand
93.693 723.628
Uitgaven (begroot) AGIS / Menzis Ouderentoeslag
300.000 70.000
Individuele bijzondere bijstand
330.000
Chronisch zieken en gehandicapten
160.000 + 860.000
Ontvangen leenbijstand (verwacht)
70.300 789.700 -
Overschrijding budget (verwacht)
- 66.072
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
4
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Communicatieparagraaf
Adviezen afdeling communicatie ten behoeve van integraal plan van aanpak armoedebestrijding gemeente Nieuwegein
Bij het tot stand komen van dit integrale plan van aanpak armoedebestrijding is advies ingewonnen bij de afdeling communicatie. Het advies richtte zich op de te gebruiken werkvormen bij de rondetafelgesprekken en werkconferentie. Deze paragraaf beschrijft hoe communicatie kan helpen bij het oplossen van de geschetste problematiek in het integraal plan van aanpak. Een deel van de oplossingrichting is al beschreven in het hoofdstuk preventie en voorlichting. Het centrale probleem waar communicatie kan helpen Het integrale plan van aanpak armoedebestrijding beschrijft samengevat de volgende problematiek waarbij communicatiemiddelen mogelijkheden bieden tot verbetering: 1.
De risicogroepen in Nieuwegein die te maken hebben of krijgen met armoede: 1.
zijn niet altijd zichtbaar en mede daardoor moeilijk bereikbaar;
2.
beseffen niet altijd dat zij een probleem hebben;
3.
weten niet welke mogelijkheden er zijn om deze problemen op te lossen;
4.
weten de wegen naar die mogelijkheden niet te vinden;
5.
zijn bang om toe te geven dat ze een probleem hebben uit een gevoel voor schaamte;
6.
ervaren drempels ten aanzien van hulp zoeken door eerdere teleurstellingen waardoor vertrouwen zoek is;
7.
zijn vaak niet goed meer in staat om te zien hoe zij zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen om hun problemen op te lossen.
2.
De hulpverlener/intermediairs kennen in geval van armoede: 1.
onvoldoende de mogelijkheden van hulp in Nieuwegein;
2.
onvoldoende de wegen om tot mogelijkheden van hulp te komen in Nieuwegein;
3.
andere hulpverleners/intermediairs onvoldoende.
Oplossingsrichtingen 1.1 Om de risicogroepen beter in beeld te krijgen en te bereiken is onderzoek nodig. Uit onderzoek onder moeilijk bereikbare doelgroepen door professor Eric Goubin van de Katholieke Hogeschool Mechelen (België) blijkt dat deze groepen het beste via intermediairs te bereiken zijn. Zij genieten het vertrouwen van de risicogroepen en staan over het algemeen dichterbij dan de gemeentelijke hulpverleners. Met behulp van zowel schriftelijke als mondelinge communicatie via
10 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
deze intermediairs worden de risicogroepen bereikt. Te denken valt aan informatiebijeenkomsten om intermediairs voor te lichten en het verstrekken van overzichtelijke, hanteerbare goed leesbare brochures die intermediairs kunnen uitdelen. Het inzetten van meerdere media tegelijkertijd bevordert het bereiken van de doelgroep. Hierbij valt te denken aan het regelmatig verschijnen van artikelen in zowel de Bijdehandkrant, de gemeentepagina en de website. Naast het sturen van persberichten bij speciale gelegenheden. 1.2 Door in de communicatiemiddelen de problematiek pragmatisch te schetsen, herkennen risicogroepen eerder dat ze mogelijk tot de doelgroep horen. Daarbij is het belangrijk te benadrukken wat de hulp kan opleveren voor de risicogroepen. Toon en niveau van taalgebruik in de communicatiemiddelen moet afgestemd worden op de doelgroepen en op het niveau van de doelgroepen. Hierbij is het noodzakelijk de concepten te testen bij de doelgroep en daar waar nodig aan te passen. 1.3 Het informatiemateriaal dat bedoeld is voor risicogroepen moet helder, leesbaar en aanspreekbaar zijn. Gedacht vanuit de risicogroepen zelf. En tevens antwoord geven op praktische problemen. Hierbij moet zoveel mogelijk interne ambtelijke vaktermen vermeden worden. Bijvoorbeeld: de gemeente kan u helpen minder zorgen te hebben als u schulden heeft i.p.v. u kunt bij de gemeente terecht voor schuldhulpverlening. Ook hierbij is het noodzakelijk de concepten te testen bij de doelgroep en daar waar nodig aan te passen. 1.4 Naast gemeentelijke mogelijkheden kan de risicogroep ook terecht bij andere instanties om het leven te verlichten. Naast een duidelijk overzicht van mogelijkheden (zie 1.3) is een overzicht van mogelijke hulpverleners en hun aanbod een dankbare aanvulling. Dit kan zowel digitaal als schriftelijk in de vorm van de sociale kaart. Alleen digitaal materiaal is af te raden i.v.m. beschikbaarheid van middelen bij de risicogroepen. 1.5 Het communicatiemateriaal moet pragmatische voorbeelden in woord en beeld geven waaruit blijkt dat armoede niets is om zich voor te schamen, maar juist moed en lef voor nodig is om er iets aan te doen. Voorbeelden van risicogroepen laten zien waarvoor hulp gewerkt heeft en wat het hen opleverde. Dit verlaagt mogelijk de drempel om te komen. 1.6 Teleurstellingen worden voorkomen als hulpverleners goed geïnformeerd zijn. Weten wat de regels zijn en welke speelruimte er is. Zowel interne als externe hulpverleners hebben daarom baat bij voorlichtingsbijeenkomsten en goede interne communicatie over beleids- en regelwijzigingen. Daarnaast zou intervisie de kennisdeling tussen hulpverleners kunnen vergroten. Ook moet informatiemateriaal heldere kaders aangeven waarbinnen maatwerk mogelijk is in begrijpelijk taalgebruik. 1.7 In het informatiemateriaal moet begrip uitspreken voor de lastige situatie waarin risicogroepen vaak verkeren. En daarnaast benadrukken dat eigen initiatief (hoe moeilijk soms ook) belangrijk is en dit ook wat oplevert. Dit kan bijvoorbeeld zichtbaar gemaakt worden in praktische voorbeelden in woord en beeld. 2.1 Het informatiemateriaal dat bedoeld is voor risicogroepen moet helder, leesbaar en aanspreekbaar zijn (zie 1.3). Mogelijk kan bij dit informatiemateriaal ook een soort handleiding komen voor intermediairs. Dit maakt het voor de hulpverlener
11 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
/intermediair ook makkelijker leesbaar en overdraagbaar te maken aan de risicogroepen. Daarnaast kunnen bijeenkomsten in de vorm van werkconferenties, rondetafelgesprekken, voorlichtingsbijeenkomsten, werkbezoeken, opendagen, informatiemarkten en cursussen de kennis van de intermediairs/hulpverleners vergroten. Ook een (digitale) nieuwsbrief kan hierbij helpen. Tevens bevordert dit mogelijkheden tot samenwerking wat een oplossing is voor het knelpunt in hoofdstuk 4.2. 2.2 Naast gemeentelijke mogelijkheden kan de risicogroep ook terecht bij andere instanties om het leven te verlichten. Naast een duidelijk overzicht van mogelijkheden (zie 1.3) is een overzicht van mogelijke hulpverleners en hun aanbod een dankbare aanvulling. Dit kan zowel digitaal als schriftelijk in de vorm van de sociale kaart. Alleen digitaal materiaal is af te raden i.v.m. beschikbaarheid van middelen bij de risicogroepen. Tevens bevordert zo’ n sociale kaart de mogelijkheid elkaar te vinden en zodoende de drempel tot samenwerking te verlagen (oplossing voor het knelpunt in hoofdstuk 4.2). Na goedkeuring van het integraal plan van aanpak armoedebestrijding in Nieuwegein worden bovenstaande adviezen van de afdeling communicatie meegenomen in de uitvoering.
12 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
5 Overzicht bestaand aanbod armoedebestrijding Nieuwegein
1. Materiële ondersteuning •
Gemeente: * bijzondere bijstand * collectieve ziektekostenverzekering (AGIS) * kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen * langdurigheidstoeslag * ouderentoeslag * tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten * tegemoetkoming bij hoge woonlasten * incidentele projecten en acties zoals compensatie energiekosten.
•
Kerken: * Bij acute nood directe, praktische hulp in de vorm van bijvoorbeeld kleding en voedsel. * incidentele projecten en acties zoals kerstpakkettenactie.
•
Stichting Leergeld: * financiële bijdrage om te voorkomen dat kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen in sociaal isolement terecht komen
•
Onderwijs: op verzoek kwijtschelding vrijwillige ouderbijdrage basisonderwijs.
•
Platform Armoedebestrijding: * Ondersteuningsfonds. Doel: inwoners van Nieuwegein die in acute materiële nood verkeren helpen, zodat zij (weer) zoveel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren.
•
In oprichting: * Jeugdsportfonds. Doel: kinderen de mogelijkheid bieden te kunnen sporten als geld de belemmerende factor is.
•
Basisschool Lucas Galecop heeft een nieuwsbrief waarin op de Stichting Leergeld wordt gewezen.
•
Het Columbinehuis in de Flevopolder biedt vakanties aan gezinnen met ´zorgkinderen´. Minder draagkrachtigen kunnen een beroep doen op ´Het Columbine Vakantiefonds´.
•
Mogelijk provinciale middelen voor armoedebestrijding.
13 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
2. Schuldhulpverlening •
Gemeente: * gratis schuldhulpverlening voor iedere inwoner van Nieuwegein.
3. Voorlichting en preventie Let op: activiteiten zijn toegespitst op het thema bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Diverse organisaties verrichten nog veel meer activiteiten. •
Altrecht. Specialistische hulpverlening aan mensen met psychische problemen.
•
Belastingservice FNV (alleen voor leden).
•
Belastingservice PvdA (voor inwoners van Nieuwegein met een laag inkomen).
•
Bureau Budgetbegeleiding en inkomensbeheer (www.bbib-online.nl).
•
Buurthuizen
•
Centrum Trijn van Leemput (Utrecht) cursus consuminderen voor beginners.
•
Gemeente: * brochure ´rondkomen in Nieuwegein en Lopik´ * brochure schuldhulpverlening * informatie op website en publicatie op gemeentepagina´s Ons Nieuwegein (huis-aan-huis blad) * Bijdehandkrant. Informatie voor bijstandsgerechtigden.
•
Informatiepunt ouderen (SWN). Oudere vrijwilligers bemensen een spreekuur. Horen verhaal aan en geven informatie. Hulp bij het invullen van belastingformulieren.
•
JIP (SWN). Geeft (gratis) advies aan jongeren over school, werk, uitkeringen, geld, rechten, huisvesting enzovoort. Informatie wordt gegeven in de vorm van folders, brochures, video´s en computerprogramma´s. Medewerkers van JIP kunnen helpen bij het invullen van formulieren.
•
LETS Nieuwegein. Groep mensen die onderling diensten en goederen ruilen zonder geld.
•
Ouderenorganisaties (ANBO, KBO, PCOB) en Cosbo. Informatie en advies voor leden op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Hulp bij het invullen van (belasting)formulieren. Activiteiten voor senioren.
•
MEE-Utrecht. Geeft informatie en advies, behartigt belangen en ondersteunt mensen met chronische ziekte of beperking (lichamelijk, verstandelijk, autisme) en hun ouders, verzorgers en anderen in hun omgeving. Advies over bijvoorbeeld wonen, werk, vrije tijd, vragen over wet- en regelgeving, bemiddeling bij plaatsing en ondersteuning bij aanvragen indicatie of persoonsgebonden budget (PGB).
•
Rechtswinkel Nieuwegein. Geeft gratis juridisch advies.
14 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Vervolg 3. voorlichting en preventie •
Servicepunt JWZ. In het servicepunt kunnen inwoners terecht voor onafhankelijke hulp en dienstverlening in de brede zin van het woord. Bijvoorbeeld bij het vinden van huishoudelijke hulp en verpleging en vragen over aanpassingen in huis, over vrijetijdsbesteding, vrijwilligerswerk en ondersteuning bij mantelzorg, cursussen, enz. Daarnaast kunnen de medewerkers helpen bij het ordenen van administratie en het aanvragen van huur- en zorgtoeslag, bijzondere bijstand en invullen van formulieren. Ook is juridische hulpverlening mogelijk.
•
SP Hulpdienst. Geeft praktische hulp bij problemen met de baas, verhuurder of gemeente.
•
SWN organiseert (kinder)kledingbeurzen in diverse buurthuizen. Aankondiging doorgaans via Molenkruier en/of Ons Nieuwegein.
•
Tweedehands kleding voor volwassenen via Leger des Heils, kringloopcentrum en het winkeltje van het gemeenschappelijk wonen project in Fokkesteeg (geopend op zaterdagmiddag).
•
U-pas. Gratis kortingspas voor sportieve, recreatieve, culturele en educatieve activiteiten voor inwoners van Nieuwegein met een laag inkomen. Ruim 55 organisaties in Nieuwegein bieden korting aan. Daarnaast geldig bij diverse aanbieders in Utrecht, Houten, Maarssen, De Bilt en IJsselstein.
•
Vitras. Administrateur voor abonnementhouders Vitras servicepakket.
•
Vluchtelingenwerk. Vrijwilligers en beroepskrachten staan vluchtelingen en nieuwkomers bij door begeleiding bij integratie, juridische ondersteuning aan statushouders, maatschappelijke begeleiding, het in contact komen met organisaties, advies bij toeleiding naar taal, werk en onderwijs, hulp bij het invullen van formulieren, bemiddeling bij huisvesting en inrichting, hulp bij gezinshereniging, ondersteuning bij psychosociale problemen, hulp bij andere voorkomende vragen.
•
Web. Samenwerkingsverband van Gezondheidscentrum De Roerdomp, Altrecht, Jutphaas Wonen, Mitros, SWN en Vitras. Inwoners van Nieuwegein kunnen telefonisch en per e-mail vragen stellen op het gebied van wonen, zorg en welzijn.
•
Diverse belangenorganisaties organiseren (goedkope) activiteiten voor de eigen leden/doelgroep. Bevordert participatie.
•
Woningcorporaties voeren actief incassobeleid met snelle doorverwijzing naar schuldhulpverlening in geval van betalingsproblemen, signaleren sociale problematiek en verwijzen door naar OGGZ/Vangnet.
•
Niet specifiek voor Nieuwegein. Wel handig. Website www.gratisoptehalen.nl.
•
Niet specifiek voor Nieuwegein. Naslagwerken sociale almanak en kleine gids.
15 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
4. Bevordering samenwerking •
Op uitvoerend niveau vindt doorverwijzing van cliënten plaats. In ieder geval bekend van: * woningcorporaties naar gemeente in geval van schulden * sociale zaken naar reclassering, re-integratiebedrijven en werkgevers inzake arbeidsbemiddeling * Stichting Leergeld, Vitras maatschappelijk werk, consulenten schuldhulpverlening, klantmanagers sociale zaken, schoolmaatschappelijk werk en Vluchtelingenwerk inzake kinderen * Maatschappelijk werkers verwijzen naar kerkelijke instellingen als PCI (parochiële caritas instelling) als laatste vangnet wanneer de eigen mogelijkheden beperkt zijn door regelgeving. * Kerken verwijzen mensen door die zich melden met problemen naar organisaties die gespecialiseerd zijn in betreffende hulpvraag.
•
Op beleidsmatig niveau organiseert de gemeente werkconferenties armoedebestrijding
16 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
6 Overzicht knelpunten armoedebestrijding Nieuwegein
1. Materiële ondersteuning •
Traagheid in besluitvorming bij aanvraag uitkering/toeslagen bij: * CWI * Gemeente * Rijksoverheid * UWV.
•
Mensen met schulden die in een (minnelijk of wettelijk) schuldbemiddelingstraject zitten. Gedurende die periode wordt de gehele aflossingscapaciteit ingezet voor het aflossen van schulden. Er is geen reserve om een incidentele grote kostenpost (bijvoorbeeld medische kosten, duurzame gebruiksartikelen, opleidings-/school-/studiekosten) te voldoen. Op basis van de hoogte van het inkomen geen recht op tegemoetkomingen als bijzondere bijstand of vergoeding kosten inkomensbeheer.
•
Kosten curator bij bewindvoering.
•
Onderwijs: mogelijkheid kwijtschelding ouderbijdrage basisonderwijs wordt niet in schoolgidsen vermeld of gemeld op moment dat kinderen de acceptgiro/brief voor betaling meekrijgen.
•
Zwemles voor kinderen is duur.
•
Gezinnen met laag inkomen kunnen dikwijls geen computer betalen. Knelpunt voor kinderen in basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
•
Sommige ouderen hebben door verblijf in het buitenland onvolledig AOW opgebouwd.
2. Schuldhulpverlening •
Trage bewindvoerders in WSNP-trajecten. Door bijvoorbeeld post laat door te sturen ontstaat groot risico op te laat betalen van rekeningen en daardoor nieuwe achterstanden.
•
Ontbreken van mogelijkheid van inkomensbeheer.
•
Ontbreken van mogelijkheid van intensieve individuele budgetbegeleiding.
•
Ontbreken van een structureel aanbod in cursus ´omgaan met geld´ met daarin onderwerpen als administratie ordenen, budgetteren, reserveren, schulden, voorzieningen/tegemoetkomingen/toeslagen/subsidies (Overigens starten in 2007 wel twee pilots. Eén cursus voor mensen met schulden. Eén voor vluchtelingen/nieuwkomers. Bedoeling is op basis van evaluatie van beide programma´s een structureel aanbod op te zetten).
17 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
3. Voorlichting en preventie •
Onbekendheid met recht op tegemoetkomingen/kwijtschelding/subsidies.
•
Schaamte onder mensen om tegemoetkomingen/kwijtschelding/subsidies aan te vragen.
•
Trots om tegemoetkoming/kwijtschelding/subsidie aan te vragen, omdat betrokkene het als een recht ziet, waarvoor hij/zij geen aanvraagprocedure zou hoeven doorlopen. Voorbeeld: allochtone ouderen met onvolledig AOW, die aanvullend bijstand kunnen aanvragen.
•
Ingewikkeldheid van formulieren en aanvraagprocedures en van het voorlichtingsmateriaal.
•
Ouderen ervaren problemen met mobiliteit en vervoer. Dit belemmert participatie.
•
Kosten openbaar vervoer zijn hoog. Dit belemmert participatie.
•
Bestaand (en eventueel uitgebreid) voorlichtingsmateriaal zou breder verspreid moeten worden. Bijvoorbeeld ook onder huisartsen, tandartsen, advocaten, zodat die het in hun folderrekken in wachtkamers kunnen neerleggen.
•
Informatie op gemeentepagina Ons Nieuwegein bereikt inwoners soms niet door slechte bezorging van het nieuwsblad.
4. Bevordering samenwerking •
Er is geen vraagbaak/aanspreekpunt met totaaloverzicht/inzicht in hulpaanbod Nieuwegein.
•
Er zijn mensen die ´te goed´ zijn voor de ene hulpaanbieder en ´te slecht´ voor de andere.
•
Privacy-wetgeving, beroepscode en beroepsethiek. Welke informatie mag en kun je als hulpverlener delen in het belang van je cliënt.
•
Versnippering van het hulpaanbod. Inwoners hebben doorgaans meervoudige problemen. Wie biedt welke hulp en hoe sluit je goed op elkaar aan.
•
Pas op voor mogelijke overbelasting vrijwilligers. Veel organisaties op gebied van armoedebestrijding werken met vrijwilligers. Bevordering samenwerking organisaties moet het werk van vrijwilligers verlichten, niet een extra taak opleveren.
18 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
7
Datum februari 2008
19 (58)
Verslag inbreng rondetafelgesprekken
Weergave van de inbreng en de verwerking
In de rondetafelgesprekken van 17 oktober, 1 november en 5 november hebben vertegenwoordigers van maatschappelijk veld en de gemeentelijke organisatie gezamenlijk voorstellen geformuleerd. In dit overzicht staat hoe deze voorstellen verwerkt zijn in het integraal plan van aanpak. De notulen van de rondetafelgesprekken staan in bijlage 9.
Rondetafelgesprek
Samenvatting inbreng
Verwerking of toelichting
17 oktober 2007
1 contactpersoon per
Het voorstel betreft feitelijk een verzoek
probleem´blok´
om 1 naam en telefoonnummer bij de gemeente voor hulpverleners voor informatie over: * schuldhulpverlening * minimaregelingen * bijstandsuitkeringen. Betreft uitwerking uitvoering voorstel bevordering samenwerking. Wordt daarbij meegenomen.
1 loket voor cliënt bij
Verdere bespreking van het voorstel
inkomensvragen
verduidelijkt dat het gaat om een gebrek aan overdracht van gegevens en onervarenheid/professionaliteit van medewerkers van organisaties. Niet zozeer om 1 fysiek loket. De overdracht van gegevens binnen (semi)overheidsinstanties wordt verbeterd met invoering van het digitaal klantdossier per 1 januari 2008. Het betreft fasegewijze invoering. Verwerkt in hoofdstuk 4.1. Hierin is een voorstel opgenomen om zowel inhoudelijke deskundigheid als samenwerking te bevorderen.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
20 (58)
Deskundigheidsbevordering
Verwerkt in hoofdstuk 4.1. Hierin is een
professionals
voorstel opgenomen om zowel inhoudelijke deskundigheid als samenwerking te bevorderen.
Goede, toegankelijke
Verwerkt in hoofdstuk 4.1. Hierin is een
informatie
voorstel opgenomen voor gedrukt en digitaal voorlichtingsmateriaal. Zie verder de communicatieparagraaf bij het integraal plan van aanpak.
Ouderen materiële
Ouderen vormen een risicogroep. Het
ondersteuning brengen
aantal ouderen in Nieuwegein neemt sneller toe dan in de rest van de provincie Utrecht. Landelijk zie je grote verschillen tussen ´rijke´ ouderen met een goed pensioen die alle hulp en steun die ze nodig hebben kunnen kopen en ´arme´ ouderen met (soms zelfs onvolledig) AOW. Ouderen hebben dikwijls hoge medische kosten. Ouderen zijn in het integraal plan van aanpak benoemd als risicogroep. Daarmee krijgen zij aandacht bij alle elementen van uitvoering van het plan van aanpak. Bijvoorbeeld in het voorlichtingsmateriaal, in deskundigheidsbevordering en in het onderzoek naar praktische ondersteuning bij administratie en formulieren.
1 november 2007
Clusteren van aanbod
Verwerkt in hoofdstuk 4.2.
Neem bij huurschulden bij
Betreft bestaand aanbod.
Jutphaas contact op. Er is in beginsel bereidheid tot medewerking aan schuldregeling. Individuele situatie is bepalend. Budgetcursussen
Verwerkt in hoofdstuk 4.1.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
21 (58)
Knelpunt ´trage
Knelpunt betreft procedures en
overheidsinstellingen´.
communicatie naar klanten. Voorstellen
Voorgestelde oplossingen:
zijn verwerkt in hoofdstuk 4.1 en 4.2.
* bewustwording bij medewerkers diensten * met elkaar meelopen * elkaar melden wanneer het mis gaat * geef duidelijkheid over wat verwacht mag worden (bijvoorbeeld ´u krijgt over 10 dagen bericht´) Deskundigheidsbevordering
Verwerkt in hoofdstuk 4.1.
vrijwilligers. Knelpunt ´risico op schulden Voorstel voor budgetbeheer verwerkt in doordat mensen niet in staat hoofdstuk 4.1. Voorstel voor zijn vaste lasten te
inkomensbeheer is nog niet verwerkt. In
beheren´. Voorgestelde
het rondetafelgesprek is al toegelicht dat
oplossing: maak
inkomensbeheer op dit moment in
onderscheid die dit kunnen
individuele situaties waarin mensen een
leren en mensen die dit
WWB-uitkering hebben gerealiseerd kan
nooit zullen beheersen.
worden. Voor overige situaties is het een
Biedt mensen die het
ontwikkeltraject, waarbij eigen
kunnen leren
verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid
budgetcursussen aan. Zorg
uitgangspunt zijn. Hoofdstuk 4.3 geeft
bij mensen die het nooit
een voorstel voor een nieuwe wijze van
zullen leren dat er geen
schuldhulpverlening. Inkomensbeheer is
schulden kunnen ontstaan,
een van de producten die hierin aandacht
bijvoorbeeld door
heeft.
inkomensbeheer. Meldpunt als oplossing bij
Toelichting tijdens rondetafelgesprek
acute noodsituaties waar
wees uit dat dit een bestaand instrument
directe praktische hulp
van de Stichting Platform
nodig is (strippenkaart,
Armoedebestrijding Nieuwegein betreft.
broodnood).
Verwerkt in lijst ´bestaand aanbod´. In rondetafelgesprek is aanvullend de suggestie gedaan aan het Platform: geef meer bekendheid.
Knelpunt: er is overlap in aanbod. Voorstel: bevorder specialismen en werk samen.
Verwerkt in hoofdstuk 4.2.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
22 (58)
Knelpunt: situatie waarin
Verwerkt in hoofdstuk 4.4. De punten
het inkomen hoger is dan
worden meegenomen in het advies over
het minimum, maar het
de wenselijkheid van herijking van de
feitelijk inkomen onder dat
minimaregelingen.
minimum ligt doordat schulden afgelost moeten worden. Voorstel of gemeente in die situaties de kosten van inkomensbeheer kan voldoen. Voorstel of gemeente in die situaties kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kan verlenen. 5 november 2007
Kredietbank bij
Toelichting tijdens rondetafelgesprek
schuldsituaties.
wees uit dat hiermee bedoeld werd dat het minnelijk traject de voorkeur heeft boven het WSNP traject. Uitgangspunt bij schuldhulpverlening is altijd het minnelijk traject. Derhalve niet verwerkt in het plan van aanpak.
Gemeente betaalt kosten
Verwerkt in hoofdstuk 4.4. Punt wordt
bewindvoering WSNP.
meegenomen in het advies over de wenselijkheid van herijking van de minimaregelingen.
Coördinatie kerstpakketten.
Verwerkt in hoofdstuk 4.2.
Iedereen die op huisbezoek
Betreft tip voor intermediairs.
komt bij klanten: wees alert
Aandachtspunt bij
op meervoudige
deskundigheidsbevordering.
problematiek. Denk voor financiering
Betreft bestaand aanbod.
voorstellen armoedebestrijding ook aan provinciale middelen. Stel een casemanager aan
Verwerkt in hoofdstuk 4.2.
bij de gemeente voor situaties waarin sprake is van meervoudige problematiek en als aanspreekpunt voor vrijwilligers. Zorg voor ouderen (of breder: voor risicogroepen) voor signalering, goed voorlichtingsmateriaal en alertheid van ´huisbezoekers´
Verwerkt in hoofdstuk 4.1 en 4.2.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
23 (58)
Samengevoegd voorstel * deskundigheids-
* verwerkt in hoofdstuk 4.1.
bevordering vrijwilligers/ intermediairs * daadkracht/
* verwerkt in hoofdstuk 4.1.
verantwoordelijkheidsgevoel hulpverleners/beslissers * samenwerking
* verwerkt in hoofdstuk 4.2.
* contactlijst
* verwerkt in hoofdstuk 4.2.
* verantwoordelijkheid klant
* verwerkt in hoofdstuk 4.4.
(waar wil je hulp bij). Machtiging voor hulp. Almanak en kleine gids
Betreft bestaand aanbod.
Samengevoegd voorstel * kwijtschelding
* verwerkt in hoofdstuk 4.4. Punt wordt
gemeentelijke belastingen
meegenomen in het advies over de
met vereenvoudigd
wenselijkheid van herijking van de
formulier of automatisch
minimaregelingen.
toekennen *witgoed in snelle procedure * idem. bijzondere bijstand * reparatie witgoed via
* betreft bestaand aanbod.
klussendienst in plaats van aanschaf nieuw witgoed via bijzondere bijstand Ook kwijtschelding
Verwerkt in hoofdstuk 4.4. Punt wordt
gemeentelijke belastingen
meegenomen in het advies over de
voor mensen in WSNP.
wenselijkheid van herijking van de minimaregelingen.
Biedt ook psychiatrische
Voorstel niet concreet genoeg voor
patiënten ondersteuning als
uitwerking in plan van aanpak. Niet
die van MEE.
duidelijk is waar de doelgroep zich bevindt, aan welke ondersteuning de doelgroep behoefte heeft, wie de ondersteuning zou moeten bieden en welke kosten daaraan verbonden zijn?
Laat vertrouwenspersonen
Betreft voorbeeld dat is verwerkt in
budgetadvies geven.
hoofdstuk 4.1 onder ´bereik risicogroepen´.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
8 Lijst organisaties maatschappelijk veld uitgenodigd voor werkconferenties en rondetafelgesprekken
Altrecht
PCOB
ANBO
Platform Armoedebestrijding
Buurtcentrum de Boog
PvdA fractie
Buurtcentrum de Brink
Protestantse gemeente De Rank
Buurtcentrum De Spil
Raad van Kerken
Buurtcentrum Feniks
Raad van Wmo-vragers
Buurtcentrum ´t Dok
RK Kerk/CDC
Buurtcentrum Kerkveld
Rode Kruis Nieuwegein
Buurtcentrum Vreeswijk
SGP
CDA
Stichting Toekomst Roma Nieuwegein
Christen Unie
Stichting Leergeld
Cliëntenraad SZA
SP Nieuwegein
D66
Vitras
Diaconie PKN
Vluchtelingenwerk
Evangeliegemeente Morgenstond
Vriendendienst Nieuwegein
Nieuwegein Gereformeerde kerk vrijgemaakt
VVD
Groen Links
Werkgroep Psychiatrische Patiënten
Hervormde gemeente Vreeswijk Het Anker Het Apostolisch Genootschap Informatiepunt Ouderen Leefbaar Nieuwegein MEE Utrecht Missionaire Leefgroep Mitros Wonen ONS PCI
24 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
9
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Notulen en verslagen
Hierna staan de impressieverslagen van de werkconferenties van 18 december 2006 en 13 juni 2007 en de notulen van de rondetafelgesprekken van 17 oktober 2007, 1 november 2007 en 5 november 2007.
IMPRESSIEVERSLAG WERKCONFERENTIE 18 DECEMBER 2006 Vierkantetafelconferentie Wethouder daagt maatschappelijke organisaties uit Maandagmorgen 18 december 08.00 uur. De eerste echte winterse ochtend telt 340 km file. Ruim 35 mensen trotseren mist en gladheid om naar het kerkelijke centrum De Rank te komen, "omdat het ze ernst is met de armoedebestrijding". In deze laatste week voor kerst doet wethouder Carla Breuer van Sociale Zaken haar belofte aan de gemeenteraad gestand. Zij organiseert een conference met en voor alle maatschappelijke groeperingen die zich binnen de gemeente Nieuwegein bezighouden met armoedebestrijding en tegengaan van sociaal isolement. Terwijl het buiten nog donker is, staat binnen de verse koffie klaar. Drie toegewijde vrijwillige heren zorgen ervoor dat de bezoekers zich straks warm welkom voelen. En dat voelen ze zich, de vertegenwoordigers van de 23 organisaties die deze ochtend met elkaar, met de wethouder en met beleidsambtenaren in gesprek gaan. Betrokken samenleving Onderzoek (de minima-effectrapportage) wijst uit dat er ook in Nieuwegein (te) veel mensen leven op of onder de armoedegrens. Het tegengaan van sociaal isolement dat daar vaak een gevolg van is, heeft alleen kans van slagen als alle betrokken partijen en instanties bereid zijn met elkaar op te trekken. In haar welkomstwoord roept wethouder Breuer dan ook op tot een gezamenlijke inspanning van alle betrokken maatschappelijke partners. Zij pleit voor het idee van de 'civil society', de betrokken samenleving. Het succes van de vierkante tafel Dat die wil er bij de maatschappelijke partners uitdrukkelijk is, bleek tijdens een geanimeerde bijeenkomst. Een conferentie die uiteindelijk niet het oorspronkelijk beoogde karakter van de ronde tafel kreeg. Eerst een degelijke kennismaking, aan vierkante tafels. Dat lag in deze fase van het proces meer voor de hand. En met succes. "Ik had nog nooit eerder met ambtenaren gepraat" roept een aanwezige verbaasd uit "en nu zit ik hier met twee ambtenaren aan een tafel!"
25 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Wethouder daagt uit De hoeveelheid aan regels en regelgeving brengt de meeste hulpverleners allang niet meer uit het lood. Maar wat steekt, is toch vaak het gebrek aan 'maatwerk'; aan de bereidheid om te kijken hoe je, binnen bestaande regelgeving, toch iets meer kan doen op individueel niveau. Een klein beetje ongehoorzaam aan wettelijke regels zou soms toch mogelijk moeten zijn? Binnen de grenzen van aanvaardbaarheid toch proberen nog meer te individualiseren: de wethouder doet een beroep op de aanwezigen haar en haar ambtenaren daar maar op uit te dagen. Paraplu De behoefte aan een gecoördineerd systeem van voorlichting en informatie is groot evenals de behoefte aan een centraal meldpunt. Een plek waar signalen binnenkomen en tot op maat gesneden acties worden vertaald. Een paraplu dus. "Misschien moet de gemeente die rol naar zich toetrekken?" Wethouder Breuer zoekt het vooralsnog in de gezamenlijkheid. "De regierol hebben we al. Dat blijkt ook uit het feit dat we dit congres organiseren". Dat de 18 formatieve uren van de nieuwe beleidsambtenaar Debby Radoux -die met warm applaus wordt welkom geheten- veel te weinig is, wordt door de wethouder weerlegd. Zij is immers niet de enige die vanuit de gemeente beleidsmatig verantwoordelijk wordt voor minimabeleid. Terwijl er door de deelnemers wordt gezocht naar de vorm die het centrale coördinatiepunt zou moeten hebben, wordt opgemerkt dat dat nu precies is wat het Platform Armoedebestrijding beoogt. Vertegenwoordigers van het platform nodigen de aanwezigen uit eens na te denken over mogelijke aansluiting: "andere hulpverleningsorganisaties zouden zich bijvoorbeeld in het platform kunnen laten vertegenwoordigen. Zo krijgen we letterlijk een brede basis van waaruit de centrale regie zou kunnen plaatsvinden". Ook de aanwezige raadsleden pleiten voor een contactgroep voor alle voorzieningen vanuit de gemeente. "Maar houd dan wel de bestaande vertrouwenspersonen in stand". U-pas enthousiast ontvangen Aandacht is er tot slot nog voor de U-pas; een kortingsregeling voor minima die binnenkort wordt geïntroduceerd. De U-pas is een voorbeeld van een maatregel die het minima mogelijk maakt om deel te nemen aan allerlei sociale en sportieve activiteiten, zonder te stigmatiseren. Want schaamte blijkt toch ook een belangrijke factor voor het niet of nauwelijks gebruiken van ondersteunende voorzieningen. Dromen Naast aandacht voor de soms harde werkelijkheid mocht er tijdens de conferentie ook worden gedroomd. Gedroomd van voorschotten, van niet al te warme dekens, van eensgezindheid en samenwerking, maar vooral van een wereld waarin een thema als armoede of sociaal isolement niet aan de orde is.
26 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Kleine rondetafel Tijdens de conferentie zijn de eerste stappen naar samenwerking gezet. Wethouder Breuer zegt een vervolgstap toe in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar. Die vervolgstap moet dan ook meteen een verdiepingsstap zijn. "Deze bijeenkomst was bijzonder interessant, maar we moeten niet bezig blijven met kennismaken. Er moet nu ook wat gaan gebeuren". Om dat mogelijk te maken, krijgt het vervolg mogelijk de vorm van een paar rondetafelgesprekken in een kleinere samenstelling. Daar wordt nog over nagedacht. Het uiteindelijke doel is dat we met elkaar op een effectieve manier het sociale isolement in de gemeente Nieuwegein op een menswaardige en sociale manier het hoofd kunnen bieden. Zou het toeval zijn dat na afloop de zon scheen aan een strak blauwe lucht?
27 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
IMPRESSIEVERSLAG WERKCONFERENTIE BESTRIJDING ARMOEDE EN SOCIALE UITSLUITING 13 JUNI 2007
Op woensdag 13 juni 2007 vond de tweede werkconferentie armoedebestrijding plaats. In december 2006 maakten organisaties kennis en benoemden de aanwezigen wat er nodig is om armoede succesvol te bestrijden. Een belangrijke conclusie in december was dat het vervolg concreet moet zijn. Concreet werd het. Wethouder Johan van Everdingen opende de conferentie met een treffend praktijkvoorbeeld. Hij mocht een prijs uitreiken aan een scholiere die een stuk had geschreven. Dat was met de hand gedaan, omdat het meisje thuis geen computer had. De wethouder vertelde dat dit hem aan het denken had gezet. Is er geen computer in dat gezin omdat daar geen geld voor is? Is hier sprake van armoede? Zo ja, wat betekent dat dan voor de kinderen? Hebben die wel gelijke kansen ten opzichte van leeftijdsgenoten? Wie is verantwoordelijk: de ouders, de school, de overheid? Is er armoede in Nieuwegein? En zo ja, hoe ziet die er dan uit? De wethouder verzocht de aanwezigen hun bijdrage te leveren met concrete voorbeelden uit ieders eigen praktijk. Beelden en ballonnen Jolanda Kirpensteijn van Vulkaan trad op als dagvoorzitter. Zij vroeg de aanwezigen ieder een rode en een groene ballon op te blazen. Vervolgens toonde zij foto´s waarbij zij steeds vroeg of dit armoede is in Nieuwegein. Een rode ballon omhoog betekent dat je het geen armoede vindt. Met een groene ballon omhoog vind je het wel armoede. Jolanda liep hierna met een microfoon door de zaal en vroeg de deelnemers om een toelichting. De eerste foto is niet direct duidelijk. Wat zien we nu eigenlijk? Loketten. Met nummers. Mensen in hokjes en schotten ertussen. Zo kwam het gesprek op gang. In Nieuwegein zijn zeker voorbeelden van mensen die kennis en vaardigheden missen, waardoor ze de juiste loketten niet weten te vinden. Op de open afdeling van het Regionaal Psychiatrisch Centrum (RPC) heeft minstens de helft van de cliënten daar hulp bij nodig. Ouderen gaan niet naar een loket. De Stichting Welzijn Nieuwegein
28 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
heeft een huis-aan-huis onderzoek gehouden onder 75plussers. Sommige ouderen doen de deur niet eens open. Ze gaan niet naar een loket, willen hun hand niet ophouden. Ook de schotten tussen loketten zijn herkenbaar. Ieder beeld riep reacties op van de deelnemers die met duidelijke praktijkvoorbeelden illustreerden welke inwoners van Nieuwegein een risico lopen op armoede en sociale uitsluiting. Het brede armoedebegrip concreet in Nieuwegein Armoede in smalle zin is een tekort aan financiële middelen. Armoede in brede zin is een complex van achterstanden die elkaar onderling versterken. Daarbij gaat het om inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, wonen en leefomgeving. Toekomstperspectief is een belangrijk criterium. De brede definitie werd steeds verder uitgewerkt naar de situatie in Nieuwegein. De gespreksleiders dwongen iedereen het steeds concreet te maken. Wie kom je waar tegen en hoe vaak? Risico op armoede lopen: - ouderen met alleen AOW - alleenstaande ouders - jongeren met weinig tot geen toekomstperspectief - (ex) psychiatrische patiënten - vluchtelingen - mensen met een uitkering - mensen die geen structuur in hun leven aan kunnen brengen - mensen met schulden. Met elkaar kennen we die mensen. Misschien niet allemaal, maar we komen ze zeker tegen. De Stichting Leergeld gaat op huisbezoek bij gezinnen met kinderen. De woningcorporaties Jutphaas en Mitros nodigen mensen met betalingsachterstanden uit en gaan indien nodig ook op huisbezoek. De klantmanagers van sociale zaken en arbeid zien de mensen met een WWB-uitkering. Mensen kloppen aan bij vluchtelingenwerk en bij de kerken. SWN heeft een jongerenproject. Aandachtspunt is dat de organisaties elkaar niet altijd goed kennen en soms ook hun interne organisatie niet goed kennen. Belemmeringen en samenwerking Veel belemmeringen die we ervaren zijn terug te voeren op een gebrek aan onderlinge bekendheid en samenwerking. Opnieuw een belangrijk aandachtspunt. We gaan ook in op zaken die wel goed gaan. Het is inspirerend om te horen van talloze goede voorbeelden, die variëren van de gemeente Nieuwegein tot over de landsgrenzen.
29 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
In Groot-Brittannië is een project voor inwoners van bepaalde wijken. Zij doen een assessment, waarna ze een bepaald ´level´(niveau) krijgen. De één leert basale sociale vaardigheden als op tijd komen en een hand geven. De ander volgt een computercursus en krijgt begeleiding naar betaald werk. Lokale ondernemers garanderen jaarlijks een aantal arbeidsplaatsen voor mensen met een bepaald ´level´. De kracht van dit project zit in de integrale aanpak van betrokken organisaties rondom het individu.
Kennis en ervaring van anderen is bruikbaar wanneer je naar oplossingsrichtingen zoekt. Dat zoeken naar oplossingen wordt een onderdeel van het meerjarenplan, dat de volgende stap is na deze werkconferentie. Hoe nu verder De gemeente neemt het initiatief tot het schrijven van het meerjarenplan. Uitgangspunt zal zijn hoe je de inwoners van Nieuwegein in hun kracht zet. Het plan moet aandacht hebben voor de korte en voor de lange termijn. Belangrijke aandachtspunten zijn: - praat niet alleen over, maar ook met de mensen waar het over gaat - werk preventief - zorg dat organisaties samenwerken - zorg dat hulpverleners elkaar kennen. Bij het formuleren van voorstellen voor oplossingsrichtingen neemt de gemeente contact op met de organisaties die daarbij betrokken zijn. Medio oktober ligt het concept plan van aanpak klaar. In de tussentijd moeten we elkaar niet uit het oog verliezen. Wethouder Carla Breuer sloot de werkconferentie af waarbij ze alle aanwezigen hartelijk dankte voor hun inbreng. Er is een nuttig vervolg gegeven aan de rondetafelbijeenkomst van 18 december 2006. Nog voor de zomervakantie volgt een verslag. De wethouder zegt toe dat hierin de vervolgstappen beschreven worden. U treft ze in de bijlage. Bijlage: vervolgstappen
30 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
31 (58)
Notulen rondetafelgesprek 17 oktober 2007
17 OKTOBER 2007
EERSTE RONDETAFELGESPREK ARMOEDEBESTRIJDING 17 OKTOBER 2007 GEMEENTEHUIS NIEUWEGEIN MARTINBAAN 2 NIEUWEGEIN Aanwezig zijn: Carla Breuer, voorzitter en wethouder Sociale Zaken en Arbeid Debbie Radoux, beleidsmedewerker sector Maatschappelijke Ontwikkeling Astrid Neijenhuis, Jutphaas wonen Dorothy Oostra, Cliëntenraad SZA Sabrina Eijk, Beleidsadviseur Sociale Zaken en Arbeid Margriet van der Veen, Wmo-raad Herman Troost, Cosbo
De voorzitter heet alle deelnemers van harte welkom en licht, na een korte voorstelronde, de werkwijze en doelstelling van deze gesprekken toe. In de brief is melding gemaakt van het feit dat nog niet van start wordt gegaan met de digitale nieuwsbrief, omdat nog steeds te weinig mensen zich hebben aangemeld. Zij roept de aanwezigen op dit nogmaals te overwegen. Het gaat louter om het leveren van input en zal hoogstens een uur per maand in beslag nemen. Mevrouw Radoux voegt eraan toe, dat ook weinigen zich hebben opgegeven als contactpersoon. Het idee van die contactlijst is juist dat de organisaties elkaar goed weten te vinden en weten wie waar over gaat. Voorlopig is de lijst bedoeld alleen voor intern gebruik met in het achterhoofd de gedachte dat zij kan worden gebruikt om een sociale kaart te ontwerpen die ook voor de inwoners van Nieuwegein toegankelijk is. Deze lijst zal tijdens dit gesprek worden rondgedeeld. Het integrale plan van aanpak armoedebestrijding samenvattend, merkt zij op dat inmiddels
al
bijna
een
jaar
met
vertegenwoordigers
van
gemeenten
en
maatschappelijke organisaties wordt gesproken. In december vorig jaar is een
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
32 (58)
kennismakingsronde gehouden en in juni van dit jaar een inventarisatieronde. Vandaag is het de bedoeling de voorstellen en de ideeën te inventariseren. De lijst met het bestaande aanbod en de knelpunten is de deelnemers uitgereikt en om deze nu te vertalen naar voorstellen en oplossingen is voor een kleine setting gekozen om een en ander zo concreet mogelijk te maken: wie moet het voorstel uitvoeren, op welke mensen is het gericht, wat zijn de kosten, en dergelijke. Eenzelfde inventarisatie wordt gemaakt op 1 november en 5 november en de resultaten van deze drie gesprekken zullen in december in een plan van aanpak worden samengevoegd. Naar aanleiding van de werkconferenties is een knelpuntenlijst opgesteld. Knelpuntenlijst De voorzitter vraagt of vermeldingen op deze lijst worden gemist. Mevrouw Radoux merkt op, dat een aanvulling is gegeven over de Lucasschool in verband het leergeld. Het is de voorzitter gebleken dat de Cliëntenraad ook enkele aanvullingen heeft gegeven. Mevrouw Van der Veen vraagt de aandacht voor de bewindvoering in de schuldhulpverlening. Soms moeten cliënten maanden wachten met alle gevolgen van dien. Mevrouw Neijenhuis signaleert dat weinig gebruik wordt gemaakt van de bijzondere bijstand. De bijzondere bijstand is ook niet in de lijst opgenomen, terwijl dit wel aandacht verdient. Mevrouw Radoux geeft mee, dat het als onbekendheid met het recht is geformuleerd. Daarop is het veldonderzoek van Ketel ingezet. Het lijkt haar dan ook een voldoende constatering omdat er al een gericht onderzoek naar plaatsvindt. Mevrouw Van der Veen wijst erop, dat hij bij de materiële ondersteuning wel wordt genoemd. De heer Troost ziet het als een ballon vol problemen met enorm veel
variaties.
Daartegenover
staat
een
ballon
met
allerlei
activiteiten
en
mogelijkheden en alles wat je moet weten om daar ook van te profiteren. Hij vraagt zich af hoe dat zodanig kan worden vereenvoudigd dat toch alle mensen kunnen worden bereikt en dat iedereen ook weet waar het om gaat. Het moet allemaal wat overzichtelijker worden gemaakt, terwijl er daarbij ook rekening mee moet worden gehouden in hoeverre die mensen al dan niet fysiek maar ook psychisch de aanval in gaan om dat te pakken. Hij is blij met de inventaris maar het gaat hem om de lijnen ertussen. De voorzitter begrijpt hieruit dat de mensen in beweging moeten komen maar dat dan de vraag overblijft hoe ze kunnen vinden waar ze recht op zouden hebben. Mevrouw Oostra wijst in dit verband op de Stichting Leergeld. De ouders weten er niets van tot het moment dat het op de school kenbaar wordt gemaakt. De voorzitter concludeert hieruit, dat de vraag hoe men mensen in beweging krijgt als knelpunt wordt geformuleerd. De heer Troost ziet vooral ouderen dat men vooral niemand wil lastig vallen, hoewel er bij jongeren ook drempels zijn en mensen soms ook gewoon niet willen. Mevrouw Radoux dat al deze problemen sowieso benoemd worden. Het uiteindelijke plan van aanpak wordt in tekst uitgewerkt. De heer Troost geeft de voorkeur aan schema’s in het plan van aanpak, omdat het gemakkelijker communiceert. De voorzitter meent, dat het hier gaat om de sociale kaart als resultante van het plan van aanpak. Mevrouw Radoux geeft nog mee dat het een ontwikkeldocument gaat, dat bijvoorbeeld op basis van landelijke wetgeving, signalen of onderzoeken die nog lopen, kan worden aangepast. Het gaat er nu om de basis te leggen om in gesprek te raken en om instrumenten te vinden waarmee men elkaar kan informeren en juist op de actualiteit weer verder kan. Mevrouw Van der Veen
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
33 (58)
complimenteert de opstellers van de lijst. Het gaat vaak om heel veel emotie, die hierin goed is verwoord. Pauze Mevrouw Radoux licht de werkwijze toe. Alle deelnemers krijgen het woord, beschrijven één knelpunt dat voor hen van groot belang is en proberen daar een oplossing
voor
te
geven.
Daarna
volgt
een
vragenronde
hierover
om
de
aandachtspunten helder te krijgen, waarna een lijst voorstellen wordt opgesteld waarin prioriteiten worden gesteld. Op sommige punten is meer onderzoek nodig of zijn de financiën nog niet duidelijk. Het is de bedoeling aan het einde van het jaar een integraal plan van aanpak op te stellen, waaraan een prijskaartje mag worden gehangen. Dezelfde procedure wordt in de volgende twee sessies gevolgd, waarna uiteindelijk de prioriteiten in overleg worden opgesteld. Mevrouw Oostra is als eerste de materiële ondersteuning opgevallen en dat heeft hoofdzakelijk te maken met de samenwerking tussen CWI, de gemeente en het UWV. Zij loopt al jaren tegen dat probleem aan, want zij heeft zelf een 80-100 % WAOuitkering en zij heeft een fors aantal jaren in de cliëntenraad van het UWV gezeten. In die tijd al heeft zij geconstateerd dat er in het geheel geen overleg was en dat iedereen rustig langs elkaar heen werkte. Als iemand na een WAO-uitkering in de bijstand komt, krijgt hij met de gemeente te maken maar vanwege het niet goed communiceren van deze drie instanties kan dat maanden duren, waarin geen uitkering wordt verleend. De voorzitter vraagt of een betere communicatie een oplossing is. Mevrouw Oostra noemt bijvoorbeeld iemand die na een herbeoordeling bij het UWV bezwaar daartegen heeft aangetekend. Voordat het bezwaar is behandeld en de bijstand wordt verleend, kan een behoorlijk aantal maanden voorbij zijn. De heer Troost voegt eraan toe, dat deze man in financiële problemen raakte omdat hij opeens werd goedgekeurd. Hij moest gaan solliciteren maar hij kwam dus in de bijstand. Het UWV stopt meteen met uitkeren maar er gaan wel zes weken voorbij voordat de bijstand uitkeert. Mevrouw Eijck wijst erop dat in dat geval de voorlichting niet goed loopt. Zodra de UWV-uitkering stopt en er bezwaar wordt aangetekend, kan iemand in de tussentijd heel gemakkelijk een bijstandsuitkering aanvragen. Die uitkering wordt dan onder cessie verleend. Zodra het bezwaar gehonoreerd wordt en de
betrokkene
alsnog
weer
een
uitkering
van
het
UWV
krijgt,
wordt
de
bijstandsuitkering verrekend met het UWV en heeft betrokkene daar in principe geen last van. Het schort dus aan de voorlichting; de cliënt weet niet dat hij wel degelijk een bijstandsuitkering kan aanvragen zolang zijn bezwaar loopt. Mevrouw Van der Veen wijst erop dat het ook schort aan het weten van de uitvoerders. Er is een communicatiefout maar ook een gebrek aan kennis. Het speelt ook bij mensen die in echtscheiding zitten en een bijstandsuitkering vragen. Dat schijnt ook heel ingewikkeld zijn. Mevrouw Van Eijck wil graag achterhalen waar dat gebrek aan kennis zich dan voordoet. De heer Troost en mevrouw Van der Veen antwoorden, dat dit zich in de operationele uitvoering voordoet. De voorzitter concludeert dat als knelpunt kan worden genoteerd dat niet bekend is waar dat deskundigheidsgebrek of dat gebrek aan voorlichting zich voordoet. Mevrouw Oostra memoreert, dat de overdracht al heel veel verbeterd is maar dat het nog niet allemaal automatisch gaat. Het ketenoverleg is nooit echt van de grond gekomen. Zij pleit voor één loket. Mevrouw Eijck wijst in dit
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
verband op het DKD, het Digitaal Klantendossier, dat binnenkort operationeel wordt. Het is een samenwerkingsverband tussen CWI, UWV en gemeenten. Zodra iemand zich bij een van deze drie ketenpartners meldt, stoppen alle ketenpartners de gegevens over hem in het DKD. Wie het klantdossier oproept, heeft alle gegevens bij de hand. De gebrekkige communicatie tussen UWV en CWI zou via het DKD uit de wereld moeten zijn, want daarin staan alle gegevens. In 2008 gaat de eerste serie lopen en in 2010 moet het DKD voltooid zijn. De heer Troost merkt op dat het hier om een verbetering van de toegankelijkheid van de gegevens gaat. Wat in de eenloketgedachte blijft, zijn de eerste stappen bijvoorbeeld in de gezondheidssituatie. Daar zou ook een een-loketgedachte moeten komen. Dat de basisgegevens al uitwisselbaar zijn, is een groot voordeel. De voorzitter wijst erop, dat er ook één intake komt en dat is eigenlijk ook de toegang. Er deed zich volgens mevrouw Oostra nog een knelpunt voor, namelijk de deskundigheid van de professionals. Mevrouw Oostra antwoordt, dat minder wetgeving een goede stap in de richting is. Daarnaast kan zij zich voorstellen dat de WAO-begeleiders moedeloos worden van de hoeveelheid scholing. Mevrouw Neijenhuis zou het, gezien het belang van de stabiliteit van het proces, een groot goed vinden als een cliënt te maken krijgt met maar een persoon voor de begeleiding. Mevrouw Oostra pleit voor één klantmanager voor alle problemen. De voorzitter concludeert, dat op de korte termijn het Digitaal Klantdossier een goede oplossing is. Mevrouw Radoux vraagt of de informatie daarin ook toegankelijk is voor de andere professionals; nu wordt wel heel erg ingezoomd op professionals van de gemeente, het CWI en het UWV maar bijvoorbeeld een woningcorporatie is ook een professional, evenals een kerk. Mevrouw Van der Veen wijst erop, dat een kerk geen interesse heeft in de voorgeschiedenis. Een kerk zoekt gewoon een oplossing, omdat de kerk zich er alleen maar voor interesseert dat iemand goed kan leven. De heer Troost merkt op, dat het afgezien van een gebrek aan deskundigheid voor de cliënten nog pijnlijker wordt omdat deze mensen het kader stellen. Deze mensen vertegenwoordigen de overheid of de organisatie die het moet regelen. Er is een organisatorisch probleem dat enerzijds wordt veroorzaakt door het management en anderzijds door de enorme complexiteit van de problematiek en de 1001 regeltjes die eigenlijk allemaal van toepassing zijn. De voorzitter constateert als knelpunt niet alleen de deskundigheid maar ook de problematiek van de veelheid aan regels. Overigens wordt nu wel aangenomen dat er bij de professionals een kennisachterstand zou zijn. De heer Troost antwoordt dat dit een normale gang van zaken is in een levende organisatie die qua activiteiten uitbreidt. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op; er moeten meer mensen komen. Daar zitten ook jonkies in. Heel veel ambtenaren gaan na verloop van tijd en het dossier dat zij hebben, ligt ergens onderin een kast en een nieuwe ambtenaar begint weer opnieuw. Op een gegeven moment is een vrijwilliger meer ervaringsdeskundige dan een ambtenaar. Dat is geen verwijt maar dat is de situatie. De voorzitter vraagt of dit het groeien in het proces is. Mevrouw Oostra antwoordt, dat de hoeveelheid bijscholing enorm is. Een betaalde kracht moet om de haverklap worden omdat hij weer een bijscholingscursus moet volgen. Het is niet haalbaar. De voorzitter stelt voor, hierop in de volgende ronde terug te komen. Het punt zal op de flip-over worden gezet. Mevrouw Neijenhuis noemt als volgende punt de bevordering van de samenwerking. Het is van groot belang elkaar goed te kennen in de samenwerking. Als je weet met wie je te maken hebt, ga je op een andere manier met elkaar om en ben je meer
34 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
bereid om voor bepaalde mensen iets te doen. De voorzitter merkt het bevorderen van de samenwerking aan een oplossing en vraagt naar het knelpunt erachter. Mevrouw Neijenhuis antwoordt, dat iedereen nu maar een klein stukje doet en als het ware op een eilandje zit. De ene instelling weet niet wat de andere doet. Het moet toegankelijker zijn voor elkaar. Een probleem voor de koppeling vormt de Wet bescherming privacygegevens. De corporatie zou bijvoorbeeld een koppeling met de GBA moeten hebben opdat de corporatie inzicht heeft. Zij kan zich dit ook voorstellen bij mensen die in de bijstand zitten. De heer Troost vraagt of dit ook te maken heeft met de vraag wie er woont en of iemand daar legaal zit. Mevrouw Neijenhuis antwoordt bevestigend. Mevrouw Eijck vraagt wat een woningcorporatie heeft aan een koppeling met bijstandsgegevens. De heer Troost antwoordt dat de klanten soms geen geld krijgen en de woningcorporaties ze toch niet uitzetten omdat ze de tijd geven om het te laten oplossen. Mevrouw Eijck wijst erop, dat daarvoor geen koppeling van bestanden nodig is maar contactpersonen. Mevrouw Neijenhuis zou het inderdaad ook prettig vinden één vaste persoon te hebben waar zij terecht kan, met wie zij informatie kan uitwisselen en met wie zij eventueel naar oplossingen kan zoeken voor probleemgevallen. Mevrouw Van Eijck meent dat de eerste persoon die om informatie gevraagd moet worden betrokkene zelf is. Mevrouw Neijenhuis antwoordt, dat een vast persoon in een situatie van armoedebestrijding veel directere lijnen betekent. Mevrouw Eijck waarschuwt ervoor, omdat het hier gaat om een vermoeden dat er iets aan de hand is en op basis van dat vermoeden bij diverse instanties privacydossiers worden nagetrokken om te kijken of dat inderdaad het geval is. Het gaat mevrouw Neijenhuis niet om het checken van dossiers maar om te kijken of er wat voor die mensen kan worden gedaan. Mevrouw Eijck blijft van mening dat de mensen zelf de eerst aangewezenen zijn om informatie op te vragen. Bovendien is het de vraag of zij überhaupt wel willen dat wordt geïntervenieerd. Zodra ze dat willen, zullen zij ook toestemming geven aan al die organisaties om contact met hen op te nemen. Je komt er misschien niet altijd doorheen maar dan is dat het probleem. De voorzitter sluit het kort en concludeert, dat ook voor de partners in het veld één loket binnen de verenigingen en instellingen de voorkeur geniet. De voorzitter vraagt of dat ook per persoon een vast aanspreekpunt kan zijn, zoals bij de gemeente de klantmanager. Mevrouw Neijenhuis antwoordt, dat er teveel klantmanagers zijn. Desgevraagd schetst zij een casus van een Chinees gezin, dat geen Nederlands sprak. Zij heeft een tolk moeten regelen en dergelijke terwijl zij ook met Sociale Zaken en het UWV heeft gebeld om te vragen wat zij moest doen. Als zij in de schoenen van die Chinese meneer stond, had zij verwacht bij Sociale Zaken van de gemeente om hulp te kunnen vragen. Mevrouw Eijck vraagt of het probleem hetzelfde is in de casus van een Nederlandse mevrouw die haar werk kwijtraakt, niet weet waar ze naartoe moet en naar het CWI gaat. Zij concludeert namelijk, dat men bij de woningcorporaties niet weet wie binnen de gemeente gebeld moet worden om verder te helpen. De voorzitter concludeert, dat dit het probleem is. Mevrouw Neijenhuis bevestigt dat, want zij weet niet waar zij samen kan bespreken hoe de mensen geholpen kunnen worden. Met die oplossing wil zij naar de mensen gaan in plaats van ze weg te sturen, zoals zij nu moet doen. Ook de heer Troost meent, dat de senior in het algemeen niet weet waar hij terecht kan. De voorzitter constateert, dat blijkbaar van de gemeente een oplossing wordt verwacht, bijvoorbeeld het doorverwijzen naar anderen die buiten de gemeente werkzaam zijn. Mevrouw Eijck vraagt in hoeverre er maatschappelijke organisaties als SWN en Maatschappelijk Werk zijn die dit soort gezinnen begeleiden.
35 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Volgens de heer Troost zijn er voldoende organisaties die in dit soort organisaties een deeloplossing aanbieden voor bepaalde situaties waarmee zij ervaring hebben, bijvoorbeeld de eenzaamheidsbestrijding huisbezoek van mensen die net hun partner kwijt zijn. In een aantal gevallen komt men erachter dat ook financiële problemen ontstaan, maar die groep heeft niet de opdracht om dat door te koppelen. Er is dus wel kennis en er wordt gewerkt aan het welzijn van de overgebleven partner en tegen de tijd dat deze weer op zijn pootjes staat, stopt het. Soms neemt de begeleiding een jaar in beslag, dan weer zes maanden. Het gaat om 15020 cliënten per jaar, maar de doorverbindlijnen liggen er nog niet. Bij de Sportraad zou met veel gemak een vrijwilliger kunnen worden geplaatst die wel de adressen van alle clubs weet. Mevrouw Neijenhuis heeft de koppeling van bestanden niet letterlijk bedoeld maar als zij bijvoorbeeld, omdat iemand in problemen zit en zij wil helpen, naar Sociale Zaken belt om te vragen of iemand in de bijstand zit, krijgt zij te horen dat dit niet verteld mag worden. Mevrouw Neijenhuis zegt dat het in dit geval ging om iemand die geen huur betaalde en met wie geen contact geen contact was te leggen. Zij krijgt geen antwoord op haar brieven en er wordt niet open gedaan als zij voor de deur staat en de huur wordt niet betaald. Dat komt steeds vaker voor en zij moet dan ook ergens beginnen met haar zoektocht. Mevrouw Eijck geeft mee, dat dit prima kan meedraaien in het project van Ed van Heel. De voorzitter bevestigt daar. Mevrouw Neijenhuis heeft dat bedoeld met de koppeling. Mevrouw Radoux wil graag met de lijst van prioriteiten beginnen. •
Een contactpersoon voor de instellingen
Mevrouw Neijenhuis wil een vast contactpersoon met wie zij een paar keer per jaar om de tafel kan zitten. Mevrouw Radoux vraagt of dit alleen om de woningcorporatie en de gemeente gaat dan wel of dit breder ligt. Volgens de heer Troost moet dit breed worden getrokken. De voorzitter heeft begrepen dat de gemeente als het ware tussen het probleem wordt gesteld; ook al zit het probleem bijvoorbeeld bij het CWI of de UWV dan nog zou in dit geval mevrouw Neijenhuis heel graag bij de gemeente als organisatie terecht willen om te weten waar zij vervolgens met haar cliënt naartoe moet om erachter te komen wat er aan de hand is. Mevrouw Neijenhuis kan zich daarbij voorstellen dat er werk voor de woningcorporatie uit voortvloeit. De heer Troost geeft mee dat dit ook geldt voor de leveranciers van energie, voor al die instanties die niet betaald worden en aan de bel beginnen te trekken. Mevrouw Eijck wijst op de sociale kaart: eerst kijken welk recht of een uitkering iemand heeft om vervolgens die instantie te bellen. Als je het vermoeden hebt dat iemand met een bijstandsuitkering zwaar in de schulden zit en geen contact is te krijgen met die persoon, dan moet die afdeling gebeld worden. Van één contactpersoon binnen de gemeente kan niet verwacht worden dat hij kennis heeft van alle regelingen binnen de gemeente. Volgens de heer Troost kan dat wel op hoofdlijnen. Je kunt wel doorgronden wat ze in feite doen. De voorzitter meent dat dit van andere professionele instellingen mag worden verwacht. Een professionele instelling als een woningbouwcorporatie kan die analyse maken. Je weet dat er huurachterstand is en dat schulden dus oplopen. Dan kom je al heel snel bij Van Heel terecht. Als er psychische problemen zijn, zou zo’n contactlijst ook al heel veel kunnen helpen.
36 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
•
Datum februari 2008
37 (58)
Een contactpersoon per probleem ‘blok’, bijv. SHV – Ed van Heel
Mevrouw Radoux wijst erop, dat dit wellicht niet fysiek in een persoon is maar wel duidelijkheid voor alle professionals van alle organisaties wie ze moeten hebben. De voorzitter voegt eraan toe, dat men diegene ook nog kent. •
1 loket voor cliënt bij inkomensvragen
Mevrouw Eijck merkt op, dat het hierbij vooral ging om de overdracht van gegevens. Dat was een groot knelpunt. De heer Troost voegt er de gedeeltelijke onervarenheid van de medewerkers aan toe, met andere woorden de professionaliteit. De voorzitter herinnert eraan, dat hierbij het DKD als een (deel van de) oplossing kan worden gezien. De mensen zouden maar één keer hun verhaal moeten vertellen. Mevrouw Oostra merkt op dat iemand heel agressief kunnen worden als ze elke keer hun verhaal moeten vertellen. •
Deskundigheidsbevordering professionals
De heer Troost wil hierbij graag de vereenvoudiging van regels opnemen. Het zal niet veel
helpen.
Mevrouw
Eijck
geeft
mee,
dat
deskundigheidsbevordering
bij
professionals ook kan gebeuren door een goed gedigitaliseerd handboek waaruit de professionals met één blik alles kunnen zien en waarin kennisbomen zijn opgenomen. Dat handboek kan burgers ter beschikking worden gesteld, zodat zij al op het net kunnen kijken. De heer Troost is een groot voorstander van het eerste idee maar wijst op de gang van zaken met bijvoorbeeld de Gemeentegids wat betreft de tweede suggestie. Er moet een onderscheid maken tussen wat de organisaties doen – en dat wil men weten als buitenstaander – en de wijze waarop ze het moeten doen. Als het ‘wat’ duidelijk is vastgelegd – wat veel eenvoudiger is dan het ‘hoe’ – kan het inderdaad in een lijst worden opgenomen. Mevrouw Eijck wil als burger via het net kunnen weten of zij recht heeft op iets. Als zij bij de contactpersoon haar aanvraag indient en die zegt dat zij daar geen recht op heeft, kan zij zeggen dat het op zijn eigen site staat. Mevrouw Van der Veen vindt het wel goed maar vindt het niet de oplossing. Het is een oplossing. Er wordt namelijk pas gekeken als de nood aan de man is. •
Goede, toegankelijke informatie
Mevrouw Oostra meent dat iedereen al over behoorlijk wat kennis moet beschikken, omdat de informatie op de site van het ministerie moet worden opgezocht. Mevrouw Radoux merkt op dat op dit moment allerlei ontwikkelingen gaande waarbij een gemeente haar eigen informatie bij systemen kan aanleveren. De informatie van het rijk – de belastingwetgeving – komt daarbij allemaal te voorschijn. Het moet eigenlijk worden gezien als een soort belastingformulier dat moet worden ingevuld. Mevrouw Eijck geeft mee, dat de utopie is dat iemand zijn DigiD invult en dat alles wat bekend is van jou erin staat. Op basis daarvan komt naar voren waar iemand mogelijk recht op heeft en waar dat kan worden aangevraagd. De voorzitter wil over naar het volgende knelpunt.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
•
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Ouderen de materiële ondersteuning brengen
Mevrouw Van der Veen noemt als belangrijkste knelpunt dat ouderen er niet uit komen. Die zijn niet thuis in alle digitale mogelijkheden. Het zijn met name de AOW’ers met een klein pensioentje die gebruik willen maken van thuiszorg en maaltijden. Zij moeten een eigen bijdrage leveren omdat zij hulp krijgen. Bij die mensen is een verborgen armoede zichtbaar. Zij gaan bijvoorbeeld ook naar tweedehands-kledingzaken. Zij kloppen niet aan bij de gemeente en dat zijn ook de mensen wie de kerk ook heel vaak een Kerstpakket stuurt met bijvoorbeeld echte koffie. Op alles wordt namelijk door hen bezuinigd. Dit probleem is nog niet goed bekeken, ook omdat de groep heel gesloten is en daardoor heel geïsoleerd is. Zij weet geen oplossing voor dit probleem. Het geld voor de Kerstpakketten wordt met bijdragen van de leden van de kerk bij elkaar gebracht. Zo nu en dan is er een subsidie. Van Fortis is twee keer 2000 Euro gekregen maar dat gebeurt incidenteel omdat nu anderen aan de beurt zijn. Het gaat om een groep die echt in de problemen komt, met name als deze mensen ook nog hulp moet krijgen van bijvoorbeeld Thuiszorg. Mevrouw Eijck vraagt of deze groep het überhaupt prettig zal vinden om benaderd te worden. Mevrouw Van der Veen meent, dat zij het niet kenbaar zullen maken. Krijgen zij het, dan zijn ze heel dankbaar maar ze zullen echt niet naar de gemeente gaan voor bijzondere bijstand. Zij wijst op de invoering van de regiotaxi. Dat is voor sommige ouderen echt een verarming, want het was als het ware een soort inkomen. Het is terecht dat het gebeurt maar voor deze ouderen levert het problemen op, omdat zij eerst een vergoeding voor deze kosten op hun rekening kregen. Mevrouw Radoux vraagt of het knelpunt goed geformuleerd kan worden. De heer Troost antwoordt dat het hier bijvoorbeeld om de mensen gaat die, toen het eigen risico in de ziektekostenverzekering werd geïntroduceerd een jaar lang geen medicijnen namen, omdat ze van het geld dat daarna op hun rekening werd gestort een Sinterklaascadeautje voor de kleinkinderen konden kopen. Mevrouw Van der Veen wijst erop dat er overal wat van wordt afgesnoept. De AOW is al jaren niet omhoog gegaan maar de huren en de prijzen voor gas, water en licht wel. Hun besteedbaar inkomen wordt daardoor steeds lager. De voorzitter vraagt of de oplossing niet veel meer ligt in wat zojuist gezegd is, dat wil zeggen niet via formele zaken via de gemeente maar meer in Caritasvoorzieningen. Mevrouw Radoux vraagt hoe deze mensen gevonden kunnen worden. Mevrouw Van der Veen antwoordt, dat vorig jaar 117 pakketten zijn uitgedeeld maar dat het dit jaar weer van eigen geld moet. Zij kennen dus 117 mensen. Het mag formeel niet, maar van de gemeente krijgen zij adressen door. Daar is zij heel erg van afhankelijk. Zij willen graag meer adressen hebben maar dan begint ook het probleem van de bemensing. 117 pakketten moeten allemaal worden thuisbezorgd. Het is bijna een voedselbank. Er zijn grote wagens nodig om alles weer naar een grote zaal te krijgen. Logistiek is het een enorm groot maar zeer positief probleem. Het gaat in wezen om een groep ouderen die elk jaar groter wordt. Zij zullen niet naar de Voedselbank gaan. Door deze pakketten krijgen zij ook niet het stempel dat zij arm zijn. Mevrouw Eijck zou deze mensen graag kennen voor een regeling. Al heb je maar de adressen om ze een vooringevuld formulier te sturen. Mevrouw Van der Veen antwoordt dat het juist daarom gaat; deze mensen zijn onzichtbaar. Als je een paar mensen kent, zie je echter hoe schrijnend het is. De voorzitter meent, dat de oplossing voor het vinden van deze mensen niet bij de gemeente zit. Mevrouw Van der Veen vraagt wat de gemeente als
38 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
oplossing zou zien. Mevrouw Eijck antwoordt dat er al een vrijlating op de huur zit. Voor alleenstaanden is dat 20 Euro. Mevrouw Van der Veen weet dat veel van deze mensen een T-formulier bij de belastingen kunnen indienen. Mevrouw Oostra kent legio mensen die dat niet zullen doen. Mevrouw Van der Veen wil graag de overheidsoplossingen voor deze mensen weten. Zij komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. Mevrouw Eijck antwoordt, dat zij dat wel komen op basis van een draagkrachtmeting en niet van een inkomensmeting. De bijzondere bijstand wordt gebaseerd op wat iemand normaliter als norm krijgen. Dat wordt van het inkomen afgehaald. 65% van de kosten wordt vergoed en 35% is draagkracht. Mevrouw Van der Veen wijst erop, dat deze mensen heel vaak geen schulden hebben. Hun besteedbaar inkomen is dus bijzonder laag. Mevrouw Eijck wijst erop, dat deze mensen zonder enig probleem de ouderentoeslag kunnen krijgen. De meeste mensen zijn chronisch ziek. Een verklaring van een arts hebben zij dan ook zo te pakken en daarmee kunnen ze sowieso al 475 Euro per jaar krijgen. De mensen laten dat echter gewoon liggen. Nogmaals, als wij weet wie het zijn, kan zij een vooringevuld formulier voor ze maken dat ze jaarlijks automatisch krijgen toegestuurd. Mevrouw Van der Veen vraagt of het dan niet een goed idee is om bijvoorbeeld bij de Kerstpakketten zo’n formulier te voegen dat de mensen kunnen invullen? Mevrouw Eijck antwoordt dat het met een begeleidend schrijven van de kerk kan gebeuren. De heer Troost wijst op de vroegere stichting Raad en Daad. Daar begon men ook te denken aan het invullen van andere formulieren dan alleen het belastingformulier. Ouderen worden angstig van blauwe enveloppen waar ze van alles moeten invullen. Een dergelijke stichting zou – officieus – de informatie van de gemeente moeten krijgen. De voorzitter meent dat de oplossingsrichting zit in overleg met degene die in natura de spullen verzamelt. Degenen die de pakketten brengen, kunnen de mensen er dan ook iets bij vertellen. De heer Troost vraagt of dat op één A-viertje kan. Mevrouw Eijck antwoordt bevestigend. De mensen hoeven alleen maar een handtekening te zetten. Mevrouw Van der Veen voegt eraan toe, dat het nu alleen om de ouderen gaat. •
Clusteren van aanbod
De heer Troost heeft het woord ‘blok’ gehoord. Dat is een kernwoord. Bij de knelpunten en het aanbod ziet hij dat het aanbod vele malen groter is dan de knelpunten. Er zijn vele aanbieders die zich overal mee bemoeien maar de ene weet niet dat de oplossing al bij de ander is gevonden. Zojuist is zichtbaar geworden, dat heel concrete antwoorden mogelijk zijn. Zijns inziens moet heel gedifferentieerd gewerkt worden. Het ouderenprobleem is een probleem, maar er zullen grootste gemene delers gezocht worden omdat in het systeem niet alles voor iedereen kan worden opgelost. De ‘slachtoffers’ komen dan vanzelf boven, maar de 80%-20% moet in gedachten worden gehouden. Er moet dus gedifferentieerd worden, de producten moeten gedefinieerd worden en het aanbod moet komen op de plek waar het moet zijn. Het grootste gedeelte moet goed worden gedaan. Als over ‘blokken’ wordt gesproken: laat men bijvoorbeeld vijf ‘blokken’ pakken en zich daarop richten. Dan kan bezien worden hoeveel uit de wereld wordt geholpen en wat er overblijft. Wordt nu een oplossing voor alles en iedereen gezocht, dan komen we er niet. De voorzitter vraagt of de heer Troost bedoelt dat zaken moeten worden geclusterd. De heer Troost meent dat in alle aanbod moet worden geschrapt omdat er overlappen zijn of omdat het een veel te klein gedeelte van de problematiek pakt. Op één plek moet het contact
39 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
zijn waar men weet hoe het allemaal in elkaar grijpt. Mevrouw Van der Veen meldt hierbij als knelpunt bijvoorbeeld de ontzettend snelle wisseling van personeel bij het CWI. Dat is voor de cliënt het grootste probleem. Prioriteiten en keuzes Mevrouw Radoux deelt mee, dat prioriteiten met rood zullen worden vermeld en aan de hand van rapportcijfers worden gegeven. De keuze in de tijd wordt met groen aangegeven. Mevrouw Van der Veen merkt ten aanzien van de maaltijden voor ouderen nog op, dat dit ook via Vitras kan gebeuren. De voorzitter antwoordt, dat de Kerstpakketten als voorbeeld zijn gegeven maar dat er ook andere mogelijkheden zijn. De heer Troost wijst bijvoorbeeld op de alfahulp. De voorzitter vraagt welke prioriteiten worden aangebracht. Mevrouw Van der Veen vindt ze allemaal belangrijk en meent, dat moet worden aangegeven welke het snelst kan worden geregeld. Zij kan ze geen prioriteit geven, behalve prioriteit in tijd. Desgevraagd geeft zij prioriteit aan het punt van materiële ondersteuning aan ouderen. Dat kan voor de Kerst geregeld zijn. Het clusteraanbod kan haars inziens ook heel snel gebeuren. De heer Troost antwoordt, dat dit juist heel moeilijk is omdat daarmee in de knel wordt gekomen met de aanbieders. Mevrouw Neijenhuis is van mening, dat goede toegankelijke informatie ook heel snel gestart kan worden. Volgens mevrouw Radoux kan bij dit punt op relatief korte termijn een product worden neergezet, bijvoorbeeld een digitale module. Mevrouw Eijck wijst erop, dat dit niet op korte termijn kan. De voorzitter meent, dat dit een snel groeipad kan zijn. Mevrouw Oostra wijst op de informatie voor de cliënt. Mevrouw Van der Veen meent dat dit hooguit over een jaar gereed moet zijn. Binnen een jaar moet alle informatie toegankelijk zijn. Wel wordt het voortdurend gewijzigd. De heer Troost meent dat het nooit boven water komt als wordt gewacht totdat alle informatie tegelijk boven water komt. Mevrouw Radoux vindt het van belang om hierin meetmomenten in te lassen, waarbij je meet of het ook de gewenste informatie is. De heer Troost ziet liever geen kwaliteitscontrole achteraf omdat de mensen vanzelf komen klagen. Mevrouw Radoux noemt bijvoorbeeld de 117 mensen die een kerstpakket krijgen. Zij zou bijvoorbeeld 50 daarvan willen terugzien met de melding of de informatie goed was. De voorzitter merkt op, dat niet bekend is bij wie die Kerspakketten worden bezorgd. Mevrouw Eijck weet dat wel, omdat zij vooringevulde formulieren wil verstrekken, zodat die mensen echt alleen maar een handtekening hoeven te zetten. Mevrouw Van der Veen merkt op, dat zij dat niet zullen doen. Mevrouw Eijck meent dat in dat geval de vrijwilliger die het Kerspakket levert moet worden gevraagd om het formulier samen met die persoon in te vullen. De voorzitter antwoordt, dat die snel wordt uitgezet. Zij merkt vervolgens op, dat het DKD ook snel moet. Er is geld voor beschikbaar gesteld en de eerste stap moet in 2008 al gezet zijn. Mevrouw Eijck wijst erop, dat het DKD een groepproces tot 2010-2012 heeft en je bent landelijk afhankelijk van je ketenpartners. De gemeente kan dan ook heel snel willen maar dat gaat niet lukken. Er is echter al wel mee gestart. Volgens mevrouw Van der Veen kan het eerste punt op de lijst, een contactpersoon per probleem ‘blok’ ook snel. De heer Troost vraagt wat kan worden gedaan als wordt geclusterd en gefocust. De opdracht is gegeven om producten aan te bieden. Kan vanuit die invalshoek niet gesproken worden met een
40 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
aantal organisaties zodat zij zich werkelijk het totale product eigen maken en de verspilling stopt tussen de Vitras, de SWN, de GG&GD e.d.? Dan komt er een echt product met allerlei facetten. Dat vraagt om een hoop werk. Het lijkt hem echter de enige weg om die lijst van aanbieders wat kleiner te maken. Mevrouw Radoux merkt ter afsluiting op dat op 1 en 5 november nog twee sessies worden gehouden en de resultaten daarvan moeten leiden tot één redactioneel stuk in december. De voorzitter voegt eraan toe, dat dit stuk via de Cliëntenraad, de Jongerenraad en de Wmo-raad in de gemeenteraad wordt behandeld. Mevrouw Van der Veen zou graag de verslagen van deze sessies naar de instanties werden gestuurd. Mevrouw Radoux antwoordt dat het als bijlage wordt gevoegd bij het integrale plan van aanpak zodat iedereen er kennis van ken nemen. De voorzitter dankt iedereen voor zijn aanwezigheid en roept iedereen op de contactpersonenlijst in te vullen. Ook krijgt zij nog graag een reactie op haar vraag of iemand in de redactiecommissie wil plaatsnemen. Sluiting 11.45 uur
41 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
Mevrouw Radoux heeft de knelpunten op flaps genoteerd. Verkort weergegeven: •
Een contactpersoon per probleem ‘blok’, bijv. SHV – Ed van Heel
•
1 loket voor cliënt bij inkomensvragen DKD start snel, groeipad)
•
Deskundigheidsbevordering professionals
•
Goede, toegankelijke informatie (groeipad dat snel kan starten en ontwikkeld wordt)
•
Ouderen de materiële ondersteuning brengen (Kan snel) Directie actie: Rondom kerstpakket (Ook Vitrasmaaltijden) van de kerk voorzien van
formulier; Vrijwilliger licht toe. Gewenst resultaat: Mensen maken gebruik van waar ze recht op hebben. •
Clusteren van aanbod Overlap samenvoegen via 1 aanbieder Focussen (grote taak, zou snel moeten)
42 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Notulen rondetafelgesprek 1 november 2007
TWEEDE RONDETAFELGESPREK ARMOEDEBESTRIJDING 1 NOVEMBER 2007 GEMEENTEHUIS NIEUWEGEIN MARTINBAAN 2 NIEUWEGEIN Aanwezig zijn: Carla Breuer, voorzitter en wethouder Sociale Zaken en Arbeid Debbie Radoux, beleidsmedewerker sector Maatschappelijke Ontwikkeling Joke Duijveman, Platform Armoedebestrijding Nieuwegein (PAN) B. van Emstede, FNV Erik Fritschy, MEE Utrecht Annet van der Nat, Vluchtelingenwerk Jacques Konter, PCI Tabor Parochie Albert van het Hof, Protestantse gemeente De Rank diaconie Haseena Bakhtali, PvdA Margaret Zeeman, Jutphaas Wonen
De voorzitter heet alle deelnemers van harte welkom en licht, na een korte voorstelronde, de werkwijze en doelstelling van deze gesprekken toe. In de brief is melding gemaakt van het feit dat nog niet van start wordt gegaan met de digitale nieuwsbrief, omdat nog steeds te weinig mensen zich hebben aangemeld. Zij roept de aanwezigen op dit nogmaals te overwegen. Het gaat louter om het leveren van input en het zal hoogstens een uur per maand in beslag nemen. Mevrouw Radoux voegt eraan toe, dat ook weinigen zich hebben opgegeven als contactpersoon. Het idee van die contactlijst is juist dat de organisaties elkaar goed weten te vinden en weten wie waar over gaat. Voorlopig is de lijst bedoeld alleen voor intern gebruik met in het achterhoofd de gedachte dat zij kan worden gebruikt om een sociale kaart te ontwerpen die ook voor de inwoners van Nieuwegein toegankelijk is. Deze lijst zal tijdens dit gesprek worden rondgedeeld.
43 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
44 (58)
Het integrale plan van aanpak armoedebestrijding samenvattend, merkt zij op dat inmiddels
al
bijna
een
jaar
met
vertegenwoordigers
van
gemeenten
en
maatschappelijke organisaties wordt gesproken. In december vorig jaar is een kennismakingsronde gehouden en in juni van dit jaar een inventarisatieronde. Vandaag is het de bedoeling de voorstellen en de ideeën te inventariseren. De lijst met het bestaande aanbod en de knelpunten is de deelnemers uitgereikt en om deze nu te vertalen naar voorstellen en oplossingen is voor een kleine setting gekozen om een en ander zo concreet mogelijk te maken: wie moet het voorstel uitvoeren, op welke mensen is het gericht, wat zijn de kosten, en dergelijke. Eenzelfde inventarisatie is gemaakt op 17 oktober en wordt gemaakt van 5 november en de resultaten van deze drie gesprekken zullen in december in een plan van aanpak worden samengevoegd. Naar aanleiding van de werkconferenties is een knelpuntenlijst opgesteld. Op de werkconferenties is een overzicht van het bestaande aanbod opgesteld en de adviesraden hebben daarop een aanvulling gegeven. Mevrouw Radoux schetst de stand van zaken. Op de grote conferentie van 13 juni is een inventarisatie gemaakt van het aanbod en de knelpunten. Daarvan zijn schema’s gemaakt. De laatste fase van het integrale plan van aanpak is opnieuw een inventarisatie aan de orde, vooral gericht op de oplossing van de knelpunten. Er is een onderverdeling gemaakt in vier blokken, te weten materiële ondersteuning, schuldhulpverlening, voorlichting en preventie en bevordering van de samenwerking. De heer Van Emstede heeft zich er wat betreft de lijst over verbaasd dat tal van organisaties al in de wegwijzer en de gemeentegids
zijn
opgenomen.
Mevrouw
Radoux
antwoordt,
dat
alle
vertegenwoordigers zijn gevraagd om gegevens aan te leveren. Armoede heeft namelijk raakvlakken met veel andere terreinen. Zij is van mening dat moet worden toegewerkt naar een integrale sociale kaart van Nieuwegein, niet alleen wat betreft armoede maar in samenhang met werk en inkomen en jeugd en opvoeding. Wat betreft armoedebestrijding is op conferenties geconstateerd dat niet inzichtelijk is wie waarover gaat. Dit is een basale vorming van het dossier armoedebestrijding. Overigens zal de lijst ook nooit definitief afgerond worden. De heer Van Emstede vraagt of de organisaties inderdaad zo alert zijn om zich op te geven als zich iets op hun terrein voordoet. Hij zou door middel van een vragenlijst bij organisaties nagaan of zij iets op het vlak van armoedebestrijding doen. Mevrouw Radoux merkt op, dat deze conferenties daar ook voor bedoeld zijn, juist om het netwerk te laten groeien en zichzelf te laten versterken. De voorzitter voegt eraan toe, dat alleen een briefje rondsturen met de vraag of organisaties naar iets willen kijken, niet werkt. De lijst begint inmiddels compleet te worden maar zij moet ook dynamisch blijven. De heer Van Emstede meent, dat uiteindelijk toch moet worden geclusterd, omdat het fenomeen shoppen een reëel gevaar is. Er moet een zo integraal mogelijke kaart worden. De heer Konter vraagt zich af of het shoppen juist niet wordt bevorderd met zo’n lijst. Mevrouw Zeeman vindt het noodzakelijk dat iedereen dan ook wel kennis heeft van deze lijst. De voorzitter vraagt of vermeldingen op deze lijst worden gemist. De heer Van Emstede merkt desgevraagd op dat de belastingservice FNV een dienstverlening ten behoeve van de leden is. Dat geldt ook voor de Anbo. Dat geldt ook voor de andere organisaties die de aangifte voor de eigen leden verzorgen. Alle organisaties zouden deze werkzaamheden kunnen clusteren. De heer Fritschy meldt dat de naam MEE Utrecht is, de naam ‘Utrecht’ moet worden toegevoegd. Mevrouw Zeeman merkt op, dat Jutphaas Wonen bijvoorbeeld ook problematiek signaleert, want iemand kan armoede hebben maar wel zijn huur betalen. Er wordt niet alleen
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
45 (58)
doorverwezen naar schuldhulpverlening bij betalingsproblemen, maar er kunnen ook andere problemen zijn die verband houden met armoede.
Knelpunten Materiële ondersteuning De heer Van Emstede wijst erop dat de bestanden van Sociale Zaken van de gemeente Rotterdam aan die van de Belastingdienst zijn gekoppeld. Daaruit is onder andere gebleken dat ruim 1600 mensen onder het minimum blijken te leven. Dit probleem doet zich met name voor bij allochtonen; het verblijf van allochtonen in Nederland is bepalend voor hun AOW. Mevrouw Radoux antwoordt, dat vijftien gemeenten aan deze pilot hebben meegedaan. Gelet op het succes van Rotterdam verwacht zij dat meer gemeenten deze mogelijkheid krijgen. De heer Van Emstede wijst op het hoge percentage allochtonen in Nieuwegein. De voorzitter merkt op, dat de gemeente Nieuwegein zich zal aanmelden zodra de kans zich voordoet. Er is overigens wel een koppeling met de Belastingdienst, maar dat gebeurt op basis van een piepsysteem bij fraude. Schuldhulpverlening De heer Van het Hof vraagt wie in het WSNP-traject controleert of de bewindvoerder zijn werk goed doet. De voorzitter antwoordt dat de rechter dit toetst. Bewindvoering is een groot probleem. De heer Konter merkt op, dat er teveel bewindvoerders zijn die bijvoorbeeld niet bereid zijn om een fout te herstellen, waardoor mensen weer zonder inkomen zitten. Dat komt regelmatig voor. Mevrouw Zeeman vraagt wat precies wordt bedoeld met het ‘ontbreken van de mogelijkheid van inkomensbeheer’? Mevrouw Radoux antwoordt, dat er geen structurele mogelijkheid is om mensen in inkomensbeheer zetten. In individuele gevallen wordt voor mensen met een bijstandsuitkering
wel
inkomensbeheer
geregeld
maar
er
is
geen
structurele
voorziening. Er is een BBIB maar mensen, bij wie het helemaal mis gaat, worden niet vast naar een bepaalde instantie verwezen. Mevrouw Zeeman wijst erop, dat heel veel mensen in de problemen zijn geraakt door de huurtoeslag. Sommige kunnen het weinige geld dat zij krijgen uitstekend beheren maar anderen kunnen dat juist niet. Zij hebben gevraagd de huurtoeslag op hun eigen rekening te krijgen, waardoor zij in grote problemen zijn gekomen, ook met de sociale dienst. Het is een soort tussenfase: er zijn mensen die niet gelijk in een groot traject hoeven maar al heel goed geholpen zijn als de huur en gas en licht worden voldaan. Mevrouw Radoux constateert, dat dit wordt opgenomen bij de oplossingen. Gedurende de periode dat mensen in de schuldbemiddeling zitten, wordt de afloscapaciteit ingezet voor het aflossen van de schulden. Er is geen reserve voor grote kostenposten, duurzame gebruiksartikelen, medische kosten, opleidings-, school- of studiekosten. De heer Fritschy wijst erop, dat iemand met een bijstandsuitkering wel via de gemeente inkomensbeheer kan inhuren, terwijl de anderen het zelf moeten betalen. Dat is een knelpunt, met name bij licht verstandelijk gehandicapten. De voorzitter ziet dit ook als een probleem. De heer Van het Hof vraagt of iemand voor een tweede keer bij de schuldhulpverlening terecht kan. De voorzitter antwoordt dat dit voor het WSNP-traject heel strikt is maar dat voor de minnelijke trajecten naar de individuele situatie wordt gekeken. De heer
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
46 (58)
Van het Hof vraagt zich af of bij de WSNP wel voldoende naar individuele situaties wordt gekeken. De voorzitter antwoordt dat dit wel buiten de macht van de gemeente staat. Zij destilleert uit deze discussie de vraag of niet meer aan recidivepreventie
kan
worden
gedaan.
Mevrouw
Bakhtali
mist
hierbij
de
psychologische begeleiding wat betreft de houding van de mensen, de keuzes die zij maken en hun weerbaarheid. De heer Konter heeft begrepen, dat dit een onderdeel vormt van de schuldhulpverlening. Als het goed is, pakt het maatschappelijk werk dat mee. Mevrouw Radoux heeft juist begrepen dat hieraan op het preventieve vlak aandacht moet worden besteed, juist om te voorkomen dat het tot schulden leidt. De heer Van het Hof geeft mee, dat een dergelijke cursus eerder door het Leger des Heils is gegeven. Daarin werd onder andere aangegeven waarin de mensen dan terecht zouden komen. Het doel van de cursus was om met geld te leren omgaan. De voorzitter zal dit checken bij de ‘aanbodkant’. De heer Van het Hof wil nog een knelpunt melden, namelijk de situatie waarin een vrouw onder behandeling is van een psychiater, haar post niet opent. Op een gegeven moment werd hij door een medewerker van het platform gebeld met de mededeling dat hij drie of vier maanden post voor haar geopend had. Bij die post zaten aanmaningen van het CWI enz. met ten slotte de mededeling, dat zij zou worden gekort op haar uitkering. Hij vraagt zich af of contact wordt opgenomen met een cliënt als deze na bijvoorbeeld twee keer niet heeft gereageerd. Volgens mevrouw Bakhtali heeft dit ook te maken met de toenemende digitalisering van alle administraties. Men kijkt niet meer of er al dan niet gereageerd is. Mevrouw Radoux licht vervolgens de werkmethode voor de inventarisatie toe, dat wil zeggen dat wordt geprobeerd oplossingen te vinden voor deze knelpunten. De voorzitter vraagt daarna om de belangrijkste knelpunten en verbeterpunten aan te dragen. Mevrouw Duijveman vindt het van groot belang dat de gemeente voor de mensen de belangrijkste vaste lasten betaalt en de rest van de uitkering op de rekening van de mensen stort. Toen dat veranderde bij de gemeente, zijn heel veel mensen in grote problemen gekomen. Mevrouw Zeeman wil daarin nog een stap verder gaan; zij wil een balans vinden tussen de mensen die zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen en degenen die dat niet willen. Niet iedereen kan het zelf en voor hen moeten duidelijke afspraken worden gemaakt. De corporatie wil de kosten daarvan voor de gemeente graag delen. Dan zijn korte lijnen wel van groot belangen ook moet het gewin op korte termijn duidelijk zijn. De voorzitter antwoordt dat hiermee ook al de oplossing is gegeven. Daarbij is nog een probleem geschetst, namelijk dat mensen bij organisaties niet verder komen door afwezigheid van de juiste personen. Mevrouw Zeeman wijst nogmaals op de noodzaak van korte lijnen met vaste contactpersonen binnen de organisaties. Daarmee kunnen de mensen ook zien dat er inderdaad wat gebeurt als zij hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De heer Van der Hof meent dat er een centraal dossier moet zijn dat voor iedereen die geautoriseerd is toegankelijk moet zijn. Als de contactpersoon niet aanwezig is, is een ander niet altijd in staat om het direct op te pakken. De voorzitter vraagt of dit probleem zich alleen bij de gemeente voordoet. Mevrouw Zeeman antwoordt dat mensen van Jutphaas Wonen ook in bepaalde teams zitten maar het dossier is niet altijd voor iedereen toegankelijk. Mevrouw Radoux gat terug naar het knelpunt en concludeert dat het hierbij gaat om de mensen die niet in staat zijn hun vaste lasten te beheren. Daarbij
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
47 (58)
moet een splitsing worden gemaakt tussen degenen die dat echt niet kunnen en degenen die het niet kunnen maar wel kunnen leren. Bij degenen die het wel kunnen, kan bijvoorbeeld worden gedacht aan budgetcursussen en bij degenen die het echt niet kunnen aan inkomensbeheer, inhouding, etc. De voorzitter concludeert, dat het niet alleen maar WWB’ers zijn. De oplossing kan dan ook niet alleen worden gevonden in het klantenbestand van WWB’ers. Mevrouw Radoux voegt eraan toe, dat de cliënt ook goed terecht moet komen zodra het probleem wordt gesignaleerd wordt bij maatschappelijke organisaties, bij particulier initiatief, woningcorporaties e.d. Zodra iemand zijn eigen verantwoordelijkheid neemt, moet hij daarvoor beloond worden. De heer Fritschy merkt op, dat er dan wel een goede verwijzing moet zijn. De heer Van Emstede hikt een beetje aan tegen het ontnemen van de verantwoordelijkheid. Hulp bij
het
dragen
van
verantwoordelijkheid
is
van
groot
belang,
maar
de
verantwoordelijkheid blijft liggen bij de persoon in kwestie. Dat de ziektekostenpremie toch wordt betaald, kan ook op een andere manier worden geregeld dan het de gemeente te laten doen. De voorzitter concludeert ten slotte dat ook iemand anders de doorbetalingen kan doen. Mevrouw Zeeman ziet dit punt ook graag via Jutphaas Wonen ingebracht. De heer Konter noemt als volgende knelpunt de traagheid in de besluitvorming. PCI doet niet aan structurele hulpverlening maar als bijvoorbeeld een alleenstaande moeder met kinderen geen brood heeft en zes weken zonder zit, doordat de aanvraag nog in behandeling is of zij nog niet ingeschreven zit. Hij krijgt regelmatig met dat probleem te maken. Hij pleit ervoor om vanuit de organisaties samen met de gemeente een pot te beheren voor deze mensen Hij pleit ervoor om dat bij PAN neer te leggen. Komen zij er niet uit, dan kan altijd worden gekeken naar andere fondsen. De voorzitter concludeert, dat de traagheid in de besluitvorming als knelpunt wordt genoemd en dat de oplossing kan liggen in een noodfonds, dat in dit geval wordt beheerd door de Stichting Platform. Het gaat om acute situaties, waarvoor de hulpverlening nog geen traject klaar heeft. De voorzitter merkt op, dat de uitvoering van deze suggestie bij de uitvoering aan de orde komt. Het gaat om het oplossen van acute noodsituaties. De heer Konter heeft met name op de kleinere bedragen gedoeld. Mevrouw Zeeman merkt op, dat Jutphaas Wonen met alle plezier een safehouse in stand wil houden. Het knelpunt is echter, dat de organisaties geen contact met elkaar opnemen. Als iemand met financiële problemen is geholpen met bijvoorbeeld €10 minder huur om zo in aanmerking te komen voor huurtoeslag, zal Jutphaas Wonen daar geen problemen mee hebben maar dan moet zij dat wel weten. Mevrouw Radoux concludeert, dat de oplossing niet altijd hoeft te zitten in het direct betalen. Mevrouw Bakhtali herhaalt als knelpunt de psychologische begeleiding die in het structurele aanbod van cursussen kan worden opgenomen. De oplossing zal zijn een cursus met maatschappelijke elementen. Mevrouw Radoux geeft aan dat op dit moment al een tweetal cursussen wordt gegeven. De resultaten daarvan worden begin 2008 bekend. De heer Van het Hof ziet als knelpunt de afwezigheid van een protocol, bijvoorbeeld het stellen van een termijn waarbinnen mensen teruggebeld moeten worden. Het gaat hem specifiek om overheidsinstellingen. De voorzitter antwoordt, dat er inderdaad regels zijn maar dat die inderdaad moeten worden aangescherpt. Mevrouw Radoux voegt eraan toe, dat het gaat om meer bewustwording bij degenen die de mensen te woord staan van de gevolgen als er niet wordt teruggebeld. De heer Van Emstede vindt de traagheid van antwoorden een enorm probleem. De heer Konter vindt het een mentaliteitskwestie; er kan aandacht aan worden besteed maar het blijft een chronisch probleem. Mevrouw Zeeman vindt het ook afhankelijk van de
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
48 (58)
mensen op een bepaalde plek en met welke achtergrond. Het is ook een cultuur binnen de organisatie. Mevrouw Radoux vraagt iedereen met klem om het te laten weten wanneer het misloopt. Bepaalde procedures hebben tijd nodig. Dat is vervelend voor degene om wie het gaat maar vaak is er ook wel een mouw aan te passen in een noodsituatie. Dan moet wel heel hard aan de bel worden getrokken. Vanuit de diaconie zijn er situaties bekend waarin het mis is gegaan doordat niet snel wordt gereageerd. Volgens de heer Konter is het hierbij van groot belang welke mensen met welke achtergrond op welke stoelen komen te zitten. Hij zou graag de klantmanagers eens mee willen nemen naar de mensen om wie het gaat. De voorzitter meent, dat men het elkaar ook moet melden wanneer de zaken mislopen. De heer Konter voegt eraan toe, dat het niet altijd een kwestie is van geld geven maar ook van mentaliteit: wat gebeurt er achter de deuren waar men niets meer heeft. Mevrouw Zeeman wijst erop, dat het wel allemaal vrijwilligers zijn, voor wie het zeker in het begin heel lastig is om precies te weten wat er nodig is. De heer Van Emstede vindt het voor het tackelen van meervoudige problematiek van groot belang, dat er een methode wordt gevonden en dat inderdaad aan probleemoplossing kan worden gemerkt. De heer Van het Hof wil
ervoor
waken,
maatschappelijk
dat
werk,
de
organisaties
schuldhulpverlening
in en
principe
opgeleid
dergelijke.
Als
worden een
voor
vrijwilliger
maatschappelijk werk doet, zal hij het niet volhouden als hij daarvoor niet opgeleid is. Hij zou dan ook graag zien dat meer gebruik wordt gemaakt van de instellingen die er zijn. De heer Van Emstede meent dat vrijwilligers en organisaties moeten signaleren en doorverwijzen. De ander is deskundig. Mevrouw Radoux vat naar aanleiding van de discussie het knelpunt samen dat het hierbij niet alleen gaat om de bevordering van de bewustwording bij klantmanagers maar ook om deskundigheidsbevordering van
vrijwilligers,
terwijl
vrijwilligers
ook
moeten
weten
wanneer
zij
moeten
doorverwijzen. De vergadering wordt enkele minuten geschorst. De heer Van Emstede heeft als knelpunt ervaren, dat tal van organisaties voor eigenlijk precies hetzelfde staan. Vooral in verband met doorverwijzing vindt hij dat een probleem. Hij pleit er dan ook voor om specialismen te laten ontstaan bij de organisaties. Mevrouw Bakhtali voegt eraan toe, dat dit ook is vastgesteld op de grote conferentie. Zo zou wat betreft de belastingaangifte de deskundigheid over alle organisaties moeten worden bevorderd zodat de aangiftes gecontroleerd kunnen worden. De heer Konter zou deze ontwikkeling toejuichen, maar dan ook voor de hele Nieuwegeinse bevolking. Mevrouw Radoux concludeert dat als knelpunt de overlap in het aanbod is geconstateerd en als oplossing de bevordering van specialismen en samenwerking. De heer Konter ziet graag dat de gemeente ten aanzien van de incidentele kostenpost een rol van betekenis kan spelen bij mensen in een minnelijk schuldbemiddelingstraject. Het gaat met name om de groep mensen die net niet in de bijstand zitten, omdat de gemeente het wel betaalt voor de mensen die in de bijstand zitten. Zij moeten het inkomensbeheer zelf betalen, terwijl hij het geld hard nodig heeft. De voorzitter concludeert dat de vraag is om gratis inkomensbeheer voor mensen die in een minnelijk traject of een WSNP-traject zitten. Het gaat om vrij structurele kosten, die zij zelf moeten betalen. Mevrouw Radoux begrijpt dat het inkomen boven het minimum ligt maar het feitelijk inkomen onder het minimum door schuldbemiddeling. Het knelpunt in dit geval zijn de kosten voor het inkomensbeheer
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
49 (58)
en als oplossing is aangedragen dat de gemeente de kosten betaalt. Zij vraagt of de kosten ook van andere instanties kunnen komen dan van de gemeente. De heer Van het Hof vraagt in hoeverre het mogelijk is dat de gemeente een financiële tegemoetkoming verzorgt voor investeringen die uiteindelijk leiden tot bezuiniging. Hij refereert aan het voorbeeld, waarin de gemeente Leeuwarden spaarlampen verstrekt. De voorzitter antwoordt dat dit soort zaken al door middel van de bijzondere bijstand wordt opgepikt. Zij wil overigens zelf het knelpunt toevoegen van mensen die in schuldbemiddeling of in het WSNP-traject zitten geen vrijstelling krijgen van gemeentebelastingen omdat hun basisinkomen hoger is. Zij ziet graag onderzocht of deze mogelijkheid ook bestaat voor mensen die of failliet zijn verklaard of een lager feitelijk inkomen hebben door schuldbemiddeling. Op de vraag van de voorzitter of er nog meer knelpunten zijn, zegt de heer Van het Hof het liefst te zien dat er in de gemeente Nieuwegein geen afsluiting plaatsvindt van energie en water als een van de eerste levensbehoeften, zoals ook opgenomen in allerlei documenten die naar de Rechten van de Mens verwijzen. Er moet iets verzonnen worden dat dit niet gebeurd. Mevrouw Radoux voegt hieraan toe dat hetzelfde geldt voor ontruiming. Er gebeurt ook al wel iets. Er zijn op dit moment gesprekken gaande tussen de gemeente en de schuldeisers die er altijd ‘in zitten’ en die nog een lokale binding hebben. De voorzitter wijst op het traject met woningbouwverenigingen voor vroegsignalering binnen de schuldhulpverlening: nog voordat de daadwerkelijke brief tot uitzetting de deur uitgaat, wordt al een vroegsignalering aan de hulpverlening gedaan om uithuiszetting preventief te voorkomen. Prioritering op de flaps Knelpunt: er ontstaat een risico op schulden doordat mensen niet in staat zijn hun vaste lasten te beheren. Oplossing: maak onderscheid tussen mensen die het echt niet kunnen maar het wel kunnen leren en mensen die het nooit zullen leren. Uitgangspunten
hierbij
zijn:
eigen
verantwoordelijkheid,
zelfredzaamheid,
budgetcursussen en, voor de mensen die het nooit zullen leren, moet ervoor gezorgd worden dat geen schulden kunnen ontstaan, bijvoorbeeld door inkomensbeheer. De waarschuwing die werd gegeven, is dat mensen ook beloond moeten worden door hun aanvraag snel in behandeling te nemen als zij hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Hieraan wordt een 10 gegeven. In individuele gevallen -- voor mensen met een WWBuitkering – kan het snel aangevraagd worden. Maatwerk is altijd mogelijk. Voor de rest is het ontwikkeltraject. Oplossing: meldpunt als oplossing bij acute noodsituaties. Daarbij is aan de orde directe praktische kleine hulp, zoals een strippenkaart, broodnood en dergelijke. Als de mensen hiervoor komen, is er al veel meer aan de hand en dat maakt het vaak zo moeilijk.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
50 (58)
Hieraan wordt een 9 gegeven. De heer Konter meent, dat nu wel cijfers kunnen worden gegeven maar dat er straks nog eens naar moet worden gekeken of niet moet worden geschoven. Aangezien dit al gebeurt door de Stichting Leergeld en door het Platform, kan dit naar de bestaande oplossingen worden verplaatst. Omdat het echter niet bij de PCI bekend was, is hier sprake van een communicatieprobleem. Knelpunt: hoge kosten, acute schulden, huurschulden en dergelijke. Oplossing: neem bij huurschulden contact op met woningcorporatie. De individuele situatie is altijd bepalend en er is het safehouse. Afgezien van het safehouse geldt hiervoor hetzelfde als voor het vorige knelpunt, namelijk dat het er al is. Safehouse heeft in eerste instantie met noodopvang te maken. Deze wordt op korte termijn haalbaar geacht, maar ook hier speelt de bekendheid – ook in
de samenwerkende organisaties – een grote rol.
Neem bijvoorbeeld
rechtstreeks contact op met Jutphaas Wonen als er knelpunten zijn. De individuele situatie is altijd bepalend. Knelpunt: mentale weerbaarheid tegen groepsdruk om ‘neen’ te kunnen zeggen. Mensen kunnen niet goed met hun geld omgaan en komen daardoor in de problemen. Oplossing: breed opgezette budgetcursussen, ook gericht op de keuzes die men kan maken. De acuutheid van het probleem is iets minder maar er kan wel op een redelijk eenvoudige manier een oplossing voor worden gevonden. Er worden al experimenten gehouden. (Zoek budget en voer uit) Knelpunt:
trage
overheidsinstellingen,
in
de
communicatie
en
in
de
procedures. Oplossing: er zijn al regels voor de afhandelingstermijn en in ieder geval moet naar de bewustwording van de medewerkers van de diensten worden gekeken.
Te
denken
valt
aan
uitwisseling
tussen
medewerkers
van
maatschappelijke organisaties en de gemeente en elkaar vooral melden wanneer het mis gaat. Het UWV wordt hierbij ook vermeld. Desgevraagd merkt de voorzitter op, dat er voor de overheid criteria zijn vastgesteld waarbinnen bijvoorbeeld een uitkering toegekend moet zijn. De medewerkers moeten zich er bewust van worden, dat ze iets ook binnen een paar dagen geregeld hebben als ze dat hebben beloofd. Die bewustwording is onderdeel van het kwaliteitstraject. De voorzitter antwoordt dat er dan ook wel signalen moeten komen als het niet goed gaat.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Knelpunt:
deskundigheidsbevordering
van
Datum februari 2008
de
vrijwilligers.
51 (58)
Vrijwilligers
moeten weten wanneer ze moeten doorverwijzen en niet zelf aan de slag gaan als het hun deskundigheid niet is. Oplossing: op korte termijn haalbaar. Knelpunt: overlap in aanbod. Oplossing: bevorder specialisme en werk samen. Als de sociale kaart beschikbaar is, zijn ook alle gegevens van de contactpersonen beschikbaar en kan geregeld geëvalueerd worden. Op middellange termijn is dit realiseerbaar. Knelpunt: het inkomen is hoger dan het minimum maar het feitelijk inkomen ligt onder het minimum door de schuldbemiddeling. Bovendien zijn er kosten van het inkomensbeheer en kwijtschelding van gemeentelijke belasting moet worden onderzocht. Oplossing: moet gezocht worden door nader onderzoek om alle vragen hierbij te kunnen beantwoorden. Er is een discretionaire bevoegdheid tot het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen. Nader onderzoek hiernaar is gewenst en de resultaten zullen worden gecommuniceerd. Mevrouw Radoux is erg blij met alle bijdragen. De voorzitter dankt iedereen voor het meedenken en wijst op de Integrale notitie armoede, die ter advisering zal worden voorgelegd aan de Cliëntenraad, de Wmo-raad en de Jongerenraad.
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
Notulen rondetafelgesprek 5 november 2007
DERDE RONDETAFELGESPREK ARMOEDEBESTRIJDING 5 NOVEMBER 2007 KERKELIJK CENTRUM DE BRON BUIZERDLAAN 1 NIEUWEGEIN Aanwezig zijn: Carla Breuer, voorzitter en wethouder Sociale Zaken en Arbeid Debbie Radoux, beleidsmedewerker sector Maatschappelijke Ontwikkeling Radj Ramcharan, CDA-fractie Nieuwegein Herman van Wiggen, CDA-fractie Nieuwegein H. Oldenhof, RK Tabor Parochie Margriet Mannak-Bouman, Buurtcentrum Vreeswijk Heleen Fijn van Draat, Diakonie PKN Nieuwegein Noord Lenie Adamse, KBO Herman Mekenkamp, SP-fractie Nieuwegein
De voorzitter heet alle deelnemers van harte welkom en licht, na een korte voorstelronde, de werkwijze en doelstelling van deze gesprekken toe. Er zijn twee grote conferenties geweest, een in december 2006 en een in juni 2007. Daarin is al de oproep gedaan om een aantal concrete zaken aan te dragen. Zij licht vervolgens de werkwijze van deze bijeenkomst toe. Vervolgens voegt mevrouw Radoux toe dat nog niet van start wordt gegaan met de digitale nieuwsbrief, omdat nog steeds te weinig mensen zich hebben aangemeld. Zij roept de aanwezigen op dit nogmaals te overwegen. Het gaat louter om het leveren van input en het zal hoogstens een uur per maand in beslag nemen. Mevrouw Radoux voegt eraan toe, dat ook weinigen zich hebben opgegeven als contactpersoon. Het idee van die contactlijst is juist dat de organisaties elkaar goed weten te vinden en weten wie waar over gaat. Voorlopig is de lijst bedoeld alleen voor intern gebruik met in het achterhoofd de gedachte dat zij kan worden gebruikt om een sociale kaart te ontwerpen die ook voor de inwoners van Nieuwegein toegankelijk is.
52 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
53 (58)
Het integrale plan van aanpak armoedebestrijding samenvattend, merkt zij op dat inmiddels
al
bijna
een
jaar
met
vertegenwoordigers
van
gemeenten
en
maatschappelijke organisaties wordt gesproken. In december vorig jaar is een kennismakingsronde gehouden en in juni van dit jaar een inventarisatieronde. Vandaag is het de bedoeling de voorstellen en de ideeën te inventariseren. De lijst met het bestaande aanbod en de knelpunten is de deelnemers uitgereikt en om deze nu te vertalen naar voorstellen en oplossingen is voor een kleine setting gekozen om een en ander zo concreet mogelijk te maken: wie moet het voorstel uitvoeren, op welke mensen is het gericht, wat zijn de kosten, en dergelijke. Eenzelfde inventarisatie is tijdens de afgelopen twee bijeenkomsten op 17 oktober en 1 november ook gemaakt. De resultaten van deze drie gesprekken zullen in december in een plan van aanpak worden samengevoegd. Naar aanleiding van de werkconferenties is een knelpuntenlijst opgesteld en een lijst met bestaand aanbod. Het bestaande aanbod is onderverdeeld in vier blokken. Er is een onderverdeling gemaakt in vier blokken, te weten materiële ondersteuning, schuldhulpverlening, voorlichting en preventie en bevordering van de samenwerking. De lijsten met bestaand aanbod en knelpunten worden doorgenomen. Desgevraagd merkt de voorzitter op dat de GKB in Utrecht is gevestigd. De gemeente Nieuwegein verwijst de mensen niet specifiek door naar Utrecht. Het lidmaatschap van de GKB kost heel veel geld. Het zou een oplossing kunnen zijn voor een knelpunt maar het hoort niet bij het bestaande aanbod. De heer Van Wiggen is het ermee eens, dat al het geld voor de lagen ertussen besteed kan worden aan de doelgroep. Hij mist overigens de rol van de provincie. Mevrouw Radoux antwoordt, dat de rol van de provincie er een van financiële steun voor een oplossing kan zijn. De heer Van Wiggen wijst op de algemene uitkering voor de gemeente en het Provinciefonds voor de provincie. De provincie mag zelf weten waarvoor zij de middelen daaruit inzet. Het geld is bedoeld voor de groep sociaal-zwakkeren. Als dat geld niet wordt gebruikt, vloeit het naar de algemene middelen van de provincie. De heer Oldenhof vraagt of bijzondere bijstand alleen in geld wordt uitgekeerd of ook in natura. De heer Van Wiggen die ook penningmeester is van de RK Tabor parochie, voegt eraan toe dat de kerk bijvoorbeeld een wasmachine als ‘aanvullende bijstand’ bekostigt. De heer Oldenhof had van Caritas begrepen dat zij er eigenlijk van af wilden, omdat zij hoopten dat de gemeente dat in natura zou verschaffen. De voorzitter antwoordt, dat dit niet bij het bestaande aanbod hoort. Het kan wel geformuleerd worden als een knelpunt. Bij de kerken zou het dan ook wel bij het bestaande aanbod moeten staan. De heer Van Wiggen antwoordt, dat de kerken natuurlijk ook maar een klein budget hebben en de zaken toch zo proberen te regelen dat het budget niet teveel achteruit gaat. De heer Oldenhof voegt eraan toe, dat de kerk alleen de rente van vermogen mag uitgeven maar dat zij voor het eerst sinds jaren daaroverheen zit. De heer Mekenkamp herinnert zich de regeling dat mensen een wasmachine konden krijgen. De voorzitter antwoordt dat dit voor de WWB van toepassing was. Doordat dit het inkomensbeleid raakte, werd het afgeschaft. Vervolgens vraagt zij of alle deelnemers de lijst met het aanbod compleet achten. De heer Oldenhof kondigt aan dat de kerken onderling hun eigen kerstpakkettenacties gaan bekijken en wellicht bij de gemeente zullen aankloppen voor een tripartiete actie. Mevrouw Radoux merkt op, dat de mogelijkheid van samenwerking tussen de diverse partijen in het plan van aanpak is opgenomen. Mevrouw Mannak-Bouman vraagt of de bewindvoering in het WSNP-traject als
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
bijzondere bijstand door de gemeente wordt betaald als de mensen echt op het minimum zitten. In Utrecht is dat wel het geval. De mensen moeten zelf een kleine toelage betalen. De heer Mekenkamp heeft dat ook gehoord van mensen bij wie hij op bezoek was. Zij moesten een groot bedrag betalen voor de bewindvoerder, terwijl hij nooit op tijd was met zijn post. Aanvullingen op de lijst knelpunten Kosten voor zwemlessen. Mevrouw Mannak-Bouman merkt op dat dit meer bij onderwijs hoort. Kosten van de bewindvoering en het tempo van de besluitvorming. Mevrouw Mannak-Bouman doelde hierbij op mensen die echt niets meer hebben, een bijstandsuitkering hebben en schulden hebben. Daarbovenop moeten ze veel geld betalen voor de bewindvoerder. De voorzitter merkt op, dat in een vorige bijeenkomst in dit verband ook werd gesproken over kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Mogelijkheid tot samenwerking voor de kerstpakketten. De heer Oldenhof heeft begrepen dat aan beide zijden vragen leven en dat er ook andere modellen zijn, waarin de gemeente participeert. Het zou zinvol zijn om een en ander te evalueren om de ervaringen uit te wisselen, zodat de pakketten bij de juiste mensen terecht komen. Eventuele bijdrage uit het Provinciefonds via de algemene uitkering. De heer Oldenhof wijst erop dat er ook mentale knelpunten zijn, zoals schaamte. Voor de kerken zou er een mogelijkheid zijn om via kerkbladen mensen aan het woord te laten die over de drempel van de schaamte heen zijn gekomen. Hij wil graag door organisaties geprikkeld worden hoe hij dat zou moeten aanpakken. Bij oudere mensen heeft deze schaamte soms een religieuze achtergrond.
De heer Ramcharan heeft
enquêtes afgenomen bij Hindoestaanse ouders. Daaruit bleek dat slechts twee mensen aan de enquête wilden meedoen en dat drie of vier mensen geen schaamte hadden maar juist te trots waren bijstand aan te vragen terwijl zij recht hebben op pensioen. Zij waren boos omdat zij, toen Suriname nog niet onafhankelijk was, altijd in Suriname hadden gewerkt maar hun pensioen niet goed bleek te zijn geregeld. De heer Mekenkamp begeleidt een kennis die moeite heeft om aan het werk te blijven. Hij probeert zoveel mogelijk zelf te verdienen en krijgt aanvullende bijstand. Hij heeft een minimum-maximumcontract bij Sandd en heeft dan ook verschillende inkomsten. Op een gegeven moment heeft hij geen bijstand gekregen terwijl hij daar wel recht op had. Als reden werd opgegeven dat op de loonstrook zichtbaar was dat de werkgever de heffingskorting toepast. Pas drie maanden later was er weer een aansluiting. Nu de heffingskorting is gecorrigeerd, komt hij boven het niveau uit. Hij valt nu buiten de bijstand. Ondanks het feit dat alle instanties bekend zijn met hem moet hij opnieuw een aanvraag indienen. De voorzitter concludeert hieraan, dat er een en ander schort in de communicatie vanuit de klantmanagers naar de klant. In de toekomst zullen de gegevens ook veel langer bewaard worden door het digitale klantdossier. Mevrouw Radoux merkt op, dat in een van de vorige gesprekken werd vastgesteld dat omdat procedures soms lang duren het van belang is te communiceren hoe lang ze duren en
54 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
dat eventuele toezeggingen ook worden nagekomen. De heer Van Wiggen wijst als volgende knelpunt op het Jeugdsportfonds. Als kinderen van ouders in een moeilijke financiële situatie een duurdere sport willen beoefenen, is dat onbereikbaar. Mevrouw Adamse meent dat kinderen ook duidelijk moet worden gemaakt dat er grenzen zijn. Ook kinderen uit middenstandsgezinnen kunnen niet altijd paardrijden of golfen. Mevrouw Mannak-Bouman meent dat vaak een gevoel van onrechtvaardigheid opkomt als dit soort wensen niet vervuld kan worden. De heer Ramcharan wijst vervolgens op het besluit van de gemeente Utrecht om gezinnen computers ter beschikking te stellen en vraagt of deze mogelijkheid ook in Nieuwegein beschikt. Daarbij gaat het vooral om de kinderen in het voortgezet onderwijs. Als een heel groot knelpunt ziet hij echter de onbekendheid van mensen met waar zij allemaal recht op hebben. De voorzitter stelt, dat de ingewikkeldheid van het voorlichtingsmateriaal soms inderdaad tot problemen kan leiden. De heer Mekenkamp is van mening dat bijvoorbeeld de controlerend ambtenaar de mensen ook op de mogelijkheden kunnen wijzen. Mevrouw Radoux wil dit breder trekken tot alle mensen die op huisbezoek komen, dat wil zeggen woningbouwverenigingen, kerken, huisartsen, deskundigen die op huisbezoek gaan, etc. Het gaat om de alertheid op de situatie die zij aantreffen. Mevrouw Fijn van Draat voegt eraan toe, dat zij eenvoudig foldermateriaal bij zich kunnen hebben. Aanvullingen op bestaand aanbod De heer Ramcharan ziet bij de ouderenorganisaties Anbo-KBO staan maar wijst erop dat er ook organisaties zijn die geld van de gemeente krijgen, bijvoorbeeld de Stichting wonen, om ouderen voorlichting te geven. Aurat richt zich op oudere Surinaams-Hindoestaanse vrouwen die elke maandag een project heeft voor ouderen. Ook zijn er Wmo-bijeenkomsten geweest. Mevrouw Adamse wijst erop dat Cosbo een samenwerkingsorgaan is en niet boven bijvoorbeeld de Anbo staan. De heer Oldenhof wijst erop, dat de kerken brood aan daklozen verschaft. De heer Van Wiggen voegt eraan toe, dat vanwege de kerk soms ook boodschappen worden gedaan voor de mensen. Mevrouw Radoux wijst op de zinsnede, dat door de kerken bij acute nood directe praktische hulp in de vorm van kleding en voedsel wordt geboden. De heer Mekenkamp deelt mee, dat het vaak gaat om mensen met meervoudige problemen. Er zou een casemanager moeten zijn die vroegtijdig de signalen kan opvangen en deze mensen kan helpen, zodat er één aanspreekpunt voor alle problemen komt. Desgevraagd merkt hij op, dat het om vrijwilligers gaat. Mevrouw Radoux concludeert, dat als knelpunt wordt geformuleerd een casemanager (van de gemeente) voor meervoudige problematiek als aanspreekpunt voor vrijwilligers. De vergadering wordt enkele minuten geschorst. De voorzitter stelt vervolgens voor de belangrijkste knelpunten te bespreken. Daarna wordt een prioritering gesteld. Voor mevrouw Adamse blijft een van de grootste knelpunten het feit, dat de mensen, vooral ouderen, niet durven om hulp te vragen. Een oplossing om de drempel te verlagen, zou de suggestie van de heer Van Wiggen kunnen zijn dat voorbeelden worden gegeven van situaties waarin mensen wel om hulp hebben gevraagd. De voorzitter heeft uit vorige gesprekken begrepen, dat woningbouwcorporaties heel veel signaleren en vraagt of hiervoor een taak kan zijn
55 (58)
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
56 (58)
weggelegd. Het blijft echter een probleem als mensen niet willen. Ze zijn bang voor stigmatisering. De heer Ramcharan wijst erop, dat in een van de steden – Rotterdam – een winkel is opgezet, speciaal voor dit doel. De voorzitter weet, dat ook bijvoorbeeld de Voedselbank in Helmond weet om welke mensen het gaat maar hen niet kan bereiken. Mevrouw Radoux vat als voorstel samen dat je alert bent op de situatie van ouderen, dat de voorlichting specifieker wordt en dat organisaties gaan samenwerken in de signalering. De heer Mekenkamp lijkt het een goede suggestie om het voorlichtingsmateriaal in de vakken bij huisartspraktijken te houden. De heer Oldenhof heeft een aantal problemen waar hij geen raad mee weet. Als je niet goed weet wat je met een situatie aan moet, waar kan je terecht? Ook zijn er situaties, waarin allerlei hulpverleners bezig zijn die elkaar echter niet kennen. Er is geen coördinatie. Er is niemand die doorpakt, zodat er vaart komt in de hulpverlening. Soms is de kerk ook een van de spelers en soms maakt hij het mee dat hij een huisarts belt om te vragen hoe het nu verder moet. In andere gevallen weet hij niet welke hulpverlening er is en krijgt hij geen volledige informatie. De mensen laten niet altijd meteen het achterste van hun tong zien. Mevrouw Fijn van Draat pleit nogmaals voor één casemanager, zeker als het gaat om meervoudige problemen. Mevrouw Radoux vat samen dat het probleem vooral zit in het feit dat vrijwilligers of intermediairs vaak met de handen in het haar zitten en niet weten waar ze met deze complexe situatie naartoe
moeten.
Als
oplossing
heeft
zij
gehoord
dat
er
in
ieder
geval
deskundigheidsbevordering van zijn van vrijwilligers om te weten wie wat en waar oppakt. Zij heeft in de tweede plaats gehoord dat het aan daadkracht mankeert. Mevrouw Adamse weet, dat zelden één hulpverlener zich verantwoordelijk voelt omdat zij altijd weer kunnen verwijzen naar een andere hulpverleners. Iedereen zit op zijn eigen eilandje. Mevrouw Radoux concludeert, dat het schort aan daadkracht en verantwoordelijkheidsgevoel van hulpverleners en beslissers. De voorzitter wijst op de praktijk in de zorgverlening, waarin wordt gewerkt met een map waarin iedereen aftekent, hoewel dat lastiger ligt bij hulpverlening. De heer Oldenhof heeft op het ogenblik een situatie aan de hand, waarin een mevrouw deelneemt aan het makeoverproject om weer in het arbeidsproces te komen. Zij zegt het echter lichamelijk niet aan te kunnen. Hij heeft contact opgenomen met de Zoomstede, waar hem werd gezegd dat het niet zo’n vaart zou lopen. Hij weet niet wat hij met zo’n situatie aan moet. De voorzitter heeft ook uit de andere gesprekken begrepen, dat er een grote vraag is naar deskundigheidsbevordering. Een ander probleem is dat de gemeente niet de gegevens uit het dossier mag “vrijgeven”, wat erg lastig kan zijn als mensen bijvoorbeeld hebben gefraudeerd en in moeilijkheden zijn gekomen doordat ze toch moeten terugbetalen. Zij vraagt zich af of het een goede procedure zou zijn om dit soort zaken te bespreken, zonder op individuele gevallen in te gaan. De heer Oldenhof zou al geholpen zijn met een netwerk, waarin de vrijwilligers en hulpverleners elkaar kunnen helpen en raad kunnen vragen. Mevrouw Radoux heeft begrepen, dat de vrijwilligers en intermediairs mensen met meervoudige problematiek tegenkomen
en
niet
weten
waar
ze
terecht
kunnen.
De
oplossing
zit
in
deskundigheidsbevordering van intermediairs en vrijwilligers, in daadkracht en verantwoordelijkheidsgevoel
van
hulpverleners
en
beslissers,
in
onderlinge
samenwerking, in een praktische contactlijst maar ook in inzicht waarvoor en bij wie nu precies hulp moet worden gevraagd en om eventueel machtigingen om weer terecht te kunnen bij andere hulpverleners. De heer Mekenkamp wijst op de Sociale Almanak, die twee keer per jaar verschijnt. Mevrouw Adamse onderstreept nogmaals
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Integraal plan van aanpak Datum februari 2008
57 (58)
de coördinatie van de hulp. De heer Van Wiggen wil nog twee punten naar voren brengen. De ene heeft betrekking op de kwijtschelding van de belastingen. Daarvoor moeten enorme formulieren worden ingevuld, elk jaar weer. Als iemand eenmaal voor kwijtschelding in aanmerking is gekomen, zal hij daarvoor ongetwijfeld jarenlang aan vast zitten. Hij meent, dat na zo’n eerste keer met een korte mededeling of een klein formuliertje kan worden volstaan. In de tweede plaats herhaalt hij, dat het verstrekken van witgoed toch eigenlijk niet bij de kerken thuishoort. Door de bureaucratisering duurt het erg lang om dat bij de gemeente aan te vragen. Hij stelt dan ook voor om bijvoorbeeld de casemanager mee op pad te sturen om bijvoorbeeld een wasmachine aan te schaffen. De voorzitter wijst erop, dat er voor zes producten inmiddels een tien-minutenprocedure in het leven is geroepen. Mevrouw Radoux waarschuwt ervoor, dat de gevraagde witgoedregeling juridisch heel complex kan komen te liggen. De heer Van Wiggen stelt voor dat het afgedaan kan worden als een aanvraag om geld terwijl met de cliënt wordt overeengekomen dat hij of zij de bon indient. Hij heeft het puur over bijstand, noodzakelijke hulp of noodvoorzieningen. Hij zal alle informatie verzamelen en noemt Rudolf Veldhuis, gemeente Voorschoten. De heer Mekenkamp wijst op de klussendienst om bijvoorbeeld de wasmachine te repareren. Bij het Oudereninformatiepunt is deze dienst bekend. Mevrouw MannakBouman wijst erop, dat de afdeling psychiatrie niet terecht kunnen bij de Stichting MEE, omdat die niet over de noodzakelijke deskundigheid beschikt. Zelf dacht zij aan het Wmo-loket bij de Stadswinkel met een back-officetaak. De heer Mekenkamp wijst op Handje Helpen op BemoeiZorg. Mevrouw Radoux vraagt wie de cliënten doorverwijst. Mevrouw Mannak-Bouman antwoordt, dat zij niet weten waar zij terecht moeten. De MEE heeft een periode gezegd dat zij daar terecht konden, maar dat blijkt niet mogelijk te zijn. De heer Ramcharan merkt op dat eenderde deel van de mensen met een uitkering uit allochtonen bestaat. Hij pleit voor extra informatie maar zij worden niet bereikt. Er zou ook bekend moeten zijn dat mensen zelf in de problemen kunnen komen doordat zij een redelijk klein deel van het geld naar het buitenland sturen. De voorlichting moet blijvend zijn. De voorzitter meent, dat de heer Ramcharan dat toch het beste zelf kan zeggen want dat het als stigmatiserend wordt gezien als zij het naar voren brengt. Mevrouw Radoux concludeert dat het knelpunt is dat het om een budgetadvies door vertrouwenspersonen gaat. De heer Van Wiggen pleit voor foldermateriaal in meerdere talen. Mevrouw Fijn van Draat antwoordt, dat het om veel meer mensen gaat die hun familie in het buitenland willen steunen, ondanks het feit dat zij het zelf krap hebben. De heer Van Wiggen schetst een situatie uit de praktijk. Hij heeft een Marokkaanse medewerker die de mensen in hun eigen taal helpt. Iemand de taal spreekt, helpt enorm. Mevrouw Radoux heeft de knelpunten op flaps genoteerd en geeft deze kort weer: •
Inschakeling kredietbank bij schuldsituaties
•
Gemeente betaalt kosten bewindvoering WSNP (preventief of curatief)
•
Coördinatie kerstpakketten
•
Iedereen
die
problematiek
op
huisbezoek
komt:
wees
alert
op
meervoudige
Bijlagen Armoedebestrijding Nieuwegein
Integraal plan van aanpak
Raadsnummer 2008-076 Versie definitief
Datum februari 2008
58 (58)
•
Inzet provinciale middelen
•
Casemanager van de gemeente voor meervoudige problematiek als aanspreekpunt voor de vrijwilligers
•
Ouderen:
sigenaleren,
goed
voorlichtingsmateriaal,
alertheid
huisbezoekers •
Deskundigheidsbevordering vrijwilligers/intermediairs: waar en door wie doorverwijzen en wie pakt het op
•
Daadkracht en verantwoordelijkheidsgevoel hulpverleners/beslissers
•
Samenwerking
•
Contactlijst
•
Leg het ook bij de klant neer: waar wil je hulp bij en wie kunnen dat bieden?
•
Almanak en kleine gids
•
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen (voorbeeld Voorschoten)
•
Witgoed
in
snellere
procedure
door
eenvoudiger
formulier
en
automatische toekenning, reparatie via klussendienst •
MEE: ondersteuning voor psychiatrische patiënten
•
Budget-advies
van
vertrouwenspersonen
(ondersteuning
familie
buitenland) De voorzitter concludeert dat de casemanager de grootste prioriteit heeft gekregen. De
deskundigheidsbevordering
wordt
de
volgende
prioriteit
toegekend.
De
kwijtschelding gemeentelijke belasting kan in gang worden gezet door een bijsluiter bij het formulier te voegen. Mevrouw Radoux merkt op, dat er drie lijsten zijn: een lijst knelpunten, een lijst aanbod en de uitkomst van de drie bijeenkomsten die een lijst met oplossingen moet bieden. Sommige dingen kunnen heel snel beginnen, andere dingen nemen meer tijd. De lijsten vormen de basis van het integrale plan van aanpak dat ter advisering zal worden voorgelegd aan de Cliëntenraad, de Wmo-raad en de Jongerenraad. De voorzitter dankt vervolgens iedereen voor zijn inbreng en wenst allen wel thuis.